Bestemmingsplan Buitengebied, Herziening artikel 30 WRO - GISnet
Bestemmingsplan Buitengebied, Herziening artikel 30 WRO - GISnet
Bestemmingsplan Buitengebied, Herziening artikel 30 WRO - GISnet
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
De escultuur in de periode<br />
van circa 1<strong>30</strong>0 tot 1800<br />
Halverwege de Middeleeuwen ontwikkelde zich een<br />
landbouwsysteem waarbij de escultuur centraal stond en dat<br />
uiteindelijk resulteerde in het esdorpenlandschap. Dit zou tot aan het<br />
begin van de vorige eeuw bepalend zijn voor het Drents zandgebied.<br />
Binnen het esdorpenlandschap kunnen de volgende onderdelen<br />
worden onderscheiden:<br />
- de dorpen;<br />
- goorns, kalver- en paardenweiden;<br />
- essen (met esrandbeplanting);<br />
- heide en veentjes;<br />
- beekdalen (met houtwallen);<br />
- bos;<br />
- (zand)wegen en schapendriften.<br />
De dorpen liggen in het algemeen langs de randen van de essen in de<br />
nabijheid van de beekdalen. De structuur van de dorpen is<br />
verschillend. De meeste dorpen worden gekenmerkt door de<br />
aanwezigheid van een of meer brinken: gemeenschappelijke met<br />
bomen beplante ruimten. Oorspronkelijk lagen deze brinken steeds<br />
aan de rand van het dorp, waarbij de brink aan de beekdalzijde niet<br />
bebouwd was. Later is veelal ook de open zijde bebouwd. Soms is<br />
een dorp ontstaan uit meerdere boerderijclusters, waardoor er<br />
meerdere brinken aanwezig zijn. De brinken hadden een functie als<br />
verzamelplaats voor het vee, als plaats van samenkomst van de<br />
dorpsgemeenschap, voor het houden van veemarkten (en later<br />
kermissen) en voor de houtproductie. De drinkdobben op de brinken,<br />
waaruit onder andere het bluswater werd geput, zijn vrijwel overal<br />
verdwenen.<br />
Door hun opbouw rond de brink en door het vele zware geboomte<br />
kenden deze dorpen een bijzonder groen en besloten karakter. De<br />
dorpen waren als markante groene plekken al van ver in het<br />
overigens vrij kale landschap te herkennen. Dit beeld werd nog<br />
versterkt doordat langs de randen van het dorp “goorns” lagen. Dit<br />
waren complexen van kleine, met houtgewas omzoomde perceeltjes.<br />
Hier werden onder meer koolsoorten en peulvruchten verbouwd, maar<br />
ook hennep voor het maken van touw en raapzaad voor het winnen<br />
van lampolie. Voorts lagen hier de huisweiden voor de kalveren en de<br />
paarden (figuur 3.1).<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
015.00.01.20.40.toe 34