Schuttersbrief 026 - Verbond der Schuttersgilden Genk
Schuttersbrief 026 - Verbond der Schuttersgilden Genk
Schuttersbrief 026 - Verbond der Schuttersgilden Genk
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SCHUTTERSFEESTEN / GILDENFEESTEN IN GEVAAR (3)<br />
VAN: De Heer David van den Brink,<br />
persoonlijk medewerker van het Tweede-Kamerlid Annie Schreijer-Pierik<br />
Geachte Heer Disch,<br />
Den Haag, 17 mei 2005<br />
Hierbij ontvangt U desgevraagd de aanvullende Kamervragen inzake de zomerfeesten.<br />
Met vriendelijke groeten,<br />
David van den Brink.<br />
Letterlijke tekst van de vervolgvragen van het Tweede-Kamerlid Annie Schreijer-Pierik<br />
[Zie en vergelijk SB 25, blz. 459]<br />
2040514420<br />
Vragen van het lid Schreijer-Pierik (CDA) aan de ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke<br />
Ordening en Milieubeheer en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over zomerfeesten op<br />
agrarische grond.(Ingezonden 6 mei 2005)<br />
1<br />
Deelt U de mening, dat bij zomerfeesten al gauw rekening moet worden gehouden met een week<br />
voor de opbouw van het feest, enkele dagen voor het afbreken van het feest en een duur van het<br />
feest zelf van drie dagen, dat enkele duizenden bezoekers op <strong>der</strong>gelijke feesten afkomen en dat<br />
het gevolg van de uitspraak van de Raad van State 1) is, dat feesten van deze of grotere omvang in<br />
de toekomst door gemeenten niet meer toegestaan zullen kunnen worden op agrarische grond?<br />
2<br />
Deelt U de mening, dat de in de uitspraak van de Raad van State geïndiceerde criteria voor<br />
kortdurend en incidenteel gebruik van het terrein, waartegen de bestemmingsplanvoorschriften<br />
zich niet zouden verzetten, gemeenten nog maar weinig ruimte laten om zomerfeesten op<br />
agrarische grond doorgang te laten vinden?<br />
3<br />
Bent U bereid het vraagstuk van de zomerfeesten in relatie tot bestemmingsplanvoorschriften<br />
mee te nemen bij de fundamentele herziening van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en het<br />
daartoe te leiden dat gemeenten, conform de in de Nota Ruimte gehanteerde sturingsfilosofie,<br />
méér beleidsruimte krijgen om een eigen lokale afweging te maken met betrekking tot het toestaan<br />
van zomerfeesten op agrarische grond?<br />
Toelichting<br />
Dit zijn vervolgvragen naar aanleiding van de antwoorden van de Minister van LNV, 2 mei jl.,<br />
op Kamervragen van het lid Schreijer-Pierik d.d. 15 april jl. inzake zomerfeesten op agrarische<br />
grond.<br />
1) Uitspraak van de Raad van State d.d. 13 april 2005, nr. 200405311/1.<br />
0405tkkvl2040514420, Sdu Uitgevers, ’s-Gravenhage 2005<br />
Tweede Kamer, verga<strong>der</strong>jaar 2004-2005, Vragen.<br />
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------<br />
472 20 mei 2005 <strong>Schuttersbrief</strong> - nummer 26<br />
8