CRRT-PROTOCOL Inhoudsopgave; verwijzing/link - Dit is het web ...

CRRT-PROTOCOL Inhoudsopgave; verwijzing/link - Dit is het web ... CRRT-PROTOCOL Inhoudsopgave; verwijzing/link - Dit is het web ...

ic.laurentius.nl
from ic.laurentius.nl More from this publisher
20.11.2013 Views

11. Procedure stroomuitval 12 Registratie in Diamant 13. Bloedlijn verwarmer Bijlagen pagina 38 en 39 Pagina 4 van 36

CRRT = Continuous Renal Replacement Therapy DOEL Continue nierfunctievervangende therapie bij een patiënt op de ICU. De ICU voert in samenwerking met de dialyseafdeling in het Laurentius Ziekenhuis Roermond de CVVH behandeltechniek uit. Doelstelling CVVH: - Convectief verwijderen van afvalstoffen - Gecontroleerde ultrafiltratie Substitutievloeistof nodig (0 – 8 liter / uur) Vochtverlies patiënt maximaal 2 liter / uur Geen dialysaatflow Verwijderen van afvalstoffen op basis van ingestelde substitutiesnelheid Convectie: Het verwijderen van stoffen die opgelost zijn en die meegaan met de vloeistofstroom (ultrafiltraat) door het semi-permeabel membraan. Hemofiltratie: Bij hemofiltratie wordt plasmawater met opgeloste stoffen door het semipermeabele membraan van het filter uit het bloed van de patiënt getrokken d.m.v. convectie. Tegelijkertijd wordt een substitutievloeistof in het bloedflowpad geïnfundeerd. De substitutievloeistof vervangt al het verwijderde water of een deel ervan, evenals de gewenste opgeloste stoffen. De ongewenste opgeloste stoffen worden niet vervangen, de concentratie ervan in het bloed van de patiënt vermindert daardoor. De verwijdering van opgeloste stoffen gebeurt d.m.v. convectie. Substitutievloeistof - zorgt voor convectief transport - gebaseerd op de fysische samenstelling en behoefte van de patiënt - kan zowel pre- als postdilutie gegeven worden - steriele substitutievloeistoffen kunnen zijn: bicarbonaatvloeistof, lactaatvloeistof, elektrolyten oplossing Substitutievloeistof pre-dilutie - Toevoeging van substitutievloeistof in de bloedstroom voor het filter - Verlaagt Ht, daardoor bestaat een kleinere kans op stolling - Hogere ultrafiltratie mogelijk - 10% à 15% lagere klaring dan bij postdilutie - Maximale indikkingsfactor 35% Substitutievloeistof postdilutie - Toevoeging van substitutievloeistof in de bloedstroom na het filter - Hogere bloedsnelheid nodig - Kan verhoging van de antistolling vragen - Betere klaring dan bij pre-dilutie - Maximale indikkingsfactor 20% Wordt pre- en postdilutie tegelijkertijd gegeven dan is de indikkingsfactor postdilutie van belang. Pagina 5 van 36

<strong>CRRT</strong> = Continuous Renal Replacement Therapy<br />

DOEL<br />

Continue nierfunctievervangende therapie bij een patiënt op de ICU.<br />

De ICU voert in samenwerking met de dialyseafdeling in <strong>het</strong> Laurentius Ziekenhu<strong>is</strong><br />

Roermond de CVVH behandeltechniek uit.<br />

Doelstelling CVVH:<br />

- Convectief verwijderen van afvalstoffen<br />

- Gecontroleerde ultrafiltratie<br />

Substitutievloe<strong>is</strong>tof nodig (0 – 8 liter / uur)<br />

Vochtverlies patiënt maximaal 2 liter / uur<br />

Geen dialysaatflow<br />

Verwijderen van afvalstoffen op bas<strong>is</strong> van ingestelde substitutiesnelheid<br />

Convectie:<br />

Het verwijderen van stoffen die opgelost zijn en die meegaan met de<br />

vloe<strong>is</strong>tofstroom (ultrafiltraat) door <strong>het</strong> semi-permeabel membraan.<br />

Hemofiltratie:<br />

Bij hemofiltratie wordt plasmawater met opgeloste stoffen door <strong>het</strong> semipermeabele<br />

membraan van <strong>het</strong> filter uit <strong>het</strong> bloed van de patiënt getrokken d.m.v.<br />

convectie. Tegelijkertijd wordt een substitutievloe<strong>is</strong>tof in <strong>het</strong> bloedflowpad<br />

geïnfundeerd. De substitutievloe<strong>is</strong>tof vervangt al <strong>het</strong> verwijderde water of een deel<br />

ervan, evenals de gewenste opgeloste stoffen. De ongewenste opgeloste stoffen<br />

worden niet vervangen, de concentratie ervan in <strong>het</strong> bloed van de patiënt vermindert<br />

daardoor. De verwijdering van opgeloste stoffen gebeurt d.m.v. convectie.<br />

Substitutievloe<strong>is</strong>tof<br />

- zorgt voor convectief transport<br />

- gebaseerd op de fys<strong>is</strong>che samenstelling en behoefte van de patiënt<br />

- kan zowel pre- als postdilutie gegeven worden<br />

- steriele substitutievloe<strong>is</strong>toffen kunnen zijn: bicarbonaatvloe<strong>is</strong>tof,<br />

lactaatvloe<strong>is</strong>tof, elektrolyten oplossing<br />

Substitutievloe<strong>is</strong>tof pre-dilutie<br />

- Toevoeging van substitutievloe<strong>is</strong>tof in de bloedstroom voor <strong>het</strong> filter<br />

- Verlaagt Ht, daardoor bestaat een kleinere kans op stolling<br />

- Hogere ultrafiltratie mogelijk<br />

- 10% à 15% lagere klaring dan bij postdilutie<br />

- Maximale indikkingsfactor 35%<br />

Substitutievloe<strong>is</strong>tof postdilutie<br />

- Toevoeging van substitutievloe<strong>is</strong>tof in de bloedstroom na <strong>het</strong> filter<br />

- Hogere bloedsnelheid nodig<br />

- Kan verhoging van de ant<strong>is</strong>tolling vragen<br />

- Betere klaring dan bij pre-dilutie<br />

- Maximale indikkingsfactor 20%<br />

Wordt pre- en postdilutie tegelijkertijd gegeven dan <strong>is</strong> de indikkingsfactor<br />

postdilutie van belang.<br />

Pagina 5 van 36

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!