Publication ( PDF , 981.92 KB ) - Gezondheidsraad
Publication ( PDF , 981.92 KB ) - Gezondheidsraad
Publication ( PDF , 981.92 KB ) - Gezondheidsraad
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Activiteiten en participatie<br />
Het onderzoek op het gebied van activiteiten en participatie wordt vooral gedaan<br />
buiten de universiteiten, in het algemeen betreft het kortdurende projecten, vaker<br />
op volwassenen en ouderen dan op kinderen en jongeren gericht. Voorbeelden<br />
zijn projecten gericht op zelfredzaamheid, verbetering en coördinatie van<br />
dienstverlening en arbeidsintegratie.<br />
Omgevingsfactoren<br />
Hulpmiddelen en technologie zijn onderwerp van onderzoek op zowel de<br />
universiteiten als buiten-universitaire instituten. Op de universiteiten is dit<br />
onderzoek vaker fundamenteel van aard. De doelgroep betreft alle leeftijden.<br />
Het onderzoek met betrekking tot de omgeving wordt met name gedaan op het<br />
gebied van de arbeidsomstandigheden (lawaai op de werkplek) door TNO-TM<br />
(Technische Menskunde), expertisecentrum Gehoor en Arbeid (AMC) en de<br />
afdelingen KNO van VUmc en AMC. De doelgroep wordt met name gevormd<br />
door de werkenden met problemen in de auditieve communicatie.<br />
3.2.2 O MVANG EN FINANCIERING<br />
Omvang<br />
Uit tabel 2 blijkt dat het aantal fte’s onderzoek gering is. Het universitaire deel is<br />
nog het grootst, met een gelijke verdeling van vaste en tijdelijke aanstellingen. De<br />
omvang van het niet-universitaire onderzoek is zeer gering; het betreft dikwijls<br />
tijdelijk personeel. Indien een kritische massa van ca. 4 vaste fte onderzoek ter<br />
wille van de continuïteit als minimum wordt aangehouden, dan is duidelijk dat<br />
alleen AMC en UMCU aan dit criterium voldoen.<br />
Een uitzondering is Viataal, een fusie van het Instituut voor Doven in St.<br />
Michielsgestel en de Nijmeegse Mgr. Terwindtstichting, dat onderzoek doet naar<br />
auditieve beperkingen en naar spraak-taal problemen. De sterke verwevenheid<br />
van beide maakt het moeilijk exact aan te geven hoeveel fte aan specifiek<br />
gehooronderzoek wordt besteed. Geschat wordt dat ca. 8 fte zich met gehooronderzoek<br />
bezighoudt. Bovendien zijn belangrijke doelgroepen van het onderzoek<br />
doofblinden en mensen met verstandelijke beperkingen. Beide groepen zijn<br />
vanwege de aparte vaak meervoudige problematiek in dit advies verder buiten<br />
beschouwing gelaten.<br />
Instellingen als het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), het RIVM, het<br />
Nivel en het NIGZ houden zich (incidenteel) wel met ‘het gehoor’ bezig. Het gaat<br />
dan (meestal) echter niet om onderzoek, maar om het opstellen van standaarden<br />
(NHG), epidemiologische projecties (VTV-RIVM), registraties (LiNH-Nivel) en<br />
voorlichtingsmateriaal (NIGZ).<br />
35