Jaarverslag 2006 - IBR
Jaarverslag 2006 - IBR Jaarverslag 2006 - IBR
Deze groep, onder leiding van H. VAN PASSEL, is samengesteld uit de confraters L. VAN BRUSSEL, P. D’HONDT, P. HEMSCHOOTE en G. VANHEES en wordt op vaktechnisch vlak bijgestaan door de heren J. DELMOTTE en D. SCHOCKAERT en door mevrouw N. HOUYOUX. 8.7. Coördinatiecellen De verschillende Coördinatiecellen worden door de Commissie Normen voor de beroepsuitoefening overkoepeld. De werkzaamheden die door de Coördinatiecellen tot stand worden gebracht dienen aan de Commissie Normen voor de beroepsuitoefening te worden bezorgd teneinde een logisch verband te kunnen leggen tussen deze werkzaamheden en de normen. De Coördinatiecellen worden in §§ 4.3.3 à 4.3.7 van huidig jaarverslag opgenomen: VIII – Coördinatiecel politieke partijen (cf. infra, § 4.3.3.); – Coördinatiecel NGO’s (cf. infra, § 4.3.4.); – Coördinatiecel Hogescholen van de Vlaamse Gemeenschap (cf. infra, § 4.3.5.); – Coördinatiecel gesubsidieerde Franstalige scholen (cf. infra, § 4.3.6.); – Coördinatiecel Mutualiteiten (cf. infra, § 4.3.7.). 8.8. Commissie Bijzondere Opdrachten Voorzitters: Leden IBR: Leden IAB: de heren L. DE PUYSSELEYR (IBR) en J. VAN WEMMEL (IAB) mevrouw I. SAEYS, de heren Ph. BARTHELEMY, R. JOOS, J.-L. LIENART, B. POUSEELE en P. WEYERS de heren J. COLSON, J.-G. DIDIER, J. DE BLAY (waarnemer), C. JANSSENS, J. MARKO en J. VERHOEYE Secretariaat: Voor het IBR: mevrouw V. VAN DE WALLE en de heer E. VANDERSTAPPEN Voor het IAB: de heren E. STEGHERS en R. VAN BOVEN 260 IBR – JAARVERSLAG 2006
8.8.1. Mission Statement Deze gemengde Commissie van het Instituut der Bedrijfsrevisoren en het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten heeft als doelstelling na te denken over de noodzaak om al dan niet normen, aanbevelingen of technische nota’s te publiceren inzake opdrachten die aan de leden van beide Instituten tezelfdertijd worden toevertrouwd in het Wetboek van vennootschappen of in andere wetgevingen. In voorkomend geval worden de opdrachten in een Subcommissie bestudeerd. Er worden desgevallend voorstellen van de gemengde Commissie aan de respectieve Raden geformuleerd. 8.8.2. Kapitaalparticipatie- en aandelenoptieplan In zijn advies van 28 december 2005 is de Hoge Raad voor de Economische Beroepen van oordeel dat de opdracht van de beroepsbeoefenaar niet bestaat in een volkomen controle hierbij verwijzend naar de analogie met de opdracht inzake fusie of splitsing van vennootschappen en omzetting van de rechtsvorm van een vennootschap. De Commissie heeft op haar eerste vergadering van 2006 kennis genomen van dit advies van de Hoge Raad voor de Economische Beroepen. Na analyse ervan was de gemengde Commissie de mening toegedaan dat deze opdracht dient te worden bekeken in het licht van het uitwerken van normen aangaande de waarderingen van ondernemingen (cf. infra, § 8.8.3.) VIII 8.8.3. Normen aangaande de waarderingen van ondernemingen De Commissie besliste om naar analogie met de ISA-principes voor bepaalde werkzaamheden om normen aangaande de tussenkomst in geval van waarderingen van ondernemingen uit te werken. Deze normen beogen de uitvoering van de noodzakelijke controlewerkzaamheden ten behoeve van een uitspraak over de waardering van een onderneming. Deze normen zullen het algemene kader voor iedere opdracht met betrekking tot waardering van de beroepsbeoefenaar bevatten. Desgevallend zullen reeds bestaande normen op het punt van waardering worden aangepast en verwijzen naar de bepalingen van de normen aangaande de waarderingen van ondernemingen. IBR – JAARVERSLAG 2006 261
- Page 209 and 210: controle bij eenvoudige meerderheid
- Page 211 and 212: Deze eis vloeit voort uit: a) het f
- Page 213 and 214: Een specifieke administratieve of d
- Page 215 and 216: 6.10. Voornaamste vaststellingen bi
- Page 217: Hoofdstuk VII COMMISSIE VAN TOEZICH
- Page 220 and 221: controleren in verschillende beroep
- Page 222 and 223: De Commissie onderzoekt tevens ande
- Page 224 and 225: Indien ze van mening is dat een ond
- Page 226 and 227: 7.7.3. Grafisch overzicht van de st
- Page 228 and 229: 7.7.5. Oorsprong van de dossiers On
- Page 230 and 231: De 24 dossiers geopend in 2006 op b
- Page 232 and 233: De bedrijfsrevisoren werden uitgeno
- Page 234 and 235: 7.14. Persoonlijke verschijning van
- Page 236 and 237: 7.18. Samenwerking met de Commissie
- Page 238 and 239: Bladzijde 238 BLANCO
- Page 241 and 242: 8.1. Commissie Normen voor de beroe
- Page 243 and 244: Deze bepalingen zullen onder meer v
- Page 245 and 246: 8.2.4. Werkgroep ISA’s for SMP (I
- Page 247 and 248: Het is altijd de overtuiging gewees
- Page 249 and 250: De Raad is verheugd over het feit d
- Page 251 and 252: The success of this initiative has
- Page 253 and 254: opgenomen in het Jaarverslag, 2004
- Page 255 and 256: - de aanpassing van bepaalde termen
- Page 257 and 258: vereiste bevestigingen kan worden o
- Page 259: Met betrekking tot de aanvragen tot
- Page 263 and 264: 1. de opdrachten vergelijken met de
- Page 265: IX ORGANISATIE VAN HET BEROEP IXHoo
- Page 268 and 269: B. Regionale spreiding van de beroe
- Page 270 and 271: 9.1.2. Revisorenvennootschappen Op
- Page 272 and 273: In 2005 noteert men in de revisoren
- Page 274 and 275: 9.3. Organisatie IBR 9.3.1. Interne
- Page 276 and 277: De Raad van het Instituut is van me
- Page 278 and 279: (A02062), JOOSSENS Hugo (A00771), L
- Page 280 and 281: MAGNIN Corine (A02128), MARKO Josep
- Page 282 and 283: Ingeschreven revisorenvennootschapp
- Page 284 and 285: 1° ononderbroken het beroep gedure
- Page 287 and 288: 10.1. Algemene vergadering De gewon
- Page 289 and 290: - de verhoging van de bijdragen gel
- Page 291 and 292: De Raad besliste om de notulen van
- Page 293 and 294: 10.5. Functionele verdeling van de
- Page 295 and 296: est eerst diende te worden afgewach
- Page 297: Hoofdstuk XI INSTITUTIONELE ACTIVIT
- Page 300 and 301: Verder heeft het IBR in 2006 divers
- Page 302 and 303: “Werknemer of (schijn) zelfstandi
- Page 304 and 305: Het doel van deze ontmoetingen, zoa
- Page 306 and 307: Na deze vergadering heeft de FVIB e
- Page 308 and 309: Onder meer volgende thema’s zijn
8.8.1. Mission Statement<br />
Deze gemengde Commissie van het Instituut der Bedrijfsrevisoren en het<br />
Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten heeft als doelstelling<br />
na te denken over de noodzaak om al dan niet normen, aanbevelingen<br />
of technische nota’s te publiceren inzake opdrachten die aan de<br />
leden van beide Instituten tezelfdertijd worden toevertrouwd in het Wetboek<br />
van vennootschappen of in andere wetgevingen. In voorkomend<br />
geval worden de opdrachten in een Subcommissie bestudeerd. Er worden<br />
desgevallend voorstellen van de gemengde Commissie aan de respectieve<br />
Raden geformuleerd.<br />
8.8.2. Kapitaalparticipatie- en aandelenoptieplan<br />
In zijn advies van 28 december 2005 is de Hoge Raad voor de Economische<br />
Beroepen van oordeel dat de opdracht van de beroepsbeoefenaar niet<br />
bestaat in een volkomen controle hierbij verwijzend naar de analogie met<br />
de opdracht inzake fusie of splitsing van vennootschappen en omzetting<br />
van de rechtsvorm van een vennootschap.<br />
De Commissie heeft op haar eerste vergadering van <strong>2006</strong> kennis genomen<br />
van dit advies van de Hoge Raad voor de Economische Beroepen. Na<br />
analyse ervan was de gemengde Commissie de mening toegedaan dat deze<br />
opdracht dient te worden bekeken in het licht van het uitwerken van normen<br />
aangaande de waarderingen van ondernemingen (cf. infra, § 8.8.3.)<br />
VIII<br />
8.8.3. Normen aangaande de waarderingen van ondernemingen<br />
De Commissie besliste om naar analogie met de ISA-principes voor<br />
bepaalde werkzaamheden om normen aangaande de tussenkomst in geval<br />
van waarderingen van ondernemingen uit te werken. Deze normen beogen<br />
de uitvoering van de noodzakelijke controlewerkzaamheden ten behoeve<br />
van een uitspraak over de waardering van een onderneming.<br />
Deze normen zullen het algemene kader voor iedere opdracht met<br />
betrekking tot waardering van de beroepsbeoefenaar bevatten. Desgevallend<br />
zullen reeds bestaande normen op het punt van waardering worden<br />
aangepast en verwijzen naar de bepalingen van de normen aangaande de<br />
waarderingen van ondernemingen.<br />
<strong>IBR</strong> – JAARVERSLAG <strong>2006</strong><br />
261