Jaarverslag 2006 - IBR
Jaarverslag 2006 - IBR Jaarverslag 2006 - IBR
9.3. Organisatie IBR 9.3.1. Interne reorganisatie van de diensten toezicht en kwaliteitscontrole De Raad heeft beslist om met ingang van 1 juli 2006 de interne diensten, verbonden aan de Commissie van Toezicht en de Commissie Kwaliteitscontrole, te reorganiseren. De Raad heeft bijgevolg beslist om twee nieuwe verantwoordelijken aan te stellen vanaf 1 juli 2006. De juridische directeur, Mevrouw Veerle VAN DE WALLE, die functioneel verantwoordelijk was voor de beide voornoemde commissies tot 1 juli 2006, werd benoemd in de functie van Secetaris-generaal van de Stichting Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat. Zoals voorzien werd in de loop van 2006 het personeel, verbonden aan het toezicht op de beroepsuitoefening, versterkt met een universitair die zowel betrokken wordt bij de activiteiten van de Commissie Kwaliteitscontrole als bij deze van de Commissie van Toezicht en dit met het oog op een meer efficiënte opvolging van de dossiers. Op dit ogenblik zijn zes personeelsleden verbonden aan de opdrachten die verband houden met de kwaliteitscontrole en de toezichtfunctie. IX 9.3.2. Lokalen Gezien de toegenomen activiteiten van het IBR en de aanwerving van personeel die hiermee gepaard diende te gaan, achtte de Raad het noodzakelijk om de werkruimte uit te breiden door de ingebruikname van bijkomende lokalen. Verschillende mogelijkheden, waaronder huren of kopen, werden onderzocht. Op basis van de verschillende geboden mogelijkheden, besliste de Raad om een huurovereenkomst voor de noodzakelijke bijkomende lokalen af te sluiten voor slechts vier jaar, ingaand op 1 juni, zodat de einddatum samenvalt met de huurovereenkomst van de lokalen die het Instituut reeds betrok, hetzij op 31 augustus 2010. Zodoende dient de beslissing of het Instituut, naar de toekomst toe, huurder of eigenaar wordt van een gebouw dat het Instituut huisvest niet langer dan noodzakelijk te worden uitgesteld. 274 IBR – JAARVERSLAG 2006
9.4. Revisoren- en middelenvennootschappen 9.4.1. Doel van een revisorenvennootschap In het Jaarverslag, 2004, (p. 231-232), was de Raad van oordeel dat de doelomschrijving van een revisorenvennootschap bijkomende doelactiviteiten kon bevatten zelfs indien ze geen verband houden met de uitoefening van het beroep van bedrijfsrevisor, op voorwaarde dat er geen commerciële activiteiten worden beoogd. De Raad acht het wenselijk de aandacht erop te vestigen dat dit standpunt in die zin moet worden geïnterpreteerd dat deze bijkomende activiteiten geen systematisch karakter mogen aannemen. Bovendien besliste de Raad om in de voorgestelde statutaire clausule (1) onder meer het woord “waarbij” te vervangen door de woorden “in de mate dat” en het woord “vorm” door het woord “aard”. Bijgevolg luidt de clausule voortaan als volgt: “De vennootschap heeft tot doel: de uitoefening van de functie van bedrijfsrevisor als vennootschap (...); de aankoop, het beheer en de verkoop van alle roerende en onroerende waarden, alle mogelijke maatschappelijke rechten en meer in het algemeen, alle verrichtingen met betrekking tot het beheer van onroerende en roerende waarden die zowel kunnen verworven worden in volle eigendom, vruchtgebruik, naakte eigendom, en alle mogelijke aanverwante rechten terzake, in de mate dat de betreffende activiteit niet de aard aanneemt van een aanvullende commerciële activiteit en geen systematisch karakter heeft.”. IX 9.4.2. Bestuurder en zaakvoerders van een professionele vennootschap De wet van 2 augustus 2002 heeft een stelsel ingevoegd in het Wetboek van vennootschappen met als doel zich globaal te vergewissen van de identificatie van de personen belast met een bestuursfunctie in de schoot van een vennootschap, met name de verplichting voor elke vennootschap die zou zijn benoemd als bestuurder, zaakvoerder, enz. van een andere vennootschap, om een vaste vertegenwoordiger aan te wijzen (art. 61, § 2 W. Venn.). (1) IBR, Vademecum, I, 2005, p. 92. IBR – JAARVERSLAG 2006 275
- Page 224 and 225: Indien ze van mening is dat een ond
- Page 226 and 227: 7.7.3. Grafisch overzicht van de st
- Page 228 and 229: 7.7.5. Oorsprong van de dossiers On
- Page 230 and 231: De 24 dossiers geopend in 2006 op b
- Page 232 and 233: De bedrijfsrevisoren werden uitgeno
- Page 234 and 235: 7.14. Persoonlijke verschijning van
- Page 236 and 237: 7.18. Samenwerking met de Commissie
- Page 238 and 239: Bladzijde 238 BLANCO
- Page 241 and 242: 8.1. Commissie Normen voor de beroe
- Page 243 and 244: Deze bepalingen zullen onder meer v
- Page 245 and 246: 8.2.4. Werkgroep ISA’s for SMP (I
- Page 247 and 248: Het is altijd de overtuiging gewees
- Page 249 and 250: De Raad is verheugd over het feit d
- Page 251 and 252: The success of this initiative has
- Page 253 and 254: opgenomen in het Jaarverslag, 2004
- Page 255 and 256: - de aanpassing van bepaalde termen
- Page 257 and 258: vereiste bevestigingen kan worden o
- Page 259 and 260: Met betrekking tot de aanvragen tot
- Page 261 and 262: 8.8.1. Mission Statement Deze gemen
- Page 263 and 264: 1. de opdrachten vergelijken met de
- Page 265: IX ORGANISATIE VAN HET BEROEP IXHoo
- Page 268 and 269: B. Regionale spreiding van de beroe
- Page 270 and 271: 9.1.2. Revisorenvennootschappen Op
- Page 272 and 273: In 2005 noteert men in de revisoren
- Page 276 and 277: De Raad van het Instituut is van me
- Page 278 and 279: (A02062), JOOSSENS Hugo (A00771), L
- Page 280 and 281: MAGNIN Corine (A02128), MARKO Josep
- Page 282 and 283: Ingeschreven revisorenvennootschapp
- Page 284 and 285: 1° ononderbroken het beroep gedure
- Page 287 and 288: 10.1. Algemene vergadering De gewon
- Page 289 and 290: - de verhoging van de bijdragen gel
- Page 291 and 292: De Raad besliste om de notulen van
- Page 293 and 294: 10.5. Functionele verdeling van de
- Page 295 and 296: est eerst diende te worden afgewach
- Page 297: Hoofdstuk XI INSTITUTIONELE ACTIVIT
- Page 300 and 301: Verder heeft het IBR in 2006 divers
- Page 302 and 303: “Werknemer of (schijn) zelfstandi
- Page 304 and 305: Het doel van deze ontmoetingen, zoa
- Page 306 and 307: Na deze vergadering heeft de FVIB e
- Page 308 and 309: Onder meer volgende thema’s zijn
- Page 311 and 312: 12.1. Internationale Federatie van
- Page 313 and 314: - de uitbreiding van het toepassing
- Page 315 and 316: WERKGROEPEN VOORZITTERS IBR VERTEGE
- Page 317 and 318: - Questionnaire on the Auditors’
- Page 319 and 320: alsook van het IFRIC: - IFRIC D18 I
- Page 321 and 322: Ten slotte heeft de FEE op 17 maart
- Page 323 and 324: cifieke internationale standaard me
9.4. Revisoren- en middelenvennootschappen<br />
9.4.1. Doel van een revisorenvennootschap<br />
In het <strong>Jaarverslag</strong>, 2004, (p. 231-232), was de Raad van oordeel dat de<br />
doelomschrijving van een revisorenvennootschap bijkomende doelactiviteiten<br />
kon bevatten zelfs indien ze geen verband houden met de uitoefening<br />
van het beroep van bedrijfsrevisor, op voorwaarde dat er geen commerciële<br />
activiteiten worden beoogd.<br />
De Raad acht het wenselijk de aandacht erop te vestigen dat dit standpunt<br />
in die zin moet worden geïnterpreteerd dat deze bijkomende activiteiten<br />
geen systematisch karakter mogen aannemen.<br />
Bovendien besliste de Raad om in de voorgestelde statutaire clausule (1)<br />
onder meer het woord “waarbij” te vervangen door de woorden “in de<br />
mate dat” en het woord “vorm” door het woord “aard”. Bijgevolg luidt de<br />
clausule voortaan als volgt:<br />
“De vennootschap heeft tot doel: de uitoefening van de functie van bedrijfsrevisor<br />
als vennootschap (...); de aankoop, het beheer en de verkoop van alle roerende en<br />
onroerende waarden, alle mogelijke maatschappelijke rechten en meer in het<br />
algemeen, alle verrichtingen met betrekking tot het beheer van onroerende en roerende<br />
waarden die zowel kunnen verworven worden in volle eigendom, vruchtgebruik,<br />
naakte eigendom, en alle mogelijke aanverwante rechten terzake, in de<br />
mate dat de betreffende activiteit niet de aard aanneemt van een aanvullende<br />
commerciële activiteit en geen systematisch karakter heeft.”.<br />
IX<br />
9.4.2. Bestuurder en zaakvoerders van een professionele vennootschap<br />
De wet van 2 augustus 2002 heeft een stelsel ingevoegd in het Wetboek van<br />
vennootschappen met als doel zich globaal te vergewissen van de identificatie<br />
van de personen belast met een bestuursfunctie in de schoot van een<br />
vennootschap, met name de verplichting voor elke vennootschap die zou<br />
zijn benoemd als bestuurder, zaakvoerder, enz. van een andere vennootschap,<br />
om een vaste vertegenwoordiger aan te wijzen (art. 61, § 2 W. Venn.).<br />
(1) <strong>IBR</strong>, Vademecum, I, 2005, p. 92.<br />
<strong>IBR</strong> – JAARVERSLAG <strong>2006</strong><br />
275