04.jaarrekening 2012.pdf - Gemeente Bernisse

Gemeente Bernisse
Jaarrekening 2012

1. Aanbiedingsbrief en vaststellingsbesluit ................................................................. 3
2. Kerngegevens ............................................................................................................. 7
3. Jaarverslag ................................................................................................................... 8
3.1 Programmaverantwoording...................................................................................... 9
3.1.1 Bestuur................................................................................................................. 10
3.1.2 Dienstverlening................................................................................................... 15
3.1.3 Veiligheid............................................................................................................. 19
3.1.4 Infrastructuur en openbare ruimte................................................................... 24
3.1.5 Verkeer en vervoer ............................................................................................ 32
3.1.6 Vergunningverlening en handhaving .............................................................. 38
3.1.7 Economische zaken .......................................................................................... 43
3.1.8 Onderwijs en jeugd ............................................................................................ 48
3.1.9 Werk en inkomen ............................................................................................... 55
3.1.10 Maatschappelijke ondersteuning ..................................................................... 59
3.1.11 Sport- en culturele accommodaties ................................................................ 64
3.1.12 Recreatie en toerisme ....................................................................................... 69
3.1.13 Kunst en cultuur.................................................................................................. 76
3.1.14 Ruimtelijke ordening en VHV ........................................................................... 80
3.1.15 Algemene dekkingsmiddelen c.a. .................................................................. 89
3.2 Paragrafen................................................................................................................ 92
3.2.1 Lokale heffingen................................................................................................. 93
3.2.2 Weerstandsvermogen ....................................................................................... 99
3.2.3 Onderhoud kapitaalgoederen ........................................................................ 101
3.2.4 Financiering ...................................................................................................... 107
3.2.5 Bedrijfsvoering.................................................................................................. 110
3.2.6 Verbonden partijen........................................................................................... 116
3.2.7 Grondbeleid ...................................................................................................... 120
4. Jaarrekening............................................................................................................. 128
4.1 Balans per 31 december 2012 ........................................................................... 129
4.2 Programmarekening 2012 .................................................................................. 132
4.3 Toelichtingen.......................................................................................................... 134
4.3.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling..................................... 135
4.3.2 Toelichting op de balans ................................................................................... 137
4.3.3 Overzicht incidentele baten en lasten............................................................. 151
5. Bijlagen...................................................................................................................... 153
5.1 Single Information Single Audit ........................................................................... 154
5.2 Overzicht stand / verloop investeringskredieten............................................... 159
5.3 Controleverklaring ................................................................................................. 161
2

1. Aanbiedingsbrief en vaststellingsbesluit
Aan de raad van de gemeente Bernisse,
Hierbij bieden wij u de jaarstukken over 2012 aan. Net als in de voorgaande jaren is de opzet van
deze jaarstukken gebaseerd op die van de programmabegroting. Dit betekent de volgende indeling:
Jaarverslag
1. Programmaverantwoording
2. Paragrafen
Jaarrekening
3. Financiële rekening en toelichting
4. Balans en toelichting
Hierna gaan wij in het kort in op de belangrijkste ontwikkelingen in 2012. Als eerste geven wij een
overzicht van de belangrijkste beleidsmatige ontwikkelingen. Daarna volgt een specificatie van de
belangrijkste budgettaire verschillen ten opzichte van de stand van zaken tot en met de eindejaarsnota
2012.
I. Beleidsmatige ontwikkelingen
Het jaar 2012 heeft grotendeels in het teken gestaan van de aanstaande herindeling met de
gemeente Spijkenisse, die in december 2012 heeft geleid tot het vaststellen van het
Herindelingsontwerp. Inmiddels is in maart het Herindelingadvies in beide gemeenteraden
vastgesteld, en zal de komende periode worden gebruikt om ervoor te zorgen de overgang naar de
nieuwe gemeente zo optimaal mogelijk te laten verloopt.
De intergemeentelijke samenwerking op Voorne Putten is in 2012 voortgezet en op verzoek van de
gemeenteraden is er een klankbordgroep ingesteld om de raden meer te betrekken bij de
gemeentelijke samenwerking.
De organisatieontwikkeling Bernisse heeft voornamelijk in het teken gestaan van de dienstverlening
tot uitdrukking komend in het project Klant Contact Centrum Bernisse. Ook is in 2012 de
Gemeenschappelijke regeling Syntrophos opgericht en heeft een doorontwikkeling plaatsgevonden
van de bedrijfsvoering o.a. door verbetering van de instrumenten Planning en Control.
In 2012 is ook het nieuwe integrale veiligheidsbeleid vastgesteld en is het draaiboek
crisisbeheersing geactualiseerd.
Het verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan 2013-2017 is vastgesteld, waarmee is voldaan aan de
wettelijke verplichting uit de wet Milieubeheer.
In het kader van de bushaltetoegankelijkheid voor mensen met een mobiliteitsbeperking is een
subsidie toegekend. Verder is subsidie ontvangen voor het verbeteren van het fietsparkeren bij
OV bushaltes.
Bij nieuwe wegreconstructies en verbeteringen wordt zoveel mogelijk getracht deze in te richten
volgens de norm van Duurzaam Veilig.
In vervolg op de klimaatagenda is de regionale duurzaamheids agenda 2013-2016 opgesteld.
Hierin zijn een aantal thema’s benoemd waarop de gemeenten de komende jaren willen gaan
sturen.
In 2012 zijn belangrijke stappen gezet om te komen tot de realisatie van een nieuwe brede school
en is er een jongerencentrum in Bernisse Zuid gerealiseerd.
3

In het kader van het accommodatiebeleid is er gekeken welke fysieke ontmoetingsplek per kern
behouden kan blijven en op welke wijze. Dit heeft geresulteerd in het uitvoeringsplan
accommodaties wat in 2013 aan uw raad zal worden voorgelegd.
Verder is in 2012 besloten tot verkoop van de gemeentelijke panden en zijn hiervoor de kaders
vastgesteld. De verwachting is dat in 2013 concrete voorstellen hiertoe kunnen worden gedaan.
In 2012 is ook de beleidsnotitie economisch beleid gemeente Bernisse 201-2016 vastgesteld.
In het jaar 2012 is ook voor het eerst de toeristen- en forensen belasting ingevoerd en zijn hiervoor
aanslagen opgelegd.
De verwachte decentralisatie van Rijkstaken zal de komende jaren grote bestuurlijke, financiële en
organisatorische gevolgen voor de decentrale overheden met zich brengen. Te denken valt hierbij
aan de jeugdzorg, de begeleiding van de AWBZ en de Wet Werken naar Vermogen (WWnV).
II. Financiële ontwikkelingen
a. Primitieve begroting
De ontwerp begroting en de eerste wijziging kende oorspronkelijk een voordelig saldo van
€ 49.000.
b. Zomernota
Via de zomernota hebben wij u geïnformeerd over de stand van zaken rond de begroting 2012 naar
de inzichten per medio juli 2012. De zomernota kwam uit op een nadelig saldo van € 199.000. Dit
bedrag is gedekt uit de algemene reserve (vrij).
c. Eindejaarsrapportage
In uw vergadering van 11 december 2012 heeft u de eindejaarsrapportage vastgesteld. Deze kwam
per saldo uit op een nadeel van € 33.000,--. Opgeteld bij het saldo dat bij de zomernota was
voorzien kwam het saldo van de begroting uit op € 232.000,-- nadelig.
In het hierna volgende overzicht van voor- en nadelen van de jaarrekening 2012 geven wij bij de
betreffende posten aan tot welk bedrag in de eindejaarsrapportage hier al rekening mee is
gehouden.
d. Resultaat over het jaar 2012
Ten opzichte van de budgetten zoals die bij de eindejaarsrapportage zijn vastgesteld komt de
jaarrekening uit op een nadelig saldo van € 73.000 . De belangrijkste oorzaken van het uiteindelijke
jaarrekeningsaldo 2012 zijn:
(bedrag x € 1.000,-- + is voordeel -/- is nadeel)
4

Bovenstaande verschillen worden in de betreffende programma’s toegelicht.
Grondexploitaties
In 2012 zijn opnieuw een Meerjarenprogramma Grondbedrijf (MPG) en bijhorende risico-analyse
Grondbedrijfsfunctie opgesteld, met peildatum 1 januari 2012. Deze instrumenten zijn ingezet om
de geactualiseerde projectenportefeuille binnen het grondbedrijf van de gemeente Bernisse te
beschrijven en te voorzien van gekwantificeerde risico’s.
Bij het opstellen van het MPG en de risicoanalyse is geanticipeerd op de strakkere richtlijnen uit het
Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Het MPG en de risicoanalyse
2013 zijn separaat aan de raad ter vaststelling aangeboden, waarbij zorg is gedragen voor
de koppeling met de jaarrekening voor zover en waar dit van toepassing is.
5

De accountant heeft mede gelet op de strakkere richtlijnen m.b.t. de grondexploitatie bij de
jaarrekeningcontrole meer het accent gelegd op de grondexploitaties. Naar het oordeel van de
accountant is de boekwaarde van het complex Tuinen van Abbenbroek in relatie tot de strengere
richtlijnen BBV te hoog en zou er een afwaardering moeten plaatsvinden van de grondwaarde tot
het bedrag van de oorspronkelijke verkrijgingsprijs. Om dit te realiseren dient de boekwaarde met
een bedrag van afgerond € 1.140.000 worden verlaagd. Dit zou een behoorlijke negatieve invloed
hebben op het saldo van de jaarrekening en derhalve is ook afgesproken om een deel van het
positieve resultaat Kreken van Nibbeland Noord reeds in het jaar 2012 als winst te nemen. Het gaat
hier om een bedrag van € 750.000. Als gevolg van deze twee keuzes wordt het
jaarrekeningresultaat per saldo met € 390.000 negatief beïnvloedt.
Rekening houdend met het bovenstaande en met de projectgebonden en de conjuncturele risico’s
en voorzieningen is de omvang van de algemene reserve grondbedrijfsfunctie (ARG) nagenoeg
voldoende om deze risico’s af te kunnen dekken. Uiteraard streven wij ernaar om de reserve de
komende jaren weer op een zodanig peil te brengen dat hiermee alle risico’s in ieder geval kunnen
worden afgedekt.
Nu de jaarrekening per saldo een negatief resultaat laat zien is het niet mogelijk om voor die
producten waarbij in 2012 een positief saldo is ontstaan u voorstellen te doen om via
resultaatbestemming deze voordelige saldi te herbestemmen voor het jaar 2013. Gelet hierop
zullen hiervoor in 2013 nadere voorstellen moeten worden gedaan.
Reserves
De reserves zijn ten opzichte van de stand op 1 januari 2012 afgenomen met € 609.000 (inclusief
het negatieve saldo 2012 € 73.000). De voorzieningen zijn toegenomen met een bedrag van
afgerond € 425.000. De specificatie per reserve of voorziening is in het cijfermatige deel van de
jaarstukken opgenomen.
Voorstel
Wij stellen u voor
1. de jaarstukken 2012 vast te stellen;
2. het nadelig resultaat € 73.000 te onttrekken aan de Algemene Reserve(vrij)
Abbenbroek, 28 mei 2013
Burgemeester en wethouders van Bernisse
M.J.A.R. Hermans
Secretaris
P.J. Bouvy-Koene
Burgemeester
6

2. Kerngegevens
1. SOCIALE STRUCTUUR
31-12-2012 31-12-2011
1. Aantal Inwoners:
12.401 12.429
Waarvan:
0 - 4 jaar
533 515
5 - 17 jaar
1.687 1.899
18 - 64 jaar
7.753 7.719
65 jaar en ouder
2.428 2.296
2. Aantal bijstandsgerechtigden
71 74
3. Aantal inwoners (fte's) werkzaam in sociale werkplaatsen
14,9 14,9
4. Aantal minderheden
100 100
2. FYSIEKE STRUCTUUR
31-12-2012 31-12-2011
1. Oppervlakten gemeente (in ha)
6.859 6.859
2. Bebouwde grondoppervlak (in ha)
76 76
3. Aantal woonruimten/recreatiewoningen
5.529 5.624
4. Oppervlakte wegen in beheer bij gemeente (in m²)
519.343 519.343
5. Lengte recreatieve fietspaden in km
65,3 65,3
6. Oppervlakte groen (in m²)
450.498 450.498
7. Oppervlakte historische dorpskernen in ha
24 24
8. Lengte riolering in km
141 141
9. Lengte waterwegen in km
18 18
3. FINANCIËLE STRUCTUUR (* € 1.000)
31-12-2012 31-12-2011
1. Uitgaven algemene dienst
22.171 22.823
2. Algemene uitkering uit het gemeentefonds
9.680 8.826
3. Belastingen ( Ozb/hondenbelasting)
2.299 2.153
4. Retributies (afvalstoffen/reinigings/rioolheffing)
2.573 2.554
5. Vaste schuld (looptijd > 1 jaar)
9.100 10.100
6. Reserves (incl resultaat)
11.758 12.047
7. Voorzieningen
10.467 10.042
8. Boekwaarde vaste activa
40.295 41.503
7

3. Jaarverslag
8

3.1 Programmaverantwoording
9

3.1.1 Bestuur
Portefeuillehouder(s)
S van der Weg (planning & control)
P. J. Bouvy – Koene (overige)
Beschrijving
In dit programma gaat het om de relatie tussen burger
en bestuur. Het gaat daarbij om de wijze waarop
invulling wordt gegeven aan een goed, democratisch
bestuur en een interactieve relatie met de inwoners,
bedrijven en instellingen in onze gemeente. De
ontwikkelde toekomstvisie is daarbij richtinggevend.
Kaders - Toekomstvisie Bernisse 2025
- Collegeprogramma ‘Bernisse in Balans’
- Organisatievisie ‘Beter Bernisse’
- Verschillende verordeningen die de bevoegdheid
regelen van gemeentelijke organen
- Communicatieplan
Ambitie
Een betrouwbaar, integer, herkenbaar en toegankelijk
bestuur vergroot de betrokkenheid van de burgers bij de
gemeentepolitiek
3.1.1.1 Activiteiten & kern-indicatoren
Activiteit Bestuurskrachtmeting Thema Samenwerking
Bron
Waarom Inzicht in bestuurskracht van de gemeente
Hoe Uitvoering door onafhankelijk onderzoeksbureau
Wanneer 2013 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator
Activiteit Samenwerking Thema Samenwerking
Bron
Waarom Waarborgen van de continuïteit van de kwaliteit van dienstverlening
Hoe Vaststellen van een startnotitie en vervolgens het plan van aanpak
Wanneer Vanaf 2011/2012 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator
3.1.1.2 Wat hebben we gedaan?
Samenwerking
Intergemeentelijke samenwerking Voorne-Putten (ISVP)
De samenwerking op Voorne-Putten in het ISVP is ook in 2012 voortgezet. Naast de stuurgroep
Voorne-Putten, die het proces van de samenwerking bewaakt, bestaan er ook portefeuillehoudersoverleggen
op het gebied van Ruimtelijke Ordening & Wonen, Toerisme & Recreatie, Economie en
Maatschappelijke Zaken. Vanuit deze gremia leveren de betrokken bestuurders inhoudelijke producten
en bepalen zij gezamenlijke standpunten. Als dat voor de besluitvorming noodzakelijk was,
hebben zij die producten en standpunten voorgelegd aan de colleges en raden.
Tevens geeft het ISVP invulling aan organisatorische samenwerking, zoals de ISD, het
KlantContact-Centrum, het Shared Service Center, de gezamenlijke inkoop, uitvoering Wabo en de
10

leerplicht. Overigens wordt niet in alle genoemde projecten door alle gemeenten op Voorne-Putten
samengewerkt. Eind 2012 is, op verzoek van de raden, de Klankbordgroep Samenwerking Voorne-
Putten ingesteld om de raden meer te betrekken bij de intergemeentelijke samenwerking.
Verkiezingen
Op 12 september 2012 waren de verkiezingen voor de Tweede Kamer.
De stemming vond plaats met het rode potlood, dit betekende voor de stembureauleden handmatig
tellen van de uitgebrachte stemmen na sluiting van het stembureau.
Het opkomstpercentage in Bernisse was 76,87%, nagenoeg gelijk aan de opkomst voor de Tweede
Kamer verkiezingen in 2010 (77,20%).
Metropoolregio
In het traject tot nadere besluitvorming over de mogelijke oprichting van de metropoolregio
Rotterdam Den Haag hebben de gezamenlijke gemeenten van Voorne-Putten gepleit voor een
duidelijke positionering van Voorne-Putten als metropolitaan landschap in het metropoolgebied.
Een dergelijke erkenning, opgenomen in het zienswijzedocument, biedt voor de toekomst
mogelijkheden voor toerisme en recreatie, maar ook om natuurontwikkelingen in regionaal verband
uit te werken. Tevens hebben de gemeenten op Voorne-Putten de mogelijke samenwerking binnen
metropoolregioverband voor met name de gebieden verkeer en Vervoer (de vervoersautoriteit) en
Economie onderschreven. De eilandgemeenten hebben het zienswijze document in september
/oktober becommentarieerd. Door de val van het kabinet RuttenI is de besluitvorming rond het
opheffen van de WGR+ opgeschort. Het kabinet RuttenII heeft de opheffing van de WGR+
overgenomen van het vorige kabinet. Eind december is een overzicht verzonden met een
samenvatting van de reacties van alle gemeenten, met een nader voorstel voor het vervolg.
Communicatie
Het jaar 2012 heeft voornamelijk in het teken gestaan van de communicatie rond de voorgenomen
herindeling met Spijkenisse.
Media
Naast de ondersteuning tijdens radenbijeenkomsten, zijn (veelal) in afstemming met de afdeling
Communicatie van Spijkenisse gedurende het jaar een aantal persmomenten georganiseerd over
besluitvorming en voorstellen ten aanzien van de fusieplannen. Begeleiding van mediavragen heeft
rond belangrijke raadsvergaderingen veel aandacht en inzet gevraagd. Zo zijn er op een aantal
momenten interviews gegeven en is er een gezamenlijke persconferentie van de burgemeesters
van beide gemeenten georganiseerd. Bovendien werd in samenspraak met de webbeheerder een
speciaal hoofdstuk met informatie over de plannen voor herindeling ontwikkeld.
Inwoners
De communicatie-inzet richting inwoners heeft veel van de beschikbare communicatiecapaciteit
gevraagd. Na het raadsbesluit van 4 september zijn er diverse bijeenkomsten voor inwoners,
ondernemers en partijen uit het maatschappelijk middenveld georganiseerd, is er een speciale
uitgave over de herindelingsplannen huis-aan-huis bezorgd en is de gemeentepagina benut voor
extra publicaties over de herindeling en de activiteiten die in de maanden vanaf september
daarvoor werden georganiseerd.
Overige activiteiten
Tijdens de activiteiten in het kader van herindeling, bleef de communicatiewinkel gewoon open. Zo
vond in oktober de lokale Veteranendag plaats, werd de overeenkomst van de Brede School
Bernisse publicitair begeleid, werd de nieuwe gemeentegids uitgebracht, werden 46 persberichten
verstuurd, was Bernisse present bij de Jaarmarkt in Zuidland, werd deelgenomen aan oefeningen
in het kader van crisisbeheersing en werden andere afdelingen in het algemeen publicitair
ondersteund bij hun activiteiten.
Organisatieontwikkeling
De afgelopen jaren is de gemeente Bernisse flink in beweging geweest onder de noemers Beter
Bernisse I en II, waarbij de organisatie is overgestapt van het sectorenmodel naar het directiemodel
en vervolgens in 2009 is gestart met het optimaliseren van de bedrijfsvoering. Om de optimalisatie
11

van onder andere de bedrijfsvoering verder te ontwikkelen is op velerlei gebieden samenwerking
met de gemeenten op het eiland Voorne Putten gezocht. In 2011 is gestart met het onderzoek naar
een samenwerking met de gemeente Spijkenisse, waarbij de gemeenteraad in 2012 het
voornemen tot herindeling heeft uitgesproken, met als doel de toekomstbestendigheid te vergroten.
Ondanks de ontwikkelingen op het gebied van samenwerking en de daarbij behorende
onvoorspelbare toekomst van de ambtelijke organisatie heeft Bernisse niet stil gezeten.
De organisatieontwikkeling die binnen de gemeente Bernisse heeft plaats gevonden staat
voornamelijk in het teken van de dienstverlening. Dit komt tot uiting in het project ‘Klant Contact
Centrum in Bernisse’. Daarnaast is in 2012 verdere invulling en uitvoering gegeven aan de tot
stand koming van het Shared Service Center ICT op Voorne Putten, genaamd Syntrophos.
Naast de grote thema’s omtrent samenwerking is ook binnen de organisatie uitvoering gegeven
aan belangrijke projecten zoals de Voorzieningennota. Met het vaststellen van de
Voorzieningennota op 1 november 2011 heeft de gemeente Bernisse een nieuwe balans
vastgesteld tussen de sociale en fysieke structuur. In de Voorzieningennota kiest de gemeente
ervoor om de sociale samenhang te koesteren door het behouden van minimale basisstructuur per
kern waarbij mensen elkaar regelmatig ontmoeten en de mogelijkheid hebben om gezamenlijk
initiatieven op te pakken.
Met de komst van de nieuwe gemeentesecretaris in september 2012 is de doorontwikkeling van de
bedrijfsvoering wederom opgepakt. De planning- en controlcyclus zijn doorontwikkeld en is er
middels de A3- methodiek gewerkt aan individuele- en afdelingsplannen welke dienen als input
voor de vorming van het concernplan, waarbij de missie en de visies van de gemeente Bernisse
centraal staan.
12

3.1.1.3 Wat heeft het gekost?
Toelichting
Algemeen
Hieronder worden de verschillen verklaard tussen jaarrekening en eindejaarsnota met een
ondergrens van € 10.000,-. Deze verklaringen kunnen op een lager niveau liggen dan programma
en/of product en tellen dus niet per definitie op tot de verschillen in de tabel hierboven.
Activiteiten
Bij dit onderdeel is per saldo sprake van een voordeel van € 79.000. Dit wordt veroorzaakt doordat
er ca. € 10.000 minder is uitgegeven t.b.v. de bestuurskrachtmeting; er per saldo € 59.000 minder
13

is uitgegeven aan de intergemeentelijke samenwerking; en er € 11.000 is ontvangen van de
gemeente Spijkenisse wat niet was begroot.
Restant van dit programma
Het overige voordelige verschil van € 46.000 wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de
controlekosten en de kosten voor de rekenkamer per saldo € 12.000 lager zijn dan geraamd; de
kosten voor communicatie (inhuur personeel/loonkosten) per saldo € 22.000 lager zijn uitgavallen
en door diverse overige kleine verschillen.
3.1.1.4 Samenwerkingspartners
Stadsregio Rotterdam
De gemeente Bernisse neemt deel in diverse gemeenschappelijke regelingen. De gemeenschappelijke
regeling die onder samenwerking valt is de Stadsregio Rotterdam (SRR). De missie
van de SRR is om als een slagvaardig, op uitvoering gericht regionaal bestuur via een integrale
aanpak zaken tot stand te brengen die gemeenten afzonderlijk niet kunnen realiseren. De SRR
werkt aan een goed bereikbare regio met een sterke concurrentiepositie en een aantrekkelijk leef-,
woon- en vestigingsklimaat.
Hiertoe speelt de SRR een belangrijke rol bij het versterken van de economische, ruimtelijke en
sociale samenhang van de regio. Op een aantal onderdelen speelt de gemeente Bernisse een
belangrijke rol in stadsregionale vraagstukken. Denk hierbij aan de regionale woningbouwopgave,
het landelijk wonen, milieu, infrastructuur, bedrijventerreinen en de verbetering van de
bereikbaarheid per auto en per openbaar vervoer.
De dagelijks besturen van Stadsgewest Haaglanden en stadsregio Rotterdam hebben in januari
2011 besloten de samenwerking tussen beide stadsregio's te intensiveren en te werken naar de
vorming van de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. De Metropoolregio is een logische stap: het
gebied van de stadsregio's Rotterdam en Haaglanden vormt steeds meer een samenhangend
stedelijk gebied waarbinnen de inwoners wonen, werken en recreëren.
De regering heeft in het coalitieakkoord de opheffing van de Wgr-plus regio’s, dus de Stadsregio,
aangekondigd. Het moment waarop dat moet gebeuren is nog niet bekend.
3.1.1.5 Collegeprogramma
Het collegeprogramma 2010 – 2014 is uitgewerkt in een 90-tal (actie)punten. Voor dit programma
zijn de volgende punten opgenomen:
Activiteit
Planning
6 Invoeren E-participatie 2012
84 Formatie-benchmark 2011
85 Actiepunten Bernisse I uitwerken 2011 e.v.
86 Medewerkers tevredenheids onderzoek 2011
87 Onderzoek nieuwe manier van werken 2011 e.v.
14

3.1.2 Dienstverlening
Portefeuillehouder(s)
Beschrijving
Kaders
Ambitie
P.J. Bouvy-Koene
Dit programma bevat de dienstverlening (loketfunctie)
aan de burger. Belangrijk product is het taakveld
Burgerzaken van de afdeling Publiekszaken.
Verschillende organisatorische maatregelen zoals
organisatieverordening en taakverdelingen.
Een klantgerichte, betrouwbare, transparante en
toegankelijke organisatie zorgt voor burgers die tevreden
zijn over de dienstverlening.
3.1.2.1 Activiteiten & kern-indicatoren
Activiteit Kwaliteitshandvest Thema Tevreden burger
Bron Collegeprogramma 2010 – 2014
Waarom
Transparantie, Afspraak is afspraak
Hoe Opstellen kwaliteitshandvest en introduceren van servicenormen voor 50
meest gevraagde producten/diensten
Wanneer 2014 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator Aantal producten met service norm 0 50
Activiteit Onderzoek en benchmarking Thema Tevreden burger
Bron Collegeprogramma 2010 – 2014
Waarom
Hoe
Verbeteren van de dienstverlening
Evalueren en implementeren van onderzoeksresultaten
Wanneer 2013 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator
Rapportcijfer klantwaardering
tevredenheid baliedienstverlening
7,5
2013 7,7
Activiteit Samenwerking KCC Thema Tevreden burger (80)
Bron
Waarom
Hoe
Collegeprogramma 2010 – 2014, Stuurgroep Voorne-Putten
Verbeteren kwaliteit dienstverlening, kosten efficiëncy
Participeren in regionaal overleg KCC en kansen waarop binnen
deelgebieden van het KCC samengewerkt kan worden benutten.
Wanneer Vanaf 2012 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator Mate van samenwerking 20 75
Activiteit Online dienstverlening Thema Digitale loket
Bron
Waarom
Collegeprogramma 2010 – 2014, Nationaal Uitvoeringsprogramma Betere
Dienstverlening en e-overheid
Invulling geven aan de toenemende behoefte van burgers en bedrijven om
producten en diensten via het digitale loket op een toegankelijke en
klantvriendelijke manier te kunnen aanvragen en informatie te kunnen inzien.
15

Hoe
Implementeren van de webrichtlijnen
Wanneer -- Huidige waarde Streefwaarde
Indicator
Toegankelijkheid digitale
dienstverlening
0 100
3.1.2.2 Wat hebben we gedaan?
Opstellen kwaliteitshandvest
Het opstellen van een kwaliteitshandvest en bijbehorende servicenormen zullen wij oppakken in
samenwerking met de gemeente Spijkenisse. Via het project ‘Procesoptimalisatie’ (met subsidie
van het Europees Sociaal Fonds) is ervaring opgedaan met het efficiënt en klantvriendelijk inrichten
van processen. Dit betekent in veel gevallen verlichting van administratieve lasten voor de burger
en tegelijkertijd winst aan de uitvoerende kant.
Onderzoek tevredenheid burgers
De resultaten van het onderzoek ‘Waarstaatjegemeente.nl’, waaraan we in het najaar van 2011
hebben meegedaan waren beter dan in het vorige onderzoek. De respons op de uitgezette
vragenlijsten was ruim voldoende om tot een betrouwbare uitslag te komen. Het rapportcijfer
‘klantwaardering tevredenheid baliedienstverlening’ op basis van 100 interviews onder burgers in
de hal van het gemeentehuis leverde een score op van 7,5 even hoog als bij het vorige onderzoek
in 2009.
Samenwerking inrichting KCC
De gemeenten Bernisse, Brielle, Spijkenisse en Westvoorne participeren in het gezamenlijke
overleg over de samenwerking met betrekking tot het Klant Contact Centrum (KCC). Op 1 januari
2012 is het nieuwe telefoonnummer 140181 voor alle gemeenten op Voorne-Putten van start
gegaan. Dit zogenaamde 14+ netnummer zal op termijn door alle Nederlandse gemeenten worden
gebruikt. Het gebruik van dit nummer om in contact te komen met de gemeente neemt van maand
tot maand toe.
Momenteel wordt gewerkt aan het opstellen van een programma van eisen voor een Klant Contact
Systeem.
Mijlpalen binnen de eigen organisatie zijn de aanstelling van de medewerkers in hun nieuwe functie
binnen het KCC, de realisatie van de nieuwe publieksbalie, het fysieke deel van het KCC. Voor de
burger is de nieuwe publieksbalie overzichtelijker en is er meer privacy.
Digitalisering
Koppeling frontoffice – backoffice en uitbouw digitaal loket
Het implementeren van de webrichtlijnen op de huidige website is niet mogelijk. Hiervoor dient een
nieuw Content Management Systeem (CMS) te worden aangeschaft.
Een dergelijk kostbare uitgaaf is niet verantwoord.
Wel is er maatwerkonderhoud verricht om de e-dienstverlening te kunnen garanderen vanaf alle
moderne webbrowsers. De burgers kunnen als vanouds op de website www.gemeentebernisse.nl
terecht voor het digitaal aanvragen van diverse producten en diensten. Voorbeelden van de
producten die online beschikbaar zijn: aanvragen van vergunningen, afspraak maken, huren van
een accommodatie, aanvragen vergunningen of WMO-voorzieningen, het doorgeven van een
verhuizing. Via DigiD-identificatie kunnen afschriften Burgerlijke stand en gewaarmerkte afschriften
uit de GBA worden aangevraagd en worden afgerekend met internetkassa IDeal.
De burger kunnen op het www.omgevingsloket.nl terecht voor alle zaken betreffende bouwen en
verbouwen en het controleren of een vergunning nodig noodzakelijk is. De aanvragen worden door
de Front-office geregistreerd en doorgezet naar de behandelend ambtenaar.
16

3.1.2.3 Wat heeft het gekost?
Toelichting
Algemeen
Hieronder worden de verschillen verklaard tussen jaarrekening en eindejaarsnota met een
ondergrens van € 10.000,-. Deze verklaringen kunnen op een lager niveau liggen dan programma
en/of product en tellen dus niet per definitie op tot de verschillen in de tabel hierboven.
17

Activiteiten
Bij dit onderdeel is per saldo sprake van een voordeel van € 5.000. Dit voordeel is geheel toe te
rekenen aan het onderdeel KCC.
Restant van dit programma
Het overige voordelige verschil van € 7.000 wordt voornamelijk veroorzaakt door diverse kleine
onder en overschrijdingen bij de diverse producten.
3.1.2.4 Samenwerkingspartners
Voor dit programma is er sprake van de volgende verbonden partijen:
SVHW
De verdere informatie daarover staat in de paragraaf verbonden partijen.
Naast ondermeer de heffing en invordering van belastingen voert het SVHW ook het beheer van de
basisregistratie adressen en gebouwen (BAG) uit.
In 2012 is het SVHW gestart met de implementatie van de koppeling tussen de BAG en de WOZ.
Hiervoor worden ook ondersteunende werkzaamheden verricht door medewerkers van de
gemeente Bernisse (besluiten huisnummering of de intrekking ervan).
3.1.2.5 Collegeprogramma
Het collegeprogramma 2010 – 2014 is uitgewerkt in een 90-tal (actie)punten. Voor dit programma
zijn de volgende punten opgenomen:
Activiteit
Planning
77 Kwaliteithandvest opstellen 2011-2014
78 Onderzoek tevredenheid burgers 2011-2013
79 Koppeling frontoffice - backoffice 2013
80 Samenwerking inrichting KCC 2011-2015
81 Uitbouw digitaal loket 2011-2014
18

3.1.3 Veiligheid
Portefeuillehouder(s)
Beschrijving
P.J. Bouvy-Koene
Dit programma is gericht op het creëren van een
veilig leefmilieu en het optimaliseren van
calamiteitenbestrijding. De veiligheidsaspecten
richten zich primair op de in de nabijheid
aanwezige petrochemische industrie maar ook op
de verkeers- en sociale veiligheid en de overlast
van jongeren.
Kaders - Algemene Plaatselijke Verordening
- Crisisbeheersingsplan
- Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid Bernisse
- Wijkveiligheidsplannen
Ambitie
Het creëren van optimale leefomstandigheden
waarin de burgers zich veilig voelen en waarin men
weet dat calamiteiten adequaat bestreden worden.
3.1.3.1 Activiteiten & kern-indicatoren
Activiteit
Bron
Waarom
Hoe
Verlenen exploitatievergunningen
paracommerciële horeca
Thema
Algemene Plaatselijke Verordening en Horecabeleid
Bedrijvigheid en
veiligheid
Scheppen van randvoorwaarden voor de openbare orde en veiligheid op
het gebied van horeca
Bestaande instellingen daar waar mogelijk ambtshalve vergunning
verlenen. Daar waar ambtshalve niet mogelijk is, door in behandeling
nemen aanvraag voor een vergunning.
Wanneer Gedurende het gehele jaar 2012 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator
Aantal exploitatievergunningen
0
Alle
paracommerciële
instellingen
(+/- 24)
Activiteit
Bron
Waarom
Hoe
Monitoren uitvoeren gebruiksbesluit
op het gebied van
gebruiksvergunningen
Gebruiksbesluit brandveilig gebruik
Thema
Fysieke veiligheid
Deze taak is ondergebracht in de gemeenschappelijke regeling VRR. De
gemeente is echter nog steeds verantwoordelijk voor een correcte
uitvoering. In het jaarwerkplan handhaving 2012 wordt meegenomen welke
controlefrequentie gehanteerd wordt.
Periodieke controle verleende vergunningen. Willekeurige controles zijn
mogelijk voor vergunningsplichtige inrichtingen.
Wanneer Doorlopend Huidige waarde Streefwaarde
Indicator
Aantal controles
n.n.b.
Zoals opgenomen in
het jaarwerkplan
19

Activiteit Uitvoeren wijkveiligheidsplannen Thema Veilige woon- en
leefomgeving
Bron
Waarom
Hoe
Wanneer
Indicator
Integraal veiligheidsbeleid
Om kerngericht veiligheidsissues aan te pakken
Uitvoeren van de maatregelen opgenomen in de wijkveiligheidsplannen
Doorlopend volgens de planning
van de wijkveiligheidsplannen
Realisatie van de maatregelen die
in de plannen worden genoemd.
Huidige waarde
Realisatie van
benoemde
maatregelen.
Streefwaarde
Volledige uitvoering
van de benoemde
maatregelen.
Activiteit Oefenen Thema Crisisbeheersing
Bron
Waarom
Hoe
Crisisbeheersingsplan
Adequaat optreden borgen in geval van brand, ongeval, calamiteit of
natuurramp.
De GVS en het GMT hebben ieder jaar een oefening. De rest van de
organisatie wordt in 3 jaar tijd getraind.
Wanneer Jaarlijks, driejaarlijks Huidige waarde Streefwaarde
Indicator Aantal oefeningen 1 keer per jaar
GVS/GMT
3 jaar overige
clusters
3.1.3.2 Wat hebben we gedaan?
Jaarlijks volledig
trainen
Nieuwe wijkveiligheidsplannen
In augustus 2012 is het nieuwe Integraal Veiligheidsbeleid door de gemeenteraad vastgesteld. Dit
beleid is opgesteld door de werkgroep integrale veiligheid, bestaande uit professionals op het
gebied van verkeer, zorg, jeugd- en jongerenwerk, openbare orde en veiligheid en beheer.
Belangrijke partners in het proces waren Politie Rotterdam-Rijnmond en de Veiligheidsregio
Rotterdam-Rijnmond. Ook andere partners, zoals PUSH Jongerenwerk en woningstichting De Zes
Kernen zijn geconsulteerd.
Het integraal veiligheidsbeleid heeft een looptijd van 2012-2015. Gezien de regionale
ontwikkelingen en de mogelijke samenvoeging van de gemeenten Spijkenisse en Bernisse zijn
ambtelijke contacten gelegd om het beleid goed op elkaar af te stemmen. Op deze wijze vloeien de
beleidsmatige plannen optimaal in elkaar over. Idealiter kunnen beide plannen gezamenlijk worden
opgesteld. Deze opties zijn natuurlijk nog onder voorbehoud.
Het actieprogramma voor de gemeente Bernisse geeft, op basis van de integrale
veiligheidsplannen, weer welke specifieke acties zullen worden ondernomen tijdens de looptijd van
het integraal veiligheidsbeleid. Uitgangspunt hierbij is dat de voorgestelde acties, werkzaamheden
betreffen die een bijdrage leveren aan de gestelde prioriteiten.
Het uitvoeringsplan is nog niet definitief door het college vastgesteld. De verwachting is dat de
definitieve vaststelling in maart 2013 zal plaatsvinden. Oorzaak hiervan zijn de regionale
ontwikkelingen (samenvoeging met Spijkenisse) en de veranderingen bij de politie (regionaal
beleidskader met lokale gebiedscans). Hierdoor heeft de definitieve vaststelling vertraging
opgelopen.
20

Uitvoering wijkveiligheidsplannen
Uw raad heeft binnen het integraal veiligheidsplan de volgende prioriteiten vastgesteld:
1. Jeugd (overlast, vernieling, alcohol & drugs);
2. Diefstal vanuit motorvoertuigen, woningen- en bedrijfsinbraken;
3. Verkeer (blik richting de toekomst)
4. Inrichting van de openbare ruimte (onderhoud groen, zwerfafval).
Inmiddels is een start gemaakt met de implementatie van de Beke-methodiek binnen de gemeente
voor de aanpak van overlastgevende jeugd en het opstellen van een veiligheidskrant voor alle
burgers van de gemeente.
Actueel houden draaiboeken crisisbeheersing
In 2012 zijn de draaiboeken weer tegen het licht gehouden en aangepast aan de actuele stand van
zaken.
Opleiden/oefenen crisisbeheersing
Ook in 2012 is weer de nodige aandacht besteed aan de training van e teams binnen de
crisisbeheersing. Daarbij is de training eilandbreed opgepakt. Op die manier wordt eilandbrede
samenwerking meer gestimuleerd. Mensen leren elkaar kennen en de drempel om zaken samen
op te pakken en daarmee de werkdruk te verdelen wordt lager.
Burgers zelf verantwoordelijk maken voor veiligheid
Dit is voor 2013 in de planning opgenomen.
Regionale piketdienst crisisbeheersing
In 2011 is een regionale piketdienst ingericht voor incidenten vanaf GRIP 2, waarbij gemeenten een
ambtenaar rampenbestrijding leveren voor de inzet in het Regionaal Operationeel Team. Er is nog
geen regionale piketdienst voor de kleinere incidenten. De gemeente Bernisse heeft de noodzaak
van samenwerking onderkend. Echter voor een dergelijk besluit moeten ook de regionale partners
over-tuigd worden. Dat is nog niet gelukt. Het streven is nu in 2013 een dergelijke piketregeling te
realiseren.
Opstellen BIBOB-beleid
Dit is in 2012 opgesteld en vastgesteld. Momenteel geldt deze beleidslijn voor de aanvragen in het
kader van de Drank- en Horecawet. In de loop der tijd zal worden onderzocht of toepassing op
andere gebieden (denk aan omgevingsvergunningen) een optie is.
3.1.3.3 Wat heeft het gekost?
21

Toelichting
Algemeen
Hieronder worden de verschillen verklaard tussen jaarrekening en zomernota met een ondergrens
van € 10.000,-. Deze verklaringen kunnen op een lager niveau liggen dan programma en/of product
en tellen dus niet per definitie op tot de verschillen in de tabel hierboven.
22

Activiteiten
Bij dit onderdeel is er per saldo sprake van een voordeel van € 18.000. Dit wordt voornamelijk
veroorzaakt doordat er geen uitgaven zijn gedaan voor de wijkveiligheidsplannen, terwijl hiervoor
wel € 10.000 was begroot. Het overige verschil wordt grotendeels veroorzaakt doordat geen
uitgaven zijn gedaan voor registratie besluiten externe veiligheid (€ 3.000) en lagere kapitaallasten
dan geraamd (€ 4.000).
Restant van dit programma
Hier is per saldo sprake van een voordeel van € 2.000. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat
€ 13.000 meer uitgegeven is voor het integraal veiligheidsbeleid en er voor € 5.000 geen uitgaven
zijn gedaan voor bestrijding van de jeugdoverlast. Daarnaast is er € 22.000 minder uitgegeven voor
schade en onderhoud als gevolg van minder vandalisme en is er per saldo € 9.000 minder
ontvangen aan vergoedingen.
3.1.3.4 Samenwerkingspartners
Voor dit programma is er sprake van de volgende verbonden partijen:
• Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond (VRR)
• HALT
De verdere informatie daarover staat in de paragraaf verbonden partijen.
3.1.3.5 Collegeprogramma
Het collegeprogramma 2010 – 2014 is uitgewerkt in een 90-tal (actie)punten. Voor dit programma
zijn de volgende punten opgenomen:
Activiteit
Planning
32 Nieuwe wijkveiligheidsplannen 2012
33 Uitvoering wijkveiligheidsplannen 2011-2014
35 Act. houden draaiboeken crisisbeheersing 2011-2014
36 Opleiden/oefenen crisisbeheersing 2011-2014
37 Burgers zelf verantwoord. maken veiligheid 2013
72 Regionale piketdienst crisisbeheersing 2011
89 Opstellen Bibob-beleid 2010
23

3.1.4 Infrastructuur en openbare ruimte
Portefeuillehouder(s)
Beschrijving
S. van der Weg
Dit programma beoogt invulling te geven aan
het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. De
openbare ruimte is voor iedereen toegankelijk en wordt
betreden op het moment dat je de voordeur uitstapt,
loopt of rijdt naar familie, vrienden of werk.
Kaders - Milieuverordeningen (Reiniging en Riolering)
- Verordening op het beheer van de begraafplaatsen
- Beheerstrategie wegen
- Groenstructuurplan
- Gemeentelijk rioleringplan 2007-2011
- Onderhoudsplan Openbare Verlichting
Ambitie
De kwaliteit van de leefomgeving brengen en in stand
houden op de wettelijke en gemeentelijke kwaliteitsnormen
zodat er sprake is van een aantrekkelijke
woon-, werk- en leefomgeving voor de burgers en
bezoekers. Schoon, heel en veilig zijn hierbij de
kenmerken.
3.1.4.1 Activiteiten & kern-indicatoren
Activiteit Beheerstrategie Wegen. Thema Wegen en groen
Bron
Waarom
Hoe
Collegeprogramma
Om de gewenste veilige, schone en hele leefomgeving te realiseren voor
de bewoners, waarbij de beschikbare budgetten toereikend zijn om dit
beleid na te streven.
Een adequaat onderhoudsniveau door middel van (meerjarige)
beheerplannen en het inspringen op klachten en meldingen.
Wanneer 2012 e.v. Huidige waarde Streefwaarde
Indicator
Wegen: visuele inspectie
(1x 4jr)
Asfalt / elementen
Achterstallig: 2% / 11%
matig/sober: 3% / 4%
Asfalt/elementen
Achterstallig: 0%
Matig/sober: 0%
Activiteit
Groenstructuurplan bestaat uit
een actieplan en een
beheerplan.
Thema
Groen
Bron
Waarom
Hoe
Collegeprogramma
Om de gewenste veilige, schone en hele leefomgeving te realiseren voor
de bewoners, waarbij de beschikbare budgetten toereikend zijn om dit
beleid na te streven.
Een adequaat onderhoudsniveau door middel van (meerjarige)
beheerplannen en het inspringen op klachten en meldingen.
Wanneer 2012 e.v. Huidige waarde Streefwaarde
24

Indicator
Het groenareaal voldoet aan de
afgesproken technische staat.
Het groenareaal voldoet aan het
afgesproken kwaliteits-niveau
80%
Waarvan
bomen: 1%
zichtbaar
onveilig
95%
Waarvan bomen:
0% zichtbaar
onveilig
(D.m.v. streekproeven en Visual
Tree Assessment voor bomen)
Voldoen aan
beleid:
75%
Voldoen aan beleid:
90%
Activiteit
Bron
Waarom
Uitvoeren verbreed Gemeentelijk
Riolerings Plan
Collegeprogramma
Thema
Riool- en
waterbeheer
De gemeente is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de openbare ruimte
en het woon en leefmilieu. De voorzieningen voor stedelijk afvalwater,
regen en grondwater dragen daaraan bij.
Hoe • Bescherming van de volksgezondheid: de gemeente verwijderd het
stedelijk afvalwater uit de directe leefomgeving.
• Droge voeten: door de inzameling en verwerken van regenwater en
grondwater verwijdert de gemeente water uit de bebouwde
omgeving.
• Schoon water en een schone bodem: door de aanleg van
voorzieningen voorkomt de gemeente dat ongezuiverd stedelijk
afvalwater of verontreinigd regenwater op of in de bodem of het
oppervlaktewater terechtkomt.
Wanneer 2012-2016 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator
Kostendekkendheid
100%
100%
Bekendheid kwaliteit riolen ouder
dan 35 jaar
22%
100%
Activiteit
Bron
Waarom
Hoe
Inkomsten genereren
begraafplaatsen
Collegeprogramma
Thema
Begraafplaatsen
Wet op de lijkbezorging, te voldoen aan de beheersverordening
Voldoen aan de gewenste uitstraling van de begraafplaatsen (die
voortvloeit uit het nog op te stellen Plan van Aanpak Begraafplaatsen)
Traceren nabestaanden. Hiermee ontstaat een actuele begraafplaatsenadministratie.
Ook kan hierna ruiming en verlenging van de
onderhoudsrechten plaatsvinden.
Wanneer 2012-2015 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator
Kostendekkendheid binnen het product
begraafplaatsen.
78%
100%
Een actuele begraafplaatsadministratie
waarin alle nabestaanden inzichtelijk zijn
en aangeschreven kunnen worden en
voor ieder graf onderhoudsrechten
worden ontvangen.
50%
100%
25

3.1.4.2 Wat hebben wij gedaan?
Beheerstrategie wegen
Het kleinschalig asfalt onderhoud wordt gezamenlijk met de regiogemeenten Spijkenisse,
Westvoorne, Brielle en Hellevoetsluis voorbereid en aanbesteed. De gemeente Spijkenisse is
hiervan de penvoerder, maakt één bestek en de contracten. Het betreft een contract voor de
komende 4 jaar.
We streven ernaar hiermee het achterstalling onderhoud weg te werken en in te spelen op het tijdig
onderhoud aan asfalt.
Planning
In 2012 heeft bij twee grootschalige onderhoudsprojecten de eindoplevering plaatsgevonden. Het
betreft de Reconstructie Heerenlaan e.o. in Heenvliet en de Reconstructie
S. Lohmanstraat e.o. in Zuidland. Van dit laatste project is de onderhoudstermijn van de geleverde
stenen met een jaar verlengd tot juni 2013.
De voorbereiding van de Reconstructie Hooftweg fase 1 in Heenvliet en de Reconstructie
W. Hoogenboomstraat in Oudenhoorn zijn afgerond en de aanbesteding van de reconstructie
Hooftweg fase 1 heeft inmiddels plaatsgevonden.
De voorbereiding van het project Reconstructie (herinrichting) van het Branderf is in 2012
opgestart.
Groenstructuurplan
Bomen
Het resultaat van het VTA-bomen onderzoek is een driejarig rooiplan voor onveilige bomen. In het
eerste half jaar van 2012 zijn binnen de kernen Geervliet, Heenvliet en Abbenbroek de onveilige
bomen gerooid. De rest volgt later dit jaar waarmee voldaan wordt aan de streefwaarde. Ook wordt
het bijbehorende snoeiplan dan opgestart. De noodzaak van directe uitvoer van het rooiplan is
evident om te kunnen voldoen aan de gestelde streefwaarde. Risico bomen die uit de VTA
inspectie naar voren zijn gekomen, zijn gekapt.
Bewonersparticipatie
Bewonersparticipatie krijgt steeds vastere vorm. Een project aan de Polderstraat in Abbenbroek is
met succes uitgevoerd. Samen met bewoners is in 2012 een renovatie plan uitgevoerd, waar zij
een directe rol vertegenwoordigen in het verdere onderhoud. Hierdoor worden de
investeringskosten over langere termijn terugverdiend en de kwaliteit van de buitenruimte neemt
toe met de directe betrokkenheid van de omwonenden.
Uitvoeren verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan
Op 24 september 2012 heeft de raad het vGRP voor 2013-2017 goed gekeurd.
Het doel van dit vGRP vertolkt het beleid van de gemeente Bernisse ten aanzien van het stedelijke
afvalwater, het afvloeiende hemelwater en het grondwater en draagt als zodanig bij in samenhang
met de andere gemeentelijke plannen,
Tevens geeft het vGRP een inzicht over de kwaliteit van de riolering en zijn de financiën voor de
investeringen en kapitaalswerken van de komende 5 jaar hierin opgenomen.
Hiermee voldoet de gemeente aan de wettelijke verplichting uit de Wet Milieubeheer.
Kolken
Door de reeds ingezette koers van jaren geleden waarbij minder straatveeg beurten plaatsvinden,
blijft het probleem zich voordoen dat de kolken meerdere malen per jaar moeten worden geleegd.
Baggeren.
In 2012 zijn de voorbereidingen voor het baggeren van de watergangen in Zuidland en Oudenhoorn
gestart.
Vanuit het Waterschap is aangegeven dat het bemonsteren van de watergangen voor eigen
rekening van de gemeente komt, dit in tegenstelling tot de jaren ervoor.
Inmiddels is hiervoor een budget beschikbaar gesteld van € 17.500.
In oktober is gestart met de baggerwerkzaamheden in Oudenhoorn. Voor wat betreft het baggeren
in Zuidland is de samenwerking met het waterschap gezocht omdat de doorgaande watergang in
26

Zuidland in onderhoud bij het waterschap is. Dit heeft geleid tot een samenwerking waarbij de
aannemer zowel de watergang van het waterschap als die van de gemeente baggert. Dit heeft
geleid tot een financieel voordeel voor beide partijen.
Beschoeiing.
De inventarisatie van de beschoeiing is voor een groot gedeelte afgerond. Uit deze inventarisatie is
naar voren gekomen, dat er op korte termijn het nodige aan beschoeiing zal moeten worden
vervangen, om afkalving van de taluds tegen te gaan.
Dit is eigenlijk een probleem dat 5 a 6 jaar geleden is gecreëerd door de watergangen
met 15 a 20 cm te verdiepen. Er is toen besloten om de beschoeiing daarop niet aan ten passen
waardoor in de loop der jaren onderspoeling is ontstaan. Ook andere knelpunten die in de
inventarisatie naar voren zijn gekomen, worden momenteel bezien.
Het definitieve rapport is in december 2012 opgeleverd en er zal in 2013 een begin worden
gemaakt met het herstellen van de beschoeiing.
Voor deze inhaalslag heeft de raad een budget van € 30.000,00 beschikbaar gesteld.
Waterplan.
Vanuit het opgestelde waterplan wat in samenwerking met het waterschap is opgesteld, wordt er
aan de Ring in Oudenhoorn n.a.v. de slechte waterkwaliteit een circulatiepomp geplaatst. Deze
pomp zorgt voor stroming in de vijver waardoor de waterkwaliteit verbetert en het waterniveau in
droge perioden op peil blijft.
Deze werkzaamheden worden binnenkort uitgevoerd. De kosten worden door de gemeente en het
waterschap gedeeld.
Inkomsten genereren begraafplaatsen
Plan van Aanpak Begraafplaatsen
Het afgelopen half jaar is verder gegaan met de inhaalslag voor de begraafplaatsenadministratie.
Hiervoor is veel energie gestoken is het achterhalen van nabestaanden. Wij verwachten deze
werkzaamheden medio 2013 afgerond te hebben. De inkomsten aan Lijkbezorgingsrechten voor
2012 lopen in de pas met de beoogde inkomsten (eenmalig € 80.000,00 extra).
Naast alle lopende activiteiten die al worden uitgevoerd, is tevens gewerkt aan het Plan van
Aanpak. Dit Plan van Aanpak geeft u inzicht in de materie met bijbehorende knelpunten en geeft
een doorkijk van de te nemen maatregelen om deze complexe problematiek waar mogelijk op te
lossen. Het Plan van Aanpak is gereed en is in het vierde kwartaal van 2012 aan u aangeboden.
27

3.1.4.3 Wat heeft het gekost?
Toelichting
Algemeen
Hieronder worden de verschillen verklaard tussen jaarrekening en eindejaarsnota met een
ondergrens van € 10.000,-. Deze verklaringen kunnen op een lager niveau liggen dan programma
en/of product en tellen dus niet per definitie op tot de verschillen in de tabel hierboven.
28

Activiteiten
Bij dit onderdeel is er per saldo sprake van een nadeel van € 2.000. Dit verschil wordt voornamelijk
veroorzaakt doordat de kosten voor de gladheidsbestrijding € 13.000 lager zijn dan begroot; de
kosten van de reconstructies € 140.000 lager zijn dan begroot. Als gevolg hiervan is er ook een
zelfde bedrag minder onttrokken aan de voorziening wegen. Verder is er sprake van lagere kosten
voor het groenplan van € 15.000 en is er sprake van een nadeel van € 5.000 voor kosten verbreed
rioleringsplan en een nadeel van € 24.000 als gevolg van mindere ontvangsten schadeverhaal
i.v.m. afboeking van dubieuze debiteuren.
Daarnaast zijn de kosten voor onderhoud € 11.000 lager dan begroot; is de toevoeging aan de
voorziening wegen € 90.000 hoger dan begroot en zijn de kapitaallasten € 70.000 lager dan
begroot.
Het restant verschil wordt veroorzaakt door diverse kleine onder en overschrijdingen bij de diverse
producten.
Restant van dit programma
Hier is per saldo sprake van een nadeel van € 120.000. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat
de kosten voor de Visie-ontwikkeling € 31.000 lager zijn dan begroot; de kosten voor openbare
verlichting € 7.000 lager zijn dan begroot a.g.v. lagere kapitaallasten; de kosten voor sloten en
watergangen € 39.000 lager zijn dan begroot a.g.v. minder kosten voor het schonen van sloten
( € 7.000) en lagere kapitaallasten ( € 32.000); minder kosten voor gazons en taluds
( € 20.000); minder kosten voor beplanting ( € 81.000); minder kosten voor bomen (€ 14.000) dit
alles als gevolg van lagere kosten voor dagelijks onderhoud en vervanging.
Verder zijn de kosten voor speeltoestellen € 25.000 lager als gevolg van minder kosten onderhoud;
De kosten voor de reiniging € 108.000 lager dan begroot a.g.v. minder kosten veegvuil (€ 13.000)
minder kosten ophalen afval ( € 23.000)lagere kapitaallasten ( € 33.000) en lagere kosten op
diverse overige posten van totaal ( € 39.000)
De kosten voor riolering zijn per saldo € 205.000 hoger dan begroot a.g.v. minder kosten schonen
sloten ( € 12.000)minder kosten onderhoud kolken (€ 11.000) en per saldo hogere toevoeging aan
de voorziening riolering van € 200.000 en lagere kapitaallasten van € 25.000 en per saldo overige
verschillen van € 43.000. Daarnaast zijn de kosten voor de lijkbezorging € 24.000 lager dan begroot
a.g.v. lagere kapitaallasten ( € 15.000) en overige verschillen van in totaal € 9.000.
Bij de inkomsten is er sprake van per saldo hogere inkomsten reiniging van € 40.000 a.g.v. hoger
opbrengsten oude papier, glas kunststof en oud ijzer. Lagere inkomsten bij het onderdeel riolering
van € 5.000 a.g.v. het niet realiseren van begrote inkomsten. Bij het onderdeel lijkbezorging is er
per saldo sprake van een nadeel van € 72.000 a.g.v. het niet realiseren van extra inkomsten
inhaalslag achterstanden( € 70.000)en ( € 2.000) lagere opbrengsten grafrechten.
Mutaties in reserves
Per saldo is er een bedrag van € 222.000 meer onttrokken aan de reserves a.g.v. hogere
toevoeging t.b.v. de reiniging € 207.000; hogere toevoeging t.b.v. de lijkbezorging € 10.000 en
hogere toevoeging t.b.v. de plantsoenen € 5.000.
Per saldo is er een bedrag van € 74.000 minder onttrokken aan de reserves a.g.v. lagere
onttrekking voor visieontwikkeling € 31.000; lagere onttrekking voor sloten € 6.000; lagere
onttrekking voor plantsoenen € 5.000; lagere onttrekking voor groenplan € 15.000 en lagere
onttrekking voor lijkbezorging van € 17.000.
3.1.4.4 Samenwerkingspartners
• Waterschap
• SVHW
29

3.1.4.5 Collegeprogramma
Het collegeprogramma 2010 – 2014 is uitgewerkt in een 90-tal (actie)punten. Voor dit programma
zijn de volgende punten opgenomen:
Activiteit
Planning
7 Onderz. spons. adoptieproj. ondernemers 2012
22 Inrichten speelplekken nieuwe visie 2012-2014
51 Onderzoek naar quick wins 2012
57 Beheerplannen openbare ruimte 2011/2012
58 Uitvoeren kwalit.normen openbare ruimte 2012
59 Communicatieplan openbare ruimte 2011
60 Kwaliteitnormen begraafplaatsen 2012
61 Uitvoeren kwaliteitsnormen 2012-2013
62 Inzet Welplaat begraafplaatsen 2011-2014
70 Uitvoering Geo/vastgoed-informatie 2011-2013
73 Onderzoek capaciteit begraafplaatsen 2011
74 Activiteiten m.b.t. ruimen graven 2011-2012
75 (Mogelijke) investeringen begraafplaatsen 2012
76 Integreren boodsch.dienst meldingssyst. 2012
7. Onderzoek sponsoring adoptieprojecten ondernemers
Dit heeft onderdeel uitgemaakt van de voorzieningennota dat eind 2011 in de Raad is behandeld.
Vooralsnog wordt hier niet actief op ingezet, maar indien zich kansen voordoen worden deze
bezien en waar mogelijk invulling aangegeven.
22. Inrichten speelplekken nieuwe visie
Het speelbeleidsplan is inmiddels opgesteld en gereed voor uitvoering.
51 Onderzoek quick-wins
Onderzoek naar het hergebruik van de aangeboden afvalstromen van de inwoners op de
milieustraat. Momenteel is geen tijd beschikbaar om dit onderzoek uit te voeren.
57. Beheerplannen openbare ruimte
De afgelopen periode zijn bij verschillende vakdisciplines de (beleid- en) beheerplannen onder de
loep genomen. Zie hiervoor de paragraaf nieuwe kaders.
Voor de openbare Verlichting is CityTec verzocht om een meerjarenplanning op te stellen voor de
ver-vanging van de lichtmasten in de aankomende jaren. Dit onderhoudsplan is in het eerste half
jaar van 2012 nog niet aangeleverd. Bij integrale projecten in de openbare ruimte wordt in ieder
geval, conform de uitspraken van uw Raad bij de voorzieningennota, LED-verlichting toegepast bij
vervanging van armaturen.
58. Uitvoeren kwaliteitsnormen openbare ruimte
De uitvoering van ons beheer en onderhoud is conform het daarvoor vastgestelde kwaliteitsniveau
in het beleid- en beheerplan. Bij een nieuw beleidsplan, zoals het reeds vastgestelde Groen
structuur-plan, wordt het beheer daarop aangepast.
59 Communicatieplan openbare ruimte
De communicatie naar bewoners toe over het beheer van de openbare ruimte resulteert niet in een
communicatieplan, maar is gericht op concrete maatregelen om de bewoners meer inzichten te
geven in wat ze van de gemeente mogen verwachten. Zo worden nieuwe beleidsplannen
30

gepubliceerd op de website van de gemeente Bernisse. Bij integrale projecten wordt tijdens de
bewonersavonden gerefereerd naar de vastgestelde kwaliteitsniveaus. Ook bij de afhandeling van
meldingen in de openbare ruimte vindt communicatie plaats over het kwaliteitsniveau dat de
bewoner van de gemeente mag verwachten.
62 Inzet De Welplaats begraafplaatsen
Vanaf 1 januari 2012 wordt het Service Team versterkt met een medewerker van de Welplaat.
Deze inzet richt zich op het onderhoud van de begraafplaatsen. Echter voldoet dit onderhoud nog
steeds niet aan de gewenste kwaliteit die wij nastreven. Belangrijk punt zijn de
weersomstandigheden die leiden tot een hogere groei van het onkruid.
Er is sprake van veel onkruid dat handmatig verwijderd moet worden. Extra inzet door de Welplaat
maar ook de mogelijkheden van ‘Spijkenisse werkt’ worden toegepast, maar leiden helaas nog niet
tot het beheersbaar houden van het onkruid. In het Plan van Aanpak wordt aandacht geschonken
aan het gebruik van (chemische) onkruidbestrijdingsmiddelen.
Actiepunten 60,61, 73, 74 en 75
Zie hiervoor tekst bij het onderwerp begraafplaatsen. Pas na uitvoering van het Plan van Aanpak
kunnen de kwaliteitsnormen op de begraafplaatsen vastgesteld worden waarna het bijbehorende
beheer en onderhoud wordt uitgevoerd.
70. Uitvoering transitie Grootschalige BasisKaart( GBK) naar Basisregistratie Grootschalige
Topografie ( BGT)
Een van de onderdelen van het nationale stelstel van basisregistraties is de Basisregistratie
Grootschalige Topografie (verder BGT). De informatie die nu nog is opgeslagen in de toepassing
Grootschalige BasisKaart (GBK) wordt geschikt gemaakt om een zogenaamde objectenkaart te
kunnen vormen. Voor het omzetten van de gegevens naar de nieuwe toepassing wordt achter de
schermen gebruik gemaakt van allerlei technische hulpmiddelen en koppelvlakken.
De objecten hebben een directe relatie met de beheersystemen groen en wegen waarmee de
afdeling BOR haar arealen per vakdiscipline mee beheert.
Bernisse streeft naar een beheerssysteem waarbij het vGRP goed wordt ondersteund en de
gegevens van wegen en groen actueel zijn. Daarbij moet het beheersysteem voldoen aan de
normen die gehanteerd worden qua objectvorming zodat deze objecten ook gebruikt worden voor
de basisregistratie Grootschalige Topografie.
76. Integreren boodschappendienstdienst meldingssysteem
Integratie van de boodschappendienst en het meldingssysteem leidt ertoe dat vanuit de boodschappendienst
extra handelingen uitgevoerd dienen te worden. Onderzocht wordt of de kosten
tegen de baten opwegen. Deze activiteit heeft momenteel geen prioriteit en gelet op mogelijke
herindeling met de gemeente Spijkenisse bestaat de kans dat ervoor gekozen wordt om de
boodschappendienst niet te integreren.
31

3.1.5 Verkeer en vervoer
Portefeuillehouder(s)
Beschrijving
S. van der Weg
Dit programma richt zich voornamelijk op de
verbindingen naar en van de gemeente en meer
specifiek op de bereikbaarheid van de kernen
onderling.
Kaders
Ambitie
Het verbeteren van de bereikbaarheid van de kernen
en de bereikbaarheid van Bernisse in zijn
algemeenheid.
3.1.5.1 Activiteiten & kern-indicatoren
Activiteit Bevorderen bereikbaarheid van
alle kernen met openbaar vervoer
Bron
Waarom
Hoe
Thema
Concessie Openbaar vervoer Stadsregio
Openbaar vervoer
Om de ontsluiting van alle kernen met openbaar vervoer te garanderen
voor die inwoners die afhankelijk zijn van deze vervoerssoort
In overleg met de Stadsregio treden om de bereikbaarheid met openbaar
vervoer minimaal op het huidige peil te garanderen, ondanks
aangekondigde (rijks)bezuinigingen op openbaar vervoer
Wanneer 2012 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator Alle 6 kernen ontsloten per
openbaar vervoer
6 6
3.1.5.2 Wat hebben wij gedaan?
Openbaar Vervoer
Bezuiniging OV 2012
De bezuinigingsmaatregelen van de rijksoverheid zetten de bestaande openbaar
vervoersvoorzieningen onder druk. In stadsregionaal verband zijn de gevolgen voor de ontsluiting
met openbaar vervoer van (de kernen van) Bernisse, en in bredere zin Voorne-Putten, besproken
met de concessiehouders en de Stadsregio.
Bernisse blijft zich in 2013 inzetten om de ontsluiting van alle 6 kernen van Bernisse met openbaar
vervoer zeker te stellen.
Bushaltetoegankelijkheid
Een optimale toegankelijkheid van het openbaar vervoer is een belangrijk goed. Door zoveel
mogelijk doelgroepen in de gelegenheid te stellen gebruik te maken van het openbaar vervoer kan
deze vorm van personenvervoer verder groeien. Steeds meer wegbeheerders grijpen de
optimalisering van de toegankelijkheid aan om de halteplaatsen in hun regio te vervangen, te
renoveren of zelfs compleet te vernieuwen. De minister van Verkeer en Waterstaat heeft deze
ontwikkeling een steun in de rug gegeven door extra subsidie beschikbaar te stellen. De stadsregio
is met het Rijk overeengekomen dat uiterlijk 2014 54% van alle bushalten in de stadsregio
toegankelijk is gemaakt voor mensen met een mobiliteitsbeperking. Deze regionale doelstelling
wordt door de wegbeheerders in de stadsregio onderschreven. De gemeente Bernisse heeft een
32

subsidie toegekend gekregen voor het project “haltetoegankelijkheid” van € 104.000, omdat het
ingediende project past binnen de regionale doelstellingen. De uitvoering start in het eerste
kwartaal van 2013.
Fiets in de keten
De gemeente Bernisse heeft in het laatste kwartaal van 2012 van de stadsregio € 29.000 subsidie
toegekend gekregen voor de fysieke ingrepen om het fietsparkeren bij OV- haltes uit te breiden of
te verbeteren. De kwaliteitslag wil de gemeente Bernisse bereiken door een uitbreiding van het
aantal fietsenbeugels en uniformiteit aan te brengen in deze beugels (Tulip beugels met
fietskeurmerk).
Door dit project in de uitvoering te combineren met het optimaliseren van de toegankelijkheid,
verkleinen we de mogelijkheid op overlast bij de omwonende en reizende burgers en besparen wij
kosten.
Dynamische displays
De gemeente Bernisse heeft bij DReis, het project van de stadsregio, een aanvraag ingediend voor
6 panelen met dynamische reisinformatie. Dit project is enkele jaren geleden opgestart, waarbij de
drukste haltes op Voorne-Putten en in de rest van de regio Rotterdam zijn aangemerkt als locatie
waar een DRIS-paneel komt. In 2013 worden op de locaties Molenweg te Oudenhoorn, Veerdam te
Zuidland en Molendijk te Simonshaven digitale informatiedisplays aangebracht.
OV-chiplaadpunten
Om de dienstverlening naar de reizende bewoners van gemeente Bernisse te vergroten is het
eerste kwartaal van 2012 een verzoek ingediend bij de RET om extra OV-laadpunten te plaatsen in
de gemeente. Naast het bestaande laadpunt bij het boodschappencentrum Heenvliet heeft de
gemeente Bernisse nu ook een laadpunt in het gemeentehuis te Abbenbroek en bij de tabakwinkel
Cigo te Zuidland.
Bovengemeentelijke infrastructurele projecten
Werkzaamheden A15
De werkzaamheden aan de verbreding van de A15 zijn in volle gang. Informatie over de voortgang
van de werkzaamheden wordt vanuit de centrale projectorganisatie via de lokale
communicatiekanalen verspreid, alsook via de website van de gemeente. Ook in volgende jaren
wordt een goede communicatie over dit grote project vanuit de gemeente gefaciliteerd. Bij
optredende knelpunten op het onderliggende wegennet in Bernisse wordt dit direct met de
projectorganisatie opgenomen.
Verkeerskamer Zuid-West
Tijdens de overleggen in 2012 heeft de gemeente Bernisse, gezamenlijke met de overige
gemeenten van Voorne-Putten, standpuntenbepalingen geformuleerd over de (gevolgen van)
planvorming van de hogere overheden mbt bijv. verbreding A15 (incl. bijhorende tijdelijke
maatregelen), A4-Zuid, Nieuwe Westelijke Oeververbinding. Alle bovengemeentelijke
ontwikkelingen op verkeers- en vervoersgebied zijn nauwlettend gevolgd.
Oranjetunnel/Blankenburgtunnel
De uitwerking van de ministeriele beslissing over de tracékeuze voor de Nieuwe Westelijke
Oeververbinding (de gemeenten van Voorne-Putten hebben in 2012 de voorkeur uitgesproken voor
het Blankenburg-tracé) is door de val van het kabinet door de Tweede Kamer controversieel
verklaard. De “oude” Tweede Kamer heeft het besluit over een nieuwe tunnelverbinding ten westen
van de Beneluxtunnel doorgeschoven naar het huidige kabinet. Dit betekent dat er geen besluiten
zijn genomen en de ontwerp-Rijksstructuurvisie NWO niet ter visie is gelegd. Het vervolg vergt
gemeentelijke inzet om de belangen van Bernisse te behartigen.
33

Verkeer(sveiligheid)
Algemeen
Er is veel tijd besteed aan de verkeersveiligheid op kleinere schaal, het duurzaam veilig inrichten
van reconstructies, kleinere verkeersprojecten en de diverse overleggen daarover.
Het ingezette beleid om bij wegreconstructies de nieuwe aanleg in te richten volgens de normen
van Duurzaam Veilig hebben wij voortgezet in 2012. Ook dit jaar is daarin weer een grote slag
geslagen.
Ontsluiting
In het kader van de leefbaarheid en verkeersveiligheid is het de ambitie om doorgaand verkeer
zoveel als mogelijk uit de kernen te weren. Vooral de kernen Oudenhoorn en Simonshaven zijn
daarbij aandachtspunten, maar ook Geervliet en Zuidland kennen problemen met voornamelijk
vrachtverkeer, mede door het toenemende gebruik van navigatiesystemen. In dit verband zijn ook
de projecten uit de uitvoeringsagenda 2012 van de Stadsregio nauwlettend gevolgd. Een betere
ontsluiting van Voorne-Putten is blijvend van groot belang voor Bernisse. Aangezien dit een
problematiek is die voor alle gemeenten op Voorne-Putten speelt (zoals problematiek Hartelbrug),
wordt hierin gezamenlijk opgetrokken in stadsregionaal verband. Gewaakt wordt dat er door
maatregelen elders een sterke toename van verkeer door het landelijke gebied van Bernisse
optreedt en daarmee tot een toename van het doorgaande verkeer door de kernen. Hieraan is
continu aandacht besteed.
Duurzaam Veilig Verkeer
Het ingezette beleid om bij wegreconstructies en reparaties deze in te richten volgens de normen
van Duurzaam Veilig, is afgelopen jaar voortgezet. Ook aan de verkeersveiligheid rondom scholen
en openbare gebouwen is extra aandacht besteed. Bijvoorbeeld door het aanbrengen van nieuwe
markeringen op oversteekplaatsen (zebra’s), haaientanden en het weergeven van de maximale
snelheden.
Snelheidsmetingen
Het afgelopen jaar heeft de gemeente Bernisse de snelheidsmetingen gestructureerd en wekelijks
ingezet ook bij meldingen en bij herinrichtingsplannen. Het aantal meldingen over te hard rijden
loopt merkbaar terug. Ook in 2013 gaan we de snelheidsmeter structureel inzetten zodat we de
burgers een verkeersveiligere woonomgeving bieden.
Visieontwikkeling Breedstraat Zuidland
Begin 2012 is het definitieve visierapport, inrichtingstekening en moodboard opgeleverd en
vastgesteld door het college van B&W. De ondernemers en de monumentencommissie zijn in het
proces van de visieontwikkeling betrokken. Diverse brainstormsessies tussen de gemeente
en de ondernemersvereniging hebben geresulteerd in de inrichtingstekening die onderdeel uitmaakt van
deze visie. Tijdens het opstellen van deze visie is separaat een globale kostenraming opgesteld aan de
hand van het inrichtingsvoorstel. Deze twee documenten worden gebruikt als uitgangspunt voor de
uitvoering van het project dat volgend jaar door de afdeling BOR wordt opgepakt. De tekening wordt
gebruikt als gespreksstuk met de verschillende partijen, van bewoners en ondernemers tot de
monumentencommissie.
In het vervolgproces en de uitvoeringsfase worden zowel de monumentencommissie als de
ondernemersvereniging betrokken. Voorstel is om door middel van een bewonersavond de omwonenden
te informeren. Daarnaast wordt ook de markt bij het uitvoeringsproces betrokken.
Nota beleidsregels uitwegen
Ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is voor het maken en veranderen van een
uitweg een vergunning van het college van burgemeester en wethouders vereist. Artikel 2:12 meldt
dat het verboden is een uitweg naar de weg te maken, van de weg gebruik te maken voor het
hebben van een uitweg en verandering aan te brengen in een bestaande uitweg naar de weg
zonder vergunning. Ook indien sprake is van een geldige omgevingsvergunning voor de activiteit
bouwen van een object of plaatsing van poort of hek dient een aparte inritvergunning aangevraagd
te worden voor de aanleg, verandering en het gebruik van een inrit.
De in 2012 opgestelde Nota Beleidsregels Vergunningverlening Uitweg dient ertoe duidelijkheid te
scheppen met betrekking tot de invulling van deze in de APV genoemde criteria. Deze criteria
worden al jarenlang gehanteerd, maar waren nooit vastgesteld.
34

Plattegrondkasten
CBS outdoor heeft het eind 2011 het contract opgezegd met de gemeente Bernisse, omdat de
reclamekasten niet exploitabel genoeg zijn. Begin 2012 is de Gemeente Bernisse een
overeenkomst aangegaan met Citytec die aankomende jaren gratis het onderhoud en beheer van
de nieuwe kasten verzorgt. Deze kasten t.w.v. € 35.000 zijn gratis geplaatst door Citytec waardoor
de gemeente geen aanspraak kan maken op de gegenereerde inkomsten van reclame die de
laatste jaren nihil was.
Duurzaamheid
Elektrische oplaadpunten auto’s
Het rijden met elektrische voertuigen (fietsen, auto’s en scooters) maakt in Nederland een
stormachtige ontwikkeling door. Het tempo waarin autobezitters overgaan tot de aanschaf van een
elektrische auto ligt substantieel hoger dan nog slechts enkele jaren geleden werd voorzien. Veel
automobilisten ervaren echter nog steeds hindernissen bij hun overweging om elektrisch te gaan
rijden. De stichting E-laad.nl, opgericht door de gezamenlijke netbeheerders, wil het aanbod van
elektrische oplaadpunten vergroten. In iedere gemeente kan één laadpaal met twee oplaadpunten
per 10.000 inwoners worden geplaatst. Na een overleg met stichting E-laad, in het eerste kwartaal
van 2012, is aangegeven dat de gemeente Bernisse in aanmerking komt voor drie laadpalen
vanwege het grote areaal van de gemeente. Er is een overeenkomst tussen de gemeente Bernisse
en de Stichting E-laad.nl gesloten ten behoeve van de plaatsing van drie laadpalen nabij
winkelcentrum Slandshof, boodschappencentrum Heenvliet en het gemeentehuis. Deze drie
laadpalen, t.w.v. € 12.000, worden door de stichting E-laad gefinancierd en zijn eind 2012
geplaatst. Na de vorstperiode worden de palen in 2013 aangesloten op het net.
Elektrische oplaadpunten scootmobielen, fietsers en scooters
Om zoveel mogelijk doelgroepen in de gelegenheid te stellen gebruik te kunnen maken van het
openbare fietsnetwerk en de mobiliteit, bereikbaarheid en aantrekkelijkheid van Voorne-Putten te
vergroten, worden op enkele strategische gekozen locaties oplaadzuilen voor e-fietsen, scooters en
scootmobielen gerealiseerd. Eind 2012 is geïnventariseerd welke strategische locaties dit zijn en
met welke betrokken partijen contact gezocht moet worden. Dit project krijgt in 2013 zijn vervolg.
Scan wagenpark
Een wagenparkscan is om op korte-, middellange- en lange termijn zo veel mogelijk emissies te
reduceren. Het gaat hier om de NOx (Stikstofoxiden), PM10 (Fijn stof) en CO2 (Kool-stofdioxide)
emissies. Dit kan door gebruik te maken van duurzame of schone (bio) brandstoffen en diverse
voertuigtechnieken.
Één van de speerpunten van de Duurzaamheidmarkt 2012 te Zuidland was het opstellen van zo’n
wagenparkscan. In de komende jaren kan het wagenpark van gemeente Bernisse deels vernieuwd
worden. Deze momenten kunnen worden aangegrepen om het wagenpark verder te verduurzamen
tot een milieuvriendelijker wagenpark.
Er zijn namelijk veel ontwikkelingen op het gebied van duurzame voertuigen; zowel op het gebied
van voertuigtechnieken als (bio)brandstoffen. Het werkveld is constant in beweging.
Duurzaamheidsmarkt
Op 8 september 2012 was de gemeente Bernisse met een stand aanwezig op de Jaarmarkt van
Zuidland die als thema ‘duurzaamheid’ had. De activiteiten in de gemeentelijke stand lieten zien
wat de gemeente op dit thema te bieden heeft, zoals elektrisch rijden, oplaadpunten en led
straatverlichting.
35

3.1.5.3 Wat heeft het gekost?
Toelichting
Algemeen
Hieronder worden de verschillen verklaard tussen jaarrekening en eindejaarsnota met een
ondergrens van € 10.000,-. Deze verklaringen kunnen op een lager niveau liggen dan programma
en/of product en tellen dus niet per definitie op tot de verschillen in de tabel hierboven.
Activiteiten
Bij dit onderdeel is er per saldo sprake van een voordeel van € 46.000. Dit is a.g.v. het feit dat er
voor de bushaltetoegankelijkheid € 98.000 minder is uitgegeven dan begroot en er in dit verband
ook € 52.000 minder ontvangen is aan subsidie dan begroot.
36

3.1.5.4. Samenwerkingspartners
Met de in de begroting genoemde samenwerkingspartners wordt in wisselende samenstelling
samengewerkt bij de beschreven activiteiten. In de tekst aangegeven.
3.1.5.5 Collegeprogramma
Het collegeprogramma 2010 – 2014 is uitgewerkt in een 90-tal (actie)punten. Voor dit programma
zijn de volgende punten opgenomen:
Activiteit
Planning
63 Onderzoek verkeersbelemm. maatregelen 2010-2014
64 Voorlicht.campagne gedrag verkeersdeeln. 2010-2014
65 Visie-ontwikkeling Markt H., Breedstr. Z. 2011
37

3.1.6 Vergunningverlening en handhaving
Portefeuillehouder(s)
Beschrijving
Kaders
Ambitie
P.J. Bouvy-Koene (APV)
S. van de Weg
Dit programma wil een integrale vergunningverlening aan
de burger en het bedrijfsleven nastreven onder het
gelijktijdig geven van zoveel mogelijk openheid naar de
burger. Een snelle afhandeling staat hierbij voorop waarbij
een dienstverlenende en oplossings-gerichte houding
past.
Algemene Plaatselijke Verordening, Bouwver-ordening,
Milieuverordeningen en Welstandsnota.
Bevordering van de leefbaarheid, de ruimtelijke kwaliteit
en het gevoel van veiligheid. Daarnaast het nastreven van
rechtsgelijkheid en geloofwaardigheid van het bestuur.
3.1.6.1 Aanpak & kern-indicatoren
Activiteit
Bron
Waarom
Hoe
Bevorderen transparantie
vergunningverlening
38
Thema
Wet administratieve bepalingen omgevingsrecht
Vergunningverlening
Om de aanvrager 24 uur per dag 7 dagen per week in staat te stellen om na te gaan
wat de status is van de aanvraag.
Via de website van de gemeente ontsluiten van informatie.
Wanneer Vierde Kwartaal 2012 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator
Activiteit
Bron
Waarom
Hoe
Aantal aanvragen wat digitaal
wordt gevolgd
Transparantie bieden op het
gebied van handhaving om een
preventieve werking te stimuleren.
Handhavingsbeleid en jaarwerkplan
0 40%
Thema
Handhaving
Aangeven waar de handhavingprioriteiten liggen en wat de gevolgen van niet
regelconform handelen zijn, bevordert regelconform handelen.
In het jaarwerkplan wordt op basis van een risicoanalyse opgenomen waar de
prioriteiten op het gebied van handhaven worden gelegd. Dit betreft een integraal
handhavingprogramma. Vervolgens wordt periodiek inzicht gegeven in het aantal en de
soorten overtredingen.
Wanneer Doorlopend gedurende 2012 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator
Aantal werkplannen
Aantal overzichten overtredingen
3.1.6.2 Wat hebben wij gedaan?
Werkplan handhaving
Het werkplan is in december 2012 in concept gereed. In de eerste 2 maanden van 2013 wordt het
werkplan verder geconcretiseerd en afgestemd met diverse andere handhavingplannen binnen de
gemeente en de betreffende portefeuillehouder. De externe ketenpartners, zoals VRR en DCMR
zijn bij dit proces betrokken. Op deze manier kunnen de controles gecombineerd plaatsvinden.
1
1
1
2

Werkzaamheden na beëindiging horeca-pilot
Eind 2012 is eilandbreed overleg gevoerd over hoe nu verder te gaan met de uitvoering van de
toezichthoudende en handhavende taken zoals deze zijn opgenomen in de Drank- en Horecawet
(hierna: DHW). Deze taken behoren vanaf 1 januari 2013 door de gemeenten zelf te worden
uitgevoerd en niet meer door de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) Zoals eerder
aangegeven is er tot einde 2012 gebruik gemaakt van de horecaboa’s die in dienst waren bij de
gemeente Spijkenisse. Eind 2012 is echter geconstateerd dat deze constructie niet meer wenselijk
was, aangezien de mogelijkheid tot sturing de laatste tijd te wensen heeft overgelaten. Begin 2013
wordt er een nieuw plan gemaakt hoe om te gaan met deze nieuwe taak van de gemeente. Hierbij
zal zoveel mogelijk de samenwerking met de andere gemeenten op het eiland worden gezocht.
Voor nu is de gemeente Spijkenisse verzocht schriftelijk aan te geven dat de pilot DHW is
opgeheven.
Milieu
Jaarwerkplan DCMR
De werkzaamheden van de DCMR Milieudienst Rijnmond (DCMR) voor de gemeente Bernisse
worden uitgevoerd op basis van een jaarlijks werkplan. Het jaarverslag 2012 is nog niet ontvangen.
Op basis van de ontvangen voortgangsrapportages is de uitvoering van het werkplan gevolgd. Het
werkplan is volgens afspraak uitgevoerd. Het werkplan DCMR 2013 is inmiddels vastgesteld. De
begroting van het werkplan 2013 DCMR is in de raadsvergadering van 26 juni 2012 vastgesteld.
Milieujaarverslag
In 2012 is gewerkt aan een Milieu Uitvoeringsplan 2012-2013 (MUP). De raad is middels een
memo geïnformeerd over het MUP. Aan de hand van dit uitvoeringsplan wordt over de in 2012
uitgevoerde werkzaamheden een evaluatie plaatsvinden, waarna een milieujaarverslag wordt
opgesteld. In 2013 zal de MUP worden herzien voor de periode 2014-2015.
Naar aanleiding van de onrust rondom het bedrijf Odfjell Terminals Rotterdam B.V. is de raad op 8
maart 2012 geïnformeerd middels een memo.
Opstellen bodembeleid
In 2011 is in samenwerking met de gemeenten op Voorne-Putten, via de Stuurgroep Voorne-
Putten, een start gemaakt met het opstellen van een bodemkwaliteitskaart (BKK) en bijbehorende
bodemnota voor de komende 5 jaar. In 2012 is hard gewerkt om de BKK en de bodemnota af te
ronden. Beide producties zijn eind 2012/ begin 2013 ontvangen voor besluitvorming. In het eerste
kwartaal van 2013 worden deze ter vaststelling aan de raad aangeboden.
Uitwerken klimaatagenda
2012 is het laatste jaar geweest van de klimaatagenda in zijn oorspronkelijke vorm. Dit jaar heeft
voornamelijk in het teken gestaan van evaluaties van de verschillende projecten en de
klimaatagenda zelf. Uit de evaluatie komt naar voren dat ‘samen tot meer’ leidt: meer effectiviteit en
meer efficiency. Effectiviteit soms in termen van concrete CO2-reductie maar meestal in de vorm
van het creëren van randvoorwaarden om op termijn samen doelen te kunnen bereiken
(agenderen, afstemmen, samen optrekken, samen afspraken maken et cetera). Efficiency in
termen van het uitwisselen van kennis en ervaring, beschikbare capaciteit en het slim benutten van
geld. Om een vervolg te geven aan de klimaatagenda is de regionale duurzaamheidsagenda 2013-
2016 opgesteld. De duurzaamheidsagenda beschrijft een aantal thema’s waarop de
regiogemeenten de komende vier jaar willen samenwerken, te weten: 1. duurzaam gebouwde
omgeving, 2. duurzaam energieverbruik, 3. duurzaam ondernemen, 4. duurzame mobiliteit en 5.
Verduurzaming gemeentelijke organisatie. De scope van de agenda is verbreed naar
duurzaamheid in relatie tot energietransitie en –besparing, waarbij de doelstelling van CO2-reductie
van kracht blijft. Dit betekent dat er in deze agenda meer aandacht is voor het economisch en
maatschappelijk rendement van duurzaamheid dan in de Klimaatagenda 2008-2012. Verder is
bepaald meer de samenwerking met andere partijen aan te gaan om de ambities te realiseren.
39

Windenergie
Het project “Creëren ruimte voor windmolens” is één van de samenwerkingsprojecten uit de
Klimaatagenda stadsregio Rotterdam. Doel van het project is om het aandeel duurzame energie
dat binnen de gemeentegrenzen wordt opgewekt of geleverd door toepassing van windenergie te
vergroten. Hiermee levert de stadsregio een bijdrage aan de ambitie uit de nota Wervelender van
de provincie Zuid-Holland. Op 21 juni 2012 is een convenant getekend over het plaatsen van
minimaal 50 windturbines verspreid over de stadsregio. Voor de gemeenten Bernisse en
Spijkenisse is een studielocatie opgenomen aan de noordrand van het eiland, de locatie Hartel-
Oost. De locatie aan de zuidrand van Voorne-Putten, op Bernisser grondgebied, is hiermee op
verzoek van de portefeuillehouders van Voorne-Putten komen te vervallen. Met de ondertekening
van het convenant door de verantwoordelijk wethouders Van der Weg (Bernisse) en Mourik
(Spijkenisse) is draagvlak getoond om te onderzoeken of windturbines op de locatie Hartel-Oost
gerealiseerd kunnen worden. Daarvoor moeten wel nog technische en bestuurlijke afwegingen
worden gemaakt. In het convenant is de locatie Hartel-Oost aangewezen als studielocatie. Om
uitvoering van het convenant te borgen, is afgesproken dat de betreffende gemeenten voor 1
januari 2013 een plan van aanpak maken voor de windenergielocatie binnen de eigen
gemeentegrenzen. Omdat Bernisse en Spijkenisse één locatie delen (opstelling van 4 windmolens
in elkaars verlengde op de gemeentegrens) is ervoor gekozen om voor deze locatie één
gezamenlijk plan van aanpak op te stellen.
Milieu Educatie
Net als voorgaande jaren zijn er op het gebied van natuur- en milieu educatie verschillende
activiteiten uitgevoerd door de Stichting Milieu Dichterbij volgens het activiteitenplan 2012. Met
deze projecten is op basisscholen invulling gegeven aan landelijke milieu-dagen en –weken, zoals
de “warme truiendag”, de “week van Nederland schoon” en de “week van de vooruitgang”.
Daarnaast zijn er succesvolle gastlessen op verschillende basisscholen gegeven. In Bernisse heeft
dit jaar in september ook de duurzame markt plaatsgevonden welke goed is bezocht. Tijdens de
duurzame markt heeft wethouder Sip van der Weg samen met imker Wim van Rooijen een
bijenhotel in elkaar geschroefd. Op donderdag 15 november is het bijen- en insectenhotel dat op de
locatie Het Perron in Zuidland is geplaatst door de wethouder onthuld. Ook voor 2013 zullen de
activiteiten rondom natuur- en milieu worden vervolgd.
Visie Externe veiligheid
Sinds 2009 wordt gewerkt aan de visie externe veiligheid. Eind 2012 heeft de DCMR de analyse
naar aanleiding van de stukken van de VRR aangeleverd. Naar verwachting zal de visie Externe
Veiligheid in de eerste helft van 2013 worden vastgesteld.
Route gevaarlijke stoffen
De route gevaarlijke stoffen en het daarbij behorende ontheffingenbeleid is in het voorjaar van 2012
afgerond en in de raadsvergadering van 17 april 2012 vastgesteld.
40

6.1.6.3 Wat heeft het gekost
Toelichting
Algemeen
Hieronder worden de verschillen verklaard tussen jaarrekening en eindejaarsnota met een
ondergrens van € 10.000,-. Deze verklaringen kunnen op een lager niveau liggen dan programma
en/of product en tellen dus niet per definitie op tot de verschillen in de tabel hierboven.
41

Restant van dit programma
Per saldo is er sprake van een voordeel van € 17.000.Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat
er bij het onderdeel bouwvergunningen lagere uitgaven zijn gedaan van in totaal € 16.000 a.g.v.
minder kosten welstandsnota en € 23.000 en diverse overige kleine verschillen. Bij het onderdeel
controle bouwvergunningen is er sprake van een voordeel van € 9.000 a.g.v. lagere kosten
constructieberekeningen € 7.000 en enkele kleine verschillen tot een bedrag van € 2.000.
Bij het onderdeel milieu is er sprake van een voordeel van € 13.000. a.g.v. diverse kleine
verschillen.
Bij het onderdeel klimaatagenda is er sprake van een voordeel van € 39.000. Dit omdat de kosten
zijn doorgeschoven naar 2013.
Daarnaast is er nog sprake van een aantal kleinere afwijkingen t.o.v. de begroting van per saldo
een nadeel van € 13.000 bij de onderdelen bouwvergunning handhaving en APV uitvoering
handhaving.
Bij de inkomsten is er sprake van een voordeel van per saldo € 84.000 a.g.v. hogere opbrengsten
bouwvergunningen € 77.000 en bij het onderdeel milieu is een bedrag van € 9.000 ontvangen voor
terugontvangen personeelskosten; deze inkomsten waren niet begroot. Per saldo is er daarnaast
nog sprake van een aantal kleinere verschillen tot een bedrag van € 2.000.
Mutaties reserves
Bij dit onderdeel is per saldo sprake van een nadeel van € 36.000. Dit wordt voornamelijk
veroorzaakt doordat er geen onttrekking is gedaan voor beleid hennepteelt € 3.000; geen
onttrekking is gedaan voor milieu € 6.000 en er geen onttrekking is gedaan voor de klimaatagenda
van € 26.000.
Samenwerkingspartners
Voor dit programma is er sprake van de volgende verbonden partijen:
• DCMR
• VRR
De verdere informatie daarover staat in de paragraaf verbonden partijen.
6.1.6.5 Collegeprogramma
In het collegeprogramma staan voor dit programma de volgende specifieke actiepunten benoemd:
Activiteit
Planning
31 Werkplan handhaving 2010-2013
34 Werkzaamheden na beëindiging horeca-pilot 2011-2014
67 Exploitatievergunning horeca-inrichtingen 2011-2012
71 Regionale aanpak verg.verlening + handh. 2012
82 Digitaal volgen WABO vergunningen 2012
88 Monitoren/bijstellen evenementenbeleid 2011-2014
90 Opstellen beleid aanpak hennepteelt 2013
42

3.1.7 Economische zaken
Portefeuillehouder(s)
Beschrijving
W. Kruikemeier
Dit programma spitst zich voornamelijk toe op het
verbeteren van het economisch klimaat in de gemeente
en daarmee op het aantrekken van bedrijven en
werkgelegenheid en het bieden van een goed dienstenen
productenpakket aan de inwoners van de gemeente,
waarbij ook verbeterde mogelijkheden worden
gecreëerd om agrarische bedrijven ruimte te bieden
voor schaalvergroting, specialisatie en verbreding.
Kaders
Ambitie
Een gezond ondernemersklimaat draagt bij aan de
leefbaarheid van Bernisse.
3.1.7.1 Activiteiten & kern-indicatoren
Activiteit
Bron
Waarom
Hoe
Uitwerken activiteiten uit
beleidsnotitie economie
Thema
Uitwerking economisch
beleid
Collegeprogramma, beleidsnotitie Economie (najaar 2011), Stuurgroep
Voorne-Putten (Economie)
Stimuleren lokale economie om te komen tot een gezond
ondernemersklimaat onder ander vanwege de positieve bijdrage aan de
leefbaarheid van Bernisse
Concrete acties en initiatieven uit de beleidsnotitie oppakken
Wanneer 2012 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator
n.v.t.
Activiteit
Relatie met ondernemers (incl.
agrarische) onderhouden/
verbeteren
Thema
Relatiebeheer
ondernemers
Bron Collegeprogramma, beleidsnotitie Economie (najaar 2011)
Waarom
Hoe
Aantrekkelijkheid van Bernisse als vestigingsplaats voor (agrarische)
bedrijven te handhaven cq. te verbeteren
Afleggen bedrijfsbezoeken, (voortzetting/intensivering) bedrijvenoverleg,
(incl. agrarische commissie), verder uitbouwen bedrijfscontactfunctie
Wanneer 2012 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator Aantal bedrijfsbezoeken 12 12
3.1.7.2 Wat hebben wij gedaan?
1. Ondernemersklimaat
Digitaal bedrijvenloket
De gemeente Bernisse wenst een gezond ondernemersklimaat. Om zo een bijdrage te kunnen
leveren aan een leefbare gemeente met een aantrekkende werking op bedrijven van binnen en
43

uiten de gemeente. Het bedrijvenloket maakt informatie en vergunningsaanvragen makkelijk
toegankelijk voor onder andere ondernemers.
Bedrijfscontactfuntionaris
Door de inzet van de bedrijfscontactfunctionaris beoogt de gemeente Bernisse het plaatselijke
bedrijfsleven, organisaties en instellingen op een adequate en laagdrempelige wijze van dienst te
zijn. Vooral mensen die van plan zijn om een bedrijf te starten hebben hiervan gebruik gemaakt.
Naast het bedrijvenoverleg dat tweemaal per jaar plaatsvindt, heeft het college en de wethouder
Economische Zaken samen met de bedrijfscontactfunctionaris 16 bedrijfsbezoeken afgelegd bij
diverse Bernisser bedrijven.
Bedrijven Overleg Bernisse
Tweemaal per jaar vindt er een overleg plaats met vertegenwoordigers van de
ondernemersvereniging Bernisse, winkeliersvereniging en de Kamer van Koophandel.
Onderwerpen als bijvoorbeeld veiligheid en nieuwe ontwikkelingen worden hier besproken. In 2013
zal dit overleg worden uitgebreid.
Detailhandel
Afgelopen jaar is op verzoek van ondernemers en in samenspraak met de ondernemers/ winkeliers
een aantal zon-en feestdagen aangewezen, waarop de winkels geopend mochten zijn. Naast deze
aangewezen koopzondagen heeft de Albert Heijn een ontheffing voor een periode van 2 jaar
gekregen om elke zondag van 16.00 uur- tot 20.00 uur geopend te zijn.
Ontwikkelen locatie Verenigingsgebouw
Als gevolg van de effecten van het regeerakkoord heeft De Zes Kernen aangegeven niet meer te
investeren in nieuwe projecten en om die reden af te zien van de ontwikkeling van de locatie
Verenigingsgebouw.
Voor de ontwikkeling van de locatie bestaan vooralsnog geen nieuwe planinitiatieven.
2. Agrarische functie
Overleg Agrarische Commissie
Tweemaal in het jaar vindt overleg met de leden van de Agrarische Commissie plaats. Tijdens dit
overleg zijn diverse relevante onderwerpen besproken. De Commissie heeft veel betekent in de
dossiers ‘Bestemmingsplan Buitengebied’ en ‘Deltanatuur’ en ‘polder Zuidoost’. Ook is zij een
goede gesprekspartner inzake de beoogde herindeling met Spijkenisse.
44

3.1.7.3 Wat heeft het gekost?
Toelichting
Algemeen
Hieronder worden de verschillen verklaard tussen jaarrekening en eindejaarsnota met een
ondergrens van € 10.000,-. Deze verklaringen kunnen op een lager niveau liggen dan programma
en/of product en tellen dus niet per definitie op tot de verschillen in de tabel hierboven.
Gelet op de geringe afwijking wordt er bij dit programma geen verdere toelichting gegeven
45

3.1.7.4 Samenwerkingspartners
Regionaal Economisch Overlegorgaan Rijnmond
Als speerpunt kan genoemd worden het ontwikkelen van diversiteit in bedrijvigheid, het stimuleren
van clustervorming op verschillende terreinen en het bevorderen van recreatie en toerisme. Een
ander speerpunt is het creëren van economische activiteiten door middel van het verkennen van de
mogelijkheden voor nieuwe droge bedrijventerreinen, het voorzien in de ruimtebehoefte voor
hoogwaardige bedrijventerreinen en het bevorderen van de revitalisering van verouderde
bedrijventerreinen en intensivering van het ruimtegebruik.
Stadsregio Rotterdam
De Stadsregio Rotterdam zet zich in voor de ontwikkeling van bedrijvigheid in de Stadsregio. Zij is
onder andere de trekker van bedrijventerrein Geervliet-Oost. Door de komst van de Wet ruimtelijke
ordening is de rol van de Stadsregio op ruimtelijk gebied wat minder groot geworden.
Regiogemeenten (Stuurgroep VP)
De gemeente Bernisse werkt samen met de overige eilandgemeenten in het kader van de
Stuurgroep VP, voorheen het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Voorne-Putten (ISVP).
Economie is één van de pijlers van de Stuurgroep VP. De werkgroep economie houdt zich bezig
met de thema’s bedrijventerreinen, economische kaart en Recreatie en toerisme
3.1.7.5 Collegeprogramma
Het collegeprogramma 2010 – 2014 is uitgewerkt in een 90-tal (actie)punten. Voor dit programma
zijn de volgende punten opgenomen:
Activiteit
Planning
8 Facilit. werkgelegenh.proj. ondernemers 2012
49 Inpassing nieuwe bedrijventerreinen 2010 e.v.
54 Ondernemersloket 2010-2014
55 Beleidsplan economie 2011
56 Beleidsplan economie, ondersteuning 2011
8 Faciliteren werkgelegenheidsproject ondernemers
Tijdens de diverse bedrijfsbezoeken wordt er aandacht besteed aan de noodzaak om samen met
de ondernemers in Bernisse projecten die werkgelegenheid stimuleren vorm te geven. Daarnaast
wordt ook aandacht geschonken aan mensen die in het kader van Wet werken naar Vermogen in
de gelegenheid worden gesteld om werkervaring op te doen. In dit kader is er een
themabijeenkomst georganiseerd waarbij het thema was ”mensen met een afstand tot de
arbeidsmarkt’. Naar aanleiding hiervan zijn diverse afspraken gemaakt met een aantal
ondernemers om ideeën uit te werken. Een van de ideeën is het opzetten van een stagecarrousel,
waarbij mensen werkervaring kunnen opdoen bij diverse deelnemende bedrijven.
49 Inpassen nieuwe bedrijventerreinen
Met betrekking tot het nieuw te vestigen regionale bedrijventerrein Geervliet-Oost (BernisseSter) is
kort na de zomer, in gezamenlijkheid met de gemeente Spijkenisse en de stadsregio Rotterdam,
afgesproken het lopende haalbaarheidsonderzoek op te schorten. Door de teruggelopen vraag
naar nieuwe bedrijventerreinen vanwege de financiële en daarop volgende economische crisis en
de afspraken die in het kader van de Stuurgroep Voorne-Putten zijn gemaakt over de fasering van
nieuw in ontwikkeling te nemen bedrijventerreinen, heeft de ontwikkeling van dit bedrijventerrein
geen prioriteit meer. In de door de raad vastgestelde Gebiedsvisie Voorne-Putten is een mogelijk
andere invulling van de noordrand van Voorne-Putten voor bedrijvigheid in een groene setting
beschreven (voor een aantal kwalitatief hoogwaardige havengerelateerde bedrijven en recreatieve
ondernemingen).
46

54 Ondernemersloket
Zie bovenstaand onder digitaal loket
55,56 Beleidsplan economie/ Beleidsplan economie, ondersteuning
Afgelopen jaar is de beleidsnotitie Economie (incl. Recreatie en Toerisme) opgesteld. Met de
beleidsnotitie is de achtergrond en het kader geschetst van de huidige stand van zaken van een
drietal economische beleidsterreinen, te weten:
- werklocaties en bedrijventerreinen;
- detailhandel;
- recreatie en toerisme.
De onderstaande beleidslijnen vormen de kern van het economisch beleid:
- Het behoud en ontwikkeling van sterke werklocaties;
- Intensieve samenwerking met regionale gemeenten;
- Meer contact met (recreatieve) ondernemers, zowel lokaal als regionaal;
- Het behoud en versterking van winkelvoorzieningen in kernen Zuidland en Heenvliet;
- Het behoud van minimale (detailhandel) voorzieningen in de kleine kernen;
- De uitvoering van concrete projecten samen met de partners op Voorne-Putten;
- Het geven van meer ruimte voor particulier initiatief, gebaseerd op de vraag.
Op basis van bovenstaande beleidslijnen is een actieprogramma geformuleerd, dat in 2012 in
uitvoering is genomen.
Samenwerking Gemeenten Voorne-Putten (SVP)
Economie is één van de thema’s waarop de vijf gemeenten op Voorne- Putten samenwerken,
zowel op bestuurlijk vlak, binnen het portefeuillehouderoverleg als ambtelijk. Afstemming van
lopende projecten die van regionaal belang zijn en fasering van de drie benoemde regionale
bedrijvensterren zijn voorbeelden hiervan. Daarnaast wordt gezamenlijk opgetrokken richting het
Havengebied en de Stadsregio.
47

3.1.8 Onderwijs en jeugd
Portefeuillehouder(s)
W. Kruikemeier
Beschrijving
Dit programma is gericht op een optimale ontwikkeling van
kinderen en jongeren tot de leeftijd van 23 jaar. Het
programma wil de condities waaronder de jeugd opgroeit in
onze gemeente zo gunstig mogelijk maken.
Kaders - Nota Jeugdbeleid (2009)
- Lokaal Educatieve Agenda (2009)
- Notitie Peuterspeelzaalwerk (2007)
- Verordening Peuterspeelzaalwerk (2007)
- Notitie Rosa-structuur (2008)
- Lokale visie CJG (2009)
- Verordening voorziening huisvesting onderwijs
gemeente Bernisse (2007)
- Verordening leerlingenvervoer incl.
wijzigingsverordening
- Verordening tegemoetkoming godsdienst en
vormingsonderwijs
- Handhaving leerplicht
- Voorzieningennota 2011
Ambitie
De gemeente schept samen met haar partners in het veld
een optimaal klimaat waarin kinderen en jongeren zich
veilig kunnen ontwikkelen en waarin aandacht bestaat voor
gezond leven en persoonlijke ontwikkeling. Dit moet ertoe
leiden dat kinderen opgroeien tot sociale, zelfstandige en
gezonde jongvolwassen die voldoende zelfredzaam zijn in
de maatschappij in zowel sociaal, educatief als
economisch perspectief.
3.1.8.1 Aanpak & kern-indicatoren
Activiteit
Bron
Waarom
Hoe
Realiseren brede school
inhoudelijk
Thema
Jeugd, onderwijs, gezondheid
Collegeprogramma blz. 6 en 19, Voorzieningennota, programmaplan brede school
Bernisse inhoudelijk, nota jeugdbeleid, Visie brede school
Investeren in de jeugd, het vergroten van de sociale samenhang
Inzet combinatiefunctionaris
Uitvoeren Lokaal Educatieve Agenda
Wanneer 2012, 2013 en 2014 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator • Samenwerkingsovereenkomst
kernpartners brede school;
• Eindrapport brede school
Bernisse inhoudelijk;
• Aanstellen coordinator brede
Samenwerkings
overeenkomst
brede school is
getekend
Eindrapport is
opgeleverd door
kwartiermaker
Coördinator
aangesteld per 1
Verdere ontwikkeling
samenwerking en uitbreiding
naar partners in tweede schil
Uitrollen brede school
inhoudelijk
Volledige invulling beschikbare
combinatiefunctionarissen
48

school;
• Inventarisatie activiteiten op
kernniveau ten behoeve van
programmaplan
accommodaties;
• Jaarlijks vast te stellen
activiteitenplan brede school
Bernisse.
april 2012
Inventarisatie is
uitgevoerd en
opgeleverd
Activiteitenplan
is in ontwikkeling
Resultaten zullen gebruikt
worden binnen kaders
programmaplan accommodaties
Activiteit
Bron
Waarom
Hoe
Afbouwen en stopzetten (niet
wettelijke) subsidies aan
vrijwilligersorganisaties
Thema
Subsidies
Voorzieningennota, programmaplan brede school Bernisse inhoudelijk
Ter realisatie van de benodigde structurele bezuinigingen en om de uitvoering van het
brede schoolprogramma per kern mogelijk te maken.
In samenwerking met vrijwilligersorganisaties en coördinator brede school. 1 e en 2 e
kwartaal 2012 zijn gesprekken gevoerd met alle vrijwilligersorganisaties die subsidie
ontvangen. In goed overleg is gekeken naar andersoortige ondersteuning vanuit de
gemeente en alternatieve financieringsmogelijkheden. Geen van de organisaties heeft
vervolgens subsidie aangevraagd voor het jaar 2013.
Wanneer 2012, 2013, 2014 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator • Structurele bezuiniging van
€ 30.000,- per 1-1-2013
• Operationeel budget
activiteitenplan brede school
Structurele bezuiniging van
€ 30.000,-
Jaarlijks activiteiten-plan met
bijbehorend budget.
Activiteit
Aantal peuterspeelzaalvestigingen
terugbrengen van 4 naar 2
vestigingen
Thema
Onderwijs
Bron Voorzieningennota, programmaplan brede school, Nota Jeugd 2009
Waarom
Hoe
Vanwege het beperkte aantal peuters per kern en de daardoor zeer kleine groepen is
het vanuit zowel didactisch als financieel perspectief niet meer haalbaar het
peuterspeelzaalwerk in alle kernen vanuit een eigen vestiging te blijven aanbieden. Om
deze reden is ervoor gekozen het peuterspeelzaalwerk nog maar vanuit twee
vestigingen aan te bieden, een noordelijke en een zuidelijke vestiging. Daarnaast dient
er een structurele bezuiniging gerealiseerd te worden van € 20.000,- per 2013.
In samenwerking met ouders, brede school en peuterspeelzaalorganisatie
Wanneer 2012, 2013 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator
Aantal peuterspeelzalen
Gerealiseerde besparing op de
subsidie van € 20.000
4
€ 130.000,-
2
€ 110.000,-
Activiteit Realiseren Jongerencentrum in
Zuid Bernisse
Thema
Jeugd en Vrije tijd
49

Bron
Waarom
Hoe
Collegeprogramma, kadernota 2012, Voorzieningennota en Programmaplan brede
school inhoudelijk
Voldoende ruimte en activiteitenaanbod voor kinderen en jongeren in zowel Bernisse
Noord (Brandspuit) als Zuid (Nieuw te vestigen jongerencentrum).
In samenwerking met ouders, vrijwilligers, jongeren, jongerenwerk
Wanneer 2012 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator • Aantal jongerencentra
verdeeld naar Noord en Zuid
Bernisse
Noord: 1
Zuid: 0
Noord: 1
Zuid: 1
Activiteit
Bron
Waarom
Speelruimteplan opstellen en
implementatie
Thema
Jeugd en Vrije tijd
Collegeprogramma, kadernota 2012, Voorzieningennota en Programmaplan brede
school inhoudelijk
Het bieden van voldoende aantrekkelijke speelmogelijkheden binnen alle kernen van
de gemeente Bernisse en het realiseren van een structurele bezuiniging van € 25.000,
-op het onderhoudsbudget van de speelplaatsen.
Hoe
Adviesbureau Cyber heeft als opdracht meegekregen een speelruimteplan te maken
waarbij de concrete opdracht als volgt gedefinieerd is: “Maak een speelruimteplan
waarin de visie van de gemeente is verwoord. Belangrijk hierbij is dat de speelplekken
beter zijn afgestemd op de demografische ontwikkelingen binnen een buurt met
aandacht voor meer natuurlijke en avontuurlijke speelplekken met weinig onderhoudsbehoefte.
Met daarnaast de opdracht om structureel € 25.000,- te bezuinigen op het
onderhoudsbudget van de speelvoorzieningen”.
Wanneer 2012 en verder Huidige waarde Streefwaarde
Indicator • Realisatie speelbeleidsplan
Concept gereed
Definitieve versie 11-09-2012 in
de raad.
• Onderhoudsbudget
speelvoorzieningen
€ 70.000,-
€ 45.000,-
Activiteit Onderzoek leerlingenvervoer Thema Onderwijs
Bron
Waarom
Hoe
Contract met DVG
Het contract met de huidige uitvoerder loopt af.
Twee scenario’s worden onderzocht:
1. inkoop en samenwerking Spijkenisse;
2. gezamenlijk aanbesteding leerlingenvervoer Brielle, Hellevoetsluis en Westvoorne
Wanneer 2012 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator
Nieuw contract met vervoerder
conform regionale afspraken
€ P.M. Minder kosten, hogere kwaliteit
Activiteit De jeugdzorgketen sluitend krijgen Thema Zorg, gezondheid en veiligheid
Bron
Waarom
Hoe
Collegeprogramma, nota jeugdbeleid, Visiedocument front-Office CJG
Geen kind tussen wal en schip. Gezond opgroeien van kinderen
Faciliteren van netwerkbijeenkomsten voor partijen in de jeugdzorgketen
Regionaliseren van de leerplicht
Continueren CJG/GOSA overleg
50

Aansluiting Zorg en onderwijs
Uitvoeren plan van aanpak alcohol en drugs
Wanneer 2015-2017 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator
Indicatie gespecialiseerde
jeugdhulpverlening, 0-17 jr.
3.1.8.2 Wat hebben we gedaan
17 (2011) 15
Realiseren Brede School
De samenwerkingsovereenkomst Brede School is getekend op 31 mei met daarbij het eindrapport
brede school Bernisse inhoudelijk. De Coördinator brede school is aangesteld bij Stichting BSO De
Bonte Vlinder. Formele uitwisseling tussen samenwerkende partijen is geformaliseerd door de
samenwerkingsovereenkomst zoals deze op 31 mei ondertekend is.
De inventarisatie van activiteiten op kernniveau is afgerond, de inventarisatie is aangeleverd
bijstuur-groep accommodaties.
Het activiteitenplan is nog niet vastgesteld. Doordat de gesprekken met de individuele verenigingen
en stichtingen in een afrondende fase zitten en er nog geen budget bekend is vanwege personele
problemen heeft de uitwerking van het plan vertraging opgelopen. De eerste activiteiten zijn
ondertussen wel gestart. Naar verwachting zal het activiteitenplan in het eerste kwartaal van
2013gereed zijn en ter besluitvorming aangeboden worden aan de stuurgroep brede school.
Afbouwen en stopzetten (niet wettelijke) subsidies aan vrijwilligersorganisaties
Het stopzetten van de subsidie is aangekondigd bij de subsidiebeschikking 2012, gesprekken met
individuele organisaties over het stopzetten van de subsidie zijn gevoerd gedurende het eerste en
tweede kwartaal 2012. Vanuit deze organisaties zijn voor het jaar 2013 geen nieuwe aanvragen
ontvangen.
Na het doorvoeren van de besparing van € 30.000,- is de rest van het budget gereserveerd tbv
activiteitenplan brede school Bernisse. Advies zal samengevoegd worden met advies Inventarisatie
beschikbaar budget activiteitenplan Brede school Bernisse. Zoals hiervoor aangegeven zal dit naar
verwachting in het eerste kwartaal 2013 gereed zijn.
Aantal peuterspeelzaalvestigingen terugbrengen van 4 naar 2 vestigingen
De samenvoeging van de peuterspeelzalen in Heenvliet en Geervliet is gerealiseerd per 1 januari
2013. Voor wat betreft het sluiten van de peuterspeelzaal in Oudenhoorn is besloten dit afhankelijk
te stellen van de planvorming rondom de onderwijsfunctie in Oudenhoorn. Naar verwachting zal
hierover in het eerste kwartaal van 2013 meer duidelijkheid komen.
Realiseren Jongerencentrum in Zuid Bernisse
Om dit te realiseren zijn ouders en vrijwilligers geworven om een zelfstandige stichting op te richten
welke de organisatie en exploitatie van het jongerencentrum op zich neemt. Organisatie betreft de
nieuwe “Stichting Jongerenwerk De IJsbreker Bernisse Zuid”. De huurovereenkomst is getekend
begin januari 2013. Voor wat betreft de start van de activiteiten zal Push Jongerenwerk de stichting
gedurende het eerste half jaar van 2013 ondersteunen. Het jongerencentrum wordt gevestigd aan
de Molendijk 21F te Zuidland (Voormalige Peuterspeelzaal in de Drenkwaard).
Speelruimteplan opstellen en implementatie
Speelruimtebeleidsplan was juni 2012 gereed en is in augustus 2012 vastgesteld door de
gemeenteraad. Implementatie is gestart maar nog niet afgerond. Naar verwachting zal dit in het
eerste kwartaal 2013 gereed zijn en verder uitgevoerd worden.
De jeugdzorgketen sluitend krijgen
De jeugdzorgketen zal per 2015 met uitloop naar 2017 sluitend moeten zijn, omdat dan de
gemeente hiervoor volledig verantwoordelijk wordt. De komende jaren staan dan ook in het teken
om dit vanaf 2015 met uitloop naar 2017 (het jaar dat de taakstelling bereikt moet zijn) gerealiseerd
te hebben.
51

3.1.8.3 Wat heeft het gekost
Toelichting
Algemeen
Hieronder worden de verschillen verklaard tussen jaarrekening en eindejaarsnota met een
ondergrens van € 10.000,-. Deze verklaringen kunnen op een lager niveau liggen dan programma
en/of product en tellen dus niet per definitie op tot de verschillen in de tabel hierboven.
52

Activiteiten
Bij dit onderdeel is er per saldo sprake van een voordeel van € 8.000. Dit a.g.v. minder kosten voor
de combifunctie brede school € 5.000 en een niet begrote ontvangen subsidie van € 3.000.
Restant van dit programma
Bij dit onderdeel is er sprake van per saldo een nadeel van € 38.000. Dit als gevolg van minder
kosten bij het onderdeel versterking peuterspeelzaalwerk € 25.000; niet begrote uitgaven
doorberekening welzijnsplan € 169.000; lagere uitgaven bij het onderdeel onderwijsverzorging en
ondersteuning van € 11.000 a.g.v. minder inhuur; hogere kosten bij het onderdeel huisvesting
openbaar onderwijs € 39.000 a.g.v. hogere kapitaallasten; lagere kosten doorberekening
welzijnsplan bij het onderdeel jeugd overig van € 134.000 en per saldo hogere uitgaven a.g.v.
diverse kleinere verschillen van per saldo € 11.000.
Bij de inkomsten is er sprake van een voordeel van per saldo € 11.000 dat voornamelijk wordt
veroorzaakt doordat minder is toegevoegd aan de voorziening onderhoud gebouwen.
Mutaties in reserves
Bij dit onderdeel is er sprake van per saldo een nadeel van € 138.000. Dit wordt voornamelijk
veroorzaakt doordat er geen onttrekking is gedaan voor peuterspeelzalen van € 36.000; er geen
onttrekking is gedaan voor regionale zorgstructuur € 27.000; er geen onttrekking is gedaan voor
jeugdgezondheidszorg van € 15.000; er geen onttrekking is gedaan voor jeugd locale zorgstructuur
maatwerk van € 16.000 en er geen onttrekking is gedaan voor de aanvullende nota jeugd van €
42.000.
3.1.8.4 Collegeprogramma
Activiteit
Planning
9 Activiteiten aanbod niet leden verengingen 2012
15 Continueren jeugdbeleid incl. LEA 2012
16 Verbeteren cult./comm. jeugdzorgketen 2012
17 Regievoering jeugdzorgketen vastleggen 2012
18 Impl. veiligheidshuis bij jeugdzorgketen 2012
19 Heroriëntatie spreiding/vorm peutersp. 2010
20 Dienstverleningsovereenkomst leerplicht 2011-2012
21 Verbeteren verzuimbeleid MBO 2011-2014
23 Combifunct. samenwerking Brede School 2012
30 Bezuinigen op subsidies 2014
9. Activiteiten aanbod niet leden verenigingen
Voortkomend uit de voorzieningennota is dit opgenomen binnen de kaders van de brede school
Bernisse.
15. Continueren jeugdbeleid incl. LEA
Voortkomend uit de voorzieningennota is dit opgenomen binnen de kaders van de brede school
Bernisse.
16. Verbeteren cult./comm. Jeugdzorgketen
Door middel van het organiseren van netwerkbijeenkomsten voor zorgprofessionals uit het
onderwijs en publieke jeugdzorg, gecombineerd met interne scholing, wordt de cultureel en
communicatie binnen de jeugdzorgketen verbeterd. Ook vindt er in de 2013 een vervolg op de pilot
plaats betreffende de koppeling Zorg-Onderwijs.
17. Regievoering jeugdzorgketen vastleggen
Het is vastgelegd dat casussen besproken worden in het CJG-overleg.
53

18. Implementeren veiligheidshuis bij jeugdzorgketen
Het voorstel voor de implementatie van het veiligheidshuis is inmiddels goedgekeurd door het
Regionaal College. Er wordt gestreefd om één fysiek veiligheidshuis te hebben voor de regio
Rotterdam Rijnmond. Dit zal verder vorm moeten krijgen in 2013.
19. Heroriëntatie spreiding/vorm peuterspeelzaal.
Voortkomend uit de voorzieningennota is dit opgenomen binnen de kaders van de brede school
Bernisse.
20. Dienstverl.overeenkomst leerplicht
De administratie leerplicht is via een centrumgemeente constructie met Spijkenisse al
overgedragen aan Spijkenisse. Momenteel worden de mogelijkheden onderzocht deze
samenwerking uit te breiden naar een Regionaal Bureau Leerplicht (RBL) per 1 augustus 2013,
welke ook ondergebracht wordt bij de gemeente Spijkenisse. Ook de gemeentelijke uitvoering van
het leerlingenvervoer zal ondergebracht worden bij de gemeente Spijkenisse zodat dan de gehele
uitvoering op dit vakgebied bij een en dezelfde partner ligt.
21. Verbeteren verzuimbeleid MBO
Gezamenlijk met de samenwerkende gemeenten in het WUL en de stadsregio worden acties
gepland en afspraken gemaakt om het hoge verzuim bij de MBO scholen omlaag te brengen. In
2012 zullen de resultaten hiervan zichtbaar worden en opgenomen worden in het jaarverslag
Leerplicht.
23. Combifunct. samenwerking Brede School
Voortkomend uit de voorzieningennota is dit opgenomen binnen de kaders van de brede school
Bernisse.
30. Bezuinigen op subsidies
Voortkomend uit de voorzieningennota is dit opgenomen binnen de kaders van de brede school
Bernisse.
3.1.8.5 Samenwerkingspartners
Voor dit programma is er sprake van de volgende verbonden partijen:
• Stadsregio Rotterdam
• Centrum Jeugd en Gezin
De verdere informatie daarover staat in de paragraaf verbonden partijen.
54

3.1.9 Werk en inkomen
Portefeuillehouder(s)
Beschrijving
W. Kruikemeier
Dit programma beoogt richting te geven aan de ontwikkelingen
op het gebied van de bijstandverlening in relatie tot de
terugkeer van inwoners in het arbeidsproces.
Kaders - Verordening cliëntenparticipatie WWB
- Lokaalbeleidsplan WWB
- Re-integratieverordening WWB
- Maatregelen Verordening WWB
- Toeslagen Verordening WWB
- Strategisch beleidsplan ISD
- Nota participatiebeleid (2009)
- Notitie Armoedebeleid (2010)
Ambitie
Inwoners begeleiden naar sociale, educatieve en
economische zelfredzaamheid waarbij werk boven uitkering
centraal staat.
Inwoners binnen de financiële mogelijkheden tijdelijk
ondersteunen in hun inkomen.
3.1.9.1 Activiteiten & kern-indicatoren
Activiteit Voorbereiden invoering WWnV Thema Werk en uitkeringen
Bron Rijksoverheid
Waarom Decentralisatie en bezuinigingen op sociale zaken
Hoe
In samenwerking met de gemeenten op Voorne-Putten
Wanneer 2012 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator
Activiteit Herstructureren SW De Welplaat Thema Werk en uitkeringen
Bron
Waarom
Hoe
Rijksoverheid
Bezuinigingen op Rijkssubsidie en invoering WWnV
In samenwerking met de overige deelnemers van GR en aanvraag
herstructureringssubsidie
Wanneer 2012 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator
3.1.9.2 Wat hebben we gedaan
Bijstand
De uitvoering van ons beleid op WWB, IOAZ, IOAW en BBZ is belegd bij de gemeente Spijkenisse
sinds 1-1-2012. Als gevolg van de economische crisis was in 2012(op 31-05-2011 66 klanten)
een stijging te zien van het aantal uitkeringsontvangers. Dit heeft zich enigszins gestabiliseerd en is
55

vergelijking met de 1 ste helft van 2012 gedaald. Het aantal uitkeringsgerechtigden per 31-12-2012 is
als volgt:
Regeling Aantal klanten per 31-12-2012
WWB 64
IOAW 4
IOAZ 0
BBZ 3
Totaal 71
Minimabeleid
Het huidige minimabeleid is herijkt. Vanwege de uitvoering door de sociale diensttaken door de
gemeente Spijkenisse per 1 januari 2012, is voor de herijking van het beleid in de gemeente
Bernisse beleidsmatig aansluiting gezocht bij de uitgangspunten van de gemeente Spijkenisse.
Uitvoering van dit beleid kan resulteren in een bundeling van diverse specifieke regelingen, dit
maakt dat het beleid efficiënter en effectiever kan worden ingevuld. Dit gaat in per 1 januari 2013.
WWnV en SW De Welplaat
Na de val van het kabinet was de nieuwe Wet Werken naar Vermogen (WWnV) controversieel
verklaard en waren de bezuinigingen op de sociale werkplaatsen voorlopig van de baan. Na de
vorming van de nieuwe regering bleken deze maatregelen voor een groot deel weer terug te komen
in de nieuwe Participatiewet.
56

3.1.9.3 Wat heeft het gekost
Toelichting
Algemeen
Hieronder worden de verschillen verklaard tussen jaarrekening en zomernota met een ondergrens
van € 10.000,-. Deze verklaringen kunnen op een lager niveau liggen dan programma en/of product
en tellen dus niet per definitie op tot de verschillen in de tabel hierboven.
Restant van dit programma
Bij dit onderdeel is er sprake van per saldo een voordeel van € 243.000.
Bij het onderdeel werk en bijstand is er sprake van een voordeel van € 79.000 a.g.v. lagere
uitgaven aan de gemeente Spijkenisse; een voordeel van € 67.000 bij het onderdeel inkomens
57

afhankelijke ondersteuning; een voordeel van € 11.000 op het onderdeel IOAW/IOAZ; een nadeel
van € 99.000 bij het onderdeel sociale werkvoorziening bijdrage aan de soc. Werkplaats; een
voordeel van € 39.000 bij het onderdeel participatiewerk re-integratie; en een voordeel van € 6.000
bij diverse andere producten a.g.v. diverse kleinere afwijkingen.
De inkomsten WWB/BBZ zijn per saldo € 83.000 hoger dan geraamd; de inkomsten IOAW/IOAZ
zijn per saldo € 41.000 lager dan geraamd; De rijksbijdrage WSW is per saldo € 123.000 hoger dan
geraamd en de rijksbijdrage participatiewerk is per saldo € 24.000 lager dan geraamd.
3.1.9.5 Samenwerkingspartners
Voor dit programma is er sprake van de volgende verbonden partijen:
• Sociale dienst Spijkenisse
• Sociale Werkvoorziening De Welplaat
De verdere informatie daarover staat in de paragraaf verbonden partijen.
3.1.9.6 Collegeprogramma
Activiteit
Planning
12 Inkoop sociale zaken bij andere gem. 2012
13 Aansluiting workfirstproject Spijkenisse 2011-2014
14 Wegwerken wachtlijst Wajong 2011-2014
24 Afstemmen activiteiten kwetsbare groepen 2011
12. Inkoop sociale zaken bij andere gemeente
Zie punt 2 onder 2.1.9.2.
13. Aansluiting workfirst-project Spijkenisse
Met de inkoop van de uitvoering van de taken van de sociale dienst bij de gemeente Spijkenisse,
wordt er ook zoveel mogelijk aangesloten op het beleid van Spijkenisse. Vanaf 1-1-2012 zijn we
aangesloten bij het workfirst-project van de gemeente Spijkenisse, ‘Spijkenisse Werkt!’.
14. Wegwerken wachtlijst Wajong
Het voornemen van de raad om Wajongers op de wachtlijst aan het werk te krijgen, waarvoor
€ 28.500,- vrij was gemaakt in de begroting, is in het 1ste kwartaal van vorig jaar (2011) al
gerealiseerd. Op dit moment (eind 2012) staat er niemand op de wachtlijst bij De Welplaat.
Iedereen die voorheen op de lijst stond, is aan de slag binnen De Welplaat.
24. Afstemmen activiteiten kwetsbare groepen
Hierbij gaat het om de volgende 2 activiteiten:
- Extra ondersteuning jonggehandicapten;
- Continueren sociaal beleid.
De eerste activiteit is te vinden onder punt 14 hierboven.
De tweede activiteit is voornamelijk gericht op uitvoeren van het armoede- en minimabeleid. Zie het
punt minimabeleid onder 3.1.9.3
58

3.1.10 Maatschappelijke ondersteuning
Portefeuillehouder(s)
Beschrijving
Kaders
Ambitie
W. Kruikemeier
Het programma richt zich op de ondersteuning aan
inwoners en maatschappelijke organisaties die het
zelfstandig niet redden om deel te nemen aan de
maatschappij en/of een maatschappelijk nut te dienen.
- Verordening voorzieningen Wet Maatschappelijke
Ondersteuning
- Algemene Subsidie Verordening 2010
- Maatregelenplan Vrijwilligersbeleid 2009-2010
- Maatregelenplan Ouderenbeleid 2009-2010
- Maatregelenplan Mantelzorgondersteuning 2009-
2010
Een z Werken aan een zorgzame samenleving: een
samenleving waar plaats is voor iedereen, waarin een
bepaalde kwaliteit van leven aanwezig is en kansen
worden geboden om mee te draaien in het sociaal
maatschappelijke leven, onafhankelijk van leeftijd,
opleidingsniveau, afkomst, gezondheids- of
inkomenssituatie.
3.1.10.1 Aanpak & kern-indicatoren
Activiteit Wmo De Kanteling Thema Samen verantwoordelijk
Bron
Waarom
Hoe
Collegeprogramma
Participatie van ouderen en mensen met beperkingen staat centraal
Opstellen lokale visie De Kanteling en uitvoeringskader
Wanneer 2013/2014 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator
Activiteit
AWBZ begeleiding ontwikkelen
uitvoeringskader
Bron Bestuursakkoord 2011
Waarom
Hoe
Thema
Zorg en ondersteuning dicht bij mensen organiseren
Regionale samenwerking m.b.t. gezamenlijke zorginkoop
Samen verantwoordelijk
Wanneer 2012-2015 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator
Activiteit Bevorderen toegankelijkheid Thema Samen verantwoordelijk
Bron
Waarom
Hoe
Collegeprogramma
Stimuleren participatie in samenleving door vergroten mobiliteit
Door belemmerende factoren in toegankelijkheid openbare ruimte weg te nemen,
instellen werkgroep toegankelijkheid
Wanneer 2012 – 2015 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator
59

Activiteit Wmo beleidsplan Thema Vrijwilligersondersteuning
Bron
Waarom
Hoe
College programma
Stimuleren leefbaarheid kleine kernen, behoud vrijwilligers, stimuleren
burgerparticipatie en verstevigen sociale structuur, ondersteunen mantelzorgers
Opstellen Wmo beleidsplan en uitvoeringskader
Wanneer 2012-2013 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator
3.1.10.2 Wat hebben wij gedaan?
De verzorgingsstaat wordt gekenmerkt door een recht op zorg dat wordt ingevuld door toepassing
van professionele zorg en individuele voorzieningen om problemen van inwoners op te lossen.
Mensen zijn daaraan gewend geraakt. De financiering ervan komt echter steeds meer onder druk
te staan. Daarom moet er een nieuwe balans gevonden worden en heeft het Rijk een kanteling in
de vorm van Welzijn nieuwe Stijl aangekondigd, opdat er een omslag gemaakt kan worden van
aanbod- naar vraaggerichtheid in de Wmo.
Bij vraaggericht werken staat de eigen kracht van de inwoner en zijn netwerk centraal
De ‘eigenkrachtbenadering’ of een andere, vergelijkbare methode, vraagt om een cultuuromslag bij
de inwoner en de professional. Die omslag is niet eenvoudig. Het kenmerk van de Wmo na de
kanteling, is dat de participatie wordt bevorderd niet alleen door een beroep te doen op de eigen
mogelijkheden van de inwoner of de inzet van professionals, maar ook op de inzet van sociale
netwerken, vrijwilligersinitiatieven en wijkverbanden. Het past bij Welzijn Nieuwe Stijl dat de
professional zich terughoudend opstelt.
Nieuw Kabinet
Het nieuwe kabinet heeft een aantal zaken, waaronder de WWnV en de AWBZ-begeleiding
herzien. Door wijziging in deze wetgeving (van WWNV naar participatiewet) en het voornemen om
de IQ-maatregel te schrappen voor de AWBZ-begeleiding, is er nog altijd veel onduidelijkheid over
de invoering van de voorgenomen decentralisaties. Wel is duidelijk dat in deze tijden van
economische tegenwind steeds meer mensen een beroep zullen doen op het sociale vangnet.
Wmo de kanteling
De kanteling in het kader van de Wmo vraagt om een herijking van het huidige beleid in de periode
2012 t/m 2015. Participatie van ouderen en mensen met een beperking staat hierbij centraal.
Daarbij wordt uitgegaan van de eigen kracht van mensen en wordt gezocht naar de optimale
verhouding tussen wat inwoners (onderling) zelf kunnen en wat professionals moeten doen om de
verloren capaciteit in zelfredzaamheid te compenseren.
Decentralisatie AWBZ-begeleiding
Het voornemen om gemeenten per 1 januari 2013 verantwoordelijk te maken voor de extramurale
AWBZ-functie ‘Begeleiding’ is uitgesteld. Het is daarmee onzeker geworden welke taken en
verantwoordelijkheden precies worden gedecentraliseerd. In 2013 komt hierover meer
duidelijkheid. De feitelijke invoering zal dan gefaseerd worden ingevoerd.
Bezuiniging centrumgelden OGGZ+
De gemeente Spijkenisse heeft een centrumfunctie voor de maatschappelijke opvang,
vrouwenopvang, verslavingsbeleid en OGGZ. In dit kader zijn er regionale voorzieningen
beschikbaar. Voor lokale activiteiten, waaronder die van verslavingspreventie en Lokaal Team
Huiselijk Geweld (LTHG), wordt als gevolg van toenemende kortingen op het rijksbudget, een
steeds grotere inzet van eigen middelen verlangd.
60

3.1.10.3 Wat heeft het gekost?
Toelichting
Algemeen
Hieronder worden de verschillen verklaard tussen jaarrekening en eindejaarsnota met een
ondergrens van € 10.000,-. Deze verklaringen kunnen op een lager niveau liggen dan programma
en/of product en tellen dus niet per definitie op tot de verschillen in de tabel hierboven.
61

Restant van dit programma
Per saldo is er bij dit onderdeel sprake van een voordeel van € 4.000. Dit wordt voornamelijk
veroorzaakt doordat er bij het onderdel WMO voorzieningen gehandicapten per saldo € 38.000
meer is uitgegeven dan begroot; er bij het onderdeel WMO huishoudelijke verzorging per saldo €
110.000 minder is uitgegeven dan begroot; er bij de WMO overige per saldo € 44.000 meer is
uitgegeven dan begroot. Het overige verschil van € 3.000 wordt veroorzaakt door diverse kleinere
afwijkingen bij de diverse producten.
De inkomsten zijn per saldo € 29.000 hoger dan begroot door een lagere rijksvergoeding bij het
onderdeel WMO overig.
Mutaties reserves
Bij dit onderdeel is er sprake van per saldo een nadeel van € 72.000. Dit wordt veroorzaakt doordat
er € 42.000 minder wordt toegevoegd aan de reserve WMO en er voor ouderenzorg geen
onttrekking is gedaan van € 30.000.
3.1.10.4 Samenwerkingspartners
Voor dit programma is er sprake van de volgende verbonden partijen:
• GGD Rotterdam Rijnmond
• Gemeente Spijkenisse
De verdere informatie daarover staat in de paragraaf verbonden partijen.
3.1.10.5 Actiepunten collegeprogramma
Activiteit
Planning
3 Evalueren beleid WMO 2011
4 Lokale visie Kanteling WMO 2011/2012
5 Uitvoeren lokale visie De Kanteling WMO 2012-2014
10 Evaluatie belangenvert. / adviesraden 2011
11 Opstellen advies belangenvertegenwoord. 2012
25 Mantelzorg Notitie 2011
26 Continueren mantelzorgondersteuning 2011-2014
27 Jaarlijkse dag van de mantelzorg 2011
28 Opzetten vacaturebank 2011
29 Beleid maatschappelijke stages 2011-2014
3. Evalueren beleid WMO
Het beleid in het kader van de WMO wordt geëvalueerd en herzien bij de ontwikkeling van een
nieuw Wmo-beleidsplan, dat in samenwerking met Spijkenisse zal worden opgesteld.
4. Lokale visie Kanteling WMO
Zie punt 2 onder 3.1.10.2.
5. Uitvoeren lokale visie De Kanteling WMO
Zie punt 2 onder 3.1.10.2.
10. Evaluatie belangenvertegenwoordiging / adviesraden
Voor werving van een nieuwe voorzitter en een nieuw lid zijn er in 2012 vacatures uitgezet. Eind
2012 hebben gesprekken plaatsgevonden met een aantal kandidaten. Hieruit is geen nieuwe
voorzitter voortgekomen. Een huidig lid van de Wmo adviesraad is bereid gevonden de taak van
interim voorzitter op zich te nemen.
11. Opstellen advies belangenvertegenwoordiging
Zie tekst onder punt 10 bij 3.1.10.2 hierboven.
62

25. Mantelzorgnotitie
Met de kanteling in de Wmo in het vooruitzicht, vraagt ook het mantelzorgbeleid om een herijking.
Deze zal in samenhang met de ontwikkeling van het Wmo-beleidsplan en de decentralisatievraagstukken
worden opgesteld.
26. Continueren mantelzorgondersteuning
Activiteiten op het gebied van mantelzorgondersteuning worden gecontinueerd in 2013.
27. Jaarlijkse dag van de mantelzorg
In 2012 is er een week van de Mantelzorg en Vrijwilligers georganiseerd door stichting PUSH en
stichting MEE. Er is aangesloten bij de landelijke mantelzorgdag. Uit de evaluatie van deze week is
gebleken dat er een voorkeur is de activiteiten voor mantelzorgers en vrijwilligers los van elkaar te
organiseren.
28. Opzetten vacaturebank
De raad heeft op 1 november 2011 besloten dit onderwerp te schrappen.
29. Beleid maatschappelijke stages
Uit een gehouden onderzoek in 2012, uitgevoerd door stichting Push, is gebleken dat de animo van
vrijwilligersorganisaties voor een vacaturekrant ten behoeve van maatschappelijke stages niet erg
groot is. Om deze reden is gekozen voor een praktische opzet die in het verlengde ligt van het
brede school initiatief in de verschillende dorpen. Informatie over de maatschappelijke stage en
vrijwilligerswerk zullen worden geplaatst op de website van de Brede school. In het regeerakkoord
staat dat het kabinet de maatschappelijke stages niet meer verplicht wil stellen voor scholieren per
schooljaar 2015-2016.
63

3.1.11 Sport- en culturele accommodaties
Portefeuillehouder(s)
Beschrijving
Kaders
Ambitie
S. van der Weg
Dit programma richt zich op het in stand houden van de
sport- en multifunctionele accommodatie en het zo
economisch mogelijk exploiteren daarvan.
- Algemene subsidieverordening
- Voorzieningennota
De gemeente schept randvoorwaarden voor het
stimuleren van de leefbaarheid in de kernen door middel
van het bieden van sport- en ontmoetingsmogelijkheden
in de vorm van professionele (sport)accommodaties.
2.1.11.1 Aanpak & kern-indicatoren
Activiteit
Bron
Waarom
Bepalen welke fysieke
ontmoetingsplek per kern behouden
blijft en op welke wijze
Thema
Voorzieningennota en programmaplan accommodaties
Accommodatie
In de voorzieningennota is opgenomen dat de gemeente richt zich op het behouden
van een fysieke ontmoetingsplek per kern. Deze accommodatie (plek) wordt zoveel
als mogelijk georganiseerd in de vorm van een brede school en wordt economisch
geëxploiteerd.
Hoe • Inventarisatie onderzoek naar beschikbare en benodigde m2
• Financieel haalbaarheidsonderzoek naar verschillende huisvestingsscenario’s
• Besluitvorming in het college om accommodaties (inclusief schoolgebouwen) te
slopen, ter verkopen, te verbouwen, nieuw te bouwen dan wel door een derde te
laten exploiteren (opgenomen in maatregelenplan accommodaties)
Wanneer 2012 Huidige
waarde
Indicator Besparing Dorpshuis Abbenbroek € 0 (2012)
Streefwaarde
€ 0 (2012)
Activiteit
Bron
Waarom
Stopzetten en besparen subsidies De
Meent, Bernissebad, Voetbal-en
Korfbalverenigingen.
Afschaffen verenigingstarief
Thema
Voorzieningennota en programmaplan accommodaties
Accommodatie
In de voorzieningennota is opgenomen dat de gemeente stopt met of bespaart op
het investeren in deze voorzieningen
Hoe • Opstellen overeenkomst met voetbal- en korfbalverenigingen
• Beëindigingen van subsidies aan De Meent en Bernissebad
• Het afschaffen van het verenigingstarief
Wanneer 2012 Huidige
waarde
Streefwaarde
Indicator Besparing subsidies en € 27.500 € 25.000
64

verenigingstarief (2012)
Activiteit Verkopen panden Thema Accommodatie
Bron
Waarom
Voorzieningennota en programmaplan accommodaties
In de voorzieningennota is opgenomen dat de gemeente stopt met het investeren in
een aantal voorzieningen door ze te verkopen
Hoe • Opstellen deelplan
• Taxeren panden
• Kosten-batenanalyse
• Bepalen verkoopkaders
• Opdracht tot verkoop
• Opstellen verkoopovereenkomst
Wanneer 2012 Huidige
waarde
Indicator
Besparing op de het pand aan
Kaaistraat, De Molens en de panden
waarin de Bibliotheek Zuidland en
Heenvliet gehuisvest zijn
€ 10.000
(huisvesting
bibliotheken)
Streefwaarde
€ 10.000
Activiteit
Bron
Waarom
Technisch beheer onderbrengen bij
De Zes Kernen (DZK)
Thema
Voorzieningennota en programmaplan accommodaties
Accommodatie
In de voorzieningennota is opgenomen dat de gemeente het onderhoud van de
gebouwen zo veel als mogelijk wil onderbrengen bij DZK
Hoe - In gesprek gaan met DZK
- Opstellen overeenkomst MOP
Wanneer 2012 Huidige
waarde
Indicator
Besparing op het onderhoud van de
accommodaties
Streefwaarde
€ 0,- (2012) € 10.000
3.1.11.2 Wat hebben we gedaan
Bepalen welke fysieke ontmoetingsplek per kern behouden blijft en op welke wijze
Het inventarisatierapport is in concept in 2012 opgeleverd. Een aantal accommodatiescenario’s zijn
financieel doorgerekend. In 2013 (mei) wordt al deze gegevens opgenomen in het maatregelenplan
accommodaties en aan uw raad voorgelegd.
Stopzetten en besparen subsidies De Meent, Bernissebad, Voetbal-en Korfbalverenigingen.
Afschaffen verenigingstarief
In de collegevergadering van 3 april 2012 is besloten om het verenigingstarief af te schaffen en zijn
de nieuwe tarieven vastgesteld. Op 8 mei 2012 is in de collegevergadering de overeenkomst van
de gemeente met de voetbalverenigingen en korfbalvereniging over het onderhoud vastgesteld. Op
22 mei 2012 is deze overeenkomst door alle partijen ondertekend.
In de collegevergadering van 5 juni is in principe besloten om de subsidies aan het Bernissebad en
De Meent respectievelijk af te bouwen en te beëindigen. De stichtingen hebben hierover een
beschikking ontvangen.
Verkopen panden
Eind december hebben wij in de collegevergadering de verkoopkaders bepaald en de opdracht
gegeven tot verkoop van de panden. Het verkopen van de panden loopt door in 2013.
65

Technisch beheer onderbrengen bij De Zes Kernen (DZK)
In de voorzieningennota heeft de gemeente Bernisse vastgelegd dat zij het technisch onderhoud
van het gemeentelijk vastgoed (eigen accommodaties en schoolgebouwen) zoveel als mogelijk wil
neerleggen bij woonstichting De Zes Kernen (Hierna te noemen DZK). De gemeente verwacht hier
mee schaalvoordeel te kunnen behalen. In de voorzieningennota is hiervoor vanaf 2012 een
structurele bezuiniging van € 10.000,- opgenomen.
Gebleken is dat het juridisch niet mogelijk is om het onderhoud van de gemeentelijke
accommodaties en scholen neer te leggen bij DZK. Om de structurele besparing van
€ 10.000 wel te behalen is in overleg met onze huidige contractpartij hen een taakstellende
bezuiniging opgelegd. Breijer heeft aangegeven het contract te kunnen aanpassen, waardoor een
bezuiniging gerealiseerd wordt van € 23.000,-. Deze bezuiniging wordt verwerkt in 2013
66

3.1.11.4 Wat heeft het gekost?
Toelichting
Algemeen
Hieronder worden de verschillen verklaard tussen jaarrekening en eindejaarsnota met een
ondergrens van € 10.000,-. Deze verklaringen kunnen op een lager niveau liggen dan programma
en/of product en tellen dus niet per definitie op tot de verschillen in de tabel hierboven.
Activiteiten
Bij dit onderdeel is er sprake van per saldo een nadeel van € 6.000. Dit wordt voornamelijk
veroorzaakt doordat bij het dorpshuis Abbenbroek de uitgaven € 12.000 lager zijn o.a. a.g.v. lagere
kapitaallasten € 8.000; de kosten voor de Drenkwaard € 9.000 lager zijn dan begroot o.a. a.g.v.
67

lagere energiekosten € 8.000; de kosten voor accommodaties eigen beheer per saldo € 7.000 lager
zijn a.g.v. niet betaalde subsidies zaalhuur € 7.000.
De huurinkomsten zijn voor het onderdeel Drenkwaard € 30.000 lager dan begroot; het restant
verschil € 5.000 wordt veroorzaakt door diverse overige kleine verschillen bij de diverse producten.
Restant van dit programma
Het nadelig verschil bij dit onderdeel van per saldo € 43.000 wordt voornamelijk veroorzaakt door
niet begrote kosten voor de voorzieningennota van € 8.000 en overige kleine verschillen van totaal
€ 4.000. Bij de inkomsten zijn de baten voor het Bernissebad € 21.000 lager dan begroot en minder
inkomsten Molengors van € 9.000.
Mutaties reserves
Bij dit onderdeel is er sprake van een nadeel van per saldo € 38.000. Dit wordt voornamelijk
veroorzaakt doordat er geen onttrekking is gedaan aan de res. Wmo en alg. dekkingsmiddelen voor
de groene sportterreinen.
3.1.11.3 Collegeprogramma
Activiteit
Planning
1 Opstellen voorzieningennota 2011
2 Uitvoeringsplan 2012 e.v.
43 Voorzieningennota Bernisse Noord 2011
44 Ideeen Bernisse Noord uitwerken 2011
45 Bepalen voorz.niveau Bernisse Nrd 2011
46 Ruimtelijke planvorming Bernisse Nrd 2011
47 Voorzieningennota Bernisse Zuid na 2014
48 Uitwerking ideeën Bernisse Zuid na 2014
1 en 2. Opstellen voorzieningennota en uitvoeringsplan
De voorzieningennota en de daarin opgenomen uitvoeringsplan is op 1 november 2011 door uw
raad vastgesteld. De uitwerking van de besluiten over de accommodaties is zoals hierboven is
beschreven uitgewerkt in het programmaplan accommodaties, dat in maart door het college is
vastgesteld.
43-48. Bernisse Noord en Bernisse Zuid
Ons college heeft zich de afgelopen periode niet actief ingezet voor het project Bernisse Zuid, maar
zich primair gericht op het project Bernisse Noord. Dit mede vanwege de wens van een tweetal
voetbalverenigingen om hun krachten te bundelen. In 2007 is voor het project Bernisse Noord een
ontwikkelingvisie opgesteld. De visie voorzag in een clustering van sportvoorzieningen tussen
Geervliet en Heenvliet en woningbouw op de vrijkomende sportlocaties als financiële drager van
het nieuw te realiseren sportcluster. In de afgelopen jaren hebben zich een aantal ontwikkelingen
voorgedaan, die ons heeft doen besluiten het stedenbouwkundig adviesbureau RDH opdracht te
verlenen om een ruimtelijke verkenning op te stellen met in achtneming van de gewijzigde
uitgangspunten.
Op basis van de uitkomst van de ruimtelijke verkenning hebben wij een voorkeurslocatie
uitgesproken voor het nieuw te realiseren sportcluster. Wij hebben uw raad via een memo op de
hoogte gesteld van de voorkeurslocatie. De verenigingen worden geconsulteerd over de ruimtelijke
verkenning en de gelegenheid geboden hun visie op de ruimtelijke verkenning weer te geven. Ook
wordt op basis van de uitkomst van de ruimtelijke verkenning een globale grondexploitatie
opgesteld. In het derde kwartaal 2012 zullen wij een definitief standpunt bepalen over het project
Bernisse Noord, waarbij de uitkomst van de consultatieronde en de globale grondexploitatie worden
betrokken. Vervolgens zal de ruimtelijke verkenning in november 2012 ter besluitvorming aan uw
raad worden aangeboden.
Ten aanzien van het project Bernisse Zuid geldt dat het college de uitwerking van het
programmaplan accommodatie afwacht alvorens over dit project een besluit te nemen.
68

3.1.12 Recreatie en toerisme
Portefeuillehouder(s)
Beschrijving
Kaders
Ambitie
W. Kruikemeier
Dit programma beoogt het onder een breder publiek
bekend maken van de gemeente en de recreatieve en
toeristische mogelijkheden verder te benutten zonder dat
daarbij het rustige karakter van het gebied wordt
aangetast. Het recreatiegebied Bernisse en de
monumentale kernen zijn daarvoor uitstekende
visitekaartjes.
- Actieplan recreatie en Toerisme
- Masterplan recreatie
- Notitie permanente bewoning recreatieverblijven
Het verder uitbouwen van de recreatieve functie in de
gemeente en de gemeente daardoor voor een breder
publiek op de kaart zetten. Knooppunt van de recreatie is
de Bernisse, waar wandelaars en fietsers de
waterrecreant ontmoeten waarbij het kenmerk rust wordt
behouden.
3.1.12.1 Activiteiten & kern-indicatoren
Activiteit
Bron
Waarom
Hoe
Uitvoeren actiepunten uit
beleidsnotitie Recreatie en
Toerisme
Thema
Bevordering recreatie en
toerisme
Beleidsnotitie Recreatie en Toerisme (onderdeel beleidsnotitie Economie)
De recreatief-toeristische kwaliteiten van het open landschap en de historische
kernen en het Recreatiegebied Bernisse grotere bekendheid geven
Uitvoeren van actiepunten uit de beleidsnotitie; speerpunten wandel-, ruiter- en
fietsroutes
Wanneer 2012 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator
Activiteit Uitvoeren Interreg-project Thema Samenwerking
Bron
Waarom
Hoe
Projectplan Interreg (gezamenlijk platform gemeenten Voorne-Putten
Gemeentegrensoverstijgende karakter van recreatief-toeristische voorzieningen
en meerwaarde van presentatie VP-kwaliteiten op dat gebied in samenhang
Zoveel mogelijk in concrete, zichtbare acties; website, VVV
Wanneer 2012 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator
Aantal overnachtingen in Bernisse
(afdracht toeristenbelasting)
0 (toeristenbelasting
ingevoerd per
1/1/2012)
20.000
Activiteit Haalbaarheidsonderzoek Thema Recreatiegebied
69

ecreatief-toeristische mogelijkheden
van het recreatiegebied
Bernisse
Bernisse
Bron Motie raad 3 november 2010 (zie ook initiatiefvoorstel 18 september 2007)
Waarom
Hoe
Uitvoering geven aan de motie
Uitvoeren van een haalbaarheids onderzoek
Wanneer 2012 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator Wel/geen haalbaarheidsonderzoek 0 1
3.1.12.2 Wat hebben we gedaan
1. Recreatie
Beleidsnotitie Recreatie en Toerisme
In maart 2012 is de beleidsnotitie Economisch Beleid Gemeente Bernisse 2012 – 2016 door de
raad vastgesteld. Het beleidsterrein Recreatie en toerisme maakt onderdeel uit van deze
beleidsnotitie. In de notitie zijn de lijnen uitgezet voor het toekomstig beleid, uitgewerkt naar
actiepunten.
Intergemeentelijke samenwerking
In het kader van de intergemeentelijke samenwerking op Voorne-Putten is op basis van de
gezamenlijk opgestelde beleidsnotitie Toerisme en Recreatie een werkplan opgesteld. Op basis
van dit werkplan is een drietal hoofdthema’s (regievoering en samenwerking, branding en
kansen/productontwikkeling) gekozen die in projectgroepverband worden uitgewerkt. Het project
Branding is na de zomerperiode gestart onder begeleiding van het Bureau Holland Spoor. Eind
december zijn de resultaten van de eerste fase aan de gezamenlijke portefeuillehouders
gepresenteerd. Binnen het project kansen/productontwikkeling is verder gewerkt aan de realisatie
van de toeristische overstappunten (top’s). Voor dit project, een top bij de gemeenten Bernisse,
Hellevoetsluis, Spijkenisse en Westvoorne, is subsidie toegezegd door de provincie en de
Stadsregio. Samen met het Zuid-Hollands Bureau voor Toerisme is de locatie bij La Campagne
verder uitgewerkt. In de eerste helft van 2013 zullen de 4 top’s worden opgeleverd. Tevens is
binnen dit project gestart met de inventarisatie van de fietsroutes, het stroomlijnen daarvan met het
fietsknooppuntennetwerk en het onderzoeken van nieuwe fietspaden. De resultaten zullen begin
2013 bekend zijn. In vervolg hierop zullen de voet- en ruiterpaden in beeld worden gebracht.
Uitgebreid is op Voorne-Putten-niveau gesproken over de ontwikkelingen rond het toekomstig
beheer van natuur- en recreatiegebieden. De provincie Zuid-Holland heeft te kennen gegeven dat
zij, mede vanwege de bestuurlijke drukte rond de vele schapstructuren in de provincie, naar een
andere aansturing en uitvoeringsopzet wil. De provincie streeft er naar halverwege 2013 een
nieuwe structuur te hebben. De gemeenten op Voorne-Putten hebben voor de verschillende
overleggen met de provincie een gezamenlijke lijn uitgezet. Uitgangspunt is hierbij dat de
gezamenlijke portefeuillehouders meer regie willen kunnen uitvoeren op zowel strategisch als
tactisch niveau. Er wordt een te grote afstand ervaren tussen bestuur en organisatie, in dit geval
GZH. De relatie bestuurder en organisatie, niet alleen de ondersteunende organisatie GZH, maar
ook de ambtelijke ondersteuning, dient kortere lijnen te kennen.
In dezelfde lijn wordt gedacht over de verdere samenwerking op Voorne-Putten om samen het heft
in handen te nemen, effectieve regie te kunnen uitvoeren en snel te kunnen schakelen in het
belang van toerisme en recreatie op Voorne-Putten.
Recreatie en toerisme in de Gebiedsvisie Voorne-Putten
De gebiedsvisie Voorne-Putten (zie programma 14) geeft ruimtelijk de mogelijkheden weer voor de
verdere vormgeving van recreatie en toerisme. Eveneens is er een nauwe relatie met het in
programma 14 opgenomen Krekenplan. Aanhaking op deze ontwikkelingen biedt mogelijkheden
voor de versterking van de bereikbaarheid van het Bernissergebied voor recreatief en toeristisch
gebruik.
Vanuit recreatie en toerisme is nadrukkelijk meegekeken naar de ontwikkeling en invulling van de
visie op het Bernissergebied en de mogelijkheden die er zijn voor de ondernemers in het gebied.
70

Met de gezamenlijke ondernemers zijn diverse gesprekken gevoerd over de inhoud van de visie en
de gewenste ontwikkelingen in het gebied. Deze gesprekken krijgen in 2013 vervolg. In de
begroting 2013 is een bedrag opgenomen voor extra capaciteit om de faciliterende en aanjagende
rol vanuit de gemeente mogelijk te maken.
Recreatieschap VPR
Door de financiële situatie bij het recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg (VPR) en de wens van
de deelnemende gemeenten tot een gelijkblijvende bijdrage aan dit schap, wordt in het
Bernissergebied een ombuigingsoperatie uitgevoerd om de noodzakelijke bezuinigingen te
behalen. Mede door de ook door de raad geuite zorgen over de effecten van de
ombuigingsoperatie en de complexiteit van het proces daarbij, is een uitgebreide discussie gestart
met GZH om, binnen de bestuurlijk gestelde financiële randvoorwaarden, tot een gezamenlijk
gedragen beeld van de ombuigingen te komen. De ontwikkelde visie is hierbij het gemeentelijk
toetsingskader. Op basis van het gezamenlijk gedragen beeld zal een integrale aanpak worden
ontwikkeld tussen gemeente, recreatieschap VPR, de betrokken ondernemers en
belangengroeperingen.
De gemeente heeft door de ontwikkeling van de visie “Beleef en Bereik Bernisse! De verbinding
van Voorne-Putten” de regie voor de integrale aanpak meer naar zich toegetrokken.
Op 5 september is het 13,5 km lange Heenvlietpad geopend. Met deze route is het
wandelpadenplan VPR 2003 volledig gerealiseerd.
Monumenten en Archeologie
Monumenten
Cultuurhistorische waardenkaart
Uit de in 2012 ontvangen Monitor erfgoedinspectie 2011-2012 van het Rijk blijkt dat Bernisse
onvoldoende scoort voor wat betreft de cultuurhistorische waardenkaart, zoals vastgelegd in artikel
3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening. De andere ruimtelijke instrumenten, waaronder
Structuurvisie en bestemmingsplannen, voldoen overigens wel aan de doorwerking van
erfgoedaspecten, volgens de Erfgoedinspectie. Geconstateerd is dat bij de beoordeling door de
inspectie het rapport 'Cultuurhistorische objecten Voorne-Putten en Rozenburg' uit 2009 niet is
meegenomen. Na afstemming met de andere gemeenten op Voorne-Putten, is dit rapport eind
2012 voorgelegd aan de Erfgoedinspectie, omdat dit rapport een goede onderlegger is voor de
cultuurhistorie van onze gemeente. Dit rapport is goed hanteerbaar gebleken in relatie tot de
verwijzingen in de bestemmingsplannen (toetsingskader bij het actualiseren). De reactie van het
Ministerie wordt in het eerste kwartaal van 2013 verwacht.
Een eventuele herziening van de cultuurhistorische waardenkaart wordt gerelateerd aan de
planning van de volgende herzieningen van bestemmingsplannen (vooralsnog over 10 jaar).
Molens en Kaaistraat
Voortvloeiende uit de maatregelen die in de Voorzieningennota zijn opgenomen, wordt in de
begroting 2014 uitgegaan van verkoop voor eind 2013 van de gemeentelijke monumenten molens
De Hoop te Abbenbroek en De Arend te Zuidland en de Kaaistraat 2 te Heenvliet. Gedurende 2012
is in het kader van de uitvoering van de Voorzieningennota een projectplan opgesteld waarin de
verkoop van panden, waaronder de genoemde monumenten, in tijd is uitgezet. Onderdeel van het
plan is het sluiten van een package-deal met de woonstichting De Zes Kernen om alle af te stoten
panden in een keer te verkopen, met als terugval-optie om de verkoop op pand-niveau uit te
voeren. In 2013 worden hiervoor de acties uitgevoerd. Voor de molens wordt parallel hieraan
tevens onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor het oprichten van een stichting om het beheer en
de exploitatie van de molens in onder te brengen en/of samen te werken met andere
molen(stichtingen) op het eiland Voorne-Putten dan wel in een groter verband.
Afgelopen jaar is er groot onderhoud gepleegd aan de beide molens van Bernisse om de
instandhouding en veiligheid te waarborgen met de BRIM 2006-2012. Molenmakerij Herrewijnen
heeft in 2012 deze werkzaamheden uitgevoerd, onder andere aan de wieken van beide molens. De
wieken van de molen De Hoop van Abbenbroek bevinden zich eind 2012 nog in de werkplaats en
71

worden begin 2013 weer op de molen gezet. De beide molens staan er door het uitvoeren van de
onderhoudswerkzaamheden weer mooi bij en versterken het karakteristieke historische gezicht van
Abbenbroek en Zuidland. De molens kunnen weer zonder gevaar voor de molenaars en de
omgeving draaien.
Aan het begin van het jaar 2012 is er een nieuwe BRIM aangevraagd voor de rijkssubsidie van het
onderhoud in de jaren 2013-2018.
Archeologie
Kreken van Nibbeland
De archeologische opgraving die op de woningbouwlocatie Kreken van Nibbeland heeft
plaatsgevonden in 2009 en 2010, waarbij een deel van de vondsten ex situ en een deel in situ zijn
bewaard, zijn in 2012 administratief afgerond. Van deze opgravingen hebben wij een uitgebreid
archeologisch rapport van de uitvoerende partij RAAP ontvangen.
Mottekasteel Blijdesteijn
In de bodem van de kern Heenvliet bevinden zich de restanten van een middeleeuwse ‘motte’
waarop het voormalige kasteel Blijdesteijn stond. Deze ‘motte’ heeft de status van een
archeologisch rijksmonument. Op deze plek bevindt zich nu een groot, moerassig grasveld wat de
kwaliteit van de openbare ruimte niet ten goede komt. De gemeente Bernisse heeft in 2012 een
plan opgesteld om dit grasveld anders te gaan inrichten waarbij de vormen van de ‘motte’ als
onderlegger voor het ontwerp zijn gebruikt. De archeologische resten zullen in 2013 zichtbaar
gemaakt worden aan de hand van een uit te voeren grondradar van de Archeologische
Monumentenwacht. De Rijksdienst voor Cultureel erfgoed is positief over het project en heeft
medewerking toegezegd.
De Stadsregio Rotterdam heeft eind 2012 positief beschikt op onze subsidieaanvraag uit de
Investeringsreserve Revitalisering stedelijk gebied en ontwikkeling woonmilieus. Verwacht wordt
dat door de uitvoering van dit project er een positieve impuls uitgaat naar de directe omgeving, de
dorpskern en de gehele gemeente. De gemeente Bernisse heeft een subsidie van € 69.000
toegekend gekregen. Naar verwachting wordt de nieuwe inrichting van de locatie in het najaar van
2013 opgeleverd. De raad wordt over de voortgang geïnformeerd.
Boekje over archeologie in Bernisse
Met de kennis van de opgravingen van Kreken van Nibbeland, de gegevens uit het grondradar
onderzoek van het mottekasteel Blijdesteijn (zie hierboven) en ook van eerdere opgravingen in
onze gemeente van afgelopen jaren is in samenspraak met BOOR in 2012 het idee geboren en zijn
voorbereidingen in gang gezet om een handzaam en aansprekend boekje uit te geven over de
archeologie van de Gemeente Bernisse. Het schrijven, vormgeven en drukken van 1000 boekjes
worden door BOOR verzorgd.
Volker Wessels Vastgoed (ontwikkelaar van de 1 e fase Kreken van Nibbeland), Woningstichting De
Zes Kernen en Stichting Archeologie in de Maasmond hebben zich bereid verklaard voor een
evenredig deel bij te dragen in de kosten. De gemeente neemt ¼ van de kosten voor haar
rekening. Het boekje zal als representatie van de gemeente kunnen dienen.
Expositie
Om de kennis over de archeologie van Bernisse ook aan de inwoners en andere geïnteresseerden
te kunnen tonen zijn gesprekken gevoerd om de mogelijkheden te bekijken om de archeologische
vondsten van met name Kreken van Nibbeland (2 houten duikers / Romeins paard) en die van het
‘motte’-kasteel in Heenvliet te exposeren. Het Erfgoedhuis Zuid-Holland heeft eind 2012
aangegeven dat zij een ruimte beschikbaar stellen voor gemeenten om er hun archeologische
vondsten in te exposeren. We hebben aangegeven dat we hierin geïnteresseerd zijn en krijgen nog
te horen wanneer dit (in 2013) zou kunnen.
Waardering graven
Door afdelingen Publiekszaken en Beheer Openbare Ruimte is een plan van aanpak voor het
ruimen van graven in uitvoering. In 2012 is begonnen met de begraafplaatsen aan de Leuneweg in
Oudenhoorn en aan de Kerkweg in Zuidland om hier meer ruimte te creëren. In het kader hiervan is
gekeken of er waardevolle graven aanwezig zijn die als monumentaal en beschermwaardig zijn aan
te merken. Zeker is dat het watersnoodmonument met de bijbehorende graven in de begraafplaats
te Zuidland beschermwaardig zijn, evenals een oorlogsgraf in Oudenhoorn. Om de waardering van
72

de grafstenen op de begraafplaatsen van Bernisse te onderbouwen en vast te leggen voor de
toekomst wordt deskundigheid betrokken op het gebied van funerair erfgoed. Dit onderzoek loopt
door in 2013.
Horeca
Stimulering particuliere initiatieven voor horeca langs recreatieve routestructuren en in de
dorpskernen
Bij de totstandkoming van de visie op het Bernissegebied zijn de in en rond het gebied gevestigde
horecaondernemers actief betrokken. Bij de verdere uitwerking van de visie in 2013 kunnen de
ondernemers hun concrete ideeën verder inbrengen. Zij zullen hier door de gemeente actief op
bevraagd worden.
In het kader van de herziening van het bestemmingsplan Zuidland wordt meegenomen dat op de
Ring en in de Breedstraat op aangewezen plekken terrassen juridisch-planologisch mogelijk
gemaakt worden. Een en ander ter versterking van het recreatief-toeristische karakter van
Bernisse. Op voorspraak van de raad is in het voorjaar van 2012 onderzocht of, vooruitlopend op
de vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan, proef gedraaid kon worden met deze terrassen.
Op dat moment ontbrak het aan voldoende draagvlak. Het bestemmingsplan Zuidland wordt in het
2 e kwartaal 2013 aan de raad aangeboden voor vaststelling.
73

3.1.12.4 Wat heeft het gekost?
74

Toelichting
Algemeen
Hieronder worden de verschillen verklaard tussen jaarrekening en eindejaarsnota met een
ondergrens van € 10.000,-. Deze verklaringen kunnen op een lager niveau liggen dan programma
en/of product en tellen dus niet per definitie op tot de verschillen in de tabel hierboven.
Activiteiten
Bij dit onderdeel is er sprake van per saldo een voordeel van € € 11.000. Dit wordt voornamelijk
veroorzaakt doordat de kosten voor het haalbaarheidsonderzoek lager zijn uitgevallen dan begroot.
Restant van dit programma
Bij dit onderdeel is er sprake van per saldo een voordeel van € 1.000. Dit wordt veroorzaakt
doordat de kosten bij het onderdeel recreatie en toerisme € 9.000 lager zijn; de kosten voor de
monumenten per saldo € 5.000 lager zijn en de kosten voor het onderdeel archeologie per saldo €
4.000 lager zijn.
Bij de inkomsten is er sprake van een nadeel bij het onderdeel toeristenbelasting van € 8.000;
terugontvangen kosten toren Abbenbroek € 8.000; hogere rijksvergoeding molen Abbenbroek €
5.000; en bij het onderdeel archeologie per saldo € 12.000 meer ontvangsten. Het overige verschil
van € 2.000 wordt veroorzaakt door diverse kleine verschillen bij de diverse producten.
3.1.12.4 Samenwerkingspartners
Voor dit programma is er sprake van de volgende verbonden partijen:
• Recreatieschap Voorne-Putten Rozenburg
• Natuur- en recreatieschap Haringvliet
• Koepelschap Buitenstedelijk Groen
De verdere informatie daarover staat in de paragraaf verbonden partijen.
De gemeente heeft een lichte gemeenschappelijke regeling met de gemeente Rotterdam
(gemeentewerken Rotterdam, Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR) voor de
archeologie.
3.1.12.5 Actiepunten collegeprogramma
Activiteit
Planning
52 Masterplan recreatie en toerisme 2011
53 Beleidsplan recreatie en toerisme 2012 e.v.
52 Masterplan recreatie en toerisme
In het kader van de Stuurgroep Voorne-Putten in 2011 vastgesteld.
53 Beleidsplan recreatie en toerisme
Zie onder de paragraaf Recreatie, Beleidsnotitie Recreatie en Toerisme: door de raad vastgesteld
in maart 2012.
75

3.1.13 Kunst en cultuur
Portefeuillehouder(s)
Beschrijving
Kaders
Ambitie
W. Kruikemeier
Dit programma geeft inzicht in wat de gemeente op het
gebied van kunst en cultuur doet. Het bevat het
bibliotheekwerk, kunstobjecten etc.
Contourennotitie “Onze bibliotheek in Bernisse”
(15 november 2007)
Visiedocument `Versterking bibliotheekvoorziening in
Bernisse` (3 april 2007)
Het aantal bezoeken aan de bibliotheek moet toenemen.
3.1.13.1 Activiteiten & kern-indicatoren
Activiteit
Aanbieden bibliotheekfunctie in
Bernisse
Thema
Bibliotheek
Bron • Voorzieningennota, programmaplan brede school Bernisse inhoudelijk
Waarom
Hoe
De bibliotheekvoorziening wordt ingezet voor het realiseren van
beleidsdoelen op het gebied van de WMO:
• Het bevorderen van de sociale samenhang
• Het voorkomen en verminderen van lees- en leerachterstanden
• Het geven van informatie en advies over wonen, welzijn en zorg
In samenwerking met bibliotheek Zuid Hollandse Delta en brede school Bernisse.
Wanneer 2012, 2013, 2014 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator • Collegevoorstel over inzet
bibliotheek binnen geheel
brede school Bernisse;
• Opname bibliotheek nieuwe
stijl zowel inhoudelijk als
fysiek binnen kaders van
brede school Bernisse;
• Realisatie besparing op
subsidie bibliotheek (2013 €
40.000,-, 2014 € 60.000,-,
2015 € 80.000,-);
• Oplevering panden bibliotheek
Heenvliet en Zuidland ten
behoeve van besluitvorming
binnen het programmaplan
accommodaties.
Collegevoorstel
is gerealiseerd
4 zelfstandige
bibliotheken
binnen de
kernen
Zuidland,
Heenvliet,
Oudenhoorn en
Abbenbroek
€ 235.620,-
-
Gerealiseerd
1 augustus 2013 zullen de
bibliotheken op school
gerealiseerd zijn
2013: € 195.620
2014: € 175.620
2015 ev.: € 155.620
Oplevering bibliotheken:
Heenvliet: 1-10-2012
Zuidland: 1-04-2013
Activiteit
Aanbieden bibliotheekfunctie in
Bernisse
Thema
Bibliotheek
76

Bron • Visiedocument Versterking Bibliotheekvoorziening in Bernisse (April 2007)
• Beleidsnotitie Onze bibliotheek in Bernisse (Januari 2008)
Waarom
Hoe
De bibliotheekvoorziening wordt ingezet voor het realiseren van
beleidsdoelen op het gebied van de WMO:
• Het bevorderen van de sociale samenhang
• Het voorkomen en verminderen van lees- en leerachterstanden
• Het geven van informatie en advies over wonen, welzijn en zorg
Het subsidiëren van de bibliotheekorganisatie
Wanneer 2012 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator Leden bibliotheken Bernisse 2010: 2.598 + 2 % in 2012 t.o.v. 2010
Aantal bezoekers bibliotheek
Bernisse
3.1.13.2 Wat hebben wij gedaan?
Bibliotheken
2010: 42.235 + 2 % in 2012 t.o.v. 2010
De bibliotheek is betrokken bij het tot stand komen van de Voorzieningennota en de brede school
ontwikkeling. In het eerste kwartaal van 2012 zijn gesprekken gestart worden om de voorgestelde
bezuinigingen door te voeren.
77

3.1.13.3 Wat heeft het gekost?
Toelichting
Algemeen
Hieronder worden de verschillen verklaard tussen jaarrekening en eindejaarsnota met een
ondergrens van € 10.000,-. Deze verklaringen kunnen op een lager niveau liggen dan programma
en/of product en tellen dus niet per definitie op tot de verschillen in de tabel hierboven.
Activiteiten
Het nadelig verschil bij dit onderdeel bedraagt per saldo € 12.000 wordt voornamelijk veroorzaakt
door hogere lasten OZB voor beide bibliotheken. De waterschapslasten echter zijn per saldo
€ 19.000 voordeliger dan geraamd. De kapitaallasten voor de bibliotheek Zuidland zijn € 8.000 hoger
dan geraamd en de doorberekende kosten van het welzijnsplan zijn ook € 6.000 hoger dan geraamd.
78

Restant van dit programma
Het verschil bij dit onderdeel behoeft gelet op het geringe verschil geen nadere toelichting.
3.1.13.4 Samenwerkingspartners
• Bibliotheek Zuid Hollandse Delta
3.1.13.5 Actiepunten collegeprogramma
Niet van toepassing.
79

3.1.14 Ruimtelijke ordening en VHV
Portefeuillehouder(s)
S. van der Weg
Beschrijving
Dit programma beschrijft de woningbouw en ruimtelijke
ontwikkeling in Bernisse.
Kaders - Woningmarktafspraken met de regio
- Prestatieafspraken met de woonstichting De Zes
Kernen
- Bouwverordening
- Nota Welstand
- Exploitatieverordening
- Nota grondbeleid
- Meerjaren Programma Grondbedrijfsfunctie
- Verordening woonruimteverdeling
- Verstedelijkingsscenario 2020 Regio Rotterdam
- Woonbeleidsplan
- Woonwensenonderzoek 2010
- Structuurvisie 2025
- Bestemmingsplannen
- Beeldkwaliteitplannen
- Wro, RO-Standaarden 2008 en de Wabo
Ambitie
Voor de toekomst van de gemeente zowel sociale als vrije
sector-woningen bouwen waarbij het dorpse en landelijke
wonen wordt benadrukt. Qua ruimtelijke regelgeving en
beleid zal zoveel als mogelijk is aan de wensen van de
inwoners tegemoet worden gekomen. Woningbouw is een
belangrijke kostendrager.
3.1.14.3 Activiteiten & kern-indicatoren
Activiteit
Bron
Waarom
Hoe
Opstellen van bestemmingsplannen
Thema
Wet Ruimtelijke Ordening, Plan van Aanpak
Wettelijke verplichting tot actualisatie van bestemmingsplannen
Conform Plan van Aanpak
Bestemmingsplannen
Wanneer 2012 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator
Activiteit
Bron
Waarom
Hoe
Aantal actuele bestemmingsplannen
Faciliteren van woningbouwinitiatieven
2
(per 31/12/2012)
Thema
5
(per 31/12/2012)
Woningbouw
Collegeprogramma, Woningmarktafspraken Stadsregio, Structuurvisie,
Woonbeleidsplan
Voldoen aan (lokale) vraag naar nieuwe woningen (doorstroming) en vol-doen aan
gemaakte afspraken over te realiseren woningbouw in het kader van de
woningmarktafspraken (Stadsregio)
Via projectmatige aanpak vanuit Task Force woningbouw
Wanneer 2012 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator Aantal opgeleverde woningen 5609
(per 1-1-2012)
5739
(per 1-1-2013)
80

Activiteit
Bron
Waarom
Hoe
Omvang sociale woningvoorraad
op peil
Thema
Sociale woningbouw
Collegeprogramma, Woningmarktafspraken Stadsregio, Structuurvisie,
Woonbeleidsplan
Voldoen aan (lokale) vraag naar woningen in het sociale segment (doorstroming)
en voldoen aan gemaakte afspraken over te realiseren woningbouw in het kader
van de woningmarktafspraken (Stadsregio)
Via projectmatige aanpak vanuit Task Force woningbouw
Wanneer 2012 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator Aantal opgeleverde woningen 1.468
(per 1/1/2012)
1.477
(per 1/1/2013)
Activiteit Opstellen MPG Thema Grondbeleid
Bron
Waarom
Hoe
Nota Grondbeleid, collegeprogramma
Voortgangsbewaking woningbouwprojecten en risico-analyse
Opstellen MPG (situatie per 31/12/2011) en actueel houden van het
projectenoverzicht
Wanneer MPG: januari - april 2012;
projectenoverzicht per kwartaal
Huidige waarde
Indicator MPG: 1x; projecten-overzicht: 3x 1 (MPG)
2 (projectenoverzicht)
3.1.14.2 Wat hebben wij gedaan?
1. Wonen
Streefwaarde
1 (MPG)
3 (projecten-overzicht)
Woningmarktafspraken 2010-2020
De nieuwe stadsregionale Woningmarktafspraken 2010-2015 zijn aan het begin van het 3 e kwartaal
van 2011 vastgesteld. Deze afspraken omvatten voor Bernisse een woningbouwprogramma van
298 woningen, waarvan 34% sociale woningbouw. Dit percentage is nodig om het percentage
sociale woningbouw van de gehele woningvoorraad op 25% te houden. Voor deze afspraken wordt
gekeken naar de bestaande woningbouwplannen. Bernisse zet in op het realiseren van
woningbouw met een dorpse en landelijke uitstraling. Hieraan bestaat in de Stadsregio behoefte. In
2012 heeft overleg plaatsgevonden met de Stadsregio over de monitoring van de gemaakte
woningmarktafspraken. Eind 2012 is begonnen om alvast vooruit te gaan kijken in het licht van de
actuele woningmarkt. Dit om in 2013 in stadsregionaal verband te werken aan de Woningmarkafspraken
voor 2015-2020.
Prestatieafspraken
De in de eerste helft van 2012 gevoerde voorbereidende gesprekken met de Woonstichting De Zes
Kernen om te komen tot nieuwe prestatieafspraken zijn in de tweede helft van 2012 verder gegaan.
Door de verscherpte nationale en internationale regelgeving voor woningcorporaties is de
totstandkoming van deze afspraken vertraagd. De samenwerking met de Woonstichting De Zes
Kernen bij tal van projecten heeft hieronder niet te leiden gehad. Echter, door maatregelen uit het
Regeerakkoord en het daaraan gerelateerde besluit van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw
(WSW) om alle geborgde leningen vanaf 2014 terug te trekken, is de (financiële) speelruimte van
de Woonstichting eind 2012 sterk beperkt. De Zes Kernen blijft bij alle lopende projecten een
actieve gesprekspartner voor de gemeente. Per project beraadt de Woonstichting zich op haar rol,
waarbij de Brede School in Zuidland de hoogste prioriteit heeft. In vervolg overleggen in 2013
tussen gemeente en Woonstichting worden de consequenties voor de verschillende projecten
verder duidelijk.
81

Wonen en Zorg
De beleidsnotitie ‘Samenwerken aan wonen met zorg en begeleiding’ is in de raad van 31 januari
2012 vastgesteld. Lopende en nieuwe initiatieven in deze sfeer worden hieraan getoetst. In
stadsregionaal verband zijn vervolg overleggen gevoerd over de gemaakte woningmarktafspraken,
waarbij de inzet was de met de regiogemeenten gemaakte woningmarktafspraken verder uit te
werken en te verbreden tot de gemeenten Rotterdam en de gemeente Schiedam. De gevoerde
discussies in het kader van de mogelijke vorming van de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag zijn
vanuit het samenwerkingsverband Voorne-Putten gevoerd, ook voor het beleidsterrein ‘wonen’.
Uitbreiding woningbestand
Binnen de gemeente Bernisse zijn, ondanks de voortdurende financiële en de daaropvolgende
economische en woningmarktcrisis, diverse (woningbouw)plannen in uitvoering dan wel in
voorbereiding.
In 2012 zijn 9 woningen opgeleverd in plandeel Noord van de Kreken van Nibbeland.
Voor het in de markt zetten van de eerste deelfase van fase 2 van de Kreken van Nibbeland is een
selectieprotocol opgesteld. Over het protocol is een vijftal marktpartijen geconsulteerd. Op basis
van de uitkomst van de consultatieronde wordt een gunningsdocument opgesteld. In het
gunningsdocument worden de ruimtelijke, financiële en overige uitgangspunten geformuleerd voor
de ontwikkeling van de eerste deelfase.
De eerste deelfase zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2013 via een meervoudige
onderhandse procedure in de markt worden gezet.
Ook zijn 4 woningen opgeleverd in het plandeel van de vrije kavels. Overigens zijn in 2012 geen
vrije kavels verkocht.
Door de Woonstichting De Zes Kernen zijn 21 woningen opgeleverd van het project
Blijdesteijn/Wielesteijn/Oliphantspad en is in 2012 gestart met de uitvoering van de 2 e fase van het
project. Het project betreft in totaal de sloop van 42 woningen en de nieuwbouw van 39 woningen
(grondgebonden eengezinswoningen en – levensloopbestendige woningen en
maisonnettewoningen).
Door de Woonstichting zijn 3 grondgebonden seniorenwoningen in de Wasastraat gesloopt. Ter
vervanging van deze woningen wenst de Woonstichting 7 seniorenappartementen te bouwen. Door
middel van een informatieavond zijn de plannen aan de omwonenden gepresenteerd. Vanuit de
omgeving bestaat verzet tegen het plan. Als gevolg van het kabinetsbeleid heeft de Woonstichting
te kennen gegeven zich te bezinnen op hun investeringsruimte voor dit project.
Voor de gronden langs de Steenhoeckweg (OVK gronden) is een verkavelingsstudie opgesteld. De
studie bevat een aantal verkavelingsvarianten. Na consultatie van de inwoners van Heenvliet zal de
verkavelingsstudie worden afgerond. De studie dient als basis voor de dan op te stellen
stedenbouwkundige randvoorwaarden. Deze randvoorwaarden gelden als toetsingskader voor de
verdere planuitwerking (voorzien in 2013).
Met de ontwikkelaar van de locatie Molenweg Oudenhoorn zijn de onderhandelingen over de af te
sluiten exploitatieovereenkomst nagenoeg afgerond. Naar verwachting zal in het eerste kwartaal
2013 overeenstemming worden bereikt over de exploitatieovereenkomst, waarna het
bestemmingsplan in procedure kan worden genomen. Het gaat hierbij om een gefaseerde realisatie
van in totaal 160 tot 220 woningen.
Besloten is over te gaan tot intrekking van de in 2008 verleende bouwvergunning voor de bouw van
50 woningen aan de Gemeenlandse Dijk Noord (locatie Van Hamburg en Bezemer) aangezien
geen aanvang is gemaakt met de bouwwerkzaamheden en de ontwikkelaar te kennen heeft
gegeven definitief te stoppen met het project als gevolg van de huidige marktomstandigheden.
82

2. Ruimtelijke ordening
Gemeentelijk kader
Visie Recreatiegebied Bernisse: “Beleef en Bereik Bernisse. De verbinding van Voorne-Putten”
Eind 2011 is aanvang gemaakt met het opstellen van de visie voor het Recreatiegebied Bernisse.
Met de gevestigde ondernemers uit het gebied hebben wij in 2012 in een aantal werksessies en via
individuele interviews achterhaald welke verbeteringsmaatregelen getroffen kunnen worden om het
gebied ook naar de toekomst toe aantrekkelijk(er) te maken. In gezamenlijkheid is gewerkt aan het
opstellen van een toekomstbeeld van het recreatiegebied waarin de ondernemers, de
grondeigenaar en beheerder en de gemeente zich kunnen vinden. In de vergadering van 11
september 2012 heeft uw raad ingestemd met het ter inzage leggen van de visie. De stukken
hebben ter inzage gelegen en de ingediende inspraakreacties zijn verwerkt in bijgaande Nota van
beantwoording van de inspraakreacties. Vaststelling van de visie staat gepland voor het eerste
kwartaal van 2013.
Bestemmingsplannen
Algemeen
Op grond van de Wet Ruimtelijke Ordening dienen alle bestemmingsplannen voor juli 2013
geactualiseerd te worden, op straffe van het niet kunnen innen van bouwleges.
In 2012 zijn werkzaamheden voortgezet van de reeds in uitvoering zijnde bestemmingsplannen
(zoals: Bedrijventerrein Zuidland, Recreatiegebied, etc.) en zijn diverse nieuwe
bestemmingsplannen voor de kernen Geervliet, Heenvliet, Zuidland, Oudenhoorn en Simonshaven
opgestart danwel verder geleid.
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Zuidland
De voorbereiding van het nieuwe bestemmingsplan voor het Bedrijventerrein Zuidland en het
beeldkwaliteitplan voor het deel Harregat loopt. Kort voor de zomer heeft de informatiebijeenkomst
plaatsgevonden, waarvoor de zittende bedrijven, via de ondernemersvereniging extra zijn
geïnformeerd. De verwerking van ingekomen reacties en zienswijzen leidt tot een geplande
aanbieding aan de raad voor vaststelling in het eerste kwartaal van 2013.
Bestemmingsplan Recreatiegebied
De voorbereidingen voor het bestemmingsplan Recreatiegebied zijn de tweede helft van 2012
gestart. Het voorontwerp bestemmingsplan ligt vanaf de derde week van 2013 ter inzage.
Vaststelling is voorzien in het derde kwartaal van 2013. Dit bestemmingsplan heeft een sterke
relatie met de in ontwikkeling genomen visie op het recreatiegebied ‘Beleef en Bereik Bernisse. De
verbinding van Voorne-Putten’. In dit bestemmingsplan gaat het overwegend om recreatieve
bestemmingen en zijn geen nieuwe bouwmogelijkheden voorzien.
Eind 2012 heeft een eerste gedachtenwisseling plaatsgevonden over de ontwikkeling van het
laatste deel van Zuydtland Buiten. In 2013 krijgt dit een vervolg.
Bestemmingsplan Farm Frites/Golfbaan
Zonder een ontwikkelaar voor de realisatie van een golfbaan aan de Molendijk in Oudenhoorn is de
grondslag voor de ontwikkeling in het reeds in procedure gebrachte voorontwerp-bestemmingsplan
komen te vervallen. De gronden waarop de golfbaan gerealiseerd zou worden, zijn echter net zoals
de gronden van het bedrijf Farm Frites niet meegenomen in het bestemmingsplan Buitengebied.
Hiervoor dient alsnog een conserverend bestemmingsplan te worden opgesteld. Het
voorontwerpbestemmingsplan wordt zodanig aangepast, dat Farm Frites wordt bestemd conform
de eerder verleende artikel 19 WRO- vrijstelling (waarbij recht wordt gedaan aan de door Farm
Frites kenbaar gemaakte uitbreidingsplannen) en de gronden waarop voorheen de golfbaan was
voorzien bestemd worden conform het huidige agrarisch gebruik. Aanbieding van het
ontwerpbestemmingsplan aan de raad is voorzien in de eerste helft van 2013.
Bestemmingsplan Kreken van Nibbeland
In het najaar van 2011 is de officiële procedure gestart van het (globale) bestemmingsplan ‘Kreken
van Nibbeland te Zuidland’. Hierbij heeft een informatiebijeenkomst voor inwoners plaatsgevonden.
83

De gemaakte opmerkingen en ingediende reacties zijn verwerkt evenals aanpassingen ten gevolge
van veranderde marktomstandigheden van het plangebied. Het ontwerpbestemmingsplan wordt
begin 2013 ter inzage gelegd. Vaststelling van het bestemmingsplannen staat gepland in juni 2013.
Voor het plangebied zijn tevens een drietal beeldkwaliteitplannen opgesteld welke in procedure zijn
gebracht en waarbij ingekomen reacties en zienswijzen zijn verwerkt. In het eerste kwartaal van
2012 zijn deze plannen door de raad vastgesteld.
Brede school Kreken van Nibbeland, Zuidland
Om te komen tot het tijdig verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen teneinde de
brede school in 2014 op te leveren en voor het schooljaar 2014-2015 in gebruik te nemen, is in
2012, vooruitlopend op de vaststelling van het bestemmingsplan ‘Kreken van Nibbeland’, een
aparte ruimtelijke procedure gevolgd. De ingekomen zienswijzen zijn inhoudelijk weerlegd en de
omgevingsvergunning is verleend. Tegen het besluit is geen beroep ingesteld en is derhalve vanaf
eind december 2012 onherroepelijk. Start bouw is voorzien op 1 maart 2013.
Bestemmingsplan Molenweg Oudenhoorn
Nadat met Bouwfonds overeenstemming is bereikt over de exploitatieovereenkomst, zal het
bestemmingsplan en het beeldkwaliteitplan voor het project Molenweg Oudenhoorn worden
afgerond en in het eerste kwartaal van 2013 in procedure worden gebracht.
Bestemmingsplan Geervliet
Het bestemmingsplan Geervliet is in december 2012 door de raad vastgesteld en hiermee is voor
de kern van Geervliet voldaan aan de actualisatieplicht. De beroepstermijn van het vastgestelde
bestemmingsplan loopt door tot begin 2013.
Bestemmingsplan Heenvliet
In 2012 is het gestart met de actualisatie van het bestemmingsplan voor de kern van Heenvliet.
Ook voor dit bestemmingsplan geldt dat de informatiebijeenkomst voor inwoners heeft
plaatsgevonden en dat gewerkt is aan de verwerking van de ingekomen reacties en zienswijzen.
Vaststelling van het nieuwe geactualiseerde bestemmingsplan Heenvliet is voorzien in de eerste
maanden van 2013.
Bestemmingsplannen Oudenhoorn/Zuidland/Simonshaven
In het voorjaar van 2012 is opdracht verstrekt voor het opstellen van nieuwe bestemmingsplannen
voor de kernen Oudenhoorn, Zuidland en Simonshaven. Voor alle drie kernen hebben er
informatiebijeenkomsten voor inwoners plaatsgevonden. De gemaakte opmerkingen en ingediende
reacties zijn in het najaar verwerkt. Het ontwerpbestemmingsplan Zuidland heeft eind 2012 ter
inzage gelegen. De bestemmingsplannen voor Oudenhoorn en Simonshaven worden begin 2013
ter inzage gelegd. Begin 2013 worden de procedures van alle drie bestemmingsplannen
voortgezet. Vaststelling van alle drie bestemmingsplannen staat gepland in maart/april 2013.
Overige ruimtelijke procedures in 2012
In 2012 zijn de procedures afgerond, voortgezet dan wel opgestart voor bouwinitiatieven waaraan
de gemeente, ondanks de strijdigheid met de respectievelijke bestemmingsplannen, medewerking
wil verlenen. In 2012 is gewerkt aan de volgende initiatieven:
- Capelleweg (bouw van 2 woningen in het kader van de provinciale regeling Ruimte-voorruimte’;
- Toldam (bouw schuur ter vervanging van bestaande schuren);
- Ramshilseweg (realisatie natuurkampeerterrein en sloop en herbouw van een woning);
- Kerkweg (vestigen sportschool in een deel van een bestaand bedrijfspand);
- Kerkweg (sloop bijgebouwen en realisatie 2 woningen);
- Hollandseweg (2 x realisatie woon-zorgcomplex);
- Haasdijk (realisatie woon-zorgcomplex);
- Raadsheerenhoek (realisatie hoveniersbedrijf);
- Kerkweg (planschade-procedure);
- Slandse Hoeve, Nieuwe Veerdam (verzoek wijziging bestemming);
- Zeedijk (sloop voormalige agrarische bedrijfsbebouwing en bouw woning in het kader van
de Ruimte-voor-ruimte regeling).
84

Bovengemeentelijk kader
Intergemeentelijke Gebiedsvisie
In het kader van het samenwerkingsverband met de andere gemeenten op Voorne-Putten
(Stuurgroep Voorne-Putten) is in 2012 verder gewerkt aan het opstellen van de Gebiedsvisie voor
Voorne-Putten. Direct na de zomer heeft de bestuurlijke behandeling in de diverse raden
plaatsgevonden. In de raadsvergadering van 9 oktober 2012 is de visie “Voorne-Putten
(her)ontdekt!” vastgesteld. In dezelfde periode hebben de andere gemeenten op Voorne-Putten het
beleidsstuk vastgesteld. Uitwerking van de opgaven uit de visie, het 10-puntenplan, krijgt in 2013
een vervolg.
Gebiedsprofiel Voorne-Putten
Om te sturen op kwaliteit in de ruimtelijke ordening hanteert de provincie Zuid-Holland de
kwaliteitskaart in de provinciale structuurvisie. Als uitwerking van de kwaliteitskaart stelt de
provincie voor 17 gebieden een gebiedsprofiel ruimtelijke kwaliteit op. Het gebiedsprofiel omvat een
beschrijving van karakteristieken, ontwikkelingen, kwaliteiten en ambities in het gebied. Het is een
product van de provincie maar is in een aantal werksessies in gezamenlijkheid met de gemeenten
en andere organisaties opgesteld. De werksessies hebben in 2012 plaatsgevonden, tevens is in
gezamenlijkheid met de andere gemeenten op Voorne-Putten ambtelijk gereageerd op de conceptstukken.
Bestuurlijke vaststelling vindt naar verwachting in de eerste helft van 2013 plaats. Ook
wordt dan gekeken of er nog in gezamenlijkheid gereageerd wordt op het stuk.
Krekenplan
In de eerste maanden van 2012 is, ook vanuit het samenwerkingsverband Stuurgroep Voorne-
Putten, overleg gevoerd met de Stadsregio over de realisatie van het Krekenplan. Vanwege het feit
dat er minder budget beschikbaar is vanwege provinciale bezuinigingen, zijn prioriteiten gesteld
binnen het oorspronkelijke plan ‘Kreken Kweken’. Prioriteit is gegeven aan een aantal kreken, ook
op het grondgebied van de gemeente Bernisse. Aan de hand van de geprioriteerde deelprojecten is
een plan van aanpak opgesteld.
Medio 2012 hebben de vijf gemeenten op Voorne-Putten en het waterschap Hollandse Delta de
gezamenlijke subsidieaanvraag “Kreken Kweken” ingediend bij de Stadsregio Rotterdam. Verzocht
werd om een bijdrage uit de investeringsreserve stadsregio Rotterdam 2011 om ecologische zones
en recreatieve routes langs kreken op Voorne-Putten te realiseren. Met de bij de stadsregio
ingediende aanvraag wordt een substantieel deel (41%) gedekt van het totale benodigde budget
van € 2.129.653,- voor het project Kreken Kweken. In de planopzet is daarnaast uitgegaan van een
bijdrage van het Waterschap van € 331.968,- en een bijdrage van de provincie Zuid Holland van €
1.070.281,-. Het subsidieverzoek aan de provincie Zuid Holland wordt begin 2013 ingediend. Eind
oktober 2012 heeft het dagelijks bestuur van de stadsregio de gevraagde bijdrage toegekend, met
als voorwaarde onder meer dat de provincie Zuid Holland vóór 1 juni 2013 haar bijdrage definitief
heeft toegezegd.
Structuurvisie Buisleidingen
Het Ministerie van Infrastructuur & Milieu heeft de Structuurvisie Buisleidingen vastgesteld. In de
Structuurvisie is een reservering gemaakt op het grondgebied van Bernisse/Spijkenisse ten
behoeve van een extra leidingenstrook ter ontsluiting van het Botlekgebied. Hiermee is
tegemoetgekomen aan de reactie van het Havenbedrijf Rotterdam. In dat kader zijn de betrokken
gemeenten kort voor de zomer gevraagd om een (bestuurlijke) reactie. Voor de gemeente Bernisse
is vooral van belang dat de voorgenomen aanpassing van de Structuurvisie een bredere
grondreservering van een strook grond in de in onderzoek zijnde regionale bedrijventerreinlocatie
Geervliet-Oost. In augustus 2012 hebben beide besturen gezamenlijk gereageerd waarbij is
aangegeven dat er geen principiële bezwaren bestaan tegen de nieuwe buisleidingenstrook.
Daarbij is wel als randvoorwaarde gesteld dat de uitbreidingsmogelijkheden voor het
bedrijventerrein Halfweg (Spijkenisse) behouden blijven. Begin 2013 wordt door het Ministerie van
I&M de gelegenheid geboden om op het voornemen voor de buisleidingenstrook een zienswijze in
te dienen.
Windenergie
Het project “Creëren ruimte voor windmolens” is één van de samenwerkingsprojecten uit de
Klimaatagenda stadsregio Rotterdam. Doel van het project is om het aandeel duurzame energie
dat binnen de gemeentegrenzen wordt opgewekt of geleverd door toepassing van windenergie te
85

vergroten. Hiermee levert de stadsregio een bijdrage aan de ambitie uit de nota Wervelender van
de provincie Zuid-Holland. Op 21 juni 2012 is een convenant getekend over het plaatsen van
minimaal 50 windturbines verspreid over de stadsregio. Voor de gemeenten Bernisse en
Spijkenisse is een studielocatie opgenomen aan de noordrand van het eiland, de locatie Hartel-
Oost. In de tweede helft van 2012 is aanvang gemaakt met het opstellen van een Plan van Aanpak,
in gezamenlijkheid met Spijkenisse. In 2013 vindt een nadere verkenning naar de mogelijkheden
van deze locatie plaats.
Deltanatuur, Spuimonding West
Deltanatuur is een gezamenlijk project van de rijksoverheid, lagere overheden en maatschappelijke
organisaties, waarbij de polder Beningerwaard wordt omgezet naar natuurgebied. De polder
Zuidoord blijft behouden voor agrarisch gebruik. In 2012 is aanvang gemaakt met het opstellen van
een inrichtingsschets door de provincie evenals het aanbestedingstraject. Naar verwachting wordt
het project in 2013 afgerond met de vergunningverlening en inrichting van het gebied. Op
aandringen van de gemeente wordt er binnen het plangebied een fietspad gerealiseerd. Daarmee
wordt een begin gemaakt met realisatie van de ontbrekende schakel in het rondje Voorne-Putten.
Voor het laatste gedeelte, rondom polder Zuidoord, heeft in 2012 veelvuldig overleg
plaatsgevonden zodat ook de laatste ontbrekende schakel fietspad kan worden aangelegd. De
financiering hiervan blijft de grootste bottle-neck. In 2013 worden hopelijk weer stappen in de goede
richting gezet.
Samenwerking Voorne-Putten
Op de beleidsterreinen Wonen en Ruimtelijke Ordening is de samenwerking in het kader van de
Stuurgroep Voorne-Putten voortgezet. Namens de gezamenlijke gemeenten is in 2012 op diverse
bovenlokale beleidsstukken een reactie ingediend. Daarnaast heeft op verschillende
beleidsinhoudelijke onderwerpen informatie-uitwisseling plaatsgevonden en heeft ambtelijke en
bestuurlijke afstemming plaatsgevonden (Gebiedsvisie, windenergie, woningmarktafspraken,
Krekenplan, Structuurvisie Buisleidingen; zie ook elders in dit programma).
3. Grondexploitatie
Meerjaren Programma Grondbedrijfsfunctie (MPG)
Zie onder Actiepunten collegeprogramma
Grondexploitatie Kreken van Nibbeland
Op 7 juni 2012 heeft de gemeenteraad de jaarlijkse actualisatie van de grondexploitatie Kreken van
Nibbeland (plandelen Noord en Zuid) vastgesteld.
Schadeloosstelling in verband met de ontwikkeling wijk Kreken van Nibbeland
In verband met de beoogde ontwikkeling van de woonwijk Kreken van Nibbeland is met een aan
het plangebied gelegen agrariër overleg gevoerd over een uit te keren schadeloosstelling. De uit te
keren schadeloosstelling zal worden verwerkt in de grondexploitatie Kreken van Nibbeland.
Rotonde
Ten behoeve van een verkeersveilige ontsluiting van de wijk Kreken van Nibbeland is de aanleg
van een rotonde voorzien op de Stationsweg. Gelet op het ontwikkeltempo van de wijk en de
noodzaak van kostenbeheersing zal vooralsnog niet worden overgegaan tot aanleg van de rotonde.
Budgetbewaking
Gedurende 2012 is het budgetbewakingssysteem voor de projecten in de Task Force woningbouw
sterk geoptimaliseerd. Bij het opstellen van de grondexploitatie voor de Kreken van Nibbeland en
het nieuwe MPG wordt het nieuwe systeem actief ingezet.
86

3.1.14.3 Wat heeft het gekost?
Toelichting
Algemeen
Hieronder worden de verschillen verklaard tussen jaarrekening en eindejaarsnota met een
ondergrens van € 10.000,-. Deze verklaringen kunnen op een lager niveau liggen dan programma
en/of product en tellen dus niet per definitie op tot de verschillen in de tabel hierboven.
87

Activiteiten
Het voordelig verschil bij dit onderdeel bedraagt per saldo € 62.000. Dit wordt voornamelijk
veroorzaakt doordat er € 5.000 minder is uitgegeven voor het bestemmingsplan Heenvliet;€ 4.000
voor het bestemmingsplan bedrijventerrein Zuidland;€ 5.000 voor het bestemmingsplan Geervliet;€
10.000 voor het bestemmingsplan Oudenhoorn;€ 5.000 voor het bestemmingsplan Simonshaven
en € 7.000 voor het bestemmingsplan van Hamburgterrein; minder kosten inhuur personeel €
8.000; geen kapitaallasten voor het bestemmingsplan recreatiegebied zijn geboekt € 13.000; er
geen uitgaven zijn gedaan voor het bestemmingsplan van Hamburgterrein € 7.000.
Restant van dit programma
Het nadelig verschil van per saldo € 608.000 bij dit onderdeel wordt voornamelijk veroorzaakt door:
Hogere kapitaallasten € 16.000 bij het onderdeel woningbouw algemeen; € 204.000 verlies
verrekening grondexploitaties Bernisseweg € 155.000 verlies complex Wielestijn, Blijdesteijn,
Oliphantenpad € 29.000 en verlies complex Troostterrein € 21.000 en verlies Tuinen van
Abbenbroek € 1.143.000. en bij de inkomsten wordt dit mede bepaald doordat er voor het
bestemmingsplan kreken van Nibbeland Noord een voorlopige winstuitname is gedaan van
€ 750.000.
Mutaties reserves
Het voordelige verschil bij dit onderdeel van per saldo € 217.000 wordt voornamelijk veroorzaakt
doordat; er een bedrag van € 78.000 is toegevoegd aan de reserve grondexploitatie t.b.v. Geervliet
Oost € 20.000, Gemeenlandsedijk € 3.000, Beverwijkstraat € 14.000 en Harregat 1€ 41.000.
Aan de inkomstenkant is er sprake van een hogere onttrekking aan de reserve grondexploitatie van
per saldo € 295.000 a.g.v. een lagere onttrekking t.b.v. bestemmingsplannen algemeen van €
40.000; er een onttrekking is gedaan t.b.v. Geervliet oost € 20.000 en er voor een bedrag van €
262.000 meer is onttrokken t.b.v. diverse overige complexen, zie de toelichting hiervoor.
3.1.14.4 Samenwerkingspartners
Voor dit programma is er sprake van de volgende verbonden partij:
• Stadsregio
De verdere informatie daarover staat in de paragraaf verbonden partijen.
88

3.1.15 Algemene dekkingsmiddelen c.a.
Portefeuillehouder(s)
S. van der Weg
Beschrijving In dit programma worden de inkomsten en uitgaven van de gemeente die
niet direct aan een programma zijn toe te rekenen verantwoord. De
belangrijkste die hier in dit verband genoemd kunnen worden zijn de
algemene uitkering uit het gemeentefonds en de onroerende
zaakbelasting. Deze middelen kennen geen voorafgaand bestedingsdoel.
Kaders
Ambitie
Financiële verhoudingswet, Gemeentewet, Gemeentelijke
belastingverordeningen.
De ambitie is om met de algemene dekkingsmiddelen te komen tot een
meerjarig sluitende begroting.
3.1.15.1 Activiteiten & kern-indicatoren
Activiteit Invoering forensenbelasting Thema Algemene dekkingsmiddelen
Bron Dekkingsplan begroting 2011 – 2014
Waarom
Hoe
Verkrijgen van extra inkomsten
Heffing en invordering via het Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie
Heffing en Waardebepaling.
Wanneer Met ingang van 2012 Huidige waarde Streefwaarde
Indicator € - € 26.000
3.1.15.2 Wat hebben wij gedaan
Lokale lasten
Bernisse stond in de Atlas van de lokale lasten op plaats nummer 360van de 444 gemeenten in
Nederland (nummer 1 heeft de laagste woonlasten).
Forensenbelasting
In 2012 is voor de eerst keer de aanslag forensenbelasting opgelegd.
Toeristenbelasting.
De aangifte biljetten van de toeristenbelasting 2012 zijn in het eerste kwartaal van 2013 verstuurd.
De verwachting is dat de aanslagen 2012 in juni 2013 kunnen worden opgelegd. Voor de opbrengst
2012 is slechts een voorzichtige opbrengst meegenomen van € 8.000, --. Er was begroot
€ 16.000,00. De opbrengst van de toeristenbelasting is in 2012 voor het eerst begroot.
Algemene uitkering
Voor het gemeentefonds wordt een aantal belangrijke ontwikkelingen voorzien die in meer of
mindere mate financiële gevolgen hebben. In de eerste plaats is dat een mindere toename van het
aantal woningen en aantal inwoners waardoor de uitkering lager uitkomt. In de tweede plaats zijn
dat de gevolgen van het Bestuursakkoord. Eén van de belangrijkste doelen van het sluiten van het
Bestuursakkoord is overeenstemming bereiken tussen Rijk en decentrale overheden over de in het
regeerakkoord aangekondigde decentralisaties in combinatie met bezuinigingen op dezelfde
onderwerpen. Deze decentralisaties hebben grote bestuurlijke, financiële en organisatorische
gevolgen voor de decentrale overheden. Voor de gemeenten zijn de belangrijkste onderwerpen in
het Bestuursakkoord de decentralisaties met betrekking tot jeugdzorg, begeleiding AWBZ en Wet
89

Werken naar Vermogen. De eerste consequenties van deze decentralisaties worden in 2013
voorzien.
3.1.15.3 Wat heeft het gekost?
Toelichting
Algemeen
Hieronder worden de verschillen verklaard tussen jaarrekening en eindejaarsnota met een
ondergrens van € 10.000,-- op basis van de verschillentabel in de aanbiedingsbrief. Deze
verklaringen kunnen op een lager detailniveau liggen dan programma en/of product, en tellen dus
niet per definitie op tot de verschillen in de tabel hierboven.
Activiteiten
Het per saldo nadelige verschil van € 7.000 wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere
opbrengsten forensenbelasting van € 8.000.
90

Restant van dit programma
Het per saldo voordelige saldo van € 550.000 wordt voornamelijk veroorzaakt doordat:
Het saldo kostenplaatsen € 15.000 lager was dan begroot a.g.v. de diverse afrondingen op de
kostenplaatsen; er geen uitgaven zijn gedaan op de stelpost woninguitbreiding structureel € 28.000
omdat de opbrengst bouwleges per saldo hoger is dan begroot en er derhalve geen egalisatie
nodig is; Het bedrag van € 215.000 aan uren toerekening projecten heeft plaatsgevonden op de
diverse projecten en niet op de algemene baten en lasten en het begrote bedrag aan toevoeging
aan de reserve ICT achterwege is gebleven € 91.000.
Het voordelige bedrag bij de inkomsten is het gevolg van: een voordeliger renteresultaat van €
11.000; een hoger dividend van € 96.000; per saldo € 18.000 lagere opbrengsten OZB; hogere
algemene uitkering gemeentefonds van afgerond € 21.000; het begrote saldo kostenplaatsen niet is
uitgegeven € 91.000; er een bedrag van € 116.000 is vrijgevallen op de voorziening dubieuze
debiteuren; en er een bedrag van € 198.000 minder hoeft te worden terugbetaald aan het Rijk
inzake de wet inburgering.
Mutaties reserves
Het nadelige verschil op dit onderdeel is per saldo € 430.000. Dit is het gevolg van het feit dat het
voorziene verlies bij de eindejaarswijziging van € 332.000 niet is gerealiseerd en er derhalve geen
onttrekking aan de reserve heeft plaatsgevonden; en er een lager bedrag is onttrokken dan begroot
aan de reserve personeelskosten van € 83.000 en aan de reserve ICT van € 15.000.
3.1.15.4 Verbonden partijen: ontwikkelingen en activiteiten
Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling (SVHW)
Het SVHW verzorgt voor Bernisse de volgende werkzaamheden:
- heffing en invordering van de reinigingsrechten, afvalstoffenheffingen, rioolheffing,
hondenbelasting, forensenbelasting, toeristenbelasting en onroerende zaakbelasting
- uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken
- administratie van vastgoedgegevens en verstrekken van gegevens daarover
- beheer van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en de WKPB
3.1.15.5 Collegeprogramma
Activiteit
Planning
69 Shared Service Center ICT 2012-2013
83 Afstemming procedures AVD – P & C-cyclus 2012 e.v.
63 Shared Service Center ICT ( Syntrophos)
In 2012 is ongelofelijk veel werk verzet door alle betrokken gemeenten, om het SSC vorm en
inhoud te geven. Met name de gemeente Spijkenisse heeft hier zeer veel energie in gestoken.
De raad heeft ons college inmiddels toestemming verleend om de gemeenschappelijke regeling
hieromtrent aan te gaan, hiertoe zal op 12 februari 2013 besloten worden. De officiële
ingangsdatum voor het SSC is vastgesteld op 1 maart 2013, maar zal 21 februari 2013 al in
werking treden.
91

3.2 Paragrafen
3.2.1 Lokale heffingen
3.2.2 Weerstandsvermogen
3.2.3 Onderhoud kapitaalgoederen
3.2.4 Financiering
3.2.5 Bedrijfsvoering
3.2.6 Verbonden Partijen
3.2.7 Grondbeleid
92

3.2.1 Lokale heffingen
3.2.1.1.Inleiding
Met deze paragraaf geven wij inzicht in de lokale lastendruk. Van de belangrijkste heffingen is het
tarief, de opbrengst, het stijgingspercentage en indien van toepassing het dekkings-percentage
weergegeven. Aan de hand van de Atlas lokale lasten 2011, uitgegeven door het Centrum van
Onderzoek naar de Economie van de Lokale Overheden (COELO), wordt inzicht gegeven in de
lastendruk in de gemeente Bernisse ten opzichte van de overige gemeenten (inclusief
deelgemeenten) in Nederland en ten opzichte van de vijf andere gemeenten op Voorne-Putten
Rozenburg.
Voor 2012 golden de volgende stijgingspercentages voor heffingen en belastingen:
· Rioolheffing meerpersoonshuishoudens: 2,70 %
· Rioolheffing eenpersoonshuishoudens: 9,70 %
· Reinigingsrechten / afvalstoffenheffing: -/- 1,50 %
· Hondenbelasting: 2,60 %
· OZB: 2,60 %
Het hoge stijgingspercentage voor de rioolheffing eenpersoonshuishoudens is het gevolg van het in
2007 genomen besluit om tariefdifferentiatie tussen meerpersoons- en eenpersoons- huishouden
beter af te stemmen op het verschil in kosten tussen beide soorten aansluitingen.
3.2.1.2. Vergelijking
Hoe verhouden de tarieven in de gemeente Bernisse zich tot het landelijk gemiddelde? De
onderstaande gegevens zijn ontleend aan de atlas van de lokale lasten van het Centrum voor
Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden 2012.
Tabel 2.1 Vergelijking met andere gemeenten (in €)
Belastingsoort Bernisse Gemiddeld Hoogste Laagste
Rioolheffing ¹: meerpersoons 261 177 370 45
Afvalstoffenheffing¹; meerpersoons 242 267 413 24
OZB² woningen 277 239 706 114
Woonlast meerpersoons³ 780 660 1165 480
gemiddelde ozb waarde € 225.000,00
¹ De gemeenten die géén reinigingsrecht/rioolheffing heffen zijn buiten beschouwing gelaten
² Gebaseerd op de gemiddelde woningwaarde per gemeente
³ Voor de berekening van de woonlasten worden de tarieven voor rioolheffing, afvalstoffenheffing
en O.Z.B. per gemeente bij elkaar geteld.
De gemeente Bernisse neemt van de 432 gemeenten de 359e (2011: 360 van 444 gemeenten)
plaats in als het gaat om de hoogte van de lokale woonlasten. Daarbij heeft nummer 1 de laagste
en nummer 432 de hoogste woonlasten.
De vergelijking kan ook worden beperkt tot de vijf andere gemeenten op Voorne-Putten Rozenburg:
93

Tabel 2.2 Vergelijking met andere VPR gemeenten (in €)
Gemeente Een Meer
Persoons Persoons
Bernisse 649 780
Brielle 604 604
Hellevoetsluis 531 531
Rozenburg 603 603
Spijkenisse 632 632
Westvoorne 773 869
3.2.1.3. Beleid ten aanzien van de lokale heffingen
Algemeen uitgangspunt ten aanzien van de lokale heffingen is dat de tarieven in ieder geval
jaarlijks worden aangepast aan het inflatie percentage. De toeristenbelasting en de
forensenbelasting zijn in 2012 voor het eerst opgelegd.
Anders dan de belastingen vormen de rechten geen algemeen dekkingsmiddel. Rechten staan in
directe relatie tot een bepaalde prestatie die de gemeente levert. Voor rioolheffing en
afvalstoffenheffing/reinigingsrecht wordt uitgegaan van 100% kostendekking.
De onroerende-zaakbelasting, rioolheffing, afvalstoffenheffing en hondenbelasting worden via een
gecombineerde aanslag opgelegd. Als gebruik wordt gemaakt van een automatisch incasso kan
deze aanslag door particulieren in maandelijkse termijnen worden voldaan.
Voor de in deze paragraaf genoemde heffingen worden jaarlijks uiterlijk in de maand december de
tarieven, grondslagen en overige bepalingen in de navolgende verordening vastgelegd:
• Verordening onroerende-zaakbelastingen Bernisse;
• Verordening hondenbelasting Bernisse;
• Verordening rioolheffing Bernisse;
• Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Bernisse;
• Verordening lijkbezorgingrechten Bernisse;
• Verordening forensenbelasting;
• Verordening toeristenbelasting;
• Legesverordening
3.2.1.4. Invordering
Het Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling (SVHW) verzorgt voor
een groot aantal gemeenten en een Waterschap de heffing, invordering van belastingen en
retributies en de waardebepaling van de onroerende-zaakbelasting waardoor een doelmatige
uitvoering en kostenbesparing mogelijk is.
3.2.1.5. Overzicht belastingen
De gemeente Bernisse heft vier soorten belastingen, de onroerende-zaakbelasting,
hondenbelasting, toeristenbelasting en forensenbelasting. Kenmerk van de eerste twee belastingen
is dat deze dienen als algemeen dekkingsmiddel voor gemeentelijke uitgaven en kunnen naar
eigen inzicht worden besteed.
Onroerendezaakbelasting
Onder de naam onroerende-zaakbelasting wordt belasting geheven van alle eigenaren van
woningen, eigenaren/gebruikers van niet woningen, bedrijfspanden, overige gebouwen en
bouwgrond. De belasting wordt geheven over de waarde van de onroerende zaak op een bepaalde
peildatum. Het tarief bedraagt een percentage van de waarde. Ons beleid is dat eventuele
waardedalingen van het onroerend goed gecompenseerd wordt door een overeenkomstige
tariefstijging andersom leidt een waardestijging tot een daling van het tarief.
94

Tabel 2.3 Overzicht onroerende-zaak belastingen (€)
OZB werkelijk werkelijk begroot werkelijk
2010 2011 2012 * 2012
Opbrengsten
Eigenaar woning 1.378.200 1.427.200 1.474.500 1.461.800
Eigenaar niet woning 307.100 374.000 386.000 388.900
Gebruiker niet woning 157.800 243.000 269.000 260.500
Totaal 1.843.100 2.044.200 2.129.500 2.111.200
Tarieven:
Eigenaar woning 0,0986% 0,1045% 0,1088% 0,1088%
Eigenaar niet woning 0,1733% 0,1890% 0,1999% 0,1999%
Gebruiker woning 0,1417% 0,1502% 0,1589% 0,1589%
WOZ waarden (*€ 1.000)
Woningen 1.333.000 1.355.000 1.347.000 1.347.000
Niet woningen 168.000 180.000 141.000 141.000
* na wijziging via de zomernota
Hondenbelasting
Onder de naam hondenbelasting wordt belasting geheven aan iedere houder van een hond.
Grondslag voor de tariefberekening is het aantal in bezit zijnde honden en het gedeelte van het
kalenderjaar dat er sprake is geweest van dit bezit.
Tabel 2.4 Overzicht hondenbelasting (€)
Hondenbelasting werkelijk werkelijk begroot werkelijk
2010 2011 2012 2012
Opbrengsten 103.600 108.500 109.000 117.700
Tarieven:
1e hond 92,53 94,15 96,60 96,60
3.2.1.6 Overzicht rechten
Anders dan belastingen vormen de rechten geen algemeen dekkingsmiddel. Rechten staan in een
directe relatie tot een bepaalde prestatie welke de gemeente levert.
Rioolheffing
Onder de naam “rioolheffing” wordt een recht geheven van de gebruiker van een onroerende zaak
van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Hierbij wordt
een onderscheid gemaakt tussen een meer- en eenpersoonshuishouden. De basis voor de
tariefberekening zijn het Gemeentelijk Rioleringsplan 2007-2011 en het Gemeentelijk Afkoppelplan
2008-2011. Deze plannen geven inzicht in de benodigde kosten voor verwachte werkzaamheden
aan de riolering in meerjarig perspectief. De kosten van het afkoppelen van de hemelwatervoorzieningen
van het riool zijn hierin opgenomen.
Door de invoering van de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken heeft de
gemeente de zorg gekregen voor het afvloeien van hemelwater en het grondwater. Deze bredere
verantwoordelijkheid dienst verankerd te worden in een verbrede Gemeentelijk Riolerings Plan. Dit
plan is in oktober 2012 vastgesteld.
95

Het tarief is gebaseerd op vaste- en variabele kosten. De vaste kosten worden verdeeld over alle
aansluitingen. Bij de variabele kosten wordt onderscheid gemaakt tussen een meer- en
eenpersoonshuishouden. Het uitgangspunt is dat het tarief 100% kostendekkend is.
Tabel 2.5 Overzicht rioolheffing (€)
Rioolheffing werkelijk werkelijk begroot werkelijk
2010 2011 2012 2012
Opbrengsten 1.177.900 1.297.500 1.357.500 1.355.500
Tarieven:
Eenpersoons 147,52 161,43 177,05 177,05
Meerpersoons 257,05 260,66 267,76 267,76
Dekkingspercentage 100 100 100 100
* na wijziging via de zomernota
Afvalstoffenheffing en Reinigingsrechten
Er geldt een afvalstoffenheffing voor de percelen waar huishoudelijk afval kan worden aangeboden.
Alle andere gebruikers betalen reinigingsrechten. Uit de opbrengst worden onder meer de kosten
van inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval voldaan.
Het uitgangspunt is dat het tarief 100% kostendekkend is.
Tabel 2.6 Overzicht afvalstoffenheffing en reinigingsrecht(€)
Afvalstoffenheffing/ werkelijk werkelijk begroot werkelijk
Reiningingsrechten 2010 2011 2012 2012
Opbrengsten 1.214.000 1.297.500 1.217.000 1.217.900 *2
Tarieven:
Eenpersoons 212,56 201,93 198,90 198,90
Meerpersoons 255,15 242,39 238,75 238,75
Dekkingspercentage 100 100 100 100
* na wijziging via de zomernota
*2) Inclusief verrekeningen over voorgaande jaren.
3.2.1.7 Onbenutte belastingcapaciteit
In het kader van het financieel toezicht op de gemeenten vindt een normberekening plaats van de
belastingcapaciteit. Deze berekening is gebaseerd op de omvang belangrijkste lokale heffingen:
- Onroerende-zaak belasting: maximum tarief/stijgingspercentage= 4.3%(=macronorm)
- Afvalstoffenheffing : 100% kosten dekkend
- Rioolheffing : 100% kosten dekkend
Uit bovenstaande berekening volgt dat er in 2012ruim € 23.300,00 aan onbenutte belastingcapaciteit
aanwezig is, namelijk het verschil tussen de marcronorm tariefstijging ozb van 3.75% en
de toegepaste stijging van 2,60 %. Voor de beide andere genoemde rechten geldt al een
dekkingspercentage van 100%.
3.2.1.8 Beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid
Aan een belastingplichtige die niet of over weinig financiële middelen beschikt om de
belastingaanslag te voldoen kan onder bepaalde voorwaarden kwijtschelding worden verleend.
Het kwijtscheldingspercentage dat in Bernisse wordt gehanteerd bedraagt 100%. Dit betekent dat
alle belastingplichtigen die een inkomen hebben dat 100% van het minimuminkomen (volgens
Bijstandnorm) of lager bedraagt, in aanmerking komen voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding.
Als leidraad geldt de voor uw situatie van toepassing zijnde bijstandsnorm.
Deze norm wordt bepaald door de rijksoverheid.
96

Kwijtschelding kan alleen worden verleend indien het een aanslag betreft voor: onroerendezaakbelastingen,
rioolheffing, afvalstoffenheffing en de hondenbelasting (1 e hond). De overige
heffingen zijn uitgesloten voor kwijtschelding.
Tabel 2.7 Overzicht kwijtscheldingen(€)
Kwijtschelding werkelijk werkelijk begroot werkelijk
2010 (*) 2011 2012 2012
Kwijtschelding 2.011 46.450 60.000 60.500
* incl. verrekeningen voorgaande jaren
Publiekzaken
Voor de rijbewijzen en de reisdocumenten worden de maximumtarieven berekend zoals die door
het Rijk worden bepaald. Bij de reisdocumenten is het tarief niet kostendekkend.
Tabel 2.8 Overzicht leges publiekzaken(€)
Publiekzaken algemeen werkelijk werkelijk begroot werkelijk
2010 2011 2012(1) 2012
Opbrengsten
Reisdocumenten 121.400 121.400 127.000 126.100
Rijbewijzen 62.300 62.300 38.000 41.600
Burgerlijke Stand 36.100 36.100 33.200 28.900
Overige 28.500 28.500 27.200 29.200
Tarieven:
Paspoorten 50,90 52,10 53,45 52,10
Identiteitskaart 42,85 43,85 45,00 43,85
Rijbewijs 40,00 40,00 41,00 40,00
Huwelijk Abbenbroek 250,00 250,00 256,50 250,00
Huwelijk Geervliet 475,00 475,00 475,00 475,00
Uittreksel basisadministratie1) 7,00 11,00 11,30 11,00
Stijging % tarieven
Paspoort 2,62 2,35 2,60 2,35
Identiteitskaart 2,76 2,35 2,60 2,35
Rijbewijzen 2,80 0,00 2,60 0,00
Huwelijk Abbenbroek 14,90 0,00 0,00 0,00
Huwelijk Geervliet 3,83 3,83 2,60 3,83
Uittreksel basisadmininstratie 0,00 57,10 2,60 57,10
Dekkingspercentage
Reisdocumenten 68,90 67,80 77,40 91,90
Rijbewijzen 110,60 99,00 59,90 85,95
Burgerlijkstand 34,20 27,60 47,00 38,00 1
)Het tarief voor een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie bedraagt € 7, 00 wanneer dit
een digitale aanvraag is.
97

Tabel 2.9 Overzicht leges publiekzaken(€)
Publiekzaken Begraafrechten werkelijk werkelijk begroot werkelijk
2010 2011 2012 2012
Opbrengsten
Begraafrechten 45.000 50.700 53.400 51.500
Afkoop onderhoud/Aankoop graf 100.000 88.400 183.000 113.300
Tarieven:
Begraven > 12 jaar 938 955 980 980
Rechten eigen graf 1.688 1.718 1.762 1.762
Afkoop onderhoud 1.559 1.587 1.628 1.628
Dekkingspercentage 71,6 75,0 81,8 60,1
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de tarieven op het gebied van begraven niet kostprijsdekkend is.
Leges bouwvergunningen
Vooraf is moeilijk te schatten, hoeveel de opbrengsten in enig jaar zullen bedragen doordat de
omvang van de bouwprojecten van jaar tot jaar sterk fluctueert.
De bouwleges worden nu berekend door middel van 2,4 % van de bouwsom met een minimum van
€ 179,50.
Tabel 2.10 Overzicht leges bouwvergunningen(€)
Leges bouwvergunningen werkelijk werkelijk begroot werkelijk
2010 2011 2012(*) 2012
Opbrengsten 174.700 343.700 217.500 294.000
Tarieven:
Bouwsom € 60.000 2,40% 2,40% 2,40% 2,40%
Bouwsom € 150.000 2,40% 2,40% 2,40% 2,40%
Dekkingspercentage 37,8 93,8 83,3 94,1
* na wijziging via de zomernota
3.2.1.9 Verbod op kruissubsidiëring
Uitgangspunt is dat een geraamde heffing op een product niet hoger is dan 100% van de kosten. Er
mag dus niet meer leges worden geheven dan aan kosten wordt gemaakt. Op dit moment is het zo
dat voor deze vergelijking alle kosten van alle leges in totaal mogen worden bezien. In het kader
van de implementatie van de Dienstenrichtlijn per 28 december 2009 is het bovenstaande principe
niet langer toegestaan voor leges die worden geheven voor activiteiten die vallen onder de
Dienstenrichtlijn. Dit verbod wordt kruissubsidiëring genoemd. Het verbod op kruissubsidiëring is
niet van toepassing. Vooral omdat het bij deze regelgeving maar om een beperkt aantal leges gaat.
98

3.2.2 Weerstandsvermogen
3.2.2.1 Inleiding
Met het realiseren van de doelstellingen van de gemeente zijn risico’s verbonden. Hiertegen zijn
diverse beheersmaatregelen te treffen zoals o.a. verzekering, maatregelen ter voor-koming,
afstoten van taken en/of reservering van middelen. Voor dit laatste dient volgens het Besluit
Begroting en Verantwoording in de paragraaf weerstandsvermogen het volgende te worden
weergegeven:
een inventarisatie van de risico’s;
een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
het beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico's.
Door middel van het systematisch beheersen van risico’s en de gevolgen wanneer deze zich
openbaren worden de negatieve financiële gevolgen voor de gemeente beperkt. Door (pro) actief
met (mogelijke) risico’s om te gaan is de organisatie in staat hier de meest effectieve en efficiënte
maatregel (en) voor te treffen.
3.2.2.2 Inventarisatie risico’s
De risico’s die het behalen van de programmadoelstellingen bedreigen worden in onderstaande
tabel kort samengevat. Omdat niet aannemelijk is dat de genoemde risico’s zich gelijktijdig voor de
volle omvang zullen voordoen, wordt slechts een deel van het geschatte maximum schadebedrag
gereserveerd, afhankelijk van de geschatte kans op optreden van het risico.
De risico’s en de risicoreserve voor de grondexploitatie staan uitgebreid beschreven in het
Meerjarenprogramma Grondbedrijffunctie (MPG).
In de onderstaande tabel staan de risico’s zoals benoemd in de begroting 2012. In de laatste kolom
is het bedrag opgenomen dat het risico in 2012 daadwerkelijk gekost heeft. Dit bedrag zal conform
het beleid en indien nog niet op andere wijze gedekt uit de hiertoe geoormerkte reserve(s)
onttrokken worden.
Programma Risico Kans Bedrag
reserve
Bedrag
2012
Bestuur
Betaling van wachtgeld(en) als Laag 20.000 0
gevolg van wethouderswisseling.
Kosten i.v.m. voldoen aan Wet Middel 4.000 0
Veiligheid
Kwaliteitsbevordering Rampenbestrijding
Vergunningverlening en Handhaving Middel 4.800 0
handhaving Bouwfouten Middel 20.000 0
Maatschappelijke onder- GGD transitie Hoog 25.000 15.674
steuning
Ruimtelijke ordening
Niet verhaalbare heffingen (m.n.
omslagheffing)
Hoog 360.000 0
Kosten als gevolg van
Middel 10.000 0
onvoorziene saneringsprojecten
(incl.asbest)
Algemene dekkingsmiddelen Fiscale claims Middel 250.000 0
Fouten in contracten en contractvorming
Laag 100.000 0
Onjuist mandaat Laag 4.000 0
TOTAAL 812.800 15.574
99

3.2.2.3 Inventarisatie weerstandscapaciteit
De omvang van de weerstandscapaciteit bestaat uit de daarvoor in aanmerking komende (delen)
van reserves (stand aan het begin van het begrotingsjaar) en de onbenutte belastingcapaciteit in
het begrotingsjaar.
In de berekening van de weerstandscapaciteit worden bepaalde bestemmingsreserves
(gedeeltelijk) betrokken. Het gaat daarbij concreet om de reserve Maatschappelijke Zaken. Dit
wordt door ons aanvaardbaar geacht omdat deze reserve weliswaar
middelen bevatten die geoormerkt zijn voor een bepaald beleidsterrein maar waarop nog geen
concrete verplichting rust. Het inzetten van een deel van deze reserves om zonodig risico’s op te
vangen heeft dus geen consequenties voor het bestaand beleid.
Vertaling van deze uitgangspunten toont de volgende weerstandscapaciteit (cijfers x € 1.000):
Reserve
Stand
1-1-2012
Beschikbaar
Weerstands
capaciteit (€)
Benut tbv
risico’s
Stand
31-12-2012
Lopende verplichtingen 1195 5% 59 0 1303
Algemene reserve vrij 683 100% 683 15 502
Risicoreserve ( alg
Dienst) 109 100% 109 0 109
Maatschapp.zaken 1446 50% 723 0 1325
Onbenutte
belastingcap. 33 100% 33 0 33
Weerstandscapaciteit: 1.700 15 3272
Weerstandscapaciteit 2012 met werkelijke begin- en eindstand reserves 2012
3.2.2.4 Het beleid over de weerstandscapaciteit en de risico's
Het weerstandsvermogen bestaat conform het BBV uit de relatie tussen:
• de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de provincie
onderscheidenlijk gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te
dekken en
• alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis
kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.
De gekwantificeerde risico´s bedroegen in de raming zo´n € 812.800. Op basis van de werkelijke
stand van de reserves per 1/1/2012 en de benutting in 2012 betekent dit een
weerstandsvermogen per einde jaar van ongeveer 2,1 (capaciteit à € 1,7 mln./ risico´s à € 0,8
mln.).
100

3.2.3 Onderhoud kapitaalgoederen
3.2.3.1 Inleiding
Kapitaalgoederen voegen waarde toe en verhogen het bezit van de gemeente Bernisse. Om deze
goederen op termijn te kunnen vervangen, worden gelden apart gezet: de zogenaamde
voorzieningen.
Kapitaalgoederen hebben een lange levensduur en hebben regelmatig onderhoud nodig. Het
Besluit Begroting en Verantwoording noemt gebouwen, wegen, water, groen en riolering als
belangrijke kapitaalgoederen. Deze paragraaf gaat vooral op deze zaken in. De paragraaf geeft
een dwars-doorsnede van de begroting. De onderhoudsuitgaven komen in verschillende
programma’s van de begroting voor. Deze uitgaven vormen een substantieel deel van het totale
begrotingsbudget.
Voor de instandhouding van kapitaalgoederen worden beheerplannen opgesteld. Deze
beheerplannen geven inzicht in het meerjarig onderhoud, gebaseerd op het vastgestelde
kwaliteitsniveau en op het daarvoor benodigde budget.
Beleidskaders
Een kapitaalgoed kan op verschillende kwaliteitsniveaus worden beheerd. De gemeente stelt ten
behoeve van het beheer van de kapitaalgoederen het kwaliteitsniveau vast. Dit beleidskader wordt
vervolgens door het college van B&W en de ambtelijke organisatie toegepast op het beheer van de
kapitaalgoederen.
Het beleid over het onderhoud van de kapitaalgoederen van Bernisse is in diverse kader- en
beleidsnota´s verwoord. In het onderstaande schema worden de beleidsplannen weergegeven.
Kapitaalgoederen Beleidsplannen etc. Plan horizon
Wegen Beheerstrategie wegen Vastgesteld in 2003
Beheerplan wegen 2007-2011
Riolering Basisrioleringsplan 2012-2022
verbreed Gemeentelijk rioleringsplan 2013-2017
Gemeentelijk afkoppelplan 2007-2013
Beheerplan rioleringen
Jaarprogramma
Water Gemeentelijk Waterplan 2011-2015
Groen Groenstructuurplan 2012-2022
Beheerplan gazon
2 jaarlijks
Beheerplan beplanting
Jaarlijks
Beheerplan bomen
Jaarlijks
Gebouwen Accommodatiebeleid 2008
Meerjaren onderhoudsplan 2010-2029
Openbare verlichting Meerjarenplan openbare verlichting¹ 2004-2009
Beheerplan openbare verlichting¹
Speeltoestellen Speelbeleidsplan Vastgesteld 2012
Beheerplan Speeltoestellen
Jaarlijks
1. Het beheer van de openbare verlichting is contractueel meerjarig uitbesteed aan de firma CityTec.
3.2.3.2 Nota afschrijvingsbeleid
In de toelichting op de balans op het onderdeel vaste activa worden de afschrijvingstermijnen en
uitgangspunten aangegeven zoals die voor bestaande en voor nieuwe investeringen gelden.
3.2.3.3 Wegen
Volume
De lengte van de binnen de bebouwde kom gelegen wegen bedraagt 55 kilometer en buiten de
bebouwde kom 114 kilometer. De oppervlakte is in totaal ruim 1 miljoen m2. Het deel binnen de
bebouwde kom is in beheer bij de gemeente Bernisse. Het deel buiten de bebouwde kom is in
101

eheer bij het waterschap Hollandse Delta. Deze beheerskosten worden bij de gemeente in
rekening gebracht.
Beleid / norm
De beheersstrategie voor het onderhouden van de wegen is in de raadsvergadering van 16
december 2003 vastgesteld. Het onderhoudsniveau is bepaald op de algemeen geldende landelijke
kwaliteitsnorm R, van de CROW (publicatie 145), wat nu overeenkomt met kwaliteitsnorm B uit de
Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte van de CROW publicatie 288.
Om inzicht te krijgen in de kosten voor de (zeer) lange termijn maken we gebruik (ook landelijk) van
de levensduurbenadering. Hierbij wordt per type weg een gestandaardiseerd onderhoud en
vervangingschema opgesteld, gebaseerd op de toe te passen onderhoudsmaatregelen met
bijbehorende kosten en een verwachten levensduur van de weg, voor de volledige levenscyclus
van de weg. Deze onderhoud- en vervangingschema’s worden per weg berekend aan de hand van
het jaar van aanleg, type verharding, de constructie (fundering), zettingen, weersomstandigheden
en het type en zwaarte van het vervoer dat er gebruik van maakt. Hierbij is er een onderscheid
tussen wegen van hoge orde (wijk- en buurtontsluitingswegen) en wegen van lage orde (buurt- en
woonstraten).
Voor de levensduur van de weg wordt gerekend met 40 jaar. Dit is een realistische keuze
gebaseerd op de ondergrond van de gemeente Bernisse en ervaring die logisch overeenkomt met
de werkelijkheid en waarmee de kwaliteitsnorm B wordt gerealiseerd.
Met behulp van het geautomatiseerde wegbeheersysteem worden de minimale onderhoud- en
vervangingskosten berekend over de eeuwigheid. Het betreft dus de gemiddelde minimale
jaarlijkse onderhoud- en vervangingskosten, die “eeuwig” elk jaar nodig zijn om de infrastructuur in
stand te houden en te laten functioneren, waarmee wordt voldaan aan de zorgplicht.
Beheersplan
Om op een efficiënte en verantwoorde manier invulling te geven aan het beheer en onderhouden
van de wegen, is het noodzakelijk om de juiste maatregel op het juiste moment uit te voeren. Om
dit moment te bepalen is inzicht in de actuele kwaliteit van de verharding noodzakelijk. De actuele
kwaliteit van de wegen wordt bepaald door middel van een visuele inspectie. Hierbij worden alle
zichtbare schadebeelden opgenomen en getoetst aan de onderhoudsrichtlijnen en
waarschuwingsgrenzen. Op deze wijze ontstaat een inzichtelijk beeld van wat er moet worden
onderhouden en welke kosten daarmee gemoeid zijn.
In 2010 is een visuele inspectie uitgevoerd en zijn de mutaties in het geautomatiseerde
wegbeheersysteem verwerkt.
In 2011 is gestart met een evaluatie van de wegbeheerstrategie. Het betreft een actualisatie van de
arealen en een analyse van de onderhoud- en beheerstrategieën voor de te hanteren
verrekenprijzen om de kosten te bepalen. De evaluatie is in een afrondende fase en wordt het
tweede kwartaal van 2013 aan de Raad voorgelegd ter vaststelling.
3.2.3.4 Bruggen
Volume
De gemeente Bernisse heeft in totaal 14 bruggen in beheer en onderhoud. Het betreft 10 houten
bruggen, waarvan 9 met een gemiddelde lengte van 12 meter en 1 met een lente van 55 meter, 1
stalen brug en 3 beton bruggen.
Beleid / norm
Er is op dit moment nog geen norm voor het onderhoudsniveau vastgesteld. Het onderhoud vindt
nu plaats op “adequaat” niveau wat inhoudt dat gebreken worden hersteld zodra deze zich
voordoen of dat complete vervanging wordt toegepast als dit noodzakelijk is.
Beheersplan
In 2012 zijn de activiteiten voor het opstellen van een meerjarig onderhoudsplan voor bruggen
opnieuw opgepakt. De resultaten worden in de eerste helft van 2013 verwacht.
Uitvoeringsprogramma 2012
Er is in 2012 geen vervanging / groot onderhoud van een brug aan de orde geweest.
102

Budgetten
Vooruitlopend op een meerjarig onderhoudsplan wordt in de voorziening wegen wel rekening
gehouden met een jaarlijks bedrag dat aan onderhoud en vervanging van bruggen besteed moet
worden. Op termijn is dat ongeveer € 55.000,-- per jaar. Dit bedrag is gebaseerd op ervaringscijfers
zoals opgedaan bij de vervanging van twee bruggen in 2009.
3.2.3.4 Openbare verlichting
Volume
De gemeente bezit ca. 2.424 lichtmasten van diverse typen, kwaliteit en leeftijd.
Beleid / norm
Het verlichtingsniveau voldoet aan de minimale normen van de Nederlandse Stichting voor
Verlichtingskunde (NSVV) die door de meeste gemeenten en nutsbedrijven wordt gehanteerd. De
verkeersveiligheid, openbare orde, sociale beleving en de woon – en leefbaarheid worden hierbij
gewaarborgd.
Beheersplan
Voor vervanging van de openbare verlichting is jaarlijks € 54.600,-- beschikbaar. Dit bedrag wordt
als taakstellend gehanteerd. Tot en met 2012 zijn 54 LED armaturen geplaatst.
Eind 2012 is Citytec gevraagd een meerjarenplanning voor het beheer van de openbare verlichting
op te stellen. De verwachting is dat de meerjarenplanning in het 2 e kwartaal 2013 gereed zal zijn.
Op basis van deze planning wordt vervolgens bekeken of de huidige beschikbare budgetten ook
voor de komende jaren toereikend zijn.
Budgetten
De kapitaallasten van de investeringen (de vervangingen) bedragen ruim € 53.200,--. Het budget
voor regulier en schadeonderhoud bedraagt structureel € 57.500, --. Daarmee is
€ 110.700,-- structureel in de begroting opgenomen voor onderhoud en vervanging van
lichtmasten.
3.2.3.5 Groen
Volume
De oppervlakte van het groen binnen de gemeente Bernisse bedraagt bijna 451.000 m2.
Beleid / norm
In 2012 in het Groenstructuurplan vastgesteld voor de looptijd van 10 jaar. In het kader van de
Voorzieningennota is het onderhoudsniveau van het groen vastgesteld op niveau C.
Het plan geeft de kwantiteit en de kwaliteit van het groen aan. Zo is bijvoorbeeld vastgelegd waar in
de gemeente het groen extensief wordt onderhouden en waar intensief onderhoud plaatsvindt.
Vooral de toegangen van de kernen krijgen daarbij extra aandacht.
Het jaarlijkse onderhoud wordt op een adequaat niveau uitgevoerd, mede door de positieve
aanbestedingen, maar er kan niet voorkomen worden dat de kwaliteit van het groen verslechterd.
De budgetten zijn ontoereikend om naast het jaarlijkse onderhoud, alle in aanmerking komende
plantvakken te renoveren. Bij de renovatie van de plantvakken worden momenteel andere typen
beplanting toegepast die beter passen bij het huidige onderhouds-niveau.
Bij wegreconstructies wordt indien nodig de plantvakken gerenoveerd. De kosten hiervan zijn
opgenomen in het budget van de wegreconstructie. Deze handelswijze is in 2012 ingevoerd.
Beheersplan
In de beheerplannen van het gazon, de beplanting en de bomen is de wijze waarop we deze
doelstellingen gaan halen vastgelegd. Het beheer wordt uitgevoerd via beeldbestekken.
Budget
Het structureel budget voor het onderhoud van het groen is opgenomen in programma 4 van de
begroting. In totaal gaat het daarbij om een bedrag van € 475.000,--.
103

3.2.3.6 Gebouwen
Volume
De gemeente Bernisse heeft de volgende gebouwen in bezit:
1. Brandweerkazernes (3) -> programma Veiligheid
2. Baarhuisjes op begraafplaatsen (5) -> programma Infrastructuur
3. Jeugdsoos -> programma Jeugd
4. Zwembaden (2) -> programma Accommodaties
5. Multifunctionele accommodaties (5) -> programma Accommodaties
6. Kerktorens (6) -> programma Recreatie en toerisme
7. Kaaistraat 2 te Geervliet -> programma Recreatie en toerisme
8. Molens (2) -> programma Recreatie en toerisme
9. Muziektenten (4) -> programma Kunst en cultuur
10. Bibliotheken (2) -> programma Kunst en cultuur
11. Gemeentehuis -> Algemene baten en lasten
12. Gemeentewerf -> Algemene baten en lasten
Niet al deze gebouwen worden door de gemeente Bernisse onderhouden. De exploitatie van de
kazernes wordt uitgevoerd door de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. De twee zwembaden zijn
in exploitatie bij stichtingen. Dat geldt ook voor de twee multifunctionele accommodaties De Meent
in Oudenhoorn en De Haveling in Geervliet. Anders dan voor de brandweerkazernes wordt voor de
overige hier genoemde gebouwen geen onderhoudsvoorziening meer aangehouden. De jeugdsoos
Brandspuit te Heenvliet, valt niet onder het onderhoudsprogramma van de gemeente. Voor de
jeugdsoos van Zuidland zal alleen de huisvesting onder het gemeentelijke onderhoud behoren.
Een bijzondere positie hebben de in de gemeente gelegen scholen voor primair onderwijs. Vanuit
de verantwoordelijkheid van de gemeente voor de oprichting en instandhouding van deze scholen
staan deze scholen verantwoord bij de gemeente (economisch eigendom). De gemeente is daarbij
verantwoordelijk voor het groot onderhoud (de zogenaamde huisvestingsvoorzieningen).
De schoolbesturen zijn juridische eigenaar zolang de school een onderwijsfunctie heeft. Daarmee
zijn de schoolbesturen ook verantwoordelijk voor het overige (dagelijkse) onderhoud aan de
schoolgebouwen. Zodra het gebouw de onderwijsbestemming verliest, valt het eigendom weer
terug aan de gemeente.
Beleid / norm
De doorrekening van de onderhoudsvoorziening vindt plaats op de instandhoudingsnorm. Dit
betekent dat het noodzakelijke onderhoud wordt uitgevoerd om de functie en veiligheid van het
gebouw te behouden. Esthetisch kan het gebouw daarmee in aangezicht dalen.
Beheersplan
Het onderhoud aan de gebouwen wordt uitgevoerd op basis van een meerjarig onderhoudsplan en
het Meerjaren Onderhouds Programma (MOP) geldt voor 20 jaar.
Uitvoeringsprogramma 2012
Vanaf 1 januari 2011 wordt het onderhoud van de gebouwen uitgevoerd door firma Breijer. Het
contract is afgesloten tot met het jaar 2013.
104

Budget
De storting in de onderhoudsvoorziening bedraagt jaarlijks ongeveer € 294.000,--. De verdeling
over de programma’s is als volgt:
Programma
Bedrag
Veiligheid 47
Infrastructuur en
7
openbare ruimte
Onderwijs en Jeugd 1
Accommodaties 125
Recreatie en toerisme 94
Kunst en cultuur 20
Totaal 294
3.2.3.7 Riolering
Volume
De riolering heeft een lengte van ongeveer 141 km.
Beleid / norm
Op 24 september 2012 is het vGRP 2013-2017 door de raad vastgesteld. Het vGRP is opgesteld
aan de hand van de Waterwet van 1 januari 2008.
Volgens de Waterwet hebben de gemeenten de zorgplicht voor het inzamelen en transporteren van
stedelijk afvalwater, het inzamelen en verwerken van hemelwater en het grondwater (nieuwe taak).
Onderdeel uit het oude GRP is het gemeentelijk afkoppelplan (GAP). Het afkoppelplan geeft
inzicht waar afkoppeling bij gemengde rioolstelsels mogelijk is.
In 2012 is het afkoppelplan Savorin Lohmanstraat gerealiseerd, waarbij door het Waterschap een
subsidie werd verstrekt van € 28.000,00
In 2012 is begonnen met de uitwerking van het “BRP 2012-2022” (Basis Rioleringsplan) en het
“vGRP 2013-2017” (Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan). In het nieuwe vGRP wordt de
gemeentelijke zorgplicht voor afvalwater uitgebreid met die van hemelwater en grondwater. Ook het
afkoppelplan is in het vGRP opgenomen. Het nieuwe vGRP gaf inzicht in de omvang van het tekort
op het product riolering. Om de exploitatiekosten te dekken zij er aanpassingen gedaan in de
heffingen in de 1 en meerpersoons huishoudens.
Budget
De voorziening riolering staat vermeld in het “vGRP 2013-2017”.
Op basis van het “vGRP 2013-2017” is een doorrekening gemaakt van de voorziening waarbij de
kosten van de bestaande investeringen en de toekomstige vervangingsinvesteringen zijn
meegenomen.
Voor het beheer is een rioleringbeheersysteem aanwezig. In dit beheersysteem zijn de
belangrijkste rioleringsgegevens vastgelegd.
De kosten van de riolering zijn terug te vinden in programma 4, Infrastructuur en Openbare Ruimte,
en bedragen ongeveer € 1,1 miljoen.
3.2.3.8 Water, betuining en duikers
Voor het onderhoud van watergangen, incl. betuining en duikers, is nog geen meerjaren
onderhoudsschema beschikbaar. Wel is in 2012 de inventarisatie van alle betuiningen uitgevoerd.
105

Het uitvoeren van baggerwerkzaamheden in verband met de 7-jaarlijkse baggerschouw is wel
gebaseerd op een meerjaren schema. In dit schema zijn ook de duikers opgenomen. Daarnaast
wordt één keer per jaar een schouw uitgevoerd door het Waterschap voor het verwijderen van riet
en vellen in de sloten.
Om de waterkwaliteit te verbeteren is een waterplan opgesteld in samenwerking met het
Waterschap. Het waterplan is door de raad op 17 augustus 2009 vastgesteld.
In dit waterplan was voor 2012 als actiepunt opgenomen: Het plaatsen van een fontein in de
waterpartij rondom de Ring in Oudenhoorn. Doelstelling hiervan is de waterkwaliteit te bevorderen.
Dit actiepunt is begin 2013 afgerond.
3.2.3.9 Speeltoestellen
Volume
De gemeente Bernisse telt ruim 50 speelplaatsen met 1 of meer speeltoestellen.
Beleid/norm
Het “speelbeleidsplan” is in 2012 door de raad vastgesteld.
Op dit moment wordt als norm aangehouden dat de speeltoestellen moeten voldoen aan de
veiligheidseisen zoals die wettelijk zijn vastgelegd.
Beheersplan
Als uitvloeisel van het “speelbeleidsplan” wordt jaarlijks het “beheerplan speeltoestellen” opgesteld.
Hierin wordt aangegeven bij welke speelplaatsen er wat uitgevoerd moet worden.
Met het uitgevoerde onderhoud zorgen wij ervoor dat de speelplaatsen en toestellen voldoen aan
de gestelde wettelijke normen. Voor het onderhoud en vervanging van speeltoestellen is een
structureel budget van € 60.000,-- beschikbaar.
3.2.3.10 Kunstobjecten
Volume
In de gemeente staan op dit moment 3 kunstwerken:
1. Het paard in Heenvliet (Markt Heenvliet)
2. De Aar in Zuidland (Ring Zuidland)
3. De paraplu (Dirk Blaakstraat Zuidland)
Daarnaast is het kunstwerk de Spade vanwege achterstallig onderhoud en gevaar voor de
omgeving weggehaald. In 2013 worden de herstelkosten inzichtelijk gemaakt en zal contact
opgenomen worden met de kunstenaar.
Beleid / norm
Er is (nog) geen beleid- en/of onderhoudsnorm voor kunstwerken vastgesteld.
Beheersplan
Er is geen meerjarig beheersplan voor kunstwerken vastgesteld.
106

3.2.4 Financiering
3.2.4.1 Inleiding
Deze paragraaf geeft inzicht in de realisatie en ontwikkelingen op het gebied van financiering.
Financiering betreft alle zaken die nodig zijn om voldoende geld beschikbaar te hebben om de
activiteiten van de gemeente te kunnen betalen. Hierbij komen allerlei zaken kijken zoals het tijdig
innen van vorderingen, het doen van betalingen, het aantrekken van leningen en het zo efficiënt
mogelijk op elkaar afstemmen van de inkomende en uitgaande geldstromen.
3.2.4.2 Actualiteit
Doelstelling financieringsfunctie
De belangrijkste doelstelling bij de uitvoering van de financieringsfunctie is het beperken van
risico´s. We moeten voorkomen dat de financieringslasten door wijzigingen in de marktrente te
grote fluctuaties kennen. Daarom is een aantal “spelregels” vastgesteld waaraan de
financieringsfunctie van de gemeente moet voldoen. Deze kaders zijn vastgelegd in het
Financieringsstatuut gemeente Bernisse. Dit statuut kenmerkt zich vooral door het risicomijdende
karakter. Het financieringsstatuut voldoet aan de regels die zijn opgesteld in de Wet financiering
decentrale overheden (wet fido). In deze wet staan in het bijzonder de transparantie en
risicobeheersing centraal. De transparantie komt tot uitdrukking in de verplichte
financieringsparagraaf in de begroting en jaarrekening. De risicobeheersing binnen de Wet fido
richt zich op renterisico’s, kredietrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s.
Externe ontwikkelingen
Het rente-instrument is voor de Europese Centrale Bank (ECB) een doeltreffend instrument om de
hoogte van de rente op de geldmarkt en daarmee de inflatie te sturen.
Deze financieringsstrategie is afhankelijk van externe ontwikkelingen. Een belangrijk onderdeel van
deze strategie is de inschatting van de renteontwikkeling op de financiële markten. De inschatting
die daarvoor gemaakt wordt, wordt gebaseerd op de verwachtingen die de Bank Nederlandse
Gemeenten, de huisbankier van de gemeente Bernisse, daarover uitspreekt.
Op basis van de rente visie van BNG is rekening gehouden met een rente op de geldmarkt van 2,24
procent.(2011 was werkelijk 1,5%) Dit tarief heeft betrekking op kortlopende leningen (< 1 jaar).
Uiteindelijk is deze rente in 2012 gemiddeld rond de 1 procent uitgekomen. Deze rente ligt op een
historisch laag niveau.
Voor de rente op langlopende geldleningen (> 1 jaar) geldt de rente van 3% op de kapitaalmarkt. In de
primitieve begroting 2012 gingen we voor dit soort leningen uit van een rente van 3,27 procent..
Conclusie is dan ook dat de rentevisie zoals opgenomen in de primitieve begroting 2012 de
werkelijkheid redelijk goed heeft benaderd.
In de loop van het jaar 2012 is door het kabinet Rutte II het schatkistbankieren ingevoerd. De
definitieve werking hiervan is voor de gemeente Bernisse op dit moment niet van toepassing. Het
schatkist bankieren biedt de mogelijkheid om bij het aantrekken van nieuwe leningen niet alleen de
Bank Nederlandse Gemeenten te benaderen maar ook mede overheden die geld over hebben.
3.2.3.3 Financieringsrisico’s
Ter beperking van de financieringsrisico´s zijn een tweetal wettelijke normen vastgelegd waaraan
het risicoprofiel moet voldoen. Voor de beperking van de renterisico´s op de korte termijn (< 1 jaar)
is dit de kasgeldlimiet.
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is bedoeld om het renterisico op opgenomen kortlopende geldleningen tot een
acceptabel maximum te beperken. Bij een normale rentesituatie (kortlopende middelen zijn dan
goedkoper dan langlopende) zal de kasgeldlimiet worden gebruikt om de lopende
financieringsbehoefte te dekken.
107

Deze heeft zich in 2012 als volgt ontwikkeld:
Kasgeldlimiet
Bedragen * € 1.000 per kwartaal
(1) Vlottende schuld (2) Vlottende middelen
(3) Netto vlottend (+) of
Overschot middelen (-) (1-2)
ultimo maand 1 1.500 1.354 146
ultimo maand 2 1.500 234 1.266
ultimo maand 3 1.575 0 1.575
(4) gemiddelde van (3) (kwartaal 1) 996
ultimo maand 4 1.968 0 1.968
ultimo maand 5 1.961 0 1.961
ultimo maand 6 2.476 0 2.476
(4) gemiddelde van (3) (kwartaal 2) 2.135
ultimo maand 7 1.500 940 560
ultimo maand 8 1.500 301 1.199
ultimo maand 9 1.679 0 1.679
(4) gemiddelde van (3) (kwartaal 3) 1.146
ultimo maand 10 1.812 0 1.812
ultimo maand 11 2.347 117 2.230
ultimo maand 12 2.906 1.092 1.814
(4) gemiddelde van (3) (kwartaal 4) 1.952
(5) Kasgeldlimiet (7x8) 1.740
(7) Begrotingstotaal 20.474
(8) Percentage regeling 8,50%
1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
(6a) Ruimte onder kasgeldlimiet (5>4) 745 594
(6b) Overschrijding kasgeldlimiet (4>5) 395 212
Liquiditeitenbeheer
In het financieringsstatuut is opgenomen dat maandelijks een liquiditeitenplanning wordt opgesteld. Dit
is in 2012 slechts ten dele gelukt. Grote periodieke transacties zijn in kaart gebracht en er is overleg
geweest om incidentele transacties boven de € 50.000,-- vooraf aan te geven. Daarmee kan worden
voorkomen dat bedragen worden uitgezet terwijl er op korte termijn behoefte is aan deze gelden om
betalingen te verrichten, of andersom dat er geld wordt aangetrokken terwijl een maand later een groot
bedrag wordt ontvangen.
Renterisiconorm.
Renterisico ontstaat op het moment van herfinanciering van aflossingen op reeds afgesloten
langlopende geldleningen. De kans bestaat namelijk dat de op te nemen geldlening een hoger
rentepercentage kent dan de lopende geldlening waardoor hogere rentelasten ontstaan. De
renterisiconorm begrenst dit risico door te stellen dat maximaal 20% van het bedrag van de
leningportefeuille aan risico (renteherziening / aflossing) onderhevig mag zijn.
Renterisico(norm) (bedragen x € 1000
(1) Renteherzieningen 995
(2) Aflossingen 3.214
(3) Renterisico's (1+2) 4.209
(4a) Percentage 20%
(4b) Regeling begrotingstotaal 21.345
(4) Renterisiconorm 4.269
(Ruimte (+) / Overschrijding (-)) 60
3.2.3.4 Financiering
De leningenportefeuille bestaat op 31 december 20121 uit 16 onderhandse leningen met een
restantschuld van bijna € 23 miljoen. Het merendeel van deze leningen is afgesloten bij de Bank
108

Nederlandsche Gemeenten. Het gemiddelde rentepercentage op de portefeuille bedraagt 4,34%
(2011 4,79%) wat een rentelast geeft van ongeveer € 1.1 miljoen.
Per ultimo 2012 zijn er nog 4 leningen van de Waterschapsbank. Het betreft geldleningen die door
de gemeente waren verstrekt aan de woningstichting “De zes kernen”.
3.2.3.5 Relatie met de programma´s
De rentelasten verbonden aan de financieringsfunctie worden via een renteomslag doorgerekend
aan de programma´s. Dit houdt in dat over de investeringen een vaste rekenrente wordt
gehanteerd en dat deze als kapitaallast op de producten worden geboekt waarop de investering
betrekking heeft. Omdat gewerkt wordt met een vast percentage voor de renteomslag ontstaat er
een renteresultaat (verschil tussen de werkelijk betaalde rente en de aan de producten
doorgerekende rente). Dit resultaat wordt verantwoord in het overzicht algemene
dekkingsmiddelen.
De rentelasten die aan de programma´s zijn toegerekend zijn als volgt:
Doorgerekende rentelasten 2012
Bestuur 2
Dienstverlening 0
Veiligheid 89
Infrastructuur en openbare
1.117
ruimte
Verkeer en vervoer 0
Onderwijs en Jeugd 215
Maatschappelijke ondersteuning 0
Sport- en culturele
69
accommodaties
Recreatie en toerisme 2
Kunst en cultuur 10
Ruimtelijke ordening en
495
volkshuisvesting
Algemene dekkingsmiddelen c.a. 90
Totaal 2.089
109

3.2.5 Bedrijfsvoering
3.2.5.1 Inleiding
Bedrijfsvoering bestaat traditioneel uit de onderdelen personeel, organisatie, informatisering,
automatisering, communicatie, financiën, juridische zaken en huisvesting. De bedrijfsvoering
ondersteunt de realisatie van de beoogde maatschappelijke effecten, zoals geformuleerd door de
gemeenteraad in de programmabegroting. Het welslagen van de programma’s is zodoende in
belangrijke mate afhankelijk van de kwaliteit van de bedrijfsvoering.
Deze ondersteuning heeft onder andere betrekking op:
- Het mogelijk maken van een kwalitatief hoogwaardige politiek besluitvormingsproces;
- Een gestructureerde planning en beheersing van de beleidsuitvoering en verantwoording
daarover, gebaseerd op een actuele en betrouwbare administratie;
- De beschikbaarheid over voldoende gemotiveerde en gekwalificeerd personeel;
- Het optimaliseren en vereenvoudigen van werkprocessen door ICT;
- Een optimaal beheer van financiële posities en geldstromen en beperking van de daaraan
verbonden risico´s.
- Minimaliseren van juridische risico’s
Deze paragraaf richt zich op de reguliere, operationele kaders voor de bedrijfsvoering. Het betreft
een operationalisering voor de dagelijkse uitvoering van de programma’s om de eerder genoemde
maatschappelijke effecten te kunnen realiseren.
3.2.5.2 Personeel en organisatie
Personeel en organisatie
De afgelopen jaren is de gemeente Bernisse flink in beweging geweest onder de noemer Beter
Bernisse. Om de optimalisatie van onder andere de bedrijfsvoering verder te ontwikkelen is op
velerlei gebieden samenwerking met de gemeenten op het eiland gezocht. In 2011 is gestart met
het onderzoek naar een nauwere samenwerking met de gemeente Spijkenisse, waarbij de
gemeenteraad in 2012 het voornemen tot herindeling heeft uitgesproken. Deze ontwikkeling is van
grote invloed op de bedrijfsvoering binnen de organisatie.
Het thema samenwerking staat centraal bij een aantal grote ontwikkelingen op het gebied van
dienstverlening. Het project ‘Klant Contact Centrum’ krijgt steeds meer vorm binnen de gangbare
informatiearchitectuur met zogenaamde front-Office, mid-Office en back-Office. Daarnaast is in
2012 verdere invulling en uitvoering gegeven aan de ontwikkeling van het Shared Service Center
ICT op Voorne Putten, genaamd Syntrophos. Naast de grote thema’s omtrent samenwerking is ook
binnen de organisatie invulling en uitvoering gegeven aan belangrijke projecten zoals de
Voorzieningennota. Daarnaast is de planning- en controlcyclus doorontwikkeld en is er middels de
A3 methodiek gewerkt aan individuele- en afdelingsplannen welke dienen als input voor de vorming
van het concernplan.
Dergelijke ontwikkelingen hebben invloed op personeel en vraagt daarom om een gedegen aanpak
in samenwerking met de vakafdelingen en de ondernemingsraad.
Gelet op de ontwikkelingen omtrent het voornemen tot herindeling met de gemeente Spijkenisse is
het geheel moderniseren van alle personele regelingen niet meer haalbaar. Echter, de behoefte
aan het gemoderniseerd HR- beleid is groot gelet op de rechtmatigheid van de uitvoering van de
regelingen, de huidige arbeidsmarkt en de uitkomsten vanuit het
MedewerkerTevredenheidsOnderzoek (MTO). In 2012 zijn er, in samenspraak met de
ondernemingsraad, een viertal HR- thema’s geselecteerd welke in 2013 gemoderniseerd al dan
niet ontwikkeld dienen te worden. De HR- thema’s betreffen:
- een strategisch opleidings(jaar)plan;
- het actualiseren van het ziekteverzuimbeleid;
- persoonlijk leiderschap;
- werkdruk en –stress.
110

a. formatie en structuur
de formatiegrootte per 1 juli 2012 bedroeg 80,37 fte en betrof 95 medewerkers. Dit aantal is
inclusief de vacatures die we op dat moment hadden.
De structuur van de organisatie is als volgt ingedeeld:
111

a. Salariskosten
De totaalraming van de salariskosten in de begroting bedraagt voor de ambtelijke formatie € 4,3
miljoen. Voor de overige salariskosten (raad, B&W, griffie en wachtgelden) bedraagt de totale
raming € 0,7 miljoen.
Cao- onderhandelingen
De VNG en de bonden hebben een principeakkoord gesloten voor een nieuwe Cao gemeenten. De
Cao gaat in met terugwerkende kracht per 1 juni 2011 en loopt tot 31 december 2012. Deze Cao
zet in op modernisering van de arbeidsvoorwaarden. Hiermee blijven gemeenten slagvaardig én
tegelijkertijd aantrekkelijke werkgevers. De belangrijkste punten uit de Cao zijn: een loonstijging in
twee stappen naar 2%, meer mobiliteit en doorgeleiding ‘Van Werk Naar Werk’, omzetting van alle
aanstellingen naar één in algemene dienst, flexibilisering van werktijden. De achterban van zowel
de bonden als van de VNG hebben positief gereageerd. Formalisatie van de nieuwe Cao is
gerealiseerd.
Momenteel is het College van Arbeidszaken bezig met de uitvoering van de bovenstaande
afspraken. Per 1 januari 2013 start de daadwerkelijke uitvoering van vrijwel alle Cao afspraken.
b. studiekosten
Ondanks de bezuinigingen die zijn doorgevoerd in het opleidingsbudget is op adequate wijze
invulling gegeven aan de toekomstvisie en het collegeprogramma. In 2012 is voornamelijk
geïnvesteerd in individuele studies en opleidingen om de ontwikkeling van medewerkers en de
organisatie voort te zetten. Daarnaast is er in 2012 een derde ronde van de Voorne Putten Campus
met succes afgerond. Eind 2012 is een start gemaakt met het opzetten van een strategisch
opleidingsplan voor 2013, waarbij de huidige ontwikkelingen omtrent de organisatiebrede als
individuele opleidingen centraal staan.
c. ondernemingsraad
In het eerste kwartaal van 2011 is er een nieuwe ondernemingraad (OR) geïnstalleerd. Vrijwel het
volledige aantal beschikbare zetels zijn ingevuld met een zeer enthousiaste en gemêleerde groep
medewerkers. De ondernemingsraad behartigt de belangen van werknemers, staat 100% voor de
organisatie en controleert of de onderneming zich houdt aan wetgeving en cao. Die missie van de
OR in Bernisse is: Denken, Durven, Doen! De ondernemingsraad is afgelopen jaar nauw betrokken
geweest bij de ontwikkeling van organisatiebrede projecten zoals Visie op Beheer, het Shared
Service Center, de Voorzieningennota en verschillende terreinen op het gebied van P&O.
d. sleutelposities
Vanwege de kleinschaligheid van de organisatie heeft de gemeente Bernisse te maken met een
aantal belangrijke sleutelposities. Sleutelposities zijn functies waarbij een medewerker als enige
één of meerdere belangrijke taken uitvoert. Verhoging van het ziekteverzuim, de (beperkte)
verhoging van de uitstroom en de bezuinigingen van de trajecten Beter Bernisse en vanuit de
hogere overheden zijn de sleutelposities in de organisatie onder spanning komen te staan. Doordat
er weinig tot geen vervanging is voor deze medewerkers verliest de gemeente Bernisse de
ervaring, en loopt het werk vertraging en extra kosten op. Middels extra interne inzet en
verschuivingen werd een deel van deze kwetsbaarheid op korte termijn opgelost. De afgelopen
periode is Bernisse terughoudend geweest op het gebied van externe inhuur. Echter, op dergelijke
sleutelposities is gebleken dat de gemeente Bernisse er niet aan ontkomt om externen in te huren
om de continuïteit en kennis te waarborgen.
e. risico van de vergrijzing
Uiteraard is er binnen Bernisse een groep oudere medewerkers, maar gezien de recente instroom
van vooral jonge medewerkers, is er binnen Bernisse geen sprake van werkelijke
vergrijzing zoals in Nederland algemeen wordt aangenomen (veel oude medewerkers, maar
geen instroom van jonge vervangers). Bernisse vangt de aanwezige vergrijzing momenteel
op met behulp van de instroom van jonge, talentvolle medewerkers. De goede verhouding tussen
kennis en ervaring enerzijds en talent en ambitie anderzijds leidt tot een prettige wisselwerking en
vergroot de toekomstbestendigheid van de organisatie. Het risico van vergrijzing wordt in de gaten
gehouden, maar biedt momenteel geen aanleiding tot het ondernemen van actie.
112

3.2.5.3 Planning en control
Planning en control is de verzamelnaam voor alle activiteiten die nodig zijn om een organisatie te
kunnen sturen en beheersen. Een goed functionerend systeem van planning en control wordt
gekenmerkt door een cyclus, waarbij vier fasen te onderscheiden zijn:
1. Planning
2. Uitvoering en voortgangsbewaking
3. Verantwoording
4. Bijstelling
Concreet gaat het om de drie zogenaamde “W-vragen”: Wat willen wij bereiken? Wat hebben wij
hiervoor gedaan? En Wat heeft het gekost?
Zowel ambtelijk als bestuurlijk heeft iedereen te maken met planning en control. Voor de vier fases
van planning en control ,worden diverse instrumenten ingezet om adequate informatie te
verschaffen, om daadwerkelijk te kunnen sturen en beheersen. Daarbij is het belangrijk dat dit
informatie op maat is.
Organisatorische inbedding
Zoals hierboven beschreven is planning en control een activiteit die in alle geledingen van de
organisatie plaatsvindt. Het management, de afdelingshoofden en directie, dragen ambtelijk de
verantwoordelijkheid voor de sturing en beheersing van de organisatie. Daarbij gaat het continu om
de drie kernbegrippen: rechtmatigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid.
Rechtmatigheid
De accountantsverklaring bevat naast een oordeel over getrouwheid ook een oordeel over
rechtmatigheid. De afgelopen jaren is een goedkeurende verklaring van de accountant ontvangen
ten aanzien van de rechtmatigheid. Echter bij de jaarrekening 2011 is een verklaring met beperking
afgegeven. Dit wordt veroorzaakt door geconstateerde afwijkingen en onzekerheden bij het naleven
van de Europese aanbestedingsregels. Belangrijk voor het verkrijgen van deze verklaring is een
goede opzet van de interne controle. Daardoor kan de verbijzonderde interne controle steeds meer
op hoofdlijnen gebeuren. De interne controle wordt daarbij een logisch onderdeel van het primaire
proces in plaats van een daarvan losstaande bijzondere activiteit. Ten behoeve van de rechtmatigheidcontrole
wordt jaarlijks het normenkader ter kennisname aan uw raad aangeboden. Ook wordt
het intern controleplan jaarlijks geactualiseerd.
Doelmatigheid
Een ander belangrijk onderwerp van `control` is de toets of er wel doelmatig wordt gehandeld. De
verplichting om deze periodiek te toetsen is vastgelegd in het artikel 213a verordening. Een groot
aantal onderzoeken in het kader van het project Beter Bernisse II zijn uitgevoerd. Deze kunnen
worden beschouwd als een onderzoek naar de doelmatigheid van een product, proces of
organisatieonderdeel.
Budgetcyclus
De budgetcyclus ziet er als volgt uit:
Document
kadernota begroting
jaarverslag
zomernota
programmabegroting
eindejaarswijziging
Raadsvergadering
mei
mei
september
november
laatste raadsvergadering in het jaar
3.2.5.4 Dienstverlening
De dienstverlening van de gemeente Bernisse gaat met zijn tijd mee. Daarin past het verder
uitbouwen van het digitale loket. De burgers, bedrijven en instellingen mogen rekenen op
professionele dienstverlening via alle kanalen (balie, post, telefoon, internet en e-mail).
113

KlantContactCentrum
2012, het jaar waarin de verbouwing van de fysieke balie van het Klant Contact Centrum (KCC)
werd gerealiseerd. Voor de burger is nu sprake van een duidelijke situatie, die de dienstverlening
ten goede komt. Met de realisatie van de nieuwe publieksbalie is voor de KCC-medewerkers een
werkplek gerealiseerd met alle benodigde zaken onder handbereik.
Na de verbouwing is het KCC fysiek ‘zichtbaar’ geworden. Daarnaast worden de werkprocessen
geoptimaliseerd en medewerkers verder opgeleid. Gefaseerd zullen er producten bij het KCC
worden ondergebracht.
Het sinds 1 januari 2012 beschikbare gezamenlijke telefoonnummer 140181 (Voorne-Putten) raakt
steeds meer ingeburgerd.
Wij merken dat de burger voor het aanvragen van producten (en het vinden van informatie) vaker
gebruik maakt van het digitale loket. Voorbeelden van producten die al beschikbaar zijn via het
digitale loket zijn: Meldingen openbare ruimte, aanvraag afschrift GBA/Burgerlijke stand en aangifte
van adresverandering.
Op de website zijn formulieren beschikbaar voor de producten die nog niet via de elektronische
weg kunnen worden aangevraagd.
Basisregistratie Personen
Binnen het stelsel van basisregistraties is de Basisregistratie Personen essentieel voor de correcte
werking van het stelsel en de dienstverlening aan de burger. De applicatie van Centric is in 2012
aangevuld met nieuwe functionaliteiten (Verkiezingen, Crisisbeheersing). Daarnaast is een
kwaliteitscontrole instrument in gebruik genomen ter optimalisatie van de inhoudelijke kwaliteit van
de GBA.
Basisregistratie Adressen en Gebouwen
Na de succesvolle koppeling tussen de BAG en GBA wordt nu inzet gepleegd de WOZ te koppelen
aan de BAG. Hoewel deze actie wordt uitgevoerd bij het SVHW wordt vanuit de eigen ambtelijke
organisatie hierop de nodige capaciteit ingezet.
Waarstaatjegemeente.nl
In het najaar van 2011 hebben wij opnieuw meegedaan aan het onderzoek
Waarstaatjegemeente.nl. De resultaten van het onderzoekbekend. Het benchmarkonderzoek
richtte zich op zes burgerrollen, burger als klant, belastingbetaler, kiezer, wijkbewoner, onderdaan
en partner. De respons op de 1500 onder meerderjarige inwoners uitgezette vragenlijst was goed
te noemen, beter dan bij de eerdere onderzoeken.
Onderdeel van het onderzoek was ook de tevredenheid over de dienstverlening aan de fysieke
balie te toetsen middels vraagstelling tijdens interviews. De resultaten van het onderzoek per
burgerrol staan in de tabel hieronder.
Resultaten Waarstaatjegemeente.nl 2009 versus 2011
Burgerrol 2009 2011
Burger als kiezer 5,3 5,6
Burger als klant 7,5 7,5
Burger als onderdaan 5,9 6,1
Burger als partner 5,4 5,7
Burger als wijkbewoner 6,4 6,6
Burger als belastingbetaler 6,6 5,3
114

3.2.5.5 Informatisering & automatisering (incl. DIV)
Actieprogramma Vraaggerichte Dienstverlening
In de Kadernota 2012 en in de conceptbegroting 2012 werd nog gesproken over een totaal
benodigd budget van € 200.000 tbv AVD-projecten. Om het begrotingstekort sluitend te krijgen, zijn
in het dekkingsvoorstel (1 e begrotingswijziging) de projecten Basisregistratie Ondergrond, overstap
naar MS-Office 2007/2010 en digitalisering facturen geschrapt. Van de overgebleven projecten,
treft u onderstaand de stand van zaken aan.
* Basisregistratie Grootschalige Topografie
Vanwege de realisering van het Shared Service Centre ICT, inmiddels Syntrophos geheten, wordt
dit project in samenwerking met de andere aan dit SSC deelnemende gemeenten opgepakt en
gerealiseerd. Het gereserveerde budget ad € 20.000 kan daarvoor worden aangewend.
* Digitalisering besluitvormingsproces
Na een noodzakelijke voorbereidingstijd, zullen de vergaderingen van ons college vanaf februari
2013 volledig digitaal plaatsvinden, dat dus wil zeggen dat er geen papier meer aan te pas zal
komen. In de volgende fase zal ook het proces van de raad worden gedigitaliseerd. Nadat het
college en het MT van iPads zijn voorzien, is ook uw raad daarmee uitgerust. Momenteel (januari
2013) loopt de proef met het digitaal vergaderen door middel van de iPads en verwacht mag
worden dat dit straks door zal lopen, naar verwachting ondersteund door iBabs. De besparing in
papier en kopieerkosten zal hierdoor fors toenemen.
* Modernisering GBA
Zoals u al eerder hebt kunnen lezen bij hoofdstuk Dienstverlening, is dit project in 2012 nog niet
gestart. Leidend hierin zijn de landelijke ontwikkelingen.
Shared Service Centre Syntrophos
In 2012 is ongelofelijk veel werk verzet door alle betrokken gemeenten, om het SSC vorm en
inhoud te geven. Met name de gemeente Spijkenisse heeft hier zeer veel energie in gestoken en
verdiend zeker een groot compliment. Uw raad heeft ons college inmiddels toestemming verleend
om de gemeenschappelijke regeling hieromtrent aan te gaan, hiertoe is op 19 februari 2013
besloten. Het SSC is 1 maart 2013 van start gegaan. Wij wensen medewerkers, directie en bestuur
van Syntrophos alvast heel veel succes met deze nieuwe organisatie. Wij hebben er vertrouwen in!
115

3.2.6 Verbonden partijen
3.2.6.1 Inleiding en indeling
Doel
Volgens het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) moeten
gemeenten een paragraaf 'Verbonden Partijen' opstellen. Doel van deze paragraaf is op een
centrale plaats inzicht verschaffen in en informatie verstrekken over alle partijen waarmee de
gemeente bestuurlijke en financiële banden onderhoudt. Inzicht hierin is relevant omdat betrokken
partijen:
direct of indirect belast (kunnen) zijn met uitvoering van beleid dat door de gemeente
aan de betreffende partij is overgedragen;
er gemeentelijke middelen mee gemoeid kunnen zijn en financiële risico's worden
gelopen.
Definitie 'verbonden partijen'
Een 'verbonden partij' is een privaat- of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente zowel
een bestuurlijke als een financieel belang heeft. Organisaties, waarmee een subsidie of andere
samenwerkingsrelatie is aangegaan, vallen volgens de toelichting in het BBV buiten deze indeling.
Beide belangen houden het volgende in:
Bestuurlijk
Gemeentelijke zeggenschap uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur dan
wel uit hoofde van stemrecht;
Financieel
Gemeentelijke aansprakelijkheid ten aanzien van aan betrokken partij beschikbaar
gestelde financiële middelen die niet verhaalbaar zijn bij faillissement of het bedrag
waarvoor de gemeente aansprakelijk gesteld kan worden indien de partij haar
verplichtingen niet nakomt.
Algemene beleidslijn
De gemeente verbindt zich in principe alleen bestuurlijk en financieel tegenover een derde als deze
verbintenis een duidelijk aantoonbare meerwaarde oplevert ten opzichte van alternatieven zoals
'zelf' doen.
Dit wordt gekozen met het oog op het realiseren van (een) specifieke beleidsdoelstelling(en) hetzij
vanuit:
bestuurlijke overwegingen;
een oogpunt van doelmatigheid en doeltreffendheid;
financieel-economische overwegingen.
In het jaarverslag 2012 zijn in de betreffende programma’s de laatste ontwikkelingen vermeld onder
de alinea Verbonden Partijen.
116

3.2.6.2 Totaal Overzicht
Uitgave
Verbonden partij
bijdrage 2012
1 Stadsregio Rotterdam 58.100
2 Samenwerkingsverb Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling 88.500
3 Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond 792.600
4 HALT Rotterdam Rijnmond 1.100
5 Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond (DCMR) 361.500
6 De Welplaat (netto bijdrage) 12.400
7 Sociale Dienst Spijkenisse 416.600
8 Geestelijke en Gezondheidsdienst Rotterdam 45.800
9 Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg 67.500
10 Natuur- en recreatieschap Haringvliet 35.900
11 Koepelschap Buitenstedelijk Groen -1.000
12 Streekarchief Voorne-Putten-Rozenburg 19.400
Totaal uitgaven 1.898.400
Inkomst
Inkomsten verbonden partij:
bijdrage 2012
13 NV Eneco 391.000
14 NV Waterbedrijf Evides 228.000
15 NV Bank voor Nederlandse Gemeenten 15.250
Totaal inkomsten 634.250
3.2.6.3 Verbonden partijen
Hierna wordt voor de gemeenschappelijke regelingen ingegaan op taakstelling,
vertegenwoordiging, bestuurlijk- en financieel belang.
Programma 1 Bestuur
Stadsregio Rotterdam
Doel
Een slagvaardig, op uitvoering gericht regionaal bestuur dat via een
integrale aanpak zaken tot stand brengt, die gemeenten afzonderlijk
niet kunnen realiseren.
Bestuurlijk Belang Lid DB en AB
Financieel belang Jaarlijkse exploitatiebijdrage
Verstrekt € 58.100,-
Programma 2 Dienstverlening
SVHW
Doel
Het uitvoeren van de heffing en invordering van de gemeentelijke
belastingen voor de deelnemende gemeenten.
Verder verzorgt het SVHW:
-de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken,
-het beheer van de Basisregistratie voor Adressen en Gebouwen (BAG)
-uitvoering van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen
(WKPB).
Bestuurlijk Belang Lid AB
Financieel belang Jaarlijkse exploitatiebijdrage
Verstrekt € 88.500,--
Programma 3 Veiligheid
Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond (VRR)
Doel
Het doelmatig coördineren van werkzaamheden ter voorkoming,
beperking en bestrijding van brand en rampen, het vervoer van zieken
en ongevalslachtoffers, de geneeskundige hulpverlening bij
117

ongevallen en rampen, het beperken van brandgevaar, het invullen
van regionale taken op het gebied van rampenbestrijding en
crisisbeheersing.
Bestuurlijk Belang Lid AB
Financieel belang Jaarlijkse exploitatiebijdrage
Verstrekt € 792.600,--
Halt-Rotterdam
Doel
Het verbeteren van de kwaliteit van de samenwerking tussen Haltbureaus
in de regio door middel van verplichte werkafspraken.
Bestuurlijk Belang Lid DB en AB
Financieel belang Jaarlijkse exploitatiebijdrage
Verstrekt € 1.100,--
Programma 6 Vergunningverlening en handhaving
DCMR (Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond)
Doel
Het beperken van de belasting van het milieu
Bestuurlijk Belang Lid AB
Financieel belang Jaarlijkse exploitatiebijdrage
Verstrekt € 361.500,--
Programma 9 Werk en Inkomen
Welplaat
Doel
Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van
gemeenten op het gebied van sociale werkvoorziening.
Bestuurlijk Belang Lid AB
Financieel belang Jaarlijkse exploitatiebijdrage
Verstrekt
Div. bedragen.
Gemeentelijke Sociale Dienst van Spijkenisse
Doel
Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van
gemeenten op het gebied van klantgerichte uitvoering van de Wet
Werk en Bijstand en aanverwante regelingen en wetten.
Bestuurlijk Belang Lid AB
Financieel belang Jaarlijkse exploitatiebijdrage
Verstrekt € 416.600,--
Programma 10 Maatschappelijke ondersteuning
GGD Rotterdam Rijnmond
Doel
Het behartigen en verwezenlijken van belangen op het gebied van de
volksgezondheid door het verkrijgen van inzicht in gezondheidssitituaties
van de bevolking.
Bestuurlijk Belang Lid AB
Financieel belang Jaarlijkse exploitatiebijdrage
Verstrekt € 45.800,--
Programma 12 Recreatie en toerisme
Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg
Doel
Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van gemeenten op
het gebied van het behouden en versterken van een groene buffer tegen
de industrie en de woningbouw en het behouden, versterken en ontsluiten
van het open landelijk gebied.
Bestuurlijk Belang Lid AB
Financieel belang Jaarlijkse exploitatiebijdrage
Verstrekt € 67.500,--
Natuur- en recreatieschap Haringvliet
Doel
Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van gemeenten
118

op het gebied van de watersport, landschapszorg, de natuur en de
natuurbescherming binnen het gebied.
Bestuurlijk Belang Lid AB
Financieel belang Jaarlijkse exploitatiebijdrage
Verstrekt € 35.900,--
Financieel Koepelschap
Doel
Het behartigen van een goede en doelmatige behartiging van de
buitenstedelijke openluchtrecreatie.
Bestuurlijk Belang Lid AB
Financieel belang Jaarlijkse exploitatiebijdrage
Ontvangen € 1.000,--
Programma 15 Algemene dekkingsmiddelen c.a.
Streekarchief
Doel
Bestuurlijk Belang
Financieel belang
Verstrekt € 19.400,--
2, NV’s en BV’s
Het beheer van de naar de archiefbewaarplaats overgebrachte te
bewaren bescheiden en het toezicht op het beheer van de niet
overgebrachte archiefbescheiden van de deelnemers.
Lid AB
Jaarlijkse exploitatiebijdrage
Eneco NV
Doel
Nutsvoorziening.
Bestuurlijk Belang Aandeelhouder
Financieel belang Dividend
Ontvangen € 391.000,-- (betreft het jaar 2011)
Evides NV
Doel
Nutsvoorziening.
Bestuurlijk Belang Aandeelhouder
Financieel belang Dividend
Ontvangen € 228.000,-- (betreft het slotdividend 2011 en interim dividend 2012)
BNG (Bank Nederlandsche Gemeenten NV)
Doel
Bank.
Bestuurlijk Belang Aandeelhouder
Financieel belang Dividend
Ontvangen € 15.250,-- (betreft het jaar 2011)
119

3.2.7 Grondbeleid
Visie op grondbeleid
Bij gebiedsontwikkelingen proberen overheden en marktpartijen te komen tot een samenhangende
en ondernemende aanpak voor verschillende functies in het plangebied. Gelet op het feit dat de
beschikbaarheid van grond een essentiële schakel vormt in de snel veranderende ruimtelijke
ordening van Nederland dient het grondbeleid een doelgerichte interventie op de grondmarkt mogelijk
te maken. Door als gemeente grond(en) in eigendom te hebben en/of door afspraken te maken met
(toekomstige) grondeigenaren kunnen de mogelijkheden voor kostenverhaal, verevening en
ontwikkeling optimaal benut worden. Duidelijk mag zijn dat een en ander de invloed op de uitvoering
van ontwikkelingen vergroot.
Grondbeleid is geen doel op zich maar een hulpmiddel om de ambities uit ruimtelijke plannen te
vertalen in concrete plannen c.q. ontwikkelingen en deze ook daadwerkelijk te verwezenlijken
middels een actief of meer faciliterend grondbeleid. Het grondbeleid is ingebed in de verantwoording
welke de gemeente moet geven in het kader van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies
en gemeenten, kortgezegd BBV.
Gelet op de bepalingen in de financiële verordening, de invoering van de nieuwe Wro alsmede een
groot aantal woningbouwontwikkelingen in gemeente Bernisse is op 2 februari 2010 de Nota
Grondbeleid 2010 vastgesteld. Kortgezegd draagt deze nota bij aan een evenwichtige en duurzame
ontwikkeling van de gemeente. In kwaliteit en in kwantiteit.
De Nota Grondbeleid biedt als het ware een gereedschapskist voor het te voeren grondbeleid waarbij
onderscheid wordt gemaakt tussen het procesmatige, juridische en financiële kader. Voorts geeft de
Nota Grondbeleid de ontwikkelstrategie van gemeente Bernisse weer: samenwerking, faseerbaarheid
en flexibiliteit in de ontwikkelprocessen zijn nadrukkelijke voorwaarden om ontwikkelingen mogelijk te
maken.
Afhankelijk van het wel of niet hebben van een grondpositie, beoogde ontwikkelprogramma’s en
marktontwikkelingen wordt maatwerk betracht teneinde de gemeentelijke ambities met betrekking tot
de ontwikkeling van woningbouw en woningbouwvoorzieningen optimaal te realiseren. Per
ontwikkeling en locatie wordt de strategische keuze gemaakt of actief of faciliterend grondbeleid
wordt gevoerd, op welke wijze de grondexploitatie wordt gevoerd en welke samenwerkingsvorm met
de ontwikkelende partij het meest geëigend is. Bij inzet van actief grondbeleid wordt gebruik gemaakt
van een projectmatige aanpak en van haalbaarheids- en/of risicoanalyses. Bij inzet van facilitair
grondbeleid wordt gebruik van de opgestelde formats, vastgesteld in het Processtatuut
Bouwplanprocedure op 15 juli 2008.
Projectmatig werken in fasen is een belangrijk onderdeel van de Nota Grondbeleid. Gemeente
Bernisse werkt in vier fasen van gebiedsontwikkeling:
- Initiatieffase: wel of niet starten van het project en onder welke uitgangspunten c.q.
voorwaarden;
- Ontwerpfase: uitwerking van de voorgestane ontwikkeling alsmede het sluiten van een
anterieure overeenkomst;
- Uitvoeringsfase: reguliere besluitvorming zoals bouwvergunningverlening, structureren
besluitvormingsproces en het monitoren van afspraken;
- Beheerfase: afronden projectrealisatie, overdracht van projectonderdelen en het
beheer van de openbare ruimte.
Iedere fase wordt afgerond middels het vastleggen van het resultaat in beslisdocumenten en
anterieure overeenkomsten. Genoemde stukken hebben betrekking op zowel de samenwerking als
de inhoudelijke uitwerking. Ook voor een verantwoorde financiële beheersing van de processen is
een projectmatige aanpak van belang. De ontwerp- en uitvoeringsfase maken deel uit van de
grondbedrijfsfunctie.
Gemeente Bernisse kent een taakstellende woningbouwproductie vanuit de Stadsregio Rotterdam,
gelet op het Convenant Woningmarktafspraken 2010-2015 tussen Stadsregio Rotterdam en
gemeente Bernisse, taakstellende woningbouwproductie van 298 woningen (opgeleverd en
120

aangemeld CBS) tot en met 2014. Genoemd bouwprogramma wordt gerealiseerd in de volgende
woonmilieus: Dorps: 284 woningen, Landelijk: 14 woningen.
Een belangrijke bijdrage aan de woningbouwproductie en taakstelling wordt geleverd middels actief
grondbeleid. Daarnaast stimuleert de gemeente ook vanuit faciliterend grondbeleid de realisatie van
ontwikkelingen van particuliere grondeigenaren. De procesbegeleiding is op projectniveau
organisatorisch ingebed. Vanaf de start hiervan in 2009 is gebleken dat deze structuur de
projectmatige (woning)bouwontwikkelingen in gemeente Bernisse goed ondersteunen.
Uitvoering grondbeleid
Provincie Zuid-Holland
Provincie Zuid-Holland is vanuit haar kaderstellende, ondersteunende en toetsende rol van invloed
op het gemeentelijk grondbeleid waarbij de recentelijk opgestelde Provinciale Structuurvisie en de
verordening Ruimte maatgevend zijn.
Stadsregio Rotterdam
De basis voor de samenwerking tussen gemeente Bernisse en Stadsregio Rotterdam, een regionaal
bestuur dat via een integrale aanpak zaken tot stand brengt voor gemeenten gezamenlijk, is het
Convenant Woningmarktafspraken 2010-2015
Gemeente Bernisse
Afhankelijk van financiële risico’s alsmede eigendomsverhoudingen kiest gemeente Bernisse in haar
grondbeleid voor zowel de actieve vorm (actieve beschikkingsmacht over de grond waarbij zelf de
grondexploitatie wordt gevoerd) als de passieve oftewel de faciliterende vorm (gemeente stelt
bestemmingsplan vast, houdt toezicht, stelt eisen aan inrichting en kwaliteit). Bij inzet van actief
grondbeleid wordt gebruik gemaakt van een projectmatige aanpak en van haalbaarheids- en/of
risicoanalyses. Bij inzet van facilitair grondbeleid wordt gebruik gemaakt van het eerder genoemde
Processtatuut Bouwplanprocedure waarbij kosten middels anterieure overeenkomst worden verhaald
op de ontwikkelende partij.
Op het gemeentelijk grondbeleid zijn meerdere beleidsvelden van belang. Te denken valt aan:
- Nota Grondbeleid 2010;
- Meerjaren Programma Grondbedrijfsfunctie 2012-2015;
- Structuurvisie Bernisse 2010;
- Diverse bestemmingsplannen;
- Toekomstvisie Bernisse 2025;
- Woonbeleidsplan gemeente Bernisse 2009;
- Discussiedocument maatschappelijke voorzieningen nieuwbouw Zuidland;
- Kadernota inkoop en aanbestedingsbeleid gemeente Bernisse 2008-2010;
- Financiële verordening gemeente Bernisse;
- Prestatieovereenkomst Wonen 2006-2010 gemeente Bernisse en woonstichting De
Zes Kernen (op dit moment wordt gewerkt aan de overeenkomst voor de
vervolgperiode, vaststelling wordt verwacht eind eerste/begin tweede kwartaal 2013).
Grondbeleid gemeente Bernisse
Actief grondbeleid
Ingeval van actief grondbeleid heeft (of, na verwerving) de gemeente actief beschikking over
grond(en), waarbij onderstaande aspecten van belang zijn:
- gemeente voert geheel zelf de grondexploitatie of doet dit voor een groter of kleiner
deel samen met een marktpartij waardoor kosten en opbrengsten beter kunnen worden
beheerd en beïnvloed;
- opbrengsten kunnen zelf worden geïncasseerd en gebruikt ter dekking van kosten en
verevening;
- eventuele mee- en tegenvallers zijn voor rekening van gemeente.
121

Het succes van actief grondbeleid wordt mede bepaald door de wijze van samenwerking met
marktpartijen en/of overheden. Voorts dient bij actief grondbeleid een projectmatige aanpak gevolgd
te worden en dienen haalbaarheid- en risicoanalyses gemaakt te worden om risico’s inzichtelijk te
maken en af te (kunnen) dekken. Ontwikkelingskosten komen ten laste van de projectexploitatie.
Het voeren van actief grondbeleid biedt maximale beleidsruimte waarbij een integrale afweging
tussen grondprijs en kwaliteit kan plaatsvinden. In het kader van deze beleidsruimte heeft de
gemeente invloed op thema’s als samenstelling van het bouwprogramma, wijze van selectie van
marktpartijen, grondprijs, voorwaarden waaronder gronden worden uitgegeven, kwaliteit en de factor
tijd versus fasering.
Gegeven de woningbouwopgave en de ambities van gemeente Bernisse voert gemeente Bernisse
een actieve koers op het gebied van grondbeleid en is bewust gekozen meer en meer een actieve
strategie toe te passen.
Faciliterend grondbeleid
Van faciliterend grondbeleid wordt gesproken als de gemeente het verwerven van onroerend goed en
het produceren en uitgeven van (bouw)grond(en) overlaat aan derden. De gemeente beperkt zich
daarbij tot het vaststellen van het bestemmingsplan, het scheppen van randvoorwaarden en het
uitvoeren van toezicht. Basis hiervoor is gelegd in de formats welke zijn vastgelegd in het
Processtatuut Bouwplanprocedure.
Kosten worden verhaald middels anterieure overeenkomst op de ontwikkelende partijen.
Samenwerkingsvormen
Bij het voeren van actief en faciliterend grondbeleid zijn diverse samenwerkingsvormen mogelijk. Per
ontwikkeling en locatie zal een strategische keuze dienen te worden gemaakt op welke wijze de
gemeente de grondexploitatie wil (laten) voeren en welke samenwerkingsvorm het meest geëigend
is. Indien sprake is van een gemeenschappelijke grondexploitatie, worden de financiële
consequenties voor gemeente Bernisse expliciet gemaakt in een gemeentelijke
exploitatieberekening.
Contractvorming
Voor locaties waarbij sprake is van grondeigendom bij een private exploitant, en dus van facilitair
grondbeleid vanuit de gemeente, worden intentieovereenkomsten gesloten zodra wordt overgegaan
van de initiatief- naar ontwerpfase en realisatieovereenkomsten voordat wordt overgegaan naar de
uitvoeringsfase van een project. Zodoende kan worden zeker gesteld dat de gemeentelijke kosten die
op de locaties rusten, worden verhaald op ontwikkelende partij(en).
Kostenverhaal
Van belang is dat indien de grond niet kan worden verworven, de gemeente Bernisse de kosten die
zij maakt ter realisatie van de ontwikkeling kan verhalen op de ontwikkelende partij(en).
Indien er sprake is van actief grondbeleid komen de exploitatiekosten van de betreffende
gebiedsontwikkeling ten laste van grondexploitatie van het betreffende project.
Bij facilitair grondbeleid geschiedt de ontwikkeling op initiatief van de marktpartijen. Kostenverhaal
wordt dan geregeld door het afsluiten van een exploitatieovereenkomst met de marktpartijen.
Indien niet tot minnelijke overeenstemming kan worden gekomen zal kostenverhaal plaatsvinden via
het exploitatieplan.
Kostenverhaal kan op de volgende manieren geschieden:
a. Privaat- en publiekrechtelijk spoor
Om kosten te verhalen maakt de gemeente Bernisse gebruik van de mogelijkheden als opgenomen
in afdeling 6.4 van de Wro. Deze regeling bevordert de samenwerking tussen gemeente en een
projectontwikkelaar in situaties waarin de grond in handen is van de private partij. In eerste instantie
122

wordt namelijk getracht een anterieure (realisatie)overeenkomst met de grondeigenaar te sluiten
waarin het kostenverhaal wordt zeker gesteld (privaatrechtelijk spoor). Voor deze anterieure
overeenkomst geldt volledige contractvrijheid (gemeente Bernisse hanteert overigens zoveel mogelijk
standaard overeenkomsten). Indien bij vaststelling van het bestemmingsplan niet met alle
grondeigenaren in het bestemmingsplangebied, welke de intentie hebben tot planontwikkeling, een
anterieure overeenkomst is gesloten, is de gemeente verplicht een exploitatieplan op te stellen om
kostenverhaal bij de bouwvergunningaanvraag te verzekeren (publiekrechtelijk spoor).
b. Exploitatieplan
De gemeenteraad (of bij delegatie het college) stelt een exploitatieplan vast, gelijktijdig met het
bestemmingsplan of projectbesluit (Wabo) waarop het betrekking heeft. Deze samenloop van
vaststellingsprocedures biedt huidige en toekomstige eigenaren in het plangebied rechtszekerheid.
Alle eigenaren binnen het plangebied worden geïnformeerd over het ontwerp exploitatieplan en de
vaststelling daarvan. Tegen het ontwerp kunnen belanghebbenden zienswijzen indienen en tegen het
vastgestelde exploitatieplan beroep instellen.
Ingeval van kostenverhaal via de publiekrechtelijke weg met behulp van het exploitatieplan moet de
gemeente zich houden aan de volgende drie beginselen: profijt, causaliteit en proportionaliteit.
c. Koppeling bouwvergunningaanvraag
Het kostenverhaal via het publiekrechtelijk spoor vindt plaats via de bouwvergunningaanvraag. Een
bouwvergunning wordt enkel verleend indien het kostenverhaal zeker is gesteld. Niet-tijdige betaling
van de verschuldigde exploitatiebijdrage kan leiden tot een bouwstop, invordering bij dwangbevel of
zelfs intrekking van de bouwvergunning.
d. Bovenplanse kosten
Bovenplanse kosten kunnen conform artikel 6.13 lid 7 Wro voor meerdere locaties of gedeeltes
daarvan in een exploitatieopzet worden opgenomen in de vorm van een fondsbijdrage. Een en ander
op basis van de Structuurvisie gemeente Bernisse 2009, welke aanwijzingen geeft over de
bestedingen die ten laste van een op te richten fonds kunnen komen.
Bij faciliterend grondbeleid wordt gebruik gemaakt van afdeling 6.4 Wro. In eerste instantie wordt
getracht een anterieure overeenkomst te sluiten. Bij het voorbereiden en vaststellen van het
bestemmingsplan wordt, indien het kostenverhaal nog niet is zeker gesteld met anterieure
overeenkomst(en), tevens een exploitatieplan voorbereid en vastgesteld om kostenverhaal zeker te
stellen bij bouwvergunningverlening.
Strategische grondaankopen
In het kader van actief grondbeleid en het slagvaardig kunnen optreden bij de verwerving van
grond(en) en grondposities is het college van burgemeester en wethouders vrij te handelen tot een
gemaximeerd budget van € 1,5 miljoen. Duidelijk mag zijn dat in het kader van een actieve
informatieplicht de gemeenteraad geïnformeerd dient te worden over de aankoop.
Grondexploitaties
Grondbeleid en vooral de financiële gevolgen van grondbeleid hebben hun invloed op de
gemeentelijke begroting en het weerstandsvermogen.
De kosten en opbrengsten van een grondexploitatie ingeval van actief grondbeleid worden
opgenomen in een exploitatieopzet naar dynamisch model, hetgeen kortgezegd inhoudt dat rekening
wordt gehouden met prijs- en opbrengststijgingen en de fasering van kosten en opbrengsten in de
tijd. Voor een grondexploitatie ingeval van faciliterend grondbeleid wordt eveneens een
exploitatieopzet opgesteld; deze is over het algemeen minder uitgebreid en complex dan bij opzetten
ingeval van actief grondbeleid.
a. Apparaatskosten
Gemeente Bernisse rekent de gemeentelijke apparaatskosten toe aan grondexploitaties voor zover
deze betrekking hebben op het betreffende project. Ingeval van actief grondbeleid zal dekking
123

plaatsvinden vanuit inkomsten uit verkoop van benodigde grond(en), ingeval van faciliterend
grondbeleid worden de te maken kosten verhaald op de grondeigenaar c.q. ontwikkelende partij.
b. Verlies- en winstnemingen
Een eventueel batig saldo van de grondexploitatie wordt bij afsluiting aan de Algemene Reserve
Grondexploitatie toegevoegd, bij voorzienbare tekorten wordt ten laste van deze reserve een
voorziening getroffen. In principe wordt de gehele winst van een grondexploitatie genomen bij
afsluiting van de grondexploitatie, tenzij het mogelijk is om op verantwoorde wijze al vooruitlopend op
de afsluiting een deel van de winst te nemen. Voorwaarde is dat er daadwerkelijk sprake moet zijn
van gerealiseerde winsten in de grondexploitatie en dat deze uit oogpunt van verantwoorde
bedrijfsvoering (rekening houdend met nog te realiseren kosten en opbrengsten) ook kunnen worden
genomen.
Tussentijdse winstneming is mogelijk indien een deelproject is afgesloten, de winst op betreffend
deelproject is gerealiseerd, en er geen verlies wordt verwacht op andere deelprojecten, tenzij
daarvoor voldoende voorzieningen zijn getroffen. Tussentijdse winstneming ingeval van een
meerjarig project kan enkel en alleen plaatsvinden als tussentijdse prestaties verantwoord zijn te
bepalen:
- ingeval geen overwegende onzekerheid over de totale omvang van het project bestaat;
- ingeval geen overwegende onzekerheden bestaan over de ontvangst van de
overeengekomen bedragen bestaan;
- ingeval de nog te maken kosten en de mate van de voortgang van het project op
verantwoorde wijze kunnen worden bepaald;
- ingeval de vergelijking van de werkelijke kosten met de voorcalculatie per fase c.q.
deelproject mogelijk is.
Indien aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan, mag de winstneming naar rato van voortgang
van het project plaatsvinden. Zodra 75% van de voorgecalculeerde verkoopopbrengst is gerealiseerd,
zal worden overgegaan tot het naar rato (75%) nemen van winst.
Indien er aanleiding bestaat dit beleid omtrent tussentijdse winstneming uit grondexploitaties te
wijzigen, zal de Gemeenteraad daartoe een onderbouwd voorstel ter vaststelling worden voorgelegd.
c. Reserves en voorzieningen
Reserves en voorzieningen zijn een belangrijk onderdeel in de totale beheersing van de
grondexploitaties; alle financiële consequenties van de activiteiten binnen de grondbedrijfsfunctie
worden met elkaar in verband gebracht en vertaald in een meerjarige staat van reserves en
voorzieningen waarmee een meerjarig beeld wordt geschapen.
Via een beleidsmatige kaderstelling, gerelateerd aan bepaalde kwaliteitsniveaus, geeft de
gemeenteraad richtlijnen c.q. kaders over de voeding van reserves en voorzieningen. Ingeval
reserves en voorzieningen onder het minimumniveau komen, vindt een afweging plaats om wel of
niet te komen tot de noodzakelijke hoogte.
Uitgangspunt in de Nota Grondbeleid 2010 is dat binnen de grondbedrijfsfunctie alle mogelijke
financiële tegenvallers en negatieve resultaten primair worden gedekt door activiteiten met een
voordelig saldo.
d. Algemene Reserve Grondexploitatie (ARG)
De Algemene Reserve Grondexploitatie (ARG) is een algemene reserve waarmee alle positieve en
negatieve resultaten van de activiteiten binnen de grondbedrijfsfunctie worden verrekend. In het licht
van art. 43 BBV is de ARG een bestemmingsreserve, welke wordt gevoed door:
- het toevoegen van batige saldi van afgesloten grondcomplexen en uit tussentijdse
winstnemingen vanuit lopende grondexploitaties;
- opbrengsten van verkopen en vastgoed binnen de grondbedrijfsfunctie;
- incidentele bijdragen uit de algemene dienst;
- mutaties in de risicoreserve grondbedrijfsfunctie en eventuele voorzieningen, (welke
kunnen leiden tot het terugvloeien van middelen naar de ARG).
124

Onttrekkingen aan de ARG kunnen worden gedaan voor:
- het vormen van voorzieningen ter afdekking van negatieve exploitatiesaldi;
- het voeden van de risicoreserve grondbedrijfsfunctie;
- afroming ten gunste van de algemene dienst;
- overige incidentele uitgaven ten behoeve van de grondbedrijfsfunctie.
e. Risicoreserve grondbedrijfsfunctie
De Risicoreserve Grondbedrijfsfunctie dient voor het opvangen van reële en aanwijsbare
(plan)economische risico’s voortvloeiend uit de uitvoering van het vastgestelde grondbeleid. De
benodigde middelen in deze reserve worden tenminste jaarlijks opnieuw berekend en onderbouwd.
De Risicoreserve Grondbedrijfsfunctie wordt gevoed ten laste van de ARG. Indien bij herberekening
van de risico’s blijkt dat er een overschot aan middelen in de risicoreserve aanwezig is, zullen deze
middelen terugvloeien naar de Algemene Reserve Grondbedrijf (ARG).
f. Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen doelt op de middelen welke beschikbaar zijn om eventuele conjuncturele
risico’s op te vangen. De omvang van het benodigde weerstandsvermogen wordt berekend en
onderbouwd in de jaarlijkse risicoanalyse welke met het herzien van de grondexploitaties wordt
opgesteld. Daarbij wordt ten minste rekening gehouden met de effecten van achterblijvende
opbrengsten en planvertragingen als gevolg van algemene economische omstandigheden.
Het weerstandsvermogen en de risicoreserve grondexploitaties dekken de bekend zijnde risico’s.
Wijzigingen en de gebruikelijke dynamiek binnen projecten hebben direct effect op het
weerstandsvermogen. Ten minste eenmaal per jaar worden de middelen voor risicodekking in
overeenstemming gebracht met de berekende behoefte(n). In geval van significante wijzigingen in de
bekende risico’s kan dit ook tussentijds geschieden.
g. Risicomanagement
Risicomanagement is een regelmatig, systematisch onderzoek naar risico’s welke de (financiële)
haalbaarheid van een project bedreigen alsmede de formulering en toepassing van maatregelen
waarmee deze risico’s zo doeltreffend mogelijk kunnen worden beheerst. Een risico wordt in dit kader
gedefinieerd als het verschil tussen uitgangspunten en de afwijking op deze uitgangspunten welke
zich gegeven een bepaald (reëel) scenario op termijn kan voordoen. Risico’s kunnen zowel een
negatief als een positief effect hebben. Grondexploitatie is een risicodragende activiteit, een activiteit
welke vraagt om adequate analyse en beheersing van deze risico’s. In het kader van
risicomanagement is het van belang te beseffen in welke mate de gemeente zelf een risico kan
beïnvloeden. Indien de beïnvloedbaarheid groot is, kan een gerichte strategie worden ingezet om een
negatief risico te beperken of zelfs af te wenden. Indien de beïnvloedbaarheid gering is, is monitoring
van belang om tijdig over de omvang en het financiële gevolg te kunnen rapporteren. Dit kan leiden
tot het bijstellen van ramingen of tot aanpassingen in het plan. Ingeval van het opstellen van een
exploitatieberekening dient eveneens een risicoanalyse te worden opgesteld.
h. Planschade
De kosten welke samenhangen met een door gemeente aan een belanghebbende toe te kennen
vergoeding van planschade, komen overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.4a Wro voor rekening
van de ontwikkelende partij(en). Een en ander wordt middels een anterieure overeenkomst tussen
gemeente en ontwikkelaar vastgelegd. De gemeente stelt deze in kennis van een aanvraag om
planschadevergoeding en beslist over de aanvraag met inachtneming van het bepaalde in de
Procedureverordening advisering tegemoetkoming in planschade 2008.
i. Bovenwijkse voorzieningen
Bovenplanse kosten kunnen conform artikel 6.13 lid 7 Wro voor meerdere locaties of gedeeltes
daarvan in een exploitatieopzet worden opgenomen in de vorm van een fondsbijdrage indien voor
deze locaties of gedeeltes daarvan een Structuurvisie is vastgesteld, welke aanwijzingen geeft over
de bestedingen die ten laste van het fonds gebracht kunnen worden. Ingeval van kostenverhaal via
de publiekrechtelijke weg middels exploitatieplan dienen de beginselen profijt, causaliteit en
proportionaliteit in acht genomen te worden. Ingeval van faciliterend grondbeleid wordt gemaakt van
afdeling 6.4 Wro.
125

Meerjaren Programma Grondbedrijfsfunctie (MPG)
In artikel 5.5.1 Nota Grondbeleid, als vastgesteld door de gemeenteraad op 2 februari 2010, is
bepaald dat een Meerjaren programma Grondbedrijfsfunctie, kortgezegd MPG, vastgesteld dient te
worden. Onderdeel van het MPG is een risicoanalyse per project alsmede een overzicht van de
geconsolideerde risico’s van alle projecten tezamen.
Doelstelling van het MPG is de bedrijfseconomische situatie van de grondbedrijfsfunctie transparant
in beeld te brengen waarbij verantwoording wordt afgelegd over de voortgang en uitvoering in
ontwikkelingen met een doorlijk naar de toekomst. Peildatum is de stand van zaken per 1 januari van
ieder jaar.
Het MPG vormt een kader voor het gemeentebestuur op basis waarvan op verantwoorde wijze
financiële beslissingen kunnen worden genomen en dient feitelijk als toelichting op de jaarrekening.
Op basis van geactualiseerde exploitatieberekeningen worden de financiële consequenties vertaald
in een meerjarige staat van reserves en voorzieningen.
Voorts biedt het MPG ook informatie ten behoeve van de Kadernota voor ieder volgend jaar.
Kortgezegd geeft het MPG een integraal financieel beeld op basis waarvan nieuwe
investeringsbeslissingen of beleid op het gebied van ruimtelijke ontwikkelingen kunnen worden
afgewogen.
Het Meerjaren Programma Grondbedrijfsfunctie 2013-2016 is nu in voorbereiding.
Projecten
Gelet op het Convenant Woningmarktafspraken 2010-2015 tussen Stadsregio Rotterdam en
gemeente Bernisse kent gemeente Bernisse een taakstellende woningbouwproductie van 298
woningen (opgeleverd en aangemeld CBS) tot en met 2014. Genoemd bouwprogramma wordt
gerealiseerd in de volgende woonmilieus: Dorps: 284 woningen, Landelijk: 14 woningen.
De gevolgen van de in 2008 ingezette economische recessie is ook op locaal niveau merkbaar.
Woningbouwprojecten waarvan de uitvoering aanvankelijk als een gegeven werd beschouwd, worden
geconfronteerd met een stagnerende verkoop waardoor de uitvoering van het desbetreffende project
vertraging oploopt. Duidelijk is dat de stagnerende woningbouwontwikkeling(en) gevolgen heeft voor
de gemeentelijke begroting.
Onderstaand een overzicht van alle projecten per 1 januari 2013. Voor de boekwaarden en de
mutaties wordt verwezen naar de toelichting op de balans, voor een uitgebreide toelichting per project
wordt verwezen naar het MPG.
126

Actief grondbeleid
Facilitair grondbeleid
Initiatieffase
Ontwerpfase
(NIEGG)
Portefeuille
Grondbedrijffunctie
Uitvoeringsfase
(BIE)
Beheerfase
AAbbenbroek: Tuinen van Abbenbroek (sv) AAbbenbroek: Gemeenlandsedijk Noord (totaal)
Zuidland - KvN: gronden naast sportvelden (sv) Zuidland: vrijkomende schoollocaties
Zuidland: Verenigingsgebouw
(Bongerd/Wissel)
HHeenvliet: Hugo van Voorneweg
HHeervliet-Oost: Bedrijvenster
Zuidland - KvN: landelijk wonen & 2e
bouwstroom
Z Zuidland - KvN: brede school Beeldsweg
Zuidland - KvN: Beeldsweg
Heenvliet: Oost-Voorns Kanaalgronden (OVK)
Zuidland - KvN: 1e bs deel Noord
Zuidland - KvN: 1e bs deel Zuid
Zuidland: Troostterrein
Zuidland: Harregat I
Oudenhoorn: Eeweg
Heervliet: Spuikade
A Abbenbroek - Wasastraat
Geervliet - Bernisseweg
Oudenhoorn - Molenweg
Zuidland - KvN: Eekhout
Zuidland - Molendijk
HHeenvliet:
Wielesteyn/Blijdesteyn/Oliphantspad
SSimonshaven: Beverwijkstraat
Zuidland: Harregat III
Voor de periode 2012 – 2020 wordt uitgegaan van de volgende toename van het aantal woningen:
Project 2012 2013 2014 2015 2016 2017-2020
Gemeenlandsedijk Nrd Abb. pm pm
Wasastraat Abb. 3
Bernisseweg Gvl. pm pm
OVK-gronden Hvl. 10 10 10 10
Molenweg Oh. 20 20 160
Kreken van N: Beeldsweg 21
Kreken van N. 2 e bouwstroom 15 15 15 319
Kreken van N. Eekhout 15 15 28
Kreken van N., 1 e bouwstroom deel 8 10 10 7
Noord
Kreken van N. , 1 e bouwstroom 4 4 4 4 17
deel Zuid
Molendijk Zdl 10 10 12
T o t a a l 12 17 49 102 89 517
127

4. Jaarrekening
128

4.1 Balans per 31 december 2012
129

130

131

4.2 Programmarekening 2012
Alle bedragen * € 1.000, negatieve bedragen geven een voordeel aan
132

133

4.3 Toelichtingen
134

4.3.1 Grondslagen voor waardering en
resultaatbepaling
Inleiding
De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en
verantwoording Provincies en gemeenten daarvoor geeft.
Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van
historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa
en passiva opgenomen tegen nominale waarden.
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en
lasten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en
risico´s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen
indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het
dividend betaalbaar gesteld wordt.
Balans
Vaste activa
Materiële vaste activa met economisch nut
Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering
gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Slijtende investeringen worden vanaf
het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur, waarbij
rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Op grond bezit met economisch nut
(buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven.
Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere
vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. In het begrotingsjaar heeft
een dergelijke vermindering overigens niet plaatsgevonden. Dergelijke afwaarderingen worden
teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken. Volledigheidshalve vermelden wij dat op
investeringen die vóór 2000 gedaan zijn soms extra is afgeschreven zonder economische
noodzaak (ter verlichting van toekomstige lasten). Ook zijn in voorkomende gevallen reserves op
dergelijke investeringen afgeboekt.
Voor de (belangrijkste) vaste activa worden de volgende afschrijvingstermijnen toegepast, waarbij
zowel de lineaire- als annuïtaire methode wordt gebruikt:
* voertuigen 10 jaar * wegen 35/40 jaar
* lichtmasten 35 jaar * riolering 15 tot 60 jaar
* gebouwen 50 jaar * schoolgebouwen 40 jaar
* inventaris gebouwen 10 jaar
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
Overeenkomstig de 19 december 2006 door de gemeenteraad vastgestelde beleidsnota worden
infrastructurele werken in de openbare ruimte, zoals wegen, pleinen, bruggen, viaducten en parken
geactiveerd en afgeschreven. De ondergrond van deze werken wordt daarbij als integraal
onderdeel van het werk beschouwd (en dus ook afgeschreven). Voor zover in voorkomende
gevallen een snellere budgettaire dekking mogelijk is, wordt op dergelijke activa overigens
(resultaatafhankelijk) extra afgeschreven. De boekwaarden moeten dus nadrukkelijk als nog te
dekken investeringsrestanten worden gezien.
135

Financiële vaste activa
Participaties in het aandelenkapitaal zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Indien de waarde van
de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingprijs zal afwaardering
plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering niet noodzakelijk gebleken. De actuele
waarde ligt ruim boven de verkrijgingsprijs.
Bijdragen aan activa van derden worden geactiveerd als ze individueel een bedrag van € 50.000 te
boven gaan. Dergelijke geactiveerde bijdragen zijn gewaardeerd tegen het bedrag van de
verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. De verleende bijdragen worden afgeschreven
in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van de door de gemeente gestelde
voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak.
Voorraden
De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, dan wel
lagere marktwaarde. De overige grond- en hulpstoffen (magazijnvoorraden) worden gewaardeerd
tegen standaard de gemiddeld betaalde inkoopprijs. Incourante voorraden worden afgewaardeerd
naar marktwaarde.
De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de
vervaardigingsprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die
rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten
van bouw- en woonrijpmaken), evenals de rentekosten en een redelijk te achten aandeel in de
administratie- en beheerskosten. Winsten uit de grondexploitatie worden conform de nota
grondbeleid slechts genomen indien en voor zover die met voldoende mate van betrouwbaarheid
als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen
verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht.
De producten die gereed zijn worden gewaardeerd tegen de kostprijs of tegen de marktwaarde
indien de marktwaarde lager is dan de kostprijs. Dat laatste doet zich vooral voor indien voorraden
incourant worden. De kostprijs bestaat uit de verrekenprijzen van grond- en hulpstoffen en de loonen
machinekosten die aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend.
Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een
voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de
geschatte inningskansen.
Liquide middelen en overlopende posten
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.
Voorzieningen
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het
voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders is echter tegen de
contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd,
waarbij rekening is gehouden met een jaarlijkse indexering.
De onderhoudsegalisatievoorzieningen stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot
onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen, waarin rekening is gehouden
met de kwaliteitseisen die ter zake geformuleerd zijn. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
die is opgenomen in het jaarverslag is het beleidskader uiteengezet.
Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane
aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
136

4.3.2 Toelichting op de balans
Alle bedragen in dit hoofdstuk zijn in duizenden euro’s.
ACTIVA
Materiële vaste activa
137

Het verloop van de overige materiële vaste activa met economisch nut ziet er als volgt uit:
Het verloop van de investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut ziet er
als volgt uit:
De activa met een maatschappelijk nut in de openbare ruimte bestaan voornamelijk uit
geactiveerde wegreconstructies. Deze worden in 25 (reconstructies van voor 2005) en 35
(reconstructies van na 2005) jaar afgeschreven. Voor wegreconstructie vanaf 2012 wordt een
afschrijvingtermijn van 40 jaar gehanteerd. Voor zover deze lasten het jaarlijks beschikbare budget
onderhoud wegen overschrijden, worden deze ten laste van de voorziening wegen gebracht.
Daarnaast wordt ook de vervanging van de openbare verlichting geactiveerd en in 35 jaar
afgeschreven. Hiervoor is geen onderhoudsvoorziening aanwezig.
138

De belangrijkste vermeerderingen van de materiële vaste activa zijn in het volgende overzicht
weergegeven:
De belangrijkste verminderingen van de materiële vaste activa zijn in het volgende overzicht
weergegeven:
139

Financiële vaste activa
Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde weer van de financiële vaste
activa:
Leningen aan woningbouwcorporaties
De leningen aan woningbouwcorporaties betreffen leningen die conform de overeenkomst
overdracht gemeentelijk woningbedrijf Bernisse zijn verstrekt aan woonstichting De Zes Kernen.
Alle verstrekte leningen zijn geborgd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw zodat het
debiteurenrisico voor de gemeente vrijwel nihil is.
Overige uitzettingen
Dit betreft een (eeuwigdurende) inschrijving in het grootboek nationale schuld.
Het onderstaande overzicht is een specificatie van de kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen:
140

Voorraden
Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde weer van de grond- en
hulpstoffen, niet in exploitatie genomen bouwgronden:
De Tuinen van Abbenbroek zijn afgewaardeerd. Als gevolg hiervan dienen ze als Grond- en
hulpstoffen te worden geclassificeerd in de jaarrekening en niet als NIEGG (aangezien er geen
stellig voornemen meer is).
141

Onderstaand de specificatie van de grond- en hulpstoffen, overige grond- en hulpstoffen:
Onderstaand het overzicht van het verloop van de boekwaarde van de bouwgronden in exploitatie:
De volgende voorziening is in mindering gebracht op de boekwaarde van de bouwgronden in
exploitatie.
142

Het is het saldo per 31 december 2011:
- Bernisserweg Geervliet nadeel € 47.000
- Troostterrein Zuidland nadeel € 25.000
De mutaties 2012 betreffen:
- Troostterrein Zuidland nadeel € 21.000
- Bernisserweg Geervliet voordeel € 47.000
-
Het saldo per 31 december 2012 bestaat uit:
- Troostterrein Zuidland nadeel € 46.000
Totaal nadeel € 46.000
Bovenstaande voorziening verliezen grondexploitatie is in overeenstemming met het MPG 2013.
Het onderstaande overzicht is een specificatie van het gereed product en handelsgoederen:
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
Het onderstaande overzicht is een specificatie van de vorderingen op openbare lichamen:
Het onderstaande overzicht is een specificatie van de overige vorderingen:
143

Het verloop van de post dubieuze debiteuren:
Liquide middelen
Overlopende activa
PASSIVA
Eigen vermogen
Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde weer van de reserves:
144

Het onderstaande overzicht geeft de mutaties weer van € 150.000 of meer:
1. Overboeking in reserve
2. Overboeking saldo reiniging
3. Reservering/dekking personeelslasten
4. Restant budget ICT
5. Overboeking naar reserve lopende verplichtingen
6. Reservering lopend jaar/afwikkeling
Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde weer per reserve:
145

* negatieve bedragen zijn een voordeel voor het jaarrekeningresultaat (de exploitatie).
Saldo van de jaarrekening
Voorzieningen
Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde weer van de voorzieningen:
Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde weer per voorziening:
146

Het onderstaande overzicht geeft weer wat het doel en de aard is van de voorzieningen:
In verband met gewijzigde regelgeving worden niet bestede rijksmiddelen met een
verantwoordingsplicht niet langer in een voorziening gestort maar verantwoord onder de transitoria.
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde weer van de vaste schulden met
een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
147

Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd van korter dan één jaar
Het onderstaande overzicht geeft een specificatie weer van de netto vlottende schulden met een
rentetypische looptijd van korter dan één jaar, bank- en girosaldo:
Het onderstaande overzicht geeft een specificatie weer van de netto vlottende schulden met een
rentetypische looptijd van korter dan één jaar, overige schulden
148

Overlopende passiva
Wet inburgering:
Het saldo betreft de terugbetaling van de subsidieregeling Wet Inburgering 2007 – 2009, comform
de beschikking van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Buiten de balans opgenomen garantstelling
Het in de balans opgenomen bedrag voor verstrekte waarborgen aan natuurlijke- en rechtspersonen
kan als volgt naar de aard van de geldlening gespecificeerd worden:
Langlopende financiële verplichtingen
De gemeente is voor een aantal toekomstige jaren verbonden aan verschillende, niet uit de balans
blijkende financiële verplichtingen. Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste van deze
verplichtingen:
Te betalen vakantiegeld per 31 december 2012 € 134.590
Kredietfaciliteit Bank Nederlandse Gemeenten € 2.200.000
De belastingdienst heeft eind 2005 een onderzoek uitgevoerd naar de juistheid van de geclaimde
omzetbelasting over de jaren 2003 en 2004. Medio 2006 zijn de resultaten daarvan bekend
gemaakt. Dit leidde tot een principiële discussie over de aftrekbaarheid van de omzetbelasting op
bepaalde activiteiten. De belastingdienst heeft naheffingsaanslagen opgelegd. Wij waren het niet
eens met deze naheffingsaanslagen en hebben daartegen bezwaar gemaakt. Deze discussie is
eind 2012 nog niet afgerond.
149

Overzicht van de algemene dekkingsmiddelen:
150

4.3.3 Overzicht incidentele baten en lasten
De toelichtingen op deze incidentele lasten en baten zijn terug te vinden onder de diverse
programma´s.
151

152

5. Bijlagen
153

5.1 Single Information Single Audit
Jaarlijks dient middels een bijlage bij de jaarrekening verantwoording te worden afgelegd over de
besteding van een aantal specifieke uitkeringen aan de verstrekkers van deze uitkeringen. In deze
bijlage zijn hiertoe een aantal kengetallen c.q. bedragen opgenomen. De exact in te vullen
gegevens per regeling worden door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
via haar website beschikbaar gesteld.
Voor 2012 geldt SISA voor de gemeente Bernisse voor de volgende specifieke regelingen:
154

155

156

157

158

5.2 Overzicht stand / verloop
investeringskredieten
159

160

5.3 Controleverklaring
161