Bestemmingsplan Buitengebied, Herziening artikel 30 WRO - GISnet
Bestemmingsplan Buitengebied, Herziening artikel 30 WRO - GISnet
Bestemmingsplan Buitengebied, Herziening artikel 30 WRO - GISnet
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Beleid<br />
Op 1 januari 2007 trad de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) in<br />
werking. Deze nieuwe wet bevat het exclusieve toetsingskader voor<br />
geurhinder tot veehouderijen behorende dierverblijven. De Wet<br />
geurhinder en veehouderij maakt onderscheid tussen de maximale<br />
toegestane geurbelasting binnen en buiten de bebouwde kom en de<br />
concentratie- en niet-concentratiegebieden (in de zin van de<br />
Meststoffenwet). Concreet betekent dit dat in de dorpskernen en in de<br />
gebieden waar weinig veehouderij is te vinden, de minste<br />
stankoverlast is toegestaan.<br />
Een belangrijk onderdeel van de wet is de gemeentelijke mogelijkheid<br />
om een eigen geurbeleid te ontwikkelen. Afhankelijk van de<br />
doelstellingen met een bepaald gebied, kunnen normen naar boven of<br />
beneden worden gevarieerd. Dit dient echter wel in een ruimtelijke<br />
visie te worden neergelegd. In die visie dienen de afwijkende normen<br />
te worden gemotiveerd vanuit de gewenste ruimtelijke inrichting van<br />
het betreffende gebied en/of de relatie tussen geurbelasting en<br />
geurhinder. De “standaardnormen” in de Wet geurhinder en<br />
veehouderij zijn echter zodanig gekozen dat de<br />
uitbreidingsmogelijkheden voor veehouderijen niet wijzigen ten<br />
opzichte van de uitvoeringspraktijk van de Richtlijn veehouderij en<br />
stankhinder 1996. Wanneer de gemeente besluit de normen te<br />
variëren, wijzigen de uitbreidingsmogelijkheden uiteraard wel ten<br />
opzichte van de richtlijn 1996.<br />
De Wet geurhinder en veehouderij regelt ook op welke wijze wordt<br />
omgegaan met de (voormalige) agrarische bedrijfswoningen. Na<br />
beëindiging van het agrarische bedrijf krijgt de voormalige<br />
bedrijfswoning in de huidige situatie “automatisch” de status van<br />
burgerwoning. Onder de Wet geurhinder en veehouderij wordt aan de<br />
huidige en de voormalige bedrijfswoningen van veehouderijen<br />
(peildatum beëindiging agrarisch bedrijf 19 maart 2000) een lichte<br />
bescherming tegen geurhinder uit dierverblijven toegekend.<br />
De Wet geurhinder en veehouderij bepaalt dat uitsluitend gebouwen<br />
geurgevoelig zijn. Kijkend naar bijvoorbeeld campings en golfterreinen<br />
zijn daarmee uitsluitend de (club)gebouwen geurgevoelig.<br />
Door middel van deze wet wordt de toegestane geurbelasting op<br />
geurgevoelige objecten vanuit dierverblijven geregeld. De Wet<br />
geurhinder en veehouderij maakt geen nader onderscheid tussen de<br />
verschillende typen agrarische bedrijven. Zowel de grondgebonden<br />
agrarische bedrijven, als meer of minder intensieve veehouderijen<br />
vallen wat betreft geurhinder onder deze wet.<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
015.00.01.20.40.toe 80