Eigentijds rapport - Faculteit Geowetenschappen - Universiteit Utrecht
Eigentijds rapport - Faculteit Geowetenschappen - Universiteit Utrecht
Eigentijds rapport - Faculteit Geowetenschappen - Universiteit Utrecht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Tijdens de laagwaterperiode van september<br />
2004 waren de stuwen in de Nederrijn gesloten en<br />
bewoog slechts weinig zwevend sediment door de<br />
Nederrijn (2 m 3 /dag excl. poriën). In de IJssel was<br />
het transport wat groter (12 m 3 /dag), maar nog<br />
altijd iets kleiner dan in het Pannerdensch Kanaal<br />
(circa 15 m 3 /dag). De onzekerheid van de<br />
transportberekening was het grootst in de IJssel<br />
(19%), omdat er maar op twee posities over de<br />
dwarsdoorsnede is gemeten. In figuur 41 staat de<br />
sedimentverdeling over het splitsingspunt tijdens<br />
laagwater aangegeven. Vrijwel al het zwevend<br />
sediment blijkt de IJssel ingegaan te zijn, slechts<br />
13% van de zwevend sedimentlast ging richting<br />
Nederrijn.<br />
4.3.3 Het zwevend transportmateriaal<br />
Aandeel in het totaal<br />
zwevend transport (%)<br />
100<br />
75<br />
50<br />
25<br />
Vrije afvoerverdeling<br />
Ne de rrijn<br />
IJssel<br />
0<br />
16-1-2004 21-1-2004 26-1-2004<br />
Gestuw d<br />
6-9-<br />
2004<br />
Januari 2004 Sept. 2004<br />
Figuur 41 De verdeling van zwevend<br />
transport (excl. poriën) over het<br />
splitsingspunt tijdens de afvoergolf<br />
van januari 2004 en de laagwaterperiode<br />
van september 2004.<br />
De meeste monsters van het zwevend transportmateriaal die zijn genomen tijdens de afvoergolf<br />
van januari 2004 bestonden voor 95-100 % uit sediment met een diameter kleiner dan 1<br />
millimeter. Eénvijfde van de monsters bevatte ook grover sediment, vooral grof zand (1-2 mm) en<br />
een weinig grind.<br />
De gemiddelde korrelgrootteverdeling van het zwevend transportmateriaal tijdens de afvoergolf<br />
van januari 2004 (19-26 januari) is afgebeeld in figuur 42. Bij de constructie van deze<br />
korrelgrootteverdeling is het sediment grover dan 1 millimeter verwaarloosd. De<br />
korrelgrootteverdeling geldt alleen voor het transport in de onderste meter van de waterkolom,<br />
want hoger zijn immers geen korrelgroottemonsters verzameld. Uit figuur 42 blijkt dat het<br />
zwevend transport unimodaal verdeeld was met een mediane korrelgrootte van 0.35 millimeter.<br />
Het zwevend transportmateriaal hield tijdens de gehele afvoergolf ongeveer dezelfde<br />
samenstelling (fig. 43). Wèl waren er grote ruimtelijke verschillen in de samenstelling van het<br />
zwevend transport (fig. 44). Zo was het zwevendtransportmateriaal vlak bij de bodem grover dan<br />
hoger in de verticaal. Ook was het zwevend transportmateriaal grover in het centrum van de rivier<br />
dan aan de randen, net zoals het bodemtransportmateriaal.<br />
Voor de laagwaterperiode kon slechts met moeite een korrelgrootteverdeling opgesteld worden<br />
omdat tijdens de metingen niet genoeg sediment verzameld kon worden voor een<br />
korrelgrootteanalyse. Het was echter heel duidelijk dat het zwevend sediment tijdens de<br />
laagwaterperiode veel fijner was dan tijdens de hoogwaterperiode. De mediane korrelgrootte<br />
bedroeg ongeveer 0.14 millimeter.<br />
Massafractie (-)<br />
0.3<br />
0.2<br />
0.1<br />
0.0<br />
0.1 1<br />
Mediane korrelgrootte (mm)<br />
0.50<br />
0.25<br />
0.00<br />
19-1-04 22-1-04 26-1-04<br />
Korreldiameter (mm)<br />
Afstand t.o.v. rivieras (m)<br />
Figuur 42 Gemiddelde korrelgrootteverdeling<br />
van het zwevend transportmateriaal<br />
in het Pannerdensch<br />
Kanaal tijdens de afvoergolf van<br />
januari 2004. De curve geldt voor<br />
de onderste meter van de<br />
waterkolom.<br />
Figuur 43<br />
Temporele variatie in de samenstelling<br />
van het zwevend transportmateriaal<br />
gedurende de afvoergolf van januari<br />
2004. Alle waarden zijn gemiddelden<br />
voor de onderste meter van de<br />
waterkolom en de hele rivierbreedte.<br />
31