Jaarverslag 2006 - IBR
Jaarverslag 2006 - IBR Jaarverslag 2006 - IBR
I c) een nieuw punt 3 voorziet, in het kader van de afschaffing door de wetgever (1) van de retroactieve toepassing van twee jaar op de zeven onverenigbare diensten (art. 133, achtste lid. W. Venn.), in een regel op grond waarvan de commissaris veiligheidsmaatregelen moet nemen en, in bepaalde gevallen, geen mandaat van commissaris mag aanvaarden in geval van verrichting van diensten die zijn onafhankelijkheid in het gedrang zouden kunnen brengen, gedurende twee jaar voorafgaand aan de aanvaarding van een mandaat van commissaris; d) het ontwerp bevat normen, die bindend zijn, in plaats van aanbevelingen; en e) er is voorzien dat de normen in werking zullen treden op een datum te bepalen door de Raad en dat de bepalingen met betrekking tot de interne rotatie van toepassing zijn op de mandaten van de commissaris die aanvangen op 1 januari 2008 of op een later tijdstip. Tengevolge van de door de confraters gemaakte opmerkingen over de ontwerpnormen van het IBR van 10 juli 2006, heeft de Raad van het IBR op 13 september 2006 een aangepast ontwerp ter advies overgemaakt aan de HREB. Het advies van de HREB werd uitgebracht op 12 december 2006 en heeft het voorwerp uitgemaakt van een eerste analyse. Er werd besloten om te wachten op de laatste ontwikkelingen van de Ethische Code van de IFAC (nieuwe hoofdstukken 290-291) (cf. infra, § 12.1.4.) vooraleer een definitief standpunt aan te nemen in dit domein. 1.4.4. Onderzoek over de tenuitvoerlegging van de Aanbeveling van de EU met betrekking tot de onafhankelijkheid De FEE heeft in maart 2006 een onderzoek over de tenuitvoerlegging van de Aanbeveling van de EU met betrekking tot de onafhankelijkheid (Survey on the Implementation of the EU Recommendation on Independence (2) (69 pagina’s)) gepubliceerd. (1) Art. 133, § 8, W. Venn., zoals gewijzigd door de wet van 20 juli 2006, B.S. 28 juli 2006, ed. 2., p. 36962; cf. ook Parl. St. Kamer, nr. 2518/001 van 31 mei 2006, p. 78 en 79. (2) Beschikbaar op de volgende website: www.fee.be/publications/default.asp?library_ref=4. 56 IBR – JAARVERSLAG 2006
Uit deze analyse van de situatie in Europa volgt dat de conceptuele benadering, naar voor gebracht door de Aanbeveling van de Europese Commissie van 16 mei 2002 betreffende de onafhankelijkheid van de wettelijke controleur van de rekeningen, voortaan uitgebreid weerhouden wordt door de meeste Lidstaten. I Bovendien blijkt dat België enerzijds één van de eerste landen is die bijna alle bepalingen van de bovengenoemde Europese Aanbeveling heeft omgezet door de wet corporate governance van 2 augustus 2002, aangevuld door de koninklijke besluiten van 4 april 2003, en anderzijds verder is gegaan dan de tekst van de Aanbeveling door onder andere te voorzien in de toepassing van een “one to one”-regel. 1.5. Het wetsvoorstel GERKENS van 25 januari 2006 en het wetsvoorstel van 13 juli 2006 neergelegd door Volksvertegenwoordiger MASSIN tot instelling van bepaalde onverenigbaarheden tussen de uitoefening van een vrij beroep en de uitoefening van een uitvoerend openbaar mandaat a) Voorstel GERKENS Mevrouw Muriel GERKENS, Volksvertegenwoordiger, heeft een wetsvoorstel (1) ingediend dat ertoe strekt de wet van 22 juli 1953 te wijzigen, door invoeging van een artikel 7ter dat een reeks “onverenigbaarheden” opsomt (of regels inzake belangenconflicten) tussen het beroep van bedrijfsrevisor en het opnemen van openbare mandaten hetzij in een wetgevend orgaan (verkozen mandaten) hetzij als deel van de uitvoerende macht (uitvoerende mandaten). Dit voorstel werd geanalyseerd in het kader van de studie van het wetsvoorstel 2518 van 31 mei 2006 houdende diverse bepalingen [dat als de wet van 20 juli 2006 werd afgekondigd], maar werd op verzoek van Volksvertegenwoordiger GERKENS verzonden naar de Commissie belast met de problemen inzake Handels- en Economisch Recht (2) . (1) Parl. St. Kamer, 2005-2006, nr. 2229/001 van 25 januari 2006. (2) Parl. St. Kamer, Integraal Verslag, 2005-2006, CRIV 51 PLEN 222 van 29 juni 2006, p. 2. IBR – JAARVERSLAG 2006 57
- Page 5 and 6: Effectieve leden COMMISSIE VAN BERO
- Page 7 and 8: INHOUDSTAFEL Samenstelling van de o
- Page 9 and 10: 1.17. Beroepsgeheim ...............
- Page 11 and 12: 4.1.6. Koninklijk besluit inzake de
- Page 13 and 14: 5.14.4. Analyse van het profiel van
- Page 15 and 16: 8.2.6. Reacties op de discussie-ont
- Page 17 and 18: 11.3. Interinstitutencomité ......
- Page 19 and 20: HOOFDSTUK XIV OVERIGE DIENSTVERLENI
- Page 21 and 22: MARKANTE FEITEN 1. Europese Richtli
- Page 23 and 24: 3. Toepassing van de nieuwe regels
- Page 25 and 26: 4. Onafhankelijkheid van de commiss
- Page 27 and 28: 4.4. Ontwerpnormen met betrekking t
- Page 29 and 30: 7. Vertaling van de internationale
- Page 31 and 32: maakt. Dit onderzoek had tot doel d
- Page 33 and 34: 13. Vice-Voorzitter FEE De Algemene
- Page 35 and 36: HREB IAASB IAB IAPS IAS IASB IASC I
- Page 37: HET BEROEP IHoofdstuk I
- Page 40 and 41: I troles in de Europese Unie. De go
- Page 42 and 43: I De groepsauditor voert een beoord
- Page 44 and 45: I • Hoofdstuk XI. behandelt de in
- Page 46 and 47: I 1.2. Omzetting van de Europese Ri
- Page 48 and 49: I Dit nieuwe instrument van Gemeens
- Page 50 and 51: I C. Samenvatting van de wijziginge
- Page 52 and 53: I D. Informatiesessie van 26 septem
- Page 54 and 55: I - Advies van 20 januari 2006 over
- Page 58 and 59: I b) Voorstel MASSIN Het wetsvoorst
- Page 60 and 61: I laatste jaren (in het bijzonder i
- Page 62 and 63: I Op voorstel van confrater J.-F. C
- Page 64 and 65: I Op 19 oktober 2006 heeft de Voorz
- Page 66 and 67: I het beroepsgeheim, elke operatie
- Page 68 and 69: I De vraag te weten of in het model
- Page 70 and 71: I Bij die gelegenheid heeft de Voor
- Page 72 and 73: I 1.14.2. Beroepgeheim van een bedr
- Page 74 and 75: I Op basis van het voorgaande is de
- Page 76 and 77: I het feit dat de ondernemingsraad
- Page 78 and 79: I 1.14.4. Uitoefening van het beroe
- Page 80 and 81: I bedoeling zijn dat de procedure v
- Page 82 and 83: I weglating van een lid geen bezwaa
- Page 84 and 85: I Tenslotte wordt nog vermeld dat 7
- Page 86 and 87: I Bovendien kan het verschijnsel va
- Page 88 and 89: I aldus op initiatief van de Minist
- Page 90 and 91: I In het uiterste geval zal de verm
- Page 92 and 93: I 1.17.3. Inbeslagname van informat
- Page 94 and 95: I computer, harde schijf, diskette
- Page 96 and 97: Bladzijde 96 BLANCO
- Page 99 and 100: 2.1. Wijziging van het Wetboek van
- Page 101 and 102: melding opneemt, zoals voorgeschrev
- Page 103 and 104: Het Instituut is niet het bevoegde
- Page 105 and 106: “Het verslag van de commissarisse
I<br />
c) een nieuw punt 3 voorziet, in het kader van de afschaffing door de wetgever<br />
(1) van de retroactieve toepassing van twee jaar op de zeven onverenigbare<br />
diensten (art. 133, achtste lid. W. Venn.), in een regel op<br />
grond waarvan de commissaris veiligheidsmaatregelen moet nemen en,<br />
in bepaalde gevallen, geen mandaat van commissaris mag aanvaarden<br />
in geval van verrichting van diensten die zijn onafhankelijkheid in het<br />
gedrang zouden kunnen brengen, gedurende twee jaar voorafgaand aan<br />
de aanvaarding van een mandaat van commissaris;<br />
d) het ontwerp bevat normen, die bindend zijn, in plaats van aanbevelingen;<br />
en<br />
e) er is voorzien dat de normen in werking zullen treden op een datum te<br />
bepalen door de Raad en dat de bepalingen met betrekking tot de<br />
interne rotatie van toepassing zijn op de mandaten van de commissaris<br />
die aanvangen op 1 januari 2008 of op een later tijdstip.<br />
Tengevolge van de door de confraters gemaakte opmerkingen over de<br />
ontwerpnormen van het <strong>IBR</strong> van 10 juli <strong>2006</strong>, heeft de Raad van het <strong>IBR</strong><br />
op 13 september <strong>2006</strong> een aangepast ontwerp ter advies overgemaakt aan<br />
de HREB.<br />
Het advies van de HREB werd uitgebracht op 12 december <strong>2006</strong> en<br />
heeft het voorwerp uitgemaakt van een eerste analyse. Er werd besloten<br />
om te wachten op de laatste ontwikkelingen van de Ethische Code van de<br />
IFAC (nieuwe hoofdstukken 290-291) (cf. infra, § 12.1.4.) vooraleer een<br />
definitief standpunt aan te nemen in dit domein.<br />
1.4.4. Onderzoek over de tenuitvoerlegging van de Aanbeveling<br />
van de EU met betrekking tot de onafhankelijkheid<br />
De FEE heeft in maart <strong>2006</strong> een onderzoek over de tenuitvoerlegging<br />
van de Aanbeveling van de EU met betrekking tot de onafhankelijkheid<br />
(Survey on the Implementation of the EU Recommendation on Independence (2)<br />
(69 pagina’s)) gepubliceerd.<br />
(1) Art. 133, § 8, W. Venn., zoals gewijzigd door de wet van 20 juli <strong>2006</strong>, B.S. 28 juli<br />
<strong>2006</strong>, ed. 2., p. 36962; cf. ook Parl. St. Kamer, nr. 2518/001 van 31 mei <strong>2006</strong>, p. 78<br />
en 79.<br />
(2) Beschikbaar op de volgende website: www.fee.be/publications/default.asp?library_ref=4.<br />
56<br />
<strong>IBR</strong> – JAARVERSLAG <strong>2006</strong>