01.11.2013 Views

ejournalist

ejournalist

ejournalist

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>ejournalist</strong><br />

1ste Jaargang No. 3 — November 1946<br />

Redadie: Mr. E. Elias - Y. Foppema<br />

MAANDBLAD, ORGAAN VAN DEN NEDERLANDSCHEN<br />

JOURNALIST ENKRING<br />

MET VOLLE KRACHT VOORUIT<br />

Het zou geenszins verwonderlijk zijn, indien sommige<br />

leden zich zouden afvragen, hoe het thans met de zaken<br />

van den N.J.K. gesteld is. Behalve incidenteel en natuurlijk<br />

met te vergeten, door De Journalist, is de Krinc nog<br />

met naar buiten opgetreden. Het Bestuur erkent ten° volle<br />

het recht der leden om deze en dergelijke vragen te stellen.<br />

Zijnerzijds mag het echter de aandacht van de leden<br />

vragen voor de moeilijkheden, waarvoor het zich bij den<br />

opbouw van den Kring gesteld zag. Daarenboven moet m<br />

aanmerking worden genomen, dat veel van het werk dat<br />

de Kring m het volle licht van de openbaarheid zal brengen,<br />

moet wachten totdat de Federatie van Nederlandsche<br />

Journalisten gestalte zal hebben gekregen.<br />

In de vergadering van den Kringraad, waarvan elders<br />

m dit nummer verslag wordt gedaan, ben ik dieper in<br />

deze moeilijkheden getreden. Ik kon echter tevens opmerken,<br />

dat de eerste phase, die van den opbouw binnenkort<br />

haar afsluiting zal vinden en dat de tweede<br />

phase, die van de eerste functionneering, zich reeds heeft<br />

aangekondigd in de eerste vergadering van de contactcommissie,<br />

waarin de N.D.P., de K.N.J.K. en de NJK<br />

(naderhand de Federatie) vertegenwoordigd zijn<br />

Het werk van den Kring is op de oprichtingsvergadering<br />

begonnen met het leggen van de grondslagen van<br />

het journalistenhuis. De oprichting van de katholieke<br />

organisatie beteekende het leggen van een fundeering op<br />

een aangrenzend terrein. Het optrekken van beide gebouwen<br />

is thans in gang en binnenkort zullen zij hecht<br />

verbonden worden en in de overkoepeling van de Federatie<br />

naar buiten toe de nauwe samenwerking demonstreeren.<br />

In de komende algemeene vergaderingen van beide<br />

organisaties zullen het buitenwerk en een. flink deel van<br />

het binnenwerk van deze gemeenschappelijke constructie<br />

worden voltooid. De statutenwijziging en het vaststellen<br />

van de Federatiestatuten en het Huishoudelijk Reglement<br />

zullen voor den N.J.K. dit feit markeeren. Tevens zullen<br />

in het gebouw van onzen Kring reeds enkele kamers<br />

worden ingericht; voorstellen zullen n.1. worden ingediend<br />

om tot instelling van de sectie van hoofdredacteuren,<br />

van een sectie van protestant-christelijke journalisten<br />

en van een. sectie sportjournalisten over te gaan<br />

Spoedig hopen we daarna het Federatiesecretariaat te<br />

stichten en op gang te krijgen. Aldus is dan het kader<br />

geschapen, waarbinnen de georganiseerde journalistiek,<br />

haar maatschappelijke taak zal gaan verrichten.<br />

Deze taak is zoo omvangrijk, dat het noodzakelijk is<br />

een rangorde op te stellen, waarin de onderscheidene<br />

zaken in behandeling zullen worden genomen. Van overheerschende<br />

beteekenis is het scheppen van orde in den<br />

salarischoas, welke thans heerscht en welke voortvloeit<br />

uit den wilden groei van het perswezen na de bevrijding.<br />

De onderhandelingen over het afsluiten van een collectieve<br />

arbeidsovereenkomst, welke den journalisten de<br />

mateneele erkenning van hun belangrijke maatschappelijke<br />

functie moet brengen, zullen beginnen. De onderhandelmgscommissie<br />

zal tevens haar bemiddeling verleenen<br />

bij het totstandbrengen van een noodvoorziening<br />

voor die collega's, die in eenzelfde functie als vóór den<br />

oorlog werkzaam, geen of geen voldoende verhooging van<br />

hun vroegere salaris hebben genoten. Teneinde niet<br />

vooruit te loopen op den inhoud van de tot stand te<br />

brengen collectieve arbeidsovereenkomst oordeelde de<br />

contactcommisie het de beste tactiek niet door een formeele<br />

regeling, doch door incidenteel optreden in de<br />

allerergste nooden te voorzien.<br />

Aan het probleem der vakopleiding, dat eerst in vollen<br />

omvang kan worden behandeld zoodra de salarisonderhandelingen<br />

zijn ofgesloten, werd door de contactcommissie<br />

eveneens aandacht geschonken; te dezer zake wordt<br />

verwezen naar een beschouwing elders in dit nummer<br />

. De kwestie van de representatie zoowel voor de individueele<br />

journalisten en bladen als voor het georganiseerde<br />

perswezen is eveneens een onderwerp, dat in behandeling<br />

is genomen. Daartoe is uiteraard overleg met<br />

de bevoegde autoriteiten noodzakelijk; de door de samenwerkende<br />

organisaties vast te stellen representatieregeling,<br />

daarbij inbegrepen de uitreiking van een<br />

nationale perskaart en de landelijke erkenning van<br />

plaatselijke persboutons, heeft aleen effect, indien de<br />

overheidsinstanties, waarmede de pers regelmatig in<br />

aanraking komt, zich met zulk een regeling kunnen vereenigen.<br />

Tenslotte beraden de besturen van K.N.JK en NJK<br />

zich over de spoedige instelling van een Federatieluchtraad.<br />

Wellicht zal het mogelijk zijn daaromtrent<br />

m de komende algemeene vergadering reeds definitieve<br />

mededeelmgen te doen en de benoeming van de leden<br />

orde te stellen.<br />

en plaatsvervangende leden van dit college aan de<br />

Het vorenstaande toont duidelijk aan, dat de oogmerken<br />

welke de oprichters van de journalistenorganisaties<br />

hebben gehad, inderdaad verwezenlijking gaan<br />

vinden. Meer dan een begin is dit echter niet. Voordat<br />

alle gestelde doeleinden bereikt eijn, zal er nog zeer veel<br />

werk moeten worden verzet. Het bestuur, dat overigens<br />

na een jaar volgens de statutaire regels zijn zetels<br />

ter beschikking stelt, is bereid zich voor het welslagen<br />

yan den begonnen arbeid ook in de komende maanden<br />

te volle m te zetten, zoo dat het in Mei van het volgende<br />

jaar de verantwoording over zijn beleid niet behoeft te<br />

schuwen. Het bestuur kan echter niet alles doen om de<br />

positie van den Kring, welke hij behoort in te nemen,<br />

te vestigen en voortdurend te verstevigen. Daartoe is de<br />

actieve medewerking van de overgroote meerderheid der<br />

leden onontbeerlijk. Zij moeten door hun belangstelling<br />

het werk van den Kring dragen en hun vereeniging<br />

schragen. Het is onvermijdelijk, dat hiervoor offers<br />

moeten worden gebracht, offers in geld en in tijd.<br />

In dit verband mag ik wel een dringend beroep doen<br />

1


HET MEEST NOODIGE<br />

ren in het openbaar; rechtszittingen worden met open<br />

deuren gehouden; maatschappelijke organen doen thans<br />

meer dan ooit een publiek beroep op medewerking en<br />

samenwerking. Niet de publieke tribunes, slechts door<br />

enkelen bezocht, verzekeren echter de gewenschte en<br />

noodzakelijke openbaarheid. Neen, het is de pers, die in<br />

den lande moet uitdragen, wat zich op staatkundig, maatschappelijk<br />

en cultureel terrein afspeelt. Wat komt daarvan<br />

onder de tegenwoordige omstandigheden terecht? De<br />

kranten zien zich genoodzaakt op journalistiek eigenlijk<br />

niet verantwoorde wijze, kamerverslag en kameroverzicht<br />

te combineeren, zoodat informatie en commentaar op voor<br />

het publiek verwarrende wijze dooreenloopen. De rubriek<br />

Rechtszaken is ineengeschrompeld tot, een reeks summiere<br />

berichten, welke aan de merites van de onderscheidene<br />

zaken in het geheel geen recht doet wedervaren. Is het<br />

niet teekenend voor de onbevredigende situatie van het<br />

oogenblik, dat van de belangrijkste rechtszaak-Kief het<br />

weekblad De Vlam zich geroepen achtte een uitvoerig<br />

objectief verslag te publiceeren, dat vóór den oorlog in<br />

elk dagblad van eenige beteekenis zou zijn opgenomen<br />

geweest? En wat kan er van de herleving van ons maatschappelijk<br />

en cultureel organisatiewezen in de krant<br />

van heden worden teruggevonden?<br />

Deze diagnose brengt een ernstig ziektegeval aan het<br />

licht. Ons volk lijdt onder geestelijke avitaminose en<br />

allerlei afwijkingen zijn daarvan hèt gevolg. Het gerucht,<br />

de roddelpraat, zij kunnen hoogtij vieren, omdat zij niet<br />

in een degelijke, uitvoerige nieuwsvoorziening der dagbladen<br />

een tegenwicht vinden. Sociale spanningen worden<br />

verscherpt, omdat de kennis van allerlei feiten en omstandigheden<br />

in onvoldoende mate tot de massa des volks<br />

kan doordringen. In zijn intreerede heeft de onlangs<br />

benoemde Groningsche hoogleeraar prof. dr. P. J. Bouman<br />

te dezen aanzien behartigenswaardige opmerkingen<br />

gemaakt.<br />

Overweging van dit alles voert tot de conclusie, dat de<br />

regeering schromelijk is tekort geschoten in haar plicht<br />

om na de 'bevrijding de papiervoorziening op zoodanig<br />

peil te brengen, dat althans in de allerdringendste behoeften<br />

aan vrije voorlichting kan worden voorzien. Al<br />

schijnt het een preek voor eigen parochie toch mag de<br />

pers niet aflaten in haar aandrang op de regeering om<br />

binnen den kortst mogelijken tijd in de tekorten te<br />

voorzien. Niet ten onrechte gaf Sir Walter Layton, voorzitter<br />

van de Engelsche verdeelingscommissie voor krantenpapier,<br />

aan zijn dezer dagen verschenen brochure den<br />

titel: „Krantenpapier, een vraagstuk van democratie".<br />

Oplossing van dit probleem is thans het meestnoodige!<br />

M. R.<br />

Dezer dagen is de Engelsche pers verblijd niet een verbetering<br />

van de papiervoorziening, welke zoowel een uitbreiding<br />

van den omvang als een opheffing van de z.g.<br />

oplagestop mogelijk maakt. De uitbreiding komt neer op<br />

een toevoeging van twee pagina's of een half blad groot<br />

formaat op drie dagen van de week voor de dagbladen,<br />

, die tot dusver vier groote pagina's per editie telden. De<br />

Times zal voortaan dagelijks 10 (groote) pagina's en zoo<br />

nu en dan een editie van 12 (groote) bladzijden geven.<br />

Voor ons, Nederlandsche journalisten, schijnt deze uitbreiding<br />

een dorado te openen. Moeten wij het, zelfs na<br />

de vergrooting van den omvang sinds November niet<br />

maar stellen met vier (groote) bladzijden?<br />

Wij zijn geneigd, elke vergrooting van den omvang<br />

met een gevoel van opluchting te begroeten. De<br />

critische opmerkingen, welke onze Engelsche collega's<br />

ten beste geven in hun commentaren op de jongste verbetering<br />

mogen ons echter leeren, dat elke verruiming<br />

slechts tijdelijk soelaas verschaft, zoolang de totale omvang<br />

der dagbladen blijft beneden dien van vóór den<br />

oorlog. „Wat beteekent vrijheid in een dagblad van vier<br />

(soms zes) pagina's?" vraagt de Daily Express. „Kranten<br />

van zes bladzijden", aldus de News Chronicle, geven gelegenheid<br />

tot opneming van iets uitvoeriger verslagen van<br />

het parlement; een beetje meer „background" van internationale<br />

zaken. De cricket-enthousiast zal zelfs in. staat<br />

zijn de uitslagenlijst zonder vergrootglas te lezen." Het<br />

blad voegt daaraan toe: „Weinigen zullen ontkennen, dat<br />

het publiek van een land, welks verantwoordelijkheden in<br />

de wereld voor die van niemand onderdoen, niet kan<br />

* verwachten behoorlijk te worden ingelicht, voordat zijn<br />

kranten ten minste acht bladzijden daags tellen."<br />

Met deze opmerkingen wordt de spijker op den kop geslagen.<br />

Een pers, die niet over voldoende papier beschikt,<br />

kan haar taak niet naar behooren verrichten. En de persvrijheid,<br />

waarvan wegens gebrek aan materiëele middelen<br />

slechts een beperkt gebruik kan worden gemaakt, heeft<br />

dientengevolge slechts betrekkelijke waarde.<br />

De critiek, welke de Engelsche bladen laten hooren,<br />

geldt a fortiori voor ons land, dat op het oogenblik van<br />

alle beschaafde landen ter wereld de kleinste krantjes<br />

bezit. En zulks terwijl omtrent de nationale en internationale<br />

vraagstukken inlichting en voorlichting moet<br />

worden gegeven in een mate, welke die van vóór den<br />

oorlog verre te boven gaat.<br />

Dit gebrek aan informatie en commentaar houdt ernstige<br />

gevaren voor de juiste werking van ons staatsbestel<br />

in. Het kenmerk daarvan is, dat de vervulling van elke<br />

publieke functie zich oplost in verantwoordelijkheden,'<br />

welke in het openbaar geldend kunnen worden gemaakt.<br />

Onze openbare vertegenwoordigende lichamen vergadeop<br />

alle leden om zich hun plicht tegenover de organisatie<br />

ten volle bewust te zijn. De mate, waarin de georganiseerde<br />

journalistiek zich bij de totstandkoming<br />

van een ordening van het perswezen en bij de uitvoering<br />

daarvan zal kunnen doen gelden, is rechtstreeks<br />

afhankelijk van de kracht, welke de journalistenvereenigingen<br />

ontwikkelen. Deze kracht is des te grooter<br />

naarmate zij een betere representatie van de journalistiek<br />

in al haar geledingen vormen. Wanneer een belangrijke<br />

groep, met name die der leidende journalisten,<br />

aan den kant zou blijven staan, zouden de N.J.K. en<br />

K.N.J.K. niet den invloed kunnen oefenen, welke aan de<br />

andere organisaties in het perswezen, welke wel alle of<br />

de overgroote meerderheid der bedrijfsgenooten vertegenwoordigen,<br />

zal toevallen.<br />

De offers, welke van de hierbedoelde groep journalisten<br />

worden gevraagd, zijn in zooverre grooter dan die<br />

van de overigen, dat de progressieve regeling der contributie,<br />

welke zal worden voorgesteld, van hen een hoogere<br />

bijdrage voor het Kringwerk vergt. Maar zij zullen de<br />

lasten van den arbeid ten behoeve van de toekomst van<br />

de pers toch niet uitsluitend door de anderen mogen<br />

laten dragen.<br />

Het komt er thans op aan, dat alle journalisten naast<br />

elkander staan om de journalistenvereenigingen zoo<br />

sterk en representatief mogelijk te maken. Slechts op<br />

deze wijze consolideeren we de positie van de journalistiek,<br />

voorwaarde om met volle kracht vooruit te koersen,<br />

de toekomst tegemoet.<br />

M. R.<br />

2


Is de Journalisten-zuivering<br />

doelmatig?<br />

Mr. G. B. J. Hiltermann schrijft ons:<br />

Tribunalen, bijzondere gerechtshoven en zuiveringscommissie<br />

maken ruim gebruik van de mogelijkheid om als<br />

straf of maatregel aan bepaalde Nederlanders het recht<br />

te ontzeggen zeker ambt of beroep uit te oefenen. Hiertegen<br />

bestaat — eventueele bezwaren tegen de formuleering<br />

van het stuk staatsnoodrecht, dat deze organen en<br />

haar bevoegdheid omschrijft terzijde gelaten — géén<br />

bezwaar. Vrijheid van beroep of bedrijf is in ons staatsrecht<br />

nergens expressis verbis omschreven en ons Wetboek<br />

van Strafrecht kende reeds vóór 1940 de ontzetting<br />

van het recht een bepaald beroep uit te oefenen als<br />

bijkomende straf.<br />

In de grondwet is echter uitdrukkelijk gestipuleerd, dat<br />

niemand voorafgaand verlof noodig heeft om door de<br />

drukpers gedachten of gevoelens te openbaren (art. 7).<br />

Indien het Tijdelijk Persbesluit 1945 met „het recht om<br />

bij een dagbladonderneming in journalistieke functie<br />

werkzaam te zijn" tevens bedoeld het recht om gedachten<br />

of gevoelens door de drukpers te openbaren, komt het in<br />

strijd met de grondwet, wanneer het de Perszuiveringscommissie<br />

toestaat iemand dat recht te ontnemen. Aangezien<br />

ook bij de makers van staatsnoodrecht bekendheid<br />

met en eerbied voor de grondwet dient te worden aangenomen,<br />

zou de veronderstelling voor de hand liggen, dat<br />

zgn. „uitgesloten journalisten" de journalistiek derhalve<br />

niet beroepsmatig mogen uitoefenen, maar dat het hun<br />

nimmer verboden kan zijn „gevoelens of gedachten door<br />

de drukpers te openbaren".<br />

Dit is zonderling.<br />

Niet minder zonderling is het alternatief.<br />

Indien een ontzetting van het recht om in een journalistieke<br />

functie werkzaam te zijn tevens ontzetting van<br />

het bij art. 7 Grondwet gewaarborgde recht gevoelens en<br />

gedachten door de drukpers te openbaren inhoudt, is het<br />

Tijdelijk Persbesluit 1945 in strijd met de Grondwet.<br />

Den rechter is echter de macht de wet aan de Grondwet<br />

te toetsen ontzegd; de advocaat-generaal bil den<br />

Hoogen Raad heeft zoojuist geconcludeerd, dat ook het<br />

toetsingsrecht van staatsnoodrecht aan de grondwet den<br />

rechter niet toekomt. Zoolang het Tijdelijk Persbesluit<br />

1945 dus bestaat, is het wel is waar in strijd met de grondwet,<br />

maar daarom niet minder wet. Eens zal het echter<br />

verdwijnen. Het dient reeds 1 Januari 1947 te worden<br />

vervangen. Door een wet. Dit moet omdat Staatsnoodrecht<br />

tenslotte eenmaal ophouden moet te bestaan.<br />

Het Tijdelijk Persbesluit 1945 kan echter nooit worden<br />

vervangen door een wet, waarmee sommigen Nederlanders<br />

het recht ontzegd kan worden gevoelens en gedachten<br />

door de drukpers te openbaren, aangezien ministers en<br />

leden der Staten-Generaal door een eed aan de Grondwet<br />

gebonden zijn. Derhalve zou, indien de laatste opvatting<br />

juist is, na afloop van de geldigheid van 't Tijlelijk<br />

Persbesluit nooit meer een journalist (of wie dan ook)<br />

het publiceeren verboden kunnen worden, terwijl zoodanigen<br />

verboden op grond van het met de Grondwet strijdende<br />

Persbesluit een zeer onzeker lot wacht.<br />

Het wil mij voorkomen, dat ook thans nog te veel over<br />

het hoofd wordt gezien, dat journalisten voor hun houding<br />

tijdens den bezettingstijd uitsluitend strafrechtelijk<br />

vervolgd kunnen worden en dat hun nimmer op grond<br />

van een onjuiste houding, door de overheid het recht om<br />

te publiceeren kan worden ontnomen, tenzij het grondwettelijke<br />

recht der z.g. drukpersvrijheid uitdrukkelijk<br />

wordt afgeschaft. Dit zal spoedig met onaangename duidelijkheid<br />

blijken, tot groote verwarring aanleiding geven<br />

en aan de journalistenzuivering iedere doelmatigheid<br />

ontnemen.<br />

Ik zou daarom de N.J.K. in overweging willen geven<br />

een commissie van journalisten (w.o. enkele juristen in<br />

de journalistiek) en eenige bekwame juristen buiten de<br />

journalistiek uit de noodigen over dit vraagstuk een<br />

duidelijke uiteenzetting op te stellen.<br />

ff PERSVRIJHEID" IN INDIE<br />

N.a.V. de rede van dr. Van Mook te<br />

Pangkalpinang, waarin deze o.m. naar<br />

voren bracht, dat de regeering een<br />

vrije meeningsuiting wenschte te bevorderen,<br />

doch een „enkele maal had<br />

ingegrepen t.a.v. een dagblad, dat haast<br />

systematisch een redactie voerde, die<br />

gericht was tegen het regeeringsbeleid",<br />

schrijft „Het Dagblad" te Batavia<br />

in een hoofdartikel o.m.:, „Het<br />

is evident, dat dr. Van Mook hiermede<br />

„Het Dagblad" te Batavia bedoelde.<br />

Het conflict tusschen de regeering<br />

en ons blad, dat destijds onder<br />

hoofdredactie van den heer W. Be-<br />

Ion je stond, is ontstaan, doordat de<br />

laatste zich scherpe critiek op het<br />

algemeene regeeringsbeleid veroor-'<br />

loofde. Deze was echter niet scherper<br />

dan in vrijwel alle Indon. bladen en<br />

een deel van de pers in het moederland<br />

aangetroffen werd en wordt."<br />

Releveerend, dat na de capitulatie<br />

de regeering tegemoet is gekomen aan<br />

de kosten van het herstel der dagbladpers,<br />

welke groote materieele schade<br />

geleden had, schrijft het blad verder,<br />

dat de critiek van „Het Dagblad" de<br />

regeering niet beviel en dat de laatste<br />

daaraan een einde wilde maken door<br />

gebruik te maken van de materieele<br />

banden, die het blad aan haar bonden.<br />

„De R.V.D. zinspeelde er zeer duidelijk<br />

op dat, indien de heer Belonje<br />

niet heenging, de regeering wel middelen<br />

zou vinden om uitgifte van het<br />

orgaan onmogelijk te maken. Zulk een<br />

optreden van de overheid verwerpen<br />

wij ten eenen male als volstrekt ondemocratisch."<br />

„Waar wij de republiek steeds voorhouden,<br />

dat een moderne staat met<br />

een zelfstandig bestaan den toets der<br />

democratische normen moet kunnen<br />

doorstaan, heeft de regeering zich verre<br />

te houden van methoden als de<br />

R.V.D. klaarblijkelijk wilde toepassen.<br />

Wij kunnen dit niet anders zien dan<br />

als een positieve poging om de persvrijheid<br />

te beknotten."<br />

Het blad verklaart bereid te zijn tot<br />

volledige medewerking, doch behoudt<br />

zich het grondrecht van critiek voor.<br />

Mocht de regeering meenen, dat de<br />

grenzen van bepaalde normen overschreden<br />

worden, dan dient zij het<br />

laatste woord aan de justitie te geven.<br />

„Dan kan nooit iemand haar verwijten<br />

de persvrijheid geschonden te<br />

hebben."<br />

(Nieuwe Courant - 23 Oct.).<br />

3


VAN ALLERLEI KANTEN EN KRANTEN<br />

Een misgreep<br />

Het had in „De Waarheid" kunnen<br />

staan.<br />

Waarom? Wij zijn van dit blad niet<br />

veel gewend op het gebied van fatsoen,<br />

goeden smaak en wat dies meer<br />

zij. Nog slechts twee dagen geleden<br />

zagen wij ons genoodzaakt het roode<br />

blad wegens grof onfatsoen op de vingers<br />

te tikken.<br />

Het had in „De Waarheid" kunnen<br />

staan. Maar daar stond het niet in.<br />

Wij vonden het in „De Nieuwe<br />

Nederlander". Dat maakt het niet<br />

minder erg, maar erger. Er zijn nu<br />

eenmaal buurtjes, waar men weet,<br />

wat men te verwachten heeft. Maar<br />

in andere straten verwacht men bepaalde<br />

dingen niet. En wie zich daar<br />

te buiten gaat, blameert zich.<br />

Zoo blameert „De Nieuwe Nederlander"<br />

zich met een infaam plaatje,<br />

waarop onze Minister van Justitie<br />

wordt voorgesteld in de houding van<br />

een dronkeman, achterover liggend,<br />

met een groote sigaar in de eene en<br />

een wijnflesch in de andere hand, in<br />

gezelschap van drie louche individuen,<br />

tegen een weivoorziene dinertafel aan,<br />

waarop het menu is opgehangen aan<br />

een miniatuur-galgje. Een venster.dat<br />

uitziet op een schavot, vormt den<br />

acthergrond. Het onderschrift luidt-<br />

„Een krantenberichtje meldt, dat de<br />

Nederlandsche minister van Justitie<br />

ter viering van den goeden afloop van<br />

het Neurenbergsche proces, met eenige<br />

officials uit Frankrijk, België, Luxemburg<br />

en Denemarken dineerde".<br />

Zie, dit is infaam: de motiveering<br />

van het diner niet voor rekening van<br />

den — duisteren — berichtgever laten,<br />

maar die ongecontroleerd grif klakkeloos<br />

overnemen en uitbreiden met de<br />

insinuatie, vervat in de afbeelding,<br />

als zou, om den bezegelden dood deiveroordeelden<br />

te vieren, zelfs een<br />

bacchanaal zijn aangericht.<br />

Wij meenen het oprecht, wanneer<br />

wij zeggen, dat dit ons van een respectabel<br />

blad als „De Nieuwe Nederlander"<br />

pijnlijk verbaast. Wij weten niet<br />

uit welken duisteren koker het bericht,<br />

in den vorm, waarin „De Niéuwe-<br />

Nederlander" het hier geeft, stamt,<br />

maar wij zijn nu van meening, dat<br />

een blad, dat zichzelf respecteert, moet<br />

beginnen met te veronderstellen, dat<br />

een minister van de Kroon zich van<br />

een dergelijke stijllooze grofheid, als<br />

die hier wordt geïnsinueerd, zal weten<br />

te onthouden en dat het zich daarna<br />

van de ware toedracht der zaken'op<br />

de hoogte had moeten stellen.<br />

En nu de feiten, waarop dit even<br />

leugenachtige als beleedigende bericht<br />

betrekking heeft.<br />

Wij hebben gedaan wat „De Nieuwe<br />

Nederlander" naliet en daarbij is ons,<br />

in aanvulling op hetgeen wij hierover<br />

4<br />

reeds publiceerden, het volgende gebleken<br />

:<br />

Er is geen sprake van, dat er een<br />

feestelijk diner of eenige openbare<br />

feestelijkheid heeft plaats gehad, na<br />

de uitspraken ter viering van den afloop<br />

van het proces te Neurenberg,<br />

waaraan de Minister van Justitie heeft<br />

deelgenomen. Op Maandagavond, 30<br />

September, — dus vóór dat de vonnissen<br />

werden uitgesproken, (dit geschiedde<br />

eerst op Dinsdag daaropvolgende),<br />

heeft de Fransche prosecutor,<br />

Champetier de Ribes, de ministers van<br />

Justitie van Frankrijk, België, Luxemburg<br />

en Nederland, alsmede vertegenwoordigers<br />

van landen, wier zaak hij<br />

had behartigd in het Neurenbergsche<br />

proces, — uitgenoodigd voor een zeer<br />

eenvoudigen, besloten maaltijd.<br />

Tijdens dezen maaltijd heeft de<br />

Nederlandsche minister van Justitie<br />

oen Franschen prosecutor den dank<br />

betuigd van de Nederlandsche regeering<br />

voor de behartiging van onze<br />

zaak te Neurenberg.<br />

Waar onze minister tot dezen maaltijd<br />

was uitgenoodigd door den Franschen<br />

prosecutor, valt de insinuatie,<br />

als zou de minister deelgenomen hebben<br />

aan een slemppartij, (de prent<br />

kan moeilijk een anderen indruk wekken)<br />

terug op den uitnoodiger en is<br />

deze „geestigheid" van „De Nieuwe<br />

Nederlander" een rechtstreeksche beleediging<br />

aan het adres van de Fransche<br />

natie, die onze zaak te Neurenberg<br />

waarnam en die hiervoor onzen<br />

dank verdient en niet onzen smaad.<br />

Hiertegen is een woord van protest<br />

op zijn plaats, evenzeer als het dat<br />

is, wanneer door een zeker blad een<br />

Churchill of een Smuts worden beleedigd.<br />

De publicatie van deze ongehoorde<br />

grofheid, of zij bedoeld was den<br />

minister van Justitie te treffen, of<br />

dat zij het ridderlijke Fransche volk<br />

nu treft, is mis, heelemaal mis, Nieuwe<br />

Nederlander!<br />

Utrechtsch Katholiek Dagblad —<br />

14 October.<br />

De pers in Nederland<br />

De rol die de pers heeft gespeeld,<br />

is in het recente verleden, met name<br />

ir. de bezettingsjaren verre van fraai<br />

geweest. Wij laten hier buiten beschouwing,<br />

die persorganen, die rechtstreeks<br />

exponent waren -van den bezetter<br />

of zijn „Nederlandsche" trawanten.<br />

Aan bladen als „Die Deutsche<br />

Zeitung" en het „Nationale Dagblad"<br />

wenschen wij geen woord te besteden.<br />

Maar deze bladen bezaten nog<br />

in zooverre karakter, dat zij openlijk<br />

de Duitsche meening verkondigden.<br />

Men wist in ieder geval welk vleesch<br />

men hier in de kuip had.<br />

Treurig echter was de rol van de<br />

zoogenaamde „goede" pers. Zij bedreef<br />

onder Nederlandsche vlag de<br />

meest perverse hand- en spandiensten<br />

aan de Duitschers. Zij lieten zich<br />

willig gelijkschakelen. Zij volgde zonder<br />

protest de suggesties van de voorlichters<br />

van het departement voor<br />

propaganda. Zij was laaghartig tot<br />

in het perverse en volkomen karakterloos.<br />

Haar zakelijke en journalistieke<br />

leiders stelden het eigen materieel<br />

belang hoog boven dat van vaderland<br />

en volk. Zij waren totaal vergeten de<br />

schoone woorden, die zij vroeger over<br />

de taak der pers hadden geschreven<br />

en gesproken. Door hun houding hebben<br />

zij meer kwaad gesticht, meer<br />

verraad gepleegd, dan de eenvoudige<br />

jongen, die uit recalcitrantie of zucht<br />

naar avontuur, het ouderlijk huis ontvluchtte<br />

en zijn heil zocht bij de SS,<br />

hoe zeer wij ook deze daad afkeuren!<br />

Echter ook vóór 1940 waren de persverhoudingen<br />

vaak verre van fraai.<br />

Ook toen was de krant maar al te<br />

vaak een goed handelszaakje. Stonden<br />

de advertentiekolommen hooger<br />

genoteerd, dan de redactioneele bijdragen.<br />

Stonden vele kranten maar al<br />

te gewillig in dienst van een liberaalkapitalistisch<br />

ondernemerdom. Eerlijkheid<br />

en objectiviteit bij de pers,<br />

het was in doorsnee een sprookje!<br />

waarin zelfs de meest argelooze niet<br />

geloofde. En dan waren de Nederlandsche<br />

perszeden nog heilig vergeleken<br />

bij die in sommige vreemde<br />

landen.<br />

Wij hebben er reeds eerder in een<br />

aantal artikelen op gewezen, dat de<br />

pers de dubbele taak heeft om objectieve<br />

voorlichting te bieden en daarnaast<br />

geestelijke leiding te geven.<br />

Daarvoor dient zij echter los te staan<br />

van welk belang ook. Dient zij geen<br />

winstobject te zijn. Dient zij vrij te<br />

staan tegenover iederen kapitalistischen<br />

invloed. Zij zal nimmer dienstbaar<br />

mogen worden gemaakt aan private<br />

belangen, maar steeds het algemeen<br />

belang voor oogen dienen te<br />

houden. Wanneer zij in conflict komt<br />

met private, belangen, zal zij de controversen<br />

niet mogen ontwijken.<br />

Slechts in trouw aan zichzelven en<br />

eigen geestelijken inhoud, gedragen<br />

door den wil mede te werken aan het<br />

scheppen van een beter en rechtvaardiger<br />

wereld zal zij haar werk mogen<br />

verrichten.<br />

Kiest zij andere wegen, dan zal zij<br />

noodzakelijk moeten ontaarden.<br />

Na de bevrijding hebben wij een<br />

oogenblik in de overtuiging geleefd,<br />

dat het met de pers inderdaad de'<br />

goede richting uit zou gaan. De bladen,<br />

die in de illegaliteit voortreffelijk,<br />

verantwoordelijk en bovendien<br />

gevaarlijk werk hadden gedaan, kregen<br />

de gelegenheid op legale 'wijze<br />

hun werk voort te zetten. De oude


pers, die zóó zeer het belang van land<br />

en volk had geschaad, werd het werk<br />

onmogelijk gemaakt.<br />

Er werden maatregelen geprojecteerd,<br />

waardoor voortaan iedere ongewenschte<br />

invloed op het redactioneel<br />

beleid zou worden voorkomen. Stichtingen<br />

zouden het instrument zijn om<br />

een goede en juiste gang van zaken<br />

te verzekeren.<br />

Nu, ruim een jaar na de bevrijding,<br />

zal iedere objectieve beoordeelaar moeten<br />

constateeren, dat de loop der<br />

ontwikkeling anders is geweest. De<br />

bladen, die zich zoozeer hadden gecompromitteerd,<br />

kwamen de één na<br />

de ander terug. De „groote" pers<br />

voorop: N.R.C., Handelsblad, Haagsche<br />

Courant en binnenkort ook de<br />

illustere Telegraaf. Ook de provinciale<br />

bladen, die in den tijd der bezetting<br />

zoo braaf met den vijand hadden<br />

meegeheuld, verschenen achtereenvolgens<br />

weer ten tooneele. Allerlei schijnorganisaties<br />

werden in het leven geroepen<br />

om deze herverschijning een<br />

legaal tintje te geven.<br />

Formeel zal alles wel prachtig in<br />

orde zijn. Daaraan willen wij geen<br />

oogenblik twijfelen. Dat de dingen<br />

echter anders zijn gegaan, zal duidelijk<br />

zijn. De kapitalistische belangen<br />

waren ook hier weer sterker dan de<br />

ideëele.<br />

Nóg is de zaak niet verloren! Dat<br />

echter de kansen voor de nieuwe pers<br />

en daarmede, voor het nieuwe Nederland<br />

beter zijn geworden, kan men<br />

moeilijk beweren. Het is alles bij<br />

elkaar een trieste vertooning.<br />

DEWI.<br />

De Vrije Alkmaarder —<br />

4 September.<br />

Verboten<br />

Voor ons ligt een stapeltje kranten,<br />

exemplaren van „De Waarheid" van<br />

de laatste dagen. Het zijn kranten,<br />

die, in goede orde uit Amsterdam verzonden,<br />

hun abonné's niet hebben bereikt<br />

en door de post zijn teruggestuurd.<br />

Op het bandje is een aanteekening<br />

gemaakt: „Retour afzender —<br />

niet toegelaten — verboden".<br />

De abonné's, die aldus van hun<br />

krant verstoken werden, zijn de soldaten<br />

van drie kazernes in Nijmegen.<br />

Van een van hen ontvingen wij gelijktijdig<br />

het volgende briefje:<br />

„Hierbij deel ik u mede, dat ik op<br />

last van mijn regimentscommandant<br />

mijn abonnement op „De Waarheid"<br />

opzeg. Het lezen of in het bezit hebben<br />

van die krant wordt van nu af<br />

gestraft met een gevangenisstraf van<br />

ten hoogste drie jaar. Het verbod is<br />

afkomstig van lt.-kol. W. P. Schotman,<br />

commandant van de stoottroepen in<br />

Nijmegen."<br />

Ziehier de ontstellende feiten. Anderhalf<br />

jaar na de bevrijding wordt niet<br />

alleen „De Waarheid" in de kazernes<br />

verboden, maar worden de soldaten<br />

niet zware straffen bedreigd, wanneer<br />

zij dit blad zelfs maar in hun bezit<br />

hebben. Er was een tijd, dat in Nederland<br />

het in het bezit hebben van „De<br />

Waarheid" op dergelijke wijze werd<br />

vervolgd. Dat was in de jaren, dat de<br />

fascistische horden hier oppermachtig<br />

schenen. Overste Schotman betreedt<br />

op eigen gezag dezelfden weg. Ook dat<br />

wekt herinneringen op aan een verleden<br />

tijd, toen elk klein fascistisch<br />

potentaatje naar willekeur „verordnete".<br />

Zoover is he*- dus in Nederland al<br />

gekomen, dat de soldaten weer als<br />

onmondigen worden behandeld, hun<br />

burgerrechten worden ingetrokken en<br />

zij voorgeschreven krijgen, wat zij<br />

lezen mogen en wat niet.<br />

Op het vrije woord wordt gevangenisstraf<br />

gesteld. De persvrijheid wordt<br />

een zaak, waarover de sergeant-majoor<br />

beschikt. De goud-gegalonneerde maakt<br />

uit, wat de soldaat lezen, en zo mogelijk<br />

denken, zal. Hij behoeft er zelfs<br />

den minister niet naar_ te vragen. Er<br />

blijken burgers in Nederland te zijn,<br />

voor wie een heel aparte grondwet<br />

geldt: de wet van de goudkragen en<br />

de strepen. Het is een onduldbare toestand.<br />

De regeering en, met haar,<br />

generaal Kruis, jammeren bij tijd en<br />

wijle over de slechte voorlichting van<br />

de troepen en schrijven daaraan oorlogszuchtige<br />

uitlatingen tegen de Indonesische<br />

republiek toe. Hoe moet men<br />

dit jammeren noemen, wanneer men<br />

tegelijkertijd het blad, dat de juiste<br />

voorlichting omtrent Indonesië geeft,<br />

verbiedt?<br />

De regeering verzekert, dat zij "geen<br />

oorlog met Indonesië wil. Hoe moet<br />

men dit noemen, wanneer ze tegelijkertijd<br />

voor de soldaten de krant laat<br />

verbieden, die voor vrede en vriendschap<br />

met Indonesië met de grootste<br />

kracht opkomt? De regeering spreekt<br />

soms schoone woorden van vrijheid<br />

en democratie. Hoe moet men dat noemen,<br />

wanneer zij de kazernes in tuchthuizen<br />

verandert en het lezen van de<br />

vrije pers met drie jaar opsluiting<br />

straft? Veinzerij was eens een dood­<br />

•<br />

zonde. Zij is thans het hoofdkenmerk<br />

van de Nederlandsche regeeringspolitiek<br />

geworden, die op „zedelijke normen"<br />

rust.<br />

Reactionnaire bladen als „Het Binnenhof"<br />

en soortgelijke van Katholieken<br />

huize, eischen openlijk het verbod<br />

van ons dagblad. Militaire commandanten<br />

beginnen er maar al vast<br />

mee, onder de stilzwijgende goedkeuring<br />

van Beel en consorten.<br />

Men vergist zich echter, wanneer<br />

men meent, dat een dergelijk optreden<br />

thans nog succes kan hebben. Te diep<br />

is „De Waarheid" verankerd in de<br />

massa, in de harten van honderdduizenden<br />

Nederlanders, die zich hun<br />

sterkste wapen in den strijd tegen de<br />

toenemende reactie niet zullen laten<br />

ontnemen. Het succes van onze werfcampagne<br />

is daarvoor een nieuw bewijs.<br />

„Verboten!" — dat is de hoogste<br />

wijsheid geworden van de regeering-<br />

Beel. Laat zij echter bedenken, dat<br />

zelfs een regiem, dat zich tot de<br />

personificatie van dit woord maakte,<br />

zich niet tegen de krachten van den<br />

vooruitgang en de vrijheid zal kunnen<br />

staande houden. A. J. K.<br />

De Waarheid — 1 October.<br />

De perskamer in het<br />

Palais du Luxembourg<br />

La salie de presse. Het is drie uur<br />

in den middag. Een redelijke bezetting<br />

van journalisten is aanwezig. Aan<br />

de houten tafeltjes, in drie rijen in<br />

het lokaal geplaatst, zitten de vertegenwoordigers<br />

van alle nationaliteiten<br />

temidden van wanordelijke hoopen<br />

paperassen. Keurige kartonnen bordjes<br />

duiden de nationaliteiten van de<br />

schrijvende afgezanten aan. Door het<br />

DE GENERAAL EN DE JOURNALISTEN<br />

Van links naar rechts: Niermeyer (Haags Dagblad), Holslag (Het Dagblad),<br />

Peppink (A.N.P.), 't Hart (Nieuwe Haagse Courant), Van der Wielen (Alg.<br />

Handelsblad), Luberti (Persbureau Nederland), Hoek (Trouw), generaal van<br />

Voorst tot Voorst (gouverneur der Residentie), ?(?),<br />

5


geroezemoes van stemmen klinkt het<br />

geratel van de schrijfmachines. Recht<br />

voor mij plaatst een Syriër zijn gedachten<br />

op papier. Nu en dan stopt<br />

de vulpen en dan staren nietsziende<br />

oogen in de verten, waar de groote<br />

geheimen van deze conferentie zich<br />

opstapelen. Uit de Amerikaansche<br />

hoek rollen de r's zwaar door het vertrek,<br />

vergezeld door even breede gebaren<br />

en grijnzen, als de r's zwaar zijn.<br />

Geanimeerde gesprekken tusschen<br />

kris kras door het vertrek opgestelde<br />

formaties ontwikkelen zich. Maar ook<br />

de ernstige noot ontbreekt niet. Toch<br />

worden er heel wat minder zware<br />

zaken behandeld dan in overeenstemming<br />

zou zijn met den aard der conferentie.<br />

In het midden van de middentaf<br />

el zit, zooals altijd, een Engelschman<br />

verwoed op zijn „noiseless"<br />

te tikken. De Russen zijn er niet. Die<br />

hebben het te druk met de zittingen,<br />

die zonder mankeeren in volle bezetting<br />

worden „gedaan".<br />

Voor het mededeelingenbord, waaide<br />

loop van de zittingen met de regelmaat<br />

van de klok worden bij geprikt,<br />

is nog geen queue-vorming. Dat komt<br />

later op den middag, wanneer er wat<br />

meer te halen valt. De Lybanees,<br />

waarmee ik aan tafel van de Ukraine<br />

zit — grenzen vallen hier in de perszaal<br />

bijna of geheel weg — heeft<br />

slaap. Daar hebben ze dikwijls last<br />

van, die Lybaneezen.<br />

Een scherp getik, komend uit het<br />

vijftal luidsprekers, dat op de tafels<br />

staat opgesteld, stoort ons in de gedachten<br />

en haalt ons uit de mijmeringen.<br />

Het is de Britsch-Indiër, Sir<br />

Joseph Bhore, voorzitter der economische<br />

commissie van Italië, die ons er<br />

aan herinnert,; dat de zitting van zijn<br />

commissie is begonnen.<br />

De Nederlander — 21 September.<br />

Fransch journalist uit<br />

Duitschiand uitgewezen<br />

Het Pransche persbureau A.P.P. verraste<br />

vorige week de geallieerde autoriteiten,<br />

door de verwerping der gratieverzoeken<br />

van de veroordeelden in<br />

Neurenberg bekend te maken. De Berlijnsche<br />

correspondent van A.P.P. is<br />

door den Pranschen opperbevelhebber<br />

in Berlijn, generaal König, uitgewezen.<br />

Hij weigerde den naam van zijn<br />

zegsman te noemen en kreeg één uur<br />

tijd om zijn koffer te pakken. Tot aan<br />

de Pransche grens werd hij door gendarmes<br />

begeleid.<br />

A.N.P.-bericht.<br />

O Tempora<br />

„De Nieuwe Nederlander'" is overgenomen<br />

door de „Arbeiderspers".<br />

A.N.P.-bericht.<br />

„Een vrije pers<br />

in een vrij land"<br />

Een illegaal plaatselijk blad in<br />

Noord-Holland zette en drukte op de<br />

machines en persen van een collega,<br />

die in oorlogstijd was blijven verschijnen.<br />

De mannen van het onzuivere<br />

6<br />

blad namen zich in die situatie de<br />

vrijheid, censuur te oefenen op den<br />

inhoud van de hoofdartikelen van het<br />

voormalige illegale blad.<br />

Daar dit een onhoudbare toestand<br />

werd, liet het illegale blad toen zijn<br />

hoofdartikelen per deurwaarder-exploit<br />

aan de zetterij afleveren. Dat ging<br />

een tijdje goed, maar toen kwam ook<br />

daar de klad in en werden de artikelen<br />

toch weer verminkt.<br />

Toen besloot het illegale blad zijn<br />

hoofdartikelenkolom blanco te laten.<br />

Het hoofdartikel werd nu bij een<br />

andere firma gezet en gedrukt en, met<br />

een verklarend briefje erbij, bij de<br />

lezers thuisbezorgd.<br />

Perszuivering, zei U toch?<br />

De Nieuwe Nederlander — 14 October.<br />

VAN EEN GROOT JOURNALIST<br />

Gedurende het tumult van den oorlog<br />

zijn ons persoonlijkheden ontvallen<br />

zonder dat zij herdacht en gekenschetst<br />

konden worden. Wij bezaten<br />

immers geen vrije pers.<br />

Ik. denk aan Bonger, Colijn, De<br />

Vlugt, Boekman, Latzko, Jan de<br />

Roode, Vitus Bruinsma en helaas aan<br />

zoovele andere schitterende geesten,<br />

vaste karakters, oprechte dienaren<br />

der gemeenschap, practische werkers,<br />

goede vaderlanders ...<br />

Het is een regen-Zondag, die mij<br />

noopt om thuis te blijven. Verloren<br />

uren? Neen •— gezegende uren. Men<br />

komt tot dingen, waartoe het bezige<br />

leven ons nauwelijks den tijd laat.<br />

Terwijl het onweer een ruischend<br />

grijs gordijn spant, dat mijn werkkamer<br />

in zachte schemering zet, laat<br />

ik mijn oogen over mijn bibliotheek<br />

gaan. Hoeveel boeken staan daar, die<br />

ik in vele maanden, soms ettelijke<br />

jaren niet inzag?<br />

Ik pakte er plotseling twee bandjes<br />

uit en mijn verdere middag vergaat<br />

in het geboeide lezen van litterair werk,<br />

dat tot de beste journalistiek van<br />

Nederland behoort. Ik lees de „Oproerige<br />

Krabbels" van den sociaaldemocratischen<br />

dagbladschrijver A. B.<br />

Kleerekoper.<br />

Ik heb A.B.K. goed gekend. Toen<br />

hij nog vol-op in het drukke leven der<br />

openbaarheid stond en toen een verraderlijke<br />

ziekte hem het loopen onmogelijk<br />

had gemaakt.<br />

Een merkwaardige figuur in onze<br />

politiek is hij geweest, deze Tielsche<br />

rabbijnen-zoon. Langen tijd een der<br />

grootste redenaars, die ooit het spreekgestoelte<br />

betraden. Zijn toespraken<br />

muntten uit door een welhaast volmaakte<br />

vormverzorging. De hartstochtelijke<br />

ziel van den spreker verleende<br />

er een meesleepende overtuigingskracht<br />

aan. Een redevoering van<br />

AB.K. werd nagenoeg tot een artistiek<br />

genot.<br />

Een ongemeene werkijver maakte<br />

het hem mogelijk om ondanks zijn<br />

Kamer-, Staten- en Raadslidmaatschap,<br />

zijn veelvuldige propagandareizen<br />

en tijdroovende vergaderingen<br />

van het Partijbestuur der S.D.A.P.,<br />

voor het dagblad „Het Volk" een<br />

wekelijksch hoofdartikel en een dagelijksche<br />

„Oproerige Krabbel" te schrijven.<br />

Deze laatste nu, waarvan twee<br />

bloemlezingen werden samengesteld,<br />

zijn fijn geslepen juweelen van journalistiek<br />

vernuft. Alle stemmingen<br />

van den mensch komen er in tot<br />

uiting. Soms zijn de Krabbels uitbundig,<br />

dan weer van een beheerschte<br />

gedragenheid. Nu eens vonkt een nauwelijks<br />

ingetoomde felle haat uit de<br />

woorden, maar andere ademen een<br />

zachte melancholie, een Joodsch-wijsgeerige<br />

berusting. Een toon van diepe<br />

vroomheid klinkt den lezer tegemoet,<br />

maar vaak ook een bijtende ironie. En<br />

veelal een innige liefde voor alles wat<br />

het leed dezer wreede wereld ondergaat,<br />

vooral voor kinderen. Nooit doet<br />

een Krabbel aan routine-werk denken.<br />

Elke zin is geïnspireerd. Met groote<br />

aandacht verzorgde Kleerekoper zijn<br />

hoekje in de krant, herschreef een<br />

stukje, dat gemakkelijk neergesmeten<br />

schijnt, somtijds ettelijke malen en<br />

gaf het niet ter zetterij, als hij er<br />

niet ten volle tevreden mee was. Deze<br />

begenadigde spreker en bedreven parlementariër<br />

voelde zich toch in de<br />

allereerste plaats journalist.<br />

Zwaar heeft A. B. Kleerekoper geleden,<br />

toen hij van den eenen dag op<br />

den anderen uit het volle leven gerukt<br />

werd. Deze man, die het applaus en<br />

het rumoer van den politieken strijd<br />

niet kon missen, zat verlamd op zijn<br />

stoel. Zijn vulpenhouder en de telefoon<br />

waren de eenige middelen, die<br />

hem nog met de buitenwereld verbonden.<br />

Hij leefde in die jaren op zijn<br />

Krabbels, die allengs een meer bespiegelend<br />

karakter kregen, een stilheid,<br />

die er vroeger vreemd aan was.<br />

Toen de nazi's ons land overvielen,<br />

brak hij natuurlijk zijn werk af. Zijn<br />

laatste maanden sleet hij in het gebouw<br />

van de Joodsche Invalide. Een<br />

dag voordat de Duitsche beulen de<br />

stakkerige bevolking naar de Poolsche<br />

gaskamers sleurden, gelukte het een<br />

paar vrienden om A.B.K. eruit te krijgen.<br />

De eenige soulaas, welke het leven<br />

hem nog kon bieden, was, dat hij buiten<br />

het bereik van zijn doodsvijanden<br />

zijn natuurlijken dood kon sterven.<br />

Piet Bakker, in Elseviers<br />

Weekblad — 7 September.<br />

Een Amerikaan, die aanvalsdatum<br />

op Pearl Harbour<br />

voorspelde<br />

Den vorigen dag per vliegtuig uit<br />

Parijs aangekomen, wachtte de „Dean"<br />

'van de Amerikaansche buitenlandsche<br />

correspondenten, de heer K. H.<br />

von Wiegand in Amsterdam op een<br />

telefoontje van de K.L.M, of er voor<br />

hem en zijn secretaresse plaats was<br />

in het vliegtuig naar Madrid van<br />

den volgenden dag. Wij zochten hem<br />

op in het Amstelhotel, den laatste<br />

van de oude garde, die nog steeds in<br />

actieven dienst is voor het Hearst<br />

Concern, waarvan de Zondagsbladen<br />

32 millioen en de dagbladen ruim 15<br />

millioen lezers tellen.<br />

Toen de oorlog in September 1939<br />

uitbrak, vertrok hij naar Amsterdam,<br />

bleef daar echter kort en vloog naar<br />

Rome. Italië kwam in den oorlog en


mr. Wiegand keerde naar New York<br />

terug. Hij bleef daar niet lang, want<br />

Hearst stuurde hem naar Shanghai.<br />

Hij was het, die op 17 October 1941<br />

admiraal Glassford, den opperbevelhebber<br />

der Amerikaansche zeestrijdkrachten<br />

in de Chineesche wateren,<br />

waarschuwde dat de oorlog tusschen<br />

Japan en de Ver. Staten elk uur na<br />

6 Dec. middernacht kon uitbreken. De<br />

aanval op Pearl Harbour geschiedde<br />

op den morgen van den 7en December.<br />

Zijn informatie was juist geweest.<br />

De oude, grijze heer, die tegenover<br />

ons zit, heeft nog weinig van zijn<br />

vitaliteit ingeboet, hoewel een van de<br />

Japansche bombardementen op Manilla,<br />

waar hij zich sedert Dec. 1941<br />

bevond, hem het licht van zijn oogen<br />

kostte. Door operatief ingrijpen verkreeg<br />

hij slechts 25 % van zijn gezicht<br />

terug.<br />

„Of hij generaal Mac Arthur ontmoet<br />

heeft?" Zeker, hij beschouwt<br />

hem als den knapsten Amerikaanschen<br />

veldheer, die ook na oorlogstijd<br />

bewezen heeft opmerkelijke diplomatieke<br />

talenten te bezitten. Hij heeft<br />

trouwens bijna alle groote staatslieden<br />

uit dezen tijd ontmoet: Stalin,<br />

Roosevelt, Mussolini, Hitler, Atatürk,<br />

Tsjiang Kai Sjek, Churchill.<br />

Hij was nu zoo juist van de Parijsche<br />

Vredesconferentie teruggekomen,<br />

waar hij staatslieden van groot formaat,<br />

die er wel te Versailles waren,<br />

miste.<br />

Als wij met hem spreken over zijn<br />

tocht met de Zeppelin tijdens haar<br />

eerste reis over den Atlantischen<br />

Oceaan in 1928 en haar historische<br />

vlucht rondom de wereld in 1929,<br />

komt het verwachte telefoongesprek<br />

door. Er is plaats voor hem en miss<br />

Clifford in het vliegtuig naar Madrid.<br />

We nemen afscheid van den veteraan,<br />

die de komende dagen Franco<br />

zal spreken en dan via Lissabon,<br />

Rome en Caïro naar Jeruzalem zal<br />

gaan, waarna hij Indië en China<br />

hoopt te bezoeken.<br />

Nieuwe Courant.<br />

En nu de waarheid<br />

„Portugal, de hoop van Romme"<br />

zette „De Waarheid" 14 September<br />

1946 boven een foto met enkele jonge<br />

mannen in uniform, die den fascistischen<br />

groet brengen. En er onder:<br />

„Op 1 September vond ter herdenking<br />

van het heuglijke feit, dat Hitler<br />

zeven jaar geleden Polen overvallen<br />

heeft, in Lissabon een demonstratie<br />

van de officieele jeugdbeweging<br />

plaats. De „leiders" nemen de<br />

parade af. Is het niet verheffend om<br />

te weten, dat er ten minste nog één<br />

land in Europa is, waar de heldendaden<br />

van Hitler op passende wijze<br />

herdacht worden?"<br />

Foto en onderschrift laten aan duidelijkheid<br />

niets te wenschen over,<br />

zoodat dit een goede gelegenheid was<br />

om de berichtgeving van „De Waarheid"<br />

eens aan de waarheid te toetsen.<br />

In de „Diaro de Lisboa" van 1 September<br />

1946 treffen we dan dezelfde<br />

foto aan met als onderschrift „De<br />

nationale commissaris en andere autoriteiten<br />

salueeren la Mocidade Portuguesa<br />

(de Portugeesche jeugd) bij het<br />

betreden van het terrein (van Paia)".<br />

Dezelfde krant bevat een verslag<br />

van de dien dag gehouden uitreiking<br />

van onderscheidingen aan de pas afgestudeerden<br />

van deze jeugdbeweging,<br />

aan het slot van een zomercursus, die<br />

in dit kamp — in de bosschen van<br />

de Landbouwschool Diniz — gegeven<br />

was.<br />

Wil men Portugals houding ten opzichte<br />

van Polen weten, dan zij hier<br />

minister-president Salazar geciteerd,<br />

die op 9 October 1939, de dag dat<br />

Duitschland en Rusland samen Polen<br />

verdeelden, in de nationale vergadering<br />

een rede hield, waarin hij over<br />

de internationale situatie zeide: „Ik<br />

wil hier een woord van diepe sympathie<br />

uitspreken over de Poolsche<br />

natie, die we hier hulde willen brengen<br />

vanwege zijn heldhaftige offers<br />

en zijn vaderlandsliefde". (Salazar<br />

kent geen Nederlandsen; wij verwijten<br />

hem niet, dat hij „natie" als een<br />

mannelijk woord beschouwt. — Red.<br />

De Journalist).<br />

En wat overigens Romme met Portugal<br />

te maken heeft, is niet erg duidelijk.<br />

Niet iedere arm reikt zoover<br />

buitenlands als die van de C.P.N.<br />

Pot voor Portugal.<br />

De Volkskrant — 17 October.<br />

Wist U ...<br />

Dat Nederland 125 dagbladen telt<br />

en 1875 periodieken.<br />

Nieuwe Haagsche Courant —<br />

7 October.<br />

Voor één Christelijke<br />

Dagbladpers<br />

ZAANDAM — In een gisteravond<br />

gehouden ledenvergadering van de<br />

A.R. Kiesvereeniging heeft men met<br />

algemeene stemmen zijn groote teleurstelling<br />

uitgesproken over het. feit,<br />

dat naast het dagblad „Trouw", binnen<br />

zeer afzienbaren tijd ook het dagblad<br />

„De Standaard" weer gaat verschijnen.<br />

Zonder dat men thans nog een<br />

oordeel wilde uitspreken over de<br />

positie van „De Standaard" in den<br />

bezettingstijd, betreurt men het, dat<br />

in ons land meer Christelijke dagbladen<br />

zouden komen en dat dit niet<br />

beperkt kan blijven tot één groot dagblad,<br />

in Christelijk nationalen geest.<br />

Besloten werd, deze meening schriftelijk<br />

ter kennis te brengen van de<br />

directies van de N.V. Dagblad<br />

„Trouw", N.V. Dagblad „De Standaard"<br />

en het Centraal Comité van<br />

A.R. Kiesvereenigingen.<br />

Trouw — 2 October.<br />

Newspapers<br />

Sir Walter Layton has done a<br />

valuable service by publishing a<br />

pamphlet, „Newsprint: A Problem f or<br />

Democracy", which sets out clearly<br />

and simply the facts about the basis<br />

of the newspaper industry. The industry<br />

is a large one, yet, for reasons<br />

of public policy with which no reasonable<br />

man quarrels, it is restricted to<br />

27 per cent only of its pre-war raw<br />

material. And, as Sir Walter says,<br />

whatever criticisms we may bring<br />

against newspapers, however badly<br />

we may think of them, it is impossible<br />

for them at present to render<br />

the service to the community that<br />

the country expects from them. The<br />

advertiser who wishes to insert a<br />

simple announcement of his wants<br />

and has to wait weeks for publication<br />

knows that from experience. And in<br />

all the fields of information the<br />

handicap on the British papers is<br />

hardly less. The size of newspapers<br />

was cut down during the war and the<br />

supplies of the precious raw material<br />

rationed by a remarkable system of<br />

co-operation between the industry and<br />

the Government. The return to<br />

bigger papers should be planned in<br />

the same way. The newspapers do not<br />

put their claims high. They know<br />

that we cannot hope to come near to<br />

the standards already reached by<br />

America (with a consumption this<br />

year of 591b. per head, against 15ilb),<br />

or Australia or Sweden. A modest<br />

expansion carefully planned over the<br />

next five years is as much as, in face<br />

of the country's difficult economic<br />

position, can perhaps be aimed at,<br />

but it should not be beyond reach.<br />

Manchester Guardian —<br />

17 September.<br />

Record productie van<br />

krantenpapier<br />

De productie van krantenpapier in<br />

Canada, de V.S. en New Foundland<br />

heeft in Augustus een nieuw hoogtepunt<br />

bereikt met een totaal van<br />

468.236 ton. In de eerste 8 maanden<br />

van dit jaar steeg de productie daardoor<br />

tot 3.490.000 ton, hetgeen eveneens<br />

meer is dan in eenige voorafgaande<br />

overeenkomstige periode.<br />

Nationale Rotterdamsche Courant —<br />

20 September.<br />

De Telegraaf terug?<br />

Met belangstelling ziet men uit naar<br />

het antwoord op .de vraag of „De<br />

Telegraaf" zal terugkeeren, ja dan<br />

neen.<br />

Men vergist zich echter als men<br />

meent, dat daarover bij de zuivering<br />

beslist wordt. Bij de zuivering gaat<br />

het alleen om de vraag, of de personenen,<br />

die bij „De Telegraaf" betrokken<br />

waren, hetzij in de directie, hetzij<br />

in de redactie, in het dagbladbedrijf<br />

werkzaam mogen blijven. Al zouden<br />

er nog zulke zware „straffen" vallen,<br />

daarmee wordt over den terugkeer van<br />

„De Telegraaf" niet beslist. Degenen,<br />

die het apparaat in handen hebben,<br />

kunnen het blad weer laten verschijnen,<br />

mits zij zich bedienen van gezuiverde<br />

personen.<br />

Wij zijn uiterst benieuwd wat de<br />

houding der Regeering in deze zaak<br />

zal zijn; voor haar is deze zaak een<br />

test-case. Indien zij toelaat, dat „De<br />

Telegraaf" weer gaat verschijnen,<br />

zal zij het laatste restje vertrouwen<br />

op nakoming van hetgeen tijdens de<br />

7


ezetting werd toegezegd, kapot moeten<br />

maken en het falen van haar<br />

persbeleid bezegelen.<br />

Pormeele overwegingen mogen hier<br />

niet den doorslag geven. Indien onder<br />

het bestaande recht tegen den terugkeer<br />

van „De Telegraaf" niets te doen<br />

is, behoort dat recht gewijzigd te worden.<br />

Men versta ons goed: wij hebben<br />

niets tegen het verschijnen van<br />

een blad, dat dezelfde plaats inneemt<br />

als „De Telegraaf" en wat ons betreft<br />

ook zoo heet. Waar wij echter ernstig<br />

verzet tegen moeten aanteekenen is,<br />

dat „De Telegraaf" in feite weer zal<br />

uitkomen. M.a.w.: wij hebben er bezwaar<br />

tegen, dat dezelfde financieele<br />

belangen, die achter „De Telegraaf"<br />

stonden, alsof er niets was voorgevallen,<br />

weer zouden doorgaan.<br />

Moet men dan medelijden hebben<br />

met „De Telegraaf", die sedert de bevrijding<br />

niet is kunnen verschijnen.<br />

Er is geen enkele reden toe: evenals<br />

andere „verboden" bladen, heeft „De<br />

Telegraaf" dik verdiend aan het drukken<br />

van de niet-verboden bladen.<br />

Met het aldus verdiende geld gaan<br />

zij dan, wanneer zij weer kunnen uitkomen,<br />

de bladen, die hun plaats hebben<br />

ingenomen, en die de' lasten des<br />

daags na de bevrijding gedragen hebben,<br />

wegconcurreeren. Het beleid van<br />

de Regeering ten deze is waarlijk ten<br />

hemel schreiend! Eerst worden deze<br />

bladen uitgeschakeld, omdat men hen<br />

op grond van hun gedrag tijdens de<br />

bezetting de voorlichting niet toevertrouwt<br />

en dan laat men na eenigen<br />

tijd weer toe, dat zij de nieuwe bladen<br />

gaan verdringen!<br />

Ieder, die om zich heen ziet, kan<br />

het constateeren: ook hier is er niets<br />

veranderd en vernieuwd. De pers is<br />

weer evenzeer als voor den oorlog in<br />

handen van degenen, die haar in de<br />

eerste plaats als een winstobject zien.<br />

Hier is een schoone kans om een stap<br />

vooruit te doen verzuimd. En de terugkeer<br />

van „De Telegraaf" zal, als de<br />

regeering niet op haar hoede is, de<br />

bezoldiging van deze haar zonde zijn,<br />

waarmede tevens voor velen, die in<br />

den oorlog hebben uitgezien naar een<br />

beter vaderland, weer een illusie te<br />

meer ten grave is gedragen.<br />

Er is nog een andere kant aan deze<br />

zaak. Als „De Telegraaf" terugkomt,<br />

wordt aan bladen als „Trouw", „Het<br />

Parool", die op het apparaat van „De<br />

Telegraaf" gedrukt worden, het voortbestaan<br />

vrijwel onmogelijk gemaakt.<br />

Dat kan en mag deze beide bladen,<br />

die in de illegaliteit ons volk onschatbare<br />

diensten hebben bewezen, niet<br />

worden aangedaan. Wij weigeren eenvoudig<br />

te gelooven, dat de Overheid<br />

zóó kort van memorie zou zijn, dat<br />

zij dat zou toelaten.<br />

Men weet, dat wij met name met<br />

„Trouw" nog al eens den degen kruisen.<br />

In deze zaak treden wij echter<br />

gaarne als pleitbezorger voor „Trouw"<br />

en natuurlijk ook voor „Het Parool"<br />

op.<br />

De Nieuwe Nederlander —<br />

28 September.<br />

Zeitungssterben in Rom<br />

Heute erscheinen in Rom nur noch<br />

21 Tageszeitungen, wahrend es vor<br />

8<br />

einem Jahr noch über dreiszig waren.<br />

Aber auch diese 21 scheinen noch<br />

zuviel für eine Stadt von anderhalb<br />

Millionen Einwohnern, von denen<br />

bestenf alls 250 000 als Kauf er in Prage<br />

kommen. Denn von diesen kaufen nur<br />

die allerwenigsten mehr als eine Zeitung<br />

im Tag, weil der Leser bei einem<br />

Stückpreis von fünf Lire seiner alten<br />

Leseleidenschaft nicht mehr frönen<br />

kann. Rechnet man also optimistisch<br />

mit einer Gesamtzahl von taglich<br />

300 000 Zeitungsempfanger, so ergibt<br />

sich für jede Zeitung eine mittlere<br />

Auflage von 14 000 Exemplaren. In<br />

Wirklichkeit erreichen aber noch nicht<br />

einmal ein Drittel der römischen Blatter<br />

diese Zahl. Die beiden einzigen<br />

Tageszeitungen, bei denen man von<br />

einer Massenauflage sprechen kann,<br />

sind „Tempo" ünd „Messaggero". Beide<br />

liegen in hartem Konkurrenzkampf.<br />

Der „Messaggero" — unter diesem<br />

den Römern alt vertrauten Titel erst<br />

seit einigen Monaten wieder im Verkauf<br />

— hat Terrain aufgeholt; aber<br />

noch liegt „Tempo" klar in Pührung.<br />

„Tempo" hat eine bewegte Vergangenheit<br />

hinter sich. Bei seiner Gründung<br />

nach der Befreiung Romsnannte<br />

es sich „unabhangig-sozialistisch",<br />

dann wurde es monarchistisch mit<br />

NittirTendenz, daraufhin schwenkte<br />

es auf die liberale Linie ein, und<br />

heute gilt es als das von den Kommunisten<br />

am meisten gehasste Blatt, dem<br />

man gewisse neu-fascistische Neigungen<br />

— sicher zu Unrecht — vorwirft.<br />

Die Auflage der anderen Zeitungen<br />

erreicht oft nicht einmal 1000 Exemplare.<br />

Als Minimum gilt eine Auflage<br />

von 700, weil es in Rom 700 Leute<br />

oder Bureaus gibt, die notgedrungen<br />

alle Zeitungen abonnieren mussen.<br />

Eine angesehene Abendzeitung mit<br />

klangvollem Namen verkauft 3000<br />

Exemplare. Die Organe der Massenparteien<br />

erreichen eine Auflage von<br />

rund 50 000, die der anderen von etwa<br />

20 000, aber auch weniger. Unter diesen<br />

Umstanden ist es kein Wunder,<br />

dass die Zahl der taglich erscheinenden<br />

Blatter sich standig reduziert.<br />

Thurgauer Zeitung — 11 September.<br />

Merkwaardige enquête<br />

De Centrale Bibliotheek heeft een<br />

enquête gehouden onder haar Bataviasche<br />

lezers over de vraag voor welke<br />

Hollandsche couranten en tijdschriften<br />

de meeste belangstelling bestaat.<br />

Deze enquête strekte zich uit over 86<br />

dag- én weekbladen.<br />

De resultaten waren als volgt:<br />

Aantal<br />

Dagbladen<br />

stemmen<br />

per 100<br />

1. Alg. Handelsblad 47.75<br />

2. Nat. Rotterd. Courant ... 27<br />

3. Trouw 22.25<br />

4: Parool 16.75<br />

5. Maasbode 15.25<br />

6. Tijd 11<br />

7. Rotterdammer 9.75<br />

8. Vrije Volk 9.25<br />

Weekbladen<br />

1. Haagsche Post 49.25<br />

2. Elsevier 49.25<br />

3. Groene Amsterdammer ... 46.25<br />

4. Stem van Nederland (v.h.<br />

Vrij Ned.) 25<br />

5. Je Maintiendrai 12.25<br />

8. Trouw 7.25<br />

7. Vrij Nederland 7<br />

8. Vlam 6.25<br />

Geïll. weekbladen<br />

1. Wereldkroniek 55.25<br />

2. Libelle 25.25<br />

3. Ons Vrije Nederland 21.75<br />

4. Filmwereld 17.25<br />

5. Vliegwereld 17<br />

6. Uitkijk 15<br />

7. Indische Nieuws 14<br />

Het aantal lezers bij de wijkbibliotheken<br />

is in Juli zeer sterk gestegen<br />

en wel van 2000 op plm. 3000 lezers.<br />

Over deze maand bedroegen de ruilingen<br />

ca. 31.000. Tot dit succes hebben<br />

de vele nieuwe buitenlandsche<br />

tijdschriften zeer sterk bijgedragen.<br />

Ten behoeve van de evacué's, woonachtig<br />

in het kamp „Tanah Tinggi",<br />

heeft de C.B. een bibliotheek geoepnd,<br />

waarvan reeds druk gebruik wordt gemaakt.<br />

Om de publieke aandacht nog<br />

meer te trekken, zullen borden worden<br />

aangebracht met de aanduiding<br />

„Wijkbibliotheek" en Vermelding van<br />

de openingsuren.<br />

Welfare — September.<br />

Beruchte drie-kruisjes-schrijver<br />

in Den Haag gearresteerd<br />

Naar wij vernemen, is de vroegere<br />

hoofdredacteur van het Twents<br />

Nieuwsblad, M. J. L. v. Nierop, Vrijdag<br />

in Den Haag gearresteerd. Hij zal vandaag<br />

naar Enschede worden overgebracht.<br />

Wij kunnen ons voorstellen, dat dit<br />

bericht een zucht van voldoening zal<br />

doen opgaan in Twente en in de<br />

Graafschap, want als er een man is<br />

geweest, die zich tijdens den oorlog<br />

in dit gebied gehaat heeft gemaakt,<br />

dan is het wel de drie-kruisjes-man.<br />

Elke dag opnieuw heeft hij gepoogd,<br />

nadat hij in November 1943 de leiding<br />

had gekregen van de gelijkgeschakelde<br />

Twentsche pers, om hart en<br />

geest van de bevolking in dit gebied<br />

te vergiftigen met de nationaal-socialistische<br />

opvattingen. Toen het hem<br />

niet gelukte op de door hem aanvankelijk<br />

gekozen zoetsappige wijze, kwam<br />

hij anders voor den dag. Hij trad toen<br />

zoodanig op, dat elk artikel in de<br />

krant, die men om het officiëele<br />

nieuws wel lezen moest, een beleediging<br />

vormde voor het goedwillende<br />

deel der bevolking, dus voor vrijwel<br />

allen. Hij wierp het masker af, zooals<br />

de meeste nationaal-socialisten na<br />

korter of langer tijd. Stuitend en beleedigend<br />

was zijn optreden als journalist,<br />

zoowel als in officiëele N.S.B.-<br />

functies. Niemand zal ooit vergeten,<br />

hoe hij schreef over de Joden, over<br />

de onderduikers en over de verzetsstrijders,<br />

die hij, als getrouw dienaar<br />

van zijn Duitschen leermeester, nooit<br />

anders betitelde dan als terroristen.<br />

Hij heulde in elk opzicht volledig met<br />

de Duitschers en de vreugde, die hij<br />

aan den dag legde, toen tot leedwezen<br />

van de geheele wereld de aanslag op


Hitler mislukte: „De Pührer bleef ons<br />

behouden", jubelde hij in een opschrift<br />

dat de gehele breedte van de<br />

pagina in beslag nam, was zo mogelijk<br />

nog beleedigender voor ons, Nederlanders,<br />

dan zijn afwisselende<br />

vleierij en dreigementen.<br />

In de N.S.B, in Twente bekleedde<br />

hij — hoe kon het anders in een<br />

partij, die zoo weinig kader bezat —<br />

natuurlijk allerlei hooge posten. Een<br />

tijdlang had hij de algemeene leiding<br />

van Mussert's volgelingen in dit district,<br />

hij gaf leiding aan den Naticnalen<br />

Jeugdstorm, was natuurlijk begunstigend<br />

lid van de S.S. en wat hem<br />

vooral zwaar zal worden aangerekend:<br />

hij was commandant van de Landwacht<br />

in Twente.<br />

Van Nierop, die 34 jaar oud is, had<br />

al vroeg fascistische neigingen. Voor<br />

den oorlog was hij verbonden aan de<br />

redactie van De Residentiebode in<br />

Den Haag en hij behoorde toen tot<br />

het Verdinaso, het Verbond van<br />

Dietsche Nationaal Solidaristen, in<br />

welks jeugdbeweging hij een groote<br />

rol vervulde. Toen na Mei 1940 het<br />

Verdinaso opging in de N.S.B., kwam<br />

hij op persgebied naar voren. Voor de<br />

beruchte Vereenigde Persbureau's trad<br />

hij op als Berlijnsch correspondent<br />

en na zijn terugkeer in Nederland<br />

werd hij achtereenvolgens hoofd van<br />

de afd. Perszaken van het hoofdkwartier<br />

der N.S.B, en waarnemend hoofdredacteur<br />

van Volk en Vaderland.<br />

Toen stuurden zijn bazen hem naar<br />

Twente, om daar de hoofdredactie op<br />

zich te nemen en het Twents Nieuwsblad,<br />

dat ontstaan was uit de gedwongen<br />

fusie van Tubantia en de Nieuwe<br />

Hengelosche Courant. Hij deed hier<br />

zijn werk zoodanig, dat de N.S.B.-ers<br />

hem beloonden met den dr. Goedewagen-prijs,<br />

die was uitgeloofd voor<br />

de grootste vuilschrijverij.<br />

Van Nierop, die, toen er nog geen<br />

gevaar was, even moedig praatte en<br />

schreef als Mussert, pakte toen de<br />

bevrijders in aantocht waren, natuurlijK<br />

de biezen.<br />

Hij trok naar het Noorden, maar<br />

toen de politie hem hier op het spoor<br />

kwam, was de vogel gevlogen. Wel<br />

werden zijn vrouw en kinderen in<br />

Oude Pekela gevonden. De politie<br />

bleef echter actief en zoo kon hij gisteren<br />

in Den Haag worden gearresteerd.<br />

Het mag een raadsel worden<br />

genoemd hoe deze man zoolang heeft<br />

kunnen onderduiken, maar ook dit zal<br />

wel spoedig worden opgelost.<br />

Het Vrije Volk — 5 October.<br />

Krantenpapier<br />

Canada en New Poundland zullen<br />

hun uitvoer van krantenpapier naar<br />

Groot-Brittannië in 1947 verhoogen<br />

van 50.000 tot 150.000 long ton.<br />

Met deze beide landen heeft Groot-<br />

Britannië voorts onderhandelingen<br />

gevoerd, dat in 1950 de Britsche import<br />

van papier zoodanig zal zijn, dat<br />

de kranten met 12 pagina's kunnen<br />

verschijnen.<br />

Economische Voorlichting —<br />

5 October.<br />

De Standaard<br />

Het A.R. dagblad „De Standaard"<br />

zal waarschijnlijk op 1 Dec. weer verschijnen.<br />

Haagsch Dagblad — 3 October.<br />

Misbruik van persconferenties<br />

De persconferenties zijn een groeiend<br />

euvel in onze Nederlandsche perswereld.<br />

Er zijn er veel te veel, hun<br />

kwaliteit is te laag en hun bijverschijnselen<br />

zijn onaangenaam.<br />

Beginnen wij met het laatste. Steeds<br />

meer worden persconferenties gelegenheden,<br />

waar de „heeren" van de<br />

pers met eten en drinken worden volgestopt<br />

in de hoop, dat zij in de<br />

goede stemming zullen raken, om het<br />

ter persconferentie aanbevolen stoffelijke<br />

en geestelijke product in hun<br />

courant eenigen lof toe te zwaaien.<br />

Het mag niet voorkomen, dat iemand,<br />

die namens een groote semi-overheidsinstelling<br />

de pers een uiteenzetting<br />

geeft over de werkzaamheden daarvan,<br />

kennelijk onder den invloed is<br />

van de heerlijke dranken, welke op<br />

een voorafgaande receptie werden geschonken.<br />

Het mag ook niet voorkomen,<br />

dat de persconferentie van<br />

een hooggeplaatst buitenlandsch militair<br />

in het water (of liever in de spiritualiën)<br />

valt, omdat, wanneer de<br />

conferentie eenmaal begint, de generaal<br />

evenzeer onder den invloed is als<br />

de aanwezige journalisten. Zulke verschijnselen<br />

geven een verre van prettigen<br />

indruk van degenen, die de persconferenties<br />

leiden. Zij zijn ook volstrekt<br />

misplaatst in een tijd van<br />

soberheid, of laten wij voorzichtig zijn<br />

en zeggen: in een tijd, die een tijd<br />

van soberheid zou moeten zijn. Maar<br />

het is naar den kant van de pers<br />

gezien nog veel bedenkelijker, dat men<br />

meent deze met een kluitje in het<br />

riet te kunnen sturen en als een kind<br />

met wat lekkers te kunnen zoet houden.<br />

Groote soberheid dient bij het<br />

aanvaarden van ververschingen en<br />

dergelijke door de vertegenwoordigers<br />

van de pers te worden betracht en zij<br />

moeten ook niet aarzelen óf door<br />

woorden óf door wegblijven te protesteeren,<br />

wanneer hun gastheeren toch<br />

de houding blijven aannemen, dat zij<br />

de pers op zoo goedkoope wijze meenen<br />

te kunnen lijmen.<br />

Bedenkelijk is ook de veelvuldigheid<br />

van persconferenties in deze dagen.<br />

Die veelvuldigheid brengt mede, dat de<br />

betrokken overheidsinstanties en particuliere<br />

lichamen niet altijd met hun<br />

beste vertegenwoordigers achter de<br />

tafel verschijnen en dat de pers van<br />

den weeromstuit uit haar toch reeds<br />

beperkte redactiestaven ook niet altijd<br />

de besten zendt. Het droevige gevolg<br />

is een steeds verder dalen van het<br />

peil van de gedachtenwisseling. Het<br />

is beschamend om van buitenlandsche<br />

journalisten te moeten hooren, hoe<br />

tam en onbelangrijk zij de Nederlandsche<br />

persconferenties vinden —<br />

en juist door de schuchtere gedragingen<br />

van den gemiddelden Nederlandschen<br />

journalist. Tot een verlaging<br />

van het peil draagt ook bij de overvloed<br />

van hoogst onbelangrijke vereenigingen<br />

en instellingen, die alle<br />

aan de mode offeren, door ook hun<br />

eigen persconferenties te gaan geven.<br />

Men vergeet bij het houden van een<br />

persconferentie dikwijls ook, dat het<br />

medegedeelde van eenig belang moet<br />

zijn. Indien het alleen maar gaat om<br />

feitelijke mededeeling die men even<br />

goed in een gestencild memorandum<br />

aan de pers zou kunnen voorleggen,<br />

is het eenvoudig tijd verknoeien om<br />

een groot aantal journalisten daartoe<br />

bijeen te roepen. Wij begrijpen heel<br />

goed, dat dit toch dikwijls gebeurt,<br />

omdat de betrokken instanties van<br />

een schriftelijke mededeeling weinig<br />

heil meer verwachten. Wij kunnen<br />

ons dat best voorstellen, maar daartegen<br />

is een zeer eenvoudige remedie:<br />

laat men ook het aantal schriftelijke<br />

stukken, dat men aan de verschillende<br />

redacties rondzendt, eindelijk eens<br />

wat beperken. Men weet nu eenmaal,<br />

dat alle kranten nog te woekeren<br />

hebben met een ernstig gebrek aan<br />

papier en dus alleen het allernoodzakelijkste<br />

kunnen publiceeren. Nalijk<br />

zijn er altijd bezwaren te maken<br />

tegen de keus, welke de redacties doen<br />

uit het hun aangeboden materiaal,<br />

maar juist, als degenen, die aan de<br />

couranten schriftelijk materiaal aanbieden,<br />

zichzelf reeds beperkingen opleggen,<br />

is het voor de redacties gemakkelijker<br />

een keus te doen uit de<br />

dan belangrijker stof, welke hun wordt<br />

voorgelegd.<br />

De Nieuwe Nederlander — 2 October.<br />

De Duitsche pers<br />

Van de vijftien kranten, die op het<br />

oogenblik in Berlijn verschijnen, is de<br />

„Tagliche Rundschau" de grootste, met<br />

een oplage ongeveer gelijk aan die<br />

van de Londensche „Times" (500.000).<br />

Reeds enkele dagen na de bezetting<br />

van de hoofdstad hadden de Russische<br />

autoriteiten dit nieuwe dagblad gesticht,<br />

dat nu naar alle deelen van<br />

Sovjet-Duitschland wordt gevlogen.<br />

Het blad maakt soms den indruk letterlijk<br />

uit de „Prawda" te zijn vertaald,<br />

artikelen over Russische cultuur,<br />

economie en politiek domineeren<br />

volkomen. De hoofdartikelen zijn<br />

precies in denzeïfden geest gesteld als<br />

in het roode orgaan. Het uiterlijk doet<br />

daarbij sterk aan dat van de vroegere<br />

officieele Nazikrant de „Völkischer<br />

Beobachter" denken door de enorme<br />

zwarte koppen met roode strepen eronder<br />

op de voorpagina.<br />

„Neue Zeit", het blad van de<br />

Christelijk Democraten, werd door het<br />

Duitsche publiek in de Oostelijke zone<br />

enthousiast ontvangen, daar het de<br />

communistische ideologie niet was toegedaan.<br />

Toen de leider van de CD. in<br />

den herfst van het vorig jaar zich tegen<br />

de „landhervorming" verzette,<br />

waarbij alle groote bezittingen verkaveld<br />

werden, hadden de Russen een<br />

aanleiding in te grijpen. Zij bezetten<br />

het redactiebureau van het partijorgaan<br />

en zorgden, dat er een hoofdartikel<br />

op de voorpagina kwam, waarin<br />

de leiding van de Christelijk Democraten<br />

werd aangevallen.<br />

Maar het Berlijnsche publiek begreep<br />

wat er achter zat; de man, die<br />

9


zich. verzet had, week uit naar de<br />

Britsche zone. Daar volgens een mededeeling,<br />

op bevel der autoriteiten gepubliceerd,<br />

„de capaciteit van de persen<br />

niet meer toereikend was", werd<br />

plotseling de oplage drastisch verlaagd<br />

en het blad verloor veel aan beteekenis.<br />

„Das Volk" van de sociaal-democraten,<br />

die in Mei j'.l. een fusie met de<br />

communisten aangingen, toont weinig<br />

karakter, evenmin als „Der Morgen"<br />

van de Duitsche Liberale Partij, die<br />

beide hun uiterste best doen de roode<br />

machthebbers niet te ontstemmen.<br />

Heel wat interessanter is dan „Der<br />

Kurier" in Berlijnsch Pransche zone<br />

uitgegeven, dat driemaal per week verschijnt.<br />

Hoewel vrijwel uitsluitend uit<br />

Parijs van nieuws voorzien, neemt 't<br />

een zoo onafhankelijk mogelijke houding<br />

aan ten opzichte van de groote<br />

politieke problemen.<br />

Het meeste gezag heeft echter wel<br />

het door de Amerikanen gesteunde<br />

blad „Der Tagesspiegel" (400.000), dat<br />

zich voortdurend openlijk verzet tegen<br />

de politiek, die in Rood-Berliin gevolgd<br />

wordt. Herhaaldelijk werd 't<br />

verleden van een Communistischen<br />

partijman uit de doeken gedaan. De<br />

oproep van de Engelsche Labour .partij<br />

in het begin van dit jaar tot de<br />

sociaal-democraten gericht, om zich<br />

niet met de communisten te vereenigen,<br />

werd door de pers onder Sovjetcontröle<br />

niet gepubliceerd, evenmin als<br />

de rede van „kameraad" Thorez, die<br />

het Ruhrgebied voor Frankrijk opeischte.<br />

Maar de Amerikanen waren<br />

er ook nog en zetten het nieuws uitgebreid<br />

op de voorpagina van hun<br />

blad, zoodat heel Berlijn in korten<br />

tijd van de feiten op de hoogte was.<br />

„Geallieerde" kranten zijn in de Russische<br />

zone van Berlijn verboden, ze<br />

worden er dus binnengesmokkeld en<br />

soms voor meer dan drie gulden verkocht.<br />

De Engelschen stichtten „Der Berliner",<br />

ook driemaal per week verschijnend,<br />

en naar Britsche opvattingen<br />

geredigeerd en opgemaakt met<br />

een hoofdartikel op pagina drie. Het<br />

rustige uiterlijk en de bezadigde toon<br />

geven het uitstekend gedocumenteerde,<br />

zeer betrouwbaar blad, veel invloed<br />

in conservatieve Berlijnsche kringen.<br />

Ook „Telegraf" en „Volksblatt" worden<br />

onder Britsch toezicht uitgegeven.<br />

Toen de sociaal-democraten, die geweigerd<br />

hadden in de communistische<br />

partij op te gaan, een nieuwe partij<br />

stichtten, wilden zij hun orgaan „Vorwarts"<br />

noemen, om daarmee een oude<br />

vermaarde socialistische krant tot<br />

nieuw leven te brengen. — Maar de<br />

communisten kregen er de lucht van<br />

en zij veranderden hun dagblad „Einheit"<br />

in „Vorwarts", voor de<br />

anderen hun plan tot uitvoering hadden<br />

kunnen brengen.<br />

De Westelijke geallieerden dus zullen<br />

Berlijn van betrouwbaar nieuws<br />

moeten voorzien.<br />

De Linie.<br />

Terug naar den Rechtsstaat!<br />

Dezer dagen heeft de Centrale Zuivzringsraad<br />

voor het Bedrijfsleven<br />

10<br />

een uitspraak gedaan, welke meer dan<br />

gewone aandacht verdient, omdat zij<br />

een wegwijzer is op den weg-terug<br />

naar den rechtsstaat. Zij betreft een<br />

zaak, in eerste instantie door de Commissie<br />

voor de Perszuivering behandeld,<br />

waarbij deze een ontzetting van<br />

recht om in een leidende functie werkzaam<br />

te zijn, had uitgesproken.<br />

Grond voor deze ontzetting was de<br />

houding van den beschuldigde met betrekking<br />

tot het drukken van „De<br />

Zwarte Soldaat", het blad van de W.A.,<br />

welke houding, ook volgens den Centralen<br />

Raad, op zichzelve een ontzetting<br />

zou wettigen. De Raad overweegt<br />

echter, dat deze gedraging reeds oorzaak<br />

is geweest, dat de beschuldigde<br />

ernstig nadeel in zijn bedrijf heeft<br />

ondervonden, aangezien in Mei 1945<br />

het Militair Gezag hem heeft belet,<br />

de uitgave van „De Bussumsche Courant"<br />

te hervatten, waartoe hij gerechtigd<br />

was op grond van het (Londensche)<br />

Tijdelijk Persbesluit; de verschijning<br />

van deze courant was n.1.<br />

reeds medio Februari 1942 door den<br />

beschuldigde om principieele redenen<br />

gestaakt, zoodat hij geenerlei toestemming<br />

van het Militair Gezag of<br />

van wien dan ook behoefde om na de<br />

bevrijding de courant opnieuw uit te<br />

geven. In stede daarvan beval, onder<br />

strafbedreiging bij onvoldoende medewerking,<br />

het Militair Gezag, dat op<br />

beschuldigdes persen een nieuw orgaan,<br />

de „Gooische Courant Stad en<br />

Lande", moest worden gedrukt, welke<br />

toestand zich tot groot nadeel van<br />

den beschuldigde heeft bestendigd tot<br />

op dezen dag. De Centrale Raad overweegt<br />

nu, dat het hem niet duidelijk<br />

is kunnen worden, waaraan het Militair<br />

Gezag een bevoegdheid tot ingrijpen<br />

in dezen vorm heeft gemeend te<br />

kunnen ontleenen (!) en stelt vast<br />

dat dit aan beschuldigde terzake van<br />

de onderhavige gedraging op onregelmatige<br />

wijze toegebrachte zeer<br />

ernstige nadeel in rekening moet worden<br />

gebracht bij de beantwoording<br />

van de vraag, of de beschuldigde nu<br />

nog verder moet worden getroffen. De<br />

Raad beantwoordt deze vraag ontkennend,<br />

ook omdat de beschuldigde juist<br />

in het onderdeel van zijn bedrijf,<br />

waarvan de uitoefening hem door het<br />

M.G. is belet, n.1. de uitgave van de<br />

Bussumsche Courant, tijdens de bezetting<br />

ten koste van materieele offers<br />

de juiste houding heeft betracht, en<br />

hem de erkenning daarvan, die het<br />

Tijdelijk Persbesluit met de mogelijkheid<br />

van onmiddellijke herverschijning<br />

had bedoeld, is onthouden. De<br />

Raad besluit daarom, dat het nemen<br />

van maatregelen op grond van het<br />

Besluit Zuivering Bedrijfsleven achterwege<br />

zal worden gelaten. Deze<br />

uitspraak van den Centralen Zuiveringsraad,<br />

welke naar zijn oordeel<br />

de Commissie voor de Perszuivering<br />

had behooren te geven, doet weldadig<br />

aan, omdat daarin op zoo besliste<br />

wijze afkeuring wordt uitgesproken<br />

over een onrechtmatige<br />

overheidsdaad zooals er helaas zoovele<br />

na de bevrijding zijn voorgekomen.<br />

Bij lezing van de scherp geformuleerde<br />

overwegingen rijst voor het<br />

geestesoog het vertrouwde beeld van<br />

de geblinddoekte Vrouwe Justitia, die<br />

sine ira et studio — zonder haat en<br />

naijver — het voor en tegen voor den<br />

beschuldigde tegen elkaar afweegt.<br />

Voor dezen beschuldigde waren er<br />

nog rechters in Den Haag, omdat de<br />

Commissie voor de Perszuivering ditmaal<br />

haar beslissing moest doen steunen<br />

op het Besluit Zuivering Bedrijfsleven,<br />

dat een tweede instantie kent.<br />

In alle zaken evenwel, waarin de Commissie<br />

beslist op grond van het Tijdelijk<br />

Persbesluit 1945, ontbreekt zulk<br />

een beroepsinstantie. Reeds maanden<br />

geleden stelden wij vast, dat een hooger<br />

beroep op pijnlijke wijze wordt<br />

gemist; de behoefte aan een behandeling<br />

in tweeden aanleg is er sindsdien<br />

niet minder op geworden! Dat<br />

hierin thans spoedig worde voorzien.<br />

Ook processueel moeten wij den weg<br />

naar den rechtsstaat hervinden.<br />

Nat. Rott. Crt. — 4 October.<br />

Vorübergehend eingestellt...<br />

Neün Monate hat die Herrlichkeit<br />

einer communistischen Tageszeitung<br />

in der deutschsprachigen Schweiz<br />

gedauert. Seit dem 1. Dezember 1945<br />

erschien der „Vorwarts", das „Organ<br />

der Partei der Arbeit der Schweiz",<br />

taglich nachdem dies schon Monate<br />

vorher in Aussicht gestelt war, aber<br />

aus durchsichtigen Gründen nicht<br />

verwirklicht werden konnte. In dieser<br />

kurzen Spanne von dreiviertel<br />

Jahren sind nicht nur ungezahlte<br />

grüne Einzahlungsscheine verschickt,<br />

verschiedene Werbekampagnen eröffnet<br />

und Bettelaufrufe publiziert<br />

worden, sondern hat das Blatt auch<br />

sonst zahlreiche Wandlungen durchgemacht,<br />

die- alle den Heim des Niederganges<br />

in sich trugen. Eine der<br />

Hauptanforderungen, die der Schweizer<br />

an seine Presse stellt, ist die der<br />

Soliditat und der Konstanz; in diesen<br />

entscheidenden Punkten vermochte<br />

der „Vorwarts" nicht zu genügen<br />

und musste deshalb früher<br />

oder spater vom Schicksal ereilt werden.<br />

Dies war auch dadurch nicht zu<br />

verhindern, dass die Zeitung „den<br />

selben Namen wie die Zeitung Lenins<br />

tragt" und dieser Name für die Herausgeber<br />

als Verpflichtung aufgefasst<br />

wurde, wie der famose Direktor Hirsch<br />

alias Surava in einem „Brief aus dem<br />

Gefangnis" seinen staunenden Anhangern<br />

verkündete.<br />

Ja, diesere Direktor! Wie hat er doch<br />

dem „Vorwarts" die Merkmale seines<br />

eigenen unsteten Charakters aufgedrückt,<br />

die sich zeigten in einem<br />

abenteuerhaften, hochstaplerischen<br />

Geschaftsgebaren, in abnormen journalistischen<br />

Exklusivitaten und in<br />

einem grössenwahnsinnigen Streben<br />

nach Macht. Mit Sentimentalitaten<br />

aller Art mit dem Martyrerschein der<br />

verfolgten Unschuld in Untersuchungshaft,<br />

mit antikapitalistischen Bekenntnissen,<br />

die ihm sowieso niemand<br />

glaubte, sowie mit Verleumdungen<br />

aller Art hat er gespielt, nicht aber<br />

solid und seriös gearbeitet, wie das<br />

das Schweizervolk von einem mitgroszer<br />

Ve-rantwortung ausgestatteten<br />

Herausgeber eines Presse-organs verlangt.<br />

Es zeugt für ein gesundes Ur-


teilsvermögen unseres Volkes und in<br />

diesem besonderem Fall der Arbeiterschaft,<br />

dass es dem gefahrlichen Demagogen<br />

nicht auf den Leim gekrochen<br />

ist, sondern ihm, wie seinem<br />

zweifelhaften Presseprodukt, die Gefolgschaft<br />

versagte.<br />

Wir sind uns durchaus bewusst, hier<br />

nicht einen endgültigen Nekrolog auf<br />

die kommunistische Publizistik in der<br />

Schweiz zu schreiben. Der in der Partei<br />

der Arbeit organisierten politischen<br />

Minderheit soil, den demokratischen<br />

Spielregeln entsprechend, das Recht<br />

der freien Meinungsausserung unbenommen<br />

sein, soweit es sich als legitim<br />

erweist, das heisst nich durch<br />

eine finanzielle oder geistige Ubhangigkeit<br />

vom Auslande genahrt und<br />

auch sonst dem Unsehen des Landes<br />

nicht schadlich ist. Uebrigens scheint<br />

sich das welsche Organ des Herrn<br />

Nicole, die „Voix ouvrière", ja vorlaufig<br />

halten zu können, so dass der<br />

Vorwurf einer Vergewaltigung und<br />

Entrechtung der Minderheit ohnedies<br />

nicht am Platze ist. Denn es ist<br />

ganz klar, dass sich die Herren Hirsch<br />

usw. auch jetzt wieder als die unschuldigen<br />

Opfer des „Systems" aufspielen<br />

und dementsprechend Stimmung zu<br />

ihren Gunsten machen werden. Sie<br />

sind nicht in der Lage, die Gründe des<br />

Verfagens in ihrer eigenen Unzulanglichkeit<br />

zu,sehen, im Widerspruch, der<br />

sich bei Typen wie Hirsch und Gmür<br />

aus einem Konflikt der Ideologien<br />

zwangsweise ergeben muss. Sie haben<br />

sich der revolutioneren Bewegung<br />

verschrieben, ohne sich persönlich<br />

von den kapitalistischen Pesseln zu<br />

lösen. Das ist der Grund ihres Versagens.<br />

Das klagliche Ende des „Vorwarts"<br />

aber zeigt einmal mehr, dass<br />

der revolutionare Punke bei uns nicht<br />

zünden kann, weil das Pulverfass<br />

überhaupt nicht vorhanden ist.<br />

St. Gallen Tagblatt — 6 September.<br />

Protest Arnhemsche Persraad<br />

Tot dusver hebben de Arnhemsche<br />

dagbladen, in afwachting van een<br />

verklaring van de officieele instanties<br />

en van het comité tot herdenking van<br />

den 17den September 1944, over de<br />

incidenten tijdens de Airborne-herdenking<br />

gezwegen en zich beperkt tot het<br />

weergeven van protesten van Engelsche<br />

journalisten.<br />

Waar thans blijkt, dat men niet<br />

voornemens is, deze aangelegenheid<br />

alsnog aan een onderzoek te onderwerpen,<br />

achten de redacties van de<br />

Arnhemsche dagbladen het haar<br />

plicht, ook harerzijds een krachtig<br />

woord van protest te laten hooren<br />

tegen de methodes van voorlichting<br />

en het gebrek van medewerking van<br />

de zijde van voornoemd comité en de<br />

politie in Renkum en Arnhem.<br />

In het comité ontbraken de menschen,<br />

die aan de buitenlandsche en<br />

Nederlandsche pers op behoorlijke<br />

wijze inlichtingen konden verschaffen<br />

over den gang van zaken, die men<br />

blijkens ook tal van andere incidenten<br />

niet voldoende beheerschte, zoodat<br />

onaangename verwikkelingen niet<br />

konden worden voorkomen. Waar men<br />

van de zijde van de Arnhemsche persvereeniging<br />

zich bereid heeft verklaard<br />

aan de te elfder ure gedane<br />

verzoeken tot medewerking, te voldoen,<br />

treft het des te pijnlijker, dat<br />

de Renkumsche politie in het bijzonder,<br />

doch evenzeer de Arnhemsche<br />

politie, iedere berichtgeving bij voorbaat<br />

onmogelijk maakte.<br />

Men heeft een kostbare gelegenheid<br />

voorbij laten gaan om Arnhems gastvrijheid<br />

ook in het buitenland te bevestigen.<br />

De Arnhemsche persvereeniging<br />

dringt er, gezien het voorgevallene<br />

bij de bevoegde autoriteiten ten<br />

zeerste op aan, dat dergelijke onaanr<br />

gename incidenten in den vervolge<br />

achterwege zullen blijven en dat men<br />

ook in Arnhem eindelijk eens inzicht<br />

zal toonen in de taak van de pers,<br />

die al die duizenden vertegenwoordigde,<br />

die niet in de gelegenheid waren<br />

om de herdenkingen zelf bij te wonen.<br />

Zwart krantenpapier<br />

Trouw — Arnhem.<br />

Naar onlangs werd bekend gemaakt,<br />

zou een groep uitgevers van nieuwsbladen<br />

in de V.S. met' ongeeer 12<br />

uitgevers van Canadeesche nieuwsbladen<br />

bijeenkomen in de kantoren der<br />

American Newspaper Publishers Association,<br />

ten einde de' groote vraag<br />

naar krantenpapier, die in de geheele<br />

wereld bestaat, te bespreken. Aan<br />

het hoofd van de groep uitgevers<br />

staat het uit 9 personen bestaande<br />

bestuur van A.N.P.A. en Cranston<br />

Wililams, algemeen leider der organisatie.<br />

Medegedeeld werd, dat er op de vergaderingen<br />

pogingen in het werk werden<br />

gesteld om den export van krantenpapier<br />

van Canada naar de V.S. te<br />

vergroten. Er werd op gewezen, dat<br />

vele Amerikaansche uitgevers zóó krap<br />

krantenpapier bezitten, dat zij genoodzaakt<br />

zijn het adverteeren te<br />

rantsoeneeren. Volgens mededeelingen<br />

zou het buitenland, dat eveneens gebrek<br />

aan krantenpapier heeft, gaarne<br />

meer betalen dan de basisprijs van<br />

$ 74 per ton, vastgesteld door het<br />

Office of Price Administration voor<br />

het district New York en berichten<br />

doen de ronde, dat de prijzen op de<br />

zwarte markt varieeren van $ 240 tot<br />

$300 per ton.<br />

Het Financieele Dagblad —<br />

10 October.<br />

Onze eerste journaliste<br />

Onze eerste Nederlandsche journaliste<br />

Henriëtte van der Meij,<br />

die eenigen tijd geleden in den<br />

hoogen leeftijd van 96 jaar te Laren<br />

overleed, was een officiersdochter.<br />

Haar ouders hadden weinig contact in<br />

niet-militaire kringen. Misschien was<br />

dat wel de oorzaak, dat zij van<br />

jongsaf aan een nimmer verminderende<br />

belangstelling had voor al wat<br />

zich in de wereld afspeelde. Zoo spoedig<br />

als maar eenigszins mogelijk was,<br />

wilde ze zelfstandig zijn. Als een der<br />

eerste vrouwen in Nederland ging zij<br />

Duitsch studeeren. In 1875 werd zij<br />

leerares in deze taal aan de Middelbare<br />

School voor Meisjes te Goes.<br />

Tegelijk studeerde zij door voor een<br />

hoofdacte Nederlandsch.<br />

Maar ook dit beviel haar niet geheel<br />

en al. Zij ging schrijven. Een<br />

stukje, dat zij had geschreven over<br />

„Nathan der Weise" werd opgenomen<br />

in de „Portefeuille" van Taco de Beer.<br />

Op dat eene stukje volgden er meer;<br />

in het blad „De Lantaarn", in „De<br />

Spectator" en in „Nederland". Schilderkunst<br />

en letteren waren haar meest<br />

geliefde onderwerpen.<br />

In 1880 werd zij medewerkster aan<br />

„De Amsterdammer". Onder het pseudoniem<br />

„Enrichetta" schreef zij in dat<br />

blad letterkundige critieken. Daarna<br />

nam zij — tot zeer groote ergernis van<br />

haar familie — een betrekking aan<br />

als redactrice van de Middelburgsche<br />

Courant. Heel Middelburg stond op<br />

zijn kop ... een vrouw als journaliste,<br />

zooiets had men nog nooit beleefd!<br />

Mej. Van der Meij had er groote<br />

belangstelling voor, maar zij klaagde<br />

zeer over een gebrek aan contact met<br />

vooraanstaande socialisten. Door bemiddeling<br />

van Jeltje de Bosch Kernper<br />

kreeg zij een betrekking bij het<br />

blad „Belang en Recht" te Amsterdam.<br />

Het was in dat blad, dat zij in<br />

1892 den Duitschen Keizer als een<br />

„zenuwachtige, rustelooze persoonlijkheid<br />

met een onberekenbaar karakter"<br />

schetste, een karakteriseering, die<br />

maar al te waar is gebleken.<br />

Enkele jaren later werd zij hoofdredactrice<br />

van „Belang en Recht". Het<br />

was een strijdorgaan voor vrouwenbelangen<br />

en vertegenwoordigde de<br />

„gematigde richting". In „Belang en<br />

Recht" werd rustig gepleit voor vrouwenkiesrecht,<br />

terwijl de andere richting<br />

in den waren zin des woords<br />

streed voor dameskiesrecht, dus een<br />

kiesrecht, waartoe alleen de meer ontwikkelde<br />

vrouwen gerechtigd zouden<br />

zijn.<br />

Niet alleen met de pen, ook met de<br />

daad was Henriëtte van der Meij een<br />

ijveraarster voor de vrouwenbelangen.<br />

Zij richtte een ontwikkelingscursus<br />

voor werkende vrouwen op (speciaal<br />

voor de arbeidsters in de diamantindustrie).<br />

Henri Polak was haar hierbij<br />

een groote steun. Nadat het blad<br />

„Belang en Recht" was opgeheven,<br />

werd zij medewerkster aan het orgaan<br />

van den Algemeenen Nederlandschen<br />

Diamantbewerkers Bond.<br />

Vakbeweging, arbeidswetgeving, vrouwenbescherming<br />

en tallooze andere<br />

onderwerpen met socialen inslag hadden<br />

haar belangstelling. Bij de instelling<br />

van den Hoogen Raad van Arbeid<br />

werd zij tot lid benoemd.<br />

Toen Henriëtte van der Meij in<br />

December 1940 90 jaar werd, heeft het<br />

haar in haar "huisje te Laren niet aan<br />

belangstelling ontbroken.<br />

Margriet — 28 September.<br />

Vervelende kranten<br />

Wanneer men een land en zijn bevolking<br />

in enkele weken wil leeren<br />

kennen, is het zeker niet voldoende<br />

alleen maar rond te kijken of de krant<br />

11


te lezen, moge het dan waar zijn, dat<br />

de laatste dikwijls een afspiegeling is<br />

van de levende gedachten. Ik mag<br />

deze Engelsche kranten niet. Ze zijn<br />

me te sensationeel, te oppervlakkig,<br />

te zeer toegespitst op onbelangrijke<br />

gebeurtenissen. Zoo heb ik me stierlijk<br />

verveeld met een verhaal over de<br />

koningin van Engeland, die haar been<br />

bezeerd had. Het werd de lezers in<br />

een twee en een halve kolom lang<br />

artikel in geuren en kleuren voorgezet<br />

en het gebeurde met een kennis van<br />

bijzonderheden, die me verwonderd<br />

deed afvragen of deze collega's soms<br />

dag en nacht aan haar tafel en haar<br />

bed zaten. Een anderen keer las ik<br />

het curieuze verhaal van een sprekende<br />

hond. Het was misschien minder<br />

verbazingwekkend dan de reporters<br />

het hun publiek schilderden, want<br />

de hond scheen het niet verder te ;<br />

kunnen brengen dan het nogal simpele<br />

„I want one". Het waren heus<br />

niet alleen de conservatieve kranten,<br />

die zich aan dezen onzin bezondigden,<br />

ook Labour deed braaf mee.<br />

De Waarheid — 2 September.<br />

Alleen op Malakka bestaat<br />

een onafhankelijke pers<br />

Uit een onderzoek van Ass. Press<br />

naar de omstandigheden, waaronder<br />

de pers in Zuid-Oost-Azië werkt, is<br />

gebleken, dat, ofschoon de oorlog is<br />

geëindigd, in Siam en Indo-China<br />

geen persvrijheid bestaat. Alleen te<br />

Singapore en in de Maleische Unie<br />

bestaat een onafhankelijke en objectieve<br />

pers.<br />

De situatie in de verschillende landen<br />

van Oost-Azië, elk op zichzelf beschouwd,<br />

is als volgt:<br />

In de Maleische Unie, die historisch<br />

een van de groote centra der journalistiek<br />

in het Verre Oosten is, keerde<br />

de volledige persvrijheid met de Britsche<br />

bezetting terug. De bladen brengen<br />

aan een publiek, dat weet te lezen,<br />

een ruime selectie van wereldnieuws.<br />

Bijna elke officieele maatregel wordt<br />

op zijn waarde onderzocht en, indien<br />

niet juist bevonden, vrijmoedig becritiseerd.<br />

Het Britsche Ministerie van<br />

Koloniën moet het daarbij dikwijls<br />

ontgelden. Aan ingezonden stukken<br />

wordt groote aandacht geschonken.<br />

Het algemeene resultaat van een en<br />

ander is geweest, dat het redactioneele<br />

gedeelte der bladen een ongeëvenaard<br />

prestige geniet en groote invloed heeft<br />

zoowel op de openbare meening als<br />

op de maatregelen der autoriteiten.<br />

In Siam werd na den geheimzinnigen<br />

dood van koning Ananda<br />

Mahidol een volledige perscensuur ingevoerd,<br />

omdat — zooals de officieele<br />

toelichting luidde: de kranten lasterlijke<br />

artikelen publiceerden, waardoor<br />

de regeering in verband werd gebracht<br />

met den dood van den koning. Volgens<br />

den tekst van het censuurbesluit<br />

zou de censuur beperkt zijn tot de<br />

berichten en artikelen over den dood<br />

van den koning en over het grensgeschil<br />

tusschen Siam en Indo-China,<br />

maar toen de datum voor de tusschentijdsche<br />

verkiezingen (6 Augustus)<br />

(Slot onderaan pag. 15)<br />

12<br />

AND THE SUF<br />

I am always curious about the state<br />

of our nation, so when I learned from<br />

an advertisement in a morning newspaper<br />

some weeks ago, that Mr. Ward<br />

Morehouse, dramatic critic of the Sun<br />

(an evening newspaper), was going to<br />

make a cross-country motor trip and<br />

describe it in a series of articles to be<br />

called, simply but inclusively, "Report<br />

on America," I determined to follow<br />

his peregrinations with fidelity. My<br />

plan, I foresaw, would entail giving<br />

some attention, even if involuntary, to<br />

other ingredients of the Sun, and I<br />

looked forward to this with sentimental<br />

disquiet. All my recollections of the<br />

Sun are associated with my maternal<br />

grandfather, whose favorite evening<br />

paper it was. I have seldom had<br />

occasion to look at it since his death,<br />

twenty years ago. I feared, in renewing<br />

the acquaintance, the sort of shock<br />

experienced by the city man who<br />

returns to the site of his boyhood<br />

toboggan slide and finds it occupied<br />

by part of a Robert Moses Autobahn.<br />

As soon as I bought a copy of the<br />

Sun containing the first installment<br />

of Mr. Morehouse's Report, I could see<br />

that I need have had no apprehension.<br />

Nothing essential had changed since<br />

1926. It seemed as perfectly preserved<br />

as the corpse of Lenin, a first impression<br />

I subsequently confirmed by examining<br />

a couple of July, 1926, examples<br />

in the Newspaper Division of the Public<br />

Library. Morehouse, who has been<br />

on the staff of the Sun since 1926 and<br />

is well preserved himself, contributed<br />

to my reversed time-machine illusion<br />

by beginning his Report with a dispatch<br />

datelined June 3rd — no year specified<br />

— from Baltimore, entirely devoted to<br />

an interview with H. L. Mencken.<br />

Mencken, who is sixty-five, complained<br />

that softshell crabs, for wfnch his<br />

mother had paid twenty-five cents a<br />

dozen, were retailing for twenty-five<br />

cents apiece. This he cited as a sign<br />

of the decay of the times, adding, as<br />

another, that he never saw any beautiful<br />

women any more, an observation<br />

that may have had a subjective basis.<br />

* *<br />

*<br />

Mencken's income as a writer — seven<br />

dollars a week in 1899 — has, Morehouse<br />

failed to note, risen rather more<br />

than twelve times. The philosopher's<br />

value has therefore been inflated,<br />

rather than diminished (as he seems,<br />

v/ithout statistical basis, to believe), in<br />

terms of softshell crabs. The Sun is a<br />

Republican paper, and this summer,<br />

as in 1926, the Republicans are thinking<br />

about Presidential candidates two<br />

years in advance. Mencken told Mr.<br />

Morehouse that Senator Vandenberg<br />

was the best man the Party had but<br />

that the nomination would probably<br />

Stassen." (I noticed in the course of<br />

my Public Library research that<br />

go to "some fraud like Bricker or<br />

twenty years ago George Van Slyke,<br />

who is still one of the Sun's political<br />

experts, was telling his concerned<br />

public that President Coolidge would<br />

not run again. The choice for the<br />

nomination lay between Longworth,<br />

Lowden, Dawes, Hoover, and Watson<br />

— news which, viewed in retrospect,<br />

renewed my faith in the designers of<br />

the Constitution. Had they provided<br />

for a plural Presidency, 1928—1932<br />

might have been five times as bad.)<br />

"People are in a state of imbecility,"<br />

the Baltimore bonze told Morehouse in<br />

valediction. "The country is a wreck.<br />

Don't ask me the remedy."<br />

Morehouse,, having establised suspense<br />

by this beginning ("Will he find<br />

the remedy?" I asked myself. "Will he<br />

save us?"), pressed on to Washington.<br />

There, under the dateline of June 5th,<br />

he interviewed, by coincidence, Senator<br />

Vandenberg. He described Vandenberg<br />

as the "bland and incisive ... tall, articulate<br />

... suave, vital, cigar-smoking,<br />

Grand Rapids-born Senator, who, in<br />

the opinion of many observers here, is<br />

the outstanding man in the Reublican<br />

Party." The most cheerful words<br />

America's Reporter could wring from<br />

the incisive and articulate statesman<br />

were: "President Truman is a dear<br />

personal friend of mine. He has my<br />

very great sympathy in the tragic<br />

responsibilities which he bears." So,<br />

Morehouse, leaving behind him what<br />

he called he "Potomac city of the<br />

incommunicable beauty," pushed 'on<br />

South, the remedy still undiscovered.<br />

Vandenberg, who is sixty-two, is a<br />

callow interviewee by Morehouse standards,<br />

but the Sun man built up his<br />

average at Raleigh, North Carolina, by<br />

seeking counsel of Josephus Daniels, a<br />

very elder statesman of eighty-four.<br />

Mr. Daniels said, "I've seen the days<br />

when capital said, 'The people be damned,'<br />

but I never expected to see labor<br />

say the same thing."<br />

Banging along indomitably in his<br />

car, "the doughty little coupe, WM125,"<br />

which he has implacably personalized<br />

throughout his journey, Morehouse<br />

Reported two days later, "It's wet, as<br />

wet as only north Georgia can be<br />

during a cloudburst." (How wet was<br />

that? I wasn't sure.) But he kept right<br />

on going, apparently hitting his typewriter<br />

as the dougthy coupe ran itself.<br />

"I've slowed down to a crawl," he<br />

reported. "Something's in the road<br />

ahead — Yes, a mule cart driven by<br />

a colored man." ("Stop typing. Ward!"<br />

I caught myself crying. "Grab that<br />

wheel! Don't hit that colored man!")<br />

STOOD STILL<br />

Apparently he didn't hit tne colored<br />

man, for a few days later he was<br />

calmly filing from Laurel, Mississippi.<br />

"Some day I shall write a book about<br />

going across America with two typewriters,<br />

three extra tires, a camera, a<br />

shotgun, half a case of shells, and a<br />

case of neuritis," he said in beginning<br />

his Laurel dispatch, and one found<br />

oneself suspecting that perhaps he was<br />

already doing so. "Mississippi — here's<br />

a State with all the languor of the<br />

deep, deep South ... Soothing on the<br />

ear are the sounds of the South —the<br />

Sunday morning tolling of churchbells<br />

in an Alabama hamlet and the low,<br />

faraway whistle of a locomotive in the<br />

middle of the night." Up here in New<br />

York, we-all Yankees put whistles on<br />

the churches and automatic electric<br />

guitars on the locomotives.<br />

On June 25th, still in quest of the<br />

remedy for the nation's ills, Morehouse<br />

arrived in Tishomingo, Oklahoma.<br />

There he sought the wisdom of former<br />

Governor Alfalfa Bill Murray, seventysix.<br />

This brought the average years of<br />

his major political consulants to seventy-two.<br />

"If you want me to tell you<br />

about the country right now, I can<br />

only tell you it's crazy," Mr. Murray<br />

said. "I'm telling you that the groundwork<br />

for a panic is already laid; it<br />

will reach its zenith in about 1953. The<br />

Republicans will have a chance in<br />

1948, a good chance, and they probably<br />

will be blamed, but Roosevelt really<br />

started it." Turning to foreign affairs,<br />

he said, "You can't harmonize a pagan<br />

mind with a Christian mind, an Asiatic<br />

mind with a Caucasian mind. When<br />

a person talks of stopping war, he's<br />

going against all the lessons of history."<br />

Evidently the Murray interview<br />

was discouraging, for Morehouse<br />

quickly got away from politics and has<br />

since confined his Report to observations<br />

of a more superficial nature.<br />

Soda clerks and filling-station attendants<br />

are civil or uncivil or tolerably<br />

civil, he has reported, and traffic on<br />

the road is sometimes heavy and sometimes<br />

light, depending. Hotel rooms are<br />

hard to find, many veterans are back<br />

in civilian life, and the legitimate<br />

theatre outside New York is not what<br />

it was when it was in a more flourishing<br />

condition than it is now. Morehouse<br />

arrived on the Pacific Coast<br />

eariy in Juli, tying the transcontinental<br />

record for oxcarts with gentlemen<br />

outriders, and not long afterward<br />

interviewed Jim Jeffries, seventy-one,<br />

on the state of the prize ring. Mr. Jeffries<br />

took a dim view of it. He lost his<br />

most recent fight to the late Jack<br />

Johnson, in 1910.<br />

Mr. Morehouse chronicled an interlude<br />

of gaiety under the dateline of<br />

July 10th, from Beverly Hills, Reporting<br />

that he had on that day seen Howard<br />

Benedict, Howard Reinheimer, Howard<br />

Clothes, Natalie Schafer, Hicks Coney,<br />

Tom Cobley, Sammy Colt, Colt 45,<br />

Grace George, Radie Harris, Tommy<br />

Guinan, Lana Turner, Jimmy Stewart,<br />

Beulah Bondi, Lucille Hille, Arthur de<br />

Liagre II, Vinton Freedley, Bob Taplinger,<br />

Alvin de Liagre III, Ray Massey,<br />

Marjorie Rambeau, Reginald<br />

Denham, Mary Orr, Peter Dayey, José<br />

Iturbi, Hugh G. Flood, Alexander de<br />

Liagre IV, Man Ray, Arch Selwyn,<br />

Selig Archwyn, Mary Anderson, Ethel<br />

Barrymore, Billy Selwyn, Belwyn, Jessie<br />

Royce Landis, Battling Norfolk,<br />

Louis Hayward, Joseph Gotten, Monty<br />

Woolley, Jimmy Gleason, Humphrey<br />

Bogart, Jack Goodman, Arigelo Rizzo,<br />

H. B. Warner, H. B. Twentieth Century,<br />

I. J. Pox, Charles Towbridge,<br />

Armand de Liagre, Alaric de Liagre,<br />

Hume Cronyn, Pat O'Brien, Walter<br />

Slezak, Lionel Barrymore, Ray Arcel,<br />

George Brown, Eddie Bitzell, James A<br />

Mac-Donald, the Original Dixie Kid,<br />

Frank Morgan, Leon Ames, Bob Montgomery,<br />

Oscar Karlweis, Isobel Elsom.<br />

Ollie Thomas, Delmore Schwartz, Corporal<br />

Izzy Schwartz, Cyril Connolly,<br />

One-Eyed Connolly, Jr., Jimmy Cagney,<br />

Angus de Liagre, William Harrigan,<br />

Jackie Kid Berg, Van Heflin, Barbara<br />

Stanwyck, Katherine Emery, Burgess<br />

Meredith, Peggy Wood, Edmund<br />

Gwenn, Will Rogers, Jr., William S.<br />

Hart, Jr., and Alfred de Liagre, Jr.<br />

As I write, Mr. Morehouse has arrived<br />

in the State of Washington, where<br />

he may either jump in the Pacific<br />

Ocean (since there is so little hope for<br />

us) or decide to come home in time<br />

for next season's first nights.<br />

While pursuing Mr. Morehouse, I<br />

have been, as I had anticipated,<br />

bemused by other of the Sun's archaic<br />

charms, which, like the taste of<br />

Proust's madeleine steeped in tea<br />

brought back the sensations of an earlier,<br />

happier time. I have discovered,<br />

for example, with a curious atavistic<br />

excitement, that H. I. Phillips, the<br />

Sun's artisan of light verse, still conducts<br />

the column called "The Sun<br />

Dial." Mr. Phillips, in the summer of<br />

1926, wrote like this:<br />

Here lies Mary Jane McNeil,<br />

Shot down by Henry Wumps<br />

For asking after ev'ry deal —<br />

„Now lemme see — what's trumps?"<br />

I am happy to report that he has<br />

lost none of his skill, and that he has<br />

adapted his themes to the times. One<br />

of his recent poems, slyly entitled<br />

"Readjustment," goes like this:<br />

Hunter College bids farewell<br />

To the U.N.'s cosmic spell.<br />

Now the Bronx from fog is cleared —<br />

Double talk has disappeared.<br />

And another, entitled "Epitaph<br />

Any Statesman," like this:<br />

Here lies "X"<br />

Flat on his musha;<br />

He tried to get<br />

Accord with Russia!<br />

for<br />

This one could as well have run in<br />

the Sun on the July day in 1926 it<br />

carried the headlines:<br />

100 M.P.'S MEET<br />

IN ANTI-SOVIET<br />

MOVE IN LONDON<br />

Moscow Sending Airplanes<br />

to Afghans<br />

You all remember the destruction of<br />

London by the Afghan Air Force, or<br />

Afghawaffe.<br />

m s<br />

Fontaine Fox's Toonerville Trolley<br />

still clangs throught the Sun comics,<br />

as it did two decades ago. What I took<br />

at first glance to be a new comic<br />

strip called "George Sokolsky" (I was<br />

perhaps misled by the illustration)<br />

turned out instead to be an anti-labor<br />

column written by a man named<br />

George Sokolsky, who once broadcast<br />

for the National Association of Manufacturers<br />

and made speeches for the<br />

American Iron and Steel Institute. Dr.<br />

Sokolsky (he received an honorary<br />

degree from Notre Dame recently) uses<br />

In het voortreffelijke Amerikaansche weekblad „The New Yorker"<br />

troffen wij dit artikel aan. Wij hebben het met zooveel plezier gelezen,<br />

dat wij onzen collega's hetzelfde genoegen willen bereiden door het<br />

onverkort over te nemen. Dit is nu een typisch voorbeeld van (eerste<br />

klas) Amerikaansche journalistiek: een zéér ironisch, zéér knap-geschreven<br />

en.bovendien zéér gedetailleerd stuk werk, waarin de befaamde reporter<br />

van „The New Yorker", A. J. Liebling, op even fijnzinnige als scherpe<br />

W %£ e i en £ t % tk steekt met het wa * ouderwetsche New Yorksche avondblad<br />

„ihe Sun . Geen détail wordt verwaarloosd. Tallooze feiten moesten worden<br />

verzameld om dit artikel zoo gedocumenteerd te maken als het is en<br />

bovendien: men moet de pen fijn kunnen hanteeren om — zonder grof te<br />

worden en zonder pijn te doen — zulk een doodelijk steekspel ten beste<br />

te kunnen geven. Lieblings aanval heeft een repliek van de zijde van<br />

„The Sun" tengevolge gehad. En daarna nog een wederwoord. Misschien<br />

nemen wij die in den volgenden „Journalist" op. Leest Lieblings liefelijk<br />

artikel en geniet!<br />

13


much of his space to denounce propagandists<br />

for the Political Action Committee.<br />

The column points up the one<br />

perceptible dif ference in the Sun<br />

since Grandpa died. Its political and<br />

economic position is the same, but<br />

whereas in 1926 the tone was always<br />

complacent, it is now occasionally<br />

querulous.<br />

* *<br />

*<br />

The Sun still tries to be decent to<br />

those it opposes, however. For example,<br />

David Lawrence, a Sun writer, called<br />

upon Truman in a first-page editorial<br />

on June 10th to sign the Case Bill,<br />

in order that the President might gain<br />

the support of more voters at the next<br />

election. But when, one day later, the<br />

President, ignoring this solicitous<br />

advice, vetoed .the bill, the Sun ran<br />

another first-page editorial, under the<br />

heading "MR- TRUMAN'S SHOES<br />

DON'T FIT." " 'Get the votes' was the<br />

Pendergast creed on which Mr. Truman<br />

was reared, and 'Get the Votes'<br />

is his motto now," the editorial said.<br />

The Sun, of course, was not being consistent.<br />

Also, it made the President<br />

look like a pretty altruistic man. The<br />

editorial was illustrated with a cartoon<br />

showing Mr. Truman wearing shoes<br />

far too big for him, which in some<br />

papers might have seemed a belated<br />

tribute to Mr. Roosevelt. In order to<br />

make sure that its readers, evidently<br />

an unsubtle lot, got the point, the Sun<br />

had labelled the shoes "PRESIDEN­<br />

TIAL SHOES," and the editorial<br />

ended, "In brief, Mr. Truman's presidential<br />

shoes don't fit."<br />

* *<br />

*<br />

Most of the sportswriters are the<br />

same ones I used to read when I was<br />

a boy, after Grandpa finished with<br />

the paper, and iri the case of the<br />

changes made necessary by the deaths<br />

of the incumbents, the new men, like<br />

Grantland Rice, who is sixty-five,<br />

employ the idiom of their predecessors.<br />

The dazed Dodgers still reel in defeat<br />

in the Sun's baseball stories, and it is<br />

a safe bet that, according to the Sun,<br />

any Southern football team scheduled<br />

to play Princeton will come North<br />

from a campus with a tradition of<br />

swords and roses to twist the Tiger's<br />

tail while the shades of Big Bill Edwards<br />

and other Nassau greats look<br />

on in dismay.<br />

I do not remember having seen<br />

before "The Word Game," a form of<br />

selftorture which invites the Sun's<br />

readers to find as many words as<br />

possible concealed in one big word<br />

and write them down in a given time<br />

limit. This time is based, I suspect, on<br />

the trajectory between Grand Central<br />

Terminal and a median point like Cos<br />

Cob or Darien. Specialized departments<br />

are the Sun's long suit. It has one<br />

called "First Aid for the Ailing House,"<br />

which tells how to make a studio<br />

skylight by sticking broken glass<br />

ashtrays together with Scotch Tape,<br />

and another called "Let's Make Pictures,"<br />

about photography. It runs „Culbertson<br />

on Contract," "The Garden<br />

Guide," "The Choir Loft," "The<br />

Quester" (antique collecting), and<br />

14<br />

departments on philately, astronomy,<br />

cats, tropical fish, and the diseases of<br />

dogs.<br />

* *<br />

*<br />

The paper still carries, as it did in<br />

1926, a higher percentage of Associated<br />

Press stories than any other daily in<br />

town. It has few special correspondents.<br />

For local coverage, the Sun used to<br />

depend heavily on the defunct City<br />

News Association. I don't know what<br />

it does now about things that happen<br />

on Manhattan. Its local staff has<br />

always been small. Some years ago,<br />

when I was working for another<br />

evening newspaper, I soon got to know<br />

the Tribune, Times, Post, and Hearst<br />

men who covered the same type of<br />

assignment, but it was rare that I met<br />

a Sun reporter. Very early one morning,<br />

in 1932 or 1933, I covered a stabbing<br />

in the Sun city room itself. One of<br />

the night Associated Press machine<br />

operators had carved up a colleague.<br />

The only Sun men present at the<br />

crime, a couple of old lobster-shift<br />

rewrite men, wearing green eyeshades,<br />

had not even looked up to see if the<br />

victim was dead. They were busy<br />

sorting clippings from the morning<br />

papers for rewrite. An ancient compositor<br />

who met me as I came down the<br />

stairs from the city room with my<br />

notes asked me if I was Frank Ward<br />

O'Malley. He explained that nobody in<br />

the Sun building had hurried since<br />

O'Malley left, in 1919. .<br />

* *<br />

*<br />

In the first weeks of Mr. Morehouse's<br />

anabasis, while I was wallowing nostalgically<br />

in the Sun, I occasionally felt<br />

that my pleasure might prove of short<br />

duration. Grandpa, had he survived,<br />

would now be ninety-six, and other<br />

readers of this delightful anachronism,<br />

I feared, must be dying off rapidly.<br />

Would all the Sun's readers soon be<br />

officially dead? Its circulation problem,<br />

I figured, was something like that of<br />

the foreign-language press since the<br />

severe limitation of immigration. It<br />

never occurred to me that there would<br />

be new readers. I was reassured on<br />

consulting a newspaper directory,<br />

however, to find that the Sun's circulation<br />

had not only held up but had<br />

risen — from 257,000 in 1926 to 293,000<br />

now. The gain of fourteen per cent<br />

during a period in which the city's<br />

population has increased twenty-four<br />

per cent is not sensational, but it is<br />

heartening (and confusing), nevertheless.<br />

I can account for it only by one<br />

or more of three suppositions:<br />

a. The tide of the elderly, which for<br />

so long flowed from the Eastern seaboard<br />

toward the milder climate of<br />

California, has turned, and Dr. Townsend<br />

is promoting a mass infiltration<br />

of New York.<br />

b. The people who like the show at<br />

the East Fifty-fourth Street night club<br />

called the Gay Nineties (strong father<br />

and mother fixations) read the Sun.<br />

c. A certain number of Republicans<br />

seep into the city every year, probably<br />

following returning vacationists who<br />

have been kind to them during the<br />

summer. , — A. J. LIEBLING.<br />

Mijnheer de Redacteur<br />

Buitenlandsche „voorlichting"<br />

In de Engelsche bladen trof ik op<br />

1 October het volgende bericht:<br />

FIRES<br />

FOOTWARE FACTORY, DEN<br />

BOSCH, HOLLAND<br />

The Hague, Sept. 30.—Stocks of<br />

boots and shoes were destroyed in a<br />

fire started by an explosion from an<br />

unknown cause at the Bata plant at<br />

Den Bosch, Holland, during the night.<br />

The factory itself was saved, but<br />

damage was estimated at about<br />

£500,000.—Reuter.<br />

Zoo werd het buitenland ingelicht<br />

over den brand, welke een deel der<br />

Batafabriek te Best (N.B.) vernielde<br />

en een schade berokkende, begroot op<br />

f 1 millioen. B.<br />

Wie heeft schuld?<br />

Wat coll. C. Meyer en Johan Paauw<br />

schreven over „Wantoestanden in de<br />

Journalistiek" is helaas- waar. Uit<br />

de gegevens die U over mij bezit, kunt<br />

U opmaken dat ik ook nog niet de<br />

leeftijd bezit, waarop het haar aan de<br />

slapen begint te grijzen. Het heeft mij<br />

dus des te pijnlijker getroffen dat men<br />

over jongeren zo moet schrijven.<br />

Natuurlijk, komen ook hier de vele<br />

malen afgetrapte „passende schoenen"<br />

in aanmerking. Overigens ben ik van<br />

mening dat aan deze toestanden<br />

hoofdredacteuren en directies van<br />

kranten in niet geringe mate schuld<br />

hebben. In vredesnaam, wie neemt<br />

dergelijke lieden aan of handhaaft ze?<br />

Volkomen ben ik het eens met den<br />

Heer J. Paauw, die schrijft, dat verschillende<br />

directies van ondernemingen<br />

maar al te zeer „press-minded" zijn, en<br />

dat ouderen den jongeren een voorbeeld<br />

dienen te zijn.<br />

Verder ben ik benieuwd, welk standpunt<br />

coll. Paauw inneemt ten aanzien<br />

van de persconferentie die enige maanden<br />

geleden op het paleis Soestdijk<br />

gehouden werd. De Anjer-collecte. U<br />

zult het zich herinneren.<br />

De auteur van „Schwenkingen" is<br />

niet van een zekere geestigheid ontbloot.<br />

De voorstelling van zaken, zoals<br />

hij ze geeft, is echter niet geheel juist.<br />

Het ligt niet op mijn weg, om als verdediger<br />

van de in het stukje genoemde<br />

mensen op te treden. Dat kunnen ze<br />

zo nodig zelf wel.<br />

Ik wil evenwel een kleine correctie<br />

geven. De schrijver betreurt het, dat<br />

er van zijn „lijfblad" niets meer over<br />

is dan de naam van den directeur,<br />

het telefoonnummer en het adres.<br />

U zoudt mij kunnen verplichten<br />

door hem mede te delen, dat dit juist<br />

het beroerde aan de zaak is. Wanneer<br />

deze man tijdig als directeur vertrokken<br />

was, zou „N. Leezer" zijn „lijfblad"<br />

nog gehad hebben.<br />

Hoogachtend,<br />

R. J. H. KROM.


Het recht op de primeur<br />

Het wordt onder journalisten als een grief gevoeld, dat<br />

allerlei overheidsinstanties — de goede uitzonderingen<br />

daargelaten — onvoldoende begrip van de beteekenis van<br />

de primeur blijken te bezitten. Hoe dikwijls overkomt het<br />

een verslaggever niet, dat hij bij informatie moet ervaren,<br />

dat zijn activiteit slecht beloond wordt, doordat de<br />

betrokken instantie slechts genegen is een voor alle bladen<br />

bestemd bericht over een aangelegenheid vrij te<br />

geven. Klaarblijkelijk bestaat dan bij die instantie dikwijls<br />

de vrees, dat andere bladen zich achtergesteld zullen<br />

voelen, wanneer aan een krant bepaalde inlichtingen<br />

worden verstrekt. Dit is echter een misvatting van de<br />

beteekenis van de primeur; geen collega zal er bezwaar<br />

tegen gevoelen, dat een ander, die actiever is geweest dan<br />

hij, de eerste publiciteit krijgt.<br />

Bestaat er tegenover de buitenwereld derhalve eensgezindheid<br />

onder journalisten, wanneer het gaat om de<br />

verdediging van het recht op de primeur, dan moet toch<br />

de vraag gesteld worden, of wij ook zoo eensgezind zijn<br />

in de erkenning van dit recht tegenover elkaar.<br />

Het antwoord moet helaas ontkennend luiden. Wanneer<br />

ik dit uitspreek, denk ik niet in de eerste plaats aan het<br />

verschijnsel van het vrijwel niet verbloemde plagiaat, van<br />

welken vorm van geestelijken diefstal in het jongste verleden<br />

helaas enkele staaltjes waren te signaleeren. Neen,<br />

ik denk aan een meer geraf fineer den vorm. Het komt<br />

meermalen voor, dat, wanneer een blad met een bepaald<br />

bericht is gekomen, dat kersversch nieuws betrof, in volgende<br />

edities van andere kranten een soortgelijk bericht<br />

verschijnt, dat èn door eigen formuleering èn door de<br />

aanduiding „van onzen correspondent", den indruk van<br />

originaliteit wekt. Dit verschijnsel moet meestal aldus<br />

verklaard worden, dat deze eigen correspondent het<br />

bericht heeft opgesteld na zich door zelfstandige informatie<br />

de noodige kennis van de feiten te hebben verworven.<br />

De aanleiding tot deze informatie was echter<br />

dikwijls de primeur van een ander blad. Ik kan het niet<br />

anders zien, dan dat in zulk een geval op de activiteit<br />

van anderen is geparasiteerd en ik aarzel dan ook niet<br />

dezen vorm van journalistiek evenzeer tot den geestelijken<br />

diefstal te rekenen.<br />

Dit verschijnsel is des te bedenkelijker, omdat hiervan<br />

door sommige bladen een systeem wordt gemaakt.<br />

Voor den oorlog waren er kranten, die het goede journalistieke<br />

politiek achtten om alleen eigen berichten aan<br />

den lezer voor te zetten; dit streven valt uiteraard te eerbiedigen,<br />

wanneer er inderdaad sprake is van eigen<br />

berichten. Dit systeem leidt er echter spoedig toe om het<br />

aangehangen journalistieke beginsel zoo ver toe te passen,<br />

dat het over den schreef gaat. Overneming uit andere<br />

bladen is taboe.<br />

Voorzoover zulk een journalistiek beleid gevoerd werd<br />

op instigatie van directies, die zich in concurrentieverhouding<br />

tot andere kranten voelden staan, valt het te betreuren,<br />

dat daartegen van de zijde der journalisten niet<br />

eerder krachtig front is gemdakt. Voorzoover echter dit<br />

beleid voortsproot uit een bepaalde opvatting van de<br />

journalisten zelf, moet deze opvatting mijns inziens worden<br />

afgekeurd. Ik ucnt het uit een juist begrip van de<br />

journalistiek voort te vloeien, dat de geestelijke eiaendom<br />

onvoorwaardelijk wordt erkend. Dit sluit in, dat een<br />

redactie, die een door een ander blad gepubliceerd bericht<br />

belangrijk genoeg vindt om het ter kennis van de eigen<br />

lezers te brengen, begint met het bericht over te nemen,<br />

voorzien van bronvermelding. Wil men het na verificatie<br />

aanvullen met eigen gegevens, dan bestaat hiertegen<br />

natuurlijk geen enkel bezwaar. Deze nadere gegevens<br />

moeten echter worden aangehaakt aan het overgenomen<br />

bericht.<br />

Ik ben mij ervan bewust dat in sommige gevallen een<br />

krant den schijn van den hier behandelden vorm van<br />

geestelijken diefstal te hebben gepleegd tegen zich heeft,<br />

maar desniettemin volkomen vrijuit gaat, doordat de<br />

betrokken redactie, onafhankelijk van wat anderen<br />

deden, achter een bericht aanzat en alleen juist iets later<br />

in het bezit van het nieuws kwam, zoodot het niet meer<br />

dienzelfden dag kon worden meegenomen. Dat in een<br />

dergelijk geval de redactie zonder eenig gewetensbezwaar<br />

haar eigen bericht in een volgende editie plaatst, ligt<br />

voor de hand^ Deze uitzondering bewijst, dat men voorzichtig<br />

moet zijn met het uiten van beschuldigingen in<br />

een bepaald geval. Het komt er dus op aan, dat in de<br />

Nederlandsche journalistiek begrippen van eer en fatsoen<br />

zoozeer gemeen goed worden, dat de goede trouw van een<br />

redactie, die bovenbedoelde ongunstige schijn tegen zich<br />

heeft, zonder meer mag worden aangenomen. Ik hoop dat<br />

onder Nederlandsche journalisten een zoo hoog besef van<br />

hun verantwoordelijke taak zal worden gewekt, dat men<br />

bereid is de regelen van de journalistieke eerecode uit<br />

eigen aandrift na te leven, ook al is de kans, op overtreding<br />

_ betrapt te worden, uitgesloten. Wij laten er als<br />

journalisten ons steeds op voorstaan, dat wij geestelijken<br />

arbeid van bijzonder gehalte verrichten. Noblesse oblige.<br />

M. R.<br />

(Vervolg van pag. 12)<br />

naderde, werd zij uitgebreid tot de<br />

politiek in het algemeen. Op het oogenblik<br />

mag niets zonder toestemming<br />

worden gepubliceerd en een vrije pers<br />

bestaat niet.<br />

In Indo-China is de pers theoretisch<br />

vrij, maar zij wordt in werkekelijkheid<br />

streng door de regeering<br />

gecontroleerd.<br />

Het leidende Annamietische bladm<br />

Saigon, Tin Diet, dat met toestemming<br />

der Franschen weer was begonnen<br />

te verschijnen, werd door de<br />

regeeïing verboden wegens het publiceeren<br />

van „kwaadwillige propaganda",<br />

n.a.v. een artikel waarin de<br />

door de Franschen ten doop gehouden<br />

„Republiek Cochin China" wordt<br />

vergeleken met „een soepketel op een<br />

zeer zwak onderstel". De directeur<br />

van het blad, Anna Se Troeng Gang,<br />

deelde aan een correspondent van As.<br />

Pr mede, dat het verbod afkwam na<br />

een bezoek van een Fransch autoriteit,<br />

die hem 48 uur gaf om zijn draai te<br />

nemen naar een pro-regeeringspolitiek.<br />

Bepaalde soorten nieuws worden<br />

niet gepubliceerd of op weinig opvallende<br />

plaatsen vermeld, volgens aanwijzingen<br />

der regeering, het nieuws<br />

betreffende den onafhankelijkheidsdag<br />

der Philippijnen werd niet opgenomen<br />

en evenmin werd melding gemaakt<br />

van Siams beroep op de UNO<br />

in verband met het geschil over de<br />

grens met Indo-China. Pro-Vietnambladen<br />

kunnen beneden den 16en<br />

breedtegraad alleen ondergronds werken<br />

en omgekeerd staat de Vietnamregeering<br />

die 't boven den 16en breedtegraad<br />

voor het zeggen heeft, geen<br />

algemeene circulatie van pro-Fransche<br />

bladen toe.<br />

In Indië<br />

Wat Ned. Oost-Indië betreft: een<br />

Nederlandsch woordvoerder ontkende<br />

het bestaan van een openlijke of geheime<br />

censuur op de Nederlandsche<br />

pers en verklaarde, dat de bladen<br />

vrijelijk tegen de regeering mochten<br />

schrijven. Hij gaf toe, dat „als gevolg<br />

van gebrek aan de noodige middelen".<br />

vele Nederlandsche bladen nog worden<br />

gefinancierd door de Nederlandsen-<br />

Indische regeering, maar zei de, dat al<br />

het mogelijke wordt gedaan om het<br />

krantenwezen tot een particuliere aangelegenheid<br />

te maken.<br />

Een Indonesisch woordvoerder ontkende<br />

eveneens het bestaan van een<br />

officieele censuur en hij wees er op,<br />

dat de republikeinsche voorlichtingsdienst"<br />

dikwijls onjuiste Indonesische<br />

persberichten zet, doch in een A.P.-<br />

bericht uit Batavia wordt gezegd:<br />

„Een zorgvuldige studie van het Indonesische<br />

pers- en radio-wezen, heeft<br />

aangetoond, dat op de republikeinsche<br />

„regeering" nooit critiek wordt uitgeoefend.<br />

Nieuwe Haarlemsche Crt. —<br />

4 September.<br />

Simon Koster<br />

Simon Koster van het Nederlandsche<br />

Aneta-persbureau is gekozen tot<br />

president van de „Foreign Press<br />

Association".<br />

A.N.P.-bericht.<br />

15


Departementale voorlichtingsdiensten moeten verdwijnen<br />

Over een rapport dat ons niet bereikte<br />

De op 6 Maart 1946, naar aanleiding<br />

van het Kamer-debat van Januari van<br />

dit jaar ingestelde adviescommissie<br />

overheidsbeleid in zake voorlichting, is<br />

tot de slotsom gekomen, dat de afzonderlijke<br />

voorlichtingsdiensten der<br />

departementen moeten verdwijnen.<br />

Slechts dient, zoo zegt de commissie<br />

in haar rapport, één voorlichtingsdienst<br />

over te blijven onder verantwoordelijkheid<br />

van den minister-president.<br />

Bij verschillende departementen<br />

heeft de commissie misstanden aangetroffen,<br />

welke een fel licht werpen<br />

op de wijze waarop men in de eerste<br />

maanden na de bevrijding met 'slands<br />

financiën, waar het ging om de voorlichting,<br />

heeft omgesprongen.<br />

In haar algemeene beschouwingen<br />

zet de commissie, die onder voorzitterschap<br />

stond van mr. S. J. van Heuven<br />

Goedhart, o.m. uiteen, dat aan voorlichting<br />

van overheidswege in normale<br />

omstandigheden een zeer veel geringere<br />

behoefte bestaat dan onder abnormale<br />

en dat onder zulke normale<br />

omstandigheden het ^propagandistisch"<br />

element der voorlichting achterwege<br />

kan en moet blijven.<br />

De commissie verwerpt de gedachte<br />

van een afzonderlijke politieke verantwoordelijkheid<br />

voor de voorlichting'.<br />

Het is haar overtuiging, dat geen minister<br />

zich zou kunnen neerleggen oij<br />

een regeling, waarbij hij zijn politieke<br />

aansprakelijkheid voor de van zijn departement<br />

uitgaande voorlichting afstand<br />

zou hebben te doen. Maar handhavende<br />

het beginsel, dat iedere minister<br />

jegens het parlement een eigen<br />

voorlichtingsaansprakelijkheid draagt,<br />

verwerpt de commissie de gedachte dat<br />

deze versplintering der politieke verantwoordelijkheid<br />

tevens zou moeten<br />

of mogen leiden tot versplintering der<br />

technische apparatuur. Integendeel —<br />

zij is tot de slotsom gekomen, dat de<br />

uitvoering der voorlichting zoo straf<br />

mogelijk in één apparaat moet worden<br />

geconcentreerd, en dat dit apparaat<br />

dient te ressorteren onder de verantwoordelijkheid<br />

van den minister-president.<br />

Wat de voorlichting in het buitenland<br />

aangaat, merkt de commissie nog,<br />

op: Indien niet overwegingen van<br />

noodzakelijke zuinigheid tot een andere<br />

conclusie dwongen, zou voorlichting<br />

in het buitenland door ons land<br />

gezien moeten worden als een belang,<br />

zoo primair, dat bij de behartiging<br />

daarvan niet in de eerste plaats op de<br />

er aan verbonden kosten zou moeten<br />

worden gelet.<br />

Niettemin wil de commissie met klem<br />

opkomen tegen zuinigheid die de wijsheid<br />

bedreigt. Het thans voor voorlichting<br />

in het buitenland beschikbare<br />

bedrag van rond twee millioen ligt beneden<br />

de maat van het minimaal<br />

noodzakelijke.<br />

Zij hoopt dat de regeering een zoodanige<br />

ontwikkeling van den nog jongen<br />

dienst der directe voorlichting<br />

RAAR MAAR WAAR.<br />

Het A.N.P. mocht blijkbaar<br />

inzage nemen van het<br />

rapport van de adviescommissie<br />

en het A.N.P. moest<br />

dan maar het uittreksel maken,<br />

dat —• o, wonderen der<br />

huidige „journalistiek" — de<br />

kranten, eensluidend uiteraard,<br />

mochten plaatsen. Van<br />

alle, derhalve vrijwel identieke,<br />

uittreksels nemen wij<br />

dan maar dat 'van „Trouw"<br />

en wij plaatsen daar een stuk<br />

commentaar van één der<br />

dagbladen bij, het dagblad<br />

welke hoofdredacteur tevens<br />

erevoorzitter van onze N.J.K.<br />

is. Wij bewonderen deze<br />

vorm van persbureau-journalistiek<br />

niet. Zouden gaarne<br />

zelve beoordelen wat van dit<br />

rapport, dat ons beroep en<br />

zijn uitoefening zobijzonder<br />

nauw raakt, van belang is<br />

om ter kennisneming van<br />

onze lezers te brengen. Maar<br />

de redactie van „De Journalist"<br />

heeft het rapport niet<br />

ontvangen. Raar maar waar.<br />

buitenland zal mogelijk maken als<br />

overeenkomst met het uitermate groote<br />

belang tot welks behartiging die dienst<br />

in het leven werd geroepen.<br />

Vervolgens gaat de commissie dieper<br />

in op de toestanden op het gebied<br />

van voorlichting zooals die bij verschillende<br />

departementen bestaan.<br />

Hierbij wordt met name gewezen op<br />

de afd. Voorlichting van het departement<br />

van Landbouw, die, aldus de<br />

commissie, een volkomen doublure is<br />

van den R.V.D. Zulks moet radicaal<br />

veranderen. Voorts wordt gewezen op<br />

het departement van Overzeesche Gebiedsdeelen.<br />

De commissie trof hier<br />

een situatie aan waarvan een der<br />

functionarissen van het departement<br />

ter commissie-vergadering erkende dat<br />

zij organisatorisch een „onding" was.<br />

De commissie voelde zich zeer bezwaard<br />

over den vreemden organisatorischen<br />

opzet van de voorlichting<br />

van dit departement.<br />

Andere diensten, waarover de commissie<br />

opmerkingen heeft gemaakt,<br />

zijn die van de Marine, van het dept.<br />

van Oorlog, O., K. en W. Zij acht het<br />

voorts aan ernstige bedenkingen onderhevig,<br />

dat een directoraat-generaal<br />

(bedoeld is het directoraat-generaal<br />

voor Bijzondere Rechtspleging) een<br />

eigen afdeeling voor publiciteit heeft.<br />

Naast het orgaan van één voorlichtingsdienst<br />

concludeert de commissie<br />

tot een contactorgaan met den R.V.D.<br />

bij elk departement.<br />

Dit contactorgaan mag, daargelaten<br />

de persconferenties, zelf alleen op<br />

aanvraag van individueele journalisten<br />

rechtstreeks voorlichting geven.<br />

De commissie is er van overtuigd,<br />

dat deze vereenvoudiging dringend<br />

noodzakelijk is. Niet allereerst uit bezuinigingsoogpunt,<br />

maar bovenal omdat<br />

het gevaar reeds zichtbaar aanwezig,<br />

is, dat een te veel aan overheidsvoorlichting<br />

tegenzin opwekt bij<br />

het publiek.<br />

Als bijlage is o.m. aan het rapport<br />

toegevoegd een kostenberekening voor<br />

voorlichtingsdoeleinden, waarbij een<br />

eindcijfer van 9 millioen gulden is<br />

gecalculeerd. De commissie meent, dat<br />

dit bedrag nog bij de werkelijkheid<br />

ten achter blijft.<br />

Een commentaar<br />

„Voorlichting faalde" zet de Nieuwe<br />

Courant ('s Gravenhage) boven een<br />

(artikel „van deskundige zijde" luidende:<br />

Het rapport van de „Adviescommissie<br />

Overheidsbeleid i. z. Voorlichting"<br />

(zie ons blad van Zaterdag j.1.) geeft<br />

ons aanleiding tot de volgende opmerkingen.<br />

Op critieke momenten in onze recente<br />

historie is de officieele voorlichting<br />

pijnlijk te kort geschoten.<br />

Het vertrek van de Regeering en<br />

vooral van de Koninklijke familie in<br />

Mei 1940 gaf reden tot ernstige verwarring.<br />

Door snelle en adequate<br />

voorlichting had deze kunnen worden<br />

voorkomen. Geïrriteerd door Duitsch<br />

gebral, ergerden velen zich aan de<br />

propaganda en het gemis aan<br />

feitelijk nieuws van Radio Oranje.<br />

Uit de vele dankbetuigingen na de bevrijding<br />

bleek dat velen de meer objectieve<br />

B.B.C, verkozen. Al moge het<br />

waar zijn, dat voor velen een krachtige<br />

anti-propaganda nuttig was, toch<br />

moet worden geconstateerd, dat Radio<br />

Oranje niet geheel heeft voldaan.<br />

Het brengen van „tegengif", onder<br />

de bevolking van Nederlandsch-Indië,<br />

was tegenover de geraffineerde Japansche<br />

propaganda een zaak van<br />

hoogste oorlogsprioriteit. Nog niet<br />

volledig vertrouwd met de democratische<br />

beginselen, nog meer uit gevoelsvoerwegingen<br />

reageerend dan de Westerling<br />

en kiemen voor een anti-<br />

Europeesche gezindheid bevattend,<br />

konden de volkeren van Indië, bij gebrek<br />

aan „tegengif", geen voldoenden<br />

weerstand bieden. Alle, ontegenzeglijk<br />

enorme, propaganda-technische moeilijkheden<br />

hadden moeten worden opgelost.<br />

Het welzijn der bevolking en<br />

het Rijksverband stonden op het spel.<br />

Dat de voorlichting over Indië in<br />

Nederland — en omgekeerd — faalde,<br />

behoeft in dit blad geen betoog. Zwijgen<br />

wij ook over de voorlichting over<br />

Indië in het buitenland.<br />

Voorlichting<br />

na de bevrijding.<br />

Tenslotte de voorlichting in Nederland<br />

na de bevrijding tot op heden.<br />

Vooral voorlichtings-vakmenschen realiseerden<br />

zich reeds tijdens de bezet-<br />

16


ting, dat een der eerste voorwaarden<br />

voor een spoedigen terugkeer van den<br />

rechtstaat was gelegen in de onmiddellijke<br />

beschikking over een soepel<br />

functionneerende voorlichtingsapparatuur.<br />

Reeds lang uit het evenwicht<br />

gebracht, werd het volk overstroomd<br />

door honderden nieuwe bepalingen en<br />

tallooze leuzen. Beduusd door de vele<br />

verschijnselen, nieuwsgierig naar alle<br />

bijzonderheden uit binnen- en buitenland,<br />

zocht het vooral hojuvast.<br />

Slechts een snelle en vrije vorming van<br />

een communis opinio kon hier baten.<br />

De meeste, vertrouwde persorganen,<br />

waarin men altijd steun had gevonden,<br />

waren echter verboden.<br />

De ex-illegale dagbladen, plotseling<br />

in een volkomen andere vorm en<br />

imet een geheel andere f unie tie,<br />

waren het publiek vreemd, (Terloops<br />

zij erop gewezen, dat het onjuist is,<br />

om van „illegale pers" te spreken. Het<br />

begrip „Pers" impliceert algemeene,<br />

snelle en regelmatige openbaarheid;<br />

een wisselwerking en daardoor een<br />

zeker evenwicht tusschen de bladen,<br />

welke tezamen „de pers" vormen).<br />

Bovendien hadden de meeste nieuwelingen<br />

te kampen met technische<br />

moeilijkheden, gebrek aan deskundige<br />

medewerkers en allen met papierschaarschte.<br />

Men moet het de Londensche Regeering<br />

wel zwaar aanrekenen, dat zij<br />

door een perswet, getuigende van<br />

wanbegrip t.a.v. de perstoestanden in<br />

Nederland en door onvoldoende bevoorrading<br />

met courantenpapier, een<br />

waarlijk vrije pers onmogelijk maakte.<br />

Temeer, omdat waardevolle adviezen<br />

door deskundigen uit bezet gebied,<br />

tijdig en herhaaldelijk aan Londen<br />

waren doorgegeven.<br />

Chaos op persgebied.<br />

De voorlichtingshonger was zoo<br />

groot, dat men alles las. Binnen<br />

enkele maanden steeg de totaal oplaag<br />

van alle dagbladen met ruim<br />

60 % boven het vooroorlogsche niveau.<br />

Er was een hausse in weekbladen.<br />

Thans zijn er ruim 2000 — twee duizend<br />

— (vakbladen e.d. inbegrepen),<br />

circa 350 streekblaadjes en ruim 100<br />

dagbladen. Tezamen verbruiken deze<br />

bladen echter nog geen fractie van<br />

hetgeen voor den oorlog werd benut.<br />

Niets had sneller, natuurlijker, objectiever,<br />

evenwichtiger en goedkooper<br />

de zoozeer gewenschte voorlichting<br />

kunnen geven dan een meer volledig<br />

hersteld perswezen.<br />

Weerhield vrees voor openbaarheid<br />

— dit democratisch correctief — het<br />

kabinet Schermerhorn?<br />

Inplaats van herstel der beide<br />

grondfouten kwam een verwarrend<br />

en irriteerend element den chaos nog<br />

vergrooten. Een stroom van overheidspiopaganda<br />

brak los.<br />

Waar begint propaganda?<br />

Het is schier ondoenlijk te bepalen<br />

waar v o o r 1 i c hj t i n g en propaganda<br />

begint. Want iedere publicatie,<br />

ja zelfs iedere daad, bevat<br />

zekere propagandistische elementen.<br />

Het is echter een feit, dat de Regeering<br />

te veel den propagandistischen<br />

kant is opgegaan. Over de misvatting<br />

een „politieke figuur" als „Regeermgseommissaris<br />

voor de Voorlichting"<br />

te benoemen, is de Commissie<br />

dan ook zeer duidelijk.<br />

Voorts zijn er bij de organisatie der<br />

Overheidsvoorlichting technische<br />

en o.i. ook tactische fouten gemaakt.<br />

Door een samenbundeling van<br />

ervaren deskundigen, werkzaam op<br />

de reeds bestaande departementale<br />

persdiensten, voordat deze, altijd min<br />

of meer „autonome", lichamen, hun<br />

persafdeelingen lieten uitgroeien, ware<br />

de thans bepleite „Unificatie" der<br />

voorlichting beter bereikt. Ook te dien<br />

aanzien is het te betreuren, dat aan<br />

tijdig uitgebrachte adviezen geen gehoor<br />

werd gegeven.<br />

Volledige centralisatie der<br />

Overheidsvoorlichting wordt echter<br />

door de Commissie niet voorgestaan.<br />

In het bijzonder t.a.v. de buitenlandsche<br />

voorlichting, maakt zij een uitzondering.<br />

Doch ook de persdiensten, verbonden<br />

aan de voornaamste departementen,<br />

zullen in de practijk niet zoo<br />

klein kunnen worden, als de Commissie<br />

zich dit voorstelt. Beperking is<br />

zeker mogelijk en gewenscht. Zoozeer<br />

i.j deze departementale voorlichting<br />

afhankelijk en verweven met den departementalen<br />

arbeid, dat een straffe<br />

inkrimping na de goede ervaringen,<br />

welke de pers bij bedoelde departementen<br />

heeft opgedaan, een ernstig<br />

verlies zou beteekenen.<br />

Veel meer slechte<br />

De Commissie werpt een duidelijk<br />

licht op enkele slecht georganiseerde<br />

voorlichtingsdiensten, waarvan er overigens<br />

veel meer zijn dan het rapport<br />

doet vermoeden. Na den oorlog ontstonden<br />

niet alleen bij de Overheid,<br />

doch ook bij semi-overheidsinstellingen<br />

en groote particuliere lichamen<br />

een ware woekering van persdiensten.<br />

Veelal verantwoord, doch in tal van<br />

gevallen een overbodige luxe. Soms<br />

zat ook de kennelijke bedoeling voor<br />

gratis publiciteit te maken ten koste<br />

van de uitgevers. Daar snelheid in de<br />

publiciteit bijna altijd voorop staat,<br />

beteekent de inschakeling van een<br />

„centrale voorlichtingsdienst" in de<br />

practijk steeds vertraging.<br />

Dit wat betreft de „informatieve"<br />

voorlichting (Perscommuniqué's, e.d.).<br />

T.a.v. meer „activeerende" voorlichting,<br />

zooals campagnes (bv. voor sparen,<br />

afval-inzameling), e.d.), te voeren<br />

met alle middelen der moderne<br />

publiciteit, waarbij snelheid meestal<br />

niet premair is, moet centralisatie, uit<br />

publiciteits-technische overwegingen,<br />

noodzakelijk worden geacht.<br />

De primaire plicht<br />

„De Overheid is belast met de handhaving<br />

van het staatsbestel en de uitvoering<br />

van zijn wet." Indien derhalve<br />

een overheidsinstantie de opdracht<br />

heeft een bepaalden maatregel<br />

uit te voeren, verkrijgt zij automatisch<br />

de taak, daaraan afdoende publiciteit<br />

te' geven. Zoodanig, dat de<br />

'meest mogelijke samenwerking van<br />

het publiek (of groep) wordt verkregen.<br />

Natuurlijk zal de pers, op grond<br />

van haar taak, alle verdere voorlichting,<br />

welke zij noodig oordeelt, geven.<br />

De primaire plicht berust echter<br />

bij de Overheid. In het bijzonder,<br />

wanneer het om zg. „activeerende"<br />

voorlichting gaat, zou het onjuist<br />

wezen, indien zij deze poogde te voeren<br />

op de beurs van particuliere ondernemers<br />

op voorlichtingsgebied.<br />

Want deze kunnen hun sociale functie<br />

slechts vervullen, omdat zij naast<br />

brengers van nieuws en voorlichting,<br />

tevens exploitanten zijn van reclamemedia;<br />

en alleen zodoende in<br />

staat zijn een goedkoope en daardoor<br />

voor iedereen bereikbare werkelijk<br />

openbare pers te maken.<br />

Oppervlakkige kennisname van het<br />

bedrag van ƒ9 millioen, dat per jaar<br />

aan de Overheidsvoorlichting wordt<br />

besteed, zal bij menigeen de vraag<br />

doen rijzen, of dit bedrag niet te hoog<br />

is. Gelet op de totale overheidsuitgaven<br />

kan een dergelijke som, mits<br />

doelmatig aangewend, stellig<br />

verantwoord zijn.<br />

Men bedenke slechts hoeveel er bespaard<br />

kan worden, indien het publiek<br />

tot volledige medewerking, bij<br />

de uitvoering van een bepaalden maatregel,<br />

is te brengen.<br />

Meer overtuiging<br />

Het ware te bereiken, dat men tal<br />

van zaken ging naleven uit overtuiging<br />

en minder op grond van dreigementen<br />

en verordeningen. Verschillende<br />

malen leest men in het rapport<br />

„de cost gaet voor den baet uyt". Inderdaad,<br />

doelmatig aangewende voorlichting<br />

is loonend. Het advies van de<br />

Commissie inzake verhooging van het<br />

budget voor buitenlandsche voorlichting<br />

verdient, in het licht van onze<br />

noodzakelijke herovering van buitenlandsche<br />

afzetgebieden en versteviging<br />

van onzen goodwill, in de<br />

wereld, alle aandacht.<br />

Ten onrechte heeft de PROPAGAN-<br />

DA-METHODE en zelfs voorlichting,<br />

een slechte reputatie. Men denkt hierbij<br />

steeds aan de Duitsche propaganda,<br />

doch JUIST het beste bewijs, dat<br />

op den duur alleen propaganda voor<br />

een goed „artikel" loonend is en deze<br />

METHODE zich zelf weet te corrigeeren,<br />

werd tijdens de bezetting geleverd.<br />

Dat voorlichting, en dit geldt ook<br />

voor reclame, zoo weinig waardeering<br />

heeft, is voor een groot deel het gevolg<br />

van teveel amateurisme.<br />

Vrij algemeen wordt b.v. door nietvakmenschen<br />

de fout gemaakt de<br />

voorlichting af te stemmen naar hetgeen<br />

men zelf, of een beperkte kennissenkring,<br />

als gewenschte publiciteit<br />

beschouwt. Bij „activeerende<br />

voorlichting" maakt men helaas te<br />

weinig gebruik van de, door besteding<br />

van millioenen guldens, verworven<br />

ervaring bij de commercieele publiciteit.<br />

De aanbeveling der Commissie een<br />

onderzoek te doen instellen naar het<br />

effect der voorlichting, zouden wij<br />

dan ook met klem willen ondersteunen.<br />

17


ALLERLEI<br />

De opbouw<br />

van den N.J.K. in zijn eerste<br />

en tweede phase<br />

Zaterdag 12 October kwam de<br />

Kringraad van den N.J.K. te Utrecht<br />

bijeen. Elke regionale groep was door<br />

twee leden vertegenwoordigd. Voorts<br />

waren er zes bestuursleden, waaronder<br />

alle leden van het Dagelijksch<br />

Bestuur. Het zaaltje in „Terminus"<br />

was geheel bezet.<br />

Een overzicht van den opbouw.<br />

In overeenstemming met art. 18 der<br />

Statuten werd de vergadering gepresideerd<br />

door den Kringvoorzitter. Te<br />

half een opende coll. Rooy de vergadering<br />

er» sprak hij een inleidend<br />

woord, waarin hij, na het welkom tot<br />

de leden van den Kringraad, een overzicht<br />

gaf van den opbouw van onze<br />

organisatie. Die opbouw verkeert nog<br />

steeds in zijn eerste phase, maar onderwijl<br />

hebben we ook resultaten bereikt,<br />

die tot de tweede phase kunnen<br />

worden gerekend. Zoo bijvoorbeeld de<br />

verschijning van „De Journalist". We<br />

kunnen, aldus spr., de redactie van<br />

ons orgaan niet dan erkentelijk zijn<br />

voor het werk, dat zij geleverd heeft,<br />

maar zal het goed zijn dan zal er nog<br />

meer medewerking van de zijde van<br />

de leden moeten komen. Hoe meer<br />

stemmen uit de journalistiek hoe<br />

beter! Als tweede verschijnsel, dat de<br />

N.J.K. de tweede phase van haar opbouw<br />

is ingetreden, wijst spreker op<br />

het feit, dat a.s. Dinsdag (15 Oct.)<br />

in Den Haag de eerste vergadering zal<br />

gehouden worden van de Contact-<br />

Commissie, waarin de N.J.K. en de<br />

K.N.J.K. de vertegenwoordigers van<br />

„De Nederlandsche Dagbladpers" ontmoeten,<br />

om gezamenlijk de belangen<br />

van de journalisten en de journalistiek<br />

te bespreken. Hier onder vindt<br />

men een communiqué over deze besprekingen).<br />

Terugkomende op de eerste, nog<br />

niet beëindigde phase van den opbouw<br />

der organisatie, ging spreker na de<br />

moeilijkheden, waarvoor het bestuur<br />

stond. Allereerst moest het Secretariaat<br />

op gang komen. Coll. v. d. Bergh<br />

heeft op verzoek van den Kringraad<br />

de waarneming van het Secretariaat<br />

op zich genomen, daarbij geassisteerd<br />

door den administrateur, coll. A. P.<br />

Bongers. Al hebben beiden zich naar<br />

vermogen aan deze zaak gegeven en<br />

al maken beiden aanspraak op onzen<br />

dank, zij zijn de eerste om te zeggen,<br />

dat het nog lang niet vlot genoeg<br />

ging. Niet van alle groepsfunctionarissen<br />

werd genoegzame medewerking<br />

ondervonden en niet alle leden waren<br />

actief in het verstrekken van de<br />

noodige gegevens. Ook door de verkiezingen<br />

en de vacanties ondervond<br />

het Kringwerk stagnatie. Spreker doet<br />

een dringend beroep op een vlotte<br />

18<br />

OFFICIEELS<br />

medewerking van alle groepsbesturen<br />

en van alle leden, anders blijft de<br />

organisatie in de periode van de kinderziekten.<br />

Een andere moeilijkheid<br />

was, dat eerst de Katholieke Journalisten-organisatie<br />

op gang moest<br />

komen, vóór dat de plannen tot het<br />

stichten van een federatief verband<br />

uitgewerkt konden worden. Eerst begin<br />

September konden de besprekingen<br />

daarover beginnen. Blijkens het<br />

concept Federatie-reglement zullen de<br />

Journalisten-Kringen, ook regionaal,<br />

nu in het werk naar buiten terugtreden<br />

en zal het openbaar optreden van<br />

den N.J.K. en den K.N.J.K. grootendeels<br />

via de Federatie van Nederlandsche<br />

Journalisten geschieden.<br />

Wat ons nu te doen staat.<br />

We bieden nu, aldus spreker, een<br />

statutenwijziging aan, waarmede tegemoetgekomen<br />

wordt aan de wenschen<br />

van de Algemeene Vergadering van<br />

27 April j.1. en aan de noodige voorzieningen<br />

ten aanzien van de op te<br />

richten Federatie. Voorts komen nu<br />

in bespreking concepten van een Algemeen<br />

Huishoudelijk Reglement, van<br />

een afdeelingsreglement, bedoeld als<br />

leidraad, en van de sectie hoofdredacteuren,<br />

die spoedig aan den gang<br />

moet gaan. In voorbereiding is de<br />

stichting van een sectie van Prot. Chr.<br />

journalisten. Zeer gaarne zal het bestuur<br />

deze oprichting bij de Algemeene<br />

Vergadering bevorderen. Het is<br />

de bedoeling van de leden van deze<br />

sectie en daartoe zal ook alle gelegenheid<br />

zijn, binnen het Kringverband<br />

hun geestelijke belangen in vrijheid<br />

te behartigen. De Kring telt nu 690<br />

leden. Het maximum is nog lang niet<br />

bereikt. Het contributie-bedrag mag<br />

geen bezwaar zijn. Vóór den oorlog<br />

was de contributie lager. Maar de<br />

vooroorlogsche organisatie past niet<br />

op dezen tijd. Het werk moet op een<br />

andere basis geschieden, waardoor<br />

betere resultaten kunnen worden bereikt.<br />

Als de collega's met betere salarissen<br />

bezwaren tegen de contributie<br />

hebben, dan zou spr. dit een droef<br />

verschijnsel achten. Spreker dringt er<br />

bij de groepsbesturen op aan, na te<br />

gaan, welke journalisten in hun rayon<br />

nog voor den N.J.K. gewonnen kunnen<br />

worden. Er zijn in het Kringleven<br />

plaatselijk hier en daar nog eenige<br />

moeilijkheden. In zijn openingsrede op<br />

de Algemeene Vergadering van 27<br />

April j.1. heeft spreker daarop uitvoerig<br />

gewezen. Er zijn nog resten van<br />

de wrijving tusschen de oude en de<br />

nieuwe pers. Ziende op het groot doel<br />

van onze organisatie moeten in ons<br />

Kringleven zulke bezwaren geheel<br />

overwonnen kunnen worden. Er zijn<br />

aïdeelingen, die de moeilijkheden nog<br />

niet vermogen op te lossen. Spreker<br />

geeft in dit verband den raad: als er<br />

in de hitte van den strijd dingen zijn<br />

gezegd, die krenkend of onjuist waren,<br />

neemt zulke woorden dan terug. Voor<br />

een woord van verontschuldiging moet<br />

niemand zich te hoog achten. Komt<br />

een stapje tot elkaar en steekt de<br />

hand uit!<br />

Algemeene Beschouwing-en.<br />

Na deze openingsrede traden enkele<br />

leden in algemeene beschouwingen.<br />

Ten aanzien van een eventueele salaris-noodregeling<br />

werd er op aangedrongen,<br />

ook de jongeren, die betrekkelijk<br />

kort in het vak zijn, daarin te<br />

doen deelen. Geantwoord werd, dat dit<br />

de zaak moeilijker maakt en stagnatie<br />

in de totstandkoming van de C.A.O.<br />

zou kunnen veroorzaken. Voor oude<br />

journalisten kan een noodregeling bestaan<br />

in een toeslag op het salaris<br />

van 1940. Voor de nieuwe journalisten<br />

zou bij een noodregeling al direct een<br />

minimum-salaris moeten worden voorgesteld.<br />

Dit is dus een vooruitgrijpen<br />

op de C.A.O. De voorzitter belooft<br />

echter de zaak in de Contact-Commissie<br />

ter sprake te zullen brengen. De<br />

opmerking werd >voorts gemaakt, dat<br />

bij de Inkomstenbelasting de Kringcontributie<br />

kan worden afgetrokken.<br />

Voorziening in het Secretariaat.<br />

Omtrent de voorziening in het secretariaat<br />

deelt de voorzitter mede, dat<br />

van een benoeming van een eigen bezoldigd<br />

secretaris kan worden afgezien,<br />

omdat de Federatie-raad een bezoldigd<br />

secretaris zal aanstellen, die in<br />

onderling overleg benoemd zal worden.<br />

Op het secretariaat van de Federatie<br />

zullen alle administratieve werkzaamheden<br />

voor beide Kringen, zoowel de<br />

ledenstaat en de contributie-inning als<br />

de administratie van „De Journalist"<br />

Onze algemeene<br />

vergadering<br />

De Algemeene Vergadering<br />

van den Nederlandschen<br />

Journalisten-Kring zal gehouden<br />

worden Zaterdag 23<br />

November, des namiddags<br />

te half een, in een zaal van<br />

„Tivoli" te Utrecht (Kruisstraat).<br />

De Beschrijvingsbrief met<br />

bijbehoorende stukken wordt<br />

eind van deze maand aan<br />

de leden toegezonden. Wie<br />

deze zending op 5 November<br />

nog niet in zijn bezit<br />

heeft, geve daarvan onverwijld<br />

kennis aan het Secretariaat.<br />

Het Kringbestuur verwacht,<br />

dat de Afdeelingsbesturen<br />

den Beschrijvingsbrief<br />

ten spoedigste met<br />

hun leden zullen behandelen.<br />

Eventueele voorstellen,<br />

amendementen en candidaturen<br />

in te zenden vóór 15<br />

November. Zaterdag 16 November<br />

komt het Kringbestuur<br />

in vergadering bijeen.<br />

Alle stukken te adresseeren:<br />

Secretariaat Ned. Journar<br />

listen-Kring, N.Z. Kolk 28,<br />

Amsterdam-C.


en „De Katholieke Journalist" verricht<br />

kunnen worden. Beide organisaties<br />

kunnen nu volstaan met een honorair<br />

secretaris.<br />

Groote eenstemmigheid.<br />

Daarop kwam de reglementenbundel<br />

in behandeling. Dit ging zeer vlot<br />

in zijn werk. Enkele amendementen<br />

werden overgenomen en eenige verbeteringen<br />

werden aangebracht. Op<br />

geen enkel punt ontstond een zware<br />

discussie. Er behoefde geen enkelen<br />

keer gestemd te worden. Dus het feit,<br />

dat op een vergadering van den<br />

Kringraad alleen de leden van dien<br />

raad stemrecht hebben en de bestuursleden<br />

van den N.J.K. slechts een adviseerende<br />

stem, kon nog niet gedemonstreerd<br />

worden. Er was zulk een<br />

groote eenstemmigheid tusschen Bestuur<br />

en Kringraad, dat de artikelsgewijze<br />

behandeling van de vijf concepten<br />

in een snel tempo verliep.<br />

Uit de behandeling stippen we aan,<br />

dat in art. 6 van de Statuten de gevallen<br />

van ontheffing voor 1946 en<br />

1947 soepeler geredigeerd werden dan<br />

in het concept was aangegeven. Het<br />

Reglement voor de Federatie werd<br />

gepromoveerd tot statuten. In het artikel<br />

over het Federatie-bureau werd<br />

bepaald, dat de secretaris door den<br />

Federatie-raad wordt benoemd en ontslagen<br />

en dat zijn bezoldiging, rechtspositie<br />

en instructie door dezen raad<br />

zal worden geregeld.<br />

De Contributie-regeling.<br />

In het artikel over de contributie<br />

(Algem. Huish. Regl art. 54) werden<br />

eenige wijzigingen aangebracht. Niet<br />

om aan te sturen op een lagere contributie.<br />

Integendeel: niemand voerde<br />

het pleit voor minder contributie. Wel<br />

gingen er stemmen uit de vergadering<br />

op om er bij het bestuur op aan te<br />

dringen in eventueele voorstellen tot<br />

contributie-verlaging niet te treden.<br />

Als de Kring wat presteeren wil, moet<br />

niet op de contributie worden afgedongen.<br />

De wijzigingen in het contributie-artikel<br />

hadden enkel tot doel<br />

het progressief karakter van de contributieheffing<br />

nog sterker tot uiting<br />

te brengen en het mogelijk te maken<br />

dat zonder reglementswijziging de contributie<br />

verlaagd of verhoogd kan<br />

worden. De progressie werd aldus ontworpen:<br />

|% voor inkomens tot en met<br />

ƒ3000.—; 1% voor inkomens van<br />

ƒ 3001.— tot en met ƒ 5000.—; 1| %<br />

voor inkomens van ƒ5001.— tot en<br />

met ƒ 7000 —; 1J% voor inkomens van<br />

ƒ7001.— tot en met ƒ9000.— en 1|%<br />

voor inkomens boven ƒ9001.—. De<br />

mogelijkheid tot verlaging of verhooging<br />

der contributie wordt gevonden<br />

door elk jaar op een Algemeene Vergadering<br />

de vermenigvuldigingsfactor<br />

te doen vaststellen. Voor de weerstandskas<br />

zullen geen speciale bijdragen<br />

worden geheven. Uit de Kringkas<br />

wordt 10% van de inkomsten voor<br />

de Weerstandskas bestemd. Het komt<br />

er dus op neer, dat met ingang van<br />

1947 alle Kringkosten uit de Kringcontributie<br />

bestreden worden, dus ook<br />

de kosten van de groepen (afdeelingen),<br />

van de secties, van het orgaan<br />

en van de Weerstandskas.<br />

De regionale indeeling.<br />

Na de behandeling van de reglementen<br />

kwam nog de indeeling in<br />

regionale groepen ter sprake, welke<br />

in de gewijzigde statuten afdeelingen<br />

zullen heeten. Met name wat Drenthe<br />

betreft is er onzekerheid, wat bij<br />

„Groningen" en wat bij „Oostelijke<br />

Pers" hoort. Van de zijde van „Oostelijke<br />

Pers" zal een nadere regeling<br />

worden voorgesteld.<br />

Op 23 November Algemeene<br />

Vergadering.<br />

Bij de rondvraag werd voorgesteld<br />

den datum van de Algemeene Vergadering<br />

nog wat te verschuiven, opdat<br />

de leden de stukken thuis kunnen<br />

hebben vóór de groepen vergaderen.<br />

De Algemeene Vergadering wordt nu<br />

gesteld op Zaterdag 23 November.<br />

Getracht zal worden de stukken voor<br />

2 November aan de leden te doen toekomen.<br />

Nadat bij de rondvraag nog verschillende<br />

vakbelangen en persaangelegenheden<br />

waren besproken, werd<br />

deze zoo wel geslaagde vergadering<br />

van den Kringraad precies te 4 uur<br />

door den Voorzitter gesloten.<br />

De stukken vóór 16 November naar<br />

het Secretariaat.<br />

Daarop hield het Bestuur nog een<br />

korte vergadering, waarin weer een<br />

klein vijftigtal candidaat-leden tot<br />

het lidmaatschap van den Kring<br />

werd toegelaten. • Het Bestuur komt<br />

16 November weer in vergadering bijeen.<br />

Alle stukken voor de Algemeene<br />

Vergadering, voorstellen, amendementen<br />

en vraagstukken, moeten dus het<br />

Secretariaat van den Kring voor 16<br />

November bereikt hebben.<br />

Vergadering van de<br />

contactcommissie van<br />

N.D.P., N.J.K. en K.N.J.K.<br />

Parlementaire<br />

Perstribune<br />

Tot voorzitter van de parlementaire<br />

journalisten is gekozen<br />

dr. E. van Raalte, v. Dorpstraat<br />

22, Scheveningen, telef.<br />

554000.<br />

In geval collega's, welke niet<br />

tot de parlementaire journalisten<br />

behooren, met het oog op<br />

hun werk, gedurende eenbijeenkomst<br />

van een der Kamers, toegang<br />

tot de Kamer zouden willen<br />

hebben, gelieven zij zich,<br />

indien eenigszins mogelijk, te<br />

voren met den voorzitter van de<br />

parlementaire journalisten in<br />

verbinding te stellen, aangezien<br />

alle zitplaatsen op de perstribune<br />

bezet zijn, zoodat reeds uit dien<br />

hoofde verleening van gastvrijheid,<br />

hoe gaarne die ook in<br />

acht genomen zou worden,<br />

moeilijkheden met zich mee kan<br />

brengen. Uit den aard der zaak<br />

is echter de bereidheid ten volle<br />

aanwezig dan toch te willen<br />

bevorderen en daaraan mede te<br />

werken, dat collega's, die in verband<br />

met hun arbeid daaraan<br />

behoefte mochten hebben, in<br />

staat worden gesteld een vergadering<br />

van de Kamer bij te<br />

wonen.<br />

Den 15den October 1.1. werd te<br />

's-Gravenhage gehouden de eerste<br />

vergadering der door de Vereeniging<br />

„De Nederlandsche Dagbladpers 1945",<br />

den N.J.K. en den K.N.J.K. gestichte<br />

Contact-commissie.<br />

De N.D.P. is in deze commissie vertegenwoordigd<br />

door de heeren J. v. d.<br />

Kieft, J. Kuypers, W. v. Norden en<br />

Mr. Veenhoven; de N.J.K. door de<br />

heeren Mr. M. Rooy en J. J. F. v. d.<br />

Bergh, de K.N.J.K. door de heeren L.<br />

Hanekroot en A. L. G. M. v. Oorschot,<br />

terwijl Mr. C. A. Steketee als secretaris<br />

optrad.<br />

Op deze eerste verga/iering werd<br />

Mr. Veenhoven vervangen door het<br />

plaatsvervangend lid der N.D.P. delegatie,<br />

den heer N. v. d. Drift.<br />

Op voorstel van Mr. M. Rooy werd<br />

met algemeene stemmen besloten, dat<br />

het voorzitterschap der commissie<br />

jaarlijks bij afwisseling zal worden<br />

waargenomen door den voorzitter van<br />

de N.D.P. 1945 en den voorzitter der<br />

door den N.J.K. en K.N.J.K. te stichten<br />

Federatie, met dien verstande, dat<br />

de voorzitter der N.D.P. 1945 zich het<br />

eerste jaar met het voorzitterschap zal<br />

belasten. De heer v. d. Kieft aanvaardde<br />

het voorzitterschap voor het<br />

eerste jaar.<br />

Representatie-commissie.<br />

Besloten werd tot instelling van een<br />

representatie-commissie voor zaken de<br />

representatie betreffende, in welke<br />

commissie zitting krijgen de heer W.<br />

v. Norden N.D.P. 1945, de secretaris<br />

der N.D.P. 1945, een door het N.J.K.-<br />

of K.N.J.K.-bestuur aan te wijzen lid<br />

en den te benoemen secretaris der Federatie<br />

van Ned. Journalisten (in afwachting<br />

van diens benoeming zal hij<br />

door den N.J.K.-secretaris worden vervangen)<br />

.<br />

Legitimatiekaart.<br />

Hierna zijn besprekingen gevoerd<br />

over de invoering van een model-legitimatiekaart<br />

voor journalisten, welke<br />

kaart zal moeten zijn voorzien van<br />

een foto van den betrokkene en gewaarmerkt<br />

zal moeten zijn door diens<br />

werkgever en door het bestuur der in<br />

oprichting zijnde Federatie van Ned.<br />

Journalisten. Besprekingen ter zake<br />

zullen worden gevoerd met den Directeur-Generaal<br />

der Rijkspolitie, — mede<br />

ook over de intercommunale regelmg<br />

der perspenningen, welke voor speciale<br />

doeleinden worden uitgegeven in de<br />

plaatsen, waar een hoofdcommissaris<br />

van politie is.<br />

Het ligt in de bedoeling om bij invoering<br />

van een uniforme-legitimatiekaart<br />

alle thans in omloop zijnde perskaarten<br />

te doen vervallen.<br />

Salarissen-journalisten.<br />

Overeenstemming wordt bereikt over<br />

het in het leven roepen van een salariscommissie,<br />

waarin zitting zullen<br />

hebben 5 leden, benoemd door het<br />

19


N.D.P.1945-bestuur, en 4 leden, benoemd<br />

door het bestuur der in oprichting<br />

zijnde Federatie van Journalisten.<br />

Deze commissie heeft tot taak het<br />

ontwerpen van een concept-C.A.O. voor<br />

journalisten.<br />

Op verzoek van de vertegenwoordigers<br />

van de journalisten-organisaties<br />

zal deze commissie op korten termijn<br />

een noodrekening 1945 samenstellen<br />

voor die gevallen, waarin het salaris<br />

van den journalist, werkzaam in dezelfde<br />

functie als vóór 1940 sindsdien<br />

geen enkele salarisberhooging is toegekend.<br />

Uitgesproken werd, dat de<br />

Commissie zich tot doel moet stellen<br />

allereerst te geraken tot vaststelling<br />

van eenige algemeene richtlijnen,<br />

ondr meer deze, dat een vrhooging van<br />

het salarispil van 10 Mei 1940 met<br />

25% niets onredelijk moet worden geacht.<br />

Uitgaande van deze richtlijnen<br />

zal de commissie in ieder haar voorgelegd<br />

geval afzonderlijk een concret<br />

adveies, dat overigens uw partijen<br />

niet bindend zal zijn, hebben<br />

te geven. In dit verband werd uitgesproken,<br />

dat een verhooging van het<br />

salarispeil van 10 Mei 1940 met 25 pet.<br />

niet onredelijk moet worden geacht.<br />

Besloten werd dat zij, de meenen onder<br />

zulk een „noodregeling-1945" te<br />

vallen, zich met een schriftelijk gemotiveerd<br />

verzoek kunnen wenden tot<br />

het secretariaat van de in oprichting<br />

zijnde Federatie van Nederlandsche<br />

Journalisten, Bureau N.J.K., N.Z.<br />

Kolk 28, Amsterdam-C.<br />

Ontslag Journalisten.<br />

De Contact-Commissie besloot voorts<br />

besprekingen te openen om te komen<br />

tot een meer practische regeling inzake<br />

het geven van advies door de organisaties<br />

van werkgevers en werknemers<br />

aan de Gewestelijke Arbeidsbureaux,<br />

betreffende bij die bureaux aangevraagd<br />

ontslag van journalisten.<br />

Persconferenties.<br />

In verband met het zich steeds verder<br />

uitbreidend euvel der persconferenties<br />

besloot de Contact-commissie<br />

in het leven te roepen een Persconferentie-commissie,<br />

welker taak zal zijn<br />

advies uit te brengen inzake het al pf<br />

niet gevolg geven aan uitnoodigingen<br />

voor persconferenties, welke niet een<br />

louter plaatselijk karakter hebben. Het<br />

adres dezer Persconferentie-commissie<br />

werd gevestigd bij het secretariaat deiin<br />

oprichting zijnde Federatie van<br />

Ned. Journalisten, N.Z. Kolk 28, Amsterdam-C.<br />

Wanneer het persconferenties<br />

betreft, die een zuiver plaatselijk<br />

karakter hebben, bepale men in onderling<br />

overleg ter plaatse het standpunt,<br />

dat de pers in ieder incidenteel geval<br />

heeft in te nemen, zij het ook aan<br />

de hand van algemeene richtlijnen,<br />

welke de Persconferentie-commissie zal<br />

samenstellen en die vooral het verleenen<br />

van gratis-publiciteit voor reclame<br />

zullen moeten tegengaan. Wanneer<br />

echter twijfel rijst of het plaatselijk<br />

karakter niet wordt overschreden, verwijze<br />

men den aanvrager naar. het<br />

secretariaat der Persconferentie-commissie.<br />

Kennemer<br />

Arnhemsche Persvereniging<br />

Journalisten-vereeniging<br />

Dezer dagen is, naar het Vrije Volk<br />

In de vergadering van de Kennemer<br />

Journalistenvereeniging is besloricht<br />

de Arnhemsche Persvereeniging,<br />

(en De Journalist niet) vernam, opgeten<br />

een definitief bestuur te benoemen. waarbij zich alle te Arnhem werkende<br />

Gekozen werden Mevrouw Blaauw—De l journalisten van de plaatselijke dag-<br />

Ridder, J. H. Bartman, S. Baarda, D. 1 bladen heben aangesloten. Doel is de<br />

Koning en A. Overmeer. De ledenver­'gadering benoemde coll. Bartman tot j. belangen en het inschakelen van de<br />

behartiging van gemeenschappelijke<br />

voorzitter. De overige functies zijn als 5 pers, daar waar dit voor een vlotte<br />

volgt verdeeld: A. Overmeer, secretaris<br />

(Schoterweg 192 te Haarlem); D. moet worden. Men heeft hier in het<br />

gang van zaken gewenscht geacht<br />

Koning, penningmeester; S. Baarda, bijzonder gedacht aan het voorkomen<br />

tweede voorzitter en Mevrouw Blaauw-'<br />

van incidenten, zooals die zich ook<br />

De Ridder, tweede secretaresse-penningmeesteressededen.<br />

bij de jongste gebeurtenissen voor­<br />

Tot leden van den kringraad werden L Het bestuur werd als volgt samengesteld:,<br />

de heeren R. Kroes, voor­<br />

aangewezen Mevrouw Blaauw-De Ridder<br />

en A. Overmeer en tot plaatsvervangende<br />

leden S. Baarda en J. H. Faber, penningmeester. Secretariaat:<br />

zitter; K. J. Douma, secretaris; M. J.<br />

Bartman.<br />

Burgemeestersplein 6.<br />

Het vraagstuk van de vakopleiding<br />

Van het eerste oogenblik van zijn<br />

wederoptreden heeft de Kring zich ten<br />

doel gesteld een behoorlijke vakopleiding<br />

tot stand te brengen. Zooals met<br />

zoovele andere aangelegenheden het<br />

geval was, bleek oo kte dezen aanzien<br />

de noodzaak om de vorming van de<br />

Federatie van Nederlandsche Journalisten<br />

af te wachten, alvorens op dit<br />

terrein stappen te ondernemen. Dit is<br />

dan ook de reden, dat het Kringbestuur<br />

er van heeft afgezien om de door<br />

den Kringraad benoemde commissie<br />

voor de vakopleiding bijeen te roepen.<br />

Daarenboven was van den aanvang af<br />

voorzien, dat de totstandkoming van<br />

een vakopleiding overleg met de dagbladdirecteuren<br />

zou vereischen. Niet<br />

alleen immers de journalistenstand<br />

zelf, doch ook de dagbladondernemingen<br />

zijn er ten zeerste bij gebaat, dat<br />

net beroep door vakbekwame journalisten<br />

wordt uitgeoefend. In het kader<br />

van de samenwerking tusschen bedrijfsgenooten,<br />

welke thans algemeen<br />

als een eisch des tijds wordt beschouwd,<br />

past het dus, dat het belangrijke<br />

probleem van de vakopleiding in<br />

onderling overleg tot oplossing wordt<br />

gebracht. Bovendien zal de opleiding<br />

voor een belangrijk gedeelte in het<br />

dagbladbedrijf moeten geschieden,<br />

waarvoor uitteraard de volle medewerking<br />

van de directeuren vereischt is.<br />

We zwijgen nog maar van de kosten,<br />

welke een opleiding zal meebrengen en<br />

die zeker niet alleen door de journalistenvereenigingen<br />

kunnen, noch behoeven<br />

te worden gedragen.<br />

In de eerste vergadering van de contactcommissie,<br />

gevormd door vertegenwoordigers<br />

van de Dagbladpers en van<br />

de samenwerkende journalistenorganisaties,<br />

bleek een gemeenschappelijke<br />

overtuiging te bestaan, dat het vraagstuk<br />

gezamenlijk moet worden aangepakt.<br />

Als de meest urgente voorziening<br />

voor de journalistiek dient op dit<br />

oogenblik echter de regeling van de<br />

sociaal-economische positie van den<br />

journalist aan de orde te worden gesteld.<br />

Zoodra deze regeling haar beslag<br />

heeft gekregen, zal onzerzijds de kwes-<br />

tie van de vakopleiding op het tapijt<br />

worden gebracht. We loopen hierop<br />

thans niet vooruit. Inmiddels mag<br />

echter op dit gebied geen toestand<br />

groeien, welke voor het perswezen • onaanvaardbaar<br />

zou blijken. Dit gevaar<br />

dreigt inderdaad, doordat verschillende<br />

onderwijsinstanties zich ook met de<br />

opleiding voor de journalistiek in eenigerlei<br />

vorm gaan bezig houden.<br />

We denken hierbij niet in de eerste<br />

plaats aan de schriftelijke cursussen,<br />

welke door allerlei instituten, al dan<br />

niet met medewerking van journalisten,<br />

worden aangeboden. Naar ons is<br />

gebleken, meenen tal van gegadigden,<br />

dat zij door het volgen van een dergelijken<br />

cursus een volwaardige opleiding<br />

ontvangen, welke de deuren der<br />

dagbladen voor hen zou openen. Daargelaten<br />

dat het programma van dergelijke<br />

schriftelijke cursussen zonder<br />

overleg met de organisaties van het<br />

perswezen zijn opgesteld en onderling<br />

ook zeer groote verschillen vertoonen,<br />

is het duidelijk dat het „schrijvende"<br />

vak niet „schriftelijk" kan worden geleerd,<br />

doch dat een practische opleiding,<br />

naast de verwerving van theoretische<br />

kennis, onmisbaar is. De journalisten,<br />

die hun naam aan dergelijke instituten<br />

hebben verbonden, mogen<br />

daarom voor zichzelf overwegen, of het<br />

niet beter is hun belangstelling voor<br />

de journalistieke opleiding te richten<br />

op de plannen, welke de Federatie en<br />

de N.D.P. gezamenlijk zullen ontwerpen<br />

en tot uitvoering zullen brengen.<br />

Bij het opstellen van deze plannen<br />

zal ongetwijfeld in overweging worden<br />

genomen, de medewerking in te roepen<br />

van instellingen van hooger onderwijs<br />

en van algemeen erkende onderwijsinstituten.<br />

Voorzoover deze zich met de<br />

opleiding voor de journalistiek willen<br />

inlaten, zullen deze zich bij den opzet<br />

en den inhoud van hun leerprogramma's<br />

dienen te richten naar de eischen,<br />

welke het georganiseerde dagbladbedrijf<br />

zal meenen te moeten stellen.<br />

Daarom heeft de contactcommissie besloten,<br />

zich te wenden tot de senaten<br />

van universiteiten en hoogescholen, alsmede<br />

tot de besturen van bovenbe-<br />

20


PERSZUIVERING<br />

Perszuivering. Ik ben er mij van bewust,<br />

dat ik dit woord neerschrijvende<br />

boven een artikeltje voor „De Journalist"<br />

een uiterst gevaarlijk terrein<br />

heb betreden. Want men behoeft 't<br />

mij, die als waarnemend secretaris<br />

van den Kring in de gelegenheid ben<br />

geweest om kennis te nemen van de<br />

meeningen in den Kring (die secretariaatswaarneming,<br />

daar ben ik ingekropen,<br />

dat vergeef ik Schraver<br />

nooit! — maar dat is een andere<br />

kwestie!), men behoeft mij niets te<br />

vertellen, dat er over de kwestie der<br />

perszuivering in onzen kring verschillend<br />

gedacht wordt! Er zijn..., neen,<br />

ik ga niet verder op dit pad. Ik ben er<br />

mij maar al te zeer van bewust, hoe<br />

noodig het is, dat wij als journalisten<br />

bij elkaar blijven, dan dat ik... een<br />

knuppel in het hoenderhok zou werpen<br />

en de eenheid van en in den<br />

Kring, die wij aan het voorzichtig en<br />

vooruitziend beleid van het voorloopig<br />

comité te danken hebben (ik kan dit<br />

gerust schrijven, omdat ik zelf buiten<br />

dat comité stond) bij de heroprichting<br />

van den Kring verkregen hebben,<br />

in gevaar zou willen brengen.<br />

Maar ik meen toch te mogen constateren,<br />

dat de gang van zaken bij<br />

de perszuivering ons geen van allen<br />

geheel heeft bevredigd. En er zijn in<br />

het jongste verleden oogenblikken geweest,<br />

waarop onmiskenbare beroeringen<br />

in den journalistieken eendenvijver<br />

zijn ontstaan.<br />

Natuurlijk hebben deze ook hun<br />

weerslag gevonden in het bestuur van<br />

den Kring, dat — wat men er ook<br />

van zou willen zeggen (de alg. vergadering<br />

van 23 Nov. a.s. zal daarvoor<br />

alle gelegenheid bieden!) — er toch<br />

niets van beschuldigd kan worden, dat<br />

het ten aanzien van deze kwestie<br />

eenzijdig zou zijn georiënteerd.<br />

Nu zij er hier eerst aan herinnerd,<br />

dat het bestuur in de stichtingsvergadering<br />

van den Kring in „Krasnapolsky"<br />

te Amsterdam, opdracht heeft<br />

gekregen om bij de Regeering stappen<br />

te doen ' inzake den tragen gang<br />

bij de perszuivering en inzake ongewenschte<br />

gevolgen van de per^guiveringsprocedure.<br />

Aan het eerste gedeelte<br />

van dezen opdracht heeft het bedoelde<br />

onderwijsinstituten, met het<br />

verzoek te worden erkend bij het ontwerpen<br />

van programma's, welke de<br />

journalistiek betreffen.<br />

In dit verband moge nog melding<br />

worden gemaakt van het aanbod, dat<br />

het Genootschap voor Internationale<br />

Zaken te 's-Gravenhage onlangs aan<br />

de pers heeft gedaan. Dit Genootschap,<br />

dat zich ten doel stelt belangstelling<br />

bij het Nederlandsche volk te wekken<br />

voor de internationale politiek, stelt<br />

zich voor, cursussen te organiseeren<br />

voor bepaalde groepen, zooals vakvereenigingsleiders,<br />

journalisten, e.a.,<br />

waartoe het Genootschap deskundige<br />

sprekers heeft uitgenoodigd. Dit aanbod,<br />

gedaan ter gelegenheid van een<br />

stuur zoo spoedig als mogelijk was,<br />

gevolg gegeven — d.w.z. toen het inmiddels<br />

demissionair geworden kabinet-Schermerhorn<br />

door het ministerie-<br />

Beel was opgevolgd. En wellicht zijn<br />

sommige collega's nog niet bekomen<br />

van hun verbazing over den in onze<br />

parlementaire verhoudingen toch zeker<br />

adembenemenden spoed, waarmede de<br />

nieuwe minister-president op het adres<br />

van het Kringbestuur heeft gereageerd.<br />

Het tweede gedeelte van de opdracht<br />

der Kringvergadering was hiermede<br />

niet in het vergeetboek geraakt,<br />

al ware dit bij den omvang der werkzaamheden<br />

van het bestuur om het<br />

apparaat van den Kring op gang te<br />

brengen, wellicht mogelijk geweest.<br />

Maar de snelle ontwikkeling der dingen<br />

— wat leven wij snel! — en de<br />

beroeringen in den meer genoemden<br />

vijver — die natuurlijk ook doorkabbelden<br />

in den bestuurskring — op<br />

zichzelf een gezond teeken van democratisch<br />

verhoudingsgevoel in een<br />

organisatie zonder uitgewerkte reglementen!<br />

— zorgden er wel voor, dat<br />

deze zaak binnen den bestuursgezichtskring<br />

bleef.<br />

Zoo is het bestuur dan op een<br />

oogenblik direct vóór deze kwestie geplaatst,<br />

waarbij de leiding der gedachtenwisseling<br />

om bepaalde redenen<br />

kwam te berusten in handen van een<br />

tijdelijk waarnemend voorzitter, daar<br />

nog niet in de functie van vice-voorzitter<br />

is voorzien.<br />

Nu zij nog vermeld, dat enkele leden<br />

van den Kring, als bestuursleden van<br />

den ouden N.J.K. getroffen door het<br />

feit, dat in de zuiveringsprocedure van<br />

een der dagbladen de kwestie van het<br />

beleid van het bestuur van den ouden<br />

Kring betrokken is, zonder dat zij,<br />

die toch allereerst daarvoor verantwoordelijk<br />

zijn over dat beleid zijn gehoord,<br />

zich tot het bestuur van den<br />

nieuwen Kring hebben gewend (zoolang<br />

de Curacaosche kwestie niet is<br />

opgelost, worde maar van den ouden<br />

en den nieuwen Kring gesproken) met<br />

het verzoek, dat het huidig bestuur —<br />

in dezen optredende voor hen als leden<br />

— stappen zou doen om te voorkomen,<br />

dat zich zooiets in verdere zuiveringsprocedures,<br />

de dagbladen betreffende,<br />

zou herhalen.<br />

Het bestuur heeft daarop besloten<br />

door het Genootschap belegde conferentie,<br />

is door den voorzitter van den<br />

N.J.K. gaarne aanvaard. Niet alleen<br />

aankomende journalisten, doch ook<br />

oudere collega's kunnen slechts baat<br />

hebben bij een stelselmatige behandeling<br />

van bepaalde onderwerpen, waaraan<br />

zij door de jachtige, dagelijksche<br />

beslommeringen niet gemakkelijk toekomen.<br />

Het vorenstaande toont wel aan, dat<br />

de samenwerkende organisaties thans<br />

bereid zijn de grondslagen te leggen<br />

voor een opleiding, welke zal bijdragen<br />

niet alleen tot een vergrooting van de<br />

vakbekwaamheid, doch evenzeer tot<br />

een maatschappelijke verheffing van<br />

het beroep. M. R.<br />

om, mede gevolg gevende aan het<br />

tweede gedeelte van de opdracht der<br />

Kringvergadering, bij de Regeering<br />

een audiëntie aan te vragen. Daarbij<br />

heeft het zich, op grond van de verkregen<br />

inlichting, dat de verdere behandeling<br />

der perszuiveringsaangelegenheden<br />

door den minister-president<br />

was overgedragen, aan zijn<br />

collega van Onderwijs, Kunsten en<br />

Wetenschappen, gewend tot minister<br />

Gielen. Deze bewindsman antwoordde<br />

echter, dat bedoelde overdracht van<br />

bevoegdheden nog niet had plaats<br />

gehad, waarom Z.Exc. het verzoek om<br />

een audiëntie had doorgegeven aan<br />

den minister-president. Waarop al<br />

spoedig minister Beel bericht zond,<br />

dat hij de gevraagde audiëntie gaarne<br />

wilde verleenen.<br />

Dus toog een delegatie uit het bestuur,<br />

bestaande uit mevr. v. Meurs—<br />

v. d. Burg en de. coll. A. J. Koejemans<br />

en ondergeteekende, versterkt<br />

met den voorzitter van den Ned. Kath.<br />

Journalisten Kring, coll. L. Hanekroot<br />

(met wien terzake steeds contact was<br />

gehouden) ter audiëntie bij den minister-president.<br />

In de omstandigheid,<br />

dat intusschen de behandeling der<br />

perszuiveringsaangelegenheden wel aan<br />

den minister van O. K. en W. was<br />

overgedragen, vond Z.Exc. gelukkig<br />

geen reden om de door hem verleende<br />

audiëntie niet te doen doorgaan!<br />

In deze audiëntie zijn drie punten<br />

ter sprake gebracht.<br />

Allereerst het nog steeds ontbreken<br />

in de perszuiveringsprocedure van<br />

een hoogerberoepsinstantie.<br />

De minister-president deelde echter<br />

dadelijk mede, dat hem juist van den<br />

Persraad een voorontwerp-Perszuiveringswet<br />

had bereikt, waarin voorstellen<br />

inzake het in het leven roepen<br />

van zulk een instantie zijn opgenomen.<br />

Al moest minister Beel — zoals<br />

hij verklaarde — dit voorontwerp<br />

nog nader bestuderen — de daarin<br />

opgenomen mogelijkheid voor hooger<br />

beroep heeft zijn volle instemming.<br />

En het is zijn voornemen als voorzitter<br />

van den Ministerraad het daarheen<br />

te leiden, dat het wetsontwerp voor<br />

het einde van dit jaar zal worden behandeld,<br />

opdat de wettelijke regeling<br />

dezer materie het thans en tot 1 Jan.<br />

a.s. geldend Perszuiveringsbesluit zal<br />

kunnen vervangen.<br />

Het tweede punt, dat ter audiëntie<br />

in bespreking kwam, was het mengen<br />

van het beleid van het bestuur van<br />

den ouden Kring in de perszuivering.<br />

De minister-president meende er de<br />

delegatie op te moeten wijzen, dat de<br />

beoordeeling van dat beleid niet een<br />

zaak was der Regeering, doch van<br />

den Kring zelf en dat in het bedoelde<br />

geval, dat aanleiding heeft gegeven<br />

tot het in geding brengen dezer kwestie,<br />

den betrokkene slechts verzocht is<br />

inlichtingen over deze zaak te geven,<br />

terwijl zijn aandeel in dit beleid geen<br />

deel uitmaakt van de overwegingen<br />

der Perszuiveringscommissie ten aanzien<br />

van het optreden van den betrokkene<br />

als journalist.<br />

De derde ter audiëntie ter sprake<br />

gebrachte kwestie was de invoeging<br />

in de perszuiveringsprocedure van de<br />

figuur van den openbaren aanklager,<br />

21


JOURNALISTIEK JOURNAAL<br />

A Eerst iets over „De Journalist"<br />

zelf. Nu wij het derde nummer ter<br />

perse leggen weten wij pas dat allerlei<br />

vak-problemen ook óns deel zijn<br />

en nog zullen worden. Daar is bijvoorbeeld<br />

de rubriek „Van alle kanten en<br />

kranten", die wij vrij-willekeurig moeten<br />

samenstellen. Immers, wanneer<br />

wij alle persstemmen over ons vak, die<br />

op onze redactie-tafel belanden in die<br />

rubriek zouden willen opnemen, dan<br />

konden wij al ons papier alléén daaraan<br />

reeds kwijt worden. Wij trachten,<br />

in toch altijd nog zeer beperkte ruimte,<br />

, die rubriek zoo veelzijdig mogelijk<br />

te maken. En ook zoo „objectief" mogelijk.<br />

Maar het blijf t een maandelijksche<br />

worsteling.<br />

• Over de objectiviteit van die rubriek<br />

gesproken: wij hebben aanleiding<br />

om nóg eens heel duidelijk te<br />

zeggen, dat de redactie zich van de<br />

meeningen, die erin worden geuit,<br />

volledig distancieert. Zij neemt er geen<br />

enkele verantwoordelijkheid voor op<br />

zich en met vele, door haar geplaatste,<br />

meeningen van anderen is zij het volslagen<br />

ön-eens. Mogen wij dit nu<br />

voorgoed als bekend veronderstellen?<br />

• In dit nummer (en in komende<br />

nummers) zal dit zeer waarschijnlijk<br />

eveneens het geval zijn) staat nogal<br />

heel wat in vreemde taal. Wij hadden<br />

de keuze tusschen 1) niet opnemen, 2)<br />

in het Nederlandsen vertalen, 3) in de<br />

vreemde taal opnemen. Wij kozen 3.<br />

Omdat 2 zooveel tijd kost dat het ons<br />

onmogelijk is. En omdat 1 zonde zou<br />

zijn voor al het interessants dat de<br />

lezers van ons orgaan dan zouden<br />

moeten missen.<br />

• Wij hebben lang gepeinsd over de<br />

klachten van verschillende zijden in<br />

onze vorige nummers geuit over zich,<br />

ten opzichte van onze vak-moraal misdragende,<br />

collegae. Zou het, zoo overwogen<br />

wij, niet mogelijk, ja zelfs<br />

waarschijnlijk, zijn, dat een deel dier<br />

misdragingen, haar grond vinden in<br />

te lage salarieering? Zou een man met<br />

een ruim salaris zich zooveel moeite<br />

terzake waarvan de delegatie den minister<br />

verzocht te mogen vernemen,<br />

welke overwegingen den minister ertoe<br />

hebben geleid deze figuur in de procedure<br />

in te brengen.<br />

Al vond minister Beel — zooals hij<br />

lachend. opmerkte — dat de audiëntie<br />

wat ging gelijken op het stellen van<br />

vragen door een lid van het Parlement,<br />

toch maakte hij geen bezwaar<br />

op die vraag te antwoorden en hij<br />

verklaarde, dat de invoeging van den<br />

openbaren aanklager is geschied op<br />

verzoek van juridische raadslieden<br />

van in perszuiveringsprocedures betrokken<br />

personen. En uit door Z.Exc.<br />

ontvangen rapporten is hem gebleken,<br />

dat deze invoeging in de procedure<br />

zoowel door de leden der Perszuivegeven<br />

voor de verovering van een<br />

hem niet toekomend lunch-pakket?<br />

Wilt ü de zaak óók eens van dien<br />

kant bezien?<br />

• Behalve aan de moraal zouden wij<br />

ook aan de taal aandacht gewijd willen<br />

zien in onzen kring. Op dit punt<br />

is het erbarmelijk gesteld. Wat heeft<br />

men veelal moeite met de geslachten.<br />

In vele kranten worden — om een<br />

klein voorbeeld te noemen — de namen<br />

van voetbalverenigingen dan<br />

weer mannelijk en dan weer vrouwelijk<br />

genomen. — „A.P.C, en haar kansen"<br />

—• „H.B.S. werd van haar plaats<br />

gedrongen". Mogen wij even schoolmeesteren<br />

en de onthulling doen dat<br />

zelfs Emma en zelfs Wilhelmina (als<br />

het Voetbalclubs betreft) onzijdig zijn.<br />

Wij spreken van het snelle „Emma"<br />

en van het oude „Wilhelmina". En<br />

zoo is het óók met alle namen van<br />

steden. Het schoone Amsterdam en<br />

zijn fraaie grachten. En, gelooft ons,<br />

dit is maar één van de tallooze, steeds<br />

weer begane, taalfouten.<br />

• Zoo zien wij (veel te) dikijwijls<br />

de woorden „behartenswaardig" en<br />

„politioneel". Het is „behartigenswaardig"<br />

en „politieel". Denkt U eraan dat<br />

de taal „gansch een volk" is? En dat<br />

zij tot onze kostbaarste (en niet<br />

„waardevolste") bezittingen behoort?<br />

• Wij hebben twee weekbladen voor<br />

ons liggen. Het eerste is „De Schouw",<br />

hoofdredacteur: Francois Drion. Het<br />

tweede: „Op Wacht", hoofdredacteur<br />

Mr. J. H. Smeets. De redacties zijn<br />

verder ook geheel verschillend. Maar<br />

de redactioneele inhoud is volkomen<br />

identiek. Wat is dit voor rare „journalistiek"?<br />

En wat denken die lezers<br />

erover die op beide bladen geabonneerd<br />

zijn en precies het zelfde in<br />

duplo voorgezet krijgen? Wij vinden<br />

dit raar en naar. Daarom signaleeren<br />

wij het.<br />

• Schrijver dezes had onlangs in een<br />

Hagsch blad in een Amsterdamschen<br />

Brief geschreven, dat hij van<br />

een portier van een Amsterdamsche<br />

ringcommissies als door de „verdedigers"<br />

der opdrachten ten zeerste is en<br />

wordt gewaardeerd. Z.Exc. wees er<br />

daarbij op, dat al neemt de openbare<br />

aanklager in de perszuiveringsprocedure<br />

een zelfde plaats in als de ambtenaar<br />

van het Openbaar Ministerie in<br />

een strafgeding, hierdoor het karakter<br />

der zuiveringsprocedure niet wordt<br />

aangetast en de practijk hem heeft<br />

bevestigd in de verwachtingen, die<br />

bij de invoeging van déze figuur in de<br />

procedure zijn gekoesterd.<br />

Ziedaar in 't kort het verloop der<br />

audiëntie. Het binnenkort te verschijnen<br />

wetsontwerp inzake de perszuivering<br />

zal ongetwijfeld gelegenheid bieden<br />

voor nader beraad.<br />

v. d. B.<br />

kroeg vernomen had, dat deze geüniformeerde<br />

gezagsdrager ƒ20.000 per<br />

jaar verdiende. Zes weken later werd<br />

aan schrijvers deur geklopt door<br />

twee rechercheurs van de Centrale<br />

Recherche (af deeling fiscaal). De<br />

heeren wilden den naam van den portier<br />

weten. Schrijver dezes antwoordde:<br />

„ik ken des portiers naam niet,<br />

doch wanneer ik die wèl kende zou<br />

ik dien'nog niet mededeelen; want<br />

er bestaat een beroepsgeheim voor<br />

journalisten, zoo al niet materieel<br />

dan toch moreel". De recherche-heeren<br />

ontkenden dit met overlegging<br />

van een wettelijke bepaling, dat iedereen<br />

verplicht is der overheid mededeelingen<br />

te doen, die haar kunnen<br />

helpen overtreders op te sporen. —<br />

Afgezien van de prijzenswaardige<br />

ijver onzer Centrale Recherche —<br />

Wat vindt u hiervan? Wie deelt ons<br />

zijn oordeel hierover mede?<br />

• De materie van de toegestane<br />

grootte der weekbladen willen wij hier<br />

niet aanroeren, doch wèl willen wij<br />

melding maken van de uitzonderlijke<br />

houding ten deze van de „Haagsche<br />

Post", die van 12 op 16 pagina's is<br />

gegaan en, onder het motto „langzaam<br />

aan dan breekt het lijntje niet"<br />

geen onmiddellijk gebruik maakt van<br />

de haar toegestane 20 pagina's. De<br />

heer Van Oss schrijft: ,,eerst een week<br />

of wat zestien bladzijden en dan naar<br />

de twintig. Rustig overleggen en<br />

schikken is noodig om ons aan te<br />

passen aan den nieuwen en beteren<br />

toestand. Het zit hem heusch minder<br />

in de kwantiteit dan in de kwaliteit".<br />

De heer Van Oss is een bejaard<br />

man, doch hij is een rot in het vak.<br />

Een slimme rot. „Slim als eene<br />

mensch" zeggen ze in Noord Brabant<br />

(waar hij — te Boxmeer — geboren<br />

werd). Wij komen ook uit Noord<br />

Brabant en wij gelooven stellig, dat<br />

de heer Van Oss gelijk heeft. Een<br />

slecht blad blijft slecht al verschijnt<br />

het met meer pagina's. En een goed<br />

blad blijft goed, al komt het met<br />

zestien in plaats van met twintig<br />

bladzijden. Wij zijn er van overtuigd,<br />

dat de lezers er precies zóó over denken.<br />

Er zijn bladen, die hun geringe<br />

succes wijten aan hun geringe omvang;<br />

terwijl zij dat moesten doen aan<br />

hun geringe belangrijkheid.<br />

• Wanneer wij één ding kunnen<br />

leeren van de (goede) Amerikaansche<br />

en Engelsche journalisten, dan is dat,<br />

dat zij nimmer met elkaar polemiseeren.<br />

Dat geschiedt in Nederland<br />

nog altijd te veel. Het gezeur tusschen<br />

blad A. en blad B. en blad C en blad<br />

D. is ontstellend vervelend. Bovendien<br />

blijft iedereen altijd gelijk houden.<br />

Wij hebben het tenminste nog nooit<br />

meegemaakt, dat A. „bij nader inzien<br />

en overtuigd door de argumenten<br />

van onze geachte collega" B. gelijk<br />

gaf tenslotte. — Dacht u dat de lezers<br />

dit lazen?<br />

9 Wij vernamen, dat de raad aan<br />

de nEgelsche redactie heeft rondgetelext<br />

om de afschuwelijke post mortem<br />

foto's van de gehangenen van<br />

Neurenberg niet in de (kranten te<br />

plaatsen. En wij vernamen ook, dat<br />

dit — behalve op grond van moreele<br />

overweging — gedaan is om de con-<br />

22


DE STATEN WENSCHEN GEEN PROPAGANDA<br />

Hier volgt een gedeelte van het verslag<br />

van een vergadering van de Staten<br />

van Curacao, ontleend aan het<br />

Curacaosche dagblad „Beurs- en<br />

Nieuwsberichten".<br />

Ook was er een verslag van de Eerste<br />

Commissie naar aanleiding van een<br />

brief van Z.E. den Gouverneur, waarin<br />

de wensen van de Staten betreffende<br />

de oprichting van een Voorlichtingsdienst<br />

worden gevraagd. Deze brief is<br />

onlangs in de Eerste Commissie met<br />

enkele vertegenwoordigers van de Curacaose<br />

pers besproken die hun inzichten<br />

omtrent de voorlichting aan de<br />

commissie hebben medegedeeld.<br />

De Eerste Commissie stelt thans de<br />

tekst van een brief voor, die door de<br />

Staten aan den Gouverneur zal worden<br />

gezonden. Daar een aantal leden, die<br />

niet bij de commissie-vergadering tegenwoordig<br />

waren de tekst van deze<br />

brief nog niet ontvangen hebben, besluit<br />

de Voorzitter de Vergadering een<br />

ogenblik te schorsen, opdat zij kennis<br />

kunnen nemen van de inhoud.<br />

De brief luidt als volgt:<br />

Ter voldoening aan het verzoek, vervat<br />

in de gouvernements-depeche dd.<br />

3 September 1946 No. 6244 hebben de<br />

Staten de eer Uwer Excellentie te berichten,<br />

dat de daarin neergelegde indruk<br />

van den Heer Minister van Overzeese<br />

Gebiedsdelen inderdaad het inzicht<br />

der Staten weergeeft.<br />

De aandacht moge er op gevestigd<br />

worden, dat de Heer Minister spreekt<br />

van een „voorlichtingsdienst", terwijl<br />

Uwe Excellentie vraagt te mogen vernemen<br />

of de Staten instemmen met dé<br />

instelling van een gouvernementspersdienst.<br />

Hierbij zij direct aangetekend, dat<br />

de Staten niets voelen voor een gouvernementspersdienst.<br />

Volgens het inzicht der Staten bestaat<br />

er behoefte aan een wederzijdse<br />

voorlichingsdienst, die Nederland op<br />

elk gebied van voorlichting dient en<br />

omgekeerd. Een dergelijke instelling<br />

dient los te staan van welke instantie<br />

ook. De Staten menen, dat hiervoor als<br />

.beste vorm die van een stichting gekozen<br />

kan worden, waarin Curacao en<br />

Nederland financieel participeren.<br />

De Staten zijn gaarne bereid een<br />

bedrag voor dit doel te bestemmen.<br />

Zij stellen zich voor, dat het personeel<br />

door het bestuur der stichting benoemd<br />

zal worden en bestaan zal uit Nederlanders<br />

en in dit gebiedsdeel geborenen,<br />

dat de stichting in Nederland en<br />

currentiezucht ten deze te beteugelen.<br />

En staan de Britsche hoofdredacteuren<br />

niet sterk genoeg in hun journalistieke<br />

schoenen om iets, dat zij<br />

onoirbaar achten niet te plaatsen<br />

— ongeacht den goeden raad van vadertje<br />

Staat en ongeacht wat Collega<br />

Concurrent misschien zou willen<br />

doen?<br />

E.<br />

in de Nederlandse Antillen een bureau<br />

zal hebben, waar personeel uit beide<br />

rijksdelen werkzaam zal zijn.<br />

Het Statenlid Mr. E. Cohen Henriquez<br />

verklaart zich na heropening van<br />

de vergadering accoord met de inhoud,<br />

doch merkt op, dat de onafhankelijkheid<br />

van bedoelde stichting zal bewerkstelligd<br />

moeten worden van de oprichting<br />

af. Daarom zal het nodig zijn,<br />

dat een kapitaal voor de instandhouding<br />

voor een termijn van minstens 5<br />

jaar reeds bij de oprichting wordt ter<br />

beschikking gesteld of dat de jaarlijkse<br />

subsidie voor een aantal jaren<br />

tegelijk wordt toegekend, zodat de<br />

Stichting niet later bij Bestuur of Staten<br />

behoeft aan te kloppen om financiële<br />

steun.<br />

Dr. da Costa Gomez is van mening,<br />

dat de gedachte van Mr. Cohen Henriquez<br />

een zeer juist element bevat. De<br />

stichting moet direct bij haar ontstaan<br />

in volle omvang een onafhankelijk karakter<br />

hebben. Het bezwaar dat de<br />

Staten tegen de Gouvernementspersdienst<br />

hebben is, dat hij totaal afhankelijk<br />

is en in de plaatselijke bladen<br />

zijn van de hand van het hoofd van<br />

deze dienst artikelen verschenen, die<br />

niet van grote bescheidenheid en objectiviteit<br />

blijk gaven.<br />

De persoverzichten, die door de<br />

Gouvernementspersdienst worden gemaakt<br />

geven geen juist overzicht. Aan<br />

stukken die voor het Bestuur een aangenaam<br />

karakter hebben wordt een<br />

prominente plaats verleend.<br />

De bedoeling is dat Nederland en<br />

Curacao zo nauw mogelijk samenwerken<br />

om zo nauwkeurig mogelijke inlichtingen<br />

aan belangstellenden te geven<br />

en niet alleen om persoverzichten<br />

samen te stellen.<br />

Het ambtelijk karakter van de voorlichtingsdienst<br />

moet verdwijnen. Wel<br />

kan een ambtenaar aan het bureau<br />

worden verbonden, doch het bureau<br />

zelf moet onafhankelijk zijn.<br />

De Staten wensen geen propaganda,<br />

doch objectieve voorlichting en voor<br />

de laatste zijn wij bereid een flink<br />

kapitaal te voteren, opdat deze voorlichtingsdienst<br />

er komt.<br />

Hef Koninklijk bezoek aan Brussel<br />

Ik denk niet, dat de collega's, die in<br />

Brussel waren, toen M.M. de Koningin<br />

haar bezoek aan België bracht, met<br />

veel plezier aan die dagen terugdenken.<br />

Daarvoor waren de omstandigheden,<br />

waaronder gewerkt moest worden,<br />

te ongunstig. De politieke situatie<br />

vooral met betrekking tot Z.M. den<br />

Koning verhit nog te zeer de gemoederen<br />

van onze zuidelijke naburen dan<br />

dat men het bezoek van onze Koningin<br />

hiervan los wist te maken, met<br />

als gevolg vandien bij de zijde dei-<br />

Belgische autoriteiten een groote persschuwheid,<br />

hetgeen op zijn beurt weer<br />

een terugslag had op de noodzakelijke<br />

medewerking van de Nederlandsche<br />

autoriteiten.<br />

Van een normale reportage kan dan<br />

ook nauwelijks gesproken worden en<br />

daarom was het zeer aangenaam te<br />

ontdekken, dat ondanks het feit, dat<br />

de moeilijkheden redelijkerwijs de rivaliteit<br />

tusschen de Belgische en Nederlandsche<br />

collega's tot ongezonde<br />

proporties hadden moeten aanwakkeren,<br />

onze Brusselsche collega's, met<br />

aan het hoofd den oud-minister<br />

Hoste en den heer Bogaerts, alles in<br />

het werk hebben gesteld hun Nederlandsche<br />

vrienden hartelijk te ontvangen.<br />

Op Donderdagavond werd een<br />

cocktailpartij aangeboden door den<br />

heer Van der Berkhof van Kockeningen,<br />

persattaché der Nederlandsche<br />

ambassade en kapitein Rutte, officier<br />

in algemeenen dienst van H.M., waar<br />

talrijke dames en heeren van de ambassade<br />

en de journalisten elkaar ontmoetten,<br />

gevolgd door een diner door<br />

de Brusselsche journalisten aan hun<br />

Nederlandsche gasten aangeboden.<br />

De heer Koster hield daarbij een<br />

speech, welke naast alle geestigheden<br />

sterk naar voren bracht hoezeer in<br />

België — en terecht — de noodzaak<br />

van een nauwe samenwerking tusschen<br />

België, Luxemburg en Nederland<br />

wordt gevoeld; een samenwerking op<br />

schier ieder gebied met'een oprechte<br />

vriendschap en een wederzijdsch begrip<br />

van eikaars standpunten en moeilijkheden<br />

als basis.<br />

Niet ten onrechte merkte de heer<br />

Koster op, dat de journalistiek in beide<br />

landen veel aan het bereiken van<br />

dit einddoel kan bijdragen.<br />

F v. STEENDEREN.<br />

HEAR, HEAR!<br />

You can teach almost any<br />

intelligent kid the general form<br />

of reporting, how to round up<br />

all the facts of a story, how to<br />

assemble them into words for<br />

publication within the limits of<br />

the space allotted and in a manner<br />

that satisfies the desk and<br />

fully informs the readers.<br />

But that is the mechanical<br />

phase of reporting only. It has<br />

no relation to the art of She<br />

profession. The artistic phase<br />

of reporting is the ability to<br />

put not only facts into the<br />

story, but color and human<br />

interest, also feeling and good<br />

taste. The last elements are, I<br />

think, most important.<br />

DAMON RUNYON<br />

23


COURANTEN IN BEVOEGDE<br />

Het Engelse Zondagsblad „The<br />

Observer" blijkt door de eigenaren<br />

te zijn gesteld in handen van<br />

trustees, die de volledige zeggenschap<br />

over het blad hebben gekregen.<br />

Voor de „Times" en<br />

„The Manchester Guardian" waren<br />

al vroeger overeenkomstige<br />

maatregelen getroffen. Ook deze<br />

bladen staan onder toezicht van<br />

een Kleine groep mannen van<br />

zodanig geestelijk gezag, dat de<br />

kans in uitgesloten, dat zij in<br />

handen zouden komen van duistere<br />

politieke invloeden of alleen<br />

ter wille van vurig gewin geëxploiteerd<br />

zouden worden.<br />

Wij hebben, zo schrijft de<br />

Nieuwe Haagse Courant, in oorlogstijd<br />

wel ontdekt, dat een<br />

dagblad niet alleen een zaakje is,<br />

waaraan men geld mag verdienen,<br />

zoals vroeger wel werd gedacht,<br />

maar een zaak van de,<br />

hoogste en principieelste betekenis,<br />

die niet alleen door commerciële<br />

motieven mag worden beheerst.<br />

Het is in zekere zin de<br />

HANDEN<br />

tragiek van sommige krantencollaborateurs<br />

uit oorlogstijd, dat<br />

zij hebben gemeend alleen maar<br />

commerciële maatstaven te hoeven<br />

aanleggen aan de leiding<br />

van hun courant — waardoor zij<br />

een willige prooi zijn geworden<br />

van Duitse en nationaalsocialistische<br />

invloeden.<br />

De eerste gedachte, die men<br />

na de oorlog heeft, is dus: dat<br />

nooit meer. Een courant is niet<br />

alleen maar object van commerciële<br />

exploitatie en zou het in<br />

beginsel misschien helemaal niet<br />

mogen zijn. De meest gewenste<br />

vorm zou dus zijn, dat de dagbladen<br />

in handen waren van een<br />

zo breed mogelijke kring van<br />

hun lezers, die dan het feitelijke<br />

toezicht aan een kleine raad van<br />

vertrouwensmannen in handen<br />

gaven.<br />

De N.H.C, vervolgt:<br />

Helaas zijn wij bij de grote<br />

meerderheid van de Nederlandse<br />

dagbladen daar nog ver van af.<br />

De zuivering van de Nederlandse<br />

pers heeft zich uitgestrekt tot<br />

een vrij groot aantal personen,<br />

maar heeft de financiële belangen<br />

achter de verschillende bladen<br />

in het algemeen op schandelijke<br />

wijze ongemoeid gelaten.<br />

Het effect is dan ook, dat de<br />

pers, die in oorlogstijd gecollaboreerd<br />

heeft en... verdiend heeft<br />

een grote voorsprong dreigt te<br />

krijgen op de bonafide en zelfs<br />

vroegere illegale bladen.<br />

Wij geloven, dat de hoofdoorzaak<br />

daarvan niet moeilijk is aan<br />

te wijzen. De Nederlandse regering<br />

is te vreesachtig geweest<br />

om ingrijpende maatregelen ie<br />

nemen en heeft de bezitsverhoudingen<br />

niet durven aantasten.<br />

Wat had meer voor de hand gelegen<br />

dan de collaborationistische<br />

courantn te naasten en hen<br />

te brengen in een fonds, waaruit<br />

de „goede" couranten van zeten<br />

drukgelegenheid konden worden<br />

voorzien? Zo is het in<br />

Frankrijk geschied en zo had<br />

het hier ook gekund. Maar nu<br />

zijn wij nog ver van een bevre<br />

digende toestand af.<br />

Journalist „Buitenland", met jarenlange<br />

practijk als „buitenland<br />

redacteur", wensdht artikelen<br />

over internationale politiek<br />

te schrijven in dagbladen, resp.<br />

één- of meermalen per week verschijnende<br />

bladen. Brieven onder<br />

no. 1239, Administratie „De<br />

Journalist", N.Z. Kolk 28, Amsterdam-C.<br />

Oud gevestigd stedelijk blad in<br />

het Westen des lands vraagt<br />

redacteur-verslaggever.<br />

Brieven onder nr. 1242 Administratie<br />

„De Journalist", N.Z.<br />

Kolk 28, Amsterdam-C.<br />

De adressen, van<br />

de redacteuren van<br />

DE JOURNALIST"<br />

zijn:<br />

Mr. E. Elias - Elsevier -<br />

Spuistraat<br />

Y. Foppema -<br />

sterdammer -<br />

Amsterdam.<br />

Groene Am-<br />

Frederiksplein<br />

- Amsterdam.<br />

Administratie: Ned. Persmuseum,<br />

N.Z. Kolk 28, Amsterdam.<br />

Journalist, 26 j., ongehuwd,<br />

sinds anderhalf jaar belast met<br />

leiding groot provinciaal dagblad,<br />

zoekt plaatsing bij blad<br />

met mogelijkheid tot gedegen<br />

verdere opleiding. Eenige naam<br />

in jonge Ned. literatuur. Ondergeschikte<br />

functie en uitzending<br />

geen bezwaar. Zal gaarne knipselboeken<br />

zenden. Salaris thans<br />

ƒ375.— per maand. jBrieven onder<br />

no. 1240, Adm. „De Journalist",<br />

N.Z. Kolk 28, Amsterdam-C.<br />

JOURNALIST<br />

moet wegens verhuizing en<br />

daardoor onstaan plaatsgebrek<br />

zijn waardevol Archief verkoopen,<br />

liefst aan gedupeerde collega's<br />

of uitgevers.<br />

Br. fr. ond. no. 1240, Adm.<br />

„De Journalist", N.Z. Kolk 28,<br />

Amsterdam-C.<br />

Jeune écrivain et journaliste<br />

frangais, Rédacteur en chef<br />

d'une Revue littéraire et artistique,<br />

désire devenir correspondant<br />

pour la Prance d'un journal<br />

hollandais. Ecrire: J. Soulas,<br />

23 bis Rue des Abondances,<br />

Boulogne/Seine - Prance.<br />

JOURNALIST,<br />

acad. gevormd, zoekt tegen 1<br />

Jan. of 1 Febr. hem passenden<br />

werkkring in. Noord- of Zuid-<br />

Holland of Utrecht, aan neutraal<br />

of progressief dagblad of<br />

periodiek. In staat leiding te<br />

geven; all round ervaring: binnen-<br />

en buitenland, kunst, literatuur,<br />

reportages. Uitstekende<br />

referenties. Brieven onder no.<br />

1243 Administratie „De Journalist",<br />

N.Z. Kolk 28, Amsterdam-C.<br />

Persbureau te Amsterdam zoekt<br />

vertegenwoordiger voor het Zuiden,<br />

respectievelijk het Noorden<br />

van het land, voor de verkoop<br />

van artikelen, foto-reportages<br />

etc. van internationale strekking,<br />

aan de Nederlandse Pers.<br />

Brieven onder nr. 1238 Administratie<br />

„De Journalist", N.Z.<br />

Kolk 28, Amsterdam-C.<br />

Zoo spoedig mogelijk gevraagd<br />

:<br />

Redacteur-verslaggever.<br />

(Journalist N.J.K.). Vereischt<br />

worden: ruime practische ervaring,<br />

middelbare schoolopleiding<br />

of daarmede gelijk staande ontwikkeling,<br />

goede vlotte stijl. In<br />

verband met woonprobleem bij<br />

voorkeur ongehuwd. Brieven<br />

aan Directeur-hoofdredacteur<br />

Geldersch Dagblad, Nieuwe Plein<br />

54, Arnhem.<br />

24<br />

KV, DE ARBEIDERSPERS • AMSTERDAM

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!