Publication ( PDF , 981.92 KB ) - Gezondheidsraad
Publication ( PDF , 981.92 KB ) - Gezondheidsraad
Publication ( PDF , 981.92 KB ) - Gezondheidsraad
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
de trilhaarcellen in het gehoor. Ouderdomsslechthorendheid schrijdt heel<br />
langzaam voort, vaak merken naasten het eerst dat het gehoor achteruit gaat. De<br />
gevolgen van slechthorendheid kunnen ernstig zijn (zie 2.1) en tijdige onderkenning<br />
is nodig, ook al omdat revalidatie met behulp van een hoortoestel<br />
voorkomt dat het restgehoor verder achteruit gaat door onvoldoende auditieve<br />
prikkeling (deprivatie-effect) of omdat de achteruitgang in elk geval in belangrijke<br />
mate vertraagd wordt 13,14,15,16,17 (zie ook 3.4). Uit de Leidse 85+-studie blijkt dat<br />
tweederde van alle 85-plussers met gehoorverlies (prevalentie 81%) geen<br />
hoortoestel heeft en dat slechts een kwart zo’n toestel wil proberen. Ook komt<br />
naar voren dat een aantal van hen hun beperkte energie niet willen besteden aan<br />
het aanmeten van en het wennen aan een hoortoestel. Bovendien waren de<br />
meesten van mening dat een hoorapparaat ook niet echt nodig was voor hun<br />
functioneren. 18 Reden te meer om in een vroeg stadium gehoorverlies vast te<br />
stellen en voor revalidatie te zorgen.<br />
Een klein deel van de slechthorenden zijn kinderen. De meesten hiervan zijn<br />
tijdelijk slechthorend door middenoorontsteking (otitis media, al dan niet met<br />
effusie). Over het algemeen gaat middenoorontsteking vanzelf over. Soms echter<br />
komt het steeds weer terug, met merkbare effecten op het gehoor en de spraaktaal-ontwikkeling.<br />
Een veel gebruikte interventie is het plaatsen van buisjes. Uit<br />
onderzoek is gebleken dat, hoewel het gehoor de eerste zes maanden na plaatsing<br />
van de buisjes wel verbetert, na twaalf maanden het gehoor van jonge kinderen<br />
met en zonder buisjes niet meer verschilt. Ook in taalontwikkeling werd geen<br />
verschil gevonden tussen kinderen met of zonder buisjes. Wel bleek dat kinderen<br />
met persisterende otitis media met effusie in taalproductie achter liepen op hun<br />
leeftijdgenootjes en dat het taalbegrip verbeterde met het verbeteren van het<br />
gehoor, spontaan dan wel door het plaatsen van buisjes. Omdat er geen verschil<br />
werd gevonden in taalontwikkeling of kwaliteit van leven tussen kinderen bij wie<br />
buisjes werden geplaatst dan wel een expectatief beleid werd gevoerd, ligt, mede<br />
gezien de kosten, een afwachtende houding voor de hand. Nader onderzoek kan<br />
wellicht subgroepen kinderen identificeren die wel duidelijk baat hebben bij het<br />
plaatsen van buisjes, bijv. kinderen met recidiverende bovenste luchtweginfecties<br />
en/of taalachterstand. 19 Recent onderzoek richt zich ook op het ontwikkelen van<br />
een vaccin tegen otitis media.<br />
Een klein deel van de slechthorende kinderen is met gehoorverlies geboren. Soms<br />
is er een andere oorzaak, bijv. hersenvliesontsteking.<br />
Hoewel er speciale scholen zijn voor slechthorende kinderen (vaak gecombineerd<br />
met onderwijs voor kinderen met spraakmoeilijkheden), gaan slechthorende<br />
kinderen tegenwoordig steeds vaker naar het reguliere onderwijs. Met behulp van<br />
‘het rugzakje’ (Leerling Gebonden Financiering (LGF)) kan eventuele extra<br />
16