Nederlands Mededingingsrecht
Nederlands Mededingingsrecht
Nederlands Mededingingsrecht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
| SOCIAAL- ECONOMISCH RECHT |<br />
<strong>Mededingingsrecht</strong><br />
Mr. J.M.M. van de Hel<br />
<strong>Nederlands</strong> mededingingsrecht<br />
HANDHAVING<br />
In het slepende geschil tussen de NMa en de Telegraaf<br />
Media Groep over één van de voorwaarden<br />
waaronder in 2000 een vergunning is verleend<br />
voor de overname van Dagblad De Limburger, namelijk<br />
dat er redactionele en commerciële vrijheid<br />
tussen Dagblad De Limburger en het Limburgs<br />
Dagblad zou blijven bestaan, heeft de NMa uiteindelijk<br />
besloten deze voorwaarde alsnog op te<br />
heffen. Na onderzoek van de NMa is gebleken dat<br />
deze scheiding op de middellange termijn tot een<br />
negatief bedrijfsresultaat zou leiden. Dit is opmerkelijk<br />
aangezien de NMa in juli vorig jaar het verzoek<br />
van de Telegraaf Media Groep om de voorwaarde<br />
op te heffen heeft afgewezen en de NMa<br />
onlangs aan de Telegraaf Media Groep een boete<br />
heeft opgelegd van _ 22.500,- nadat was gebleken<br />
dat er van twee zelfstandige bladen geen sprake<br />
meer was. Op dat moment waren – aldus de NMa<br />
– de werkelijke kosten van de vereiste scheiding<br />
nog niet bekend (www.nmanet.nl).<br />
De NMa heeft aan zenderbedrijven Broadcast<br />
Partners en Nozema een boete op gelegd van in totaal<br />
meer dan € 1 miljoen vanwege het sluiten van<br />
een verboden overeenkomst bij de aanbesteding<br />
van de Holland Media Groep (RTL) in het kader<br />
van de door de overheid in 2003 geveilde commerciële<br />
FM-radiofrequenties. De ondernemingen<br />
waren volgens de NMa onderling overeengekomen<br />
wie de zendexploitatie van de door Holland<br />
Media Groep verworven frequenties zou gaan uitvoeren.<br />
Bij de bepaling van de hoogte van de boete<br />
heeft de NMa rekening gehouden met de rol van<br />
de <strong>Nederlands</strong>e overheid aangezien deze de ondernemingen<br />
had verzocht om de bestaande onderlinge<br />
geschillen over het medegebruik van elkaars<br />
zendernetwerk op te lossen. Daarnaast waren de<br />
ondernemingen onder druk gezet om er voor te<br />
zorgen dat de opnieuw verdeelde frequenties meteen<br />
in gebruik konden worden genomen<br />
(www.nmanet.nl).<br />
In de sanctieprocedure inzake de fietsfabrikanten<br />
Accell (Batavus en Koga), Gazelle en Giant heeft<br />
de NMa de eerder opgelegde boete wegens onder<br />
meer het afstemmen van de consumentenadviesprijzen<br />
voor het fietsseizoen 2001 verlaagd tot in<br />
totaal ruim € 26 miljoen. In bezwaar was gebleken<br />
KATERN 98 5449
<strong>Mededingingsrecht</strong><br />
dat het tevens aan de boete ten grondslag gelegde<br />
verboden overleg over de (minimale) margevergoeding<br />
van Nationale Fietsprojecten B.V. (de<br />
aanbieder van bedrijfsfietsen) aan de rijwielhandelaren<br />
in het rapport niet als overtreding was aangemerkt.<br />
Op dit punt hadden de fietsfabrikanten<br />
zich dus niet kunnen verweren. Om deze reden<br />
heeft de NMa besloten de boete met 10% te verminderen<br />
(www.nmanet.nl).<br />
De NMa heeft in de bezwaarprocedure de aan<br />
Interpay opgelegde boete van ruim € 30 miljoen<br />
voor het hanteren van excessieve pintarieven ingetrokken<br />
en aangegeven dat een nader onderzoek<br />
naar het vermeende misbruik van machtspositie<br />
noodzakelijk is. Een dergelijk onderzoek is echter<br />
– aldus de NMa - tijdrovend en zeer moeilijk uitvoerbaar.<br />
Daarbij hebben de detailhandel en Interpay<br />
(althans de aandeelhoudende banken) inmiddels<br />
een compensatieregeling getroffen. De<br />
NMa ziet onder meer om deze redenen af van nader<br />
onderzoek. Verder heeft de NMa de aan de betrokken<br />
banken opgelegde boete, vanwege de oprichting<br />
van Interpay als centraal verkoopkantoor<br />
waardoor Interpay de enige aanbieder van netwerkdiensten<br />
voor pinbetalingen werd en de<br />
onderlinge concurrentie op deze markt is uitgeschakeld,<br />
verlaagd tot € 17 miljoen nadat de banken<br />
onder meer een innovatiefonds van € 10 miljoen<br />
hebben opgericht. Het besluit op bezwaar<br />
volgt op een informele zienswijze van de NMa,<br />
waarbij een convenant tussen de banken en de detailhandel<br />
waarin onder andere de compensatieregeling<br />
en het innovatiefonds zijn vastgelegd niet in<br />
strijd met de Mededingingswet werd geacht<br />
(www.nmanet.nl).<br />
RECHTSPRAAK<br />
College van Beroep voor het Bedrijfsleven, 28 oktober<br />
2005, AWB 04/794 en 04/829 (Modint/NMa)<br />
Het hoger beroep van de ondernemingsvereniging<br />
voor mode, interieur en textiel Modint tegen het<br />
vonnis van de Rechtbank Rotterdam waarin een<br />
tweetal bedingen in de algemene voorwaarden van<br />
Modint die door de aangesloten ondernemingen<br />
jegens hun afnemers werden gehanteerd vanwege<br />
hun strekking in strijd met artikel 6 Mw werden<br />
geacht, is gegrond verklaard. Volgens het CBB<br />
heeft de Rechtbank ten onrechte geoordeeld dat de<br />
bedingen de strekking hebben de verkoopprijs vast<br />
te stellen. Ook de enkele vaststelling dat de gezamenlijke<br />
afspraken betrekking hebben op prijzen<br />
kan niet de conclusie rechtvaardigen dat de afspraken<br />
tot doel hebben de mededinging te beperken.<br />
Hiervoor dienen de afspraken eerst in hun juridische<br />
en economische context te worden beoordeeld,<br />
hetgeen zowel de Rechtbank als de NMa<br />
hebben nagelaten.<br />
Rechtbank Rotterdam, 7 december 2005, MEDED<br />
05/3047 HRK (CZ-OZ/NMa)<br />
De Rechtbank heeft ten aanzien van de voorwaarden<br />
die de NMa heeft verbonden aan de overname<br />
van zorgverzekeraar OZ door concurrent<br />
CZ bepaald dat de NMa ten onrechte – met het<br />
oog op de invoering van de nieuwe Zorgverzekeringswet<br />
per 1 januari 2006 – de effecten van de<br />
fusie van de ziekenfondsactiviteiten van beide<br />
ondernemingen in haar prospectieve analyse van<br />
de concentratie heeft betrokken. Ziekenfondsen<br />
zijn immers geen ondernemingen in de zin van de<br />
Mededingingswet en de overname maakt voor dit<br />
deel dus geen onderdeel van de concentratie uit.<br />
De NMa heeft naar aanleiding van deze uitspraak<br />
besloten de voorwaarden voor de overname in te<br />
trekken en daarbij aangegeven geen hoger beroep<br />
in te zullen stellen.<br />
College van Beroep voor het Bedrijfsleven, 7 december<br />
2005, AWB 04/237 en 04/249 (Secon/NMa)<br />
Ten aanzien van een drietal, door de NMa en de<br />
Rechtbank Rotterdam in strijd met het kartelverbod<br />
beoordeelde bepalingen in de door kledingfabrikant<br />
Secon jegens haar afnemers gehanteerde algemene<br />
voorwaarden, heeft het CBB uitdrukkelijk<br />
geoordeeld dat, hoewel een onderzoek naar de concrete<br />
gevolgen van een overeenkomst niet nodig is<br />
indien deze ertoe strekt de mededinging te beperken,<br />
voor een verboden bepaling wel dient te worden<br />
beoordeeld of de overeenkomst de mededinging<br />
merkbaar beperkt. Hiervoor dient rekening te<br />
worden gehouden met de concrete situatie en in het<br />
bijzonder de economische en juridische context<br />
waarin de overeenkomst effect sorteert. Aangezien<br />
zowel de NMa als de Rechtbank hier onvoldoende<br />
rekening mee hadden gehouden, heeft het CBB het<br />
hoger beroep van Secon op dit punt gegrond verklaard<br />
en de zaak naar de NMa terugverwezen.<br />
LITERATUUR<br />
– A.S.M.L. Prompers, ‘De gevolgen van de modernisering<br />
van het Europese mededingingsrecht<br />
voor de nationale rechter: het eerste jaar’,<br />
TCR 2005, nr. 4, p. 100-103;<br />
– F.O.W. Vogelaar, ‘Criminalisering van het<br />
mededingingsrecht: trendy of noodzaak?’, AA<br />
2005, nr. 12, p. 1015-1020;<br />
– C.C. Meijer, ‘Concurrerende zorg, concurrerende<br />
autoriteiten’, M&M 2005, nr. 7, p. 206-214;<br />
– Th. Van Dijk, ‘Niet-horizontale concentraties<br />
en diagonaal economisch denken’, M&M 2005,<br />
nr. 8, p. 239-246;<br />
5450 KATERN 98
| SOCIAAL- ECONOMISCH RECHT |<br />
– K. Hoogenboezem, F. Leeflang, ‘Non-concurrentiebeding<br />
en de burgerlijke rechter’, AM<br />
2005, nr. 8, p. 180-184;<br />
– W.W. Geursen, ‘De toezegging als alternatieve<br />
handhavingsmethode: niet repressief maar oplossingsgericht’,<br />
AM 2005, nr. 8, p. 185-189.<br />
Europees mededingingsrecht<br />
RECHTSPRAAK<br />
GvEA, 29 november 2005, T-64/02 e.a. (Heubach<br />
e.a./Commissie)<br />
Het Gerecht heeft zich in enkele arresten inzake<br />
het zogenoemde zinkfosfaat-kartel onder andere<br />
uitgelaten over de rechtmatigheid van de Richtsnoeren<br />
van de Commissie voor de berekening van<br />
geldboeten en daarbij herhaald dat de Commissie<br />
bij het bepalen van de hoogte van de boete niet verplicht<br />
is rekening te houden met de slechte financiële<br />
situatie van een sector ook al heeft de Commissie<br />
dit in eerdere zaken wellicht wel gedaan.<br />
Hetzelfde geldt voor de situatie van een individuele<br />
onderneming. Indien de Commissie dit wel zou<br />
doen, zou zij een ongerechtvaardigd voordeel toekennen<br />
aan een onderneming die het minst aan de<br />
marktomstandigheden is aangepast. De slechte financiële<br />
situatie van een onderneming is alleen van<br />
belang in een specifieke sociale context waar de gevolgen<br />
van het niet kunnen betalen van de boete<br />
een stijging van de werkloosheid zouden zijn of een<br />
verslechtering van de economische situatie van de<br />
sectoren die aan de betrokken onderneming leveren<br />
of er producten van afnemen.<br />
GvEA, 14 december 2005, zaak T-209/01 en<br />
T-210/01 (GE-Honeywell/Commissie)<br />
Ten aanzien van de zowel in de Europese Unie als<br />
in de Verenigde Staten omstreden beschikking van<br />
de Commissie waarin de voorgenomen overname<br />
van de producent van vliegtuigonderdelen Honeywell<br />
door de producent van onder meer vliegtuigmotoren<br />
en tevens financiële dienstverlener General<br />
Electric werd verboden, heeft het Gerecht vastgesteld<br />
dat het verbod gelet op de horizontale overlap<br />
van de activiteiten was gerechtvaardigd. Het<br />
Gerecht heeft echter wel scherpe kritiek geuit op<br />
onder andere de beoordeling van de vermeende<br />
mededingingsbeperkende conglomeraateffecten<br />
door de Commissie. Evenals het Hof vorig jaar inzake<br />
Tetra Laval, is het Gerecht van oordeel dat de<br />
Commissie overtuigend bewijs dient te leveren dat<br />
het voorspelde gedrag zich inderdaad zal voordoen<br />
en in de nabije toekomst tot een economische<br />
machtspositie zal leiden. Hierbij dient de Commissie<br />
tevens rekening te houden met de afschrikkende<br />
werking van het verbod op misbruik<br />
machtspositie van artikel 82 EG-Verdrag.<br />
LITERATUUR<br />
– S. Lap, ‘DaimlerChrysler: het vraagstuk van de<br />
risicoverdeling’, AM 2005, nr. 9/10, p. 206-208;<br />
– M. Alfter, J. Young, Economic Analysis of Cartels’,<br />
ECLR 2005, vol. 26, issue 10, p. 546-557;<br />
– I. Dubbs, P. Richards, ‘Output Restriction as a<br />
Measure of Market Power’, ECLR 2005, vol. 26,<br />
issue 10, p. 572-580;<br />
– J. Appeldoorn, ‘He Who Spareth his Rod, Hateth<br />
His Son? Microsoft, Super-dominance and<br />
Article 82 EC’, ECLR 2005, vol. 26, issue 12,<br />
p. 653-658;<br />
– E. Wind, ‘Remedies and Sanctions in Article 82<br />
of the EC Treaty’, ECLR 2005, vol. 26, issue 12,<br />
p. 659-668;<br />
– S. Brammer, ‘Concurrent jurisdiction under Regulation<br />
1/2003 and the issue of case allocation’,<br />
CMLR 2005, nr. 5, p. 1383-1424;<br />
– S.B. Völcker, ‘Developments in EC competition<br />
law in 2004: An overview’, CMLR 2005, nr. 6,<br />
p. 1691-1736.<br />
* Op het terrein van het Europees mededingingsrecht<br />
worden in de rubriek Europees recht van<br />
Katern ook belangrijke uitspraken en regelgeving<br />
opgenomen.<br />
KATERN 98 5451