Jaarverslag 2006 - IBR

Jaarverslag 2006 - IBR Jaarverslag 2006 - IBR

20.12.2013 Views

12.7.3. Activiteiten De gemengde Commissie (IBR-IAB) Internationale Relaties heeft twee keer vergaderd in de loop van het voorbije jaar. Gedurende deze vergaderingen, wordt elk lid van de Commissie uitgenodigd om de werkzaamheden die verricht werden binnen de internationale instanties waarin hij zetelt, voor te stellen evenals de inventaris van de activiteiten die geleid werden door deze laatsten en de problemen waaraan ze blootgesteld worden. Een kort overzicht van de behandelde onderwerpen wordt hernomen in dit Hoofdstuk. De werkzaamheden betroffen voornamelijk de opvolging van de ontwerpen in uitvoering binnen de FEE op het niveau van de verschillende werkgroepen (banking and SME’s, ethics, liberalisation-qualification, tax, regulatory task force, public sector, company law and corporate governance, etc.), de evolutie van het dossier IAS/IFRS, de omzetting van de Europese Richtlijn betreffende de wettelijke controles van de rekeningen, de opvolging van de ontwerpen in uitvoering binnen de IFAC (Code of Ethics) en binnen de FIDEF. 12.8. Werkgroep Public Company Accounting Oversight Board (PCAOB) XII Voorzitter: Leden IBR: Externe leden: Secretariaat: de heer R. VERMOESEN mevrouw R. VERHEYEN, de heren L. ACKE, G. CLAES, J. FULTON, P. DEMEESTER, P. HEMSCHOOTE, D. MINDER, S. RABAEY, P. SIMONS, D. SMETS, R. VAN ASBROECK, H. VAN PASSEL en L. VLECK mevrouw K. HOFMANS (Federale Overheidsdienst Economie), de heren A. DE LAMINNE DE BEX (deskundige), P. VAN GEYT (Federale Overheidsdienst Economie), C. VAN DER ELST (Professor UGent) en S. VANHULDENBERG (Federale Overheidsdienst Economie) de dames I. MEUNIER en S. VAN BELLINGHEN 332 IBR – JAARVERSLAG 2006

De werkgroep PCAOB, voorgezeten door confrater R. VERMOESEN, Raadslid van het IBR en Voorzitter van de Commissie Kwaliteitscontrole, vergaderde tweemaal in 2006. Deze werkgroep, bestaande uit externe leden en uit vertegenwoordigers van kantoren die het voorwerp uitmaken van een registratie bij de PCAOB, heeft de gevolgen van de verplichting tot registratie van leden van het IBR bij de PCAOB onderzocht en in het bijzonder het standpunt dat aangenomen moet worden met betrekking tot de vraag van de PCAOB om een 4011 rule statement in te dienen. De 4011 rule statement bepaalt: “A foreign registered public accounting firm that seeks to have the Board to rely, to the extent deemed appropriate by the Board, on a non-US inspection when the Board conducts an inspection of such firm pursuant to Rule 4000 shall submit a written statement signed by an authorized partner or officer of the firm to the Board certifying that the firm seeks such reliance for all Board inspections.”. In deze context, werd binnen de werkgroep besloten dat de leden van het IBR die het voorwerp uitmaken van een registratie bij de PCAOB, een gemeenschappelijk standpunt zullen innemen ten opzichte van de PCAOB. Rekening houdend met de nakende ontwikkelingen in België in het kader van de omzetting van de Richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van de rekeningen, zijn de leden van de werkgroep PCAOB tot een akkoord gekomen volgens hetwelk de auditkantoren geen 4011 rule statement zullen indienen bij de PCAOB. Bovendien werden de volgende onderwerpen aangekaart: – gevolgen op Belgisch vlak van de inspecties van de PCAOB die plaats hebben gevonden in de Verenigde Staten; – evolutie van de registratieprocedure bij de PCAOB; en – ontwikkelingen inzake beroepsgeheim. De werkzaamheden van de werkgroep PCAOB zullen in 2007 voortgezet worden. XII IBR – JAARVERSLAG 2006 333

De werkgroep PCAOB, voorgezeten door confrater R. VERMOESEN, Raadslid<br />

van het <strong>IBR</strong> en Voorzitter van de Commissie Kwaliteitscontrole, vergaderde<br />

tweemaal in <strong>2006</strong>.<br />

Deze werkgroep, bestaande uit externe leden en uit vertegenwoordigers<br />

van kantoren die het voorwerp uitmaken van een registratie bij de PCAOB,<br />

heeft de gevolgen van de verplichting tot registratie van leden van het<br />

<strong>IBR</strong> bij de PCAOB onderzocht en in het bijzonder het standpunt dat aangenomen<br />

moet worden met betrekking tot de vraag van de PCAOB om<br />

een 4011 rule statement in te dienen. De 4011 rule statement bepaalt:<br />

“A foreign registered public accounting firm that seeks to have the Board to<br />

rely, to the extent deemed appropriate by the Board, on a non-US inspection when<br />

the Board conducts an inspection of such firm pursuant to Rule 4000 shall submit<br />

a written statement signed by an authorized partner or officer of the firm to the<br />

Board certifying that the firm seeks such reliance for all Board inspections.”.<br />

In deze context, werd binnen de werkgroep besloten dat de leden van<br />

het <strong>IBR</strong> die het voorwerp uitmaken van een registratie bij de PCAOB, een<br />

gemeenschappelijk standpunt zullen innemen ten opzichte van de PCAOB.<br />

Rekening houdend met de nakende ontwikkelingen in België in het kader<br />

van de omzetting van de Richtlijn <strong>2006</strong>/43/EG betreffende de wettelijke<br />

controles van de rekeningen, zijn de leden van de werkgroep PCAOB tot<br />

een akkoord gekomen volgens hetwelk de auditkantoren geen 4011 rule<br />

statement zullen indienen bij de PCAOB.<br />

Bovendien werden de volgende onderwerpen aangekaart:<br />

– gevolgen op Belgisch vlak van de inspecties van de PCAOB die plaats<br />

hebben gevonden in de Verenigde Staten;<br />

– evolutie van de registratieprocedure bij de PCAOB; en<br />

– ontwikkelingen inzake beroepsgeheim.<br />

De werkzaamheden van de werkgroep PCAOB zullen in 2007 voortgezet<br />

worden.<br />

XII<br />

<strong>IBR</strong> – JAARVERSLAG <strong>2006</strong><br />

333

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!