Jaarverslag 2006 - IBR

Jaarverslag 2006 - IBR Jaarverslag 2006 - IBR

20.12.2013 Views

in welke mate een identieke benadering zou moeten worden toegepast binnen de kleinere kantoren met minder dan tien bedrijfsrevisoren natuurlijke personen met handtekeningsbevoegdheid. Het uitvoeren van de werkzaamheden inzake kwaliteitscontroles in twee fasen, uitgevoerd binnen de kantoren die minstens tien bedrijfsrevisoren natuurlijke personen omvatten die het kantoor rechtmatig kunnen vertegenwoordigen, kan als volgt worden samengevat: a) het nazicht van het interne kwaliteitscontrolesysteem van het kantoor wordt door de Commissie Kwaliteitscontrole in fase 1 toevertrouwd aan twee aangeduide revisoren van het college van controleurs. Dit nazicht wordt uitgevoerd met behulp van de door het Instituut ter beschikking gestelde leidraad en geïnspireerd op de ISQC 1 standaard; VI b) de besluiten van het nazicht van het intern kwaliteitscontrolesysteem worden opgenomen in een verslag, opgesteld door beide bovenvermelde aangeduide revisoren. Deze zullen door de Commissie worden geëvalueerd, die als enige bevoegd is om zich hierop baserende, de aard en het aantal individuele dossiercontroles te bepalen, die zullen worden uitgevoerd tijdens fase 2 door het geheel van de aangeduide revisoren behorende tot het college van controleurs. 6.5. Internationale evoluties 6.5.1. De Europese Richtlijn van 17 mei 2006 De publicatie van de Europese Richtlijn betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen van 17 mei 2006 zal een aantal aanpassingen vergen op het vlak van kwaliteitscontrole. De belangrijkste wijzigingen, die weldra zullen moeten worden omgezet in de Belgische wetgeving, kunnen als volgt worden samengevat: a) bij auditors en auditkantoren die wettelijke controles van jaarrekeningen van organisaties van openbaar belang uitvoeren (beursgenoteerde vennootschappen, banken en verzekeringsmaatschappijen), dient de kwaliteitscontrole ten minste om de drie jaar te gebeuren; b) een opvolgingssysteem zal ingevoerd worden teneinde te waarborgen dat de aanbevelingen die voortvloeien uit de kwaliteitscontroles binnen 198 IBR – JAARVERSLAG 2006

een redelijke termijn door de betrokken bedrijfsrevisor opgevolgd worden; c) de kwaliteitscontrole zal het voorwerp moeten uitmaken van een stelsel van publiek toezicht (ultimate responsibility), dat geleid wordt door personen die geen deel uitmaken van het beroep. 6.5.2. De toekomst van de kwaliteitscontrole: strategische keuzes maken binnen het kader van de nieuwe Europese bepalingen De hierboven herhaalde internationale evoluties gaan een strategische reflectie noodzaken die zowel op het niveau van het beroep als op het niveau van de controleautoriteiten gevoerd moet worden. Op het gebied van de kwaliteitscontrole blijven twee belangrijke onderwerpen te bediscussiëren: a) Onderscheid tussen de systemen zijnde de monitoring review en de monitored peer review In het systeem van monitoring review wordt de controle uitgevoerd door personen extern aan het beroep (waaronder we ex-bedrijfsrevisoren kunnen vinden) en onderworpen aan de controle van een stelsel van publiek toezicht. Het systeem van monitored peer review kenmerkt zich daarentegen door de uitvoering van de controles door bedrijfsrevisoren, evenwel in het kader van de organisatie en de ultieme controle door een stelsel van publiek toezicht. Tussenliggende systemen (“gemengde”) die een samenwerking voorzien tussen bedrijfsrevisoren en personen die behoren tot het organisme van publiek toezicht kunnen ook in overweging genomen worden. Rekening houdende met de voor de invoering van de controles vereiste bekwaamheden blijft de Raad in de huidige context voorstander van het systeem van monitored peer review. b) Eenvormige of gedifferentieerde controles De vraag of alle kwaliteitscontroles dienen te beantwoorden aan dezelfde criteria (werkwijze, betrokken controleurs) of daarentegen gedifferentieerd dienen te worden in functie van de gecontroleerde VI IBR – JAARVERSLAG 2006 199

in welke mate een identieke benadering zou moeten worden toegepast<br />

binnen de kleinere kantoren met minder dan tien bedrijfsrevisoren natuurlijke<br />

personen met handtekeningsbevoegdheid.<br />

Het uitvoeren van de werkzaamheden inzake kwaliteitscontroles in<br />

twee fasen, uitgevoerd binnen de kantoren die minstens tien bedrijfsrevisoren<br />

natuurlijke personen omvatten die het kantoor rechtmatig kunnen<br />

vertegenwoordigen, kan als volgt worden samengevat:<br />

a) het nazicht van het interne kwaliteitscontrolesysteem van het kantoor<br />

wordt door de Commissie Kwaliteitscontrole in fase 1 toevertrouwd<br />

aan twee aangeduide revisoren van het college van controleurs. Dit<br />

nazicht wordt uitgevoerd met behulp van de door het Instituut ter<br />

beschikking gestelde leidraad en geïnspireerd op de ISQC 1 standaard;<br />

VI<br />

b) de besluiten van het nazicht van het intern kwaliteitscontrolesysteem<br />

worden opgenomen in een verslag, opgesteld door beide bovenvermelde<br />

aangeduide revisoren. Deze zullen door de Commissie worden<br />

geëvalueerd, die als enige bevoegd is om zich hierop baserende, de aard<br />

en het aantal individuele dossiercontroles te bepalen, die zullen worden<br />

uitgevoerd tijdens fase 2 door het geheel van de aangeduide revisoren<br />

behorende tot het college van controleurs.<br />

6.5. Internationale evoluties<br />

6.5.1. De Europese Richtlijn van 17 mei <strong>2006</strong><br />

De publicatie van de Europese Richtlijn betreffende de wettelijke controles<br />

van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen van 17 mei <strong>2006</strong><br />

zal een aantal aanpassingen vergen op het vlak van kwaliteitscontrole. De<br />

belangrijkste wijzigingen, die weldra zullen moeten worden omgezet in de<br />

Belgische wetgeving, kunnen als volgt worden samengevat:<br />

a) bij auditors en auditkantoren die wettelijke controles van jaarrekeningen<br />

van organisaties van openbaar belang uitvoeren (beursgenoteerde<br />

vennootschappen, banken en verzekeringsmaatschappijen), dient de<br />

kwaliteitscontrole ten minste om de drie jaar te gebeuren;<br />

b) een opvolgingssysteem zal ingevoerd worden teneinde te waarborgen<br />

dat de aanbevelingen die voortvloeien uit de kwaliteitscontroles binnen<br />

198<br />

<strong>IBR</strong> – JAARVERSLAG <strong>2006</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!