09.11.2013 Views

HANDLEIDING - G E Power Controls

HANDLEIDING - G E Power Controls

HANDLEIDING - G E Power Controls

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

GE <strong>Power</strong> <strong>Controls</strong><br />

FREQUENTIEREGELAAR<br />

SNELHEIDSREGELAAR<br />

VAT20<br />

1ph, 200/240V systeem, 0,2-0,75kW<br />

1ph/3ph, 200/240V systeem, 1,5-2,2kW<br />

3ph, 380/460V systeem, 0,75-2,2kW<br />

<strong>HANDLEIDING</strong><br />

------------------------------------------------ WAARSCHUWING -------------------------------------------------<br />

1. Deze handleiding grondig lezen alvorens de VAT20 te gebruiken, en ze bewaren<br />

op een veilige plaats voor later gebruik.<br />

2. Bij gebruik van deze frequentieregelaar binnen de EU, moet voldaan worden aan de<br />

EMC-Richtlijn (89/336/EEC). Hoofdstuk 2.4 - Installatie - grondig doornemen.<br />

3. De inhoud van deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden<br />

Copyright GE POWER CONTROLS, januari 2004<br />

1


VAT20<br />

Inhoudsopgave<br />

Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3<br />

Hoofdstuk 1. Veiligheidsvoorschriften<br />

1. Voorschriften voor het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4<br />

2. Voorschriften voor de gebruiksomgeving . . . . . . . . . . . . . .7<br />

Hoofdstuk 2. Hardware-instructies en Installatie<br />

1. Gebruiksomgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8<br />

2. Verklaring typenummer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9<br />

3. Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10<br />

4. Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12<br />

5. Afmetingen en layout klemmenblok . . . . . . . . . . . . . . . . .17<br />

Hoofdstuk 3. Software-index<br />

1. Instructies bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23<br />

2. Lijst van de parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24<br />

3. Beschrijving parameterfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25<br />

4. Foutmelding en tegenmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . .36<br />

5. Algemene methode storingsverhelping . . . . . . . . . . . . . .39<br />

Hoofdstuk 4. Onderhoud en Randapparatuur<br />

1. Onderhoud en onderzoek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47<br />

2. Spanning- en stroommeting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48<br />

3. Wisselstroom-invoerreactor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49<br />

4. EMC-filter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49<br />

5. DIN-rail . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49<br />

6. Dynamische remweerstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49<br />

2


1. Voorwoord<br />

Lees vóór gebruik deze handleiding grondig door om alle functies van de frequentieregelaar optimaal<br />

te gebruiken en om de veiligheid van de gebruikers te garanderen. Als u nog verdere vragen heeft,<br />

verzoeken wij u contact op te nemen met GE <strong>Power</strong> <strong>Controls</strong> of met uw plaatselijke distributeur.<br />

Voorzorgsmaatregel<br />

De frequentieregelaar is een elektronisch stroomtoestel; gelieve, om veiligheidsredenen, bijzondere<br />

aandacht te besteden aan paragrafen met het symbool "WAARSCHUWING" of "OPGELET". Het zijn<br />

belangrijke veiligheidsvoorschriften waarop gelet moet worden tijdens het transport, de installatie, de<br />

bediening of het onderzoek van de frequentieregelaar. Gelieve deze voorschriften te volgen om uw veiligheid<br />

te verzekeren.<br />

WAARSCHUWING<br />

OPGELET<br />

Foutief gebruik kan leiden tot lichamelijke verwondingen.<br />

Foutief gebruik kan schade toebrengen aan de frequentieregelaar<br />

of aan mechanische systemen.<br />

WAARSCHUWING<br />

• De PCB of de componenten op de PCB niet aanraken onmiddellijk na het uitschakelen van de<br />

stroom vóór de belastingsindicator gedoofd is.<br />

• Geen circuits aansluiten terwijl de stroom is ingeschakeld. Geen componenten en signalen<br />

op de PCB onderzoeken wanneer de frequentieregelaar is ingeschakeld.<br />

• Geen interne circuits, bedrading of componenten van de frequentieregelaar demonteren of wijzigen.<br />

• De aardingsklem van de frequentieregelaar moet naar behoren geaard zijn met een 200Vklasse<br />

type III standaard.<br />

• Dit product is conform de norm EN 61800-3. In een residentiële omgeving kan dit product<br />

elektromagnetische storingen teweegbrengen zodat bijkomende maatregelen dienen<br />

genomen te worden.<br />

OPGELET<br />

• Geen doorslagsterkteproef uitvoeren op de interne componenten van de frequentieregelaar.<br />

De frequentieregelaar bevat gevoelige halfgeleidertoestellen die door een hoge spanning<br />

beschadigd kunnen worden.<br />

• Sluit de uitgangsklemmen: T1(U), T2(V), en T3(W) niet aan op de wisselstroomtoevoer.<br />

• Het CMOS IC of de primaire PCB van de frequentieregelaar is gevoelig voor statische<br />

elektrische belastingen. Raak de primaire PCB niet aan.<br />

2. Onderzoek voor installatie<br />

Iedere frequentieregelaar van GE <strong>Power</strong> <strong>Controls</strong> werd volledig getest en onderzocht vóór de<br />

verzending. Gelieve de volgende onderzoeksprocedures uit te voeren nadat u uw frequentieregelaar<br />

hebt uitgepakt.<br />

• Controleer het modelnummer van de frequentieregelaar of deze overeenstemt met uw besteld<br />

type.<br />

• Controleer of tijdens het vervoer schade ontstaan is. Sluit de frequentieregelaar niet aan op de<br />

stroomvoorziening als er enig teken van beschadiging is.<br />

Neem contact op met de plaatselijke verkoopvertegenwoordiger als u enige abnormale omstandigheid<br />

aantreft zoals hierboven beschreven.<br />

3


Hoofdstuk 1. Veiligheidsvoorschriften<br />

1.1. Bij gebruik<br />

Alvorens de stroom IN te schakelen<br />

OPGELET<br />

Kies een gepaste stroombron met het correcte spanningsniveau volgens de gespecificeerde ingangsspanning<br />

van de frequentieregelaar.<br />

WAARSCHUWING<br />

Er moet bijzondere aandacht besteed worden aan de bedrading van het primaire schakelbord.<br />

De ingangsstroombron (vermogenvoeding) moet worden aangesloten op de klemment L1 (L), L2 en<br />

L3 (N) en mag niet per ongeluk worden aangesloten op de klemmen T1, T2 of T3. Dit kan de<br />

frequentieregelaar beschadigen wanneer de stroom wordt ingeschakeld.<br />

OPGELET<br />

• Probeer de frequentieregelaar niet te verplaatsen bij de voorkap. Houd de frequentieregelaar stevig<br />

vast bij het warmteafleidende montageframe om te voorkomen dat hij valt, wat lichamelijke verwondingen<br />

kan veroorzaken of de frequentieregelaar kan beschadigen.<br />

• Installeer de frequentieregelaar op een stevige metalen ondergrond of ander onbrandbaar<br />

materiaal. Installeer de frequentieregelaar niet op of in de buurt van enig brandbaar materiaal om<br />

brand te voorkomen.<br />

• Er moet een bijkomende koelventilator geïnstalleerd worden indien verschillende frequentieregelaars<br />

geïnstalleerd worden in een bedieningspaneel om de interne temperatuur te verminderen tot<br />

beneden 40°, dit om oververhitting of brandalarm te voorkomen.<br />

• Schakel de stroomvoorziening uit alvorens over te gaan tot de verwijdering of de installatie van het<br />

bedieningspaneel. Voer de installatieprocedure zorgvuldig uit volgens de gegeven instructies om<br />

situaties met een slecht contact, welke mogelijk tot een defect bedieningspaneel of een gebrek<br />

aan displayinformatie kunnen leiden, te vermijden.<br />

• Geschikt voor gebruik op een stroomkring van maximaal 5kArms 240V.<br />

• Niet gegarandeerd met snelheidsbegrenzing of gelijkaardig.<br />

• Alleen bedoeld voor gebruik in een macro-omgeving met vervuilingsgraad 2 of gelijkwaardig.<br />

Wanneer de stroom is INGESCHAKELD<br />

WAARSCHUWING<br />

De connector van de frequentieregelaar niet plaatsen of verwijderen wanneer de stroomvoorziening is<br />

ingeschakeld. Anders kan de frequentieregelaar beschadigd worden ingevolge de spanningspiek die<br />

veroorzaakt wordt door het inbrengen of verwijderen.<br />

4


Tijdens het gebruik<br />

WAARSCHUWING<br />

• Onderbreek de voeding naar de regelaar niet tijdens de werking. Dit kan een defect aan de regelaar<br />

veroorzaken.<br />

• Onderbreek de verbinding tussen de regelaar en de motor niet tijdens de werking. Dit kan een<br />

defect aan de regelaar veroorzaken door overspanningen.<br />

• Bij een spanningsonderbreking langer dan 2 s. (hoe groter het vermogen, hoe langer de mogelijke<br />

onderbreking) zal de interne elektronica niet meer gevoed worden en schakelt de regelaar uit. Bij<br />

het terug in orde brengen van de voedingsspanning is het afhankelijk van de parametersetting<br />

Fn_10 en het stuurcommando hoe de regelaar hierop reageert. Dit wordt verder in de handleiding<br />

verklaart.<br />

• Bij een korte spanningsonderbreking is het afhankelijk van de setting Fn_23 of de motor opnieuw<br />

zal starten of niet.<br />

Opmerking:<br />

(1) Indien Fn_10 = 0, dan zal de regelaar niet automatisch herstarten.<br />

(2) Indien Fn_10 = 1, en het externe commando FWD of REV is niet aangesloten,dan zal de<br />

regelaar niet automatisch herstarten.<br />

(3) Indien Fn_10 = 1 en het externe commando FWD of REV is aangesloten, dan zal de regelaar<br />

automatisch herstarten. Opgelet: om veiligheidsredenen is het aangeraden het stuurcommando<br />

FWD of REV te onderbreken na een spanningsonderbreking om schade aan machine of<br />

personen te vermijden.<br />

WAARSCHUWING<br />

• De voorkap van de frequentieregelaar niet verwijderen wanneer de stroom is INGESCHAKELD om<br />

lichamelijke verwondingen ingevolge elektrische schok te vermijden.<br />

• Wanneer de automatische herstartfunctie is ingeschakeld, wordt het motormechanisme<br />

automatisch weer opgestart na een volledige onderbreking van de werking. Begeef u niet in de<br />

buurt van de machine om lichamelijke verwondingen te vermijden.<br />

5


OPGELET<br />

• Het koellichaam niet aanraken.<br />

• De frequentieregelaar kan gemakkelijk bediend worden vanuit het lage- naar het hogesnelheidsbereik.<br />

Gelieve het gebruiksbereik van de motor en het mechanisme opnieuw te bevestigen.<br />

• De signalen op de PCB van de frequentieregelaar niet onderzoeken wanneer deze in werking is.<br />

• Alle frequentieregelaars zijn vóór de levering correct afgesteld, het toestel niet opnieuw afstellen.<br />

OPGELET<br />

Ga niet over tot het demonteren of onderzoeken voor u er zeker van bent dat de stroom is<br />

uitgeschakeld en de stroom-LED gedoofd is.<br />

Bij onderzoek en onderhoud<br />

OPGELET<br />

De frequentieregelaar is geschikt voor gebruik bij omgevingstemperaturen tussen<br />

–10OC en +40OC en een relatieve luchtvochtigheid beneden 95% zonder condensatie.<br />

OPGELET<br />

Na de verwijdering van het beschermingsvignet is de frequentieregelaar geschikt voor gebruik bij<br />

omgevingstemperaturen tussen –10°C en +50°C en een relatieve vochtigheid beneden 95% zonder<br />

condensatie.<br />

6


1.2. Voorschriften voor de gebruiksomgeving<br />

Rechtstreeks zonlicht<br />

vermijden<br />

Weg van corrosieve<br />

gassen of vloeistoffen<br />

Weg van olie, vet en gas<br />

Weg van zoutrijke<br />

omgeving<br />

Plaatsen vermijden waar<br />

regen of druipwater in de<br />

regelaar kunnen komen<br />

Metaalstof en stofrijke<br />

omgevingen vermijden<br />

Hevige trillingen vermijden<br />

Hitte vermijden<br />

Omgevingen met te hoge<br />

temperatuur vermijden<br />

Weg van hoge elektromagnetische<br />

golven of<br />

ultrahoge golven<br />

Weg van radioactief<br />

materiaal<br />

Weg van brandbaar<br />

materiaal<br />

7


Hoofdstuk 2. Hardware-instructies en Installatie<br />

2.1. Gebruiksomgeving<br />

De installatieplaats van de frequentieregelaar heeft een rechtstreekse invloed op het volledige<br />

werkingsvermogen en de levensduur. Gelieve de installatieplaats zorgvuldig te kiezen, zodat aan de<br />

volgende vereisten voldaan is:<br />

• Monteer het toestel verticaal<br />

• Omgevingstemperatuur: -10OC tot +50OC<br />

• Plaats het toestel niet in de buurt van verwarmingstoestellen<br />

• Vermijd afdruipend water of vochtige omgevingen<br />

• Vermijd rechtstreeks zonlicht<br />

• Vermijd olie of zouthoudende corrosieve gassen<br />

• Vermijd contact met corrosieve vloeistoffen of gassen<br />

• Voorkom dat ongewenst stof, vlokkige neerslag of metaalfragmenten in de binnenzijde doordringen<br />

• Weghouden van radioactief materiaal of brandbaar materiaal<br />

• Vermijd elektro-magnetische storing (soldeer- of werktuigmachines)<br />

• Vermijd trillingen; indien trillingen niet vermeden kunnen worden, moet een trillingsdemping<br />

geïnstalleerd worden om de trillingen te verminderen.<br />

• Als de frequentieregelaar geïnstalleerd wordt in een bedieningspaneel, moet het beschermingsvignet<br />

verwijderd worden van de VAT20. Er moet een bijkomende koelventilator geïnstalleerd<br />

worden om de omgevingstemperatuur onder 50°C te brengen.<br />

• De installatie van de frequentieregelaar moet gebeuren met de voorzijde naar voor en de bovenzijde<br />

naar boven voor een betere afvoer van de hitte.<br />

• Plaatsing moet voldoen aan de volgende vereisten:<br />

(1) Verwijder het beschermingsvignet voor een max. temp. van 50°C binnen de omhulling<br />

(2) Min. 7 cm voor de types: N1K5, N2K2, X0K7, X1K5, X2K2<br />

8


2.2. Verklaring typenummer<br />

Type frequentieregelaar Art. nr.: U20N0K7S (voorbeeld)<br />

Nominaal ingangsvermogen Ingang: AC 1f 200~240V 50/60Hz<br />

Uitgangsvermogen Uitgang: AC 3f 0~240V 1,6kVA 4,2A<br />

U20 - N 0K7 - S<br />

Serie Voedings- Nominaal Optie<br />

spanning vermogen kW<br />

N:200V, 1f 0K2: 0,2kW S: Standaard model<br />

0K4: 0,4kW SX: Standaard model<br />

0K7: 0,75kW zonder EMC-filter (klasse A)<br />

N:200V, 1f of 3f 1K5: 1,5kW P: IP65<br />

2K2: 2,2kW PS: IP65, werkschakelaar<br />

start/stop switch,<br />

potentiometer<br />

X:400V, 3f 0K7: 0,75kW<br />

1K5: 1,5kW<br />

2K2: 2,2kW<br />

9


2.3. Technische gegevens<br />

Standaard, 200V series<br />

Typenummer VAT20 U20N0K2_ U20N0K4_ U20N0K7_ U20N1K5_ U20N2K2_<br />

Geschikt nominaal motorvermogen (kW) 0,2 0,4 0,75 1,5 2,2<br />

Motor (pk)1/4 1/2 1 2 3<br />

Stroom (A)1,4 2,3 4,2 7,5 10,5<br />

Vermogen (kVA) 0,53 0,88 1,6 2,9 4,0<br />

Massa (kg) 0,76 0,77 0,8 1,66 1,76<br />

Max. ingangsspanning Enkelfasig 200-240V (+10%-15%), Enkel-/driefasig 200-<br />

50/60Hz (+/-5%) 240V (+10%-15%),<br />

50/60Hz (+/-5%)<br />

Max. uitgangsspanning Drie fasen 200/240V +10%-15%<br />

Afmetingen (B x H x D) 72x132x118 118x143x172<br />

EMC specificaties (1)<br />

Klasse A<br />

(1) Enkel voor type U20N_K_S<br />

Standaard, 400V series<br />

Typenummer VAT20 U20X0K7_ U20X1K5_ U20X2K2_<br />

Geschikt nominaal motorvermogen (kW) 0,75 1,5 2,2<br />

Motor (pk) 1 2 3<br />

Nominaal<br />

Nominaal<br />

Stroom (A) 2,3 3,8 5,2<br />

Vermogen (kVA) 1,6 2,9 4,0<br />

Massa (kg)<br />

Max. ingangsspanning Drie fasen 380/460V (+10% -15%), 50/60Hz (± 5%)<br />

Max. uitgangsspanning Drie fasen 380/460V +10%-15%<br />

Afmetingen (B x H x D)<br />

118x143x172<br />

EMC specificaties (2)<br />

Klasse A<br />

(2) Enkel voor type U20X_K_S<br />

10


Functionele kenmerken<br />

Type VAT20 CPU-versie 1.6 CPU-versie 1.6<br />

(zie parameter Fn_29) (zie parameter Fn_29)<br />

Type ingangssignaal<br />

PNP-ingangstype (BRON)<br />

Regelmethode<br />

Sinusgolf PWM-regeling<br />

Frequentiebereik 0~120Hz 0~200Hz<br />

Resolutie-instelling Digitaal: 0,1Hz (0~99.9Hz) Digitaal: 0,1Hz (0~99.9Hz)<br />

Freq.-<br />

regeling<br />

Algem.<br />

bedien.<br />

1Hz (100~120Hz)<br />

1Hz (100~200Hz)<br />

Analoog: 0,06Hz/60Hz Analoog: 0,06Hz/60Hz<br />

Toetsenbordinstelling Rechtstreeks geïnstalleerd met toetsen.<br />

Externe signaalinstelling 0~10V, 4~20mA , 0~20mA<br />

Andere functie<br />

Boven- en ondergrens frequentie<br />

Draaggolffrequentie 4-8kHz 4-16kHz<br />

Tijd versnellen/vertragen 0.1~ 999 s<br />

V/F-patroon<br />

6 patronen<br />

Koppelregeling<br />

Afstelbare koppelverhoging (manuele koppelverhoging)<br />

Multifunctionele ingang 2 ingangen te gebruiken als: 2 ingangen te gebruiken als:<br />

vaste snelheid 1 (SP1) / JOG / vaste snelheid 1 (SP1) /<br />

Externe noodstop / vaste snelheid 2 (SP2) /<br />

Externe Reset JOG / Externe noodstop /<br />

Externe Reset<br />

Multifunctionele uitgang 1a Relaisklem, in te stellen als FOUT / RUN / FREQ BEREIKT<br />

Remkoppel Ongeveer 20%, bijkomende 100% met externe<br />

remweerstand niet toegelaten remweerstand<br />

Andere functie Vertragen of vrij uitlopen, Automatische reset, frequentie /<br />

spanning / tijd gelijkstroomremmen instelbaar met constanten.<br />

Indicatorfunctie 3 x 7 segmentweergave van frequentie /<br />

regelaarparameter / foutgeheugen / programmaversie<br />

Gebruikstemperatuur<br />

-10 tot +50°C<br />

Luchtvochtigheid<br />

0~95% RV zonder condensatie.<br />

Trilling Onder 1 G ( 9.8 m/s2 )<br />

EMC-specificatie<br />

Klasse A (Ingebouwde filter)<br />

Beschermingswaarde<br />

IP20<br />

UL<br />

UL508C<br />

Overbelastingsbeveiliging 150% gedurende 1min.<br />

Overspanning<br />

Beveiligingsfunctie<br />

Onderspanning<br />

Tijdelijk stroomverlies<br />

Afslagpreventie<br />

Beveili-<br />

Kortsluiting uitgangsklem<br />

gings-<br />

functie Andere functie<br />

Aardingsstoring<br />

Installatie<br />

DC-spanning > 410V (200V serie), DC > 800V (400V serie)<br />

Gelijkstroomspanning < 200V (200V serie),<br />

DC < 400V (400V serie)<br />

0 ~ 2 sec : VAT20 kan terug gestart worden met snelzoeken<br />

Versnellen / Vertragen / Constante snelheid<br />

Elektronische schakelbeveiliging<br />

Elektronische schakelbeveiliging<br />

Warmteafleidende beveiliging, Stroombegrenzing<br />

Installatie met schroefmontage of op DIN-rail (optie).<br />

11


2.4. Installatie<br />

Vermogenschakelaar / Contactor<br />

• Aanspraak op onderhoud en service door GE <strong>Power</strong> <strong>Controls</strong> vervalt indien sprake is van<br />

schade aan de frequentieregelaar veroorzaakt door de volgende situaties:<br />

(1) Schade veroorzaakt door het ontbreken van een voorbeveiliging of met een onjuiste<br />

beveiligingswaarde.<br />

(2) Schade veroorzaakt door een in serie geplaatste magneetschakelaar, condensorbatterij of<br />

overspanningsbeveiliging.<br />

Typenummer: U20N 0K2, 0K4, 0K7 1K5, 2K2<br />

Typenummer: U20X<br />

0K7, 1K5, 2K2<br />

Vermogenschakelaar 20A 30A 30A<br />

Contactor Gefabriceerd door GE Gefabriceerd door GE Gefabriceerd door GE<br />

(MC) CL00 CL00 CL00<br />

Primaire stroomkringklem (TM1) Draaddoorsnede Draaddoorsnede Draaddoorsnede<br />

T1 L1 T2 L2 T3<br />

2,5mm 2 4 mm 2 2,5mm 2<br />

Klemschroef M3 Klemschroef M3 Klemschroef M3<br />

Signaalklem (TM2)<br />

1~11<br />

Draaddoorsnede 0,75mm 2 (#18 AWG), Klemschroef M3<br />

• Gelieve een driefasige kooiankermotor met gepast vermogen te gebruiken.<br />

• Indien een frequentieregelaar wordt gebruikt om meer dan één motor aan te drijven, moet<br />

het totale vermogen kleiner zijn dan het vermogen van de frequentieregelaar. Er moet een<br />

bijkomend thermisch relais geïnstalleerd worden vóór iedere motor. Gebruik de Fn_18 aan<br />

1.0 maal de nominale waarde vermeld op de motorplaat bij 50Hz, 1.1 maal de nominale<br />

waarde vermeld op de motorplaat bij 60Hz.<br />

• Installeer geen condensorbatterij, LC- of RC-component tussen de frequentieregelaar en de<br />

motor.<br />

12


Aanwending van en voorzorgsmaatregelen voor randapparatuur<br />

Stroomtoevoer<br />

MCCB<br />

Elektromagnetische<br />

contactor<br />

Wisselstroomreactor<br />

ter<br />

verbetering<br />

van de<br />

arbeidsfactor<br />

VAT20<br />

frequentieregelaar<br />

Motor<br />

Stroombron<br />

• Let erop dat de stroombron wordt aangesloten op de<br />

correcte nominale spanning om de frequentieregelaar niet te<br />

beschadigen.<br />

• Er moet een schakelaar geïnstalleerd worden tussen de<br />

wisselstroomtoevoer en de frequentieregelaar.<br />

MCCB vermogenschakelaar<br />

• Gebruik de gepaste schakelaar, geschikt voor de nominale<br />

spanning en stroom van de frequentieregelaar om de stroomtoevoer<br />

naar de frequentieregelaar AAN/UIT te schakelen en<br />

als beveiliging voor de frequentieregelaar.<br />

• Gebruik de vermogenschakelaar niet om de frequentieregelaar<br />

AAN of UIT te schakelen.<br />

Verliesstroomschakelaar (differentieelschakelaar)<br />

• Er moet een verliesstroomschakelaar worden toegevoegd om<br />

een foutieve werking ingevolge verliesstroom te vermijden en<br />

om de veiligheid van het personeel te verzekeren.<br />

Contactor<br />

• Mag worden weggelaten bij gewoon gebruik. Om externe<br />

bediening, automatische herstart of remregeling te gebruiken,<br />

moet een contactor worden toegevoegd aan de primaire<br />

zijde.<br />

• Gebruik de contactor niet om de frequentieregelaar AAN of<br />

UIT te schakelen.<br />

AC reactor ter verbetering van de arbeidsfactor<br />

• Indien een groot vermogen stroombron wordt aangewend<br />

(boven 600kVA), kan een bijkomende AC reactor toegevoegd<br />

worden om de arbeidsfactor te verbeteren.<br />

Frequentieregelaar<br />

• Er is geen verschil in de fasevolgorde tussen de ingangsklemmen<br />

voor de stroomtoevoer L1 en L2; zij kunnen<br />

willekeurig worden aangesloten. Hun aansluiting kan omgewisseld<br />

worden.<br />

• Uitgangsklemmen T1, T2 en T3 moeten respectievelijk aangesloten<br />

worden op de klemmen U, V en W van de motor. Als<br />

de motor in omgekeerde richting draait van de frequentieregelaar,<br />

kan dit probleem opgelost worden door gewoon<br />

twee of drie draadaansluitingen te verwisselen.<br />

• Uitgangsklemmen T1, T2 en T3 mogen niet worden aangesloten<br />

op de stroombron om de frequentieregelaar niet te<br />

beschadigen.<br />

• Aardingsklem: de aardingsklem naar behoren aarden in overeenstemming<br />

met 200V-klasse type drie aarding<br />

13


(A) De uitwendige bedrading moet worden uitgevoerd volgens de volgende vereisten. Controleer en<br />

verzeker dat de bedrading correct is nadat de bedrading voltooid werd (maak geen gebruik van<br />

multimeter met zoemer-functie om bedrading te controleren).<br />

EMC-aansluiting:<br />

Het is zeer belangrijk dat de aansluitingen tussen de frequentieregelaar met de afgeschermde<br />

motorkabel en de EMC-filter tijdens de EMC-tests als volgt zijn uitgevoerd.<br />

• Gebruik een metalen aardingsplaat en plaats de frequentieregelaar en de EMC-filter op de plaat.<br />

• Gebruik een afgeschermde motorkabel met 4 connectors (U,V,W & Aarding), gebruik de<br />

bescherming niet als veiligheidsaarding (afscherming is hoogfrequentie-aarding)<br />

• Verwijder de verf rondom de twee metalen koppelmoergaten, zodat de metalen koppelmoeren (en<br />

de afscherming) in contact staan met de frequentieregelaar en de motor.<br />

• Geen geleider aan de afscherming solderen (krul).<br />

• Gebruik een metalen klem om de afscherming van de motorkabel te verbinden met de metalen<br />

aardingsplaat. Nu is er een perfecte hoogfrequentie-aardingsverbinding tussen de frequentieregelaar,<br />

de aardingsplaat en de EMC-filter.<br />

• Houd de afstand tussen de frequentieregelaar en de EMC-filter zo klein mogelijk (< 30cm), of<br />

gebruik een afgeschermde kabel met een metalen koppelmoer en een metalen klem om de<br />

beschermde kabel te verbinden met de frequentieregelaar en de metalen aardingsplaat.<br />

• De enige aardingsverbinding tussen de LISN en de testplaat mag verlopen via de EMC-filter.<br />

• Gebruik een motor die behoort tot het nominale vermogen van de frequentieregelaar, of gebruik<br />

een motor met kleiner vermogen.<br />

• Een filter voor elektromagnetische storingen voor de frequentieregelaar installeren aan de uitgangszijde<br />

van de primaire stroomkring kan de elektromagnetische storingen onderdrukken.<br />

Om elektromagnetische invloeden te vermijden, moet een metalen buis gebruikt worden voor de<br />

bedrading, en moet de bedrading zich op een afstand van meer dan 30 cm bevinden van andere<br />

regelmachines.<br />

Klasse B (Residentiële omgeving)<br />

14


Klasse A (industriële omgeving)<br />

• Wanneer de afstand tussen de frequentieregelaar en de motor groter is dan 100 m, moet de<br />

verbindingsdraad zorgvuldig gekozen worden om de bedradingsweerstand tot minder dan 3%<br />

en het spanningsverlies (V) = √3 x bedradingsweerstand (Ω/km) x draadlengte (m) x stroom x<br />

10-3 te beperken.<br />

(B) De bedrading van de regelschakeling moet gescheiden en apart zijn van de primaire regelkringlijn<br />

en andere stroomlijnen met hoge spanning of grote stroom om storingen te vermijden.<br />

• Om storingen te verminderen en ongewenste werking te vermijden, moet een beschermde<br />

gedraaide dubbele kabel gebruikt worden om de regelschakeling te bedraden. Zie het volgen<br />

de schema. Sluit de afscherming aan op de aardingsklem.<br />

De draadafstand moet korter zijn dan 50 m.<br />

Afscherming<br />

Mantel<br />

Naar regelaarklem<br />

Naar regelmachine<br />

Aansluiten op aandingsklem systeem<br />

De afscherming aan deze<br />

zijde niet aansluiten<br />

Verpakt met<br />

isolatieband<br />

(C) De aardingsklem van de frequentieregelaar moet correct geaard zijn in overeenstemming met de<br />

lokale codes.<br />

• De diameter van de aardingsdraad (mm 2 ) moet gekozen worden in overeenstemming met<br />

elektrische installatienormen met de lengte van de aardingsdraad zo kort mogelijk.<br />

• De aardingsdraad van de frequentieregelaar mag niet samen geaard worden met andere grote<br />

stroombelastingen (zoals een soldeermachine of een motor met groot vermogen). Zij moeten<br />

afzonderlijk geaard worden.<br />

15


• Aardingskringen mogen niet gevormd worden wanneer verschillende frequentieregelaars samen<br />

geaard worden<br />

goed goed niet goed<br />

(D) Draadspecificatie: kies de gepaste draad met correcte doorsnede voor de primaire stroomkring en<br />

schakelregeling in overeenstemming met de elektriciteitsreglementen.<br />

(E) Controleer bij de voltooiing de correcte bedrading, gebroken draden en stevig aangedraaide klemschroeven.<br />

Bedradingsschema<br />

(*) Enkel voor U20-N1K5/-N2K2 en U20-X0K7/-X1K5/-X2K2.<br />

De aansluitingen naar de frequentieregelaar moeten aangelegd worden met de vermelde kabelschoenkits<br />

voor veldbedrading of de vermelde ringklemmen van het hoektype.<br />

• Andere verbindingen (externe 24V-toevoer)<br />

16


Klembeschrijvingen frequentieregelaar VAT20<br />

Beschrijvingen klemmenblok primaire stroomkring (TM1)<br />

Klemsymbool<br />

Functiebeschrijving<br />

L1/L (R)<br />

Primaire ingang stroombron<br />

L2 (S)<br />

Enkelfasige regelaar (1f): L1, L2 of L, N<br />

L3/N (T)<br />

Driefasige regelaar (3f): L1, L2, L3<br />

P<br />

Externe remweerstand klemmen<br />

R<br />

(enkel voor U20-N1K5 / -N2K2 en U20-X0K7 / -X1K5 / -X2K2)<br />

T1 (U)<br />

Uitgang frequentieregelaar (motoraansluiting)<br />

T2 (V)<br />

T3 (W)<br />

* Spankoppel voor TM1 is 0,98 Nm voor grootte tot 0,75kW of 1,274Nm voor grootte 1,5-2,2kW<br />

* De nominale draadspanning moet tenminste 300V (types 200V)/600V (types 400V) zijn.<br />

Beschrijving klemmenblok VAT20 regelkring (TM2)<br />

Klemsymbool<br />

Beschrijving klemfunctie<br />

1 TRIP Foutrelais uitgangsklem (zie parameter Fn_21)<br />

2 RELAY Nominaal vermogen aansluitingspunt 250VAC/1A ( 30VDC / 1A )<br />

3 FWD Regelklemmen bediening (zie Fn_03)<br />

4 REV<br />

5 + 12V Gemeenschappelijk punt van klem 3 / 4 / 6 / 7<br />

6 SP1 Multifunctionele invoerklemmen (zie Fn_19)<br />

7 RESET<br />

8 +10V Stroomklem potentiometer (Pin 3)<br />

9 Analoog invoerpunt Invoerklem analoog frequentiesignaal (Pin 2 van<br />

potentiometer of positieve klem van 0~10V / 4~20mA<br />

/ 0~20mA)<br />

10 0V Analoog Gemeenschappelijk punt analoog signaal (Pin 1 van<br />

(FM -) gemeenschappelijk punt potentiometer of negatieve klem van 0~10V /<br />

4~20mA / 0~20mA )<br />

11 FM+ Positief aansluitingspunt Uitgangsklem analoog frequentiesignaal<br />

analoge uitgang<br />

Signaal uitgangsklem is 0 ~ 10VDC/Fn6<br />

* Spankoppel voor TM2 is 0,4 Nm.<br />

* De nominale draadspanning moet tenminste 300V voor types 200V en tenminste 600V voor<br />

types 400V zijn.<br />

* De regelbedrading mag niet in dezelfde leiding of goot lopen als de stroom- of motorbedrading<br />

* Nominale waarden voor in- en uitgangsklemmen (TM2) zijn allemaal Klasse 2<br />

17


SW1 functiebeschrijving<br />

SCHAKELAAR 1<br />

Extern signaaltype<br />

0~20mA analoog signaal (indien Fn_11 ingesteld op 1 )<br />

4~20mA analoog signaal (indien Fn_11 ingesteld op 2 )<br />

0~10 VDC analoog signaal (indien Fn_11 ingesteld op 1 )<br />

2.5. Afmetingen en layout klemmenblok<br />

Grootte 1: U20N0K2, U20N0K4, U20N0K7<br />

M4 aarding<br />

aardingsplaatje (zie nota)<br />

Lengte D E F G<br />

Type<br />

U20N0K2 8,2 118 61 72<br />

U20N0K4<br />

U20N0K7<br />

Opmerking<br />

Om veiligheidsredenen raden wij aan de M4<br />

‘groene’ aardingsschroef te verwijderen.<br />

Maak vervolgens het meegeleverde ‘aardingsplaatje’<br />

vast op dezelfde plaats om een goede<br />

aarding te verzekeren.<br />

18


Grootte 2: U20N1K5, U20N2K2, U20X0K7, U20X1K5, U20X2K2<br />

M4 aarding<br />

aardingsplaatje (zie nota)<br />

Lengte A B C D E F G<br />

Type<br />

U20N1K5 143,1 127,5 140 8,0 171,7 108 118<br />

U20N2K2<br />

U20X0K7<br />

U20X1K5<br />

U20X2K2<br />

Opmerking<br />

Om veiligheidsredenen raden wij aan de M4<br />

‘groene’ aardingsschroef te verwijderen.<br />

Maak vervolgens het meegeleverde ‘aardingsplaatje’<br />

vast op dezelfde plaats om een goede<br />

aarding te verzekeren.<br />

19


Afmetingen en installatie van klasse B filter (U20AF0K7)<br />

Frequentieregelaar met klasse B filter<br />

(U20AF0K7) gemonteerd.<br />

Frequentieregelaar met klasse B filter<br />

(U20AF0K7) en DIN-rail (U20AR0K7)<br />

gemonteerd.<br />

20


Gebruiksschema montageschroef<br />

Montage / demontage van DIN-rail (U20AR0K7)<br />

Stap 1<br />

Plaats de 4 borgnokken<br />

van<br />

U20AR0K7 voor<br />

de 4 gaten in het<br />

achterpaneel van<br />

de VAT20 en<br />

breng ze in.<br />

Stap 2<br />

Druk de<br />

U20AR0K7 vooruit<br />

tot de middenrib<br />

stevig in het echte<br />

paneel klikt<br />

Stap 1<br />

Gebruik een kleine<br />

schroevendraaier<br />

om de<br />

middenrib van<br />

U20AR0K7 in te<br />

brengen en druk<br />

op de schroevendraaier<br />

om de<br />

U20AR0K7 van de<br />

VAT20 te verwijderen.<br />

21


Installatie op DIN-rail<br />

Een montageklem en DIN-rail (breedte 35 mm) moeten gebruikt worden om de VAT20 op de rail te<br />

bevestigen.<br />

Plaats eerst de groef aan de achterzijde<br />

van de module op de bovenrand van de<br />

DIN-rail, en druk vervolgens de module<br />

naar beneden om haar vast te zetten.<br />

Druk tenslotte de montageplaat naar<br />

boven in de module.<br />

<br />

<br />

Trek de montageplaat naar beneden.<br />

Draai de frequentieregelaarmodule om ze<br />

te demonteren.<br />

Montage<br />

(1) Er moet een montageklem gebruikt worden om de VAT20 te bevestigen.<br />

22


Hoofdstuk 3. Software-index<br />

3.1. Instructies bedieningspaneel<br />

OPGELET<br />

Het toetsenbord niet bedienen met een schroevendraaier of een ander scherp voorwerp om te vermijden<br />

dat het toetsenbord beschadigd wordt.<br />

Kort schema bediening toetsenbord<br />

(1) Instelfrequentie weergeven wanneer gestopt. Uitgangsfrequentie weergeven tijdens draaien.<br />

(2) De instelfrequentie kan gewijzigd worden in stilstand of tijdens het draaien.<br />

23


3.2. Lijst van parameters<br />

Functie FN_ Functiebeschrijving Eenheid Bereik Instelling Opm<br />

fabriek<br />

0 Fabrieksafstelling 0<br />

Tijd versnellen / 1 Tijd versnellen 0.1 sec. 0.1 ~ 999 S 5.0 (1)(3)<br />

vertragen 2 Tijd vertragen 0.1 sec. 0.1 ~ 999 S 5.0 (1)(3)<br />

Bedieningswijze 3 0: Vooruit / Stop, Achteruit / Stop 1 0 ~ 1 0<br />

1: Start / Stop, Vooruit / Achteruit<br />

Draairichting motor 4 0: Vooruit 1: Achteruit 1 0 ~ 1 0 (1)<br />

V/F-Patroon 5 Instelling V/F-patroon 1 1 ~ 6 1/4 (2)<br />

Boven-/ondergrens 6 Bovengrens frequentie 0.1Hz 1.0 ~ 120Hz 50/60Hz (2)(3)<br />

frequentie 1.0 ~ 200Hz (4)<br />

7 Ondergrens frequentie 0.1Hz 0.0 ~ 120Hz 0.0Hz (3)(4)<br />

0.0 ~ 200Hz<br />

SP1-frequentie 8 SP1-frequentie 0.1Hz 1.0 ~ 120Hz 10Hz (3)(4)<br />

1.0 ~ 200Hz<br />

JOG-frequentie 9 JOG-frequentie 0.1Hz 1.0 ~ 120Hz 6Hz (4)<br />

1.0 ~ 200Hz<br />

Bedieningsregeling 10 0: toetsenbord 1 0 ~ 1 0<br />

1: externe terminal<br />

Frequentieregeling 11 0: toetsenbord 1 0 ~ 2 0<br />

1: externe terminal(0~10v/0~20mA)<br />

2: externe terminal (4~20mA)<br />

Draaggolffrequentie 12 Instelling draaggolffrequentie 1 1 ~ 5 5 (4)<br />

1 ~ 10<br />

Koppelcompensatie 13 Winst koppelcompensatie 0.1% 0.0 ~ 10.0% 0.0% (1)<br />

Stopmethode 14 0: vertraagde stop, 1: vrije uitloop 1 0 ~ 1 0<br />

Instelling 15 Tijd gelijkstroomremmen 0.1S 0.0 ~ 25.5S 0.5S<br />

gelijkstroomremmen 16 Injectiefrequentie gelijkstroomrem 0.1Hz 1 ~ 10Hz 1.5Hz<br />

17 Niveau gelijkstroomrem 0.1% 0.0 ~ 20.0% 8.0%<br />

Elektronische 18 Beveiliging op nominale motorstroom 1% 50 ~ 100% 100% (4)<br />

thermische beveiliging (0-200)<br />

Aansluitpunt 19 Functie klem 1 multifunct. invoer 1: Jog 2: Sp1 2<br />

multifunctionele invoer<br />

3: Noodstop<br />

4: Extern basisblok<br />

20 Functie klem 2 multifunct. invoer 5: Reset 6: Sp2 5 (4)<br />

Multifunctionele uitvoer 21 Klem multifunctionele uitvoer 1: In gebruik 3<br />

2: Frequentie bereikt<br />

3: Fout<br />

Instructie omkeren 22 0: Omkeerloop ingeschakeld 1 0 ~ 1 0<br />

1: Omkeerloop uitgeschakeld<br />

Tijdelijke voedings- 23 0: ingeschakeld 1 0 ~ 1 0<br />

onderbreking<br />

1: uitgeschakeld<br />

Autom. herstart 24 Aantal automatische herstarts 1 0 ~ 5 0<br />

Fabrieksinstelling 25 010: Initialiseren constanten 50Hz systeem (2)<br />

020: Initialiseren constanten 60Hz systeem<br />

Sp2 frequentie 26 Sp2 frequentie 0.1Hz 1.0 ~ 200Hz 20 (4)<br />

Sp3 frequentie 27 Sp3 frequentie 0.1Hz 1.0 ~ 200Hz 30 (4)<br />

Direct start 28 0: ingeschakeld 1: uitgeschakeld 1 0 ~ 1 1 (5)<br />

Softwareversie 29 CPU-programmaversie<br />

Fouthistoriek 30 Geheugen laatste 3 defecten<br />

(1) Merk op dat deze parameter tijdens de RUN-modus aangepast kan worden<br />

(2) Zie Fn_25<br />

(3) Als het ingestelde bereik groter is dan 100, wordt de insteleenheid 1.<br />

(4) Enkel indien CPU versie 1.9 (zie Fn_29)<br />

(5) Enkel indien CPU versie 2.1 (zie Fn_29)<br />

24


3.3. Functiebeschrijving van de parameters<br />

Fn_00 Parameter fabrieksafstelling. Niet wijzigen.<br />

Fn_01 : Tijdversnelling = 0.1 tot 999 sec<br />

Fn_02 : Tijdvertraging = 0.1 tot 999 sec<br />

1. Berekeningsformule tijd versnelling/vertraging:<br />

Tijd versnelling = Fn_01 x<br />

Tijd vertraging = Fn_02 x<br />

Instelfrequentie<br />

60 Hz<br />

Instelfrequentie<br />

60Hz<br />

Fn_03: Selectie bedieningswijze =<br />

0 : Vooruit / Stop , Achteruit / Stop<br />

1 : Start / Stop , Vooruit / Achteruit<br />

Opmerking: Fn_03 werkt alleen wanneer Fn_10 = 1 (externe bedieningsregeling)<br />

(1) Het commando Achteruit wordt genegeerd wanneer Fn_22 = 1<br />

25


Fn_04 : instelling draairichting motor =<br />

0 : vooruit<br />

1 : achteruit<br />

Hoewel het digitale bedieningspaneel geen drukknop Vooruit/Achteruit bevat, is het mogelijk de functie<br />

Vooruit/Achteruit aan te passen door de instelling van Fn_04 te wijzigen.<br />

Opmerking:<br />

Wanneer Fn_22 = 1: Omkering uitgeschakeld, kan Fn_04 niet worden ingesteld op 1.<br />

Op het toetsenbord verschijnt dan “LOC”.<br />

Fn_05 : instelling V/F-patroon = 1 tot 6<br />

Stel Fn_05 = 1-6 in om één van de zes vaste V/F-patronen te selecteren (zie volgende tabellen)<br />

Specificatie<br />

50 Hz Systeem<br />

Toepassing Algemene toepassing Hoog startkoppel Kwadratisch koppel<br />

Fn_5 1 2 3<br />

V/F-patroon<br />

Specificatie<br />

60 Hz Systeem<br />

Toepassing Algemene toepassing Hoog startkoppel Kwadratisch koppel<br />

Fn_5 4 5 6<br />

V/F-patroon<br />

Fn_5 B C<br />

1/4 10% 8%<br />

2/5 15% 10.5%<br />

3/6 25% 7.7%<br />

26


Fn_06 : bovengrens frequentie = 1 tot 120Hz of 200Hz(*)<br />

Fn_07 : ondergrens frequentie = 0 tot 120Hz of 200Hz(*)<br />

(*) Enkel voor CPU-versie 1.9 (zie parameter Fn_29)<br />

Opmerking:<br />

Als Fn_07 = 0 Hz, en de frequentie-instructie gelijk is aan 0Hz, zal de frequentieregelaar stoppen<br />

bij snelheid 0.<br />

Als Fn_07 > 0 Hz, en de frequentie-instructie is Fn_07, zal de frequentieregelaar de uitvoer regelen<br />

volgens de instelling van Fn_07.<br />

Fn_08 : sp1-frequentie = 1 tot 120Hz of 200Hz(*)<br />

Fn_09 : jog-frequentie = 1 tot 10Hz of 200Hz(*)<br />

(*) Enkel voor CPU-versie 1.9 (zie parameter Fn_29)<br />

1. Wanneer Fn_19 of Fn_20 = 2 en de multifunctionele invoerklem is AAN, werkt de frequentieregelaar<br />

aan de sp1-frequentie (Fn_08)<br />

2. Wanneer Fn_19 of Fn_20 = 1 en de multifunctionele invoerklem is AAN, werkt de frequentieregelaar<br />

aan de jog-frequentie (Fn_09)<br />

3. De volgorde voor het aflezen van de frequentie-instelling is Jog > Sp1 > Toetsenbordinstelling of<br />

extern frequentiesignaal<br />

27


Fn_10: Bedieningsregeling<br />

= 0 : Bedieningsinstructie is ingesteld via toetsenbord<br />

= 1 : Bedieningsinstructie is ingesteld via externe terminal<br />

Opmerking:<br />

Wanneer Fn_10 = 1 (externe bedieningsregeling), is de noodstop op het toetsenbord<br />

ingeschakeld.<br />

Wanneer Fn_10 = 1, zie dan naar beschrijving van parameters Fn_23 en Fn_24, dit om veiligheidsredenen<br />

(schade aan machine of personeel).<br />

Fn_11: Frequentieregeling<br />

= 0 : Frequentie-instructie is ingesteld via toetsenbord<br />

= 1 : Frequentie-instructie is ingesteld via analoog signaal<br />

op TM2 ( 0 tot 10V / 0-20mA )<br />

= 2 : Frequentie-instructie is ingesteld via analoog signaal<br />

op TM2 ( 4-20mA )<br />

Opmerking 1:<br />

Wanneer Jog-frequentie of Sp1-frequentie wordt<br />

ingeschakeld, wordt de frequentie ingesteld door<br />

de Sp1-snelheid, en worden de -toetsen op<br />

het toetsenbord uitgeschakeld. De oorspronkelijke<br />

instelling wordt hersteld nadat de Sp1-verbinding<br />

in de stand UIT staat.<br />

Opmerking 2:<br />

Tijdens de versnelling na de bedieningsinstructie<br />

en de versnelling / vertraging na een<br />

Sp1-wijziging, worden de toetsen op het toetsenbord<br />

uitgeschakeld.<br />

28


Fn_12 : draaggolffrequentie = 1 tot 5 of tot 10(*)<br />

(*) Enkel wanneer CPU-versie 1.9 en hoger (zie parameter Fn_29)<br />

Fn_12 Draaggolffrequentie Fn_12 Draaggolffrequentie Fn_12 Draaggolffrequentie<br />

1 4 kHz 5 8 kHz 9 15 kHz(1)<br />

2 5 kHz 6 10 kHz(1) 10 16 kHz(1)<br />

3 6 kHz 7 12 kHz(1)<br />

4 7.2 kHz 8 14.4 kHz(1)<br />

(1) Als Fn_12 = 7 tot 10, moet de frequentieregelaar werken onder lage belasting.<br />

Hoewel IGBT TYPE-frequentieregelaars tijdens de werking lage omgevingsstoringen veroorzaken, is<br />

het mogelijk dat de splitsing van een hoge draaggolffrequentie storingen kan veroorzaken bij externe<br />

elektronische componenten (of een andere regelaar) of zelfs trillingen kan veroorzaken in de motoraandrijving.<br />

Deze situatie kan rechtgezet worden door de draaggolffrequentie aan te passen.<br />

Fn_13: Winst koppelcompensatie = 0 tot 10 %<br />

Frequentieregelaaruitvoer volgens de B, C puntspanning op het V/F-patroon (zie beschrijving Fn_05)<br />

plus de Fn_13-instellingen om het uitvoerkoppel te versterken.<br />

Opmerking: wanneer Fn_13 = 0, is de koppelverhogingsfunctie uitgeschakeld.<br />

29


Fn_14: Stopmethode = 0 : vertraagde stop<br />

1 : vrij uitlopen<br />

Fn_15: Tijd gelijkstroomrem = 0 tot 25.5 sec<br />

Fn_16: Startfrequentie gelijkstroomrem = 1 tot 10Hz<br />

Fn_17: Niveau gelijkstroomrem = 0 tot 20 %<br />

Als Fn_14 = 0<br />

Wanneer de frequentieregelaar de stopinstructie krijgt, vertraagt hij naar de frequentie ingesteld onder<br />

Fn_16 en vervolgens het uitgangsvermogenniveau ingesteld onder Fn_17; na de tijdvertraging ingesteld<br />

in Fn_15, schakelt de frequentieregelaar over op volledige stilstand.<br />

Als Fn_14 = 1<br />

De frequentieregelaar stopt de uitvoer onmiddellijk na de ontvangst van de stopinstructie. De motor<br />

loopt vrij uit tot een totale stilstand.<br />

Fn_18: Nominale motorstroom = 50 tot 100% of 5 tot 200%(*)<br />

(*) Enkel voor CPU-versie 1.9 en hoger (zie parameter Fn_29)<br />

1. Functie van de elektronische thermische beveiliging van de motor<br />

(1) Nominale motorstroom = nominale frequentieregelaarstroom x Fn_18<br />

Fn_18 = nominale motorstroom / nominale frequentieregelaarstroom<br />

(2) Wanneer de belasting binnen 100% van de nominale motorstroom ligt, blijft de werking duren.<br />

Wanneer de belasting 150% van de nominale motorstroom bereikt, kan de werking maar 1 minuut<br />

verderduren (zie curve (1) in figuur 3).<br />

(3) Nadat de elektronische thermische beveiliging werd geactiveerd, wordt de frequentieregelaar<br />

onmiddellijk uitgeschakeld. De melding OL1 knippert. Om de werking te hervatten, op de RESETknop<br />

drukken of een externe resetklem activeren.<br />

(4) Wanneer de motor werkt aan een lage snelheid, is de efficiëntie van de hitteafvoer kleiner. Het activeringsniveau<br />

van de elektronische thermische beveiliging wordt ook verlaagd (wijziging van curve<br />

(1) naar curve (2) in figuur 3). Kies de gepaste Fn_05-instelling voor de gebruikte motor om een<br />

betere beveiliging te bekomen.<br />

30


2. Functie van de elektronische thermische frequentieregelaarbeveiliging<br />

(1) Wanneer de belasting binnen 103% valt van de nominale frequentieregelaarstroom, blijft de<br />

werking duren. Wanneer de belasting 150% van de nominale frequentieregelaarstroom bereikt, kan<br />

de werking maar 1 minuut voortduren (zie curve (1) in figuur 3)<br />

(2) Nadat de elektronische thermische beveiliging van de frequentieregelaar werd geactiveerd, wordt<br />

de frequentieregelaar onmiddellijk uitgeschakeld. de melding OL2 knippert. Om de werking te<br />

hervatten, op de RESET-knop drukken of een externe resetklem activeren.<br />

Fn_19: Functie multifunctionele ingangsklem 1 = 1 tot 5 of 6(*)<br />

Fn_20: Functie multifunctionele ingangsklem 2 = 1 tot 5 of 6(*)<br />

(*) Enkel voor CPU-versie 1.9 en hoger (zie Fn_29)<br />

1. Fn_19, Fn_20 =1 : JOG (zie Fn_09)<br />

2. Fn_19, Fn_20 =2 of 6 (multi-snelheid controle)<br />

Multi-snelheid controle (enkel voor CPU-versie 1.9 en hoger)<br />

Fn_19 = 2 en Fn_20 = 6<br />

TM2 SP1 klem TM2 RESET klem Uitgangsfrequentie<br />

ON OFF SP1 (Fn_08)<br />

OFF ON SP2 (Fn_26)<br />

ON ON SP3 (Fn_27)<br />

Fn_19 = 6 en Fn_20 = 2<br />

TM2 SP1 Terminal TM2 RESET Terminal Uitgangsfrequentie<br />

ON OFF SP1 (Fn_26)<br />

OFF ON SP2 (Fn_08)<br />

ON ON SP3 (Fn_27)<br />

31


3. Fn_19, Fn_20 =3: Extern signaal noodstop<br />

Wanneer het externe noodstopsignaal geactiveerd wordt, gaat de frequentieregelaar over tot een vertraagde<br />

stop (waarbij de instelling onder Fn_14 genegeerd wordt). Na de stop knippert E.S. Nadat het<br />

noodstopsignaal gedeactiveerd is, de schakelaar RUN in de stand OFF plaatsen, en dan weer in AAN<br />

(Fn_10 = 1) of op de toets RUN drukken (Fn_10 = 0). De frequentieregelaar hervat dan de werking en<br />

start opnieuw op. Als het noodstopsignaal wordt opgeheven voor de VAT20 stopt, zal de VAT20 toch<br />

de noodstop uitvoeren.<br />

4. Fn_19, Fn_20 = 4: Extern Basisblok (onmiddellijke uitschakeling)<br />

Wanneer het externe basisbloksignaal geactiveerd wordt, zal de uitvoer van de frequentieregelaar<br />

onmiddellijk uitgeschakeld worden (waarbij de instelling onder Fn_14 genegeerd wordt) en knippert<br />

b.b. Nadat het basisbloksignaal gedesactiveerd is, de schakelaar RUN in de stand OFF plaatsen, en<br />

dan weer in de stand ON (Fn_10 = 1) of op de toets RUN drukken (Fn_10 = 0). De frequentieregelaar<br />

start opnieuw op vanaf de startfrequentie.<br />

5. Fn_19, Fn_20 = 5: Reset bij frequentieregelaarfout<br />

Fn_21: Multifunctionele uitgangsklem = 1 tot 3<br />

1. Fn_21 = 1: Signaal ‘frequentieregelaar in werking’<br />

2. Fn_22 = 2: Frequentie overeengekomen signaal<br />

3. Fn_21 = 3: Foutsignaal<br />

Uitgangsrelais is geactiveerd bij foutcodes CPF, OL1, OL2, OCS, OCA, OCC, OCD, Ocb, OVC,<br />

LVC en OHC<br />

32


Fn_22: Omkeerinstructie = 0 : REV-commando ingeschakeld<br />

= 1 : REV-commando uitgeschakeld<br />

Opmerking:<br />

Wanneer Fn_04 is ingesteld op 1 (omkeren), kan Fn_22 niet worden ingesteld op 1, op het<br />

scherm verschijnt “LOC”. Fn_04 moet veranderd worden in 0 alvorens Fn_22 in te stellen op 1.<br />

Fn_23: Herstart na tijdelijk stroomverlies<br />

= 0 : herstart ingeschakeld<br />

= 1 : herstart uitgeschakeld<br />

1. Wanneer de wisselstroomtoevoer tijdelijk kleiner is dan het niveau van de onderspanningsbeveiliging<br />

vanwege de stroomleverancier of door een grote belastingsstroom in hetzelfde stroomtoevoersysteem,<br />

zal de frequentieregelaar de uitvoer onmiddellijk stoppen. Als de stroombron<br />

binnen 2 seconden hervat, kan de frequentieregelaar herstarten door snelzoeken (start zoeken<br />

vanaf de breukfrequentie), zoniet onderbreekt de frequentieregelaar met melding “LV-C”.<br />

2. Indien Fn_23 = 0:<br />

(1) Met spanningsonderbreking korter dan 2 s., de regelaar zal terug herstarten via snelzoekfunctie<br />

0,5 s. na spanningsterugkeer. Het aantal herstarts is niet beperkt door parameter<br />

Fn_24..<br />

(2) Met lange spanningsonderbreking, zal de werking van de regelaar afhankelijk zijn van setting<br />

Fn_10 en het stuurcommando.<br />

(3) Indien de spanningsonderbrekingstijd tussen de 2 bovenvermelde gevallen ligt, dan is de<br />

herstart afhankelijk van setting Fn_24:<br />

F_24 = 0: automatische herstart is geblokkeerd.<br />

F_24 = 1~5: automatische herstart 1~5 keer mogelijk.<br />

3. Indien Fn_23 = 1:<br />

(1) Bij terugkomen van de voedingsspanning na een spanningsonderbreking zal de regelaar<br />

niet opnieuw starten (zelfs indien F_24>0).<br />

(2) Bij een lange spanningsonderbreking moet de regelaar manueel herstart worden. De werking<br />

van de regelaar is dan afhankelijk van Fn_10 en bediening op stuurcommando.<br />

4. Bij herstart van de regelaar is bediening op stuurcommando en setting Fn_10 belangrijk.<br />

(1) Fn_10 = 0: de regelaar zal niet opnieuw starten.<br />

(2) Fn_10 = 1 en stuurcommando (FWD, REV) is OFF, regelaar zal niet opnieuw starten.<br />

(3) Fn_10 = 1 en stuurcommando (FWD, REV) is ON, regelaar zal automatische herstart<br />

uitvoeren. Opmerking: om veiligheidsredenen is het wenselijk het stuurcommando weg<br />

te nemen na een spanningsonderbreking.<br />

33


Fn_24: Aantal automatische herstarts = 0 tot 5<br />

1. Wanneer Fn_24 = 0, zal de frequentieregelaar niet automatisch herstarten na een ongewenste<br />

onderbreking van de werking (enkel bij korte spanningsonderbreking zie Fn_23).<br />

2. Wanneer Fn_24 > 0, zal de frequentieregelaar de werking hervatten via ‘motor toerental controle’<br />

op 0,5 seconden na de ongewenste onderbreking en de uitgang opvoeren van de uitloop toerental<br />

naar de werkingsfrequentie voor de onderbreking. Daarna zal de frequentieregelaar versnellen of<br />

vertragen naar de huidige frequentie-instelling (enkel bij spanningsonderbreking zie Fn_23).<br />

3. Wanneer de frequentieregelaar is ingesteld op vertraging of gelijkstroomremmen, wordt de herstartprocedure<br />

na kortstondige onderbreking niet uitgevoerd.<br />

4. Wanneer een van de volgende situaties zich voordoet, zal de herstarttelling na kortstondige onderbreking<br />

terug op nul gesteld worden:<br />

(1) Er doet zich geen bijkomende storing voor (bij werking of stop) binnen 10 minuten.<br />

(2) De RESET-toets wordt ingedrukt of de RESET van een externe terminal staat AAN.<br />

Fn_25: Functie fabrieksinstellingen<br />

= 010 : Initialiseren constanten 50Hz systeem<br />

= 020 : Initialiseren constanten 60Hz systeem<br />

1. Wanneer Fn_25 is ingesteld op 010, worden alle parameters teruggezet in de fabrieksinstellingen.<br />

De instellingen van Fn_05 = 1 en Fn_06 = 50. Fn_25 wordt teruggesteld op 000 nadat het resetproces<br />

voltooid is (50Hz werking).<br />

2. Wanneer Fn_25 is ingesteld op 020, worden alle parameters teruggezet in de fabrieksinstellingen.<br />

De instellingen van Fn_05 = 4 en Fn_06 = 60. Fn_25 wordt teruggesteld op 000 nadat het resetproces<br />

voltooid is (60Hz werking).<br />

Fn_26: SP2 (1 tot 200Hz), multi-snelheid 2<br />

(zie Fn_19, Fn_20)<br />

Fn_27: SP3 (1 tot 200Hz), multi-snelheid 3<br />

(zie Fn_19, Fn_20)<br />

34


Fn_28: direct start<br />

= 0 : Direct start actief indien extern RUN-commando is<br />

‘ON’<br />

= 1 : Direct start niet actief indien extern<br />

RUN-commando is ‘ON’<br />

bij regelaars met CPU-versie 2.1 en hoger (zie parameter Fn_29)<br />

Indien Fn_28 = 1 en parameter Fn_10 = 1 (bediening via klemmen), dan zal na een spanningsonderbreking<br />

of STOP de regelaar niet starten. Het stuurcommando moet eerst worden weggenomen<br />

(RUN switch OFF) en nadien kan de regelaar pas opnieuw worden herstart (RUN switch ON).<br />

Fn_29: softwareversie (programma)<br />

Fn_30: fouthistoriek<br />

1. Fouthistoriek: geeft de volgorde aan waarin defecten zich voordeden door de locatie van het decimaalpunt.<br />

x.xx wijst op een recent gebeurd defect. xx.x wijst op het laatste defect dat zich voordeed.<br />

xxx. wijst op het eerste defect in de historiek.<br />

2. Nadat de functie Fn_30 werd ingevoerd, wordt eerst het geheugen x.xx weergegeven. Daarna kan<br />

door op toets 5 te drukken achtereenvolgens xx.x xxx. x.xx ,,, worden weergegeven.<br />

3. Nadat de functie Fn_30 werd ingevoerd worden, als de RESET-toets wordt ingedrukt, alle drie de<br />

defectrecords gewist. De display toont -.--, --.-, en ---.<br />

4. Wanneer de inhoud van het defectgeheugen O.CC weergeeft, wijst dit erop dat de laatste defectcode<br />

OC-C is, enzovoort.<br />

35


3.4. Defectmelding en tegenmaatregelen<br />

3.4.1. Fouten manuele reset buiten werking<br />

MELDING BETEKENIS MOGELIJKE OORZAAK TEGENMAATREGEL<br />

Programma- Storing door uitwendige Plaats een RC-filter in parallel met het<br />

CPF fout stoorsignalen magnetische contact dat de storing<br />

genereert.<br />

EPR EEPROM-fout EEPROM defect EEPROM vervangen<br />

Spanning te 1. Spanning stroombron 1. Onderzoek de stroomtoevoer<br />

OV hoog terwijl te hoog 2. Laat de frequentieregelaar<br />

buiten werking 2. Detectiekring defect herstellen<br />

Spanning te 1. Spanning stroombron 1. Onderzoek de stroomtoevoer<br />

LV laag terwijl te laag 2. Laat de frequentieregelaar<br />

buiten werking 2. Detectiekring defect herstellen<br />

Oververhitting 1. Detectiekring defect 1. Laat de frequentieregelaar<br />

OH frequentie- 2. Oververhitting omgeving herstellen<br />

regelaar terwijl of slechte ventilatie 2. Verbeter de ventilatie<br />

buiten werking<br />

3.4.2. Fouten manuele reset in werking (auto-reset buiten werking)<br />

MELDING BETEKENIS MOGELIJKE OORZAAK TEGENMAATREGEL<br />

Overstroom in Detectiekring defect Laat de frequentieregelaar herstellen<br />

OC stoptoestand<br />

Overbelasting 1. Belasting te groot 1. Verhoog motorvermogen<br />

OL1 motor 2. Verkeerde instelling 2. Pas aan om correcte instelling<br />

V/F-model<br />

V/F-curve te gebruiken<br />

3. Verkeerde instelling Fn_18 3. Pas Fn_18 aan volgens<br />

de instructies<br />

Overbelasting 1. Belasting te groot 1. Verhoog frequentieregelaar-<br />

OL2 frequentierege- 2. Verkeerde instelling vermogen<br />

laar V/F-model 2. Pas aan om correcte instelling<br />

V/F-curve te gebruiken<br />

36


3.4.3. Fouten manuele reset en auto-reset in werking<br />

MELDING BETEKENIS MOGELIJKE OORZAAK TEGENMAATREGEL<br />

Kortstondige 1. Kortsluiting motorspoel 1. Onderzoek de motor<br />

OCS overstroom bij met externe behuizing 2. Onderzoek de motor<br />

starten machine 2. Verbindingsdraad motor in 3. Vervang de transistormodule<br />

kortsluiting met aarding<br />

3. Transistormodule<br />

beschadigd<br />

Overstroom 1. Versnellingstijd te kort 1. Versnellingstijd aanpassen tot<br />

OCA bij versnelling ingesteld langere instelling<br />

2. Verkeerde V/F-functie 2. Aanpassen op correcte V/F-curve<br />

geselecteerd<br />

3. Vervangen en nieuwe frequentie-<br />

3. Gebruikt motorvermogen regelaar installeren met gepast<br />

overschrijdt vermogen vermogen<br />

frequentieregelaar<br />

Overstroom bij 1. Kortstondige verandering 1. De belastingsconfiguratie<br />

OCC constante van de belasting onderzoeken<br />

OCd<br />

snelheid 2. Kortstondige verandering 2. Inductor installeren aan invoerzijde<br />

van de stroomtoevoer stroomtoevoer<br />

Overstroom bij Vertraging te kort ingesteld Aanpassen tot langere vertragingstijd<br />

vertraging<br />

Overstroom bij Frequentie gelijkstroomrem, Aanpassen om instellingen te<br />

OCb remmen remspanning of remtijd te verminderen van Fn_15, Fn_16, of<br />

lang ingesteld<br />

Fn_17<br />

Overspanning bij 1. Vertragingstijd te kort 1. Aanpassen om een langere<br />

OVC werking / ingesteld of traagheids- vertragingstijd te gebruiken<br />

vertraging belasting te groot 2. Inductor installeren aan invoerzijde<br />

2. Variatie spanning stroom- stroomtoevoer<br />

toevoer te groot<br />

3. Het vermogen van de frequentieregelaar<br />

opvoeren<br />

Onvoldoende 1. Spanning stroomtoevoer 1. Kwaliteit stroombron verbeteren<br />

LVC spanningsniveau te laag 2. Aanpassen om een langere<br />

bij werking 2. Variatie spanning versnellingstijd te gebruiken<br />

stroomtoevoer te groot 3. Vermogen frequentieregelaar<br />

opvoeren<br />

4. Reactor installeren aan invoerzijde<br />

stroomtoevoer<br />

Warmteafleider 1. Belasting te zwaar 1. Onderzoek de belasting<br />

OHC oververhit bij 2. Omgevingstemperatuur 2. Vermogen frequentieregelaar<br />

werking te hoog of slechte opvoeren<br />

ventilatie<br />

3. Ventilatie verbeteren<br />

37


3.4.4. Andere meldingen<br />

MELDING BETEKENIS BESCHRIJVING<br />

Stop nulsnelheid Wanneer Fn_11 = 0, Fn_7=0 en de frequentie-instelling


3.5. Storingsverhelping: algemene methode<br />

STORING TE CONTROLEREN TEGENMAATREGEL<br />

Motor Wordt de stroombronspanning afgeleverd Controleer of de stroombron is<br />

buiten werking aan de klemmen L1, L2 (brandt het ingeschakeld.<br />

controlelampje van de<br />

stroomvoorziening)?<br />

Schakel stroombron UIT en weer AAN.<br />

Controleer spanningsniveau van<br />

vermogenvoeding<br />

Controleer of de montageschroef stevig<br />

vastzit.<br />

Is er spanningsuitvoer van uitvoerklem Schakel stroombron UIT en weer AAN.<br />

T1, T2 en T3?<br />

Is de belasting te zwaar en blokkeert ze Verminder de belasting om de motor te<br />

de motor?<br />

starten.<br />

Is er een abnormale toestand van de Zie instructies voor behandelen defecten<br />

frequentieregelaar?<br />

om de bedrading te onderzoeken en<br />

corrigeren.<br />

Is de instructie vooruit of achteruit<br />

geladen?<br />

Is de analoge frequentie-instelling Controleer of bedrading voor analoog<br />

geladen?<br />

frequentie-invoersignaal correct is?<br />

Is de bedieningswijze correct ingesteld? Controleer of spanningsinstelling<br />

frequentie-invoer correct is?<br />

Motor werkt in Is de bedrading aan de uitvoerklemmen Digitale bediening?<br />

omgekeerde T1, T2 en T3 correct?<br />

richting<br />

Is de bedrading voor de signalen vooruit Bedrading moet overeenkomen met de<br />

en achteruit correct?<br />

klemmen U, V, W van de motor.<br />

Werkingssnelheid Is de bedrading voor de analoge Onderzoek de bedrading en corrigeer.<br />

motor vast frequentie-invoer correct?<br />

Is de bedieningswijze correct ingesteld? Onderzoek de bedrading en corrigeer.<br />

Is de belasting te zwaar?<br />

Controleer instelling bedieningswijze<br />

bedieningspaneel.<br />

Motor werkt aan Is de specificatie van de motor (polen, Verminder de belasting<br />

te hoge of te spanning) correct?<br />

lage snelheid Is de overbrengingsverhouding correct? Bevestig de motorspecificatie.<br />

Is de hoogste uitvoerfrequentie correct Bevestig de overbrengingsverhouding<br />

ingesteld?<br />

Is de spanning aan de motorzijde Bevestig de hoogste uitvoerfrequentie<br />

uitzonderlijk verminderd?<br />

Abnormale Is de belasting te zwaar? Verminder belastingsvariatie<br />

snelheidsvariatie Is de belastingsvariatie te groot? Verhoog vermogen frequentieregelaar en<br />

bij werking<br />

motor<br />

Is de invoerstroombron constant en Installeer een wisselstroomreactor op de<br />

stabiel?<br />

invoerzijde van de stroomtoevoer<br />

39


Eenvoudige procedure VAT20 probleemverhelping<br />

40


(Vervolg van blz. 40)<br />

41


Foutbehandeling van defectmelding OC.OL<br />

42


Foutbehandeling van defectmelding OV.LV<br />

43


(1) Motor buiten werking<br />

44


(2) Oververhitting motor<br />

(3) Storing motorwerking<br />

45


Routineonderzoek en periodiek onderzoek<br />

De frequentieregelaar vereist routineonderzoek en periodiek onderzoek en onderhoud voor een stabielere<br />

en veiligere werking.<br />

Gebruik de volgende tabel voor de vereiste onderzoekspunten voor een stabielere en veiligere werking.<br />

Voer het onderzoek uit nadat het controlelampje “Stroom-LED” 5 minuten gedoofd is om verwonding van<br />

het onderhoudspersoneel te voorkomen door de achtergebleven belasting in de condensatorgenerator van<br />

de frequentieregelaar.<br />

46


Hoofdstuk 4. Onderhoud en randapparatuur<br />

4.1. Onderhoud en onderzoek<br />

Frequent onderzoek en onderhoud zijn niet vereist voor de VAT20.<br />

Om de gepaste betrouwbaarheid te bewaren voor een lange periode, vragen wij u het volgende periodieke<br />

onderzoek uit te voeren. Denk eraan de stroomtoevoer af te sluiten en wacht tot de stroom-LED<br />

is gedoofd alvorens verder te gaan (vanwege de grote hoeveelheid restbelasting in de interne condensatorgenerators.)<br />

(1) Verwijder stof en vuil van de binnenzijde.<br />

(2) Controleer de montageschroeven op iedere klem en ieder onderdeel. Draai losse schroeven aan.<br />

(3) Doorslagsterkteproef<br />

(a) Verwijder alle geleidingsdraden tussen de VAT20 en de buitenwereld. De stroom moet<br />

UIT-geschakeld zijn.<br />

(b) De doorslagsterkteproef binnen de VAT20 mag alleen worden uitgevoerd voor de hoofdkringen<br />

van de VAT20. Gebruik een 500V gelijkstroom hoge weerstandsmeter. De gemeten weerstand<br />

moet groter zijn dan 100M ohm.<br />

Opgelet: voer geen doorslagsterkteproef uit op de regelkring.<br />

Aansluiting voor doorslagsterkteproef<br />

47


4.2. Spanning- en stroommeting<br />

De meting van spanning en stroom op de primaire en secundaire zijde kunnen verschillen omwille van<br />

de instrumentatie en de hoge frequentiegolf. Gebruik het volgende schema voor de meting:<br />

48


4.3. Wisselstroom - Reactoren (1)<br />

VAT20 AC Reactor (2) VAT20 AC Reactor (2)<br />

U20N0K2 ACR3A7H0 U20X0K7 ACR3A8H1<br />

U20N0K4 ACR8A2H5 U20X1K5 ACR4A5H1<br />

U20N0K7 ACR12A2H5 U20X2K2 ACR6A3H4<br />

1ph, U20N1K5<br />

ACR18A1H3<br />

3ph, U20N1K5<br />

ACR6A2H5<br />

1ph, U20N2K2<br />

ACR22A0H84<br />

3ph, U20N2K2<br />

ACR9A1H3<br />

4.4. EMC-filter (klasse B) specificaties (1)<br />

Model Afmetingen (mm) Stroom (A) VAT20<br />

U20AF0K7 156X76X25 10A U20N0K2<br />

U20N0K4<br />

U20N0K7<br />

U20AF2K2 170x221x38 U20N1K5<br />

U20N2K2<br />

U20AF2K2X 171x221x38 U20X0K7<br />

U20X1K5<br />

U20X2K2<br />

4.5. DIN-rail specificaties (1)<br />

Model Afmetingen VAT20<br />

U20AR0K7 130x72x7.5 U20N0K2, U20N0K4, U20N0K7, U20N1K5,<br />

U20N2K2, U20X0K7, U20X1K5, U20X2K2<br />

4.6. Dynamische remweerstand specificaties (1)<br />

VAT20 Motor kW Remweerstand<br />

U20N1K5 1,5 / 2 TLR100P200<br />

U20N2K2 2,2 / 3 TLR75P200<br />

U20X0K7 0,75 / 1 TLR750P200<br />

U20X1K5 1,5 / 2 TLR400P200<br />

U20X2K2 2,2 / 3 TLR250P200<br />

(1) Opties zijn afzonderlijk te bestellen.<br />

(2) Beschikbaar voor de Europese markt<br />

49

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!