Eigentijds rapport - Faculteit Geowetenschappen - Universiteit Utrecht
Eigentijds rapport - Faculteit Geowetenschappen - Universiteit Utrecht
Eigentijds rapport - Faculteit Geowetenschappen - Universiteit Utrecht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ij een waarde gelijk aan 5 maal<br />
het volume sediment dat<br />
meegeschept werd tijdens het<br />
ophalen en landen van de Delft<br />
Nile Sampler. In figuur 18 zijn 4<br />
extreem hoge nulvangsten te<br />
zien (circa 340 ml). Waarschijnlijk<br />
bevatten deze deze nulvangsten<br />
wèl meegeschept bodemmateriaal,<br />
maar dat hoeft niet.<br />
Vangst tijdens<br />
nulmeting (ml)<br />
500<br />
250<br />
Systematische<br />
w aarden<br />
Uitbijters<br />
0<br />
0 2 4 6 8<br />
Als aangenomen wordt dat de<br />
Delft Nile Sampler tijdens de<br />
Gemiddelde vangst per locatie (ml/s)<br />
nulmetingen 14.71 seconde op<br />
de bodem stond, dan komt een<br />
Figuur 18 Nu lmetingen met de Delft Nile Sampler tijdens de<br />
nulvangst van 340 milliliter<br />
afvoergolf van januari 2004.<br />
overeen met een bodemtransport<br />
van 20 m 2 per dag. Dit is een vrij<br />
hoge waarde, maar niet<br />
onmogelijk volgens de theoretische frequentieverdeling van Hamamori (1962).<br />
De meetdienst suggereerde dat de spudpaal die gebruikt werd om te voorkomen dat het schip<br />
tijdens de metingen op één locatie afdreef, ervoor zorgde dat het volume sediment in het<br />
vangnetje steeds kleiner werd naarmate het schip langer op dezelfde locatie lag. Dit is onderzocht<br />
aan de hand van de metingen van januari 2004 (fig. 19). Hierin bleek geen systematische<br />
verandering in vangst op te treden, zodat de invloed van de spudpaal waarschijnlijk<br />
verwaarloosbaar was.<br />
Aangezien de afzonderlijke vangsten blijkbaar geen systematische meetfouten bevatten,<br />
konden de bijbehorende transporten (q b,vangst ) eenvoudig gemiddeld worden om het gemiddelde<br />
bodemtransport op een meetlocatie te verkrijgen. Deze locatiespecifieke transporten (q b ) zijn<br />
vervolgens geïntegreerd over de rivierbreedte tot het totaal transport over de rivierbreedte<br />
(q b, totaal). Voor het Pannerdensch Kanaal is dit gebeurd door de rivierbreedte op te delen in 5<br />
subsecties en de gemeten transporten geldig te achten voor de hele sectie (midsectiemethode; zie<br />
figuur 20). Daarbij is ervan uitgegaan dat de transportvoerende breedte van het Pannerdensch<br />
Kanaal gelijk is aan 130 meter. Voor de IJssel en de Nederrijn is een soortgelijke werkwijze<br />
gevolgd, maar nu met 3 subsecties. De transportvoerende breedte van deze rivieren is<br />
gelijkgesteld aan respectievelijk 70 en 90 meter. Voor alle meetdagen is ook de onzekerheid in het<br />
bepaalde sedimenttransport geschat. De hierbij gevolgde methode staat beschreven in bijlage 8.<br />
Voor elke meetlocatie is de gemiddelde samenstelling van het bodemtransportmateriaal per<br />
meetdag bepaald. Dat is gedaan door een gewogen gemiddelde te berekenen van de<br />
korrelgrootteverdelingen van de afzonderlijke meetdagen, waarbij de weging plaatsvond op basis<br />
van de grootte van de transporten op die dagen. Deze daggemiddelde korrelgrootteverdelingen zijn<br />
opnieuw gemiddeld, nu over de hele afvoergolfen over de rivierbreedte, om de gemiddelde<br />
samenstelling van het bodemtransportmateriaal over de afvoergolf te verkrijgen. Hierbij is<br />
wederom gebruik gemaakt van het gewogen gemiddelde.<br />
100<br />
Locaties w aar het bodemtransport gemeten is<br />
Onderscheiden subsecties<br />
/ gemidsport<br />
Transport<br />
deld tran<br />
10<br />
1<br />
0.1<br />
0.01<br />
0 3000 6000<br />
Tijd verstreken sinds begin<br />
eerste vangst (s)<br />
Bodemtransport<br />
Afstand t.o.v linkeroever<br />
Figuur 19<br />
Verandering in de vangsten<br />
met de Delft Nile<br />
Sampler gedurende de<br />
periode dat het meetschip<br />
op 1 locatie lag.<br />
Figuur 20<br />
Schematische weergave van de<br />
midsectiemethode, gebruikt om<br />
de gemeten bodemtransporten te<br />
integreren over de rivierbreedte.<br />
16