Jaarverslag 2006 - IBR

Jaarverslag 2006 - IBR Jaarverslag 2006 - IBR

20.12.2013 Views

I weglating van een lid geen bezwaar vormt voor zijn verwijzing naar de tuchtinstanties, voor feiten voorafgaand aan de aanvaarding door de Raad van de vraag tot tijdelijke weglating. De Raad is van mening dat de tijdelijk van de ledenlijst weggelaten bedrijfsrevisor, zelfs tijdens de periode van weglating, onderworpen blijft aan de naleving van het hoofdstuk I van het koninklijk besluit van 10 januari 1994 betreffende de plichten van de bedrijfsrevisoren en dat hij vervolgd kan worden voor de tuchtinstanties voor tijdens de weglating begane feiten onder toepassing van artikel 3 van het koninklijk besluit. 1.14.8. Deelneming door een bedrijfsrevisor in een boekhoudvennootschap BIBF De Raad heeft kennis genomen van de vraag of het mogelijk is voor een bedrijfsrevisor om een deelneming te hebben in een vennootschap ingeschreven bij het BIBF. In tegenstelling tot het verbod voor een bedrijfsrevisor om de titel van belastingconsulent te voeren, acht de Raad dat de wet van 22 april 1999 niet aan de bedrijfsrevisor verbiedt om de titel van erkend boekhouder en fiscalist te voeren. Niettemin is de Raad van mening dat deze praktijk afgeraden moet worden, vanuit een zorg van samenhangendheid met de wet van 22 april 1999 (cf. IBR, Vademecum, I, 2005, p. 275). De Raad oordeelde dat dezelfde redenering moet worden gehanteerd voor de bedrijfsrevisor die vennoot beoogt te worden in een vennootschap ingeschreven bij het BIBF. Het Interinstitutencomité heeft geen opmerkingen geformuleerd omtrent het advies van de Raad. 1.14.9. Dubbel lidmaatschap in België of in het buitenland Een aantal bedrijfsrevisoren zijn gelijktijdig lid van het IBR en van andere professionele Instituten, gevestigd zowel in België (IAB, enz.) als in het buitenland (Groot-Hertogdom Luxemburg, Nederland, Frankrijk, enz.). De Raad van het IBR acht het nuttig eraan te herinneren dat een dergelijk dubbel lidmaatschap ook de naleving vraagt van de geldende regels van elk van de Instituten waarvan zij lid zijn (bv. inzake kwaliteitscon- 82 IBR – JAARVERSLAG 2006

trole, plichtenleer, vorming, enz.), dit zowel in België als in het buitenland. Naast de door elk Instituut gepubliceerde normen, geldt deze verplichting eveneens voor de naleving van de wetsbepalingen betreffende de wettelijke jaarrekeningcontrole, de onafhankelijkheid van de beroepsbeoefenaar, het opstellen van de jaarrekeningen, alsook van de verschillende wetgevingen op het voorkomen van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. De naleving van de door deze Instituten toegepaste wetsbepalingen en regelgeving draagt bij tot het imago van het beroep van bedrijfsrevisor, en dit met name ook in het buitenland. De bedrijfsrevisoren zijn via de Mededeling aan de leden van 17 maart 2006 (cf. infra bijlage 2) verzocht om aan de verplichting tot naleving van de bepalingen van toepassing op elk beroep of in elk land voldoende aandacht te schenken. I 1.14.10. Onverenigbaarheid met commerciële activiteiten Naar aanleiding van een parlementaire vraag (1) van de heer O. DEPOORTERE omtrent de onverenigbaarheid van het beroep van erkend boekhouder (-fiscalist) met elke andere commerciële activiteit, heeft de Minister van Middenstand aangegeven dat het verbod van commerciële activiteiten voor bedrijfsrevisoren op een strikte manier gecontroleerd en gesanctioneerd wordt door het IBR. Onder meer verwijst de Minister hiervoor naar het Jaarverslag van het Instituut van 2005. Indien de economische beroepsbeoefenaar commerciële activiteiten uitoefent als natuurlijk persoon of als bestuurder of zaakvoerder van de handelsvennootschap van zijn/haar familie optreedt, lijkt dit wel strijdig met de plichtenleer. Wat de controle op de naleving van deze deontologische voorschriften betreft, bevestigt de Minister dat het IBR over een efficiënt controlemechanisme beschikt, waarbij ook tuchtmaatregelen kunnen worden opgelegd aan bedrijfsrevisoren. (1) Vraag nr. 121 van 26 april 2006 vanwege de heer O. DEPOORTERE, Vr. en Antw. Kamer 2005-2006, nr. 51-123, p. 24.165. IBR – JAARVERSLAG 2006 83

I<br />

weglating van een lid geen bezwaar vormt voor zijn verwijzing naar de<br />

tuchtinstanties, voor feiten voorafgaand aan de aanvaarding door de Raad<br />

van de vraag tot tijdelijke weglating.<br />

De Raad is van mening dat de tijdelijk van de ledenlijst weggelaten<br />

bedrijfsrevisor, zelfs tijdens de periode van weglating, onderworpen blijft<br />

aan de naleving van het hoofdstuk I van het koninklijk besluit van<br />

10 januari 1994 betreffende de plichten van de bedrijfsrevisoren en dat hij<br />

vervolgd kan worden voor de tuchtinstanties voor tijdens de weglating<br />

begane feiten onder toepassing van artikel 3 van het koninklijk besluit.<br />

1.14.8. Deelneming door een bedrijfsrevisor in een boekhoudvennootschap<br />

BIBF<br />

De Raad heeft kennis genomen van de vraag of het mogelijk is voor een<br />

bedrijfsrevisor om een deelneming te hebben in een vennootschap ingeschreven<br />

bij het BIBF.<br />

In tegenstelling tot het verbod voor een bedrijfsrevisor om de titel van<br />

belastingconsulent te voeren, acht de Raad dat de wet van 22 april 1999<br />

niet aan de bedrijfsrevisor verbiedt om de titel van erkend boekhouder en<br />

fiscalist te voeren. Niettemin is de Raad van mening dat deze praktijk<br />

afgeraden moet worden, vanuit een zorg van samenhangendheid met de<br />

wet van 22 april 1999 (cf. <strong>IBR</strong>, Vademecum, I, 2005, p. 275).<br />

De Raad oordeelde dat dezelfde redenering moet worden gehanteerd<br />

voor de bedrijfsrevisor die vennoot beoogt te worden in een vennootschap<br />

ingeschreven bij het BIBF.<br />

Het Interinstitutencomité heeft geen opmerkingen geformuleerd omtrent<br />

het advies van de Raad.<br />

1.14.9. Dubbel lidmaatschap in België of in het buitenland<br />

Een aantal bedrijfsrevisoren zijn gelijktijdig lid van het <strong>IBR</strong> en van andere<br />

professionele Instituten, gevestigd zowel in België (IAB, enz.) als in het<br />

buitenland (Groot-Hertogdom Luxemburg, Nederland, Frankrijk, enz.).<br />

De Raad van het <strong>IBR</strong> acht het nuttig eraan te herinneren dat een dergelijk<br />

dubbel lidmaatschap ook de naleving vraagt van de geldende regels<br />

van elk van de Instituten waarvan zij lid zijn (bv. inzake kwaliteitscon-<br />

82<br />

<strong>IBR</strong> – JAARVERSLAG <strong>2006</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!