Jaarverslag 2006 - IBR
Jaarverslag 2006 - IBR Jaarverslag 2006 - IBR
De 24 dossiers geopend in 2006 op basis van interne informatie vinden hun oorsprong voornamelijk in gegevens verstrekt door de Stagecommissie, door de dienst administratie of door de dienst inschrijvingen van revisorenvennootschappen (vooral in verband met laattijdige inschrijvingen). Sinds 2005 is de Commissie Kwaliteitscontrole bevoegd inzake het aan de Raad voorleggen van een voorstel tot verwijzing. In tegenstelling tot de tot dan gangbare praktijk is de Commissie van Toezicht er niet langer mee gelast de dossiers te onderzoeken en een voorstel tot tuchtverwijzing op te stellen. 7.8. Tucht VII De voornaamste inbreuken die aanleiding hebben gegeven tot een gemotiveerd voorstel van de Commissie van Toezicht aan de Raad, strekkende tot verwijzing naar de tuchtinstanties, hebben betrekking op: – het niet in acht nemen van de wettelijke en reglementaire voorschriften m.b.t. de onafhankelijkheid van de commissaris wegens een verwantschapsband met een bestuurder van de gecontroleerde entiteit, wegens de specifieke regels van onverenigbaarheid uitgevaardigd door de wetgever, van economische afhankelijkheid ten aanzien van een vennootschap of een groep van vennootschappen, van een gebrek aan feitelijke onafhankelijkheid wegens banden met een bestuurder van de gecontroleerde entiteit; – het niet in acht nemen van de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen van toepassing op de commissaris (alarmbelprocedure, toepassing van de regels inzake continuïteit, enz.); – het niet in acht nemen van de algemene controlenormen inzake het controleverslag zoals bijvoorbeeld het ontbreken van de uitdrukkelijke vermelding dat het verslag werd uitgebracht met of zonder voorbehoud, inzake gebreken vastgesteld in het bijhouden en samenstellen van de dossiers, inzake het gebrek aan formalisering van de controlewerkzaamheden, inzake het gebrek aan opvolging van de gebeurtenissen na afsluiting van het boekjaar; 230 IBR – JAARVERSLAG 2006
– het niet in acht nemen van de bepalingen van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financieel stelsel voor het witwassen van geld en financiering van het terrorisme; – de uitoefening van een bestuursmandaat in een commerciële vennootschap; – het geen gevolg geven aan een op initiatief van de Raad uitgebrachte injunctie aan de bedrijfsrevisor ertoe strekkende binnen een bepaalde termijn een einde te stellen aan een inbreuk; – het gebrek aan confraterniteit, onwaardig gedrag; – het gebrek aan eerbied voor het Instituut en voor zijn organen; – het niet in acht nemen van de verplichting, opgelegd door het huishoudelijk reglement, aan de bedrijfsrevisor vennoot van een revisorenvennootschap, om enkel op te treden in zijn hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van de bedrijfsrevisorenvennootschap en niet in eigen naam; – het gebrek aan opvolging van de neerlegging van de jaarrekening bij de NBB. VII 7.9. Toezicht op de naleving van de “hoofdactiviteit” De Commissie van Toezicht ziet er op permanente wijze op toe dat de bedrijfsrevisoren voldoen aan de kwalificatie van “hoofdactiviteit van de bedrijfsrevisor”. Deze controle kadert in het vervullen van de rechtmatige verwachting dat de bedrijfsrevisor een technisch en kwalitatief hoogstaande dienstverlening verstrekt, en is gebaseerd op het naleven van artikel 3 van de wet van 22 juli 1953. Wanneer er aanwijzingen zijn dat een bedrijfsrevisor een onvoldoende aantal revisorale opdrachten uitoefent, wordt een dossier geopend door de Commissie van Toezicht. Sinds 2003 werden in de schoot van de Commissie van Toezicht 124 dossiers geopend op basis van het criterium hoofdactiviteit, waarvan 93 dossiers reeds geklasseerd zijn, 28 dossiers nog open zijn en 3 dossiers naar de Tuchtcommissie werden doorverwezen voor andere redenen dan de hoofdactiviteit. De Commissie heeft met betrekking tot dit onderwerp 52 bedrijfsrevisoren uitgenodigd en er werd één plaatsbezoek uitgevoerd door een delegatie van de Commissie. IBR – JAARVERSLAG 2006 231
- Page 180 and 181: 5.11. Bekwaamheidsexamen 2006 (twee
- Page 182 and 183: A. Nederlandstalige jury’s NL 1:
- Page 184 and 185: 5.11.4. Informatieavond over het be
- Page 186 and 187: een examen voor een jury, samengest
- Page 188 and 189: 5.14. Beslissingen van de Stagecomm
- Page 190 and 191: V - Fiscaal recht: de heer professo
- Page 192 and 193: 5.15.5. Seminarie “Special topics
- Page 195 and 196: 6.1. Samenstelling Voorzitter: de h
- Page 197 and 198: 3) invoering en aanmaak van specifi
- Page 199 and 200: een redelijke termijn door de betro
- Page 201 and 202: 2) De rol van de oversight body in
- Page 203 and 204: ning (banken, verzekeringen en ziek
- Page 205 and 206: transparantie in de communicatie va
- Page 207 and 208: Bij gebreke hieraan stuurt het Inst
- Page 209 and 210: controle bij eenvoudige meerderheid
- Page 211 and 212: Deze eis vloeit voort uit: a) het f
- Page 213 and 214: Een specifieke administratieve of d
- Page 215 and 216: 6.10. Voornaamste vaststellingen bi
- Page 217: Hoofdstuk VII COMMISSIE VAN TOEZICH
- Page 220 and 221: controleren in verschillende beroep
- Page 222 and 223: De Commissie onderzoekt tevens ande
- Page 224 and 225: Indien ze van mening is dat een ond
- Page 226 and 227: 7.7.3. Grafisch overzicht van de st
- Page 228 and 229: 7.7.5. Oorsprong van de dossiers On
- Page 232 and 233: De bedrijfsrevisoren werden uitgeno
- Page 234 and 235: 7.14. Persoonlijke verschijning van
- Page 236 and 237: 7.18. Samenwerking met de Commissie
- Page 238 and 239: Bladzijde 238 BLANCO
- Page 241 and 242: 8.1. Commissie Normen voor de beroe
- Page 243 and 244: Deze bepalingen zullen onder meer v
- Page 245 and 246: 8.2.4. Werkgroep ISA’s for SMP (I
- Page 247 and 248: Het is altijd de overtuiging gewees
- Page 249 and 250: De Raad is verheugd over het feit d
- Page 251 and 252: The success of this initiative has
- Page 253 and 254: opgenomen in het Jaarverslag, 2004
- Page 255 and 256: - de aanpassing van bepaalde termen
- Page 257 and 258: vereiste bevestigingen kan worden o
- Page 259 and 260: Met betrekking tot de aanvragen tot
- Page 261 and 262: 8.8.1. Mission Statement Deze gemen
- Page 263 and 264: 1. de opdrachten vergelijken met de
- Page 265: IX ORGANISATIE VAN HET BEROEP IXHoo
- Page 268 and 269: B. Regionale spreiding van de beroe
- Page 270 and 271: 9.1.2. Revisorenvennootschappen Op
- Page 272 and 273: In 2005 noteert men in de revisoren
- Page 274 and 275: 9.3. Organisatie IBR 9.3.1. Interne
- Page 276 and 277: De Raad van het Instituut is van me
- Page 278 and 279: (A02062), JOOSSENS Hugo (A00771), L
– het niet in acht nemen van de bepalingen van de wet van 11 januari 1993<br />
tot voorkoming van het gebruik van het financieel stelsel voor het witwassen<br />
van geld en financiering van het terrorisme;<br />
– de uitoefening van een bestuursmandaat in een commerciële vennootschap;<br />
– het geen gevolg geven aan een op initiatief van de Raad uitgebrachte<br />
injunctie aan de bedrijfsrevisor ertoe strekkende binnen een bepaalde<br />
termijn een einde te stellen aan een inbreuk;<br />
– het gebrek aan confraterniteit, onwaardig gedrag;<br />
– het gebrek aan eerbied voor het Instituut en voor zijn organen;<br />
– het niet in acht nemen van de verplichting, opgelegd door het huishoudelijk<br />
reglement, aan de bedrijfsrevisor vennoot van een revisorenvennootschap,<br />
om enkel op te treden in zijn hoedanigheid van vaste<br />
vertegenwoordiger van de bedrijfsrevisorenvennootschap en niet in<br />
eigen naam;<br />
– het gebrek aan opvolging van de neerlegging van de jaarrekening bij<br />
de NBB.<br />
VII<br />
7.9. Toezicht op de naleving van de “hoofdactiviteit”<br />
De Commissie van Toezicht ziet er op permanente wijze op toe dat de<br />
bedrijfsrevisoren voldoen aan de kwalificatie van “hoofdactiviteit van de<br />
bedrijfsrevisor”. Deze controle kadert in het vervullen van de rechtmatige<br />
verwachting dat de bedrijfsrevisor een technisch en kwalitatief hoogstaande<br />
dienstverlening verstrekt, en is gebaseerd op het naleven van artikel<br />
3 van de wet van 22 juli 1953.<br />
Wanneer er aanwijzingen zijn dat een bedrijfsrevisor een onvoldoende<br />
aantal revisorale opdrachten uitoefent, wordt een dossier geopend door de<br />
Commissie van Toezicht.<br />
Sinds 2003 werden in de schoot van de Commissie van Toezicht<br />
124 dossiers geopend op basis van het criterium hoofdactiviteit, waarvan<br />
93 dossiers reeds geklasseerd zijn, 28 dossiers nog open zijn en 3 dossiers<br />
naar de Tuchtcommissie werden doorverwezen voor andere redenen dan de<br />
hoofdactiviteit. De Commissie heeft met betrekking tot dit onderwerp<br />
52 bedrijfsrevisoren uitgenodigd en er werd één plaatsbezoek uitgevoerd<br />
door een delegatie van de Commissie.<br />
<strong>IBR</strong> – JAARVERSLAG <strong>2006</strong><br />
231