15.11.2013 Views

Eigentijds rapport - Faculteit Geowetenschappen - Universiteit Utrecht

Eigentijds rapport - Faculteit Geowetenschappen - Universiteit Utrecht

Eigentijds rapport - Faculteit Geowetenschappen - Universiteit Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

3.1.8 Ruiscorrectie<br />

Na de verwijdering van de onjuiste en onnauwkeurig gemeten vormen bevatten de lodingen<br />

waarschijnlijk nauwelijks nog vormen die uitsluitend bestonden uit ruis. Elk meetpunt in een<br />

multibeamdataset bevat echter ruis (een stochastische meetfout van circa 2 centimeter). Omdat de<br />

meetfout stochastisch is, is de kans dat de werkelijke hoogte van het meetpunt overschat wordt,<br />

even groot als de kans dat de werkelijke hoogte van het meetpunt onderschat wordt. Deze<br />

stochastische meetfout leidt echter tot een systematische overschatting van de duinhoogte als de<br />

meetdichtheid hoog is. Dat komt omdat DT2D een ander punt als top neemt indien het meetpunt<br />

dat op de plaats van de werkelijke top lag door de ruis lager is komen te liggen. Het meetpunt ter<br />

plaatse van de oorspronkelijke top<br />

is dan namelijk niet langer het<br />

hoogste punt van de duin. Evenzo<br />

geldt dat voor de troggen andere<br />

punten genomen worden als de<br />

meetpunten in de buurt van de<br />

werkelijke troggen door de ruis<br />

lager zijn komen te liggen.<br />

Bij hoge meetdichtheden geldt<br />

dat het verschil in hoogte tussen de<br />

werkelijke duin en de duin met ruis<br />

gelijk is aan tweemaal de ruis (zie<br />

figuur 14). Naast fouten in de<br />

duinhoogte levert de aanwezigheid<br />

van ruis ook kleine fouten in andere<br />

duinkarakteristieken op. Voor het<br />

duinoppervlak geldt dat het verschil<br />

tussen de berekende waarde en de<br />

werkelijke waarde gelijk is aan<br />

éénmaal de ruis maal de lengte van<br />

de duin, zoals blijkt uit figuur 14.<br />

De lengte zelf wordt nauwelijks<br />

beïnvloed door de ruis in de<br />

metingen. Door de ruis kunnen wel<br />

de locaties van de troggen<br />

veranderen, waardoor ook de<br />

duinlengte verandert, maar de<br />

overschatting van de lengte van de<br />

ene duin is gelijk aan de<br />

onderschatting van de lengte van<br />

de volgende duin in die loding. Voor<br />

de migratiesnelheid geldt eveneens<br />

Ruis<br />

Figuur 14<br />

Tabel 1<br />

Duinkarakteristiek<br />

Hoogte (Δ )<br />

Oppervlak (A)<br />

Migratiesnelheid (c d .)<br />

Lengte (Λ )<br />

= w erkelijke duin<br />

= duin met ruis<br />

De invloed van ruis op de duinafmetingen.<br />

Correctie voor de ruis in de metingen<br />

(Frings 2002). Het subscript ‘r’ duidt op<br />

originele, nog niet gecorrigeerde karakteristieken.<br />

De grootte van de ruis (2 cm) is<br />

aangegeven met ‘R’.<br />

Berekening<br />

Δ r<br />

- 2 R<br />

A r<br />

- Λ . R<br />

Geen correctie<br />

Geen correctie<br />

dat er geen systematische fout optreedt als gevolg van de ruis.<br />

Om te corrigeren voor de systematische meetfouten in de IJsselkopdata die het gevolg zijn van<br />

ruis, zijn de correcties uit tabel 3.1 toegepast (Frings 2002). Deze correcties zijn in principe alleen<br />

geldig voor duinen die uit een groot aantal meetpunten bestaan en een horizontale duinbasis<br />

hebben. Bij duinen met weinig meetpunten leveren de toegepaste ruiscorrecties een<br />

onderschatting van de duinkarakteristieken op. Ook bij duinen met een hellende duinbasis leveren<br />

de toegepaste ruiscorrecties een (kleine) onderschatting van de duinkarakteristieken op.<br />

3.1.9 Berekening van gemiddelden<br />

Na de verwijdering van de foutieve beddingvormen en de ruis, zijn de duinspecifieke waarden voor<br />

de duinhoogte, duinlengte en vormfactor omgerekend naar lodinggemiddelde waarden. Bij de<br />

berekening van deze lodinggemiddelden is gebruik gemaakt van het rekenkundig gemiddelde en<br />

niet van het loggemiddelde (zoals in Frings 2002, 2003) of het gewogen gemiddelde (waarbij<br />

gewogen wordt op basis van de duinlengte). Een beargumentatie van deze keus is te vinden in<br />

bijlage 4.<br />

Er waren een aantal lodingen waarin zoveel onjuiste vormen voorkwamen (>15 %), dat na<br />

verwijdering van deze vormen niet genoeg duinen meer overbleven om betrouwbare gemiddelde<br />

waarden van de duinlengte, duinhoogte en vormfactor te berekenen. In deze gevallen is de<br />

vormfactor gelijk gesteld aan het gemiddelde van de omliggende (wel bekende waarden) en zijn de<br />

duinlengte en duinhoogte geschat door lineaire interpolatie tussen de omliggende lodingen. Als dat<br />

12

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!