20.11.2013 Views

CRRT-PROTOCOL Inhoudsopgave; verwijzing/link - Dit is het web ...

CRRT-PROTOCOL Inhoudsopgave; verwijzing/link - Dit is het web ...

CRRT-PROTOCOL Inhoudsopgave; verwijzing/link - Dit is het web ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Inhoudsopgave</strong>; <strong>verwijzing</strong>/<strong>link</strong><br />

<strong>CRRT</strong>-<strong>PROTOCOL</strong><br />

<strong>CRRT</strong> / Doel<br />

Verantwoordelijkheden en bevoegdheden<br />

Indicaties<br />

Mogelijke complicaties<br />

Benodigdheden<br />

1. Voorbereiding<br />

1.1 Inbrengen dubbellumenkat<strong>het</strong>er<br />

1.2 Verzorging en controle van de kat<strong>het</strong>er<br />

1.3 Natriumcitraatslot / kat<strong>het</strong>erlock<br />

1.4 Priming van de Pr<strong>is</strong>maflex-set<br />

1.5 CVVH instellingen en afspraken<br />

2. Starten van de behandeling<br />

2.1 Mogelijke problemen tijdens aansluiten<br />

2.2 Controle tijdens de behandeling<br />

2.3 Verw<strong>is</strong>selen van de substitutievloe<strong>is</strong>tofzak<br />

2.4 Verw<strong>is</strong>selen van de effluentzak<br />

2.5 Verw<strong>is</strong>selen van de heparinespuit<br />

2.6 Bloedafname<br />

3. Alarmen<br />

3.1 Mededelingsalarmen (geel)<br />

3.2 Waarschuwingsalarmen (geel)<br />

3.3 Attentiealarmen (rood)<br />

3.4 Storingsalarmen (rood)<br />

4. Drukbewaking<br />

5. Afsluitprocedure<br />

5.1 Indien geel alarm ‘tijd om set te vervangen’ afgaat<br />

5.2 Bloedteruggave<br />

5.3 Loskoppelen zonder bloedteruggave<br />

5.4 Verwijder de set<br />

6. Heparin<strong>is</strong>atie<br />

7. Wat te doen bij HIT<br />

8. Maatregelen bij transport van de patiënt<br />

9. (Par)enterale voeding en medicijn dosering<br />

10. Laboratorium<br />

Pagina 3 van 36


11. Procedure stroomuitval<br />

12 Reg<strong>is</strong>tratie in Diamant<br />

13. Bloedlijn verwarmer<br />

Bijlagen pagina 38 en 39<br />

Pagina 4 van 36


<strong>CRRT</strong> = Continuous Renal Replacement Therapy<br />

DOEL<br />

Continue nierfunctievervangende therapie bij een patiënt op de ICU.<br />

De ICU voert in samenwerking met de dialyseafdeling in <strong>het</strong> Laurentius Ziekenhu<strong>is</strong><br />

Roermond de CVVH behandeltechniek uit.<br />

Doelstelling CVVH:<br />

- Convectief verwijderen van afvalstoffen<br />

- Gecontroleerde ultrafiltratie<br />

Substitutievloe<strong>is</strong>tof nodig (0 – 8 liter / uur)<br />

Vochtverlies patiënt maximaal 2 liter / uur<br />

Geen dialysaatflow<br />

Verwijderen van afvalstoffen op bas<strong>is</strong> van ingestelde substitutiesnelheid<br />

Convectie:<br />

Het verwijderen van stoffen die opgelost zijn en die meegaan met de<br />

vloe<strong>is</strong>tofstroom (ultrafiltraat) door <strong>het</strong> semi-permeabel membraan.<br />

Hemofiltratie:<br />

Bij hemofiltratie wordt plasmawater met opgeloste stoffen door <strong>het</strong> semipermeabele<br />

membraan van <strong>het</strong> filter uit <strong>het</strong> bloed van de patiënt getrokken d.m.v.<br />

convectie. Tegelijkertijd wordt een substitutievloe<strong>is</strong>tof in <strong>het</strong> bloedflowpad<br />

geïnfundeerd. De substitutievloe<strong>is</strong>tof vervangt al <strong>het</strong> verwijderde water of een deel<br />

ervan, evenals de gewenste opgeloste stoffen. De ongewenste opgeloste stoffen<br />

worden niet vervangen, de concentratie ervan in <strong>het</strong> bloed van de patiënt vermindert<br />

daardoor. De verwijdering van opgeloste stoffen gebeurt d.m.v. convectie.<br />

Substitutievloe<strong>is</strong>tof<br />

- zorgt voor convectief transport<br />

- gebaseerd op de fys<strong>is</strong>che samenstelling en behoefte van de patiënt<br />

- kan zowel pre- als postdilutie gegeven worden<br />

- steriele substitutievloe<strong>is</strong>toffen kunnen zijn: bicarbonaatvloe<strong>is</strong>tof,<br />

lactaatvloe<strong>is</strong>tof, elektrolyten oplossing<br />

Substitutievloe<strong>is</strong>tof pre-dilutie<br />

- Toevoeging van substitutievloe<strong>is</strong>tof in de bloedstroom voor <strong>het</strong> filter<br />

- Verlaagt Ht, daardoor bestaat een kleinere kans op stolling<br />

- Hogere ultrafiltratie mogelijk<br />

- 10% à 15% lagere klaring dan bij postdilutie<br />

- Maximale indikkingsfactor 35%<br />

Substitutievloe<strong>is</strong>tof postdilutie<br />

- Toevoeging van substitutievloe<strong>is</strong>tof in de bloedstroom na <strong>het</strong> filter<br />

- Hogere bloedsnelheid nodig<br />

- Kan verhoging van de ant<strong>is</strong>tolling vragen<br />

- Betere klaring dan bij pre-dilutie<br />

- Maximale indikkingsfactor 20%<br />

Wordt pre- en postdilutie tegelijkertijd gegeven dan <strong>is</strong> de indikkingsfactor<br />

postdilutie van belang.<br />

Pagina 5 van 36


Indikkingsfactor wordt bepaald door de ultrafiltratiesnelheid in verhouding tot<br />

de bloedflowsnelheid (UFR% in verhouding tot BFR%)<br />

Bij filterw<strong>is</strong>seling wordt gestreefd naar een <strong>CRRT</strong> vrije periode die zo kort mogelijk<br />

<strong>is</strong>, mits anders afgesproken (afkoppelen oude filter tot en met <strong>het</strong> aansluiten van<br />

<strong>het</strong> nieuwe filter).<br />

Bij stolling van <strong>het</strong> filter wordt de Intensiv<strong>is</strong>t door de IC verpleegkundige op de<br />

hoogte gesteld. Deze overweegt samen met de nefroloog <strong>het</strong> hervatten van de<br />

behandeling.<br />

De nefroloog geeft opdracht aan de bereikbare dienst van de dialyseafdeling om<br />

opnieuw te starten met de therapie bij eventuele stolling. In principe kan tot 22.00<br />

uur verwacht worden van de bereikbare dienst om dit te komen doen. Na 22.00 uur<br />

beoordeelt de nefroloog, na overleg met de Intensiv<strong>is</strong>t, of <strong>het</strong> in <strong>het</strong> belang van de<br />

patiënt <strong>is</strong> om opnieuw op te starten of dat dit kan wachten tot de volgende morgen<br />

bij <strong>het</strong> begin van de A-dienst (07.00 uur).<br />

Naast stolling moet de lijnenset na 72 uur vervangen worden of na 780 liter<br />

behandeld bloed (voorschrift firma). <strong>Dit</strong> i.v.m. slijtage van de slangen in de<br />

pompsegmenten.<br />

Pr<strong>is</strong>ma Set Membraan: AN69 ST membraan – Het bioactieve membraan<br />

AN69 ST (Surface Treated), Eigenschappen<br />

- Bindingscapaciteit van Heparine tijdens primen: 800-1000 IU per m2.<br />

- Minder dan 15% komt vrij bij bloedcontact.<br />

- Geen veranderingen in de diffusieve en convectieve eigenschappen.<br />

- Geen veranderingen in de binding van medicijnen of proteïnen.<br />

Alleen positieve proteïne wordt gebonden.<br />

De Pr<strong>is</strong>maflexmachine voor o.a. CVVH<br />

Behandeltechnieken<br />

SCUF - Slow Continueus Ultra Filtration<br />

De bloedpomp en de effluentpomp lopen. Bijvoorbeeld bij<br />

cardiale overbelasting (diuretica en/of inotropica helpt niet)<br />

CVVH - Continue Veno Veneuze Hemofiltratie<br />

Convectieve klaring. De bloedpomp, effluentpomp en<br />

substitutiepomp lopen<br />

CVVHD - Continue Veno Veneuze Hemo Dialyse<br />

Diffusieve klaring. De bloedpomp, effluentpomp en<br />

dialysaatpomp lopen<br />

CVVHDF - Continue Veno Veneuze Hemo Diafiltratie.<br />

Alle pompen lopen. Je hebt zowel convectieve als diffusieve<br />

klaring.<br />

Pagina 6 van 36


VERANTWOORDELIJKHEDEN EN BEVOEGDHEDEN<br />

De intensiv<strong>is</strong>t <strong>is</strong> hoofdbehandelaar op de ICU met de nefroloog in medebehandeling<br />

voor de <strong>CRRT</strong>.<br />

Het beleid wordt dagelijks gezamenlijk door de intensiv<strong>is</strong>t met de dienstdoende<br />

nefroloog besproken, in <strong>het</strong> weekend rond de bespreking van 11.30 uur.<br />

Intensiv<strong>is</strong>t<br />

De prakt<strong>is</strong>che gang van zaken voor een CVVH behandeling wordt door de intensiv<strong>is</strong>t<br />

uitgevoerd. Afspraken die voortvloeien uit een overleg worden door de intensiv<strong>is</strong>t<br />

met de betrokken<br />

IC -verpleegkundige(n) besproken.<br />

De intensiv<strong>is</strong>t <strong>is</strong> verantwoordelijk voor een toegang tot de bloedbaan en <strong>het</strong><br />

verwijderen hiervan.<br />

Nefroloog<br />

De nefroloog geeft opdracht aan de dialyseverpleegkundige tot <strong>het</strong> uitvoeren van<br />

CVVH-behandeling op de daarvoor bestemde OPDRACHT en REGISTRATIELIJST en<br />

maakt afspraken over de instellingen van:<br />

- Filter = ST 150<br />

- Bloedflow / pomp = 250 ml/min.<br />

- Substitutiesnelheid = 35 ml/kg/uur<br />

- Pre - post verhouding = 80 % / 20 % (vaststaand gegeven)<br />

- Vochtafname van de patiënt<br />

- Bepalen van de bloedingsr<strong>is</strong>icogroep en bijbehorende ant<strong>is</strong>tolling<br />

De nefroloog noteert op de ‘opdracht en reg<strong>is</strong>tratielijst’ zijn paraaf en seinnummer.<br />

De nefroloog geeft, na overleg met de intensiv<strong>is</strong>t, opdracht aan de<br />

dialyseverpleegkundige tot <strong>het</strong> opnieuw aansluiten aan de CVVH-machine<br />

(filterw<strong>is</strong>seling) of <strong>het</strong> beëindigen van de CVVH-behandeling,.<br />

De nefroloog <strong>is</strong> na filterw<strong>is</strong>seling verantwoordelijk voor pompinstellingen en<br />

heparin<strong>is</strong>atie.<br />

Dialyseverpleegkundige<br />

De dialyseverpleegkundige <strong>is</strong> verantwoordelijk voor:<br />

- <strong>het</strong> opbouwen en primen van <strong>het</strong> CVVH-systeem<br />

- <strong>het</strong> voor- en na aansluiten laten controleren van instellingen en<br />

parameters door de IC verpleegkundige<br />

- <strong>het</strong> aansluiten van de CVVH-machine<br />

- <strong>het</strong> invoeren van de begininstellingen en de overdracht naar de ICUverpleegkundige<br />

- <strong>het</strong> afsluiten van de CVVH-machine<br />

- <strong>het</strong> opvullen van de kat<strong>het</strong>er met Natriumcitraat 30%<br />

- <strong>het</strong> reinigen van de machine en <strong>het</strong> opruimen van <strong>het</strong> materiaal<br />

De dialyseverpleegkundige <strong>is</strong> een aanspreekpunt voor de ICU-verpleegkundige en<br />

geeft ondersteuning bij problemen en/of alarmen, die niet door de ICUverpleegkundige<br />

opgelost kunnen worden. De dialyseverpleegkundige brengt de<br />

dialysetechnicus op de hoogte van een machinestoring.<br />

Zolang de dialyseverpleegkundige op de ICU de CVVH-machine nog niet heeft<br />

overgedragen, geldt dat iedere d<strong>is</strong>cipline zijn eigen apparatuur bedient.<br />

ICU-verpleegkundige<br />

Pagina 7 van 36


De ICU-verpleegkundige <strong>is</strong> verantwoordelijk voor:<br />

- <strong>het</strong> uitvoeren van een dubbelcheck voor- en na aansluiten<br />

- <strong>het</strong> controleren van de instellingen en <strong>het</strong> aftekenen op de CVVH<br />

‘opdracht en reg<strong>is</strong>tratielijst’ aan <strong>het</strong> begin van de dienst<br />

- <strong>het</strong> invullen van <strong>het</strong> formulier “Plaatsing dialysekat<strong>het</strong>er voor <strong>CRRT</strong>”<br />

- de bediening tijdens de behandeling<br />

- <strong>het</strong> wijzigen van de instellingen bij veranderingen in beleid in opdracht<br />

van de Intensiv<strong>is</strong>t<br />

- <strong>het</strong> op de hoogte stellen van de intensiv<strong>is</strong>t bij eventuele filterproblematiek<br />

of stolling (ook buiten kantooruren)<br />

- <strong>het</strong> ieder uur noteren van de gegevens op de CVVH ‘opdracht en<br />

reg<strong>is</strong>tratielijst’ en <strong>het</strong> noteren van de uitslagen van de APTT op de<br />

reg<strong>is</strong>tratielijst<br />

- <strong>het</strong> noteren van de hoeveelheid ant<strong>is</strong>tolling bij “in” en via de machine<br />

vochtafname van de patiënt bij “uit”op de vochtbalans van de ICUbewakingslijst<br />

- <strong>het</strong> zo mogelijk verhelpen van problemen en/of alarmen en <strong>het</strong> zonodig<br />

overleggen met de dialyseverpleegkundige<br />

- <strong>het</strong> w<strong>is</strong>selen van de heparinespuit<br />

- <strong>het</strong> w<strong>is</strong>selen van de effluentzak<br />

- <strong>het</strong> w<strong>is</strong>selen van de substitutievloe<strong>is</strong>tofzak<br />

- <strong>het</strong> verzorgen en controleren van de kat<strong>het</strong>er<br />

- de bloedafname uit arterielijn in opdracht van intensiv<strong>is</strong>t / nefroloog<br />

- <strong>het</strong> teruggeven van bloed bij calamiteiten<br />

- <strong>het</strong> afsluiten van de CVVH-machine<br />

- <strong>het</strong> opvullen van de cat<strong>het</strong>er met Natriumcitraat 30%<br />

- <strong>het</strong> verwijderen van de cat<strong>het</strong>er na beëindigen van de behandeling<br />

in opdracht van de intensiv<strong>is</strong>t<br />

Dialysetechnicus<br />

De dialysetechnicus <strong>is</strong> verantwoordelijk voor <strong>het</strong> onderhoud en reparatie van de<br />

machine en geeft op werkdagen van 08.00 – 16.30 uur techn<strong>is</strong>che ondersteuning.<br />

Bij weegschaalproblemen <strong>is</strong> voor de ijkingprocedure de dialysetechnicus in avonden<br />

nachturen of de dienstdoende van de med<strong>is</strong>che techniek op te roepen via de<br />

telefooncentrale (nummer te vinden in map CVVH).<br />

Indicatie <strong>CRRT</strong><br />

(wordt gesteld via overleg tussen intensiv<strong>is</strong>t en nefroloog)<br />

• acute nierinsufficiëntie<br />

• overvulling die niet reageert op medicamenteuze therapie<br />

• seps<strong>is</strong><br />

Pagina 8 van 36


• intoxicaties<br />

• therapie res<strong>is</strong>tente hyperkaliemie<br />

Mogelijke complicaties;<br />

Problemen met de dubbellumencat<strong>het</strong>er:<br />

• bloeding<br />

• stolling<br />

• infectie<br />

• pneumothorax (subclavia)<br />

Problemen met <strong>het</strong> systeem:<br />

• stolling in <strong>het</strong> bloedcircuit<br />

• membraanlekkage<br />

• lucht in <strong>het</strong> circuit<br />

Veranderingen in de cardiovasculaire status:<br />

• hypovolemie<br />

• hypervolemie<br />

• elektrolytstoorn<strong>is</strong>sen<br />

• v<strong>is</strong>cositeitstoorn<strong>is</strong>sen<br />

Controle op hypothermie:<br />

• Speciale aandacht <strong>is</strong> nodig indien <strong>het</strong> uitw<strong>is</strong>selingsvolume > 2 liter / uur<br />

(eventueel patiënt opwarmen)<br />

Benodigdheden<br />

• Pr<strong>is</strong>maflex van de firma Gambro-Hospal B.V.<br />

• Pr<strong>is</strong>maflex set ST150 (nr. 107640) bij een bloedflow van 250 ml/min. (firma<br />

Gambro-Hospal B.V.)<br />

• Substitutievloe<strong>is</strong>tof: Pr<strong>is</strong>masol 2, 35ml/kg/uur<br />

• KCL suppletie op afspraak intensiv<strong>is</strong>t<br />

• Heparine-oplossing voor continue heparin<strong>is</strong>atie via spuitpomp van de<br />

Pr<strong>is</strong>maflex ;<br />

2 ampullen à 10 ml Heparine Novo (1 ml = 500 EH) in een 20cc luerlock-spuit<br />

(merk BD)<br />

Wordt er geen heparine gebruikt dan de spuit vullen met NaCl 0.95.<br />

• Primingvloe<strong>is</strong>tof: 2 x 1 literzak NaCl 0.9% met 5000EH heparine bij priming<br />

van de ST 150 filter.<br />

Uitzondering <strong>is</strong> de HIT-patiënt!!!<br />

• Kat<strong>het</strong>er: Pr<strong>is</strong>macces 150 mm 13French jugular<strong>is</strong> re (interna)/subclavia of<br />

Pr<strong>is</strong>macces 200mm 13French femoral<strong>is</strong> kat<strong>het</strong>er<br />

• Effluentzakken (5 liter, SP414, nr. 106690)<br />

1. VOORBEREIDING<br />

• Patiënt (indien aanspreekbaar) en familie worden ingelicht door de intensiv<strong>is</strong>t.<br />

• Overleg met de intensiv<strong>is</strong>t over plaats en type dubbellumenkat<strong>het</strong>er en <strong>het</strong><br />

tijdstip van inbrengen.<br />

• Bloedafname voor start CVVH: APTT, HbsAg en HCV screening<br />

Pagina 9 van 36


• Indien niet bekend ook de PTT en trombocyten<br />

1.1 Inbrengen van de dubbellumenkat<strong>het</strong>er (dialysekat<strong>het</strong>er)<br />

• De dubbellumenkat<strong>het</strong>er wordt ingebracht door de intensiv<strong>is</strong>t<br />

• Voorkeurplaatsen:<br />

1. vena jugular<strong>is</strong> rechts (150 mm kat<strong>het</strong>er)<br />

2. vena femoral<strong>is</strong>: (minimaal 200 mm kat<strong>het</strong>er)<br />

3. vena subclavia (150 mm kat<strong>het</strong>er)<br />

• Het klaarzetten en inbrengen van de kat<strong>het</strong>er dient onder steriele<br />

omstandigheden plaats te vinden.<br />

Benodigdheden;<br />

• Beschermdoeken (celstof matje).<br />

• Steriele afdekdoeken (3 x steridrape 95 x 70).<br />

• Dialysekat<strong>het</strong>er<br />

• CVL setje.<br />

• Chirurg<strong>is</strong>ch mesje.<br />

• Handdoek.<br />

• Hechtmateriaal.<br />

• Huiddesinfectans (Chloorhexidine 0,5 % in alc. 70%)<br />

• Lokaal anest<strong>het</strong>icum.<br />

• Luer-Lock spuiten.<br />

• Mondmaskers.<br />

• Mutsen.<br />

• NaCl 0,9 %.<br />

• Opzuig-, intramusculairnaalden.<br />

• Spuiten 10 ml.<br />

• Steriele gazen 10 x 10.<br />

• Steriele handschoenen.<br />

• Steriele jas.<br />

• Transparante afdekple<strong>is</strong>ter.<br />

• Werkblad.<br />

• Ampul Natriumcitraat 30% voor opvullen van de kat<strong>het</strong>er<br />

Verpleegkundige<br />

Special<strong>is</strong>t<br />

1. Informeert de patiënt (c.q.<br />

vertegenwoordiger)<br />

2. Controleert lab op eventuele afwijkingen<br />

(stolling etc.) en overweegt contra-<br />

Pagina 10 van 36


indicaties.<br />

3. Persoonlijke hygiëne en handhygiëne Persoonlijke hygiëne en handhygiëne<br />

4. Subclavia kat<strong>het</strong>er: opgerolde<br />

handdoek in de lengte tussen de<br />

schouderbladen en één kussen onder<br />

<strong>het</strong> hoofd.<br />

Jugular<strong>is</strong> kat<strong>het</strong>er: alle kussens<br />

onder <strong>het</strong> hoofd vandaan en gezicht<br />

af keren van aan te prikken zijde.<br />

5. Celstofmatje onder aan te prikken<br />

lichaamsdeel.<br />

6. Haren eventueel wegscheren.<br />

7. Doet mondmasker voor en zet muts<br />

op. Doet overschort om.<br />

Indien mogelijk patiënt in<br />

Trendelenburg-positie laten<br />

positioneren.<br />

8. Ruime desinfectie met<br />

Chloorhexidine 0,5 % in alcohol 70 %.<br />

Trekt onsteriele handschoenen aan.<br />

9. Geeft lokaal anest<strong>het</strong>icum.<br />

10. Opnieuw desinfectie met<br />

Chloorhexidine 0,5% in alcohol 70 %.<br />

11. Maakt CVL pakket open en zorgt<br />

voor een steriel veld.<br />

Doet mondmasker voor en zet muts op.<br />

Trekt steriele schort aan.<br />

12. Trekt steriele handschoenen aan.<br />

13. Hoofd patiënt zo mogelijk afdekken. Dekt ruim af met tenminste drie doeken.<br />

14. Vult medicijnbekertje met 10 ml<br />

NaCl 0.9%<br />

15. Geeft puntmesje aan en de<br />

dialysekat<strong>het</strong>er.<br />

Spoelt medicijnbekertje uit.<br />

Maakt dialysekat<strong>het</strong>er klaar voor<br />

inbrengprocedure.<br />

16. Brengt kat<strong>het</strong>er in<br />

17. Dialysekat<strong>het</strong>er vullen met<br />

Natriumcitraat 30%, zie 1.3<br />

18. Geeft hechtdraad aan (met gebogen<br />

of rechte naald).<br />

19. Plakt kat<strong>het</strong>er af met transparante<br />

afdekfolie (groot genoeg om in<br />

envelopmodel af te plakken.)<br />

Hecht kat<strong>het</strong>er aan huid vast.<br />

Bij subclavia kat<strong>het</strong>er en jugular<strong>is</strong><br />

kat<strong>het</strong>er<br />

Vraagt x-thorax (bij voorkeur in zittende<br />

houding!) aan ter controle van ligging<br />

en/of uitsluiting van pneumothorax.<br />

Pagina 11 van 36


20. Vraagt spoedverslag aan, of spreekt met<br />

verpleegkundige andere procedure af.<br />

21. Legt patiënt weer in een makkelijke<br />

houding.<br />

22. Voert de gebruikte materialen af via<br />

de gangbare kanalen.<br />

AANDACHTSPUNTEN<br />

• Controle x-thorax bij iedere nieuw ingebrachte lijn, indien subclavia- of<br />

jugular<strong>is</strong>lijn, ter beoordeling van mogelijke complicatie en ligging.<br />

• Géén medicatie toedienen via een dialysekat<strong>het</strong>er!<br />

• Géén bloedafname uit de dialysekat<strong>het</strong>er!<br />

• Plaats geen driewegkraantjes!<br />

• Wees bedacht op <strong>het</strong> ontstaan van een pneumothorax, kan tot 24 uur na <strong>het</strong><br />

inbrengen optreden.<br />

• Vermeld complicaties, die zich voordeden tijdens de procedure in rapportage<br />

op bewakingslijsten.<br />

• Draag zorg voor een vrij werkveld.<br />

• Plaats bij <strong>het</strong> inbrengen van een kat<strong>het</strong>er in de vena subclavia een opgerolde<br />

handdoek in de lengte tussen de schouderbladen (of leg de patiënt in<br />

Trendelenburg, in overleg met de arts)<br />

• Leg de patiënt in Trendelenburg bij <strong>het</strong> inbrengen van een kat<strong>het</strong>er in de<br />

vena jugular<strong>is</strong> interna. Plaats een kussentje onder de nek en positioneer <strong>het</strong><br />

hoofd licht achterover en licht zijwaarts (de kin ± 30 % uit de mediaanlijn).<br />

• Positioneer <strong>het</strong> been gestrekt in exorotatie bij <strong>het</strong> inbrengen van de kat<strong>het</strong>er<br />

in de vena femoral<strong>is</strong>.<br />

• Bedrust.<br />

• Het been zoveel mogelijk recht houden in verband met <strong>het</strong> snel afknikken van<br />

de kat<strong>het</strong>er (bij een femoral<strong>is</strong>kat<strong>het</strong>er).<br />

• Na inbrengen van de dubbellumenkat<strong>het</strong>er in de lies volgt direct aansluitend<br />

de aansluitprocedure of wordt in beide lumen een citraatslot geplaatst<br />

(procedure volgens punt 1.3.).<br />

Nazorg;<br />

• Vraag naar de ervaringen van de patiënt.<br />

• Observatie van <strong>het</strong> been en voet (kleur en doorbloeding) bij femoraalkat<strong>het</strong>er<br />

• Controle op nabloeden (dikte van <strong>het</strong> been) bij femoraalkat<strong>het</strong>er<br />

• Controle insteekopening (infectie?).<br />

• Aftekenen checkl<strong>is</strong>t plaatsing dialysekat<strong>het</strong>er door intensiv<strong>is</strong>t.<br />

Complicaties;<br />

• Bloeding.<br />

• Infectie.<br />

Pagina 12 van 36


1.2 Verzorging en controle van de dialysekat<strong>het</strong>er<br />

Doel:<br />

Controle van de insteekopening van de dialysekat<strong>het</strong>er en <strong>het</strong> eventueel verw<strong>is</strong>selen<br />

van de afdekfolie ter preventie van kat<strong>het</strong>erinfectie en lijnenseps<strong>is</strong>.<br />

Werkwijze<br />

Indicatie:<br />

• Patiënt met een dialysekat<strong>het</strong>er<br />

• Complicaties.<br />

• Huidirritatie door verbandmaterialen.<br />

• Nabloeden via de insteekopening.<br />

• Infectie.<br />

Voorschriften;<br />

• Indien de folie minder dan 3 cm rondom de insteekopening vast zit <strong>is</strong><br />

verzorging en vervanging noodzakelijk.<br />

• Controle van de insteekopening dient dagelijks te gebeuren.<br />

• Is de insteekopening bij inspectie verontreinigd of <strong>is</strong> er verdenking op een<br />

geïnfecteerde kat<strong>het</strong>erpoort dan insteekopening kweken (banale kweek en<br />

gram) en afplakken met IV 3000.<br />

•<br />

Benodigdheden;<br />

• Alcohol 70%.<br />

• Chloorhexidine 0,5 % in alcohol 70%.<br />

• Gazen 10 x 10, 4 stuks.<br />

• Onsteriele en steriele handschoenen.<br />

• Verbandmateriaal : vochtdoorlaatbare afplakfolie 10 x 12 cm = IV3000<br />

•<br />

Handelingen;<br />

• Handhygiëne volgens protocol.<br />

• Controleer de insteekopening op roodheid, vocht, pus, verdikking en neem<br />

evt. kweek<br />

• Trek onsteriele handschoenen aan en verwijder oud verbandmateriaal.<br />

• Trek steriele handschoenen aan.<br />

• Bevochtig 2 gazen 10 x 10 met Chloorhexidine 0,5 % in alcohol 70 %<br />

• Bevochtig 2 gazen 10 x 10 met Alcohol 70 %<br />

• Desinfecteer de kat<strong>het</strong>erpoort en de huid rondom insteekopening<br />

met de 2 gazen Chloorhexidine 0,5 % in alcohol 70 %.<br />

Werk van de kat<strong>het</strong>erpoort /insteek af.<br />

• Desinfecteer de kat<strong>het</strong>er met 2 gazen Alcohol 70 % van de insteekopening tot<br />

aan de aansluitpunten.<br />

• Laat de Chloorhexidine 0,5 % in alcohol 70 % 1 minuut drogen.<br />

• Trek de steriele handschoenen uit.<br />

• Verzorg de kat<strong>het</strong>er met de vere<strong>is</strong>te verbandmaterialen:<br />

o vochtdoorlaatbare infuusfolie<br />

• Noteer bijzonderheden op de bewakingslijsten.<br />

Pagina 13 van 36


Verwijderen dialysekat<strong>het</strong>er<br />

De dialysekat<strong>het</strong>er wordt door de ICU-verpleegkundige verwijderd,<br />

in opdracht van de intensiv<strong>is</strong>t.<br />

Pagina 14 van 36


1.3 Natriumcitraatslot / kat<strong>het</strong>erlock<br />

Doel: Voorkomen van stolling in de dialysekat<strong>het</strong>er<br />

Werkwijze<br />

Benodigdheden;<br />

• 1 ampul Natriumcitraat 30 %.<br />

• Aan -afsluitsetje.<br />

• 2 spuiten 2.5 ml<br />

• 2 spuiten 10 ml<br />

• Mondmasker.<br />

• NaCl 0.9 %, 2 flacons<br />

• 2 afsluitdopjes.<br />

• Alcohol 70 %.<br />

• Steriele handschoenen.<br />

• Bedscherm.<br />

Handelingen;<br />

• Trek in beide 10 ml spuiten 10 ml NaCl 0.9% op<br />

• Trek in de 2.5 ml spuiten de voorgeschreven hoeveelheden Natriumcitraat<br />

30% op.<br />

Het vulvolume vind je op <strong>het</strong> formulier “Plaatsing dialysekat<strong>het</strong>er” en anders<br />

na doorspuiten met NaCl 0,9% zichtbaar op de poten van de dialysekat<strong>het</strong>er.<br />

• De patiënt wordt afgeschermd met een bedscherm.<br />

• Laat de patiënt in rugligging plaatsnemen.<br />

• De patiënt moet van de insteekopening van de kat<strong>het</strong>er wegkijken<br />

(halsgebied).<br />

• Open <strong>het</strong> aan -afsluitsetje en leg de spuiten op <strong>het</strong> steriele veld.<br />

• Trek één steriele handschoen aan en richt <strong>het</strong> steriele veld prakt<strong>is</strong>ch in.<br />

• Bevochtig de gazen met alcohol 70 %.<br />

• Trek de andere steriele handschoen aan.<br />

• Ontvouw de afdekdoek.<br />

• Pak met een gaas de kat<strong>het</strong>er op en leg met de andere hand de afdekdoek er<br />

onder.<br />

• Desinfecteer de kat<strong>het</strong>er en de dopjes met <strong>het</strong>zelfde gaas.<br />

• Leg de kat<strong>het</strong>er op <strong>het</strong> afdekdoek.<br />

• Laat de alcohol 70 % 1 minuut inwerken.<br />

• Koppel een voor een de lijnen los van de dialysekat<strong>het</strong>er<br />

• Trek 5 ml bloed uit de kat<strong>het</strong>er en spuit dit op een gaasje ter controle op<br />

stolsels. Indien stolsels herhaal de procedure.<br />

• Spuit 10 ml NaCl 0.9% in beide poten.<br />

Citraatlock = kat<strong>het</strong>erlock:<br />

Spuit langzaam ( 8-10 sec.) de voorgeschreven hoeveelheid Natriumcitraat 30<br />

% in beide CVL poten en sluit de klemmetjes van de CVL zo dicht mogelijk bij<br />

de hub (= bifurcatie CVL). Maak terwijl de spuit op de kat<strong>het</strong>er zit, de<br />

schroefdraad van de poten schoon met een gaas<br />

• Sluit beide CVL poten af met een afsluitdopje en ga verder volgens<br />

zorgvoorschrift.<br />

• Kat<strong>het</strong>erlock wordt om de 48 uur verw<strong>is</strong>seld door de dialysekat<strong>het</strong>er.<br />

Pagina 15 van 36


1.4 Priming van de Pr<strong>is</strong>maflex-set (door de<br />

dialyseverpleegkundige)<br />

GOED LEZEN IS HET HALVE WERK!<br />

Altijd op de “bolletjes” op <strong>het</strong> touchscreen drukken,<br />

zodat je weet waar je bent gebleven.<br />

• Het opbouwen van de Pr<strong>is</strong>maflex gebeurt door de dialyseverpleegkundige.<br />

Indien de Pr<strong>is</strong>maflex niet bij de patiënt wordt opgebouwd, denk eraan dat je<br />

de Pr<strong>is</strong>maflex NIET UITZET maar de stekker eruit trekt.<br />

• Alvorens op te bouwen, controleren of de weegschaalhaken bevestigd zijn<br />

aan de weegschalen en de druksensoren vrij zijn.<br />

• Handen desinfecteren.<br />

• Bouw de Pr<strong>is</strong>maflex op volgens de aanwijzingen op <strong>het</strong> scherm, modus<br />

volgens afspraak.<br />

• Bij een nieuwe patiënt <strong>het</strong> patiëntennummer (zonder streepjes) en <strong>het</strong><br />

gewicht invoeren.<br />

• De ST-150 kunstnier primen met 2 x 1 liter NaCl 0.9 % met in beide zakken<br />

5000 EH heparine toegevoegd.<br />

• Continue anticoagulantie met 20 ml spuit met luerlock aansluiting.<br />

• Heparine oplossing spuitpomp: 2 x 10 ml ampul Heparine Novo (1ml. = 500<br />

EH).<br />

• Tijdens <strong>het</strong> primen dienen ALLE klemmen open te zijn!<br />

• Zet alvast de bloedlijnverwarmer (Barkey) aan, rechts gemonteerd naast de Pr<strong>is</strong>maflex.<br />

• Het <strong>is</strong> ten strengste verboden om <strong>het</strong> ontluchten te bevorderen door kochers<br />

te plaatsen!!<br />

• Na 5 minuten <strong>is</strong> de priming en na 6 minuten de prime-test voltooid. Je kunt<br />

eventueel nog handmatig primen door de knop MANUEEL PRIMEN ingedrukt<br />

te houden.<br />

Controleer of er nog genoeg NaCl 0.9% in de primingzak <strong>is</strong> om de luchtkamer<br />

te kunnen verhogen.<br />

• Na <strong>het</strong> primen druk je op VERDER en kom je bij SNELHEDEN INVOEREN.<br />

• Je stelt de bloedflow in op 150 ml/min. en de continue heparineflow stel je in<br />

op stand die hoort bij <strong>het</strong> te volgen heparin<strong>is</strong>atieschema (zie 6)<br />

• Hierna kun je de patiënt aansluiten (zie 2)<br />

• Lijnensysteem en kunstnier vullen zich met bloed.<br />

• Je geeft eventueel de afgesproken bolus heparine via <strong>het</strong> arterieel prikstuk en<br />

laat de machine 3 minuten zo lopen. Vervolgens ga je de bloedflow en de<br />

substitutiesnelheden opvoeren en de vochtafname van de patiënt.<br />

Pagina 16 van 36


1.5 CVVH instellingen en afspraken<br />

Bloedpomp<br />

Substitutiepomp (convectie)<br />

Bij seps<strong>is</strong> en nierfunctiestoorn<strong>is</strong>sen<br />

Starten met 150 ml/min.<br />

Na 3 minuten langzaam ophogen<br />

naar 250 ml/min<br />

Volgens afspraak intensiv<strong>is</strong>t/nefroloog<br />

Starten met 0 ml/uur en in een aantal min<br />

ophogen tot de gewenste instelling<br />

Bij CVVH gebruik je altijd 2 substitutiezaOp geleide van <strong>het</strong> gewicht, zie schema<br />

(zowel paars als groene weegschaal!) Hieronder (35ml/kg/uur)<br />

Tot 50 kg. –1750ml/uur<br />

pre - postdilutie verhouding =<br />

60 kg. – 2100ml/uur<br />

80% / 20%<br />

70 kg. – 2500ml/uur<br />

80 kg. – 2800ml/uur<br />

90 kg. – 3200ml/uur<br />

100 kg. – 3500ml/uur<br />

110 kg. – 3900ml/uur<br />

Anticoagulantie<br />

Kaliumchloride<br />

Vochtverlies<br />

Heparine Novo: 1 ml = 500 EH<br />

(volgens schema hfdst. 6)<br />

Volgens afspraak intensiv<strong>is</strong>t / nefroloog<br />

In ml per uur, volgens afspraak.<br />

Bij starten vochtverlies op 0 ml/uur. Na ee<br />

minuten de gewenste hoeveelheid vochtve<br />

instellen.<br />

Iedere 2 uur de netto balans bijhouden (zi<br />

overnemen op de IC bewakingslijst.<br />

Denk eraan dat bij <strong>het</strong> instellen van de snelheden of <strong>het</strong> veranderen van<br />

de snelheden de ultrafiltratiesnelheid (UFR) ten opzichte van de<br />

bloedpompsnelheid (BFR) niet hoger <strong>is</strong> dan 30% bij predilutie en 20% bij<br />

postdilutie.<br />

De substitutiepomp en vochtverlies moeten beide op 0 ml/uur staan als<br />

je de heparinebolus toedient want anders wordt deze bolus er<br />

gedeeltelijk weer uitgefiltreerd!<br />

Afspraken worden door de intensiv<strong>is</strong>t/nefroloog op de <strong>CRRT</strong>-lijst<br />

genoteerd en geparafeerd<br />

2. STARTEN VAN DE BEHANDELING<br />

• Eerste aansluiting van de Pr<strong>is</strong>maflex bij een nieuwe patiënt gebeurt door de<br />

dialyse verpleegkundige onder superv<strong>is</strong>ie van de intensiv<strong>is</strong>t.<br />

• Elke volgende aansluiting van de Pr<strong>is</strong>maflex wordt zelfstandig verricht door<br />

de dialyseverpleegkundige, mits bekwaam verklaard.<br />

• Bij filterw<strong>is</strong>seling wordt de intensiv<strong>is</strong>t op de hoogte gebracht; ook buiten<br />

kantooruren.<br />

• De dialyseverpleegkundige krijgt opdracht van de nefroloog om <strong>het</strong> filter te<br />

verw<strong>is</strong>selen.De nefroloog moet bevestigen of ant<strong>is</strong>tolling volgens schema<br />

akkoord <strong>is</strong>.<br />

Pagina 17 van 36


Aansluitfase<br />

Benodigdheden;<br />

• Bedscherm<br />

• Aan -afsluitsetje<br />

• 2 spuiten 10 ml<br />

• alcohol 70 %<br />

• 1 paar steriele handschoenen<br />

• 2 x 20 ml spuiten<br />

• 2 x 20 ml NaCl 0.9%<br />

• 2 witte opzuignaalden<br />

Handelingen;<br />

• De patiënt wordt afgeschermd.<br />

• Neem lichaamstemperatuur op.<br />

• Patiënt ligt in rugligging.<br />

• Open <strong>het</strong> aan -afsluitsetje en leg de spuiten op <strong>het</strong> steriele veld<br />

• Trek 1 steriele handschoen aan en richt <strong>het</strong> steriele veld prakt<strong>is</strong>ch in.<br />

• Bevochtig de gazen met alcohol 70 %.<br />

• Trek de andere steriele handschoen aan. Ontvouw de afdekdoek.<br />

• Pak met een gaas de kat<strong>het</strong>er op en leg met de andere hand de afdekdoek<br />

eronder.<br />

• Desinfecteer de kat<strong>het</strong>er en de dopjes met <strong>het</strong>zelfde gaas.<br />

• Leg de kat<strong>het</strong>er op <strong>het</strong> afdekdoek. Laat de alcohol 1 minuut inwerken.<br />

• Draai de dopjes los en trek met behulp van de spuiten uit elke poot 5 ml<br />

bloed op.<br />

Leeg de spuit op een gaas ter controle stolsels. Doorgaan totdat je geen<br />

stolsels meer hebt (neem zonodig de afgesproken bloedmonsters af).<br />

Controle goede flow: met 20 ml spuit 20 ml bloed binnen 6 seconden<br />

optrekken om te controleren of je goede flow hebt. Eventueel de kat<strong>het</strong>er (in<br />

de vleugels) draaien bij onvoldoende flow (bloedpomp stopzetten!). Spuit<br />

daarna met kracht de kat<strong>het</strong>er door met 20 ml NaCl 0,9%.<br />

• Bevestig de arteriële lijn aan de arteriële poot van de kat<strong>het</strong>er en open <strong>het</strong><br />

klemmetje.<br />

• Bevestigde veneuze lijn aan de veneuze poot van de kat<strong>het</strong>er en open <strong>het</strong><br />

klemmetje.<br />

• Open alle klemmen op de lijnen.<br />

• Druk op START.<br />

• Spuit de eventuele afgesproken bolus heparine in <strong>het</strong> art. prikpunt na de<br />

bloedpomp als <strong>het</strong> gehele systeem zich met bloed gevuld heeft.<br />

• Bij problemen met extreem negatieve aanvoerdrukken of extreem positieve<br />

teruggavedrukken niet als eerste de lumen w<strong>is</strong>selen (blauw op rood, rood op<br />

blauw) in verband met recirculatie. Geeft 15% minder klaring. Draai als eerste<br />

de kat<strong>het</strong>er in de vleugels (bloedpomp <strong>is</strong> stopgezet!).<br />

• Controleer of de bloedverwarmer aanstaat en druk de veneuze lijn in de<br />

verwarmingsslang.<br />

• Controle op lekkage van bloed en of vocht bij de aansluitpunten<br />

• Stel opbouwend in ongeveer 5 minuten de snelheden van bloedpomp,<br />

substitutie, en vochtverlies in. Als je de bloedpomp niet binnen 2 minuten<br />

verhoogd dan kun je <strong>het</strong> alarm krijgen met de vraag Bevestig de aanvoerdruk:<br />

POSITIEF of NEGATIEF. Bevestig nooit POSITIEF maar altijd NEGATIEF.<br />

• Zorg dat de lijnen goed gefixeerd zijn met brede leukoplast bijvoorbeeld.<br />

Geen tractie aan of op de lijnen!!<br />

Pagina 18 van 36


• Zorg dat de lijnen netjes in de lijnklemmen zitten<br />

2.1 Mogelijke problemen tijdens aansluiten<br />

1. Koppeling dialysekat<strong>het</strong>er- aanvoer-/teruggavelijn lekt bloed<br />

oorzaak: aanvoer- / teruggavelijn <strong>is</strong> niet goed op kat<strong>het</strong>er gedraaid<br />

oplossing: op ju<strong>is</strong>te wijze aandraaien van de lekkende koppeling<br />

2. Lucht aanzuigen bij de koppeling dialysekat<strong>het</strong>er- aanvoerlijn richting<br />

Pr<strong>is</strong>maflex<br />

oorzaak onju<strong>is</strong>te koppeling van de aanvoerlijn<br />

oplossing ju<strong>is</strong>te wijze aandraaien van de koppeling<br />

3. Aanvoerdruk extreem laag<br />

oorzaak zie protocol 3.1<br />

oplossing: zie protocol 3.1 of volg screen Pr<strong>is</strong>maflex oplossing alarm<br />

4. Allerg<strong>is</strong>che reactie op filter (STOP DE BEHANDELING!!)<br />

(zie Pr<strong>is</strong>maflex ST150 gebruiksaanwijzing)<br />

Let op reacties zoals: kortademigheid, hypotensie, anafylact<strong>is</strong>che reacties.<br />

Bij een dergelijke reactie de arts waarschuwen en opdracht uitvoeren.<br />

2.2 Controle tijdens de behandeling<br />

• Elk uur de aanvoerdruk, filterdruk, effluentdruk en teruggavedruk,<br />

drukdaling en TMP noteren.<br />

• Controleer dan ook <strong>het</strong> niveau van de veneuze druppelkamer (zonodig<br />

handmatig aanpassen)<br />

• Balans iedere 2 uur noteren op dialyselijst en overnemen op de ICUbewakingslijst.<br />

• Elk uur controle van <strong>het</strong> systeem op lucht en stolsels (a vue).<br />

• Indien de Pr<strong>is</strong>maflex aangeeft dat de zak leeg <strong>is</strong>, volg de aangegeven<br />

procedure. Bij voortijdig w<strong>is</strong>selen van de zakken druk op VERVANG<br />

ZAKKEN en volg de beschreven procedure. Trek de weegschaal altijd naar<br />

voren en w<strong>is</strong>sel 1 zak tegelijk.<br />

2.3 Verw<strong>is</strong>selen van de substitutievloe<strong>is</strong>tofzak<br />

• Seal volledig los trekken. Breekpin breken tussen compartiment A en B van de<br />

Pr<strong>is</strong>masol 2. De zakken zijn na vermenging van compartiment A en B 24 uur<br />

houdbaar.<br />

• Vloe<strong>is</strong>tof goed mengen! Doe dit ruim van te voren zodat er zo weinig<br />

mogelijk tijd verloren gaat bij <strong>het</strong> w<strong>is</strong>selen van de substitutiezakken.<br />

• Indien de Pr<strong>is</strong>maflex aangeeft dat de zak leeg <strong>is</strong>, volg de aangegeven<br />

procedure. Bij voortijdig w<strong>is</strong>selen van de zakken druk eerst op VERVANG<br />

ZAKKEN Je mag nooit zomaar een weegschaal naar voren trekken! Volg de<br />

beschreven procedure.<br />

Trek de weegschaal altijd naar voren en w<strong>is</strong>sel 1 zak tegelijk.<br />

• Klem van de lijn dichtzetten<br />

• Lege zak verwijderen<br />

• Nieuwe, goed gemengde zak aansluiten middels de spike en aan de<br />

weegschaal hangen<br />

• Klem open.<br />

• Druk op VERDER<br />

Pagina 19 van 36


• Bicarbonaat niet verwarmen, aangezien dit tot vorming van CO2 leidt,<br />

waardoor er veel lucht in de vloe<strong>is</strong>tof ontstaat.<br />

2.4 Verw<strong>is</strong>selen van de effluentzak<br />

• Tijdens verw<strong>is</strong>seling onsteriele handschoenen aan<br />

• Uit besmettingsoogpunt dient effluent behandeld te worden als urine<br />

• Indien de Pr<strong>is</strong>maflex aangeeft dat de zak vol <strong>is</strong>, volg de aangegeven<br />

procedure. Bij voortijdig w<strong>is</strong>selen van de zakken druk op VERVANG ZAKKEN<br />

en volg de beschreven procedure.<br />

• Trek de weegschaal altijd naar voren<br />

• Klem de effluentzak en de effluentlijn af<br />

• Koppel de volle effluentzak af<br />

• Haal de volle effluentzak van de weegschaal middels de afneembare haak.<br />

• Breng de volle effluentzak naar de spoel en ledig hem, gooi de lege zak weg<br />

• Hang de haak op aan de zijkant van de Pr<strong>is</strong>maflex<br />

• Hang een lege effluentzak aan de weegschaalhaak<br />

• Let op: grote uitloop klem onder aan de effluentzak moet gesloten zijn!<br />

• Koppel de lege effluentzak aan de effluentlijn en hang de haak met zak terug<br />

op de weegschaal en sluit de weegschaal<br />

• Open de klemmen van effluentlijn en effluentzak<br />

• Druk op VERDER<br />

2.5 Verw<strong>is</strong>selen van de heparinespuit<br />

• Vervangen van de heparinespuit bij alarm spuit leeg (zit dan nog 1 ml in de<br />

spuit)<br />

• Klem de heparinelijn af<br />

• Open de klem en breng de plunjer naar beneden met de drukknop in de<br />

onderste positie.<br />

• Verw<strong>is</strong>sel de 20 ml luerlock heparine spuit [houdbaarheid <strong>is</strong> 24 uur]<br />

• Bevestig de heparinespuit in de houder en klik hem vast. Breng de plunjer<br />

naar boven met de daarvoor bestemde drukknop totdat deze vanzelf stopt.<br />

• Druk op ENTER<br />

• Zet de klem weer open<br />

• Bij vroegtijdig vervangen van de heparinespuit, eerst VERVANG SPUIT<br />

aanklikken<br />

• Controleer of de anticoagulantia pomp op de ju<strong>is</strong>te snelheid en in de ju<strong>is</strong>te<br />

modus in <strong>het</strong> statusscherm staat.<br />

2.6 Bloedafname<br />

• Bloed afnemen bij voorkeur via de arterielijn van de patiënt of anders veneus.<br />

3. ALARMEN<br />

Pagina 20 van 36


De Pr<strong>is</strong>maflex accepteert maximaal 10 alarmen van de weegschalen in 3 uur.<br />

Heb je 10 alarmen gehad op de weegschalen binnen 3 uur dan moet je de set<br />

afsluiten. Let dus op vrij hangende weegschalen.<br />

3.1 Mededelingsalarmen (geel)<br />

• Doen zich voor indien er een conditie <strong>is</strong> waarvan de gebruiker op de hoogte<br />

dient te zijn, maar die niet direct gevaar vormt voor de patiënt.<br />

• De pompen stoppen niet, <strong>het</strong> gele lampje brandt en <strong>het</strong> hoorbare alarm gaat<br />

af.<br />

Voorbeelden:<br />

o Periodieke zelftest bezig<br />

o Afgeklemde zak,<br />

o Aanvoerdruk stijgt<br />

o Bloedflow gestopt (na 60 seconden)<br />

o Anticoagulantiaspuit leeg en / of afgeklemd<br />

o Barcode reader fout<br />

o TMP te hoog<br />

o Stolsels in <strong>het</strong> filter<br />

o Tijd om de set te vervangen<br />

o Tijd voor preventief onderhoud<br />

o Weegschaalcomponent ontbreekt<br />

o Detectie teruggave-loskoppeling niet mogelijk<br />

o Detectie aanvoer-loskoppeling niet mogelijk<br />

o Effluent te negatief<br />

Mogelijke oorzaak:<br />

• beginnende stolling in <strong>het</strong> filter.<br />

• te hoge effluentflow (substitutieflow) in verhouding met de bloedflow (totale<br />

ultrafiltraat snelheid (UFR) mag niet hoger zijn dan 30% van de bloedsnelheid<br />

(BFR) bij pre-dilutie, bij postdilutie 20%.<br />

• bloed van de patiënt dikt teveel in.<br />

Mogelijke oplossing:<br />

• wijzigen van de verhouding tussen bloedflow en substitutieflow<br />

o Aanvoerdruk te negatief en of teruggavedruk te positief<br />

Mogelijke oorzaak:<br />

• dubbellumen kat<strong>het</strong>er <strong>is</strong> geknikt<br />

• dubbellumen kat<strong>het</strong>er ligt tegen de vaatwand<br />

• stolling in de dubbellumen kat<strong>het</strong>er<br />

• bloedsnelheid <strong>is</strong> te hoog voor de dubbellumen kat<strong>het</strong>er<br />

• patiënt <strong>is</strong> onrustig, hoest of wordt verzorgd (m.n. bronchiaal toilet).<br />

Mogelijke oplossingen:<br />

1. Houding van de patiënt veranderen.<br />

2. Positie van de kat<strong>het</strong>er manipuleren door de kat<strong>het</strong>er in de vleugels te draaien,<br />

om <strong>het</strong> probleem op te heffen. (<strong>Dit</strong> mag pas als er de kat<strong>het</strong>er niet meer <strong>is</strong><br />

vastgezogen aan de vaatwand anders beschadig je de intima. De bloedpomp<br />

staat stil.)<br />

Pagina 21 van 36


3. Bij extreem negatieve aanvoerdruk, en de kat<strong>het</strong>er zit vastgezogen aan de<br />

vaatwand kun je ook 5 ml NaCl 0.9% in <strong>het</strong> eerste bijspuitprikpunt van de<br />

aanvoerlijn spuiten.<br />

4. Indien 1 en 2 niet helpen dan de snelheid van de bloedpomp verlagen. LET OP:<br />

ook de substitutiesnelheid verlagen!. Bij een ST-150 filter en een bloedflow < 175<br />

ml/min krijg je snel stolling in <strong>het</strong> filter.<br />

5. Is de teruggave druk groter dan 350 mmHg dan moet eerst de druk in <strong>het</strong><br />

systeem worden verlaagd, door op ONTKOP KLEM en vervolgens VERDER te<br />

drukken. Zonder deze procedure zal de Pr<strong>is</strong>maflex niet opstarten omdat patiënt<br />

en cat<strong>het</strong>er anders worden blootgesteld aan onverantwoord hoge drukken.<br />

6. Indien <strong>het</strong> niet lukt om d.m.v. draaien van de kat<strong>het</strong>er een goed lopende<br />

dialysecircuit te krijgen dan als laatste optie:<br />

koppel de aanvoerlijn aan de blauwe lumen van de dialysekat<strong>het</strong>er, koppel de<br />

teruggavelijn aan de rode lumen van de dialysekat<strong>het</strong>er. Start de Pr<strong>is</strong>maflex<br />

weer. Aanvoer gaat nu via <strong>het</strong> eindstandige lumen, teruggave gaat nu via de<br />

lumen lateraal, voordeel hiervan kan zijn dat de cat<strong>het</strong>er zich niet vacuüm zuigt<br />

aan de vaatwand. Nadeel hiervan: recirculatie van net gedialyseerd bloed (15%<br />

minder klaring).<br />

o Filter begint te stollen<br />

In korte tijd een forse stijging van de drukdaling (filterdruk –<br />

teruggavedruk)<br />

en/of stijging TMP.<br />

Mogelijke oorzaak<br />

• afgeknikte lijnen in <strong>het</strong> bloedflow-pad<br />

• snelheid substitutievloe<strong>is</strong>tof <strong>is</strong> te hoog voor <strong>het</strong> gebruikte filter<br />

• stolsels in hele filter<br />

Mogelijke oplossing indien geen stolling<br />

• open de afgeknikte lijn<br />

• verhoog de bloedflow en verlaag de snelheid van de subsitutievloe<strong>is</strong>tof<br />

3.2 Waarschuwingsalarm (geel)<br />

• Doen zich voor indien er een toestand <strong>is</strong> die verholpen kan worden door de<br />

behandeling te onderbreken, maar die veilig genoeg <strong>is</strong> om de bloed- en<br />

anticoagulantia-flow voort te zetten.<br />

• De PBP- substitutie- dialysaat en effluentpomp stoppen<br />

• Het gele lampje gaat branden<br />

• Het hoorbare alarm gaat af<br />

• Waarschuwingsscherm verschijnt op <strong>het</strong> d<strong>is</strong>play<br />

• Het alarm wordt weergegeven op <strong>het</strong> scherm<br />

• Volg de instructies welke op <strong>het</strong> d<strong>is</strong>play staan op.<br />

Voorbeelden:<br />

o Gewicht effluent (incorrecte gewichtswijziging gedetecteerd)<br />

o Gewicht substitutie (onju<strong>is</strong>te gewichtswijziging gedetecteerd)<br />

o Gewicht dialysaat (incorrecte gewichtswijziging gedetecteerd)<br />

o Gewicht PBP (incorrecte gewichtwijziging gedetecteerd)<br />

o Geen bloed in filter<br />

o Effluentzak vol<br />

o Substitutiezak leeg<br />

o TMP te hoog<br />

o Weegschaal open<br />

Pagina 22 van 36


3.3 Attentiealarmen (rood)<br />

• Doen zich voor indien er condities zijn die een mogelijk gevaar vormen voor<br />

de patiënt en die onmiddellijke interventie van de gebruiker vere<strong>is</strong>en.<br />

• Alle pompen stoppen<br />

• De klem op de teruggavelijn wordt dichtgezet<br />

• Het rode lampje gaat branden<br />

• Het hoorbare alarm gaat af<br />

• Het attentiescherm verschijnt op <strong>het</strong> d<strong>is</strong>play<br />

• Het alarm wordt weergegeven op <strong>het</strong> scherm<br />

• <strong>Dit</strong> alarm dient zo snel mogelijk te worden verholpen<br />

• Indien de bloedpomp langer dan 5 minuten heeft stilgestaan moet <strong>het</strong><br />

filter worden afgesloten volgens de verkorte afsluitprocedure.<br />

Voorbeelden:<br />

o Lucht in <strong>het</strong> bloed (volg instructies op <strong>het</strong> scherm)<br />

o Teruggave-loskoppeling<br />

o Set loskoppeling<br />

o Aanvoerloskoppeling<br />

o Filter <strong>is</strong> gestold<br />

o Teruggavedruk <strong>is</strong> extreem positief<br />

o Aanvoerdruk <strong>is</strong> extreem positief<br />

o Aanvoerdruk <strong>is</strong> extreem negatief<br />

o Filterdruk <strong>is</strong> extreem positief<br />

o Stroomuitval<br />

o Recirculatietijd <strong>is</strong> verstreken<br />

o Verkeerde set geladen<br />

o Bloed in set gedetecteerd<br />

o Bloedlek gedetecteerd:<br />

<strong>Dit</strong> indien er verkleuring van <strong>het</strong> effluentvocht <strong>is</strong> door bloed, medicatie of lucht. De<br />

signaalwaarde <strong>is</strong> dan lager dan 38000 (moet hoger zijn). Probeer eerst of<br />

verplaatsen van de lijn al voldoende <strong>is</strong>!<br />

• Indien de Pr<strong>is</strong>maflex een bloedlekdetectiealarm aangeeft (attentiealarm rood) en<br />

er <strong>is</strong> sprake van lucht dan de lucht verplaatsen door op de lijn te tikken en<br />

nadien BYPASS te drukken. Of je haalt de lijn eruit en tikt de lucht weg. Ga<br />

nadien via SYSTEEM TOOLS en Normal<strong>is</strong>eer BLD (bloedlekdetector), om de BLD<br />

weet te normal<strong>is</strong>eren.<br />

• Is er mogelijk sprake van bloed: aspireer met een 2 ml spuit en een zwarte naald<br />

(desinfecteer <strong>het</strong> bijspuitpunt van de effluentlijn) effluentvloe<strong>is</strong>tof op en handel<br />

volgens werkinstructiedocument Mult<strong>is</strong>tix 10SG. Indien de test positief <strong>is</strong>: sluit<br />

dan <strong>het</strong> filter af volgens de verkorte afsluitprocedure. Geen bloedteruggave (zie<br />

5.3). Dialysekat<strong>het</strong>er opspuiten met Natriumcitraat 30%.<br />

• Door gebruik van bepaalde medicatie of veel afbraakproducten (rhabdomyolyse)<br />

kan een BLD alarm ontstaat. Controleer de effluentvloe<strong>is</strong>tof. Zitten geen ery’s in<br />

dan Normal<strong>is</strong>eer BLD en je kunt weer verder zonder af te sluiten.<br />

• De BLD (bloedlijndetector) kan ook vuil zijn. Maak met een alcoholgaasje de BLD<br />

schoon en droog deze na. Druk na deze actie op “Normal<strong>is</strong>eer BLD”.<br />

Pagina 23 van 36


3.4 Storingsalarm (rood)<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Doen zich voor indien de veiligheid van de patiënt niet kan worden<br />

bewaakt ten gevolge van een storing in <strong>het</strong> systeem.<br />

Alle pompen stoppen<br />

De klem van de teruggave lijn wordt dicht gezet<br />

Het rode lampje gaat branden<br />

Het hoorbare alarm gaat af<br />

Het storingsscherm verschijnt in <strong>het</strong> d<strong>is</strong>play<br />

Het tijdelijk opheffen kan door op “BYPASS” te drukken. De pompen gaan weer<br />

lopen en de<br />

veneuze klem gaat open. Aan <strong>het</strong> einde van de bypassperiode (1 minuut) wordt <strong>het</strong><br />

alarm gew<strong>is</strong>t of<br />

doet zich opnieuw voor.<br />

Voorbeelden:<br />

o Luchtdetector<br />

o Geen lijn in luchtdetector<br />

o Bloedlekdetector (Effluentlijn niet ju<strong>is</strong>t in bloeddetector geïnstalleerd)<br />

o Algemene systeemfout<br />

o Onju<strong>is</strong>te snelheid bloedpomp<br />

o Onju<strong>is</strong>te snelheid effluentpomp<br />

o Onju<strong>is</strong>te snelheid substitutiepomp<br />

o Onju<strong>is</strong>te snelheid dialysaatpomp<br />

o Onju<strong>is</strong>te snelheid spuitpomp<br />

o Zelftest faalt code nr. 1 – 20<br />

Bij handmatige repositie van de drukkoepels:<br />

• Je plaatst 2 kochers; 1 voor <strong>het</strong> bijspuitpunt en 1 na de druksensor. Nu kun je<br />

de druksensor verwijderen en de NaCl 0.9% bijspuiten of opzuigen.<br />

• De stand van <strong>het</strong> membraam moet recht verticaal zijn.<br />

• Bij aanvoer- en effluentdruksensor <strong>is</strong> <strong>het</strong> over <strong>het</strong> algemeen zo dat men 1ml<br />

NaCl 0.9% moet injecteren, voel je weerstand aspireer dan weer een ½ ml.<br />

• Bij de teruggavedruksensor en filterdruksensor aspireer je eerst 1cc, indien je<br />

weerstand voelt dan injecteer je weer een ½ cc.<br />

• Plaats de drukkoepel(s) terug en verwijder de kochers, en druk op doorgaan.<br />

• Indien je de problemen niet kunt oplossen, koppel de Pr<strong>is</strong>maflex dan af met<br />

de verkorte afsluitprocedure (noodprocedure)<br />

• Noteer de code op de <strong>CRRT</strong>-lijst en neem, bij aanhoudende storingen, contact<br />

op met de dialysetechnicus.<br />

• Overleg met de intensiv<strong>is</strong>t.<br />

4. DRUKBEWAKING<br />

Pagina 24 van 36


Alarmen begrensd (drukvenster):<br />

+/- 50 mmHg tot bloedflow van 200 ml/min<br />

+/- 70 mmHg vanaf bloedflow 200 ml/min<br />

Ieder uur controle en opschrijven van de volgende<br />

drukken:<br />

1. Aanvoerdruk<br />

2. Filterdruk<br />

3. Teruggavedruk<br />

4. Effluentdruk<br />

5. Drukdaling<br />

6. TMP<br />

1. Aanvoerdruk ( -30 tot -175 mmHg)<br />

Afhankelijk van: bloedflow, soort cat<strong>het</strong>er, substantie bloed en vullingstoestand van<br />

de patiënt.<br />

Deze druk <strong>is</strong> altijd negatief. Problemen met een te negatieve druk zijn altijd gelegen<br />

in de cat<strong>het</strong>er of houding van de patiënt.<br />

2. Filterdruk ( +100 tot +300 mmHg)<br />

Afhankelijk van: vloe<strong>is</strong>tofsnelheid, mate van stolling, bloedflow en substantie bloed<br />

en teruggavedruk<br />

Deze druk <strong>is</strong> altijd positief. <strong>Dit</strong> <strong>is</strong> de hoogste druk in de set. Wordt gemeten direct<br />

voor de filter.<br />

3. Teruggavedruk ( +50 tot +175 mmHg)<br />

Afhankelijk van: bloedflow, cat<strong>het</strong>er, stand van <strong>het</strong> bed, houding van de patiënt en<br />

substantie bloed<br />

Deze druk <strong>is</strong> altijd positief. Problemen met een te positieve teruggavedruk zijn<br />

gelegen in de cat<strong>het</strong>er of houding van de patiënt.<br />

4. Effluentdruk ( >50 tot -150mmHg)<br />

Afhankelijk van: hoeveelheid vloe<strong>is</strong>tof, stolling, tijdsduur gebruik filter en<br />

hoeveelheid vochtverlies<br />

Deze druk kan positief of negatief zijn, afhankelijk van de ultrafiltratiesnelheid en<br />

toestand filter. Deze druk geeft aan hoe makkelijk of hoe moeilijk <strong>het</strong> ultrafiltraat<br />

door de filterporiën komt. Aan <strong>het</strong> begin van de behandeling zal de effluentdruk<br />

sterk positief zijn vanwege een nieuw filter.<br />

Pagina 25 van 36


5. Drukdaling (deltadruk of Δ druk): (filterdruk – teruggavedruk)<br />

Indien de drukdaling zal stijgen, <strong>is</strong> dit een teken dat er stolling aan <strong>het</strong> ontstaan <strong>is</strong><br />

in <strong>het</strong> filter!<br />

6. TMP (max. 350mmHg) = filterdruk + teruggavedruk : 2 minus de effluentdruk.<br />

Afhankelijk van: hoeveelheid vloe<strong>is</strong>toffen, stolling en ultrafiltratie<br />

De TMP <strong>is</strong> de druk die op <strong>het</strong> filtermembraan wordt uitgeoefend. Het geeft <strong>het</strong><br />

drukverschil weer tussen de vocht- en bloedcompartimenten van <strong>het</strong> filter.<br />

Tijdens de behandeling vermindert de permeabiliteit van <strong>het</strong> membraan, daardoor<br />

stijgt de TMP.<br />

Gemeten drukken:<br />

Bloedflow<br />

Filterdruk<br />

Bloedpomp<br />

Aanvoerdruk<br />

Effluentdruk<br />

Teruggavedruk<br />

Pagina 26 van 36


Algemene opmerkingen ten aanzien van de drukken:<br />

• Aanvoer- en teruggavedruk alarmeringen zeggen iets over de kat<strong>het</strong>er; b.v.<br />

knik in de slang of slang tegen de wand gezogen enz.<br />

• Indien tijdens de dienst de teruggavedruk begint te stijgen dan dit probleem<br />

oplossen door de kat<strong>het</strong>er eerst te controleren op de aanwezigheid van<br />

stolsels en nadien met 20 ml NaCl 0.95 te flushen! Als je dit niet doet dan<br />

gaat later ook de filterdruk stijgen en krijg je stolling in <strong>het</strong> filter. Ook als je<br />

aanvoerdruk steeds negatiever wordt dit proberen te verhelpen door de<br />

kat<strong>het</strong>er eerst te controleren op stolsels en dan te flushen met 20 ml NaCl<br />

0.9% via <strong>het</strong> eerste arteriële prikpunt.<br />

• Filterdruk: moet altijd positief zijn. Zegt wat over de druk in <strong>het</strong> filter, <strong>het</strong> <strong>is</strong><br />

de hoogste druk in <strong>het</strong> systeem, deze mag maximaal +300 mmHg zijn.<br />

• Effluentdruk: deze geeft de toestand van de nier weer, dit <strong>is</strong> een belangrijke<br />

graadmeter. De druk zal aanvankelijk meer zijn dan 50mmHg. Later zal door<br />

stolling de druk langzaam naar 0 mmHg dalen en zelfs negatief worden tot<br />

maximaal –150 mmHg.<br />

Aanvoerdruk Teruggavedruk Effluentdruk Filterdruk<br />

Bloedflow stijgt<br />

↑<br />

Substitutieflow<br />

stijgt ↑<br />

Bloedflow<br />

daalt ↓<br />

Substitutieblow<br />

daalt ↓<br />

Daalt ↓ Stijgt ↑ Stijgt ↑ Stijgt ↑<br />

Daalt ↓<br />

Stijgt ↑ Daalt ↓ Daalt ↓ Daalt ↓<br />

Stijgt ↑<br />

Pagina 27 van 36


5. AFSLUITPROCEDURE<br />

• Bij stolling<br />

• Electief na 72 uur of na 780 liter behandeld bloed<br />

5.1 Indien geel alarm “tijd om set te vervangen” afgaat;<br />

Na 72 uur of 780 liter behandeld bloed zal deze mededeling in <strong>het</strong> scherm<br />

verschijnen.<br />

Tref alle voorbereidingen om de set te kunnen vervangen.<br />

Druk dan op STOP, dan op VERVANG SET.<br />

Je kunt de set vervangen door te kiezen voor bloedteruggave (zie 5.2)<br />

of zonder bloedteruggave (zie 5.3).<br />

5.2 Bloedteruggave<br />

Bij voorkeur uit te voeren met 2 personen (1 persoon staat steriel, 1 persoon<br />

bedient de machine).<br />

Afsluitfase<br />

Benodigdheden;<br />

• Bedscherm<br />

• Aan –afsluitsetje<br />

• 500 ml NaCl 0.9%<br />

• 2 flacons NaCl 0.9%<br />

• 2 x 10 ml spuit<br />

• 2 x 2,5 ml spuit gevuld met voorgeschreven hoeveelheid ant<strong>is</strong>tolling<br />

• 2 afsluitdopjes<br />

• steriele gazen 10 x 10 cm (2 stuks verpakking)<br />

• 1 paar steriele handschoenen<br />

• alcohol 70%<br />

Handelingen:<br />

• Patiënt afschermen met een bedscherm.<br />

• Volg de instructie van de Pr<strong>is</strong>maflex voor de teruggave van <strong>het</strong> bloed.<br />

• Hang een zak van 500.ml NaCl 0.9% op aan de haak <strong>link</strong>s van de Pr<strong>is</strong>maflex.<br />

• Maak klaar; de spuitjes met voorgeschreven anti-stolling en trek 2 spuitjes<br />

met 10 ml NaCl 0.9% op.<br />

• Doe mondmasker voor.<br />

• Open <strong>het</strong> aan -afsluitsetje.<br />

• Leg afsluitdopjes en de gazen op <strong>het</strong> steriele veld en leg de spuitjes gereed.<br />

• Trek 1 steriele handschoen aan en richt <strong>het</strong> steriele veld prakt<strong>is</strong>ch in.<br />

• Bevochtig alle gazen met alcohol 70 %.<br />

• Trek de andere steriele handschoen aan. Ontvouw de afdekdoek.<br />

• Pak met een gaas de cat<strong>het</strong>er op en leg met de andere hand de afdekdoek er<br />

onder.<br />

• Desinfecteer met <strong>het</strong>zelfde gaas de connecties bloedlijnen-cat<strong>het</strong>er.<br />

• Druk op STOP.<br />

• Druk op VERVANG SET of EINDE BEHANDELING en daarna op<br />

BLOEDTERUGGAVE.<br />

• Stel de gewenste teruggavesnelheid in van 100 ml/uur (hoger kan niet).<br />

• Sluit klemmetje van de arteriële poot (rood) van de cat<strong>het</strong>er.<br />

Pagina 28 van 36


• Klem de aanvoerlijn (rood) af, koppel de lijn los van de patiënt.<br />

• Bevestig de aanvoerlijn aan de zak met 500 ml NaCl 0.9% .<br />

• Spuit <strong>het</strong> rode -aanvoer pootje van de CVL door met 10 ml NaCl 0,9%.<br />

• Open de klem op de aanvoerlijn.<br />

• Houd BEGIN TERUGGAVE ingedrukt om de gewenste hoeveelheid bloed terug<br />

te geven<br />

(ongeveer 149 ml).<br />

• Als lijnen “ schoon” zijn de knop BEGIN TERUGGAVE loslaten.<br />

• Druk op DOORGAAN wanneer je klaar bent om de patiënt los te koppelen.<br />

• Sluit klemmetje van de veneuze poot (blauw) van de cat<strong>het</strong>er en <strong>het</strong><br />

klemmetje van de (blauwe) teruggavelijn.<br />

• Ontkoppel de veneuze lijn van de kat<strong>het</strong>er en spuit 10 ml NaCl 0.95 in <strong>het</strong><br />

blauwe pootje van de cat<strong>het</strong>er.<br />

• Spuit langzaam de voorgeschreven hoeveelheid ant<strong>is</strong>tolling [Citraatlock<br />

volgens punt 1.3]<br />

in beide poten van de cat<strong>het</strong>er.<br />

• Maak terwijl de spuit op de cat<strong>het</strong>er zit ,de schroefdraad van de poten schoon<br />

met een gaas.<br />

• Sluit beide poten af met een afsluitdopje.<br />

• Ga verder volgens voorschrift Pr<strong>is</strong>maflex.<br />

Ga door naar <strong>het</strong> volgende scherm<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Klem alle lijnen op de set af<br />

Koppel de aanvoer- en de teruggavelijn los<br />

Druk op ONTLADEN om de pompsegmenten van de pomp los te koppelen<br />

Via GESCHIED kun je nu alsnog je balans opmaken<br />

Na beëindiging van de therapie de Pr<strong>is</strong>maflex hu<strong>is</strong>houdelijk reinigen en<br />

zet hem uit.<br />

5.3 Loskoppelen zonder bloedteruggave<br />

Als de set gestold <strong>is</strong> of er <strong>is</strong> een bloedlek gedetecteerd dan wordt de set<br />

losgekoppeld van de patiënt zonder bloedteruggave.<br />

Bij voorkeur uit te voeren door 2 verpleegkundigen (1 persoon staat steriel, 1<br />

persoon bedient de machine). In een acute situatie of ’s nachts wordt deze<br />

handeling door de IC verpleegkundige gedaan; in dagsituatie door de<br />

dialyseverpleegkundige.<br />

Benodigdheden;<br />

• Bedscherm<br />

• Aan -afsluitsetje<br />

• 2 flacons NaCl 0.9%<br />

• 2 x 10 ml spuit<br />

• 2 x 2,5 ml spuit gevuld met voorgeschreven hoeveelheid anti-stolling<br />

• 2 afsluitdopjes<br />

• steriele gazen 10 x 10 cm (2 stuks verpakking)<br />

• 1 paar steriele handschoenen<br />

• alcohol 70%<br />

Pagina 29 van 36


Handelingen;<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Volg de instructie van de Pr<strong>is</strong>maflex voor loskoppelen zonder<br />

bloedteruggave<br />

Doe mondmasker voor<br />

Maak klaar: de spuitjes met voorgeschreven anti-stolling en trek 2 spuitjes<br />

met 10 ml. NaCl 0.9% op.<br />

Open <strong>het</strong> aan- afsluitsetje<br />

Leg afsluitdopjes en de gazen op <strong>het</strong> steriele veld en leg de spuitjes<br />

gereed.<br />

Trek 1 steriele handschoen aan en richt <strong>het</strong> steriele veld prakt<strong>is</strong>ch in.<br />

Bevochtig alle gazen met alcohol 70%.<br />

Trek de andere steriele handschoen aan. Ontvouw de afdekdoek.<br />

Pak met een gaas de cat<strong>het</strong>er op en leg met de andere hand de afdekdoek<br />

er onder.<br />

Desinfecteer met <strong>het</strong>zelfde gaas de connecties bloedlijnen-dialysekat<strong>het</strong>er.<br />

Druk op STOP.<br />

Kies voor EINDE BEHANDELING of VERVANG SET.<br />

Kies voor LOSKOPPEL.<br />

Klem alle lijnen op de set af en sluit de klemmetjes van de dialysekat<strong>het</strong>er.<br />

koppel de aanvoer- en de teruggavelijn los.<br />

controleer of er geen stolsels in de dialysekat<strong>het</strong>er zitten.<br />

Zet <strong>het</strong> Citraatlock volgens de procedure punt 1.3<br />

koppel de anticoagulantialijn los van de spuit.<br />

druk op ONTLADEN om de pompsegmenten van de aanvoerkanalen van de<br />

pomp los te koppelen.<br />

Via GESCHIED kun je nu alsnog je balans opmaken.<br />

Na beëindiging van de therapie de Pr<strong>is</strong>maflex hu<strong>is</strong>houdelijk reinigen en<br />

zet hem uit.<br />

5.4 Verwijder de set<br />

1. Koppel de lijnen los<br />

2. Verwijder de set, de effluentzak en de niet gewenste zakken met vloe<strong>is</strong>tof<br />

en doe ze in de blauwe zak.<br />

3. Druk op DOORGAAN wanneer je klaar bent om de nieuwe set te laden.<br />

6. HEPARINISATIE<br />

1. primen met 5.000 IE heparine / liter NaCl 0.9% (1 ml = 500 EH)<br />

Pagina 30 van 36


2. géén start bolus<br />

3. standaard met 1000 IE /uur onderhoudsdosering Heparine starten.<br />

4. na 4 uur APTT controle<br />

5. n.a.v. APTT uitslag overleg met intensiv<strong>is</strong>t.<br />

Benodigdheden onderhoudsdosering Heparinetoediening:<br />

1 flacon heparine a 50 ml (1 ml / 500 EH)<br />

2 x 20 ml spuit<br />

2 opzuignaalden<br />

label<br />

Werkwijze: maak direct 2 x 20 ml spuit klaar (24 uur houdbaar op<br />

kamertemperatuur); spuit labellen op paraaf, datum, tijd.<br />

[Bij sprake van stolling of tekenen van stolling in <strong>het</strong> filter eventueel op<br />

onderstaand Heparin<strong>is</strong>atieschema overgaan in opdracht van de intensiv<strong>is</strong>t.]<br />

NB: de heparineperfusor (20 ml spuit) dient op de IC-daglijst gezet te worden. Zo <strong>is</strong><br />

<strong>het</strong> voor alle betrokkenen duidelijk wanneer de pompstanden veranderd zijn.<br />

Onderhouds ant<strong>is</strong>tolling - Heparin<strong>is</strong>atieschema;<br />

Standaardoplossing: 1 ml = 500 EH heparine<br />

De intensiv<strong>is</strong>ten hebben in 2006 in overleg met de nefrologen een alternatief<br />

doseringsschema voor CVVH geïmplementeerd.<br />

Zie hiervoor: heparinsatieschema voor <strong>CRRT</strong> ICU Midden Limburg<br />

Alternatief werkwijze schema:<br />

Kru<strong>is</strong> aan in welke heparin<strong>is</strong>atiegroep de patiënt zit, dit moet de nefroloog<br />

afspreken.<br />

Kijk in welke gewichtsklasse de patiënt valt.<br />

Bij start van CVVH <strong>is</strong> dit de dosering die bij 1 staat.<br />

De bolus wordt gegeven (in <strong>het</strong> arterieel prikstuk) indien <strong>het</strong> hele systeem met bloed<br />

<strong>is</strong> gevuld.<br />

Bij elke stolling in <strong>het</strong> systeem wordt de heparinedosering aangepast volgens <strong>het</strong><br />

schema.<br />

Bij de eerste gestolde filter <strong>is</strong> dat dus 2 en vervolgens 3.<br />

Let goed op <strong>het</strong> aantal uren dat <strong>het</strong> filter daadwerkelijk reeds gedraaid heeft!<br />

Bij w<strong>is</strong>seling van elk filter verifiëren of bijbehorende bolus en pompstand akkoord <strong>is</strong><br />

voor intensiv<strong>is</strong>t.<br />

Afspraak <strong>is</strong> om de dosering die de patiënt krijgt een kleur te geven met een<br />

accentueerstift. De niet meer geldende dosering kan men doorstrepen met pen.<br />

Sterk verhoogd r<strong>is</strong>ico op bloeding<br />

Pagina 31 van 36


• grote OK < 2 dagen geleden<br />

• actieve bloeding > 2 PC per dag<br />

• thrombopenie < 50<br />

• stollingsstoorn<strong>is</strong>sen: spontane INR > 1.8 of cefalinetijd 2 x verlengd<br />

Matig verhoogd r<strong>is</strong>ico op bloeding<br />

• OK < 1 week geleden<br />

• ernstige leverfunctiestoorn<strong>is</strong>sen<br />

• occulte bloeding < 2 PC per dag<br />

• orale anticoagulantie INR > 2.1 of aspirinegebruik<br />

Geen verhoogd r<strong>is</strong>ico<br />

Iedere 4 uur APTT bepalen en uitslag doorgeven aan intensiv<strong>is</strong>t.<br />

APTT zegt iets over de toestand van de patiënt.<br />

Intensiv<strong>is</strong>t aan de hand van die toestand heparin<strong>is</strong>atie bijstellen.<br />

Bij ernstige bloedingen kan <strong>het</strong> heparine effect zo nodig worden gecoupeerd met<br />

protaminesulfaat 25-50 mg i.v., gevolgd door controle van de APTT.<br />

Gewicht < 60 kg<br />

Sterk verhoogd r<strong>is</strong>ico<br />

Bolus Pompstand EH / uur indeling patiënten<br />

1 0.0 ml = 0 EH 0.0 ml /uur 0 EH<br />

2 0.6 ml = 300 EH 0.0 ml /uur 0 EH sterk verhoogd r<strong>is</strong>ico<br />

3 1.2 ml = 600 EH 0.6 ml /uur 300 EH<br />

Matig verhoogd r<strong>is</strong>ico<br />

matig verhoogd r<strong>is</strong>ico<br />

Bolus Pompstand EH / uur<br />

1 1.0 ml = 500 EH 0.5 ml /uur 250 EH<br />

2 1.6 ml = 800 EH 0.8 ml /uur 400 EH geen verhoogd r<strong>is</strong>ico<br />

3 2.2 ml = 1.100 EH 1.1 ml /uur 550 EH<br />

Geen verhoogd r<strong>is</strong>ico<br />

Bolus Pompstand EH / uur<br />

1 1.6 ml = 800 EH 0.8 ml /uur 400 EH<br />

2 2.2 ml = 1.100 EH 1.1 ml /uur 550 EH<br />

3 2.8 ml = 1.400 EH 1.4 ml /uur 700 EH<br />

Gewicht 60 – 90 kg<br />

Sterk verhoogd r<strong>is</strong>ico<br />

Bolus Pompstand EH / uur indeling patiënten<br />

Pagina 32 van 36


1 0.0 ml = 0 EH 0.0 ml /uur 0 EH<br />

2 0.6 ml = 300 EH 0.0 ml /uur 0 EH sterk verhoogd r<strong>is</strong>ico<br />

3 1.2 ml = 600 EH 0.6 ml /uur 300 EH<br />

4 1.8 ml = 900 EH 0.9 ml /uur 450 EH<br />

Matig verhoogd r<strong>is</strong>ico<br />

matig verhoogd r<strong>is</strong>ico<br />

Bolus Pompstand EH / uur<br />

1 1.6 ml = 800 EH 0.8 ml /uur 400 EH<br />

2 1.6 ml = 800 EH 1.1 ml /uur 550 EH geen verhoogd r<strong>is</strong>ico<br />

3 2.2 ml = 1.100 EH 1.4 ml/ uur 700 EH<br />

Geen verhoogd r<strong>is</strong>ico<br />

Bolus Pompstand EH / uur<br />

1 2.0 ml = 1.000 EH 1.0 ml /uur 500 EH<br />

2 2.6 ml = 1.300 EH 1.3 ml /uur 650 EH<br />

3 3.2 ml = 1.600 EH 1.6 ml /uur 800 EH<br />

4 3.8 ml = 1.900 EH 1.9 ml /uur 950 EH<br />

Gewicht > 90 kg.<br />

Sterk verhoogd r<strong>is</strong>ico<br />

Bolus Pompstand EH / uur indeling patiënten<br />

1 0.0 ml = 0 EH 0.0 ml/ uur 0 EH<br />

2 1.0 ml = 500 EH 0.5 ml/ uur 250 EH sterk verhoogd r<strong>is</strong>ico<br />

3 2.0 ml = 1.000 EH 1.0 ml/ uur 500 EH<br />

Matig verhoogd r<strong>is</strong>ico<br />

matig verhoogd r<strong>is</strong>ico<br />

Bolus Pompstand EH / uur<br />

1 2.0 ml = 1.000 EH 1.0 ml/ uur 500 EH<br />

2 3.0 ml = 1.500 EH 1.5 ml/ uur 750 EH geen verhoogd r<strong>is</strong>ico<br />

3 4.0 ml = 2.000 EH 2.0 ml/ uur 1000 EH<br />

Geen verhoogd r<strong>is</strong>ico<br />

Bolus Pompstand EH / uur<br />

1 2.0 ml = 1.000 EH 1.5 ml/ uur 750 EH<br />

2 2.6 ml = 1300 EH 2.0 ml/ uur 1000 EH<br />

3 3.2 ml = 1600 EH 2.5 ml/ uur 1250 EH<br />

4 3.8 ml = 1900 EH 3.0 ml/ uur 1500 EH<br />

7. Wat te doen bij verdenking HIT en bewezen HIT<br />

Bij verdenking van een HIT (lage trombocyten) bij heparinegebruik, moet een HITtest<br />

worden gedaan (in opdracht intensiv<strong>is</strong>t)<br />

Pagina 33 van 36


Bij verdenking, nog niet bewezen HIT en bewezen HIT mag geen heparine meer<br />

worden gebruikt en gegeven. Door de Intensiv<strong>is</strong>t zal een dosering met laag<br />

moleculair heparine worden afgesproken.<br />

(bij HIT mag ook geen gefractioneerde heparine worden gegeven. Je zal Orgaran<br />

(Danaparoid) moeten gebruiken..<br />

8. Maatregelen bij transport van de patiënt (CT-scan e.d.)<br />

• Sluit de Pr<strong>is</strong>maflex af volgens de recirculatiemethode (Einde behandeling).<br />

Volg de aanwijzingen op <strong>het</strong> scherm.<br />

• Maximaal recirculatieperiode 2 uur.<br />

• Als de patiënt weer kan worden aangekoppeld moet eerst <strong>het</strong> systeem<br />

worden geprimed (1 liter NaCl 0.9%) met nadien de PRIME TEST.<br />

9.(Par)enterale voeding en medicijn dosering<br />

Tijdens de <strong>CRRT</strong> dient men voor een adequaat eiwit (stikstof) intake te zorgen,<br />

waarbij gedacht moet worden dat 30-70% van de gefundeerde aminozuren via <strong>het</strong><br />

filter verloren gaan. Eiwit intake dient daarom minimaal 1.5g/kg genormal<strong>is</strong>eerd<br />

lichaamsgewicht te bedragen.<br />

De intensiv<strong>is</strong>t spreekt de voeding van de patiënt af en zal diëtetiek, die bij elke<br />

<strong>CRRT</strong>-patiënt in consult komt, hierin betrekken.<br />

De intensiv<strong>is</strong>t <strong>is</strong> verantwoordelijk voor adequate medicatietoediening tijdens de<br />

behandeling en <strong>het</strong> bijstellen van deze medicatie.<br />

Voor een deel van de gebruikelijke medicatie wordt in <strong>het</strong><br />

geneesmiddelenkompas aangegeven welke dos<strong>is</strong> bij <strong>CRRT</strong> van toepassing <strong>is</strong>.<br />

Als er voor een bepaald geneesmiddel geen gegevens beschikbaar zijn kan men<br />

bij medicijnen<br />

met een geringe eiwitbinding en een klein verdelingsvolume van uit gaan dat<br />

behandeling met<br />

1.5 liter <strong>CRRT</strong> (totaal effluent) per uur overeenkomt met een endogene kreatinine<br />

klaring van ca 25 ml/min.<br />

Bij ondervulde patiënten opvullen met kr<strong>is</strong>tallijnen vloe<strong>is</strong>toffen.<br />

In <strong>het</strong> begin veel controles doen.<br />

Aanpassen volgens Glucose – Insuline schema op ICU afdeling<br />

voorhanden.<br />

10. Laboratorium<br />

Lab schema op de ICU al vastgelegd<br />

Pagina 34 van 36


• Bloed afnemen uit de arterielijn. In principe heeft deze categorie patiënten<br />

een arterielijn.<br />

• Voor de start bepalen, indien nog niet bekend:<br />

intern lab (en stolling), trombocyten, APTT, protrombinetijd<br />

• APTT controle op afspraak van intensiv<strong>is</strong>t of iedere 4 uur<br />

Standaard LAB. aanvragen I.C.U.<br />

maandag & donderdag Overige dagen<br />

06:00 uur Natrium 06:00 uur Natrium<br />

Kalium<br />

Kalium<br />

glucose<br />

glucose<br />

lactaat<br />

lactaat<br />

Calcium<br />

Bilirubine<br />

Chloor<br />

Albumine<br />

Ureum<br />

Ureum<br />

Kreat<br />

Kreat<br />

Fosfaat<br />

Magnesium<br />

amylase<br />

Alk. Fosfatase<br />

gamma GT<br />

ASAT<br />

ALAT<br />

LD<br />

CK<br />

CRP<br />

CRP<br />

Hb<br />

Hb<br />

leuco's<br />

leuco's<br />

thrombo's<br />

thrombo's<br />

art. zuurbase<br />

art. zuurbase<br />

dagelijks om 16:00 uur en 21:00 uur<br />

Natrium<br />

Natrium<br />

Kalium<br />

Kalium<br />

glucose<br />

glucose<br />

art. zuurbase<br />

art. zuurbase<br />

11. Procedure Stroomuitval<br />

Men kan er voor kiezen om bij stroomuitval handmatig bloed terug te geven aan de<br />

patiënt.<br />

Pagina 35 van 36


Zie beschreven procedure bij 5.3. Echter moet men nu handmatig de bloedpomp<br />

bedienen middels de hendel die achter op de Pr<strong>is</strong>maflex zit. Bedenk echter wel dat<br />

de luchtdetector nu niet functioneert!<br />

12. Reg<strong>is</strong>tratie in Diamant<br />

Alle <strong>CRRT</strong> en dialyse-patiënten worden gereg<strong>is</strong>treerd in Diamant door de<br />

dialyseverpleegkundige die de behandeling opstart.<br />

Verder moet iedere dag aan <strong>het</strong> secretariaat van de dialyseafdeling doorgegeven<br />

worden of de behandeling nog gecontinueerd wordt.<br />

<strong>Dit</strong> in verband met declaratie van de behandeling via Chipsoft.<br />

13. Bloedlijn verwarmer<br />

BARKEY; autocontrole<br />

14. BIJLAGE<br />

D<strong>is</strong>posable Pr<strong>is</strong>maflex set<br />

Pagina 36 van 36


• ST150 (Gambro-Hospal B.V.).<br />

Vloe<strong>is</strong>toffen (zowel substitutie als dialysaat):<br />

• HF32 bic (zakken van 5 liter)<br />

samenstelling na mengen van beide compartimenten per liter<br />

Na 140 mmol<br />

K+ 2 mmol<br />

Ca++ 1,75 mmol<br />

Mg++ 0,5 mmol<br />

Cl- 111,5 mmol<br />

Lactaat- 3 mmol<br />

HCO3- 32 mmol<br />

Glucose- anhydraat 0.1 %<br />

Klok verzetten (kan niet tijdens de behandeling)<br />

• Zet de Pr<strong>is</strong>maflex aan<br />

• Kies VERDER en druk op CUSTUM MODE dan op VERDER en dan op TIJD/DATUM.<br />

• KLOK BIJSTELLEN.<br />

• De tijd wijzigen door op uur/minuut/dag/maand/jaar te drukken en wijzigen mbv pijltjes<br />

• EXIT CUSTUM.<br />

• Kies NIEUWE PATIËNT/ ZELFDE PATIËNT.<br />

CVVH-bak<br />

De CVVH-bak zal bij de <strong>CRRT</strong>-patiënt staan. De nachtdienst vult de bak zonodig aan.<br />

Bij einde behandeling de bak hu<strong>is</strong>houdelijk reinigen, bijvullen en de<br />

naaldencontainer verschonen.<br />

Gambro-Hospal ondersteuning<br />

Bij problemen geeft Gambro-Hospal ondersteuning d.m.v. de Intensive Care<br />

Servicelijn.<br />

Bereikbaar 24 uur per dag 7 dagen per week. Telefoonnummer: 088-142 62 62.<br />

????<br />

Algemene opmerkingen<br />

• Substitutie kan ook worden gegeven zonder bicarbonaat indien nodig, je geeft dan een<br />

lactaatacetaat oplossing. Bicarbonaat zal dalen in <strong>het</strong> serum als er sprake <strong>is</strong> van<br />

leverfunctiestoorn<strong>is</strong>sen!<br />

• 10 minuten na starten vind de zelftest plaats. De Pr<strong>is</strong>maflex geeft een signaal en geel lampje<br />

brand.<br />

De test duurt 6 minuten en zal iedere 2 uur worden herhaald.<br />

• Ieder heel uur zal de Pr<strong>is</strong>maflex een hoorbaar signaal geven.<br />

• Inhoud van de set <strong>is</strong> 149 cc.<br />

• Je kunt <strong>het</strong> beeldscherm reinigen door eerst op SYSTEM TOOLS te drukken en nadien op WIS<br />

SCHERM<br />

• Een nieuwe set gaat max. 72 uur mee of 780 liter behandeld bloed<br />

• De klaring van gezonde nieren <strong>is</strong> 110-125 ml/minuut. De gewenste klaring bij <strong>CRRT</strong> <strong>is</strong><br />

20-25 ml./minuut.<br />

Pagina 37 van 36


• Convectieve klaring: Substitutie + effluent : aantal minuten (…ml./minuut).<br />

• Diffussieve klaring: Dialysaat: aantal minuten (…ml./minuut).<br />

• Let op: <strong>het</strong> gebruik van Elo-Haes en albumine en bloedproducten geeft indikken van <strong>het</strong><br />

bloed,<br />

dus eerder stolling van <strong>het</strong> filter, en geeft ook andere drukken.<br />

• Indien er een zak verw<strong>is</strong>seld moet worden voordat de Pr<strong>is</strong>maflex dit aangeeft doe je dit d.m.v.<br />

de knop<br />

VERVANG ZAK in te drukken.<br />

Pagina 38 van 36

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!