15.11.2013 Views

Enkele belangrijke ontwikkelingen in de ... - Gezondheidsraad

Enkele belangrijke ontwikkelingen in de ... - Gezondheidsraad

Enkele belangrijke ontwikkelingen in de ... - Gezondheidsraad

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

voedselconsumptie<br />

<strong>Gezondheidsraad</strong>


<strong>Gezondheidsraad</strong><br />

Health Council of the Netherlands<br />

Vice-voorzitter<br />

Aan <strong>de</strong> m<strong>in</strong>ister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport<br />

On<strong>de</strong>rwerp : Aanbied<strong>in</strong>g advies <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie<br />

Uw kenmerk : GZB/VVB/983680<br />

Ons kenmerk : 3072/WB/wb/653-G<br />

Bijlagen : 1<br />

Datum : 30 september 2002<br />

Mijnheer <strong>de</strong> m<strong>in</strong>ister,<br />

Op verzoek van uw ambtsvoorgangster, vervat <strong>in</strong> brief nr GZB/VVB/983680, bied ik u hierbij een<br />

advies aan over ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland. Het is opgesteld door een<br />

daartoe door mij geformeer<strong>de</strong> commissie van <strong>de</strong> <strong>Gezondheidsraad</strong> en beoor<strong>de</strong>eld door <strong>de</strong><br />

Beraadsgroep Voed<strong>in</strong>g.<br />

De commissie heeft zich gebaseerd op gegevens over <strong>de</strong> voedselconsumptie <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

1987/88-1997/98. De extra analyses van het cijfermateriaal van <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen<br />

die <strong>de</strong> commissie nodig achtte om tot een goed oor<strong>de</strong>el te komen, en <strong>de</strong> <strong>in</strong>terpretatie daarvan<br />

hebben geruime tijd gevraagd, re<strong>de</strong>n waarom het advies niet eer<strong>de</strong>r beschikbaar was. Het advies<br />

bevat conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen die ik van harte on<strong>de</strong>rschrijf. Het is dui<strong>de</strong>lijk dat met een<br />

verbeter<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g een aanzienlijke gezondheidsw<strong>in</strong>st is te behalen.<br />

Naast veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselkeuze is <strong>in</strong> dit verband productaanpass<strong>in</strong>g door het<br />

voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lenbedrijfsleven van belang, vooral om een ver<strong>de</strong>re verlag<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hoeveelheid<br />

verzadigd vet en transvetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g te kunnen realiseren.<br />

Hoewel <strong>de</strong> <strong>in</strong> het advies geschetste veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />

spectaculair zijn dan wellicht werd veron<strong>de</strong>rsteld, <strong>de</strong>el ik <strong>de</strong> verwacht<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> commissie, dat <strong>de</strong><br />

veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> na 1998 substantiëler zijn dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

daarvoor. Resultaten van kwalitatief markton<strong>de</strong>rzoek dat na 1998 is uitgevoerd, rechtvaardigen<br />

<strong>de</strong>ze verwacht<strong>in</strong>g. Dit pleit voor een herhal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

2003/04. Op het belang hiervan heb ik uw voorgangster al gewezen <strong>in</strong> mijn brief over <strong>de</strong><br />

cont<strong>in</strong>uer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen (brief U-442 535-O3 d.d. 25 maart 2002). Bij <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze peil<strong>in</strong>g zou —vooral met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> steekproeftrekk<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> metho<strong>de</strong><br />

van voedselconsumptie-on<strong>de</strong>rzoek— zoveel mogelijk reken<strong>in</strong>g moeten wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

socio-<strong>de</strong>mografische <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> en veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> leefstijl die <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g<br />

Bezoekadres<br />

Postadres<br />

Parnassusple<strong>in</strong> 5 Postbus 16052<br />

2511 VX Den Haag 2500 BB Den Haag<br />

Telefoon (070) 340 7520 Telefax (070) 340 75 23<br />

E-mail: GR@gr.nl<br />

www.gr.nl


<strong>Gezondheidsraad</strong><br />

Health Council of the Netherlands<br />

On<strong>de</strong>rwerp : Aanbied<strong>in</strong>g advies <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong><br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie<br />

Ons kenmerk : 3072/WB/wb/653-G<br />

Pag<strong>in</strong>a : 2<br />

Datum : 30 september 2002<br />

plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n en hebben plaatsgevon<strong>de</strong>n. Na kennisnem<strong>in</strong>g van het bijgesloten advies acht ik een<br />

<strong>de</strong>rgelijke opzet van groter belang dan een <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g die zoveel mogelijk aansluit bij <strong>de</strong><br />

voorgaan<strong>de</strong> peil<strong>in</strong>gen.<br />

Het advies bevat ook een aantal kritische kantteken<strong>in</strong>gen over <strong>de</strong> beperk<strong>in</strong>gen die aan <strong>de</strong><br />

lan<strong>de</strong>lijke voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> huidige opzet zijn verbon<strong>de</strong>n. Ik acht <strong>de</strong>ze<br />

kantteken<strong>in</strong>gen van belang voor <strong>de</strong> gedachtevorm<strong>in</strong>g die op dit moment plaatsv<strong>in</strong>dt over <strong>de</strong><br />

vormgev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> monitor<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voedselconsumptie <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst. Ik verwijs hiervoor<br />

eveneens naar mijn eer<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong> brief over <strong>de</strong> cont<strong>in</strong>uer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen.<br />

Tenslotte wil ik <strong>de</strong> conclusie van <strong>de</strong> commissie benadrukken dat het niet goed mogelijk is om<br />

alleen op basis van voedselconsumptieon<strong>de</strong>rzoek een oor<strong>de</strong>el te geven over <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g. Aanvullend on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gstoestand van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g is<br />

hiervoor noodzakelijk.<br />

Overeenkomstig <strong>de</strong> adviesaanvraag heb ik dit advies vandaag ook aangebo<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> m<strong>in</strong>ister van<br />

Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.<br />

Met vrien<strong>de</strong>lijke groet,<br />

prof. dr JGAJ Hautvast<br />

Bezoekadres<br />

Postadres<br />

Parnassusple<strong>in</strong> 5 Postbus 16052<br />

2511 VX Den Haag 2500 BB Den Haag<br />

Telefoon (070) 340 7520 Telefax (070) 340 75 23<br />

email: GR@gr.nl


<strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

voedselconsumptie<br />

aan:<br />

<strong>de</strong> M<strong>in</strong>ister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport<br />

Nr 2002/12, Den Haag, 30 september 2002


De <strong>Gezondheidsraad</strong>, <strong>in</strong>gesteld <strong>in</strong> 1902, is een adviesorgaan met als taak <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g en<br />

het parlement “voor te lichten over <strong>de</strong> stand <strong>de</strong>r wetenschap ten aanzien van vraagstukken<br />

op het gebied van <strong>de</strong> volksgezondheid” (art. 21 Gezondheidswet).<br />

De <strong>Gezondheidsraad</strong> ontvangt <strong>de</strong> meeste adviesvragen van <strong>de</strong> bew<strong>in</strong>dslie<strong>de</strong>n van<br />

Volksgezondheid, Welzijn & Sport, Volkshuisvest<strong>in</strong>g, Ruimtelijke Or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g &<br />

Milieubeheer, Sociale Zaken & Werkgelegenheid, en Landbouw, Natuurbeheer & Visserij.<br />

De Raad kan ook eigener beweg<strong>in</strong>g adviezen uitbrengen. Het gaat dan als regel om<br />

het signaleren van <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> of trends die van belang kunnen zijn voor het overheidsbeleid.<br />

De adviezen van <strong>de</strong> <strong>Gezondheidsraad</strong> zijn openbaar en wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> bijna alle gevallen<br />

opgesteld door multidiscipl<strong>in</strong>air samengestel<strong>de</strong> commissies van—op persoonlijke titel<br />

benoem<strong>de</strong>—Ne<strong>de</strong>rlandse en soms buitenlandse <strong>de</strong>skundigen.<br />

The Health Council of the Netherlands is a member of INAHTA, the <strong>in</strong>ternational network<br />

of health technology assessment (HTA) agencies that promotes and facilitates <strong>in</strong>formation<br />

exchange and collaboration among HTA agencies.<br />

Deze publicatie kan als volgt wor<strong>de</strong>n aangehaald:<br />

<strong>Gezondheidsraad</strong>. Commissie Trends voedselconsumptie. <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong><br />

<strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie. Den Haag: <strong>Gezondheidsraad</strong>, 2002; publicatie<br />

nr 2002/12.<br />

Preferred citation:<br />

Health Council of the Netherlands. Committee on Trends <strong>in</strong> food consumption.<br />

Significant trends <strong>in</strong> food consumption <strong>in</strong> the Netherlands. The Hague: Health Council<br />

of the Netherlands, 2002; publication no. 2002/12.<br />

auteursrecht voorbehou<strong>de</strong>n<br />

all rights reserved<br />

ISBN: 90-5549-437-2


Inhoud<br />

Samenvatt<strong>in</strong>g 11<br />

Executive summary 19<br />

1 Inleid<strong>in</strong>g 27<br />

1.1 Voorgeschie<strong>de</strong>nis 27<br />

1.2 De adviesaanvraag 29<br />

1.3 De commissie 29<br />

1.4 Opzet van het advies 29<br />

2 De periodieke lan<strong>de</strong>lijke voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen 31<br />

2.1 Steekproef 31<br />

2.2 Gegevensverzamel<strong>in</strong>g 32<br />

2.3 Bereken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gswaar<strong>de</strong> 33<br />

2.4 Overige bereken<strong>in</strong>gen 233<br />

2.5 Beperk<strong>in</strong>gen 34<br />

3 Sociaal-<strong>de</strong>mografische <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> en veran<strong>de</strong>rend consumentengedrag 37<br />

3.1 Sociaal-<strong>de</strong>mografische <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> 37<br />

3.2 Veran<strong>de</strong>rend consumentengedrag 40<br />

3.3 Voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lenaanbod 42<br />

Inhoud 7


4 Ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len 45<br />

4.1 Inleid<strong>in</strong>g 45<br />

4.2 Van 1965 tot 1987 46<br />

4.3 Van 1987 tot 1997 47<br />

4.4 Substitutie van producten 53<br />

5 Ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g 57<br />

5.1 Energie en macrovoed<strong>in</strong>gsstoffen 57<br />

5.2 Microvoed<strong>in</strong>gsstoffen 63<br />

6 Vergelijk<strong>in</strong>g van voed<strong>in</strong>gsstoffen-voorzien<strong>in</strong>g en voed<strong>in</strong>gsnormen 67<br />

6.1 Voed<strong>in</strong>gsnormen 67<br />

6.2 De voorzien<strong>in</strong>g met energie en macrovoed<strong>in</strong>gsstoffen 68<br />

6.3 ‘Richtlijnen goe<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g’ voor totaal vet, verzadig<strong>de</strong> vetzuren, koolhydraten en voed<strong>in</strong>gsvezel 71<br />

6.4 Microvoed<strong>in</strong>gsstoffen 71<br />

7 Bijdrage van productgroepen aan <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met energie en voed<strong>in</strong>gsstoffen 77<br />

7.1 Energie 77<br />

7.2 Totaal vet en verzadig<strong>de</strong> vetzuren 79<br />

7.3 Foliumzuur 79<br />

7.4 Vitam<strong>in</strong>e B12 79<br />

7.5 Vitam<strong>in</strong>e B6 80<br />

7.6 Ret<strong>in</strong>olequivalenten en ret<strong>in</strong>ol 80<br />

7.7 Vitam<strong>in</strong>e E 80<br />

7.8 Vitam<strong>in</strong>e D 81<br />

7.9 Calcium 81<br />

7.10 IJzer 81<br />

7.11 Belangrijkste verschillen totale populatie en geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen 81<br />

8 Maaltij<strong>de</strong>n 83<br />

8.1 Inleid<strong>in</strong>g 83<br />

8.2 Ontbijt 83<br />

8.3 Gebruik van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> maaltij<strong>de</strong>n 86<br />

8.4 Eten buitenshuis 87<br />

9 Gezondheidseffecten <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g verzadigd vet en transvetzuren en groenten- en fruitgebruik 89<br />

9.1 Inleid<strong>in</strong>g 89<br />

9.2 Mo<strong>de</strong>ller<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong> 90<br />

8 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


9.3 Verzadig<strong>de</strong> vetzuren en transvetzuren 92<br />

9.4 Groenten en fruit 96<br />

10 Beschouw<strong>in</strong>g 101<br />

10.1 Mogelijke foutenbronnen 101<br />

10.2 Gebruik van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len 103<br />

10.3 Maaltij<strong>de</strong>npatroon 105<br />

10.4 Effect van <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> leefwijze 106<br />

10.5 Voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g 107<br />

10.6 Vergelijk<strong>in</strong>g voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g en voed<strong>in</strong>gsnormen 111<br />

10.7 Gezondheidseffecten van veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g verzadigd vet en transvetzuren<br />

en van dalend groenten- en fruitgebruik 114<br />

11 Conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen 119<br />

11.1 Conclusies 119<br />

11.2 Aanbevel<strong>in</strong>gen 123<br />

Literatuur 129<br />

Bijlagen 135<br />

A De adviesaanvraag 137<br />

B De commissie 139<br />

C Schematisch overzicht <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g Voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g 141<br />

D Mate van on<strong>de</strong>rrapportage tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> drie Voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen 143<br />

E Ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> consumptie van productgroepen 147<br />

F1 Grootste statistisch significante veran-<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> consumptie 153<br />

F2 Grootste statistisch significante procentuele veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> consumptie 157<br />

F3 Grootste statistisch significante veran-<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het percentage gebruikers 161<br />

G Antropometrische gegevens 165<br />

H Percentage respon<strong>de</strong>nten dat voldoet aan <strong>de</strong> ‘Richtlijnen goe<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g’ 169<br />

I Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> dagelijkse voorzien<strong>in</strong>g 173<br />

J Door <strong>de</strong> commissie gehanteer<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsnormen 181<br />

K Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> dagelijkse voorzien<strong>in</strong>g 183<br />

L Ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het productgebruik 187<br />

Inhoud 9


10 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

S<strong>in</strong>ds 1987 v<strong>in</strong>dt <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland eens <strong>in</strong> <strong>de</strong> vijf jaar een peil<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voedselconsumptie<br />

van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g plaats. In dit advies wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> belangrijkste <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

voedselconsumptie <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 en <strong>de</strong> mogelijke betekenis daarvan<br />

voor <strong>de</strong> volksgezondheid na<strong>de</strong>r geanalyseerd. Het advies richt zich daarbij op <strong>de</strong><br />

bevolk<strong>in</strong>g als totaal en op <strong>de</strong> leeftijdsgroepen 13 t/m 18 jaar en 19 t/m 35 jaar. Omdat er<br />

zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 verschei<strong>de</strong>ne <strong>de</strong>mografische veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen hebben<br />

voltrokken, zijn <strong>de</strong> gegevens ten behoeve van <strong>de</strong> analyse <strong>in</strong> dit advies gestandaardiseerd<br />

naar leeftijd, geslacht en opleid<strong>in</strong>g op basis van <strong>de</strong> situatie <strong>in</strong> 1987/88*.<br />

Voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lengebruik en maaltijdpatroon<br />

Verschei<strong>de</strong>ne sociaal-<strong>de</strong>mografische veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> daaruit voortkomen<strong>de</strong><br />

veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> leefwijze hebben <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 <strong>de</strong> voedselkeuze en het<br />

maaltijdpatroon van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g niet onberoerd gelaten. Deze kenmerkt zich door een<br />

cont<strong>in</strong>ue dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van basisvoed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len zoals aardappelen, groenten,<br />

fruit en vlees. Wat het fruitgebruik betreft verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> zowel het aantal gebruikers**<br />

van fruit als <strong>de</strong> hoeveelheid die door hen werd gegeten. Voor groenten nam <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze<br />

perio<strong>de</strong> vooral <strong>de</strong> hoeveelheid die werd geconsumeerd af, en niet het aantal gebruikers.<br />

* Dit betekent dat <strong>de</strong> gegevens <strong>in</strong> dit advies soms afwijken van el<strong>de</strong>rs gepubliceer<strong>de</strong> gegevens over <strong>de</strong> voedselconsumptie<br />

op basis van <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen.<br />

** Als <strong>in</strong> dit advies wordt gesproken over ‘het percentage gebruikers’ of ‘het aantal gebruikers’ dan gaat het om <strong>de</strong><br />

respon<strong>de</strong>nten die op één of bei<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksdag(en) het betreffen<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>l hebben gebruikt.<br />

Samenvatt<strong>in</strong>g 11


De dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van genoem<strong>de</strong> basisvoed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len g<strong>in</strong>g gepaard met<br />

een stijg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len uit <strong>de</strong> productgroepen ‘granen en<br />

b<strong>in</strong>dmid<strong>de</strong>len’, ‘vis’, ’noten en snacks’, ‘samengestel<strong>de</strong> gerechten’ en ‘dranken’ (vooral<br />

suikervrije en gewone frisdranken). Ook het gebruik van vruchtensappen nam toe,<br />

hetgeen <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het fruitgebruik enigsz<strong>in</strong>s compenseer<strong>de</strong>. B<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> productgroep<br />

‘vetten, oliën en hartige sauzen’ verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> het aan<strong>de</strong>el van margar<strong>in</strong>e, terwijl het<br />

gebruik van halvar<strong>in</strong>e, en vooral hartige sauzen toenam. In <strong>de</strong> productgroep ‘melk en<br />

melkproducten’ zette <strong>de</strong> al bestaan<strong>de</strong> vervang<strong>in</strong>g van volle melk(producten) door<br />

halfvolle en magere melk(producten) zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 voort.<br />

De voedselconsumptie van <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen (13 t/m 18 jaar en 19<br />

t/m 35 jaar) heeft zich globaal <strong>in</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g ontwikkeld als die van <strong>de</strong> totale<br />

bevolk<strong>in</strong>g. Voor <strong>de</strong> 13 t/m 18-jarige jongens is <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van <strong>de</strong><br />

productgroepen ‘brood’ en ‘groenten’ meer dan gemid<strong>de</strong>ld. Ditzelf<strong>de</strong> geldt voor <strong>de</strong><br />

toename <strong>in</strong> het gebruik van alcoholische dranken, vooral <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1992-1997/98.<br />

Meer jongens zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> bier gaan dr<strong>in</strong>ken, en <strong>in</strong> grotere hoeveelhe<strong>de</strong>n. Voor<br />

<strong>de</strong> 13 t/m 18-jarigen valt op dat <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van groenten en fruit voor <strong>de</strong><br />

meisjes sterker is dan voor <strong>de</strong> jongens. Het aantal groentengebruikers on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> jongens<br />

bleef nagenoeg constant, terwijl er bij <strong>de</strong> meisjes sprake is van een dal<strong>in</strong>g. Over <strong>de</strong><br />

gehele l<strong>in</strong>ie bezien heeft <strong>de</strong> voedselkeuze van 13 t/m 18-jarigen zich <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong><br />

ongunstiger ontwikkeld dan gemid<strong>de</strong>ld.<br />

Ook <strong>de</strong> voedselconsumptie van <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen volgt globaal <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

zoals die voor <strong>de</strong> totale bevolk<strong>in</strong>g is vastgesteld. Opmerkelijk is dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> sector dranken<br />

een verschuiv<strong>in</strong>g plaatsvond van alcoholische dranken naar niet-alcoholische dranken;<br />

vooral naar suikervrije frisdranken en vruchtensappen. De dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het groentengebruik<br />

is voor mannen en vrouwen van gelijke grootte, en m<strong>in</strong><strong>de</strong>r sterk dan bij <strong>de</strong> jongere<br />

leeftijdscategorie. Over het algemeen is <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voedselconsumptie van<br />

<strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen wat m<strong>in</strong><strong>de</strong>r ongunstig dan die van <strong>de</strong> 13 t/m 18-jarigen.<br />

Zowel voor <strong>de</strong> totale bevolk<strong>in</strong>g als voor <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen hebben <strong>de</strong><br />

grootste wijzig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselkeuze zich voltrokken <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1992. In<br />

<strong>de</strong> daarop volgen<strong>de</strong> vijf jaar zette voor <strong>de</strong> meeste productgroepen <strong>de</strong> <strong>in</strong>gezette dalen<strong>de</strong><br />

of stijgen<strong>de</strong> ten<strong>de</strong>ns zich voort.<br />

Het traditionele maaltij<strong>de</strong>npatroon van drie maaltij<strong>de</strong>n per dag heeft zich <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 over het algemeen goed gehandhaafd. Wel liep het<br />

ontbijtgebruik enigsz<strong>in</strong>s terug, met name <strong>in</strong> <strong>de</strong> laagste sociaal-economische klasse.<br />

Vooral <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarige mannen slaan het ontbijt nog wel eens over. De<br />

voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g ligt bij niet-ontbijters op een wat lager niveau. Uit <strong>de</strong><br />

gegevens blijkt echter niet dat het overslaan van het ontbijt voor <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>gsstoffen resulteert <strong>in</strong> een voorzien<strong>in</strong>g die lager ligt dan <strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g.<br />

12 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Bij <strong>de</strong> warme maaltijd blijkt er dui<strong>de</strong>lijk sprake van een groeien<strong>de</strong> voorkeur voor<br />

producten met een relatief korte bereid<strong>in</strong>gstijd en voor kant-en-klaarproducten. De<br />

traditionele warme maaltijd, bestaan<strong>de</strong> uit aardappelen, groenten en vlees, wordt steeds<br />

vaker vervangen door rijst- en pastamaaltij<strong>de</strong>n en samengestel<strong>de</strong> gerechten (o.a. kanten-klaarmaaltij<strong>de</strong>n).<br />

Tussen <strong>de</strong> maaltij<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n koffie en thee <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate vervangen door<br />

niet-alcoholische dranken (vooral frisdranken), en gebak en koek door noten en snacks.<br />

Uit <strong>de</strong> gegevens blijkt niet dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 <strong>de</strong> praktijk van ‘graz<strong>in</strong>g’<br />

sterk is toegenomen.<br />

Het gebruik van lunch en warme maaltijd buitenshuis is m<strong>in</strong><strong>de</strong>r toegenomen dan op<br />

basis van marktverkenn<strong>in</strong>gen mag wor<strong>de</strong>n verwacht. Dit zelf<strong>de</strong> geldt ook voor <strong>de</strong> mate<br />

waar<strong>in</strong> het ontbijt wordt overgeslagen, het gebruik van bijvoorbeeld kant-enklaarproducten<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> warme maaltijd, en <strong>de</strong> vervang<strong>in</strong>g van het traditionele<br />

broodontbijt door een ontbijt met ontbijtgranen of kant-en-klaardr<strong>in</strong>kontbijten. Hoewel<br />

veel van <strong>de</strong>ze <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> zijn <strong>in</strong>gezet <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> jaren negentig —en ook <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen zichtbaar zijn gewor<strong>de</strong>n— zijn zij met<br />

name <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> na 1997/98 doorgezet. De commissie verwacht dat <strong>de</strong>ze<br />

ontwikkel<strong>in</strong>g zich nog ver<strong>de</strong>r zal versterken en zon<strong>de</strong>r <strong>in</strong>terventie zal resulteren <strong>in</strong> een<br />

ver<strong>de</strong>re dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van groenten en fruit als gevolg van een toename <strong>in</strong> het<br />

gebruik van samengestel<strong>de</strong> gerechten, kant-en-klaarmaaltij<strong>de</strong>n en het eten buitenshuis.<br />

Dit zal ook lei<strong>de</strong>n tot een ver<strong>de</strong>re dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het voorzien<strong>in</strong>gsniveau van verschei<strong>de</strong>ne<br />

microvoed<strong>in</strong>gstoffen.<br />

Voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g<br />

De <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie hebben zowel positieve als negatieve<br />

effecten gehad op <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g. De positieve<br />

effecten betreffen vooral <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hoeveelheid vet en <strong>de</strong> verbeter<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

vetzuursamenstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g. De negatieve aspecten betreffen <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> microvoed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g.<br />

De energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> hoeveelheid energie per gram voedsel<br />

is <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 dui<strong>de</strong>lijk gedaald, zowel voor <strong>de</strong> gehele bevolk<strong>in</strong>g als<br />

voor <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen. Deze dal<strong>in</strong>g heeft echter niet kunnen voorkomen<br />

dat het aantal personen met overgewicht en obesitas aanzienlijk is toegenomen, vooral<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarige vrouwen. De toename vond vooral plaats <strong>in</strong> <strong>de</strong> lagere sociaaleconomische<br />

klassen. De dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> energie-<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g vond vooral plaats <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

1987/88-1992. In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1992-19987/98 was er voor <strong>de</strong> totale bevolk<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> 13<br />

Samenvatt<strong>in</strong>g 13


t/m 18-jarige meisjes sprake van een ver<strong>de</strong>re lichte dal<strong>in</strong>g, maar voor <strong>de</strong> 13 t/m 18-jarige<br />

jongens en <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen van een lichte toename van <strong>de</strong> energetische waar<strong>de</strong>.<br />

In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1992-1987/98 is <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> lichamelijke activiteit —en daarmee<br />

het energieverbruik— van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g ver<strong>de</strong>r afgenomen. De toename van<br />

overgewicht en obesitas moet volgens <strong>de</strong> commissie waarschijnlijk wor<strong>de</strong>n<br />

toegeschreven aan het feit dat <strong>de</strong> energie-<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g via <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong><br />

m<strong>in</strong><strong>de</strong>r sterk is gedaald dan het energieverbruik via lichamelijke activiteit.<br />

De dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> hoeveelheid vet <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> verbeter<strong>in</strong>g van<br />

<strong>de</strong> vetzuursamenstell<strong>in</strong>g, voor zowel <strong>de</strong> totale bevolk<strong>in</strong>g als voor <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong><br />

leeftijdsgroepen, kan wor<strong>de</strong>n gezien als een voorzichtig positieve ontwikkel<strong>in</strong>g. De<br />

hoeveelheid verzadig<strong>de</strong> vetzuren, en <strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate die van transvetzuren, <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen is nog aanzienlijk groter dan wordt<br />

aanbevolen; het gehalte aan cis-onverzadig<strong>de</strong> vetzuren ligt voor <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong><br />

leeftijdsgroepen b<strong>in</strong>nen het gebied van <strong>de</strong> a<strong>de</strong>quate <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g, maar is wel lager dan <strong>de</strong><br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> totale bevolk<strong>in</strong>g.<br />

De dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van zichtbaar vet (smeer- en bereid<strong>in</strong>gsvetten) is<br />

nauwelijks gecompenseerd door bedrijfsmatig toegevoegd (verborgen) vet (<strong>in</strong> brood,<br />

aardappelproducten, kant-en-klaarmaaltij<strong>de</strong>n). De dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van verzadig<strong>de</strong><br />

vetzuren via smeer- en bereid<strong>in</strong>gsvetten, melkproducten, kaas, vleeswaren, koek en<br />

gebak is eveneens nauwelijks gecompenseerd door een toegenomen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g via<br />

bronnen als aardappelproducten en kant-en-klaarmaaltij<strong>de</strong>n.<br />

Het aantal personen dat een voed<strong>in</strong>g gebruikt die voldoet aan <strong>de</strong> ‘Richtlijnen goe<strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>g’ voor totaal vet, verzadig<strong>de</strong> vetzuren, koolhydraten en voed<strong>in</strong>gsvezel<br />

gezamenlijk, is ger<strong>in</strong>g en is <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 nauwelijks veran<strong>de</strong>rd.<br />

Ondanks <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van verzadig<strong>de</strong> vetzuren blijft <strong>de</strong>ze groter dan<br />

wenselijk. De mate waaraan wordt voldaan aan <strong>de</strong> richtlijn voor verzadig<strong>de</strong> vetzuren op<br />

zich, is wel toegenomen. Dit geldt ook voor <strong>de</strong> richtlijn voor totaal vet. Door <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> het gebruik van aardappelen, groenten, fruit en brood blijkt vooral <strong>de</strong> richtlijn voor<br />

voed<strong>in</strong>gsvezel steeds moeilijker te realiseren. Het gemid<strong>de</strong>ld gehalte aan voed<strong>in</strong>gsvezel<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g ligt nog ver bene<strong>de</strong>n het aanbevolen niveau. De belangrijkste<br />

belemmer<strong>in</strong>gen voor het realiseren van een voed<strong>in</strong>g die voldoet aan <strong>de</strong> ‘Richtlijnen<br />

goe<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g’ voor totaal vet, verzadig<strong>de</strong> vetzuren, koolhydraten en voed<strong>in</strong>gsvezel<br />

gezamenlijk blijken het gehalte verzadig<strong>de</strong> vetzuren en voed<strong>in</strong>gsvezel <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g te<br />

zijn, en <strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate dat van totaal vet.<br />

Voor een aantal microvoed<strong>in</strong>gsstoffen is <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g<br />

geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> afgelopen tien jaar na<strong>de</strong>r geanalyseerd. Het betreft <strong>de</strong> vitam<strong>in</strong>es A, D, E,<br />

C, B 6 , B 12 en foliumzuur, en <strong>de</strong> m<strong>in</strong>eralen ijzer en calcium. Wat het gemid<strong>de</strong>ld niveau<br />

van <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met <strong>de</strong>ze voed<strong>in</strong>gsstoffen betreft heeft <strong>de</strong> voedselconsumptie <strong>in</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rland zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 over het algemeen niet gunstig<br />

14 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


ontwikkeld. Voor <strong>de</strong> meeste van <strong>de</strong>ze voed<strong>in</strong>gsstoffen is zowel voor <strong>de</strong> totale bevolk<strong>in</strong>g<br />

als voor <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g gedaald. Bovendien is <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>gsstoffendichtheid* voor verschillen<strong>de</strong> <strong>belangrijke</strong> microvoed<strong>in</strong>gsstoffen<br />

afgenomen.<br />

Vooral <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> vetoplosbare vitam<strong>in</strong>es A, E en <strong>in</strong><br />

m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate vitam<strong>in</strong>e D, vraagt om aandacht. Deze dal<strong>in</strong>g is het gevolg van on<strong>de</strong>r<br />

an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van smeer- en bereid<strong>in</strong>gsvetten en van<br />

lever(producten), en <strong>de</strong> verschuiv<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van volle melk(producten) naar<br />

halfvolle en magere varianten. Ook is aandacht nodig voor <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g<br />

met foliumzuur en β-caroteen door <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g van het groentengebruik. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

voorzien<strong>in</strong>g met ijzer, die vooral voor vrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> vruchtbare leeftijd al te laag was <strong>in</strong><br />

vergelijk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g aan het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> analyseperio<strong>de</strong>, daal<strong>de</strong><br />

ver<strong>de</strong>r.<br />

De commissie hecht meer betekenis aan <strong>de</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met<br />

microvoed<strong>in</strong>gsstoffen dan aan <strong>de</strong> absolute niveaus die tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> peil<strong>in</strong>gen zijn<br />

vastgesteld. De betekenis van <strong>de</strong> lage voorzien<strong>in</strong>gsniveaus die tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1997/98 zijn berekend kan pas wor<strong>de</strong>n aangegeven na<br />

gericht on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gstoestand.<br />

Effecten <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g verzadig<strong>de</strong> en transvetzuren en groenten- en fruitgebruik op<br />

<strong>de</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie van kanker en hart- en vaatziekten<br />

Voor een tweetal <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie is een na<strong>de</strong>re<br />

analyse gemaakt van <strong>de</strong> consequenties van <strong>de</strong>ze <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> voor <strong>de</strong><br />

volksgezondheid. Het gaat om <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hoeveelheid verzadig<strong>de</strong> vetzuren en<br />

transvetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g van laagopgelei<strong>de</strong>** 19 t/m 35-jarigen, en <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het<br />

gebruik van groenten en fruit. Uit via mo<strong>de</strong>ller<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rzoek*** verkregen schatt<strong>in</strong>gen<br />

blijkt dat er <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> veertig jaar een niet onbelangrijk aantal gevallen van kanker<br />

(circa 1 700) en hart- en vaatziekten (circa 3 500) <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze bevolk<strong>in</strong>gsgroep <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

komen<strong>de</strong> veertig jaar had kunnen wor<strong>de</strong>n voorkomen als <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> groenten- en<br />

fruitconsumptie <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> niet had plaats gevon<strong>de</strong>n. Dit komt overeen met circa<br />

1-2% van <strong>de</strong> gevallen van kanker en hart- en vaatziekten. De dal<strong>in</strong>g van het verzadigd<br />

vetzuurgehalte van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 zal volgens <strong>de</strong> schatt<strong>in</strong>g<br />

daarentegen <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> veertig jaar <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze bevolk<strong>in</strong>gsgroep lei<strong>de</strong>n tot 5% m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />

gevallen van hart- en vaatziekten bij <strong>de</strong> mannen (9 000) en bijna 1% m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gevallen bij<br />

* De hoeveelheid microvoed<strong>in</strong>gsstof per eenheid van energie.<br />

** Lager on<strong>de</strong>rwijs en lager beroepson<strong>de</strong>rwijs.<br />

*** Het betreft een computersimulatiemo<strong>de</strong>l waarmee gezondheidseffecten van trends <strong>in</strong>, en <strong>in</strong>terventies op leefstijlfactoren<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n geschat.<br />

Samenvatt<strong>in</strong>g 15


<strong>de</strong> vrouwen (400). De dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hoeveelheid transvetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 zal <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> veertig jaar voor respectievelijk mannen en<br />

vrouwen resulteren <strong>in</strong> 5% (9 000) en 4% (2 000) m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gevallen van hart- en<br />

vaatziekten. Deze schatt<strong>in</strong>gen betreffen alleen <strong>de</strong> groep van laagopgelei<strong>de</strong> 19 t/m 35<br />

jarigen. Voor <strong>de</strong> gehele bevolk<strong>in</strong>g zal het gezondheidseffect qua omvang een veelvoud<br />

van <strong>de</strong>ze schatt<strong>in</strong>gen zijn.<br />

Uiteraard valt <strong>de</strong> grootste gezondheidsw<strong>in</strong>st te verwachten als het voed<strong>in</strong>gspatroon<br />

van <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen laagopgelei<strong>de</strong>n zodanig veran<strong>de</strong>rt dat wordt voldaan aan <strong>de</strong><br />

aanbevolen <strong>in</strong>name: 400 g groenten en fruit, ten hoogste 10 en%* verzadig<strong>de</strong> vetzuren<br />

en ten hoogste 0,8 en% transvetzuren. Als gevolg van het toegenomen groenten- en<br />

fruitgebruik zou hiermee <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> veertig jaar het optre<strong>de</strong>n van hart- en vaatziekten<br />

met 12% (35 000 gevallen) en van kanker met 14% (16 000 gevallen) kunnen<br />

verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. De dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hoeveelheid verzadig<strong>de</strong> vetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g tot ten<br />

hoogste 10 en% zou <strong>de</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie van hart- en vaatziekten <strong>in</strong> die perio<strong>de</strong> met ongeveer<br />

29% (75 000) kunnen reduceren. De dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hoeveelheid transvetzuren tot<br />

maximaal 0,8 en% zou <strong>de</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie van hart- en vaatziekten <strong>in</strong> die perio<strong>de</strong> met 4%<br />

(10 500 gevallen) kunnen verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. Ook hier geldt dat <strong>de</strong>ze schatt<strong>in</strong>gen betrekk<strong>in</strong>g<br />

hebben op alleen <strong>de</strong> groep van laagopgelei<strong>de</strong> 19 t/m 35 jarigen. Voor <strong>de</strong> gehele<br />

bevolk<strong>in</strong>g zal het gezondheidseffect qua omvang veel groter zijn. De commissie wijst er<br />

wel op dat <strong>de</strong> schatt<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> gezondheidseffecten gezien <strong>de</strong> onzekerhe<strong>de</strong>n die<br />

samenhangen met het mo<strong>de</strong>ller<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rzoek slechts mogen wor<strong>de</strong>n beschouwd als<br />

globale <strong>in</strong>dicaties van <strong>de</strong> or<strong>de</strong> van grootte van <strong>de</strong> te behalen gezondheidsw<strong>in</strong>st.<br />

Aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

In het licht van <strong>de</strong> geschetste <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie doet <strong>de</strong><br />

commissie <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>gen. De commissie meent dat voorlicht<strong>in</strong>g moet<br />

wor<strong>de</strong>n geïntensiveerd die is gericht op een voedselkeuze die leidt tot het gebruik van<br />

meer groenten en fruit, brood en graanproducten, en tot m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gebruik van producten,<br />

die rijk zijn aan vet —vooral aan verzadig<strong>de</strong> vetzuren— en producten met een hoge<br />

energiedichtheid** en lage voed<strong>in</strong>gstoffendichtheid***. Ten behoeve van <strong>de</strong> preventie<br />

van overgewicht en obesitas moet tevens het belang wor<strong>de</strong>n benadrukt van het bereiken<br />

en handhaven van een goe<strong>de</strong> energiebalans, door met name het dagelijkse<br />

energieverbruik via lichamelijke activiteit te verhogen en daarnaast <strong>de</strong> energie-<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g<br />

via <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g te brengen met <strong>de</strong> energiebehoefte. In het on<strong>de</strong>rwijs<br />

* Energieprocenten.<br />

** Hoeveelheid energie per gram voedsel.<br />

*** Hoeveelheid microvoed<strong>in</strong>gsstof per eenheid van energie.<br />

16 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


moet <strong>in</strong> het lesprogramma meer structureel ruimte wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gebouwd voor het belang<br />

van voed<strong>in</strong>g en beweg<strong>in</strong>g als aspecten van een gezon<strong>de</strong> leefstijl. Tenslotte v<strong>in</strong>dt <strong>de</strong><br />

commissie dat ontmoedig<strong>in</strong>g van het gebruik van alcohol door vooral jongeren moet<br />

wor<strong>de</strong>n geïntensiveerd.<br />

Het voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lenbedrijfsleven moet wor<strong>de</strong>n gestimuleerd bij<br />

productontwikkel<strong>in</strong>g en grondstoffenkeuze uitgangspunten te hanteren die lei<strong>de</strong>n tot een<br />

ver<strong>de</strong>re dal<strong>in</strong>g van het gehalte aan transvetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g tot het niveau dat van<br />

nature aanwezig is, een ver<strong>de</strong>re dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hoeveelheid totaal vet* —vooral via <strong>de</strong><br />

hoeveelheid verzadig<strong>de</strong> vetzuren— en een toename van <strong>de</strong> hoeveelheid voed<strong>in</strong>gsvezel<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g.<br />

In verband met het teruglopen van <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met vetoplosbare vitam<strong>in</strong>es moet<br />

volgens <strong>de</strong> commissie wor<strong>de</strong>n bevor<strong>de</strong>rd dat het voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lenbedrijfsleven<br />

producten waarvan het vetgehalte is verlaagd ‘restaureert’ met vetoplosbare vitam<strong>in</strong>es<br />

tot het niveau <strong>in</strong> <strong>de</strong> oorspronkelijke producten (bijvoorbeeld halfvolle en magere<br />

melk(producten)).<br />

Het voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lenbedrijfsleven, restauratieve <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen (waaron<strong>de</strong>r schoolen<br />

bedrijfskant<strong>in</strong>es), cater<strong>in</strong>gbedrijven e.d. moeten wor<strong>de</strong>n gestimuleerd bij <strong>de</strong><br />

ontwikkel<strong>in</strong>g en samenstell<strong>in</strong>g van bijvoorbeeld kant-en-klaarmaaltij<strong>de</strong>n, voorbewerkte<br />

maaltijdcomponenten, snacks, en afhaalmaaltij<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> door het Voed<strong>in</strong>gscentrum<br />

opgestel<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gskundige richtlijnen te hanteren (on<strong>de</strong>rmeer een hoge<br />

voed<strong>in</strong>gsstoffendichtheid en lage energiedichtheid).<br />

Met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> regelgev<strong>in</strong>g meent <strong>de</strong> commissie dat Ne<strong>de</strong>rland het <strong>in</strong>itiatief<br />

moet nemen dat leidt tot een zodanige wijzig<strong>in</strong>g van Richtlijn nr. 90/496/EEG van <strong>de</strong><br />

Raad van Europese Gemeenschappen van 24 september 1990 <strong>in</strong>zake <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>gswaar<strong>de</strong>-etiketter<strong>in</strong>g van levensmid<strong>de</strong>len (Pb EG L276) dat hier<strong>in</strong> ook <strong>de</strong><br />

transvetzuren wor<strong>de</strong>n opgenomen. Ook moet daar<strong>in</strong> <strong>de</strong> verplicht<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n opgenomen<br />

dat bij toepass<strong>in</strong>g van voed<strong>in</strong>gswaar<strong>de</strong>-etiketter<strong>in</strong>g <strong>de</strong> vetzuursamenstell<strong>in</strong>g (totaal,<br />

verzadigd, trans, enkelvoudig onverzadigd en meervoudig onverzadigd) altijd wordt<br />

vermeld. Daarnaast pleit <strong>de</strong> commissie ervoor dat op het niveau van <strong>de</strong> EU een<br />

maximum wordt gesteld aan <strong>de</strong> hoeveelheid transvetzuren <strong>in</strong> <strong>in</strong>dustrieel bewerkte<br />

eetbare plantaardige oliën en vetten. Tenslotte moet volgens <strong>de</strong> commissie wor<strong>de</strong>n<br />

nagegaan of er <strong>in</strong> <strong>de</strong> EU een draagvlak bestaat voor een verplichte voed<strong>in</strong>gswaar<strong>de</strong>etiketter<strong>in</strong>g<br />

(energie, macrovoed<strong>in</strong>gsstoffen, vetzuursamenstell<strong>in</strong>g).<br />

Het advies besluit met een aantal aanbevel<strong>in</strong>gen voor ver<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek.<br />

* De commissie gaat er hierbij vanuit dat gewichtstoename of overgewicht dichter ligt bij <strong>de</strong> gangbare praktijk dan een<br />

wenselijk lichaamsgewicht.<br />

Samenvatt<strong>in</strong>g 17


18 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Executive summary<br />

Health Council of the Netherlands. Committee on Trends <strong>in</strong> food consumption.<br />

Significant trends <strong>in</strong> food consumption <strong>in</strong> the Netherlands. The Haue: Health<br />

Council of the Netherlands, 2002; publication no. 2002/12<br />

A National food consumption survey has been held <strong>in</strong> the Netherlands every five years<br />

s<strong>in</strong>ce 1987. This document presents the most significant dietary trends for the period<br />

1987/88 to 1997/98, and outl<strong>in</strong>es their possible consequences <strong>in</strong> terms of public health.<br />

The focus of the document is on three groups: the population as a whole, the 13 to 18<br />

age group and the 19 to 35 age group. Because the period un<strong>de</strong>r review was marked by a<br />

number of <strong>de</strong>mographic shifts, the data used for analysis have been standardised<br />

accord<strong>in</strong>g to age, gen<strong>de</strong>r and education based on the situation obta<strong>in</strong><strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1987/88*.<br />

Food consumption and meal paterns<br />

Various socio-<strong>de</strong>mographic shifts were noted dur<strong>in</strong>g the period un<strong>de</strong>r review and these<br />

will certa<strong>in</strong>ly have accounted for changes to general lifestyle, food choices and eat<strong>in</strong>g<br />

habits. Significant <strong>de</strong>velopments <strong>in</strong>clu<strong>de</strong> an ongo<strong>in</strong>g <strong>de</strong>crease <strong>in</strong> the consumption of<br />

staples such as potatoes, vegetables, fruit and fresh meat. With regard to fruit<br />

consumption, both the number of consumers** and the quantity of fruit eaten by each<br />

<strong>in</strong>dividual was seen to <strong>de</strong>crease. In the case of vegetables, it was largely the quantity<br />

consumed that fell rather than the actual number of people eat<strong>in</strong>g vegetables at all. The<br />

* Accord<strong>in</strong>gly, some data with regard to food consumption presented <strong>in</strong> this report may differ from that published<br />

elsewhere, based on non-standardised food consumption surveys.<br />

** Where the report refers to 'the percentage of consumers' or 'the number of persons consum<strong>in</strong>g a product', this is to be taken<br />

to mean the number of respon<strong>de</strong>nts who claimed to have consumed the product <strong>in</strong> question on one or both of the survey<br />

dates.<br />

Executive summary 19


eduction <strong>in</strong> the consumption of dietary staples was accompanied by a rise <strong>in</strong> that of the<br />

product groups ‘gra<strong>in</strong>s, cereals and b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g agents’, ‘fish’, ‘nuts and snacks’, ‘preprepared<br />

meals’ and ‘beverages’ (notably sugar-free and standard soft dr<strong>in</strong>ks). The<br />

consumption of (fresh) fruit juices also <strong>in</strong>creased, go<strong>in</strong>g some way towards<br />

compensat<strong>in</strong>g for the fall <strong>in</strong> the consumption of whole fresh fruit. With<strong>in</strong> the product<br />

group ‘fats, oils and savoury sauces’, margar<strong>in</strong>e lost some ground to the lighter<br />

‘halvar<strong>in</strong>e’-type substitutes while the consumption of thick (cream) sauces <strong>in</strong>creased<br />

substantially. In the product group ‘milk and dairy products’, the previously noted trend<br />

whereby full-cream products were displaced by semi-skimmed and skimmed milk<br />

products and <strong>de</strong>rivatives cont<strong>in</strong>ued throughout the period un<strong>de</strong>r review.<br />

In general terms, dietary trends among the two selected age groups (13 to18-yearolds<br />

and those between 19 and 35) are <strong>in</strong> l<strong>in</strong>e with those of the population as a whole.<br />

Nevertheless, the <strong>de</strong>cl<strong>in</strong>e <strong>in</strong> the consumption of ‘bread’ and ‘vegetables’ is somewhat<br />

higher than average among boys <strong>in</strong> the 13 to 18 age group. Similarly, the consumption<br />

of alcoholic beverages by this group <strong>in</strong>creased, particularly dur<strong>in</strong>g the latter half of the<br />

period concerned, i.e. 1992-1997/98. A larger number of boys started to dr<strong>in</strong>k beer<br />

dur<strong>in</strong>g this period, and drank it <strong>in</strong> greater quantities. Among the 13 to 18 age group, it is<br />

noticeable that the <strong>de</strong>crease <strong>in</strong> the consumption of (fresh) vegetables is actually greater<br />

for female respon<strong>de</strong>nts than for their male counterparts. The number of boys who<br />

regularly ate vegetables rema<strong>in</strong>ed more or less constant, while the number of girls do<strong>in</strong>g<br />

so showed a significant <strong>de</strong>crease. Tak<strong>in</strong>g all factors <strong>in</strong>to account, dietary preferences<br />

among the 13 to 18 age group displayed a trend which may be <strong>de</strong>scribed as less<br />

favourable than that for the population as a whole.<br />

The dietary preferences of the 19 to 35 age group largely follow those of the overall<br />

population. However, it is noticeable that <strong>in</strong> this sector there was a marked shift away<br />

from alcoholic dr<strong>in</strong>ks <strong>in</strong> favour of non-alcoholic beverages, particularly sugar-free soft<br />

dr<strong>in</strong>ks and fruit juices. The <strong>de</strong>crease <strong>in</strong> the consumption of vegetables was of similar<br />

proportions for both male and female respon<strong>de</strong>nts and was less marked than <strong>in</strong> the<br />

younger (13 to 18) age group. In general, the shift <strong>in</strong> the 19 to 35 age group's dietary<br />

preferences may be <strong>de</strong>scribed as slightly less unfavourable than that observed among the<br />

younger group.<br />

Among both selected age groups and the population as a whole, the most<br />

conspicuous shift <strong>in</strong> dietary preferences was observed dur<strong>in</strong>g the period 1987/88-1992.<br />

Dur<strong>in</strong>g the subsequent five-year period, the trends thus far established were seen to<br />

cont<strong>in</strong>ue for most product groups.<br />

With regard to eat<strong>in</strong>g habits, the traditional 'three meals a day' pattern rema<strong>in</strong>ed the<br />

norm the period 1987/88-1997/98, although there was some <strong>de</strong>cl<strong>in</strong>e <strong>in</strong> the number of<br />

people tak<strong>in</strong>g breakfast, especially among the lower socio-economic group. Males aged<br />

between 19 and 35 seem particularly likely to skip breakfast. Those who do not eat<br />

20 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


eakfast generally have a lower level of nutrition. However, there is no evi<strong>de</strong>nce to<br />

suggest that failure to eat breakfast results <strong>in</strong> failure to achieve the recommen<strong>de</strong>d daily<br />

<strong>in</strong>take of the selected nutrients.<br />

With regard to the ma<strong>in</strong> meal of the day, there is a clear ten<strong>de</strong>ncy towards products<br />

with a relatively short preparation time and for pre-prepared meals. The traditional 'meat<br />

and two-veg' is <strong>in</strong>creas<strong>in</strong>gly replaced by a rice or pasta dish or some other table-ready<br />

meal. Between meals, the consumption of coffee and tea is <strong>in</strong>creas<strong>in</strong>gly giv<strong>in</strong>g way to<br />

that of non-alcoholic beverages (notably soft dr<strong>in</strong>ks of the soda type), while bakery<br />

products (cakes and biscuits) have lost <strong>in</strong> popularity to nuts and packaged snacks.<br />

However, there is no evi<strong>de</strong>nce to suggest that the practice of 'graz<strong>in</strong>g' <strong>in</strong>creased<br />

significantly dur<strong>in</strong>g the ten-year period un<strong>de</strong>r review.<br />

The number of people eat<strong>in</strong>g either the midday or even<strong>in</strong>g meal outsi<strong>de</strong> the home<br />

has <strong>in</strong>creased somewhat less than general market surveys may suggest. The same can be<br />

said of the <strong>de</strong>gree to which people choose to skip breakfast, of the consumption of preprepared<br />

meals, and of the replacement of the traditional Dutch (bread-based) breakfast<br />

with one featur<strong>in</strong>g breakfast cereal or a pre-prepared breakfast dr<strong>in</strong>k. Although such<br />

trends did <strong>in</strong><strong>de</strong>ed emerge <strong>in</strong> the early 1990s and have <strong>in</strong><strong>de</strong>ed ma<strong>de</strong> some impact on the<br />

results of the surveys on which this report is based, their ma<strong>in</strong> <strong>in</strong>fluence was felt dur<strong>in</strong>g<br />

the period after 1997/98. The Commission expects this <strong>de</strong>velopment to cont<strong>in</strong>ue and to<br />

<strong>in</strong>tensify, whereupon there is likely to be further <strong>de</strong>cl<strong>in</strong>e <strong>in</strong> the consumption of fruit and<br />

vegetables due to a concomitant rise <strong>in</strong> that of pre-prepared meals and more frequent<br />

d<strong>in</strong><strong>in</strong>g out. This may also lead to a further <strong>de</strong>cl<strong>in</strong>e <strong>in</strong> the <strong>in</strong>take of various micronutrients<br />

due to such factors as substitution of staples and a ten<strong>de</strong>ncy not to eat breakfast.<br />

Energy and nutrient <strong>in</strong>take<br />

The trends <strong>in</strong> food consumption habits have had both positive and negative effects <strong>in</strong><br />

terms of nutrition. The positive effects relate to the <strong>de</strong>crease <strong>in</strong> average energy value<br />

(kJ/Kcal) of the selected foodstuffs, the <strong>de</strong>crease <strong>in</strong> the <strong>in</strong>take of fats and the<br />

improvement of the fatty acid composition of the diet. Negative effects <strong>in</strong>clu<strong>de</strong> a<br />

<strong>de</strong>crease <strong>in</strong> the average nutrient <strong>de</strong>nsity of the diet.<br />

The energy value of the diet and the energy value per gram (energy <strong>de</strong>nsity)<br />

<strong>de</strong>cl<strong>in</strong>ed noticeably dur<strong>in</strong>g the period 1987/88-1997/98, both for the population as a<br />

whole and for the two selected age groups. However, this <strong>de</strong>cl<strong>in</strong>e was not able to prevent<br />

a significant <strong>in</strong>crease <strong>in</strong> the number of persons classified as overweight or obese,<br />

particularly among females aged 19 to 35 at the lower end of the socio-economic scale.<br />

The <strong>de</strong>crease <strong>in</strong> energy <strong>in</strong>take was most noticeable dur<strong>in</strong>g the period 1987/88-1992.<br />

Dur<strong>in</strong>g the subsequent five-year period there was a further slight <strong>de</strong>crease for the<br />

Executive summary 21


population as a whole and for females aged 13 to 18, but an slight <strong>in</strong>crease among males<br />

aged 13 to 18 and for the 19 to 35 age group.<br />

Dur<strong>in</strong>g the period 1992-1987/98, average physical activity — and hence energy<br />

expenditure — <strong>de</strong>creased further among all sections of the population. The commission<br />

conclu<strong>de</strong>s that the observed <strong>in</strong>crease <strong>in</strong> the number of persons present<strong>in</strong>g classified as<br />

overweight or obese may be attributed to the fact that the reduction <strong>in</strong> energy <strong>in</strong>take was<br />

less than the <strong>de</strong>crease <strong>in</strong> energy expenditure through physical activity.<br />

The reduction <strong>in</strong> the average quantity of fat <strong>in</strong> the diet and the improvement of the<br />

fatty acid composition (affect<strong>in</strong>g both the population as a whole and the two selected<br />

age groups) may be regar<strong>de</strong>d as a (potentially) positive <strong>de</strong>velopment. However, the<br />

quantity of saturated fatty acids and, to a lesser <strong>de</strong>gree, trans fatty acids <strong>in</strong> the diet of the<br />

selected age groups is still markedly higher than recommen<strong>de</strong>d. The <strong>in</strong>take of simple<br />

and polyunsaturated fatty acids among these groups is with<strong>in</strong> the target range, but<br />

nevertheless rema<strong>in</strong>s somewhat lower than that of the total population.<br />

The <strong>de</strong>crease <strong>in</strong> the consumption of ‘visible’ fats (spreads and cook<strong>in</strong>g oils, etc.) has<br />

not been fully offset by the use of ad<strong>de</strong>d (‘hid<strong>de</strong>n’) fats <strong>in</strong> bread, potato products and<br />

pre-prepared meals. Similarly, the <strong>de</strong>crease <strong>in</strong> the <strong>in</strong>take of saturated fatty acids <strong>in</strong><br />

spreads, cook<strong>in</strong>g oils, cheese, dairy products, meat and bakery products has not been<br />

fully offset by the <strong>in</strong>creased <strong>in</strong>take from sources such as potato products and preprepared<br />

meals.<br />

The number of persons ma<strong>in</strong>ta<strong>in</strong><strong>in</strong>g a diet which complies with the published<br />

dietary gui<strong>de</strong>l<strong>in</strong>es with regard to total fat <strong>in</strong>take, saturated fatty acids, carbohydrates and<br />

dietary fibre rema<strong>in</strong>s extremely small, show<strong>in</strong>g little change dur<strong>in</strong>g the period 1987/88-<br />

1997/98. Despite the fall <strong>in</strong> the consumption of saturated fatty acids, such consumption<br />

rema<strong>in</strong>s higher than <strong>de</strong>sirable. However, the <strong>de</strong>gree to which the gui<strong>de</strong>l<strong>in</strong>es with regard<br />

to saturated fatty acids are be<strong>in</strong>g observed has <strong>in</strong>creased, as has that with regard to total<br />

fat <strong>in</strong>take.<br />

The reduction <strong>in</strong> the consumption of potatoes, fruit, vegetables and bread has<br />

ren<strong>de</strong>red it <strong>in</strong>creas<strong>in</strong>gly difficult to meet the gui<strong>de</strong>l<strong>in</strong>es for the <strong>in</strong>take of dietary fibre.<br />

The average content of dietary fibre <strong>in</strong> the average person's diet rema<strong>in</strong>s far below the<br />

recommen<strong>de</strong>d level. The ma<strong>in</strong> obstacles to achiev<strong>in</strong>g a diet which conforms to the<br />

published gui<strong>de</strong>l<strong>in</strong>es (with regard to total fat, saturated fatty acids, carbohydrates and<br />

dietary fibre) would appear to be the saturated fatty acid content and dietary fibre<br />

content. The total fat content plays a lesser role.<br />

In the case of a number of micronutrients, trends with regard to <strong>in</strong>take have been<br />

further analysed over the ten-year period. Particular attention was <strong>de</strong>voted to vitam<strong>in</strong>s<br />

A, D, E, C, B 6, B 12, folic acid, and the m<strong>in</strong>erals iron and calcium. In general, it may be<br />

stated that the food consumption <strong>in</strong> the Netherlands did not <strong>de</strong>velop favourably with<br />

regard to the <strong>in</strong>take of these nutrients dur<strong>in</strong>g the period 1987/88-1997/98. In most cases,<br />

22 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


<strong>in</strong>take <strong>de</strong>cl<strong>in</strong>ed, both among the population as a whole and among the two selected age<br />

groups. Moreover, a number of important micronutrients have become less readily<br />

available, the nutrient <strong>de</strong>nsity of the diet hav<strong>in</strong>g <strong>de</strong>creased.<br />

In particular, the <strong>de</strong>crease <strong>in</strong> availability and <strong>in</strong>take of the fat-soluble vitam<strong>in</strong>s A, E<br />

and, to a lesser extent, D has been caused by the reduction <strong>in</strong> the consumption of spreads<br />

and cook<strong>in</strong>g oils and of liver (products), matched by a shift away from the consumption<br />

of full-fat milk and products <strong>in</strong> favour of the skimmed and semi-skimmed varieties. This<br />

requires ongo<strong>in</strong>g attention, as does the <strong>de</strong>crease <strong>in</strong> the <strong>in</strong>take of folic acid and β-carotene<br />

due to the fall <strong>in</strong> the consumption of fresh vegetables. The average <strong>in</strong>take of iron, which<br />

was already far below recommen<strong>de</strong>d levels at the beg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g of the period un<strong>de</strong>r review,<br />

particularly among women of childbear<strong>in</strong>g age, fell yet further. Further study <strong>in</strong>to the<br />

un<strong>de</strong>rly<strong>in</strong>g causes and effects of this <strong>de</strong>crease is seen as <strong>de</strong>sirable.<br />

Likely consequences <strong>in</strong> terms of public health<br />

A further analysis of two significant dietary trends has been ma<strong>de</strong> <strong>in</strong> an attempt to<br />

i<strong>de</strong>ntify the consequences <strong>in</strong> terms of public health: the reduction <strong>in</strong> the <strong>in</strong>take of<br />

saturated fatty acids and of trans fatty acids by those <strong>in</strong> the 19 to 35 age group and of<br />

lower educational qualifications, and the reduction <strong>in</strong> the general consumption of fruit<br />

and vegetables. Projections suggest that a significant reduction <strong>in</strong> the <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nce of<br />

cancer (approximately 1,700 cases) and of cardiovascular disease (approximately 3,500<br />

cases) with<strong>in</strong> this population group could have been achieved over the next forty years if<br />

the reduction <strong>in</strong> fruit and vegetable consumption had not taken place. This is the<br />

equivalent of 1% to 2% of cases of these diseases. However, the reduction <strong>in</strong> the <strong>in</strong>take<br />

of saturated fatty acids dur<strong>in</strong>g the period 1987/88-1997/98 is likely to lead to a 5%<br />

reduction (9,000 cases) <strong>in</strong> the <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nce of cardio-vascular disease among men, and<br />

almost 1% (400 cases) among women dur<strong>in</strong>g the same period. The reduction <strong>in</strong> the<br />

dietary <strong>in</strong>take of trans fatty acids dur<strong>in</strong>g the period 1987/88-1997/98 will account for a<br />

reduction <strong>in</strong> the <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nce of cardiovascular disease <strong>in</strong> the or<strong>de</strong>r of 5% (9,000 cases)<br />

among men and 4% (2,000 cases) among women over the com<strong>in</strong>g forty years. Note that<br />

these projections relate only to the 19 to 35 age group with lower educational<br />

qualifications. For the population as a whole, the overall health effect may be<br />

extrapolated and expressed as a multiple of these figures.<br />

Of course, the greatest health ga<strong>in</strong>s will be achieved if the food consumption of the<br />

19 to 35 age group can be brought <strong>in</strong> l<strong>in</strong>e with the recommendations, i.e. 400 grams fruit<br />

and vegetables per day, a maximum of 10%-en saturated fatty acids and no more than<br />

0.8 en% trans fatty acids. This <strong>in</strong>crease <strong>in</strong> the consumption of fruit and vegetables could<br />

account for a 12% reduction (35,000 cases) <strong>in</strong> the <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nce of cardio-vascular disease<br />

over the com<strong>in</strong>g forty years and a 14% reduction (16,000 cases) <strong>in</strong> that of cancer. The<br />

Executive summary 23


target reduction <strong>in</strong> the quantity of saturated fatty acids <strong>in</strong> the diet (to no more than 10<br />

en%) could <strong>de</strong>crease the <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nce of cardio-vascular disease by approximately 29%<br />

(75,000 cases) dur<strong>in</strong>g the same period, while the reduction <strong>in</strong> the quantity of trans fatty<br />

acids (to a maximum of 0.8 en%) would reduce the <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nce of such diseases by 4%<br />

(10,500 cases). Here too, these projections refer only to those <strong>in</strong> the 19 to 35 age range<br />

and of lower educational qualifications, whereby the overall health effect for the total<br />

population will be very much greater. However, the commission notes that, given the<br />

uncerta<strong>in</strong>ties <strong>in</strong>herent <strong>in</strong> the mo<strong>de</strong>ll<strong>in</strong>g method employed, the projections presented <strong>in</strong><br />

the report with regard to possible health effects must be regar<strong>de</strong>d as global <strong>in</strong>dications<br />

only.<br />

Recommendations<br />

In view of the trends and <strong>de</strong>velopments noted <strong>in</strong> food consumption, the commission<br />

makes the follow<strong>in</strong>g recommendations. First, the commission believes that effective<br />

public education with regard to food choices should be <strong>in</strong>tensified to encourage greater<br />

consumption of fruit and vegetables, bread and gra<strong>in</strong> products, with a concomitant<br />

<strong>de</strong>crease <strong>in</strong> the consumption of those products which are rich <strong>in</strong> fat (particularly<br />

saturated fatty acids) and those products with a high energy <strong>de</strong>nsity but low nutrient<br />

<strong>de</strong>nsity. Secondly, <strong>in</strong> the <strong>in</strong>terests of reduc<strong>in</strong>g the number of persons classified as<br />

overweight or obese, the commission recommends that the importance of achiev<strong>in</strong>g and<br />

ma<strong>in</strong>ta<strong>in</strong><strong>in</strong>g a good energy balance should be stressed. It is, for example, possible to<br />

improve one's energy balance by <strong>in</strong>creas<strong>in</strong>g the amount of physical activity un<strong>de</strong>rtaken<br />

each day while ensur<strong>in</strong>g that the energy <strong>in</strong>take does not exceed personal energy<br />

requirements. In regular school education, more time and attention should be <strong>de</strong>voted to<br />

the importance of diet and exercise as aspects of a healthy lifestyle. The commission<br />

also recommends that efforts to discourage the consumption of alcohol, particularly by<br />

young people, should be <strong>in</strong>tensified.<br />

In its product <strong>de</strong>velopment and choice of <strong>in</strong>gredients, the food <strong>in</strong>dustry should be<br />

encouraged to observe certa<strong>in</strong> basic pr<strong>in</strong>ciples which will lead to a further reduction <strong>in</strong><br />

the quantity of trans fatty acids <strong>in</strong> the diet to the level found <strong>in</strong> nature itself. Measures<br />

should also be taken to ensure a reduction <strong>in</strong> the overall quantity of fats - particularly<br />

saturated fatty acids - and an <strong>in</strong>crease <strong>in</strong> the amount of fibre <strong>in</strong> the diet.<br />

Given the <strong>de</strong>crease <strong>in</strong> the <strong>in</strong>take of fat-soluble vitam<strong>in</strong>s, the commission<br />

recommends that products <strong>in</strong> which the fat content has been artificially lowered (e.g. <strong>in</strong><br />

skimmed and semi-skimmed milk) should have the vitam<strong>in</strong> levels restored to those of<br />

the orig<strong>in</strong>al product. The food <strong>in</strong>dustry and the cater<strong>in</strong>g tra<strong>de</strong> (<strong>in</strong>clud<strong>in</strong>g school d<strong>in</strong><strong>in</strong>g<br />

rooms, company canteens, etc) should be encouraged to follow the published dietary<br />

24 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


gui<strong>de</strong>l<strong>in</strong>es (e.g. high nutrient <strong>de</strong>nsity comb<strong>in</strong>ed with low energy <strong>de</strong>nsity) when<br />

<strong>de</strong>velop<strong>in</strong>g pre-prepared meals, meal components, snacks, take-away d<strong>in</strong>ners, etc.<br />

With regard to legislation, the commission f<strong>in</strong>ds that the Netherlands should take the<br />

<strong>in</strong>itiative <strong>in</strong> ensur<strong>in</strong>g that the necessary amendments are ma<strong>de</strong> to Directive 90/496/EEG<br />

of the Council of European Municipalities (dated 24 September 1990 and relat<strong>in</strong>g to the<br />

labell<strong>in</strong>g of foodstuffs; Pb EG L276), whereby the trans fatty acid content should be<br />

clearly stated and whereby all food labels (where applicable) should <strong>in</strong>dicate the fatty<br />

acid composition (total, saturated, trans, simple unsaturated and polyunsaturated.)<br />

Moreover, the commission feels that the European Union should consi<strong>de</strong>r the imposition<br />

of a maximum permissible content of trans fatty acids <strong>in</strong> <strong>in</strong>dustrially processed edible<br />

vegetable oils and fats. F<strong>in</strong>ally, the commission f<strong>in</strong>ds that the Netherlands should<br />

exam<strong>in</strong>e at EU-level the will<strong>in</strong>gness for a mandatory food labell<strong>in</strong>g (energy,<br />

macronutrients, fatty acids).<br />

The report ends with a number of recommendations for further research.<br />

Executive summary 25


26 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Hoofdstuk<br />

1<br />

Inleid<strong>in</strong>g<br />

1.1 Voorgeschie<strong>de</strong>nis<br />

Inzicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse bevolk<strong>in</strong>g werd tot het mid<strong>de</strong>n van<br />

<strong>de</strong> jaren tachtig verkregen met behulp van <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong> brutoverbruiksgegevens van<br />

het Landbouw Economisch Instituut, het huishoudbudgeton<strong>de</strong>rzoek van het CBS en<br />

<strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nteel kle<strong>in</strong>schalig on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> voedselconsumptie bij groepen mensen.<br />

De brutoverbruikgegevens geven <strong>de</strong> hoeveelhe<strong>de</strong>n voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len* aan die voor<br />

b<strong>in</strong>nenlands gebruik gemid<strong>de</strong>ld per hoofd van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g jaarlijks beschikbaar zijn<br />

gekomen. Bij <strong>de</strong>ze gegevens wordt slechts zeer beperkt reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n met<br />

verliezen die optre<strong>de</strong>n als gevolg van bijvoorbeeld be<strong>de</strong>rf, breuk en afval. Zij geven<br />

slechts een <strong>in</strong>druk van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselvoorzien<strong>in</strong>g op bevolk<strong>in</strong>gsniveau<br />

zon<strong>de</strong>r dat hierbij on<strong>de</strong>rscheid kan wor<strong>de</strong>n gemaakt naar <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

bevolk<strong>in</strong>gsgroepen.<br />

Het huishoudbudgeton<strong>de</strong>rzoek dat s<strong>in</strong>ds 1978 cont<strong>in</strong>u door het CBS wordt<br />

uitgevoerd bij een lan<strong>de</strong>lijk representatieve steekproef van huishou<strong>de</strong>ns beperkt zich tot<br />

<strong>de</strong> aankoop van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len op het niveau van <strong>de</strong> huishoud<strong>in</strong>g. Dit on<strong>de</strong>rzoek<br />

geeft geen <strong>in</strong>formatie over <strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> gekochte voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len zich<br />

ver<strong>de</strong>len over <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> huishoud<strong>in</strong>g. Bovendien staat <strong>in</strong> dit on<strong>de</strong>rzoek <strong>de</strong><br />

* Het gaat om producten die geen of we<strong>in</strong>ig bewerk<strong>in</strong>g hebben on<strong>de</strong>rgaan m.a.w. over het algemeen primaire agrarische<br />

producten.<br />

Inleid<strong>in</strong>g 27


hoeveelheid geld die aan voedsel wordt uitgegeven centraal en niet <strong>de</strong> gekochte<br />

hoeveelheid.<br />

Het <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntele voedselconsumptie-on<strong>de</strong>rzoek bij groepen mensen werd uitgevoerd<br />

door universitaire on<strong>de</strong>rzoeksgroepen en on<strong>de</strong>rzoeksgroepen van <strong>in</strong>stituten als TNO<br />

(o.a. Ret76, Hoo90). Alleen <strong>in</strong> dit type on<strong>de</strong>rzoek wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gegevens verzameld op<br />

<strong>in</strong>dividueel niveau en wordt dus <strong>in</strong>zicht verkregen <strong>in</strong> <strong>de</strong> werkelijke voedselconsumptie<br />

van bepaal<strong>de</strong> —vaak niet representatieve— groepen van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g.<br />

Het beeld van <strong>de</strong> voedselconsumptie dat uit <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rzoeken naar voren kwam was al<br />

met al zeer fragmentarisch en onvoldoen<strong>de</strong> om richt<strong>in</strong>g te kunnen geven aan het<br />

voed<strong>in</strong>gsbeleid van <strong>de</strong> overheid. In 1983 verscheen <strong>de</strong> Nota Voed<strong>in</strong>gsbeleid die <strong>in</strong><br />

november 1983 door <strong>de</strong> staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, me<strong>de</strong><br />

namens <strong>de</strong> staatssecretarissen van Landbouw en Visserij en van Economische zaken aan<br />

<strong>de</strong> twee<strong>de</strong> Kamer werd aangebo<strong>de</strong>n. In die nota werd dan ook aangekondigd dat 'het<br />

opzetten van een systematische, periodieke peil<strong>in</strong>g van voed<strong>in</strong>g en gezondheidstoestand,<br />

<strong>in</strong> relatie met <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g, van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g' zal wor<strong>de</strong>n bevor<strong>de</strong>rd. Hierbij zou <strong>in</strong> het<br />

bijzon<strong>de</strong>r aandacht moeten wor<strong>de</strong>n besteed aan <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g van kwetsbare groepen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

samenlev<strong>in</strong>g (Ano83).<br />

In november 1986 bracht <strong>de</strong> Voed<strong>in</strong>gsraad een advies uit met een voorstel voor <strong>de</strong><br />

opzet van een voed<strong>in</strong>gspeil<strong>in</strong>gssysteem <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland (Voe87). De doelstell<strong>in</strong>g van dit<br />

systeem is <strong>in</strong> dit advies als volgt omschreven:<br />

• Een beschrijv<strong>in</strong>g mogelijk te maken van:<br />

• <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voedselconsumptie van verschillen<strong>de</strong> categorieën van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g<br />

• <strong>de</strong> spreid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len b<strong>in</strong>nen die categorieën<br />

• <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voedselconsumptie en <strong>de</strong> spreid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van<br />

voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd.<br />

• Informatie verzamelen over <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gstoestand van specifieke subcategorieën van<br />

<strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g.<br />

Aan het eerste aspect van <strong>de</strong>ze doelstell<strong>in</strong>g is door <strong>de</strong> overheid <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g gegeven door<br />

het periodiek laten uitvoeren van lan<strong>de</strong>lijke voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen volgens het<br />

door <strong>de</strong> Voed<strong>in</strong>gsraad aanbevolen mo<strong>de</strong>l*. Deze peil<strong>in</strong>gen zijn uitgevoerd <strong>in</strong> 1987/1988<br />

(VCP-1), 1992 (VCP-2) en 1997/98 (VCP-3). Voor een overzicht van <strong>de</strong> rapporten die <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r tijd op basis van <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong>ze peil<strong>in</strong>gen zijn uitgebracht wordt<br />

verwezen naar <strong>de</strong> publicatiereeks ‘Voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g: stand van zaken’ van <strong>de</strong><br />

Beheerscommissie VCP (Ano90, Bru93, Hul95a, Hul95b, Hul98).<br />

* Aan het twee<strong>de</strong> aspect is tot op dit moment niet op structurele wijze vorm gegeven.<br />

28 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Door <strong>de</strong> gestandaardiseer<strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen zijn<br />

uitgevoerd werd na <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> peil<strong>in</strong>g een analyse mogelijk van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

voedselconsumptie <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98.<br />

1.2 De adviesaanvraag<br />

Naar aanleid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> afrond<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g richtte <strong>de</strong><br />

m<strong>in</strong>ister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op 4 augustus 1998 een adviesaanvraag<br />

aan <strong>de</strong> <strong>Gezondheidsraad</strong>, waar<strong>in</strong> me<strong>de</strong> namens <strong>de</strong> m<strong>in</strong>ister van Landbouw,<br />

Natuurbeheer en Visserij een oor<strong>de</strong>el wordt gevraagd over <strong>de</strong> gezondheidskundige en<br />

voed<strong>in</strong>gskundige implicaties van <strong>de</strong> voedselconsumptie <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland en <strong>de</strong><br />

<strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> die zich daar<strong>in</strong> aftekenen (zie bijlage A).<br />

1.3 De commissie<br />

Op 14 september 1999 <strong>in</strong>stalleer<strong>de</strong> vice-voorzitter prof. dr JGAJ Hautvast van <strong>de</strong><br />

<strong>Gezondheidsraad</strong> <strong>de</strong> Commissie Trends voedselconsumptie —hierna te noemen: <strong>de</strong><br />

commissie— die tot taak kreeg het gevraag<strong>de</strong> oor<strong>de</strong>el op te stellen. De samenstell<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> commissie is vermeld <strong>in</strong> bijlage B.<br />

1.4 Opzet van het advies<br />

In het on<strong>de</strong>rhavige advies wordt een analyse gegeven van <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong><br />

die zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie hebben voorgedaan.<br />

Het advies is als volgt opgebouwd. Na een korte beschrijv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> opzet en<br />

beperk<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> periodieke lan<strong>de</strong>lijke voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> hoofdstuk 2,<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> hoofdstuk 3 enkele <strong>belangrijke</strong> sociaal-<strong>de</strong>mografische <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong><br />

geschetst die <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 hebben plaats gehad en die van <strong>in</strong>vloed zijn<br />

geweest op <strong>de</strong> leefwijze en het voed<strong>in</strong>gspatroon van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g. Hoofdstuk 4 geeft<br />

een overzicht van <strong>de</strong> belangrijkste <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> het voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lengebruik.<br />

Naast een beschrijv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> algemene ontwikkel<strong>in</strong>g wordt <strong>in</strong> dit hoofdstuk ook<br />

<strong>in</strong>gegaan op <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len waarvan het gebruik het sterkst is gedaald of<br />

gestegen. In hoofdstuk 5 volgt <strong>de</strong> vertal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van<br />

voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> effecten op <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g. In<br />

hoofdstuk 6 vergelijkt <strong>de</strong> commissie het niveau van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g van<br />

een tweetal geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> door <strong>de</strong> Voed<strong>in</strong>gsraad en <strong>Gezondheidsraad</strong><br />

vastgestel<strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g. Hoofdstuk 7 gaat <strong>in</strong> op <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

bijdrage van verschei<strong>de</strong>ne productgroepen aan <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g. Daarna<br />

Inleid<strong>in</strong>g 29


volgt <strong>in</strong> hoofdstuk 8 een analyse van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het maaltij<strong>de</strong>npatroon.<br />

Hoofdstuk 9 geeft een samenvatt<strong>in</strong>g van een op verzoek van <strong>de</strong> commissie door het<br />

Rijks<strong>in</strong>stituut voor Volksgezondheid en Milieu uitgevoer<strong>de</strong> mo<strong>de</strong>ller<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> effecten<br />

van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het groenten en fruitgebruik en <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van verzadig<strong>de</strong><br />

vetzuren en transvetzuren voor <strong>de</strong> volksgezondheid. Het advies sluit af met een<br />

algemene beschouw<strong>in</strong>g <strong>in</strong> hoofdstuk 10, en conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> hoofdstuk<br />

11. Deze hoofdstukken bevatten <strong>de</strong> belangrijkste resultaten van <strong>de</strong> analyse. De gegevens<br />

waarop <strong>de</strong> commissie haar analyse heeft gebaseerd zijn vermeld <strong>in</strong> een aantal bijlagen.<br />

30 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Hoofdstuk<br />

2<br />

De periodieke lan<strong>de</strong>lijke<br />

voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen<br />

De opzet en wijze van uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> periodieke lan<strong>de</strong>lijke<br />

voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen zijn el<strong>de</strong>rs zeer ge<strong>de</strong>tailleerd beschreven (Hul91a, Löw94a,<br />

Löw98a). In dit hoofdstuk wordt volstaan met een globale beschrijv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> opzet en<br />

wijze van uitvoer<strong>in</strong>g, waarbij <strong>de</strong> nadruk ligt op <strong>de</strong> aspecten die van belang zijn voor <strong>de</strong><br />

analyse van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voedselconsumptie van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

1987/88-1997/98. In bijlage C is een schematische weergave opgenomen van <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen.<br />

2.1 Steekproef<br />

De on<strong>de</strong>rzoekspopulatie is <strong>de</strong>stijds ge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieerd als: ‘alle <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland wonen<strong>de</strong><br />

personen, voor zover levend <strong>in</strong> huishou<strong>de</strong>ns waarvan <strong>de</strong> huisvrouw* jonger is dan 75<br />

jaar, ongeacht <strong>de</strong> nationaliteit en exclusief personen jonger dan 1 jaar’. Huishou<strong>de</strong>ns<br />

zijn hierbij ge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieerd als: ‘twee of meer personen die <strong>in</strong> huiselijk verkeer<br />

samenwonen en een gemeenschappelijke huishoud<strong>in</strong>g voeren of een persoon die alleen<br />

een zelfstandig huishou<strong>de</strong>n voert’. Het gaat om particuliere huishou<strong>de</strong>ns.<br />

De <strong>de</strong>elnemers aan <strong>de</strong> peil<strong>in</strong>gen zijn afkomstig uit een bestaand panel van<br />

huishou<strong>de</strong>ns van het markton<strong>de</strong>rzoeksbureau GfK: het zogenoem<strong>de</strong> GfK-Scriptpanel.<br />

* Door <strong>de</strong> Verenig<strong>in</strong>g van Markton<strong>de</strong>rzoeksbureaus (VMO) is het begrip ‘huisvrouw’ als volgt ge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieerd: De huisvrouw<br />

is <strong>de</strong>gene die (eerst)verantwoor<strong>de</strong>lijk is voor <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het huishou<strong>de</strong>n waaon<strong>de</strong>r het doen van <strong>de</strong> dagelijkse<br />

boodschappen (GfK98a). In <strong>de</strong>ze functionele betekenis kan <strong>de</strong> ‘huisvrouw’ dus zowel een vrouw als een man zijn.<br />

De periodieke lan<strong>de</strong>lijke voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen 31


Dit on<strong>de</strong>rzoeksbureau stelt als eis dat <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse taal machtig zijn <strong>in</strong><br />

woord en geschrift. Het GfK-Scriptpanel is een gestratificeer<strong>de</strong> aselecte steekproef,<br />

representatief voor <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse bevolk<strong>in</strong>g, waarbij is gecontroleerd voor sociaaleconomische<br />

klasse, leeftijd ‘huisvrouw’, gemeentegrootte en prov<strong>in</strong>cie. De<br />

representativiteit van dit on<strong>de</strong>rzoekspanel wordt regelmatig getoetst aan <strong>de</strong> resultaten<br />

van <strong>de</strong> GfK-M<strong>in</strong>iCensus (GfK98b). Tabel 2.1 geeft een overzicht van het aantal<br />

<strong>de</strong>elnemers <strong>in</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> peil<strong>in</strong>gen.<br />

Tabel 2.1 Aantal <strong>de</strong>elnemers aan <strong>de</strong> voedselconsumptiepleil<strong>in</strong>gen.<br />

perio<strong>de</strong><br />

aantal personen aantal huishou<strong>de</strong>ns<br />

VCP-1 april 1987 - maart 1988 5 898 2 203<br />

VCP-2 januari 1992 – <strong>de</strong>cember 1992 6 218 2 475<br />

VCP-3 april 1997 - maart 1998 5 958 2 354<br />

Om een beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g mogelijk te maken van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie is<br />

<strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> drie peil<strong>in</strong>gen zoveel mogelijk hetzelf<strong>de</strong> gehou<strong>de</strong>n. Door<br />

praktische omstandighe<strong>de</strong>n was het niet mogelijk <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> peil<strong>in</strong>g uit te voeren <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> als <strong>de</strong> eerste. Er zijn geen aanwijz<strong>in</strong>gen dat dit van <strong>in</strong>vloed is geweest<br />

op <strong>de</strong> resultaten (Löw97, Löw98a).<br />

2.2 Gegevensverzamel<strong>in</strong>g<br />

De voedselconsumptiegegevens zijn verzameld door mid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong><br />

tweedaagse opschrijfmetho<strong>de</strong> (voed<strong>in</strong>gsdagboekjes). Deze metho<strong>de</strong> is <strong>de</strong>stijds gekozen,<br />

omdat uit vooron<strong>de</strong>rzoek was gebleken dat het opschrijven van <strong>de</strong> gebruikte voed<strong>in</strong>g<br />

geduren<strong>de</strong> twee dagen <strong>in</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksopzet haalbaar is en het mogelijk is<br />

groepsgemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n en b<strong>in</strong>nen- en tussenpersoonsvariatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie te<br />

berekenen. De gegevensverzamel<strong>in</strong>g is evenredig gespreid over <strong>de</strong> dagen van <strong>de</strong> week<br />

en <strong>de</strong> seizoenen. Tij<strong>de</strong>ns feestdagen en <strong>in</strong> vakantieperio<strong>de</strong>s is geen veldwerk uitgevoerd,<br />

omdat werd aangenomen dat het responsniveau dan laag zou zijn.<br />

De thuis gebruikte voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len zijn door <strong>de</strong>gene die meestal <strong>de</strong> maaltijd<br />

verzorgt voor alle le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> huishoud<strong>in</strong>g genoteerd <strong>in</strong> een 'huishouddagboek'. Het<br />

eten en dr<strong>in</strong>ken buitenshuis is door ie<strong>de</strong>re <strong>de</strong>elnemer afzon<strong>de</strong>rlijk genoteerd <strong>in</strong> een<br />

'persoonsdagboekje'*.<br />

Het veldwerk van het on<strong>de</strong>rzoek, waaron<strong>de</strong>r het leggen van contacten met <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>elnemers, <strong>de</strong> <strong>in</strong>structie over het <strong>in</strong>vullen van <strong>de</strong> dagboekjes, <strong>de</strong> controle van <strong>de</strong><br />

dagboekjes en het co<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> gegevens, is uitgevoerd door een team speciaal voor<br />

* K<strong>in</strong><strong>de</strong>ren jonger dan 13 jaar wor<strong>de</strong>n hierbij zonodig door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs geholpen.<br />

32 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


het on<strong>de</strong>rzoek getra<strong>in</strong><strong>de</strong> diëtisten. Voor een uitvoerige beschrijv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g<br />

van het veldwerk wordt verwezen naar <strong>de</strong> publicatie van Hulshof en Van Staveren<br />

(Hul91a). In <strong>de</strong> wijze van gegevensverzamel<strong>in</strong>g is omwille van <strong>de</strong> vergelijkbaarheid van<br />

<strong>de</strong> resultaten <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r tijd zo we<strong>in</strong>ig mogelijk veran<strong>de</strong>rd.<br />

2.3 Bereken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gswaar<strong>de</strong><br />

Bij <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen is steeds gebruik gemaakt van <strong>de</strong> op dat moment<br />

meest recente NEVO-tabel*. De bereken<strong>in</strong>gen om <strong>de</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong><br />

kaart te kunnen brengen zijn uitgevoerd met behulp van speciale ‘NEVO-trendtabellen’.<br />

In <strong>de</strong>ze tabellen is <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffensamenstell<strong>in</strong>g van producten gecorrigeerd voor<br />

niet daadwerkelijke verschillen <strong>in</strong> productsamenstell<strong>in</strong>g, zoals bijvoorbeeld <strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

loop <strong>de</strong>r tijd opgetre<strong>de</strong>n kwaliteitsverbeter<strong>in</strong>gen van het NEVO-bestand als gevolg van<br />

nieuwe of verbeter<strong>de</strong> analysetechnieken, betere bemonster<strong>in</strong>g, en <strong>de</strong>rgelijke, die geen<br />

werkelijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> productsamenstell<strong>in</strong>g reflecteren (Bee98). De NEVO-tabel<br />

die is gebruikt bij <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> peil<strong>in</strong>g is hierbij het uitgangspunt geweest. Met behulp van<br />

<strong>de</strong>ze trendtabellen zijn <strong>de</strong> voedselconsumptiegegevens die tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> eerste twee<br />

peil<strong>in</strong>gen zijn verzameld opnieuw omgerekend <strong>in</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffen.<br />

2.4 Overige bereken<strong>in</strong>gen<br />

De resultaten op het niveau van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len en voed<strong>in</strong>gsstoffen zijn voor <strong>de</strong> totale<br />

populatie ten tij<strong>de</strong> van elk on<strong>de</strong>rzoek met behulp van weegfactoren zo berekend dat zij<br />

een representatieve afspiegel<strong>in</strong>g vormen voor <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse bevolk<strong>in</strong>g qua leeftijd en<br />

geslacht. De verschillen<strong>de</strong> geslachts/leeftijdsgroepen, waarvan <strong>de</strong> <strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g is gebaseerd<br />

op <strong>de</strong> gehanteer<strong>de</strong> <strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Voed<strong>in</strong>gsnormen (Voe92), vormen op zich<br />

representatieve steekproeven (Löw94a). Omdat er zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98<br />

verschei<strong>de</strong>ne <strong>de</strong>mografische veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen hebben voltrokken, zijn <strong>de</strong> gegevens <strong>in</strong> dit<br />

advies gestandaardiseerd naar leeftijd, geslacht en opleid<strong>in</strong>g op basis van <strong>de</strong> situatie ten<br />

tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> eerste voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1987/88**.<br />

De veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>name van voed<strong>in</strong>gsstoffen zijn geanalyseerd met behulp<br />

van een variantie-analyse met <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie als factor.<br />

Hierbij wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rstell<strong>in</strong>gen over <strong>de</strong> normaliteit en gelijkheid<br />

van varianties <strong>in</strong> <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g nagegaan. Indien nodig zijn <strong>de</strong> waarnem<strong>in</strong>gen<br />

logaritmisch getransformeerd. Bij een significant verschil <strong>in</strong> <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g is met<br />

* De NEVO-tabel (het NE<strong>de</strong>rlandse VOed<strong>in</strong>gsstoffenbestand) is een databestand waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffensamenstell<strong>in</strong>g<br />

is opgenomen van bijna 1 500 <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland verkrijgbare voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len.<br />

** Dit betekent dat <strong>de</strong> gegevens <strong>in</strong> dit advies soms afwijken van el<strong>de</strong>rs gepubliceer<strong>de</strong> gegevens over <strong>de</strong> voedselconsumptie<br />

op basis van <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen.<br />

De periodieke lan<strong>de</strong>lijke voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen 33


ehulp van <strong>de</strong> Stu<strong>de</strong>nt t-toets naar ver<strong>de</strong>re verschillen tussen <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen gekeken.<br />

Het verschil <strong>in</strong> <strong>de</strong> consumptie van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len is parametervrij getoetst<br />

volgens Kruskal en Wallis, omdat <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> variabelen scheef waren ver<strong>de</strong>eld en<br />

niet met een transformatie kon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n gecorrigeerd (Sie56). De samenhang tussen<br />

<strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> drie voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> categorische variabelen is<br />

nagegaan met behulp van regressie-analyse. De verschillen tussen <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong><br />

drie voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen zijn weer paarsgewijze getoetst op significantie.<br />

Alle toetsen zijn afzon<strong>de</strong>rlijk uitgevoerd voor <strong>de</strong> totale populatie en <strong>de</strong> <strong>in</strong> dit advies<br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n geslacht/leeftijdsgroepen. In alle analyses werd een p-waar<strong>de</strong> < 0,01 als<br />

significant beschouwd.<br />

2.5 Beperk<strong>in</strong>gen<br />

In het <strong>in</strong> 1986 door <strong>de</strong> Voed<strong>in</strong>gsraad uitgebrachte advies is al aangegeven dat <strong>de</strong><br />

voorgestel<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksopzet voor het verwerven van <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie<br />

van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g een aantal beperk<strong>in</strong>gen kent.<br />

2.5.1 Steekproef<br />

De steekproef die is gebruikt is niet representatief voor <strong>de</strong> gehele Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

bevolk<strong>in</strong>g. In <strong>de</strong> steekproef zijn namelijk niet betrokken:<br />

• personen zon<strong>de</strong>r vaste woon- of verblijfplaats<br />

• personen verblijvend <strong>in</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen<br />

• personen die <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse taal niet voldoen<strong>de</strong> machtig zijn<br />

• k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren jonger dan 1 jaar.<br />

In <strong>de</strong> steekproef zijn personen uit <strong>de</strong> laagste sociaal-economische klasse (klasse D*)<br />

on<strong>de</strong>rvertegenwoordigd.<br />

Daarnaast kent <strong>de</strong> gehanteer<strong>de</strong> metho<strong>de</strong> van on<strong>de</strong>rzoek nog een aantal beperk<strong>in</strong>gen:<br />

• over groepen van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g die relatief ger<strong>in</strong>g <strong>in</strong> omvang zijn zoals allochtonen,<br />

personen met een an<strong>de</strong>r dan het gangbare voed<strong>in</strong>gspatroon en zelfstandig wonen<strong>de</strong><br />

jongeren zijn geen uitspraken te doen, omdat zij slechts <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e aantallen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

steekproef zijn opgenomen<br />

• omdat <strong>de</strong> steekproef is gebaseerd op huishou<strong>de</strong>ns zal <strong>de</strong> spreid<strong>in</strong>g tussen personen<br />

wat zijn on<strong>de</strong>rschat (Ano93a)<br />

* Dit betreft personen met ongeschool<strong>de</strong> arbeid of alleen lager on<strong>de</strong>rwijs.<br />

34 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


• het GfK-Scriptpanel, waaruit <strong>de</strong> steekproef is getrokken, bestaat uit personen die<br />

bereid zijn regelmatig <strong>de</strong>el te nemen aan markton<strong>de</strong>rzoek op velerlei gebied*. Deze<br />

bereidheid kan zijn gekoppeld aan persoonskenmerken die <strong>de</strong> voedselkeuze<br />

beïnvloe<strong>de</strong>n.<br />

Omdat <strong>de</strong>ze beperk<strong>in</strong>gen gel<strong>de</strong>n voor alle voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen, staan zij een<br />

analyse van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voedselconsumptie niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> weg.<br />

2.5.2 Gegevensverzamel<strong>in</strong>g<br />

Zoals <strong>in</strong> <strong>de</strong> meeste voedselconsumptie-on<strong>de</strong>rzoeken is er bij <strong>de</strong><br />

voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen sprake van een on<strong>de</strong>rschatt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voedselconsumptie<br />

(Voo97). De werkelijke voedselconsumptie kan zijn on<strong>de</strong>rschat omdat:<br />

• <strong>de</strong> twee ‘opschrijf-dagen’ aaneengesloten dagen zijn (on<strong>de</strong>rschatt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

variatie)<br />

• tij<strong>de</strong>ns feestdagen en vakantieperio<strong>de</strong>s geen gegevens zijn verzameld.<br />

Het geregistreer<strong>de</strong> gebruik van voedsel en dranken kan zijn vertekend omdat:<br />

• zelfrapportage beïnvloed wordt door sociale wenselijkheid<br />

• <strong>de</strong> consumptie m<strong>in</strong><strong>de</strong>r nauwkeurig en m<strong>in</strong><strong>de</strong>r volledig is geregistreerd door<br />

mogelijke sociale controle b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> huishoud<strong>in</strong>g<br />

• het opschrijven van <strong>de</strong> geconsumeer<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g kan <strong>in</strong>terfereren met <strong>de</strong> consumptie.<br />

Uit het on<strong>de</strong>rzoek dat is uitgevoerd ter voorbereid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> peil<strong>in</strong>g is niet<br />

gebleken dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rrapportage geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> peil<strong>in</strong>gen on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g<br />

belangrijk verschilt (Voo97). Er zijn geen aanwijz<strong>in</strong>gen dat <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> peil<strong>in</strong>g hiervan <strong>in</strong><br />

<strong>belangrijke</strong> mate afwijkt. Al hoewel er <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van tien jaar waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> peil<strong>in</strong>gen<br />

zijn uitgevoerd weliswaar waarschijnlijk sprake is van een ger<strong>in</strong>ge toename <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rrapportage van <strong>de</strong> voedselconsumptie, is <strong>de</strong>ze zo ger<strong>in</strong>g dat zij nauwelijks kan<br />

bijdragen aan een verklar<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> waargenomen <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

voedselconsumptie (Ano93, Voo97, Löw98b, zie bijlage D).<br />

Als gevolg van <strong>de</strong> gehanteer<strong>de</strong> metho<strong>de</strong> van on<strong>de</strong>rzoek reflecteren <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong><br />

peil<strong>in</strong>gen een momentopname van <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voedselconsumptie van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g<br />

en m<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>de</strong> ‘gebruikelijke voed<strong>in</strong>g’, met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n het <strong>in</strong>dividuele<br />

* Ruim 16% van alle personen hebben <strong>de</strong>elgenomen aan twee of drie peil<strong>in</strong>gen: 18,4% van <strong>de</strong> huishoud<strong>in</strong>gen. 1,8% van alle<br />

personen en 2,5% van alle huishoud<strong>in</strong>gen hebben aan alle drie <strong>de</strong> peil<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>elgenomen (Hulshof KFAM, persoonlijke<br />

me<strong>de</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g).<br />

De periodieke lan<strong>de</strong>lijke voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen 35


voed<strong>in</strong>gspatroon. Voor het vaststellen van <strong>de</strong> chronische blootstell<strong>in</strong>g aan bijvoorbeeld<br />

verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen of additieven <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g zijn <strong>de</strong> gegevens op zich m<strong>in</strong><strong>de</strong>r geschikt,<br />

omdat door <strong>de</strong> korte registratietijd het risico op overschatt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> blootstell<strong>in</strong>g<br />

bestaat (Löw94a, Bru96, Löw99).<br />

Door <strong>de</strong> wijze van gegevensverzamel<strong>in</strong>g, met name <strong>de</strong> co<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g* en aggregatie van<br />

voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len, kunnen veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het voed<strong>in</strong>gsgedrag ten gevolge van<br />

sociaal-<strong>de</strong>mografische <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> slechts beperkt wor<strong>de</strong>n nagegaan. Dit komt<br />

omdat bij <strong>de</strong> opzet van <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> wijze van co<strong>de</strong>ren en het<br />

aggregeren van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len vooral is gericht op <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met<br />

voed<strong>in</strong>gsstoffen, waarbij voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len met vergelijkbare<br />

voed<strong>in</strong>gsstoffensamenstell<strong>in</strong>g zijn geclusterd.<br />

2.5.3 Vergelijk<strong>in</strong>g met an<strong>de</strong>re voedselconsumptiegegevens<br />

Een vergelijk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voedselconsumptie zoals die naar voren<br />

komt uit <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen met bijvoorbeeld <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

brutoverbruiksgegevens van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len** ligt voor <strong>de</strong> hand. Door een verschil<br />

<strong>in</strong> product(groep)<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ities, tussentijdse correcties <strong>in</strong> <strong>de</strong> brutoverbruiksgegevens en het<br />

ontbreken van steeds meer brutoverbruiksgegevens (bijvoorbeeld over het groenten- en<br />

fruitverbruik) is een <strong>de</strong>rgelijke vergelijk<strong>in</strong>g echter niet goed mogelijk.<br />

2.5.4 Verband tussen voed<strong>in</strong>g en ziekte<br />

De commissie benadrukt dat <strong>de</strong> periodieke voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen door <strong>de</strong><br />

gekozen opzet en methodiek (monitor<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voedselconsumptie) niet geschikt zijn<br />

om causale verban<strong>de</strong>n te leggen tussen voed<strong>in</strong>g en ziekte <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland.<br />

* Samengestel<strong>de</strong> producten bijvoorbeeld zijn geco<strong>de</strong>erd naar <strong>de</strong> samenstelllen<strong>de</strong> bestand<strong>de</strong>len.<br />

** Deze gegevens geven <strong>de</strong> hoeveelhe<strong>de</strong>n voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len aan –meestal <strong>in</strong> termen van grondstoffen (primaire agrarische<br />

producten) – die jaarlijks per hoofd van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g voor consumptie beschikbaar zijn gekomen. Zij wor<strong>de</strong>n berekend op<br />

basis van productiestatistieken met behulp van <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong> balansmetho<strong>de</strong>: (b<strong>in</strong>nenlandse productie + import) –<br />

(export) +/- (voorraadmutaties). Er wordt alleen gecorrigeerd voor verliezen op het agrarische bedrijf en op het niveau van<br />

<strong>de</strong> groothan<strong>de</strong>l (Bos78).<br />

36 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Hoofdstuk<br />

3<br />

Sociaal-<strong>de</strong>mografische <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> en<br />

veran<strong>de</strong>rend consumentengedrag<br />

In dit hoofdstuk wor<strong>de</strong>n enkele sociaal-<strong>de</strong>mografische <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> besproken die <strong>de</strong><br />

voedselconsumptie <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 hebben beïnvloed. De gegevens <strong>in</strong><br />

dit hoofdstuk zijn ontleend aan diverse CBS publicaties, <strong>de</strong> jaarboeken van het<br />

markton<strong>de</strong>rzoeksbureau GfK en <strong>de</strong> rapporten van het Sociaal en Cultureel Planbureau<br />

over <strong>de</strong> tijdsbested<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rzoeken <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1990-2000.<br />

3.1 Sociaal-<strong>de</strong>mografische <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong><br />

Bevolk<strong>in</strong>gsopbouw<br />

In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987-1997 groei<strong>de</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse bevolk<strong>in</strong>g van circa 14,5 tot ruim 15,5<br />

miljoen mensen (CBS98). Een niet onbelangrijk <strong>de</strong>el van <strong>de</strong>ze groei betreft <strong>de</strong> nietwesterse<br />

allochtonen, vooral die van Sur<strong>in</strong>aamse, Turkse en Marokkaanse afkomst<br />

(CBS99a). Deze bevolk<strong>in</strong>gsgroep nam <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> met ruim 60% toe tot meer dan<br />

1,2 miljoen. Deze ontwikkel<strong>in</strong>g g<strong>in</strong>g gepaard met <strong>de</strong> <strong>in</strong>stroom van nieuwe eetculturen,<br />

die via een scala van eetgelegenhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n uitgedragen en een vertrouwd beeld zijn<br />

gewor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse horeca.<br />

Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> leeftijd<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> leeftijd van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g nam toe, ook <strong>de</strong> leeftijdsopbouw dui<strong>de</strong>lijk is<br />

veran<strong>de</strong>rd. Tabel 3.1 laat zien dat het aantal jongeren <strong>in</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse samenlev<strong>in</strong>g<br />

Sociaal-<strong>de</strong>mografische <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> en veran<strong>de</strong>rend consumentengedrag 37


verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> (ontgroen<strong>in</strong>g), terwijl het aantal ou<strong>de</strong>ren toenam (vergrijz<strong>in</strong>g). Deze<br />

ontwikkel<strong>in</strong>g zal zich naar verwacht<strong>in</strong>g van het CBS <strong>in</strong> <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren versterkt<br />

doorzetten.<br />

Tabel 3.1 Ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> leeftijdsopbouw van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g<br />

leeftijd 1987<br />

%<br />

1992<br />

%<br />

1997<br />

%<br />

0-20 jaar 27,1 24,9 24,3<br />

20- 40 jaar<br />

33,0 31,4<br />

} 60,5<br />

40-65 jaar 29,1 30,9<br />

ou<strong>de</strong>r dan 65 jaar 12,4 12,9 13,4<br />

ou<strong>de</strong>r dan 80 jaar 2,7 2,9 3,2<br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> leeftijd 36,2 36,6 37,9<br />

Bron: CBS90, CBS93, CBS95, CBS98<br />

De spreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g over <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> regio’s <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland bleef <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze<br />

perio<strong>de</strong> vrijwel stabiel. Het aantal mensen wonend <strong>in</strong> <strong>de</strong> regio West nam iets toe en <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

regio Noord iets af. Van een trek naar <strong>de</strong> ‘grote stad’ is geen sprake geweest (GfK00).<br />

Beroepsbevolk<strong>in</strong>g<br />

De samenstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> beroepsbevolk<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze tien jaar ook dui<strong>de</strong>lijk veran<strong>de</strong>rd.<br />

Het aantal vrouwen dat <strong>de</strong>elneemt aan het arbeidsproces is gelei<strong>de</strong>lijk toegenomen en<br />

zal naar verwacht<strong>in</strong>g van het CBS nog ver<strong>de</strong>r toenemen (zie figuur 3.1).<br />

Het aantal huisvrouwen/mannen zon<strong>de</strong>r beroep daal<strong>de</strong> van circa 17,5 % tot circa 9,5%.<br />

Het aantal huishou<strong>de</strong>ns met tweeverdieners groei<strong>de</strong> van ruim 25% naar meer dan 30%<br />

(GfK00). In 1995 lag <strong>de</strong> wekelijkse arbeids<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g <strong>in</strong> huishou<strong>de</strong>ns met<br />

tweeverdieners met gemid<strong>de</strong>ld 56 uur bijna 16 uur hoger dan <strong>in</strong> huishou<strong>de</strong>ns met één<br />

kostw<strong>in</strong>ner (Bro99). Met name <strong>in</strong> dit type huishou<strong>de</strong>n nemen comb<strong>in</strong>aties van hoofdtaak<br />

en neventaken —zoals huishou<strong>de</strong>lijk werk met betaald werk en studie met betaald<br />

werk— toe. In 1975 vorm<strong>de</strong> betaald werk voor vrouwelijke tweeverdieners 20% van<br />

hun bezighe<strong>de</strong>n; <strong>in</strong> 1995 bedroeg dit 42% (Bro99). In 2000 had ruim 50% van <strong>de</strong><br />

volwassen vrouwen een betaal<strong>de</strong> (<strong>de</strong>eltijd)baan (GfK01).<br />

38 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

procenten<br />

40<br />

30<br />

20<br />

mannen<br />

vrouw en<br />

10<br />

0<br />

bron: CBS<br />

1987 1992 1997<br />

Figuur 3.1 De ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>elname aan het arbeidsproces.<br />

Welvaart<br />

Ook is er sprake van een toegenomen welvaart. De burger werd mobieler en hierdoor<br />

m<strong>in</strong><strong>de</strong>r plaatsgebon<strong>de</strong>n. Het besteedbaar <strong>in</strong>komen nam <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987-1997 met<br />

ruim 4% toe. Het ge<strong>de</strong>elte hiervan dat per huishou<strong>de</strong>n werd besteed aan voed<strong>in</strong>gs- en<br />

genotmid<strong>de</strong>len nam iets af van 18,5% tot circa 17%. De toegenomen welvaart komt ook<br />

tot uitdrukk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het aantal vakanties dat <strong>in</strong> het buitenland wordt doorgebracht. Men is<br />

vaker en ver<strong>de</strong>r gaan reizen en heeft daardoor kennis gemaakt met on<strong>de</strong>rmeer nieuwe<br />

eetculturen.<br />

Bijna alle huishou<strong>de</strong>ns <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland beschikten <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987-1997 over een<br />

koelkast (circa 97%). Het aantal huishou<strong>de</strong>ns met een diepvriezer steeg van 47% naar<br />

ruim 63%. De toename van het aantal huishou<strong>de</strong>ns met een magnetron of combi-oven<br />

was spectaculair: van 3% naar ruim 60%.<br />

Individualiser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g<br />

In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987-1997 is <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g steeds ver<strong>de</strong>r geïndividualiseerd<br />

(huishoudverdunn<strong>in</strong>g). De groei van het aantal huishou<strong>de</strong>ns is aanzienlijk groter<br />

geweest dan <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>gsgroei. Deze <strong>in</strong>dividualiser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g komt tot<br />

uitdrukk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> toename van het aantal eenpersoons huishou<strong>de</strong>ns en een dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

gez<strong>in</strong>sgrootte; het op jongere leeftijd zelfstandig gaan wonen en het langer zelfstandig<br />

blijven wonen (zie tabel 3.2).<br />

Sociaal-<strong>de</strong>mografische <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> en veran<strong>de</strong>rend consumentengedrag 39


Tabel 3.2 Veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenstell<strong>in</strong>g van het huishou<strong>de</strong>n.<br />

1987 1992 1997<br />

% % %<br />

meerpersoons 71,1 69,8 67,8<br />

eenpersoons 28,9 30,2 32,2<br />

eenou<strong>de</strong>r 10,8 7,3 7,0<br />

tweepersoons, geen k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren 27,8 30,4 32,5<br />

gem aantal personen per huishou<strong>de</strong>n 2,49 2,39 2,31<br />

personen niet levend <strong>in</strong> gez<strong>in</strong>sverband 18,5 21,0 22,4<br />

personen levend <strong>in</strong> <strong>in</strong>stituutsverband 1,8 1,0 1,1<br />

Bron: CBS90, CBS93, CBS95, CBS98<br />

3.2 Veran<strong>de</strong>rend consumentengedrag<br />

Voedselkeuze<br />

De sociaal-<strong>de</strong>mografische <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren tachtig en negentig van <strong>de</strong> vorige<br />

eeuw hebben het consumentengedrag en daarmee ook het voed<strong>in</strong>gsgedrag van <strong>de</strong><br />

bevolk<strong>in</strong>g niet onberoerd gelaten. Het aantal overweg<strong>in</strong>gen dat men betrekt bij <strong>de</strong> keuze<br />

van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len is groter gewor<strong>de</strong>n. Naast prijs en smaak zijn veiligheid,<br />

gezondheid, productiewijze en bereid<strong>in</strong>gsgemak een <strong>belangrijke</strong> rol gaan spelen.<br />

(Dag98). Volgens Meulenberg wordt <strong>de</strong> voedselkeuze van <strong>de</strong> consument steeds m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />

gestuurd door een bepaal<strong>de</strong> specifieke trend als gemak, gezondheid, natuur- of<br />

diervrien<strong>de</strong>lijkheid op zich, maar meer door een comb<strong>in</strong>atie van <strong>de</strong>ze trends (Meu96).<br />

Een an<strong>de</strong>re ontwikkel<strong>in</strong>g is <strong>de</strong> steeds sterkere behoefte van <strong>de</strong> consument om zich via <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>g —door het etaleren van een specifieke smaak en voorkeur— te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n<br />

van an<strong>de</strong>ren (dist<strong>in</strong>ctiedrang). Dit leidt tot een <strong>in</strong>dividualiser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voedselkeuze.<br />

Leefstijl en eetmomenten<br />

De veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> maatschappij gaat volgens ‘trendwatchers’ voor een grote groep <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

samenlev<strong>in</strong>g gepaard gaan met veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het eetpatroon. Het betreft dan vooral<br />

eenpersoonshuishou<strong>de</strong>ns, forensen en tweeverdieners. Voor hen zal het traditionele<br />

eetpatroon van drie maaltij<strong>de</strong>n per dag meer en meer verschuiven naar een patroon<br />

waar<strong>in</strong> sprake is van meer<strong>de</strong>re —en m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gestructureer<strong>de</strong>— eetmomenten (van ‘het is<br />

tijd om te eten’ naar ‘er is even tijd vrij om te eten’)*. Op weekdagen wordt dan we<strong>in</strong>ig<br />

tijd vrijgemaakt voor <strong>de</strong> maaltijdbereid<strong>in</strong>g; er wordt vaak buiten <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur gegeten <strong>in</strong><br />

* M.a.w.: van ‘gorg<strong>in</strong>g’ naar ‘graz<strong>in</strong>g’.<br />

40 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


edrijfskant<strong>in</strong>es, restaurants, eetcafés en on<strong>de</strong>rweg). Daarnaast wordt steeds frequenter<br />

gebruik gemaakt van afhaal- en bezorgmaaltij<strong>de</strong>n. In dit leefpatroon is door tijdgebrek<br />

<strong>de</strong> maaltijd op weekdagen veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r een sociaal en veel meer een <strong>in</strong>dividuele<br />

aangelegenheid gewor<strong>de</strong>n. In het weekend daarentegen ligt <strong>de</strong> nadruk vaak op genieten<br />

en wordt meer dan gemid<strong>de</strong>ld tijd uitgetrokken voor <strong>de</strong> maaltijdbereid<strong>in</strong>g, waarbij niet<br />

zel<strong>de</strong>n bijzon<strong>de</strong>re receptuur en exotische gerechten centraal staan.<br />

Wellicht als gevolg van <strong>de</strong> hectische leefstijl neigt dit type consumenten volgens<br />

‘trendwatchers’ ook sterk naar een hedonistische leefstijl: ‘verwen je zelf en geniet<br />

zoveel mogelijk van het leven’. Deze leefstijl gaat gepaard met een grote behoefte aan<br />

enerzijds snel en gemakkelijk te berei<strong>de</strong>n maaltij<strong>de</strong>n en an<strong>de</strong>rzijds aan hoogwaardige en<br />

exotische voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len en aan cater<strong>in</strong>g. Daarnaast streeft men er b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze groep<br />

consumenten naar om via <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g <strong>de</strong> gezondheid te optimaliseren. De belangstell<strong>in</strong>g<br />

voor gezon<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g en vooral voor voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len met specifiek <strong>de</strong> gezondheid<br />

bevor<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> bestand<strong>de</strong>len is dan ook groot. Marktverkenners verwachten dat <strong>de</strong>ze<br />

belangstell<strong>in</strong>g <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren nog sterk zal toenemen en zich ver<strong>de</strong>r <strong>in</strong> <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g<br />

zal versprei<strong>de</strong>n.<br />

Marktverkenners menen dat ook b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> meer-persoonshuishou<strong>de</strong>ns er sprake is<br />

van een toegenomen <strong>in</strong>dividualiser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voedselkeuze: voor ie<strong>de</strong>r lid van het gez<strong>in</strong><br />

een op <strong>de</strong> eigen wensen en behoeften afgestem<strong>de</strong> —al dan niet kant-en-klare— maaltijd<br />

(‘tailor ma<strong>de</strong>’ voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len en maaltij<strong>de</strong>n). Ook <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>g zal er toe<br />

kunnen lei<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> momenten waarop men b<strong>in</strong>nen het huishou<strong>de</strong>n eet sterker<br />

<strong>in</strong>dividueel gaan wisselen en wel zodanig dat <strong>de</strong> gezamenlijke maaltijd on<strong>de</strong>r druk komt<br />

te staan.<br />

Ondanks <strong>de</strong>ze opvatt<strong>in</strong>gen van ‘trendwatchers’ komt uit <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong><br />

tijdsbested<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rzoeken over <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1975-1995 en 1996-2000 van het Sociaal en<br />

Cultureel Planbureau nog steeds een vrij traditioneel beeld van <strong>de</strong> consument naar voren<br />

dan (Bro99, Bre01). Ook wat betreft het eten buitenshuis komt uit <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rzoeken een<br />

m<strong>in</strong><strong>de</strong>r sterk veran<strong>de</strong>rend beeld naar voren dan op grond van markon<strong>de</strong>rzoek mocht<br />

wor<strong>de</strong>n verwacht. Er is volgens <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rzoeken weliswaar sprake van zekere<br />

veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> gedragspatronen, maar <strong>de</strong>ze zijn veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>in</strong>grijpend dan<br />

‘trendwatchers’ doen vermoe<strong>de</strong>n*. Volgens <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rzoeken kan <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval niet<br />

wor<strong>de</strong>n gesproken van een algemene ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g. Zo heeft <strong>de</strong><br />

grotere tijdsdruk <strong>in</strong> huishou<strong>de</strong>ns met k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren niet geleid tot een ger<strong>in</strong>gere aandacht<br />

* Het kan niet wor<strong>de</strong>n uitgesloten dat <strong>de</strong> groep consumenten waarvan <strong>de</strong> marktverkenn<strong>in</strong>gen uitgaan<br />

on<strong>de</strong>rvertegenwoordigd zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> steekproef van het tijdsbested<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rzoek. Het ligt voor <strong>de</strong> hand dat personen die<br />

on<strong>de</strong>r grote werk- en tijdsdruk staan we<strong>in</strong>ig neig<strong>in</strong>g hebben om aan <strong>de</strong>rgelijk on<strong>de</strong>rzoek mee te werken. Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

kant beslaat het on<strong>de</strong>rzoek waarop ‘trendwatchers’ zich baseren meestal slechts een korte perio<strong>de</strong> en een kle<strong>in</strong>e groep<br />

waardoor een vertekend beeld ontstaan. In hoofdstuk 10 wordt na<strong>de</strong>r op <strong>de</strong>ze verschillen <strong>in</strong>gegaan.<br />

Sociaal-<strong>de</strong>mografische <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> en veran<strong>de</strong>rend consumentengedrag 41


(=tijd) van ou<strong>de</strong>rs voor <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. Dit geldt ook voor tweeverdieners. De toegenomen<br />

tijdsdruk heeft <strong>in</strong> dit type huishou<strong>de</strong>n eveneens niet tot gevolg gehad dat <strong>de</strong> warme<br />

maaltijd m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gezamenlijk wordt gebruikt dan <strong>in</strong> kostw<strong>in</strong>nershuishou<strong>de</strong>ns. Hoewel er<br />

gemid<strong>de</strong>ld gezien <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1990-1995 volgens het tijdsbested<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rzoek sprake<br />

was van een toenemen<strong>de</strong> uithuizige leefstijl, blijkt men <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1995-2000 juist<br />

weer vaker thuis te zijn.<br />

De resultaten van <strong>de</strong> tijdsbested<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rzoeken geven ook niet aan dat het<br />

traditionele patroon van drie hoofdmaaltij<strong>de</strong>n per dag snel aan het vervagen is. In <strong>de</strong><br />

afgelopen tien jaar is <strong>de</strong> spreid<strong>in</strong>g van etenstij<strong>de</strong>n weliswaar groter gewor<strong>de</strong>n maar <strong>de</strong><br />

piektij<strong>de</strong>n —het ontbijt uitgezon<strong>de</strong>rd— zijn nauwelijks veran<strong>de</strong>rd (Bro99,Bre01)*. Wel<br />

blijkt uit <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rzoeken dat men m<strong>in</strong><strong>de</strong>r tijd neemt voor <strong>de</strong> maaltijd.<br />

In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1975-1995 nam volgens <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rzoeken het aantal personen dat wel<br />

eens <strong>in</strong> een restaurant at toe van 11 naar 14%. Het betrof dan vaak alleenstaan<strong>de</strong>n,<br />

grootste<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen en hoger opgelei<strong>de</strong>n. In 1995 at slechts 1% van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g op meer<br />

dan twee door<strong>de</strong>weekse dagen <strong>in</strong> een restaurant (Bro99). Uit het<br />

tijdsbested<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rzoek 1995-2000 blijkt dat het buiten <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur eten <strong>in</strong> die perio<strong>de</strong> <strong>in</strong><br />

frequentie wel sterker is toegenomen (Bre01).<br />

3.3 Voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lenaanbod<br />

Het voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lenbedrijfsleven heeft <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r jaren <strong>in</strong>gespeeld op <strong>de</strong><br />

bovengeschetste maatschappelijke ontwikkel<strong>in</strong>gsten<strong>de</strong>nsen. In <strong>de</strong> jaren negentig is <strong>de</strong><br />

productontwikkel<strong>in</strong>g van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len geëvolueerd van een aanbodgestuur<strong>de</strong><br />

ontwikkel<strong>in</strong>g (‘technology push’) naar een vraaggestuur<strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g (‘market pull’)<br />

waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> behoefte van <strong>de</strong> consument centraal staat. De market<strong>in</strong>gstrategie van nieuwe<br />

producten is zich meer en meer gaan richten op <strong>de</strong> <strong>de</strong>mografische en maatschappelijke<br />

<strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> die zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g voordoen. Dui<strong>de</strong>lijk wordt reken<strong>in</strong>g<br />

gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> steeds groter wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> fragmentatie en heterogeniteit van <strong>de</strong><br />

consumentenmarkt.<br />

De distributiesector —vooral het grootw<strong>in</strong>kelbedrijf— heeft eveneens actief<br />

gereageerd op <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> consumentenmarkt. Niet alleen door een sterk groeiend<br />

aanbod van diepvriesmaaltij<strong>de</strong>n (ook een- en tweepersoons), pan- en magnetronklare<br />

maaltij<strong>de</strong>n, verse en koelverse maaltij<strong>de</strong>n en maaltijd<strong>in</strong>grediënten, voorgesne<strong>de</strong>n<br />

groenten enzovoorts maar ook door <strong>de</strong> <strong>in</strong>troductie van een groot scala aan (kant-en-<br />

* In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1990-1995 is alleen het ontbijt met een kwartier vervroegd tot 7:30. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> lunch vangt aan om<br />

12:30 en <strong>de</strong> avondmaaltijd om 18:00 uur.<br />

42 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


klare) exotische en exclusieve gerechten en verse <strong>in</strong>grediënten*. De toegenomen<br />

mobiliteit en <strong>de</strong> groeien<strong>de</strong> vraag naar kant-en-klaarproducten heeft tevens geleid tot een<br />

grote groei <strong>in</strong> het aantal —vooral m<strong>in</strong><strong>de</strong>r traditionele— verkooppunten van<br />

voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len, zoals benz<strong>in</strong>estations, fast food restaurants, afhaal-restaurants, en<br />

cater<strong>in</strong>gbedrijven**.<br />

* Van het aanbie<strong>de</strong>n van traditionele voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len t.b.v. maaltijdbereid<strong>in</strong>g naar cater<strong>in</strong>g. Volgens <strong>de</strong> Euromonitor<br />

bedroeg <strong>de</strong> omzet aan kant-en-klaarproducten <strong>in</strong> 1997 kDfl 440; een stijg<strong>in</strong>g t.o.v. het voorgaan<strong>de</strong> jaar van 13%. Aan<br />

koelverse maaltij<strong>de</strong>n werd kDfl 132 omgezet, 30% meer dan <strong>in</strong> 1996. Overigens blijkt uit een recent on<strong>de</strong>rzoek dat groot<br />

w<strong>in</strong>kelbedrijven er nog niet echt <strong>in</strong> zijn geslaagd een concept te ontwikkelen dat voldoen<strong>de</strong> tegemoet komt aan <strong>de</strong> wensen<br />

van <strong>de</strong> consument (Gri99).<br />

** Verwacht wordt dat <strong>de</strong>ze ‘food service <strong>in</strong>dustry’ zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst nog ver<strong>de</strong>r zal ontwikkelen. Ook<br />

grootw<strong>in</strong>kelbedrijven zullen <strong>de</strong>ze horeca activiteiten gaan uitvoeren.<br />

Sociaal-<strong>de</strong>mografische <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> en veran<strong>de</strong>rend consumentengedrag 43


44 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Hoofdstuk<br />

4<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van<br />

voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len<br />

4.1 Inleid<strong>in</strong>g<br />

Dit hoofdstuk geeft <strong>de</strong> belangrijkste verschuiv<strong>in</strong>gen aan <strong>in</strong> het gebruik van<br />

voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 voor <strong>de</strong> totale populatie en enkele<br />

geselecteer<strong>de</strong> leeftijdscategorieën. De commissie heeft zich hierbij beperkt tot <strong>de</strong><br />

aspecten die <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r van belang zijn voor <strong>de</strong> volksgezondheid.<br />

Voor <strong>de</strong> beschrijv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> belangrijkste <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie zijn<br />

<strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen gestandaardiseerd voor leeftijd,<br />

geslacht en opleid<strong>in</strong>g op basis van <strong>de</strong> steekproefsamenstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> eerste peil<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

1987/88. Om een <strong>in</strong>druk te geven van <strong>de</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie van<br />

<strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> voorafgaan<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> voedselonsumptiepeil<strong>in</strong>gen wordt<br />

begonnen met een globale schets hiervan. De gegevens uit bei<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>s zijn —gezien<br />

<strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> herkomst— alleen <strong>in</strong> kwalitatieve z<strong>in</strong> met elkaar te vergelijken.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len 45


4.2 Van 1965 tot 1987<br />

In het Voed<strong>in</strong>gsbericht 1990 is op basis van <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong> brutoverbruiksgegevens*<br />

<strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lenverbruik —dat wil zeggen het<br />

voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len-aanbod— per hoofd van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1965-1987 als<br />

volgt gekarakteriseerd (Hoo90):<br />

• Groenten en peulvruchten: Een toename van circa 200 g naar 290 g per hoofd van<br />

<strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g per dag (een stijg<strong>in</strong>g met bijna 45%).<br />

• Fruit: Een toename van 195 g tot bijna 250 g per dag (+26%).<br />

• Aardappelen: Een dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het verbruik van 240 g naar 230 g per dag (-4%).<br />

• Graanproducten: Een dal<strong>in</strong>g van ruim 190 g naar 175 g per dag (-8%).<br />

• Melk en melkproducten: B<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze productgroep vond een grote verschuiv<strong>in</strong>g<br />

plaats van volle naar halfvolle en magere producten. Het verbruik van volle<br />

melk(producten) daal<strong>de</strong> met bijna 60%. In 1987 bedroeg het totale verbruik van<br />

melk en melkproducten ruim 360 g per dag. Het kaasverbruik nam toe met ruim<br />

70% tot circa 40 g per dag.<br />

• Eieren: Het verbruik daal<strong>de</strong> licht tot 188 stuks per hoofd van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g per jaar.<br />

• Vlees(producten) en gevogelte: Het verbruik van <strong>de</strong>ze groep producten nam toe met<br />

57% tot ongeveer 220 g per dag. Vooral het verbruik van varkensvlees steeg met<br />

bijna 60% tot ruim 85 g per dag.<br />

• Vetten en oliën: B<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> groep zichtbare voed<strong>in</strong>gsvetten voltrok zich <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het verbruik als b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> groep melk(producten). Het verbruik van<br />

halvar<strong>in</strong>e nam toe ten koste van het verbruik van margar<strong>in</strong>e. Het verbruik van oliën<br />

en bak- en braadvet nam toe met 65%. Het totale verbruik van zichtbare vetten<br />

daal<strong>de</strong> van 27 g naar 25 g per dag en vertoon<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> jaren<br />

tachtig weer een licht stijgen<strong>de</strong> lijn.<br />

• Niet-alcoholische dranken: Het koffieverbruik nam met bijna 70% toe, terwijl het<br />

verbruik van frisdranken verdubbel<strong>de</strong>. Het theeverbruik bleef op constant niveau.<br />

• Alcoholische dranken: Het verbruik nam vooral <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1965-1975 sterk toe.<br />

In 1987 lag het verbruik 140% hoger dan <strong>in</strong> 1965. In grammen alcohol beteken<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>ze toename een verdubbel<strong>in</strong>g tot ongeveer 18 g per dag.<br />

* Deze gegevens geven <strong>de</strong> hoeveelhe<strong>de</strong>n voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len aan –meestal <strong>in</strong> termen van grondstoffen (primaire agrarische<br />

producten) – die jaarlijks per hoofd van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g voor consumptie beschikbaar zijn gekomen. Zij wor<strong>de</strong>n berekend op<br />

basis van productiestatistieken met behulp van <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong> balansmetho<strong>de</strong>: (b<strong>in</strong>nenlandse productie + import) –<br />

(export) +/- (voorraadmutaties). Er wordt alleen gecorrigeerd voor verliezen op het agrarische bedrijf en op het niveau van<br />

<strong>de</strong> groothan<strong>de</strong>l (Bos78).<br />

46 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


4.3 Van 1987 tot 1997<br />

4.3.1 Inleid<strong>in</strong>g<br />

Voor <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> zijn via <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen gegevens over het<br />

<strong>in</strong>dividuele gebruik van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len beschikbaar. Voor <strong>de</strong> totale populatie en <strong>de</strong><br />

geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen zal <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze paragraaf, na een algemene beschrijv<strong>in</strong>g van<br />

<strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g op het niveau van productgroepen*, na<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gegaan op <strong>de</strong><br />

verschuiv<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het gebruik van <strong>de</strong> vijf voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len waarvan het gebruik <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 het sterkst is veran<strong>de</strong>rd. Indien niet an<strong>de</strong>rs wordt vermeld zijn<br />

<strong>de</strong> beschreven veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen statistisch significant (p


gehele perio<strong>de</strong> een dalen<strong>de</strong> ten<strong>de</strong>ns (zie ook bijlage E). Het gebruik van <strong>de</strong><br />

productgroepen ‘niet-alcoholische dranken’, ‘granen en b<strong>in</strong>dmid<strong>de</strong>len’, ‘melk en<br />

melkproducten’ (ns), ‘noten en snacks’ en ‘vis’ (ns) nam toe. De grootste veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen<br />

tra<strong>de</strong>n op tussen 1987/88 en 1992. Hoewel tussen 1992 en 1997/98 <strong>de</strong> stijgen<strong>de</strong> en<br />

dalen<strong>de</strong> ten<strong>de</strong>nsen <strong>in</strong> <strong>de</strong> consumptie zich hebben voortgezet, waren <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong><br />

alleen <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het gebruik van <strong>de</strong> productgroepen ‘groenten’, ‘fruit’, ‘noten<br />

en snacks’ en ‘niet-alcoholische dranken’ statistisch significant. De an<strong>de</strong>re<br />

productgroepen laten een meer wisselend beeld zien. De consumptie van <strong>de</strong><br />

productgroep ‘aardappelen’ daal<strong>de</strong> alleen <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1992 en stabiliseer<strong>de</strong><br />

zich daarna. Het gebruik van eieren was <strong>in</strong> 1992 met 12% gedaald en lag <strong>in</strong> 1997/98 nog<br />

op dit niveau. De productgroep ‘suiker, snoep en zoet broodbeleg’ laat een zelf<strong>de</strong><br />

ontwikkel<strong>in</strong>g zien. Het gebruik van <strong>de</strong> productgroep ‘kaas’ was <strong>in</strong> 1992 van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

or<strong>de</strong> van grootte als <strong>in</strong> 1987/88, maar daal<strong>de</strong> daarna met 7% (ns). Het gebruik van <strong>de</strong><br />

productgroep ‘samengestel<strong>de</strong> gerechten’ (voornamelijk kant-en-klaarmaaltij<strong>de</strong>n) nam <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1992 met 40% toe en bleef daarna op dit niveau. Het gebruik van <strong>de</strong><br />

productgroep ‘alcoholische dranken’ was <strong>in</strong> 1992 13% lager dan <strong>in</strong> 1987/88 waarna een<br />

lichte stijg<strong>in</strong>g met 2% optrad.<br />

fruit<br />

groenten<br />

eieren<br />

suiker & snoep<br />

alc. dranken<br />

soepen<br />

aardappelen<br />

kaas<br />

gebak & koek<br />

vlees<br />

brood<br />

samengest. gerechten<br />

noten & snacks<br />

niet alc. dranken<br />

graanproducten<br />

melk(producten)<br />

vetten<br />

1992<br />

1997/98<br />

-40 -20 0 20 40 60<br />

procenten<br />

Figuur 4.1 De ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> consumptie van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> 1992 en 1997/98 tov 1987/88.<br />

Totale populatie.<br />

48 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Vijf grootste stijgers<br />

Uit bijlage F2 blijkt dat <strong>de</strong> grootste toename <strong>in</strong> het gemid<strong>de</strong>ld gebruik van<br />

voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len zich heeft voorgedaan <strong>in</strong> <strong>de</strong> sector dranken. In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-<br />

1997/98 nam het gemid<strong>de</strong>ld gebruik van suikervrije frisdranken, halfvolle<br />

melk(producten), vruchtensappen, frisdranken en magere melk(producten) met<br />

respectievelijk 583, 55, 45, 41 en 27% het sterkst toe. De toename van het gemid<strong>de</strong>ld<br />

gebruik <strong>in</strong> grammen bedroeg respectievelijk 35, 74, 22, 45 en 23 gram (zie bijlage F1).<br />

Met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van magere melk(producten) steeg zowel het aantal gebruikers* van<br />

<strong>de</strong>ze producten als <strong>de</strong> door hen geconsumeer<strong>de</strong> hoeveelhe<strong>de</strong>n. Het aantal gebruikers van<br />

magere melk(producten) vermeer<strong>de</strong>r<strong>de</strong> met ruim 10%; <strong>de</strong> gebruikte hoeveelheid<br />

veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> echter niet significant (zie bijlage F3).<br />

Vijf grootste dalers<br />

Over een perio<strong>de</strong> van tien jaar daal<strong>de</strong> het gemid<strong>de</strong>ld gebruik van volle melk(producten),<br />

fruit, groenten, bier en aardappelen met respectievelijk 53%, 18%, 15%, 13% en 11%<br />

het sterkst (zie bijlage F2). Uitgedrukt <strong>in</strong> grammen per dag nam het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> gebruik<br />

van volle melk(producten) met 79 gram, van fruit met 23 gram, van groenten met 21<br />

gram, van bier met 18 gram en van aardappelen met 14 gram af (zie F1).<br />

Voor volle melk(producten), fruit en aardappelen verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> zowel het aantal<br />

gebruikers als <strong>de</strong> door hen gebruikte hoeveelheid (zie bijlage F3). Bij groenten en bier<br />

was er vooral sprake van een lagere consumptie. Het aantal gebruikers van <strong>de</strong>ze<br />

producten was slechts licht gedaald.<br />

4.3.3 Leeftijdsgroep 13 t/m 18 jaar<br />

Bij <strong>de</strong> 13 t/m 18-jarige jongens werd tussen 1987/88 en 1997/98 een significante dal<strong>in</strong>g<br />

geconstateerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> consumptie van <strong>de</strong> productgroepen ‘brood’ (13%), ‘groente’ (19%)<br />

en ‘suiker, snoep en zoet beleg’ (29%) (zie figuur 4.2 en bijlage E). De consumptie van<br />

<strong>de</strong> productgroepen ‘alcoholische dranken’, ‘noten en snacks’ en ‘niet-alcoholische<br />

dranken’ nam significant toe (met respectievelijk 86%, 32% en 19%). Voor <strong>de</strong><br />

productgroepen ‘alcoholische dranken’ en ‘niet-alcoholische dranken’ voltrokken <strong>de</strong><br />

veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen zich vooral tussen <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> peil<strong>in</strong>g. Voor <strong>de</strong> meeste an<strong>de</strong>re<br />

productgroepen was er sprake van een dalen<strong>de</strong> of stijgen<strong>de</strong> ten<strong>de</strong>ns over <strong>de</strong> gehele<br />

perio<strong>de</strong>, met <strong>de</strong> nadruk op <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen tussen 1987/88 en 1992.<br />

* Als <strong>in</strong> dit advies wordt gesproken over ‘het percentage gebruikers’ of ‘het aantal gebruikers’ dan gaat het om <strong>de</strong><br />

respon<strong>de</strong>nten die op één of bei<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksdag(en) het betreffen<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>l hebben gebruikt.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len 49


fruit<br />

groenten<br />

eieren<br />

suiker & snoep<br />

alc. dranken<br />

soepen<br />

aardappelen<br />

kaas<br />

gebak & koek<br />

vlees<br />

brood<br />

samengest. gerechten<br />

noten & snacks<br />

niet alc. dranken<br />

graanproducten<br />

melk(producten)<br />

vetten<br />

1992<br />

1997/98<br />

-50 -25 0 25 50 75 100<br />

procenten<br />

Figuur 4.2 De ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> consumptie van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> 1992 en 1997/98 tov 1987/88.<br />

13 t/m 18-jarige jongens.<br />

Daarnaast vond een weliswaar statistisch niet significante maar wel substantiële<br />

dal<strong>in</strong>g (meer dan 10%) plaats <strong>in</strong> het gebruik van <strong>de</strong> productgroepen ‘aardappelen’,<br />

‘fruit’, ‘gebak en koek’, ‘kaas’, ‘soepen’, ‘vlees, vleeswaren en gevogelte’ en een<br />

stijg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van <strong>de</strong> productgroepen ‘samengestel<strong>de</strong> gerechten’ en ‘vis’.<br />

Bij <strong>de</strong> meisjes van 13 t/m 18 jaar vertoon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> consumptie van<br />

voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> grote lijnen <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> ten<strong>de</strong>ns als bij <strong>de</strong> jongens. Opvallend is dat <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong>ze leeftijdscategorie <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het groenten en fruitgebruik bij <strong>de</strong> meisjes sterker<br />

was dan bij <strong>de</strong> jongens (zie bijlage E). In tegenstell<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> jongens was er bij <strong>de</strong><br />

meisjes sprake van een (niet significante) dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van <strong>de</strong> productgroep<br />

‘graan en graanproducten’ en een lichte stijg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van <strong>de</strong> productgroep<br />

‘melk en melkproducten’.<br />

Vijf grootste stijgers<br />

Zowel bij <strong>de</strong> jongens als meisjes behoor<strong>de</strong>n suikervrije frisdranken en vruchtensappen<br />

tot <strong>de</strong> vijf voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len waarvan het gebruik <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 het<br />

sterkst is gestegen (suikervrije frisdranken: voor jongens 600% (30 g) en voor meisjes<br />

587% (47 g) en vruchtensappen voor jongens 85% (35 g) en voor meisjes 95% (60 g)<br />

(zie bijlage F1en F2). Bij <strong>de</strong> meisjes is zowel het aantal gebruikers als <strong>de</strong> door hen<br />

gedronken hoeveelheid toegenomen; bij <strong>de</strong> jongens is <strong>de</strong> stijg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

50 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


consumptie vooral het gevolg van een toename <strong>in</strong> het aantal gebruikers van suikervrije<br />

frisdranken en een stijg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> hoeveelheid vruchtensappen (zie bijlage F3). Bij <strong>de</strong><br />

meisjes behoor<strong>de</strong>n ook gewone frisdranken tot <strong>de</strong> top vijf (gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> toename 32%<br />

(69 g), waarbij met name <strong>de</strong> gedronken hoeveelheid significant is toegenomen; bij <strong>de</strong><br />

jongens gold dit voor bier. Hoewel statistisch niet significant zijn er meer jongens (4%)<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong>ze leeftijdscategorie bier gaan dr<strong>in</strong>ken en <strong>in</strong> grotere hoeveelhe<strong>de</strong>n; <strong>de</strong> consumptie<br />

door gebruikers is met circa een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> gestegen (ns). An<strong>de</strong>re producten die tot <strong>de</strong><br />

belangrijkste stijgers behoren zijn ‘hartige sauzen’ (productgroep ‘vetten, oliën en<br />

hartige sauzen’) en halfvolle melk(producten) (productgroep ‘melk en melkproducten’).<br />

Ook het gebruik van met suiker gezoete zuiveldranken <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze leeftijdsgroep nam fors<br />

toe, voor <strong>de</strong> jongens vooral <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1992 en voor <strong>de</strong> meisjes <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

1992-1997/98 (zie bijlage E).<br />

Vijf grootste dalers<br />

Voor <strong>de</strong> jongens nam het gebruik van volle melk(producten) (-69%), margar<strong>in</strong>e (-46%),<br />

suiker (-43%), koffie (-42%) en groenten (-19%) het sterkst af. De meisjes volg<strong>de</strong>n een<br />

iets an<strong>de</strong>r patroon. Voor hen daal<strong>de</strong> het gemid<strong>de</strong>ld koffiegebruik met 73% het sterkst,<br />

gevolgd door volle melk(producten) (-59%), margar<strong>in</strong>e (-48%), suiker (-45%) en fruit<br />

(-35%) (zie bijlage F2 en F1).<br />

De dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> consumptie van <strong>de</strong>ze producten was vooral het gevolg<br />

van een significant lager aantal gebruikers en tevens een significant lagere consumptie<br />

door <strong>de</strong>ze gebruikers. Het aantal gebruikers van groenten bleef echter <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

1987/88-1997/98 bij <strong>de</strong> jongens nagenoeg constant, terwijl er voor <strong>de</strong> meisjes sprake<br />

was van een niet significante dal<strong>in</strong>g. De door <strong>de</strong> gebruikers gegeten hoeveelheid<br />

groenten nam af met 19% resp. 28%. De dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> koffieconsumptie<br />

werd vooral veroorzaakt door een sterke dal<strong>in</strong>g van het aantal koffiedr<strong>in</strong>kers<br />

(jongens -20% en meisjes -25%) (zie bijlage F3).<br />

4.3.4 Leeftijdsgroep 19 t/m 35 jaar<br />

In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 daal<strong>de</strong> bij <strong>de</strong> mannen <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> consumptie<br />

significant van <strong>de</strong> productgroepen ‘aardappelen’, ‘alcoholische dranken’, ‘eieren’,<br />

‘fruit’, ‘groenten’ en ‘soepen’. Daarentegen steeg het gebruik van <strong>de</strong> productgroepen<br />

niet-alcoholische dranken’, ‘noten en snacks’ en ‘samengestel<strong>de</strong> gerechten’ significant<br />

(zie figuur 4.3 en bijlage E).<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len 51


fruit<br />

groenten<br />

eieren<br />

suiker & snoep<br />

alc. dranken<br />

soepen<br />

aardappelen<br />

kaas<br />

gebak & koek<br />

vlees<br />

brood<br />

samengest. gerechten<br />

noten & snacks<br />

niet alc. dranken<br />

graanproducten<br />

melk(producten)<br />

vetten<br />

1992<br />

1997/98<br />

-40 -20 0 20 40 60 80<br />

procenten<br />

Figuur 4.3 De ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> consumptie van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> 1992 en 1997/98 tov 1987/88.<br />

19 t/m 35-jarige mannen.<br />

Voorts was er sprake van substantiële maar niet significante veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong><br />

productgroepen ‘gebak en koek’, ‘granen en b<strong>in</strong>dmid<strong>de</strong>len’ en ‘vis’. Hoewel voor<br />

mannen en vrouwen <strong>de</strong> absolute en relatieve wijzig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> consumptie verschil<strong>de</strong>n,<br />

wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meeste van <strong>de</strong> voor <strong>de</strong> mannen geconstateer<strong>de</strong> ten<strong>de</strong>nsen ook waargenomen<br />

voor <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarige vrouwen (zie bijlage E). Ook voor <strong>de</strong>ze leeftijdsgroep<br />

voltrokken <strong>de</strong> belangrijkste wijzig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> consumptie zich tussen 1987/88 en 1992<br />

en zette <strong>de</strong> ten<strong>de</strong>ns van <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g zich voor <strong>de</strong> meeste productgroepen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

daaropvolgen<strong>de</strong> vijf jaar voort.<br />

Vijf grootste stijgers<br />

Uit bijlage F1 en F2 blijkt dat ook voor <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen <strong>de</strong> stijg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> consumptie<br />

van niet-alcoholische dranken vooral het gevolg is van een toename <strong>in</strong> <strong>de</strong> hoeveelheid<br />

suikervrije frisdranken, gewone frisdranken en vruchtensappen. Bij mannen steeg het<br />

aantal gebruikers van suikervrije frisdranken met 7%; <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> hoeveelheid<br />

suikervrije frisdranken die door hen werd gedronken steeg met ruim een glas per dag<br />

(164 g) (zie bijlage F3). Ook <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> consumptie van gewone frisdranken is bij<br />

mannen fl<strong>in</strong>k gestegen (150 g; 108%); het aantal gebruikers nam toe met 20%, <strong>de</strong><br />

consumptie van <strong>de</strong> gebruikers steeg met 46% (134 g). Bij <strong>de</strong> vrouwen bedroeg <strong>de</strong><br />

stijg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> frisdrankconsumptie 42% (48 g), het aantal gebruikers is<br />

daarentegen nauwelijks toegenomen (2%). Het aantal vrouwen dat <strong>de</strong> afgelopen tien jaar<br />

suikervrije frisdranken is gaan dr<strong>in</strong>ken nam toe met 17%. Gemid<strong>de</strong>ld dronken zij <strong>in</strong><br />

52 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


1997/1998 per dag bijna een glas meer dan <strong>in</strong> 1987/88 (139 g; 58%) (zie bijlage F3). Het<br />

gebruik van met suiker gezoete zuiveldranken nam eveneens aanzienlijk toe. De<br />

toename was voor mannen en vrouwen nagenoeg gelijk en voltrok zich vooral <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong> 1992-1997/98 (zie bijlage E).<br />

Tot <strong>de</strong> vijf producten waarvan <strong>de</strong> consumptie het sterkst is gestegen behoor<strong>de</strong>n ook<br />

<strong>de</strong> productgroepen ‘samengestel<strong>de</strong> gerechten’ (bij mannen respectievelijk vrouwen 69%<br />

en 50%), halfvolle melk(producten) (bij mannen respectievelijk vrouwen 53% en 47%)<br />

en ver<strong>de</strong>r bij mannen ‘gevogelte en wild’ (67%) en bij vrouwen ‘thee’ (30%). De<br />

toename van <strong>de</strong> consumptie werd veroorzaakt door een stijg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het aantal gebruikers<br />

en/of een stijg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> gegeten hoeveelheid (zie bijlage F1 en F3).<br />

Vijf grootste dalers<br />

De vijf producten waarvan het gebruik door mannen <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen tien jaar het sterkst<br />

daal<strong>de</strong> zijn: margar<strong>in</strong>e (-56%), volle melk(producten) (-53%), varkensvlees (-26%), bier<br />

(-26%) en groenten (-22%). Voor vrouwen zijn dit vooral producten uit <strong>de</strong><br />

drankensector: volle melk(producten) (-53%), wijn (-52%), bier (-42%) en koffie<br />

(-28%) gevolgd door groenten met een dal<strong>in</strong>g van 21% (zie bijlage F2).<br />

Evenals bij <strong>de</strong> 13 t/m 18-jarigen was er bij <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen meestal sprake van<br />

een afname <strong>in</strong> het aantal gebruikers en een dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> geconsumeer<strong>de</strong> hoeveelhe<strong>de</strong>n<br />

(zie bijlage F3). De ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g van het groentengebruik door mannen en<br />

vrouwen is nagenoeg gelijk. Het aantal gebruikers daal<strong>de</strong> met ruim 2%; mannelijke<br />

gebruikers aten <strong>in</strong> 1997/98 dagelijks gemid<strong>de</strong>ld 34 gram groenten m<strong>in</strong><strong>de</strong>r (-20%) dan<br />

tien jaar daarvoor. Voor vrouwen bedraagt <strong>de</strong>ze dal<strong>in</strong>g 29 gram (-19%).<br />

4.4 Substitutie van producten<br />

Uit bijlage F blijkt dat er zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 <strong>in</strong> het aantal gebruikers<br />

van producten b<strong>in</strong>nen en tussen bepaal<strong>de</strong> productgroepen verschuiv<strong>in</strong>gen hebben<br />

voorgedaan. De belangrijkste verschuiv<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het aantal gebruikers van producten<br />

b<strong>in</strong>nen een productgroep zijn:<br />

• Productgroep ‘vetten, oliën en hartige sauzen’<br />

Het aantal gebruikers van halvar<strong>in</strong>e, olie en bak- en braadvet is <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r jaren<br />

sterk toegenomen ten koste van het aantal gebruikers van vooral margar<strong>in</strong>e en <strong>in</strong><br />

m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate boter. Dit geldt niet alleen voor <strong>de</strong> totale populatie maar ook voor <strong>de</strong><br />

geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen. Ook het percentage gebruikers van hartige sauzen is<br />

over een perio<strong>de</strong> van tien jaar fors toegenomen (14%).<br />

• Productgroep ‘melk en melkproducten’<br />

Een vergelijkbare verschuiv<strong>in</strong>g vond plaats <strong>in</strong> het aantal gebruikers van halfvolle en<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len 53


<strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate magere melk(producten) ten koste van <strong>de</strong> gebruikers van volle<br />

melk(producten).<br />

De belangrijkste verschuiv<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het aantal gebruikers van producten zowel b<strong>in</strong>nen<br />

een productgroep als tussen productgroepen zijn:<br />

• Productgroepen ‘vlees, vleeswaren en gevogelte’ en ‘sojaproducten’<br />

Hoewel het aantal gebruikers van vleesvervangen<strong>de</strong> sojaproducten <strong>in</strong> <strong>de</strong> totale<br />

populatie is toegenomen (ns) lijkt het er niet op dat het gebruik hiervan ten koste is<br />

gegaan van het vlees(waren)gebruik. Het aantal gebruikers van gemid<strong>de</strong>ld vette<br />

vlees(waren) is iets toegenomen ten koste van het aantal gebruikers van vette en<br />

magere vlees(waren). De situatie voor <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen komt<br />

hiermee goed overeen.<br />

Met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> 13 t/m18-jarige meisjes is het aantal gebruikers van gehakt<br />

toegenomen. In zowel <strong>de</strong> groep 13 t/m 18-jarige jongens als <strong>de</strong> groep 19 t/m 35-<br />

jarige volwassenen is het aantal gebruikers van gevogelte en wild gegroeid, vooral<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> groep 19 t/m 35-jarige mannen. Dit betreft dan vooral pluimveevlees als kip en<br />

kalkoen. Het aantal gebruikers van rund- en varkensvlees nam af. Gehakt en<br />

pluimveevlees wor<strong>de</strong>n vaak verwerkt <strong>in</strong> pasta- en rijstgerechten terwijl rund- en<br />

varkensvlees vaker on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uitmaken van <strong>de</strong> traditionele warme maaltijd.<br />

• Productgroepen ‘brood’ en ‘graanproducten en b<strong>in</strong>dmid<strong>de</strong>len’<br />

Behalve bij <strong>de</strong> 13 t/m 18-jarige meisjes is het aantal broodgebruikers afgenomen,<br />

terwijl het aantal gebruikers van ontbijtgranen is toegenomen. De verschuiv<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

het aantal broodgebruikers is echter beperkt van omvang en statistisch niet<br />

significant. In <strong>de</strong> groep van 13 t/m 18-jarige meisjes nam het aantal broodgebruikers<br />

licht toe. Op het niveau van <strong>de</strong> totale populatie en <strong>in</strong> <strong>de</strong> groep volwassen mannen en<br />

vrouwen nam het aantal gebruikers van ontbijtgranen statistisch significant toe, en<br />

wel het sterkst <strong>in</strong> <strong>de</strong> groep volwassen vrouwen (ruim 7%). Op grond van <strong>de</strong>ze<br />

gegevens kan dus niet wor<strong>de</strong>n gesteld dat het gebruik van brood <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen tien<br />

jaar <strong>in</strong> <strong>belangrijke</strong> mate is vervangen door ontbijtgranen (zie ook hoofdstuk 8).<br />

• Productgroepen ‘aardappelen’, ‘groenten’,’samengestel<strong>de</strong> gerechten’,‘granen en<br />

b<strong>in</strong>dmid<strong>de</strong>len’, ‘peulvruchten’ en ‘soepen’.<br />

Het aantal gebruikers van aardappelen is <strong>in</strong> <strong>de</strong> totale populatie gedaald, terwijl het<br />

aantal gebruikers van samengestel<strong>de</strong> gerechten*, <strong>de</strong>egwaren en rijst en<br />

aardappelproducten is toegenomen. Het aantal gebruikers van peulvruchten en soep<br />

is eveneens gedaald. Het aantal gebruikers van groenten is <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-<br />

1997/98 met bijna 2% gedaald. Het sterkst gestegen is het aantal gebruikers van<br />

aardappelproducten gevolgd door rijst en <strong>de</strong>egwaren. Het is dui<strong>de</strong>lijk dat op het<br />

* In <strong>de</strong>ze gerechten zijn vaak geen aardappelen verwerkt maar rijst, pasta of aardappelproducten.<br />

54 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


niveau van <strong>de</strong> totale populatie <strong>de</strong> aardappel terre<strong>in</strong> verliest en steeds vaker wordt<br />

vervangen door aardappelproducten, pasta en rijst. Voor <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong><br />

leeftijdsgroepen tekent <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>g zich wel af, maar <strong>de</strong>ze is alleen voor <strong>de</strong><br />

mannen van 19 t/m 35 jaar statistisch significant. Hoewel statistisch niet significant,<br />

is <strong>de</strong> stijg<strong>in</strong>g van het aantal gebruikers van aardappelproducten on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vrouwen <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> leeftijd van 19 t/m 35 jaar met ruim 10% wel opvallend.<br />

Het toegenomen gebruik van samengestel<strong>de</strong> gerechten heeft <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het<br />

groentengebruik <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 geensz<strong>in</strong>s gecompenseerd. De<br />

bijdrage van samengestel<strong>de</strong> gerechten aan het groentengebruik nam <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong><br />

gemid<strong>de</strong>ld slechts met 2 gram per dag toe (van circa 5 gram <strong>in</strong> 19987/88 naar circa 7<br />

gram <strong>in</strong> 1997/98).<br />

• Productgroepen ‘fruit’ en ‘niet-alcoholische dranken’<br />

De toename <strong>in</strong> het aantal gebruikers van vruchtensappen compenseer<strong>de</strong> ge<strong>de</strong>eltelijk<br />

<strong>de</strong> geconstateer<strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het aantal fruitgebruikers. In tien jaar tijd daal<strong>de</strong> het<br />

aantal gebruikers van producten uit <strong>de</strong> productgroepen fruit en vruchtensappen<br />

samen met 2%. Bij <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdscategorieën varieer<strong>de</strong> het verschil <strong>in</strong><br />

gebruikers <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> van – 5% (jongens en mannen) tot + 1% (13 t/m 18-jarige<br />

meisjes).<br />

• Productgroepen ‘niet-alcholische dranken’, ‘alcoholische dranken’ en<br />

‘(melk)producten’<br />

In <strong>de</strong> totale populatie is het aantal gebruikers van suikervrije frisdranken sterk<br />

gestegen. Het aantal gebruikers van vruchtensappen en gewone frisdranken nam ook<br />

toe, zij het m<strong>in</strong><strong>de</strong>r sterk. Deze toename is statistisch significant voor mannen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

leeftijdscategorie 19 t/m 35 jaar voor gewone frisdranken en voor meisjes en<br />

vrouwen voor vruchtensappen. Het aantal gebruikers van thee, koffie, bier en<br />

gedistilleerd verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> totale populatie.<br />

Voor <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdscategorieën komt een an<strong>de</strong>re ontwikkel<strong>in</strong>g naar<br />

voren. In <strong>de</strong> categorie 13 t/m 18-jarige jongens is <strong>de</strong> toename van het aantal<br />

gebruikers van suikervrije frisdranken bedui<strong>de</strong>nd m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> totale populatie.<br />

In <strong>de</strong>ze leeftijdscategorie nam het aantal gebruikers van wijn, m<strong>in</strong>eraalwater,<br />

gedistilleerd, vruchtensappen en bier toe. Alleen <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het aantal<br />

gebruikers van gedistilleerd is statistisch significant. Het aantal gebruikers van<br />

koffie en thee daal<strong>de</strong> relatief sterk. Bij <strong>de</strong> 13 t/m 18-jarige meisjes steeg het aantal<br />

gebruikers van vruchtensappen het sterkst, gevolgd door suikervrije frisdranken,<br />

gewone frisdranken, m<strong>in</strong>eraalwater, bier en wijn. Alleen <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het<br />

aantal gebruikers van suikervrije frisdranken en m<strong>in</strong>eraalwater is statistisch<br />

significant. De toename <strong>in</strong> het aantal gebruikers van (suikervrije) frisdranken,<br />

m<strong>in</strong>eraalwater, vruchtensappen, bier en wijn, g<strong>in</strong>g ten koste van het aantal<br />

gebruikers van koffie en thee.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len 55


De leeftijdgroep van 19 t/m 35-jarigen laat zowel voor mannen als voor vrouwen<br />

een verschuiv<strong>in</strong>g zien die meer <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g is met die welke <strong>in</strong> <strong>de</strong> totale<br />

populatie is vastgesteld. Het aantal gebruikers van suikervrije frisdranken,<br />

vruchtensappen (voor mannen statistisch niet significant), gewone frisdranken (voor<br />

mannen statistisch niet significant) nam toe. Dit g<strong>in</strong>g ten koste van het aantal<br />

gebruikers van an<strong>de</strong>re dranken en wel met name van koffie, en wijn voor vrouwen<br />

en van bier en thee voor mannen.<br />

Uit <strong>de</strong> gegevens komt naar voren dat het aantal gebruikers van alcoholische dranken<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 <strong>in</strong> <strong>de</strong> totale populatie is afgenomen. De dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het<br />

aantal alcoholgebruikers vond met name plaats <strong>in</strong> <strong>de</strong> leeftijdsgroep van 19 t/m 35-<br />

jarigen. In <strong>de</strong> leeftijdscategorie van 13 t/m 18-jarigen nam het aantal gebruikers van<br />

alcoholische dranken <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> daarentegen toe (met name <strong>de</strong> jongens), zij het<br />

statistisch niet significant.<br />

De gegevens geven niet aan dat bovengenoem<strong>de</strong> verschuiv<strong>in</strong>gen effect hebben<br />

gehad op het aantal gebruikers van melk(producten). Hoewel het aantal gebruikers<br />

voor alle groepen licht daal<strong>de</strong>, is <strong>de</strong>ze dal<strong>in</strong>g statistisch niet significant. De dal<strong>in</strong>g<br />

was het sterkst voor <strong>de</strong> groep van 13 t/m 18-jarige meisjes (ruim 3%).<br />

56 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Hoofdstuk<br />

5<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g<br />

In dit hoofdstuk wordt <strong>in</strong>gegaan op <strong>de</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met energie en<br />

voed<strong>in</strong>gsstoffen. Bijlage I geeft een overzicht van <strong>de</strong>ze <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong>. Na energie en<br />

<strong>de</strong> macrovoed<strong>in</strong>gsstoffen (eiwit, vet en koolhydraten) —waarbij ook wordt <strong>in</strong>gegaan op<br />

<strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> prevalentie van overgewicht en obesitas en <strong>de</strong> mate waar<strong>in</strong><br />

wordt voldaan aan <strong>de</strong> ‘Richtlijnen goe<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g’— volgen een aantal geselecteer<strong>de</strong><br />

microvoed<strong>in</strong>gstoffen (vitam<strong>in</strong>es en m<strong>in</strong>eralen).<br />

5.1 Energie en macrovoed<strong>in</strong>gsstoffen<br />

5.1.1 Energie<br />

Voor zowel <strong>de</strong> totale populatie als <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdscategorieën is <strong>de</strong><br />

energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 gedaald; het sterkst<br />

voor <strong>de</strong> leeftijdscategorie 13 t/m 18 jaar (jongens: 8,2%; meisjes: 6,4%). Voor <strong>de</strong><br />

leeftijdsgroep 19 t/m 35-jarigen was <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g bij <strong>de</strong> vrouwen net niet statistisch<br />

significant (p=0,0137) (zie figuur 5.1 en bijlage I). Deze dal<strong>in</strong>g vond met name plaats <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1992. Daarna trad een lichte stijg<strong>in</strong>g (13 t/m 18-jarige jongens en<br />

19 t/m 35-jarige mannen en vrouwen) of een lichte ver<strong>de</strong>re dal<strong>in</strong>g op (totale populatie en<br />

13 t/m 18-jarige meisjes).<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g 57


14000<br />

12000<br />

10000<br />

8000<br />

KJ<br />

6000<br />

4000<br />

2000<br />

0<br />

totale populatie<br />

1987/88<br />

1997/98<br />

13 t/m 18 jarige<br />

jongens<br />

13 t/m 18 jarige<br />

meisjes<br />

19 t/m 35 jarige<br />

mannen<br />

19 t/m 35 jarige<br />

vrouwen<br />

Figuur 5.1 De ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g.<br />

In paragraaf 2.5.2 is aangegeven dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rrapportage van <strong>de</strong> voedselconsumptie<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> drie peil<strong>in</strong>gen waarschijnlijk enigsz<strong>in</strong>s is toegenomen. Deze toename<br />

verklaart echter slechts voor een kle<strong>in</strong> <strong>de</strong>el <strong>de</strong> vastgestel<strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> energie<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 (zie bijlage D).<br />

De mogelijke dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> energie-<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g staat <strong>in</strong> schril contrast met <strong>de</strong><br />

toegenomen prevalentie van overgewicht en obesitas. Opvallend <strong>in</strong> dit verband is ook<br />

dat <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> energetische waar<strong>de</strong> per gram voedsel <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98<br />

met bijna 9% is verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rd. Het gewicht van <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> hoeveelheid voedsel en<br />

dranken die dagelijks werd gebruikt nam <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> wel toe; van 2 547 gram naar<br />

2 662 gram. Deze toename komt voor een belangrijk <strong>de</strong>el voor reken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sector<br />

dranken en vooral van suikervrije frisdranken, die wel gewicht hebben maar geen<br />

energie leveren. Wordt het gebruik van suikervrije frisdranken, (m<strong>in</strong>eraal)water, koffie<br />

en thee buiten beschouw<strong>in</strong>g gelaten, dan daal<strong>de</strong> <strong>de</strong> energiedichtheid* van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g<br />

met bijna 5%. De oorzaak hiervan zou een selectieve on<strong>de</strong>rrapportage van het gebruik<br />

van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len met een hoge energiedichtheid —zoals vetrijke<br />

voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len— kunnen zijn (Gor00). Uit diverse on<strong>de</strong>rzoeken naar <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van<br />

<strong>de</strong> energiedichtheid op energie-<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g blijkt dat, naarmate <strong>de</strong> energiedichtheid van <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>g groter is, tij<strong>de</strong>ns een maaltijd <strong>de</strong> energie-<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g onafhankelijk van <strong>de</strong><br />

macrovoed<strong>in</strong>gsstoffensamenstell<strong>in</strong>g toeneemt (Wes90, Bel98, Stu98a, Stu98b, Rol99a,<br />

* Hoeveelheid energie per gram voedsel.<br />

58 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Rol99b, Wes00, Wes01). Echter, op <strong>de</strong> langere termijn blijkt het effect van <strong>de</strong><br />

energiedichtheid van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> 24 uurs energie-<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g primair te wor<strong>de</strong>n<br />

veroorzaakt door <strong>de</strong> relatieve bijdrage van <strong>de</strong> macrovoed<strong>in</strong>gsstoffen aan <strong>de</strong><br />

energiedichtheid. Dit impliceert dat er geen effect is van enkel energieloze componenten<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g (water, vezel) via <strong>de</strong> energiedichtheid op <strong>de</strong> 24-uurs voedsel<strong>in</strong>name.<br />

Volgens <strong>de</strong> gegevens van <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen nam <strong>de</strong> prevalentie van<br />

overgewicht (QI≥25 en QI 19 jaar<br />

overgewicht<br />

obees<br />

Figuur 5.2 De ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het percentage personen met overgewicht en obesitas.<br />

* Quetelet In<strong>de</strong>x is het lichaamsgewicht <strong>in</strong> kg ge<strong>de</strong>eld door het kwadraat van <strong>de</strong> lengte <strong>in</strong> meters.<br />

** Vanaf 19 jaar.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g 59


De ontwikkel<strong>in</strong>g van het percentage obese personen vertoont <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> ten<strong>de</strong>ns als die<br />

van overgewicht. Het aantal obese 19 t/m 35-jarige vrouwen steeg met bijna 6% en het<br />

aantal obese 19 t/m 35-jarige mannen met ruim 3% (zie figuur 5.2 en bijlage G). Bij<br />

<strong>de</strong>ze gegevens is het van belang te benadrukken dat het gaat om door <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten<br />

gerapporteer<strong>de</strong> gegevens. Het is bekend dat er bij zelfgerapporteer<strong>de</strong> gegevens over het<br />

lichaamsgewicht <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met het werkelijke gewicht en zekere on<strong>de</strong>rrapportage<br />

plaats v<strong>in</strong>dt (Vie01, bijlage D). Dit betekent dat <strong>de</strong> situatie <strong>in</strong> werkelijkheid nog<br />

ongunstiger kan zijn. In hoofdstuk 10 wordt hier na<strong>de</strong>r op <strong>in</strong>gegaan.<br />

De geschetste ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> prevalentie van overgewicht en obesitas wordt<br />

bevestigd door <strong>de</strong> gegevens die zijn verzameld door het CBS (CBS01)<br />

(zelfgerapporteer<strong>de</strong> gegevens) en het Rijks<strong>in</strong>stituut voor Volksgezondheid en Milieu<br />

(door <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers gemeten gegevens) (Sei95, Sei99, Sei01a, Sei01b)*.<br />

5.1.2 Macrovoed<strong>in</strong>gsstoffen<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> bijdrage van eiwit aan <strong>de</strong> energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g nam <strong>de</strong><br />

afgelopen tien jaar toe. Alleen voor <strong>de</strong> totale populatie en <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarige mannen is<br />

<strong>de</strong>ze toename statistisch significant (respectievelijk van 14,0 en% naar 14,8 en% en van<br />

13,6 en% naar 14,1 en%).<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> bijdrage van vet verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> met 11% voor <strong>de</strong> totale populatie het<br />

meest (een dal<strong>in</strong>g van 38,5 en% naar 36,0 en%). De dal<strong>in</strong>g was voor <strong>de</strong> 13 t/18-jarigen<br />

sterker dan voor <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen. De samenstell<strong>in</strong>g van het vet <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g<br />

verbeter<strong>de</strong> (zie figuur 5.3 en bijlage I)**.<br />

Het energiepercentage verzadig<strong>de</strong> vetzuren daal<strong>de</strong> licht voor zowel <strong>de</strong> totale populatie<br />

als <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen (zie bijlage I). Voor <strong>de</strong> groep 13 t/m 18-jarige<br />

meisjes en 19 t/m 35-jarige mannen was <strong>de</strong>ze dal<strong>in</strong>g statistisch niet significant. Het<br />

energiepercentage transvetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g nam drastisch af. Het energiepercentage<br />

onverzadig<strong>de</strong> vetzuren nam daarentegen enigsz<strong>in</strong>s toe; <strong>de</strong>ze toename is echter alleen<br />

voor <strong>de</strong> totale populatie en <strong>de</strong> 19-35-jarige mannen statistisch significant.<br />

* Ook bij k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren is <strong>de</strong> prevalentie van overgewicht en obesitas toegenomen (Bru95, Fre00)<br />

** Deze analyse is alleen mogelijk voor <strong>de</strong> vetzuren die <strong>in</strong> <strong>de</strong> ‘NEVO-trend tabel’ zijn opgenomen: verzadig<strong>de</strong> vetzuren,<br />

transvetzuren en het totaal aan onverzadig<strong>de</strong> vetzuren. Een uitsplits<strong>in</strong>g naar bijvoorveeld n-3 en n-6 meervoudig<br />

onverzadig<strong>de</strong> vetzuren is niet mogelijk.<br />

60 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


45<br />

40<br />

35<br />

energieprocenten<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

vet totaal<br />

1987/88<br />

1997/98<br />

verzadig<strong>de</strong><br />

vetzuren<br />

transvetzuren<br />

verzadig<strong>de</strong><br />

vetzuren <strong>in</strong>cl. trans<br />

onverzadig<strong>de</strong><br />

vetzuren<br />

Figuur 5.3 De ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>name van totaal vet en vetzuren <strong>in</strong> energieprocenten. Totale populatie.<br />

In absolute hoeveelhe<strong>de</strong>n daal<strong>de</strong> <strong>de</strong> hoeveelheid onverzadig<strong>de</strong> vetzuren voor <strong>de</strong><br />

leeftijdsgroep 13 t/m 18-jarigen; voor <strong>de</strong> 19 t/m 35 jarige vrouwen bleef <strong>de</strong>ze op het<br />

zelf<strong>de</strong> niveau. Voor <strong>de</strong> totale populatie en <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarige mannen nam <strong>de</strong><br />

hoeveelheid onverzadig<strong>de</strong> vetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 licht<br />

toe. Voor <strong>de</strong> totale populatie en <strong>de</strong> twee geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

absolute hoeveelheid totaal vet, verzadig<strong>de</strong> vetzuren en vooral transvetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>g.<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> bijdrage van koolhydraten aan <strong>de</strong> energievoorzien<strong>in</strong>g nam voor <strong>de</strong> totale<br />

populatie toe van 44,4 en% naar 46,6 en%. Voor <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen nam<br />

<strong>de</strong>ze bijdrage eveneens toe; <strong>de</strong> toename is met ruim 8% voor <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarige<br />

vrouwen het grootst (van 43,8 en% naar 47,4 en%) De bijdrage van alcohol verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

voor <strong>de</strong> totale populatie van 2,9 en% naar 2,6 en%; een dal<strong>in</strong>g met ruim 10%. Voor <strong>de</strong><br />

13 t/m 18-jarige jongens werd <strong>de</strong>ze bijdrage echter 2,5 maal groter (van 0,4 en% naar<br />

1,0 en%) en voor <strong>de</strong> meisjes <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze leeftijdsgroep verdubbel<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze (van 0,2 en% naar<br />

0,4 en%). In <strong>de</strong> leeftijdscategorie 19 t/m 35-jarigen liep <strong>de</strong> bijdrage van alcohol aan <strong>de</strong><br />

energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g daarentegen terug: voor <strong>de</strong> mannen van 4,7 en%<br />

naar 3,3 en% (een dal<strong>in</strong>g van bijna 30%) en voor <strong>de</strong> vrouwen zelfs met ruim 45 % (van<br />

2,4 en% naar 1,3 en%). Hoewel <strong>de</strong>ze verschuiv<strong>in</strong>gen aanzienlijk lijken, zijn zij<br />

statistisch niet significant. Figuur 5.5 geeft een overzicht van <strong>de</strong> procentuele<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g 61


veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> bijdrage van <strong>de</strong> macrovoed<strong>in</strong>gsstoffen aan <strong>de</strong> energetische waar<strong>de</strong> van<br />

<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g.<br />

19 t/m 35-jarige vrouwen<br />

19 t/m 35-jarige mannen<br />

13 t/m 18-jarige meisjes<br />

13 t/m 18-jarige jongens<br />

totale populatie<br />

energie<br />

en% eiwit<br />

en% vet<br />

en% koolhydraten<br />

en% alcohol<br />

-100 -50 0 50 100 150 200<br />

percentage veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

Figuur 5.4 Procentuele veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g energie-<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> bijdrage van energieleveren<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffen<br />

<strong>in</strong> 1997/98 tov 1987/88.<br />

5.1.3 ‘Richtlijnen goe<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g’ voor totaal vet, verzadig<strong>de</strong> vetzuren, koolhydraten<br />

en voed<strong>in</strong>gsvezel<br />

Het aantal respon<strong>de</strong>nten dat een voed<strong>in</strong>g gebruikt die voldoet aan <strong>de</strong> ‘Richtlijnen goe<strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>g’ voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>name van totaal vet, verzadig<strong>de</strong> vetzuren, koolhydraten en<br />

voed<strong>in</strong>gsvezel gezamenlijk* is <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 nauwelijks gewijzigd en<br />

schommelt tussen 1-2%. De ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het aantal respon<strong>de</strong>nten dat voldoet aan <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> richtlijnen voor <strong>de</strong>ze macrovoed<strong>in</strong>gsstoffen afzon<strong>de</strong>rlijk laat een<br />

gedifferentieerd beeld zien (zie bijlage H). Het aantal respon<strong>de</strong>nten dat voldoet aan <strong>de</strong><br />

richtlijn voor totaal vet is met 50% toegenomen tot 45% van <strong>de</strong> populatie; het aantal<br />

personen dat voldoet aan <strong>de</strong> richtlijn voor verzadig<strong>de</strong> vetzuren is met <strong>de</strong> helft<br />

toegenomen tot 9%. De mate waar<strong>in</strong> werd voldaan aan <strong>de</strong> richtlijn voor koolhydraten<br />

verbeter<strong>de</strong> eveneens (van 47% naar 57%). Het voldoen aan <strong>de</strong> richtlijn voor<br />

* Destijds door <strong>de</strong> Voed<strong>in</strong>gsraad vastgesteld. Voor <strong>de</strong> macrovoed<strong>in</strong>gsstoffen betekent dit een voed<strong>in</strong>g met ten hoogste 35<br />

en% totaal vet en ten hoogste 10 en% verzadig<strong>de</strong> vetzuren, ten m<strong>in</strong>ste 45 en% koolhydraten en ten m<strong>in</strong>ste 3 g<br />

voed<strong>in</strong>gsvezel per MJ (Voe86).<br />

62 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


voed<strong>in</strong>gsvezel (ten m<strong>in</strong>ste 3 g per MJ) blijkt <strong>de</strong> meeste problemen te geven. Het aantal<br />

respon<strong>de</strong>nten dat vol<strong>de</strong>ed aan <strong>de</strong>ze richtlijn daal<strong>de</strong> van 18% naar bijna 17%.<br />

De geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen volg<strong>de</strong>n globaal <strong>de</strong> ten<strong>de</strong>ns die is vastgesteld voor<br />

<strong>de</strong> totale populatie. Met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van verzadig<strong>de</strong> vetzuren voor 13 t/m 18-jarige<br />

jongens en koolhydraten voor <strong>de</strong> 13 t/m 18-jarige jongens en meisjes en 19 t/m 35-jarige<br />

vrouwen is <strong>de</strong> procentuele veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van het aantal respon<strong>de</strong>nten dat voldoet aan <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> richtlijnen voor <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke macrovoed<strong>in</strong>gsstoffen groter dan<br />

gemid<strong>de</strong>ld (zie bijlage H).<br />

5.2 Microvoed<strong>in</strong>gsstoffen<br />

5.2.1 Selectie van microvoed<strong>in</strong>gsstoffen<br />

Voor een aantal microvoed<strong>in</strong>gsstoffen is <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g na<strong>de</strong>r<br />

geanalyseerd. Het betreft <strong>de</strong> vitam<strong>in</strong>es A, D, E, C, B 6 , B 12 en foliumzuur en <strong>de</strong><br />

m<strong>in</strong>eralen ijzer en calcium. De selectie van <strong>de</strong>ze voed<strong>in</strong>gsstoffen is tot stand gekomen<br />

op grond van aanbevel<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> Werkgroep van <strong>de</strong>skundigen van <strong>de</strong> NEVO-tabel en<br />

<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Beheerscommissie VCP en op grond van het resultaat van een<br />

werkconferentie die ter voorbereid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong>cember 1996 door <strong>de</strong> <strong>Gezondheidsraad</strong> is belegd (Gez97). De keuze is gebaseerd op:<br />

• een <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsnorm laag voorzien<strong>in</strong>gsniveau: calcium, ijzer,<br />

vitam<strong>in</strong>e B 6 , vitam<strong>in</strong>e A<br />

• een teruglopend gebruik van <strong>belangrijke</strong> bronnen zoals groenten (vitam<strong>in</strong>e C en<br />

foliumzuur) en smeer- en bereid<strong>in</strong>gsvetten(vitam<strong>in</strong>e A, vitam<strong>in</strong>e E en D)<br />

• <strong>in</strong>teractie met an<strong>de</strong>re voed<strong>in</strong>gsstoffen (vitam<strong>in</strong>e B 12 i.v.m. mogelijke verrijk<strong>in</strong>g van<br />

voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len met foliumzuur).<br />

5.2.2 Microvoed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g<br />

Uit figuur 5.5 en bijlage I blijkt dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

voorzien<strong>in</strong>g met vitam<strong>in</strong>e B 6 (behalve 13 t/m 18-jarige jongens) en vitam<strong>in</strong>e C (behalve<br />

19 t/m 35-jarige mannen) is toegenomen. Deze toename is alleen voor <strong>de</strong> totale<br />

populatie en <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarige vrouwen statistisch significant. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

voorzien<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> vitam<strong>in</strong>es A, E, D, B 12 en foliumzuur en <strong>de</strong> m<strong>in</strong>eralen ijzer en<br />

calcium* is daarentegen gedaald. De dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> vitam<strong>in</strong>e A** voorzien<strong>in</strong>g is voor alle<br />

geselecteer<strong>de</strong> groepen statistisch significant; <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> vitam<strong>in</strong>e E voorzien<strong>in</strong>g<br />

* Met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> totale populatie.<br />

** Ret<strong>in</strong>olequivalenten.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g 63


eveneens, met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarige vrouwen. Alleen voor <strong>de</strong> totale<br />

populatie is <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g voor alle genoem<strong>de</strong> microvoed<strong>in</strong>gsstoffen statistisch significant.<br />

vitam<strong>in</strong>e E<br />

vitam<strong>in</strong>e D<br />

vitam<strong>in</strong>e C<br />

vitam<strong>in</strong>e B12<br />

foliumzuur<br />

vitam<strong>in</strong>e B6<br />

ret<strong>in</strong>olequivalenten<br />

ijzer<br />

calcium<br />

totale populatie<br />

13 t/m 18 jaar meisjes<br />

13 t/m 18 jaar jongens<br />

19 t/m 35 jaar vrouwen<br />

19 t/m 35 jaar mannen<br />

-35 -30 -25 -20 -15 -10 -5 0 5 10 15<br />

percentage veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

Figuur 5.5 Procentuele veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> mircrovoed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1997/98 tov<br />

1987/88.<br />

Omdat het Ne<strong>de</strong>rlands Voed<strong>in</strong>gsstoffenbestand naast het gehalte ret<strong>in</strong>olequivalenten ook<br />

gegevens bevat over het ret<strong>in</strong>olgehalte van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len, is het mogelijk <strong>de</strong><br />

ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> ret<strong>in</strong>olvoorzien<strong>in</strong>g te berekenen en op basis hiervan <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met β-catoteen te schatten* De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> ret<strong>in</strong>olvoorzien<strong>in</strong>g blijkt<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 te zijn gedaald van 839 µg naar 660 µg, een dal<strong>in</strong>g van<br />

ruim 21%. De voorzien<strong>in</strong>g met β-caroteen daal<strong>de</strong> <strong>in</strong> die perio<strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>r sterk: van 1,5<br />

mg naar 1,3 mg per dag; een dal<strong>in</strong>g van bijna 11,5%.<br />

5.2.3 Voed<strong>in</strong>gsstoffendichtheid<br />

Ook als <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met microvoed<strong>in</strong>gsstoffen wordt uitgedrukt per eenheid energie<br />

(voed<strong>in</strong>gsstoffendichtheid) blijkt <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffendichtheid van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong><br />

totale populatie te zijn afgenomen voor ret<strong>in</strong>olequivalenten, vitam<strong>in</strong>e B 12 en vitam<strong>in</strong>e E.<br />

* Is alleen uitgevoerd voor <strong>de</strong> totale populatie.<br />

64 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re geselecteer<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffen is <strong>de</strong>ze toegenomen, vooral voor vitam<strong>in</strong>e<br />

B 6 . Behalve bij foliumzuur zijn <strong>de</strong>ze veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen statistisch significant (zie bijlage I).<br />

Zoals blijkt uit bijlage I komt <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffendichtheid voor<br />

<strong>de</strong> totale populatie globaal overeen met <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong><br />

leeftijdsgroepen, met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van foliumzuur en vitam<strong>in</strong>e D voor <strong>de</strong> 19 t/m 35-<br />

jarigen en ijzer voor <strong>de</strong> 13 t/m 18-jarige jongens. De veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>gsstoffendichtheid zijn statistisch significant, behalve bij calcium, ijzer en<br />

foliumzuur.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g 65


66 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Hoofdstuk<br />

6<br />

Vergelijk<strong>in</strong>g van voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g<br />

en voed<strong>in</strong>gsnormen<br />

In dit hoofdstuk vergelijkt <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met energie en voed<strong>in</strong>gsstoffen<br />

van <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen op het moment van <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g (1997/98) met <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsnormen die zijn opgesteld door <strong>de</strong><br />

voormalige Voed<strong>in</strong>gsraad en <strong>de</strong> <strong>Gezondheidsraad</strong>. Voor een overzicht van <strong>de</strong><br />

voorzien<strong>in</strong>g met energie en voed<strong>in</strong>gsstoffen wordt verwezen naar bijlage I.<br />

6.1 Voed<strong>in</strong>gsnormen<br />

Voor energie, eiwit, vet, koolhydraten, vitam<strong>in</strong>e D en calcium is gebruik gemaakt van <strong>de</strong><br />

nieuwe aanbevel<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> <strong>Gezondheidsraad</strong> (Gez00, Gez01). Voor <strong>de</strong> <strong>in</strong> dit<br />

hoofdstuk besproken voed<strong>in</strong>gsstoffen waarvoor nog geen nieuwe Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

aanbevel<strong>in</strong>gen beschikbaar zijn is gebruik gemaakt van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> normen van <strong>de</strong><br />

Voed<strong>in</strong>gsraad (Voe92). Omdat het leeftijdstraject van <strong>de</strong> door <strong>de</strong> commissie<br />

geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen niet overeenkomt met <strong>de</strong> leeftijds<strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g die wordt<br />

gehanteerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsnormen van Voed<strong>in</strong>gsraad en <strong>Gezondheidsraad</strong>, is voor <strong>de</strong><br />

leeftijdscategorie 13 t/m 18 jaar het gewogen gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> genomen van <strong>de</strong> aanbevolen<br />

<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> leeftijdsgroepen 9 t/m 13 jaar en 14 t/m 18 jaar. Voor <strong>de</strong><br />

leeftijdscategorie 19 t/m 35 jaar is <strong>de</strong> gewogen gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> van <strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g<br />

voor <strong>de</strong> leeftijdsgroepen 19 t/m 30 jaar en 31 t/m 50 jaar gebruikt. De door <strong>de</strong> commissie<br />

gehanteer<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsnormen zijn vermeld <strong>in</strong> bijlage J.<br />

Vergelijk<strong>in</strong>g van voed<strong>in</strong>gsstoffen-voorzien<strong>in</strong>g en voed<strong>in</strong>gsnormen 67


6.2 De voorzien<strong>in</strong>g met energie en macrovoed<strong>in</strong>gsstoffen<br />

6.2.1 Energie<br />

6.2.2 Eiwit<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g die tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g door 13 t/m 18-jarigen werd gebruikt bedroeg 11,1 MJ voor<br />

<strong>de</strong> jongens en 8,8 MJ voor <strong>de</strong> meisjes. Deze gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> energievoorzien<strong>in</strong>g ligt 12%<br />

lager dan <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> behoefte (12,7MJ voor <strong>de</strong> jongens en 10,1 MJ voor <strong>de</strong> meisjes<br />

(Gez01)). Ook <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g van 19 t/m 35-jarige<br />

vrouwen (8,7 MJ) was lager (bijna 13%) dan <strong>de</strong> door <strong>de</strong> Commissie Voed<strong>in</strong>gsnormen<br />

van <strong>de</strong> <strong>Gezondheidsraad</strong> afgelei<strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> behoefte (10 MJ). De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> mannen van <strong>de</strong>ze leeftijd (11,8 MJ) lag<br />

daarentegen 4% hoger dan <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> behoefte (11,3 MJ).<br />

Op grond van <strong>de</strong>ze gegevens kan echter niet zon<strong>de</strong>r meer wor<strong>de</strong>n geconclu<strong>de</strong>erd dat <strong>de</strong><br />

energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze groepen tekortschiet*. Bij het bepalen van<br />

<strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> energiebehoefte is <strong>de</strong> Commissie Voed<strong>in</strong>gsnormen van <strong>de</strong><br />

<strong>Gezondheidsraad</strong> uitgegaan van een bepaald niveau van lichamelijke activiteit. Gezien<br />

<strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> lichaamsgewicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong><br />

leeftijdsgroepen suggereren bovenstaan<strong>de</strong> gegevens eer<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

lichamelijke activiteit <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk lager is dan die waarvan <strong>de</strong> Commissie<br />

Voed<strong>in</strong>gsnormen bij het aflei<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> energiebehoefte is uitgegaan.<br />

Bovendien is het bekend dat er <strong>in</strong> <strong>de</strong> meeste on<strong>de</strong>rzoeken naar <strong>de</strong> voedselconsumptie<br />

sprake is van een zekere on<strong>de</strong>rrapportage van <strong>de</strong> voedselconsumptie en daarmee van <strong>de</strong><br />

energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> gebruikte voed<strong>in</strong>g (Sei98).<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> eiwitvoorzien<strong>in</strong>g is voor <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen ruim<br />

voldoen<strong>de</strong> en ligt bene<strong>de</strong>n <strong>de</strong> aanvaardbare bovengrens van <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g. De voorzien<strong>in</strong>g<br />

van 13 t/m 18-jarige jongens (13,2 en%) is ruim twee maal hoger dan wordt aanbevolen<br />

(6,5 en% (Gez01)); die van <strong>de</strong> meisjes (13,5) overstijgt <strong>de</strong> aanbevolen hoeveelheid<br />

(7 en% (Gez01)) met 93%. Ook voor <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarige mannen (14,1 en%) en<br />

vrouwen (14,7 en%) ligt <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g aanzienlijk boven <strong>de</strong> aanbevolen<br />

* In on<strong>de</strong>rzoek wordt gemid<strong>de</strong>ld een verschil van 10-15% waargenomen tussen energie-<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> energiebehoefte<br />

volgens <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsnorm. Bij personen met overgewicht is dit verschil nog groter (20-45%) (Westerterp KR, persoonlijke<br />

me<strong>de</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g).<br />

68 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


6.2.3 Vet<br />

hoeveelheid van respectievelijk 8 en% en 9 en% (Gez01). De eiwitvoorzien<strong>in</strong>g is b<strong>in</strong>nen<br />

<strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen re<strong>de</strong>lijk normaal ver<strong>de</strong>eld.<br />

Totaal vet<br />

Voor <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hoeveelheid totaal vet <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g wordt uitgegaan van <strong>de</strong><br />

bovengrens van <strong>de</strong> a<strong>de</strong>quate <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g die door <strong>de</strong> Commissie Voed<strong>in</strong>gsnormen is<br />

vastgesteld voor <strong>de</strong> situatie waar<strong>in</strong> er sprake is van gewichtstoename of overgewicht<br />

namelijk 35 en% (Gez01). Dit uitgangspunt ligt volgens <strong>de</strong> commissie voor <strong>de</strong><br />

geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen dichter bij <strong>de</strong> gangbare praktijk dan het uitgangspunt dat<br />

er sprake is van een wenselijk lichaamsgewicht (Sei99, Vis01, Sei02a*). Op grond van<br />

dit criterium is <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> hoeveelheid vet <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g van bei<strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong><br />

leeftijdsgroepen te hoog. De overschrijd<strong>in</strong>g is met 4% het grootst voor 19 t/m 35-jarige<br />

vrouwen (36,5 en%), gevolgd door hun mannelijke leeftijdsgenoten met 3% (36,1 en%).<br />

De overschrijd<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> leeftijdsgroep 13 t/m 18-jarigen is bedui<strong>de</strong>nd m<strong>in</strong><strong>de</strong>r: bijna 1%<br />

voor <strong>de</strong> jongens (35,3 en%) en ruim 3 % voor <strong>de</strong> meisjes (35,5 en%). Voor <strong>de</strong> totale<br />

populatie lag <strong>de</strong> bijdrage van vet aan <strong>de</strong> energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1997/98<br />

op 36 en%. Ook voor totaal vet is <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong><br />

leeftijdsgroepen re<strong>de</strong>lijk normaal ver<strong>de</strong>eld.<br />

Verzadig<strong>de</strong> vetzuren<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> hoeveelheid verzadig<strong>de</strong> vetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong><br />

leeftijdsgroepen is aanzienlijk hoger dan <strong>de</strong> aanvaardbare bovengrens van 10 en%<br />

(Gez01). Voor 13 t/m 18-jarige jongens ligt <strong>de</strong>ze hoeveelheid (13,6 en%) 36% boven het<br />

aanvaardbare niveau; voor <strong>de</strong> meisjes met 14 en% zelfs 40%. Voor <strong>de</strong> leeftijdscategorie<br />

19 t/m 35 jaar is dit beeld nog ongunstiger Het gehalte verzadig<strong>de</strong> vetzuren van <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> mannen bedroeg 13,9 en%, van <strong>de</strong> vrouwen 14,3 en%. Deze gehaltes<br />

liggen respectievelijk 39% en 43% boven het niveau dat door <strong>de</strong> Commissie<br />

Voed<strong>in</strong>gsnormen van <strong>de</strong> <strong>Gezondheidsraad</strong> als aanvaardbaar is aangegeven. De<br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> hoeveelheid verzadig<strong>de</strong> vetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> totale populatie<br />

bedroeg 14,3 en%. Dit niveau ligt bedui<strong>de</strong>nd boven <strong>de</strong> beleidsdoelstell<strong>in</strong>g 2002 van het<br />

M<strong>in</strong>isterie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (circa 12 en%) (Ano01a).<br />

* Zie bijlage F.<br />

Vergelijk<strong>in</strong>g van voed<strong>in</strong>gsstoffen-voorzien<strong>in</strong>g en voed<strong>in</strong>gsnormen 69


Transvetzuren<br />

Ondanks <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hoeveelheid transvetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse voed<strong>in</strong>g lag <strong>de</strong><br />

hoeveelheid transvetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g van 13 t/m 18-jarigen en <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarige<br />

mannen met 1,8 en% nog 80% boven <strong>de</strong> aanvaardbare bovengrens van <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g<br />

(1 en%, Gez01). Voor <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarige vrouwen was <strong>de</strong>ze overschrijd<strong>in</strong>g nog groter,<br />

namelijk 90%. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van transvetzuren door <strong>de</strong>ze leeftijdsgroepen<br />

ligt boven <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> totale populatie (1,7 en%).<br />

Cis-onverzadig<strong>de</strong> vetzuren<br />

Voor <strong>de</strong> totale hoeveelheid onverzadig<strong>de</strong> vetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> cis-configuratie gaat <strong>de</strong><br />

commissie uit van een a<strong>de</strong>quate <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van 8-33 en%*. De voorzien<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen ligt b<strong>in</strong>nen dit traject: 13 t/m 18-jarige jongens en meisjes<br />

met respectievelijk 17,8 en% en 17,6 en%; 19 t/m 35-jarige mannen en vrouwen met<br />

respectievelijk 18,2 en% en 18,1en%. Deze niveaus liggen lager dan <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

voorzien<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> totale populatie (19,7 en%).<br />

6.2.4 Verteerbare koolhydraten<br />

De voorzien<strong>in</strong>g met verteerbare koolhydraten ligt voor <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen<br />

ruim boven <strong>de</strong> door <strong>de</strong> Commissie Voed<strong>in</strong>gsnormen van <strong>de</strong> <strong>Gezondheidsraad</strong><br />

vastgestel<strong>de</strong> a<strong>de</strong>quate <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g (45 en% voor 13 t/m 18-jarigen en 40 en% voor 19 t/m<br />

35-jarigen; Gez01). De <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> 13 t/m 18-jarigen (50,5 en% voor <strong>de</strong> jongens en<br />

50,6 en% voor <strong>de</strong> meisjes) was circa 12% hoger. Voor 19 t/m 35-jarige mannen (46,5<br />

en%) en vrouwen (47,4 en%) bedroeg dit percentage respectievelijk 16% en ruim 18%.<br />

Evenals het geval is bij <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re macrovoed<strong>in</strong>gsstoffen was <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met<br />

koolhydraten b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen re<strong>de</strong>lijk normaal ver<strong>de</strong>eld.<br />

6.2.5 Voed<strong>in</strong>gsvezel<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> hoeveelheid voed<strong>in</strong>gsvezel <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong><br />

leeftijdsgroepen ligt aanzienlijk bene<strong>de</strong>n het niveau dat <strong>de</strong>stijds door <strong>de</strong> Voed<strong>in</strong>gsraad is<br />

aanbevolen (3 g/MJ) (Voe86). Deze hoeveelheid is voor 13 t/m 18-jarige jongens (2,0 g/<br />

MJ) en meisjes (2,1 g/MJ) respectievelijk 43% en 30% lager dan <strong>de</strong> aanbevolen<br />

<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g. Hoewel <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>re leeftijdscategorie wat meer voed<strong>in</strong>gsvezel<br />

* Uitgaan<strong>de</strong> van <strong>de</strong> bovengrens van <strong>de</strong> aanbevolen vet<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van 35 en% <strong>in</strong> <strong>de</strong> situatie dat er sprake is van<br />

gewichtstoename of overgewicht (Gez01).<br />

70 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


evat, blijft <strong>de</strong>ze hoeveelheid nog ruim bene<strong>de</strong>n het wenselijke niveau: voor <strong>de</strong> mannen<br />

met 30% en voor <strong>de</strong> vrouwen met bijna 27%. De voorzien<strong>in</strong>g met voed<strong>in</strong>gsvezel ligt<br />

voor bei<strong>de</strong> leeftijdsgroepen bene<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> totale populatie<br />

(2,3 g/MJ) en daarmee ruim bene<strong>de</strong>n <strong>de</strong> voorlicht<strong>in</strong>gsdoelstell<strong>in</strong>g die het<br />

Voed<strong>in</strong>gscentrum zich heeft gesteld (2,6 g/MJ).<br />

6.3 ‘Richtlijnen goe<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g’ voor totaal vet, verzadig<strong>de</strong> vetzuren, koolhydraten<br />

en voed<strong>in</strong>gsvezel<br />

In 1997/98 vol<strong>de</strong>ed <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g van 1,8% van <strong>de</strong> populatie (van 1% bij <strong>de</strong> 13 t/m 18-<br />

jarigen tot 2% bij vrouwen van 19 t/m 35 jaar) wat betreft totaal vet, verzadig<strong>de</strong><br />

vetzuren, koolhydraten en voed<strong>in</strong>gsvezel gezamenlijk aan <strong>de</strong> <strong>in</strong> 1986 door <strong>de</strong><br />

Voed<strong>in</strong>gsraad opgestel<strong>de</strong> ‘Richtlijnen goe<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g’ (Voe86)*. Dit aantal blijft laag.<br />

Vooral <strong>de</strong> richtlijnen voor verzadig<strong>de</strong> vetzuren en voed<strong>in</strong>gsvezel blijken moeilijk te<br />

realiseren. Voor voed<strong>in</strong>gsvezel is er zelfs sprake van een verslechter<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r<br />

tijd. Als <strong>de</strong> richtlijnen voor <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke macrovoed<strong>in</strong>gsstoffen wor<strong>de</strong>n beschouwd,<br />

dan blijkt met name voor totaal vet zowel b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> totale populatie als b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong><br />

geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen een aanzienlijke groep personen net niet te voldoen aan<br />

het criterium van 35 en% vet <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g (zie bijlage H).<br />

In termen van <strong>de</strong> ‘Aanbevolen hoeveelhe<strong>de</strong>n voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len’ zoals gehanteerd<br />

door het Voed<strong>in</strong>gscentrum ligt het gemid<strong>de</strong>ld gebruik van groenten en fruit,<br />

aardappelen, brood en vis on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze aanbevel<strong>in</strong>gen (Bre98). Het gemid<strong>de</strong>ld gebruik<br />

van melk en melkproducten ligt boven het aanbevolen niveau; het gemid<strong>de</strong>ld gebruik<br />

van vlees, vleeswaren en gevogelte is <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g met hetgeen door het<br />

Voed<strong>in</strong>gscentrum wordt aanbevolen.<br />

6.4 Microvoed<strong>in</strong>gsstoffen<br />

6.4.1 Inleid<strong>in</strong>g<br />

De leeftijdsgroepen die door <strong>de</strong> commissie zijn geselecteerd voor een na<strong>de</strong>re analyse<br />

van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie zijn wat <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met<br />

microvoed<strong>in</strong>gsstoffen betreft, over het algemeen niet <strong>de</strong> meest kwetsbare**. Ou<strong>de</strong>re en<br />

jongere leeftijdsgroepen lopen meer risico van een onvoldoen<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g. In het<br />

VTV-themarapport ‘Gezon<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g en veilig voedsel’ van het Rijks<strong>in</strong>stituut voor<br />

* Wat <strong>de</strong> macrovoed<strong>in</strong>gsstoffen betreft <strong>de</strong>stijds door <strong>de</strong> Voed<strong>in</strong>gsraad ge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieerd als een voed<strong>in</strong>g met ten hoogste 35 en%<br />

totaal vet en 10 en% verzadig<strong>de</strong> vetzuren, ten m<strong>in</strong>ste 45 en% koolhydraten en 3 g voed<strong>in</strong>gsvezel per MJ.<br />

** Met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> zwangere en zogen<strong>de</strong> vrouwen. Deze groepen zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> steekproef te kle<strong>in</strong> om een verantwoor<strong>de</strong><br />

analyse te kunnen uitvoeren.<br />

Vergelijk<strong>in</strong>g van voed<strong>in</strong>gsstoffen-voorzien<strong>in</strong>g en voed<strong>in</strong>gsnormen 71


Volksgezondheid en Milieu dat b<strong>in</strong>nenkort verschijnt, wordt na<strong>de</strong>r op <strong>de</strong>ze<br />

leeftijdsgroepen <strong>in</strong>gegaan*.<br />

Vooral bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met microvoed<strong>in</strong>gsstoffen is het van<br />

belang te beseffen dat <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen een<br />

momentopname reflecteren van <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voedselconsumptie en m<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

gebruikelijke voed<strong>in</strong>g.<br />

6.4.2 Foliumzuur<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g ligt voor <strong>de</strong> 13 t/m 18-jarige jongens en meisjes<br />

ruimschoots boven <strong>de</strong> aanbevolen hoeveelheid die door <strong>de</strong> commissie wordt gehanteerd<br />

(zie bijlage J)** (respectievelijk 264±86 µg en 223±72 µg t.o.v. 137,5 µg). De ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong>ze voorzien<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> groep is licht positief scheef (mediaan voor jongens en<br />

meisjes respectievelijk 256µg en 223 µg) en loopt naar rechts uit. De kans dat <strong>de</strong><br />

foliumzuurvoorzien<strong>in</strong>g voor <strong>in</strong>dividuen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze leeftijdsgroep niet toereikend is —<br />

gezien het niveau van <strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g— kle<strong>in</strong>.<br />

Voor 19 t/m 35-jarige mannen en vrouwen bedraagt <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g<br />

respectievelijk 282±96 µg en 230±79 µg. Ook voor <strong>de</strong>ze leeftijdsgroep is <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> groep licht positief scheef (mediaan respectievelijk 274<br />

µg en 227 µg). Volgens <strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong>ze leeftijdsgroep van 200 µg<br />

kan er ook <strong>in</strong> dit geval van uit wor<strong>de</strong>n gegaan dat <strong>de</strong> kans dat <strong>de</strong> behoefte niet door <strong>de</strong><br />

voorzien<strong>in</strong>g wordt ge<strong>de</strong>kt b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze leeftijdscategorie ger<strong>in</strong>g is.<br />

In het een on<strong>de</strong>rzoek naar enkele aspecten van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gstoestand werd op basis<br />

van het foliumzuurgehalte <strong>in</strong> het serum <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1990-1993 alleen <strong>in</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>re<br />

leeftijdsgroep (50-70 jaar) bij 4% van <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers een marg<strong>in</strong>ale foliumzuurstatus<br />

vastgesteld (Bru97).<br />

6.4.3 Ret<strong>in</strong>olequivalenten<br />

Voor 13 t/m 18-jarige jongens en meisjes ligt <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met<br />

respectievelijk 870±767 µg en 724±641 µg lager dan <strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g (1 000 µg<br />

voor <strong>de</strong> jongens en 800 µg voor <strong>de</strong> meisjes). De spreid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g is echter<br />

groot. Gezien <strong>de</strong> mediaan —660 µg voor <strong>de</strong> jongens en 518 µg voor <strong>de</strong> meisjes— is <strong>de</strong><br />

voorzien<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> groep behoorlijk positief scheef ver<strong>de</strong>eld. Het verschil tussen <strong>de</strong><br />

* Dit rapport zal <strong>in</strong> november 2002 verschijnen.<br />

** De commissie vergelijkt <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze paragraaf <strong>de</strong> foliumzuurvoorzien<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsnorm die <strong>in</strong> 1989 door <strong>de</strong><br />

Voed<strong>in</strong>gsraad is vastgesteld. Deze voed<strong>in</strong>gnorm wordt op dit moment door <strong>de</strong> Commissie Voed<strong>in</strong>gsnormen van <strong>de</strong><br />

<strong>Gezondheidsraad</strong> herzien. Indien <strong>de</strong> nieuwe voed<strong>in</strong>gsnorm voor foliumzuur hoger uitvalt, zal <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong><br />

foliumzuurvoorzien<strong>in</strong>g opnieuw moeten wor<strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>eld.<br />

72 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g is zodanig groot dat niet kan wor<strong>de</strong>n uitgesloten<br />

dat <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g van sommige <strong>in</strong>dividuen b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze leeftijdsgroep lager ligt dan <strong>de</strong><br />

behoefte.<br />

Voor 19 t/m 35-jarige mannen bedraagt <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g 1107±1387 µg<br />

en voor vrouwen 756±672 µg. Ook hier is <strong>de</strong> spreid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g vrij groot. Het<br />

verschil tussen <strong>de</strong> mediaan —709 µg voor <strong>de</strong> mannen en 566 µg voor <strong>de</strong> vrouwen— en<br />

het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> geeft aan dat er eveneens sprake is van een positief scheve ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van<br />

<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> groep. De voorzien<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vrouwen ligt bene<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g (1 000 µg voor <strong>de</strong> mannen en 800 µg voor <strong>de</strong> vrouwen) (Voe92).<br />

Voor sommige vrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze leeftijdscategorie bestaat dus <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe <strong>de</strong> kans dat <strong>de</strong><br />

voorzien<strong>in</strong>g met ret<strong>in</strong>olequivalenten lager is dan <strong>de</strong> behoefte.<br />

6.4.4 Vitam<strong>in</strong>e B 12<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g van 13 t/m 18-jarige jongens en meisjes overstijgt <strong>de</strong><br />

aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g aanzienlijk (respectievelijk 4,2±3,1 µg en 3,4±1,7 µg t.o.v. 2,4 µg<br />

en 2,1 µg. Met name voor <strong>de</strong> jongens is <strong>de</strong> spreid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g groot. De<br />

mediaan —3,6 µg voor <strong>de</strong> jongens en 3,1 µg voor <strong>de</strong> meisjes— wijst op een re<strong>de</strong>lijk<br />

normale ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> groep. Voor <strong>de</strong>ze leeftijdscategorie is<br />

<strong>de</strong> kans dat <strong>in</strong> <strong>in</strong>dividuele gevallen <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g lager is dan <strong>de</strong> behoefte dus kle<strong>in</strong>.<br />

Voor <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen is er sprake van een overeenkomstig beeld. De<br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g ligt met 4,9±3,8 µg voor <strong>de</strong> mannen en 4,2±3,1 µg voor <strong>de</strong><br />

vrouwen ruim boven <strong>de</strong> door <strong>de</strong> commissie gehanteer<strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van<br />

respectievelijk 2,5 µg en 2,4 µg. Het verschil tussen mediaan —respectievelijk 4,1 µg en<br />

3,6 µg— en gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> reflecteert ook hier een re<strong>de</strong>lijk normale ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

voorzien<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> groep. Voor <strong>de</strong>ze leeftijdscategorie is <strong>de</strong> kans dat <strong>in</strong> <strong>in</strong>dividuele<br />

gevallen <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g lager is dan <strong>de</strong> behoefte eveneens ger<strong>in</strong>g.<br />

6.4.5 Vitam<strong>in</strong>e B 6<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g van 13 t/m 18-jarige jongens en meisjes bedraagt<br />

respectievelijk 1,7±0,7 mg en 1,4±0,5 mg. De mediane voorzien<strong>in</strong>g ligt respectievelijk<br />

op 1,6 mg en 1,4 mg. Er is dus sprake van een relatief kle<strong>in</strong>e spreid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

voorzien<strong>in</strong>g, terwijl <strong>de</strong>ze b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> groep een normale ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g bena<strong>de</strong>rt. Afgezet<br />

tegen <strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van 1,5 mg voor <strong>de</strong> jongens en 1,3 mg voor <strong>de</strong> meisjes<br />

kan wor<strong>de</strong>n geconclu<strong>de</strong>erd dat het risico van een te lage voorzien<strong>in</strong>g kle<strong>in</strong> is.<br />

Ook <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen ligt boven <strong>de</strong> aanbevolen<br />

<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g (2,0±0,7 mg voor mannen en 1,5±0,5 mg voor vrouwen t.o.v. 1,43 mg en<br />

1,12 mg). Het kle<strong>in</strong>e verschil met <strong>de</strong> mediaan —respectievelijk 1,9 mg en 1,5 mg—<br />

Vergelijk<strong>in</strong>g van voed<strong>in</strong>gsstoffen-voorzien<strong>in</strong>g en voed<strong>in</strong>gsnormen 73


geeft aan dat ook hier sprake is van een nagenoeg normale ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g<br />

b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> groep. Ook b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze leeftijdsgroep is <strong>de</strong> kans op een onvoldoen<strong>de</strong><br />

voorzien<strong>in</strong>g ger<strong>in</strong>g.<br />

6.4.6 Vitam<strong>in</strong>e C<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g van 13 t/m 18-jarige jongens en meisjes van respectievelijk<br />

74±46 mg en 81±53 mg overstijgt <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van 67,5 mg en<br />

65 mg. Er is sprake van een re<strong>de</strong>lijk grote spreid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g, terwijl <strong>de</strong><br />

mediaan van respectievelijk 63 mg en 67 mg laat zien dat er sprake is van een positief<br />

scheve ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze leeftijdsgroep. De voorzien<strong>in</strong>g<br />

voldoet hiermee aan <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsnorm die door <strong>de</strong> commissie wordt gehanteerd.<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen voldoet ook ruimschoots aan<br />

<strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van 70 mg (78±50 mg voor <strong>de</strong> mannen en 80±53 mg voor <strong>de</strong><br />

vrouwen. Ook b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze leeftijdscategorie is <strong>de</strong> spreid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g groot en<br />

volgt <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> groep een —zij het m<strong>in</strong><strong>de</strong>r sterke— positief scheve<br />

ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g (mediaan respectievelijk 67 mg en 63 mg). Gezien het niveau van <strong>de</strong><br />

aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g is voor <strong>de</strong>ze leeftijdsgroep <strong>de</strong> kans dat <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

<strong>in</strong>dividuele gevallen <strong>de</strong> behoefte niet <strong>de</strong>kt eveneens kle<strong>in</strong>.<br />

6.4.7 Vitam<strong>in</strong>e E<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> 13 t/m 18-jarige jongens en meisjes bedraagt<br />

respectievelijk 15,6±7,7 mg (mediaan 14,4 mg) en 11,6±5,6 mg (mediaan 10,9 mg). De<br />

voorzien<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> groep bena<strong>de</strong>rt dus een normale ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. Op grond van <strong>de</strong><br />

aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g die <strong>de</strong> commissie hanteert (13,7 mg voor <strong>de</strong> jongens en 14,2 mg<br />

voor <strong>de</strong> meisjes) is <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe <strong>de</strong> kans aanwezig dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> groep meisjes <strong>in</strong> <strong>in</strong>dividuele<br />

gevallen <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g lager is dan <strong>de</strong> behoefte.<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g van 19 t/m 35-jarige mannen (15,4±7,1 mg) en vrouwen<br />

(11,6±5,6 mg) ligt boven <strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van respectievelijk 14,2 mg voor <strong>de</strong><br />

mannen en 10 mg voor <strong>de</strong> vrouwen. Het verschil tussen <strong>de</strong> mediane voorzien<strong>in</strong>g<br />

(14,4 mg en 10,9 mg) en <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g wijst op een nagenoeg normale<br />

ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> groep. De kans dat <strong>de</strong>ze voorzien<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

<strong>in</strong>dividuele gevallen lager is dan <strong>de</strong> behoefte is dus ger<strong>in</strong>g.<br />

74 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


6.4.8 Vitam<strong>in</strong>e D<br />

6.4.9 Calcium<br />

6.4.10 IJzer<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g voor bei<strong>de</strong> leeftijdsgroepen overstijgt <strong>in</strong> ruime mate <strong>de</strong><br />

gehanteer<strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van 2,5 µg*. Voor <strong>de</strong> leeftijdsgroep 13 t/m 18 jaar<br />

ligt <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> jongens op 4,3±2,1 µg (mediaan 4,0 µg) en <strong>de</strong><br />

meisjes op 3,0±1,5 µg (mediaan 2,9 µg). Voor <strong>de</strong> leeftijdsgroep 19 t/m 35-jarigen<br />

bedragen <strong>de</strong>ze niveaus voor mannen 4,4±2,2 µg (mediaan 4,0 µg) en voor <strong>de</strong> vrouwen<br />

3,0±1,5 µg (mediaan 2,9 µg). Er is voor bei<strong>de</strong> leeftijdsgroepen sprake van een nagenoeg<br />

normale ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> groep. Er kan dus wor<strong>de</strong>n aangenomen<br />

dat het risico van een te lage voorzien<strong>in</strong>g voor 13 t/m 35-jarigen kle<strong>in</strong> is.<br />

Voor <strong>de</strong> 13 t/m 18-jarigen ligt <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g lager dan <strong>de</strong> aanbevolen<br />

<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g die door <strong>de</strong> commissie wordt gehanteerd (voor <strong>de</strong> jongens 1 071±462 mg en<br />

voor <strong>de</strong> meisjes 908±369 mg t.o.v. respectievelijk 1 200 mg en 1 100 mg). De mediane<br />

voorzien<strong>in</strong>g bedraagt respectievelijk 1 038 mg en 887 mg. Voor <strong>de</strong>ze leeftijdscategorie<br />

is er dus sprake van een nagenoeg normale ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong><br />

groep. Op grond van <strong>de</strong>ze gegevens acht <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> kans dat <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze leeftijdsgroep<br />

<strong>in</strong> <strong>in</strong>dividuele gevallen <strong>de</strong> behoefte niet door <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g wordt ge<strong>de</strong>kt <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe<br />

aanwezig.<br />

Voor <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarige vrouwen is <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g ook lager dan wordt<br />

aanbevolen (926±369 mg t.o.v. 1 000 mg). Voor <strong>de</strong> mannen voldoet <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

voorzien<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g (1 098±515 mg t.o.v. 1 000 mg). Het verschil<br />

tussen <strong>de</strong> mediaan — 1 025 mg voor mannen en 909 mg voor vrouwen — en <strong>de</strong><br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g wijst op een vrijwel normale ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g<br />

b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> groep. Voor <strong>de</strong> vrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze leeftijdsgroep bestaat er dus <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe een<br />

ger<strong>in</strong>ge kans dat <strong>in</strong> <strong>in</strong>dividuele gevallen <strong>de</strong> behoefte niet door <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g wordt<br />

ge<strong>de</strong>kt.<br />

Voor een beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met ijzer gaat <strong>de</strong> commissie uit van <strong>de</strong><br />

aanbevel<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> 1989 zijn opgesteld door <strong>de</strong> Voed<strong>in</strong>gsraad (zie bijlage J). Bij <strong>de</strong>ze<br />

aanbevel<strong>in</strong>gen is uitgegaan van <strong>de</strong> beschikbaarheid van ijzer uit <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlandse voed<strong>in</strong>g. Voor <strong>de</strong> leeftijdsgroep 13 t/m 18 jaar voldoet voor zowel <strong>de</strong><br />

* Bij voldoen<strong>de</strong> blootstell<strong>in</strong>g aan zonlicht.<br />

Vergelijk<strong>in</strong>g van voed<strong>in</strong>gsstoffen-voorzien<strong>in</strong>g en voed<strong>in</strong>gsnormen 75


jongens als <strong>de</strong> meisjes <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g niet aan <strong>de</strong> aanbevolen hoeveelheid<br />

(11,2±3,6 mg voor <strong>de</strong> jongens en 9,5±3,0 mg voor <strong>de</strong> meisjes t.o.v. respectievelijk 15<br />

mg en 13 mg ). Het verschil tussen <strong>de</strong> mediane voorzien<strong>in</strong>g — respectievelijk 11,0 mg<br />

en 9,5 mg — is erg kle<strong>in</strong>, zodat kan wor<strong>de</strong>n gesproken van een normale ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van<br />

<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> groep. De afstand tussen <strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g en <strong>de</strong><br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g is zodanig groot dat <strong>de</strong> kans dat op <strong>in</strong>dividueel niveau <strong>de</strong><br />

voorzien<strong>in</strong>g lager is dan <strong>de</strong> behoefte <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe aanzienlijk is. Voor <strong>de</strong> vrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

leeftijdsgroep 19 t/m 35 jaar is <strong>de</strong> situatie nog ongunstiger. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong>ze vrouwen ligt met 10,3±3,0 mg ruim bene<strong>de</strong>n <strong>de</strong> aanbevolen hoeveelheid van<br />

15,2 mg. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> mannelijke leeftijdsgenoten overstijgt<br />

daarentegen <strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g (12,9±4,3 mg t.o.v. 9,4 mg). Ook voor <strong>de</strong>ze<br />

leeftijdscategorie is het verschil tussen <strong>de</strong> mediaan — 12,5 mg voor mannen en 10,3 —<br />

erg kle<strong>in</strong> zodat er sprake is van een normale ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong><br />

groep. Voor 19 t/m 35-jarige vrouwen is op grond van <strong>de</strong>ze gegevens <strong>in</strong> <strong>in</strong>dividuele<br />

gevallen <strong>de</strong> kans op een niet toereiken<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel groot.<br />

Met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> ijzervoorzien<strong>in</strong>g <strong>in</strong> relatie tot <strong>de</strong> aanbevolen hoeveelheid wijst<br />

<strong>de</strong> commissie erop dat <strong>in</strong> het geval van ijzer <strong>de</strong> aanbevolen hoeveelheid slechts<br />

<strong>in</strong>dicatief kan zijn voor het niveau van <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> behoefte. De absorptie-efficiëntie<br />

van ijzer uit <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g varieert immers sterk en is afhankelijk van <strong>de</strong> ijzerstatus van een<br />

<strong>in</strong>dividu. Uit een on<strong>de</strong>rzoek naar enkele aspecten van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gstoestand dat <strong>in</strong> 1990-<br />

1993 on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> volwassen bevolk<strong>in</strong>g (20-79 jaar) is uitgevoerd kwam niet naar voren dat<br />

er bij grote groepen van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g sprake was van een onvoldoen<strong>de</strong> of suboptimale<br />

ijzerstatus. Vrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> leeftijd van 20-50 jaar lopen wel het grootste risico op —het<br />

beg<strong>in</strong>stadium— van een ijzertekort: bij 16% van <strong>de</strong>ze vrouwen werd een te laag<br />

ferrit<strong>in</strong>egehalte <strong>in</strong> het serum vastgesteld, hetgeen wijst op uitputt<strong>in</strong>g van het beenmerg.<br />

Bij hun mannelijke leeftijdsgenoten wer<strong>de</strong>n geen lage waar<strong>de</strong>n vastgesteld. De<br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> ijzervoorzien<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vrouwen lag toen 23% bene<strong>de</strong>n <strong>de</strong> aanbevolen<br />

hoeveelheid (Bru97). Gegevens over <strong>de</strong> leeftijdsgroep 13 t/m 18 jaar ontbreken.<br />

76 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Hoofdstuk<br />

7<br />

Bijdrage van productgroepen aan <strong>de</strong><br />

voorzien<strong>in</strong>g met energie en<br />

voed<strong>in</strong>gsstoffen<br />

7.1 Energie<br />

In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van <strong>de</strong> belangrijkste verschuiv<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

bijdrage van productgroepen aan <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met energie en <strong>de</strong> door <strong>de</strong> commissie<br />

geselecteer<strong>de</strong> microvoed<strong>in</strong>gsstoffen. De analyses zijn alleen uitgevoerd voor <strong>de</strong> totale<br />

populatie, omdat <strong>de</strong> belangrijkste leveranciers van energie en voed<strong>in</strong>gsstoffen voor <strong>de</strong><br />

leeftijdsgroepen 13 t/m 18 jaar en 18 t/m 35 jaar niet wezenlijk verschillen van die voor<br />

<strong>de</strong> totale populatie. Ook <strong>de</strong> ten<strong>de</strong>nsen <strong>in</strong> <strong>de</strong> bijdragen van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

productgroepen <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 kwamen <strong>in</strong> grote lijnen overeen.<br />

In 1987/88 lever<strong>de</strong>n — <strong>in</strong> rangor<strong>de</strong> — <strong>de</strong> productgroepen ‘brood’, ‘vetten, oliën en<br />

hartige sauzen’, ‘melk en melkproducten’, en ‘vlees, vleeswaren en gevogelte’ <strong>de</strong><br />

grootste bijdragen aan <strong>de</strong> energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> gebruikte voed<strong>in</strong>g. In 1997/98 was<br />

<strong>de</strong>ze situatie nagenoeg hetzelf<strong>de</strong>, zij het dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> rangor<strong>de</strong> <strong>de</strong> productgroep ‘vetten,<br />

oliën en hartige sauzen’ en <strong>de</strong> productgroep ‘melk en melkproducten’ van positie<br />

wissel<strong>de</strong>n (zie figuur 7.1).<br />

Deze productgroepen droegen samen <strong>in</strong> 1987/88 voor 59% en <strong>in</strong> 1997/98 voor 56%<br />

bij aan <strong>de</strong> energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g. Met name <strong>de</strong> bijdrage van <strong>de</strong><br />

productgroepen ‘niet-alcoholische dranken’, ‘samengestel<strong>de</strong> gerechten’ en ‘noten en<br />

snacks’ is <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> toegenomen. De bijdrage van <strong>de</strong> productgroep ‘nietalcoholische<br />

dranken’ nam toe van 3,3 en% naar 5 en% (van 319kJ naar 452kJ). De<br />

energetische waar<strong>de</strong> per gram niet-alcoholische drank is hierbij nagenoeg gelijk<br />

Bijdrage van productgroepen aan <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met energie en voed<strong>in</strong>gsstoffen 77


gebleven. De belangrijkste dal<strong>in</strong>g voltrok zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> productgroep ‘vetten, oliën en<br />

hartige sauzen’. De hoeveelheid energie afkomstig van <strong>de</strong>ze productgroep was <strong>in</strong><br />

1997/98 326 kJ lager dan <strong>in</strong> 1987/88 (bijna 26%).<br />

vlees, vleeswaren en gevogelte<br />

vis<br />

vetten, oliën en hartige sauzen<br />

suiker, snoep en zoet broodbeleg<br />

soepen<br />

samengestel<strong>de</strong> gerechten<br />

noten en snacks<br />

melk en melkproducten<br />

kaas<br />

groenten<br />

granen en b<strong>in</strong>dmid<strong>de</strong>len<br />

gebak en koek<br />

fruit<br />

eieren<br />

niet-alcoholische dranken<br />

alcoholische dranken<br />

brood<br />

aardappelen<br />

1987/88<br />

1997/98<br />

0 2 4 6 8 10 12 14 16<br />

procenten<br />

Figuur 7.1 Procentuele bijdrage aan <strong>de</strong> energievoorzien<strong>in</strong>g. Totale populatie.<br />

Zoals <strong>in</strong> paragraaf 5.1.1 is aangegeven is <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 het totale<br />

gewicht van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g toegenomen van 2 547 gram naar 2 662 gram per dag (4,5%),<br />

terwijl <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> energie-<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g daal<strong>de</strong> van 9 677 KJ naar 9 421 kJ per dag (-<br />

4,6%). Dit betekent dat <strong>de</strong> energiedichtheid met 8,7% daal<strong>de</strong> van 3,8 kJ naar 3,5 kJ per<br />

gram voedsel. Een belangrijk <strong>de</strong>el van <strong>de</strong>ze gewichtstoename is veroorzaakt door een<br />

toename <strong>in</strong> het gebruik van niet-alcoholische dranken (van 992 g naar 1177 g per dag).<br />

Een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong>ze dranken (bijvoorbeeld m<strong>in</strong>eraalwater, suikervrije frisdranken,<br />

koffie, thee) levert echter geen energie. Als <strong>de</strong> energiedichtheid van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g wordt<br />

berekend exclusief <strong>de</strong>ze ‘energievrije’ producten, dan is <strong>de</strong>ze over een perio<strong>de</strong> van tien<br />

jaar gedaald met bijna 5%. Een na<strong>de</strong>re analyse van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> bijdrage van<br />

niet-alcoholische dranken aan <strong>de</strong> energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g komt aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong><br />

<strong>in</strong> het VTV-themarapport ‘Gezon<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g en veilig voedsel’ van het Rijks<strong>in</strong>stituut<br />

voor Volksgezondheid en Milieu*.<br />

* Dit rapport zal <strong>in</strong> november 2002 verschijnen.<br />

78 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


7.2 Totaal vet en verzadig<strong>de</strong> vetzuren<br />

Uit <strong>de</strong> gegevens blijkt dat <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van zichtbare vetten als smeer- en<br />

bereid<strong>in</strong>gvetten (circa 10 gram per dag) niet is gecompenseerd door <strong>de</strong> stijg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het<br />

gebruik van bedrijfsmatig toegevoegd verborgen vet via brood, aardappelproducten,<br />

kant-en-klaarmaaltij<strong>de</strong>n, koek en gebak en hartige snacks (1,4 gram per dag). De totale<br />

hoeveelheid verborgen vet* daal<strong>de</strong> namelijk met ruim 2 gram per dag. De dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van verzadig<strong>de</strong> vetzuren via smeer- en bereid<strong>in</strong>gsvetten, melkproducten, kaas,<br />

vleeswaren en koek en gebak (ruim 4,5 gram per dag) is eveneens niet gecompenseerd<br />

door <strong>de</strong> stijg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g via verborgen vet <strong>in</strong> brood, aardappelproducten, koek en<br />

gebak en kant-en-klaarmaaltij<strong>de</strong>n (0,8 gram per dag).<br />

7.3 Foliumzuur<br />

De productgroepen ‘groenten’, ‘brood’, ‘aardappelen’, ‘melk en melkproducten’, ‘fruit’,<br />

‘vlees, vleeswaren en gevogelte’ en ‘kaas’ zijn <strong>de</strong> belangrijkste leveranciers van<br />

foliumzuur. Over een perio<strong>de</strong> van tien jaar daal<strong>de</strong> <strong>de</strong> procentuele bijdrage van <strong>de</strong><br />

productgroepen ‘groenten’, ‘aardappelen’, ‘fruit’, ‘vlees, vleeswaren en gevogelte’ en<br />

‘kaas’ en steeg <strong>de</strong> bijdrage van <strong>de</strong> productgroep ‘melk en melkproducten’. Het<br />

foliumzuurgehalte van <strong>de</strong> gebruikte voed<strong>in</strong>g daal<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 met<br />

3,5% (9 µg). Deze dal<strong>in</strong>g bleek vooral te zijn veroorzaakt door <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het<br />

groentengebruik.<br />

7.4 Vitam<strong>in</strong>e B 12<br />

Zowel <strong>in</strong> 1987/88 als <strong>in</strong> 1997/98 waren <strong>de</strong> belangrijkste bronnen voor <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g<br />

met vitam<strong>in</strong>e B 12 <strong>de</strong> productgroepen ‘vlees, vleeswaren en gevogelte’, ‘melk en<br />

melkproducten’, ‘kaas’ , ‘vis’ en ‘eieren’. Ongeveer 95% van <strong>de</strong> vitam<strong>in</strong>e B 12 -<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g<br />

was afkomstig van <strong>de</strong>ze productgroepen. De totale vitam<strong>in</strong>e B 12 -voorzien<strong>in</strong>g liep met<br />

ruim 8% (0,4 µg) terug. Deze dal<strong>in</strong>g was vooral het gevolg van <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik<br />

van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len uit <strong>de</strong> productgroep ‘vlees, vleesproducten en gevogelte’.<br />

* Van nature <strong>in</strong> voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len aanwezig vet plus vet dat bedrijfsmatig wordt toegevoegd bij <strong>de</strong> productie van<br />

voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len.<br />

Bijdrage van productgroepen aan <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met energie en voed<strong>in</strong>gsstoffen 79


7.5 Vitam<strong>in</strong>e B 6<br />

In 1987/88 lever<strong>de</strong>n —<strong>in</strong> rangor<strong>de</strong>— <strong>de</strong> productgroepen ‘vlees, vleeswaren en<br />

gevogelte’, ‘aardappelen’, ‘brood’, ‘melk en melkproducten’ en ‘groenten’ <strong>de</strong><br />

belangrijkste bijdrage aan <strong>de</strong> vitam<strong>in</strong>e B 6 -voorzien<strong>in</strong>g (74%). Tien jaar later was <strong>de</strong><br />

bijdrage van <strong>de</strong>ze productgroepen gedaald tot 68%, waarbij vooral <strong>de</strong> bijdrage van <strong>de</strong><br />

productgroep ‘vlees, vleeswaren en gevogelte’ was verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rd. In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-<br />

1997/98 is met name <strong>de</strong> toename van <strong>de</strong> bijdrage van <strong>de</strong> productgroepen ‘nietalcoholische<br />

dranken’ —vooral het gevolg van <strong>de</strong> stijg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van<br />

vruchtensappen— en ‘noten en snacks’ opvallend. Deze toename droeg <strong>in</strong> <strong>belangrijke</strong><br />

mate bij aan <strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> geconstateer<strong>de</strong> stijg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vitam<strong>in</strong>e B 6 -<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g<br />

van bijna 5%.<br />

7.6 Ret<strong>in</strong>olequivalenten en ret<strong>in</strong>ol<br />

De productgroepen ‘vlees, vleeswaren en gevogelte’, ‘vetten oliën en hartige sauzen’,<br />

‘groenten’, ‘melk en melkproducten’ en ‘kaas’ droegen gezamenlijk <strong>in</strong> 1987/88 en<br />

1997/98 procentueel het meest bij aan <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met ret<strong>in</strong>olequivalenten<br />

(respectievelijk circa 92% en 94%). De voorzien<strong>in</strong>g met ret<strong>in</strong>olequivalenten daal<strong>de</strong> <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 met ruim 18% (199 RE*). Deze dal<strong>in</strong>g was vooral het<br />

gevolg van een lagere consumptie van lever(producten), een verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rd gebruik van<br />

smeervetten. In m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate speel<strong>de</strong> <strong>de</strong> vervang<strong>in</strong>g van boter, margar<strong>in</strong>e en bak- en<br />

braadproducten door spijsolie en <strong>de</strong> vervang<strong>in</strong>g van volle melk(producten) door<br />

halfvolle en magere varianten uit <strong>de</strong>ze productgroep ook een rol bij <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g.<br />

Aangezien genoem<strong>de</strong> producten vooral leveranciers zijn van ret<strong>in</strong>ol, blijkt <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met ret<strong>in</strong>olequivalenten dus vooral te zijn veroorzaakt door een<br />

verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hoeveelheid ret<strong>in</strong>ol <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g.<br />

7.7 Vitam<strong>in</strong>e E<br />

De productgroep ‘vetten, oliën en hartige sauzen’ is verreweg <strong>de</strong> belangrijkste bron van<br />

dit vitam<strong>in</strong>e. Circa 55% was afkomstig van <strong>de</strong>ze productgroep. Het vitam<strong>in</strong>e E-gehalte<br />

van <strong>de</strong> gebruikte voed<strong>in</strong>g daal<strong>de</strong> met ruim 5% (0,7 µg). Deze dal<strong>in</strong>g was vooral het<br />

gevolg van een lager gebruik van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len uit <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> productgroep.<br />

* Ret<strong>in</strong>olequivalenten.<br />

80 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


7.8 Vitam<strong>in</strong>e D<br />

7.9 Calcium<br />

7.10 IJzer<br />

Procentueel lever<strong>de</strong> <strong>de</strong> productgroep ‘vetten, oliën en hartige sauzen’ <strong>de</strong> grootste<br />

bijdrage aan <strong>de</strong> vitam<strong>in</strong>e D-voorzien<strong>in</strong>g (60% <strong>in</strong> 1987/88 en 54% <strong>in</strong> 1997/98). De<br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> vitam<strong>in</strong>e D-voorzien<strong>in</strong>g via <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g daal<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-<br />

1997/98 met 2,6% (0,1 µg). Hoewel <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> <strong>de</strong> bijdrage van an<strong>de</strong>re<br />

productgroepen ook enigsz<strong>in</strong>s veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, werd <strong>de</strong>ze dal<strong>in</strong>g vooral veroorzaakt door <strong>de</strong><br />

dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> bijdrage van <strong>de</strong> productgroep ‘vetten, oliën en hartige sauzen’.<br />

Over een perio<strong>de</strong> van tien jaar bleef <strong>de</strong> calcium<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> totale populatie stabiel.<br />

Ook <strong>de</strong> bijdrage van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> productgroepen veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> nauwelijks. De<br />

productgroepen ‘melk en melkproducten’ en ‘kaas’ waren <strong>de</strong> belangrijkste<br />

calciumbronnen (samen circa 70% van <strong>de</strong> calciumvoorzien<strong>in</strong>g). De productgroepen<br />

‘groenten’ en ‘niet-alcoholische dranken’ lever<strong>de</strong>n ie<strong>de</strong>r een bijdrage van 5-6% aan <strong>de</strong><br />

calciumvoorzien<strong>in</strong>g.<br />

De productgroepen ‘brood’, ‘vlees, vleeswaren en gevogelte’, ‘niet-alcoholische<br />

dranken’, ‘groenten’ en ‘aardappelen’ waren zowel <strong>in</strong> 1987/88 als <strong>in</strong> 1997/98 <strong>de</strong><br />

belangrijkste leveranciers van ijzer. Hoewel <strong>de</strong> bijdrage van <strong>de</strong> productgroepen ‘noten<br />

en snacks’ en ‘samengestel<strong>de</strong> gerechten’ is toegenomen is <strong>de</strong> <strong>in</strong> paragraaf 5.2.1<br />

geconstateer<strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> ijzer<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g (-1,8%) vooral het gevolg van een afgenomen<br />

bijdrage van <strong>de</strong> productgroepen ‘vlees, vleeswaren en gevogelte’ en ‘groenten’.<br />

7.11 Belangrijkste verschillen totale populatie en geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen<br />

Over het algemeen was voor <strong>de</strong> leeftijdsgroep 13 t/m 18 jaar het effect van <strong>de</strong><br />

ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van <strong>de</strong> productgroepen ‘niet-alcoholische dranken’ —<br />

vooral frisdranken en vruchtensappen— en ‘noten en snacks’ op <strong>de</strong> energie en<br />

voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g wat groter en was <strong>de</strong> bijdrage van <strong>de</strong> productgroepen ‘vis’<br />

en ‘groenten’ wat kle<strong>in</strong>er dan gemid<strong>de</strong>ld. Ver<strong>de</strong>r lever<strong>de</strong>n <strong>de</strong> productgroep ‘alcoholische<br />

dranken’ bij <strong>de</strong> jongere leeftijdsgroep een ger<strong>in</strong>gere en bij mannen <strong>in</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>re<br />

leeftijdsgroep een grotere bijdrage aan <strong>de</strong> energievoorzien<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van<br />

vitam<strong>in</strong>e B 6 (bier). Voor <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarige vrouwen was het procentuele belang van <strong>de</strong><br />

Bijdrage van productgroepen aan <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met energie en voed<strong>in</strong>gsstoffen 81


productgroepen ‘groenten’ en ‘fruit’ zowel <strong>in</strong> 1987/88 als <strong>in</strong> 1997/98 wat groter dan<br />

voor <strong>de</strong> mannen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze leeftijdsgroep en groter dan gemid<strong>de</strong>ld.<br />

82 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Hoofdstuk<br />

8<br />

Maaltij<strong>de</strong>n<br />

8.1 Inleid<strong>in</strong>g<br />

8.2 Ontbijt<br />

In dit hoofdstuk volgt een na<strong>de</strong>re analyse van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g rond met name het<br />

ontbijt. Daarnaast wordt kort <strong>in</strong>gegaan op veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenstell<strong>in</strong>g van warme<br />

maaltijd, <strong>de</strong> lunch en het tussendoor gebruik van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len.<br />

Uit <strong>de</strong> basisrapportage van <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen komt naar voren dat voor <strong>de</strong><br />

totale populatie <strong>de</strong> bijdrage aan <strong>de</strong> energievoorzien<strong>in</strong>g door <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> maaltij<strong>de</strong>n<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 re<strong>de</strong>lijk constant is gebleven (Ano88, Ano93b, Ano98).<br />

Ditzelf<strong>de</strong> geldt voor <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met macrovoed<strong>in</strong>gsstoffen en <strong>de</strong><br />

microvoed<strong>in</strong>gsstoffen calcium, ijzer, ret<strong>in</strong>olequivalenten en vitam<strong>in</strong>e C (Kis98). Wel<br />

neemt het ontbijtgebruik af en lijkt het karakter van het ontbijt en ook <strong>de</strong> warme maaltijd<br />

te veran<strong>de</strong>ren.<br />

8.2.1 Ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> ontbijtgebruik<br />

Het aantal respon<strong>de</strong>nten dat op bei<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksdagen een ontbijt* gebruikte nam <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 af van 85% tot 81%. Het aantal personen dat slechts op één<br />

* Door <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten als zodanig aangegeven.<br />

Maaltij<strong>de</strong>n 83


van <strong>de</strong> twee on<strong>de</strong>rzoeksdagen ontbeet steeg van 8% naar 9%. De dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het<br />

ontbijtgebruik was <strong>in</strong> <strong>de</strong> leeftijdsgroep 13 t/m 18 jaar sterker dan gemid<strong>de</strong>ld (voor <strong>de</strong><br />

jongens van 82% naar 75%; voor <strong>de</strong> meisjes van 85% naar 78%. Ook <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze<br />

leeftijdgroep nam het aantal respon<strong>de</strong>nten dat op één van <strong>de</strong> twee dagen ontbeet wel toe<br />

(jongens van 12 naar 14%; meisjes van 9% naar 13%). Het aantal 19 t/m 35-jarige<br />

vrouwen dat op bei<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksdagen een ontbijt gebruikte nam <strong>in</strong> ger<strong>in</strong>ge mate toe:<br />

van 76% naar 77%; voor <strong>de</strong> mannelijke leeftijdsgenoten daal<strong>de</strong> dit aantal daarentegen<br />

van 72% naar 65%. Het aantal mannen dat op één van <strong>de</strong> twee dagen een ontbijt<br />

gebruikte nam eveneens enigsz<strong>in</strong>s toe (van 15% naar 16%), maar daal<strong>de</strong> voor <strong>de</strong><br />

vrouwen: van 14% naar 12%. Er is dus dui<strong>de</strong>lijk sprake van een dalen<strong>de</strong> trend <strong>in</strong> het<br />

ontbijtgebruik. De categorie jongeren en 19 t/m 35-jarige mannen vragen <strong>in</strong> dit verband<br />

extra aandacht.<br />

8.2.2 Ontbijtgebruik, sociaal-economische klasse* en opleid<strong>in</strong>g<br />

In <strong>de</strong> lagere sociaal-economische klassen daal<strong>de</strong> het ontbijtgebruik sterker dan <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

hogere sociaal-economische klassen. Het percentage niet-ontbijters** <strong>in</strong> <strong>de</strong> laagste<br />

sociaal-economische klasse*** is <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-19978/98 meer dan<br />

verdubbeld: van 7% naar 17%. Ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> klasse daarboven nam dit percentage<br />

aanzienlijk toe (van 8% naar 13%). De dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het ontbijtgebruik was het grootst<br />

naarmate <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten een lagere opleid<strong>in</strong>g hebben genoten (Hul02). Het aantal<br />

respon<strong>de</strong>nten uit <strong>de</strong> hoogste sociaal-economische klasse**** dat op bei<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoeksdagen niet ontbeet nam toe van ruim 3% tot bijna 5%. Het aantal nietontbijters<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> klasse daaron<strong>de</strong>r daal<strong>de</strong> daarentegen van 6% naar 5%.<br />

8.2.3 Ontbijtgebruik en voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g<br />

Voor <strong>de</strong> leeftijdscategorie 19 t/m 35-jarigen is <strong>de</strong> betekenis van het ontbijt voor <strong>de</strong><br />

dagelijkse voorzien<strong>in</strong>g met energie en voed<strong>in</strong>gsstoffen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g na<strong>de</strong>r geanalyseerd (zie bijlage K). Een vergelijkbare analyse<br />

voor <strong>de</strong> leeftijdsgroep 13 t/m 18 jaar is m<strong>in</strong><strong>de</strong>r z<strong>in</strong>vol gezien <strong>de</strong> relatief beperkte<br />

omvang van <strong>de</strong>ze groep.<br />

* De <strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> sociaal-economische klassen is gebaseerd op een comb<strong>in</strong>atie van opleid<strong>in</strong>g, beroep en functie <strong>in</strong> dit beroep<br />

(Hul91b).<br />

** Op geen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksdagen werd een ontbijt gebruikt.<br />

*** Ongeschool<strong>de</strong> arbeid of alleen lager on<strong>de</strong>rwijs.<br />

**** WO/HBO-opleid<strong>in</strong>g, leid<strong>in</strong>ggeven<strong>de</strong> functie.<br />

84 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Energie en macrovoed<strong>in</strong>gsstoffen<br />

De Quetelet In<strong>de</strong>x van <strong>de</strong> mannen en vrouwen die op <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksdagen al dan niet<br />

een ontbijt gebruikten verschilt nauwelijks: voor mannen: 23,8 versus 24 kg/m 2 ; voor<br />

vrouwen: 23,7 versus 23,4 kg/m 2 . Uit bijlage K blijkt dat <strong>de</strong> energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> mannen die op bei<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksdagen niet ontbeten lager is dan die van<br />

<strong>de</strong> mannen die op <strong>de</strong>ze dagen wel een ontbijt gebruikten (10,7 versus bijna 12 MJ<br />

(p


vitam<strong>in</strong>e E<br />

vitam<strong>in</strong>e D<br />

vitam<strong>in</strong>e C<br />

vitam<strong>in</strong>e B12<br />

foliumzuur<br />

vitam<strong>in</strong>e B6<br />

ret<strong>in</strong>olequivalenten<br />

ijzer<br />

calcium<br />

-30 -25 -20 -15 -10 -5 0<br />

mannen<br />

vrouwen<br />

procenten<br />

Figuur 8.1 Procentueel verschil <strong>in</strong> microvoed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g bij niet ontbijten t.o.v. wel ontbijten <strong>in</strong><br />

1997/98.<br />

Dit is met name het geval voor calcium, vitam<strong>in</strong>e C, foliumzuur en vitam<strong>in</strong>e E. Een<br />

zelf<strong>de</strong> beeld komt naar voren uit <strong>de</strong> analyse van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffendichtheid (zie bijlage<br />

K). De verschillen zijn voor een groot <strong>de</strong>el statistisch significant.<br />

8.3 Gebruik van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> maaltij<strong>de</strong>n*<br />

Ontbijt<br />

Uit <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van het aantal gebruikers van typische ontbijtproducten blijkt dat <strong>de</strong><br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> samenstell<strong>in</strong>g van het ontbijt <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 voor <strong>de</strong> totale<br />

populatie niet sterk is veran<strong>de</strong>rd (zie bijlage L)**. Het aantal gebruikers van<br />

ontbijtgranen en melk(producten) nam toe met respectievelijk 3% en 7% terwijl het<br />

aantal gebruikers van brood, suiker en thee verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> (respectievelijk. 7%; 13% en<br />

11%). Fruit stond <strong>in</strong> 1997/98 wat vaker op <strong>de</strong> ontbijttafel (2%) evenals koffie (3,5%). De<br />

dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het broodgebruik leid<strong>de</strong> ook tot m<strong>in</strong><strong>de</strong>r frequent gebruik van broodbeleg (kaas,<br />

vleeswaren, zoet broodbeleg).<br />

* Deze analyse is alleen mogelijk voor <strong>de</strong> totale populatie omdat <strong>de</strong> aantallen, opgesplitst naar leeftijd en geslacht, te kle<strong>in</strong><br />

zijn.<br />

** Er wordt op gewezen dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>troductie van een nieuwe generatie (dr<strong>in</strong>k)ontbijtproducten na 1997/98 heeft<br />

plaatsgevon<strong>de</strong>n.<br />

86 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Lunch<br />

Ook het aantal gebruikers van brood tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> lunch daal<strong>de</strong> licht (2%). Er wordt tij<strong>de</strong>ns<br />

<strong>de</strong> lunch ook dui<strong>de</strong>lijk m<strong>in</strong><strong>de</strong>r vaak gedronken. Alleen het aantal gebruikers van<br />

frisdrank nam toe (3%). In tegenstell<strong>in</strong>g tot wat het geval is bij het ontbijt, kwam fruit<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> lunch m<strong>in</strong><strong>de</strong>r vaak op tafel; het aantal gebruikers nam af met ruim 3% (zie<br />

bijlage L).<br />

Warme maaltijd<br />

Het aantal respon<strong>de</strong>nten dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 dagelijks een warme<br />

maaltijd gebruikt is stabiel gebleven (93%) (GfK99). Aardappelen wor<strong>de</strong>n steeds vaker<br />

vervangen door rijst en pastaproducten. Groenten en fruit wer<strong>de</strong>n aan het e<strong>in</strong>d van <strong>de</strong>ze<br />

perio<strong>de</strong> respectievelijk bijna 3% en 10% m<strong>in</strong><strong>de</strong>r vaak tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> warme maaltijd<br />

gebruikt dan <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> (zie bijlage L).<br />

B<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> productgroep vlees wordt vaker gekozen voor pluimveevlees (7%) en <strong>in</strong><br />

m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate voor vis (2%) <strong>in</strong> plaats van varkensvlees (een dal<strong>in</strong>g van 7%) en<br />

rundvlees (een dal<strong>in</strong>g van bijna 4%). Frisdranken wor<strong>de</strong>n vaker tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> warme<br />

maaltij<strong>de</strong>n gebruikt (6%) en melk(producten) m<strong>in</strong><strong>de</strong>r vaak (een dal<strong>in</strong>g van ruim 2%).<br />

Gemaksvoedsel en kant-en-klaarproducten komen ook steeds vaker tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> warme<br />

maaltijd op tafel. In 1997/98 steeg het aantal gebruikers van samengestel<strong>de</strong> gerechten en<br />

vleessnacks met 4% respectievelijk 3%.<br />

Tussendoor<br />

Tussen <strong>de</strong> maaltij<strong>de</strong>n is het gebruik van frisdrank, suikervrije frisdranken en m<strong>in</strong>eraalwater<br />

toegenomen ten koste van an<strong>de</strong>re dranken. Er wordt ook m<strong>in</strong><strong>de</strong>r vaak fruit<br />

gebruikt, evenals koek en gebak. Het aantal gebruikers van snoep en chocola<strong>de</strong> en van<br />

noten en snacks is <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 vrijwel gelijk gebleven (zie bijlage L).<br />

8.4 Eten buitenshuis<br />

Het percentage personen dat op een of op bei<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksdagen het ontbijt buitenshuis<br />

gebruikte nam <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 toe van ruim 5% naar 8%. Ook het<br />

buitenshuis gebruik van <strong>de</strong> lunch nam <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> toe (van 40% naar 45%). De<br />

warme maaltijd werd <strong>in</strong> 1987/88 door bijna 13% van <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten buitenshuis<br />

gebruikt; tien jaar later was dit bijna 17%.<br />

Maaltij<strong>de</strong>n 87


88 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Hoofdstuk<br />

9<br />

Gezondheidseffecten <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g<br />

verzadigd vet en transvetzuren<br />

en groenten- en fruitgebruik<br />

9.1 Inleid<strong>in</strong>g<br />

Dit hoofdstuk bevat <strong>de</strong> resultaten van een computersimulatiemo<strong>de</strong>l (mo<strong>de</strong>ller<strong>in</strong>g)<br />

waarmee aan <strong>de</strong> hand van een aantal scenario’s een schatt<strong>in</strong>g is gemaakt van <strong>de</strong><br />

gezondheidseffecten als gevolg van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van verzadig<strong>de</strong><br />

vetzuren en transvetzuren en <strong>in</strong> het groenten- en fruitgebruik.<br />

De belangrijkste <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen tien jaar die<br />

van betekenis zijn voor <strong>de</strong> volksgezondheid zijn volgens <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> vetzuursamenstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g —vooral als het gaat om verzadig<strong>de</strong> vetzuren<br />

en transvetzuren— en <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het groenten- en fruitgebruik. Een lagere <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g<br />

van verzadig<strong>de</strong> vetzuren en transvetzuren resulteert <strong>in</strong> een gunstiger bloedlipi<strong>de</strong>nprofiel<br />

en daarmee <strong>in</strong> een kle<strong>in</strong>er risico van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van hart- en vaatziekten (Men90,<br />

Men92). Daarnaast is <strong>in</strong> een groot aantal on<strong>de</strong>rzoeken een verband gevon<strong>de</strong>n tussen een<br />

lagere groenten- en fruitconsumptie* en een grotere kans op <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van<br />

verschillen<strong>de</strong> vormen van kanker en van hart- en vaatziekten (Kle98). Aan het<br />

Rijks<strong>in</strong>stituut voor Volksgezondheid en Milieu is daarom gevraagd om met behulp van<br />

het door dit <strong>in</strong>stituut ontwikkel<strong>de</strong> ‘Chronische Ziekten Mo<strong>de</strong>l’ (Hoo98) een schatt<strong>in</strong>g te<br />

* Als <strong>in</strong> dit hoofdstuk wordt gesproken over <strong>de</strong> groenten- en fruitconsumptie dan wordt bedoeld <strong>de</strong> hoeveelheid groenten<br />

plus <strong>de</strong> hoeveelheid fruit. Vruchtensappen zijn hierbij als fruit beschouwd en zijn ge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieerd als niet-alcoholische<br />

sappen en dranken op basis van vruchten.<br />

Gezondheidseffecten <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g verzadigd vet en transvetzuren en groenten- en fruitgebruik 89


maken van het effect van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van verzadig<strong>de</strong> vetzuren en<br />

transvetzuren en het groenten- en fruitgebruik op <strong>de</strong> volksgezondheid.<br />

Omdat <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> groenten- en fruitconsumptie van 19 t/m 35-jarigen<br />

met een lage opleid<strong>in</strong>g* <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen tien jaar het ongunstigste beeld laat zien, is <strong>de</strong><br />

schatt<strong>in</strong>g gericht op <strong>de</strong>ze groep. De omvang van <strong>de</strong>ze leeftijdsgroep bedraagt ongeveer 1<br />

miljoen personen. De leeftijdsgroep is bovendien <strong>in</strong>teressant vanuit het oogpunt van<br />

preventie, omdat kanker en hart- en vaatziekten zich over het algemeen pas na tientallen<br />

jaren manifesteren. De rapportage van dit project is neergelegd <strong>in</strong> een rapport van het<br />

Rijks<strong>in</strong>stituut voor Volksgezondheid en Milieu (Hoo00). Voor dit advies wordt volstaan<br />

met een korte beschrijv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gehanteer<strong>de</strong> methodiek en <strong>de</strong> <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van dit<br />

advies relevante resultaten. Voor meer <strong>in</strong>formatie en een verantwoord<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

gebruikte schatt<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong> wordt verwezen naar het rapport van het Rijks<strong>in</strong>stituut<br />

voor Volksgezondheid en Milieu.<br />

9.2 Mo<strong>de</strong>ller<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong><br />

Het ‘Chronische Ziekten Mo<strong>de</strong>l’ is een computersimulatiemo<strong>de</strong>l dat is ontworpen voor<br />

het schatten van volksgezondheidseffecten van <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> en <strong>in</strong>terventies op<br />

leefstijlfactoren van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g. Voor het schatten van <strong>de</strong> effecten van <strong>de</strong><br />

ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van verzadig<strong>de</strong> vetzuren en transvetzuren en van <strong>de</strong><br />

groenten- en fruitconsumptie is uitgegaan van verschei<strong>de</strong>ne scenario’s, die zijn<br />

vergeleken met een referentiescenario. Het gezondheidseffect wordt <strong>in</strong> het mo<strong>de</strong>l<br />

uitgedrukt <strong>in</strong> termen van te verwachten <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie van kanker en hart- en vaatziekten en<br />

het aantal verloren gezon<strong>de</strong> levensjaren als gevolg van <strong>de</strong>ze ziekten over een perio<strong>de</strong><br />

van veertig jaar**. De keuze van <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> is arbitrair; naarmate <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> langer is<br />

veran<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> effecten op hart- en vaatziekten en op kanker. Aan het<br />

e<strong>in</strong>d van <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> is <strong>de</strong> leeftijd van <strong>de</strong> betrokken groep 59-75 jaar.<br />

In dit advies wordt alleen <strong>de</strong> gezondheidsw<strong>in</strong>st <strong>in</strong> termen van <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie-aantallen <strong>in</strong><br />

beschouw<strong>in</strong>g genomen gezien <strong>de</strong> vele onzekerhe<strong>de</strong>n die aan <strong>de</strong> schatt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

gezondheidseffecten zijn verbon<strong>de</strong>n. Een belangrijk <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> sterfte aan hart- en<br />

vaatziekten en aan kanker treedt immers op na <strong>de</strong>ze leeftijd. Er is van uitgegaan dat <strong>de</strong><br />

consumptieniveaus over <strong>de</strong> gehele perio<strong>de</strong> constant blijven, terwijl eveneens wordt<br />

veron<strong>de</strong>rsteld dat an<strong>de</strong>re factoren die het risico van het optre<strong>de</strong>n van hart- en vaatziekten<br />

en kanker beïnvloe<strong>de</strong>n constant zijn. In <strong>de</strong> praktijk zal dit echter niet het geval zijn.<br />

Daarnaast zijn SES***-specifieke prevalenties van an<strong>de</strong>re risicofactoren (zoals roken),<br />

* Lager on<strong>de</strong>rwijs en lager beroepson<strong>de</strong>rwijs.<br />

** Gerekend vanaf 1994 omdat dat jaar <strong>in</strong> het mo<strong>de</strong>l als peiljaar geldt voor sterftecijfers en an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>mografische<br />

kengetallen.<br />

*** sociaal-economische Status.<br />

90 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


SES-specifieke relatieve risico’s, noch SES-specifieke <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nties van hart-en<br />

vaatziekten en kanker <strong>in</strong> het mo<strong>de</strong>l toegepast. Het is moeilijk <strong>in</strong> te schatten welk effect<br />

het op <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>ller<strong>in</strong>g zou hebben wanneer <strong>de</strong> gegevens SES-specifiek zou<strong>de</strong>n zijn<br />

ge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieerd. Tevens is aangenomen dat groenten, fruit en vruchtensappen wat het effect<br />

op het risico van kanker en hart- en vaatziekten betreft uitwisselbaar zijn, en dat het<br />

effect van verzadig<strong>de</strong> vetzuren en transvetzuren op het risico van hart- en vaatziekten<br />

alleen verloopt via het serumcholesterolniveau. Tenslotte is er geen reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n<br />

met een lag-time, met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n met het feit dat veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselkeuze<br />

niet van het ene op het an<strong>de</strong>re moment plaats v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Gezien <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>ller<strong>in</strong>gsperio<strong>de</strong><br />

van veertig jaar is dit laatste aspect waarschijnlijk niet van belang.<br />

De scenario’s die gebruikt zijn voor <strong>de</strong> schatt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gezondheidseffecten zijn:<br />

• Het VCP1-scenario: De consumptie komt weer op het niveau dat tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> eerste<br />

voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1987/88 is vastgesteld. Dit scenario geeft dus <strong>de</strong><br />

volksgezondhei<strong>de</strong>ffecten aan op <strong>de</strong> langere termijn als gevolg van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> consumptie <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98.<br />

• Het aanbevel<strong>in</strong>gscenario: Hierbij wordt ervan uitgegaan dat <strong>de</strong> voedselconsumptie<br />

na 1997/98 zodanig veran<strong>de</strong>rt dat ie<strong>de</strong>reen dagelijks <strong>de</strong> aanbevolen hoeveelheid van<br />

400 g groenten en fruit eet en een voed<strong>in</strong>g gebruikt die ten hoogste 10 en%<br />

verzadig<strong>de</strong> vetzuren en 0,8 en% transvetzuren bevat. Dit scenario geeft aan wat <strong>de</strong><br />

maximale theoretisch te behalen gezondheidsw<strong>in</strong>st is.<br />

• Het referentiescenario. Voor dit scenario wordt ervan uitgegaan dat <strong>de</strong> consumptie<br />

van groenten en fruit en <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van verzadig<strong>de</strong> vetzuren en transvetzuren op<br />

het niveau blijft dat is vastgesteld tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

1997/98. Dit referentiescenario geeft dus <strong>de</strong> ziekte en sterfte als gevolg van kanker<br />

en hart- en vaatziekten weer als <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g niet veran<strong>de</strong>rt met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n als<br />

gevolg van an<strong>de</strong>re oorzaken dan <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g.<br />

Het ‘Chronische Ziekten Mo<strong>de</strong>l’ van het Rijks<strong>in</strong>stituut voor Volksgezondheid en Milieu<br />

berekent jaarlijkse ziektespecifieke <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie- en sterfte-aantallen. De gekozen<br />

effectmaat <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van dit advies is het cumulatief aantal nieuwe ziektegevallen. De<br />

effecten zijn berekend voor verschei<strong>de</strong>ne vormen van kanker en hart- en vaatziekten<br />

afzon<strong>de</strong>rlijk en daarna geaggregeerd tot totaalcijfers. De verschillen tussen <strong>de</strong><br />

uitkomsten van het referentiescenario en die van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re scenario’s geven het<br />

verwachte gezondheidseffect aan van <strong>de</strong> gesimuleer<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het<br />

consumptieniveau <strong>in</strong> 1997/98.<br />

De schatt<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> effecten van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van<br />

verzadig<strong>de</strong> vetzuren, transvetzuren en het groenen- en fruitgebruik zijn onafhankelijk<br />

Gezondheidseffecten <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g verzadigd vet en transvetzuren en groenten- en fruitgebruik 91


van elkaar uitgevoerd. Het resultaat van <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke schatt<strong>in</strong>gen mag dus niet bij<br />

elkaar wor<strong>de</strong>n opgeteld.<br />

9.3 Verzadig<strong>de</strong> vetzuren en transvetzuren<br />

9.3.1 Innem<strong>in</strong>g van verzadig<strong>de</strong> vetzuren en transvetzuren<br />

Voor <strong>de</strong> bereken<strong>in</strong>g is uitgegaan van <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van verzadig<strong>de</strong> vetzuren en<br />

transvetzuren <strong>in</strong> energieprocenten en van vijf consumptieniveaus. Voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van<br />

verzadig<strong>de</strong> vetzuren zijn <strong>de</strong> grenswaar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>ze niveaus: 10*; 12,5; 15 en 17,5 en%<br />

en voor transvetzuren: 0,8**; 1,2; 1,6 en 2 en%. Aangenomen is dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van<br />

verzadig<strong>de</strong> vetzuren en transvetzuren <strong>in</strong>vloed heeft op <strong>de</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie van hart- en<br />

vaatziekten en niet op die van kanker en cerebrovasculaire acci<strong>de</strong>nten. Het effect is<br />

gemo<strong>de</strong>lleerd via <strong>de</strong> risicofactor serumcholesterol voor verzadig<strong>de</strong> vetzuren en<br />

cholesterol en HDL-cholesterol voor transvetzuren, waarmee het grootste <strong>de</strong>el van het<br />

effect wordt beschreven. Voor <strong>de</strong> schatt<strong>in</strong>g van het effect van <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van<br />

verzadig<strong>de</strong> vetzuren en transvetzuren is gebruik gemaakt van gepubliceer<strong>de</strong><br />

regressievergelijk<strong>in</strong>gen (Hoo00). Aan <strong>de</strong> hoogste consumptieklasse is een relatief risico<br />

van 1*** toegekend.<br />

Innem<strong>in</strong>g van verzadig<strong>de</strong> vetzuren<br />

Tabel 9.1 vermeldt <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van verzadig<strong>de</strong> vetzuren voor 19-35-jarigen<br />

met een lage opleid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> scenario’s naar geslacht (Hoo00).<br />

In 1987/88 was <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van verzadig<strong>de</strong> vetzuren voor 19 t/m 35-jarige<br />

laagopgelei<strong>de</strong> mannen en vrouwen wat hoger dan <strong>in</strong> 1997/98. Dit leidt voor het VCP1-<br />

scenario tot een ongunstiger prevalentiever<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g over <strong>de</strong> vijf <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>gsklassen; <strong>in</strong><br />

1997/98 vol<strong>de</strong><strong>de</strong>n dus meer mensen aan <strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g (zie tabel 9.2).<br />

* De door <strong>de</strong> Commissie Voed<strong>in</strong>gsnormen van <strong>de</strong> <strong>Gezondheidsraad</strong> aanvaardbare bovengrens van <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g (Gez01).<br />

** De Commissie Voed<strong>in</strong>gsnormen van <strong>de</strong> <strong>Gezondheidsraad</strong> beveelt voor alle leeftijdscategorieën een aanvaardbare<br />

bovengrens van <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van 1 en% aan (Gez01). Op het moment dat <strong>de</strong> schatt<strong>in</strong>g werd uitgevoerd was <strong>de</strong>ze aanbevel<strong>in</strong>g<br />

echter nog niet beschikbaar. Daarom is uitgegaan van <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> P10 van <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van transvetzuren voor het<br />

leeftijdstraject 19 t/m 35 jaar op basis van <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1997/98.<br />

*** Een relatief risico van 1 betekent: geen risicoreductie of risicostijg<strong>in</strong>g.<br />

92 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Tabel 9.1 Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van verzadigd vet door laag-opgelei<strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen volgens het<br />

referentie- en VCP1-scenario.<br />

mannen<br />

vrouwen<br />

gem SD gem SD<br />

referentiescenario <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1997/98<br />

verzadigd vet <strong>in</strong> g 43,60 15,00 34,20 10,80<br />

verzadigd vet <strong>in</strong> en% 13,80 2,7 14,90 3<br />

VCP1-scenario <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1987/88<br />

verzadigd vet <strong>in</strong> g 47,10 14,40 35,30 13,10<br />

verzadigd vet <strong>in</strong> en% 14,40 2,8 15,00 3,1<br />

Tabel 9.2 Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van verzadig vet door laag-opgelei<strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen <strong>in</strong>ge<strong>de</strong>eld <strong>in</strong><br />

klassen.<br />

klasse. 17,5 en%<br />

% % % % %<br />

referentiescenario <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1997/98<br />

mannen 9,50 22,80 36,80 23,40 7,6<br />

vrouwen 4,00 17,10 35,70 26,60 16,70<br />

VCP1-scenario <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1987/88<br />

mannen 6,70 17,10 37,10 25,10 14,00<br />

vrouwen 1,90 17,20 32,20 34,40 14,30<br />

aanbevel<strong>in</strong>gscenario <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g volgens <strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>g: ten hoogste 10 en%<br />

mannen 100,00 0,00 0,00 0,00 0,00<br />

vrouwen 100,00 0,00 0,00 0,00 0,00<br />

Innem<strong>in</strong>g van transvetzuren<br />

Tabel 9.3 geeft een overzicht van <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van transvetzuren door<br />

19 t/m 35-jarige mannen en vrouwen met een lage opleid<strong>in</strong>g. In 1997/98 was het gehalte<br />

aan transvetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> mannen <strong>in</strong> grammen hoger dan <strong>in</strong> die van <strong>de</strong><br />

vrouwen; uitgedrukt <strong>in</strong> energieprocenten is het omgekeer<strong>de</strong> het geval.<br />

Hoewel <strong>de</strong> hoeveelheid transvetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98<br />

sterk is gedaald, lag het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> niveau <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1997/98 nog aanzienlijk<br />

boven het gehanteer<strong>de</strong> aanbevolen niveau van ten hoogste 0,8 en%. Uit <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van<br />

<strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van transvetzuren over <strong>de</strong> vijf klassen blijkt <strong>in</strong> dat jaar slechts 7% van <strong>de</strong><br />

vrouwen en circa13,5% van <strong>de</strong> mannen aan <strong>de</strong>ze aanbevel<strong>in</strong>g te voldoen (zie tabel 9.4).<br />

Gezondheidseffecten <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g verzadigd vet en transvetzuren en groenten- en fruitgebruik 93


Tabel 9.3 Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van transvetzuren door laag-opgelei<strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen volgens het<br />

referentie- en VCP1-scenario.<br />

mannen<br />

vrouwen<br />

gem SD gem SD<br />

referentiescenario <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1997/98<br />

transvetzuren <strong>in</strong> g 5,30 3,40 4,9 3,30<br />

transvetzuren <strong>in</strong> en% 1,70 1,10 2,1 1,30<br />

VCP1-scenario <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1987/88<br />

transvetzuren <strong>in</strong> g 16,00 8,80 11,60 6,70<br />

transvetzuren <strong>in</strong> en% 4,80 2,20 4,9 2,30<br />

Tabel 9.4 Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van transvetzuren door laag-opgelei<strong>de</strong> 19 t/m 35 -jarigen <strong>in</strong>ge<strong>de</strong>eld <strong>in</strong><br />

klassen.<br />

klasse 2,0 en%<br />

% % % % %<br />

referentiescenario <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1997/98<br />

mannen 13,3 27,3 24,7 10,2 24,5<br />

vrouwen 7 26,1 18 13 35,9<br />

VCP1-scenario <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1978/88<br />

mannen 1,1 1,2 3,6 1,2 93<br />

vrouwen 1,9 17,2 32,2 34,4 14,5<br />

aanbevel<strong>in</strong>gscenario <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g volgens <strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>g: ten hoogste 0,8 en%<br />

mannen 100,00 0 0 0 0<br />

vrouwen 100,00 0 0 0 0<br />

Vergeleken met <strong>de</strong> mannen gebruikte een groter percentage vrouwen een voed<strong>in</strong>g met<br />

een hoger percentage transvetzuren. De <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van transvetzuren was voor zowel<br />

vrouwen als mannen <strong>in</strong> 1987/88 ruim twee maal hoger dan <strong>in</strong> 1997/98. Tabel 9.4 laat<br />

zien dat het VCP1-senario voor <strong>de</strong> prevalentiever<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g over <strong>de</strong> vijf <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>gsklassen<br />

<strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met het referentiescenario resulteert <strong>in</strong> een veel ongunstiger beeld.<br />

9.3.2 De gezondheidseffecten van het VCP1-scenario en het aanbevel<strong>in</strong>gscenario<br />

Verzadig<strong>de</strong> vetzuren<br />

Volgens het referentiescenario —dus wanneer het niveau van <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van<br />

verzadig<strong>de</strong> vetzuren blijft op het niveau dat <strong>in</strong> 1997/98 is vastgesteld— zullen zich <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

komen<strong>de</strong> veertig jaar <strong>in</strong> het cohort dat <strong>in</strong> 1997/98 behoor<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> laagopgelei<strong>de</strong> 19 t/m<br />

35-jarigen bijna 263 000 gevallen van hart- en vaatziekten ontwikkelen (mannen: bijna<br />

200 000 en vrouwen: 63 000). De absolute en relatieve gezondheidsw<strong>in</strong>st <strong>in</strong> termen van<br />

94 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


<strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie-aantallen van het VCP1-scenario en het aanbevel<strong>in</strong>gscenario t.o.v. het<br />

referentiescenario is weergegeven <strong>in</strong> tabel 9.5.<br />

Tabel 9.5 Absolute en relatieve gezondheidsw<strong>in</strong>st <strong>in</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie-aantallen volgens het VCP1- en<br />

aanbevel<strong>in</strong>gscenario t.o.v. het referentiescenario voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van verzadigd vet.<br />

cumulatief over 40 jaar absolute w<strong>in</strong>st relatieve w<strong>in</strong>st (%)<br />

mannen vrouwen mannen vrouwen<br />

VCP1- scenario -9 145 -416 -4,6 -0,7<br />

aanbevel<strong>in</strong>gscenario 56 562 18 383 28,3 29,2<br />

Wanneer het gehalte aan verzadig<strong>de</strong> vetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> laagopgelei<strong>de</strong><br />

mannen van 19 t/m 35 jaar <strong>in</strong> 1997/98 op het niveau van 1987/88 zou hebben gelegen —<br />

het VCP1-scenario— dan zou dit <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> 40 jaar geleid hebben tot bijna 5% meer<br />

<strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntiegevallen van hart- en vaatziekten. Voor vrouwen bedraagt dit percentage bijna<br />

1%. Door <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g van het verzadigd vetzuurgehalte van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g die <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong><br />

is opgetre<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntiegevallen dus voorkomen. Er is dus sprake van<br />

gezondheidsw<strong>in</strong>st.<br />

Zoals te verwachten is er voor zowel <strong>de</strong> mannen als <strong>de</strong> vrouwen een grote<br />

gezondheidsw<strong>in</strong>st te behalen als het aanbevel<strong>in</strong>gscenario zou wor<strong>de</strong>n gerealiseerd. De<br />

relatieve gezondheidsw<strong>in</strong>st is hierbij voor mannen en vrouwen ongeveer gelijk (30%),<br />

<strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> absolute gezondheidsw<strong>in</strong>st, die voor <strong>de</strong> mannen aanzienlijk groter<br />

is.<br />

Transvetzuren<br />

Als <strong>de</strong> hoeveelheid transvetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> laagopgelei<strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen<br />

<strong>in</strong> 1997/98 op hetzelf<strong>de</strong> niveau zou blijven, zou dit <strong>in</strong> <strong>de</strong> daaropvolgen<strong>de</strong> veertig jaar<br />

lei<strong>de</strong>n tot ruim 22 000 gevallen van hart- en vaatziekten bij <strong>de</strong> mannen en circa 65 000<br />

gevallen bij <strong>de</strong> vrouwen. Tabel 9.6 geeft <strong>de</strong> absolute en relatieve gezondheidsw<strong>in</strong>st <strong>in</strong><br />

<strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie-aantallen hart- en vaatziekten van bei<strong>de</strong> scenario’s ten opzichte van dit<br />

referentiescenario.<br />

Tabel 9.6 Absolute en relatieve gezondheidsw<strong>in</strong>st <strong>in</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie-aantallen volgens het VCP1- en<br />

aanbevel<strong>in</strong>gscenario t.o.v. het referentiescenario voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van transvetzuren.<br />

cumulatief over 40 jaar absolute w<strong>in</strong>st relatieve w<strong>in</strong>st (%)<br />

mannen vrouwen mannen vrouwen<br />

VCP1-scenario -9 838 -2 015 -4,6 -3,1<br />

aanbevel<strong>in</strong>gscenario 7 844 2 655 3,7 4,1<br />

Gezondheidseffecten <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g verzadigd vet en transvetzuren en groenten- en fruitgebruik 95


Indien het gehalte aan transvetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g van laagopgelei<strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen<br />

<strong>in</strong> 1997/98 op het zelf<strong>de</strong> niveau was gebleven als <strong>in</strong> 1987/88, dan zou dit <strong>de</strong><br />

daaropvolgen<strong>de</strong> veertig jaar bij <strong>de</strong> mannen hebben geleid tot circa 4,5% meer gevallen<br />

van hart- en vaatziekten, en bij <strong>de</strong> vrouwen tot 3% meer gevallen. Er is volgens dit<br />

scenario dus sprake van gezondheidsverlies.<br />

De oorzaak hiervan is dui<strong>de</strong>lijk. S<strong>in</strong>ds het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> jaren negentig zijn <strong>de</strong><br />

transvetzuren uit <strong>de</strong> har<strong>de</strong> margar<strong>in</strong>es verwij<strong>de</strong>rd, nadat was gebleken dat dit type<br />

vetzuren een sterk ongunstig effect heeft op het lipi<strong>de</strong>npatroon. De hoeveelheid<br />

transvetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g daal<strong>de</strong> hierdoor aanzienlijk. Indien het transvetzuurgehalte<br />

zou dalen tot het aanbevolen niveau van ten hoogste 0,8 en%, zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> komen<strong>de</strong><br />

veertig jaar bij <strong>de</strong> mannen ruim 7 500 en bij <strong>de</strong> vrouwen ruim 2 500 gevallen van harten<br />

vaatziekten kunnen wor<strong>de</strong>n voorkomen. De gezondheidsw<strong>in</strong>st is voor <strong>de</strong> mannen<br />

bijna drie maal groter dan voor <strong>de</strong> vrouwen.<br />

Ook <strong>in</strong> het geval van transvetzuren levert het aanbevel<strong>in</strong>gscenario <strong>de</strong> grootste<br />

gezondheidsw<strong>in</strong>st op. Deze gezondheidsw<strong>in</strong>st is kle<strong>in</strong>er dan kan wor<strong>de</strong>n bereikt<br />

wanneer het verzadigd vetzuurgehalte van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g daalt tot <strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g.<br />

Dit ligt voor <strong>de</strong> hand, omdat <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 <strong>de</strong> hoeveelheid<br />

transvetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse voed<strong>in</strong>g al aanzienlijk is verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rd.<br />

9.4 Groenten en fruit<br />

9.4.1 Metho<strong>de</strong><br />

Bij <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>ller<strong>in</strong>g is <strong>de</strong> <strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> productgroepen ‘groenten’ en ‘fruit’ gebruikt<br />

zoals die bij <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen is gehanteerd. Hierbij wor<strong>de</strong>n —<strong>in</strong><br />

tegenstell<strong>in</strong>g tot bijvoorbeeld <strong>in</strong> <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten— aardappelen en<br />

aardappelproducten niet tot groenten gerekend.<br />

De groenten en <strong>de</strong> fruitconsumptie is voor ie<strong>de</strong>r <strong>in</strong>dividu gesommeerd en<br />

vervolgens <strong>in</strong>gebracht <strong>in</strong> het rekenmo<strong>de</strong>l. Vruchtensappen zijn hierbij door <strong>de</strong><br />

commissie als fruit beschouwd*. Voor <strong>de</strong> schatt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gezondheidseffecten is<br />

uitgegaan van consumptieniveaus met als grenswaar<strong>de</strong>n 100, 200, 300 en 400 gram<br />

groenten en fruit per dag.<br />

Het verband tussen het niveau van groenten- en fruitconsumptie en het risico van<br />

kanker en hart- en vaatziekten is gemo<strong>de</strong>lleerd met behulp van gepubliceer<strong>de</strong><br />

ziektespecifieke risico’s. Voor kanker is hierbij uitgegaan van <strong>de</strong> gegevens die door<br />

Klerk en me<strong>de</strong>werkers zijn verzameld (Kle98). Op basis van gegevens uit<br />

* Het Rijks<strong>in</strong>stituut voor Volksgezondheid en Milieu heeft <strong>de</strong> bereken<strong>in</strong>g zowel <strong>in</strong>clusief als exclusief vruchtensappen<br />

uitgevoerd.<br />

96 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


epi<strong>de</strong>miologisch on<strong>de</strong>rzoek is per kankersoort een spreid<strong>in</strong>g geschat voor het relatieve<br />

risico. Er is van uitgegaan dat groenten en fruit een gelijk effect hebben op het risico van<br />

kanker en van hart- en vaatziekten, hoewel dit niet overtuigend is aangetoond.<br />

In <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeken die zijn gebruikt voor het aflei<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> relatieve risico’s<br />

ontbreekt een uniforme <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie van <strong>de</strong> productgroepen ‘groenten’ en ‘fruit’. De positie<br />

van aardappelen, peulvruchten, noten, vruchtenconserven en vruchtensappen hier<strong>in</strong> is<br />

niet dui<strong>de</strong>lijk en wisselt per on<strong>de</strong>rzoek. In on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> associatie tussen<br />

groentengebruik en kanker<strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie <strong>in</strong> populaties als <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse bevolk<strong>in</strong>g, waar<br />

aardappelen een <strong>belangrijke</strong> plaats <strong>in</strong> het voed<strong>in</strong>gspatroon <strong>in</strong>nemen, zijn <strong>de</strong>ze<br />

gewoonlijk niet bij <strong>de</strong> productgroep ‘groenten’ genomen. De gezondheidseffecten bij.<br />

kanker en hart- en vaatziekten die van <strong>de</strong>ze producten zijn vastgesteld zijn namelijk niet<br />

eenduidig. Zij zijn daarom <strong>in</strong> het mo<strong>de</strong>ller<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rzoek niet betrokken, behalve<br />

vruchtensappen en vruchtenconserven.<br />

Omdat er dus onzekerheid bestaat over <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>ne relatieve<br />

risico’s die zijn gepubliceerd, is door het Rijks<strong>in</strong>stituut voor Volksgezondheid en Milieu<br />

per kankersoort zowel een naar vermogen beste schatt<strong>in</strong>g (‘best guess’) als een<br />

conservatieve schatt<strong>in</strong>g uitgevoerd. De ‘best guess’ komt overeen met <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>nwaar<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> geschatte range voor het relatieve risico; <strong>de</strong> conservatieve schatt<strong>in</strong>g refereert naar<br />

<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> uit <strong>de</strong>ze range die het dichtst bij 1 ligt. Bij <strong>de</strong> schatt<strong>in</strong>g is aangenomen dat <strong>de</strong><br />

relatieve risico’s onafhankelijk zijn van leeftijd, geslacht en opleid<strong>in</strong>g.<br />

Gezien <strong>de</strong> onzekerhe<strong>de</strong>n die er aan <strong>de</strong> uitgevoer<strong>de</strong> mo<strong>de</strong>ller<strong>in</strong>g kleven is <strong>de</strong><br />

commissie voor dit advies voorzichtigheidshalve uitgegaan van <strong>de</strong> conservatieve<br />

schatt<strong>in</strong>g. Deze keuze wordt bovendien gerechtvaardigd door het feit dat uit <strong>de</strong><br />

resultaten van recente cohorton<strong>de</strong>rzoeken naar <strong>de</strong> relatie tussen groenten- en<br />

fruitgebruik en het risico van diverse vormen van kanker <strong>in</strong> het algemeen, ook kle<strong>in</strong>ere<br />

relatieve risico’s naar voren komen, vooral voor het fruitgebruik (Jan01).<br />

Voor <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>ne vormen van hart- en vaatziekten is <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> werkwijze<br />

gevolgd. De gebruikte ziektespecifieke risico’s zijn gebaseerd op <strong>de</strong> gegevens van Klerk<br />

en me<strong>de</strong>werkers (Kle98), aangevuld met een aantal an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rzoeken (zie Hoo00).<br />

Aan <strong>de</strong> consumptieklasse ‘m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan 100 g groenten en fruit per dag’ is het<br />

relatieve risico 1 toegekend; aan <strong>de</strong> consumptieklasse ‘tenm<strong>in</strong>ste 400 g groenten en fruit<br />

per dag’ is als relatief risico <strong>de</strong> conservatieve schatt<strong>in</strong>g toegekend. Voor <strong>de</strong><br />

tussenliggen<strong>de</strong> consumptieklassen is het relatieve risico door mid<strong>de</strong>l van <strong>in</strong>terpolatie<br />

berekend.<br />

9.4.2 Groenten en fruitconsumptie<br />

Tabel 9.7 geeft een overzicht van <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> groenten- en fruitconsumptie volgens<br />

het referentiescenario en het VCP1-scenario.<br />

Gezondheidseffecten <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g verzadigd vet en transvetzuren en groenten- en fruitgebruik 97


Tabel 9.7 Gemid<strong>de</strong>ld groenten- en fruitgebruik van laag-opgelei<strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen volgens het referentieen<br />

VCP1-scenario (gram/dag).<br />

mannen<br />

vrouwen<br />

gem SD gem SD<br />

referentie-scenario gebruik <strong>in</strong> 1997/98<br />

groenten 120 91 93 68<br />

fuit 118 153 138 188<br />

groenten + fruit 238 187 231 208<br />

VCP1-scenario gebruik <strong>in</strong> 1987/88<br />

groenten 141 92 120 90<br />

fuit 126 158 131 160<br />

groenten + fruit 268 192 251 192<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> groenten- en fruitconsumptie lag <strong>in</strong> 1997/98 voor <strong>de</strong> laagopgelei<strong>de</strong><br />

19 t/m 35-jarigen ver on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> aanbevolen hoeveelheid van 400 g per dag*. Uit tabel 9.8<br />

blijkt dat slechts 16,5% van <strong>de</strong> mannen en 16,1% van <strong>de</strong> vrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze groep voldoet<br />

aan <strong>de</strong>ze aanbevel<strong>in</strong>g. Een groter percentage vrouwen dan mannen valt <strong>in</strong> <strong>de</strong> lagere<br />

consumptieklassen.<br />

Tabel 9.8 Gemid<strong>de</strong>ld groenten- en fruitgebruik van laag-opgelei<strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen <strong>in</strong>ge<strong>de</strong>eld <strong>in</strong> klassen.<br />

klasse (g/dag) 400<br />

% % % % %<br />

referentiescenario gebruik <strong>in</strong> 1997/98<br />

mannen 20,30 29,80 20,50 12,90 16,50<br />

vrouwen 26,20 31,30 17,80 8,6 16,10<br />

VCP1-scenario gebruik <strong>in</strong> 1987/88<br />

mannen 17,00 26,70 20,90 13,70 21,70<br />

vrouwen 17,40 28,90 21,70 15,80 16,30<br />

Het VCP1-scenario resulteert <strong>in</strong> een iets gunstiger beeld dan het referentiescenario. In<br />

1987/88 lag <strong>de</strong> groenten- en fruitconsumptie immers op een hoger niveau dan <strong>in</strong><br />

1997/98. Ook volgens dit scenario blijft het percentage mannen dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> hogere<br />

consumptieklassen valt groter dan dat voor vrouwen.<br />

9.4.3 De gezondheidseffecten van het VCP1-scenario en het aanbevel<strong>in</strong>gscenario<br />

Indien het groenten en fruitgebruik van <strong>de</strong> laagopgelei<strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen <strong>de</strong> komen<strong>de</strong><br />

veertig jaar blijft op het niveau dat <strong>in</strong> 1997/98 is vastgesteld, zullen er <strong>in</strong> die perio<strong>de</strong> bij<br />

* Dit is 200 gram groenten en 200 gram fruit (= twee stuks).<br />

98 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


mannen circa 71 000 gevallen van kanker en ruim 217 000 gevallen van hart- en<br />

vaatziekten optre<strong>de</strong>n. Voor <strong>de</strong> vrouwen zijn <strong>de</strong>ze aantallen respectievelijk ruim 50 000<br />

en 67 500. Deze cijfers geven aan dat hart- en vaatziekten <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze bevolk<strong>in</strong>gscategorie<br />

een groter volksgezondheidsprobleem zijn dan <strong>de</strong> aan voed<strong>in</strong>g gerelateer<strong>de</strong> vormen van<br />

kanker.<br />

Als <strong>de</strong> groenten- en fruitconsumptie van <strong>de</strong>ze bevolk<strong>in</strong>gsgroep zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

1987/88-1997/98 had gehandhaafd op het niveau van 1987/88 zou<strong>de</strong>n er <strong>de</strong> komen<strong>de</strong><br />

veertig jaar voor <strong>de</strong> mannen ruim 1,5% en voor <strong>de</strong> vrouwen 1% van <strong>de</strong> gevallen van<br />

kanker en respectievelijk ruim 1% en 1,5% van <strong>de</strong> gevallen van hart- en vaatziekten zijn<br />

voorkomen (zie tabel 9.9).<br />

Tabel 9.9 Absolute en relatieve gezondheidsw<strong>in</strong>st <strong>in</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie-aantallen volgens het VCP1- en aanbevel<strong>in</strong>gscenario t.o.v. het<br />

referentiescenrio voor het groenten- en fruitgebruik.<br />

cumulatief over 40 jaar kanker hart- en vaatziekten<br />

mannen vrouwen mannen vrouwen<br />

relatief abs relatief abs relatief abs relatief abs<br />

VCP1-scenario 1,7 1 181 1,00 509 1,1 2 440 1,5 1 025<br />

aanbevel<strong>in</strong>g-scenario 17,30 12 286 8,30 4 175 11,90 25 886 12,90 8 685<br />

Als het aanbevel<strong>in</strong>gscenario zou wor<strong>de</strong>n gerealiseerd kunnen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze bevolk<strong>in</strong>gsgroep<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> veertig jaar bij <strong>de</strong> mannen bijna 12% en bij <strong>de</strong> vrouwen bijna 13% van <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntiegevallen van hart- en vaatziekten wor<strong>de</strong>n voorkomen. Uit <strong>de</strong> schatt<strong>in</strong>g van het<br />

Rijks<strong>in</strong>stituut voor Volksgezondheid en Milieu blijkt dat <strong>in</strong>dien vruchtensappen niet als<br />

fruit zou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n gerekend <strong>de</strong> te behalen gezondheidsw<strong>in</strong>st met het<br />

aanbevel<strong>in</strong>gscenario iets hoger komt te liggen. Tabel 9.9 geeft aan dat het absolute<br />

niveau van <strong>de</strong> te behalen gezondheidsw<strong>in</strong>st voor <strong>de</strong> vrouwen aanzienlijk lager ligt dan<br />

voor <strong>de</strong> mannen.<br />

Gezondheidseffecten <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g verzadigd vet en transvetzuren en groenten- en fruitgebruik 99


100 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Hoofdstuk<br />

10<br />

Beschouw<strong>in</strong>g<br />

Voor een analyse van <strong>de</strong> betekenis van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voedselconsumptie <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 voor <strong>de</strong> volksgezondheid, heeft <strong>de</strong> commissie een keuze<br />

gemaakt uit <strong>de</strong> omvangrijke hoeveelheid gegevens die <strong>de</strong> drie<br />

voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen hebben opgeleverd. Zij heeft zich hierbij beperkt tot die<br />

<strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> die naar verwacht<strong>in</strong>g het grootste effect hebben op <strong>de</strong> volksgezondheid.<br />

Omdat er zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 verschei<strong>de</strong>ne <strong>de</strong>mografische<br />

veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen hebben voltrokken zijn <strong>de</strong> gegevens ten behoeve van <strong>de</strong> analyse <strong>in</strong> dit<br />

advies gestandaardiseerd naar leeftijd, geslacht en opleid<strong>in</strong>g op basis van <strong>de</strong> situatie <strong>in</strong><br />

1987/88*.<br />

10.1 Mogelijke foutenbronnen<br />

De opzet van <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen brengt verschei<strong>de</strong>ne beperk<strong>in</strong>gen met zich<br />

mee die het doen van algemene uitspraken bemoeilijken. Daarnaast kan <strong>de</strong><br />

werkelijkheid wor<strong>de</strong>n vertekend als gevolg van diverse mogelijke foutenbronnen.<br />

* Dit betekent dat <strong>de</strong> gegevens <strong>in</strong> dit advies soms afwijken van el<strong>de</strong>rs gepubliceer<strong>de</strong> gegevens over <strong>de</strong> voedselconsumptie<br />

op basis van <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen.<br />

Beschouw<strong>in</strong>g 101


Steekproef<br />

De steekproef is getrokken uit een bestaand huishoud<strong>in</strong>genpanel waar<strong>in</strong> niet alle<br />

groepen van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g zijn vertegenwoordigd. Met name het ontbreken van<br />

voldoen<strong>de</strong> <strong>de</strong>elname uit <strong>de</strong> laagste sociaal-economische klasse en van allochtone<br />

groeper<strong>in</strong>gen is hierbij van belang. De <strong>in</strong> dit advies gesignaleer<strong>de</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

voedselconsumptie kunnen dus niet wor<strong>de</strong>n geprojecteerd op <strong>de</strong>ze bevolk<strong>in</strong>gsgroepen.<br />

Omdat er ten behoeve van <strong>de</strong> trendanalyse weegfactoren zijn toegepast naar leeftijd en<br />

sociaal-economische status (opleid<strong>in</strong>g) van <strong>de</strong> steekproef <strong>in</strong> 1992 en die <strong>in</strong> 1997/98, en<br />

op basis van leeftijdsopbouw en sociaal-economische status van <strong>de</strong> steekproef <strong>in</strong><br />

1987/88 geeft <strong>de</strong> analyse wellicht een wat ongunstiger beeld van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

voedselconsumptie dan <strong>in</strong> werkelijkheid heeft plaats gevon<strong>de</strong>n. Het aantal respon<strong>de</strong>nten<br />

met een hogere opleid<strong>in</strong>g is immers <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r tijd toegenomen en <strong>de</strong><br />

voedselconsumptie van hoger opgelei<strong>de</strong>n is over het algemeen kwalitatief beter dan die<br />

van lager opgelei<strong>de</strong>n.<br />

Ook is <strong>de</strong> vraag gerechtvaardigd of <strong>in</strong> <strong>de</strong> steekproef <strong>de</strong> groep van ‘tweeverdieners<br />

on<strong>de</strong>r grote tijdsdruk en met hoge werklast’ wel voldoen<strong>de</strong> is vertegenwoordigd.<br />

Immers, <strong>de</strong>ze groep zal —gezien <strong>de</strong> tijdsbelast<strong>in</strong>g— waarschijnlijk we<strong>in</strong>ig bereid zijn<br />

om aan dit type on<strong>de</strong>rzoekspanels <strong>de</strong>el te nemen*. Uit <strong>de</strong> GfK M<strong>in</strong>i Census —een<br />

grootschalig bevolk<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rzoek dat door vrijwel alle (markt)on<strong>de</strong>rzoeksbureaus<br />

wordt gebruikt voor <strong>de</strong> ijk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> representativiteit van steekproeven— blijkt 30%<br />

van <strong>de</strong> huishou<strong>de</strong>ns <strong>in</strong> 1996 te bestaan uit huishou<strong>de</strong>ns waar<strong>in</strong> twee of meer personen<br />

een betaald beroep hebben (Temm<strong>in</strong>ghoff MBM, persoonlijke me<strong>de</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g). Het CBS<br />

vermeldt voor 1997 als percentage tweeverdienen<strong>de</strong> huishou<strong>de</strong>ns 33% (CBS98). Het<br />

percentage tweeverdienen<strong>de</strong> huishou<strong>de</strong>ns <strong>in</strong> <strong>de</strong> populatie die heeft <strong>de</strong>elgenomen aan <strong>de</strong><br />

voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1997/98 bedraagt 29%. Gegevens over <strong>de</strong> tijdsdruk en<br />

tijdsbelast<strong>in</strong>g waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze tweeverdieners leven zijn echter niet beschikbaar. Dit<br />

betekent dat enerzijds het aantal tweeverdienershuishou<strong>de</strong>ns <strong>in</strong> <strong>de</strong> steekproef re<strong>de</strong>lijk<br />

goed is vertegenwoordigd maar dat het an<strong>de</strong>rzijds onzeker is of <strong>de</strong>ze tweeverdieners<br />

voldoen<strong>de</strong> representatief zijn voor <strong>de</strong> groep ‘tweeverdieners on<strong>de</strong>r grote tijdsdruk en<br />

met hoge werklast’.<br />

Tenslotte wijst <strong>de</strong> commissie er op dat gebruik is gemaakt van huishou<strong>de</strong>ns —en<br />

dus personen— die bereid zijn regelmatig <strong>de</strong>el te nemen aan markton<strong>de</strong>rzoek. Het is niet<br />

bekend <strong>in</strong> hoeverre dit feit <strong>de</strong> representativiteit van <strong>de</strong> steekproef heeft aangetast met<br />

persoonskenmerken die <strong>de</strong> voedselkeuze beïnvloe<strong>de</strong>n. Ook hier<strong>in</strong> kan <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r tijd<br />

een veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g zijn opgetre<strong>de</strong>n die van <strong>in</strong>vloed is op <strong>de</strong> vastgestel<strong>de</strong> trend.<br />

* Dit geldt overigens ook voor on<strong>de</strong>rzoek als het tijdsbested<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau.<br />

102 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Kwaliteit van <strong>de</strong> verzamel<strong>de</strong> gegevens<br />

De kwaliteit van <strong>de</strong> verzamel<strong>de</strong> gegevens vormt ook een mogelijke foutenbron. Het is<br />

bekend dat zelfrapportage on<strong>de</strong>rhevig is aan een zekere sociale wenselijkheid <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

antwoor<strong>de</strong>n die wor<strong>de</strong>n gegeven. Het is onzeker of <strong>de</strong>ze verstor<strong>in</strong>g, die waarschijnlijk<br />

bij alle peil<strong>in</strong>gen een rol heeft gespeeld, <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r tijd constant is gebleven.<br />

Daarnaast kan niet wor<strong>de</strong>n uitgesloten dat door <strong>de</strong> sterk toegenomen variatie <strong>in</strong><br />

voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lenaanbod <strong>de</strong> voedselconsumptie die wordt vastgesteld met <strong>de</strong><br />

tweedaagse opschrijfmetho<strong>de</strong> op <strong>in</strong>dividueel niveau steeds meer is gaan afwijken van <strong>de</strong><br />

gebruikelijke voed<strong>in</strong>g. Daarbij komt nog dat <strong>de</strong> registratie van <strong>de</strong> gebruikte<br />

voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r tijd waarschijnlijk moeilijker is gewor<strong>de</strong>n als gevolg<br />

van <strong>de</strong>ze toegenomen variatie, het frequenter buitenshuis eten en <strong>de</strong> grotere variatie <strong>in</strong><br />

maaltijdmomenten b<strong>in</strong>nen het gez<strong>in</strong> (<strong>in</strong>dividualiser<strong>in</strong>g).<br />

Op het probleem van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rrapportage is verschillen<strong>de</strong> keren gewezen. Het is niet<br />

waarschijnlijk dat <strong>de</strong> toename <strong>in</strong> en <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rrapportage tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> drie<br />

peil<strong>in</strong>gen zodanig groot is dat <strong>de</strong> geschetste <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> als gevolg hiervan zijn<br />

vertekend.<br />

Wat betreft een mogelijke foutenbron bij <strong>de</strong> bereken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g als gevolg van <strong>de</strong> gebruikte voed<strong>in</strong>gsstoffensamenstell<strong>in</strong>g<br />

van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len, kan wor<strong>de</strong>n opgemerkt dat <strong>de</strong>ze door het hanteren van <strong>de</strong><br />

speciaal ontwikkel<strong>de</strong> ‘NEVO-trendtabel 1987/88-1997/98*’ praktisch verwaarloosbaar<br />

zal zijn.<br />

Het is van groot belang bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gesignaleer<strong>de</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> zich<br />

bewust te zijn van <strong>de</strong>ze mogelijke foutenbronnen.<br />

10.2 Gebruik van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len<br />

De ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het verbruik van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len op basis van<br />

brutoverbruiksgegevens —dus het voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lenaanbod— karakteriseer<strong>de</strong> zich <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1965-1987 vooral door een sterke toename <strong>in</strong> het verbruik van groenten,<br />

fruit, vlees en vleesproducten en een verschuiv<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het verbruik van volle<br />

melk(producten) naar halfvolle en magere varianten en van margar<strong>in</strong>e naar halvar<strong>in</strong>e.<br />

De perio<strong>de</strong> 1987-1997 kenmerkt zich daarentegen door een cont<strong>in</strong>ue dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het<br />

gebruik —<strong>de</strong> werkelijke consumptie— van verschei<strong>de</strong>ne basisvoed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len, zoals<br />

aardappelen, groenten, fruit en vlees. Wat het fruitgebruik betreft daal<strong>de</strong> zowel het<br />

* NE<strong>de</strong>rlands VOed<strong>in</strong>gsstoffenbestand.<br />

Beschouw<strong>in</strong>g 103


aantal gebruikers* van fruit als <strong>de</strong> hoeveelheid die door hen werd gegeten. Voor<br />

groenten verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> vooral <strong>de</strong> hoeveelheid die werd geconsumeerd, en<br />

niet het aantal gebruikers. Deze dal<strong>in</strong>g g<strong>in</strong>g gepaard met een stijg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van<br />

voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len uit <strong>de</strong> productgroepen ‘granen en b<strong>in</strong>dmid<strong>de</strong>len’, ‘vis’, ’noten en<br />

snacks’ en ‘samengestel<strong>de</strong> gerechten’. Ook het gebruik van vruchtensappen nam toe,<br />

hetgeen <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het fruitgebruik enigsz<strong>in</strong>s compenseer<strong>de</strong>. B<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> productgroep<br />

‘vetten, oliën en hartige sauzen’ verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> het aan<strong>de</strong>el van margar<strong>in</strong>e, terwijl het<br />

gebruik van halvar<strong>in</strong>e, en vooral dat van hartige sauzen toenam. In <strong>de</strong> productgroep<br />

‘melk en melkproducten’ zette <strong>de</strong> stijgen<strong>de</strong> lijn <strong>in</strong> het gebruik van halfvolle en magere<br />

melk(producten) zich ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 voort.<br />

Een verklar<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> geschetste tegengestel<strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het<br />

brutoverbruik van basisvoed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len voor 1987 en het gebruik hiervan na 1987 is<br />

niet te geven.Waarschijnlijk vormt het verschil <strong>in</strong> <strong>de</strong> bron van <strong>de</strong> gegevens een<br />

<strong>belangrijke</strong> oorzaak (verbruiksgegevens per hoofd van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g versus werkelijk<br />

gebruik per persoon <strong>in</strong> het leeftijdstraject van <strong>de</strong> steekproef die bij <strong>de</strong> peil<strong>in</strong>gen is<br />

gebruikt). De commissie verb<strong>in</strong>dt daarom aan <strong>de</strong>ze discrepantie geen grote betekenis.<br />

De totale populatie en geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen (13 t/m 18 jaar en 19 t/m 35 jaar)<br />

zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 bedui<strong>de</strong>nd meer gaan dr<strong>in</strong>ken; <strong>de</strong> grootste<br />

wijzig<strong>in</strong>gen hebben zich voorgedaan <strong>in</strong> <strong>de</strong> productgroep ‘niet-alcoholische dranken’.<br />

Vooral het gebruik van suikervrije frisdranken is sterk gegroeid zowel wat betreft <strong>de</strong><br />

hoeveelheid als het aantal gebruikers. Ook het gebruik van met suiker gezoete<br />

zuiveldranken is sterk toegenomen, vooral <strong>in</strong> <strong>de</strong> leeftijdsgroep 19 t/m 35-jarigen.<br />

De analyse van het gebruik van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> soorten niet-alcoholische dranken<br />

is <strong>in</strong> dit advies beperkt gebleven. In het VTV-themarapport ‘Gezon<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g en veilig<br />

voedsel’ van het Rijks<strong>in</strong>stituut voor Volksgezondheid en Milieu** zal hierop na<strong>de</strong>r<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gaan. Hierbij zal vooral nadruk wor<strong>de</strong>n gelegd op mogelijke effecten van <strong>de</strong><br />

ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van suikerhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> fris- en zuiveldranken op <strong>de</strong><br />

prevalentie van overgewicht. De consumptie van halfvolle melk(producten) nam ver<strong>de</strong>r<br />

toe, zij het niet zozeer <strong>de</strong> hoeveelheid die werd gedronken als wel het aantal gebruikers.<br />

Koffie en thee wor<strong>de</strong>n steeds vaker vervangen door frisdranken.<br />

De voedselconsumptie van <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen (13 t/m 18 jaar en 19 t/m<br />

35 jaar) heeft zich globaal <strong>in</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g ontwikkeld als die van <strong>de</strong> totale<br />

populatie. Voor <strong>de</strong> 13 t/m 18-jarige jongens is <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van <strong>de</strong><br />

productgroepen ‘brood’ en ‘groenten’ meer dan gemid<strong>de</strong>ld. Ditzelf<strong>de</strong> geldt voor <strong>de</strong><br />

* Dit zijn <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten die op één of bei<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksdagen het betreffen<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>l hebben gebruikt.<br />

** Dit rapport zal <strong>in</strong> november 2002 verschijnen.<br />

104 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


toename <strong>in</strong> het gebruik van alcoholische dranken, vooral <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1992-1997/98.<br />

Meer jongens zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> bier gaan dr<strong>in</strong>ken en daarbij <strong>in</strong> grotere hoeveelhe<strong>de</strong>n.<br />

Voor <strong>de</strong> 13 t/m 18-jarigen valt op dat <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van groenten en fruit voor<br />

<strong>de</strong> meisjes sterker is dan voor <strong>de</strong> jongens. Het aantal groentengebruikers on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

jongens bleef nagenoeg constant, terwijl er bij <strong>de</strong> meisjes sprake is van een dal<strong>in</strong>g. Over<br />

<strong>de</strong> gehele l<strong>in</strong>ie bezien heeft <strong>de</strong> voedselkeuze van 13 t/m 18-jarigen zich <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong><br />

ongunstiger ontwikkeld dan gemid<strong>de</strong>ld.<br />

Ook <strong>de</strong> voedselconsumptie van <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen volgt globaal <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

zoals die voor <strong>de</strong> totale bevolk<strong>in</strong>g is vastgesteld. Opmerkelijk is dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> sector dranken<br />

een verschuiv<strong>in</strong>g plaatsvond van alcoholische dranken naar niet-alcoholische dranken;<br />

vooral naar suikervrije frisdranken en vruchtensappen. De dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het groentengebruik<br />

is voor mannen en vrouwen van gelijke or<strong>de</strong> van grootte en m<strong>in</strong><strong>de</strong>r sterk dan bij <strong>de</strong><br />

jongere leeftijdscategorie. Over het algemeen is <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voedselkeuze<br />

van <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen wat m<strong>in</strong><strong>de</strong>r ongunstig dan die voor <strong>de</strong> 13 t/m 18-jarigen.<br />

De ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van alcoholische dranken zoals blijkt uit <strong>de</strong> analyse<br />

van <strong>de</strong> gegevens van <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen, komt goed overeen met gegevens<br />

die door an<strong>de</strong>ren zijn gerapporteerd (Pos98, Zwa01). Gemid<strong>de</strong>ld is er <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

1987/88-1997/98 sprake van een lichte dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het alcoholgebruik per persoon per dag<br />

(Pos98). Het gebruik van alcoholische dranken door jongeren stijgt daarentegen; het<br />

aantal zware dr<strong>in</strong>kers on<strong>de</strong>r scholieren nam tot 1992 toe en stabiliseer<strong>de</strong> zich daarna<br />

(Zwa01). Het aantal zware dr<strong>in</strong>kers on<strong>de</strong>r volwassen mannen nam <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong><br />

eveneens toe, vooral <strong>in</strong> <strong>de</strong> lagere sociaal-economische klassen.<br />

Zowel voor <strong>de</strong> totale populatie als voor <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen hebben <strong>de</strong><br />

grootste wijzig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenstell<strong>in</strong>g van het voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lenpakket zich<br />

voltrokken <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1992. In <strong>de</strong> daarop volgen<strong>de</strong> vijf jaar zette voor <strong>de</strong><br />

meeste productgroepen <strong>de</strong> <strong>in</strong>gezette dalen<strong>de</strong> of stijgen<strong>de</strong> ten<strong>de</strong>ns zich voort.<br />

10.3 Maaltij<strong>de</strong>npatroon<br />

Het traditionele maaltij<strong>de</strong>npatroon van drie maaltij<strong>de</strong>n per dag heeft zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

1987/88-1997/98 over het algemeen goed gehandhaafd. Wel liep het ontbijtgebruik<br />

enigsz<strong>in</strong>s terug, met name <strong>in</strong> <strong>de</strong> laagste sociaal-economische klasse. Vooral <strong>de</strong> 19 t/m<br />

35-jarige mannen slaan het ontbijt nog wel eens over. De voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g<br />

ligt bij niet-ontbijters op een wat lager niveau. Uit <strong>de</strong> gegevens blijkt echter niet dat het<br />

overslaan van het ontbijt voor <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffen resulteert <strong>in</strong> een<br />

voorzien<strong>in</strong>g die lager ligt dan <strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g. Het gebruik van ontbijtgranen<br />

tij<strong>de</strong>ns het ontbijt als alternatief voor brood is licht toegenomen. De dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het<br />

broodgebruik wordt hiermee echter niet volledig gecompenseerd.<br />

Beschouw<strong>in</strong>g 105


Bij <strong>de</strong> warme maaltijd blijkt er dui<strong>de</strong>lijk sprake van een groeien<strong>de</strong> voorkeur voor<br />

producten met een relatief korte bereid<strong>in</strong>gstijd en voor kant-en-klaarproducten. De<br />

traditionele warme maaltijd bestaan<strong>de</strong> uit aardappelen, groenten en vlees wordt steeds<br />

vaker vervangen door rijst- en pastamaaltij<strong>de</strong>n en an<strong>de</strong>re samengestel<strong>de</strong> gerechten. Het<br />

toegenomen gebruik van gehakt en pluimveevlees ten koste van bijvoorbeeld rundvlees<br />

wijst ook <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze richt<strong>in</strong>g. Deze veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g heeft dui<strong>de</strong>lijk consequenties voor het<br />

groentengebruik; <strong>in</strong> <strong>de</strong>rgelijke maaltij<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n namelijk relatief we<strong>in</strong>ig groenten<br />

verwerkt.<br />

Tussen <strong>de</strong> maaltij<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n koffie en thee <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate vervangen door<br />

niet-alcoholische dranken (vooral frisdranken) en gebak en koek door noten en snacks.<br />

Uit <strong>de</strong> gegevens blijkt niet dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 <strong>de</strong> praktijk van ‘graz<strong>in</strong>g’*<br />

sterk is toegenomen.<br />

Het gebruik van lunch en warme maaltijd buitenshuis is m<strong>in</strong><strong>de</strong>r toegenomen dan op<br />

basis van marktverkenn<strong>in</strong>gen mag wor<strong>de</strong>n verwacht. Dit zelf<strong>de</strong> geldt ook voor <strong>de</strong> mate<br />

waar<strong>in</strong> het ontbijt wordt overgeslagen, het gebruik van bij voorbeeld kant-enklaarproducten<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> warme maaltijd, en <strong>de</strong> vervang<strong>in</strong>g van het traditionele<br />

broodontbijt door een ontbijt met ontbijtgranen of kant-en-klaardr<strong>in</strong>kontbijten. Hoewel<br />

veel van <strong>de</strong>ze <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> zijn <strong>in</strong>gezet <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> jaren negentig —en ook <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen zichtbaar zijn gewor<strong>de</strong>n— zijn zij met<br />

name <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> na 1997/98 sterk doorgezet (Temm<strong>in</strong>ghoff MBM, persoonlijke<br />

me<strong>de</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g)**.<br />

10.4 Effect van <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> leefwijze<br />

Verschei<strong>de</strong>ne sociaal-<strong>de</strong>mografische veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen hebben <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-<br />

1997/98 geleid tot veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het leefpatroon bij grote groepen van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g.<br />

Betaald werk is b<strong>in</strong>nen het huishou<strong>de</strong>n steeds meer een centrale plaats gaan <strong>in</strong>nemen;<br />

het aantal tweeverdieners is toegenomen en <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> tijdsdruk is groter gewor<strong>de</strong>n.<br />

Daarnaast is <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> <strong>in</strong> sterke mate geïndividualiseerd. Dit heeft<br />

geleid tot een toenemen<strong>de</strong> differentiatie <strong>in</strong> het consumentengedrag en <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

voedselkeuze. Het voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lenbedrijfsleven heeft op <strong>de</strong>ze <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong><br />

<strong>in</strong>gespeeld en het assortiment voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len is sterk uitgebreid.<br />

Hoewel <strong>de</strong> geschetste veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong><br />

leefwijze <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> wel weerspiegelen, zijn zij niet zo substantieel als op basis van<br />

* Het gespreid over <strong>de</strong> dag eten van kle<strong>in</strong>e hoeveelhe<strong>de</strong>n voedsel als alternatief voor drie hoofdmaaltij<strong>de</strong>n.<br />

** Zo is <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1997-2001 <strong>de</strong> aankoop van kant-en-klaarmaaltij<strong>de</strong>n met meer dan 50% toegenomen. Kant-enklaardr<strong>in</strong>kontbijten<br />

zijn geïntroduceerd <strong>in</strong> 1997; <strong>de</strong> gehele groei van dit nieuwe marktsegment <strong>in</strong> geheel tot stand<br />

gekomen na <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g. In 2001 wer<strong>de</strong>n door 33,6% van <strong>de</strong> huishou<strong>de</strong>ns regelmatig<br />

dr<strong>in</strong>kontbijten gekocht (Temm<strong>in</strong>ghoff MBM, persoonlijke me<strong>de</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g).<br />

106 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


marktverkenn<strong>in</strong>gen mocht wor<strong>de</strong>n verwacht. De veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen zijn meer <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g<br />

met <strong>de</strong> gematig<strong>de</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> die <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijdsbested<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rzoeken van<br />

het Sociaal en Cultureel Planbureau zijn vastgesteld.<br />

Dit zou kunnen betekenen dat <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> consument wellicht toch behou<strong>de</strong>n<strong>de</strong>r<br />

is <strong>in</strong> zijn voedselkeuze dan ‘trendwatchers’ veron<strong>de</strong>rstellen, waardoor wijzig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

voedselconsumptie zich langzamer voltrekken dan zij voorspellen. Hierbij moet wor<strong>de</strong>n<br />

bedacht dat <strong>de</strong> uitspraken van ‘trendwatchers’ meestal zijn gebaseerd op kortdurend<br />

on<strong>de</strong>rzoek met kle<strong>in</strong>e en zeer specifieke groepen consumenten. Het verschil tussen<br />

‘verwacht<strong>in</strong>g en werkelijkheid’ kan ook wor<strong>de</strong>n veroorzaakt doordat <strong>de</strong> groep<br />

‘tweeverdieners met grote tijdsdruk en met hoge werklast’ mogelijk niet voldoen<strong>de</strong><br />

representatief <strong>in</strong> het GfK-Scriptpanel is opgenomen. Daarbij komt nog dat <strong>de</strong><br />

voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen door <strong>de</strong> gehanteer<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>r geschikt<br />

zijn <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselkeuze als gevolg van een veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> leefstijl te<br />

signaleren. De peil<strong>in</strong>gen zijn <strong>de</strong>stijds immers met name gericht op het volgen van <strong>de</strong><br />

ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g. De wijze van co<strong>de</strong>ren en het aggregeren<br />

en clusteren van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len zijn daarop afgestemd.<br />

10.5 Voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g<br />

De <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie hebben zowel positieve als negatieve<br />

effecten gehad op <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g. De positieve<br />

effecten betreffen vooral <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g en <strong>de</strong><br />

vetzuursamenstell<strong>in</strong>g; <strong>de</strong> negatieve aspecten betreffen <strong>de</strong><br />

microvoed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g.<br />

Energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g en overgewicht<br />

De energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> hoeveelheid energie per gram voedsel is<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 dui<strong>de</strong>lijk gedaald, zowel voor <strong>de</strong> gehele bevolk<strong>in</strong>g als<br />

voor <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen. Deze dal<strong>in</strong>g heeft echter niet kunnen voorkomen<br />

dat het aantal personen met overgewicht en obesitas aanzienlijk is toegenomen, vooral<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarige vrouwen. De toename vond vooral plaats <strong>in</strong> <strong>de</strong> lagere sociaaleconomische<br />

klassen (Hul02).<br />

Een aspect dat hierbij aandacht vraagt is het sterk gestegen gebruik van<br />

suikerhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> niet-alcoholische dranken en zuiveldranken* door zowel <strong>de</strong> totale<br />

populatie als <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen. Onlangs zijn namelijk <strong>de</strong> resultaten van<br />

* Zuiveldranken waaron<strong>de</strong>r dr<strong>in</strong>kyoghurt , chocola<strong>de</strong>melk enz. zijn on<strong>de</strong>rgebracht <strong>in</strong> <strong>de</strong> productgroep ‘melk en<br />

melkproducten’.<br />

Beschouw<strong>in</strong>g 107


een on<strong>de</strong>rzoek gepubliceerd waaruit een verband naar voren komt tussen <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g<br />

van mono- en disachari<strong>de</strong>n via dranken en het risico van het ontstaan van overgewicht<br />

(Lud01).<br />

Omdat bekend is dat <strong>de</strong> mate van on<strong>de</strong>rrapportage van <strong>de</strong> voedselconsumptie toeneemt<br />

bij (een toenemend) overgewicht (Voo97) ligt het voor <strong>de</strong> hand een ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong><br />

dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g aan een toegenomen on<strong>de</strong>rrapportage<br />

toe te schrijven. Op grond van na<strong>de</strong>re analyses lijkt het echter niet waarschijnlijk dat <strong>de</strong><br />

mate van on<strong>de</strong>rrapportage <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r tijd aanzienlijk is veran<strong>de</strong>rd (Ano93, Voo97,<br />

Löw98b, bijlage D). De dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

1997/88-1997/98 loopt niet parallel aan <strong>de</strong> gelei<strong>de</strong>lijke toename <strong>in</strong> <strong>de</strong> prevalentie van<br />

overgewicht en obesitas <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong>. De dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>g trad vooral op <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1992. In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1992-1987/98 was er<br />

voor <strong>de</strong> totale populatie en <strong>de</strong> 13 t/m 18-jarige meisjes sprake van een ver<strong>de</strong>re lichte<br />

dal<strong>in</strong>g, maar voor <strong>de</strong> 13 t/m 18-jarige jongens en <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen van een lichte<br />

toename van <strong>de</strong> energetische waar<strong>de</strong>.<br />

De gegevens over lengte en gewicht die tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen zijn<br />

verzameld betreffen zelfgerapporteer<strong>de</strong> gegevens. Bekend is dat <strong>de</strong>rgelijke gegevens<br />

gevoelig zijn voor on<strong>de</strong>rrapportage (Vie01, bijlage D). Van een aanzienlijke<br />

on<strong>de</strong>rraportage kan op grond van <strong>de</strong>ze gegevens echter geen sprake zijn geweest (zie<br />

bijlage G). Voor alle door <strong>de</strong> commissie geselecteer<strong>de</strong> groepen ligt <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> lengte<br />

iets boven <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> referentiewaar<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> leeftijdscategorieën*.<br />

Dit zelf<strong>de</strong> geldt voor het gemid<strong>de</strong>ld gewicht van <strong>de</strong> 13 t/m 18-jarigen. Voor <strong>de</strong> 19 t/m<br />

35-jarigen ligt het gerapporteer<strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> gewicht ruim 5 kg boven <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

referentiewaar<strong>de</strong> van <strong>de</strong>ze leeftijdsgroep.<br />

De toename van overgewicht en obesitas die blijkt uit <strong>de</strong> gegevens van <strong>de</strong><br />

voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen wordt bevestigd door on<strong>de</strong>rzoek waar<strong>in</strong> lengte en gewicht<br />

van <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten door <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers is gemeten (Sei95, Sei99, Sei01a, Sei01b).<br />

Overgewicht is het gevolg van een positieve energiebalans dat wil zeggen dat <strong>de</strong><br />

energie-<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g via <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g groter is dan het energieverbruik door<br />

ruststofwissel<strong>in</strong>g en lichamelijke activiteit. De lichamelijke activiteit —zowel tij<strong>de</strong>ns<br />

het werk als <strong>in</strong> <strong>de</strong> vrije tijd— en daarmee het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> energieverbruik van <strong>de</strong><br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>r is <strong>de</strong> afgelopen tien jaar aanzienlijk afgenomen** (Fre00,<br />

Kem00, Sch01, Sei01b). De voortgaan<strong>de</strong> mechaniser<strong>in</strong>g en automatiser<strong>in</strong>g op allerlei<br />

* Voor <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> referentiewaar<strong>de</strong> zie Gez01.<br />

** Volgens <strong>de</strong> TNO monitor ‘Ne<strong>de</strong>rlandse Norm Gezond bewegen’ beweegt slechts m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan het helft van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g<br />

voldoen<strong>de</strong> om hiervan een positief effect op <strong>de</strong> gezondheid te mogen verwachten; 12% van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g is zelfs <strong>in</strong>actief<br />

(Hil99).<br />

108 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


gebied speelt hierbij een <strong>belangrijke</strong> rol. De Beleidsnota ‘Sport, bewegen en<br />

gezondheid’ van het M<strong>in</strong>isterie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport geeft aan dat het<br />

percentage personen dat wekelijks sport dalen<strong>de</strong> is, evenals het aantal <strong>de</strong>elnemers aan<br />

teamsporten en verenig<strong>in</strong>gssport (Ano01b). Ook uit het tijdsbested<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rzoek van<br />

het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1995-2000 <strong>de</strong> tijd die<br />

gemid<strong>de</strong>ld wordt besteed aan bewegen<strong>de</strong> activiteiten <strong>in</strong> huis en daarbuiten is afgenomen<br />

(Bre01). De toename van overgewicht en obesitas moet dan ook volgens <strong>de</strong> commissie<br />

wor<strong>de</strong>n toegeschreven aan het feit dat <strong>de</strong> energie-<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g via <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

afgelopen tien jaar m<strong>in</strong><strong>de</strong>r sterk is gedaald dan het energieverbruik via lichamelijke<br />

activiteit. De ontwikkel<strong>in</strong>g van overgewicht en obesitas <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland steekt overigens<br />

nog relatief gunstig af bij die <strong>in</strong> Amerika en verschillen<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n (Sei02a,<br />

Swi02).<br />

Voorzien<strong>in</strong>g met macrovoed<strong>in</strong>gsstoffen<br />

De dal<strong>in</strong>g van het vetgebruik en <strong>de</strong> verbeter<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vetzuursamenstell<strong>in</strong>g*, voor<br />

zowel <strong>de</strong> totale populatie als <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen, kan wor<strong>de</strong>n gezien als<br />

een voorzichtig positieve ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie. In hoeverre een<br />

ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong>ze dal<strong>in</strong>g moet wor<strong>de</strong>n toegeschreven aan <strong>de</strong> vaak substantiële —en<br />

mogelijke tijdsafhankelijke— on<strong>de</strong>rrapportage van <strong>de</strong> gebruikte hoeveelheid vet is<br />

onzeker (Sei98). Uit <strong>de</strong> gegevens blijkt dat <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van zichtbaar vet<br />

(smeer- en bereid<strong>in</strong>gsvetten) nauwelijks is gecompenseerd door bedrijfsmatig<br />

toegevoegd verborgen vet (<strong>in</strong> brood, aardappelproducten, kant-en-klaarmaaltij<strong>de</strong>n). De<br />

dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van verzadig<strong>de</strong> vetzuren via smeer- en bereid<strong>in</strong>gsvetten,<br />

melkproducten, kaas, vleeswaren, koek en gebak is eveneens nauwelijks gecompenseerd<br />

door een toegenomen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g via bronnen als aardappelproducten en kant-enklaarmaaltij<strong>de</strong>n.<br />

‘Richtlijnen goe<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g’<br />

Het aantal personen dat een voed<strong>in</strong>g gebruikt die voldoet aan <strong>de</strong> ‘Richtlijnen goe<strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>g’ voor totaal vet, verzadig<strong>de</strong> vetzuren, koolhydraten en voed<strong>in</strong>gsvezel<br />

gezamenlijk is kle<strong>in</strong>, en <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 is dit aantal nauwelijks<br />

veran<strong>de</strong>rd. Ondanks <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van verzadig<strong>de</strong> vetzuren blijft <strong>de</strong>ze groter<br />

dan wenselijk. De mate waaraan wordt voldaan aan <strong>de</strong> richtlijn voor verzadig<strong>de</strong><br />

* Deze analyse is alleen mogelijk voor <strong>de</strong> vetzuren die <strong>in</strong> <strong>de</strong> ‘NEVO-trend tabel’ zijn opgenomen: verzadig<strong>de</strong> vetzuren,<br />

transvetzuren en het totaal aan onverzadig<strong>de</strong> vetzuren. Een uitsplits<strong>in</strong>g naar bijvoorveeld n-3 en n-6 meervoudig<br />

onverzadig<strong>de</strong> vetzuren is niet mogelijk.<br />

Beschouw<strong>in</strong>g 109


vetzuren is wel toegenomen. Dit geldt ook voor <strong>de</strong> richtlijn voor totaal vet. Door <strong>de</strong><br />

dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van aardappelen, groenten, fruit en brood blijkt vooral <strong>de</strong> richtlijn<br />

voor voed<strong>in</strong>gsvezel steeds moeilijker te realiseren. De belangrijkste belemmer<strong>in</strong>gen<br />

voor het realiseren van een voed<strong>in</strong>g die voldoet aan <strong>de</strong> ‘Richtlijnen goe<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g’ voor<br />

totaal vet, verzadig<strong>de</strong> vetzuren, koolhydraten en voed<strong>in</strong>gsvezel gezamenlijk, zijn het<br />

gehalte verzadig<strong>de</strong> vetzuren en voed<strong>in</strong>gsvezel <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g, en <strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate dat van<br />

totaal vet. De voed<strong>in</strong>g van een aanzienlijke groep personen voldoet net niet aan het<br />

criterium voor totaal vet (≤35 en%). De toename waar<strong>in</strong> wordt voldaan aan <strong>de</strong> richtlijn<br />

voor <strong>de</strong>ze macrovoed<strong>in</strong>gsstoffen afzon<strong>de</strong>rlijk, is gezondheidskundig moeilijk te<br />

waar<strong>de</strong>ren omdat <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuele richtlijnen een verschillen<strong>de</strong> zwaarte hebben met<br />

betrekk<strong>in</strong>g tot het te behalen gezondheidseffect.<br />

Voorzien<strong>in</strong>g met microvoed<strong>in</strong>gsstoffen<br />

Wat het gemid<strong>de</strong>ld niveau van <strong>de</strong> microvoed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g betreft heeft <strong>de</strong><br />

voedselconsumptie <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 over het algemeen<br />

niet gunstig ontwikkeld. Voor <strong>de</strong> meeste microvoed<strong>in</strong>gsstoffen die door <strong>de</strong> commissie<br />

zijn geselecteerd voor een na<strong>de</strong>re analyse is zowel voor <strong>de</strong> totale populatie als voor <strong>de</strong><br />

geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g gedaald. Bovendien is <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>gsstoffendichtheid* voor verschillen<strong>de</strong> <strong>belangrijke</strong> microvoed<strong>in</strong>gsstoffen<br />

afgenomen.<br />

Vooral <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> vetoplosbare vitam<strong>in</strong>es A, E en <strong>in</strong><br />

m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate vitam<strong>in</strong>e D, als gevolg van on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik<br />

van smeer- en bereid<strong>in</strong>gsvetten en van lever(producten), en <strong>de</strong> verschuiv<strong>in</strong>g van volle<br />

melk(producten) naar halfvolle en magere varianten vraagt om aandacht. Hetzelf<strong>de</strong><br />

geldt voor dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met foliumzuur en β-caroteen door <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g van het<br />

groentengebruik. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met ijzer, die vooral voor vrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

vruchtbare leeftijdsfase al te laag was <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g aan<br />

het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> perio<strong>de</strong>, verbeter<strong>de</strong> niet. Met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> foliumzuurvoorzien<strong>in</strong>g<br />

wijst <strong>de</strong> commissie erop dat <strong>de</strong>ze is berekend op basis van gegevens verkregen met een<br />

microbiologische analysemetho<strong>de</strong>. Uit recente analyses van het foliumzuurgehalte van<br />

<strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland verkrijgbare voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len door mid<strong>de</strong>l van een HPLC-metho<strong>de</strong>**<br />

blijkt dat gehaltes op basis van een microbiologische bepal<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong> mogelijk te<br />

hoog zijn <strong>in</strong>geschat (Kon01). Op grond van <strong>de</strong> analyses met <strong>de</strong> HPLC-metho<strong>de</strong> zou het<br />

niveau van <strong>de</strong> foliumzuurvoorzien<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g circa 25% lager liggen. Omdat<br />

niet dui<strong>de</strong>lijk is of met <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong> alle biologisch actieve foliumzuurmetabolieten <strong>in</strong><br />

* De hoeveelheid microvoed<strong>in</strong>gsstof per eenheid van energie.<br />

** Hoge druk kolomchromatografie.<br />

110 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


voedsel wor<strong>de</strong>n gemeten is na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> betekenis van <strong>de</strong>ze discrepantie<br />

gewenst.<br />

10.6 Vergelijk<strong>in</strong>g voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g en voed<strong>in</strong>gsnormen<br />

Energie en macrovoed<strong>in</strong>gsstoffen<br />

De geschetste veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen hebben geleid tot een voed<strong>in</strong>g die qua <strong>de</strong><br />

energievoorzien<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen ligt rond of bene<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> behoefte die is vastgesteld door <strong>de</strong> Commissie Voed<strong>in</strong>gsnormen van <strong>de</strong><br />

<strong>Gezondheidsraad</strong>. De gegevens geven niet aan dat er sprake is van een energietekort dat<br />

leidt tot gewichtsverlies.<br />

De eiwit- en koolhydraatvoorzien<strong>in</strong>g is voor <strong>de</strong>ze groepen ruim voldoen<strong>de</strong>, terwijl<br />

<strong>de</strong> hoeveelheid vet —als wordt uitgegaan van 35 en% als bovengrens van <strong>de</strong> a<strong>de</strong>quate<br />

<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g*— net niet voldoet aan <strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>g.<br />

De hoeveelheid verzadig<strong>de</strong> vetzuren en <strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate die van transvetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen is nog aanzienlijk groter dan wordt<br />

aanbevolen; het gehalte aan cis-onverzadig<strong>de</strong> vetzuren ligt voor <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong><br />

leeftijdsgroepen b<strong>in</strong>nen het traject van <strong>de</strong> a<strong>de</strong>quate <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g, maar is wel lager dan <strong>de</strong><br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> totale populatie. Het gehalte aan voed<strong>in</strong>gsvezel ligt nog<br />

ver bene<strong>de</strong>n het aanbevolen niveau. Dit betekent dat het aantal personen, dat een<br />

voed<strong>in</strong>g gebruikt die voldoet aan <strong>de</strong> ‘Richtlijnen goe<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g’ voor totaal vet,<br />

verzadig<strong>de</strong> vetzuren, koolhydraten en voed<strong>in</strong>gsvezel gezamenlijk nog steeds erg kle<strong>in</strong><br />

is, zowel <strong>in</strong> <strong>de</strong> totale populatie als <strong>in</strong> <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen. Eer<strong>de</strong>r is al<br />

opgemerkt dat vooral <strong>de</strong> richtlijnen voor verzadig<strong>de</strong> vetzuren en voed<strong>in</strong>gsvezel moeilijk<br />

zijn te realiseren.<br />

Microvoed<strong>in</strong>gsstoffen<br />

Er is al op gewezen dat <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen wat betreft <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met<br />

microvoed<strong>in</strong>gsstoffen over het algemeen niet <strong>de</strong> meest kwetsbare zijn (behalve<br />

zwangere en zogen<strong>de</strong> vrouwen**). De <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselkeuze van <strong>de</strong>ze<br />

leeftijdsgroepen hebben voor verschei<strong>de</strong>ne microvoed<strong>in</strong>gsstoffen geleid tot een<br />

verslechter<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g. Voor <strong>de</strong> 13 t/m 18-jarige jongens en meisjes schiet <strong>de</strong><br />

* Als er sprake is van overgewicht of een ongewenste gewichtstoename bedraagt <strong>de</strong> a<strong>de</strong>quate <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g 20-30/35 en% vet<br />

(Gez01). Gezien <strong>de</strong> hoge —en nog steeds toenemen<strong>de</strong>— prevalentie van overgewicht en obesitas meent <strong>de</strong> commissie bij<br />

het beoor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> voedselconsumptie van <strong>de</strong>ze grens te moeten uitgaan. Als er sprake is van een wenselijk<br />

lichaamsgewicht bedraagt <strong>de</strong> a<strong>de</strong>quate <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g 20-40 en% vet (Gez01).<br />

** Deze groepen zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> steekproef te kle<strong>in</strong> om een verantwoor<strong>de</strong> analyse te kunnen uitvoeren.<br />

Beschouw<strong>in</strong>g 111


voorzien<strong>in</strong>g met ret<strong>in</strong>olequivalenten, calcium en ijzer <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>gsnorm tekort. Voor <strong>de</strong> meisjes komt daar vitam<strong>in</strong>e E nog bij. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarige mannen voldoet voor <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong><br />

microvoed<strong>in</strong>gsstoffen aan <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsnorm. De voed<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarige<br />

vrouwen bevat gemid<strong>de</strong>ld te we<strong>in</strong>ig ret<strong>in</strong>olequivalenten en vooral te we<strong>in</strong>ig ijzer. Voor<br />

<strong>de</strong>ze voed<strong>in</strong>gsstoffen is het dus aannemelijk dat er b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> populatie personen zijn<br />

voor wie <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g te laag is om aan <strong>de</strong> behoefte te voldoen. Wat ijzer betreft is uit<br />

on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> ijzerstatus bij <strong>de</strong> volwassen bevolk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1990-1993<br />

echter niet gebleken dat er bij grote groepen van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g sprake is van een<br />

onvoldoen<strong>de</strong> of suboptimale ijzerstatus (Bru97). Wellicht is <strong>de</strong> biobeschikbaarheid van<br />

ijzer uit <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse voed<strong>in</strong>g dan ook groter dan wordt aangenomen. Na<strong>de</strong>r<br />

on<strong>de</strong>rzoek hiernaar is gewenst.<br />

Met betrekk<strong>in</strong>g tot ret<strong>in</strong>olequivalenten wijst <strong>de</strong> commissie erop dat <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g<br />

vrij scheef ver<strong>de</strong>eld is, waardoor een oor<strong>de</strong>el over <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g op<br />

basis van <strong>de</strong> beschikbare gegevens moeilijk is te geven. Daarbij komt dat het niveau van<br />

<strong>de</strong> ret<strong>in</strong>olvoorzien<strong>in</strong>g meestal onregelmatig is en na consumptie van bijvoorbeeld<br />

leverproducten pieken kent. Het ret<strong>in</strong>ol dat niet direct wordt gemetaboliseerd wordt<br />

opgeslagen <strong>in</strong> <strong>de</strong> lever en <strong>in</strong> spierweefsel. Deze lichaamsvoorraad wordt benut op<br />

momenten dat <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g lager is dan <strong>de</strong> behoefte. Voor een goe<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van<br />

<strong>de</strong> ret<strong>in</strong>olvoorzien<strong>in</strong>g —en daarmee ook <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met ret<strong>in</strong>olequivalenten— zou<br />

eigenlijk moeten wor<strong>de</strong>n uitgegaan van <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g over een langere<br />

perio<strong>de</strong> dan twee dagen.<br />

Als ervan wordt uitgegaan dat <strong>de</strong> foliumzuurvoorzien<strong>in</strong>g <strong>in</strong> werkelijkheid 25% lager<br />

ligt dan op basis van <strong>de</strong> huidige gegevens is berekend, zou <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g volgens <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlandse aanbevel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Voed<strong>in</strong>gsraad (Voe92) voor <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong><br />

leeftijdsgroepen nog voldoen<strong>de</strong> zijn. Een marg<strong>in</strong>ale foliumzuurstatus op basis van het<br />

foliumzuurgehalte <strong>in</strong> serum is tot nu toe <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland niet op grote schaal vastgesteld<br />

(Bru97). Na het beschikbaar komen van een nieuwe Ne<strong>de</strong>rlandse voed<strong>in</strong>gsnorm voor<br />

foliumzuur zal <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> foliumzuurvoorzien<strong>in</strong>g opnieuw moeten wor<strong>de</strong>n<br />

beoor<strong>de</strong>eld.<br />

Voor <strong>de</strong> overige geselecteer<strong>de</strong> microvoed<strong>in</strong>gsstoffen ligt <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g (ruim)<br />

boven <strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

voorzien<strong>in</strong>g van geen van <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> vitam<strong>in</strong>es en m<strong>in</strong>eralen bena<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong> door<br />

<strong>de</strong> Voed<strong>in</strong>gsraad en <strong>Gezondheidsraad</strong> vastgestel<strong>de</strong> aanvaardbare bovengrens van<br />

<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g (Voe90, Gez01).<br />

Bij het voorgaan<strong>de</strong> plaatst <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> kantteken<strong>in</strong>gen.<br />

Bij het beoor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g op basis van<br />

<strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsnormen is het van<br />

112 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


elang te beseffen dat <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> peil<strong>in</strong>gen door <strong>de</strong> gekozen on<strong>de</strong>rzoeksopzet<br />

meer een momentopname van <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voedselconsumptie reflecteren dan <strong>de</strong><br />

gebruikelijke voed<strong>in</strong>g. Vooral voor voed<strong>in</strong>gsstoffen die slechts <strong>in</strong> een relatief kle<strong>in</strong><br />

aantal voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> <strong>belangrijke</strong> mate voorkomen is dit van belang (bijvoorbeeld<br />

ret<strong>in</strong>ol en vitam<strong>in</strong>e D).<br />

Daarnaast benadrukt <strong>de</strong> commissie dat het niet mogelijk is om op grond van alleen<br />

een aanbevolen hoeveelheid of a<strong>de</strong>quate <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g* op zich, het percentage personen <strong>in</strong><br />

een populatie te schatten waarvan <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van een voed<strong>in</strong>gsstof bij een bepaald<br />

voorzien<strong>in</strong>gsniveau niet toereikend is (Voe92, Gez00, IOM00). Als wordt aangenomen<br />

dat <strong>de</strong> behoefte aan een voed<strong>in</strong>gsstof b<strong>in</strong>nen een homogene populatie een normale<br />

ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g volgt, en <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> behoefte en <strong>de</strong> variatie van zowel <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g als <strong>de</strong><br />

behoefte bekend is, kan het percentage personen waarvan <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g waarschijnlijk<br />

ontoereikend is wel wor<strong>de</strong>n geschat. Deze schatt<strong>in</strong>g betreft dan per <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie alleen<br />

voed<strong>in</strong>gsstoffen waarvoor een aanbevolen hoeveelheid is afgeleid.<br />

Wanneer <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> behoefte aan een voed<strong>in</strong>gsstof niet bekend is —en dus moet<br />

wor<strong>de</strong>n volstaan met een a<strong>de</strong>quate <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g— is slechts een globale beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g mogelijk. Voor <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen en<br />

microvoed<strong>in</strong>gsstoffen zijn dit voor <strong>de</strong> leeftijdsgroep 13 t/m 18-jarigen <strong>de</strong> vitam<strong>in</strong>es E,<br />

ret<strong>in</strong>olequivalenten, B 6 , C, D en calcium; voor <strong>de</strong> leeftijdsgroep 19 t/m 35-jarigen<br />

vitam<strong>in</strong>e D en calcium. In dit geval moet wor<strong>de</strong>n volstaan met <strong>de</strong> conclusie dat naarmate<br />

<strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g lager ligt dan <strong>de</strong> a<strong>de</strong>quate <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g <strong>de</strong> kans dat zich b<strong>in</strong>nen<br />

<strong>de</strong> populatie personen bev<strong>in</strong><strong>de</strong>n waarvoor <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g ontoereikend is, toeneemt.<br />

Voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re geselecteer<strong>de</strong> microvoed<strong>in</strong>gsstoffen kan met het schatten van het<br />

aantal personen waarvoor <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g onvoldoen<strong>de</strong> is, op basis van gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

behoefte, <strong>de</strong> standaard<strong>de</strong>viatie daar<strong>in</strong> en <strong>de</strong> gehanteer<strong>de</strong> variatiecoëfficiënt, een beter<br />

<strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n verkregen (Voe92).<br />

Met <strong>de</strong>ze manier van beoor<strong>de</strong>len is echter nog we<strong>in</strong>ig ervar<strong>in</strong>g opgebouwd. De<br />

commissie pleit ervoor dat een <strong>de</strong>rgelijke bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g ver<strong>de</strong>r wordt geëxploreerd.<br />

Tenslotte is het belangrijk erop te wijzen dat op grond van een vergelijk<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong><br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met een essentiële voed<strong>in</strong>gsstof en <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsnorm <strong>in</strong> zijn<br />

algemeenheid niet zon<strong>de</strong>rmeer kan wor<strong>de</strong>n geconclu<strong>de</strong>erd dat er sprake is van een<br />

tekortsituatie wanneer <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g lager is dan <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsnorm. Na<strong>de</strong>r<br />

on<strong>de</strong>rzoek is dan nodig, waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> validiteit van <strong>de</strong> gehanteer<strong>de</strong> metho<strong>de</strong> van<br />

voedselconsumptie-on<strong>de</strong>rzoek, <strong>de</strong> betrouwbaarheid van <strong>de</strong> gebruikte<br />

voed<strong>in</strong>gsstoffensamenstell<strong>in</strong>g van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len en <strong>de</strong> soliditeit van <strong>de</strong><br />

* Een aanbevolen hoeveelheid en een a<strong>de</strong>quate <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g zijn niveaus van <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g die toereikend zijn voor vrijwel <strong>de</strong><br />

gehele populatie (Gez00). Een aanbevolen hoeveelheid is afgeleid van <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> behoefte terwijl een a<strong>de</strong>quate<br />

<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g door het ontbreken van kennis m.b.t. <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> behoefte is gebaseerd op an<strong>de</strong>re gegevens.<br />

Beschouw<strong>in</strong>g 113


voed<strong>in</strong>gsnorm centraal staan. Daarnaast zijn gegevens over <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gstoestand<br />

noodzakelijk. Het vergelijken van <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffenvoorzien<strong>in</strong>g van<br />

bevolk<strong>in</strong>gsgroepen met voed<strong>in</strong>gsnormen is slechts een eerste stap <strong>in</strong> <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van<br />

<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gstoestand. Conclusies op basis van <strong>de</strong>ze vergelijk<strong>in</strong>g vragen altijd om<br />

bevestig<strong>in</strong>g door resultaten van on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gstoestand. Resultaten van<br />

voedselconsumptie-on<strong>de</strong>rzoek en van on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gstoestand zijn <strong>in</strong> dit<br />

verband <strong>in</strong> hoge mate complementair (Löw94b). De voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen<br />

hebben hierbij een signaleren<strong>de</strong> en verkennen<strong>de</strong> functie.<br />

Op grond van bovenstaan<strong>de</strong> overweg<strong>in</strong>gen kent <strong>de</strong> commissie meer betekenis toe aan <strong>de</strong><br />

geconstateer<strong>de</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met microvoed<strong>in</strong>gsstoffen dan aan <strong>de</strong><br />

vastgestel<strong>de</strong> niveaus van die voorzien<strong>in</strong>g tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> drie voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen.<br />

De betekenis van <strong>de</strong> lage voorzien<strong>in</strong>gsniveaus kan pas wor<strong>de</strong>n aangegeven na gericht<br />

on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gstoestand.<br />

10.7 Gezondheidseffecten van veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g verzadigd vet en transvetzuren<br />

en van dalend groenten- en fruitgebruik<br />

Voor een tweetal <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

1987/88-1997/98 is een na<strong>de</strong>re analyse gemaakt van <strong>de</strong> consequenties van <strong>de</strong>ze<br />

<strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> voor <strong>de</strong> volksgezondheid. Het gaat om <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hoeveelheid<br />

verzadig<strong>de</strong> vetzuren en transvetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g van laagopgelei<strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen<br />

en <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van groenten en fruit.<br />

Uit <strong>de</strong> via mo<strong>de</strong>ller<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rzoek verkregen schatt<strong>in</strong>gen blijkt dat er <strong>de</strong> komen<strong>de</strong><br />

veertig jaar een niet onbelangrijk aantal gevallen van kanker (circa 1 700) en hart- en<br />

vaatziekten (circa 3 500) <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze bevolk<strong>in</strong>gsgroep had kunnen wor<strong>de</strong>n voorkomen als <strong>de</strong><br />

dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> groenten- en fruitconsumptie <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> niet had plaats gevon<strong>de</strong>n. Dit<br />

komt overeen met ongeveer 1-2% van <strong>de</strong> gevallen van kanker en hart- en vaatziekten.<br />

De dal<strong>in</strong>g van het verzadigd vetzuurgehalte van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-<br />

1997/98 zal volgens <strong>de</strong> schatt<strong>in</strong>g daarentegen <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> veertig jaar <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze<br />

bevolk<strong>in</strong>gsgroep lei<strong>de</strong>n tot 5% m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gevallen van hart- en vaatziekten bij <strong>de</strong> mannen<br />

(9 000) en bijna 1% m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gevallen bij <strong>de</strong> vrouwen (400). De dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

hoeveelheid transvetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 zal <strong>de</strong> komen<strong>de</strong><br />

veertig jaar voor respectievelijk mannen en vrouwen resulteren <strong>in</strong> 5% (9 000) en 4%<br />

(2 000) m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gevallen van hart- en vaatziekten. Deze schatt<strong>in</strong>gen betreffen alleen <strong>de</strong><br />

groep van laagopgelei<strong>de</strong> 19 t/m 35 jarigen. Voor <strong>de</strong> gehele bevolk<strong>in</strong>g zal het<br />

gezondheidseffect qua omvang het veelvoudige zijn.<br />

Uiteraard valt <strong>de</strong> grootste gezondheidsw<strong>in</strong>st te verwachten als het voed<strong>in</strong>gspatroon<br />

van <strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen laagopgelei<strong>de</strong>n zodanig veran<strong>de</strong>rt dat wordt voldaan aan <strong>de</strong><br />

114 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


aanbevel<strong>in</strong>gen: 400 g groenten en fruit, ten hoogste 10 en% verzadig<strong>de</strong> vetzuren en ten<br />

hoogste 0,8 en% transvetzuren. Als gevolg van het toegenomen groenten- en<br />

fruitgebruik zou hiermee <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> veertig jaar het optre<strong>de</strong>n van hart- en vaatziekten<br />

met 12% (35 000 gevallen) en van kanker met 14% (16 000 gevallen) kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

voorkomen. De dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hoeveelheid verzadig<strong>de</strong> vetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g tot ten<br />

hoogste 10 en% zou <strong>de</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie van hart- en vaatziekten <strong>in</strong> die perio<strong>de</strong> met ongeveer<br />

29% (75 000) kunnen reduceren. De dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hoeveelheid transvetzuren tot<br />

maximaal 0,8 en% kan resulteren <strong>in</strong> een dal<strong>in</strong>g met 4% (10 500 gevallen).<br />

Hoewel theoretisch mogelijk, blijft het <strong>de</strong> vraag of dit scenario <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk<br />

haalbaar is. Gezien <strong>de</strong> percentielver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van het groenten- en fruitgebruik en het<br />

vetgebruik, zoals vastgesteld <strong>in</strong> <strong>de</strong> peil<strong>in</strong>g van 1997/98 moet dit voor het groenten- en<br />

fruitgebruik <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe wel mogelijk zijn. De realisatie van <strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van<br />

verzadig<strong>de</strong> vetzuren zal een grotere <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g vragen.<br />

De commissie benadrukt tenslotte dat <strong>de</strong> schatt<strong>in</strong>gen van het effect van het<br />

groenten- en fruitgebruik en <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van verzadig<strong>de</strong> vetzuren en transvetzuren<br />

onafhankelijk van elkaar zijn uitgevoerd. Het resultaat van <strong>de</strong>ze schatt<strong>in</strong>gen kan dus niet<br />

zon<strong>de</strong>r meer bij elkaar wor<strong>de</strong>n opgeteld.<br />

Het uitgevoer<strong>de</strong> mo<strong>de</strong>ller<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rzoek gaat noodgedwongen uit van een aantal<br />

veron<strong>de</strong>rstell<strong>in</strong>gen waarvan <strong>de</strong> rechtvaardig<strong>in</strong>g door het ontbreken van kennis en<br />

on<strong>de</strong>rzoeksgegevens onzeker is, vooral waar het gaat over <strong>de</strong> gezondheidseffecten van<br />

groenten en fruit. Soms zijn <strong>de</strong>ze veron<strong>de</strong>rstell<strong>in</strong>gen een praktische noodzaak om <strong>de</strong><br />

mo<strong>de</strong>ller<strong>in</strong>g te kunnen uitvoeren. Daarnaast kent het basismateriaal dat voor <strong>de</strong><br />

mo<strong>de</strong>ller<strong>in</strong>g is gebruikt ook verschei<strong>de</strong>ne onzekerhe<strong>de</strong>n. Voor hart- en vaatziekten<br />

bestaat er een grote behoefte aan goe<strong>de</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntiecijfers op nationaal niveau. De<br />

<strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntiecijfers die voor <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>ller<strong>in</strong>g zijn gebruikt, zijn noodgedwongen afkomstig<br />

van verschillen<strong>de</strong> registratiebronnen waartussen aanzienlijke verschillen bestaan.<br />

Bij <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>ller<strong>in</strong>g van het effect van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het groenten- en<br />

fruitgebruik op <strong>de</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie van hart- en vaatziekten is vooral gebruik gemaakt van<br />

recent on<strong>de</strong>rzoek om tot een schatt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> relatieve risico’s te komen. Voor <strong>de</strong><br />

mo<strong>de</strong>ller<strong>in</strong>g van dit effect op <strong>de</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie van kanker zijn daarentegen vooral ou<strong>de</strong>re<br />

gegevens gebruikt; <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie tot 1995, later aangevuld tot 1998 (Kle98).<br />

S<strong>in</strong>dsdien zijn echter <strong>de</strong> resultaten van meer<strong>de</strong>re cohorton<strong>de</strong>rzoeken gepubliceerd<br />

waaruit m<strong>in</strong><strong>de</strong>r sterke verban<strong>de</strong>n tussen het groenten- en fruitgebruik en het risico van<br />

kanker naar voren kwamen. Zo zijn <strong>de</strong> laatste jaren <strong>de</strong> resultaten van twee<br />

cohorton<strong>de</strong>rzoeken gepubliceerd waaruit blijkt dat het verband tussen groenten- en<br />

fruitgebruik en het risico van maagkanker veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r sterk is dan op basis van <strong>de</strong><br />

resultaten van eer<strong>de</strong>r uitgevoer<strong>de</strong> patiënt/controle-on<strong>de</strong>rzoek werd veron<strong>de</strong>rsteld<br />

(Bot98, McC01). Analyses van <strong>de</strong> gepool<strong>de</strong> resultaten van on<strong>de</strong>rzoek naar het verband<br />

Beschouw<strong>in</strong>g 115


tussen het groenten- en fruitgebruik en het risico van borstkanker, waarbij <strong>de</strong> resultaten<br />

van zeven cohorton<strong>de</strong>rzoeken <strong>in</strong> Europa en Amerika zijn gecomb<strong>in</strong>eerd, lieten<br />

daarentegen geen dui<strong>de</strong>lijk beschermend verband zien (Smi01). Voor longkanker is ook<br />

<strong>in</strong> recente cohorton<strong>de</strong>rzoeken een beschermend effect gevon<strong>de</strong>n van groenten- en<br />

fruitgebruik (o.a. Voo00). De resultaten van recente cohorton<strong>de</strong>rzoeken rechtvaardigen<br />

volgens <strong>de</strong> commissie haar keuze om <strong>in</strong> het on<strong>de</strong>rhavige advies uit te gaan van <strong>de</strong><br />

conservatieve schatt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> relatieve risico’s.<br />

Bij <strong>de</strong> schatt<strong>in</strong>g van het effect van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van verzadig<strong>de</strong><br />

vetzuren en transvetzuren en het risico van hart- en vaatziekten plaatst <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> kantteken<strong>in</strong>g. Hoewel er weliswaar veel on<strong>de</strong>rzoek is verricht naar het<br />

verband tussen <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van verzadig<strong>de</strong> of transvetzuur<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g en het niveau van<br />

bloedlipi<strong>de</strong>n enerzijds en het verband tussen het niveau van bloedlipi<strong>de</strong>n en het risico<br />

van hart- en vaatziekten an<strong>de</strong>rzijds, ontbreekt substantieel on<strong>de</strong>rzoek waar<strong>in</strong> het effect<br />

van <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze vetzuren op <strong>de</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie van hart- en vaatziekten direct is<br />

nagegaan. Er bestaat dus <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe eigenlijk geen volledige zekerheid of <strong>de</strong> twee goed<br />

bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> <strong>de</strong>len <strong>in</strong> <strong>de</strong> keten ‘voed<strong>in</strong>g en hart- en vaatziekten’ en <strong>in</strong>termediaire<br />

factoren zon<strong>de</strong>r meer aan elkaar mogen wor<strong>de</strong>n gekoppeld. Er zou<strong>de</strong>n <strong>in</strong> theorie nog<br />

an<strong>de</strong>re routes <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g kunnen zijn, hoewel <strong>de</strong>ze kans m<strong>in</strong>imaal wordt geacht. Strikt<br />

gesproken is het dus theoretisch niet volledig zeker of uitspraken over het verband<br />

tussen <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van verzadig<strong>de</strong> of transvetzuren en het risico van hart- en<br />

vaatziekten met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> stelligheid kunnen wor<strong>de</strong>n gedaan als uitspraken over het<br />

verband tussen <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van verzadig<strong>de</strong> of transvetzuren en het niveau van<br />

bloedlipi<strong>de</strong>n, of uitspraken over het verband tussen het niveau van bloedlipi<strong>de</strong>n en het<br />

risico van hart- en vaatziekten.<br />

Er is al op gewezen dat <strong>de</strong> via <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>ller<strong>in</strong>g geschatte effecten van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

van het groenten- en fruitgebruik en <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van verzadig<strong>de</strong> vetzuren en<br />

transvetzuren op het gezondheidsrisico niet bij elkaar mogen wor<strong>de</strong>n opgeteld. Bij <strong>de</strong><br />

bereken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> attributieve <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntiegevallen van hart- en vaatziekten en kanker zijn<br />

<strong>de</strong> effecten namelijk per scenario en per risicofactor afzon<strong>de</strong>rlijk berekend. Het is echter<br />

niet waarschijnlijk dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het gebruik van groenten en fruit<br />

onafhankelijk verlopen van veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van verzadig<strong>de</strong> vetzuren of<br />

transvetzuren. Bovendien kan een biologische <strong>in</strong>teractie tussen <strong>de</strong> risicofactoren —<br />

waarbij <strong>de</strong>ze factoren elkaars effecten beïnvloe<strong>de</strong>n— niet wor<strong>de</strong>n uitgesloten.<br />

Bij <strong>de</strong> <strong>in</strong>terpretatie van <strong>de</strong> vermel<strong>de</strong> schatt<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> gezondheidseffecten moet<br />

ook nog wor<strong>de</strong>n bedacht dat <strong>de</strong>ze betrekk<strong>in</strong>g hebben op laagopgelei<strong>de</strong> 19 t/m 35-<br />

jarigen. Dit is <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>gsgroep met <strong>de</strong> laagste groenten- en fruitconsumptie. Het is<br />

dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> consumptiepatronen van personen met een an<strong>de</strong>re leeftijd en opleid<strong>in</strong>g<br />

116 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


verschillen van die van laagopgelei<strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen. Dit geldt ook voor <strong>de</strong><br />

ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> die consumptiepatronen. De schatt<strong>in</strong>gen zijn dus niet zon<strong>de</strong>r meer<br />

generaliseerbaar naar <strong>de</strong> gehele Ne<strong>de</strong>rlandse bevolk<strong>in</strong>g. In absolute aantallen is voor <strong>de</strong><br />

gehele bevolk<strong>in</strong>g uiteraard meer gezondheidsw<strong>in</strong>st te verwachten, maar procentueel is<br />

<strong>de</strong> w<strong>in</strong>st voor <strong>de</strong> gehele bevolk<strong>in</strong>g waarschijnlijk ger<strong>in</strong>ger omdat het consumptiepatroon<br />

gemid<strong>de</strong>ld gunstiger is, en <strong>de</strong> termijn waarover <strong>de</strong> w<strong>in</strong>st kan optre<strong>de</strong>n voor ou<strong>de</strong>ren<br />

korter is.<br />

Tenslotte wijst <strong>de</strong> commissie er op dat <strong>de</strong> gemo<strong>de</strong>lleer<strong>de</strong> scenario’s slechts een<br />

i<strong>de</strong>aal beeld kunnen opleveren, omdat ervan wordt uitgegaan dat het voed<strong>in</strong>gsgedrag<br />

van het ene op het an<strong>de</strong>re moment veran<strong>de</strong>rt. In <strong>de</strong> praktijk verlopen veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong><br />

het (voed<strong>in</strong>gs)gedrag echter niet drastisch, maar moeizaam en gelei<strong>de</strong>lijk via<br />

verschillen<strong>de</strong> stadia (stages of change mo<strong>de</strong>l (Pro92)). Het is daarbij van belang te<br />

weten hoeveel tijd <strong>de</strong>ze stadia <strong>in</strong> beslag nemen. Pas na een daadwerkelijk geëffectueer<strong>de</strong><br />

gedragsveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g treedt een vertrag<strong>in</strong>gstijd (‘lag time’) <strong>in</strong>, waarna een effect mag<br />

wor<strong>de</strong>n verwacht op <strong>de</strong> gezondheid.<br />

Op grond van bovenstaan<strong>de</strong> overweg<strong>in</strong>gen meent <strong>de</strong> commissie meent dat <strong>de</strong><br />

gepresenteer<strong>de</strong> schatt<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> gezondheidseffecten moeten wor<strong>de</strong>n beschouwd als<br />

globale <strong>in</strong>dicaties van <strong>de</strong> or<strong>de</strong> van grootte van <strong>de</strong> potentieel te behalen<br />

gezondheidsw<strong>in</strong>st.<br />

Beschouw<strong>in</strong>g 117


118 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Hoofdstuk<br />

11<br />

Conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

Met <strong>in</strong>achtnem<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> geschetste onzekerhe<strong>de</strong>n over bijvoorbeeld mogelijke<br />

foutenbronnen meent <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> nu volgen<strong>de</strong> conclusies te kunnen trekken. Deze<br />

conclusies hebben betrekk<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voedselconsumptie van het<br />

<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g waarvoor <strong>de</strong> gebruikte steekproef representatief mag wor<strong>de</strong>n<br />

geacht. Hierbij wordt speciale aandacht gegeven aan <strong>de</strong> leeftijdsgroepen 13 t/m 18-<br />

jarigen en 19 t/m 35-jarigen. De conclusies betreffen dus niet personen zon<strong>de</strong>r vaste<br />

woon- of verblijfplaats of verblijvend <strong>in</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, personen die <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse taal<br />

niet voldoen<strong>de</strong> machtig zijn en k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren jonger dan 1 jaar. Daarnaast zijn geen<br />

uitspraken te doen over groepen van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g die <strong>in</strong> <strong>de</strong> steekproef zijn<br />

on<strong>de</strong>rvertegenwoordigd (laagste sociaal-economische klasse*) en over<br />

bevolk<strong>in</strong>gsgroepen die relatief kle<strong>in</strong> van omvang zijn (groepen allochtonen, zelfstandig<br />

wonen<strong>de</strong> jongeren, groepen met niet gangbare voed<strong>in</strong>gspatronen zoals vegetariërs en<br />

veganisten).<br />

11.1 Conclusies<br />

Voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lengebruik totale populatie<br />

Verschei<strong>de</strong>ne sociaal-<strong>de</strong>mografische veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> daaruit voortvloeien<strong>de</strong><br />

veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> leefwijze hebben <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 <strong>de</strong> voedselkeuze en het<br />

* Ongeschool<strong>de</strong> arbeid of alleen lager on<strong>de</strong>rwijs.<br />

Conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen 119


maaltijdpatroon beïnvloed. Het betreft dan vooral een dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van<br />

basisvoed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len als brood (-4%), aardappelen (-11%), groenten (-15%), fruit<br />

(-18%) en vlees (-5%), die wor<strong>de</strong>n vervangen door broodvervangers (+33%),<br />

aardappelproducten (+23%), pasta en rijst (+17%), kant-en-klaarproducten (o.a.<br />

samengestel<strong>de</strong> gerechten) (+40%). De hoeveelheid groenten die via samengestel<strong>de</strong><br />

gerechten wordt geconsumeerd draagt nauwelijks bij aan het groentengebruik.<br />

Daarnaast is er sprake van een toename van het buitenshuis eten en een lichte dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

ontbijtgebruik.<br />

Hoewel <strong>de</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> die uit <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen naar voren<br />

komen m<strong>in</strong><strong>de</strong>r sterk zijn dan ‘trendwatchers’ suggereren, verwacht <strong>de</strong> commissie dat zij<br />

zich versterkt zullen doorzetten. Zon<strong>de</strong>r <strong>in</strong>terventie zal dit resulteren <strong>in</strong> vooral een<br />

ver<strong>de</strong>re dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van groenten en fruit, als gevolg van een toename <strong>in</strong> het<br />

gebruik van samengestel<strong>de</strong> gerechten, kant-en-klaarmaaltij<strong>de</strong>n en het eten buitenshuis.<br />

Ook zal het voorzien<strong>in</strong>gsniveau van verschei<strong>de</strong>ne microvoed<strong>in</strong>gstoffen ver<strong>de</strong>r afnemen<br />

als gevolg van o.a. <strong>de</strong> vervang<strong>in</strong>g van basisvoed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len en <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het<br />

ontbijtgebruik. Deze <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> acht <strong>de</strong> commissie niet gewenst.<br />

De grootste veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie hebben zich voorgedaan <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong> 1987/88-1992. In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1992-1997/98 hebben <strong>de</strong> dalen<strong>de</strong> en stijgen<strong>de</strong><br />

ten<strong>de</strong>nsen zich <strong>in</strong> meer of m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate voortgezet. De hoeveelheid voedsel die<br />

gemid<strong>de</strong>ld wordt gegeten is <strong>de</strong> afgelopen jaren gedaald, terwijl <strong>de</strong> hoeveelheid dranken<br />

die wordt gebruikt —vooral suikervrije frisdranken (ruim vervijfvoudigd), frisdranken,<br />

vruchtensappen en m<strong>in</strong>eraalwater—is toegenomen. Dit heeft geleid tot een dal<strong>in</strong>g van<br />

<strong>de</strong> energiedichtheid* van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g met circa 9%.<br />

Voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lengebruik leeftijdsgroepen 13 t/m 18 jaar en 19 t/m 35 jaar<br />

Over het algemeen ontwikkel<strong>de</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g van 13 t/m 18-jarigen zich ongunstiger dan<br />

die van <strong>de</strong> totale bevolk<strong>in</strong>g. De ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> 19-35-jarigen komt<br />

daarentegen meer overeen met <strong>de</strong> algemene ten<strong>de</strong>nsen. Bij <strong>de</strong> jongeren valt vooral <strong>de</strong><br />

relatief grote dal<strong>in</strong>g op <strong>in</strong> het gebruik van brood, groenten en fruit (8-30%). Het gebruik<br />

van alcoholische dranken door <strong>de</strong>ze leeftijdsgroep nam sterk toe (gemid<strong>de</strong>ld met 75%),<br />

<strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> algemene bevolk<strong>in</strong>g en die <strong>in</strong> <strong>de</strong> leeftijdsgroep<br />

19 t/m 35-jarigen, waarvoor het gebruik daal<strong>de</strong>. Het gebruik van suikervrije frisdranken<br />

door <strong>de</strong>ze leeftijdsgroepen nam sterk toe (circa 400-700%); het gebruik van<br />

suikerhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> frisdranken en vruchtensappen eveneens (30-110%). Het gebruik van<br />

suikerhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> frisdranken door 19 t/m 35-jarige mannen verdubbel<strong>de</strong>.<br />

* Hoeveelheid energie per gram voedsel.<br />

120 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Energie en energieleveren<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffen<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98<br />

licht afgenomen (4,5%). Deze ontwikkel<strong>in</strong>g heeft echter niet geresulteerd <strong>in</strong> een dal<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> prevalentie van overgewicht en obesitas <strong>in</strong> <strong>de</strong> algemene bevolk<strong>in</strong>g en <strong>de</strong><br />

geselecteer<strong>de</strong> leeftijdsgroepen. De energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze<br />

perio<strong>de</strong> blijkbaar m<strong>in</strong><strong>de</strong>r sterk gedaald dan het dagelijkse energieverbruik als gevolg van<br />

lichamelijke activiteit.<br />

De bijdrage van eiwitten en koolhydraten aan <strong>de</strong> energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>g is met respectievelijk circa 6% en 5% toegenomen, terwijl die van vet en<br />

alcohol met respectievelijk 6,5 % en 10% is gedaald. Uitgedrukt <strong>in</strong> grammen is het<br />

eiwitgehalte van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g licht toegenomen. Het vetgehalte daal<strong>de</strong> met ruim 10%. De<br />

hoeveelheid grammen koolhydraten bleef gelijk, en <strong>de</strong> hoeveelheid alcohol nam met<br />

10% af. Als gevolg van <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gebruik van brood, groenten en fruit nam <strong>de</strong><br />

hoeveelheid voed<strong>in</strong>gsvezel <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g af, het sterkst voor 13 t/m 19-jarige meisjes en<br />

19 t/m 35 jarige vrouwen (respectievelijk met bijna 9% en ruim 8%).<br />

De vervang<strong>in</strong>g van producten met een hoog vetgehalte uit <strong>de</strong> productgroep ‘oliën,<br />

vetten en hartige sauzen’ door m<strong>in</strong><strong>de</strong>r vette producten, en <strong>de</strong> vervang<strong>in</strong>g van volle<br />

melk(producten) door halfvolle en magere varianten hebben een <strong>belangrijke</strong> bijdrage<br />

geleverd aan <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g van het vetgehalte van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g. Daarnaast is <strong>de</strong><br />

vetzuursamenstell<strong>in</strong>g verbeterd door een dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hoeveelheid verzadig<strong>de</strong> vetzuren<br />

(met bijna 8% op gewichtsbasis) en vooral transvetzuren (met bijna 64% op<br />

gewichtsbasis). De dal<strong>in</strong>g (circa 10 gram) van <strong>de</strong> hoeveelheid zichtbare vetten (smeeren<br />

bereid<strong>in</strong>gsvetten) heeft nauwelijks geleid tot een toename van <strong>de</strong> bedrijfsmatig<br />

toegevoeg<strong>de</strong> hoeveelheid —verborgen— vetten <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g (1,4 gram) via brood,<br />

aardappelproducten en kant-en-klaarproducten. Dit zelf<strong>de</strong> geldt voor <strong>de</strong> verzadig<strong>de</strong><br />

vetzuren. De commissie meent dan ook dat er met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

energetische waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> bijdrage van <strong>de</strong> macrovoed<strong>in</strong>gsstoffen daaraan<br />

en <strong>de</strong> vetzuursamenstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g, sprake is van een —voorzichtig— positieve<br />

ontwikkel<strong>in</strong>g. Met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> transvetzuren zijn <strong>de</strong> verschuiv<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

gewichtshoeveelhe<strong>de</strong>n macrovoed<strong>in</strong>gsstoffen echter kle<strong>in</strong>.<br />

Microvoed<strong>in</strong>gsstoffen<br />

In vergelijk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsnormen is er voor <strong>de</strong> 13 t/m 18-jarige jongens en 19 t/m<br />

35-jarige vrouwen sprake van een zwakke voorzien<strong>in</strong>g met ijzer, ret<strong>in</strong>olequivalenten en<br />

calcium. Voor <strong>de</strong> 13 t/m 19-jarige meisjes komt hier vitam<strong>in</strong>e E nog bij. De dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

voorzien<strong>in</strong>g met vetoplosbare vitam<strong>in</strong>es —vooral van ret<strong>in</strong>ol en <strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate van<br />

vitam<strong>in</strong>e D en E— die gepaard gaat met het dalen<strong>de</strong> vetgebruik, vraagt aandacht. De<br />

Conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen 121


sterke dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het groenten- en fruitgebruik heeft een dui<strong>de</strong>lijk negatief effect gehad op<br />

<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met verschei<strong>de</strong>ne an<strong>de</strong>re microvoed<strong>in</strong>gsstoffen (ß-caroteen, foliumzuur<br />

en ijzer) en voed<strong>in</strong>gsvezel. De ijzervoorzien<strong>in</strong>g van vrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> leeftijd van 19 t/m 35<br />

jaar lag <strong>in</strong> <strong>de</strong> gehele perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 bene<strong>de</strong>n <strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g. De<br />

discrepantie tussen het niveau van <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g nam <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>r toe. De commissie meent dat zon<strong>de</strong>r na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong><br />

biobeschikbaarheid van ijzer uit <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse voed<strong>in</strong>g <strong>de</strong> betekenis van <strong>de</strong>ze<br />

discrepantie niet is aan te geven. De commissie sluit niet uit dat <strong>de</strong> biobeschikbaarheid<br />

groter is dan die waarvan <strong>de</strong>stijds bij het aflei<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> aanbevolen <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g is<br />

uitgegaan.<br />

De commissie hecht meer betekenis aan <strong>de</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met<br />

microvoed<strong>in</strong>gsstoffen dan aan <strong>de</strong> absolute niveaus die tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> peil<strong>in</strong>gen zijn<br />

vastgesteld. De betekenis van <strong>de</strong> lage voorzien<strong>in</strong>gsniveaus kan pas wor<strong>de</strong>n aangegeven<br />

na gericht on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gstoestand.<br />

‘Richtlijnen goe<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g’<br />

De gemid<strong>de</strong>ld nog te hoge <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g van totaal vet* en vooral die van verzadig<strong>de</strong><br />

vetzuren (<strong>in</strong>clusief transvetzuren), en <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hoeveelheid voed<strong>in</strong>gsvezel <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>g hebben tot gevolg dat het aantal personen dat een voed<strong>in</strong>g gebruikt die voldoet<br />

aan <strong>de</strong> ‘Richtlijnen goe<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g’ voor totaal vet, verzadig<strong>de</strong> vetzuren, koolhydraten<br />

en voed<strong>in</strong>gsvezel gezamenlijk nog steeds erg kle<strong>in</strong> blijft (1-2%). De richtlijnen voor<br />

<strong>de</strong>ze voed<strong>in</strong>gsstoffen afzon<strong>de</strong>rlijk wor<strong>de</strong>n wel steeds vaker gehaald, behalve die voor<br />

voed<strong>in</strong>gsvezel. Het aantal personen dat <strong>in</strong> 1997/98 een voed<strong>in</strong>g gebruikte die bijna<br />

vol<strong>de</strong>ed aan <strong>de</strong> richtlijn voor totaal vet is aanzienlijk (50%). Omdat <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

richtlijnen een verschillen<strong>de</strong> zwaarte hebben voor het te behalen gezondheidseffect, is<br />

<strong>de</strong>ze op zich wel gunstige ontwikkel<strong>in</strong>g echter niet goed <strong>in</strong> gezondheidskundige termen<br />

te waar<strong>de</strong>ren.<br />

Effecten <strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g verzadig<strong>de</strong> en transvetzuren en groenten- en fruitgebruik op<br />

<strong>de</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie van kanker en hart- en vaatziekten<br />

Als <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het groenten- en fruitgebruik <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 niet had<br />

plaatsgevon<strong>de</strong>n, zou<strong>de</strong>n er <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> veertig jaar <strong>in</strong> <strong>de</strong> groep 19 t/m 35-jarige<br />

laagopgelei<strong>de</strong> mannen en vrouwen waarschijnlijk circa 1 700 gevallen van kanker en<br />

3 500 gevallen van hart en vaatziekten kunnen wor<strong>de</strong>n voorkomen (1-2%). De dal<strong>in</strong>g<br />

* De commissie gaat er hierbij vanuit dat gewichtstoename en overgewicht dichter ligt bij <strong>de</strong> gangbare praktijk dan een<br />

wenselijk lichaamsgewicht.<br />

122 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


van <strong>de</strong> hoeveelheid verzadig<strong>de</strong> vetzuren en transvetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong><br />

zal daarentegen een niet on<strong>belangrijke</strong> gezondheidsw<strong>in</strong>st tot gevolg hebben. Voor<br />

laagopgelei<strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen zal <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> veertig jaar voor<br />

vrouwen mogelijk kunnen lei<strong>de</strong>n tot respectievelijk 1% (400) en 4% (2 000) m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />

gevallen van hart- en vaatziekten. Voor mannen bedraagt dit percentage 5% (9 000<br />

gevallen) voor zowel <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hoeveelheid verzadig<strong>de</strong> vetzuren als <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> hoeveelheid transvetzuren. Wanneer <strong>de</strong> hoeveelheid verzadig<strong>de</strong> vetzuren en<br />

transvetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g en het groenten- en fruitgebruik overeen zou<strong>de</strong>n komen met<br />

<strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>gen zou hiermee <strong>in</strong> <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> veertig jaar een aanzienlijk grotere<br />

gezondheidsw<strong>in</strong>st kunnen wor<strong>de</strong>n behaald voor kanker en hart- en vaatziekten.<br />

Deze schatt<strong>in</strong>gen betreffen alleen <strong>de</strong> groep van laagopgelei<strong>de</strong> 19 t/m 35-jarigen.<br />

Voor <strong>de</strong> totale bevolk<strong>in</strong>g zullen <strong>de</strong> effecten qua omvang groter zijn. Gezien <strong>de</strong><br />

onzekerhe<strong>de</strong>n die samenhangen met het mo<strong>de</strong>ller<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rzoek, mogen <strong>de</strong>ze<br />

schatt<strong>in</strong>gen slechts wor<strong>de</strong>n beschouwd als globale <strong>in</strong>dicaties van <strong>de</strong> or<strong>de</strong> van grootte<br />

van <strong>de</strong> potentieel te behalen gezondheidsw<strong>in</strong>st.<br />

11.2 Aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

Voorlicht<strong>in</strong>g, on<strong>de</strong>rwijs en voed<strong>in</strong>gswaar<strong>de</strong>-<strong>in</strong>formatie<br />

Door mid<strong>de</strong>l van voorlicht<strong>in</strong>g moet een voedselkeuze wor<strong>de</strong>n gestimuleerd gericht op<br />

meer groenten en fruit, brood en graanproducten, m<strong>in</strong><strong>de</strong>r producten die rijk zijn aan vet<br />

en vooral aan verzadig<strong>de</strong> vetzuren, m<strong>in</strong><strong>de</strong>r producten met een hoge energiedichtheid en<br />

m<strong>in</strong><strong>de</strong>r producten met een lage voed<strong>in</strong>gsstoffendichtheid*. Hiermee kan een voed<strong>in</strong>g<br />

wor<strong>de</strong>n gerealiseerd met een betere vetzuursamenstell<strong>in</strong>g, een hoger gehalte aan<br />

microvoed<strong>in</strong>gstoffen en voed<strong>in</strong>gsvezel. Een <strong>de</strong>rgelijke voed<strong>in</strong>g zal daarnaast kunnen<br />

bijdragen aan een goe<strong>de</strong> energiebalans. Deze voorlicht<strong>in</strong>g moet ver<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n<br />

gefaciliteerd en geïntensiveerd. Ten behoeve van <strong>de</strong> preventie van overgewicht en<br />

obesitas moet <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze voorlicht<strong>in</strong>g tevens het belang wor<strong>de</strong>n benadrukt van het bereiken<br />

en handhaven van een goe<strong>de</strong> energiebalans, door met name het dagelijkse<br />

energieverbruik via lichamelijke activiteit te verhogen en daarnaast <strong>de</strong> energie-<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g<br />

via <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g te brengen met <strong>de</strong> energiebehoefte. De voorlicht<strong>in</strong>g<br />

aan jongeren moet daarnaast zijn gericht op het terugdr<strong>in</strong>gen van het sterk toegenomen<br />

alcoholgebruik door <strong>de</strong>ze groep.<br />

In het on<strong>de</strong>rwijs moet meer aandacht komen voor het belang van voed<strong>in</strong>g en<br />

beweg<strong>in</strong>g als aspecten van een gezon<strong>de</strong> leefstijl. Hierbij is het van belang dat structureel<br />

* De hoeveelheid microvoed<strong>in</strong>gsstof per eenheid van energie.<br />

Conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen 123


uimte wordt <strong>in</strong>gebouwd <strong>in</strong> het on<strong>de</strong>rwijsprogramma voor het bevor<strong>de</strong>ren van een<br />

gezon<strong>de</strong> leefstijl.<br />

Het voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lenbedrijfsleven moet wor<strong>de</strong>n gestimuleerd om via etiketter<strong>in</strong>g<br />

<strong>de</strong> consument te <strong>in</strong>formeren over <strong>de</strong> energetische waar<strong>de</strong> en<br />

voed<strong>in</strong>gsstoffensamenstell<strong>in</strong>g van producten. Ditzelf<strong>de</strong> geldt voor <strong>de</strong> kwantitatieve<br />

vermeld<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hoofdbestand<strong>de</strong>len van samengestel<strong>de</strong> producten en kant-enklaarmaaltij<strong>de</strong>n.<br />

Productontwikkel<strong>in</strong>g en productaanpass<strong>in</strong>g<br />

De commissie meent dat het gehalte aan transvetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g zo ver mogelijk<br />

moet wor<strong>de</strong>n teruggebracht, bij voorkeur tot het niveau dat van nature aanwezig is via<br />

melk(producten), eieren, vlees en vis (circa 0,5 en%), maar <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval tot het hoogste<br />

1 en%*. Daarnaast moet het gehalte aan totaal vet, vooral via verzadig<strong>de</strong> vetzuren<br />

ver<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n verlaagd, en dat van voed<strong>in</strong>gsvezel wor<strong>de</strong>n verhoogd. Het<br />

voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lenbedrijfsleven moet wor<strong>de</strong>n gestimuleerd bij productontwikkel<strong>in</strong>g en<br />

<strong>de</strong> keuze van grondstoffen reken<strong>in</strong>g te hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong>ze voed<strong>in</strong>gskundige aspecten.<br />

In verband met het teruglopen van <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met vetoplosbare vitam<strong>in</strong>es als<br />

gevolg van <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g van het vetgebruik moet wor<strong>de</strong>n bevor<strong>de</strong>rd, dat producten waarvan<br />

het vetgehalte is verlaagd, wor<strong>de</strong>n gerestaureerd met vetoplosbare vitam<strong>in</strong>es tot het<br />

niveau <strong>in</strong> <strong>de</strong> oorspronkelijke producten (bijvoorbeeld halfvolle en magere<br />

melk(producten)). De commissie geeft hierbij <strong>de</strong> voorkeur aan restauratie boven het<br />

verrijken van vetrijke producten met vetoplosbare vitam<strong>in</strong>es, <strong>in</strong> verband met het nog te<br />

hoge gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> vetgehalte en vooral verzadigd vetzuurgehalte van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g.<br />

Het voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lenbedrijfsleven, restauratieve <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen (waaron<strong>de</strong>r schoolen<br />

bedrijfskant<strong>in</strong>es), cater<strong>in</strong>gbedrijven e.d. moeten wor<strong>de</strong>n gestimuleerd bij <strong>de</strong><br />

ontwikkel<strong>in</strong>g en samenstell<strong>in</strong>g van bijvoorbeeld kant-en-klaarmaaltij<strong>de</strong>n, voorbewerkte<br />

maaltijdcomponenten, snacks, afhaalmaaltij<strong>de</strong>n <strong>de</strong> door het Voed<strong>in</strong>gscentrum<br />

opgestel<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gskundige richtlijnen te hanteren (o.a. hoge voed<strong>in</strong>gsstoffendichtheid<br />

en lage energiedichtheid). Bij het vaststellen van portiegrootte moet nadrukkelijk<br />

reken<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met een energiebehoefte die is gerelateerd aan <strong>de</strong> huidige<br />

gemid<strong>de</strong>ld ger<strong>in</strong>ge mate van lichamelijke activiteit, en met <strong>de</strong> aanbevolen hoeveelheid<br />

groenten en fruit.<br />

* Dit is <strong>de</strong> door <strong>de</strong> Commissie Voed<strong>in</strong>gsnormen van <strong>de</strong> <strong>Gezondheidsraad</strong> vastgestel<strong>de</strong> aanvaardbare bovengrens van<br />

<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g (Gez01).<br />

124 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Regelgev<strong>in</strong>g<br />

Voed<strong>in</strong>gswaar<strong>de</strong>-etiketter<strong>in</strong>g is op dit moment alleen verplicht als er door <strong>de</strong> producent<br />

bewer<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n gedaan over <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gswaar<strong>de</strong> van een product. In an<strong>de</strong>re gevallen<br />

mag <strong>de</strong> producent <strong>de</strong> consument via etiketter<strong>in</strong>g <strong>in</strong>formeren over <strong>de</strong> energetische waar<strong>de</strong><br />

en voed<strong>in</strong>gsstoffensamenstell<strong>in</strong>g volgens regels, die zijn vastgelegd <strong>in</strong> het<br />

Warenwetbesluit ‘Voed<strong>in</strong>gswaar<strong>de</strong>-<strong>in</strong>formatie levensmid<strong>de</strong>len’. Dit Warenwetbesluit is<br />

een uitvoer<strong>in</strong>gsvoorschrift van <strong>de</strong> Richtlijn nr. 90/496/EEG van <strong>de</strong> Raad van Europese<br />

Gemeenschappen van 24 september 1990 <strong>in</strong>zake <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gswaar<strong>de</strong>-etiketter<strong>in</strong>g van<br />

levensmid<strong>de</strong>len (Pb EG L276). De commissie dr<strong>in</strong>gt er op aan dat <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze Richtlijn ook<br />

<strong>de</strong> transvetzuren wor<strong>de</strong>n opgenomen, en tevens <strong>de</strong> verplicht<strong>in</strong>g dat bij toepass<strong>in</strong>g van<br />

voed<strong>in</strong>gswaar<strong>de</strong>-etiketter<strong>in</strong>g <strong>de</strong> vetzuursamenstell<strong>in</strong>g (totaal, verzadigd, trans,<br />

enkelvoudig onverzadigd en meervoudig onverzadigd) altijd wordt vermeld. Ne<strong>de</strong>rland<br />

zou hiertoe het <strong>in</strong>itiatief moeten nemen. Hierbij zou tevens moeten wor<strong>de</strong>n nagegaan of<br />

er <strong>in</strong> <strong>de</strong> EU voldoen<strong>de</strong> draagvlak bestaat voor een verplichte voed<strong>in</strong>gswaar<strong>de</strong>etiketter<strong>in</strong>g<br />

(energie, macrovoed<strong>in</strong>gsstoffen en vetzuursamenstell<strong>in</strong>g).<br />

Tenslotte wordt <strong>in</strong> overweg<strong>in</strong>g gegeven te bevor<strong>de</strong>ren dat er op het niveau van <strong>de</strong><br />

EU een maximum wordt gesteld aan <strong>de</strong> hoeveelheid transvetzuren <strong>in</strong> <strong>in</strong>dustrieel<br />

bewerkte eetbare plantaardige oliën en vetten.<br />

On<strong>de</strong>rzoek<br />

Allereerst vraagt <strong>de</strong> discrepantie tussen <strong>de</strong> dalen<strong>de</strong> energetische waar<strong>de</strong> en<br />

energiedichtheid van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g enerzijds en <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> prevalentie van<br />

overgewicht en obesitas om een na<strong>de</strong>re analyse. Hierbij moet <strong>de</strong> vraag wor<strong>de</strong>n<br />

betrokken of <strong>de</strong> energievoorzien<strong>in</strong>g via dranken (<strong>in</strong>clusief met suiker gezoete<br />

zuiveldranken) op een an<strong>de</strong>re wijze bijdraagt aan het risico van het ontstaan van<br />

overgewicht dan <strong>de</strong> energievoorzien<strong>in</strong>g via vast voedsel. Daarnaast moet <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van<br />

<strong>de</strong> macrovoed<strong>in</strong>gsstoffensamenstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> energiebalans na<strong>de</strong>r<br />

wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht tegen <strong>de</strong> achtergrond van verschillen<strong>de</strong> niveaus van energieverbruik<br />

en <strong>de</strong> mate van overgewicht.<br />

Voor <strong>de</strong> toets<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g met microvoed<strong>in</strong>gsstoffen aan <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsnormen<br />

moet een nieuw beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gska<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n ontwikkeld dat het mogelijk maakt een<br />

schatt<strong>in</strong>g te maken van het aantal personen waarvoor <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g onvoldoen<strong>de</strong> is. Dit<br />

beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gska<strong>de</strong>r moet uitgaan van <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> behoefte, <strong>de</strong> standaard<strong>de</strong>viatie, en<br />

<strong>de</strong> variatiecoëfficient die is gehanteerd bij het opstellen van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsnorm.<br />

Met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> microvoed<strong>in</strong>gsstoffen is vooral on<strong>de</strong>rzoek gewenst naar <strong>de</strong><br />

betekenis van <strong>de</strong> huidige voorzien<strong>in</strong>g met ret<strong>in</strong>ol voor <strong>de</strong> vitam<strong>in</strong>e A-status. Daarnaast<br />

Conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen 125


is on<strong>de</strong>rzoek nodig naar <strong>de</strong> foliumzuurstatus van kwetsbare groepen <strong>in</strong> <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g,<br />

waarbij zowel het foliumzuurgehalte <strong>in</strong> serum en erytrocyten als het<br />

homocysteïneniveau <strong>in</strong> het plasma wordt betrokken. Voor <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van het<br />

foliumzuurgehalte van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g is het ver<strong>de</strong>r van belang meer <strong>in</strong>zicht te krijgen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

biobeschikbaarheid van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> foliumzuurverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g die<br />

recentelijk zijn bepaald met <strong>de</strong> HPLC-metho<strong>de</strong>.<br />

De discrepantie tussen <strong>de</strong> lage ijzervoorzien<strong>in</strong>g van vrouwen en het ontbreken van<br />

navenante kl<strong>in</strong>ische en biochemische signalen van een ijzertekort vraagt eveneens om<br />

ophel<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. In dit verband zou allereerst <strong>de</strong> werkelijke biobeschikbaarheid van ijzer uit<br />

<strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland moeten wor<strong>de</strong>n nagegaan. Deze ligt mogelijk op<br />

een hoger niveau dan <strong>de</strong>stijds door <strong>de</strong> Commissie Voed<strong>in</strong>gsnormen van <strong>de</strong> Voed<strong>in</strong>gsraad<br />

—op basis van on<strong>de</strong>rzoek <strong>in</strong> het buitenland— is geschat.<br />

Er is behoefte aan een <strong>in</strong>strument waarmee <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> totale voed<strong>in</strong>g kan<br />

wor<strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>eld. Tot nu toe wor<strong>de</strong>n voed<strong>in</strong>gsfactoren meestal geïsoleerd on<strong>de</strong>rzocht<br />

op hun gezondheidseffecten. Door het toetsen van een voed<strong>in</strong>gspatroon aan normen —<br />

zowel op het niveau van voed<strong>in</strong>gsstoffen als voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len— is het mogelijk een<br />

gecomb<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> ‘voed<strong>in</strong>gs<strong>in</strong><strong>de</strong>x’ op te stellen. In <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten is een <strong>de</strong>rgelijke<br />

<strong>in</strong><strong>de</strong>x ontwikkeld en gekoppeld aan gegevens over morbiditeit en mortaliteit. Het<br />

verdient aanbevel<strong>in</strong>g om <strong>de</strong> tot dusver <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland ontwikkel<strong>de</strong> mo<strong>de</strong>llen ver<strong>de</strong>r te<br />

verfijnen en te vali<strong>de</strong>ren.<br />

Voor het schatten van <strong>de</strong> effecten van veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie voor<br />

<strong>de</strong> volksgezondheid is het van belang dat het Chronische Ziekten Mo<strong>de</strong>l van het<br />

Rijks<strong>in</strong>stituut voor Volksgezondheid en milieu zodanig ver<strong>de</strong>r wordt ontwikkeld dat het<br />

mogelijk wordt:<br />

• reken<strong>in</strong>g te hou<strong>de</strong>n met vertrag<strong>in</strong>gstij<strong>de</strong>n tussen een <strong>in</strong>terventie en<br />

leefstijlveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, en tussen leefstijlveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g en het optre<strong>de</strong>n van ziekte<br />

• <strong>in</strong>teracties te mo<strong>de</strong>lleren (vooral <strong>de</strong> <strong>in</strong>teractie met <strong>de</strong> sociaal-economische status is<br />

van belang, maar ook <strong>in</strong>teracties tussen leefstijlvariabelen on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g)<br />

• meer <strong>in</strong>zicht te krijgen <strong>in</strong> <strong>de</strong> validiteit van het mo<strong>de</strong>l en <strong>de</strong><br />

betrouwbaarheids<strong>in</strong>tervallen bij <strong>de</strong> schatt<strong>in</strong>gen van het gezondheidseffect.<br />

Naast <strong>de</strong> optimaliser<strong>in</strong>g van het mo<strong>de</strong>l is het ook van belang <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong><br />

basisgegevens te verbeteren door:<br />

• een betere registratie van <strong>de</strong> leeftijds- en geslachtsspecifieke <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie van hart- en<br />

vaatziekten<br />

• meer epi<strong>de</strong>miologisch- en <strong>in</strong>terventie-on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> effecten van groenten- en<br />

fruitgebruik en het risico van kanker, waarbij speciaal aandacht wordt besteed aan<br />

<strong>de</strong> betekenis van vruchtensappen en aardappelen<br />

126 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


• epi<strong>de</strong>miologisch- en <strong>in</strong>terventie-on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> rechtsreekse effecten van<br />

verzadig<strong>de</strong> vetzuren en transvetzuren op het risico van hart- en vaatziekten.<br />

Tenslotte dr<strong>in</strong>gt <strong>de</strong> commissie aan op on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> voedselconsumptie en<br />

voed<strong>in</strong>gstoestand van bevolk<strong>in</strong>gsgroepen die niet of niet <strong>in</strong> voldoen<strong>de</strong> mate zijn<br />

vertegenwoordigd <strong>in</strong> <strong>de</strong> steekproef die voor <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen is gebruikt.<br />

Speciale aandacht hierbij vragen zelfstandig wonen<strong>de</strong> jongeren, bevolk<strong>in</strong>gsgroepen uit<br />

<strong>de</strong> laagste sociaal-economische klasse en allochtone groepen<br />

Conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen 127


128 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Literatuur<br />

Ano83 Anoniem. Nota Voed<strong>in</strong>gsbeleid. Twee<strong>de</strong> Kamer <strong>de</strong>r Staten Generaal, verga<strong>de</strong>rjaar 1983-1984, Kamerstuk<br />

18156, nrs 1-2. Den Haag: SDU Uitgevers, 1983.<br />

Ano88 Anoniem. Wat eet Ne<strong>de</strong>rland. Resultaten van <strong>de</strong> voedselconsumptiepel<strong>in</strong>g 1987-1988. Rijswijk: M<strong>in</strong>isterie<br />

van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, 1988.<br />

Ano90 Anoniem. Voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g: stand van zaken. Voed<strong>in</strong>g 1990; 51:52-4.<br />

Ano93a Anoniem. Methodologische verschillen tussen <strong>de</strong> eerste en twee<strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g. Zeist: TNO<br />

Voed<strong>in</strong>g, 1993; ( Rapport V 93.407).<br />

Ano93b Anoniem. Zo eet Ne<strong>de</strong>rland 1992. Den Haag: Voorlicht<strong>in</strong>gsbureau voor <strong>de</strong> Voed<strong>in</strong>g, 1993.<br />

Ano98a Anoniem. Zo eet Ne<strong>de</strong>rland. Resultaten van <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g 1997-1998. Den Haag:<br />

Voed<strong>in</strong>gscentrum, 1998.<br />

An098b Anoniem. Ne<strong>de</strong>rland goed gevoed? Nota Gezondheid en voed<strong>in</strong>g. Twee<strong>de</strong> Kamer <strong>de</strong>r Staten Generaal,<br />

verga<strong>de</strong>rjaar 1998-1999. Kamerstuk 26 229 nrs 1-2. Den Haag: SDU Uitgevers, 1998.<br />

Ano01a Anoniem. Beleidsagenda VWS 2001. Den Haag: M<strong>in</strong>isterie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2001.<br />

Ano01b Anoniem. Beleidsnota Sport, bewegen en gezondheid. Den Haag: M<strong>in</strong>isterie van Volksgezondheid, Welzijn<br />

en Sport, 2001.<br />

Bee98 Beemster CJM, Bouman M, Hulshof KFAM. Het samenstellen van een voed<strong>in</strong>gsstoffenbestand specifiek<br />

gericht op het uitvoeren van trendanalyses op basis van voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen. Zeist: TNO Voed<strong>in</strong>g,<br />

1998; (TNO Rapport V98.803).<br />

Bel98 Bell EA, Castellanos VH, Pelkman CL, e.a. Energy <strong>de</strong>nsity of food effects energy <strong>in</strong>take <strong>in</strong> normal-weight<br />

woman. Am J Cl<strong>in</strong> Nutr 1998; 67: 412-20.<br />

Bos78 Bosman W, Kosten-Zoethout H. De voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland. Voed<strong>in</strong>g 1978;39:286-296.<br />

Literatuur 129


Bot98 Botterweck AAM, van <strong>de</strong>n Brandt PA, Goldbohm RA. A prospectiv cohort study on vegetable and fruit<br />

consumption and cancer risk <strong>in</strong> the netherlands. Am J Epi<strong>de</strong>miol 1998; 148: 842-53.<br />

Bre98 Breedveld BC, Hulshof KFAM. Hoe goed voedt <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>r zich? Voed<strong>in</strong>g Nu 1998; 1: 11-<br />

15.<br />

Bre01 Breedveld K, van <strong>de</strong>n Broek A, <strong>de</strong> Haan J, e.a. Trends <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd: en schets van recente <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong><br />

tijdbested<strong>in</strong>g en tijdsor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g. Den Haag: SCP, 2001; (SCP publicatie 2001/5).<br />

Bro99 van <strong>de</strong>n Broek A, Knulst W, Breedveld K. Naar an<strong>de</strong>re tij<strong>de</strong>n. Tijdsbested<strong>in</strong>g en tijdsor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland<br />

1975 – 1995. Den Haag: SCP, 1999; (Sociale en Culturele Studies 29).<br />

Bru93 Brussaard JH. Voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g: stand van zaken. Voed<strong>in</strong>g 1993; 54 (3) 18-22.<br />

Bru95 Brugman E, Meulmeester JF, Spee-van <strong>de</strong>r Wekke J, e.a. Peil<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Jeugdgezondheidszorg. PGO-<br />

Peil<strong>in</strong>g 1993/94. Lei<strong>de</strong>n : TNO Preventie en Gezondheid, 1995; (Rapport nr 95.061).<br />

Bru96 Brussaard JH, van Dokkum W, van <strong>de</strong>r Paauw CG, e.a. Dietary <strong>in</strong>take of food contam<strong>in</strong>ants <strong>in</strong> The<br />

Netherlands. Food Additives Contam<strong>in</strong> 1996; 13 (5): 561-73.<br />

Bru97 Brussaard JH, Brants HAM, Bouman M, e.a. Iron <strong>in</strong>take and iron status among adults <strong>in</strong> the Netherlands.<br />

Eur J Cl<strong>in</strong> Ntr 1997;51 (suppl3): S51-8.<br />

CBS88 Centraal Bureau voor <strong>de</strong> Statistiek. Statistisch jaarboek 1988. Den Haag: SDU Uitgeverij, 1988.<br />

CBS90 Centraal Bureau voor <strong>de</strong> Statistiek. Statistisch jaarboek 1990. Den Haag: SDU Uitgeverij, 1990.<br />

CBS93 Centraal Bureau voor <strong>de</strong> Statistiek. Statistisch jaarboek 1993. Den Haag: SDU Uitgeverij, 1993.<br />

CBS95 Centraal Bureau voor <strong>de</strong> Statistiek. Statistisch jaarboek 1995. Den Haag: SDU Uitgeverij, 1995.<br />

CBS98 Centraal Bureau voor <strong>de</strong> Statistiek. Statistisch jaarboek 1998. Den Haag: SDU Uitgeverij, 1998.<br />

CBS99a Centraal Bureau voor <strong>de</strong> Statistiek. Allochtonen <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland 1999. Den Haag: SDU Uitgeverij, 1999.<br />

CBS99b Centraal Bureau voor <strong>de</strong> Statistiek. Statistisch jaarboek 1999. Den Haag: SDU Uitgeverij, 1999.<br />

CBS01 Centraal Bureau voor <strong>de</strong> Statistiek. Gezondheidstoestand van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse bevolk<strong>in</strong>g. Voorburg: CBS,<br />

2001.<br />

Col00 Cole TJ, Bellizzi MC, Flegal KM, e.a. Establish<strong>in</strong>g a standard <strong>de</strong>f<strong>in</strong>ition for child overweight and obesity<br />

worldwi<strong>de</strong>: <strong>in</strong>ternational survey. Br Med J 2000; 320: 1-6.<br />

Dag98 Dagevos JC. Consumententrends <strong>in</strong> voed<strong>in</strong>g. TSL 1998; (13): 103-15.<br />

Doo96 van Dooren-Flipsen MMH, van Klaveren JD, Boeijen I, e.a. Bereken<strong>in</strong>g <strong>in</strong>name residuen en contam<strong>in</strong>anten.<br />

Voed<strong>in</strong>g 1996 (57) 5: 6-9.<br />

Fre00 Fre<strong>de</strong>riks AM, van Buuren S, Wit JM. Body <strong>in</strong><strong>de</strong>x measurements <strong>in</strong> 1996-7 compared with 1980. Arch Dis<br />

Childhood 2000; 82:107-12.<br />

Gez97 <strong>Gezondheidsraad</strong>. Voorbereid<strong>in</strong>g <strong>de</strong>r<strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g 1997. Verslag van een werkconferentie<br />

op 18-19 <strong>de</strong>cember 1996 te Breukelen. Rijswijk: <strong>Gezondheidsraad</strong>, 1997; Publikatie nr A97/06.<br />

Gez00 <strong>Gezondheidsraad</strong>. Voed<strong>in</strong>gsnormen: calcium, vitam<strong>in</strong>e D, thiam<strong>in</strong>e, riboblav<strong>in</strong>e, niac<strong>in</strong>e, pantotheenzuur en<br />

biot<strong>in</strong>e. Den Haag: <strong>Gezondheidsraad</strong>, 2000; Publikatie nr 2000/12.<br />

Gez 01 <strong>Gezondheidsraad</strong>. Voed<strong>in</strong>gsnormen: energie, eiwit, vet en koolhydraten. Den Haag: <strong>Gezondheidsraad</strong>,<br />

2001; Publikatie nr 2001/19.<br />

GfK98a GfK Ne<strong>de</strong>rland. Beschrijvend rapport <strong>in</strong>zake <strong>de</strong> opzet en uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g<br />

(VCP 1997/1998). E<strong>in</strong>dverslag. Dongen: GfK Ne<strong>de</strong>rland,1998<br />

130 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


GfK98b GfK Ne<strong>de</strong>rland. GfK Jaargids 1999. Kerncijfers voor market<strong>in</strong>g- en beleidsplannen. Dongen: GfK<br />

Ne<strong>de</strong>rland, 1998.<br />

GfK99 GfK. GfK Pannelscanner mei 1999. Dongen: GfK, 1999.<br />

GfK00 GfK. GfK Jaargids 1999. Kerncijfers voor market<strong>in</strong>g- en beleidsplannen. Dongen: GfK, 2000.<br />

GfK01 GfK. GfK Jaargids 2000. Kerncijfers voor market<strong>in</strong>g- en beleidsplannen. Dongen: GfK, 2001.<br />

Gol91 Goldberg GR, Black AE, Jebb SA, e.a.. Critical evaluation of energy <strong>in</strong>take data us<strong>in</strong>g fundamental<br />

pr<strong>in</strong>ciples of energy physiology: 1. Derivation of cut-off values to i<strong>de</strong>ntify un<strong>de</strong>r-report<strong>in</strong>g. Eur J Cl<strong>in</strong> Nutr<br />

1991;45:569-581.<br />

Gor00 Goris AHC, Westerterp-Plantenga MS, Westerterp KR. Un<strong>de</strong>reat<strong>in</strong>g and un<strong>de</strong>rrecord<strong>in</strong>g of habitual food<br />

<strong>in</strong>take <strong>in</strong> obese men : selective un<strong>de</strong>rreport<strong>in</strong>g of fat <strong>in</strong>take. Am J Cl<strong>in</strong> Nutr 2000; 71: 130-34.<br />

Gri99 Griev<strong>in</strong>k JW, Josten L. State of the art <strong>in</strong> food. Den Haag: Elsevier Bedrijfs<strong>in</strong>formatie, 1999.<br />

Hil99 Hil<strong>de</strong>brandt VH, Ooijendijk WTM, Stiggelbout M. Trendrapport Bewegen en gezondheid 1998/99.<br />

Hoofddorp/Lei<strong>de</strong>n: TNO, 1999.<br />

Hoo90 ten Hoor F, Asmoredjo-Kirchmann MET, Bemelmans K, e.a. Voed<strong>in</strong>gsbericht 1990. Den Haag: SDU-<br />

Uitgeverij, 1990.<br />

Hoo98 Hoogenveen RT, <strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>r AEM, van Genugten MLL. The chronic disease mo<strong>de</strong>ll<strong>in</strong>g approach.<br />

Bilthoven: Rijks<strong>in</strong>stituut voor Volksgezondheid en Milieu, 1998; (RIVM report 260750001).<br />

Hoo00 Hoogenveen RT, Jansen MCJF, Houterman S, e.a. Het effect van veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> consumptie van<br />

groenten en fruit, verzadigd vet en transvetzuren op <strong>de</strong> volksgezondheid <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland Rijks<strong>in</strong>stituut voor<br />

Volksgezondheid en Milieu; Bilthoven, 2000.<br />

Hul91a Hulshof KFAM, van Staveren WA. The Dutch National Food Consumption Survey: <strong>de</strong>sign, methods and<br />

first results. Food Policy 1991;16: 257-60.<br />

Hul91b Hulshof KFAM, Löwik MRH, Kok, FJ, e.a. Diet and other life-style factors <strong>in</strong> high and low socio-economic<br />

groups. Eur J Cl<strong>in</strong> Nutr 1991; 45: 441-50.<br />

Hul95a Hulshof KFAM. Voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen: stand van zaken na zes jaar (1). Voed<strong>in</strong>g 1995; 56 (9): 28-30.<br />

Hul95b Hulshof KFAM. Voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen: stand van zaken na zes jaar (2). Voed<strong>in</strong>g 1995; 56 (11): 13-5.<br />

Hul98 Hulshof KFAM. Voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen: stand van zaken na tien jaar. Voed<strong>in</strong>g 1998; 59 (10): 14-7.<br />

Hul02 Hulshof KFAM, Brussaard JH, Kruiz<strong>in</strong>ga AG, e.a. Socio economic status, dietary <strong>in</strong>take and 10 years<br />

trends: The Dutch National Food Consumption survey. In druk.<br />

IOM00 Institute of Medic<strong>in</strong>e. Dietary reference <strong>in</strong>takes: applications <strong>in</strong> dietary assessments. Wash<strong>in</strong>gton DC:<br />

National Aca<strong>de</strong>my Press, 2000.<br />

Jan01 Jansen MCJF. Fruits and vegetables and the risk of pithelial cancer. Proefschrift. Wagen<strong>in</strong>gen:<br />

Landbouwuniversiteit Wagen<strong>in</strong>gen, 2001.<br />

Kem00 Kemper HCG, e.a. De effecten van 20 jaar sport, lichamelijke activiteit en overige leefstijl op <strong>de</strong><br />

gezondheid op latere leeftijd. Amsterdam: VU/EMGO, 2000.<br />

Kis98 Kistenmaker C, Stafleu A, Hulshof KFAM. De <strong>in</strong>name van energie en voed<strong>in</strong>gsstoffen naar maaltijdtypen<br />

over een perio<strong>de</strong> van 10 jaar. Zeist: TNO Voed<strong>in</strong>g, 1998; (TNO Rapport V 98.819).<br />

Kle98 Klerk M, Jansen MCJF, van ‘t Veer P, e.a. Fruits and vegetables <strong>in</strong> chronic prevention. Wagen<strong>in</strong>gen:<br />

Division of Human Nutrition and Epi<strong>de</strong>miology. Wagen<strong>in</strong>gen Agricultural University, 1998.<br />

Literatuur 131


Kon01 Kon<strong>in</strong>gs EJM, Roomans HHS, Dorant E, e.a. Folate <strong>in</strong>take of the Dutch population accord<strong>in</strong>g to newly<br />

establised liquid chromatography data for foods. Am J Cl<strong>in</strong> Nutr 2001; 73: 765-76.<br />

Lev01 Lev<strong>in</strong> AS. Energy <strong>de</strong>nsity of foods: build<strong>in</strong>g a case for food <strong>in</strong>take management. Am J Cl<strong>in</strong> Nutr 2001; 73:<br />

999-00.<br />

Löw94a Löwik MRH, Brussaard JH, Hulshof KFAM, e.a. A<strong>de</strong>quacy of the diet <strong>in</strong> the Netherlands <strong>in</strong> 1987-1988<br />

(Dutch Nutrition Surveillance System). Int J Food Sci Nutr 1994; 45 (suppl 1): S1-S62.<br />

Löw94b Löwik MRH, Kistenmaker C. Assessment of nutritional status <strong>in</strong> the Netherlands (Dutch Nutrition<br />

Surveillance System). In: Somogyi JC, Elmadfa , Walter P, red. New aspects of nutritional status. Bibl Nutr<br />

Diet Karger 1994; 51: 68-73.<br />

Löw97 Löwik MRH, Hulshof KFAM, Riedstra M, e.a. High fat <strong>in</strong>take: policy implications for the Netherlands. In:<br />

Wheelock V, red. Implement<strong>in</strong>g dietary gui<strong>de</strong>l<strong>in</strong>es for healthy eat<strong>in</strong>g. London: Blackie Aca<strong>de</strong>mic and<br />

Professional, 1997: 302-315.<br />

Löw98a Löwik MRH, Hulshof KFAM, van <strong>de</strong>r Heij<strong>de</strong>n LJM, e.a. Changes <strong>in</strong> the diet <strong>in</strong> the Netherlands 1987-88 to<br />

1992. Int J Food Sci Nutr 49 (suppl 1): S1-S64.<br />

Löw98b Löwik MRH, Burema J, Hulshof KFAM, e.a. Verslag van <strong>de</strong> Subcommissie trends van <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g. Intern rapport. Zeist: Beheerscommissie VCP, 1998.<br />

Löw99 Löwik MRH, Hulshof KFAM, Brussaard JH, e.a. Depen<strong>de</strong>nce of dietary <strong>in</strong>take estimates on the time frame<br />

of assessement. Regul Toxicol Pharmacol 1999; 30: S38-S56.<br />

Lud01 Ludwig DS, Peterson KE, Gortmaker SL. Relation between consumption of sugar-sweetened dr<strong>in</strong>ks and<br />

childhood obesity: a prospective, observational analysis. Lancet 2001; 357: 505-08.<br />

McC01 McCollough ML, Robertson AS, Jacobs EJ, e.a. A prospective study of diet ans stomach cancr mortality <strong>in</strong><br />

United States men and women. Cancer Epi<strong>de</strong>miol Biomark Prev 2001; 10: 1201-5.<br />

Men90 Mens<strong>in</strong>k RP, Katan MB. Effect of dietary trans fatty acids on high-<strong>de</strong>nsity and low-<strong>de</strong>nsity lipoprote<strong>in</strong><br />

cholesterol levels <strong>in</strong> healthy subjects. New Eng J Med 1990; 323: 439-45.<br />

Men92 Mens<strong>in</strong>k RP, Katan MB. Effect of dietary fatty acids on serum lipids and lipoprote<strong>in</strong>s. A meta-analysis of 27<br />

trials. Arterioscler Throm 1992; 12: 911-19.<br />

Meu96 Meulenberg MTG. De levensmid<strong>de</strong>lenconsument van <strong>de</strong> toekomst. In: NRLO. Markt en consument 2010.<br />

Den Haag: Nationale Raad voor Landbouwkundig On<strong>de</strong>rzoek, 1996; (NRLO-rapport nr. 96/4).<br />

Mur96 Murray CLJ, Lopez AD, red. Te global bur<strong>de</strong>n of disease: a comprehensive assessment of mortality and<br />

disability from diseases, <strong>in</strong>juries, and risk factors <strong>in</strong> 1990 and projected to 2020. Cambridge MA: Harvard<br />

University Press, 1996.<br />

Pos98 Postma R, Koenen F. Feiten over alcohol. 9 e druk. Woer<strong>de</strong>n: NIGZ, 1998.<br />

Pos01 Post GB, <strong>de</strong> Vente W, Kemper HCG, e.a. Longitud<strong>in</strong>al trends and track<strong>in</strong>g of energy and nutrient <strong>in</strong>take<br />

over 20 years <strong>in</strong> a Dutch cohort of men and women between 13 and 33 years of age: The Amsterdam growth<br />

and health longitud<strong>in</strong>al study. Br J Nutr 2001; 85: 375-85.<br />

Pro92 Prochaska JO, DiClemente C. Stages of change <strong>in</strong> the modification of problem behaviors. Prog Behav Mod<br />

1992; 28 :184-218.<br />

Ret76 Rethans EJM, e.a.: Voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland. Wagen<strong>in</strong>gen: Vakgroep Humane Voed<strong>in</strong>g, Landbouwhogeschool<br />

Wagen<strong>in</strong>gen, 1967; (Rapport nr 6703).<br />

132 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Rol99a Rolls BJ, Bell EA. Intake of fat and carbohydrate: role of energy <strong>de</strong>nsity. Eur J Cl<strong>in</strong> Nutr 1999; 53(suppl):<br />

S166-73.<br />

Rol99b Rolls BJ, Bell EA, Castellanos VH, e.a. Energy <strong>de</strong>nsity but not fat content of foods affected energy <strong>in</strong>take of<br />

lean and obese women. Am J Cl<strong>in</strong> Nutr 1999; 69: 863-71.<br />

Ruw97 Ruwaard D, Kramers PGN. Volksgezondheid Toekomst Verkenn<strong>in</strong>g 1997. De som <strong>de</strong>r <strong>de</strong>len. Bilthoven:<br />

Rijks<strong>in</strong>stituut voor Volksgezondheid en Milieu, 1997.<br />

Sch99 Schuit AJ.; Feskens E.J M, Sei<strong>de</strong>ll JC. Lichamelijke activiteit <strong>in</strong> samenhang met sociaal-<strong>de</strong>mografische<br />

<strong>de</strong>term<strong>in</strong>anten en gezondheidskenmerken bij volwassen mannen en vrouwen <strong>in</strong> Amsterdam, Doet<strong>in</strong>chem en<br />

Maastricht. Ned Tijdschr Geneeskd 1999; 143 (30) :1559-64.<br />

Sch01 Schuit AJ. Neemt het aantal mensen met onvoldoen<strong>de</strong> lichamelijke activiteit toe of af? In: Volksgezondheid<br />

Toekomst Verkenn<strong>in</strong>g, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: Rijks<strong>in</strong>stituut voor<br />

Volksgezondheid en Milieu, 2001.<br />

Sei95 Sei<strong>de</strong>ll JC, Verschuren WMM, Kromhout D. Prevalence and trends <strong>in</strong> obesity <strong>in</strong> the Netherlands 1987-<br />

1991. Int J Obes 1995; 19: 924-927.<br />

Sei98 Sei<strong>de</strong>ll JC. Dietary fat and obesity: an epi<strong>de</strong>miologic perspective. Am J Cl<strong>in</strong> Nutr 1998; 67 (3) Suppl: 546S-<br />

550S.<br />

Sei99 Sei<strong>de</strong>ll JC. Obesity: a grow<strong>in</strong>g problem. Acta Paediatrica (Suppl) 1999; 88 (428): 46-50.<br />

Sei01a Sei<strong>de</strong>ll JC. Neemt het aantal mensen met overgewicht toe of af. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenn<strong>in</strong>g,<br />

Nationaal Kompas Volksgezondheid Rijks<strong>in</strong>stituut voor Volksgezondheid en Milieu; Bilthoven: RIVM,<br />

2001.<br />

Sei01b Sei<strong>de</strong>ll J. Trends <strong>in</strong> obesitas, energie-<strong>in</strong>name en <strong>in</strong>dicatoren voor lichamelijke activiteit 1975-1995.<br />

Bilthoven: Rijks<strong>in</strong>stituut voor Volksgezondheid en Milieu, 2001.<br />

Sei02a Sei<strong>de</strong>ll JC, Persoonlijke me<strong>de</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g m.b.t. het Regenboogproject van het Rijks<strong>in</strong>stituut voor<br />

Volksgezondheid en Milieu. Bilthoven: RIVM, 2002.<br />

Sei02b Sei<strong>de</strong>ll JC, Risssanen A. Prevalence of obesity <strong>in</strong> adults: the global epi<strong>de</strong>mic. In: Bray GA, Bouchard C,<br />

red. Handbook of Obesity. New York: Marcel Dekker Inc, 2002.<br />

Sie56 Siegel S. Non parametric statistics. New York : McGrawn Hill, 1956.<br />

Smi01 Smith-Warner SA, Spiegelman D, Yuan SS, e.a. Fruits and vegetables and breast cancer: a pooled analysis<br />

of cohort studies. JAMA 2001; 285: 769-76.<br />

Stu98a Stubbs RJ, Johnstone AM, Harbron CG, e.a. Covert manupilation of energy <strong>de</strong>nsity of high carbohydrate<br />

diets <strong>in</strong> pseudo free liv<strong>in</strong>g humans. Int J Obes Relat Metab Disord 1998; 22: 885-92.<br />

Stu98b Stubbs RJ, Johnstone AM, O’Reilly LM, e.a. The effect of covertly manipulat<strong>in</strong>g the energy <strong>de</strong>nsity of<br />

mixed diets on ad libitum food <strong>in</strong>take <strong>in</strong> pseudo free liv<strong>in</strong>g humans. Int J Obes Relat Metab Disord 1998;<br />

22: 980-7.<br />

Swi02 Sw<strong>in</strong>burn BA, Caterson I, Sei<strong>de</strong>ll JC, e.a. Diet, nutrition and the prevention of obesity., Draft background<br />

paper for the WHO consumtaion on diet, nutrition and the prevention of chronic diiseases, februari 2002.<br />

Vis01 Visscher TLS. The public health impact of obesity. Proefschrift. Wagen<strong>in</strong>gen: Universiteit Wagen<strong>in</strong>gen,<br />

2001.<br />

Literatuur 133


Vie01 Viet AL, van Gils HWV, van <strong>de</strong>n Hof S, e.a. Risicofactoren en gezondheidsevaluatie Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

bevolk<strong>in</strong>g, een on<strong>de</strong>rzoek op FFD’en (Regenboog-project). Jaarverslag 1999. Bilthoven: Rijks<strong>in</strong>stituut voor<br />

Volksgezondheid en Milieu, 2001.<br />

Voe86 Voed<strong>in</strong>gsraad. Richtlijnen goe<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g. Den Haag: Voed<strong>in</strong>gsraad, 1986.<br />

Voe87 Voed<strong>in</strong>gsraad. Mogelijkhe<strong>de</strong>n tot het opzetten van een voed<strong>in</strong>gspeil<strong>in</strong>gssysteem <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland. Voed<strong>in</strong>g<br />

1987; 48: 35-43.<br />

Voe92 Voed<strong>in</strong>gsraad. Ne<strong>de</strong>rlandse Voed<strong>in</strong>gsnormen 1998. Den Haag: Voorlicht<strong>in</strong>gsbureau voor <strong>de</strong> Voed<strong>in</strong>g, 1992.<br />

Voo97 Voorrips LE, Bemelmans W, Brussaard JH, e.a. Vooron<strong>de</strong>rzoek VCP-3. Vali<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g en methodologie. Zeist:<br />

TNO Voed<strong>in</strong>g, 1997; (TNO-rapport V97.175).<br />

Voo00 Voorrips LE, Goldbohm RA, Verhoeven DTH, e.a. Vegetable and fruit consumption and lung cancer risk <strong>in</strong><br />

the Netherlands Cohort Study on Diet and Cancer. Cancer Causes Control 2000; 11: 101-15.<br />

Wes90 Westerterp-Plantenga MS, Westerterp KR, Nicolson NA, e.a. The shape of the cumulative food <strong>in</strong>take curve<br />

<strong>in</strong> humans dur<strong>in</strong>g basic and manipulated meals. Physiol Behav 1990; 47: 569-76.<br />

Wes00 Westerterp-Plantenga MS. Eat<strong>in</strong>g behavior <strong>in</strong> humans characterized bij cumulative food <strong>in</strong>take curves: a<br />

review. Neurosc Biobeh Rev 2000; 24: 239-48.<br />

Wes01 Westerterp-Plantenga MS. Analysis of energy <strong>de</strong>nsity of food <strong>in</strong> relation to energy <strong>in</strong>take regulation <strong>in</strong><br />

human subjects. Br J Nutr 2001; 85: 351-61.<br />

Zwa01 <strong>de</strong> Zwart WM. Hoeveel mensen hebben een overmatig alcoholgebruik? In: RIVM. Volksgezondheid<br />

Toekomst Verkenn<strong>in</strong>g, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: Rijks<strong>in</strong>stituut voor<br />

Volksgezondheid en Milieu, 2001<br />

134 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

F<br />

G<br />

H<br />

I<br />

De adviesaanvraag<br />

De commissie<br />

Schematisch overzicht <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g Voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g<br />

Mate van on<strong>de</strong>rrapportage tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> drie Voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> consumptie van productgroepen en enkele<br />

subgroepen voed<strong>in</strong>smid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98<br />

1 Grootste statistisch significante veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> consumptie<br />

(g per dag) van productgroepen en voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

1987/88-1997/98<br />

2 Grootste statistisch significante procentuele veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

consumptie van productgroepen en voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len (g per dag) <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

1987/88-1997/98<br />

3 Grootste statistisch significante veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het percentage gebruikers<br />

van productgroepen en voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98<br />

Antropometrische gegevens<br />

Aantal respon<strong>de</strong>nten (%) dat voldoet aan <strong>de</strong> Richtlijnen goe<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g mbt<br />

totaal vet, verzadig<strong>de</strong> vetzuren, koolhydraten en voed<strong>in</strong>gsvezel gezamenlijk en<br />

aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuele richtlijnen voor <strong>de</strong>ze voed<strong>in</strong>gsstoffen<br />

Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> dagelijkse voorzien<strong>in</strong>g met energie en voed<strong>in</strong>gsstoffen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98<br />

Bijlagen<br />

135


J<br />

K<br />

L<br />

Door <strong>de</strong> commissie gehanteer<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsnormen<br />

Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> dagelijkse voorzien<strong>in</strong>g met energie en voed<strong>in</strong>gsstoffen naar<br />

ontbijtgebruik <strong>in</strong> 1997/98<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het productgebruik (percentage gebruikers) naar maaltijd <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 (totale populatie)<br />

136 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Bijlage<br />

A<br />

De adviesaanvraag<br />

Op 4 augustus 1998 schreef <strong>de</strong> M<strong>in</strong>ister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan <strong>de</strong><br />

<strong>Gezondheidsraad</strong> (briefkenmerk GZB/VVB/983680):<br />

Me<strong>de</strong> namens <strong>de</strong> M<strong>in</strong>ister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij vraag ik uw aandacht voor het<br />

volgen<strong>de</strong>.<br />

E<strong>in</strong>d april is het veldwerk van <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g afgerond. De ruwe gegevens zijn<br />

<strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls aangeleverd. De eerste rapportage, <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>de</strong> bereken<strong>in</strong>gen op basis van <strong>de</strong>ze gegevens zijn,<br />

naar verwacht<strong>in</strong>g, <strong>in</strong> augustus <strong>in</strong> concept gereed. Op dat moment zijn representatieve<br />

voedselconsumptiegegevens van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g over <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1997/1998 beschikbaar. Bovendien wor<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>ze gegevens vergeleken met <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>re twee lan<strong>de</strong>lijke voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen. De<br />

voedselconsumptie geduren<strong>de</strong> 10 jaar van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse bevolk<strong>in</strong>g is dan <strong>in</strong> beeld gebracht.<br />

Graag zou<strong>de</strong>n wij het oor<strong>de</strong>el ontvangen van <strong>de</strong> <strong>Gezondheidsraad</strong> over <strong>de</strong> gezondheidskundige en<br />

voed<strong>in</strong>gskundige implicaties van <strong>de</strong> huidige voedselconsumptie <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland en <strong>de</strong> trends die zich daar<strong>in</strong><br />

aftekenen. Hiertoe kunt u beschikken over <strong>de</strong> resultaten en <strong>de</strong> bereken<strong>in</strong>gen die ten behoeve van <strong>de</strong><br />

basisrapportage, <strong>in</strong>clusief <strong>de</strong> trendanalyse 1987/88 - 1997/98, <strong>in</strong> opdracht van het Voed<strong>in</strong>gscentrum zijn<br />

uitgevoerd.<br />

Als <strong>de</strong> Raad voor het vormen van een goed oor<strong>de</strong>el behoefte heeft aan na<strong>de</strong>re analyses vernemen wij<br />

dat graag zo spoedig mogelijk.<br />

Met vrien<strong>de</strong>lijke groet,<br />

De M<strong>in</strong>ister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,<br />

w.g. dr E Borst-Eilers<br />

De adviesaanvraag 137


138 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Bijlage<br />

B<br />

De commissie<br />

• dr ir FJ Kok, voorzitter<br />

hoogleraar Voed<strong>in</strong>g en gezondheid; Wagen<strong>in</strong>gen Universiteit en Researchcentrum,<br />

Wagen<strong>in</strong>gen<br />

• dr ir PA van <strong>de</strong>n Brandt<br />

hoogleraar Epi<strong>de</strong>miologie; Universiteit Maastricht, Maastricht<br />

• ir BC Breedveld<br />

voed<strong>in</strong>gskundige; Voed<strong>in</strong>gscentrum, Den Haag<br />

• dr ir GJ Hidd<strong>in</strong>k<br />

voed<strong>in</strong>gskundige; Sticht<strong>in</strong>g Zuivel, Voed<strong>in</strong>g en Gezondheid, Utrecht en bijzon<strong>de</strong>r<br />

hoogleraar Voed<strong>in</strong>gsvoorlicht<strong>in</strong>g via <strong>in</strong>termediairen; Wagen<strong>in</strong>gen Universiteit en<br />

Researchcentrum, Wagen<strong>in</strong>gen<br />

• dr KFAM Hulshof<br />

voed<strong>in</strong>gskundige-diëtist; TNO-Voed<strong>in</strong>g, Zeist<br />

• dr EMH Mathus-Vliegen<br />

gastro-enteroloog; Aca<strong>de</strong>misch Medisch Centrum Amsterdam, Amsterdam en<br />

bijzon<strong>de</strong>r hoogleraar Kl<strong>in</strong>ische voed<strong>in</strong>g; Universiteit van Amsterdam<br />

• dr ir MC Ocké, adviseur<br />

voed<strong>in</strong>gskundige-epi<strong>de</strong>mioloog; Rijks<strong>in</strong>stituut voor Volksgezondheid en Milieu,<br />

Bilthoven<br />

• dr ir JC Sei<strong>de</strong>ll<br />

hoogleraar Voed<strong>in</strong>g en gezondheid; VU Medisch Centrum, Vrije Universiteit<br />

Amsterdam, Amsterdam<br />

De commissie 139


• dr C van Weel<br />

hoogleraar Huisartsgeneeskun<strong>de</strong>; Katholieke Universiteit Nijmegen<br />

• ir W Bosman, secretaris<br />

<strong>Gezondheidsraad</strong>, Den Haag<br />

140 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Bijlage<br />

C<br />

Schematisch overzicht <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g Voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g<br />

2-daags voed<strong>in</strong>gsdagboek:<br />

<strong>in</strong>dividuele consumptie<br />

voed<strong>in</strong>smid<strong>de</strong>len per maaltijd, per dag,<br />

per gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> dag thuis en buitenshuis<br />

Persoonskenmerken als<br />

lichaamsgewicht, lengte, gebruik<br />

voed<strong>in</strong>gssupplementen enz.<br />

Socio<strong>de</strong>mografische kenmerken op<br />

huishoud- en <strong>in</strong>dividueel niveau als<br />

huishoudsamenstell<strong>in</strong>g, socioeconomische<br />

status, opleid<strong>in</strong>g, enz.<br />

representatieve steekproef huishou<strong>de</strong>ns, hoofd huishou<strong>de</strong>n


142 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Bijlage<br />

D<br />

Mate van on<strong>de</strong>rrapportage tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> drie<br />

Voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen<br />

De gegevens van <strong>de</strong> voe<strong>de</strong>lconsumptiepeil<strong>in</strong>gen hebben groten<strong>de</strong>els betrekk<strong>in</strong>g op <strong>de</strong><br />

door <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten gerapporteer<strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie. Bekend is dat zelfrapportage<br />

on<strong>de</strong>rhevig is aan enige vorm van verstor<strong>in</strong>g, vooral wanneer er sociale wenselijkheid <strong>in</strong><br />

ged<strong>in</strong>g is.<br />

De basis voor het bepalen van een mogelijke on<strong>de</strong>rrapportage van <strong>de</strong><br />

voedselconsumptie ligt <strong>in</strong> het gebruik van <strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> bereken<strong>de</strong> energie<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g<br />

(EI) op grond van <strong>de</strong> gerapporteer<strong>de</strong> voedselconsumptie en het (gemeten of<br />

geschatte) basaalmetabolisme (BMR). Door Goldberg et al is beschreven dat <strong>de</strong>ze<br />

verhoud<strong>in</strong>g voor een populatie van m<strong>in</strong>imaal 2000 personen niet bene<strong>de</strong>n 1,54 mag<br />

komen (Gol91). Deze waar<strong>de</strong> is bepaald op grond van een theoretische bereken<strong>in</strong>g van<br />

het energieverbruik van een populatie met ger<strong>in</strong>ge lichamelijke activiteit en een<br />

tweedaagse opschrijfmetho<strong>de</strong> van <strong>de</strong> voedselconsumptie. Een EI/BMR-verhoud<strong>in</strong>g<br />

lager dan 1,54 duidt op een vermoe<strong>de</strong>lijke on<strong>de</strong>rrapportage op groepsniveau. Op<br />

<strong>in</strong>dividueel niveau is het door <strong>de</strong> grote dag-tot-dag variatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie<br />

zeer goed mogelijk dat <strong>de</strong> EI/BMR-verhoud<strong>in</strong>g bene<strong>de</strong>n <strong>de</strong> grens van 1,54 ligt. In dat<br />

geval kan als afkappunt voor <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> EI/BMR-verhoud<strong>in</strong>g over <strong>de</strong> twee<br />

opschrijfdagen van <strong>de</strong> voedselconsumptie bij een betrouwbaarheids<strong>in</strong>terval van 95%<br />

een verhoud<strong>in</strong>g van 1 wor<strong>de</strong>n gehanteerd (Gol91, Voo97).<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> EI/BMR-verhoud<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> totale populatie was voor <strong>de</strong> eerste<br />

voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g 1,58, voor <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> 1,50 en voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> 1,49. Voor alle<br />

voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen was <strong>de</strong> EI/BMR-verhoud<strong>in</strong>g voor k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren groter dan voor<br />

Mate van on<strong>de</strong>rrapportage tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> drie Voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen 143


volwassenen en voor mannen groter dan voor vrouwen (zie tabel). Voor volwassen<br />

mannen bedroegen <strong>de</strong> gevon<strong>de</strong>n verhoud<strong>in</strong>gen voor VCP-1, VCP-2 en VCP-3<br />

respectievelijk 1,58, 1,51 en 1,47; voor volwassen vrouwen lag <strong>de</strong>ze verhoud<strong>in</strong>g 7-8%<br />

lager.<br />

In <strong>de</strong> eerste voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g had 7% van <strong>de</strong> totale populatie een EI/BMRverhoud<strong>in</strong>g<br />

lager dan 1,0. In <strong>de</strong> twee an<strong>de</strong>re peil<strong>in</strong>gen bedroeg dit percentage 10%. Voor<br />

<strong>de</strong> volwassen mannen waren <strong>de</strong>ze percentages weer lager dan voor <strong>de</strong> volwassen<br />

vrouwen (mannen: 5,4% <strong>in</strong> VCP-1; 9,0% <strong>in</strong> VCP-2 en 9,9% <strong>in</strong> VCP-3; vrouwen 12,7%<br />

<strong>in</strong> VCP-1; 18,1% <strong>in</strong> VCP-2 en 16,6% <strong>in</strong> VCP-3).<br />

Op basis van <strong>de</strong>ze gegevens kan wor<strong>de</strong>n geconclu<strong>de</strong>erd dat <strong>de</strong> energie-<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g<br />

vermoe<strong>de</strong>lijk is on<strong>de</strong>rschat <strong>in</strong> alle drie voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen en dat er sprake is<br />

van een ger<strong>in</strong>ge dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> EI/BMR verhoud<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> tien jaar waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> peil<strong>in</strong>gen<br />

zijn uitgevoerd. Deze dal<strong>in</strong>g kan wor<strong>de</strong>n verklaard door een toename van <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rrapportage en/of een dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het niveau van lichamelijke activiteit. Zoals hierna<br />

blijkt spelen bei<strong>de</strong> aspecten waarschijnlijk een rol. Hoewel er geen kwantitatieve<br />

<strong>in</strong>formatie is over het energieverbruik van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse populatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

19987/88-1997/98, wijzen bepaal<strong>de</strong> <strong>in</strong>dicatoren, zoals bijvoorbeeld het gemid<strong>de</strong>ld<br />

aantal uren televisie kijken per week, het percentage mensen met een zittend beroep, het<br />

aantal bewegen<strong>de</strong> activiteiten <strong>in</strong> en om het huis erop dat <strong>de</strong> lichamelijke activiteit <strong>de</strong><br />

laatste jaren is gedaald (Fre00, Kem00, Bre01, Sch01, Sei01b). Het lichaamsgewicht en<br />

<strong>de</strong> Quetelet In<strong>de</strong>x van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse bevolk<strong>in</strong>g zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987-1997 gestegen,<br />

dit blijkt zowel uit <strong>de</strong> voe<strong>de</strong>lconsumptiepeil<strong>in</strong>gen als uit an<strong>de</strong>re bronnen (Sei95, Sei99,<br />

Sei01b, CBS01). Ook is waargenomen dat <strong>de</strong> lichamelijke <strong>in</strong>activiteit en <strong>de</strong> Quetelet<br />

In<strong>de</strong>x positief samenhangen (Sch95). De stijg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> Quetelet In<strong>de</strong>x gaat dan<br />

waarschijnlijk ook gepaard gaan met een afname van <strong>de</strong> lichamelijke activiteit.<br />

Daarnaast is uit <strong>de</strong> literatuur ook bekend dat er een positief verband tussen obesitas en<br />

on<strong>de</strong>rrapportage van <strong>de</strong> voedselconsumptie. Een toename <strong>in</strong> het percentage personen<br />

met overgewicht, zou daarom naar verwacht<strong>in</strong>g resulteren <strong>in</strong> een toename van <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rrapportage van <strong>de</strong> voedselconsumptie en daarmee <strong>de</strong> energie-<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g.<br />

In <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen is gebruik gemaakt van zelfgerapporteer<strong>de</strong> gegevens<br />

over het lichaamsgewicht en lengte. Deze gegevens zijn gebruikt voor het berekenen<br />

van het basaalmetabolisme en <strong>de</strong> Quetelet In<strong>de</strong>x. Uit on<strong>de</strong>rzoek is gebleken dat <strong>de</strong><br />

Quetelet In<strong>de</strong>x, berekend op basis van gerapporteer<strong>de</strong> of gemeten gegevens voor<br />

mannen tot 40 jaar gelijk is. Bij mannen ou<strong>de</strong>r dan 40 jaar is <strong>de</strong> Quetelet In<strong>de</strong>x berekend<br />

op basis van zelfgerapporteer<strong>de</strong> gegevens lager. Voor vrouwen wordt structureel een<br />

144 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


lagere Quetelet In<strong>de</strong>x vastgesteld als <strong>de</strong>ze wordt berekend aan <strong>de</strong> hand van<br />

zelfgerapporteer<strong>de</strong> gegevens (Vie01). Dit kan consequenties hebben voor <strong>de</strong> prevalentie<br />

van (ernstig) overgewicht, ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen. Zo constateer<strong>de</strong>n Viet<br />

et al (Vie01) dat bij zowel mannen (vanaf 50 jaar) als vrouwen er sprake was van<br />

on<strong>de</strong>rraportage van obesitas op basis van zelf gerapporteer<strong>de</strong> gegevens. Door<br />

on<strong>de</strong>rschatt<strong>in</strong>g van het lichaamsgewicht zou <strong>de</strong> werkelijke EI/BMR-verhoud<strong>in</strong>g bij<br />

zwaar<strong>de</strong>re personen nog wat lager kunnen liggen dan <strong>de</strong> bereken<strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>g op basis<br />

van <strong>de</strong> zelfgerapporteer<strong>de</strong> gegevens en zou<strong>de</strong>n er <strong>in</strong> werkelijkheid nog meer<br />

respon<strong>de</strong>nten hebben on<strong>de</strong>rgerapporteerd.<br />

Samenvattend kan wor<strong>de</strong>n geconclu<strong>de</strong>erd dat over <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van tien jaar waar<strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen hebben plaats gevon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rraportage van <strong>de</strong><br />

voedselconsumptie waarschijnlijk <strong>in</strong> beperkte mate is toegenomen. Deze toename is<br />

echte relatief kle<strong>in</strong> —tussen <strong>de</strong> laatste twee peil<strong>in</strong>gen is er nauwelijks en verschil— en<br />

kan daarom nauwelijks een verklar<strong>in</strong>g zijn voor <strong>de</strong> waargenomen <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

voedselconsumptie.<br />

Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> EI/BMR-verhoud<strong>in</strong>g naar leeftijd en geslacht en voor <strong>de</strong> totale populatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> drie voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen (VCP).<br />

VCP-1 VCP-2 VCP-3<br />

N EI/BMR N EI/BMR N EI/BMR<br />

jongens/mannen<br />

1-4 jaar 163 1,88 149 1,67 135 1,85<br />

4-7 jaar 128 1,84 164 1,74 138 1,72<br />

7-10 jaar 120 1,74 127 1,74 103 1,72<br />

10-13 jaar 148 1,72 136 1,65 112 1,65<br />

13-16 jaar 156 1,68 119 1,58 137 1,58<br />

16-19 jaar 143 1,69 128 1,52 142 1,52<br />

19-22 jaar 88 1,66 111 1,59 130 1,55<br />

22-50 jaar 1230 1,60 1306 1,52 1251 1,49<br />

50-65 jaar 386 1,50 405 1,47 454 1,43<br />

65+ jaar 226 1,54 236 1,42 185 1,40<br />

meisjes/vrouwen<br />

1-4 jaar 140 1,87 202 1,79 119 1,81<br />

4-7 jaar 128 1,77 165 1,73 138 1,76<br />

7-10 jaar 133 1,76 127 1,71 133 1,71<br />

10-13 jaar 138 1,77 119 1,67 124 1,66<br />

13-16 jaar 149 1,64 133 1,55 116 1,48<br />

16-19 jaar 166 1,57 125 1,44 139 1,48<br />

19-22 jaar 113 1,51 107 1,43 128 1,42<br />

22-50 jaar 1341 1,50 1493 1,40 1471 1,40<br />

Mate van on<strong>de</strong>rrapportage tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> drie Voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>gen 145


50-65 jaar 484 1,39 545 1,35 509 1,31<br />

65+ jaar 266 1,41 263 1,36 263 1,33<br />

mannen 13-18 jaar 299 1,68 247 1,55 279 1,55<br />

vrouwen 13-18 jaar 315 1,60 258 1,49 255 1,48<br />

mannen 19+ jaar 1930 1,58 2058 1,51 2020 1,47<br />

vrouwen 19+ jaar 2204 1,46 2408 1,39 2344 1,37<br />

totale populatie 5958 1,58 1,50 1,49<br />

EI = energie-<strong>in</strong>nem<strong>in</strong>g; BMR = basaal metabolisme<br />

146 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Bijlage<br />

E<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> consumptie<br />

van productgroepen<br />

en enkele subgroepen voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98*<br />

Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> consumptie van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len per dag (g)<br />

Statistische significantie p


melk en melkproducten totaal 367 374 385 1,2,3<br />

noten, za<strong>de</strong>n en snacks 23 27 29 2,3<br />

peulvruchten 6 7 5 1,2<br />

samengestel<strong>de</strong> gerechten 20 28 28 1,2<br />

soepen 74 70 66 1,2<br />

sojaproducten 1 1 2 2,3<br />

suiker, snoep, zoet beleg 48 42 42 1,2<br />

vetten, olien en hartige sauzen 48 48 49 1,2<br />

vis 8 9 10<br />

vlees, vleeswaren en gevogelte 117 112 111 1,2<br />

enkele subgroepen voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len:<br />

vruchtensap 49 55 71 2,3<br />

vruchtensap en fruit 174 167 173<br />

bier 139 119 121 1<br />

wijn 26 24 27 1<br />

gedistilleerd 7 6 5 1,2<br />

frisdranken 109 150 154 1,2,3<br />

suikervrije frisdranken 6 24 41 1,2,3<br />

m<strong>in</strong>eraalwater 24 32 30<br />

koffie 464 451 450 1,2,3<br />

thee 253 249 255 1,2<br />

gezoete zuiveldranken <strong>in</strong>cl dr<strong>in</strong>kyoghurt 33 37 46 2,3<br />

ontbijtgranen 3 3 4 1,2,3<br />

<strong>de</strong>egwaren en rijst 30 33 35 1,2,3<br />

aardappelproducten 22 25 27 1,2,3<br />

boter 5 3 2 1,2,3<br />

halvar<strong>in</strong>e 9 11 11 1,2,3<br />

margar<strong>in</strong>e 20 13 10 1,2,3<br />

bak en braadvet 6 5 5<br />

oliesoorten 1 1 2 1,2,3<br />

hartige sauzen met vet 6 13 15 1,2,3<br />

melk en melkproducten vol 148 85 69 1,2,3<br />

melk en melkproducten halfvol 134 192 208 1,2,3<br />

melk en melkproducten mager 85 98 108 1,2,3<br />

vlees en vleeswaren ≥ 25% vet 28 25 23 1,2,3<br />

vlees en vleeswaren 15-25% vet 26 27 29 2,3<br />

148 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


vlees en vleeswaren < 15% vet 62 60 59 2<br />

suiker en zoete sauzen 24 19 17 1,2,3<br />

noten, za<strong>de</strong>n 5 6 4<br />

droge snacks 7 8 9 2,3<br />

overige snacks 11 12 16 1,2,3<br />

varkensvlees 37 31 29 1,2,3<br />

rundvlees 19 17 16 1,2<br />

gehakt 17 18 20 2<br />

vleeswaren 25 25 24<br />

gevogelte en wild 14 15 18 1,2,3<br />

overige vleessoorten 6 5 5 2<br />

vleesvervangers


vlees, vleeswaren en gevogelte 128 118 112 2,3 106 96 97<br />

enkele subgroepen voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len:<br />

vruchtensap 41 48 76 2,3 63 62 123 2,3<br />

vruchtensap en fruit 148 134 159 202 175 213<br />

bier 49 55 86 11 15 15<br />

wijn


gehakt 18 23 23 19 16 18<br />

vleeswaren 31 29 23 2 21 20 21<br />

gevogelte en wild 19 16 15 12 13 15<br />

overige vleessoorten 4 4 4 5 5 5<br />

vleesvervangers


m<strong>in</strong>eraalwater 24 27 24 41 61 52<br />

koffie 648 622 576 2 539 473 391 1,2,3<br />

thee 211 194 192 298 346 389 2<br />

gezoete zuiveldranken <strong>in</strong>cl dr<strong>in</strong>kyoghurt 26 28 42 23 21 38<br />

ontbijtgranen 2 4 3 2 2 3 4 2<br />

<strong>de</strong>egwaren en rijst 41 52 52 1 34 37 41 2<br />

aardappelproducten 30 35 41 2 25 30 33 2,3<br />

boter 4 3 2 1,2 3 2 1 1,2,3<br />

halvar<strong>in</strong>e 12 14 15 1,2 8 8 9 1,2<br />

margar<strong>in</strong>e 27 17 12 1,2,3 16 10 7 1,2,3<br />

bak en braadvet 7 7 6 5 5 4<br />

oliesoorten 1 1 2 1,2,3 1 1 2 2,3<br />

hartige sauzen met vet 9 19 23 1,2,3 8 16 19 1,2,3<br />

melk en melkproducten vol 170 100 80 1,2,3 121 75 57 1,2,3<br />

melk en melkproducten halfvol 144 215 235 1,2 133 179 196 1,2<br />

melk en melkproducten mager 68 71 81 2,3 80 89 91 2<br />

vlees en vleeswaren ≥ 25% vet 37 31 32 1 24 21 20 1,2<br />

vlees en vleeswaren 15-25% vet 33 36 41 25 27 29<br />

vlees en vleeswaren < 15% vet 77 71 70 58 53 52 1,2<br />

suiker en zoete sauzen 36 32 32 19 16 14 1,2<br />

noten, za<strong>de</strong>n 7 8 5 6 6 5<br />

droge snacks 10 12 13 9 11 11<br />

overige snacks 18 21 26 2 14 13 19 2,3<br />

varkensvlees 45 36 33 1,2 33 29 24 1,2<br />

rundvlees 21 18 18 17 15 12 2<br />

gehakt 21 22 26 17 17 20<br />

vleeswaren 38 34 35 1,2 22 21 20<br />

gevogelte en wild 15 21 25 13 15 19 2,3<br />

overige vleessoorten 8 7 6 6 5 5<br />

vleesvervangers


Bijlage<br />

F1<br />

Grootste statistisch significante veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> consumptie<br />

(g per dag) van productgroepen en voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98*<br />

Statistisch significante veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> toename grammen gemid<strong>de</strong>ld gebruik (p


vijf grootste stijgers jongens 13-18 jaar<br />

rangor<strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lengroep<br />

toename gemid<strong>de</strong>ld<br />

gebruik<br />

toename aantal<br />

gebruikers<br />

toename gemid<strong>de</strong>ld gebruik<br />

door gebruikers<br />

gram % % p


vijf grootste stijgers mannen 19-35 jaar<br />

rangor<strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lengroep<br />

toename gemid<strong>de</strong>ld<br />

gebruik<br />

toename aantal<br />

gebruikers<br />

toename gemid<strong>de</strong>ld gebruik<br />

door gebruikers<br />

gram % % p


156 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Bijlage<br />

F2<br />

Grootste statistisch significante procentuele<br />

veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

consumptie<br />

(g per dag) van productgroepen en voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98*<br />

Statistisch significante procentuele veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het gemid<strong>de</strong>ld gebruik <strong>in</strong> grammen (p


vijf grootste stijgers jongens 13-18 jaar<br />

rangor<strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lengroep<br />

toename gemid<strong>de</strong>ld<br />

gebruik<br />

toename aantal<br />

gebruikers<br />

toename gemid<strong>de</strong>ld gebruik<br />

door gebruikers<br />

% gram % p


vijf grootste stijgers mannen 19-35 jaar<br />

rangor<strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lengroep<br />

toename gemid<strong>de</strong>ld<br />

gebruik<br />

toename aantal<br />

gebruikers<br />

toename gemid<strong>de</strong>ld gebruik<br />

door gebruikers<br />

% gram % p


160 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Bijlage<br />

F3<br />

Grootste statistisch significante veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen<br />

<strong>in</strong> het percentage gebruikers*<br />

van productgroepen en voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98**<br />

Statistisch significante veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het percentage gebruikers (p


4 boter 8,7 3,0 60,0 s 5,0 25,0 s<br />

5 vlees(waren) met ten m<strong>in</strong>ste 25% vet 6,7 5,0 17,9 s 4,0 9,5 s<br />

toename<br />

aantal<br />

gebruikers<br />

toename gemid<strong>de</strong>ld gebruik<br />

toename gemid<strong>de</strong>ld gebruik door<br />

gebruikers<br />

% gram % p


2 koffie 25,3 97,0 72,9 s 12,0 5,2 ns<br />

3 margar<strong>in</strong>e 17,1 9,0 47,4 s 8,0 34,8 s<br />

4 suiker 15,4 9,0 45,0 s 8,0 33,3 s<br />

5 thee 13,2 57,0 22,6 ns 21,0 6,5 ns<br />

toename<br />

aantal<br />

gebruikers<br />

toename gemid<strong>de</strong>ld gebruik<br />

toename gemid<strong>de</strong>ld gebruik door<br />

gebruikers<br />

% gram % p


vijf grootste dalers vrouwen 19-35 jaar<br />

rangor<strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lengroep<br />

afname<br />

aantal<br />

gebruikers<br />

afname gemid<strong>de</strong>ld gebruik<br />

afname gemid<strong>de</strong>ld gebruik door<br />

gebruikers<br />

% gram % p


Bijlage<br />

G<br />

Antropometrische gegevens*<br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> lengte (cm)<br />

1987/88-1997/98<br />

referentiewaar<strong>de</strong> 1987/88 1992 1997/98 verschil toename <strong>in</strong> % p


QI (kg/m 2 )<br />

1987/88-1997/98<br />

1987/88 1992 1997/98 verschil toename <strong>in</strong> % p=25-=30<br />

energie <strong>in</strong>name per kg lichaamsgewicht<br />

kJ 1987/88-1997/98<br />

1987/88 1992 1997/98 verschil dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> % p


Prevalentie van overgewicht en obesitas <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland volgens <strong>de</strong> meest recente analyses van <strong>de</strong> gegevens van het REGENBOOG<br />

project (2000) van het RIVM (gewogen naar <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse bevolk<strong>in</strong>g) Bron: Sei02a<br />

overgewicht (%) obesitas (%) totaal (%)<br />

leeftijd mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen<br />

20 t/m 29 jaar 24 23 5 3 29 26<br />

30 t/m 39 jaar 36 23 7 10 43 33<br />

40 t/m 49 jaar 46 32 14 9 60 41<br />

50 t/m 59 jaar 54 35 17 14 71 49<br />

60 t/m 69 jaar 55 49 11 24 66 73<br />

>70 jaar 50 32 10 25 60 57<br />

overgewicht: QI ≥25-


168 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Bijlage<br />

H<br />

Percentage respon<strong>de</strong>nten dat voldoet aan<br />

<strong>de</strong> ‘Richtlijnen goe<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g’<br />

voor totaal vet, verzadig<strong>de</strong> vetzuren, koolhydraten en voed<strong>in</strong>gsvezel<br />

gezamenlijk en aan <strong>de</strong> richtlijnen afzon<strong>de</strong>rlijk voor <strong>de</strong>ze voed<strong>in</strong>gsstoffen*<br />

percentage respon<strong>de</strong>nten dat voldoet aan <strong>de</strong> richtlijnen voor totaal vet, verzadig<strong>de</strong> vetzuren, koolhydraten en voed<strong>in</strong>gsvezel<br />

gezamenlijk.<br />

1987/88 1992 1997/98 1987/88-1997/98 % veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

totale populatie 1,7 2,1 1,8 5,8<br />

jongens 13 t/ 18 jaar 1,0 1,7 1,0 0,0<br />

meisjes 13 t/m 18 jaar 1,3 2,4 1,1 -15,4<br />

mannen 19 t/m 35 jaar 1,4 2,4 1,0 -28,6<br />

vrouwen 19 t/m 35 jaar 1,7 2,7 2,0 17,6<br />

percentage respon<strong>de</strong>nten dat voldoet aan <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke richtlijnen voor totaal vet, verzadig<strong>de</strong> vetzuren, koolhydraten en<br />

voed<strong>in</strong>gsvezel (vier varianten)<br />

totale populatie 1987/88-1997/98<br />

vet (en%) < 34,5


1987/88-1997/98<br />

koolhydraten (en%) ≥44 44-45 ≥45 ≥46 % veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

1987/88 52,3 5,2 47,1 41,8<br />

1992,0 59,7 4,8 54,9 49,2<br />

1997/98 61,2 4,6 56,6 52,1 20,2<br />

1987/88-1997/98<br />

voed<strong>in</strong>gsvezel (g/MJ) ≥2,5 2,5-3,0 ≥3,0 ≥3,5 % veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

1987/88 36,8 18,8 18,0 7,1<br />

1992,0 36,3 18,5 17,8 8,1<br />

1997/98 34,7 17,9 16,8 7,7 -6,7<br />

jongens 13 t/m 18 jaar 1987/88-1997/98<br />

vet (en%) < 34,5


1987/88-1997/98<br />

koolhydraten (en%) ≥44 44-45 ≥45 ≥46 % veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

1987/88 73,7 6,0 67,7 61,4<br />

1992,0 80,9 3,5 77,4 70,9<br />

1997/98 82,7 3,1 79,6 76,1 17,6<br />

1987/88-1997/98<br />

voed<strong>in</strong>gsvezel (g/MJ) ≥2,5 2,5-3,0 ≥3,0 ≥3,5 % veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

1987/88 35,2 19,7 15,5 6,6<br />

1992,0 31,0 17,1 13,9 3,6<br />

1997/98 26,6 17,0 9,6 3,6 -38,1<br />

mannen 19 t/m 35 jaar 1987/88-1997/98<br />

vet (en%)


1987/88-1997/98<br />

koolhydraten (en%) ≥44 44-45 ≥45 ≥46 % veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

1987/88 50,5 5,4 55,9 36,8<br />

1992,0 61,4 7,0 54,4 48,1<br />

1997/98 68,3 5,4 62,9 56,5 12,5<br />

1987/88-1997/98<br />

voed<strong>in</strong>gsvezel (g/MJ) ≥2,5 2,5-3,0 ≥3,0 ≥3,5 % veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

1987/88 37,1 18,9 18,2 7,3<br />

1992,0 36,4 17,0 19,4 9,8<br />

1997/98 30,4 14,4 16,0 7,9 -12,1<br />

172 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Bijlage<br />

I<br />

Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> dagelijkse voorzien<strong>in</strong>g<br />

met energie en voed<strong>in</strong>gsstoffen <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1998/88-1997/98*<br />

totale populatie<br />

1987/88 (n=5898) 1997/98 (n=5958) verschil verschil<br />

gem sign<br />

voed<strong>in</strong>gsstof gem sd gem sd % p


transvetzuren g 11,0 7,0 4,0 3,0 -63,6 s<br />

verz vetzuren <strong>in</strong>cl. trans g 50,0 21,0 40,0 16,0 -20,0 s<br />

onverzadig<strong>de</strong> vetzuren g 44,0 19,0 45,0 19,0 2,3 ns<br />

koolhydraten totaal g 254,0 86,0 254,0 85,0 0,0 ns<br />

mono- en disachari<strong>de</strong>n g 128,0 54,0 126,0 54,0 -1,6 ns<br />

alcohol g 10,0 19,0 9,0 18,0 -10,0 ns<br />

voed<strong>in</strong>gsvezel g 22,0 9,0 21,0 8,0 -4,5 s<br />

calcium mg 976,0 410,0 987,0 416,0 1,1 ns<br />

ijzer mg 10,9 3,8 10,7 3,9 -1,8 s<br />

ret<strong>in</strong>olequivalenten µg 1084,0 1224,0 885,0 932,0 -18,3 s<br />

vitam<strong>in</strong>e B6 mg 1,5 0,6 1,6 0,6 4,6 s<br />

foliumzuur µg 256,0 95,0 247,0 91,0 -3,5 s<br />

vitm<strong>in</strong>e B12 µg 4,6 4,6 4,3 3,8 -8,2 s<br />

vitam<strong>in</strong>e C mg 75,0 50,0 77,0 50,0 2,7 s<br />

vitam<strong>in</strong>e D µg 3,9 2,3 3,8 2,3 -2,6 s<br />

vitam<strong>in</strong>e E mg 13,3 6,7 12,6 6,6 -5,3 s<br />

calcium mg/MJ 105,0 44,0 112,0 46,0 6,7 s<br />

ijzer mg/MJ 1,2 0,3 1,2 0,3 2,6 s<br />

ret<strong>in</strong>olequivalenten µg/MJ 113,0 122,0 97,0 96,0 -14,2 s<br />

vitam<strong>in</strong>e B6 mg/MJ 159,0 47,0 175,0 53,0 10,1 s<br />

foliumzuur µg/MJ 27,4 10,0 27,7 9,8 -1,1 ns<br />

vitm<strong>in</strong>e B12 µg/MJ 0,5 0,6 0,5 0,4 -6,0 s<br />

vitam<strong>in</strong>e C mg/MJ 8,4 6,6 8,9 6,4 6,0 s<br />

vitam<strong>in</strong>e D µg/MJ 0,4 0,2 0,4 0,2 2,5 s<br />

vitam<strong>in</strong>e E mg/MJ 1,4 0,5 1,4 0,6 0,7 s<br />

jongens 13 t/m 18 jaar<br />

1987/88 (n=326) 1997/98 (n=328) verschil sign.<br />

gem verschil<br />

voed<strong>in</strong>gsstof gem sd mediaan gem sd mediaan % p


alcohol en% 0,4 1,6 0,0 1,0 2,8 0,0 150,0 ns<br />

voed<strong>in</strong>gsvezel g/MJ 2,2 0,6 2,2 2,0 0,6 2,0 -4,8 s<br />

eiwit totaal g 92,0 26,0 89,0 87,0 25,0 85,0 -5,4 ns<br />

plantaardig eiwit g 37,0 11,0 35,0 34,0 11,0 33,0 -8,1 ns<br />

vet totaal g 125,0 42,0 121,0 105,0 36,0 102,0 -16,0 s<br />

verzadig<strong>de</strong> vetzuren g 46,0 16,0 44,0 40,0 13,0 38,0 -13,0 s<br />

transvetzuren g 15,0 9,0 13,0 6,0 4,0 5,0 -46,7 s<br />

verz vetzuren <strong>in</strong>cl. trans g 62,0 23,0 57,0 46,0 16,0 44,0 -25,8 ns<br />

onverzadig<strong>de</strong> vetzuren g 56,0 20,0 56,0 53,0 20,0 50,0 -5,4 ns<br />

koolhydraten totaal g 347,0 96,0 334,0 333,0 91,0 334,0 -4,0 ns<br />

mono- en disachari<strong>de</strong>n g 175,0 64,0 164,0 173,0 60,0 165,0 -1,1 ns<br />

alcohol g 2,0 11,0 0,0 4,0 14,0 0,0 100,0 ns<br />

voed<strong>in</strong>gsvezel g 26,0 8,0 26,0 23,0 9,0 21,0 -11,5 s<br />

calcium mg 1120,0 519,0 1003,0 1071,0 462,0 1038,0 -4,4 ns<br />

ijzer mg 12,2 3,6 12,1 11,2 3,6 11,0 -35,9 s<br />

ret<strong>in</strong>olequivalenten µg 1227,0 1269,0 911,0 870,0 767,0 660,0 -29,1 s<br />

vitam<strong>in</strong>e B6 mg 1,7 0,7 1,6 1,7 0,7 1,6 0,0 ns<br />

foliumzuur µg 291,0 102,0 281,0 264,0 86,0 256,0 -9,3 s<br />

vitam<strong>in</strong>e B12 µg 4,9 5,4 4,5 4,2 3,1 3,6 -13,3 ns<br />

vitam<strong>in</strong>e C mg 70,0 44,0 61,0 74,0 46,0 63,0 5,7 ns<br />

vitam<strong>in</strong>e D µg 4,8 2,3 4,5 4,3 2,1 4,0 -10,4 ns<br />

vitam<strong>in</strong>e E mg 17,2 7,4 15,6 15,6 7,7 14,4 -9,3<br />

calcium mg/MJ 93,0 37,0 89,0 98,0 38,0 96,0 5,4 ns<br />

ijzer mg/MJ 1,0 0,2 1,0 1,0 0,2 1,0 -1,0 ns<br />

ret<strong>in</strong>olequivalenten µg/MJ 99,0 93,0 71,0 79,0 67,0 59,0 -20,2 s<br />

vitam<strong>in</strong>e B6 mg/MJ 143,0 40,0 137,0 154,0 41,0 151,0 7,7 s<br />

foliumzuur µg/MJ 24,2 6,7 23,8 24,2 7,0 23,0 0,0 ns<br />

vitm<strong>in</strong>e B12 µg/MJ 0,4 0,4 0,4 0,4 0,2 0,3 -5,0 ns<br />

vitam<strong>in</strong>e C mg/MJ 5,9 3,8 5,1 6,9 4,5 5,9 16,9 ns<br />

vitam<strong>in</strong>e D µg/MJ 0,4 0,2 0,4 0,4 0,2 0,5 0,0 ns<br />

vitam<strong>in</strong>e E mg/MJ 1,4 0,4 1,4 1,4 0,5 1,3 -0,7 ns<br />

meisjes 13 t/m 18 jaar<br />

1987/88 (n=322) 1997/98 (n=325) verschil sign.<br />

gem verschil<br />

voed<strong>in</strong>gsstof gem sd mediaan gem sd mediaan % p


vet totaal en% 38,4 6,6 38,1 35,5 6,2 35,2 -7,5 s<br />

verzadig<strong>de</strong> vetzuren en% 14,4 2,8 14,3 14,0 2,9 13,9 -2,8 ns<br />

transvetzuren en% 4,7 2,3 4,3 1,8 1,0 1,6 -61,7 s<br />

verz vetzuren <strong>in</strong>cl. trans en% 19,1 4,3 18,9 15,8 3,2 15,9 -17,3 s<br />

onverzadig<strong>de</strong> vetzuren en% 17,0 3,6 17,0 17,6 4,2 16,8 3,5 ns<br />

koolhydraten totaal en% 48,1 6,9 47,9 50,6 6,7 50,6 5,2 s<br />

mono- en disacchari<strong>de</strong>n en% 24,7 7,0 24,8 26,6 7,2 26,6 7,8 ns<br />

alcohol en% 0,2 1,7 0,0 0,4 1,4 0,0 100,0 ns<br />

voed<strong>in</strong>gsvezel g/MJ 2,3 0,7 2,2 2,1 0,7 2,0 -8,9 s<br />

eiwit totaal g 73,0 19,0 71,0 71,0 19,0 70,0 -2,7 ns<br />

plantaardig eiwit g 28,0 8,0 27,0 26,0 7,0 27,0 -4,9 ns<br />

vet totaal g 98,0 32,0 94,0 84,0 27,0 82,0 -14,3 s<br />

verzadig<strong>de</strong> vetzuren g 37,0 12,0 35,0 33,0 11,0 32,0 -10,8 s<br />

transvetzuren g 12,0 7,0 10,0 4,0 3,0 4,0 -66,7 s<br />

verz vetzuren <strong>in</strong>cl. trans g 49,0 17,0 46,0 37,0 12,0 37,0 -24,5 s<br />

onverzadig<strong>de</strong> vetzuren g 43,0 16,0 41,0 42,0 16,0 39,0 -2,3 ns<br />

koolhydraten totaal g 272,0 73,0 269,0 267,0 69,0 267,0 -1,8 ns<br />

mono- en disacchari<strong>de</strong>n g 140,0 51,0 136,0 141,0 51,0 138,0 0,7 ns<br />

alcohol g 1,0 5,0 0,0 1,0 5,0 0,0 0,0 ns<br />

voed<strong>in</strong>gsvezel g 22,0 7,0 21,0 18,0 6,0 18,0 -18,2 s<br />

calcium mg 902,0 365,0 878,0 908,0 369,0 887,0 -0,7 ns<br />

ijzer mg 10,1 3,3 9,7 9,5 3,0 9,3 -5,9 s<br />

ret<strong>in</strong>olequivalenten µg 905,0 778,0 680,0 724,0 641,0 518,0 -20,0 s<br />

vitam<strong>in</strong>e B6 mg 1,4 0,5 1,3 1,4 0,5 1,4 0,7 ns<br />

foliumzuur µg 243,0 79,0 231,0 229,0 72,0 223,0 -5,8 ns<br />

vitam<strong>in</strong>e B12 µg 3,8 2,1 3,5 3,4 1,7 3,1 -11,3 ns<br />

vitam<strong>in</strong>e C mg 74,0 49,0 60,0 81,0 53,0 67,0 9,5 ns<br />

vitam<strong>in</strong>e D µg 3,6 1,7 3,4 3,4 2,0 3,0 -5,5 ns<br />

vitam<strong>in</strong>e E mg 13,2 5,4 12,0 12,0 5,5 11,0 -9,1 s<br />

calcium mg/MJ 96,0 35,0 93,0 103,0 37,0 99,0 7,3 ns<br />

ijzer mg/MJ 1,1 0,3 1,1 1,1 0,3 1,0 0,0 ns<br />

ret<strong>in</strong>olequivalenten µg/MJ 96,0 81,0 73,0 82,0 67,0 58,0 -14,6 ns<br />

vitam<strong>in</strong>e B6 mg/MJ 147,0 42,0 142,0 156,0 44,0 156,0 6,1 s<br />

foliumzuur µg/MJ 26,3 9,2 24,4 26,4 8,2 24,7 0,4 ns<br />

vitm<strong>in</strong>e B12 µg/MJ 0,4 0,2 0,4 0,4 0,2 0,4 -7,3 ns<br />

vitam<strong>in</strong>e C mg/MJ 8,2 5,9 6,7 9,4 6,4 7,6 14,6 ns<br />

vitam<strong>in</strong>e D µg/MJ 0,4 0,2 0,4 0,4 0,2 0,4 0,0 ns<br />

vitam<strong>in</strong>e E mg/MJ 1,4 0,5 1,3 1,4 0,5 1,3 -2,2 ns<br />

176 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


mannen 19 t/m 35 jaar<br />

1987/88 (n=836) 1997/98 (n=727) verschil sign.<br />

gem verschil<br />

voed<strong>in</strong>gsstof gem sd mediaan gem sd mediaan % p


et<strong>in</strong>olequivalenten µg/MJ 114,0 130,0 78,0 92,0 108,0 62,0 -19,3 s<br />

vitam<strong>in</strong>e B6 mg/MJ 164,0 43,0 161,0 172,0 48,0 168,0 4,9 s<br />

foliumzuur µg/MJ 26,1 8,0 24,5 24,5 7,6 23,3 -6,1 s<br />

vitm<strong>in</strong>e B12 µg/MJ 0,5 0,5 0,4 0,4 0,3 0,4 -10,6 s<br />

vitam<strong>in</strong>e C mg/MJ 6,7 4,6 5,7 6,8 4,4 5,9 1,5 ns<br />

vitam<strong>in</strong>e D µg/MJ 0,4 0,2 0,4 0,4 0,2 0,4 -7,3 s<br />

vitam<strong>in</strong>e E mg/MJ 1,4 0,5 1,3 1,3 0,5 1,2 -4,3 s<br />

vrouwen 19 t/m 35 jaar<br />

1987/88 (n=839) 1997/98 (n=710) verschil sign.<br />

verschil<br />

voed<strong>in</strong>gsstof gem sd mediaan gem sd mediaan % P


vitam<strong>in</strong>e B12 µg 4,4 5,1 3,5 3,7 2,3 3,3 -15,6 s<br />

vitam<strong>in</strong>e C mg 72,0 47,0 63,0 80,0 53,0 72,0 11,1 s<br />

vitam<strong>in</strong>e D µg 3,4 1,9 3,1 3,0 1,5 2,9 -11,8 s<br />

vitam<strong>in</strong>e E mg 12,5 5,6 11,8 11,6 5,6 10,9 -7,2 ns<br />

calcium mg/MJ 110,0 55,0 105,0 110,0 44,0 107,0 0,0 ns<br />

ijzer mg/MJ 1,2 0,3 1,2 1,2 0,3 1,2 0,0 ns<br />

ret<strong>in</strong>olequivalenten µg/MJ 118,0 147,0 81,0 88,0 77,0 65,0 -25,4 s<br />

vitam<strong>in</strong>e B6 mg/MJ 157,0 47,0 151,0 176,0 55,0 171,0 12,1 s<br />

foliumzuur µg/MJ 27,7 10,6 25,7 27,2 9,6 25,9 -1,8 ns<br />

vitm<strong>in</strong>e B12 µg/MJ 0,5 0,6 0,4 0,4 0,3 0,4 -15,7 s<br />

vitam<strong>in</strong>e C mg/MJ 8,6 7,4 7,1 9,5 6,5 8,1 10,5 s<br />

vitam<strong>in</strong>e D µg/MJ 0,4 0,2 0,4 0,4 0,2 0,3 -7,9 ns<br />

vitam<strong>in</strong>e E mg/MJ 1,4 0,5 1,3 1,3 0,5 1,3 -4,3 s<br />

Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> dagelijkse voorzien<strong>in</strong>g 179


180 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Bijlage<br />

J<br />

Door <strong>de</strong> commissie gehanteer<strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>gsnormen<br />

voed<strong>in</strong>gsstof 13 t/m 18 jaar 19 t/m 35 jaar<br />

jongens meisjes mannen vrouwen basis<br />

energie kJ 12 700 10 100 11 300 10 000 Gez01<br />

eiwit totaal en% 6,5 7,0 8,0 9,0 Gez01<br />

vet totaal en% 35,0 35,0 35,0 35,0 Gez01<br />

verzadig<strong>de</strong> vetzuren en% 10,0 10,0 10,0 10,0 Gez01<br />

transvetzuren en% 1,0 1,0 1,0 1,0 Gez01<br />

cis onverzadig<strong>de</strong> vetzuren en% 8-33 8-33 8-33 8-33 Gez01<br />

koolhydraten totaal en% 45,0 45,0 40,0 40,0 Gez01<br />

voed<strong>in</strong>gsvezel g/MJ 3,0 3,0 3,0 3,0 Voe92<br />

calcium mg 1200,0 1100,0 1000,0 1000,0 Gez00<br />

ijzer mg 15,0 13,0 9,4 15,2 Voe92<br />

ret<strong>in</strong>olequivalenten µg 1000,0 800,0 1000,0 800,0 Voe92<br />

vitam<strong>in</strong>e B6 mg 1,5 1,3 1,4 1,1 Voe92<br />

foliumzuur µg 137,5 137,5 200,0 200,0 Voe92<br />

vitam<strong>in</strong>e B12 µg 2,4 2,1 2,5 2,4 Voe92<br />

vitam<strong>in</strong>e C mg 67,5 65,0 70,0 70,0 Voe92<br />

vitam<strong>in</strong>e D µg 2,5 2,5 2,5 2,5 Gez00<br />

vitam<strong>in</strong>e E mg 13,7 14,2 14,2 10,0 Voe92<br />

Door <strong>de</strong> commissie gehanteer<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsnormen 181


182 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


Bijlage<br />

K<br />

Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> dagelijkse voorzien<strong>in</strong>g<br />

met energie en voed<strong>in</strong>gsstoffen naar ontbijtgebruik <strong>in</strong> 1997/98*<br />

Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> dagelijkse <strong>in</strong>name van energie en voed<strong>in</strong>gsstoffen naar ontbijtgebruik <strong>in</strong> 1997/98 (standaardisatie <strong>de</strong>mografische gegevens<br />

basis 1987/88)<br />

mannen 19-35 jaar<br />

aantal respon<strong>de</strong>nten geen ontbijt a : 136 wel ontbijt a : 470 significantie<br />

gem SD gem SD<br />

energie kJ 10 671 3117 11 971 3117 ***<br />

eiwit totaal en% 13,7 3,3 14,3 2,8 *<br />

plantaardig eiwit en% 4,7 1,1 5,3 1,2 ***<br />

vet totaal en% 35,3 8,0 36,2 5,9<br />

verzadig<strong>de</strong> vetzuren en% 13,7 3,4 14,1 2,9<br />

transvetzuren en% 1,8 1,3 1,7 0,9<br />

verzadig<strong>de</strong> vetzuren <strong>in</strong>cl. trans en% 15,8 2,9 15,8 3,2<br />

onverzadig<strong>de</strong> vetzuren en% 17,7 4,8 18,2 3,6<br />

koolhydraten totaal en% 47,6 8,2 46,4 7,0<br />

mono- en disacchari<strong>de</strong>n en% 24,0 9,0 22,3 6,6<br />

alcohol (alleen gebruikers) en% 8,0 9,4 5,5 5,1<br />

eiwit totaal g 87,0 30,0 101,0 31,0 ***<br />

plantaardig eiwit g 30,0 10,0 37,0 12,0 ***<br />

vet totaal g 101,0 37,0 115,0 38,0 ***<br />

verzadig<strong>de</strong> vetzuren g 39,0 15,0 45,0 16,0 **<br />

* Standaardisatie <strong>de</strong>mografische gegevens basis 1987/88.<br />

Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> dagelijkse voorzien<strong>in</strong>g 183


transvetzuren g 5,0 4,0 5,0 3,0 *<br />

verzadig<strong>de</strong> vetzuren <strong>in</strong>cl. trans g 44,0 17,0 50,0 18,0 ***<br />

onverzadig<strong>de</strong> vetzuren g 50,0 20,0 58,0 20,0 ***<br />

koolhydraten totaal g 300,0 99,0 328,0 89,0 **<br />

mono- en disacchari<strong>de</strong>n g 150,0 65,0 158,0 58,0<br />

voed<strong>in</strong>gsvezel g 19,0 8,0 26,0 9,0 ***<br />

alcohol (alleen gebruikers) g 30,0 35,0 25,0 29,0<br />

calcium mg 882,0 452,0 1169,0 503,0 ***<br />

ijzer mg 11,2 4,1 13,4 4,3 ***<br />

ret<strong>in</strong>olequivalenten µg 964,0 1082,0 1151,0 1583,0 ***<br />

vitam<strong>in</strong>e B6 mg 1,8 0,7 2,1 0,7 ***<br />

foliumzuur µg 230,0 79,0 299,0 97,0 ***<br />

vitm<strong>in</strong>e B12 µg 4,5 3,4 5,1 3,9<br />

vitam<strong>in</strong>e C mg 60,0 37,0 83,0 53,0 ***<br />

vitam<strong>in</strong>e D µg 4,0 2,4 4,6 2,2 ***<br />

vitam<strong>in</strong>e E mg 12,7 6,5 15,8 7,0 ***<br />

voed<strong>in</strong>gsvezel g/MJ 1,8 0,6 2,2 0,8 ***<br />

calcium mg/MJ 83,0 35,0 99,0 38,0 ***<br />

ijzer mg/MJ 1,0 0,3 1,1 0,3 **<br />

ret<strong>in</strong>olequivalenten µg/MJ 87,0 95,0 98,0 120,0 **<br />

vitam<strong>in</strong>e B6 µg/MJ 166,0 52,0 174,0 46,0 *<br />

foliumzuur µg/MJ 21,8 6,2 25,6 8,0 ***<br />

vitam<strong>in</strong>e B12 µg/MJ 0,4 0,3 0,4 0,3<br />

vitam<strong>in</strong>e C mg/MJ 6,8 3,4 7,2 4,7 ***<br />

vitam<strong>in</strong>e D µg/MJ 0,4 0,2 0,4 0,2<br />

vitam<strong>in</strong>e E mg/MJ 1,2 0,6 1,3 0,5 ***<br />

energie/lichaamsgewicht kJ/kg 137,0 43,0 153,0 45,0 ***<br />

eiwit/lichaamsgewicht g/kg 1,1 0,4 1,3 0,4<br />

lichaamsgewicht kg 79,4 13,1 80,0 12,1<br />

lichaamslengte cm 182,0 8,0 184,0 7,0<br />

Quetelet In<strong>de</strong>x kg/m 2 24,0 3,9 23,8 3,4<br />

vrouwen 19-35 jaar<br />

aantal respon<strong>de</strong>nten geen ontbijt a : 136 wel ontbijt a : 470 significantie<br />

gem sd gem sd<br />

energie kJ 8889 2256 7997 2303 ***<br />

eiwit totaal en% 14,1 3,8 14,8 3,5<br />

plantaardig eiwit en% 4,8 1,1 5,3 1,2 ***<br />

184 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie


vet totaal en% 37,3 7,5 36,5 6,5<br />

verzadig<strong>de</strong> vetzuren en% 14,2 3,2 14,8 3,6<br />

transvetzuren en% 2,1 1,4 1,9 1,0<br />

verzadig<strong>de</strong> vetzuren <strong>in</strong>cl. trans en% 17,0 4,2 16,1 3,6<br />

onverzadig<strong>de</strong> vetzuren en% 18,2 4,3 18,2 4,1<br />

koolhydraten totaal en% 46,2 8,4 47,6 7,5<br />

mono- en disachari<strong>de</strong>n en% 23,0 9,6 23,1 7,0<br />

alcohol (alleen gebruikers) en% 7,0 8,1 4,0 4,7<br />

eiwit totaal g 66,0 21,0 76,0 20,0 ***<br />

plantaardig eiwit g 23,0 7,0 28,0 8,0 ***<br />

vet totaal g 79,0 28,0 87,0 29,0 *<br />

verzadig<strong>de</strong> vetzuren g 31,0 11,0 34,0 12,0<br />

transvetzuren g 5,0 3,0 5,0 3,0<br />

verzadig<strong>de</strong> vetzuren <strong>in</strong>cl. trans g 36,0 13,0 38,0 14,0<br />

onverzadig<strong>de</strong> vetzuren g 39,0 15,0 43,0 16,0 *<br />

koolhydraten totaal g 220,0 76,0 251,0 72,0 ***<br />

mono- en disachari<strong>de</strong>n g 109,0 55,0 123,0 49,0 *<br />

voed<strong>in</strong>gsvezel g 16,0 6,0 20,0 6,0 ***<br />

alcohol g 21,0 25,0 13,0 16,0<br />

calcium mg 789,0 307,0 964,0 371,0 ***<br />

ijzer mg 9,0 2,8 10,6 3,0 ***<br />

ret<strong>in</strong>olequivalenten µg 748,0 872,0 778,0 661,0 *<br />

vitam<strong>in</strong>e B6 mg 1,4 0,5 1,5 0,5 ***<br />

foliumzuur µg 189,0 66,0 240,0 78,0 ***<br />

vitm<strong>in</strong>e B12 µg 3,2 1,8 3,8 2,4 *<br />

vitam<strong>in</strong>e C mg 59,0 34,0 84,0 53,0 ***<br />

vitam<strong>in</strong>e D µg 2,6 1,4 3,1 1,5 **<br />

vitam<strong>in</strong>e E mg 9,8 5,2 12,0 5,5 ***<br />

voed<strong>in</strong>gsvezel g/MJ 2,0 0,8 2,3 0,8 ***<br />

calcium mg/MJ 104,0 44,0 112,0 43,0 *<br />

ijzer mg/MJ 1,2 0,3 1,2 0,3<br />

ret<strong>in</strong>olequivalenten µg/MJ 93,0 101,0 89,0 75,0<br />

vitam<strong>in</strong>e B6 µg/MJ 174,0 57,0 176,0 53,0<br />

foliumzuur µg/MJ 24,3 8,1 27,9 9,7 ***<br />

vitam<strong>in</strong>e B12 µg/MJ 0,4 0,2 0,5 0,3<br />

vitam<strong>in</strong>e C mg/MJ 7,8 4,9 9,9 6,6 **<br />

vitam<strong>in</strong>e D µg/MJ 0,3 0,2 0,4 0,2<br />

vitam<strong>in</strong>e E mg/MJ 1,2 0,5 1,3 0,5 *<br />

Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> dagelijkse voorzien<strong>in</strong>g 185


energie/lichaamsgewicht kJ/kg 125,0 43,0 135,0 41,0 *<br />

eiwit/lichaamsgewicht g/kg 1,0 0,4 1,2 0,4<br />

lichaamsgewicht kg 66,9 14,5 68,4 13,8<br />

lichaamslengte cm 169,0 7,0 170,0 7,0<br />

Quetelet In<strong>de</strong>x kg/m 2 23,4 4,8 23,7 4,5<br />

* = p


Bijlage<br />

L<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het productgebruik<br />

(percentage gebruikers*) naar maaltijd <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987/88-1997/98 (totale populatie)<br />

Productgebruik (percentage gebruikers) naar maaltijd (totale populatie)<br />

ontbijt lunch warme maaltijd tussendoor<br />

1987/88 1997/98 1987/88 1997/98 1987/88 1997/98 1987/88 1997/98<br />

% % % % % % % %<br />

ontbijtgranen 7 10 a a<br />

4 4<br />

a a<br />

brood 83 76 95 93 23 15 37 35<br />

kaas 31 29 57 55 12 18 24 22<br />

vleeswaren 22 20 59 56 12 18 18 17<br />

ei 9 7 20 16 31 31 6 3<br />

melk(producten) 47 54 67 64 78 76 74 69<br />

fruit 8 10 25 22 47 37 53 49<br />

vruchtensap 7 11 3 6 5 7 24 24<br />

thee 53 40 22 20 a a<br />

48 44<br />

koffie 22 26 21 18 4 4 73 66<br />

suiker 44 33 29 22 32 23 58 49<br />

soep a a<br />

12 12 29 22 4 4<br />

aardappelen a a a a<br />

87 84 3<br />

a<br />

rijst, pasta a a a a 24 29 a a<br />

samengestel<strong>de</strong> producten<br />

a a<br />

4 4 10 14 3<br />

a<br />

groenten a a 11 13 93 90 8 7<br />

varkensvlees a a 6 a 50 43 a a<br />

* Gestandaardiseerd op <strong>de</strong> <strong>de</strong>mografische gegevens (leeftijd, geslacht en opleid<strong>in</strong>g) van 1987/88.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het productgebruik 187


undvlees<br />

a a<br />

5 4 29 25<br />

a a<br />

gevogelte<br />

a a a<br />

4 15 22<br />

a a<br />

gehakt<br />

a a a a<br />

30 32<br />

a a<br />

vis<br />

a a<br />

5 5 6 8<br />

a a<br />

alcoholische dranken<br />

a a a a<br />

9 10 38 33<br />

frisdranken a a<br />

4 8 10 16 44 48<br />

light frisdrank a a a a a a a<br />

11<br />

noten, za<strong>de</strong>n, snacks (vleesbevatten<strong>de</strong><br />

a<br />

4( a ) 6(4) 13(5) 12(9) 17(12) 43(7) 43(7)<br />

snacks)<br />

koek en gebak (<strong>in</strong>cl. ontbijtkoek) 8 9 4 7<br />

a a 81 76<br />

a<br />

≤ 3%<br />

188 <strong>Enkele</strong> <strong>belangrijke</strong> <strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselconsumptie

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!