Bestemmingsplan Buitengebied, Herziening artikel 30 WRO - GISnet
Bestemmingsplan Buitengebied, Herziening artikel 30 WRO - GISnet
Bestemmingsplan Buitengebied, Herziening artikel 30 WRO - GISnet
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Omstreeks 4.400 jaar voor Christus kwam een ontwikkeling in de<br />
voedselvoorziening op gang die tot een ware omwenteling zou leiden:<br />
de overgang van uitsluitend de exploitatie ven natuurlijke<br />
voedselbronnen naar de eigen productie door akkerbouw en veeteelt.<br />
Deze overgang verliep geleidelijk. Men begon aanvankelijk met<br />
landbouw op kleine schaal als aanvulling op de bestaande<br />
voedselbronnen.<br />
In deze vroege fase van de landbouw werd voor de aanleg van<br />
akkertjes een stuk bos gekapt. De bomen werden benut voor de bouw<br />
van behuizingen voor mens en vee. Voor de bewerking van de grond<br />
werden hakken en eerdgetouwen gebruikt. Het eerdgetouw was een<br />
primitief soort ploeg. Ten noorden van Loon is er één gevonden op<br />
een offerplaats, een met keien belegde plek in het dal van het<br />
Loonerdiep.<br />
De akkertjes werden niet bemest, waardoor de grond snel uitgeput<br />
raakte. Er werd dan echter eenvoudig een nieuw stuk bos ontgonnen.<br />
De oude, uitgeputte akkers werden daarna gebruikt om vee te weiden.<br />
Het bos kreeg hierdoor geen kans zich te herstellen. Het gevolg van<br />
dit proces was dat het landschap steeds meer ontbost raakte. De zorg<br />
voor de akkers vergde een permanente aanwezigheid om schade aan<br />
het gewas door vraat te beperken. Ook werd men minder afhankelijk<br />
van de wisseling van de seizoenen en de daarmee gepaard gaande<br />
wisselende aanwezigheid van wild als voedselbron.<br />
Met de komst van de trechterbekercultuur (3400-2900 v. Chr.), zo<br />
genoemd naar een typerende vorm van aardewerk, kreeg Drenthe<br />
voor het eerst een “echte” boerenbevolking. De meest in het oog<br />
springende restanten van de trechterbekercultuur zijn de hunebedden.<br />
In aanleg waren dit onderaardse grafkelders, overdekt door een<br />
heuvel. De bijzettingen in het hunebed kregen een keur van<br />
offergaven mee, zoals aardewerk, pijlpunten, bijlen en kralen. In de<br />
gemeente Assen ligt één hunebed, namelijk aan de noordelijke rand<br />
van de es van Loon.<br />
Op de trechterbekercultuur volgde de enkelgrafcultuur (2900-2400 v.<br />
Chr.). De overgang naar deze cultuur wordt gemarkeerd door een<br />
tamelijk sterke verandering in de economie. Meer dan voorheen was<br />
deze gericht op veeteelt, mede als gevolg van het steeds opener<br />
worden van het landschap, waardoor meer weidegronden<br />
beschikbaar kwamen.<br />
In de gemeente Assen ligt een aantal van de vindplaatsen van de<br />
trechterbeker- en de enkelgrafcultuur langs dalranden of<br />
veengebieden. Ze sluiten daarmee aan bij de oudere vindplaatsen,<br />
met name die in Kloosterveen, Witten, De Haar, Geelbroek, op het<br />
Peelerveld en langs het Deurzer- en Loonerdiep. De overige<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
015.00.01.20.40.toe <strong>30</strong>