Jaarverslag 2006 - IBR

Jaarverslag 2006 - IBR Jaarverslag 2006 - IBR

20.12.2013 Views

I het feit dat de ondernemingsraad onze benoeming in de hoedanigheid van commissaris van Y betwist (hetgeen het voorwerp was van onze vraag in 2004, die van rechtswege nog steeds niet werd opgelost want hangende vóór de rechtbanken), een impact op onze verplichtingen ten aanzien van de ondernemsingsraad?” Wat de eerste vraag betreft, verwijst de Raad, op voorstel van de Juridische Commissie, naar het advies van de Juridische Commissie met betrekking tot de tussenkomst van een bedrijfsrevisor bij de ondernemingsraad die bestaat uit verschillende juridische entiteiten met verschillende bedrijfsrevisoren, zoals opgenomen in het Jaarverslag, 2003 (p. 78-79): “Artikel 1 van het koninklijk besluit van 27 november 1973 houdende reglementering van de economische en financiële inlichtingen te verstrekken aan de ondernemingsraden bepaalt: Het ondernemingshoofd of zijn afgevaardigde die hem bindt, moeten aan de ondernemingsraad de economische en financiële voorlichting, die betrekking heeft op de onderneming zoals omschreven bij artikel 14 van de wet van 20 september 1948, overmaken. Zij wordt in voorkomend geval aangevuld: 1° met inlichtingen van dezelfde aard over de juridische entiteit waarvan de onderneming deel uitmaakt; 2° met inlichtingen over de economische of financiële entiteit waarvan de onderneming deel uitmaakt. (...)”. Artikel 151, 2° van het Wetboek van vennootschappen bepaalt: “In elke vennootschap waar een ondernemingsraad moet worden opgericht krachtens de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven, met uitzondering van de gesubsidieerde onderwijsinstellingen, worden één of meer bedrijfsrevisoren benoemd met als taak: de getrouwheid en volledigheid te certificeren van de economische en financiële inlichtingen die het bestuursorgaan aan de ondernemingsraad verstrekt, voor zover deze inlichtingen uit de boekhouding, uit de jaarrekening van de vennootschap blijken of uit andere verifieerbare stukken voortvloeien.”. De Juridische Commissie heeft het volgende advies gegeven: “a) bedrijfsrevisoren in functie in verschillende juridische entiteiten, die een technische bedrijfseenheid vormen, treden niet op in college. 76 IBR – JAARVERSLAG 2006

) iedere bedrijfsrevisor dient enkel de economische en financiële inlichtingen die werden verstrekt aan de ondernemingsraad te certificeren wat de juridische entiteit betreft waarvoor hij tussenkomt. Geen enkele dient de economische en financiële inlichtingen met betrekking tot de technische bedrijfseenheid in zijn globaliteit te certificeren. I c) iedere bedrijfsrevisor dient op de vergadering van de ondernemingsraad, tijdens dewelke deze informatie wordt besproken, aanwezig te zijn. Bijgevolg dienen ze in beginsel allen aanwezig te zijn, ieder met betrekking tot de gecertificeerde informatie van de door hem gecontroleerde juridische entiteit. d) indien er globale economische en financiële informatie wordt voorgesteld, zou het wenselijk zijn dat het ondernemingshoofd één van de bedrijfsrevisoren, alle bedrijfsrevisoren of een andere bedrijfsrevisor op contractuele basis en met het akkoord van de werknemersafgevaardigden aanduidt met als opdracht de controle van het geheel van de economische en financiële informatie.”. De Raad is van mening dat in casu iedere commissaris slechts de economische en financiële informatie moet certificeren die aan de ondernemingsraad wordt verstrekt met betrekking tot de juridische entiteit waarvoor hij tussenkomt. Geen enkele dient de economische en financiële inlichtingen met betrekking tot de technische bedrijfseenheid in zijn globaliteit te certificeren. Indien er globale economische en financiële informatie wordt voorgesteld, zou het wenselijk zijn dat het ondernemingshoofd één van de commissarissen, alle commissarissen of een andere bedrijfsrevisor op contractuele basis en met het akkoord van de werknemersafgevaardigden aanduidt met als opdracht de controle van het geheel van de economische en financiële informatie. Wat de tweede vraag betreft, meent de Raad dat, krachtens artikel 160 van het Wetboek van vennootschappen, de beslissing van de algemene vergadering om een commissaris te benoemen die niet werd voorgesteld door de ondernemingsraad, geldig is zolang de ongeldigheid niet werd uitgesproken door de Voorzitter van de Rechtbank van koophandel. IBR – JAARVERSLAG 2006 77

I<br />

het feit dat de ondernemingsraad onze benoeming in de hoedanigheid<br />

van commissaris van Y betwist (hetgeen het voorwerp was van onze<br />

vraag in 2004, die van rechtswege nog steeds niet werd opgelost want<br />

hangende vóór de rechtbanken), een impact op onze verplichtingen ten<br />

aanzien van de ondernemsingsraad?”<br />

Wat de eerste vraag betreft, verwijst de Raad, op voorstel van de<br />

Juridische Commissie, naar het advies van de Juridische Commissie met<br />

betrekking tot de tussenkomst van een bedrijfsrevisor bij de ondernemingsraad<br />

die bestaat uit verschillende juridische entiteiten met verschillende<br />

bedrijfsrevisoren, zoals opgenomen in het <strong>Jaarverslag</strong>, 2003<br />

(p. 78-79):<br />

“Artikel 1 van het koninklijk besluit van 27 november 1973 houdende reglementering<br />

van de economische en financiële inlichtingen te verstrekken aan de ondernemingsraden<br />

bepaalt:<br />

Het ondernemingshoofd of zijn afgevaardigde die hem bindt, moeten aan de<br />

ondernemingsraad de economische en financiële voorlichting, die betrekking heeft op<br />

de onderneming zoals omschreven bij artikel 14 van de wet van 20 september 1948,<br />

overmaken.<br />

Zij wordt in voorkomend geval aangevuld:<br />

1° met inlichtingen van dezelfde aard over de juridische entiteit waarvan de<br />

onderneming deel uitmaakt;<br />

2° met inlichtingen over de economische of financiële entiteit waarvan de onderneming<br />

deel uitmaakt. (...)”.<br />

Artikel 151, 2° van het Wetboek van vennootschappen bepaalt: “In elke<br />

vennootschap waar een ondernemingsraad moet worden opgericht krachtens de wet<br />

van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven, met uitzondering<br />

van de gesubsidieerde onderwijsinstellingen, worden één of meer bedrijfsrevisoren<br />

benoemd met als taak: de getrouwheid en volledigheid te certificeren van de<br />

economische en financiële inlichtingen die het bestuursorgaan aan de ondernemingsraad<br />

verstrekt, voor zover deze inlichtingen uit de boekhouding, uit de jaarrekening<br />

van de vennootschap blijken of uit andere verifieerbare stukken voortvloeien.”.<br />

De Juridische Commissie heeft het volgende advies gegeven:<br />

“a) bedrijfsrevisoren in functie in verschillende juridische entiteiten, die<br />

een technische bedrijfseenheid vormen, treden niet op in college.<br />

76<br />

<strong>IBR</strong> – JAARVERSLAG <strong>2006</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!