moniteur belge belgisch staatsblad - Flanders Investment & Trade
moniteur belge belgisch staatsblad - Flanders Investment & Trade
moniteur belge belgisch staatsblad - Flanders Investment & Trade
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
MONITEUR<br />
BELGE<br />
Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loiprogramme<br />
du 24 décembre 2002 publiée au Moniteur <strong>belge</strong> du<br />
31 décembre 2002.<br />
Le Moniteur <strong>belge</strong> peut être consulté à l’adresse :<br />
www.<strong>moniteur</strong>.be<br />
Direction du Moniteur <strong>belge</strong>, rue de Louvain 40-42,<br />
1000 Bruxelles, tél. 02 552 22 11 - Conseiller : A. Van Damme<br />
175e ANNEE N. 228<br />
175e JAARGANG<br />
MARDI 26 JUILLET 2005<br />
SOMMAIRE<br />
Lois, décrets, ordonnances et règlements<br />
Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale<br />
21 JUIN 2005. — Arrêté royal fixant les délais de préavis pour les<br />
entreprises ressortissant à la Commission paritaire de l’industrie<br />
chimique (C.P. n° 116), p. 33170.<br />
4 JUILLET 2005. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 5 juillet 1978<br />
instituant certaines commissions paritaires, fixant leur dénomination et<br />
leur compétence et en fixant leur nombre de membres, p. 33171.<br />
Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale et Service<br />
public fédéral Sécurité sociale<br />
29 JUIN 2005. — Arrêté ministériel fixant les montants visés à<br />
l’article 61bis/1 de l’arrêté royal du 18 juillet 2002 portant des mesures<br />
visant à promouvoir l’emploi dans le secteur non marchand, p. 33172.<br />
30 JUIN 2005. — Arrêté ministériel fixant les montants visés à<br />
l’article 61bis/1 de l’arrêté royal du 18 juillet 2002 portant des mesures<br />
visant à promouvoir l’emploi dans le secteur non marchand, p. 33177.<br />
Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et<br />
Environnement<br />
17 JUIN 2005. — Arrêté royal octroyant un subside aux établissements<br />
de transfusion pour l’année 2005 et modifiant l’arrêté royal du<br />
11 mai 2004 relatif à l’octroi d’un subside aux établissements de<br />
transfusion pour l’année 2004 et à la régularisation du subside 2002,<br />
p. 33182.<br />
11 JUILLET 2005. — Arrêté royal fixant les modalités de paiement des<br />
montants de rattrapages positifs des hôpitaux, p. 33185.<br />
Service public fédéral Mobilité et Transports et Service public fédéral<br />
Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie<br />
14 JUILLET 2005. — Arrêté royal portant exécution du règlement<br />
(CEE) n° 3821/85 du 20 décembre 1985 concernant l’appareil de<br />
contrôle dans le domaine des transports par route, p. 33186.<br />
BELGISCH<br />
STAATSBLAD<br />
Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de<br />
programmawet van 24 december 2002 gepubliceerd in het<br />
Belgisch Staatsblad van 31 december 2002.<br />
Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op :<br />
www.<strong>staatsblad</strong>.be<br />
Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42,<br />
1000 Brussel, tel. 02 552 22 11 - Adviseur : A. Van Damme<br />
INHOUD<br />
DINSDAG 26 JULI 2005<br />
Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen<br />
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg<br />
21 JUNI 2005. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen<br />
voor de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair<br />
Comité voor de scheikundige nijverheid (P.C. nr. 116), bl. 33170.<br />
4 JULI 2005. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk<br />
besluit van 5 juli 1978 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming<br />
en van de bevoegdheid van sommige paritaire comités en tot vaststelling<br />
van het aantal leden ervan, bl. 33171.<br />
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en<br />
Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid<br />
29 JUNI 2005. — Ministerieel besluit tot vaststelling van de bedragen<br />
bedoeld in artikel 61bis/1 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002<br />
houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de<br />
tewerkstelling in de non-profit sector, bl. 33172.<br />
30 JUNI 2005. — Ministerieel besluit tot vaststelling van de bedragen<br />
bedoeld in artikel 61bis/1 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002<br />
houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de<br />
tewerkstelling in de non-profit sector, bl. 33177.<br />
Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen<br />
en Leefmilieu<br />
17 JUNI 2005. — Koninklijk besluit houdende toekenning van een<br />
subsidie aan transfusie-instellingen voor het jaar 2005 en houdende<br />
wijziging van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de<br />
toekenning van een subsidie aan transfusie-instellingen voor het<br />
jaar 2004 en houdende regularisatie van de subsidie 2002, bl. 33182.<br />
11 JULI 2005. — Koninklijk besluit tot vastelling van de regels<br />
betreffende de betaling van de positieve inhaalbedragen, bl. 33185.<br />
Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer en Federale Overheidsdienst<br />
Economie, K.M.O., Middenstand en Energie<br />
14 JULI 2005. — Koninklijk besluit houdende uitvoering van de<br />
verordening (EEG) nr. 3821/85 van 20 december 1985 betreffende het<br />
controleapparaat in het wegvervoer, bl. 33186.<br />
152 pages/bladzijden
33168 MONITEUR BELGE − 26.07.2005 − BELGISCH STAATSBLAD<br />
Gouvernements de Communauté et de Région<br />
Communauté flamande<br />
Ministère de la Communauté flamande<br />
27 MAI 2005. — Arrêté du Gouvernement flamand fixant les<br />
conditions et les règles relatives au subventionnement d’activités<br />
encourageant les exportations, p. 33253.<br />
17 JUIN 2005. — Arrêté du Gouvernement flamand relatif à la<br />
désignation et à l’exercice des fonctions de management et de chef de<br />
projet et de la fonction de directeur général auprès des services des<br />
autorités flamandes, p. 33267.<br />
8 JUILLET 2005. — Arrêté du Gouvernement flamand modifiant<br />
l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 avril 2002 relatif aux services<br />
d’adoption chargés demédiation pour l’adoption nationale, p. 33273.<br />
8 JUIN 2005. — Arrêté ministériel portant la cessation de la pêche de<br />
la baudroie dans les zones c.i.e.m. VIIIa,b,d,e, p. 33275.<br />
8 JUIN 2005. — Arrêté ministériel portant la cessation de la pêche de<br />
la sole dans les zones c.i.e.m. VIIIa,b, p. 33276.<br />
Autres arrêtés<br />
Service public fédéral Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération<br />
au Développement<br />
Consulats étrangers en Belgique, p. 33277.<br />
Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale<br />
Juridictions du travail. Démission, p. 33277. — Direction générale<br />
Relations collectives de travail. Nomination des membres de la<br />
Commission paritaire de la pêche maritime, p. 33277. — Règlement<br />
général pour la protection du travail. Certificat de secouriste, p. 33278.<br />
Service public fédéral Justice<br />
Administration centrale. Démission, p. 33278.<br />
Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie<br />
Ordres nationaux. Nominations. Promotion, p. 33278. — Personnel et<br />
Organisation. Mise à la retraite, p. 33279. — Personnel et Organisation.<br />
Mise à la retraite, p. 33279.<br />
Régie des Bâtiments<br />
Personnel. Nomination, p. 33279.<br />
Gouvernements de Communauté et de Région<br />
Gemeenschaps- en Gewestregeringen<br />
Vlaamse Gemeenschap<br />
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap<br />
27 MEI 2005. — Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van<br />
de voorwaarden en de regels inzake de toekenning van subsidies voor<br />
activiteiten ter bevordering van de uitvoer, bl. 33229.<br />
17 JUNI 2005. — Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de<br />
aanduiding en uitoefening van de management- en projectleiderfuncties<br />
en van de functie van algemeen directeur bij de diensten van de<br />
vlaamse overheid, bl. 33263.<br />
8 JULI 2005. — Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het<br />
besluit van de Vlaamse Regering van 19 april 2002 betreffende<br />
adoptiediensten die bemiddelen voor binnenlandse kinderen, bl. 33272.<br />
8 JUNI 2005. — Ministerieel besluit houdende beëindiging van de<br />
visserij op zeeduivel in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b,d,e, bl. 33274.<br />
8 JUNI 2005. — Ministerieel besluit houdende beëindiging van de<br />
visserij op tong in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b, bl. 33275.<br />
Andere besluiten<br />
Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en<br />
Ontwikkelingssamenwerking<br />
Buitenlandse consulaten in België, bl. 33277.<br />
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg<br />
Arbeidsgerechten. Ontslag, bl. 33277. — Algemene Directie Collectieve<br />
Arbeidsbetrekkingen. Benoeming van de leden van het Paritair<br />
Comité voor de zeevisserij, bl. 33277. — Algemeen Reglement voor de<br />
arbeidsbescherming. Getuigschrift van hulpverlener, bl. 33278.<br />
Federale Overheidsdienst Justitie<br />
Centraal Bestuur. Ontslag, bl. 33278.<br />
Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie<br />
Nationale Orden. Benoemingen. Bevordering, bl. 33278. — Personeel<br />
en Organisatie. Pensionering, bl. 33279. — Personeel en Organisatie.<br />
Pensionering, bl. 33279.<br />
Regie der Gebouwen<br />
Personeel. Benoeming, bl. 33279.<br />
Gemeenschaps- en Gewestregeringen<br />
Vlaamse Gemeenschap<br />
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap<br />
Vlaamse Huisvestingsmaatschappij. Goedkeuring van de wijziging<br />
van de statuten, bl. 33279.<br />
Departement Leefmilieu en Infrastructuur<br />
4 JULI 2005. — Ministerieel besluit houdende aanduiding van<br />
ambtenaren van de afdeling milieu-inspectie van de administratie<br />
Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het departement Leefmilieu<br />
en Infrastructuur van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap,<br />
belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van het<br />
decreet betreffende de milieuvergunning en zijn uitvoeringsbesluiten,<br />
bl. 33280.<br />
Rioolwaterzuiveringsinfrastrucuur. Verklaringen van openbaar nut,<br />
bl. 33280.
Région wallonne<br />
Ministère de la Région wallonne<br />
7 JUILLET 2005. — Arrêté du Gouvernement wallon portant<br />
prolongation du mandat du commissaire spécial auprès de la société de<br />
logement de service public « La Maison liégeoise », S.C., p. 33282.<br />
Waals Gewest<br />
Ministerie van het Waalse Gewest<br />
7 JULI 2005. — Besluit van de Waalse Regering tot verlenging van het<br />
mandaat van de bijzondere commissaris bij de openbare huisvestingsmaatschappij<br />
« La Maison liégeoise, S.C. », bl. 33283.<br />
Gemeinschafts- und Regionalregierungen<br />
Wallonische Region<br />
Ministerium der Wallonischen Region<br />
7. JULI 2005 — Erlass der Wallonischen Regierung zur Verlängerung des Mandats des Sonderkommissars bei der Wohnungsbaugesellschaft<br />
öffentlichen Dienstes «La Maison liégeoise, S.C.», S. 33282.<br />
Région de Bruxelles-Capitale<br />
Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale<br />
Agréation en qualité de techniciens qualifiés pour le contrôle de<br />
combustion et l’entretien des installations de chauffage alimentées en<br />
combustible liquide, p. 33284.<br />
Avis officiels<br />
Pouvoir judiciaire<br />
Cour d’appel de Bruxelles, p. 33286.<br />
Service public fédéral Intérieur<br />
Concours aspirant-inspecteur principal spécialise (h/f) sur base d’un<br />
diplôme de niveau 2+. Session 2005, p. 33286.<br />
Service public fédéral Finances<br />
Administration du cadastre, de l’enregistrement et des domaines.<br />
Publication prescrite par l’article 770 du Code civil. Succession en<br />
déshérence, p. 33291.<br />
Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie<br />
Conseil de la Concurrence. Avis. Notification préalable d’une opération<br />
de concentration. Affaire n° CONC – C/C – 05/0044 : Forclum<br />
S.A.S./Groupe Yvan Paque, p. 33291. — Conseil de la Concurrence.<br />
Avis. Notification préalable d’une opération de concentration. Affaire<br />
n° MEDE-C/C-05/0045 : Coöperatieve Centrale Raiffeisen-<br />
Boerenleenbank B.A. (Rabobank Nederland), Vereniging Achmea/Eureko<br />
B.V., Interpolis N.V., p. 33292.<br />
Service public fédéral de Programmation politique scientifique<br />
Publication des comptes de 2004 et du budget 2005 de l’Académie<br />
royale des Sciences d’Outre-Mer, dressés par la commission de gestion<br />
et approuvés par le Ministre de la Politique scientifique, en application<br />
de l’article 6, alinéa 3,del’arrêté royal du 3 juin 1955 accordant la<br />
personnalité civile à l’Académie royale des Sciences d’Outre-Mer,<br />
p. 33293.<br />
Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire<br />
Validation guide, p. 33296.<br />
Les Publications légales et Avis divers ne sont pas repris dans ce<br />
sommaire mais figurent aux pages 33297 à 33318.<br />
MONITEUR BELGE − 26.07.2005 − BELGISCH STAATSBLAD<br />
Brussels Hoofdstedelijk Gewest<br />
Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest<br />
Besluit houdende erkenning van bevoegde technici voor de uitvoering<br />
van de verbrandingscontrole en het onderhoud van de verwarmingsinstallaties<br />
gevoed met vloeibare brandstof, bl. 33284.<br />
Officiële berichten<br />
Rechterlijke Macht<br />
Hof van beroep te Brussel, bl. 33286.<br />
Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken<br />
Vergelijkend examen aspirant-hoofdinspecteur van politie met bijzondere<br />
specialisatie (m/v) op basis van een diploma niveau 2+. Extern<br />
vergelijkend examen - 2005, bl. 33288.<br />
Federale Overheidsdienst Financiën<br />
Administratie van het kadaster, registratie en domeinen. Bekendmaking<br />
voorgeschreven bij artikel 770 van het Burgerlijk Wetboek. Erfloze<br />
nalatenschap, bl. 33291.<br />
Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie<br />
Raad voor de Mededinging. Kennisgeving. Voorafgaande aanmelding<br />
van een concentratie. Zaak nr. CONC – C/C – 05/0044 : Forclum<br />
S.A.S./Groep Yvan Paque, bl. 33291. — Raad voor de Mededinging.<br />
Kennisgeving. Voorafgaande aanmelding van een concentratie. Zaak<br />
nr. MEDE-C/C-05/0045 : Coöperatieve Centrale Raiffeisen-<br />
Boerenleenbank B.A. (Rabobank Nederland), Vereniging Achmea/Eureko<br />
B.V., Interpolis N.V., bl. 33292.<br />
Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid<br />
Bekendmaking van de rekeningen van 2004 en de begroting 2005 van<br />
de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen, opgemaakt<br />
door de bestuurcommissie en goedgekeurd door de Minister van<br />
Wetenschapsbeleid, bij toepassing van artikel 6, alinea 3, van het<br />
koninklijk besluit van 3 juni 1955 inzake de rechtpersoonlijkheid van de<br />
Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen, bl. 33293.<br />
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen<br />
Validatie gids, bl. 33296.<br />
Gemeenschaps- en Gewestregeringen<br />
Vlaamse Gemeenschap<br />
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap<br />
Diepenbeek. Bekendmaking goedkeuringsbeslissing, bl. 33296.<br />
33169<br />
De Wettelijke Bekendmakingen en Verschillende Berichten worden<br />
niet opgenomen in deze inhoudsopgave en bevinden zich van<br />
bl. 33297 tot bl. 33318.
33170 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS<br />
WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN<br />
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI,<br />
TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE<br />
F. 2005 — 1789<br />
[C − 2005/12125]<br />
21 JUIN 2005. — Arrêté royal fixant les délais de préavis pour les<br />
entreprises ressortissant à la Commission paritaire de l’industrie<br />
chimique (C.P. n° 116) (1)<br />
ALBERT II, Roi des Belges,<br />
A tous, présents et à venir, Salut.<br />
Vu la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, notamment<br />
l’article 61, § 1 er , modifié par la loi du 20 juillet 1991;<br />
Vu la proposition de la Commission paritaire de l’industrie chimique<br />
du 22 mars 2005;<br />
Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973,<br />
notamment l’article 3, § 1 er , remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et<br />
modifié par la loi du 4 août 1996;<br />
Vu l’urgence;<br />
Considérant qu’il y a lieu, pour des motifs sociaux et dans l’intérêt<br />
des ouvriers des entreprises ressortissant à la Commission paritaire de<br />
l’industrie chimique comptant une ancienneté importante, de modifier<br />
sans retard les délais de préavis;<br />
Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi,<br />
Nous avons arrêté et arrêtons :<br />
Article 1 er . Le présent arrêté s’applique aux employeurs et aux<br />
ouvriers des entreprises ressortissant à la Commission paritaire de<br />
l’industrie chimique.<br />
Art. 2. Pour l’application du présent arrêté, on entend par ouvriers,<br />
les ouvriers et les ouvrières.<br />
Art. 3. § 1 er . Par dérogation aux dispositions de l’article 59, alinéas 2<br />
et 3, de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, lorsque le<br />
congé est donné par l’employeur, le délai de préavis à respecter pour<br />
mettre fin à un contrat de travail d’ouvrier, conclu pour une durée<br />
indéterminée, est fixé à:<br />
— trente-cinq jours quand il s’agit d’ouvriers ayant entre six mois et<br />
moins de cinq ans d’ancienneté dans l’entreprise;<br />
— quarante-deux jours quand il s’agit d’ouvriers ayant entre cinq ans<br />
et moins de dix ans d’ancienneté dans l’entreprise;<br />
— quatre-vingt-quatre jours quand il s’agit d’ouvriers ayant entre<br />
dix ans et moins de quinze ans d’ancienneté dans l’entreprise;<br />
— cent douze jours quand il s’agit d’ouvriers ayant entre quinze ans<br />
et moins de vingt ans d’ancienneté dans l’entreprise;<br />
— cent cinquante quatre jours quand il s’agit d’ouvriers ayant entre<br />
vingt ans et moins de vingt-cinq ans d’ancienneté;<br />
— cent nonante six jours quand il s’agit d’ouvriers ayant une<br />
ancienneté de vingt-cinq ans et plus.<br />
§ 2. Dans le cadre d’un licenciement en vue de la prépension, les<br />
délais de préavis applicables sont ceux prévus à l’article 59 de la loi du<br />
3 juillet 1978 relative aux contrats de travail.<br />
Art. 4. Les préavis notifiés avant l’entrée en vigueur du présent<br />
arrêté continuent à sortir tous leurs effets.<br />
Art. 5. L’arrêté royal du 14 mars 2003 fixant les délais de préavis<br />
pour les entreprises ressortissant à la Commission paritaire de l’industrie<br />
chimique est abrogé.<br />
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID,<br />
ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG<br />
N. 2005 — 1789<br />
[C − 2005/12125]<br />
21 JUNI 2005. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen<br />
voor de ondernemingen die ressorteren onder het<br />
Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid (P.C. nr. 116) (1)<br />
ALBERT II, Koning der Belgen,<br />
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.<br />
Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten,<br />
inzonderheid op artikel 61, § 1, gewijzigd bij de wet van<br />
20 juli 1991;<br />
Gelet op het voorstel van het Paritair Comité voor de scheikundige<br />
nijverheid van 22 maart 2005;<br />
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op<br />
12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet<br />
van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;<br />
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;<br />
Overwegende dat er aanleiding toe bestaat zonder uitstel de<br />
opzeggingstermijnen te wijzigen om sociale redenen en in het belang<br />
van de werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair<br />
Comité voor de scheikundige nijverheid ressorteren en die een<br />
belangrijke anciënniteit tellen;<br />
Op de voordracht van Onze Minister van Werk,<br />
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :<br />
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de<br />
werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor<br />
de scheikundige nijverheid ressorteren.<br />
Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder<br />
arbeiders, de arbeiders en de arbeidsters.<br />
Art. 3. § 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 59, tweede en<br />
derde lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten<br />
wordt, wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat de te<br />
geven opzeggingstermijn bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst<br />
voor werklieden, gesloten voor onbepaalde tijd, vastgesteld op :<br />
— vijfendertig dagen wat de werklieden betreft die tussen zes<br />
maanden en minder dan vijf jaren anciënniteit in de onderneming<br />
tellen;<br />
— tweeënveertig dagen wat de werklieden betreft die tussen vijf en<br />
minder dan tien jaren anciënniteit in de onderneming tellen;<br />
— vierentachtig dagen wat de werklieden betreft die tussen tien en<br />
minder dan vijftien jaren anciënniteit in de onderneming tellen;<br />
— honderd en twaalf dagen wat de werklieden betreft die tussen<br />
vijftien en minder dan twintig jaren anciënniteit in de onderneming<br />
tellen;<br />
— honderd vierenvijftig dagen wat de werklieden betreft die tussen<br />
twintig en minder dan vijfentwintig jaren anciënniteit in de onderneming<br />
tellen.<br />
— honderd zesennegentig dagen wat de werklieden betreft die<br />
vijfentwintig of meer jaren anciënniteit in de onderneming tellen.<br />
§ 2. In geval van ontslag met het oog op brugpensioen gelden de<br />
opzeggingstermijnen zoals bepaald in artikel 59 van de wet van<br />
3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.<br />
Art. 4. De opzeggingen betekend vóór de inwerkingtreding van dit<br />
besluit blijven al hun gevolgen behouden.<br />
Art. 5. Het koninklijk besluit van 14 maart 2003 tot vaststelling van<br />
de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die ressorteren onder het<br />
Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid wordt opgeheven.
Art. 6. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au<br />
Moniteur <strong>belge</strong>.<br />
Art. 7. Notre Ministre de l’Emploi est chargé de l’exécution du<br />
présent arrêté.<br />
Donné àBruxelles, le 21 juin 2005.<br />
ALBERT<br />
Par le Roi :<br />
La Ministre de l’Emploi,<br />
Mme F. VAN DEN BOSSCHE<br />
Notes<br />
(1) Références au Moniteur <strong>belge</strong> :<br />
Loi du 3 juillet 1978, Moniteur <strong>belge</strong> du 22 août 1978.<br />
Loi du 20 juillet 1991, Moniteur <strong>belge</strong> du 1 er août 1991.<br />
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI,<br />
TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE<br />
F. 2005 — 1790<br />
[2005/201471]<br />
4 JUILLET 2005. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 5 juillet 1978<br />
instituant certaines commissions paritaires, fixant leur dénomination<br />
et leur compétence et en fixant leur nombre de membres (1)<br />
ALBERT II, Roi des Belges,<br />
A tous, présents et à venir, Salut.<br />
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail<br />
et les commissions paritaires, notamment l’article 41;<br />
Vu l’arrêté royal du 5 juillet 1978 instituant certaines commissions<br />
paritaires, fixant leur dénomination et leur compétence et en fixant<br />
leur nombre de membres, modifié notamment par les arrêtés royaux<br />
des 27 mars 1980, 10 mai 1982, 12 décembre 1991, 19 septembre 1995<br />
et 10 janvier 2003;<br />
Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi,<br />
Nous avons arrêté et arrêtons :<br />
Article 1 er . L’article 2, 1, de l’arrêté royal du 5 juillet 1978 instituant<br />
certaines commissions paritaires, fixant leur dénomination et leur<br />
compétence et en fixant leur nombre de membres, modifié notamment<br />
par l’arrêté royal du 27 mars 1980, est remplacé par la disposition<br />
suivante :<br />
« 1. La Commission paritaire des constructions métallique, mécanique<br />
et électrique est composée de vingt-deux membres effectifs et de<br />
vingt-deux membres suppléants. »<br />
Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la nomination<br />
des membres de la Commission paritaire des constructions métallique,<br />
mécanique et électrique.<br />
Art. 3. Notre Ministre de l’Emploi est chargé de l’exécution du<br />
présent arrêté.<br />
Donné àBruxelles, le 4 juillet 2005.<br />
ALBERT<br />
Par le Roi :<br />
La Ministre de l’Emploi,<br />
Mme F. VAN DEN BOSSCHE<br />
Notes<br />
(1) Références au Moniteur <strong>belge</strong> :<br />
Loi du 5 décembre 1968, Moniteur <strong>belge</strong> du 15 janvier 1969.<br />
Arrêté royal du 5 juillet 1978, Moniteur <strong>belge</strong> du 28 juillet 1978.<br />
Arrêté royal du 27 mars 1980, Moniteur <strong>belge</strong> du 12 juillet 1980.<br />
Arrêté royal du 10 mai 1982, Moniteur <strong>belge</strong> du 29 mai 1982.<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
*<br />
Art. 6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het<br />
Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.<br />
Art. 7. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit<br />
besluit.<br />
Gegeven te Brussel, 21 juni 2005.<br />
ALBERT<br />
Van Koningswege :<br />
De Minister van Werk,<br />
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE<br />
Nota’s<br />
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :<br />
Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978.<br />
Wet van 20 juli 1991, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991.<br />
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID,<br />
ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG<br />
N. 2005 — 1790<br />
[2005/201471]<br />
4 JULI 2005. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk<br />
besluit van 5 juli 1978 tot oprichting en tot vaststelling van de<br />
benaming en van de bevoegdheid van sommige paritaire comités<br />
en tot vaststelling van het aantal leden ervan (1)<br />
ALBERT II, Koning der Belgen,<br />
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.<br />
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve<br />
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op<br />
artikel 41;<br />
Gelet op het koninklijk besluit van 5 juli 1978 tot oprichting en tot<br />
vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van sommige<br />
paritaire comités en tot vaststelling van het aantal leden ervan,<br />
gewijzigd inzonderheid bij de koninklijke besluiten van 27 maart 1980,<br />
10 mei 1982, 12 december 1991, 19 september 1995 en 10 januari 2003;<br />
Op de voordracht van Onze Minister van Werk,<br />
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :<br />
Artikel 1. Artikel 2, 1, van het koninklijk besluit van 5 juli 1978 tot<br />
oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid<br />
van sommige paritaire comités en tot vaststelling van het aantal leden<br />
ervan, gewijzigd inzonderheid bij het koninklijk besluit van<br />
27 maart 1980, wordt vervangen door de volgende bepaling :<br />
« 1. Het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische<br />
bouw bestaat uit tweeëntwintig gewone en tweeëntwintig plaatsvervangende<br />
leden. »<br />
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de dag van de benoeming<br />
van de leden van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en<br />
elektrische bouw.<br />
Art. 3. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit<br />
besluit.<br />
Gegeven te Brussel, 4 juli 2005.<br />
ALBERT<br />
Van Koningswege :<br />
De Minister van Werk,<br />
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE<br />
33171<br />
Nota’s<br />
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :<br />
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.<br />
Koninklijk besluit van 5 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 28 juli 1978.<br />
Koninklijk besluit van 27 maart 1980, Belgisch Staatsblad van 12 juli 1980.<br />
Koninklijk besluit van 10 mei 1982, Belgisch Staatsblad van 29 mei 1982.
33172 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Arrêté royal du 12 décembre 1991, Moniteur <strong>belge</strong> du 20 décembre<br />
1991.<br />
Arrêté royal du 19 septembre 1995, Moniteur <strong>belge</strong> du 17 octobre<br />
1995.<br />
Arrêté royal du 10 janvier 2003, Moniteur <strong>belge</strong> du 22 janvier 2003.<br />
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTA-<br />
TION SOCIALE ET SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE<br />
SOCIALE<br />
F. 2005 — 1791<br />
[2005/201826]<br />
29 JUIN 2005. — Arrêté ministériel fixant les montants visés à<br />
l’article 61bis/1 de l’arrêté royal du 18 juillet 2002 portant des<br />
mesures visant à promouvoir l’emploi dans le secteur non marchand<br />
R.S.Z.-<br />
Inschrijvingsnummer<br />
La Ministre de l’Emploi,<br />
Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,<br />
Vu la loi du 29 juin 1981 établissant les principes généraux de la<br />
sécurité sociale des travailleurs salariés notamment l’article 35, § 5,<br />
remplacé par la loi du 22 décembre 2003;<br />
Vu l’arrêté royal du 18 juillet 2002 portant des mesures visant à<br />
promouvoir l’emploi dans le secteur non marchand, modifié par les<br />
arrêtés royaux des 10 décembre 2002, 31 décembre 2003, 13 septembre<br />
2004 et 21 septembre 2004;<br />
Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le3décembre 2004;<br />
Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le7février 2005,<br />
Arrêtent :<br />
Article unique. Les montants visés à l’article 61bis/1 de l’arrêté royal<br />
du 18 juillet 2002 portant des mesures visant à promouvoir l’emploi<br />
dans le secteur non marchand sont fixés, par institution, conformément<br />
aux tableaux repris en annexe.<br />
Bruxelles, le 29 juin 2005.<br />
La Ministre de l’Emploi,<br />
Mme F. VAN DEN BOSSCHE<br />
Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,<br />
R. DEMOTTE<br />
*<br />
Annexe 1 re — Bijlage 1<br />
Koninklijk besluit van 12 december 1991, Belgisch Staatsblad van<br />
20 december 1991.<br />
Koninklijk besluit van 19 september 1995, Belgisch Staatsblad van<br />
17 oktober 1995.<br />
Koninklijk besluit van 10 januari 2003, Belgisch Staatsblad van<br />
22 januari 2003.<br />
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID<br />
EN SOCIAAL OVERLEG EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST<br />
SOCIALE ZEKERHEID<br />
N. 2005 — 1791<br />
[2005/201826]<br />
29 JUNI 2005. — Ministerieel besluit tot vaststelling van de bedragen<br />
bedoeld in artikel 61bis/1 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002<br />
houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de<br />
tewerkstelling in de non-profit sector<br />
De Minister van Werk,<br />
Benaming Adres Plaats<br />
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,<br />
Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen<br />
van de sociale zekerheid voor werknemers inzonderheid op artikel 35,<br />
§ 5, vervangen bij de wet van 22 december 2003;<br />
Gelet op het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen<br />
met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de<br />
non-profit sector, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 december<br />
2002, 31 december 2003, 13 september 2004 en 21 september 2004;<br />
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op<br />
3 december 2004;<br />
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van<br />
7 februari 2005,<br />
Besluiten :<br />
Enig artikel. De bedragen bedoeld in artikel 61bis/1 van het<br />
koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog<br />
op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector<br />
worden, per instelling, volgens de tabellen opgenomen als bijlage,<br />
vastgesteld.<br />
Brussel, 29 juni 2005.<br />
De Minister van Werk,<br />
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE<br />
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,<br />
R. DEMOTTE<br />
Bedrag te storten<br />
door de R.S.Z. voor het<br />
vierde trimester 2003<br />
0672312-81 WERMINVAL V.Z.W. WINTERLING 3 2170 ANTWERPEN 11.057,51 S<br />
0697591-01 BESCHERMDE WERKPLAATS<br />
RYHOVE B.W.R. V.Z.W.<br />
KONINGSDAL 24 9000 GENT 11.554,17 S<br />
0702331-40 AMIVAL V.Z.W. EVERDONGENLN 27 2300 TURNHOUT 15.011,50 S<br />
0705995-09 BESCHERMDE WERKPLAATS<br />
VOOR LIMBURG V.Z.W.<br />
GINDEROVERSTR. 143 3590 DIEPENBEEK 65.769,98 S<br />
0706156-11 LIDWINA STICHTING V.Z.W. POSTELARENWEG 213 2400 MOL 21.690,00 S<br />
0707906-96 BESCHERMDE WERKPLAAT-<br />
SEN LEUVEN V.Z.W.<br />
ZAVELSTRAAT 45 3010 LEUVEN 128.640,11 S<br />
0709879-94 ARCOTEC B.W. V.Z.W. DREEF TER PANNE 14 8000 BRUGGE 3.682,62 S<br />
0710618-11 BESCHERMDE WERKPLAATS<br />
ANTWERPEN V.Z.W.<br />
KIELSBROEK 2 2020 ANTWERPEN 2.279,42 S<br />
0712185-63 WASE WERKPLAATS V.Z.W. KAPELANIELAAN 20 9140 TEMSE 4.845,67 S<br />
0712251-59 BLANKEDALE SOCIALE<br />
WERKPLAATS VOOR OOST<br />
BRABANT V.Z.W.<br />
0712951-93 GANDAE VERENIGING VOOR<br />
GEHANDICAPTENZORG<br />
V.Z.W.<br />
PASTORIJSTRAAT 118 3300 TIENEN 105.005,02 S<br />
GAARDENIERSWEG 9000 GENT 9.181,70 S
R.S.Z.-<br />
Inschrijvingsnummer<br />
Benaming Adres Plaats<br />
0713226-44 ACG ARBEIDSCENTRUM<br />
VOOR<br />
V.Z.W.<br />
GEHANDICAPTEN<br />
0713413-65 WERKVERSCHAFFING AAN<br />
GEHANDICAPTEN W.A.G.<br />
V.Z.W.<br />
Bedrag te storten<br />
door de R.S.Z. voor het<br />
vierde trimester 2003<br />
BOSUIL 138 2100 ANTWERPEN 1.283,92 S<br />
GROENENDAALLAAN 379 2030 ANTWERPEN 3.345,01 S<br />
0713498-04 V.Z.W. SOCIALE REHABILITA-<br />
TIESTICHTING<br />
ENGELSELEI 44 2140 ANTWERPEN 15.381,75 S<br />
0718999-88 MARIASTEEN V.Z.W. KOOLSKAMPSTR. 24 8830 HOOGLEDE 19.518,58 S<br />
0719153-14 WERKHUIS VOOR MINDER- OLMSTRAAT 348 1800 VILVOORDE 908,04 S<br />
VALIDEN MIVAVIL VIL-<br />
VOORDE V.Z.W.<br />
0719487-79 NEVELLAND BESCHUTTE<br />
WERKPLAATS VOOR HERSEN-<br />
VERLAMDEN V.Z.W.<br />
MOORSTRAAT 23 9850 NEVELE 2.659,05 S<br />
0720792-44 VREUGDEVOL V.Z.W. NIEUWEBRUGSTRAAT 26 9600 RONSE 5.928,34 S<br />
0722296-91 DE OESTERBANK V.Z.W. VAARTBLEKERSSTRAAT 15 8400 OOSTENDE 24.026,26 S<br />
0722375-48 DEMIVAL WERKPLAATS VOOR MACHELENSTRAAT 169 9800 DEINZE 20.413,04 S<br />
AANGEPASTE<br />
DEINZE V.Z.W.<br />
ARBEID TE<br />
0722978-82 ZUIDKEMPISCHE<br />
PLAATSEN V.Z.W.<br />
WERK- HERENTHOUTSEWEG 136 2200 HERENTALS 14.017,05 S<br />
0725567-75 BESCHERMDE WERKPLAATS GEN. DE WITTELN 2 2800 MECHELEN 2.569,88 S<br />
0729811-50<br />
MECHELEN V.Z.W.<br />
MIVAS V.Z.W. PLASLAAR 41 2500 LIER 32.851,94 S<br />
0735970-03 DE BESCHUTTENDE WERK- WIJNGAARDVELD 7 9300 AALST 8.620,67 S<br />
PLAATSEN VAN AALST V.Z.W.<br />
0741351-59 BESCHERMDE WERKPLAATS LICHTERSTRAAT 35 2870 PUURS 5.204,56 S<br />
0744000-66<br />
KLEIN BRABANT V.Z.W.<br />
AURORA V.Z.W. KLOOSTERMUUR 2 1702 DILBEEK 1.992,56 S<br />
0745661-30 WERKPLAATS<br />
V.Z.W.<br />
WESTHOEK VAARTSTRAAT 34 8630 VEURNE 5.166,86 S<br />
0745709-80 WESTLANDIA RECLASSE- INDUSTRIELAAN 1 8900 IEPER 45.744,80 S<br />
RINGSCENTRUM VOOR<br />
GEHANDIKAPTEN V.Z.W.<br />
0746061-91 WERKPLAATS IJSEDAL V.Z.W. SCHAVEI 75 3090 OVERIJSE 4.190,84 S<br />
0747786-57 BESCHERMDE WERKPLAATS SMALLEWEG 7 9620 ZOTTEGEM 6.847,17 S<br />
VAN ZOTTEGEM V.Z.W.<br />
0748761-42 BESCHUTTENDE WERK- INDUSTRIELAAN 40 9900 EEKLO 4.081,24 S<br />
PLAATS MEETJESLAND<br />
REVAM V.Z.W.<br />
0754809-37 INTERCOMMUNALE VOOR<br />
MEDICO SOCIALE INSTELLIN-<br />
GEN RUPELSTREEK MINDER-<br />
VALIDEN CV<br />
COO KERHOFS 151 2850 BOOM 2.446,77 S<br />
0756530-15 BESCHUTTENDE<br />
PLAATS ASSE V.Z.W.<br />
WERK- STEVENSVELD 8 1730 ASSE 2.507,36 S<br />
0756587-38 WERKHUIZEN MIN V.Z.W. ERWTENSTRAAT 27-29 2060 ANTWERPEN 4.253,54 S<br />
0756716-39 V.Z.W. BESCHUTTENDE WERK-<br />
PLAATS BOUCHOUT B.W.<br />
NEROMSTR. 26 1861 MEISE 1.321,18 S<br />
0779495-87 DE DAGERAAD V.Z.W. HEIVELDEKENS 7 2550 KONTICH 1.874,24 S<br />
0780561-90 DE FLOERE V.Z.W. ZAVELSTRAAT 114 1500 HALLE 3.239,16 S<br />
0788222-96 DE BRUG V.Z.W. WAESDONCKSTRAAT 1 2640 MORTSEL 15.973,86 S<br />
0794029-38 BORGERSTEIN V.Z.W. IJZERENVELD 147 2860 ST.-KATELIJNE-WAVER 9.596,16 S<br />
0796381-63 BESCHUTTENDE WERK- LUITENANT JACOPSSTR. 11 1750 LENNIK 2.883,12 S<br />
PLAATS<br />
V.Z.W.<br />
PAJOTTENLAND<br />
0797963-70 V.Z.W. BESCHUTTENDE WERK-<br />
PLAATS TORDALE<br />
0801146-27 BESCHUTTENDE WERK-<br />
PLAATS DE MEREL V.Z.W.<br />
0802191-93 NOORDHEUVEL BESCHUT-<br />
TENDE WERKPLAATS V.Z.W.<br />
0807005-07 V.Z.W. DYMKA BESCHUT-<br />
TENDE WERKPLAATS ZAVEN-<br />
TEM<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
33173<br />
BRUGGESTRAAT 39 8820 TORHOUT 7.950,18 S<br />
AMBACHTSWEG 11-13 9820 MERELBEKE 565,58 S<br />
MIKSEBAAN 266 2930 BRASSCHAAT 6.102,88 S<br />
STERREBEEKSTRAAT 137 1930 ZAVENTEM 21.118,73 S
33174 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
R.S.Z.-<br />
Inschrijvingsnummer<br />
Benaming Adres Plaats<br />
0816594-49 DE ZONNEBLOEM<br />
BESCHUTTE<br />
V.Z.W.<br />
WERKPLAATS<br />
Bedrag te storten<br />
door de R.S.Z. voor het<br />
vierde trimester 2003<br />
ASTRIDLAAN 185 9500 GERAARDSBERGEN 1.703,58 S<br />
0861005-94 TRIANVAL V.Z.W. BIEZEWEG 8 9230 WETTEREN 8.322,85 S<br />
0877015-79 ARALEA V.Z.W. GEMEENTEPARK 6 2930 BRASSCHAAT 622,56 S<br />
0934231-24 BESCHUTTE WERKPLAATS INDUSTRIELAAN 32 8930 MENEN 28.119,14 S<br />
0937004-47<br />
MENEN ’T VEER<br />
BESCHUTTE WERKPLAATS DE<br />
KEMPHAAN V.Z.W.<br />
AARTSTRAAT 57 9220 HAMME 3.983,50 S<br />
1522545-94 BESCHERMDE<br />
DE IJZER V.Z.W.<br />
WERKPLAATS KLEINE DRIES 2 8600 DIKSMUIDE 1.958,26 S<br />
1525417-14 ZONNEHOEVE V. GEHANDI- ZONNESTRAAT 15 9810 NAZARETH 4.531,32 S<br />
CAPT TE EKE BESCHUT-<br />
TENDE WERKPLAATS NR. 104<br />
H. DELEU V.Z.W.<br />
1528228-20 RODEA BESCHUTTE<br />
PLAATS V.Z.W.<br />
WERK-<br />
1577067-70 V.Z.W. WAAK BESCHUTTE<br />
1600764-80<br />
WERKPLAATS<br />
BESCHUTTE WERKPLAATS<br />
ARBEID VREDE WERKHUI-<br />
ZEN VOOR EN DOOR PERSO-<br />
NEN<br />
V.Z.W.<br />
MET EEN HANDICAP<br />
1629447-70 AANGEPASTE ARBEID REGIO<br />
OUDENAARDE VLAAMSE<br />
ARDENNEN AAROVA V.Z.W.<br />
1657220-74 TEWERKSTELLINGSINITIATIE-<br />
VEN KANUNNIK TRIEST<br />
V.Z.W.<br />
Vu pour être annexé àl’arrêté ministériel du 29 juin 2005.<br />
La Ministre de l’Emploi,<br />
Mme F. VAN DEN BOSSCHE<br />
Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,<br />
R. DEMOTTE<br />
Numéro<br />
O.N.S.S.<br />
SMARAGDLAAN 34C 1640 ST.-GENESIUS-RODE 5.361,76 S<br />
HEIRWEG 125 8520 KUURNE 54.362,06 S<br />
P. V. D. EEDENSTRAAT 23 2660 ANTWERPEN 4.658,40 S<br />
IND. PARK DE BRUWAAN 45 9700 OUDENAARDE 15.194,66 S<br />
LINTHOUTBOSSTRAAT 37 1200 ST.-LAMBRECHTS-WOL. 4.620,31 S<br />
Annexe 2 — Bijlage 2<br />
Dénomination Adresse Lieu<br />
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van<br />
29 juni 2005.<br />
De Minister van Werk,<br />
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE<br />
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,<br />
R. DEMOTTE<br />
Montant à verser<br />
par l’O.N.S.S. pour le<br />
quatrième trimestre 2003 *<br />
0128076-85 LA LUMIERE A.S.B.L. RUE STE-VERONIQUE 17 4000 LIEGE 4.403,34 S<br />
0291761-44 SANTE,PARTICIPATION,<br />
MIEUX-ETRE A.S.B.L.<br />
RUE FEVRIER 2 5620 FLORENNES 11.281,19 S<br />
0302960-09 INSTITUT D’ENSEIGNEMENT<br />
SPECIAL A.S.B.L.<br />
R. D. SAULCHOIR 56 7540 TOURNAI 17.642,37 S<br />
0303494-56 L’ATELIER A.S.B.L. CHAUSSEE DE LIEGE 477 5100 NAMUR 8.167,07 S<br />
0303976-65 ATELIER DU PERRON A.S.B.L. RUE R. NOISET S.N. 4000 LIEGE 10.218,38 S<br />
0308518-19 ENTREPRISE DE TRAVAIL RUE SART-MOULIN 1 1421 BRAINE-L’ALLEUD 48.071,62 S<br />
ADAPTE VILLAGE N° 1 REINE<br />
FABIOLA A.S.B.L.<br />
0312124-65 LES ATELIERS DE BLICQUY<br />
A.S.B.L.<br />
0312828-87 ATELIER<br />
A.S.B.L.<br />
REINE FABIOLA<br />
0316971-74 POUR DEMAIN A.S.B.L. POUR<br />
LE RECLASSEMENT DES HAN-<br />
DICAPES<br />
R. DU COUVENT 38 7903 LEUZE-EN-HAINAUT 3.232,13 S<br />
RUE NEUFVILLES 455 7063 SOIGNIES 4.997,55 S<br />
R. DE LA GROTTE 8 4690 BASSENGE 12.254,93 S<br />
0317830-19 ATELIER<br />
A.S.B.L.<br />
EDDY CAMBIER ZON. INDUSTRIEL 6040 CHARLEROI 16.466,12 S<br />
0319039-78 LES ATELIERS 94 A.S.B.L. R. LEON HOUTART 18 7110 LA LOUVIERE 2.330,11 S<br />
0321845-02 A.S.B.L. L’ENTRAIDE PAR LE<br />
TRAVAIL<br />
R. DE L’AVENIR 5 5002 NAMUR 12.734,05 S<br />
0322148-63 A.S.B.L. HAUTES ARDENNES<br />
AIDE AUX HANDICAPES *<br />
CAHAY 20 6690 VIELSALM 25.900,79 S
Numéro<br />
O.N.S.S.<br />
0322156-39 ATELIER SOCIAL METAL-<br />
0324159-44<br />
GROUP A.S.B.L.<br />
A.S.B.L. ENTRAIDE PAR TRA-<br />
VAIL ENGHIEN ET ENVIRONS<br />
0324629-89 ENTREPRISE DE TRAVAIL<br />
ADAPTE KENNEDY ET AMI-<br />
TIE A.S.B.L.<br />
0325600-86 A.S.B.L. L’ENTRAIDE PAR LE<br />
TRAVAIL DE ET A VERVIERS<br />
0327560-26 CENTRE D’ADAPTATION ET<br />
DE RECLASSEMENT PROFES-<br />
SIONNEL A.S.B.L.<br />
Dénomination Adresse Lieu<br />
Montant à verser<br />
par l’O.N.S.S. pour le<br />
quatrième trimestre 2003 *<br />
R. DEBARCADERE 61 6001 CHARLEROI 7.080,76 S<br />
AV. DU COMMERCE 19 7850 ENGHIEN 5.723,23 S<br />
RUE DE LA CLOSIERE 12 1300 WAVRE 12.222,98 S<br />
RUE D. WEINES 65 4800 VERVIERS 7.088,75 S<br />
R. DE LA GENDARMERIE S.N.,<br />
BTE 19<br />
5600 PHILIPPEVILLE 13.546,18 S<br />
0329217-02 VILLAGE N° 3 A.S.B.L. ZON. IND., RTE DE SPA 5590 CINEY 1.588,69 S<br />
0331128-89 STALBOIS A.S.B.L. RUE BELLE VUE 50 6740 ETALLE 2.865,62 S<br />
0332309-38 L’ENTR’AIDE PAR LE TRAVAIL<br />
A.S.B.L.<br />
RUE DU TILLOI, Z.I. HEPPIGN 6220 FLEURUS 8.928,42 S<br />
0334746-02 ATELIER PROTEGE J. DEL- RUE DE L EXPANSION 29 4460 GRACE-HOLLOGNE 10.166,34 S<br />
COUR A.S.B.L.<br />
0337735-56 ANDENNE<br />
A.S.B.L.<br />
PRO SERVICES QUAI DE MARCHE EN PRE 2 5300 ANDENNE 3.293,68 S<br />
0337869-42 L’ATELIER MOSAN A.S.B.L. RUE DU BOIS MARIE 27 4500 HUY 428,20 S<br />
0339114-90 A.S.B.L. LES TRAVAILLEURS RUE OLIVIER LHOIR 97 7333 ST.-GHISLAIN 10.260,34 S<br />
0345470-34<br />
DANS L’AMITIE<br />
ATELIER PROTEGE LE SAU-<br />
PONT<br />
RUE DE LONNOUX 2 6880 BERTRIX 6.027,41 S<br />
0345476-16 L’ATELIER PROTEGE DE BEAU- ZON. INDUST., RTE ROCHEF- 5570 BEAURAING 10.193,50 S<br />
RAING A.S.B.L.<br />
ORT<br />
0346333-64 LE TRAIT D’UNION A.S.B.L. BD. DE L’EUROZONE 3 7700 MOUSCRON 4.386,95 S<br />
0348173-73 ENTREPRISE DE TRAVAIL PARC INDUSTRIEL 4300 WAREMME 7.456,11 S<br />
ADAPTE JEAN GIELEN A.S.B.L.<br />
0354069-39 ATELIER LES GAILLETTES RT. DE MAASTRICHT ZON. 4651 HERVE 14.279,37 S<br />
A.S.B.L.<br />
P.M.E.<br />
0359357-83 IMARCO LES ATELIERS DU CHAMP D. L’ABBY 2 4960 MALMEDY 3.043,35 S<br />
0362075-77<br />
RELAIS A.S.B.L.<br />
L’ATELIER 2000 A.S.B.L. ZONE AV. DE HEPPIGNIES S.N. 6220 FLEURUS 2.196,96 S<br />
INDUSTRIELLE<br />
NIES<br />
DE HEPPIG-<br />
0362924-52 LE MOULIN DE LA HUNELLE<br />
A.S.B.L.<br />
RUE D’ATH 90 7950 CHIEVRES 8.868,01 S<br />
0363541-44 LA LORRAINE A.S.B.L. Z. ARTISANALE WEYLER 32 6700 ARLON 11.148,37 S<br />
0374284-19 ASSOC. POUR LA CREATION<br />
D’ATEL. PROTEGES DANS LA<br />
REGION DU CENTRE A.S.B.L.<br />
RUE V. ERGOT 33 7110 LA LOUVIERE 2.847,53 S<br />
0375349-25 ATELIER PROTEGE NIVEL-<br />
LOIS A.S.B.L., ZONING INDUS-<br />
TRIEL<br />
RUE DU COMMERCE 15 1400 NIVELLES 3.714,06 S<br />
0382377-87 ATELIER PROTEGE JEAN REG-<br />
NIERS A.S.B.L.<br />
R. DRORY V. DEN EYNDE 109 6543 LOBBES 12.179,68 S<br />
0386770-03 TRAVAIL<br />
A.S.B.L.<br />
VIE BONHEUR HASARDSTRASSE 2 4721 KELMIS 4.874,01 S<br />
0392550-26 ATELIER ST.-VINCENT A.S.B.L. RUE DU TIGE 44 5580 ROCHEFORT 2.114,85 S<br />
0404414-33 RELAIS DE LA HAUTE SAM-<br />
BRE<br />
R. FONT.PEPIN 12 6540 LOBBES 4.873,00 S<br />
0404881-87 ATELIERS PROTEGE DE R. DE LA PAIX 11O 6061 CHARLEROI 2.094,60 S<br />
RELIURE<br />
A.S.B.L.<br />
ET D’IMPRIMERIE<br />
0406024-53 ATELIER PROTEGE SERVI<br />
PLAST ATELIER SOCIAL<br />
A.S.B.L.<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
ZONING INDUSTRIEL. 6600 BASTOGNE 7.331,53 S<br />
0422223-53 PEPINIERES<br />
A.S.B.L.<br />
LA GAUME RUE DES SAUCETTES 90 6730 TINTIGNY 4.849,90 S<br />
0479677-60 LA THIERACHE A.S.B.L. RUE DE NORDRON S.N. 6590 MOMIGNIES 1.081,57 S<br />
0486507-37 ATELIER SOCIAL LE ROSEAU<br />
VERT A.S.B.L.<br />
RUE DU COMMERCE 2 7370 DOUR 396,54 S<br />
0903208-70 BESCHUTZTE WERKSTATTE MEYERODE 73 4770 AMEL 14.516,25 S<br />
DIE ZUKUNFT AMEL BULLIN-<br />
GEN ST VITH VOE<br />
33175
33176 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Numéro<br />
O.N.S.S.<br />
0903226-16 BESCHUTZENDE WERK-<br />
STATTE EUPEN UND UMGE-<br />
BUNG NFV<br />
1106510-03 A.S.B.L. ATELIER DU MON-<br />
CEAU AIDE AUX SOURDS ET<br />
MALENTENDANTS<br />
Dénomination Adresse Lieu<br />
Montant à verser<br />
par l’O.N.S.S. pour le<br />
quatrième trimestre 2003 *<br />
GEWERBEZONE 13 4700 EUPEN 8.885,01 S<br />
RUE DE L’AVENIR 75 4460 GRACE-HOLLOGNE 3.326,28 S<br />
1108855-49 A.S.B.L. ATELIER SOCIAL LES<br />
REMPARTS<br />
RUE PHILLIPART 6 7640 ANTOING 832,49 S<br />
1110697-52 LES DAUPHINS A.S.B.L. RUE LOUIS BURTEAU 48 5032 GEMBLOUX 3.864,42 S<br />
1110881-82 SAMERA A.S.B.L. RUE LOUIS BURTEAU 48 5032 GEMBLOUX 3.217,28 S<br />
1122193-96 LA CLE DES CHAMPS A.S.B.L. RUE D’ATRIVE 9 4280 HANNUT 1,26 S<br />
1122428-70 A.S.B.L. CAPUAL COUR DU VAL 1 4100 SERAING 3.105,81 S<br />
1167493-93 CORELAP A.S.B.L. RUE SAINT-JOSEPH 8 7700 MOUSCRON 3.950,36 S<br />
1215660-25 ATELIER PONT-A-CELLES RUE J. WAUTERS 25 6230 PONT-A-CELLES 6.545,13 S<br />
A.S.B.L. A.P.A.C.<br />
1216179-20 LE FOURNIL DES TIENNES RUE DU FOURNIL S.N. 5300 ANDENNE 2.131,08 S<br />
1223754-90<br />
A.S.B.L.<br />
L’ENTRAIDE PAR LE TRAVAIL<br />
A.S.B.L.<br />
RUE ST-SEBASTIEN 8 1420 BRAINE-L ALLEUD 1.960,08 S<br />
1265826-71 JARDINS ET MENUISERIE DE<br />
BARVAUX A.S.B.L.<br />
RTE DE HOTEMME 17 6940 DURBUY 6.674,44 S<br />
* y compris les corrections relatives aux montants pour les trois<br />
premiers trimestres 2003.<br />
Vu pour être annexé àl’arrêté ministériel du 29 juin 2005.<br />
La Ministre de l’Emploi,<br />
Mme F. VAN DEN BOSSCHE<br />
Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,<br />
R. DEMOTTE<br />
Annexe 3 — Bijlage 3<br />
Numéro ONSS Dénomination Adresse Lieu<br />
* inclusief correctie op de bedragen over de eerste drie trimesters<br />
van 2003<br />
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van<br />
29 juni 2005.<br />
De Minister van Werk,<br />
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE<br />
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,<br />
R. DEMOTTE<br />
Montant à verser<br />
par l’O.N.S.S.pour le<br />
quatrième trimestre 2003 *<br />
R.S.Z.-inschrijvings-nummer Benanming Adres Plaats Bedrag te storten<br />
door de R.S.Z.<br />
voor het vierde kwartaal<br />
2003 *<br />
0129835-46 L’OUVROIR A.S.B.L. R. DE BODEGHEM 78-82 1000 BRUXELLES 1.174,20 S<br />
0286036-50 APAM A.S.B.L. CHEE DE DROGENBOS 130 1180 UCCLE 16.343,40 S<br />
0327945-35 MANUFAST LA FAMILLE<br />
A.S.B.L.<br />
0346570-32 A.S.B.L. ATELIER RENAI-<br />
TRE<br />
0359608-09 A.S.B.L. ATELIER PROTEGE<br />
DE RECLASSEMENT POUR<br />
EPILEPTIQUES<br />
CHEE DE ZELLIK 65 1082 BERCHEM STE AG 5.851,39 S<br />
RUE DU BIPLAN 126-128 1130 BRUXELLES 10.211,05 S<br />
CH.DE NEERSTALLE 178 1190 FOREST 6.674,90 S<br />
0438046-17 TRAVAIL ET VIE A.S.B.L. DIGUE DU CANAL 40 1070 ANDERLECHT 49.407,55 S<br />
0444461-75 LA SERRE OUTILS A.S.B.L. RUE KELLE 121 123 1150 WOLUWE-ST-PIERRE 3.178,07 S<br />
0474707-32 LES JEUNES JARDINIERS<br />
ATELIER PROTEGE HORTI-<br />
COLE A.S.B.L.<br />
1111483-22 A.S.B.L. TRAVAIL ET COO-<br />
PERATION TRAVCO<br />
CHEE D’ALSEMBERG 1393 1180 UCCLE 8.420,50 S<br />
QUAI F. DEMETS 26-28 1070 ANDERLECHT 6.926,99 S<br />
1117556-39 ATELIER DE PARIS A.S.B.L. RUE DES COTEAUX 303 1030 SCHAERBEEK 2.633,10 S<br />
1151476-32 FERME NOS PILIFS A.S.B.L. TRASSERSWEG 347-349 1120 BRUXELLES 7.465,91 S<br />
1230235-47 ONA ENTREPRISE A.S.B.L. 9.389,03 S<br />
1230342-17 GROUPE FOES LES ATE-<br />
LIERS REUNIS A.S.B.L.<br />
BD DE L’EMPEREUR 15 1000 BRUXELLES 17.493,94 S
Numéro ONSS Dénomination Adresse Lieu<br />
Montant à verser<br />
par l’O.N.S.S.pour le<br />
quatrième trimestre 2003 *<br />
R.S.Z.-inschrijvings-nummer Benanming Adres Plaats Bedrag te storten<br />
door de R.S.Z.<br />
voor het vierde<br />
2003 *<br />
kwartaal<br />
S1233490-79 ENTREPRISE DE TRAVAIL RUE CH. DEMEER 105-117 1020 BRUXELLES 7.316,41 S<br />
ADAPTE DE<br />
L’ASSOCIATION BELGE<br />
DES PARALYSES ABP ENT-<br />
REPRISE A.S.B.L.<br />
1254205-14 MAILING & HANDLING<br />
M & H A.S.B.L.<br />
* y compris les corrections relatives aux montants pour les trois<br />
premiers trimestres 2003.<br />
Vu pour être annexé àl’arrêté ministériel du 29 juin 2005.<br />
La Ministre de l’Emploi,<br />
Mme F. VAN DEN BOSSCHE<br />
Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,<br />
R. DEMOTTE<br />
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTA-<br />
TION SOCIALE ET SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE<br />
SOCIALE<br />
F. 2005 — 1792<br />
[2005/201830]<br />
30 JUIN 2005. — Arrêté ministériel fixant les montants visés à l’article<br />
61bis/1 de l’arrêté royal du 18 juillet 2002 portant des mesures<br />
visant à promouvoir l’emploi dans le secteur non marchand<br />
La Ministre de l’Emploi,<br />
Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,<br />
Vu la loi du 29 juin 1981 établissant les principes généraux de la<br />
sécurité sociale des travailleurs salariés notamment l’article 35, § 5,<br />
remplacé par la loi du 22 décembre 2003 et modifié par la loi du 27<br />
décembre 2004;<br />
Vu l’arrêté royal du 18 juillet 2002 portant des mesures visant à<br />
promouvoir l’emploi dans le secteur non marchand, modifié par les<br />
arrêtés royaux des 10 décembre 2002, 31 décembre 2003, 13 septembre<br />
2004 et 21 septembre 2004, notamment l’article 61bis/1;<br />
Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 27 janvier 2005;<br />
Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 13 avril 2005<br />
Arrêtent :<br />
Article unique. Les montants visés à l’article 61bis/1 de l’arrêté royal<br />
du 18 juillet 2002 portant des mesures visant à promouvoir l’emploi<br />
dans le secteur non marchand, inséré par l’arrêté royal du 31 décembre<br />
2003 sont fixés pour le premier semestre 2004, par institution,<br />
conformément aux tableaux repris en annexe.<br />
Bruxelles, le 30 juin 2005.<br />
La Ministre de l’Emploi,<br />
Mme F. VAN DEN BOSSCHE<br />
Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,<br />
R. DEMOTTE<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
RUE DES VETERINAIRES 63 1070 ANDERLECHT 2407,97 S<br />
*<br />
* inclusief correctie op de bedragen over de eerste drie trimesters van<br />
2003.<br />
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van<br />
29 juni 2005.<br />
De Minister van Werk,<br />
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE<br />
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,<br />
R. DEMOTTE<br />
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID<br />
EN SOCIAAL OVERLEG EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST<br />
SOCIALE ZEKERHEID<br />
N. 2005 — 1792<br />
[2005/201830]<br />
30 JUNI 2005. — Ministerieel besluit tot vaststelling van de bedragen<br />
bedoeld in artikel 61bis/1 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002<br />
houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de<br />
tewerkstelling in de non-profit sector<br />
De Minister van Werk,<br />
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,<br />
Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen<br />
van de sociale zekerheid voor werknemers inzonderheid op artikel 35,<br />
§ 5, vervangen bij de wet van 22 december 2003 en gewijzigd bij de wet<br />
van 27 december 2004;<br />
Gelet op het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen<br />
met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de<br />
non-profit sector, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 december<br />
2002, 31 december 2003, 13 september 2004 en 21 september 2004, in<br />
het bijzonder artikel 61bis/1;<br />
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op<br />
27 januari 2005;<br />
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van<br />
13 april 2005;<br />
Besluiten :<br />
Enig artikel. De bedragen bedoeld in artikel 61bis/1 van het<br />
koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog<br />
op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector,<br />
ingevoegd bij koninklijk besluit van 31 december 2003, worden, voor<br />
het eerste semester 2004, per instelling, volgens de tabellen opgenomen<br />
als bijlage, vastgesteld.<br />
Brussel, 30 juni 2005.<br />
De Minister van Werk,<br />
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE<br />
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,<br />
R. DEMOTTE<br />
33177
33178 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
RSZ-inschrijvingsnummer<br />
Annexe 1 re<br />
Bijlage 1<br />
Benaming Adres Plaats<br />
0672312-81 WERMINVAL V.Z.W. WINTERLING 3 2170 ANTWERPEN 33.427,30 S<br />
0697591-01 BESCHERMDE WERKPLAATS RYHOVE B.W.R. V.Z.W. KONINGSDAL 24 9000 GENT 47.220,00 S<br />
0702331-40 AMIVAL V.Z.W. EVERDONGENLN 27 2300 TURNHOUT 93.505,34 S<br />
0705995-09 BESCHERMDE WERKPLAATS VOOR LIMBURG V.Z.W. GINDEROVERSTR.143 3590 DIEPENBEEK 434.588,30 S<br />
0706156-11 LIDWINA STICHTING V.Z.W. POSTELARENWEG 213 2400 MOL 79.271,54 S<br />
0707906-96 BESCHERMDE WERKPLAATSEN LEUVEN V.Z.W. ZAVELSTRAAT 45 3010 LEUVEN 267.175,90 S<br />
0709879-94 ARCOTEC B.W. V.Z.W. DREEF TER PANNE 14 8000 BRUGGE 71.009,48 S<br />
0710618-11 BESCHERMDE WERKPLAATS ANTWERPEN V.Z.W. KIELSBROEK 2 2020 ANTWERPEN 27.035,17 S<br />
0712185-63 WASE WERKPLAATS V.Z.W. KAPELANIELAAN 20 9140 TEMSE 143.222,81 S<br />
0712251-59 BLANKEDALE SOCIALE WERKPLAATS VOOR OOST<br />
BRABANT V.Z.W.<br />
PASTORIJSTRAAT 118 3300 TIENEN 151.770,06 S<br />
0712951-93 GANDAE VERENIGING VOOR GEHANDICAPTEN-<br />
ZORG V.Z.W.<br />
GAARDENIERSWEG 9000 GENT 69.307,67 S<br />
0713226-44 ACG ARBEIDSCENTRUM VOOR GEHANDICAPTEN<br />
V.Z.W.<br />
BOSUIL 138 2100 ANTWERPEN 59.952,81 S<br />
0713413-65 WERKVERSCHAFFING<br />
W.A.G. V.Z.W.<br />
AAN GEHANDICAPTEN GROENENDAALLAAN 379 2030 ANTWERPEN 33.267,07 S<br />
0713498-04 V.Z.W. SOCIALE REHABILITATIESTICHTING ENGELSELEI 44 2140 ANTWERPEN 40.394,92 S<br />
0718999-88 MARIASTEEN V.Z.W. KOOLSKAMPSTR. 24 8830 HOOGLEDE 110.129,02 S<br />
0719153-14 WERKHUIS VOOR MINDERVALIDEN MIVAVIL VIL-<br />
VOORDE V.Z.W.<br />
OLMSTRAAT 348 1800 VILVOORDE 14.184,38 S<br />
0719487-79 NEVELLAND BESCHUTTE WERKPLAATS VOOR HER-<br />
SENVERLAMDEN V.Z.W.<br />
MOORSTRAAT 23 9850 NEVELE 24.912,27 S<br />
0720792-44 VREUGDEVOL V.Z.W. NIEUWEBRUGSTRAAT 26 9600 RONSE 25.604,21 S<br />
0722296-91 DE OESTERBANK V.Z.W. VAARTBLEKERSSTRAAT 15 8400 OOSTENDE 63.941,43 S<br />
0722375-48 DEMIVAL WERKPLAATS VOOR AANGEPASTE ARBEID<br />
TE DEINZE V.Z.W.<br />
MACHELENSTRAAT 169 9800 DEINZE 104.762,06 S<br />
0722978-82 ZUIDKEMPISCHE WERKPLAATSEN V.Z.W. HERENTHOUTSEWEG 136 2200 HERENTALS 32.989,76 S<br />
0725567-75 BESCHERMDE WERKPLAATS MECHELEN V.Z.W. GEN. DE WITTELN 2 2800 MECHELEN 54.474,85 S<br />
0729811-50 MIVAS V.Z.W. PLASLAAR 41 2500 LIER 108.462,50 S<br />
0735970-03 DE BESCHUTTENDE WERKPLAATSEN VAN AALST<br />
V.Z.W.<br />
WIJNGAARDVELD 7 9300 AALST 18.860,76 S<br />
0741351-59 BESCHERMDE WERKPLAATS KLEIN BRABANT V.Z.W. LICHTERSTRAAT 35 2870 PUURS 71.826,82 S<br />
0744000-66 AURORA V.Z.W. KLOOSTERMUUR 2 1702 DILBEEK 6.926,39 S<br />
0745661-30 WERKPLAATS WESTHOEK V.Z.W. VAARTSTRAAT 34 8630 VEURNE 68.331,73 S<br />
0745709-80 WESTLANDIA RECLASSERINGSCENTRUM<br />
GEHANDIKAPTEN V.Z.W.<br />
VOOR INDUSTRIELAAN 1 8900 IEPER 95.568,20 S<br />
0746061-91 WERKPLAATS IJSEDAL V.Z.W. SCHAVEI 75 3090 OVERIJSE 30.614,41 S<br />
0747786-57 BESCHERMDE WERKPLAATS VAN ZOTTEGEM V.Z.W. SMALLEWEG 7 9620 ZOTTEGEM 42.255,10 S<br />
0748761-42 BESCHUTTENDE<br />
REVAM V.Z.W.<br />
WERKPLAATS MEETJESLAND INDUSTRIELAAN 40 9900 EEKLO 15.083,08 S<br />
0754809-37 INTERCOMMUNALE VOOR MEDICO SOCIALE COO KERHOFS 151 2850 BOOM 23.572,50 S<br />
0756530-15<br />
INSTELLINGEN RUPELSTREEK MINDERVALIDEN CV<br />
BESCHUTTENDE WERKPLAATS ASSE V.Z.W. STEVENSVELD 8 1730 ASSE 59.938,29 S<br />
0756587-38 WERKHUIZEN MIN V.Z.W. ERWTENSTRAAT 27 29 2060 ANTWERPEN 24.332,92 S<br />
0756716-39 V.Z.W. BESCHUTTENDE WERKPLAATS BOUCHOUT<br />
B.W.<br />
NEROMSTR. 26 1861 MEISE 66.456,85 S<br />
0779495-87 DE DAGERAAD V.Z.W. HEIVELDEKENS 7 2550 KONTICH 6.807,13 S<br />
0780561-90 DE FLOERE V.Z.W. ZAVELSTRAAT 114 1500 HALLE 35.451,49 S<br />
0788222-96 DE BRUG V.Z.W. WAESDONCKSTRAAT 1 2640 MORTSEL 58.518,55 S<br />
Bedrag te storten door de RSZ<br />
voor de eerste semester 2004
RSZ-inschrijvingsnummer<br />
Benaming Adres Plaats<br />
0794029-38 BORGERSTEIN V.Z.W. IJZERENVELD 147 2860 SINTT-KATELIJNE- 55.989,29 S<br />
0796381-63 BESCHUTTENDE<br />
V.Z.W.<br />
WERKPLAATS PAJOTTENLAND LUITENANT JACOPSSTR. 11<br />
WAVER<br />
1750 LENNIK 34.100,12 S<br />
0797963-70 V.Z.W. BESCHUTTENDE WERKPLAATS TORDALE BRUGGESTRAAT 39 8820 TORHOUT 52.932,90 S<br />
0801146-27 BESCHUTTENDE WERKPLAATS DE MEREL V.Z.W. AMBACHTSWEG 11-13 9820 MERELBEKE 11.441,21 S<br />
0802191-93 NOORDHEUVEL<br />
V.Z.W.<br />
BESCHUTTENDE WERKPLAATS MIKSEBAAN 266 2930 BRASSCHAAT 35.457,30 S<br />
0807005-07 V.Z.W. DYMKA BESCHUTTENDE WERKPLAATS STERREBEEKSTRAAT 137 1930 ZAVENTEM 45.669,32 S<br />
0816594-49<br />
ZAVENTEM<br />
DE ZONNEBLOEM BESCHUTTE WERKPLAATS V.Z.W. ASTRIDLAAN 185 9500 GERAARDSBERGEN 12.214,25 S<br />
0861005-94 TRIANVAL V.Z.W. BIEZEWEG 8 9230 WETTEREN 33.866,46 S<br />
0877015-79 ARALEA V.Z.W. GEMEENTEPARK 6 2930 BRASSCHAAT 18.405,17 S<br />
0934231-24 BESCHUTTE WERKPLAATS MENEN ’T VEER INDUSTRIELAAN 32 8930 MENEN 85.380,12 S<br />
0937004-47 BESCHUTTE WERKPLAATS DE KEMPHAAN V.Z.W. AARTSTRAAT 57 9220 HAMME 22.805,77 S<br />
1522545-94 BESCHERMDE WERKPLAATS DE IJZER V.Z.W. KLEINE DRIES 2 8600 DIKSMUIDE 13.170,75 S<br />
1525417-14 ZONNEHOEVE V. GEHANDICAPT TE EKE BESCHUT-<br />
TENDE WERKPLAATS NR. 104 H. DELEU V.Z.W.<br />
ZONNESTRAAT 15 9810 NAZARETH 19.210,70 S<br />
1528228-20 RODEA BESCHUTTE WERKPLAATS V.Z.W. SMARAGDLAAN 34C 1640 SINT-GENESIUS-RODE 19.530,19 S<br />
1577067-70 V.Z.W. WAAK BESCHUTTE WERKPLAATS HEIRWEG 125 8520 KUURNE 245.591,62 S<br />
1600764-80 BESCHUTTE WERKPLAATS ARBEID VREDE WERKHUI-<br />
ZEN VOOR EN DOOR PERSONEN MET EEN HANDI-<br />
CAP V.Z.W.<br />
P. V.D. EEDENSTRAAT 23 2660 ANTWERPEN 14.052,91 S<br />
1629447-70 AANGEPASTE ARBEID REGIO OUDENAARDE<br />
1657220-74<br />
VLAAMSE ARDENNEN AAROVA V.Z.W.<br />
TEWERKSTELLINGSINITIATIEVEN KANUNNIK TRIEST<br />
V.Z.W.<br />
Vu pour être annexé àl’arrêté ministériel du 30 juin 2005.<br />
La Ministre de l’Emploi,<br />
Mme F. VAN DEN BOSSCHE<br />
Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,<br />
R. DEMOTTE<br />
Numéro ONSS<br />
Annexe 2<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Bedrag te storten door de RSZ<br />
voor de eerste semester 2004<br />
IND.PARK DE BRUWAAN 45 9700 OUDENAARDE 56.040,42 S<br />
LINTHOUTBOSSTRAAT 37 1200 SINT-LAMBRECHTS-<br />
WOLUWE<br />
28.162,97 S<br />
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van<br />
30 juni 2005.<br />
De Minister van Werk,<br />
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE<br />
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,<br />
R. DEMOTTE<br />
Bijlage 2<br />
Dénomination Adresse Lieu<br />
0128076-85 LA LUMIERE A.S.B.L. RUE STE-VERONIQUE 17 4000 LIEGE 14.390,86 S<br />
0200706-57 LES AMIS DES AVEUGLES A.S.B.L. R. L. BARRIERE 37 7011 MONS 8.908,19 S<br />
0291761-44 SANTE, PARTICIPATION, MIEUX-ETRE A.S.B.L. RUE FEVRIER 2 5620 FLORENNES 24.948,32 S<br />
0302960-09 INSTITUT D’ENSEIGNEMENT SPECIAL A.S.B.L. R. D. SAULCHOIR 56 7540 TOURNAI 27.988,33 S<br />
Montant à verser par l’ONSS<br />
pour le premier semestre 2004<br />
33179
33180 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Numéro ONSS<br />
Dénomination Adresse Lieu<br />
0303494-56 L’ATELIER A.S.B.L. CHAUSSEE DE LIEGE 477 5100 NAMUR 29.925,21 S<br />
0303976-65 ATELIER DU PERRON A.S.B.L. RUE R.NOISET S.N. 4000 LIEGE 18.041,37 S<br />
0308518-19 ENTREPRISE DE TRAVAIL ADAPTE VILLAGE N° 1<br />
REINE FABIOLA A.S.B.L.*<br />
RUE SART MOULIN 1 1421 BRAINE-L’ALLEUD 82.279,58 S<br />
0312124-65 LES ATELIERS DE BLICQUY A.S.B.L. R.DU COUVENT 38 7903 LEUZE-EN-HAINAUT 12.056,09 S<br />
0312828-87 ATELIER REINE FABIOLA A.S.B.L. RUE NEUFVILLES 455 7063 SOIGNIES 19.006,25 S<br />
0316534-27 ATELIER PROTEGE JACQUELINE ORTS A.S.B.L. RUE BERIBOU 15 4800 VERVIERS 2.999,32 S<br />
0316971-74 POUR DEMAIN A.S.B.L. POUR LE RECLASSEMENT<br />
DES HANDICAPES<br />
R. DE LA GROTTE 8 4690 BASSENGE 26.210,13 S<br />
0317830-19 ATELIER EDDY CAMBIER A.S.B.L. ZON.INDUSTRIEL 6040 CHARLEROI 57.220,73 S<br />
0319039-78 LES ATELIERS 94 A.S.B.L. R. LEON HOUTART 18 7110 LA LOUVIERE 9.199,31 S<br />
0321845-02 A.S.B.L. L’ENTRAIDE PAR LE TRAVAIL R DE L’AVENIR 5 5002 NAMUR 28.587,46 S<br />
0322148-63 A.S.B.L. HAUTES ARDENNES AIDE AUX HANDICA-<br />
PES*<br />
CAHAY 20 6690 VIELSALM 26.238,85 S<br />
0322156-39 ATELIER SOCIAL METALGROUP A.S.B.L. R. DEBARCADERE 61 6001 CHARLEROI 19.450,69 S<br />
0324159-44 A.S.B.L. ENTRAIDE PAR TRAVAIL ENGHIEN ET ENVI-<br />
RONS<br />
AV. DU COMMERCE 19 7850 ENGHIEN 12.093,61 S<br />
0324629-89 ENTREPRISE DE TRAVAIL ADAPTE KENNEDY ET<br />
AMITIE A.S.B.L.<br />
RUE DE LA CLOSIERE 12 1300 WAVRE 26.740,03 S<br />
0325600-86 A.S.B.L. L’ENTRAIDE PAR LE TRAVAIL DE ET A<br />
VERVIERS<br />
RUE D.WEINES 65 4800 VERVIERS 17.960,66 S<br />
0327560-26 CENTRE D’ADAPTATION ET DE RECLASSEMENT PRO- RUE DE LA GENDARMERIE 5600 PHILIPPEVILLE 25.698,16 S<br />
FESSIONNEL A.S.B.L.<br />
S.N. BTE 19<br />
0329217-02 VILLAGE N° 3 A.S.B.L. ZON. IND. RTE DE SPA 5590 CINEY 8.507,93 S<br />
0331128-89 STALBOIS A.S.B.L. RUE BELLE VUE 50 6740 ETALLE 8.857,25 S<br />
0332309-38 L’ENTRAIDE PAR LE TRAVAIL A.S.B.L. RUE DU TILLOI ZI HEPPIGN 6220 FLEURUS 21.017,61 S<br />
0334746-02 ATELIER PROTEGE J. DELCOUR A.S.B.L. RUE DE L’EXPANSION 29 4460 GRACE-HOLLOGNE 48.003,09 S<br />
0337735-56 ANDENNE PRO SERVICES A.S.B.L. QUAI DE MARCHE EN PRE 2 5300 ANDENNE 9.629,76 S<br />
0337869-42 L’ATELIER MOSAN A.S.B.L. RUE DU BOIS MARIE 27 4500 HUY 4.135,65 S<br />
0339114-90 A.S.B.L. LES TRAVAILLEURS DANS L’AMITIE RUE OLIVIER LHOIR 97 7333 SAINT-GHISLAIN 22.684,84 S<br />
0345470-34 ATELIER PROTEGE LE SAUPONT RUE DE LONNOUX 2 6880 BERTRIX 9.264,70 S<br />
0345476-16 L’ATELIER PROTEGE DE BEAURAING A.S.B.L. ZONE INDUSTIELLE ROUTE<br />
ROCHEFORT<br />
5570 BEAURAING 44.486,68 S<br />
0346333-64 LE TRAIT D’UNION A.S.B.L. BOULEVARD<br />
ZONE 3<br />
DE L’EURO- 7700 MOUSCRON 21.718,59 S<br />
0348173-73 ENTREPRISE DE TRAVAIL ADAPTE JEAN GIELEN<br />
A.S.B.L.<br />
PARC INDUSTRIEL 4300 WAREMME 56.490,09 S<br />
0354069-39 ATELIER LES GAILLETTES A.S.B.L. ROUTE DE MAASTRICHT 4651 HERVE 31.105,27 S<br />
0359357-83 IMARCO LES ATELIERS DU RELAIS A.S.B.L.<br />
ZONE P.M.E.<br />
CHAMP D.L ABBY 2 4960 MALMEDY 16.861,30 S<br />
0362075-77 L’ATELIER 2000 A.S.B.L. ZONE INDUSTRIELLE DE AVENUE DE HEPPIGNIES 6220 FLEURUS 10.264,54 S<br />
HEPPIGNIES<br />
S.N.<br />
0362924-52 LE MOULIN DE LA HUNELLE A.S.B.L. RUE D’ATH 90 7950 CHIEVRES 18.901,68 S<br />
0363541-44 LA LORRAINE A.S.B.L. ZONE ARTISANALE<br />
LER 32<br />
WEY- 6700 ARLON 23.145,37 S<br />
0374284-19 ASSOCIATION POUR LA CREATION D’ATELIERS PRO-<br />
TEGES DANS LA REGION DU CENTRE A.S.B.L.<br />
RUE V. ERGOT 33 7110 LA LOUVIERE 12.880,53 S<br />
0375349-25 ATELIER PROTEGE NIVELLOIS A.S.B.L. ZONING RUE DU COMMERCE 15 1400 NIVELLES 8.005,91 S<br />
0382377-87<br />
INDUSTRIEL<br />
ATELIER PROTEGE JEAN REGNIERS A.S.B.L. RUE DRORY V. DEN EYN-<br />
DE 109<br />
6543 LOBBES 54.328,99 S<br />
0386770-03 TRAVAIL VIE BONHEUR A.S.B.L. HASARDSTRASSE 2 4721 KELMIS 15.158,06 S<br />
0392550-26 ATELIER ST VINCENT A.S.B.L. RUE DU TIGE 44 5580 ROCHEFORT 7.346,25 S<br />
Montant à verser par l’ONSS<br />
pour le premier semestre 2004
Numéro ONSS<br />
Dénomination Adresse Lieu<br />
0404414-33 RELAIS DE LA HAUTE SAMBRE RUE FONT.PEPIN 12 6540 LOBBES 10.092,99 S<br />
0404881-87 ATELIERS PROTEGE DE RELIURE ET D’IMPRIMERIE<br />
A.S.B.L.<br />
RUE DE LA PAIX 110 6061 CHARLEROI<br />
0406024-53 ATELIER PROTEGE SERVI PLAST ATELIER SOCIAL<br />
A.S.B.L.<br />
ZONING INDUSTRIEL. 6600 BASTOGNE 16.888,58 S<br />
0422223-53 PEPINIERES LA GAUME A.S.B.L. RUE DES SAUCETTES 90 6730 TINTIGNY 10.764,32 S<br />
0446705-36 A.S.B.L. CRIQUELIONS SERVICES RUE EVA DUPONT 11 7011 MONS 3.210,37 S<br />
0479677-60 LA THIERACHE A.S.B.L. RUE DE NORDRON S.N. 6590 MOMIGNIES 5.515,50 S<br />
0486507-37 ATELIER SOCIAL LE ROSEAU VERT A.S.B.L. RUE DU COMMERCE 2 7370 DOUR 1.351,54 S<br />
0903208-70 BESCHUTZTE WERKSTATTE DIE ZUKUNFT AMEL<br />
BULLINGEN ST VITH VOE<br />
MEYERODE 73 4770 AMEL 30.377,41 S<br />
0903226-16 BESCHUTZENDE WERKSTATTE EUPEN UND UMGE-<br />
BUNG NFV<br />
GEWERBEZONE 13 4700 EUPEN 28.358,71 S<br />
1106510-03 A.S.B.L. ATELIER DU MONCEAU AIDE AUX SOURDS<br />
ET MALENTENDANTS<br />
RUE DE L’AVENIR 75 4460 GRACE-HOLLOGNE 13.588,43 S<br />
1108855-49 A.S.B.L. ATELIER SOCIAL LES REMPARTS RUE PHILLIPART 6 7640 ANTOING 2.773,90 S<br />
1110697-52 LES DAUPHINS A.S.B.L. RUE LOUIS BURTEAU 48 5032 GEMBLOUX 20.521,33 S<br />
1110881-82 SAMERA A.S.B.L. RUE LOUIS BURTEAU 48 5032 GEMBLOUX 12.678,66 S<br />
1122193-96 LA CLE DES CHAMPS A.S.B.L.** RUE D’ATRIVE 9 4280 HANNUT<br />
1122428-70 A.S.B.L. CAPUAL COUR DU VAL 1 4100 SERAING 11.657,32 S<br />
1167493-93 CORELAP A.S.B.L. RUE SAINT-JOSEPH 8 7700 MOUSCRON 12.906,94 S<br />
1215660-25 ATELIER PONT-A-CELLES A.S.B.L. A.P.A.C. RUE J. WAUTERS 25 6230 PONT-A-CELLES 18.276,07 S<br />
1216179-20 LE FOURNIL DES TIENNES A.S.B.L. RUE DU FOURNIL S.N. 5300 ANDENNE 8.091,44 S<br />
1223754-90 L’ENTRAIDE PAR LE TRAVAIL A.S.B.L. RUE ST-SEBASTIEN 8 1420 BRAINE-L’ALLEUD 12.907,26 S<br />
1265826-71 JARDINS ET MENUISERIE DE BARVAUX A.S.B.L. ROUTE DE HOTEMME 17 6940 DURBUY 10.244,59 S<br />
Vu pour être annexé àl’arrêté ministériel du 30 juin 2005.<br />
La Ministre de l’Emploi,<br />
Mme F. VAN DEN BOSSCHE<br />
Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,<br />
R. DEMOTTE<br />
Numéro ONSS<br />
—<br />
RSZ-inschrijvingsnummer<br />
Annexe 3<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Dénomination<br />
—<br />
Benaming<br />
Montant à verser par l’ONSS<br />
pour le premier semestre 2004<br />
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van<br />
30 juni 2005.<br />
De Minister van Werk,<br />
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE<br />
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,<br />
R. DEMOTTE<br />
Adresse<br />
—<br />
Adres<br />
Bijlage 3<br />
Lieu<br />
—<br />
Plaats<br />
Montant à verser par l’ONSS<br />
pour le premier semestre 2004<br />
—<br />
Bedrag te storten door de RSZ<br />
voor de eerste semester 2004<br />
0129835-46 L’OUVROIR A.S.B.L. RUE DE BODEGHEM 78-82 1000 BRUXELLES 8.626,44 S<br />
0286036-50 APAM A.S.B.L. CHEE DE DROGENBOS 130 1180 UCCLE 40.980,21 S<br />
0327945-35 MANUFAST LA FAMILLE A.S.B.L. CHEE DE ZELLIK 65 1082 BERCHEM-SAINTE-<br />
AGATHE<br />
46.296,81 S<br />
0346570-32 A.S.B.L. ATELIER RENAITRE RUE DU BIPLAN 126-128 1130 BRUXELLES 27.260,00 S<br />
33181
33182 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Numéro ONSS<br />
—<br />
RSZ-inschrijvingsnummer<br />
Dénomination<br />
—<br />
Benaming<br />
Adresse<br />
—<br />
Adres<br />
Lieu<br />
—<br />
Plaats<br />
Montant à verser par l’ONSS<br />
pour le premier semestre 2004<br />
—<br />
Bedrag te storten door de RSZ<br />
voor de eerste semester 2004<br />
0129835-46 L’OUVROIR A.S.B.L. RUE DE BODEGHEM 78-82 1000 BRUXELLES 8.626,44 S<br />
0359608-09 A.S.B.L. ATELIER PROTEGE DE RECLASSEMENT POUR<br />
EPILEPTIQUES<br />
CH. DE NEERSTALLE 178 1190 FOREST 9.374,78 S<br />
0438046-17 TRAVAIL ET VIE A.S.B.L. DIGUE DU CANAL 40 1070 ANDERLECHT 117.458,83 S<br />
0444461-75 LA SERRE OUTILS A.S.B.L. RUE KELLE 121 123 1150<br />
PIERRE<br />
WOLUWE-SAINT- 6.231,38 S<br />
0474707-32 LES JEUNES JARDINIERS ATELIER PROTEGE HORTI-<br />
COLE A.S.B.L.<br />
CHEE D’ALSEMBERG 1393 1180 UCCLE 23.378,05 S<br />
1111483-22 A.S.B.L. TRAVAIL ET COOPERATION TRAVCO QUAI F. DEMETS 26-28 1070 ANDERLECHT 12.992,58 S<br />
1117556-39 ATELIER DE PARIS A.S.B.L. RUE DES COTEAUX 303 1030 SCHAERBEEK 9.510,55 S<br />
1151476-32 FERME NOS PILIFS A.S.B.L. TRASSERSWEG 347-349 1120 BRUXELLES 15.563,42 S<br />
1230235-47 ONA ENTREPRISE A.S.B.L. 4.274,86 S<br />
1230342-17 GROUPE FOES LES ATELIERS REUNIS A.S.B.L. BD DE L’EMPEREUR 15 1000 BRUXELLES 39.624,26 S<br />
1233490-79 ENTREPRISE DE TRAVAIL ADAPTE DE L’ASSOCIATION<br />
BELGE DES PARALYSES ABP ENTREPRISE A.S.B.L.<br />
RUE CH DEMEER 105-117 1020 BRUXELLES 13.703,11 S<br />
1254205-14 MAILING & HANDLING M&HA.S.B.L. RUEDESVETERINAIRES 63 1070 ANDERLECHT 8.882,46 S<br />
Vu pour être annexé àl’arrêté ministériel du 30 juin 2005.<br />
La Ministre de l’Emploi,<br />
Mme F. VAN DEN BOSSCHE<br />
Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,<br />
R. DEMOTTE<br />
SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE,<br />
SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE<br />
ET ENVIRONNEMENT<br />
F. 2005 — 1793<br />
[2005/22539]<br />
17 JUIN 2005. — Arrêté royal octroyant un subside aux établissements<br />
de transfusion pour l’année 2005 et modifiant l’arrêté royal du<br />
11 mai 2004 relatif à l’octroi d’un subside aux établissements de<br />
transfusion pour l’année 2004 et à la régularisation du subside 2002<br />
ALBERT II, Roi des Belges,<br />
A tous, présents et à venir, Salut.<br />
Vu la loi du 27 décembre 2004, contenant le budget général des<br />
dépenses pour l’année budgétaire 2005, notamment l’article 1 er -01-7 et<br />
la section 25, division 51, allocation de base 51 32 3301;<br />
Vu les lois sur la comptabilité de l’Etat, coordonnées le 17 juillet 1991,<br />
notamment les articles 55 à 58;<br />
Vu l’arrêté royal du 16 novembre 1994 relatif au contrôle administratif<br />
et budgétaire, notamment l’article 14, 2°;<br />
Vu la loi du 5 juillet 1994 relative au sang et aux dérivés du sang<br />
d’origine humaine, notamment l’article 2;<br />
Vu l’arrêté royal du 4 avril 1996 relatif au prélèvement, à la<br />
préparation, à la conservation et à la délivrance du sang et des dérivés<br />
du sang d’origine humaine, notamment l’article 3;<br />
Vu l’arrêté royal du 11 mai 2004 relatif à l’octroi d’un subside aux<br />
établissements de transfusion pour l’année 2004 et à la régularisation<br />
du subside 2002;<br />
Vu l’avis de l’Inspection des Finances du 12 mai 2005;<br />
Vu l’avis n° 38.080/3 du Conseil d’Etat, donné le 25 janvier 2005 en<br />
application de l’article 84, § 1 er , alinéa 1 er ,1°, des lois coordonnées sur<br />
le Conseil d’Etat;<br />
*<br />
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van<br />
30 juni 2005.<br />
De Minister van Werk,<br />
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE<br />
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,<br />
R. DEMOTTE<br />
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID,<br />
VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN<br />
EN LEEFMILIEU<br />
N. 2005 — 1793<br />
[2005/22539]<br />
17 JUNI 2005. — Koninklijk besluit houdende toekenning van een<br />
subsidie aan transfusie-instellingen voor het jaar 2005 en houdende<br />
wijziging van het koninklijk besluit van 11 mei 2004<br />
betreffende de toekenning van een subsidie aan transfusieinstellingen<br />
voor het jaar 2004 en houdende regularisatie van de<br />
subsidie 2002<br />
ALBERT II, Koning der Belgen,<br />
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.<br />
Gelet op de wet van 27 december 2004, houdende de algemene<br />
uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2005, inzonderheid op<br />
artikel 1-01-7 en op sectie 25, afdeling 51, basisallocatie 51 32 3301;<br />
Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op<br />
17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55 tot 58;<br />
Gelet op het koninkijk van 16 november 1994 betreffende de<br />
administratieve en begrotingscontrole, inzonderheid op artikel 14, 2°;<br />
Gelet op de wet van 5 juli 1994 betreffende bloed en bloedderivaten<br />
van menselijke oorsprong, inzonderheid op artikel 2;<br />
Gelet op het koninklijk besluit van 4 april 1996 betreffende de<br />
afneming, de bereiding, de bewaring en de terhandstelling van bloed<br />
en bloedderivaten van menselijke oorsprong, inzonderheid op artikel 3;<br />
Gelet op het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de<br />
toekenning van een subsidie aan transfusie-instellingen voor het<br />
jaar 2004 en betreffende de regularisatie va de subsidie 2002;<br />
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op<br />
12 mei 2005;<br />
Gelet op het advies 38.080/3 van de Raad van State, gegeven op<br />
25 januari 2005 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de<br />
gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Sur la proposition de Notre Minitre de la Santé publique,<br />
Nous avons arrêté et arrêtons :<br />
CHAPITRE I er . — Octroi d’une provision<br />
Article 1 er . A la Croix-Rouge néerlandophone, il est payé à titre<br />
provisionnel, la somme de 2.739.012,93 EUR le 1 er juin 2005, et la<br />
somme de 913.004,31 EUR le 1 er août 2005, le 1 er octobre 2005 et le<br />
1 er décembre 2005.<br />
A la Croix-Rouge francophone est payé, à titre provisionnel, la<br />
somme de 1.242.708,96 EUR le 1 er<br />
juin 2005, et la somme de<br />
414.236,32 EUR le 1 er août 2005, le 1 er octobre 2005 et le 1 er décembre<br />
2005.<br />
Al’A.S.B.L. « La Transfusion du Sang » est payé àtitre provisionnel,<br />
la somme de 247.055,55 EUR le 1 er<br />
juin 2005, et la somme de<br />
82.351,85 EUR le 1 er août 2005, le 1 er octobre 2005 et le 1 er décembre<br />
2005.<br />
Al’«AZ Sint-Jan AV Brugge » est payé àtitre provisionnel la somme<br />
de 17.622,56 EUR le 1 er juin 2005, et la somme de 5.874,19 EUR le<br />
1 er août 2005, le 1 er octobre 2005 et le 1 er décembre 2005.<br />
CHAPITRE I er . — Calcul du solde définitif pour l’année 2005<br />
Section 1 re . — Principe de répartition<br />
Art. 2. Le solde définitif du subside octroyé pour l’année 2005, à<br />
recevoir ou à rembourser, est calculé en fonction du nombre total de<br />
prélèvements réussis, effectivement effectués en 2005 et testés avec des<br />
test NAT pour l’HV1 et l’HCV. Ce nombre de prélèvements doit être<br />
justifié par les factures relatives à ces tests et certifié par un réviseur<br />
d’entreprise ou un commissaire aux comptes.<br />
Section 2. — Fixation des paramètres de calcul<br />
Art. 3. § 1 er . Le budget total (BT) attribué àl’ensemble des établissements<br />
de transfusion visés auprésent arrêté est limité àla somme de<br />
10.616.000,00 EUR.<br />
§ 2. Il est tout d’abord calculé pour chaque institution visée au<br />
présent arrêté un subside primaire (SP), égal au nombre de tests NAT<br />
réellement effectués multiplié par la somme de 14,52 EUR.<br />
Il est ensuite calculé pour chaque institution la somme des provisions<br />
accordées (PA).<br />
§ 3. Pour le cas où la somme des SP des institutions visées au présent<br />
arrêté dépasse le BT, il est calculé :<br />
1° la différence entre les sommes réellement dépensées et justifiées<br />
par les institutions d’une part et le BT d’autre part. Ce montant est<br />
dénommé le déficit total (DT);<br />
2° le rapport entre le nombre des test NAT effectués par chaque<br />
institutin et le nombre total des tests NAT effectués par toutes les<br />
institutions. Ce montant est dénommé cœfficient de réduction (CR). Il<br />
est calculé comme suit :<br />
CR =<br />
Nombre de tests NAT de l’institution<br />
Nombre de tests NAT des institutions<br />
Section 3. — Calcul du solde définitif<br />
Art. 4. Pour le cas où le total des SP des institutions visées au<br />
présent arrêté ne dépasse pas le BT, le solde définitif pour chaque<br />
institution est égal à :SP-PA.<br />
Pour le cas où le total des SP des institutions viées au présent arrêté<br />
dépasse le BT, le solde définitif, pour chaque institution, est égal à :<br />
SP-(DTXCR)-PA.<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid,<br />
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :<br />
HOOFDSTUK I. — Toekenning van een voorschot<br />
Artikel 1. Aan het Nederlandstalige Rode Kruis wordt provisioneel,<br />
op 1 juni 2005 de som van 2.739.012,93 EUR, en op 1 augustus 2005, op<br />
1 oktober 2005 en op 1 december 2005 de som van 913.004,31 EUR<br />
uitbetaald.<br />
Aan het Franstalige Rode Kruis wordt provisioneel, op 1 juni 2005 de<br />
som van 1.242.708,96 EUR, en op 1 augustus 2005, op 1 oktober 2005 en<br />
op 1 december 2005 de som van 414.236,32 EUR uitbetaald.<br />
Aan de V.Z.W. « La Transfusion du Sang » wordt provisioneel, op<br />
1 juni 2005 de som van 247.055,55 EUR, en op 1 augustus 2005, op<br />
1 oktober 2005 en op 1 december 2005 de som van 82.351,85 EUR<br />
uitbetaald.<br />
Aan het AZ Sint-Jan AV Brugge wordt provisioneel op 1 juni 2005 de<br />
som van 17.622,56 EUR, en op 1 augustus 2005, op 1 oktober 2005 en op<br />
1 december 2005 de som van 5.874,19 EUR uitbetaald.<br />
HOOFDSTUK II. — Berekening van het definitieve saldo<br />
voor het jaar 2005<br />
Afdeling 1. — Verdelingsprincipe<br />
Art. 2. Het definitieve saldo van de voor het jaar 2005 toegekende<br />
subsidie, in plus of in min, wordt berekend op basis van het totale<br />
aantal geslaagd afnamen die in 2005 effectief werden uitgevoegd en met<br />
de NAT-testen voor HIV 1 en HCV werden uitgetest. Dit aantal<br />
afnamen dient aan de hand van facturen betreffende die tests te worden<br />
aangetoond en door een bedrijfsrevisor of een accountant voor echt te<br />
worden verklaard.<br />
Afdeling 2. — Bepaling van de berekeningsparameters<br />
Art. 3. § 1. Het totale budget (TB) toegekend aan alle transfusieinstellingen,<br />
bedoeld in dit besluit, is tot 10.616.000,00 EUR beperkt.<br />
§ 2. Eerst en vooral wordt voor elke instelling bedoeld in dit besluit<br />
een eerste subside (ES) berekend, gelijk aan het aantal effectief<br />
uitgevoerde NAT-testen vermenigvuldigd met 14,52 EUR.<br />
Vervolgens wordt voor elke instelling de som van de toegekende<br />
voorschotten berekend (TV).<br />
§ 3. Ingeval de som van de ESQ van de instellingen bedoeld in dit<br />
besluit het TB overschrijdt, wordt het volgende berekend :<br />
1° het verschil tussen de bedragen die door de instellingen effectief<br />
besteed en verantwoord werden enerzijds en het TB anderzijds. Dit<br />
bedrag wordt het Totale tekort (TT) genoemd.<br />
2° de verhouding tussen het aantal NAT-testen uitgevoerd door elke<br />
instelling en het totale aantal NAT-testen uitgevoerd door alle instellingen.<br />
dit bedrag wordt de Herleidingscoëfficient genoemd (HC), dat<br />
als volgt wordt berekend :<br />
CR =<br />
Aantal NAT-testen van de instelling<br />
Aantal NAT-testen van de instellingen<br />
Afdeling 3. — Berekening van het definitieve saldo<br />
33183<br />
Art. 4. Ingeval het totaal van de ES van de instellingen bedoeld in<br />
dit besluit het TB niet overschrijdt, is het definitieve saldo voor elke<br />
instelling gelijk aan : ES - TV.<br />
Ingeal het toaal van de ES van de instellingen bedoeld in dit besluit<br />
het TB overschrijdt, is het definitieve saldo voor elke instellingen gelijk<br />
aan:ES-(TTXHC)-TV.
33184 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
CHAPITRE III. — Période de référence<br />
Art. 5. Les paiements visés auprésent arrêté couvrent le financement<br />
des tests NAT pour la période comprise du 1 er janvier 2005 au<br />
31 décembre 2005.<br />
CHAPITRE IV. — Conditions de paiement<br />
Art. 6. Les paiements à la Croix-Rouge néerlandophone sont effectués<br />
sur le compte numéro 001-3760620-06, Rode Kruis-Vlaandren,<br />
Dienst voor het Bloed, Motstraat 40, 2800 Mechelen.<br />
Les paiements à la Croix-Rouge francophone sont effectués sur le<br />
compte numéro 091-0053540-25, Croix-Rouge de Belgique, Service du<br />
Sang, rue de Stalle 96, 1180 Bruxelles.<br />
Les paiements à l’A.S.B.L. « La Transfusion du Sang » sont effectués<br />
sur le compte numéro 091-0110766-21 - « La Transfusion du Sang »,<br />
boulevard Joseph II, 11B, 6000 Charleroi.<br />
Les paiements à l’« AZ Sint-Jan AV Brugge » sont effectués sur le<br />
compte numéro 630-6400000-96 AZ Sint-Jan AV Brugge - Bloedtransfusiedienst,<br />
Ruddershove 10, 8000 Brugge.<br />
Art. 7. Le solde définitif visé àl’article 4 du présent arrêté est versé<br />
à chaque institution visée auprésent arrêté suite à l’introduction des<br />
pièces justificatives, introduites avant le 1 er septembre 2006, date limite,<br />
sans préjudice des dispositions de l’article 1 er . Les subsides octroyés ne<br />
peuvent en aucun cas dépasser les frais réellement encourus.<br />
Les pièces justificatives visées à l’alinéa précédent doivent impérativement<br />
être envoyées à l’adresse suivante : Service public fédéral Santé<br />
publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement -<br />
Direction générale de l’Organisation des Etablissements de soins -<br />
Service Financement - local 1C - Eurostation bloc II - place Victor<br />
Horta 40, bte 10 - 1060 Bruxelles.<br />
CHAPITRE V. — Modification de l’arrêté royal du 11 mai 2004 relatif à<br />
l’octroi d’un subside aux établissements de transfusion pour l’année 2004 et<br />
à la régularisation du subside 2002<br />
Art. 8. Le texte de l’article 8 de l’arrêté royal du 11 mai 2004 relatif<br />
à l’octroi d’un subside aux établissements de transfusion pour<br />
l’année 2004 et à la régularisatin du subside 2002 est remplacé par : « Le<br />
solde définitif visé àl’article 4 du présent arrêté est versé àchaque<br />
institution visée au présent arrêté suite à l’introduction des pièces<br />
justificatives, introduites avant le 1 er septembre 2005, date limite, sans<br />
préjudice des dispositions de l’article 1 er . Les subsides octroyés ne<br />
peuvent en aucun cas dépasser les frais réellement encourus.<br />
Les pièces justificatives visées à l’alinéa précédent doivent impérativement<br />
être envoyées à l’adresse suivante : Service public fédéral Santé<br />
publique, Sécurité de la chaîne alimentaire et Environnement -<br />
Direction générale de l’Organisation des Etablissements de soins -<br />
Service Financement - local 1C - Eurostation bloc II - place Victor<br />
Horta 40 - 1060 Bruxelles.<br />
CHAPITRE VI. — Dispositioins diverses<br />
Art. 9. Notre Ministre de la Santé publique est chargé de l’exécution<br />
du présent arrêté.<br />
Art. 10. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication<br />
au Moniteur <strong>belge</strong>.<br />
Donné àBruxelles, le 17 juin 2005.<br />
ALBERT<br />
Par le Roi :<br />
Le Ministre de la Santé publique,<br />
R. DEMOTTE<br />
HOFDSTUK III. — Referentieperiode<br />
Art. 5. De in dit besluit bedolde betalingen dekken de financiering<br />
van de NAT-testen voor de periode tussen 1 januari 2005 en 31 december<br />
2005.<br />
HOOFDSTUK IV. — Betalingsvoorwaarden<br />
Art. 6. De betalingen aan het Nederlandstalige Rode Kruis worden<br />
gestort op rekeningnummer 001-3760620-06, Rode Kruis-Vlaanderen,<br />
Dienst voor het Bloed, Motstraat 40, 2800 Mechelen.<br />
De betalingen aan het Franstalige Rode Kruis worden gestort op<br />
rekeningnummer 091-0053540-25, Croix-Rouge de Belgique, Service du<br />
Sang, rue de Stalle 96, 1180 Bruxelles.<br />
De betalingen aan de V.Z.W.« La Transfusion du Sang », boulevard<br />
Joseph II, 11B, 6000 Charleroi.<br />
De betalingen aan het AZ Sint-Jan AV Brugge worden gestort op<br />
rekeningnummer 630-6400000-96 AZ Sint-Jan AV Brugge - Bloedtransfusiedienst,<br />
Ruddershove 10, 8000 Brugge.<br />
Art. 7. Het in artikel 4 van dit besluit bedoelde definitieve saldo<br />
wordt aan elke instelling, bedoeld in dit besluit, gestort op voorwaarde<br />
dat de bewijsstukken uiterlijk vóór 1 september 2006 worden ingediend,<br />
en dat zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 1.<br />
De toegekende subsidies mogen de werkelijk gedane kosten is geen<br />
geval overschrijden.<br />
De in het vorige lid bedoelde bewijsstukken moeten verplicht naar<br />
het volgende adres worden opgestuurd : Federale Overheidsdienst<br />
Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu -<br />
Directoraat-generaal Organisatie gezondheidszorgvoorzieningen - Dienst<br />
Financiering - lokaal 1C - Eurostation Blok II - Victor Hortaplein 40,<br />
bus 10 - 1060 Brussel.<br />
HOOFDSTUK V. — Wijziging van het koninklijk besluit van 11 mei 2004<br />
betreffende de toekenning van een subsidie aan transfusie-instellingen voor<br />
het jaar 2004 en betreffende de regularisatie van de subsidie 2002<br />
Art. 8. De tekst van het artikel 8 van het koninklijk besluit van<br />
11 mei 2004 betreffende de toekenning van een subsidie aan transfusieinstellingen<br />
voor het jaar 2004 en betreffende de regularisatie van de<br />
subsidie 2002 wordt vervangen door : « Het in artikel 4 van dit besluit<br />
bedoelde definitieve saldo wordt aan elke instelling, bedoeld in dit<br />
besluit, getort op voorwaarde dat de bewijsstukken uiterlijk vóór<br />
1 september 2005 worden ingediend, en dat zonder afbreuk te doen aan<br />
de bepalingen van artikel 1. De toegekende subsidies mogen de<br />
werkelijk gedane kosten in geen geval overschrijden.<br />
De in het vorige lid bedoelde bewijsstukken moeten verplicht naar<br />
het volgende adres worden opgestuurd : Federale Overheidsdienst<br />
Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu -<br />
Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen - Dienst<br />
Financiering - lokaal 1C - Eurostation Blok II - Victor Hortaplein 40,<br />
bus 10 - 1060 Brussel.<br />
HOOFDSTUK VI. — Diverse bepalingen<br />
Art. 9. Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering<br />
van dit besluit.<br />
Art. 10. Dit belsuit treedt in werking de dag waarop het in het<br />
Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.<br />
Gegeven te Brussel, 17 januari 2005.<br />
ALBERT<br />
Van Koningswege :<br />
De Minister van Volksgezondheid,<br />
R. DEMOTTE
SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE,<br />
SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE<br />
ET ENVIRONNEMENT<br />
F. 2005 — 1794<br />
[C − 2005/22595]<br />
11 JUILLET 2005. — Arrêté royal<br />
fixant les modalités de paiement<br />
des montants de rattrapages positifs des hôpitaux<br />
ALBERT II, Roi des Belges,<br />
A tous, présents et à venir, Salut.<br />
Vu la loi-programme du 27 décembre 2004, notamment l’article 85;<br />
Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 27 avril 2005;<br />
Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 10 mai 2005;<br />
Vu l’avis n° 38.514/3 du Conseil d’Etat, donné le 14 juin 2005, en<br />
application de l’article 84, § 1 er , alinéa 1 er ,1°, des lois coordonnées sur<br />
le Conseil d’Etat;<br />
Sur la proposition de Notre Ministre des Affaires sociales et de la<br />
Santé publique et de l’avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en<br />
Conseil,<br />
Nous avons arrêté et arrêtons :<br />
Article 1 er . Dans le courant de l’année 2005, les montants de<br />
rattrapage positifs suivants seront versés aux hôpitaux :<br />
— les montants de rattrapage positifs dont les droits ont été fixés le<br />
1 er juillet 2004 et qui sont dus à partir du 1 er janvier 2005;<br />
— les montants de rattrapage positifs relatifs à la révision du budget<br />
des moyens financiers des hôpitaux des années 1997 et 1998.<br />
Art. 2. Les montants visés à l’article 1 er sont versés par l’Institut<br />
national d’assurance maladie-invalidité conformément aux ordres de<br />
paiement et au calendrier de paiement que le ministre visé àl’article 87<br />
de la loi sur les hôpitaux, coordonnéele7août 1987, ou le fonctionnaire<br />
qu’il désigne à cet effet, remet à l’Institut.<br />
Le montant des paiements précités est limité à350 millions d’euros.<br />
Art. 3. § 1 er . En vue du financement des paiements des montants de<br />
rattrapage positifs visés à l’art. 1 er ,lefinancement alternatif de l’Institut<br />
national d’assurance maladie-invalidité est une seule fois augmenté de<br />
247.000.000 euros pour le régime des travailleurs salariés.<br />
§ 2. Les montants visés au§ 1 er sont mis à la disposition de l’Institut<br />
national d’assurance maladie-invalidité sur la base des pièces justificatives<br />
transmises par le Service public fédéral Santé publique, Sécurité<br />
de la Chaîne alimentaire et Environnement.<br />
Art. 4. Les montants de rattrapage dus sont pour 100 % à charge du<br />
régime des travailleurs salariés.<br />
Art. 5. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au<br />
Moniteur <strong>belge</strong>.<br />
Art. 6. Notre Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique<br />
est chargé de l’exécution du présent arrêté.<br />
Donné àBruxelles, le 11 juillet 2005.<br />
ALBERT<br />
Par le Roi :<br />
Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,<br />
R. DEMOTTE<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID,<br />
VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN<br />
EN LEEFMILIEU<br />
N. 2005 — 1794<br />
[C − 2005/22595]<br />
11 JULI 2005. — Koninklijk besluit<br />
tot vastelling van de regels<br />
betreffende de betaling van de positieve inhaalbedragen<br />
ALBERT II, Koning der Belgen,<br />
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.<br />
Gelet op de programmawet van 27 december 2004, inzonderheid op<br />
het artikel 85;<br />
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op<br />
27 april 2005;<br />
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van begroting van<br />
10 mei 2005;<br />
Gelet op het advies nr. 38.514/3 van de Raad van State, gegeven op<br />
14 juni 2005 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de<br />
gecoördineerde wetten op de Raad van State;<br />
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid<br />
en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,<br />
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :<br />
Artikel 1. In de loop van het jaar 2005 worden volgende positieve<br />
inhaalbedragen aan de ziekenhuizen uitgekeerd :<br />
— de positieve inhaalbedragen waarvan de rechten vastgesteld<br />
werden op 1 juli 2004 en die vanaf 1 januari 2005 verschuldigd zijn;<br />
— de positieve inhaalbedragen met betrekking tot de herziening van<br />
het budget van de financiële middelen van de ziekenhuizen van de<br />
jaren 1997 en 1998.<br />
Art. 2. De in artikel 1 bedoelde bedragen worden door het Rijksinstituut<br />
voor ziekte- en invaliditeitsverzekering betaald overeenkomstig<br />
de betalingsopdrachten en de betalingskalender die de minister<br />
bedoeld in artikel 87 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op<br />
7 augustus 1987, of de ambtenaar die hij daarvoor aanwijst, aan het<br />
Instituut bezorgt.<br />
Het bedrag van voornoemde betalingen is beperkt tot 350 miljoen<br />
euro.<br />
Art. 3. § 1. Ter financiering van de betalingen van de positieve<br />
inhaalbedragen bedoeld in art. 1 wordt de alternatieve financiering van<br />
het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering eenmalig<br />
verhoogd met 247.000.000 euro voor het stelsel der werknemers.<br />
§ 2. De in § 1 bedoelde bedragen worden aan het Rijksinstituut voor<br />
ziekte- en invaliditeitsverzekering ter beschikking gesteld op basis van<br />
de verantwoordingsstukken overgemaakt door de Federale Overheidsdienst<br />
Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.<br />
Art. 4. De verschuldigde inhaalbedragen zijn voor 100 % ten laste<br />
van het stelsel der werknemers.<br />
Art. 5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het<br />
Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.<br />
Art. 6. Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is<br />
belast met de uitvoering van dit besluit.<br />
Gegeven te Brussel, 11 juli 2005.<br />
ALBERT<br />
Van Koningswege :<br />
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,<br />
R. DEMOTTE<br />
33185
33186 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS<br />
ET SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE,<br />
P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE<br />
F. 2005 — 1795<br />
[C − 2005/14115]<br />
14 JUILLET 2005. — Arrêté royal portant exécution du règlement<br />
(CEE) n° 3821/85 du 20 décembre 1985 concernant l’appareil de<br />
contrôle dans le domaine des transports par route<br />
Sire,<br />
RAPPORT AU ROI<br />
Le projet d’arrêté royal que nous présentons à votre signature, a pour<br />
but de fixer les modalités pratiques de mise en vigueur du règlement<br />
3821/85 modifié en dernier lieu par le règlement (CEE) n° 2135/98<br />
du Conseil du 24 septembre 1998 et adapté au progrès technique par le<br />
règlement 1360/2002 de la Commission du 13 juin 2002. La dite<br />
modification permet l’introduction du tachygraphe digital.<br />
Considérant que l’introduction du tachygraphe digital a connu<br />
beaucoup de retards, dus notamment à l’absence d’appareils homologuésetdefixation<br />
des critères d’évaluation des politiques nationales de<br />
sécurité par la Commission des Communautés européennes. Il n’était<br />
donc pas possible et risqué de prendre des dispositions nationales<br />
d’application des règlements concernés.<br />
Considérant que face à cette situation la Commission des Communautés<br />
européennes a décidé de reporter d’un an l’obligation d’équiper<br />
les véhicules mis pour la première fois en circulation d’un nouvel<br />
appareil et a fixé la date du moratoire au 5 août 2005.<br />
Entre-temps, un premier appareil était homologué et les constructeurs<br />
développaient des politiques de formation des installateurs et les<br />
conditions d’utilisation. Il devenait donc possible de prendre un arrêté<br />
d’application. Les délais devenaient cependant très courts. Les cartes<br />
sont en effet nécessaires pour initialiser et calibrer les appareils de<br />
contrôle à la sortie des chaînes de montage, ce qui signifie que les<br />
ateliers doivent être agréés et les cartes disponibles avant le 5 mai 2005.<br />
Examen des articles<br />
Le chapitre I er (articles 1 er et 2) fixe le principe de la nécessité<br />
d’équiper le véhicule d’un tachygraphe.<br />
Le chapitre II (article 3) fixe les conditions d’homologation des<br />
modèles de tachygraphes ou de feuilles d’enregistrement ou de cartes<br />
mémoire.<br />
Le chapitre III (articles 4 et 5) fixe les conditions générales relatives à<br />
l’agrément des ateliers chargés des opérations d’installation, de contrôle<br />
ou de réparation des tachygraphes.<br />
Le chapitre IV (article 6) fixe les conditions auxquelles les ateliers<br />
agréés avant l’entrée en vigueur du présent arrêté doivent répondre<br />
lorsqu’ils ne désirent pas étendre leur activité au tachygraphe digital.<br />
Le chapitre V (articles 7 à 11) fixe les conditions auxquelles les ateliers<br />
doivent répondre pour être agréés :<br />
— en tant qu’installateur de tous les types de tachygraphes;<br />
— en tant qu’installateur de tachygraphes digitaux;<br />
— en tant que réparateur de tachygraphes digitaux.<br />
Ces conditions concernent notamment le matériel, la qualification et<br />
la formation du personnel.<br />
Le chapitre VI (article 12) fixe les conditions et modalités de retrait<br />
d’agrément et voies de recours.<br />
Le chapitre VII (article 13) désigne les agents ou organismes<br />
compétents pour effectuer le contrôle des ateliers agréés.<br />
Le chapitre VIII (article 14) fixe le principe et la périodicité des<br />
contrôles du tachygraphe et de l’installation dans son ensemble.<br />
Le chapitre IX (article 15) décrit les mentions devant figurer sur la<br />
plaquette d’installation dont le modèle est fixé par l’Administration.<br />
FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER<br />
EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE,<br />
K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE<br />
N. 2005 — 1795<br />
[C − 2005/14115]<br />
14 JULI 2005. — Koninklijk besluit houdende uitvoering van de<br />
verordening (EEG) nr. 3821/85 van 20 december 1985 betreffende<br />
het controleapparaat in het wegvervoer<br />
Sire,<br />
VERSLAG AAN DE KONING<br />
Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij U ter handtekening<br />
voorleggen beoogt de praktische modaliteiten vast te leggen van de<br />
inwerkingtreding van de verordening 3821/85, laatst gewijzigd door de<br />
verordening (EG) nr. 2135/98 van de Raad d.d. 24 september 1998 en<br />
aangepast aan de technische vooruitgang door de verordening 1360/2002<br />
van de Commissie van 13 juni 2002. Deze wijziging betreft de invoering<br />
van de digitale tachograaf.<br />
Overwegende dat de invoering van de digitale tachograaf veel<br />
vertraging heeft opgelopen, inzonderheid bij gebrek aan goedgekeurde<br />
apparaten en omdat de evaluatiecriteria voor het veiligheidsbeleid van<br />
de lid-Staten nog niet door de Commissie van de Europese Gemeenschappen<br />
werden vastgesteld. Het was dus niet mogelijk en gewaagd<br />
om nationale bepalingen tot uitvoering van de betrokken verordeningen<br />
uit te vaardigen.<br />
Overwegende dat in die situatie, de Commissie van de Europese<br />
Gemeenschappen beslist heeft de verplichting nieuw in het verkeer<br />
gebrachte voertuigen met een nieuw apparaat uit te rusten, met een jaar<br />
uit te stellen en de datum van het moratorium vast te leggen op<br />
5 augustus 2005.<br />
Daar intussen een eerste apparaat werd goedgekeurd en de fabrikanten<br />
installateursopleidingen en gebruiksaanwijzingen uitgewerkt hadden,<br />
werd de tijd zeer kort. Daar kaarten inderdaad nodig zijn voor de<br />
installatie en de kalibrering van de controleapparaten aan het einde van<br />
de montagelijnen, betekent dit dat de werkplaatsen erkend en de<br />
kaarten beschikbaar moeten worden vóór 5 mei 2005.<br />
Bespreking van de artikelen<br />
In hoofdstuk I (artikelen 1 en 2) wordt het principe van de<br />
noodzakelijkheid een voertuig van een tachograaf te voorzien, vastgelegd.<br />
Hoofdstuk II (artikel 3) legt de homologatievoorwaarden vast van de<br />
tachograafmodellen of van de registratiedocumenten of de geheugenkaarten.<br />
Hoofdstuk III (artikelen 4 en 5) licht de algemene voorwaarden<br />
betreffende de goedkeuring van de werkplaatsen belast met de<br />
installatie van de apparaten, de controle of de herstelling ervan toe.<br />
Hoofdstuk IV (artikel 6) legt de voorwaarden waaraan de goedgekeurde<br />
werkplaatsen vóór de inwerkingtreding van het huidig besluit<br />
dienen te voldoen vast indien zij hun activiteit niet wensen uit te<br />
breiden tot het installeren van digitale tachografen.<br />
Hoofdstuk V (artikelen 7 tot 11) legt zich toe op de voorwaarden<br />
waaraan werkplaatsen dienen te voldoen om goedgekeurd te worden :<br />
— als installateur van alle types van tachografen;<br />
— als installateur van digitale tachografen;<br />
— als hersteller van digitale tachografen.<br />
Deze voorwaarden betreffen voornamelijk het materieel, de kwalificatie<br />
en de opleiding van het personeel.<br />
Hoofdstuk VI (artikel 12) legt de voorwaarden en modaliteiten vast<br />
van het ontslag en mogelijkheden tot beroep hiertegen.<br />
Hoofdstuk VII (artikel 13) duidt de agenten of de bekwame<br />
organismen aan om de controle te verzekeren van de goedgekeurde<br />
werkplaatsen.<br />
Hoofdstuk VIII (artikel 14) bepaalt het principe en de periodiciteit<br />
van de controles van de tachograaf en de installatie in haar geheel.<br />
In hoofdstuk IX (artikel 15) worden de vermeldingen die op het<br />
installatieplaatje dienen afgebeeld te worden beschreven, zoals op het<br />
model bepaald door de Administratie.
Le chapitre X (article 16) fixe les conditions de délivrance, d’utilisation,<br />
de restitution ou de remplacement en cas de dépossession<br />
involontaire des cartes tachygraphiques qui peuvent être de quatre<br />
types :<br />
— carte de conducteur<br />
— carte d’entreprise;<br />
— carte d’atelier;<br />
— carte de contrôle.<br />
Chapitre XI (article 17) fixe les conditions de stockage, de conservation,<br />
d’accessibilité des données stockées dans la mémoire du tachygraphe<br />
digital embarqué.<br />
Chapitre XII (articles 18 et 19) désigne les personnes habilitées pour<br />
rechercher et constater les infractions ainsi que le montant des amendes<br />
en cas d’infractions.<br />
Chapitre XIII (article 20) fixe les conditions auxquelles un conducteur<br />
absent pendant une certaine période suite à diverses circonstances peut<br />
apporter la justification de ses absences au moyen d’une attestation<br />
originale de son employeur.<br />
Chapitre XIV (articles 21 à 25) fixe les dispositions transitoires, finales<br />
et abrogatoires.<br />
L’avis du Conseil d’Etat n’a pas été suivi dans les cas suivants :<br />
1° S’agissant de l’homologation des appareils, l’article 3, § 1 er ,<br />
alinéa 1 er , dispose que le Service Métrologie du Service public fédéral<br />
Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie peut confier l’exécution<br />
de certains essais à des laboratoires accrédités par BELAC. Le Conseil<br />
d’Etat considère que la référence à BELAC est prématurée car ce<br />
système d’accréditation n’est pas encore opérationnel.<br />
Cet avis n’a pas été suivi car le projet d’arrêté royal introduisant le<br />
système d’accréditation BELAC sera lui-même prochainement présenté<br />
au Conseil d’Etat. Le maintien de BELAC dans le projet d’arrêté royal<br />
permettra d’éviter la rédaction d’un modificatif d’ici quelques semaines.<br />
En outre, l’homologation des appareils n’a jusqu’à présent jamais<br />
eu lieu en Belgique et aucune demande n’est introduite à ce jour.<br />
2° L’énumération de toutes les infractions possibles avec référence à<br />
la législation est trop volumineuse pour être reprise dans un AR et une<br />
telle liste n’est jamais exhaustive. La publication des infractions<br />
amènerait inévitablement à l’impunité des fraudes possibles non citées.<br />
Nous avons l’honneur d’être,<br />
Sire,<br />
De votre Majesté,<br />
les très respectueux<br />
et fidèles serviteurs.<br />
Le Ministre de la Mobilité,<br />
R. LANDUYT<br />
Le Ministre de l’Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie,<br />
M. VERWILGHEN<br />
14 JUILLET 2005. — Arrêté royal portant exécution du règlement<br />
(CEE) n° 3821/85 du 20 décembre 1985 concernant l’appareil de<br />
contrôle dans le domaine des transports par route<br />
ALBERT II, Roi des Belges,<br />
A tous, présents et à venir, Salut.<br />
Vu le règlement (CEE) n° 3820/85 du Conseil des Communautés<br />
européennes du 20 décembre 1985 relatif à l’harmonisation de certaines<br />
dispositions en matière sociale dans le domaine des transports par<br />
route;<br />
Vu le règlement (CEE) n° 3821/85 du Conseil des Communautés<br />
européennes du 20 décembre 1985 concernant l’appareil de contrôle<br />
dans le domaine des transports par route, modifié par le règlement (CE)<br />
n° 2135/98 du Conseil du 24 septembre 1998 et adapté au progrès<br />
technique par le règlement (CE) n° 1360/2002 de la Commission du<br />
13 juin 2002;<br />
Vu la loi du 18 février 1969, notamment son article 2bis modifié par la<br />
loi du 6 mai 1985, relative aux mesures d’exécution des traités et actes<br />
internationaux en matière de transport par route, par chemin de fer ou<br />
par voie navigable;<br />
Vu la loi du 16 juin 1970 sur les unités, étalons et instruments de<br />
mesure, notamment les articles 12 et 15;<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
33187<br />
Hoofdstuk X (artikel 16) bepaalt de voorwaarden van levering,<br />
gebruik, teruggave of vervanging in geval van onvrijwillige buitenbezitstelling<br />
van tachografische kaarten die in vier types bestaan :<br />
— bestuurderskaart;<br />
— bedrijfskaart;<br />
— werkplaatskaart;<br />
— controlekaart.<br />
Hoofdstuk XI (artikel 17) bepaalt de voorwaarden van opslaan,<br />
bewaring, beschikbaarheid van de opgeslagen gegevens in het geheugen<br />
van de aan boord zijnde digitale tachograaf.<br />
Hoofdstuk XII (artikel 18 en 19) duidt de bevoegde personen aan om<br />
inbreuken te onderzoeken en vast te stellen alsook het bedrag van de<br />
boetes in geval van inbreuken.<br />
Hoofdstuk XIII (artikel 20) bepaalt de voorwaarden voor een<br />
bestuurder die gedurende een bepaalde periode afwezig is ten gevolge<br />
van uiteenlopende omstandigheden om deze afwezigheid te rechtvaardigen<br />
door middel van een origineel attest van zijn werkgever.<br />
Hoofdstuk XIV (artikelen 21 tot 25) stelt de overgangs-, slot- en<br />
opheffingsbepalingen vast.<br />
Het advies van de Raad van State werd niet gevolgd in volgende<br />
gevallen :<br />
1° In verband met de goedkeuring bepaalt artikel 3, § 1, 1e alinea dat<br />
de dienst Metrologie van de Federale Overheidsdienst Economie,<br />
K.M.O., Middenstand en Energie, sommige testen aan door BELAC<br />
geaccrediteerde laboratoria kan toevertrouwen. De Raad van State<br />
voorziet de verwijzing naar BELAC als voorbarig daar deze werkwijze<br />
van accreditatie nog niet operationeel is.<br />
Dit advies werd niet gevolg omdat het ontwerp van KB dat de<br />
accreditatie door BELAC toelaat eerstdaags voor advies aan de Raad<br />
van State zal voorgelegd worden. Het weerhouden van BELAC in het<br />
ontwerp vermijdt het opstellen van een wijziging binnen enkele weken.<br />
Bovendien heeft totnogtoe in België geen enkele goedkeuring plaats<br />
gehad en voor het ogenblik werd geen enkele aanvraag ingediend.<br />
2° De opsomming van alle mogelijke overtredingen met de verwijzing<br />
naar de wetgeving is te omvangrijk om in een koninklijk besluit<br />
vast te leggen en dergelijke lijst kan nooit exhaustief zijn. De publicatie<br />
van de overtredingen zou onvermijdelijk leiden tot de straffeloosheid<br />
van niet opgesomde mogelijke fraudes.<br />
Wij hebben de eer te zijn,<br />
Sire,<br />
Van Uwe Majesteit,<br />
de zeer toegewijde<br />
en zeer trouwe dienaars.<br />
De Minister van Mobiliteit,<br />
R. LANDUYT<br />
De Minister van Economie, K.M.O., Middenstand en Energie,<br />
M. VERWILGHEN<br />
14 JULI 2005. — Koninklijk besluit houdende uitvoering van de<br />
verordening (EEG) nr. 3821/85 van 20 december 1985 betreffende<br />
het controleapparaat in het wegvervoer<br />
ALBERT II, Koning der Belgen,<br />
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.<br />
Gelet op de verordening nr. 3820/85 van de Raad van de Europese<br />
Gemeenschappen van 20 december 1985 tot harmonisatie van bepaalde<br />
voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer;<br />
Gelet op de verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van de<br />
Europese Gemeenschappen van 20 december 1985 betreffende het<br />
controleapparaat in het wegvervoer, gewijzigd bij de verordening (EG)<br />
nr. 2135/98 van de Raad van 24 september 1998 en aangepast aan de<br />
vooruitgang van de techniek bij de verordening (EG) nr. 1360/2002 van<br />
de Commissie van 13 juni 2002;<br />
Gezien de wet van 18 februari 1969, inzonderheid op artikel 2bis<br />
gewijzigd bij wet van 6 mei 1985, betreffende de maatregelen ter<br />
uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer<br />
over de weg, de spoorweg of de waterweg;<br />
Gelet op de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de<br />
meetstandaarden en de meetwerktuigen, inzonderheid op de artikelen<br />
12 en 15;
33188 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Vu la loi du 21 juin 1985 relative aux conditions techniques<br />
auxquelles doivent répondre tout véhicule de transport par terre, ses<br />
éléments ainsi que les accessoires de sécurité, modifiée par la loi du<br />
18 juillet 1990, la loi du 5 avril 1995, la loi du 4 août 1996 et la loi du<br />
27 novembre 1996;<br />
Vu la loi du 20 juillet 1990 sur l’accréditation et la certification des<br />
organismes de certification et de contrôle ainsi que les laboratoires<br />
d’essai.<br />
Vu l’arrêté royal du 13 juillet 1984 portant exécution du règlement<br />
(CEE) n° 3821/85 du Conseil des Communautés européennes du<br />
20 décembre 1985 concernant l’appareil de contrôle dans le domaine<br />
des transports par route tel que modifié par l’arrêté royal du<br />
10 novembre 1987;<br />
Vu l’arrêté royal du 19 juillet 2000 relatif à la perception et à la<br />
consignation d’une somme lors de la constatation d’une infraction en<br />
matière de transport par route, modifié par l’article 67, 2° de l’arrêté<br />
royal du 7 mai 2002 relatif au transport de choses par route;<br />
Vu l’avis de la commission consultative administration-industrie du<br />
10 novembre 2004;<br />
Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 31 janvier 2005;<br />
Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 28 février 2005;<br />
Vu l’association des Gouvernements des Régions à l’élaboration du<br />
présent arrêté;<br />
Vu l’avis de la Commission des Communautés européennes, donné<br />
le 3 mars 2005;<br />
Vu l’avis du Conseil des Ministres, donnée le 13 mai 2005;<br />
Vu l’urgence;<br />
Considérant que l’introduction du tachygraphe digital a connu<br />
beaucoup de retard, dû notamment à l’absence d’appareils homologués<br />
et de fixation des critères d’évaluation des politiques nationales de<br />
sécurité par la Commission des Communautés européennes. Il n’était<br />
donc pas possible et risqué de prendre des dispositions nationales<br />
d’application des règlements concernés;<br />
Considérant que face à cette situation la Commission des Communautés<br />
européennes a décidé de reporter d’un an l’obligation d’équiper<br />
les véhicules, mis pour la première fois en circulation, d’un nouvel<br />
appareil et a fixé la date du moratoire au 5 août 2005. Entre temps, un<br />
premier appareil était homologué et les constructeurs développaient<br />
des politiques de formation des installateurs et les conditions d’utilisation.<br />
Il devenait donc possible de prendre un arrêté d’application. Les<br />
délais devenaient cependant très courts. Les cartes sont en effet<br />
nécessaires pour initialiser et calibrer les appareils de contrôle à la sortie<br />
des chaînes de montage, ce qui signifie que les ateliers doivent être<br />
agréés et les cartes disponibles avant le 5 mai 2005;<br />
Considérant que, dans son contexte, il est impératif que le lancement<br />
des formations et des procédures d’agréments se fasse incessamment;<br />
Vu l’avis 38.472/4 du Conseil d’Etat, donné le 22 juin 2005 en<br />
application de l’ article 84, § 1 er , alinéa 1 er ,1°, des lois coordonnées sur<br />
le Conseil d’Etat;<br />
Sur la proposition de Notre Ministre de la Mobilité et des Transports<br />
et de Notre Ministre de l’Economie, P.M.E., Classes moyennes et<br />
Energie et de l’avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en Conseil,<br />
Nous avons arrêté et arrêtons :<br />
CHAPITRE I er . – Dispositions générales<br />
Article 1 er . Pour l’application du présent arrêté, on entend par :<br />
1° Le règlement : le règlement (CEE) n° 3821/85 du Conseil des<br />
Communautés européennes du 20 décembre 1985 concernant l’appareil<br />
de contrôle dans le domaine des transports par route, modifié par le<br />
règlement (CEE) n° 2135/98 du Conseil du 24 septembre 1998 et adapté<br />
au progrès technique par le règlement (CEE) n° 1360/2002 de la<br />
Commission du 13 juin 2002;<br />
2° L’Administration : la Direction générale Mobilité et Sécurité<br />
routière;<br />
3° Tachygraphe : l’appareil de contrôle ou ses composants dans le<br />
domaine des transports par route au sens du règlement;<br />
Gelet op de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen<br />
waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan,<br />
evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, gewijzigd bij de<br />
wet van 18 juli 1990, de wet van 5 april 1995, de wet van 4 augustus<br />
1996 en de wet van 27 november 1996;<br />
Gelet op de wet van 20 juli 1990 betreffende de accreditatie van<br />
certificatie- en keuringsinstellingen, alsmede van beproevingslaboratoria.<br />
Gelet op het koninklijk besluit van 13 juli 1984 houdende uitvoering<br />
van de verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van de Europese<br />
Gemeenschappen van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat<br />
in het wegvervoer, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van<br />
10 november 1987;<br />
Gelet op het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning<br />
en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige<br />
inbreuken inzake het vervoer over de weg, gewijzigd bij artikel 67, 2°<br />
van het koninklijk besluit van 7 mei 2002 betreffende het vervoer van<br />
zaken over de weg;<br />
Gelet op het advies van de raadgevende commissie administratienijverheid<br />
van 10 november 2004;<br />
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op<br />
31 januari 2005;<br />
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting,<br />
gegeven op 28 februari 2005;<br />
Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen<br />
van dit besluit betrokken zijn;<br />
Gelet op het advies van de Commissie van de Europese Gemeenschappen,<br />
gegeven op 3 maart 2005;<br />
Gelet op het advies van de Ministerraad van 13 mei 2005;<br />
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;<br />
Overwegende dat de invoering van de digitale tachograaf veel<br />
vertraging heeft opgelopen, inzonderheid bij gebrek aan goedgekeurde<br />
apparaten en omdat de evaluatiecriteria voor het veiligheidsbeleid van<br />
de lidstaten nog niet door de Commissie van de Europese Gemeenschappen<br />
werden vastgesteld. Het was dus niet mogelijk en gewaagd<br />
om nationale bepalingen tot uitvoering van de betrokken verordeningen<br />
uit te vaardigen;<br />
Overwegende dat in die situatie, de Commissie van de Europese<br />
Gemeenschappen beslist heeft de verplichting nieuw in het verkeer<br />
gebrachte voertuigen met een nieuw apparaat uit te rusten, met een jaar<br />
uit te stellen en de datum van het moratorium op 5 augustus 2005 vast<br />
te leggen. Daar ondertussen een eerste apparaat werd goedgekeurd en<br />
de fabrikanten installateursopleidingen en gebruiksaanwijzingen uitgewerkt<br />
hadden, werd het nu mogelijk een toepassingsbesluit uit te<br />
werken. De termijnen werden echter zeer krap. Daar kaarten inderdaad<br />
nodig zijn voor de initialisatie en de kalibrering van de controleapparaten<br />
aan het einde van de montagelijnen, betekent dit dat de<br />
werkplaatsen erkend moeten worden en de kaarten beschikbaar<br />
moeten zijn vóór 5 mei 2005;<br />
Overwegende dat het in deze context absoluut noodzakelijk is dat<br />
onverwijld met de opleidingen en de erkenningprocedures wordt<br />
gestart;<br />
Gelet op het advies 38.472/4 van de Raad van State, gegeven op<br />
22 juni 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de<br />
gecoördineerde wetten op de Raad van State;<br />
Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer en<br />
van Onze Minister van Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en<br />
op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,<br />
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :<br />
HOOFDSTUK I. — Algemene bepalingen<br />
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :<br />
1° De verordening : de verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad<br />
van de Europese Gemeenschappen van 20 december 1985 betreffende<br />
het controleapparaat in het wegvervoer, gewijzigd bij de verordening<br />
(EEG) nr. 2135/98 van de Raad van 24 september 1998 en aangepast aan<br />
de vooruitgang van de techniek bij de verordening (EEG) nr. 1360/2002<br />
van de Commissie van 13 juni 2002;<br />
2° De Administratie : het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid;<br />
3° Tachograaf : het controleapparaat of zijn componenten in het<br />
wegvervoer in de zin van de verordening;
4° Unité embarquée sur le véhicule (UEV) : l’appareil de contrôle à<br />
l’exclusion du capteur de mouvement et des câbles de connexion de ce<br />
capteur;<br />
5° Atelier agréé : tout installateur ou réparateur ayant reçu l’agrément<br />
visé àl’article 4;<br />
6° Le Ministre : le Ministre qui a les transports dans ses attributions;<br />
7° Le délégué du Ministre : le Directeur général de la Direction<br />
générale Mobilité et Sécurité routière du Service public fédéral Mobilité<br />
et Transports;<br />
8° Organisme compétent : l’organisme désigné par le Ministre pour<br />
l’émission et la distribution des cartes tachygraphiques;<br />
9° Détenteur du véhicule : soit le propriétaire, soit l’utilisateur<br />
temporaire soit le conducteur.<br />
Art. 2. Tous les véhicules automobiles immatriculés en Belgique et<br />
affectés à un transport par route de voyageurs ou de marchandises<br />
doivent être équipés d’un appareil de contrôle ci-après dénommé<br />
″tachygraphe″ dont les mesures sont enregistrées.<br />
La présente disposition ne s’applique pas aux véhicules automobiles<br />
mentionnés à l’annexe I re .<br />
CHAPITRE II. — Homologations<br />
Art. 3. § 1 er . La demande d’homologation d’un modèle de tachygraphe<br />
ou de feuille d’enregistrement ou de la carte mémoire est introduite<br />
par le fabricant ou son mandataire auprès du Service public fédéral<br />
Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie, Service de la Métrologie.<br />
Ce service peut, sous sa propre surveillance et sa responsabilité,<br />
confier l’exécution de certains essais préalables à d’autres laboratoires,<br />
pour autant que ces laboratoires soient accrédités par BELAC conformément<br />
aux normes de la série EN 17000. Les accréditations délivrées<br />
selon les systèmes avec lesquels BELAC a conclu des reconnaissances<br />
mutuelles sont considérées comme équivalentes.<br />
La demande est accompagnée des documents descriptifs qui permettent<br />
de vérifier la conformité du modèle aux prescriptions du règlement.<br />
§ 2. Le Ministre qui a la Métrologie dans ses attributions ou son<br />
délégué accorde, suspend ou retire l’homologation. Il délivre la marque<br />
d’homologation visée à l’article 6 du règlement.<br />
CHAPITRE III<br />
Dispositions générales relatives à l’agrément des ateliers agréés<br />
Art. 4. § 1 er . Les personnes physiques ou morales qui effectuent dans<br />
leurs locaux les opérations d’installation, de contrôle de l’exactitude ou<br />
de réparation des tachygraphes sont agréées comme installateur en ce<br />
qui concerne l’installation et le contrôle de l’exactitude desdits appareils,<br />
comme réparateur en ce qui concerne leur réparation.<br />
§ 2. Les conditions auxquelles doivent satisfaire les ateliers pour<br />
obtenir un agrément sont fixées à l’annexe II.<br />
§ 3. Toute demande d’agrément en tant qu’installateur ou réparateur<br />
de tachygraphes est adressée à l’Administration.<br />
L’agrément comme installateur ou réparateur de tachygraphes donne<br />
lieu à l’acquittement d’une redevance dont le montant est indiqué à<br />
l’annexe V.<br />
Les redevances sont acquittées auprès del’Administration – Recettes<br />
– du Service public fédéral Mobilité et Transports.<br />
§ 4. L’examen de la capacité professionnelle et technique du<br />
demandeur de même que la vérification de la possession de l’équipement<br />
nécessaire sont effectués chez le demandeur par des agents du<br />
Service public fédéral Mobilité et Transports habilités à cet effet par le<br />
Ministre ou son délégué. Un rapport circonstancié des constations faites<br />
est établi.<br />
§ 5. L’agrément est accordé pour une période de quatre ans. Trois<br />
mois avant la date d’expiration, un nouvel agrément est sollicité.<br />
§ 6. L’agrément en tant qu’installateur ou réparateur est accordé ou<br />
refusé par le Ministre ou son délégué sur la base de l’évaluation initiale.<br />
L’agrément ou le refus d’agrément est notifié dans les trente jours à<br />
dater de l’évaluation initiale. Le rapport dont mention au § 4. susvisé,<br />
motivant la décision d’acceptation ou de refus, est fourni.<br />
Le Service public fédéral Mobilité et Transports tient le registre des<br />
ateliers agréés.<br />
§ 7. L’agrément est refusé si dans la période de 18 mois précédant la<br />
demande d’agrément, un agrément précédent a été retiré sur la base de<br />
l’article 12, § 1 er .<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
33189<br />
4° Voertuigunit (VU) : het controleapparaat met uitzondering van de<br />
bewegingsopnemer en de kabels waarmee de bewegingsopnemer<br />
aangesloten is;<br />
5° Erkende werkplaats: ieder installateur of hersteller in bezit van de<br />
in artikel 4 bedoelde erkenning;<br />
6° De Minister : de Minister die het Vervoer onder zijn bevoegdheid<br />
heeft;<br />
7° De afgevaardigde van de Minister: de Directeur-generaal van het<br />
Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid van de Federale<br />
Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;<br />
8° Bevoegde instantie : de instantie die door de Minister aangeduid is<br />
voor de uitgifte en de verdeling van de tachograafkaarten;<br />
9° Houder van het voertuig : hetzij de eigenaar, hetzij de tijdelijke<br />
gebruiker, hetzij de bestuurder.<br />
Art. 2. Alle in België ingeschreven motorvoertuigen, op de weg<br />
gebruikt voor personen- of goederenvervoer, moeten uitgerust zijn met<br />
een controleapparaat, hierna ″tachograaf″ genoemd, waarvan de metingen<br />
worden geregistreerd.<br />
Deze bepaling is niet van toepassing op de motorvoertuigen vermeld<br />
in bijlage I.<br />
HOOFDSTUK II. — Goedkeuringen<br />
Art. 3. § 1. Het verzoek om goedkeuring van een model van<br />
tachograaf, registratieblad of geheugenkaart wordt ingediend door de<br />
fabrikant of zijn gevolmachtigde bij de Federale Overheidsdienst<br />
Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, Dienst Metrologie. Deze<br />
dienst mag, onder haar toezicht en haar verantwoordelijkheid, de<br />
uitvoering van bepaalde voorafgaande proeven aan andere laboratoria<br />
toewijzen, voorzover deze erkend zijn door BELAC conform de tot de<br />
reeks EN 17000 behorende normen. De accreditaties afgeleverd volgens<br />
de systemen waarmee BELAC een wederzijdse erkenning heeft afgesloten,<br />
worden als gelijkwaardig beschouwd.<br />
Het verzoek gaat vergezeld van beschrijvende documenten die<br />
toelaten de gelijkvormigheid van het model aan de voorschriften van<br />
de verordening te controleren.<br />
§ 2. De Minister bevoegd voor de Metrologie of zijn afgevaardigde<br />
verleent de goedkeuring, schorst ze of trekt ze in. Hij kent het in<br />
artikel 6 van de verordening bedoelde goedkeuringsmerk toe.<br />
HOOFDSTUK III<br />
Algemene bepalingen betreffende de erkenning van de werkplaatsen<br />
Art. 4. § 1. De natuurlijke personen of rechtspersonen die de<br />
installatie, de controle van de meetnauwkeurigheid of de herstelling<br />
van tachografen in hun lokalen uitvoeren, worden erkend als installateur,<br />
wat de installatie en de controle van de meetnauwkeurigheid van<br />
de apparaten betreft en als hersteller, wat hun herstelling betreft.<br />
§ 2. De voorwaarden waaraan de werkplaatsen moeten voldoen om<br />
een erkenning te bekomen, zijn bepaald in bijlage II.<br />
§ 3. Iedere aanvraag om erkenning als installateur of hersteller van<br />
tachografen wordt gericht aan de Administratie.<br />
De erkenning als installateur of hersteller van tachografen geeft<br />
aanleiding tot de inning van een retributie waarvan het bedrag<br />
vastgesteld is in bijlage V.<br />
De retributies worden geïnd door de Administratie – Ontvangsten –<br />
van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.<br />
§ 4. Door de Minister of zijn afgevaardigde gemachtigde ambtenaren<br />
van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer gaan bij de<br />
aanvrager na of hij de vereiste beroepsbekwaamheid en technische<br />
vaardigheid bezit en over de nodige uitrusting beschikt. Een omstandig<br />
verslag van de gedane vaststellingen wordt opgemaakt.<br />
§ 5. De erkenning wordt toegekend voor een periode van vier jaar.<br />
Drie maanden vóór de vervaldatum wordt een nieuwe erkenning<br />
aangevraagd.<br />
§ 6. De erkenning als installateur of hersteller wordt verleend of<br />
geweigerd door de Minister of zijn afgevaardigde, op basis van de<br />
eerste evaluatie. De erkenning of de weigering wordt betekend binnen<br />
de dertig dagen na de eerste evaluatie. Het verslag waarvan sprake in<br />
bovengenoemde § 4. met de motivering van de beslissing van<br />
aanvaarding of weigering, wordt meegeleverd.<br />
De Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer houdt het register<br />
van erkende werkplaatsen bij.<br />
§ 7. De erkenning wordt geweigerd indien tijdens de periode van<br />
18 maanden voorafgaand aan de erkenningsaanvraag, een vorige<br />
erkenning werd ingetrokken op basis van artikel 12, § 1.
33190 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Art. 5. Le détenteur du véhicule remet aux conducteurs la clé du<br />
tachygraphe lorsque celui-ci est muni d’une telle clé.<br />
CHAPITRE IV. — Agrément des installateurs<br />
ou réparateurs limité aux tachygraphes analogiques<br />
Art. 6. Les ateliers agréés avant l’entrée en vigueur du présent arrêté<br />
et ne désirant pas étendre leur activité au tachygraphe digital ou les<br />
ateliers introduisant une première demande d’agrément d’installateur<br />
ou de réparateur limitée aux tachygraphes analogiques sont soumis aux<br />
dispositions de l’annexe III.<br />
CHAPITRE V. — Agrément des installateurs<br />
ou réparateurs de tachygraphes digitaux<br />
Section 1 re . — Généralités<br />
Art. 7. § 1 er . Les ateliers déjà agréés avant l’entrée en vigueur du<br />
présent arrêté et désirant élargir leur activité au tachygraphe digital en<br />
introduisent la demande auprès del’Administration et respectent les<br />
exigences techniques spécifiques fixées à l’annexe II, A et C.<br />
L’agrément des ateliers non agréés avant l’entrée en vigueur du<br />
présent arrêté est subordonné au respect des exigences techniques de<br />
l’annexe II :<br />
— points A et C pour l’installation des tachygraphes analogiques et<br />
digitaux;<br />
— point C pour l’installation des tachygraphes digitaux;<br />
— point D pour la réparation des tachygraphes digitaux.<br />
Tout atelier agréé en tant qu’installateur est à même d’effectuer<br />
l’étalonnage des tachygraphes de tous les fabricants; il en est de même<br />
pour le téléchargement des données et la délivrance du certificat<br />
d’impossibilité de téléchargement dont le modèle figure à l’annexe IV.<br />
Un atelier agréé ne peut sous-traiter aucune des opérations pour<br />
lesquelles il est agréé.<br />
Toute activité yafférente ne peut être effectuée que par l’installateur<br />
ou réparateur agrée dans l’atelier agrée à ces fins.<br />
Toutefois, les fabricants de véhicules ou leurs représentants ayant des<br />
installations de production en Belgique ou les fabricants de carrosseries<br />
d’autobus et d’autocars peuvent bénéficier d’un agrément de portée<br />
limitée pour l’installation de tachygraphes neufs à borddevéhicules<br />
neufs et à leur activation. Au cours de l’installation, ils préréglent tous<br />
les paramètres connus. Le Ministre ou son délégué fixe les conditions<br />
d’obtention de l’agrément de portée limitée.<br />
Les dirigeants ou associés del’atelier agréé ainsi que le personnel de<br />
celui-ci, ne sont pas autorisés à participer à des activités de transport<br />
par route.<br />
§ 2. Le Ministre ou son délégué attribue à tout installateur ou<br />
réparateur agréé une marque d’i-dentification à reproduire sur tous les<br />
scellements qu’il effectue. Cette marque est composée de deux parties<br />
distinctes :<br />
— les lettres « TDT »;<br />
— un numéro attribué par l’Administration.<br />
Section 2. — Ateliers agréés<br />
Art. 8. § 1 er . Toute intervention sur un tachygraphe digital, est<br />
conforme aux dispositions de l’article 12 et de l’annexe IB du même<br />
règlement. Parallèlement, les instructions ou recommandations établies,<br />
le cas échéant, par les fabricants des véhicules et des tachygraphes<br />
digitaux doivent être respectées.<br />
Toute connexion qui, si elle était déconnectée, entraînerait des<br />
modifications ou des pertes de données indécelables est scellée par<br />
l’atelier agréé.<br />
Toutes les interventions techniques ainsi que la pose des scellés sont<br />
réalisées dans les locaux de l’atelier agréé.<br />
L’atelier agréé veille à ce que les outils de pose des scellés ainsi que<br />
les cartes d’atelier soient gardés dans des armoires ou coffres-forts<br />
fermés à clé.<br />
Toute perte ou tout vol d’un outil de pose de scellés est immédiatement<br />
signalée à l’Administration. En cas de vol, elle est en outre<br />
immédiatement signalée à la police.<br />
Tout scellement et apposition d’un poinçon sont consignés dans un<br />
fichier numéroté qui peut être vérifié par les agents qualifiés visés à<br />
l’article 13. Ce fichier peut être tenu par voie informatique.<br />
Art. 5. Wanneer de tachograaf met een sleutel uitgerust is, overhandigt<br />
de houder van het voertuig de sleutel aan de bestuurders.<br />
HOOFDSTUK IV. — Erkenning van de installateurs<br />
of herstellers die zich tot analoge tachografen beperken<br />
Art. 6. De werkplaatsen die erkend waren vóór de inwerkingtreding<br />
van dit besluit en die hun activiteit niet wensen uit te breiden tot<br />
digitale tachografen, of de werkplaatsen die een eerste aanvraag tot<br />
erkenning als installateur of hersteller indienen die zich beperkt<br />
analoge tachografen indienen, zijn onderworpen aan de bepalingen van<br />
bijlage III.<br />
HOOFDSTUK V. — Erkenning van installateurs<br />
of herstellers van digitale tachografen<br />
Afdeling 1. — Algemeen<br />
Art. 7. § 1. De werkplaatsen die erkend waren vóór de inwerkingtreding<br />
van dit besluit en die hun activiteit wensen uit te breiden tot<br />
digitale tachografen, dienen hiertoe een verzoek in bij de Administratie<br />
en beantwoorden aan de specifieke technische vereisten van bijlage II,<br />
A en C.<br />
De erkenning van werkplaatsen die niet erkend waren vóór de<br />
inwerkingtreding van dit besluit vereist dat ze beantwoorden aan de<br />
technische eisen van bijlage II :<br />
— punten A en C voor de installatie van analoge en digitale<br />
tachografen;<br />
— punt C voor de installatie van digitale tachografen;<br />
— punt D voor de herstelling van digitale tachografen.<br />
Iedere werkplaats erkend als installateur kan de tachografen van alle<br />
fabrikanten ijken; hetzelfde geldt voor de overbrenging van de<br />
gegevens en de uitreiking van het certificaat van onmogelijkheid van<br />
gegevensoverdracht waarvan het model op bijlage IV staat.<br />
Een erkende werkplaats mag geen enkele activiteit in onderaanneming<br />
uitbesteden waarvoor zij erkend is.<br />
Elke desbetreffende activiteit mag slechts door de erkende installateur<br />
of hersteller in zijn daartoe erkende werkplaats worden uitgevoerd.<br />
Evenwel kunnen de fabrikanten van voertuigen of hun vertegenwoordigers,<br />
die over een productielijn beschikken in België, of de<br />
koetswerkfabrikanten van bussen en autocars genieten van een erkenning<br />
met beperkte draagwijdte voor de installatie van nieuwe tachografen<br />
aan boord van nieuwe voertuigen en voor hun activering.<br />
Tijdens de installatie stellen zij de reeds gekende parameters in. De<br />
Minister of zijn afgevaardigde bepaalt de voorwaarden voor het<br />
bekomen van de erkenning met beperkte draagwijdte.<br />
De directeurs of de vennoten van de erkende werkplaats alsook hun<br />
personeel mogen geen activiteiten uitoefenen in de sector van het<br />
wegvervoer.<br />
§ 2. De Minister of zijn afgevaardigde kent aan ieder erkend<br />
installateur of hersteller een identificatiemerk toe, dat hij moet aanbrengen<br />
op alle verzegelingen die hij uitvoert. Dit merkteken bestaat uit<br />
twee onderscheiden delen:<br />
— de letters « TDT »;<br />
— een door de Administratie toegekend nummer.<br />
Afdeling 2. — Erkende werkplaatsen<br />
Art. 8. § 1. Iedere ingreep op een digitale tachograaf beantwoordt<br />
aan de bepalingen van artikel 12 en bijlage IB van dezelfde verordening.<br />
Daarnaast moeten, in voorkomend geval, de instructies of de<br />
aanbevelingen van de fabrikanten van voertuigen en van digitale<br />
tachografen opgevolgd worden.<br />
Elke verbinding die indien zij onderbroken wordt, niet opspoorbare<br />
wijzigingen of niet aantoonbare verlies van gegevens met zich kan<br />
brengen, wordt door de erkende werkplaats verzegeld.<br />
Alle technische handelingen alsook de verzegeling gebeuren in de<br />
lokalen van de erkende werkplaats.<br />
De erkende werkplaats zorgt ervoor dat het verzegelingsgereedschap<br />
en de werkplaatskaarten in gesloten kasten of brandkasten bewaard<br />
worden.<br />
Elk verlies of elke diefstal van verzegelinggereedschap wordt<br />
onmiddellijk meegedeeld aan de Administratie. Bij diefstal wordt<br />
bovendien ook onmiddellijk aangifte gedaan bij de politie.<br />
Elke verzegeling en het aanbrengen van een stempel wordt opgetekend<br />
in een genummerd bestand dat door de in artikel 13 bedoelde<br />
bevoegde ambtenaren kan gecontroleerd worden. Dit bestand mag op<br />
computer worden bijgehouden.
§ 2. L’atelier agréé soumet l’étalonnage ou la vérification périodique<br />
de ses équipements à des laboratoires, soit accrédités par BELAC<br />
conformément aux normes de la série EN 17000, soit agréés par<br />
l’Administration. Les accréditations délivrées selon les systèmes avec<br />
lesquels BELAC a conclu des reconnaissances mutuelles sont considérées<br />
comme équivalentes.<br />
Les instruments de contrôle sont étalonnés avant leur utilisation, et<br />
au moins à des intervalles réguliers au cours de leur utilisation. L’atelier<br />
agréé tient un registre de tous les étalonnages effectués.<br />
§ 3. Un document de travail, dont le modèle est fixé par le Ministre<br />
ou son délégué, est rédigé chaque fois qu’un tachygraphe est installé,<br />
réparé ou contrôlé sur son exactitude. Ce document est conservé dans<br />
un classement ou support informatique approprié pendant une durée<br />
de quatre ans.<br />
Ce document comporte un numéro composé de deux parties<br />
distinctes :<br />
— les quatre chiffres de l’année civile en cours;<br />
— un numéro attribué selon l’ordre chronologique des interventions.<br />
§ 4. Toute modification de la situation juridique ou du lieu<br />
d’implantation de l’atelier agréé est notifiée par envoi recommandé<br />
avec accusé de réception à l’Administration. Le Ministre ou son délégué<br />
décide s’il convient de délivrer une nouvelle marque d’agrément à<br />
l’atelier ou s’il suffit d’apporter une régularisation administrative<br />
accompagnée de la fourniture de documents actualisés.<br />
Tout installateur ou réparateur qui cesse ses activités dans le domaine<br />
des tachygraphes en informe immédiatement par écrit l’Administration.<br />
§ 5. L’atelier agréé est tenu d’assurer le téléchargement des données<br />
stockées dans la mémoire de ses cartes d’atelier, chaque jour où celles-ci<br />
ont été utilisées. Ces données sont conservées pendant au moins quatre<br />
ans. Une copie de sauvegarde est conservée durant la même période<br />
dans un endroit sécurisé différent du local tachygraphe afin de garantir<br />
en toutes circonstances la conservation des données.<br />
Section 3. — Téléchargement des données stockées<br />
dans la mémoiredel’appareil de contrôle<br />
Art. 9. § 1 er . Outre les interventions techniques, les ateliers agréés<br />
sont en mesure de réaliser le téléchargement des données stockées dans<br />
la mémoire de l’appareil de contrôle. La transmission de ces données ne<br />
peut être faite qu’au détenteur du véhicule ou à une personne autorisée<br />
par ce dernier. Cette transmission est effectuée sous une forme<br />
garantissant la confidentialité des données précitées.<br />
Le téléchargement auquel il est fait référence à l’alinéa précédent est<br />
réalisé avant le remplacement ou le retrait de l’appareil de contrôle du<br />
véhicule.<br />
Une fois ledit téléchargement réalisé, il convient de vérifier que les<br />
données téléchargées contiennent tous les éléments de sécurité relatifs<br />
à leur authenticité et à leur intégrité.<br />
Pour chaque téléchargement réalisé, il convient de noter les informations<br />
requises en vue de la rédaction d’un rapport sur le téléchargement<br />
des données. Ces documents sont archivés et conservés pour une durée<br />
de quatre ans.<br />
Une copie des données téléchargées de l’unité embarquée sur le<br />
véhicule est archivée et conservée pour une durée minimum de quatre<br />
ans. De plus, il convient d’effectuer une copie de sauvegarde de chaque<br />
téléchargement réalisé vers un média externe sécurisé. La copie de<br />
sauvegarde est conservée durant la même période dans un endroit<br />
sécurisé différent du local tachygraphe afin de garantir en toutes<br />
circonstances la conservation des données.<br />
§ 2. Toutes les données sont conservées dans l’armoire ou le<br />
coffre-fort fermant à clé prévu à cet effet, dans le local tachygraphe de<br />
l’atelier agréé.<br />
Dans le cas où il n’est pas possible de réaliser le téléchargement de<br />
données, l’atelier agréé est tenu de rédiger en double exemplaire un<br />
certificat d’impossibilité de téléchargement selon le modèle de l’annexe IV<br />
au présent arrêté.<br />
L’un de ces exemplaires est transmis au détenteur du véhicule ou à la<br />
personne autorisée par ce dernier. L’atelier agréé conserve une copie de<br />
ces certificats pendant une période de quatre ans.<br />
§ 3. Toutes les données téléchargées et documents rédigés dans le<br />
cadre de cette activité sont tenus à la disposition des agents du Service<br />
public fédéral Mobilité et Transports habilités à cet effet par le Ministre<br />
ou son délégué.<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
33191<br />
§ 2. De erkende werkplaats laat de ijking of het periodiek nazicht van<br />
zijn uitrusting uitvoeren door een laboratorium, dat hetzij geaccrediteerd<br />
is door BELAC conform de serie EN 17000-normen, hetzij<br />
geaccrediteerd door de Administratie. De accreditaties afgeleverd<br />
volgens de systemen waarmee BELAC een wederzijdse erkenning heeft<br />
afgesloten, worden als gelijkwaardig beschouwd.<br />
De controle-instrumenten worden geijkt vóór hun gebruik en op<br />
regelmatige tijdstippen gedurende hun gebruik. De erkende werkplaats<br />
houdt een register bij van alle uitgevoerde ijkingen.<br />
§ 3. Een werkdocument, waarvan het model is vastgelegd door de<br />
Minister of zijn afgevaardigde, wordt opgesteld telkens een tachograaf<br />
geïnstalleerd, hersteld of op zijn meetnauwkeurigheid gecontroleerd<br />
wordt. Dit document wordt vier jaar bewaard in een klassement of op<br />
een passende informatiedrager.<br />
Dit document draagt een nummer bestaande uit twee onderscheiden<br />
delen:<br />
— de vier cijfers van het lopende kalenderjaar;<br />
— een nummer naar de chronologische volgorde van de ingrepen.<br />
§ 4. Iedere wijziging in de juridische toestand of van de vestigingsplaats<br />
van de erkende werkplaats wordt per aangetekende brief met<br />
bericht van ontvangst aan de Administratie betekend. De Minister of<br />
zijn afgevaardigde oordeelt of een nieuw erkenningsmerk aan de<br />
werkplaats toegekend wordt of als een administratieve regularisatie op<br />
voorlegging van de bijgewerkte documenten volstaat.<br />
Ieder installateur of hersteller die zijn werkzaamheden i.v.m. de<br />
tachografen stopzet, geeft daarvan onmiddellijk schriftelijk kennis aan<br />
de Administratie.<br />
§ 5. De erkende werkplaats moet zorgen voor de overbrenging van<br />
de in het geheugen van zijn werkplaatskaarten opgeslagen gegevens,<br />
iedere dag dat deze gebruikt werden. Deze gegevens worden minstens<br />
vier jaar bewaard. Een back-up wordt even lang bewaard op een<br />
beveiligde plaats die van het tachograaflokaal gescheiden is, teneinde<br />
de bewaring van de gegevens in alle omstandigheden te waarborgen.<br />
Afdeling 3. — Overbrenging van de in het geheugen<br />
van het controleapparaat opgeslagen gegevens<br />
Art. 9. § 1. Naast de technische handelingen, kunnen de erkende<br />
werkplaatsen de in het geheugen van het controleapparaat opgeslagen<br />
gegevens overbrengen. De gegevens mogen enkel verstrekt worden aan<br />
de houder van het voertuig of aan een door hem gemachtigd persoon.<br />
De overbrenging gebeurt in een vorm die de vertrouwelijkheid van de<br />
voornoemde gegevens waarborgt.<br />
De in het vorige lid bedoelde overbrenging wordt uitgevoerd vóórde<br />
vervanging van het controleapparaat of zijn verwijdering uit het<br />
voertuig.<br />
Na de uitvoering van de overbrenging moet nagegaan worden of de<br />
overgebrachte gegevens alle veiligheidselementen betreffende hun<br />
echtheid en hun integriteit bevatten.<br />
Voor iedere uitgevoerde overbrenging moet de nodige informatie<br />
opgetekend worden met het oog op het opmaken van een verslag<br />
betreffende de overbrenging van de gegevens. Deze documenten<br />
worden gearchiveerd en bewaard voor een duur van vier jaar.<br />
Een kopie van de uit de voertuigunit overgebrachte gegevens wordt<br />
gearchiveerd en bewaard voor ten minste vier jaar. Bovendien moet een<br />
back-up uitgevoerd worden van elke overbrenging van gegevens naar<br />
een beveiligde externe mediumdrager. De back-up wordt even lang<br />
bewaard op een beveiligde plaats buiten het tachograaflokaal, teneinde<br />
de bewaring van de gegevens in alle omstandigheden te waarborgen.<br />
§ 2. Alle gegevens worden bewaard in de daartoe bestemde gesloten<br />
kast of brandkast in het tachograaflokaal van de erkende werkplaats.<br />
In het geval dat de overbrenging van de gegevens niet mogelijk is,<br />
moet de erkende werkplaats een certificaat van onmogelijkheid van<br />
gegevensoverdracht waarvan het model op bijlage IV van dit besluit<br />
staat, in tweevoud opstellen.<br />
Eén exemplaar wordt of aan de houder van het voertuig of aan een<br />
door hem gemachtigde persoon afgeleverd. De erkende werkplaats<br />
bewaart een kopie van deze certificaten gedurende vier jaar.<br />
§ 3. Alle overgebrachte gegevens en in het kader van deze activiteit<br />
opgestelde documenten worden ter beschikking gehouden van de door<br />
de Minister of zijn afgevaardigde gemachtigde ambtenaren van de<br />
Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.
33192 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Section 4. — Personnel des ateliers agréés<br />
Art. 10. L’atelier agréé dispose d’un effectif d’au moins deux<br />
personnes : un responsable technique et un technicien. Le responsable<br />
technique possède une qualification suffisante ainsi qu’une bonne<br />
maîtrise de l’outil informatique. Il veille au respect de toutes les<br />
exigences conditionnant l’agrément.<br />
Chaque membre du personnel affecté à l’installation ou à la<br />
réparation a suivi la formation visée à l’article 11.<br />
L’attestation de formation initiale a une validité de deux ans. Les<br />
attestations de recyclage ont une validité de trois ans.<br />
Tout changement de personnel qualifié est immédiatement notifiée à<br />
l’Administration avec mention de la date à laquelle le changement a eu<br />
lieu.<br />
Un détenteur ne dispose que d’une seule carte d’atelier et ne l’utilise<br />
que dans le cadre d’activité de l’atelier auquel la carte a été délivrée.<br />
Section 5. — Formation du personnel des ateliers agréés<br />
Art. 11. Le Ministre désigne les organismes de formation selon les<br />
conditions suivantes :<br />
1° les cours de formation et de recyclage sont dispensés, dans des<br />
locaux spécifiques par des organismes de formation sur base d’un<br />
programme ayant reçu l’aval du Ministre ou de son délégué;<br />
2° les formateurs des organismes visés au point 1° justifient de leur<br />
expérience dans le domaine et d’une formation spécifique continue,<br />
dispensée par les fabricants de tachygraphes;<br />
3° le programme de formation porte sur l’application de la réglementation<br />
en vigueur, les spécifications techniques actualisées du tachygraphe,<br />
le téléchargement des données et les applications informatiques<br />
pour réaliser les interventions techniques, la programmation et la pose<br />
des scellés. La formation est clôturée par une épreuve d’évaluation;<br />
4° la présence au cours est obligatoire. Les sessions d’écolage sont<br />
organisées pour des groupes de douze personnes au maximum. Les<br />
cours initiaux comprennent au minimum 20 heures de formation, les<br />
cours de recyclage comprennent au minimum 12 heures de formation.<br />
Le matériel didactique pour les cours est composé au moins, par groupe<br />
de deux personnes, des éléments suivants :<br />
— 1 ordinateur répondant à des caractéristiques adaptées aux<br />
applications informatiques actualisées du tachygraphe;<br />
— 1 équipement technique permettant de réaliser sur les tachygraphes<br />
l’activation, la programmation, l’étalonnage et le téléchargement<br />
des données.<br />
Les manuels techniques et modes d’emploi du tachygraphe sont<br />
remis à chaque participant.<br />
5° le programme, le contenu des cours de formation ainsi que les<br />
épreuves d’évaluation sont soumis à l’accord de l’Administration.<br />
6° les organismes de formation, pour chaque session de cours qu’ils<br />
organisent, communiquent à l’Administration au moins 15 jours à<br />
l’avance les dates, les thèmes, les lieux et les noms des formateurs;<br />
7° pour chaque candidat ayant participé avec succès au cours de<br />
formation, lesdits organismes délivrent une attestation dont le modèle<br />
est défini par l’Administration et dont une copie lui est adressée dans<br />
un délai de quinze jours;<br />
8° les organismes de formation tiennent un registre de toutes les<br />
sessions dispensées ainsi qu’un registre des participants.<br />
CHAPITRE VI. — Retrait d’agrément<br />
Art. 12. § 1 er .L’agrément peut être retiré par le Ministre ou son<br />
délégué lorsqu’une installation, un contrôle de l’exactitude ou une<br />
réparation n’a pas été effectué conformément aux prescriptions du<br />
règlement.<br />
L’agrément comme installateur ou réparateur peut également être<br />
retiré lorsqu’il est constaté conformément à l’article 13, que les<br />
conditions du présent arrêté pour l’installation et la réparation des<br />
tachygraphes ne sont plus remplies.<br />
§ 2. Le retrait d’agrément est notifié à l’intéressé par le Ministre ou<br />
son délégué.<br />
Dans les trente jours à dater de la notification du retrait de<br />
l’agrément, l’intéressé peut, par lettre recommandée, introduire un<br />
recours auprès du Ministre.<br />
Afdeling 4. — Personeel van de erkende werkplaatsen<br />
Art. 10. De erkende werkplaats beschikt ten minste over twee<br />
personen : een technisch verantwoordelijke en een technicus. De<br />
technisch verantwoordelijke beschikt over een voldoende kwalificatie<br />
en beheerst goed de computerapparatuur. Hij zorgt voor de naleving<br />
van alle voorwaarden op basis waarvan de erkenning werd afgeleverd.<br />
Ieder personeelslid dat met de installatie of de herstelling belast is,<br />
heeft de in artikel 11 bedoelde opleiding gevolgd.<br />
Het basisopleidingsattest heeft een geldigheidsduur van twee jaar.<br />
De vervolmakingsattesten zijn drie jaar geldig.<br />
Iedere wijziging van gekwalificeerd personeel wordt onmiddellijk ter<br />
kennis gebracht van de Administratie, met vermelding van de datum<br />
waarop de wijziging heeft plaatsgehad.<br />
Een houder beschikt slechts over één enkele werkplaatskaart en<br />
gebruikt ze enkel in het kader van de activiteiten van de werkplaats die<br />
ze kreeg.<br />
Afdeling 5. — Opleiding van het personeel van<br />
de erkende werkplaatsen<br />
Art. 11. De Minister duidt de opleidingsinstellingen aan volgens de<br />
hierna bepaalde voorwaarden :<br />
1° de opleidings- en vervolmakingscursussen worden in specifieke<br />
lokalen door opleidingsinstellingen verstrekt op basis van een programma,<br />
goedgekeurd door de Minister of zijn afgevaardigde;<br />
2° de lesgevers van de in punt 1° bedoelde instellingen leveren het<br />
bewijs van hun ervaring in het domein en van een continu specifieke<br />
vorming verstrekt door de tachograaffabrikanten;<br />
3° het opleidingsprogramma omvat : de toepassing van de vigerende<br />
reglementering, de bijgewerkte technische specificaties van de tachograaf,<br />
de overbrenging van de gegevens en de computertoepassingen<br />
nodig voor de technische ingrepen, de programmering en de verzegeling.<br />
De opleiding wordt afgesloten met een evaluatieproef;<br />
4° de aanwezigheid op de cursus is verplicht. De opleidingen worden<br />
georganiseerd voor groepen van maximaal 12 personen. De basiscursussen<br />
tellen minstens 20 uur opleiding; de vervolmakingcursussen<br />
tellen minstens 12 uur opleiding. Het didactisch materieel voor de<br />
cursussen omvat, per groep van twee personen, tenminste de volgende<br />
zaken :<br />
— 1 computer aangepast aan de geactualiseerde informaticatoepassingen<br />
van de tachograaf;<br />
— 1 technische uitrusting voor de activering, de programmering en<br />
de ijking van de tachograaf, en de overbrenging van de<br />
gegevens.<br />
De technische handboeken en de gebruiksaanwijzing van de tachograaf<br />
worden aan iedere deelnemer overhandigd.<br />
5° het programma, de inhoud van de opleidingscursussen alsook de<br />
evaluatieproeven worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Administratie.<br />
6° minstens 15 dagen vóór elke sessie die zij organiseren, bezorgen de<br />
opleidingsinstellingen de data, de thema’s, de plaatsen en de naam van<br />
de lesgevers aan de Administratie;<br />
7° iedere kandidaat die met vrucht een opleidingscursus gevolgd<br />
heeft, krijgt van de opleidingsinstelling een attest waarvan het model<br />
door de Administratie vastgelegd is; een kopie ervan wordt binnen<br />
15 dagen naar de Administratie gestuurd;<br />
8° de opleidingsinstellingen houden een register bij van alle georganiseerde<br />
sessies alsook van de deelnemers.<br />
HOOFDSTUK VI. — Intrekking van erkenning<br />
Art. 12. § 1. De erkenning kan worden ingetrokken door de Minister<br />
of zijn afgevaardigde, indien een installatie, een controle van de<br />
meetnauwkeurigheid of een herstelling niet overeenkomstig de voorschriften<br />
van de verordening werd uitgevoerd.<br />
De erkenning als installateur of hersteller kan ook worden ingetrokken<br />
indien, bij toepassing van artikel 13, wordt vastgesteld dat niet<br />
meer voldaan is aan de voorwaarden van dit besluit voor het installeren<br />
of herstellen van tachografen.<br />
§ 2. De intrekking van de erkenning wordt aan de betrokkene<br />
betekend door de Minister of zijn afgevaardigde.<br />
Binnen dertig dagen na de kennisgeving van de intrekking van de<br />
erkenning, kan de betrokkene per aangetekende brief beroep instellen<br />
bij de Minister.
Le Ministre statue par décision motivée, dans les trente jours de<br />
l’envoi de la lettre, éventuellement après que l’intéressé ou son<br />
mandataire ait été entendu.<br />
Le recours n’est pas suspensif.<br />
CHAPITRE VII. — Contrôle des ateliers agréés<br />
Art. 13. Les agents du Service public fédéral Mobilité et Transports<br />
habilités à cet effet peuvent procéder à tout moment et à tout endroit au<br />
contrôle des ateliers agréés.<br />
Le Roi peut agréer, aux conditions fixées à l’annexe VI, des<br />
organismes compétents pour effectuer les contrôles visés à l’alinéa 1 er .<br />
Ces organismes sont indépendants de la fabrication, de l’importation<br />
ou de la commercialisation des tachygraphes.<br />
CHAPITRE VIII<br />
Inspections et contrôles des véhicules équipés d’un tachygraphe<br />
Art. 14. § 1 er . Les véhicules soumis aux prescriptions du présent<br />
arrêté font l’objet d’une inspection du tachygraphe et de l’installation<br />
dans son ensemble, en vue de s’assurer que le tachygraphe et son<br />
installation sont conformes aux dispositions du règlement.<br />
§ 2. Les inspections visées au § 1 er sont effectués par les installateurs<br />
agréés. Elles ont lieu :<br />
1° pour les tachygraphes digitaux, après toute réparation, après toute<br />
modification du coefficient caractéristique du véhicule ou de la<br />
circonférence effective des pneumatiques ou lorsque l’horloge TUC est<br />
fausse de plus de vingt minutes.<br />
Au moins tous les deux ans, les véhicules font l’objet d’une<br />
inspection qui comprend un étalonnage. Lors de cette inspection,<br />
l’installateur est tenu de renouveler la plaquette d’installation.<br />
2° pour les tachygraphes analogiques : au moins tous les deux ans,<br />
les véhicules font l’objet d’un contrôle, effectué par un installateur<br />
agréé, qui comprend l’examen de :<br />
— l’état et du bon fonctionnement de l’appareil;<br />
— la présence de la marque d’homologation sur les appareils;<br />
— la présence de la plaquette d’installation;<br />
— l’intégrité des scellements de l’appareil et des autres éléments de<br />
l’installation;<br />
— la circonférence effective des pneumatiques.<br />
Une plaquette de contrôle, dont le modèle est fixé par l’Administration,<br />
est apposée à proximité immédiate de la plaquette d’installation.<br />
Elle comporte les nom, adresse et numéro d’agrément de l’installateur<br />
ainsi que la date du contrôle.<br />
Au moins tous les six ans, les véhicules font l’objet d’une inspection<br />
qui comprend un étalonnage. Lors de cette inspection, l’installateur est<br />
tenu de renouveler la plaquette d’installation;<br />
3° pour tous les tachygraphes :<br />
— lors de la mise ou remise en circulation du véhicule;<br />
— chaque fois qu’un agent de contrôle visé àl’article 18 le requiert.<br />
Dans le cas ou le tachygraphe est conforme aux dispositions du<br />
règlement les frais d’inspection sont à charge de l’Etat.<br />
§ 3. Indépendamment des inspections et contrôles visés aux § 1 er et<br />
§ 2, une fois par an, à l’occasion du contrôle technique périodique du<br />
véhicule automobile, sont contrôlées :<br />
— la présence du tachygraphe;<br />
— la validité de la plaquette d’installation et s’il y a lieu, la validité<br />
de la plaquette de contrôle;<br />
— l’intégrité des scellés.<br />
Lors du contrôle technique périodique, si le véhicule est muni d’un<br />
tachygraphe analogique, celui-ci est équipé d’un disque d’enregistrement<br />
sur lequel au moins une distance parcourue de 5 km est indiquée.<br />
§ 4. Tout véhicule pour lequel les agents de contrôle visés à l’article<br />
18 ont constaté que le tachygraphe n’est plus conforme aux<br />
prescriptions du règlement, du fait d’une intervention non autorisée, ne<br />
peut être utilisé sur la voie publique que pour rejoindre un atelier agréé<br />
en vue de sa remise en conformité.<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
33193<br />
De Minister doet bij gemotiveerde beslissing uitspraak binnen de<br />
dertig dagen na de verzending van de brief, eventueel na de betrokkene<br />
of zijn gevolmachtigde te hebben gehoord.<br />
Het beroep is niet opschortend.<br />
HOOFDSTUK VII. — Controle van de erkende werkplaatsen<br />
Art. 13. De hiertoe gemachtigde ambtenaren van de Federale Overheidsdienst<br />
Mobiliteit en Vervoer kunnen te allen tijde en overal de<br />
erkende werkplaatsen controleren.<br />
De Koning kan, onder de voorwaarden vastgelegd in bijlage VI,<br />
bevoegde instellingen erkennen om de in het lid 1 bedoelde controles<br />
uit te voeren. Deze instellingen zijn niet betrokken bij de fabricatie, de<br />
invoer of het in de handel brengen van tachografen.<br />
HOOFDSTUK VIII<br />
Inspecties en controles van de met een tachograaf uitgeruste voertuigen<br />
Art. 14. § 1. De voertuigen, onderworpen aan de voorschriften van<br />
dit besluit, ondergaan een inspectie van de tachograaf en van de<br />
installatie in haar geheel, teneinde na te gaan of de tachograaf en zijn<br />
installatie in overeenstemming zijn met de voorschriften van de<br />
verordening.<br />
§ 2. De in § 1 bedoelde inspecties worden uitgevoerd door de erkende<br />
installateurs. Ze hebben plaats :<br />
1° voor de digitale tachografen, na elke herstelling, na elke wijziging<br />
van de karakteristieke coëfficiënt van het voertuig of van de effectieve<br />
bandenomtrek of wanneer het UTC uurwerk een afwijking vertoont<br />
van meer dan twintig minuten.<br />
De voertuigen maken ten minste om de twee jaar het voorwerp uit<br />
van een inspectie, met inbegrip van een ijking. Bij deze inspectie moet<br />
de installateur het installatieplaatje vernieuwen.<br />
2° voor de analoge tachografen : de voertuigen maken ten minste om<br />
de twee jaar het voorwerp uit van een controle, uitgevoerd door een<br />
erkend installateur en bestaande uit het nazicht van :<br />
— de staat en de goede werking van het apparaat;<br />
— de aanwezigheid van een goedkeuringsmerk op de apparaten;<br />
— de aanwezigheid van een installatieplaatje;<br />
— de ongeschonden toestand van de verzegelingen van het<br />
apparaat en van de andere elementen van de installatie;<br />
— de effectieve bandenomtrek.<br />
Een controleplaatje waarvan het model is vastgelegd door de<br />
Administratie, wordt in de onmiddellijke nabijheid van het installatieplaatje<br />
aangebracht. Het bevat de naam, het adres en het erkenningsnummer<br />
van de installateur, alsook de datum van de controle.<br />
De voertuigen maken ten minste om de zes jaar het voorwerp uit van<br />
een inspectie, met inbegrip van een ijking. Tijdens deze inspectie moet<br />
de installateur het installatieplaatje vernieuwen;<br />
3° voor alle tachografen :<br />
— bij het in dienst of opnieuw in dienst stellen van het voertuig;<br />
— telkens als een in artikel 18 bedoelde controleambtenaar het eist.<br />
Wanneer de tachograaf conform bevonden wordt met de<br />
bepalingen van de verordening, zijn de inspectiekosten ten laste<br />
van de Staat.<br />
§ 3. Onafhankelijk van de in § 1 en § 2 bedoelde inspecties en<br />
controles wordt jaarlijks, ter gelegenheid van de periodieke keuring<br />
van het voertuig, nagegaan of :<br />
— een tachograaf aanwezig is;<br />
— het installatieplaatje en desgevallend het controleplaatje geldig<br />
zijn;<br />
— de zegels niet verbroken zijn.<br />
Bij de periodieke keuring van een voertuig uitgerust met een analoge<br />
tachograaf, is het voorzien van een registratieschijf waarop minstens<br />
een afgelegde afstand van 5 km werd geregistreerd.<br />
§ 4. Elk voertuig waarbij de in artikel 18 bedoelde controleambtenaren<br />
vaststellen dat de tachograaf niet meer overeenstemt met de<br />
voorschriften van de verordening, ingevolge een niet toegelaten<br />
ingreep, mag slechts op de openbare rijden om zich voor het herstellen<br />
van de conformiteit naar een erkende werkplaats te begeven.
33194 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
CHAPITRE IX. — Plaquette d’installation<br />
Art. 15. § 1 er . La plaquette d’installation comporte les mentions<br />
suivantes :<br />
— nom, adresse et numéro d’agrément de l’installateur;<br />
— la dimension des pneumatiques des roues motrices;<br />
— la circonférence effective moyenne des pneumatiques des roues<br />
motrices, sous la forme « l=… mm »;<br />
— le coefficient caractéristique du véhicule, sous la forme « w=…<br />
tr/km » ou « w=… imp/km »;<br />
— la constante du tachygraphe, sous la forme « k=… tr/km » ou<br />
« k=… imp/km »;<br />
— le numéro de châssis du véhicule;<br />
— le numéro de série du tachygraphe;<br />
— la date du relevé du coefficient caractéristique du véhicule et du<br />
mesurage de la circonférence effective des pneumatiques des<br />
roues motrices.<br />
§ 2. Le modèle de la plaquette d’installation est fixé par l’Administration.<br />
CHAPITRE X. — Cartes tachygraphiques<br />
Art. 16. § 1 er . Les cartes tachygraphiques, dont les prix sont fixés à<br />
l’annexe VII, sont de quatre types :<br />
— carte de conducteur;<br />
— carte d’entreprise;<br />
— carte d’atelier;<br />
— carte de contrôle.<br />
Les demandes d’obtention des cartes sont introduites au moyen de<br />
formulaires dont les modèles figurent à l’annexe VIII.<br />
§ 2. Les cartes tachygraphiques restent la propriété de l’Etat, elles<br />
sont mises à la disposition des détenteurs.<br />
§ 3. Les cartes tachygraphiques sont refusées ou invalidées par<br />
l’organisme compétent lorsque les conditions d’obtention ne sont pas<br />
ou plus, entièrement ou partiellement remplies par les demandeurs ou<br />
les détenteurs ou lorsque les détenteurs les ont obtenues sur base de<br />
déclarations fausses, incorrectes ou incomplètes.<br />
§ 4. La carte de conducteur est personnelle et incessible, elle ne peut<br />
être délivrée qu’à une personne répondant aux conditions suivantes :<br />
— avoir sa résidence normale en Belgique : cette condition signifie<br />
que le demandeur doit être domicilié officiellement en Belgique<br />
ou demeurer habituellement en Belgique pendant au moins<br />
185 jours par année civile;<br />
— être titulaire d’un permis de conduire de catégorie B(E), C(E),<br />
D(E);<br />
— conduire ou être amené àconduire, à vide ou en charge, un<br />
véhicule affecté au transport de voyageurs ou de marchandises<br />
auquel s’applique le règlement (CEE) 3820/85 (temps de conduite<br />
et de repos);<br />
— ne pas être détenteur d’une carte de conducteur en cours de<br />
validité, émise en Belgique ou dans un autre pays.<br />
§ 5. L’atelier agréé désigne les personnes physiques répondant aux<br />
conditions fixées à l’article 10, alinéa 2. Les cartes d’atelier sont<br />
délivrées à l’atelier agréé qui en fait la demande.<br />
Elles sont personnelles et incessibles.<br />
§ 6. Le code secret lié àla carte d’atelier est personnel, il est délivré<br />
au détenteur d’une carte d’atelier, il ne peut être communiqué àune<br />
autre personne physique ou morale et ne peut être utilisé que par le<br />
détenteur de la carte.<br />
§ 7. La carte d’atelier ne peut quitter les locaux de l’atelier, sauf dans<br />
le cadre d’activités extérieures directement liées aux activitésdel’atelier<br />
et pour la durée de ces dernières. Lorsqu’elle n’est pas utilisée, elle est<br />
conservée dans le local tachygraphe sécurisé.<br />
§ 8. L’atelier agréé est responsable de l’utilisation par ses employés<br />
détenteurs et de la restitution des cartes d’atelier dont il dispose.<br />
§ 9. Lorsque le contrat d’emploi qui lie un atelier agréé au détenteur<br />
d’une carte d’atelier est rompu ou lorsque le détenteur cesse ses<br />
activités, la carte d’atelier est restituée dans les huit jours à l’organisme<br />
compétent.<br />
HOOFDSTUK IX. – Installatieplaatje<br />
Art. 15. § 1. Op het installatieplaatje staan de volgende vermeldingen<br />
:<br />
— naam, adres en erkenningsnummer van de installateur;<br />
— de bandenmaat van de aangedreven wielen;<br />
— de gemiddelde effectieve bandenomtrek van de aangedreven<br />
wielen in de vorm van « l=… mm »;<br />
— de kenmerkende coëfficiënt van het voertuig in de vorm van<br />
« w=… omw/km » of « w=… imp/km »;<br />
— de constante van de tachograaf, in de vorm van « k = …<br />
omw/km » of « k=… imp/km »;<br />
— het chassisnummer van het voertuig;<br />
— het serienummer van de tachograaf;<br />
— de datum waarop de kenmerkende coëfficiënt van het voertuig<br />
en van de effectieve bandenomtrek van de aangedreven wielen<br />
opgemeten is.<br />
§ 2. Het model van installatieplaatje wordt bepaald door de<br />
Administratie.<br />
HOOFDSTUK X. — Tachograafkaarten<br />
Art. 16. § 1. De tachograafkaarten waarvan de prijzen bepaald zijn<br />
in bijlage VII, bestaan uit vier types :<br />
— bestuurderskaart;<br />
— bedrijfskaart;<br />
— werkplaatskaart;<br />
— controlekaart.<br />
De aanvragen om kaarten te bekomen worden gedaan door middel<br />
van de formulieren waarvan de modellen zich in bijlage VIII bevinden.<br />
§ 2. De tachograafkaarten blijven eigendom van de Staat die ze ter<br />
beschikking stelt van de houders.<br />
§ 3. De tachograafkaarten worden geweigerd of ongeldig verklaard<br />
door de bevoegde instantie wanneer de aanvragers of de houders niet<br />
of niet meer, geheel of gedeeltelijk, aan de voorwaarden voldoen of<br />
wanneer de houders ze verkregen hebben op basis van valse, onjuiste<br />
of onvolledige verklaringen.<br />
§ 4. De bestuurderskaart is persoonlijk en onoverdraagbaar, ze mag<br />
enkel afgeleverd aan een persoon die aan de volgende voorwaarden<br />
voldoet :<br />
— zijn normale verblijfplaats in België hebben : deze voorwaarde<br />
betekent dat de aanvrager zijn officiële woonplaats in België<br />
heeft of gewoonlijk minstens 185 dagen in België verblijft<br />
gedurende een burgerlijk jaar;<br />
— houder zijn van een rijbewijs van categorie B(E), C(E), D(E);<br />
— een voertuig bestemd om personen of goederen te vervoeren<br />
waarop het reglement (EEG) 3820/85 (rijen rusttijd) van toepassing<br />
is, besturen of bekwaam zijn, leeg of geladen, te besturen;<br />
— geen houder zijn van een geldige bestuurderskaart uitgegeven in<br />
België of in een ander land.<br />
§ 5. De erkende werkplaats duidt de fysieke personen aan die aan de<br />
voorwaarden van artikel 10, tweede lid beantwoorden. De werkplaatskaarten<br />
worden uitgereikt aan de erkende werkplaats die erom<br />
verzoekt.<br />
Ze zijn persoonlijk en onoverdraagbaar.<br />
§ 6. De geheime code verbonden aan de werkplaatskaart, is<br />
persoonlijk. Zij wordt verstrekt aan de houder van een werkplaatskaart,<br />
mag niet medegedeeld worden aan een andere natuurlijke persoon of<br />
rechtspersoon en mag enkel gebruikt worden door de kaarthouder.<br />
§ 7. De werkplaatskaart mag de werkplaats niet verlaten behoudens<br />
voor externe activiteiten die rechtstreeks verbonden zijn aan de<br />
activiteiten van de werkplaats en voor de duur ervan. Wanneer ze niet<br />
gebruikt wordt, wordt ze in het beveiligde tachograaflokaal bewaard.<br />
§ 8. De erkende werkplaats is verantwoordelijk voor het gebruik van<br />
de kaarten door zijn personeel en de teruggave van de werkplaatskaarten<br />
waarover zij beschikt.<br />
§ 9. Bij verbreking van de arbeidsovereenkomst die een erkende<br />
werkplaats en de houder van een werkplaatskaart verbindt of wanneer<br />
de houder zijn activiteiten stopzet, wordt de werkplaatskaart binnen<br />
acht dagen terugbezorgd aan de bevoegde instantie.
§ 10. La perte ou le vol d’une carte délivrée en Belgique fait l’objet<br />
d’une déclaration de dépossession involontaire auprès de la police ou<br />
de l’organisme compétent. La déclaration de dépossession involontaire<br />
auprès de la police est jointe à la demande de remplacement.<br />
§ 11. Lorsqu’une carte émise par l’autorité d’un pays étranger est<br />
perdue ou volée et les faits se sont produits sur le territoire <strong>belge</strong>, la<br />
déclaration de dépossession involontaire est faite auprès de la police.<br />
§ 12. Les agents de contrôle visés à l’article 18, § 2, sont munis d’une<br />
carte de contrôleur.<br />
§ 13. Les cartes sont saisies et retirées par les agents de contrôle<br />
lorsque la carte a été falsifiée, que le conducteur utilise une carte dont<br />
il n’est pas titulaire ou que la carte détenue a été obtenue sur la base de<br />
fausses déclarations et/ou de documents falsifiés.<br />
§ 14. Les cartes délivrées en Belgique, endommagées ou défectueuses<br />
sont retournées à l’organisme compétent. Le cas échéant, elles sont<br />
jointes à la demande de remplacement.<br />
§ 15. Les cartes dont la durée de validité est expirée ou qui ne sont<br />
plus utilisées sont restituées par le détenteur dans les huit jours de la<br />
date d’expiration ou de fin d’utilisation à l’organisme compétent.<br />
§ 16. Nul ne peut utiliser une carte déclarée perdue ou volée.<br />
§ 17. Nul ne peut utiliser alternativement deux ou plusieurs cartes de<br />
conducteur en cours de validité dont il est détenteur ou non ni détenir<br />
une carte dont il n’est pas détenteur.<br />
CHAPITRE XI. — Téléchargement des données stockées<br />
dans la mémoiredel’unité embarquée ou des cartes de conducteur<br />
Art. 17. § 1 er . Les données stockées dans la mémoire de l’unité<br />
embarquée sont téléchargées vers un média externe sécurisé au moins<br />
tous les deux mois à compter depuis le dernier téléchargement.<br />
Les données stockées dans la mémoiredel’unité embarquée sont<br />
téléchargées pour la période courant depuis le dernier téléchargement<br />
lorsque le véhicule est retiré de la circulation ou mis à la disposition<br />
d’une autre entreprise sous quelque forme que se soit.<br />
Les données stockées dans la mémoire des cartes de conducteur sont<br />
téléchargées vers un média externe sécurisé au moins tous les vingt et<br />
un jours à compter depuis le dernier téléchargement.<br />
Les données stockées dans la mémoire de la carte de conducteur sont<br />
téléchargées pour la période courant depuis le dernier téléchargement<br />
lorsque le conducteur cesse ses activités au sein de l’entreprise ou avant<br />
que la carte ne soit retournée à l’organisme compétent lors d’un<br />
remplacement ou d’un renouvellement.<br />
Un téléchargement des données pour une période déterminée peut<br />
être exigé par les agents visés au§ 4.<br />
§ 2. Les données téléchargées sont conservées par l’entreprise au<br />
moins deux ans.<br />
Les données téléchargées au départ de la mémoire de l’unité<br />
embarquée de tous les véhicules appartenant à une même entreprise et<br />
de la carte de conducteur de tous les conducteurs employés par cette<br />
entreprise sont conservées en un même endroit sécurisé, accessible<br />
uniquement aux personnes autorisées.<br />
§ 3. Ni le téléchargement, ni la conservation des données ne peuvent<br />
modifier ni altérer ces dernières.<br />
§ 4. Les données téléchargées par les entreprises ou les ateliers sont<br />
rendues accessibles, à leur demande, aux fins d’analyse :<br />
1. aux agents visés à l’article 18, § 2;<br />
2. aux inspecteurs sociaux et contrôleurs sociaux de l’Inspection<br />
sociale du Service public fédéral Sécurité sociale;<br />
3. aux inspecteurs sociaux et contrôleurs sociaux de l’Office national<br />
de Sécurité sociale.<br />
Ces agents ont la possibilité de télécharger les données à leur tour sur<br />
leur média propre aux fins d’analyse ultérieure.<br />
CHAPITRE XII. — Recherche et constatation des infractions<br />
Art. 18. § 1 er . Les infractions commises sur le territoire d’un autre<br />
pays sont constatées et poursuivies conformément aux lois et règlements<br />
en vigueur. Elles sont punies sur base de l’article 2 de la loi du<br />
18 février 1969 ou de l’article 4 de la loi du 21 juin 1985 précitées selon<br />
quelles ont trait aux modalités d’utilisation de l’appareil de contrôle ou<br />
à ses caractéristiques techniques.<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
33195<br />
§ 10. Het verlies of de diefstal van een in België uitgereikte kaart<br />
maakt het voorwerp uit van een verklaring van onvrijwillige buitenbezitstelling<br />
bij de politie of de bevoegde instantie. Het attest van<br />
onvrijwillige buitenbezitstelling uitgereikt door de politie wordt gevoegd<br />
bij de aanvraag tot vervanging.<br />
§ 11. Bij verlies of diefstal van een kaart uitgereikt door een<br />
buitenlandse instantie, en wanneer de feiten zich op Belgisch grondgebied<br />
hebben voorgedaan, wordt de verklaring van onvrijwillige<br />
buitenbezitstelling afgelegd bij de politie.<br />
§ 12. De controleagenten bedoeld in artikel 18 § 2 beschikken over een<br />
controlekaart.<br />
§ 13. De kaarten zijn in beslag genomen en ingetrokken wanneer de<br />
kaart vervalst is, wanneer de bestuurder een kaart gebruikt waarvan hij<br />
niet de titularis is of wanneer de kaart bekomen werd op basis van valse<br />
verklaringen en/of vervalste documenten.<br />
§ 14. Beschadigde of defecte in België uitgereikte kaarten worden aan<br />
de bevoegde instantie terugbezorgd. Zo nodig worden ze bij de<br />
aanvraag tot vervanging gevoegd.<br />
§ 15. De kaarten waarvan de geldigheidsduur verstreken is of die niet<br />
meer worden gebruikt, worden door de houder aan de bevoegde<br />
instantie terugbezorgd binnen acht dagen volgend op de vervaldatum<br />
of het einde van het gebruik.<br />
§ 16. Niemand mag een als verloren of gestolen gemelde kaart<br />
gebruiken.<br />
§ 17. Niemand mag twee of meer geldige bestuurderskaarten die hij<br />
bezit beurtelings gebruiken, of een kaart bezitten die hem niet<br />
toebehoort.<br />
HOOFDSTUK XI. — Overbrenging van de in het geheugen<br />
van de voertuigunit of van bestuurderskaarten opgeslagen gegevens<br />
Art. 17. § 1. De in het geheugen van de voertuigunit opgeslagen<br />
gegevens worden overgebracht naar een beveiligd extern medium ten<br />
minste om de twee maanden te rekenen vanaf de laatste overbrenging.<br />
Indien het voertuig uit het verkeer wordt genomen of ter beschikking<br />
gesteld van een ander bedrijf in enigerlei vorm, worden de in het<br />
geheugen van de voertuigunit opgeslagen gegevens overgebracht voor<br />
de lopende periode sinds de laatste overbrenging.<br />
De in het geheugen van de bestuurderskaart opgeslagen gegevens<br />
worden overgebracht naar beveiligde externe media ten minste om de<br />
eenentwintig dagen vanaf de laatste overbrenging.<br />
De in het geheugen van de bestuurderskaart opgeslagen gegevens<br />
worden overgebracht voor de lopende periode sinds de laatste<br />
overbrenging, wanneer de bestuurder zijn activiteiten binnen het<br />
bedrijf stopzet of vóór de kaart voor vervanging of vernieuwing naar<br />
de bevoegde instelling teruggestuurd wordt.<br />
Een overbrenging van de gegevens over een bepaalde periode kan<br />
door de in § 4 bedoelde ambtenaren geëist worden.<br />
§ 2. Het bedrijf bewaart de overgebrachte gegevens ten minste<br />
twee jaar.<br />
De overgebrachte gegevens uit het geheugen van de voertuigunit van<br />
alle voertuigen van een zelfde bedrijf en uit het geheugen van de<br />
bestuurderskaart van alle door dit bedrijf tewerkgestelde bestuurders,<br />
worden bewaard op een zelfde beveiligde plek waartoe slechts<br />
gerechtigde personen toegang hebben.<br />
§ 3. De overbrenging noch de bewaring van de gegevens mag deze<br />
wijzigen of aantasten.<br />
§ 4. De door de bedrijven of werkplaatsen overgebrachte gegevens<br />
worden voor analyse ter beschikking gesteld op verzoek van en aan :<br />
1. de in artikel 18, § 2 bedoelde ambtenaren;<br />
2. de sociaal inspecteurs en de sociaal controleurs van de Sociale<br />
Inspectie van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid;<br />
3. de sociaal inspecteurs en de sociaal controleurs van de Rijksdienst<br />
voor Sociale Zekerheid.<br />
Deze ambtenaren kunnen op hun beurt de gegevens overbrengen<br />
naar hun eigen opslagmedium voor verdere analyse.<br />
HOOFDSTUK XII. — Opsporing en vaststelling van de inbreuken<br />
Art. 18. § 1. De op het grondgebied van een ander land begane<br />
overtredingen worden vastgesteld en zijn strafbaar overeenkomstig de<br />
vigerende wetten en reglementen. Zij worden bestraft op basis van<br />
artikel 2 van de wet van 18 februari 1969 of van artikel 4 van de wet van<br />
21 juni 1985 voornoemd, naargelang werd gefraudeerd in verband met<br />
het gebruik van het controle-apparaat of met de technische karakteristieken<br />
ervan.
33196 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
§ 2. Sont chargés de rechercher et constater les infractions au présent<br />
arrêté :<br />
1° le personnel du cadre opérationnel de la police fédérale et de la<br />
police locale;<br />
2° les agents de la Direction générale Mobilité et Sécurité routière et<br />
de la Direction générale Transport terrestre investis d’un mandat de<br />
police judiciaire;<br />
3° les agents de l’Administration des Douanes et Accises;<br />
4° les inspecteurs sociaux et les contrôleurs sociaux de l’Inspection<br />
des lois sociales du Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation<br />
sociale;<br />
§ 3. La qualité d’officier de police judiciaire peut être reconnue par<br />
Nous aux agents visés à l’article 18, § 2, 2°.<br />
Art. 19. Al’article 2, 1° point h de l’arrêté royal du 19 juillet 2000<br />
relatif à la perception et à la consignation d’une somme lors de la<br />
constatation d’une infraction en matière de transport par route, modifié<br />
par l’article 67, 2° de l’arrêté royal du 7 mai 2002 relatif au transport de<br />
choses par route, les dispositions suivantes sont ajoutées :<br />
«—infraction à l’article 15, point 8 du même règlement : 2.500 euros;<br />
— infraction à l’article 16.2., 2 e paragraphe du même règlement :<br />
2.000 euros;<br />
— infraction à l’article 16.3., 1 e , 2 e , 3 e règlement : 1.000 euros;<br />
paragraphe du même<br />
— utilisation ou détention d’une carte tachygraphique de conducteur<br />
par un conducteur autre que le détenteur : 2.500 euros;<br />
— utilisation par un conducteur alternativement de deux ou<br />
plusieurs cartes de conducteur attribuées à des conducteurs<br />
différents, qu’il soit ou non détenteur de l’une d’elle : 2.500<br />
—<br />
euros;<br />
utilisation d’une carte tachygraphique déclarée perdue ou volée:<br />
2.500 euros;<br />
— utilisation par leur détenteur, alternativement, de plusieurs<br />
cartes tachygraphiques en cours de validité : 2.500 euros;<br />
— utilisation d’une carte tachygraphique falsifiée, fausse ou périmée<br />
: 2.500 euros. »<br />
CHAPITRE XIII. — Attestations d’absence de conduite<br />
pour les conducteurs salariés<br />
Art. 20. Lorsqu’un conducteur n’a pu conduire des véhicules pendant<br />
une période égale ou supérieure à un jour suite à des circonstances<br />
telles que : congés, accident, maladie et qu’il ne peut produire les<br />
feuilles d’enregistrement ou des prestations sur sa carte tachygraphique<br />
de conducteur relatives à ces périodes, il peut apporter la justification<br />
de ces absences au moyen d’une attestation originale de son employeur.<br />
Cette attestation est rédigée sur du papier à entête de l’entreprise,<br />
entièrement dactylographiée, y compris les dates de début et de fin de<br />
l’absence. Elle est signée par un responsable de l’entreprise,<br />
administrateur-délégué, gérant, directeur général, directeur du personnel,<br />
clairement identifié par ses nom, prénom, fonction et numéro de<br />
téléphone.<br />
CHAPITRE XIV. — Dispositions transitoires, finales et abrogatoires<br />
Art. 21. Par dérogation aux dispositions de l’article 4, § 4duprésent<br />
arrêté, relatives à la vérification chez le demandeur, un agrément<br />
provisoire peut être délivré après examen et acceptation du dossier de<br />
demande. L’agrément provisoire a une validité d’un an maximum à<br />
dater de sa délivrance.<br />
Art. 22. Les véhicules neufs immatriculés à partir du 5 août 2005<br />
sont équipés d’un tachygraphe digital. Toutefois, pour la période<br />
comprise entre le 5 août 2005 et le 31 décembre 2005, ils peuvent être<br />
équipésd’un tachygraphe analogique si le titulaire de l’immatriculation<br />
apporte la preuve de l’impossibilité d’équiper le véhicule d’un<br />
tachygraphe digital.<br />
Avant le 5 août 2006, tous les véhicules munis d’une plaquette<br />
d’installation en cours de validité depuis deux ans ou plus sont<br />
présentés chez un installateur agréé pour un contrôle comme prévu à<br />
l’article 14 à l’issue duquel une plaquette de contrôle est apposée.<br />
Tous les véhicules munis d’une plaquette d’installation en cours de<br />
validité depuis six ans sont présentés pour un contrôle de l’exactitude<br />
du tachygraphe et de l’installation dans son ensemble à l’issue duquel<br />
une plaquette d’installation, comme décrite à l’article 1 er est apposée.<br />
§ 2. Met het opsporen en vaststellen van de inbreuken op dit besluit<br />
worden belast :<br />
1° het personeel van het operationele kader van de federale politie en<br />
van de lokale politie;<br />
2° de ambtenaren van het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid<br />
en van het Directoraat-generaal Vervoer te Land, belast met<br />
een mandaat van gerechtelijke politie;<br />
3° de ambtenaren van de Administratie der Douane en Accijnzen;<br />
4° de sociale inspecteurs en sociale controleurs die toezien op de<br />
sociale wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid,<br />
Arbeid en Sociaal Overleg;<br />
§ 3. De hoedanigheid van gerechtelijk officier kan door Ons verleend<br />
worden aan de in artikel 18, § 2, 2° bedoelde ambtenaren.<br />
Art. 19. Artikel 2, 1° punt h van het koninklijk besluit van 19 juli 2000<br />
betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen<br />
van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg, gewijzigd bij<br />
artikel 67, 2° van het koninklijk besluit van 7 mei 2002 betreffende het<br />
vervoer van zaken over de weg, wordt aangevuld als volgt :<br />
«—de inbreuken op artikel 15, punt 8 van dezelfde verordening :<br />
2.500 euro;<br />
— de inbreuken op artikel 16.2., 2 e paragraaf van dezelfde verordening:<br />
2.000 euro;<br />
— de inbreuken op artikel 16.3, 1 e ,2 e ,3 e paragraaf van dezelfde<br />
verordening: 1.000 euro;<br />
— het gebruik of het bezit van een tachograafkaart door een<br />
bestuurder die er geen houder van is : 2.500 euro;<br />
— het beurtelings gebruik van twee of meerdere bestuurderskaarten<br />
toegekend aan verschillende bestuurders, door een bestuurder<br />
die er al dan niet houder van is : 2.500 euro;<br />
— het gebruik van een als verloren of gestolen gemelde tachograafkaart<br />
: 2.500 euro;<br />
— het beurtelings gebruik van meerdere geldige tachograafkaarten<br />
door hun houder : 2.500 euro;<br />
— het gebruik van een vervalste, valse of vervallen tachograafkaart<br />
: 2.500 euro.»<br />
HOOFDSTUK XIII. — Attesten tot staving van de afwezigheden<br />
voor de loontrekkende bestuurders<br />
Art. 20. Indien een bestuurder voor een periode, die gelijk of langer<br />
is dan een dag, niet gereden heeft wegens bepaalde omstandigheden<br />
zoals verlof, ongeval, ziekte, dagelijkse of wekelijkse rusttijd, en geen<br />
registratiebladen van zijn tachograaf of gegevens op zijn bestuurderskaart<br />
betreffende deze periodes kan voorleggen, kan hij deze afwezigheden<br />
staven bij middel van een origineel attest van zijn werkgever.<br />
Dit attest wordt opgesteld op papier met briefhoofd van het bedrijf.<br />
Het moet integraal getypt zijn, met inbegrip van de begin- en<br />
einddatum van de afwezigheid. Het wordt ondertekend door een<br />
verantwoordelijke van het bedrijf, de gedelegeerd bestuurder, zaakvoerder,<br />
de directeur-generaal of de personeelsdirecteur, met duidelijke<br />
vermelding van zijn naam, voornaam, functie en telefoonnummer.<br />
HOOFDSTUK XIV. — Overgangs-, slot- en opheffingsbepalingen<br />
Art. 21. In afwijking van de voorschriften van artikel 4, § 4 van dit<br />
besluit, betreffende de controle bij de aanvrager, mag een voorlopige<br />
erkenning worden afgeleverd na onderzoek en aanvaarding van het<br />
aanvraagdossier. De voorlopige erkenning heeft een geldigheid van<br />
maximum één jaar, te rekenen vanaf de datum van aflevering.<br />
Art. 22. De nieuwe voertuigen ingeschreven vanaf 5 augustus 2005<br />
zijn uitgerust met een digitale tachograaf. Evenwel, voor de periode<br />
tussen 5 augustus 2005 en 31 december 2005, mogen deze uitgerust zijn<br />
met een analoge tachograaf indien de houder van de inschrijving het<br />
bewijs levert dat het onmogelijk was het voertuig uit te rusten met een<br />
digitale tachograaf.<br />
Vóór 5 augustus 2006, dienen alle voertuigen met een installatieplaatje<br />
dat sinds twee jaar of meer geldig is bij een erkend installateur<br />
aangeboden te worden voor een controle zoals voorzien in artikel 14, na<br />
afloop waarvan een controleplaatje wordt aangebracht.<br />
Alle voertuigen voorzien van een installatieplaatje dat sinds zes jaar<br />
geldig is, worden aangeboden voor een controle van de nauwkeurigheid<br />
van de tachograaf en van zijn installatie in haar geheel, na afloop<br />
waarvan een installatieplaatje, zoals beschreven in artikel 15, wordt<br />
aangebracht.
Art. 23. Le présent arrêté abroge l’arrêté royal du 13 juillet 1984<br />
portant exécution du règlement (CEE) n° 3821/85 du Conseil des<br />
Communautés européennes du 20 décembre 1985 concernant l’appareil<br />
de contrôle dans le domaine des transports par route tel que modifié<br />
par l’arrêté royal du 10 novembre 1987.<br />
Art. 24. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication<br />
au Moniteur <strong>belge</strong>.<br />
Art. 25. Notre Ministre de la Mobilité et Notre Ministre de l’Economie<br />
et Energie sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l’exécution<br />
du présent arrêté.<br />
Donné àBruxelles, le 14 juillet 2005.<br />
ALBERT<br />
Par le Roi :<br />
Le Ministre de la Mobilité,<br />
R. LANDUYT<br />
Le Ministre de l’Economie et Energie,<br />
M. VERWILGHEN<br />
Annexe I re<br />
VEHICULES DANS LESQUELS LE TACHYGRAPHE NE DOIT PAS<br />
ETRE UTILISE OU DANS LESQUELS IL NE DOIT PAS ETRE<br />
INSTALLE :<br />
A. Véhicules utilisés en transport national ou international<br />
1. véhicules affectés aux transports de marchandises et dont le poids<br />
maximal autorisé, y compris celui des remorques ou des semiremorques<br />
ne dépasse pas 3,5 tonnes;<br />
2. véhicules affectés aux transports de voyageurs qui, d’après leur<br />
type de construction et leur équipement, sont aptes à transporter neuf<br />
personnes au maximum, le conducteur compris, et sont destinés à cet<br />
effet;<br />
3. véhicules affectés:<br />
a) aux transports de voyageurs par des services réguliers dont le<br />
parcours de la ligne ne dépasse pas 50 km;<br />
b) aux transports internationaux réguliers de voyageurs, dont les<br />
terminaux de la ligne se trouvent dans une distance de 50 kilomètres à<br />
vol d’oiseau d’une frontière avec un autre Etat membre, et dont le<br />
parcours de la ligne ne dépasse pas 100 kilomètres;<br />
4. véhicules dont la vitesse maximale autorisée nedépasse pas 30 km<br />
par heure;<br />
5. véhicules affectés aux services des forces armées, de la protection<br />
civile, des pompiers et des forces responsables du maintien de l’ordre<br />
public, ou placés sous le contrôle de ceux-ci;<br />
6. véhicules affectés aux services des égouts, de la protection contre<br />
les inondations, de l’eau, du gaz, de l’électricité, de la voirie, de<br />
l’enlèvement des immondices, des télégraphes, des téléphones, des<br />
envois postaux, de la radio-diffusion, de la télévision et de la détection<br />
des émetteurs ou récepteurs de télévision ou de radio;<br />
7. véhicules utilisés dans des états d’urgence ou affectés à des<br />
missions de sauvetage;<br />
8. véhicules spécialisés affectés à des tâches médicales;<br />
9. véhicules transportant du matériel de cirque ou de fêtes foraines;<br />
10. véhicules spécialisés dedépannage;<br />
11. véhicules subissant des tests sur route à des fins d’amélioration<br />
technique, de réparation ou d’entretien, et véhicules neufs ou transformés<br />
non encore mis en circulation;<br />
12. véhicules utilisés pour des transports non commerciaux de biens<br />
dans des buts privés;<br />
13. véhicules utilisés pour la collecte du lait dans les fermes ou<br />
ramenant aux fermes des bidons à lait ou des produits laitiers destinés<br />
à l’alimentation du bétail;<br />
B. Véhicules utilisés exclusivement en transport national<br />
1. véhicules affectés aux transports réguliers de voyageurs;<br />
2. véhicules affectés aux transports de voyageurs qui, d’après leur<br />
type de construction et leur équipement, sont aptes à transporter<br />
17 personnes au maximum, le conducteur compris, et sont destinés à<br />
cet effet;<br />
3. véhicules utilisés par les autorités publiques pour des services<br />
publics qui ne concurrencent pas les transporteurs professionnels;<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Art. 23. Het koninklijk besluit van 13 juli 1984 houdende uitvoering<br />
van de verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van de Europese<br />
Gemeenschappen van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat<br />
in het wegvervoer, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van<br />
10 november 1987, wordt opgeheven.<br />
Art. 24. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het<br />
Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.<br />
Art. 25. Onze Minister van Mobiliteit en Onze Minister van Economie<br />
en Energie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van<br />
dit besluit.<br />
Gegeven te Brussel, 14 juli 2005.<br />
ALBERT<br />
Van Koningswege :<br />
De Minister van Mobiliteit,<br />
R. LANDUYT<br />
De Minister van Economie en Energie,<br />
M. VERWILGHEN<br />
33197<br />
Bijlage I<br />
VOERTUIGEN WAARIN DE TACHOGRAAF NIET MOET GEBRUIKT<br />
WORDEN OF WAARIN HIJ NIET MOET GEÏNSTALLEERD<br />
ZIJN :<br />
A. Voertuigen gebruikt voor binnenlands of internationaal vervoer<br />
1. voertuigen die bestemd zijn voor het goederenvervoer en waarvan<br />
het toegestane maximumgewicht, dat van de aanhangwagens of<br />
opleggers inbegrepen, niet meer dan 3,5 ton bedraagt;<br />
2. voertuigen die bestemd zijn voor het personenvervoer en die<br />
volgens hun bouwtype en uitrusting ten hoogste negen personen, de<br />
bestuurder daaronder begrepen, kunnen vervoeren en die daartoe zijn<br />
bestemd;<br />
3. voertuigen die bestemd zijn voor het :<br />
a) geregeld personenvervoer waarvan de lengte van het traject niet<br />
groter is dan 50 kilometer;<br />
b) internationaal geregeld personenvervoer, indien het begin- en<br />
eindpunt van de lijn zich bevinden binnen een straal van 50 km in<br />
vogelvlucht van een grens met een andere Lidstaat en indien het traject<br />
niet langer is dan 100 km;<br />
4. voertuigen waarvan de toegestane maximumsnelheid niet meer<br />
dan 30 km per uur bedraagt;<br />
5. voertuigen van of onder toezicht van strijdkrachten, bescherming<br />
burgerbevolking, brandweer en korpsen voor de handhaving van de<br />
openbare orde;<br />
6. voertuigen van de rioleringsdiensten, de diensten ter bescherming<br />
tegen overstromingen, of van de diensten van de water-, gas- en<br />
elektriciteitsvoorziening, de gemeentereiniging, de vuilnisomhaling, de<br />
telegraaf en telefoon, de postzendingen, de radio-omroep, de televisie<br />
en de opsporing van radio- en televisiezend- en ontvangtoestellen;<br />
7. voertuigen die gebruikt worden in noodsituaties of voor reddingsoperaties;<br />
8. speciaal voor medische doeleinden uitgeruste voertuigen;<br />
9. voertuigen voor het vervoer van circus- of kermismateriaal;<br />
10. voertuigen die speciaal zijn uitgerust voor reparaties en wegslepen;<br />
11. voertuigen die op de weg worden beproefd met het oog op de<br />
technische ontwikkeling, reparatie of onderhoud, en nieuwe of vernieuwde<br />
voertuigen die nog niet in gebruik zijn genomen;<br />
12. voertuigen die worden gebruikt voor niet-commercieel goederenvervoer<br />
voor privé-doeleinden;<br />
13. voertuigen voor het ophalen van melk op de boerderijen en het<br />
terugbrengen van melkbussen of zuivelproducten voor de veevoeding<br />
naar de boerderijen.<br />
B. Voertuigen uitsluitend gebruikt voor binnenlands vervoer<br />
1. voertuigen bestemd voor het geregeld personenvervoer;<br />
2. voertuigen die voor personenvervoer zijn bestemd en, gezien hun<br />
constructie en uitrusting, geschikt zijn voor het vervoer van ten hoogste<br />
17 personen, met inbegrip van de bestuurder en daarvoor moeten<br />
dienen;<br />
3. voertuigen die door de overheid worden gebruikt voor taken van<br />
openbare dienst die beroepsvervoerders niet beconcurreren;
33198 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
4. véhicules utilisés pour des transports de marchandises par des<br />
entreprises agricoles, horticoles, forestièresoudepêche, dans un rayon<br />
de 50 km autour de leur point d’attache habituel, y compris le territoire<br />
des communes dont le centre est situé dans ce rayon;<br />
5. véhicules transportant des déchets d’animaux ou des carcasses non<br />
destinés à la consommation humaine;<br />
6. véhicules utilisés pour le transport d’animaux vivants des fermes<br />
aux marchés locaux et vice-versa, ou des marchés aux abattoirs locaux;<br />
7. véhicules utilisés comme boutiques pour la desserte des marchés<br />
locaux ou pour des opérations de vente de porte à porte, ou utilisés<br />
pour des opérations ambulantes de banque, de change ou d’épargne,<br />
l’exercice du culte, des opérations de prêts de livres, disques ou<br />
cassettes, de manifestations culturelles ou des expositions, et spécialement<br />
équipés à ces fins;<br />
8. véhicules transportant du matériel ou de l’équipement, à utiliser<br />
dans l’exercice du métier de leur conducteur, dans un rayon de 50 km<br />
autour de leur point d’attache habituel, à condition que la conduite du<br />
véhicule ne représente pas l’activité principale du conducteur;<br />
9. véhicules affectés aux transports de marchandises, propulsés par<br />
gaz produit sur le véhicule ou par électricité, ou équipés d’un<br />
ralentisseur, dans la mesure où ces véhicules sont assimilés aux<br />
véhicules propulsés par moteur à essence ou gasoil, dont le poids<br />
maximal autorisé, y compris celui des remorques ou des semiremorques,<br />
ne dépasse pas 3,5 tonnes;<br />
10. véhicules affectés aux cours de conduite automobile en vue de<br />
l’obtention d’un permis de conduire;<br />
11. tracteurs exclusivement affectés à des travaux agricoles et<br />
forestiers.<br />
Vu pour être annexé à Notre arrêté du 14 juillet 2005 portant<br />
exécution du règlement (CEE) n° 3821/85 du 20 décembre 1985<br />
concernant l’appareil de contrôle dans le domaine des transports par<br />
route.<br />
ALBERT<br />
Par le Roi :<br />
Le Ministre de la Mobilité,<br />
R. LANDUYT<br />
Le Ministre de l’Economie et Energie,<br />
M. VERWILGHEN<br />
Annexe II<br />
CONDITIONS D’OBTENTION DES AGREMENTS POUR LES INSTAL-<br />
LATEURS, LES REPARATEURS DE TACHYGRAPHES<br />
A. DISPOSITIONS SPECIFIQUES RELATIVES A L’AGREMENT DES<br />
INSTALLATEURS DE TACHYGRAPHES ANALOGIQUES<br />
L’agrément en tant qu’installateur est subordonné, au moment de<br />
l’introduction de la demande, à la possession de l’équipement suivant :<br />
I. En vue du contrôle des tachygraphes avant l’installation sur le<br />
véhicule :<br />
a) un simulateur de vitesses, permettant de couvrir toute l’étendue de<br />
l’échelle de mesure des tachygraphes à installer, et fournissant des<br />
résultats de mesure en tr/km au tour près et des vitesses avec affichage<br />
de 0,1 km/h;<br />
b) une source appropriée d’énergie électrique en tension continue;<br />
c) un lecteur de feuilles d’enregistrement (disques) à loupe incorporée;<br />
d) un stock de feuilles d’enregistrement appropriées aux tachygraphes<br />
à installer.<br />
L’équipement énuméré ci-dessus se trouve dans un local destiné aux<br />
opérations, mesures et contrôles en cause.<br />
II. En vue de l’installation sur le véhicule :<br />
a) une piste d’essai permettant de déterminer le coefficient « w » avec<br />
une précision de 0,25 % d’une longueur utile d’un minimum de 20 m<br />
sur une aire horizontale, plane et constamment disponible, dans<br />
l’enceinte de l’entreprise. En cas de force majeure dûment constatée,<br />
une piste d’essai située à proximité immédiate de l’entreprise est<br />
autorisée.<br />
Les repères terminaux sont matérialisés demanière visible, inaltérable<br />
et inamovible.<br />
4. voertuigen voor goederenvervoer die door landbouw-, tuinbouw-,<br />
bosbouw- of visserijbedrijven worden gebruikt voor ritten binnen een<br />
straal van 50 km van de gebruikelijke standplaats van het voertuig, met<br />
inbegrip van het grondgebied van gemeenten waarvan de kern binnen<br />
deze straal is gelegen;<br />
5. voertuigen voor het vervoer van niet voor menselijke consumptie<br />
bestemde geslachte dieren of slachtafval;<br />
6. voertuigen voor het vervoer van levende dieren van de boerderijen<br />
naar de plaatselijke markten en omgekeerd, of van de markten naar de<br />
plaatselijke slachthuizen;<br />
7. voertuigen voor gebruik als winkels op plaatselijke markten, voor<br />
de verkoop aan huis, voor ambulante werkzaamheden van banken,<br />
wisselkantoren, voor spaarbanken, voor de eredienst, voor het uitlenen<br />
van boeken, platen of cassettes, voor culturele manifestaties of voor<br />
tentoonstellingen en speciaal voor dergelijk gebruik uitgerust;<br />
8. voertuigen voor het vervoer van het materieel of de uitrusting die<br />
de bestuurder beroepshalve gebruikt, binnen een straal van 50 km rond<br />
de gebruikelijke standplaats van het voertuig, op voorwaarde dat dit<br />
vervoer niet de hoofdactiviteit van de bestuurder is;<br />
9. voor goederenvervoer gebruikte voertuigen die worden aangedreven<br />
met in het voertuig geproduceerd gas of met elektriciteit, of die zijn<br />
uitgerust met een vertragingsinrichting, mits deze voertuigen gelijk<br />
worden gesteld met benzine of dieselolie aangedreven voertuigen met<br />
een toegestaan maximumgewicht, met inbegrip van aanhangwagens of<br />
opleggers, van niet meer dan 3,5 ton;<br />
10. voertuigen die worden gebruikt voor autorijlessen met het oog op<br />
het verkrijgen van een rijbewijs;<br />
11. trekkers die uitsluitend worden gebruikt voor landbouw en<br />
bosbouw.<br />
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 14 juli 2005<br />
houdende uitvoering van de verordening (EEG) nr. 3821/85 van<br />
20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer.<br />
ALBERT<br />
Van Koningswege :<br />
De Minister van Mobiliteit,<br />
R. LANDUYT<br />
De Minister van Economie en Energie,<br />
M. VERWILGHEN<br />
Bijlage II<br />
VOORWAARDEN OM DE ERKENNING ALS INSTALLATEUR<br />
OF HERSTELLER VAN TACHOGRAFEN TE BEKOMEN<br />
A. SPECIFIEKE BEPALINGEN BETREFFENDE DE ERKENNING<br />
ALS INSTALLATEUR VAN ANALOGE TACHOGRAFEN<br />
De erkenning in de hoedanigheid van installateur is onderworpen<br />
aan het bezit, op het tijdstip van de indiening van het verzoek, van de<br />
volgende uitrusting:<br />
I. Ten aanzien van de controle van de tachografen voor de opstelling<br />
in de voertuigen :<br />
a) een snelheidssimulator die het gehele meetbereik van de op te<br />
stellen tachografen kan doorlopen. De meetresultaten in omwentelingen<br />
per km moeten op één omwenteling na en de snelheden in<br />
0,1 km/h afleesbaar zijn;<br />
b) een geschikte gelijkspanningsbron;<br />
c) een afleesinrichting voor de registratiebladen (schijven) met een<br />
ingebouwd vergrootglas;<br />
d) een voorraad geschikte registratiebladen voor de te installeren<br />
tachografen.<br />
Deze uitrusting bevindt zich in een lokaal dat bestemd is voor de<br />
bedoelde werkzaamheden, metingen en controles.<br />
II. Ten aanzien van de opstelling in de voertuigen :<br />
a) een meetbaan van min. 20 m nuttige lengte op een horizontale en<br />
vlakke grond, steeds beschikbaar binnen het bedrijf voor de bepaling<br />
van de coëfficiënt «w» met een nauwkeurigheid van 0,25 %. In geval<br />
van overmacht behoorlijk vastgesteld is een meetbaan in de onmiddellijke<br />
nabijheid van het bedrijf toegestaan.<br />
De begin- en eindmerken worden op een zichtbare, onuitwisbare en<br />
onverplaatsbare wijze aangebracht;
) une antenne guide;<br />
c) un double décamètre à ruban d’acier ayant reçu un certificat<br />
d’étalonnage ou ayant été vérifié et poinçonné classe II avec un échelon<br />
de 0,5 cm au plus;<br />
d) un manomètre pour le contrôle de la pression des pneumatiques et<br />
un dispositif de gonflage permettant d’atteindre les pressions prescrites<br />
par les fabricants de pneumatiques et de véhicules. Ce manomètre,<br />
d’étendue de mesure adéquate, ne peut pas avoir d’échelon de valeur<br />
supérieure à 0,25 bar et son erreur ne peut dépasser 2%delalimite<br />
supérieure de l’échelle de mesure;<br />
e) un trépied avec axe de traçage de repères sur les pneumatiques et<br />
au sol, ou fil à plomb;<br />
f) un compteur d’impulsions avec un échelon d’1 impulsion au plus;<br />
g) l’outillage nécessaire pour le montage du tachygraphe sur<br />
véhicule;<br />
h) un parcours étalonné de :<br />
— 5 km minimum pour les totalisateurs analogiques;<br />
— 10 km minimum pour les totalisateurs digitaux<br />
pour le contrôle final des installations;<br />
i) un fichier destiné au classement et à la conservation des documents<br />
de travail conformes au modèle défini par le Ministre ou son délégué.<br />
Ces documents sont àétablir pour chaque véhicule et à compléter avec<br />
la feuille d’enregistrement se rapportant à l’ensemble des essais<br />
effectués lors toute intervention;<br />
j) un stock de plaquettes d’installation et de plaquettes de contrôle<br />
qui sont d’un modèle à riveter ou autodestructrices lors de toute<br />
tentative d’enlèvement et à placer dans le véhicule à proximité du<br />
tachygraphe;<br />
k) l’outillage et le matériel de scellement pour l’installation;<br />
l) une documentation technique à jour;<br />
m) un poinçon pour le scellement des adaptateurs mécaniques;<br />
n) une presse ou pince spéciale pour la confection des gaines et<br />
câbles;<br />
o) un stock de pignons et boîtiers pour adaptateurs.<br />
Tout ou partie du matériel et de l’équipement repris aux points a), b),<br />
c), e) et f) n’est pas exigé dans le cas où l’installateur dispose d’un banc<br />
d’essai approprié qui permet de fournir les mêmes prestations avec une<br />
précision équivalente.<br />
La présence du matériel repris aux points n) et o) n’est pas requise si<br />
l’installateur fait appel à un fournisseur extérieur pour la confection des<br />
câbles et des boîtiers adaptateurs.<br />
B. DISPOSITIONS SPECIFIQUES RELATIVES A L’AGREMENT DES<br />
REPARATEURS DE TACHYGRAPHES ANALOGIQUES<br />
L’agrément en tant que réparateur de tachygraphes est subordonné<br />
au moment de l’introduction de la demande, à la possession de<br />
l’équipement suivant :<br />
a) un simulateur de vitesses, permettant de couvrir toute l’étendue de<br />
l’échelle de mesure des tachygraphes à installer, et fournissant des<br />
résultats de mesure en tr/km au tour près et des vitesses avec affichage<br />
de 0,1 km/h;<br />
b) une source appropriée d’énergie électrique en tension continue;<br />
c) un contrôleur d’horloge approprié permettant de déterminer<br />
instantanément la dérive de la base de temps des tachygraphes;<br />
d) un lecteur de feuilles d’enregistrement à loupe incorporée;<br />
e) l’équipement nécessaire à l’exécution des réparations;<br />
f) un stock de pièces d’origine;<br />
g) un stock de feuilles d’enregistrement appropriées aux tachygraphes<br />
à réparer;<br />
h) un fichier destiné au classement et à la conservation des<br />
documents de travail conformes au modèle défini par le Ministre ou<br />
son délégué. Ces documents sont àétablir pour chaque tachygraphe et<br />
à compléter avec la feuille d’enregistrement se rapportant à l’ensemble<br />
des essais effectués lors d’une réparation ou d’un contrôle;<br />
i) l’outillage de scellement interne des tachygraphes;<br />
j) une documentation technique à jour.<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
33199<br />
b) een richtspriet;<br />
c) een stalen lint, dubbele decameter waarvoor een kalibreringsattest<br />
werd afgeleverd of die in de nauwkeurigheidsklasse II, werd geijkt,<br />
schaaldeel 0,5 cm of minder;<br />
d) een manometer voor het nazicht van de bandendruk en een<br />
oppompsysteem waarmede de door de fabrikanten van banden en<br />
voertuigen voorgeschreven druk kan bereikt worden. Deze manometer,<br />
met geschikt meetbereik, mag geen schaaldeelwaarde vertonen van<br />
meer dan 0,25 bar en de miswijzing mag niet meer bedragen dan 2 %<br />
van de bovengrenswaarde van de meetschaal;<br />
e) een drievoet met een aftekeningsas voor het aanbrengen van de<br />
merktekens op de banden, en op de grond, of een schietlood;<br />
f) een impulsenteller met een schaaldeel van 1 impuls of minder;<br />
g) het vereiste gereedschap voor het plaatsen van de tachograaf in het<br />
voertuig;<br />
h) een uitgemeten traject van :<br />
— minstens 5 km voor de analoge totalisators;<br />
— minstens 10 km voor de digitale totalisators<br />
voor de eindcontrole van de opstellingen;<br />
i) een kaartsysteem bestemd voor het klasseren en het bewaren van<br />
de werkdocumenten naar het model bepaald door de Minister of zijn<br />
afgevaardigde. Deze documenten moeten voor ieder voertuig worden<br />
opgemaakt en aangevuld met het registratieblad waarop de gegevens<br />
voorkomen van al de proeven die werden uitgevoerd bij elke tussenkomst;<br />
j) een voorraad te klinken of bij poging tot verwijdering, zelfvernietigende<br />
installatieplaatjes en controleplaatjes om in het voertuig nabij<br />
de tachograaf te plaatsen;<br />
k) het gereedschap en het materiaal voor de verzegeling van de<br />
installatie;<br />
l) een bijgehouden technische documentatie;<br />
m) een stempel voor de verzegeling van de mechanische aanpassingsorganen;<br />
n) een pers of speciale tang voor het vervaardigen van kabels en<br />
bekledingen ervan;<br />
o) een voorraad tandraderen en dozen voor de aanpassingsorganen.<br />
Het in de punten a), b), c), e) en f) genoemd materiaal of uitrusting of<br />
gedeelte ervan is niet vereist wanneer de installateur gebruik maakt<br />
van een geschikte proefbank, die toelaat dezelfde prestaties met een<br />
even grote nauwkeurigheid te leveren.<br />
Het in de punten n) en o) genoemd materiaal is niet vereist wanneer<br />
de installateur een beroep doet op een externe leverancier voor de<br />
vervaardiging van de kabels en de dozen voor de aanpassingsorganen.<br />
B. SPECIFIEKE BEPALINGEN BETREFFENDE DE ERKENNING<br />
ALS HERSTELLER VAN ANALOGE TACHOGRAFEN<br />
De erkenning in de hoedanigheid van hersteller van tachografen is<br />
onderworpen aan het bezit, op het tijdstip van de indiening van het<br />
verzoek, van de volgende uitrusting :<br />
a) een snelheidssimulator die het gehele meetbereik van de op te<br />
stellen tachografen kan doorlopen. De meetresultaten in omwentelingen<br />
per km moeten op één omwenteling na en de snelheden in 0,1<br />
km/h afleesbaar zijn;<br />
b) een geschikte gelijkspanningsbron;<br />
c) een toestel waarmede ogenblikkelijk de afwijking van de tijdbasis<br />
van de tachografen kan bepaald worden;<br />
d) een afleesinrichting voor de registratiebladen met een ingebouwd<br />
vergrootglas;<br />
e) de nodige uitrusting voor het uitvoeren van de herstellingen;<br />
f) een voorraad oorspronkelijke onderdelen;<br />
g) een voorraad registratiebladen voor de te herstellen tachografen;<br />
h) een kaartsysteem bestemd voor het klasseren en het bewaren van<br />
de werkdocumenten naar het model bepaald door de Minister of zijn<br />
afgevaardigde. Deze documenten moeten voor iedere tachograaf<br />
worden opgemaakt en aangevuld met het registratieblad waarop de<br />
gegevens voorkomen van al de proeven die werden uitgevoerd bij een<br />
herstelling of een controle;<br />
i) het gereedschap voor de inwendige verzegeling van de tachografen;<br />
j) een bijgehouden technische documentatie.
33200 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
L’appareillage énuméré ci-dessus se trouve dans un local destiné aux<br />
opérations, mesures et contrôles en cause.<br />
En outre, le demandeur doit apporter la preuve qu’au moins un<br />
membre du personnel a suivi une formation pour la réparation des<br />
types de tachygraphes à réparer.<br />
C. DISPOSITIONS SPECIFIQUES RELATIVES A L’AGREMENT DES<br />
INSTALLATEURS DE TACHYGRAPHES DIGITAUX<br />
L’agrément en tant qu’installateur est subordonné, au moment de<br />
l’introduction de la demande, à la possession de l’équipement suivant :<br />
I. En vue du contrôle des tachygraphes :<br />
a) une enseigne normalisée identifiant l’entreprise en tant qu’installateur<br />
agréé de tachygraphes digitaux. Celle-ci est placée à l’extérieur<br />
du bâtiment à un endroit bien visible après réception de l’agrément.<br />
Son modèle est défini par l’Administration.<br />
b) un local propre réservé aux interventions techniques. Ce local est<br />
délimité par des parois pleines et est muni d’une porte fermant à clé.<br />
Son accès est strictement réservé au personnel agréé de l’atelier.<br />
En outre, ce local doit disposer d’une armoire ou coffre-fort fermant<br />
à clé où sont conservés les cartes d’atelier.<br />
c) un ordinateur répondant à des caractéristiques adaptées aux<br />
applications informatiques actualisées du tachygraphe;<br />
d) un équipement technique permettant de réaliser sur les appareils<br />
de contrôle la mise en service, la programmation, l’étalonnage et le<br />
téléchargement des données;<br />
e) une horloge radio-commandée;<br />
f) un contrôleur d’horloge approprié permettant de déterminer<br />
instantanément la dérive de la base de temps des tachygraphes;<br />
g) un câble permettant le raccordement du tachygraphe et du capteur<br />
par l’extérieur sans utiliser le câblage de l’installation existante;<br />
h) un fichier destiné au classement et à la conservation des<br />
documents de travail conformes au modèle défini par le Ministre ou<br />
son délégué.<br />
i) une documentation technique à jour.<br />
II. En vue de l’installation sur le véhicule :<br />
les équipements cités aux points A.II.a) jusque A.II.l).<br />
Tout ou partie du matériel et de l’équipement repris aux points A.II.<br />
a), b), c), e) et f) n’est pas exigé dans le cas où l’installateur dispose d’un<br />
banc d’essai approprié qui permet de fournir les mêmes prestations<br />
avec une précision équivalente.<br />
D. DISPOSITIONS SPECIFIQUES RELATIVES A L’AGREMENT DES<br />
REPARATEURS DE TACHYGRAPHES DIGITAUX<br />
L’agrément en tant que réparateur est subordonné, au moment de<br />
l’introduction de la demande, à la possession de l’équipement suivant :<br />
a) un local propre réservé aux interventions techniques. Ce local est<br />
délimité par des parois pleines et est muni d’une porte fermant à clé.<br />
Son accès est strictement réservé aux réparateurs agréés del’atelier. En<br />
outre, ce local doit disposer d’une armoire ou coffre-fort fermant à clé<br />
où sont conservés lematériel de pose des scellés, les cartes d’atelier,<br />
tous les documents relatifs à l’activité, les formulaires qui vont être<br />
employés à la suite des interventions techniques, les supports informatiques,<br />
excepté les copies de sauvegarde de ceux-ci, relatifs à l’activité<br />
de téléchargement des données;<br />
b) un ordinateur répondant à des caractéristiques adaptées aux<br />
applications informatiques actualisées du tachygraphe;<br />
c) un banc d’essai du tachygraphe;<br />
d) un équipement technique permettant de réaliser sur les tachygraphes<br />
la mise en service, la programmation et le téléchargement des<br />
données;<br />
e) un contrôleur d’horloge approprié permettant de déterminer<br />
instantanément la dérive de la base de temps des tachygraphes;<br />
f) les manuels techniques et modes d’emploi du tachygraphe;<br />
De hierboven genoemde uitrusting bevindt zich in een lokaal dat<br />
bestemd is voor de bedoelde werkzaamheden, metingen en controles.<br />
Bovendien moet de aanvrager het bewijs leveren dat ten minste één<br />
personeelslid een opleiding als hersteller voor de soorten tachografen<br />
gevolgd heeft.<br />
C. SPECIFIEKE BEPALINGEN BETREFFENDE DE ERKENNING<br />
ALS INSTALLATEUR VAN DIGITALE TACHOGRAFEN<br />
De erkenning in de hoedanigheid van installateur is onderworpen<br />
aan het bezit, op het tijdstip van de indiening van het verzoek, van de<br />
volgende uitrusting :<br />
I. Ten aanzien van de controle van de tachografen :<br />
a) een standaard uithangbord dat de onderneming identificeert als<br />
erkend installateur van digitale tachografen. Dit wordt op een goed<br />
zichtbare plaats buiten het gebouw geplaatst na ontvangst van de<br />
erkenning. Het model ervan wordt bepaald door de Administratie.<br />
b) een proper lokaal voorbehouden voor de technische behandelingen.<br />
Dit lokaal wordt afgesloten door vaste wanden en een deur die op<br />
slot kan. Dit lokaal is slechts toegankelijk voor het erkend personeel van<br />
de werkplaats.<br />
Bovendien moet het lokaal uitgerust zijn met een kast of een<br />
brandkast die op slot kunnen, met het oog op de bewaring van de<br />
werkplaatskaarten.<br />
c) een computer waarvan de kenmerken aangepast zijn aan de<br />
geactualiseerde informaticatoepassingen van de tachograaf;<br />
d) een technische uitrusting voor de indienststelling, de programmering,<br />
de kalibrering en de overbrenging van de gegevens van de<br />
controleapparaten;<br />
e) een radio gestuurd uurwerk;<br />
f) een toestel waarmede ogenblikkelijk de afwijking van de tijdbasis<br />
van de tachografen kan bepaald worden;<br />
g) een kabel die de verbinding toelaat tussen de tachograaf en de<br />
opnemer langs buiten zonder gebruik te maken van de bestaande<br />
installatie;<br />
h) een kaartsysteem bestemd voor het klasseren en het bewaren van<br />
de werkdocumenten naar het model bepaald door de Minister of zijn<br />
afgevaardigde.<br />
i) een bijgehouden technische documentatie.<br />
II. Ten aanzien van de installatie in het voertuig :<br />
de uitrustingen waarvan sprake in de punten A.II.a) tot A.II.l).<br />
De in de punten A.II. a), b), c), e) en f) genoemd materiaal of uitrusting<br />
of gedeelte ervan is niet vereist wanneer de installateur gebruik maakt<br />
van een geschikte proefbank, die toelaat dezelfde prestaties met een<br />
even grote nauwkeurigheid te leveren.<br />
D. SPECIFIEKE BEPALINGEN BETREFFENDE DE ERKENNING<br />
ALS HERSTELLER VAN DIGITALE TACHOGRAFEN<br />
De erkenning in de hoedanigheid van hersteller van tachografen is<br />
onderworpen aan het bezit, op het tijdstip van de indiening van het<br />
verzoek, van de volgende uitrusting :<br />
a) een proper lokaal voor de technische behandelingen. Dit lokaal<br />
wordt afgesloten door vaste wanden en een deur die op slot kan. Dit<br />
lokaal is slechts toegankelijk voor de erkende herstellers van de<br />
werkplaats. Bovendien moet het lokaal uitgerust zijn met een kast of<br />
een brandkast die op slot kunnen, met het oog op de bewaring van het<br />
verzegelingsgereedschap, de werkplaatskaarten, alle documenten betreffende<br />
de activiteit en de technische behandelingen en de informaticadragers<br />
betreffende de overgebrachte gegevens, met uitsluiting van de<br />
back-ups;<br />
b) een computer waarvan de kenmerken aangepast zijn aan de<br />
geactualiseerde informaticatoepassingen van de tachograaf;<br />
c) een proefbank voor de tachograaf;<br />
d) een technische uitrusting voor de indienststelling, de programmering<br />
en de overbrenging van de gegevens van de tachografen;<br />
e) een toestel waarmede ogenblikkelijk de afwijking van de tijdbasis<br />
van de tachografen kan bepaald worden;<br />
f) de technische handboeken en de gebruiksaanwijzingen van de<br />
tachograaf;
g) un fichier destiné au classement et à la conservation des<br />
documents de travail conformes au modèle défini par le Ministre ou<br />
son délégué. Ces documents sont établis pour chaque tachygraphe et se<br />
rapportent à l’ensemble des essais effectués lors d’une réparation ou<br />
d’un contrôle;<br />
h) l’équipement nécessaire à l’exécution des réparations;<br />
i) un stock de pièces d’origine;<br />
j) l’outillage de scellement interne des tachygraphes;<br />
k) une documentation technique à jour.<br />
Vu pour être annexé à Notre arrêté du 14 juillet 2005 portant<br />
exécution du règlement (CEE) n° 3821/85 du 20 décembre 1985<br />
concernant l’appareil de contrôle dans le domaine des transports par<br />
route.<br />
ALBERT<br />
Par le Roi :<br />
Le Ministre de la Mobilité,<br />
R. LANDUYT<br />
Le Ministre de l’Economie et Energie,<br />
M. VERWILGHEN<br />
Annexe III<br />
AGREMENT DES INSTALLATEURS OU REPARATEURS LIMITE<br />
AUX TACHYGRAPHES ANALOGIQUES<br />
§ 1 er . Les personnes physiques ou morales qui effectuent dans leurs<br />
locaux les opérations d’installation, de contrôle de l’exactitude ou de<br />
réparation sont agréées comme installateur en ce qui concerne l’installation<br />
et le contrôle de l’exactitude, comme réparateur en ce qui<br />
concerne la réparation.<br />
§ 2. Les conditions auxquelles doivent satisfaire les personnes<br />
physiques ou morales pour obtenir un agrément sont fixées à<br />
l’annexe II.<br />
§ 3. Toute demande d’agrément en tant qu’installateur ou réparateur<br />
de tachygraphes est adressée à l’Administration.<br />
§ 4. Le contrôle de la capacité professionnelle et technique du<br />
demandeur de même que la vérification de la possession de l’équipement<br />
nécessaire sont effectués chez le demandeur par des agents du<br />
Service public fédéral Mobilité et Transports habilités à cet effet par le<br />
Ministre ou son délégué. Ces agents établissent un rapport circonstancié<br />
des constatations faites.<br />
§ 5. L’agrément est accordé ou refusé par le Ministre ou son délégué<br />
sur base du rapport visé au paragraphe 4.<br />
§ 6. Le Ministre ou son délégué attribue à tout installateur ou<br />
réparateur agréé une marque d’identification à reproduire sur tous les<br />
scellements qu’il effectue. Cette marque est composée de deux parties<br />
distinctes :<br />
Pour un installateur :<br />
— les lettres « BA »;<br />
— un numéro attribué par l’Administration.<br />
Pour un réparateur :<br />
— les lettres « BB »;<br />
— un numéro attribué par l’Administration.<br />
§ 7. Un document de travail est rédigé chaque fois qu’un tachygraphe<br />
est installé, réparé ou contrôlé sur son exactitude. Ce document est<br />
conservé dans un classement approprié pendant une durée de sept ans.<br />
Les modèles des documents mentionnés ci-dessus et des annexes à y<br />
joindre sont établis par le Ministre ou son délégué.<br />
§ 8. Les agents du Service public fédéral Mobilité et Transports<br />
habilités à cet effet peuvent procéder à tout moment et à tout endroit au<br />
contrôle des ateliers agréés.<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
g) een kaartsysteem bestemd voor het klasseren en het bewaren van<br />
de werkdocumenten naar het model bepaald door de Minister of zijn<br />
afgevaardigde. Deze documenten worden voor elke tachograaf opgemaakt<br />
en omvatten al de proeven die werden uitgevoerd bij een<br />
herstelling of een controle;<br />
h) de nodige uitrusting voor het uitvoeren van de herstellingen;<br />
i) een voorraad oorspronkelijke onderdelen;<br />
j) het gereedschap voor de inwendige verzegeling van de tachografen;<br />
k) een bijgehouden technische documentatie.<br />
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 14 juli 2005<br />
houdende uitvoering van de Verordening (EEG) nr. 3821/85 van<br />
20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer.<br />
ALBERT<br />
Van Koningswege :<br />
De Minister van Mobiliteit,<br />
R. LANDUYT<br />
De Minister van Economie en Energie,<br />
M. VERWILGHEN<br />
Bijlage III<br />
33201<br />
ERKENNING VAN DE INSTALLATEURS OF HERSTELLERS DIE<br />
ZICH TOT ANALOGE TACHOGRAFEN BEPERKEN<br />
§ 1. De natuurlijke personen of rechtspersonen die de installatie, de<br />
controle van de meetnauwkeurigheid of de herstelling in hun lokalen<br />
uitvoeren, zijn erkend als installateur, wat de installatie en de controle<br />
van de meetnauwkeurigheid van de apparaten betreft en als hersteller,<br />
wat de herstellingen betreft.<br />
§ 2. De voorwaarden waaraan de natuurlijke personen of rechtspersonen<br />
moeten voldoen om te worden erkend, zijn bepaald in bijlage II.<br />
§ 3. Iedere aanvraag om erkenning als installateur of hersteller van<br />
tachografen wordt gericht aan de Administratie.<br />
§ 4. Door de Minister of zijn afgevaardigde gemachtigde ambtenaren<br />
van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer gaan bij de<br />
aanvrager na of hij de vereiste beroepsbekwaamheid en technische<br />
vaardigheid bezit en over de nodige uitrusting beschikt. Deze ambtenaren<br />
stellen een omstandig verslag op over de gedane vaststellingen.<br />
§ 5. De erkenning wordt verleend of geweigerd door de Minister of<br />
zijn afgevaardigde op basis van het verslag zoals vermeld in paragraaf<br />
4.<br />
§ 6. De Minister of zijn afgevaardigde wijst aan ieder erkend<br />
installateur of hersteller een identificatiemerk toe dat hij op alle<br />
verzegelingen moet aanbrengen. Dit merk bestaat uit twee onderscheiden<br />
delen :<br />
Voor een installateur :<br />
— de letters « BA »;<br />
— een door de Administratie toegekend nummer.<br />
Voor een hersteller :<br />
— de letters « BB »;<br />
— een door de Administratie toegekend nummer.<br />
§ 7. Een werkdocument wordt opgemaakt telkens een tachograaf<br />
geïnstalleerd, hersteld of op zijn meetnauwkeurigheid gecontroleerd<br />
wordt. Dit document wordt bewaard in een passend klassement voor<br />
een periode van zeven jaar.<br />
De modellen van de bovengenoemde documenten en de erbij te<br />
voegen bijlagen worden bepaald door de Minister of zijn afgevaardigde.<br />
§ 8. De hiertoe gemachtigde ambtenaren van de Federale Overheidsdienst<br />
Mobiliteit en Vervoer kunnen te allen tijde en overal de erkende<br />
werkplaatsen controleren.
33202 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Le Roi peut agréer, aux conditions fixées à l’annexe VI, des<br />
organismes compétents pour effectuer les contrôles visés à l’alinéa 1 er .<br />
Ces organismes sont indépendants de la fabrication, de l’importation<br />
ou de la commercialisation des tachygraphes.<br />
§ 9. L’agrément peut être retiré lorsqu’une installation, un contrôle de<br />
l’exactitude ou une réparation n’a pas été effectué conformément aux<br />
prescriptions du règlement.<br />
L’agrément comme installateur ou réparateur peut également être<br />
retiré lorsqu’il est constaté conformément à l’article 14, que les<br />
conditions pour l’installation et la réparation des tachygraphes ne sont<br />
plus remplies.<br />
§ 10. Le refus d’agrément ou le retrait de celui-ci est motivé et notifié<br />
à l’intéressé par lettre recommandée à la poste.<br />
Dans les trente jours de la notification du refus ou du retrait de<br />
l’agrément, l’intéressé peut introduire un recours auprès du Ministre,<br />
par lettre recommandée à la poste.<br />
Le Ministre statue par décision motivée, dans les trente jours de<br />
l’envoi de la lettre, l’intéressé ou son mandataire sont éventuellement<br />
entendus.<br />
Le recours n’est pas suspensif.<br />
§ 11. Tout installateur ou réparateur qui cesse ses activités en informe<br />
immédiatement l’Administration.<br />
§ 12. Un membre au moins du personnel affecté àl’installation ou à<br />
la réparation des tachygraphes a reçu une formation de base ainsi qu’un<br />
recyclage tous les trois ans.<br />
Toute modification du personnel ainsi qualifié est immédiatement<br />
notifiée à l’Administration, avec mention de la date à laquelle le<br />
changement a eu lieu.<br />
§ 13. Les cours de formation et de recyclage reconnus par l’Administration<br />
sont dispensés dans des locaux spécifiques par des organismes<br />
de formation.<br />
§ 14. Tout installateur ou réparateur qui cesse ses activités en informe<br />
immédiatement l’Administration.<br />
§ 15. Afin d’assurer une application égale des prescriptions du<br />
règlement, le Ministre ou son délégué établit des instructions en ce qui<br />
concerne l’installation, la réparation et le contrôle du tachygraphe et de<br />
l’installation dans son ensemble.<br />
§ 16. La plaquette d’installation porte les mentions suivantes :<br />
— nom, adresse et numéro d’agrément de l’installateur;<br />
— le numéro d’homologation du tachygraphe;<br />
— la pression des pneumatiques des roues motrices exprimée en<br />
bars;<br />
— la dimension des pneumatiques des roues motrices;<br />
— la circonférence effective moyenne des pneumatiques des roues<br />
motrices exprimée en millimètres;<br />
— le coefficient caractéristique du véhicule, éventuellement corrigé<br />
(+ 1 %) pour véhicules non carrossés ou tracteurs;<br />
— le rapport du double pont s’il y a lieu;<br />
— le cas échéant, la valeur des pignons de réglage de l’adaptateur;<br />
— la date du relevé du coefficient caractéristique du véhicule et du<br />
mesurage de la circonférence effective des pneus des roues<br />
motrices.<br />
Vu pour être annexé à Notre arrêté du 14 juillet 2005 portant<br />
exécution du règlement (CEE) n° 3821/85 du 20 décembre 1985<br />
concernant l’appareil de contrôle dans le domaine des transports par<br />
route.<br />
ALBERT<br />
Par le Roi :<br />
Le Ministre de la Mobilité,<br />
R. LANDUYT<br />
Le Ministre de l’Economie et Energie,<br />
M. VERWILGHEN<br />
De Koning kan, onder de voorwaarden bepaald in bijlage VI,<br />
bevoegde instellingen erkennen om de in lid 1 bedoelde controles uit te<br />
voeren. Deze instellingen zijn niet betrokken in de fabricatie, de invoer<br />
of het in de handel brengen van tachografen.<br />
§ 9. De erkenning kan worden ingetrokken, wanneer een installatie,<br />
een controle van de meetnauwkeurigheid of een herstelling niet<br />
overeenkomstig de voorschriften van de verordening werd uitgevoerd.<br />
De erkenning als installateur of hersteller kan ook worden ingetrokken<br />
wanneer bij toepassing van artikel 14, wordt vastgesteld dat niet<br />
meer voldaan is aan de voorwaarden voor het installeren of herstellen<br />
van tachografen.<br />
§ 10. De weigering tot erkenning of de intrekking ervan wordt met<br />
redenen omkleed en aan de betrokkene betekend bij een ter post<br />
aangetekende brief.<br />
Binnen de dertig dagen na de kennisgeving van de weigering of de<br />
intrekking van de erkenning, kan de betrokkene bij een ter post<br />
aangetekende brief beroep aantekenen bij de Minister.<br />
De Minister doet bij een met redenen omklede beslissing uitspraak<br />
binnen de dertig dagen na de verzending van de brief, eventueel na de<br />
betrokkene of zijn gevolmachtigde te hebben gehoord.<br />
Het beroep heeft geen schorsende kracht.<br />
§ 11. Ieder installateur of hersteller die zijn werkzaamheden stopzet,<br />
geeft daarvan onmiddellijk kennis aan de Administratie.<br />
§ 12. Tenminste één personeelslid dat met de installatie of met de<br />
herstelling van tachografen belast is, heeft een basisopleiding gevolgd,<br />
alsook een vervolmakingcursus om de drie jaar.<br />
Iedere wijziging van het aldus gekwalificeerd personeel wordt<br />
onmiddellijk ter kennis gebracht van de Administratie, met vermelding<br />
van de datum waarop deze wijziging heeft plaatsgehad.<br />
§ 13. De door de Administratie goedgekeurde opleidings- en<br />
vervolmakingcursussen worden in specifieke lokalen door de opleidingsinstellingen<br />
verstrekt.<br />
§ 14. Ieder installateur of hersteller die zijn werkzaamheden stopzet,<br />
geeft daarvan onmiddellijk kennis aan de Administratie.<br />
§ 15. Teneinde de gelijkvormige toepassing van de voorschriften van<br />
dit besluit te verzekeren, stelt de Minister of zijn afgevaardigde<br />
instructies op i.v.m. de installatie, de herstelling en de controle van de<br />
tachograaf en de installatie in haar geheel.<br />
§ 16. Op het installatieplaatje staan de volgende vermeldingen :<br />
— naam, adres en erkenningsnummer van de installateur;<br />
— het goedkeuringsnummer van de tachograaf;<br />
— de bandendruk van de aangedreven wielen uitgedrukt in bar;<br />
— de bandenmaat van de aangedreven wielen;<br />
— de gemiddelde effectieve omtrek van de banden van de aangedreven<br />
wielen uitgedrukt in mm;<br />
— de eventueel verbeterde (+ 1%), kenmerkende coëfficiënt van het<br />
voertuig voor voertuigen niet voorzien van carrosserie of<br />
trekkers;<br />
— indien van toepassing, de dubbele brugoverbrenging;<br />
— indien van toepassing, de waarden van de tandraderen voor het<br />
regelen van het aanpassingsorgaan;<br />
— de datum waarop de kenmerkende coëfficiënt van het voertuig<br />
en de effectieve omtrek van de banden van de aangedreven<br />
wielen gemeten is.<br />
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 14 juli 2005<br />
houdende uitvoering van de Verordening (EEG) nr. 3821/85 van<br />
20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer.<br />
ALBERT<br />
Van Koningswege :<br />
De Minister van Mobiliteit,<br />
R. LANDUYT<br />
De Minister van Economie en Energie,<br />
M. VERWILGHEN
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
33203
33204 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD
Vu pour être annexé à Notre arrêté du 14 juillet 2005 portant<br />
exécution du règlement (CEE) n° 3821/85 du 20 décembre 1985<br />
concernant l’appareil de contrôle dans le domaine des transports par<br />
route.<br />
ALBERT<br />
Par le Roi :<br />
Le Ministre de la Mobilité,<br />
R. LANDUYT<br />
Le Ministre de l’Economie et Energie,<br />
M. VERWILGHEN<br />
Annexe V<br />
MONTANTS DES REDEVANCES A PERCEVOIR POUR L’AGRE-<br />
MENT DES INSTALLATEURS ET REPARATEURS.<br />
L’agrément comme installateur ou réparateur de tachygraphes donne<br />
lieu à une redevance dont le montant est fixé à:<br />
— 250 euros pour l’examen en vue de l’agrément comme installateur;<br />
— 200 euros pour l’extension de l’agrément d’installateur au<br />
tachygraphe digital;<br />
— 150 euros pour l’examen en vue de l’agrément comme réparateur;<br />
— 100 euros pour l’extension de l’agrément de réparateur au<br />
tachygraphe digital;<br />
— 25 euros pour la délivrance de tout certificat d’agrément.<br />
Vu pour être annexé à Notre arrêté du 14 juillet 2005 portant<br />
exécution du règlement (CEE) n° 3821/85 du 20 décembre 1985<br />
concernant l’appareil de contrôle dans le domaine des transports par<br />
route.<br />
ALBERT<br />
Par le Roi :<br />
Le Ministre de la Mobilité,<br />
R. LANDUYT<br />
Le Ministre de l’Economie et Energie,<br />
M. VERWILGHEN<br />
Annexe VI<br />
CONDITIONS D’AGREMENT DES ORGANISMES DE CONTROLE<br />
DES ATELIERS AGREES POUR L’INSTALLATION ET LA REPARA-<br />
TION DES TACHYGRAPHES.<br />
La présente annexe définit les conditions dans lesquelles des<br />
organismes peuvent recevoir du Ministre ou son délégué un agrément<br />
pour effectuer le contrôle des installateurs et réparateurs de tachygraphes<br />
agréés ainsi que la vérification et l’étalonnage des appareils<br />
utilisés par ceux-ci.<br />
1. Un organisme qui sollicite l’agrément prévu à l’article 14 introduit<br />
auprès du Ministre ou son délégué une demande comprenant :<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
— les statuts de l’organisme ainsi que les noms des gérants ou<br />
administrateurs;<br />
— l’identité de la ou des personnes physiques désignées par ledit<br />
organisme pour effectuer les contrôles, vérifications et étalonnages;<br />
— les pièces démontrant que les conditions requises au point 2 sont<br />
remplies.<br />
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 14 juli 2005<br />
houdende uitvoering van de Verordening (EEG) nr. 3821/85 van<br />
20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer.<br />
ALBERT<br />
Van Koningswege :<br />
De Minister van Mobiliteit,<br />
R. LANDUYT<br />
De Minister van Economie en Energie,<br />
M. VERWILGHEN<br />
Bijlage V<br />
BEDRAGEN VAN DE RETRIBUTIES VOOR DE ERKENNING<br />
VAN INSTALLATEURS EN HERSTELLERS<br />
De erkenning als installateur of hersteller van tachografen is<br />
onderworpen aan een retributie waarvan het bedrag bepaald is op :<br />
— 250 euro voor het onderzoek met het oog op de erkenning als<br />
installateur;<br />
— 200 euro voor de uitbreiding van de erkenning als installateur tot<br />
de digitale tachograaf;<br />
— 150 euro voor het onderzoek met het oog op de erkenning als<br />
hersteller;<br />
— 100 euro voor de uitbreiding van de erkenning als hersteller tot<br />
de digitale tachograaf;<br />
— 25 euro voor de afgifte van elk erkenningscertificaat.<br />
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 14 juli 2005<br />
houdende uitvoering van de Verordening (EEG) nr. 3821/85 van<br />
20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer.<br />
ALBERT<br />
Van Koningswege :<br />
De Minister van Mobiliteit,<br />
R. LANDUYT<br />
De Minister van Economie en Energie,<br />
M. VERWILGHEN<br />
Bijlage VI<br />
33205<br />
ERKENNINGSVOORWAARDEN VOOR DE CONTROLE-<br />
INSTELLINGEN VAN DE ERKENDE WERKPLAATSEN VOOR<br />
HET INSTALLEREN EN HERSTELLEN VAN TACHOGRAFEN<br />
Deze bijlage bepaalt de voorwaarden waarop instellingen van de<br />
Minister of zijn gemachtigde een erkenning kunnen krijgen om de<br />
controle te verrichten bij de erkende installateurs en herstellers van<br />
tachografen, alsook de verificatie en de ijking van de apparaten die zij<br />
gebruiken.<br />
1. Een instelling die de in artikel 14 bedoelde erkenning aanvraagt,<br />
dient bij de Minister of zijn gemachtigde een aanvraag in met opgave<br />
van :<br />
— de statuten van de instelling alsook de namen van de zaakvoerders<br />
of bestuurders;<br />
— de identiteit van de natuurlijke persoon of personen die door<br />
genoemde instelling aangesteld werd(en) om de controles,<br />
verificaties en ijkingen te verrichten;<br />
— de stukken waarbij aangetoond wordt dat aan de in punt 2<br />
vereiste voorwaarden voldaan is.
33206 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
2. Pour obtenir l’agréation, le demandeur doit :<br />
a) Etablir qu’il :<br />
— dispose de locaux adéquats, du matériel approprié et de la<br />
documentation technique nécessaires pour exécuter la vérification<br />
ou l’étalonnage des appareils utilisés par les installateurs et<br />
réparateurs de tachygraphes;<br />
— dispose du personnel technique en nombre suffisant pour<br />
effectuer les contrôles et en assurer la continuité. Le personnel<br />
doit posséder la formation, les aptitudes, les connaissances ainsi<br />
que l’expérience nécessaire à l’exécution des fonctions dont il est<br />
chargé;<br />
— respecte les conditions reprises à la norme ISO 17025;<br />
b) s’engager à :<br />
— autoriser, à tout moment, l’accès des locaux concernés par<br />
l’activité en cause aux agents de l’Administration;<br />
— communiquer aux agents de l’Administration tous les renseignements<br />
relatifs aux méthodes et aux techniques mises en œuvre;<br />
— faire étalonner ses étalons afind’assurer la traçabilité aux étalons<br />
nationaux.<br />
3. Le Directeur de l’organisme agréé et les personnes chargées des<br />
missions ne peuvent être ni directement ni indirectement intéressés<br />
dans une société s’occupant de la fabrication ou la commercialisation<br />
des tachygraphes.<br />
4. La demande d’agréation fait l’objet d’un examen au terme duquel<br />
l’agrément est délivré pour une période d’une année reconduite<br />
tacitement ou refusé.<br />
5. Le maintien de l’agrément de l’organisme est subordonné àla<br />
production, chaque année, d’un rapport d’activité avant le 31 janvier de<br />
l’année suivante au Ministre ou son délégué. Ce rapport comprend<br />
notamment la liste des établissements ayant fait l’objet d’un contrôle,<br />
une présentation statistique des résultats de ces contrôles précisant les<br />
conformités et les non-conformités à la réglementation.<br />
6. Les organismes qui sollicitent l’agrément s’engagent à effectuer un<br />
contrôle annuel portant sur les points suivants :<br />
— présence et état du matériel et infrastructure requis à l’annexe II;<br />
— présence des cartes d’atelier;<br />
— validité des certificats de vérification et d’étalonnage des appareils;<br />
— validité des attestations de formion ou de recyclage;<br />
- les fiches de travail;<br />
- les fichiers informatiques.<br />
7. Ces organismes sont à même de procéder, à la demande de l’atelier<br />
agréé, à la vérification ou à l’étalonnage des appareils sur place ou dans<br />
leurs locaux.<br />
2. Om de erkenning te verkrijgen moet de aanvrager :<br />
a) Aantonen dat hij :<br />
— over adequate ruimten, het aangepaste materieel en de technische<br />
documentatie beschikt nodig om de verificatie of de ijking<br />
uit te voeren van de apparaten die door de installateurs en<br />
herstellers van tachografen gebruikt worden;<br />
— over voldoende technisch personeel beschikt om de controles te<br />
verrichten en de continuïteit ervan te waarborgen. Het personeel<br />
moet de nodige opleiding, bekwaamheid, kennis en ervaring<br />
hebben voor het uitvoeren van de functies waarmee het belast is;<br />
— voldoet aan de voorwaarden van ISO 17025;<br />
b) zich ertoe verbinden om:<br />
— de ambtenaren van de Administratie op elk ogenblik toegang te<br />
verlenen tot de betrokken bedrijfsruimten;<br />
— de ambtenaren van de Administratie alle gegevens betreffende<br />
de aangewende methodes en technieken mee te delen;<br />
— zijn meetstandaarden te laten kalibreren ter wille van de<br />
traceerbaarheid voor de nationale meetstandaarden.<br />
3. De directeur van de erkende instelling en de met de opdrachten<br />
belaste personen mogen rechtstreeks noch onrechtstreeks belang hebben<br />
bij een vennootschap die bedrijvig is in de vervaardiging van of het<br />
in de handel brengen van tachografen.<br />
4. De erkenningsaanvraag wordt onderzocht, waarna de erkenning<br />
wordt verleend voor een stilzwijgend verlengde periode van één jaar of<br />
wordt geweigerd.<br />
5. Het behoud van de erkenning van de instelling is onderworpen<br />
aan het jaarlijks indienen van een activiteitenverslag vóór 31 januari van<br />
het volgend jaar bij de Minister of zijn gemachtigde. Dit verslag omvat<br />
onder meer de lijst van de gecontroleerde instellingen, een statistische<br />
presentatie van de resultaten van die controles met vermelding van wat<br />
conform en wat niet conform de reglementering is.<br />
6. De instellingen die de erkenning aanvragen, verbinden zich ertoe<br />
om een jaarlijkse controle te verrichten op de volgende punten :<br />
— aanwezigheid en staat van materieel en infrastructuur vereist in<br />
de bijlage II;<br />
— aanwezigheid van de werkplaatskaarten;<br />
— geldigheid van de verificatie- en ijkingscertificaten van de<br />
apparaten;<br />
— geldigheid van de opleidings- of vervolmakingsattesten;<br />
— de werkfiches;<br />
— de computerbestanden.<br />
7. Deze instellingen kunnen op verzoek van de erkende werkplaats<br />
de apparaten ter plaatse of in hun ruimten verifiëren of ijken.
8. L’organisme qui demande l’agrément doit s’engager à remettre à<br />
chaque établissement contrôlé, à l’issue du contrôle, un rapport<br />
mentionnant les résultats du contrôle, ses conclusions quant à la<br />
conformité de l’atelier agréé aux règles de l’art prévalant en matière<br />
d’installation ou de réparation des tachygraphes, le cas échéant, les<br />
améliorations et corrections qui s’imposent. Une copie du rapport de<br />
contrôle est systématiquement transmise à la l’Administration. Le<br />
modèle du rapport de contrôle est préalablement soumis à l’accord de<br />
l’Administration.<br />
9. Lorsque le contrôle fait apparaître une ou plusieurs nonconformités<br />
majeures, l’organisme agréé en informe expressément<br />
l’Administration.<br />
10. Les contrôles qui ne seraient pas réalisés conformément aux<br />
dispositions reprises dans la présente annexe, des défaillances répétées<br />
dans la qualité de ceux-ci ou l’absence de notifications immédiates des<br />
constats visés au point 9. peuvent conduire au retrait de l’agrément de<br />
l’organisme.<br />
Vu pour être annexé à Notre arrêté du 14 juillet 2005 portant<br />
exécution du règlement (CEE) n° 3821/85 du 20 décembre 1985<br />
concernant l’appareil de contrôle dans le domaine des transports par<br />
route.<br />
ALBERT<br />
Par le Roi :<br />
Le Ministre de la Mobilité,<br />
R. LANDUYT<br />
Le Ministre de l’Economie et Energie,<br />
M. VERWILGHEN<br />
Annexe VII<br />
MONTANTS DES REDEVANCES A PERCEVOIR<br />
POUR L’OBTENTION DES CARTES TACHYGRAPHIQUES<br />
La délivrance des cartes tachygraphiques, dont question à l’article 16<br />
§ 1 er , donne lieu à une redevance dont le montant est fixé à:<br />
— 61 euros pour une carte conducteur;<br />
— 121 euros pour une carte d’entreprise;<br />
— 181 euros pour une carte d’atelier.<br />
La carte de contrôleur est délivrée gratuitement.<br />
Vu pour être annexé à Notre arrêté du 14 juillet 2005 portant<br />
exécution du règlement (CEE) n° 3821/85 du 20 décembre 1985<br />
concernant l’appareil de contrôle dans le domaine des transports par<br />
route.<br />
ALBERT<br />
Par le Roi :<br />
Le Ministre de la Mobilité,<br />
R. LANDUYT<br />
Le Ministre de l’Economie et Energie,<br />
M. VERWILGHEN<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
8. De instelling die de erkenning aanvraagt, verbindt zich ertoe om<br />
na afloop van de controle aan iedere gecontroleerde onderneming een<br />
rapport met de controleresultaten te overhandigen, evenals haar<br />
besluiten betreffende de conformiteit van de erkende werkplaats aan de<br />
geldende regels voor de installatie en herstelling van tachografen, met<br />
eventueel de nodige verbeteringen en correcties die zich opdringen.<br />
Een kopie van het controlerapport wordt systematisch overgezonden<br />
aan de Administratie. Het model van het controlerapport wordt vooraf<br />
voor akkoord ter goedkeuring voorgelegd aan de Administratie.<br />
9. Wanneer de controle één of meer ernstige non-conformiteiten aan<br />
het licht brengt, stelt de erkende instelling de Administratie daarvan<br />
uitdrukkelijk in kennis.<br />
10. Controles die niet overeenkomstig de bepalingen in deze bijlage<br />
zouden gebeuren, herhaalde kwaliteitsgebreken in de controles of het<br />
niet onmiddellijk kennis geven van de in punt 9. bedoelde vaststellingen<br />
kunnen de intrekking van de erkenning van de instelling tot gevolg<br />
hebben.<br />
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 14 juli 2005<br />
houdende uitvoering van de Verordening (EEG) nr. 3821/85 van<br />
20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer.<br />
ALBERT<br />
Van Koningswege :<br />
De Minister van Mobiliteit,<br />
R. LANDUYT<br />
De Minister van Economie en Energie,<br />
M. VERWILGHEN<br />
Bijlage VII<br />
BEDRAGEN VAN DE RETRIBUTIES<br />
VOOR DE AFLEVERING VAN TACHOGRAAFKAARTEN<br />
De aflevering van tachograafkaarten, bedoeld in artikel 16, § 1,<br />
gebeurt nabetaling van volgende bedragen :<br />
— 61 euro voor een bestuurderskaart;<br />
— 121 euro voor een bedrijfskaart;<br />
— 181 euro voor een werkplaatskaart.<br />
De kontrolekaart wordt gratis afgeleverd.<br />
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 14 juli 2005<br />
houdende uitvoering van de Verordening (EEG) nr. 3821/85 van<br />
20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer.<br />
ALBERT<br />
Van Koningswege :<br />
De Minister van Mobiliteit,<br />
R. LANDUYT<br />
De Minister van Economie en Energie,<br />
M. VERWILGHEN<br />
33207
33208 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
33209
33210 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
33211
33212 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
33213
33214 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
33215
33216 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
33217
33218 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
33219
33220 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
33221
33222 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
33223
33224 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
33225
33226 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
33227
33228 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Vu pour être annexé à Notre arrêté du 14 juillet 2005 portant<br />
exécution du règlement (CEE) n° 3821/85 du 20 décembre 1985<br />
concernant l’appareil de contrôle dans le domaine des transports par<br />
route.<br />
ALBERT<br />
Par le Roi :<br />
Le Ministre de la Mobilité,<br />
R. LANDUYT<br />
Le Ministre de l’Economie et Energie,<br />
M. VERWILGHEN<br />
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 14 juli 2005<br />
houdende uitvoering van de Verordening (EEG) nr. 3821/85 van<br />
20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer.<br />
ALBERT<br />
Van Koningswege :<br />
De Minister van Mobiliteit,<br />
R. LANDUYT<br />
De Minister van Economie en Energie,<br />
M. VERWILGHEN
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION<br />
GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN<br />
GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN<br />
VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE<br />
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP<br />
N. 2005 — 1796<br />
[C − 2005/35838]<br />
27 MEI 2005. — Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden en de regels<br />
inzake de toekenning van subsidies voor activiteiten ter bevordering van de uitvoer<br />
VERSLAG AAN DE VLAAMSE REGERING<br />
Dames en heren,<br />
1. ALGEMENE SITUERING<br />
Sinds de regionalisering van de Buitenlandse Handel in 1991 is Vlaanderen bevoegd voor het verlenen van<br />
financiële steun aan Vlaamse ondernemingen en bedrijfsgroeperingen, met dien verstande dat Export Vlaanderen enkel<br />
initiatieven met een exportbevorderend karakter kan ondersteunen.<br />
Conform het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd<br />
agentschap ’Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen’ (in het Engels ’<strong>Flanders</strong> <strong>Investment</strong> and <strong>Trade</strong>’,<br />
afgekort FIT), en meer bepaald op basis van artikel 5, § 1, 5°, en artikel 6, § 2, 2°, van dit decreet, behoort het tot de<br />
opdracht van FIT om financiële stimuli, waarborgen en subsidies toe te kennen ter bevordering van het internationaal<br />
ondernemen.<br />
De creatie van FIT verruimt de opdracht tot het internationaal ondernemen ingevolge het samenbrengen van<br />
Export Vlaanderen en de Dienst Investeren in Vlaanderen. Artikel 4 van bovenvermeld decreet bepaalt de missie van<br />
FIT :<br />
« De missie van het Agentschap bestaat erin om, als element in de sociaal-economische ontwikkeling in<br />
Vlaanderen, middels zijn binnen- en buitenlands netwerk het internationaal ondernemen op een duurzame wijze te<br />
bevorderen door het aanbieden van kwalitatief hoogstaande en specifieke diensten aan alle ondernemingen in<br />
Vlaanderen teneinde deze bij alle facetten van het internationaal ondernemen te begeleiden, te ondersteunen en te<br />
stimuleren.<br />
Het Agentschap heeft verder als missie het aantrekken van buitenlandse investeringen in Vlaanderen om een<br />
betekenisvolle bijdrage te leveren tot de internationale ontwikkeling van de Vlaamse economie. »<br />
De momenteel bij Export Vlaanderen van toepassing zijnde regelgeving tot vaststelling van de voorwaarden en de<br />
regels inzake de toekenning van subsidies voor exportbevorderende activiteiten werd goedgekeurd door de Vlaamse<br />
Regering op 30 april 2001 en steunt op de volgende principes :<br />
1. Het doel van financiële tegemoetkomingen is de Vlaamse ondernemingen aan te sporen nieuwe, vooral verre<br />
markten aan te boren, wat de economie en werkgelegenheid van Vlaanderen moet ten goede komen.<br />
2. Export Vlaanderen steunt ondernemingen en bedrijfsgroeperingen die deelnemen aan door haar georganiseerde<br />
acties en helpt hen tevens bij hun individuele initiatieven die ze ondernemen op markten waar geen collectieve acties<br />
worden voorzien.<br />
3. Verkorting en vereenvoudiging van de procedures : de bedrijven moeten snel geholpen worden.<br />
4. Toepassing van uniforme criteria : alle steunpercentages werden op 50 % gebracht.<br />
5. De steun gaat hoofdzakelijk naar ondernemingen die initiatieven ondernemen buiten de Europese Economische<br />
Ruimte (EER). De lid-Staten van de Europese Unie, Noorwegen, Liechtenstein en IJsland vormen samen de EER. De<br />
reden hiervoor ligt in de Europese wetgeving, die bepaalt dat het mededingingsrecht van de EU uitgebreid wordt tot<br />
de EER.<br />
6. De in het besluit opgenomen financiële tegemoetkomingen voor exportbevorderende activiteiten vallen onder<br />
de Europese de minimis-regeling’.<br />
Door de permanente inspanningen van Export Vlaanderen rond de bekendmaking van de mogelijkheden voor het<br />
bekomen van financiële steun, samen met de verhoogde exportdynamiek van de Vlaamse K.M.O.’s, kende de<br />
reglementering van 2001 een bijzonder groot succes. In 2001 werden 1491 dossiers goedgekeurd, 1638 dossiers in 2002<br />
en 2204 dossiers in 2003.<br />
De voorgestelde aanpassingen doen geen afbreuk aan bovenvermelde basisprincipes, doch kaderen in de nieuwe<br />
strategie en in de verruimde opdracht van FIT<br />
2. ONDERNEMINGSCONFERENTIE : UITGANGSPUNTEN VAN HET VERRUIMDE SUBSIDIEBELEID<br />
A. De budgettaire enveloppe waarover Export Vlaanderen beschikt om exportgerichte initiatieven te subsidiëren,<br />
is de laatste jaren quasi ongewijzigd gebleven en bedroeg voor 2004 3,7 miljoen euro als vastleggingen. Teneinde de<br />
taken inzake de bevordering van het internationaal ondernemen te kunnen vervullen en verder uit te bouwen, is bij de<br />
opmaak van het nieuwe voorstel tot besluit uitgegaan van een verhoogde dotatie, zoals aangekondigd tijdens de<br />
ondernemingsconferentie.<br />
De ondernemingsconferentie van 5 december 2003 besliste immers om de financiële steun substantieel te<br />
verhogen :<br />
« Naast een performant agentschap Internationaal Ondernemen, is het eveneens belangrijk dat onze Vlaamse<br />
ondernemingen kunnen beschikken over een aangepast flankerend instrumentarium dat hen stimuleert in hun<br />
internationaal ondernemen.<br />
Daartoe worden de financiële stimuli, zijnde tussenkomsten voor exportgerichte initiatieven van ondernemingen<br />
zoals prospectiereizen, beursdeelnames, oprichting van prospectiekantoren,… verhoogd.<br />
Verder worden de middelen voor het ondersteunen van de financiering van de export van Vlaamse<br />
uitrustingsgoederen opgetrokken.<br />
33229
33230 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Tenslotte wenst de Vlaamse Regering een derde instrument te reactiveren, als ondersteuning van het verkennen<br />
van nieuwe markten, met name het voorzien in rentesubsidies voor de uitvoer van uitrustingsgoederen door Vlaamse<br />
K.M.O.’s. De rentesubsidie past het verschil bij tussen enerzijds de consensusrentevoet zoals bepaald door de OESO en<br />
de marktrentevoet anderzijds. »<br />
Deze nota betreft de eerste maatregel van de ondernemingsconferentie. De beslissing inzake de uitrustingsgoederen<br />
wordt afzonderlijk behandeld en wordt niet geïntegreerd in voorliggend ontwerp van besluit.<br />
De beslissing tot verhoging van de middelen is de gelegenheid bij uitstek om het bestaande stelsel aan te passen<br />
aan de nieuwe evolutie van het internationaal ondernemen en aan de creatie van FIT.<br />
Gelet op de talrijke wijzigingen aan het oorspronkelijke besluit van 20 april 2001 is er gekozen voor een totaal<br />
nieuw ontwerp van besluit.<br />
De Vlaamse Regering verleende op 30 april 2004 een eerste principiële goedkeuring aan het ontwerp van besluit<br />
tot vaststelling van de voorwaarden en de regels inzake de toekenning van subsidies voor activiteiten ter bevordering<br />
van het internationaal ondernemen.<br />
In haar advies van 27 mei 2004 oordeelt de Raad van State dat de rechtsgrond niet in het decreet van 7 mei 2004<br />
tot oprichting van het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen (FIT) kan worden gevonden. Het decreet<br />
van 23 januari 1991 tot oprichting van Export Vlaanderen verleent deze rechtsgrond wel, meer bepaald in de<br />
artikelen 22bis en 23, § 2. De Raad van State vestigt er evenwel de aandacht op dat het decreet van 23 januari 1991 wordt<br />
opgeheven bij artikel 20 van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van FIT. Dit laatste decreet treedt in werking op<br />
een door de Vlaamse Regering te bepalen datum. Zolang de Vlaamse Regering die bevoegdheid niet uitoefent, blijft het<br />
decreet van 23 januari 1991 tot oprichting van Export Vlaanderen van kracht.<br />
Om te vermijden dat het voorgelegde subsidiebesluit geen rechtsgrond heeft, dient de Vlaamse Regering bij het<br />
inwerkingstellen van het decreet tot oprichting van FIT uitdrukkelijk te bepalen dat de artikelen 22bis en 23, § 2, van<br />
het decreet van 23 januari 1991 van kracht blijven. De Raad van State gaat ervan uit dat dit een oplossing is, ten<br />
voorlopige titel, in afwachting dat een deugdelijke, meer op de ontworpen regeling afgestemde rechtsgrond wordt<br />
gecreëerd in het decreet tot oprichting van FIT.<br />
Het ter goedkeuring voorliggend ontwerp is aangepast aan de opmerking van de Raad van State. Het<br />
subsidiebesluit vindt zijn rechtsgrond in het decreet van 23 januari 1991 tot oprichting van Export Vlaanderen. Dit<br />
oprichtingsdecreet maakt echter melding van de bevordering van de uitvoer. Het ontwerpbesluit tot vaststelling van<br />
de voorwaarden en de regels inzake de toekenning van subsidies zal derhalve ook melding maken van de bevordering<br />
van de uitvoer’, ook al is dit niet de terminologie die wordt gebruikt in het decreet tot oprichting van FIT.<br />
B. De nieuwe reglementering bouwt verder op de principes van het besluit van de Vlaamse Regering van<br />
20 april 2001, en besteedt extra aandacht aan enerzijds innovatie en anderzijds administratieve verbeteringen. Volgende<br />
zijn de krachtlijnen van de nieuwe reglementering :<br />
1. het verlenen van financiële tegemoetkomingen kan voortaan ook gebeuren voor meer complexere vormen van<br />
internationaal ondernemen, zoals het sluiten van licentieovereenkomsten, de uitwisseling van technologie, investeringen<br />
met kruisparticipaties, enz.;<br />
2. de creatie van nieuwe instrumenten voor kleinere creatieve en innovatieve bedrijven die zich dikwijls in niches<br />
van high-tech, cultuur-commerciële of niet-georganiseerde sectoren bevinden;<br />
3. de toekenning van uitzonderlijke tegemoetkomingen door de Minister, op voorstel van de gedelegeerd<br />
bestuurder, voor eenmalige initiatieven met een beduidende toegevoegde waarde in Vlaanderen, die een uitzonderlijk<br />
karakter hebben en van uitzonderlijk belang zijn voor de bevordering van de uitvoer;<br />
4. de opdeling van grote verre markten, zoals de VSA, China en India in regio’s zodat volgehouden inspanningen<br />
op nieuwe en grote, veelal verre markten beter kunnen worden ondersteund;<br />
5. de toekenning van subsidies voor inspanningen met het oog op het aantrekken van investeringen of met het oog<br />
op investeringen in het buitenland;<br />
6. administratieve vereenvoudiging door verkorting en vereenvoudiging van de procedures. Alle aanvragen<br />
kunnen voortaan via het internet worden ingediend. Aanvraagtermijnen worden teruggebracht tot maximum<br />
15 kalenderdagen;<br />
7. administratieve vereenvoudiging en transparantie door maximale toepassing van uniforme en beter omschreven<br />
criteria, uitgaande van het begrip toegevoegde waarde voor de Vlaamse economie;<br />
8. verhoging van de effectiviteit van tegemoetkomingen en bestrijding van misbruiken door controle op<br />
resultaatsrapportering, door de invoering van modelverslagen, door de invoering van het principe dat subsidies slechts<br />
worden toegekend indien de aanvrager alle verbintenissen tegenover Export Vlaanderen is nagekomen;<br />
9. verhoging van de efficiëntie van tegemoetkomingen door het wegnemen van te beperkende plafonds, het<br />
verhogen van de toegekende bedragen en het toelaten van combinaties van initiatieven;<br />
10. het wegvallen van de voorwaarde ’nieuwe markt’ bij de subsidiëring van een reis in het kader van een<br />
beursdeelname buiten de EER.<br />
Nieuwe initiatieven opgenomen in het ontwerpbesluit :<br />
A. Voor individuele bedrijven<br />
1. prospectiereizen met het oog op het aantrekken van investeringen in de eigen onderneming in Vlaanderen en<br />
reizen voor investeringen in het buitenland die geen delokalisatie tot gevolg hebben;<br />
2. interne technische opleiding van personeel van een buitenlandse klant ter uitvoering van een afgesloten contract;<br />
3. prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen voor projecten die buiten de<br />
EER plaatsvinden, evenals de aankoop van lastenboeken voor deze projecten;<br />
4. aanmaak van productdocumentatie (inclusief website en cd-rom) en technische vertalingen ter ondersteuning<br />
van exportinspanningen;<br />
5. registratie-, homologatie- en certificatiekosten ter ondersteuning van exportinspanningen;<br />
6. uitnodiging naar Vlaanderen van aankopers en decision makers uit niet-EER landen;<br />
7. huur van een ruimte voor de organisatie van publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries in het<br />
buitenland;<br />
8. kosten van de onderneming die een intrek neemt in een dienstencentrum van Export Vlaanderen;<br />
9. deelname aan nichebeurzen die niet voorkomen in de M&A Messe Planer of MOCI- gids;<br />
10. het optrekken van subsidieplafonds voor deelname aan beurzen binnen en buiten de EER tot respectievelijk<br />
6.000 en 10.000 euro.
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Opmerking : In vergelijking met het besluit van 20 april 2001 valt er voor ondernemingen slechts één initiatief weg,<br />
namelijk de steun voor het volgen van een door de instelling erkend opleidingsprogramma inzake exportaangelegenheden.<br />
De Vlaamse overheid heeft immers de opleidingscheques in het leven geroepen om vorming in de Vlaamse<br />
bedrijven te stimuleren. De opzet van de opleidingscheques is ruimer dan het systeem onder het subsidiebesluit van<br />
20 april 2001, zodat de relevantie van dit initiatief grotendeels wegvalt. Cumulatie van beide is trouwens niet mogelijk.<br />
B. Voor bedrijfsgroeperingen<br />
1. prospectiereizen met het oog op investeringen in Vlaanderen of in het buitenland die bijdragen tot de<br />
ontwikkeling van de vertegenwoordigde sectoren;<br />
2. organisatie van publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries in het buitenland;<br />
3. uitnodiging naar Vlaanderen van decision makers voor sectorgebonden investeringsprojecten;<br />
4. prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen voor projecten die buiten de<br />
EER plaatsvinden;<br />
5. deelname aan niche beurzen die niet voorkomen in de M&A Messe Planer of MOCI- gids.<br />
3. ARTIKELGEWIJZE BESPREKING VAN HET VOORSTEL TOT BESLUIT<br />
HOOFDSTUK I. — Algemene bepalingen<br />
Artikel 1. Er is gekozen voor een algemene definitie van onderneming’, die ook in andere Vlaamse decreten en<br />
besluiten wordt gebruikt. Als definitie van kleine en middelgrote onderneming’ is geopteerd om de Europese richtlijn<br />
inzake werknemersaantal, omzet- en balanstotaal dienaangaande strikt toe te passen. In de loop van 2003 heeft de<br />
Europese Commissie beslist om de drempels voor omzet en balanstotaal op te trekken ingevolge de inflatie en de<br />
toename van de productiviteit.<br />
De nieuwe Europese drempels worden opgenomen in het ontwerp van besluit. Nieuw is dat, naar de geest van de<br />
reglementering en om misbruiken te voorkomen, wordt ingeschreven dat ondernemingen wiens activiteiten<br />
uitgesplitst zijn in verschillende juridische entiteiten door de administratie zullen beschouwd worden als één<br />
onderneming (bijv. exportentiteiten van productiebedrijven), tenzij er een substantiële tewerkstelling is in alle<br />
betrokken entiteiten. Onder substantiële tewerkstelling wordt verstaan : meer dan 10 werknemers per entiteit.<br />
Voorts worden in artikel 1 alle bij dit ontwerpbesluit betrokken partijen gedefinieerd, evenals een aantal termen die<br />
meermaals in het ontwerpbesluit voorkomen en toch enige verduidelijking behoeven.<br />
Onder ’bedrijfsgroepering’ wordt verstaan : een representatieve vereniging van ondernemingen die geen<br />
winstoogmerk heeft en die ten behoeve van de ondernemingen die zij vertegenwoordigt initiatieven organiseert ter<br />
bevordering van de Vlaamse uitvoer. De representativiteit en de exportondersteunende functie worden aangetoond aan<br />
de hand van een meerjarenplan waarin de exportbevorderende activiteiten gedetailleerd worden toegelicht. Om hun<br />
erkenning te behouden moeten de bedrijfsgroeperingen minstens één subsidieerbaar initiatief, als bepaald in artikel 43,<br />
per jaar organiseren.<br />
Onder ’administratie’ wordt verstaan : de dienst binnen Export Vlaanderen die door de gedelegeerd bestuurder<br />
wordt aangewezen om de aanvragen te behandelen of te ontvangen. Deze dienst neemt de aanvraag in ontvangst,<br />
vervolledigt het dossier, vraagt de nodige adviezen op en doet een voorstel van beslissing aan de gedelegeerd<br />
bestuurder.<br />
Onder ’buitenlands netwerk’ moet worden verstaan : de huidige Vlaamse economische vertegenwoordigers en<br />
handelssecretarissen van Export Vlaanderen, alsmede de business development managers van de Dienst Investeren in<br />
Vlaanderen.<br />
Onder ’binnenlands netwerk’ moet worden verstaan : de personeelsleden van Export Vlaanderen in de<br />
verschillende Vlaamse provincies.<br />
Onder ’dienstencentrum’ wordt verstaan : een door Export Vlaanderen tegen kostprijs aan de Vlaamse<br />
ondernemingen ter beschikking gesteld uitgerust kantoor in het buitenland.<br />
Onder ’steun’ wordt verstaan : gelden die conform het besluit worden toegekend ter ondersteuning van de<br />
activiteiten van ondernemingen en bedrijfsgroeperingen ter bevordering van de uitvoer.<br />
Onder ’delokalisatie’ wordt verstaan : de overheveling naar een gastland van de ganse productie of van een<br />
schakel uit de productie- of dienstenketen met overeenstemmende stopzetting of vermindering van activiteit en/of<br />
tewerkstelling in Vlaanderen. Deze definitie werd overgenomen van de studie Delokalisatie van de bedrijven’ van het<br />
Planbureau.<br />
Artikel 2. Dit artikel werd niet gewijzigd. Er wordt wel verduidelijkt hoe de relevante periode in het kader van de<br />
Europese de minimis-regeling moet worden geïnterpreteerd.<br />
HOOFDSTUK II. — Subsidies voor kleine en middelgrote ondernemingen voor initiatieven ter bevordering van de uitvoer<br />
Afdeling I. — Initiatieven die in aanmerking komen voor een subsidie<br />
Artikel 3. In paragraaf 1 van dit artikel worden de initiatieven opgesomd waarvoor kleine en middelgrote<br />
ondernemingen subsidies kunnen ontvangen. De lijst van initiatieven wordt uitgebreid met de volgende initiatieven :<br />
— reizen voor investeringen in het buitenland die geen delokalisatie tot gevolg hebben en reizen om een<br />
investering in de eigen onderneming aan te trekken;<br />
— interne technische opleiding ter uitvoering van een afgesloten contract;<br />
— prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen voor projecten die buiten de<br />
EER plaatsvinden;<br />
— aanmaak van productdocumentatie en technische vertalingen ter ondersteuning van exportinspanningen;<br />
— registratie-, homologatie- en certificatiekosten ter ondersteuning van exportinspanningen;<br />
— uitnodiging naar Vlaanderen van aankopers en decision makers uit niet-EER landen;<br />
— huur van een ruimte voor de organisatie van publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries in<br />
het buitenland;<br />
— kosten van de onderneming die een intrek neemt in een dienstencentrum van Export Vlaanderen.<br />
De subsidies waarvan sprake in dit artikel kunnen slechts worden toegekend en uitbetaald binnen de perken van<br />
de daartoe in de begroting van de Vlaamse Gemeenschap verleende kredieten.<br />
In paragraaf 2 wordt de mogelijkheid geboden aan ondernemingen om gesteund te worden voor eenmalige en<br />
uitzonderlijke initiatieven. Deze uitzonderingsclausule kan slechts toegepast worden ingeval het project voor de<br />
Vlaamse economie belangrijk is. Deze steun kan enkel toegekend worden door de bevoegde minister op voorstel van<br />
de gedelegeerd bestuurder.<br />
33231
33232 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Artikel 4, 1° en 2°. De voorwaarden die stellen dat de initiatieven moeten gericht zijn op landen buiten de EER en<br />
op voor de onderneming nieuwe markten vinden hun oorsprong in de Europese wetgeving inzake subsidiëring van<br />
ondernemingen, en meer bepaald in het mededingingsbeleid van de EU, dat uitgebreid wordt tot de EER.<br />
De in dit besluit opgenomen financiële tegemoetkomingen voor initiatieven ter bevordering van de uitvoer vallen<br />
onder de Europese de minimis-regeling’.<br />
Wijzigingen aan de exportsubsidieregeling moeten worden aangemeld bij de Europese Commissie. De nieuwe<br />
regelgeving moet in overeenstemming zijn met Verordening 69/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende<br />
de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de de minimis-steun.<br />
(1) Er moet worden verzekerd dat het totale steunbedrag dat wordt verstrekt aan een kleine of middelgrote<br />
onderneming het plafond van 100.000 euro over een periode van drie jaar niet zal overschrijden, en als dusdanig het<br />
handelsverkeer tussen de lidstaten niet ongunstig zal beïnvloeden.<br />
(2) Tevens moet worden verzekerd dat de ondersteuning niet rechtstreeks verband houdt met de uitgevoerde<br />
hoeveelheden, de opzet en het functioneren van een distributienet of met lopende uitgaven in verband met<br />
exportactiviteiten.<br />
De initiatieven waarvoor steun wordt verstrekt hebben tot doel drempelverlagend te werken, zodat kleine en<br />
middelgrote ondernemingen nieuwe markten zouden ontwikkelen (bijv. door middel van marktonderzoek, deelname<br />
aan handelsbeurzen, enz.).<br />
Op de regel dat het moet gaan over initiatieven buiten de EER worden volgende uitzonderingen voorzien :<br />
— deelname aan beurzen met een internationale uitstraling;<br />
— prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen voor projecten die buiten de<br />
EER plaatsvinden;<br />
— aanmaak van productdocumentatie en technische vertalingen ter ondersteuning van exportinspanningen;<br />
— registratie-, homologatie- en certificatiekosten ter ondersteuning van exportinspanningen;<br />
— de huur van een ruimte voor de organisatie van publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries<br />
in het buitenland.<br />
Dit zal geen problemen met zich meebrengen omdat een aantal ervan reeds vroeger door de Commissie werden<br />
aanvaard. De voorgestelde aanpassingen zijn de facto uitbreidingen van voordien reeds toegestane subsidieerbare<br />
initiatieven.<br />
In toepassing van de Europese regelgeving die stelt dat enkel steun kan worden verleend voor initiatieven die<br />
bedrijven ondernemen voor de ontwikkeling van nieuwe exportmarkten wordt een nieuwe markt gedefinieerd als een<br />
land waar de onderneming geen of een beperkte afzet realiseert.<br />
In het besluit werd geen procentuele bovengrens ingeschreven voor het begrip « beperkte afzet », vermits dit<br />
nadelig is voor de startende bedrijven. In de praktijk zal de administratie het begrip ″beperkte afzet″ als volgt<br />
interpreteren : een beperkte afzet naar een bepaald land betekent dat de export naar dat land minder dan 5 % van het<br />
totale exportcijfer van de onderneming moet bedragen. De administratie kan echter overwegen om een uitzondering<br />
op dit percentage toe te staan indien uit het dossier duidelijk blijkt dat de betrokken markt voor de aanvrager nog kan<br />
beschouwd worden als een nieuwe markt (bijv. omwille van een proefbestelling of een eenmalige verkoop die meer dan<br />
5 % van het totaal exportcijfer bedraagt). De subsidies hebben tot doel de ondernemingen te helpen bij het zoeken naar<br />
afzetmogelijkheden op nieuwe markten, maar hebben niet als doel het onderhoud van bestaande contacten te steunen.<br />
Voor drie initiatieven werd een uitzondering ingeschreven met betrekking tot het criterium « nieuwe markt »,<br />
namelijk voor :<br />
— deelname aan buitenlandse beurzen met een internationale uitstraling;<br />
— prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen voor projecten die buiten de<br />
EER plaatsvinden;<br />
— de huur van een ruimte voor de organisatie van publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries<br />
in het buitenland.<br />
Artikel 4, 2° geeft de mogelijkheid aan de gedelegeerd bestuurder van Export Vlaanderen om uitgestrekte landen<br />
op te delen in regio’s.<br />
Deze mogelijkheid tot indeling in regio’s in plaats van in landen is noodzakelijk omdat grote landen verschillende<br />
deelmarkten kunnen omvatten die anders moeten worden benaderd. Het verschil van benadering tussen de Westkust<br />
en Oostkust van de VSA, de grote regio’s in China en India, verklaren deze mogelijkheid tot indeling in regio’s.<br />
Indien de bevoegde minister gebruikt maakt van de mogelijkheid om uitgestrekte landen op te delen in regio’s<br />
zullen er door de administratie per aanvrager meerdere reizen per land kunnen gesubsidieerd worden. In voorkomend<br />
geval zal de administratie voor het bepalen van het criterium nieuwe markt’ uitgaan van dezelfde definitie als<br />
hierboven beschreven. Een nieuwe markt blijft gedefinieerd als een land waar de onderneming geen of een beperkte<br />
afzet realiseert.<br />
Artikel 4, 3°. De goederen en/of diensten waarvoor prospectie wordt gedaan, moeten bij de productie, verwerking<br />
of prestatie een duidelijke toegevoegde waarde krijgen in het Vlaamse Gewest.<br />
Er wordt steun verleend aan bedrijven gevestigd in Vlaanderen die :<br />
— initiatieven nemen ter bevordering van de uitvoer van goederen en diensten;<br />
— buitenlandse investeringen aantrekken ter ontwikkeling van het Vlaamse bedrijf;<br />
— investeren in het buitenland met als doel het Vlaamse bedrijf te ontwikkelen.<br />
Enkel initiatieven die een voldoende meerwaarde hebben voor Vlaanderen worden gesteund, zoals het creëren van<br />
bijkomende tewerkstelling (of minstens het behouden van tewerkstelling), technische innovatie, onderzoek en<br />
ontwikkeling, het genereren van export, enz.<br />
De aanvragers bewijzen dat hun exportinspanningen of buitenlandse investeringsplannen voldoende Vlaamse<br />
toegevoegde waarde leveren aan de hand van indicatoren, zoals bedrijfsstructuur (aantal ontwerpers, arbeiders),<br />
kostenstructuur, binnenkomende en uitgaande facturen (bijv. verhouding van de buitenlandse productiekosten t.o.v. de<br />
verkoopprijs), omzet (verhouding verkoop binnenland/buitenland), nieuwe investeringen in innovatie of onderzoek,<br />
enz.
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
De gedelegeerd bestuurder beslist bij twijfel over het ingediende bewijsmateriaal en over de toereikende Vlaamse<br />
toegevoegde waarde.<br />
Prospectie wordt gedefinieerd als het zoeken naar afzetopportuniteiten voor de goederen en/of diensten van de<br />
aanvrager, bijv. door het leggen van contacten met nieuwe potentiële klanten, verdelers, agenten. Onder prospectie<br />
wordt niet verstaan (niet limitatieve opsomming) :<br />
— het onderhouden van bestaande klanten. Een bestaande klant is een klant waar het aanvragende bedrijf tijdens<br />
het lopende en het voorafgaande boekjaar facturatie mee gehad heeft;<br />
— het bezoeken van agenten of verdelers waarmee al een overeenkomst werd bereikt;<br />
— het ontwikkelen van een algemeen marktonderzoek in het buitenland;<br />
— het presteren van diensten ter plaatse.<br />
Investeringen mogen geen delokalisatie van het Vlaamse bedrijf tot gevolg hebben. Het is ook niet de intentie van<br />
de Vlaamse overheid om actief deel te nemen aan een mogelijke verplaatsing van controle over de Vlaamse bedrijven<br />
naar het buitenland. Investeringen die in aanmerking worden genomen zijn (niet-limitatieve opsomming) :<br />
— het opzetten van een dochteronderneming in het buitenland;<br />
— de participatie in een joint venture in het binnen- of buitenland;<br />
— het opzetten van samenwerkingsverbanden of partnerships met buitenlandse bedrijven;<br />
— acquisities van buitenlandse bedrijven;<br />
— kapitaalinbreng of inbreng van roerende en onroerende goederen door een buitenlandse partner/financierder.<br />
Investeringen die niet in aanmerking komen zijn (niet-limitatieve opsomming) :<br />
— fusies;<br />
— overname van aandelen door een buitenlandse partner/financierder.<br />
Artikel 4, 4°. Het algemene principe dat men voor eenzelfde kost geen tweemaal kan worden gesteund, wordt<br />
ingeschreven.<br />
Artikel 4, 5°. De voorwaarde « voldoen aan alle verbintenissen tegenover Export Vlaanderen» wordt ingeschreven<br />
om ondernemingen ertoe aan te zetten correct hun verbintenissen tegenover Export Vlaanderen na te leven (bijv.<br />
betaling van inschrijvingsgeld voor deelname aan acties van Export Vlaanderen). Bij niet-naleving kan de instelling de<br />
steun weigeren.<br />
Artikel 5, § 1. Voor alle initiatieven wordt een uniform steunpercentage van 50 % vastgesteld. Dit komt de<br />
transparantie ten goede. De minimale subsidie bedraagt 250 euro. BTW is niet subsidieerbaar.<br />
Artikel 5, § 2. De bevoegde minister heeft de mogelijkheid om de steunpercentages te verlagen of te differentiëren<br />
in functie van het gevoerde exportbeleid of de beschikbare dotatie. De bevoegde minister dient dit evenwel te doen<br />
vóór 30 november van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de maatregel van toepassing is.<br />
Artikel 6. In het kader van de administratieve vereenvoudiging wordt de aanvraagtermijn uniform op<br />
15 kalenderdagen vóór de aanvang van het initiatief (aanvang van een beurs, afreisdatum, enz.) gebracht. Voor<br />
sommige initiatieven wordt een hoogdringendheidsclausule voorzien opdat ondernemingen kunnen inspelen op<br />
belangrijke opportuniteiten. De steun kan in geen geval retroactief worden toegekend. Aanvragen die worden<br />
ingediend tijdens of na afloop van het initiatief kunnen niet worden gesubsidieerd.<br />
Afdeling II. — Individuele prospectiereizen, deelname aan groepszakenreizen, reizen in het kader van<br />
groepsstanden, reizen om een investering in de eigen onderneming aan te trekken en reizen voor investeringen in het<br />
buitenland die geen delokalisatie tot gevolg hebben<br />
Artikel 7. Een goede manier om een nieuwe markt te benaderen, is ter plaatse gaan en persoonlijke contacten<br />
hebben met potentiële kopers/verdelers. Ondernemingen, vooral K.M.O.’s, zijn zich hiervan bewust maar worden<br />
soms afgeschrikt door de hoge kosten. Subsidies voor reizen hebben een groot drempelverlagend effect en zetten de<br />
ondernemingen ertoe aan om vlugger de stap naar de doelmarkt te zetten.<br />
Er kunnen maximaal drie reizen naar hetzelfde land (of regio in toepassing van artikel 4, 2°) worden gesteund<br />
binnen een periode van vijf jaar volgend op de datum van de eerste toekenning. De periode van vijf jaar is van<br />
verschuivende aard. Voor de bepaling van de drie reizen tellen zowel de individuele prospectiereizen, de deelname aan<br />
groepszakenreizen, de reizen in het kader van groepsstanden, de reizen om een investering in de eigen onderneming<br />
aan te trekken, de reizen voor investeringen die geen delokalisatie tot gevolg hebben, als de reizen in het kader van een<br />
gesubsidieerde beursdeelname.<br />
Financiële stimuli voor reizen kunnen alleen worden aangewend ter ondersteuning van de zakenreizen van<br />
bestuurders, personeelsleden of exportmanagers met een duurzaam exclusiviteitscontract van de aanvragende<br />
onderneming. Onder duurzaam exclusiviteitscontract wordt verstaan : een contract met een looptijd van minstens één<br />
jaar, waarbij de betrokken vertegenwoordiger exclusief bevoegd is voor één onderneming voor de verkoop van een<br />
bepaald product in een welbepaald land of landen. In de vorige reglementering kon de onderneming vrij bepalen wie<br />
in haar naam de reis uitvoerde. Dit leidde tot oneigenlijk gebruik van de tegemoetkomingen.<br />
Artikel 8. De tussenkomst voor reizen is beperkt tot de reis- en verblijfkosten. De reis- en verblijfkosten zijn vaste<br />
vergoedingen die worden vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder van Export Vlaanderen. De reiskosten behelzen<br />
ook de kosten voor binnenlandse verplaatsingen. De verblijfkosten dekken onder meer hotelkosten, maaltijden,<br />
recepties en communicatiekosten. De verblijfkosten worden toegekend per overnachting. Het toekennen van vaste<br />
bedragen voor reis- en verblijfkosten vereenvoudigt het administratief beheer en zorgt voor een kortere procedure.<br />
Bovendien weet de onderneming vooraf hoeveel de subsidie kan bedragen. De administratie beoordeelt het dossier en<br />
de duur van de prospectie in functie van het voorgelegde afsprakenprogramma.<br />
Bij een gecombineerde reis naar verschillende landen worden de reiskosten gelijkgesteld aan 60 % van de som van<br />
de reiskosten die in aanmerking zouden worden genomen indien de aanvrager deze landen elk apart prospecteerde.<br />
Van deze som wordt 50 % gesubsidieerd, overeenkomstig de bepalingen van artikel 5.<br />
Artikel 9. Dit artikel omschrijft de documenten die bij de aanvraag moeten worden voorgelegd. De grondige<br />
beschrijving, de motivatie, het afsprakenprogramma en de kostenraming, maken integraal deel uit van het dossier. Bij<br />
gebrek aan een chronologisch afsprakenprogramma 15 dagen vóór de afreisdatum moet minstens een gedetailleerde<br />
lijst van contacten (inclusief volledige adresgegevens) worden voorgelegd.<br />
Nu reeds worden ongeveer 75 % van de aanvragen via de website ingediend. Er wordt naar gestreefd om dit<br />
percentage te verhogen. De invoering van de elektronische handtekening dient dit te ondersteunen.<br />
33233
33234 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Artikel 10, § 1. Deze paragraaf heeft betrekking op de documenten die de aanvrager moet voorleggen na afloop<br />
van de reis. Met bewijsstukken wordt onder meer bedoeld : een kopie van de factuur voor de reis of een kopie van het<br />
vliegtuigticket (voor de reiskosten), een kopie van de hotelrekening of gelijkaardige bewijsstukken (voor de<br />
verblijfkosten). Voor het reisverslag wordt een model voorgeschreven dat wordt opgesteld door de gedelegeerd<br />
bestuurder. Het modelverslag moet uniformiteit en meetbaarheid van de resultaten vergemakkelijken, en maakt het<br />
ook mogelijk dat de doelstellingen van de reis na afloop worden getoetst aan de resultaten. Het modelverslag wordt<br />
ingevoerd omdat de reisverslagen die in het kader van het vorige besluit werden ingediend van sterk uiteenlopende<br />
kwaliteit waren.<br />
Artikel 10, § 2. Voor de reizen bedoeld in deze afdeling zijn ondernemingen verplicht om ter plaatse een bezoek<br />
te brengen aan het kantoor van Export Vlaanderen. Indien er in het betrokken land geen kantoor van Export<br />
Vlaanderen aanwezig is, of indien uit het reisschema blijkt dat een bezoek praktisch niet haalbaar is, volstaat een andere<br />
vorm van contact. Er is in het besluit voorzien dat de gedelegeerd bestuurder de uitbetaling kan weigeren indien deze<br />
verplichting niet wordt nageleefd.<br />
Afdeling III. — Deelname aan buitenlandse beurzen met internationale uitstraling<br />
Artikel 11. Vlaanderen stimuleert Vlaamse ondernemingen tot deelname aan jaar- en vakbeurzen in het buitenland<br />
door onder meer een financiële tussenkomst te verlenen in de huurkosten van de standoppervlakte. Door de subsidie<br />
te berekenen op de huurprijs van de standoppervlakte wordt geen onderscheid gemaakt tussen dure en minder dure<br />
beurzen, tussen grote en minder grote stands en worden alle firma’s op dezelfde wijze behandeld.<br />
Artikel 11, § 1. Deze paragraaf werd niet gewijzigd : er kunnen maximaal twee buitenlandse beursdeelnames per<br />
kalenderjaar gesteund worden.<br />
Artikel 11, § 2. Voor dezelfde beurs kan maximaal drie keer een subsidie per aanvrager worden toegekend binnen<br />
een periode van 8 jaar volgend op de datum van de eerste toekenning. De relevante periode van 8 jaar is van<br />
verschuivende aard. Dit is een versoepeling tegenover de vorige reglementering, waarin men terugging tot<br />
1 januari 1991.<br />
Artikel 11, § 3. Omwille van het criterium ’internationale uitstraling’ wordt enkel steun verleend voor de deelname<br />
aan buitenlandse beurzen die zijn opgenomen in de repertoria M&A Messe Planner of Le Moci; in deze repertoria zijn<br />
meer dan 10 000 beurzen opgenomen. Nieuw is dat ook beurzen die zijn opgenomen op de website van M&A Messe<br />
Planner of Le Moci kunnen worden aanvaard, wat opnieuw een versoepeling is tegenover de bestaande regelgeving.<br />
Ondernemingen die deelnemen aan beurzen of subsectoren van beurzen waarop Export Vlaanderen een<br />
groepsstand organiseert, komen niet voor bijkomende subsidiëring in aanmerking. Men kan geen tweemaal voor<br />
dezelfde kosten worden gesubsidieerd. Aan bedrijven die steun vragen op het ogenblik dat de groepsstand van Export<br />
Vlaanderen volzet is, kan een beperkte subsidie worden toegestaan. Deze bedrijven mogen in geen geval financieel<br />
bevoordeeld worden ten opzichte van de ondernemingen die wel op de groepsstand tentoonstellen.<br />
De gedelegeerd bestuurder kan beslissen om een subsidie toe te kennen bij grote beurzen die onderverdeeld zijn<br />
in sectorhallen en waar Export Vlaanderen een algemene stand heeft of een stand voor een specifiek product (bijv. Sial<br />
in Parijs : zowel charcuterie, kaas, diepvries, algemene voeding, confiserie), op voorwaarde dat dit geen aanleiding<br />
geeft tot dubbele subsidiëring.<br />
Artikel 11, § 4. De mogelijkheid wordt voorzien dat de gedelegeerd bestuurder kan beslissen om deelname aan<br />
buitenlandse beurzen met een internationale uitstraling die niet zijn opgenomen in de repertoria of op de website van<br />
M&A Messe Planner of Le Moci toch te subsidiëren. In voorkomend geval moet de aanvrager het belang van de beurs<br />
voor de onderneming beschrijven, motiveren en aantonen. In de praktijk zal het vooral gaan om nichebeurzen.<br />
Artikel 11, § 5. Vermits het de bedoeling is om de visibiliteit van de Vlaamse bedrijven te verhogen op buitenlandse<br />
beurzen (en niet die van hun lokale partner) wordt als voorwaarde gesteld dat de Vlaamse firma in eigen naam moet<br />
deelnemen. In geval van twijfel zal een kopie uit de beurscatalogus worden gevraagd, waarin de Vlaamse onderneming<br />
met naam, stad en land moet zijn opgenomen. Bij gebrek hieraan kan een ander gelijkwaardig bewijs worden<br />
opgevraagd. Dit werd reeds toegepast in het vorige besluit, maar wordt nu verduidelijkt omdat er toepassingsproblemen<br />
waren.<br />
Artikel 12. Export Vlaanderen komt tussen in de kosten van de naakte standoppervlakte, verhoogd met een<br />
forfaitair bedrag van 25 %. Een basisstand heeft weinig of geen uitstraling. Een forfaitaire verhoging met 25 % laat de<br />
exposanten die dit wensen toe een eigen stand te bouwen en daarvoor een financiële steun gelijk aan de kostprijs van<br />
een basisstand te verwerven. De verhoging met 25 % komt overeen met de gemiddelde meerkost tussen de naakte<br />
standoppervlakte en een ’shell scheme’. Een shell scheme is een eenvoudige modulaire basisstand, waarin zijn<br />
begrepen : panelen, vloerbekleding (tapijt), één tafel, drie stoelen, een naambord op de stand, één verlichtingsspot per<br />
vierkante meter en een stopcontact. Als uit de ingediende factuur blijkt dat de onderneming geopteerd heeft voor een<br />
shell scheme is de verhoging met 25 % niet van toepassing. De voorgestelde steun ligt hoger dan in het vorige<br />
reglement. De steun bedraagt maximaal 3000 euro (50 % van 6.000 euro) voor beurzen binnen de EER en maximaal<br />
5.000 euro (50 % van 10.000 euro) voor beurzen buiten de EER.<br />
Het verschil in steun voor beurzen binnen en buiten de EER werd voorzien om kleine en middelgrote<br />
ondernemingen ertoe aan te zetten hun exportaandeel op verre markten te verhogen.<br />
Voor beurzen buiten de EER wordt tevens een bijdrage in de reis- en verblijfkosten toegekend, op basis van de<br />
forfaitaire vergoedingen vastgelegd door de gedelegeerd bestuurder. Het reisgedeelte in het kader van een beurs kan<br />
alleen worden goedgekeurd ter ondersteuning van de zakenreizen van bestuurders, personeelsleden of exportmanagers<br />
met een duurzaam exclusiviteitscontract van de aanvragende onderneming.<br />
Voor het onderdeel reis in het kader van een gesubsidieerde beursdeelname buiten de EER is de voorwaarde<br />
nieuwe markt’ niet langer van toepassing. Deze voorwaarde werd in het vorige besluit wél gekoppeld aan het<br />
reisgedeelte, maar deze keuze was niet logisch omwille van het internationaal karakter van de gesubsidieerde beurzen.<br />
Artikel 13, § 1. Deze paragraaf beschrijft welke documenten bij de aanvraag moeten worden gevoegd. Wanneer op<br />
het ogenblik van de aanvraag de factuur voor de standoppervlakte en het betalingsbewijs (debetbericht van de bank<br />
voor de betaling van de factuur voor de standkosten) nog niet beschikbaar zijn, kunnen deze documenten nagestuurd<br />
worden tot uiterlijk drie maanden na de beurs.<br />
Nu reeds worden ongeveer 75 % van de aanvragen via de website ingediend. Er wordt naar gestreefd om dit<br />
percentage te verhogen. De invoering van de elektronische handtekening moet dit ondersteunen.<br />
Artikel 13, § 2. De uitbetalingsprocedure wijzigt niet tegenover het vorige besluit. Evenals in artikel 10 zal voor het<br />
reisverslag een model worden voorgeschreven. Dit model wordt opgesteld door de gedelegeerd bestuurder.
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Afdeling IV. — Aankoop van een lastenboek<br />
De aankoop van een lastenboek voor internationale aanbestedingen in landen buiten de EER is een initiatief dat<br />
reeds een vijftal jaar subsidieerbaar is. Nieuw is dat het initiatief nu uitgebreid wordt met de aankoop van een<br />
lastenboek voor multilaterale instellingen en multilateraal gefinancierde projecten.<br />
Artikel 14. Nieuw is dat Export Vlaanderen naast de kostprijs van het lastenboek, eveneens een tussenkomst<br />
verleent in de kosten voor registratie en verzending. Het bedrag van de minimale steun wordt nu op 250 euro gebracht<br />
(50 % van 500 euro) om ondernemingen effectief toe te laten gebruik te maken van deze subsidie. De maximale steun<br />
voor dit initiatief bedraagt 6.000 euro (50 % van 12.000 euro).<br />
Artikel 15. Dit artikel werd niet gewijzigd. Inzake de raming van de kostprijs wordt van de ondernemingen wel<br />
verwacht dat er een uitsplitsing wordt gemaakt van de kosten in functie van artikel 14.<br />
Afdeling V. — Oprichting van een prospectiekantoor<br />
De oprichting van een prospectiekantoor is een initiatief dat reeds jaren subsidieerbaar is.<br />
Nieuw is dat de initiatieven oprichting van een eigen prospectiekantoor’ en oprichting van een gemeenschappelijk<br />
prospectiekantoor’ worden samengebundeld tot één initiatief. Elke K.M.O. die een prospectiekantoor opricht, kan in<br />
aanmerking komen voor steun, ongeacht of zij onafhankelijk dan wel in samenwerking met andere Vlaamse K.M.O.’s<br />
dit kantoor opricht. Uiteraard is er enkel steun mogelijk voor de kosten die de firma draagt.<br />
Artikel 16. De subsidie betreft de kosten van het prospectiekantoor tijdens het eerste werkingsjaar. Nieuw is dat<br />
een aantal aanvaardbare kosten duidelijker worden omschreven. De reiskosten en hotelovernachtingen in het kader<br />
van prospectiereizen ter plaatse van de kantoorverantwoordelijke in het betrokken land worden vergoed op<br />
voorwaarde dat deze persoon er permanent verblijft. Het is echter niet de bedoeling om de kosten van een vaste<br />
verblijfplaats te subsidiëren. Inzake reiskosten komen onder meer binnenlandse vluchten, gebruik van een eigen wagen<br />
en huur van een wagen in aanmerking. De aankoop van onroerende goederen komt niet voor subsidiëring in<br />
aanmerking.<br />
De maximale steun voor dit initiatief bedraagt 49.500 euro (50 % van 99.000 euro). Er kan per land slechts één<br />
prospectiekantoor worden gesubsidieerd binnen een periode van 10 jaar te rekenen vanaf de eerste toekenning. Indien<br />
de gedelegeerd bestuurder gebruikt maakt van de mogelijkheid om uitgestrekte landen op te delen in regio’s zullen er<br />
door de administratie per aanvrager meerdere prospectiekantoren per land kunnen worden gesubsidieerd. Een nieuwe<br />
markt blijft echter gedefinieerd als een land waar de onderneming geen of een beperkte afzet realiseert.<br />
Artikel 17, § 1. Ondernemingen die een subsidie ontvangen voor de oprichting van een prospectiekantoor komen,<br />
voor een periode van drie jaar na de datum van de toekenning van de steun ervan, niet meer in aanmerking voor<br />
afzonderlijke prospectie-initiatieven in hetzelfde land. De reden hiervoor is dat de steun van Export Vlaanderen voor<br />
de oprichting van een prospectiekantoor zeer aanzienlijk is.<br />
Artikel 17, § 2. De administratie laat zich bij de beoordeling over een ingediend dossier leiden door volgende<br />
principes :<br />
1. Het kantoor vormt juridisch een onderdeel van de Vlaamse onderneming. Steun voor de oprichting van een<br />
prospectiekantoor betekent dat er effectief een kantoor moet opgericht worden dat voldoet aan alle lokale wettelijke<br />
vereisten. De administratie zal daarom steeds de oprichtingsakte opvragen. Een uitzondering op het principe van de<br />
oprichtingsakte kan enkel overwogen worden indien de aanvragende onderneming kan aantonen dat de opgerichte<br />
onderneming voldoet aan alle lokale vereisten. In de VSA. kan een onderneming bijv. opgericht worden zonder te<br />
beschikken over een oprichtingsakte. In dergelijke gevallen kan de firma aan de hand van andere elementen het officieel<br />
karakter van het kantoor bewijzen, zoals bepaalde vormen van registratie (handelsregister, vennootschapsregister,<br />
belastingen).<br />
2. De structuur die het prospectiekantoor moet aannemen wordt, gezien de verschillen van land tot land (soms<br />
zelfs van staat tot staat), niet opgenomen in het besluit. Vermits de aanvrager moet aantonen dat hij controle uitoefent<br />
over het kantoor moet er wel een band van ondergeschiktheid bestaan waarbij het kantoor juridisch – wegens de<br />
eenheid van rechtspersoonlijkheid – of economisch – door controle over de aandelen – een onderdeel vormt van de<br />
Vlaamse firma.<br />
3. Contractuele relaties met buitenlandse agenten, distributeurs, consultants, expediteurs, enz. die als onderaannemer<br />
opdrachten voor de Vlaamse onderneming vervullen, vallen buiten het toepassingsgebied van dit initiatief.<br />
Artikel 18. Dit artikel specificeert de documenten die bij de aanvraag moeten worden gevoegd en wijzigt<br />
inhoudelijk niet. Er wordt wel een verduidelijking ingeschreven, namelijk dat de aanvrager officiële documenten moet<br />
voorleggen waaruit blijkt dat het de bedoeling is om met een eigen prospectie-entiteit structureel de markt te bewerken.<br />
Voor wat wordt bedoeld met officiële documenten, wordt verwezen naar artikel 17, § 2.<br />
Artikel 19. De gedelegeerd bestuurder van Export Vlaanderen organiseert de controle op de werking van de<br />
prospectiekantoren. Voor de uitbetaling stelt Export Vlaanderen een auditbureau aan dat de effectieve kosten zal<br />
controleren. Deze controle zal gebeuren op de zetel van de Vlaamse moedermaatschappij. De kosten die gepaard gaan<br />
met deze controle zijn ten laste van de begunstigde onderneming. Export Vlaanderen zal echter de ereloonnota van het<br />
fiduciair kantoor betalen en het overeenkomstig bedrag in mindering brengen van de uit te betalen subsidie.<br />
De begunstigde onderneming moet eveneens een activiteitenverslag indienen. Nieuw is dat voor het activiteitenverslag<br />
een model wordt voorgeschreven dat wordt opgesteld door de gedelegeerd bestuurder van Export Vlaanderen.<br />
Afdeling VI. — Interne technische opleiding ter uitvoering van een afgesloten contract (nieuw initiatief)<br />
In deze afdeling wordt steun voorzien voor de uitnodiging naar Vlaanderen van technici (die geen administratieve<br />
functie vervullen) uit niet-EER landen ter uitvoering van een afgesloten contract. Om de correcte uitvoering van het<br />
contract te garanderen, is een interne technische opleiding noodzakelijk.<br />
Export Vlaanderen zal enkel steun toekennen voor dit initiatief nadat het contract werd afgesloten of indien blijkt<br />
dat de steun van doorslaggevende aard kan zijn voor het afsluiten van het contract. Bovendien moet het gaan om<br />
contracten met een significante waarde. Als richtlijn wordt gehanteerd dat het contractbedrag minstens 200.000 euro<br />
moet bedragen. De gedelegeerd bestuurder kan hiervan afwijken indien de aanvrager kan aantonen dat de uitnodiging<br />
van de technici zeer belangrijk is voor de Vlaamse onderneming.<br />
Het is de verantwoordelijkheid van de onderneming om te zorgen voor de nodige documenten opdat de betrokken<br />
technici op een legale manier tijdelijk in Vlaanderen kunnen verblijven.<br />
33235
33236 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Artikel 20. Er wordt een tussenkomst verleend in de reis- en verblijfkosten, op basis van de lijst met forfaitaire<br />
vergoedingen die wordt vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder. De tussenkomst is beperkt tot maximaal<br />
5 personen per afgesloten contract.<br />
De tussenkomst in de verblijfkosten van de technici is beperkt tot maximaal één maand. De verblijfkosten kunnen<br />
enkel worden uitbetaald wanneer een factuur wordt voorgelegd aan de administratie (hotel, huur appartement).<br />
Logementskosten bij een personeelslid/bestuurder van de onderneming of bewijsstukken van maaltijden worden niet<br />
aanvaard als bewijsstuk.<br />
Artikel 21. De documenten die bij de aanvraag moeten worden gevoegd, zijn dezelfde als voor de andere<br />
initiatieven, met dien verstande dat voor dit initiatief ofwel een kopie van het afgesloten contract ofwel een kopie van<br />
het ontwerpcontract, waaruit blijkt dat voor de uitvoering van het contract interne technische opleiding noodzakelijk<br />
is, moet worden voorgelegd aan Export Vlaanderen. De onderneming dient eveneens de naam en hoedanigheid van<br />
de buitenlandse technici te vermelden.<br />
Artikel 22. Voor de uitbetaling van de verblijfkosten zal Export Vlaanderen zich steunen op een duidelijke factuur<br />
van de overnachtingskosten zoals een hotelfactuur of de huur van een tijdelijke verblijfplaats. In dit laatste geval zal<br />
een kopie van de huurovereenkomst moeten worden voorgelegd. Andere vormen van logement (logies bij<br />
privé-personen) worden niet betoelaagd. Samen met de bewijsstukken moet de aanvrager ook een verslag over het<br />
verloop van de opleiding en de bereikte resultaten indienen. Dit verslag zal door de administratie onder modelvorm<br />
ter beschikking worden gesteld. Het modelverslag wordt opgesteld door de gedelegeerd bestuurder.<br />
Afdeling VII. — Prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen<br />
voor projecten die buiten de EER plaatsvinden (nieuw initiatief)<br />
De internationale contractenmarkt neemt een steeds belangrijkere plaats in het internationale handelsgebeuren.<br />
Export Vlaanderen wil hierop inspelen en heeft een afzonderlijke eenheid opgericht die zich specifiek bezighoudt met<br />
het informeren en sensibiliseren van Vlaamse ondernemingen over projecten en aanbestedingen gefinancierd door<br />
internationale instellingen (de Verenigde Naties, de Wereldbank, multilaterale ontwikkelingsbanken, de Europese Unie,<br />
de Europese Investeringsbank, de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, enz.). Gezien het hier over<br />
belangrijke contracten gaat waar ook K.M.O.’s actief aan kunnen deelnemen, wordt er steun voorzien voor<br />
prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen. Gezien de Europese regelgeving<br />
kan enkel steun worden verleend voor het opsporen en opvolgen van projecten in niet-EER landen.<br />
Artikel 23. Naar analogie met prospectiereizen (zie Afdeling II) kunnen er per aanvrager maximaal drie reizen per<br />
multilaterale instelling worden aanvaard binnen een periode van vijf jaar. Ook voor dit initiatief is subsidiëring enkel<br />
mogelijk indien de reis wordt ondernomen door een personeelslid, bestuurder of exportmanager met een<br />
exclusiviteitscontract van de onderneming die de aanvraag indient.<br />
Artikel 24. Export Vlaanderen verleent een tussenkomst in de reis- en verblijfkosten van maximaal één<br />
afgevaardigde. De tussenkomst is gebaseerd op de lijst met forfaitaire vergoedingen die wordt vastgesteld door de<br />
gedelegeerd bestuurder. Indien de reis betrekking heeft op multilaterale instellingen die zich in verschillende landen<br />
bevinden, worden de reiskosten berekend a rato van 60 % (ook naar analogie met de gewone prospectiereizen in<br />
Afdeling II).<br />
Artikel 25. De documenten die bij de aanvraag moeten worden gevoegd, zijn analoog met deze voor de gewone<br />
prospectiereizen in Afdeling II.<br />
Artikel 26. De uitbetalingsvoorwaarden zijn analoog met deze voor de gewone prospectiereizen in Afdeling II.<br />
Afdeling VIII. — Aanmaak van productdocumentatie en technische vertalingen<br />
ter ondersteuning van exportinspanningen (nieuw initiatief)<br />
Uit ervaring blijkt dat heel wat ondernemingen grote inspanningen moeten doen om hun producten in het<br />
buitenland in de gangbare taal voor te stellen. Om aan deze vraag tegemoet te komen wordt in het besluit voorgesteld<br />
om de steun voor productdocumentatie en technische vertalingen als afzonderlijk initiatief te subsidiëren.<br />
Steun is mogelijk voor de aanmaak van gedrukte brochures, cd-roms, websites, enz.<br />
Een subsidie wordt enkel toegekend voor de aanmaak van productdocumentatie en technische vertalingen.<br />
Algemene bedrijfspresentaties horen daar niet bij.<br />
In geval dat bedrijfs- en productdocumentatie worden samengebundeld in één document zal de administratie de<br />
steun pro rata berekenen. Enkel nieuwe documenten kunnen worden gesubsidieerd. Voor aanpassingen aan bestaande<br />
documentatie is geen subsidie voorzien.<br />
Artikel 27. Voor de berekening van de subsidie zullen enkel externe facturen in aanmerking worden genomen.<br />
Eigen loonkosten zijn niet subsidieerbaar.<br />
Productdocumentatie en technische vertalingen in het Nederlands komen niet in aanmerking.<br />
De aanvaarde kosten bedragen maximaal 7.500 euro per jaar, wat overeenkomt met een maximale subsidie van<br />
3.750 euro op jaarbasis.<br />
Artikel 28. De documenten die de onderneming bij de aanvraag moet voegen, zijn dezelfde als voor andere<br />
initiatieven. Daarenboven stuurt de onderneming de weerhouden offerte mee. Afhankelijk van de inhoud van het<br />
document kan de administratie een verbintenis tot opname van Export Vlaanderen als sponsor eisen.<br />
Artikel 29. Dit artikel beschrijft de documenten die in de uitbetalingsfase moeten worden voorgelegd. Het betreft<br />
een kopie van het gesubsidieerde document en een kopie van de factuur en het overeenkomstig betalingsbewijs. Uit<br />
de documenten moet blijken dat de aanvrager in voorkomend geval zijn verbintenis tot vermelding van Export<br />
Vlaanderen als sponsor is nagekomen.<br />
Afdeling IX. — Registratie-, homologatie- en certificatiekosten<br />
ter ondersteuning van exportinspanningen (nieuw initiatief)<br />
K.M.O.’s worden bij export vaak geremd door hoge kosten die betrekking hebben op registratie, homologatie en<br />
certificatie van producten. In de meeste gevallen gaat het over consumptiegoederen (voeding en dranken,<br />
farmaceutische producten,…). De registratie, homologatie of certificatie is verplicht vooraleer de producten worden<br />
toegelaten op de betrokken markt. Zowel facturen vanuit het land van bestemming als facturen van gespecialiseerde<br />
instanties of bedrijven in Vlaanderen komen in aanmerking voor subsidie.<br />
Kosten die de Vlaamse onderneming moet maken om de producten aan te passen aan de noden van de betrokken<br />
markt vallen niet onder het toepassingsgebied van dit initiatief.
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Artikel 30. In dit artikel wordt benadrukt dat het moet gaan over kosten die de onderneming verplicht moet maken<br />
voor toelating van haar producten op de betrokken markt.<br />
Voor dit initiatief kunnen er maximaal drie subsidies per jaar worden toegekend. Per land kan er maximaal één<br />
subsidie per jaar worden toegekend. Het bedrag van de subsidie bedraagt maximaal 3750 euro (50 % van 7.500 euro)<br />
per dossier.<br />
Een aanvraag tot steun voor registratie-, homologatie- of certificatiekosten kan, mits de indiening van een aparte<br />
aanvraag, gecombineerd worden met een steunverzoek voor bepaalde andere initiatieven (bijv. prospectiereizen).<br />
Artikel 31. De documenten die de onderneming bij de aanvraag moet voegen, zijn dezelfde als voor de andere<br />
subsidieerbare initiatieven.<br />
Artikel 32. Het verslag over de resultaten en de weerslag ervan op de verdere marktbenadering alsmede een kopie<br />
van de factuur en van het overeenkomstig betalingsbewijs moet worden voorgelegd. Omwille van de specificiteit wordt<br />
voor dit initiatief geen modelverslag opgelegd.<br />
Afdeling X. — Uitnodiging naar Vlaanderen van aankopers en decision makers uit niet-EER landen<br />
(nieuw initiatief)<br />
Een goed alternatief om potentiële klanten/agenten/verdelers/investeerders te overtuigen is om ze uit te nodigen<br />
naar Vlaanderen. Het persoonlijk contact geeft de Vlaamse onderneming de gelegenheid om zich in de meest optimale<br />
omstandigheden aan de bezoekers voor te stellen. Omwille van de Europese regelgeving worden enkel kosten voor<br />
aankopers en decision makers uit niet-EER landen aanvaard. Als bijkomende voorwaarde wordt gesteld dat enkel de<br />
uitnodiging van aankopers en decision makers uit het bedrijfsleven kan worden gesubsidieerd.<br />
Vlaamse bedrijven kunnen eveneens groeien door internationale joint ventures, fusies en overnames, samenwerkingsverbanden<br />
en partnerships. Het nieuwe initiatief laat toe dat ze hiervoor decision makers kunnen uitnodigen om<br />
het Vlaamse bedrijf beter te presenteren, als er geen gevaar bestaat voor delokalisatie van het Vlaamse bedrijf.<br />
Artikel 33. Export Vlaanderen voorziet in een tussenkomst in de reis- en de verblijfkosten, op basis van de<br />
forfaitaire vergoedingen die worden vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder. De tussenkomst in de verblijfkosten<br />
is beperkt tot vijf overnachtingen. Op jaarbasis kunnen er per aanvrager maximaal twee aankopers of decision makers<br />
worden uitgenodigd.<br />
Artikel 34. De documenten die de onderneming bij de aanvraag moet voegen, zijn dezelfde als bij de andere<br />
subsidieerbare initiatieven. De beschrijving zal voor deze activiteit moeten worden uitgebreid met de naam en de<br />
hoedanigheid van de genodigden en het belang van de uitnodiging voor de aanvrager. Bij twijfel beslist de gedelegeerd<br />
bestuurder.<br />
Artikel 35. Dit artikel beschrijft welke documenten in de uitbetalingsfase moeten worden voorgelegd, met name<br />
de bewijsstukken van de gemaakte reis- en verblijfkosten en een verslag over het verloop van de uitnodiging en de<br />
bereikte resultaten. De verblijfkosten kunnen enkel worden uitbetaald mits voorlegging van een (hotel)factuur voor de<br />
overnachting. Omwille van de specificiteit wordt voor dit initiatief geen modelverslag opgelegd.<br />
Afdeling XI. — Huur van een ruimte voor de organisatie van publieke presentaties, modeshows,<br />
workshops en seminaries in het buitenland (nieuw initiatief)<br />
Om hun producten en/of diensten aan een groter publiek voor te stellen organiseren ondernemingen geregeld<br />
presentaties, workshops en seminaries. In het vorige reglement werd dit initiatief enkel aanvaard voor bedrijfsgroeperingen<br />
en havengemeenschappen. Nieuw is dat het initiatief nu ruimer wordt opgevat en wordt uitgebreid naar<br />
ondernemingen. Dit initiatief wordt ook gesubsidieerd binnen de EER.<br />
Artikel 36. De tussenkomst van Export Vlaanderen bestaat uit een huurbijdrage van de ruimte voor publieke<br />
presentaties. Deze ruimte kan zijn in een hotel (uitgezonderd hotelkamers) of in een daartoe speciaal uitgeruste<br />
accommodatie. Er wordt enkel steun voorzien voor de huur van een ruimte tijdens een beperkte periode. Kosten voor<br />
permanente showrooms en tentoonstellingen vallen buiten het toepassingsgebied. De subsidie bedraagt maximaal<br />
3.000 euro per deelnemer (50 % van 6.000 euro) voor de huur van een ruimte binnen de EER, en maximaal 5.000 euro<br />
per deelnemer (50 % van 10.000 euro) voor de huur van een ruimte buiten de EER, wat overeenkomt met de subsidie<br />
voor individuele beursdeelnames. Het verschil in steun voor dit initiatief binnen en buiten de EER werd voorzien om<br />
kleine en middelgrote ondernemingen ertoe aan te zetten hun exportaandeel op verre markten te verhogen. Enkel<br />
deelnemers die een actieve rol spelen in de organisatie van het evenement kunnen aanspraak maken op subsidiëring.<br />
De subsidie wordt beperkt tot twee initiatieven per jaar en kan ook gesteund worden binnen de EER.<br />
Steun voor de huur van een ruimte is combineerbaar met andere initiatieven (bijv. de aanmaak van<br />
productdocumentatie en technische vertalingen, prospectiereizen).<br />
Artikel 37. De documenten die de onderneming bij de aanvraag moet voegen, zijn dezelfde als voor de andere<br />
subsidieerbare initiatieven. Belangrijk is dat elke actieve organisator een afzonderlijke aanvraag moet indienen.<br />
Artikel 38. Voor de uitbetaling moet een factuur per organisator worden voorgelegd voor de huurkosten van de<br />
ruimte (met het overeenkomstig betaalbewijs) alsmede een verslag over het verloop van het initiatief en de bereikte<br />
resultaten. Omwille van de specificiteit wordt voor dit initiatief geen modelverslag opgelegd.<br />
Afdeling XII. — Kosten van de onderneming<br />
die een intrek neemt in een dienstencentrum van Export Vlaanderen (nieuw initiatief)<br />
Elke K.M.O. die een intrek neemt in een dienstencentrum van Export Vlaanderen kan in aanmerking komen voor<br />
steun. Uiteraard is er enkel steun mogelijk voor de kosten die de firma draagt.<br />
Artikel 39. De subsidie betreft de kosten die de K.M.O. maakt tijdens haar eerste werkingsjaar in een<br />
dienstencentrum. Het gaat over de reiskosten en hotelovernachtingen in het kader van prospectiereizen ter plaatse van<br />
de kantoorverantwoordelijke in het betrokken land op voorwaarde dat deze persoon er permanent verblijft. Het is<br />
echter niet de bedoeling om de kosten van een vaste verblijfplaats te subsidiëren.<br />
De maximale steun voor dit initiatief bedraagt 12.500 euro (50 % van 25.000 euro).<br />
Artikel 40, § 1. Ondernemingen die een subsidie ontvangen voor de kosten tijdens het eerste werkingsjaar in een<br />
dienstencentrum komen tijdens dit verblijf niet meer in aanmerking voor afzonderlijke prospectie-initiatieven in<br />
hetzelfde land.<br />
Artikel 40, § 2. De aanvraag kan slechts éénmaal gebeuren, namelijk voor het eerste werkjaar bij intrede in het<br />
dienstencentrum van Export Vlaanderen.<br />
Artikel 41. Dit artikel specificeert de documenten die bij de aanvraag moeten worden gevoegd.<br />
33237
33238 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Artikel 42. Voor de uitbetaling stelt Export Vlaanderen een auditbureau aan dat de effectieve kosten zal<br />
controleren. Deze controle zal gebeuren op de zetel van de Vlaamse moedermaatschappij. De kosten die gepaard gaan<br />
met deze controle zijn ten laste van de begunstigde onderneming. Export Vlaanderen zal de ereloonnota van het<br />
fiduciair kantoor betalen en het overeenkomstig bedrag in mindering brengen van de uit te betalen subsidie.<br />
De begunstigde onderneming moet eveneens een activiteitenverslag indienen. Hiervoor wordt een model<br />
voorgeschreven dat wordt opgesteld door de gedelegeerd bestuurder van Export Vlaanderen.<br />
HOOFDSTUK III. — Subsidies voor initiatieven van bedrijfsgroeperingen ter bevordering van de uitvoer<br />
Afdeling I. — In aanmerking komende initiatieven<br />
Artikel 43. Aan bedrijfsgroeperingen werden ook in het vorige besluit reeds subsidies verstrekt. In het vorige<br />
besluit werden ook de havengemeenschappen expliciet gedefinieerd. In het huidige ontwerp van besluit worden<br />
havengemeenschappen beschouwd als een bedrijfsgroepering.<br />
In artikel 43, § 1, worden de initiatieven opgesomd waarvoor bedrijfsgroeperingen subsidies kunnen ontvangen.<br />
De lijst van initiatieven wordt uitgebreid met de volgende initiatieven :<br />
— organisatie van publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries in het buitenland;<br />
— reizen voor het aantrekken van investeringen;<br />
— uitnodiging naar Vlaanderen van aankopers en van decision makers voor sectorgebonden investeringsprojecten;<br />
— prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen voor projecten die buiten de<br />
EER plaatsvinden.<br />
De subsidies waarvan sprake in dit artikel kunnen slechts worden toegekend en uitbetaald binnen de perken van<br />
de daartoe in de begroting van de Vlaamse gemeenschap verleende kredieten.<br />
In paragraaf 2 wordt de mogelijkheid geboden aan bedrijfsgroeperingen om gesteund te worden voor<br />
uitzonderlijke initiatieven. Deze uitzonderingsclausule kan slechts worden toegepast indien het project voor de<br />
Vlaamse economie belangrijk is. Deze steun kan enkel toegekend worden door de bevoegde minister, op voorstel van<br />
de gedelegeerd bestuurder. Deze paragraaf werd ingeschreven om bedrijfsgroeperingen die creatieve initiatieven ter<br />
bevordering van de uitvoer voorstellen te belonen.<br />
Artikel 44, § 1. Bedrijfsgroeperingen kunnen enkel subsidies ontvangen indien zij voldoen aan de definitie van<br />
bedrijfsgroepering, zoals bepaald in artikel 1, 3°. De representativiteit en de exportondersteunende functie moeten<br />
worden aangetoond aan de hand van een meerjarenplan waarin de activiteiten met betrekking tot de bevordering van<br />
de uitvoer gedetailleerd worden toegelicht. Dit betekent concreet dat bedrijfsgroeperingen die wensen erkend te<br />
worden de volgende documenten moeten voorleggen :<br />
— een actuele ledenlijst van de aangesloten ondernemingen (in voorkomend geval), met vermelding van het<br />
potentieel aantal Vlaamse ondernemingen die actief zijn in de sector of subsector;<br />
— een kopie van de statuten;<br />
— een gedetailleerde beschrijving van de activiteiten van de groepering, alsmede een overzicht van de initiatieven<br />
die in het recente verleden werden uitgevoerd en die in de nabije toekomst zullen worden gerealiseerd (meerjarenplan).<br />
De erkenning van bedrijfsgroeperingen wordt voorbehouden aan de gedelegeerd bestuurder van Export Vlaanderen,<br />
die bij twijfel beslist. Volledig nieuw is dat bedrijfsgroeperingen om hun erkenning te behouden minstens één<br />
subsidieerbare activiteit, zoals bepaald in artikel 43, per jaar moeten organiseren. Export Vlaanderen wil immers enkel<br />
steun verlenen aan actieve en creatieve groeperingen.<br />
Artikel 44, § 2. De initiatieven die bedrijfsgroeperingen ondernemen, moeten gericht zijn op de bevordering van<br />
de uitvoer voor de goederen en/of diensten van de vertegenwoordigde ondernemingen of moeten gericht zijn op het<br />
aantrekken van investeringen in de betrokken sector.<br />
De initiatieven moeten plaatsvinden in landen buiten de EER, met uitzondering van :<br />
— de deelname aan buitenlandse beurzen met internationale uitstraling;<br />
— de organisatie van publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries in het buitenland;<br />
— de aanmaak van nieuwe repertoria;<br />
— de uitnodiging naar Vlaanderen van aankopers en van decision makers voor sectorgebonden investeringsprojecten;<br />
— prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen voor projecten die buiten de<br />
EER plaatsvinden.<br />
Het algemene principe dat men voor eenzelfde kost geen tweemaal kan worden gesteund, wordt hier opgenomen.<br />
De bedrijfsgroeperingen worden verplicht om bij elk gesubsidieerd initiatief te melden dat de realisatie gebeurt met de<br />
steun van Export Vlaanderen.<br />
Artikel 45, § 1. Er wordt voor de initiatieven van bedrijfsgroeperingen een uniform steunpercentage van 50 %<br />
vastgesteld. De minimale subsidie bedraagt 250 euro. BTW is niet subsidieerbaar.<br />
Artikel 45, § 2. De bevoegde minister heeft de mogelijkheid om de steunpercentages te verlagen of te differentiëren<br />
in functie van het gevoerde exportbeleid of de beschikbare dotatie. De bevoegde minister dient dit evenwel te doen<br />
vóór 30 november van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de maatregel van toepassing is.<br />
Artikel 46. In het kader van de administratieve vereenvoudiging wordt de aanvraagtermijn uniform op<br />
15 kalenderdagen vóór de aanvang van het initiatief (beurs, reis, enz.) gebracht. Een hoogdringendheidsclausule wordt<br />
voorzien opdat bedrijfsgroeperingen kunnen inspelen op belangrijke opportuniteiten. Aanvragen die ingediend<br />
worden na afloop van het initiatief kunnen niet worden gesubsidieerd.<br />
Afdeling II. — Eigen marktverkennende reizen, reizen voor het aantrekken van investeringen,<br />
deelname aan groepszakenreizen en reizen in het kader van groepsstanden georganiseerd door Export Vlaanderen<br />
Dit initiatief van bedrijfsgroeperingen werd ook in het vorige besluit reeds gesubsidieerd. Het is de bedoeling dat<br />
groeperingen tijdens deze acties informatie inwinnen, die zij nadien ter beschikking stellen van hun leden. Voor de<br />
marktverkennende reizen wordt verduidelijkt dat het om een eigen (zelf georganiseerde) marktverkennende reis moet<br />
gaan of dat de groepering deelneemt aan acties van Export Vlaanderen. De deelname aan acties van derden wordt niet<br />
gesubsidieerd. Nieuw is dat bedrijfsgroeperingen nu ook steun kunnen ontvangen voor reizen die zij ondernemen met<br />
het oog op het aantrekken van investeringen.
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Artikel 47. De tussenkomst voor reizen is beperkt tot de reis- en verblijfkosten. De reis- en verblijfkosten zijn vaste<br />
vergoedingen die vastgesteld worden door de gedelegeerd bestuurder.<br />
Financiële stimuli voor reizen gelden alleen voor de verplaatsing van bestuurders, personeelsleden of<br />
exportmanagers met een duurzaam exclusiviteitscontract van de bedrijfsgroepering. In de vorige reglementering kon<br />
de bedrijfsgroepering vrij bepalen wie in haar naam de reis uitvoerde. In tegenstelling met ondernemingen is er geen<br />
beperking van het aantal reizen. Het criterium nieuwe markt is niet van toepassing.<br />
Voor reizen van personeelsleden die voorkomen op de loonlijst van de bedrijfsgroepering kan een bijdrage van<br />
120 euro (50 % van 240 euro) per overnachting worden toegekend voor de loonkosten.<br />
Artikel 48. Bedrijfsgroeperingen dienen tot op heden hun aanvraag nog schriftelijk in. De bedrijfsgroeperingen<br />
zullen worden aangemoedigd om hun aanvraag elektronisch in te dienen. De invoering van de elektronische<br />
handtekening moet dit vergemakkelijken.<br />
De grondige beschrijving, de motivatie, het afsprakenprogramma en de kostenraming maken verplicht integraal<br />
deel uit van het dossier.<br />
Artikel 49, § 1. Deze paragraaf heeft betrekking op de documenten die de aanvrager moet voorleggen na afloop<br />
van de reis. Met bewijsstukken wordt onder meer bedoeld : een kopie van de factuur voor de reis of een kopie van het<br />
vliegtuigticket (voor de reiskosten), een kopie van de hotelrekening of een kopie van het internationaal paspoort<br />
waarop de naam van de houder en de datum van aankomst en vertrek in het betrokken land duidelijk worden vermeld<br />
(voor de verblijfkosten). Voor het reisverslag wordt een model voorgeschreven dat wordt opgesteld door de<br />
gedelegeerd bestuurder. Het modelverslag moet uniformiteit en meetbaarheid van de resultaten vergemakkelijken en<br />
maakt het ook mogelijk dat de doelstellingen van de reis na afloop worden getoetst aan de resultaten. Op vraag van<br />
de administratie moet de bedrijfsgroepering ook het bewijs leveren dat de afgevaardigde die de reis ondernomen heeft<br />
op de loonlijst van de bedrijfsgroepering staat. Dit bewijs is vereist voor de uitbetaling van de forfaitaire loonkosten.<br />
Artikel 49, § 2. Voor de reizen bedoeld in deze afdeling zijn bedrijfsgroeperingen verplicht om ter plaatse een<br />
bezoek te brengen aan het kantoor van Export Vlaanderen. Indien er in het betrokken land geen kantoor van Export<br />
Vlaanderen aanwezig is, of indien uit het reisschema blijkt dat een bezoek praktisch niet haalbaar is, volstaat een andere<br />
vorm van contact. Indien deze verplichting niet wordt nageleefd, kan de gedelegeerd bestuurder weigeren om de<br />
subsidie uit te betalen.<br />
Afdeling III. — Deelname aan buitenlandse beurzen met internationale uitstraling<br />
Bedrijfsgroeperingen konden ook in het vorige besluit een subsidie ontvangen voor de deelname aan buitenlandse<br />
beurzen met een internationale uitstraling.<br />
Artikel 50. Omwille van het criterium internationale uitstraling’ wordt enkel steun verleend voor de deelname aan<br />
buitenlandse beurzen die opgenomen zijn in de repertoria M&A Messe Planer of Le Moci; in deze repertoria zijn meer<br />
dan 10 000 beurzen opgenomen. Nieuw is dat ook beurzen die zijn opgenomen op de website van M&A Messe Planer<br />
of Le Moci kunnen worden aanvaard. Dit is een verruiming in vergelijking met de bestaande regelgeving.<br />
Naar analogie met de ondernemingen wordt de mogelijkheid voorzien dat de gedelegeerd bestuurder kan<br />
beslissen om de deelname aan buitenlandse beurzen met een internationale uitstraling die niet zijn opgenomen in de<br />
repertoria of op de website van M&A Messe Planer of Le Moci toch te subsidiëren. In voorkomend geval moet de<br />
aanvrager het belang van de beurs voor de groepering en de aangesloten ondernemingen beschrijven, motiveren en<br />
aantonen. In de praktijk zal het vooral gaan om nichebeurzen.<br />
Voor bedrijfsgroeperingen is er geen beperking op het aantal beursdeelnames.<br />
Bedrijfsgroeperingen die deelnemen aan beurzen of subsectoren van beurzen waarop Export Vlaanderen een<br />
groepsstand organiseert, komen niet voor bijkomende subsidiëring in aanmerking. Dubbele subsidiëring voor dezelfde<br />
kosten is uitgesloten. De gedelegeerd bestuurder kan beslissen om een subsidie toe te kennen bij grote beurzen die<br />
onderverdeeld zijn in sectorhallen en waar Export Vlaanderen een algemene stand heeft of een stand voor een specifiek<br />
product (bijv. Sial in Parijs : zowel charcuterie, kaas, diepvries, algemene voeding, confiserie), op voorwaarde dat dit<br />
geen aanleiding geeft tot dubbele subsidiëring.<br />
Vermits het de bedoeling is om de visibiliteit van de Vlaamse ondernemingen en bedrijfsgroeperingen te verhogen<br />
op buitenlandse beurzen (en niet die van hun lokale partner/contactpersoon) wordt gesteld dat de bedrijfsgroepering<br />
in eigen naam moet deelnemen. In geval van twijfel zal een kopie uit de beurscatalogus waarin de bedrijfsgroepering<br />
met naam, stad en land opgenomen is, worden gevraagd. Bij gebrek hieraan kunnen andere bewijzen worden<br />
voorgelegd.<br />
Artikel 51. Export Vlaanderen komt tussen in de kosten van de naakte standoppervlakte, verhoogd met een<br />
forfaitair bedrag van 25 %. Een basisstand heeft weinig of geen uitstraling. Een forfaitaire verhoging met 25 % laat de<br />
exposanten die dit wensen toe een eigen stand te bouwen en daarvoor een financiële steun gelijk aan de kostprijs van<br />
een basisstand te verwerven. De verhoging met 25 % komt overeen met de gemiddelde meerkost tussen de naakte<br />
standoppervlakte en een shell scheme’. Een shell scheme is een eenvoudige modulaire basisstand, waarin zijn<br />
begrepen : panelen, vloerbekleding (tapijt), één tafel, drie stoelen, een naambord op de stand, één verlichtingsspot per<br />
vierkante meter en een stopcontact. Als uit de ingediende factuur blijkt dat de onderneming geopteerd heeft voor een<br />
shell scheme is de verhoging met 25 % niet van toepassing. De voorgestelde steun ligt hoger dan in het vorige<br />
reglement. De steun bedraagt maximaal 3.000 euro (50 % van 6.000 euro) voor beurzen binnen de EER en maximaal<br />
5.000 euro (50 % van 10.000 euro) voor beurzen buiten de EER. Deze bedragen zijn dezelfde als voor ondernemingen.<br />
Het verschil in steun voor beurzen binnen en buiten de EER werd voorzien om groeperingen ertoe aan te zetten<br />
hun inspanningen op verre markten te vergroten, wat het exportaandeel van de bedrijven die zij vertegenwoordigen<br />
op die verre markten moet verhogen.<br />
Voor beurzen buiten de EER wordt tevens een bijdrage in de reis- en verblijfkosten toegekend, op basis van de<br />
forfaitaire vergoedingen vastgelegd door de gedelegeerd bestuurder. Het reisgedeelte in het kader van een beurs kan<br />
alleen worden goedgekeurd ter ondersteuning van de zakenreizen van bestuurders, personeelsleden of exportmanagers<br />
met een duurzaam exclusiviteitscontract van de aanvragende groepering.<br />
Zowel voor beurzen binnen als buiten de EER kan steun worden verleend voor de loonkosten, op voorwaarde dat<br />
de afgevaardigde op de loonlijst staat van de bedrijfsgroepering.<br />
De documenten die bij de aanvraag moeten worden gevoegd, zijn dezelfde als bij ondernemingen.<br />
33239
33240 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Afdeling IV. — De organisatie van publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries in het buitenland<br />
In het besluit van 20 april 2001 konden enkel de havengemeenschappen en de Hoge Raad voor Diamant een<br />
subsidie ontvangen voor de organisatie van presentaties en seminaries. In het huidige ontwerp van besluit wordt dit<br />
uitgebreid naar alle bedrijfsgroeperingen en wordt de subsidiemogelijkheid eveneens voorzien voor de organisatie van<br />
workshops en modeshows.<br />
Artikel 52, § 1. De subsidieerbare kosten zijn dezelfde als in het vorige besluit, met name :<br />
— de kosten voor de huur en de inrichting van de ruimte;<br />
— de druk- en verzendingskosten van de uitnodigingen;<br />
— de kosten voor ontvangst van de genodigden.<br />
De subsidie bedraagt maximaal 3.000 euro per initiatief (50 % van 6.000 euro) voor de huur van een ruimte binnen<br />
de EER en maximaal 5.000 euro per initiatief (50 % van 10.000 euro) voor de huur van een ruimte buiten de EER, wat<br />
overeenkomt met de subsidie voor individuele beursdeelnames.<br />
Indien dit initiatief wordt georganiseerd door meerdere erkende bedrijfsgroeperingen bedraagt de maximale<br />
subsidie 3.750 euro (50 % van 7.500 euro) per initiatief binnen de EER en maximaal 6.250 euro (50 % van 12.500 euro)<br />
per initiatief buiten de EER.<br />
Conform § 2 kan er ook een bijdrage toegekend worden van 120 euro per overnachting voor de loonkosten van één<br />
personeelslid en dit zowel voor de initiatieven binnen en buiten de EER.<br />
De subsidie wordt beperkt tot 5 initiatieven per jaar en kan ook worden gesteund binnen de EER. Het verschil in<br />
steun voor dit initiatief binnen en buiten de EER werd voorzien om groeperingen ertoe aan te zetten hun inspanningen<br />
op verre markten te vergroten, wat het exportaandeel van de bedrijven die zij vertegenwoordigen op die verre markten<br />
moet verhogen.<br />
Artikel 52, § 2. Voor de organisatie van publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries buiten de EER<br />
kan een tussenkomst verleend worden in de reis- en verblijfkosten, op basis van forfaitaire vergoedingen die worden<br />
vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder. Het reisgedeelte kan alleen worden goedgekeurd ter ondersteuning van<br />
de zakenreizen van bestuurders, personeelsleden of exportmanagers met een duurzaam exclusiviteitscontract van de<br />
aanvragende groepering.<br />
Artikel 53. De documenten die de groepering bij de aanvraag moet voegen, zijn dezelfde als voor de andere<br />
subsidieerbare initiatieven.<br />
Artikel 54. Dit artikel beschrijft welke documenten in de uitbetalingsfase moeten worden voorgelegd. Het betreft<br />
een factuur per organisator voor de huur- en inrichtingskosten van de ruimte (met het overeenkomstig betalingsbewijs),<br />
een factuur voor de druk- en verzendingskosten van de uitnodigingen en een factuur voor de kosten van<br />
ontvangst van de genodigden. Tot slot moet de groepering een verslag voorleggen over het verloop van het initiatief<br />
en de bereikte resultaten. Dit verslag moet gebeuren volgens het model opgesteld door de gedelegeerd bestuurder.<br />
Afdeling V. — De aanmaak van nieuwe repertoria<br />
Ook in het besluit van 20 april 2001 konden bedrijfsgroeperingen een subsidie ontvangen voor de aanmaak van<br />
repertoria. Export Vlaanderen subsidieert dit initiatief onder meer om een overzicht te geven van het Vlaams<br />
productenaanbod. Als algemene voorwaarde wordt gesteld dat het repertorium representatief moet zijn en een zo ruim<br />
mogelijk beeld moet geven van de (sub)sector. Het repertorium moet klantvriendelijk zijn en op informaticadrager<br />
beschikbaar zijn. Het moet gaan om een nieuw’ repertorium of een creatieve update. Onder nieuw wordt verstaan : nog<br />
niet in die vorm gepubliceerd. Dit betekent dat bijwerkingen van bestaande repertoria voor binnenlands gebruik niet<br />
langer kunnen worden gesubsidieerd. Dit was in het vorige besluit nog wel het geval. Het kan gaan over gedrukte<br />
repertoria, website, cd-rom, enz.<br />
Bedragen van sponsoring van om het even welke instantie, instelling of bedrijf worden in mindering gebracht van<br />
het te subsidiëren bedrag.<br />
Artikel 55. De tussenkomst van Export Vlaanderen bestaat in een bijdrage in de externe realisatie- en<br />
vertalingskosten. Voor de berekening van de subsidie zullen enkel externe facturen in aanmerking worden genomen.<br />
Groeperingen zijn wellicht in staat om zelf een groot gedeelte te realiseren, maar deze kosten komen niet in aanmerking<br />
omdat loonkosten voor dit initiatief niet subsidieerbaar zijn. De maximale steun voor de aanmaak van een nieuw<br />
repertorium bedraagt 24.750 euro (50 % van 49.500 euro). Er kan slechts één document per aanvrager worden<br />
gesubsidieerd per jaar. Nieuw is dat er geen steun zal worden toegekend indien het repertorium het voorwerp uitmaakt<br />
van een eigen recente publicatie van Export Vlaanderen.<br />
Artikel 56. In vergelijking met het vorige besluit zijn er geen wijzigingen inzake de documenten die de aanvraag<br />
moet bevatten. De aanvrager moet wel de verbintenis aangaan om in het repertorium Export Vlaanderen op een<br />
zichtbare en duidelijke wijze te vermelden als sponsor.<br />
Artikel 57. Geen wijzigingen ten opzichte van het vorige besluit. Uit de bewijsstukken moet blijken of de aanvrager<br />
zijn verbintenis tot vermelding van Export Vlaanderen als sponsor is nagekomen.<br />
Afdeling VI. — Uitnodiging naar Vlaanderen van aankopers en van decision makers<br />
voor sectorgebonden investeringsprojecten (nieuw initiatief)<br />
In het kader van zijn verruimde opdracht, zoals bepaald in de missie van het agentschap, is Export Vlaanderen ook<br />
bevoegd voor het aantrekken van buitenlandse investeringen naar Vlaanderen. Om buitenlandse investeringen aan te<br />
moedigen, wordt als nieuw initiatief voorzien dat bedrijfsgroeperingen financiële steun kunnen ontvangen voor de<br />
uitnodiging naar Vlaanderen van decision makers voor sectorgebonden investeringsprojecten. Door de gespecialiseerde<br />
sectorfederaties bij dit initiatief te betrekken, krijgt de potentiële investeerder onmiddellijk een concreet beeld<br />
van de betrokken sector in Vlaanderen.<br />
Erkende bedrijfsgroeperingen kunnen ter bevordering van de Vlaamse uitvoer ook aankopers uitnodigen naar<br />
Vlaanderen.<br />
Artikel 58. De tussenkomst van Export Vlaanderen bestaat uit een bijdrage in de reis- en verblijfkosten. Die<br />
bijdrage is forfaitair bepaald en wordt vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder. Voor de verblijfkosten worden<br />
maximaal vijf overnachtingen gesubsidieerd. Per reis kunnen er maximaal 2 potentiële investeerders of aankopers<br />
worden uitgenodigd. Op jaarbasis kunnen per aanvrager maximaal drie aanvragen worden ingediend voor<br />
sectorgebonden investeringsprojecten of voor de uitnodiging van aankopers.
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Artikel 59. De documenten die bij de aanvraag moeten worden gevoegd, zijn dezelfde als voor de andere<br />
subsidieerbare initiatieven. De beschrijving zal voor dit initiatief moeten worden uitgebreid met de naam en de<br />
hoedanigheid van de genodigden en het belang van de uitnodiging voor Vlaanderen. Bij twijfel beslist de gedelegeerd<br />
bestuurder.<br />
Artikel 60. Dit artikel beschrijft welke documenten in de uitbetalingsfase moeten worden voorgelegd. Het betreft<br />
de bewijsstukken van de gemaakte reis- en verblijfkosten samen met het overeenkomstig betalingsbewijs en een verslag<br />
over het verloop van de uitnodiging en de bereikte resultaten. De verblijfkosten kunnen enkel worden uitbetaald mits<br />
voorlegging van een (hotel)factuur voor de overnachting. Omwille van de specificiteit wordt voor dit initiatief geen<br />
modelverslag opgelegd.<br />
Afdeling VII. — Prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen<br />
projecten die niet in de EER plaatsvinden (nieuw initiatief)<br />
De internationale contractenmarkt neemt een steeds belangrijkere plaats in het internationale handelsgebeuren.<br />
Export Vlaanderen wil hierop inspelen en heeft een afzonderlijke eenheid opgericht die zich specifiek bezighoudt met<br />
het informeren en sensibiliseren van Vlaamse ondernemingen over projecten en aanbestedingen gefinancierd door<br />
internationale instellingen (de Verenigde Naties, de Wereldbank, multilaterale ontwikkelingsbanken, de Europese Unie,<br />
de Europese Investeringsbank, de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, enz.). Vermits het hier over<br />
belangrijke contracten gaat waar ook K.M.O.’s actief aan kunnen deelnemen, wordt er steun voorzien voor<br />
prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen.<br />
Gezien de Europese regelgeving kan enkel steun verleend worden voor het opsporen en opvolgen van projecten<br />
in niet-EER landen. Het behoort tot één van de kerntaken van bedrijfsgroeperingen om de ondernemingen die ze<br />
vertegenwoordigen te informeren over allerhande opportuniteiten.<br />
Artikel 61. Export Vlaanderen verleent een tussenkomst in de reis- en verblijfkosten van maximaal één<br />
afgevaardigde. Subsidiëring geldt alleen indien de reis wordt ondernomen door een personeelslid, bestuurder of<br />
exportmanager met een duurzaam exclusiviteitscontract van de groepering die de aanvraag indient. De tussenkomst<br />
is gebaseerd op de lijst met forfaitaire vergoedingen vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder. Indien de reis<br />
betrekking heeft op multilaterale instellingen die zich in verschillende landen bevinden, worden de reiskosten<br />
berekend a rato van 60 % (naar analogie met de gewone prospectiereizen in artikel 8).<br />
In tegenstelling tot de ondernemingen is er geen beperking van het aantal reizen voor dit initiatief.<br />
Artikel 62. De documenten die bij de aanvraag moeten worden gevoegd, zijn dezelfde als deze voor de<br />
marktverkennende reizen in afdeling II van dit hoofdstuk.<br />
Artikel 63. De uitbetalingsvoorwaarden zijn dezelfde als deze voor de marktverkennende reizen in afdeling II van<br />
dit hoofdstuk.<br />
HOOFDSTUK IV. — Diverse bepalingen<br />
Artikel 64. Geen wijzingen ten opzichte van het vorige besluit.<br />
Artikel 65. Bij de beoordeling van de aanvragen zal de administratie rekening houden met :<br />
1° de adviezen van de afgevaardigden van Export Vlaanderen in het binnen- en in het buitenland en van de<br />
dossierbeheerder. De gedelegeerd bestuurder zal een model van advies opstellen waarop de afgevaardigden van<br />
Export Vlaanderen in het buitenland alsook het binnenlands netwerk zich zullen baseren voor de beoordeling van de<br />
aanvragen;<br />
2° het professionele karakter van de aanvrager en de aanpak van het initiatief.<br />
De bedoeling van het verlenen van financiële steun is vooral om een drempelverlagend effect te creëren. Dit<br />
betekent dat de ondernemingen en bedrijfsgroeperingen het initiatief terdege moeten voorbereiden en aanpakken. Dat<br />
kan onder meer door voorafgaandelijk contact op te nemen met de afgevaardigden van Export Vlaanderen in het<br />
buitenland of door zelf voldoende inspanningen te leveren. Export Vlaanderen zal enkel ernstige initiatieven<br />
betoelagen;<br />
3° het totaal van de reeds ontvangen subsidies. Dit beoordelingselement is conform de Europese regelgeving<br />
inzake de de minimis-regeling. Het totale steunbedrag dat wordt verstrekt aan een kleine of middelgrote onderneming<br />
mag het plafond van 100.000 euro over een periode van drie jaar niet overschrijden, teneinde het handelsverkeer tussen<br />
de lidstaten niet ongunstig te beïnvloeden. Bij de beoordeling van de aanvraag zal ook rekening worden gehouden met<br />
de verhouding tussen de gevraagde en/of reeds ontvangen subsidies enerzijds en de reeds gerealiseerde omzet- en<br />
uitvoercijfers van de aanvrager anderzijds;<br />
4° de meerwaarde van het initiatief voor de Vlaamse economie in het algemeen en de potentiële weerslag op het<br />
vlak van tewerkstelling in Vlaanderen in het bijzonder.<br />
Bij de beoordeling van de voorgestelde initiatieven zal de voorkeur worden gegeven aan initiatieven die een<br />
substantiële meerwaarde hebben voor Vlaanderen, zoals het creëren van bijkomende tewerkstelling (of minstens het<br />
behouden van tewerkstelling), technische innovatie, onderzoek en ontwikkeling, het genereren van nieuwe export, enz.<br />
Voor de beoordeling van de aanvragen voor de initiatieven vermeld in artikel 3 zal de administratie eveneens<br />
rekening houden met de verhouding tussen de gevraagde steun en het balanstotaal van de betrokken onderneming. Dit<br />
maakt het mogelijk om bij de beoordeling rekening te houden met de ontwikkelingsfase en de draagkracht van de<br />
aanvragende onderneming.<br />
Artikel 66. Met betrekking tot de beslissingstermijn worden geen nieuwe wijzigingen opgenomen.<br />
Het is aangewezen dat de aanvrager voorafgaandelijk of tijdens het initiatief contact opneemt met de<br />
vertegenwoordiger van Export Vlaanderen in het betrokken land. Dit is belangrijk omdat de vertegenwoordigers van<br />
de instelling in het buitenland een advies moeten verlenen over het dossier. De buitenlandse vertegenwoordigers van<br />
Export Vlaanderen beschikken over een goede marktkennis om het bedrijf te helpen. Deze voorwaarde wordt echter<br />
niet verplicht om financiële steun te kunnen ontvangen, behalve voor reizen van bedrijfsgroeperingen. Als de<br />
aanvrager kan aantonen dat het initiatief vakkundig is voorbereid en dat de markt op een correcte wijze wordt<br />
benaderd (wat wel in de beoordelingscriteria vervat is), kan de steun worden toegekend.<br />
Het aantal overnachtingen dat kan worden aanvaard voor subsidiëring zal worden bepaald in functie van het<br />
afsprakenprogramma.<br />
Artikel 67. Geen wijzigingen ten opzichte van het vorige besluit. Export Vlaanderen heeft wel de bedoeling om,<br />
zodra de elektronische handtekening is ingevoerd, de beslissing van de administratie desgevallend per e-mail aan de<br />
aanvrager mee te delen.<br />
33241
33242 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Artikel 68. In de beroepsprocedure bij de bevoegde minister worden geen wijzigingen aangebracht ten opzichte<br />
van het vorige besluit.<br />
Artikel 69. De gestandaardiseerde aanvraagformulieren zullen door de gedelegeerd bestuurder opgesteld worden.<br />
Deze documenten zullen ook voorkomen op de website van Export Vlaanderen.<br />
Artikel 70. Het model van advies dat het binnenlands en het buitenlands netwerk van Export Vlaanderen moeten<br />
volgen, zal door de gedelegeerd bestuurder worden opgesteld. Dit model moet er mede voor zorgen dat de dossiers<br />
op basis van uniforme criteria worden beoordeeld.<br />
HOOFDSTUK V. — Slotbepalingen<br />
Artikel 71 en artikel 72. Deze artikels heffen respectievelijk het besluit van 20 april 2001 en het ministerieel besluit<br />
van 24 april 2001 op.<br />
Artikel 73. Aanvragen die werden ingediend in het kader van het vorige besluit, maar waarvoor nog geen<br />
beslissing werd genomen na de datum van inwerkingtreding van dit besluit, zullen vanaf die datum worden beslist<br />
overeenkomstig het nieuwe besluit, tenzij dit nadelig is voor de aanvrager. Beslissingen die werden genomen voor die<br />
datum kunnen niet worden herroepen.<br />
Artikel 74. Het nieuwe besluit treedt in werking op de eerste dag van de derde maand volgend op de<br />
bekendmaking.<br />
Artikel 75. De Vlaamse minister bevoegd voor de buitenlandse handel is belast met de uitvoering van het besluit.<br />
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 mei 2005 tot vaststelling van de<br />
voorwaarden en de regels inzake de toekenning van subsidies voor activiteiten ter bevordering van de uitvoer.<br />
Brussel, 27 mei 2005.<br />
De minister-president van de Vlaamse Regering,<br />
Y. LETERME<br />
De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel,<br />
F. MOERMAN<br />
27 MEI 2005. — Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden en de regels<br />
inzake de toekenning van subsidies voor activiteiten ter bevordering van de uitvoer<br />
De Vlaamse Regering,<br />
Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;<br />
Gelet op het decreet van 23 januari 1991 tot oprichting van Export Vlaanderen, inzonderheid op artikel 22bis<br />
en 23, § 2;<br />
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd<br />
agentschap Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen;<br />
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2001 tot vaststelling van de voorwaarden en de regels<br />
inzake de toekenning van subsidies voor exportbevorderende activiteiten;<br />
Gelet op het ministerieel besluit van 24 april 2001, houdende nadere bepalingen betreffende de aanvragen voor<br />
toekenning van subsidies voor exportbevorderende activiteiten;<br />
Gelet op het advies van de Raad van Bestuur van Export Vlaanderen, gegeven op 8 april 2004;<br />
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 30 april 2004;<br />
Gelet op het advies 37.154/1 van de Raad van State, gegeven op 7 juni 2004, met toepassing van artikel 84, § 1,<br />
eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;<br />
Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse<br />
Handel;<br />
Na beraadslaging,<br />
Besluit :<br />
HOOFDSTUK I. — Algemene bepalingen<br />
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :<br />
1° onderneming : natuurlijke personen die koopman zijn, de handelsvennootschappen en de Europese<br />
economische samenwerkingsverbanden die beschikken over een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest. Als de<br />
onderneming over exploitatiezetels beschikt in meer dan één gewest, wordt alleen die in het Vlaamse Gewest bedoeld.<br />
Ondernemingen waarvan de activiteiten uitgesplitst zijn in verschillende juridische entiteiten worden voor de<br />
toepassing van dit besluit beschouwd als één onderneming, tenzij er een substantiële tewerkstelling is in alle betrokken<br />
entiteiten;<br />
2° kleine en middelgrote onderneming : onderneming die in het laatst verifieerbare boekjaar voor de aanvraag<br />
voldoet aan de volgende voorwaarden :<br />
a) er werken maximaal 250 werknemers;<br />
b) de onderneming heeft of een jaaromzet van maximaal 50 miljoen euro, of een balanstotaal van maximaal<br />
43 miljoen euro;<br />
c) niet meer dan 25 % van het kapitaal of van de stemrechten is in handen van één onderneming of van<br />
verscheidene ondernemingen gezamenlijk die niet aan deze definitie beantwoorden, behoudens in de gevallen waar de<br />
onderneming in handen is van openbare participatiemaatschappijen, van ondernemingen van risicokapitaal of van<br />
institutionele beleggers, op voorwaarde dat ze individueel noch gezamenlijk in enig opzicht zeggenschap over de<br />
onderneming hebben, en behoudens de gevallen waar het wegens de spreiding van het kapitaal onmogelijk is te weten<br />
in wiens handen het kapitaal is, en de onderneming verklaart dat ze redelijkerwijze mag aannemen niet voor 25 % of<br />
meer in handen te zijn van één onderneming of van verscheidene ondernemingen gezamenlijk die niet aan deze<br />
definitie beantwoorden;
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
3° bedrijfsgroepering : een representatieve vereniging van ondernemingen die geen winstoogmerk heeft en die ten<br />
behoeve van de ondernemingen die zij vertegenwoordigt initiatieven organiseert ter bevordering van de Vlaamse<br />
uitvoer. De representativiteit en de exportondersteunende functie worden aangetoond aan de hand van een<br />
meerjarenplan waarin de activiteiten met betrekking tot de bevordering van de uitvoer gedetailleerd worden toegelicht;<br />
4° aanvrager :<br />
a) de kleine of middelgrote onderneming die initiatieven zelf uitvoert en die hiertoe een verzoek tot subsidiëring<br />
indient zoals bepaald in hoofdstuk II;<br />
b) de bedrijfsgroepering die initiatieven neemt, die in voorkomend geval erkend is conform artikel 44, en die een<br />
verzoek tot subsidiëring van die initiatieven indient zoals bepaald in hoofdstuk III;<br />
5° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de buitenlandse handel;<br />
6° gedelegeerd bestuurder : de leidend ambtenaar van Export Vlaanderen;<br />
7° administratie : de dienst binnen Export Vlaanderen die door de gedelegeerd bestuurder wordt aangewezen om<br />
de aanvragen te behandelen of te ontvangen;<br />
8° buitenlands netwerk : de afgevaardigden van Export Vlaanderen in het buitenland;<br />
9° binnenlands netwerk : de afgevaardigden van Export Vlaanderen in de verschillende Vlaamse provincies;<br />
10° dienstencentrum : een door Export Vlaanderen tegen kostprijs en voor de duur van maximaal één jaar aan de<br />
Vlaamse ondernemingen in het buitenland ter beschikking gesteld uitgerust kantoor;<br />
11° steun : gelden die, conform het besluit, worden toegekend ter ondersteuning van de activiteiten van<br />
ondernemingen en bedrijfsgroeperingen ter bevordering van de uitvoer;<br />
12° delokalisatie : de overheveling naar een gastland van de ganse productie of van een schakel uit de productieof<br />
dienstenketen met overeenstemmende stopzetting of vermindering van activiteit en/of tewerkstelling in<br />
Vlaanderen.<br />
Art. 2. De volgende sectoren zijn uitgesloten van steun : de traders en handelsmaatschappijen die niet voor eigen<br />
rekening of risico werken maar op commissieloon, de sector van de banken en andere financiële instellingen, de<br />
verzekeringssector, de vastgoedsector, de openbare besturen en verenigingen van openbare besturen en ondernemingen<br />
waarvan het aandelenkapitaal rechtstreeks of onrechtstreeks voor meer dan 50 % in handen is van de overheid.<br />
Dit reglement valt onder de Europese de minimis-regeling. Het totale bedrag van alle steun die wordt toegekend<br />
aan een bepaalde onderneming in het kader van de de minimis-regeling mag het maximumbedrag dat krachtens de<br />
Europese de minimis-regeling geldt, niet overtreffen. Het totaalbedrag van de toegekende steun wordt berekend over<br />
een periode van drie jaar, te rekenen vanaf het moment dat de eerste de minimis-steun aan de onderneming in kwestie<br />
is toegekend. De relevante periode van drie jaar is van verschuivende aard zodat bij elke nieuwe verlening van de<br />
minimis-steun, het totaalbedrag van de steun die gedurende de voorgaande drie jaren is verleend, in aanmerking moet<br />
worden genomen.<br />
De subsidies kunnen niet worden toegekend om de uitvoer aan te moedigen van materiaal dat wordt gebruikt in<br />
gewapende conflicten, voor binnenlandse onderdrukking of internationale agressie. In voorkomend geval kan de<br />
administratie vooraf een aanvraag aan de minister voor advies voorleggen.<br />
De subsidies kunnen niet worden toegekend als uit een beslissing of handeling van de overheid blijkt dat de<br />
betrekkingen met het land waarop het initiatief gericht is, verbroken, geschorst of ernstig in het gedrang zijn gekomen.<br />
In voorkomend geval kan de administratie vooraf een aanvraag aan de minister voor advies voorleggen.<br />
HOOFDSTUK II. — Subsidies voor kleine en middelgrote ondernemingen voor initiatieven ter bevordering van de uitvoer<br />
Afdeling I. — Initiatieven die in aanmerking komen voor een subsidie<br />
Art. 3. § 1. Aan kleine en middelgrote ondernemingen kunnen, binnen de perken van de daartoe in de begroting<br />
van de Vlaamse Gemeenschap verleende kredieten, subsidies worden toegekend voor de volgende initiatieven ter<br />
bevordering van de uitvoer :<br />
1° individuele prospectiereizen, deelname aan groepszakenreizen, reizen in het kader van groepsstanden, reizen<br />
om een investering in de eigen onderneming aan te trekken en reizen voor investeringen in het buitenland die geen<br />
delokalisatie tot gevolg hebben;<br />
2° deelname aan buitenlandse beurzen met internationale uitstraling;<br />
3° aankoop van een lastenboek voor internationale aanbestedingen en voor aanbestedingen van multilaterale<br />
instellingen en multilateraal gefinancierde projecten;<br />
4° oprichting van een prospectiekantoor;<br />
5° interne technische opleiding ter uitvoering van een afgesloten contract;<br />
6° prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen voor projecten die buiten de<br />
Europese Economische Ruimte, afgekort EER, plaatsvinden;<br />
7° aanmaak van productdocumentatie en technische vertalingen ter ondersteuning van exportinspanningen;<br />
8° registratie-, homologatie- en certificatiekosten ter ondersteuning van exportinspanningen;<br />
9° uitnodiging naar Vlaanderen van aankopers en decision makers uit landen buiten de EER;<br />
10° huur van een ruimte voor de organisatie van publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries in<br />
het buitenland;<br />
11° kosten van de onderneming die een intrek neemt in een dienstencentrum van Export Vlaanderen.<br />
§ 2. Tevens kunnen ondernemingen, op voorstel van de gedelegeerd bestuurder en op beslissing van de minister,<br />
subsidies verkrijgen voor eenmalige initiatieven met een beduidende toegevoegde waarde in Vlaanderen, die een<br />
uitzonderlijk karakter hebben en van uitzonderlijk belang zijn voor de bevordering van de uitvoer.<br />
33243
33244 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Art. 4. Om in aanmerking te komen voor het verkrijgen van subsidies voor de initiatieven bedoeld in artikel 3, § 1,<br />
moet aan volgende voorwaarden voldaan zijn :<br />
1° de initiatieven moeten gericht zijn op landen die gelegen zijn buiten de EER, met uitzondering van de<br />
initiatieven bedoeld in artikel 3, § 1, 2°, 6°, 7°, 8° en 10°;<br />
2° de initiatieven moeten gericht zijn op landen waar de onderneming geen of een beperkte afzet van haar<br />
producten en/of diensten realiseert, met uitzondering van de initiatieven bedoeld in artikel 3, § 1, 2°, 3°, 6° en 10°. De<br />
gedelegeerd bestuurder kan beslissen om uitgestrekte landen op te delen in regio’s;<br />
3° de goederen en/of diensten waarvoor prospectie wordt gedaan, moeten bij de productie, verwerking of<br />
prestatie een duidelijke toegevoegde waarde creëren in het Vlaamse Gewest;<br />
4° er mag voor het initiatief geen andere financiële tegemoetkoming voor dezelfde kosten verkregen zijn bij een<br />
andere internationale, federale, gewestelijke of lokale overheid;<br />
5° de onderneming moet al haar verbintenissen tegenover Export Vlaanderen en ingevolge een tegemoetkoming<br />
naleven. Als de onderneming die verbintenissen niet naleeft kan de gedelegeerd bestuurder de subsidies weigeren.<br />
Art. 5. § 1. Voor de initiatieven bedoeld in artikel 3 kunnen subsidies worden toegekend ten bedrage van<br />
maximaal 50 % van de kosten die de administratie aanvaardt, met dien verstande dat de subsidie minimaal 250 euro<br />
bedraagt. Alle in aanmerking te nemen kosten zijn exclusief BTW.<br />
§ 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor de buitenlandse handel, kan de tegemoetkomingspercentages van de<br />
subsidies verlagen of differentiëren in functie van het exportbeleid of de dotatie.<br />
Art. 6. Voor alle initiatieven vermeld in artikel 3, § 1, moet de aanvraag uiterlijk vijftien kalenderdagen vóór de<br />
aanvang van het initiatief bij de administratie ingediend worden. Voor de initiatieven vermeld in artikel 3, § 1, 1°, 3°,<br />
6° en 9°, kan een uitzondering op deze regel worden toegestaan op voorwaarde dat de hoogdringendheid kan worden<br />
aangetoond en voorzover de volledige aanvraag uiterlijk vóór de aanvang van het initiatief in het bezit is van de<br />
administratie.<br />
Afdeling II. — Individuele prospectiereizen, deelname aan groepszakenreizen, reizen in het kader van groepsstanden,<br />
reizen om een investering in de eigen onderneming aan te trekken en reizen voor investeringen in het buitenland die<br />
geen delokalisatie tot gevolg hebben<br />
Art. 7. Per aanvrager kunnen voor maximaal drie reizen als bedoeld in artikel 3, § 1, 1°, subsidies worden<br />
toegekend naar eenzelfde land of regio met toepassing van artikel 4, 2°, binnen een periode van vijf jaar, volgend op<br />
de datum van de eerste toekenning.<br />
De relevante periode van vijf jaar is van verschuivende aard. De subsidies voor deze initiatieven kunnen alleen<br />
worden aangewend ter ondersteuning van de zakenreizen van bestuurders, personeelsleden of exportmanagers met<br />
een duurzaam exclusiviteitscontract van de onderneming die de aanvraag indient.<br />
Art. 8. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in deze afdeling bestaat in een bijdrage in de reis- en<br />
verblijfkosten. Deze kosten worden forfaitair bepaald en worden vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder. De<br />
subsidie kan alleen worden toegekend voor één afgevaardigde per reis. Het totaal van de verblijfkosten is gelijk aan het<br />
forfaitaire bedrag, vermenigvuldigd met het aantal overnachtingen.<br />
Bij een gecombineerde reis naar verschillende landen worden de reiskosten gelijkgesteld aan 60 % van de som van<br />
de reiskosten die in aanmerking zouden worden genomen indien de aanvrager deze landen elk apart prospecteerde.<br />
Art. 9. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />
1° het volledig elektronisch of schriftelijk ingevulde en ondertekende aanvraagformulier;<br />
2° een grondige beschrijving van het initiatief en de motivatie van de onderneming, samen met een chronologisch<br />
afsprakenprogramma;<br />
3° de kostenraming, opgesteld overeenkomstig artikel 8.<br />
Art. 10. § 1. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />
1° de reis wordt voltooid uiterlijk drie maanden na de datum van de kennisgeving van de beslissing door de<br />
gedelegeerd bestuurder;<br />
2° een verslag wordt voorgelegd aan de administratie volgens het model opgesteld door de gedelegeerd<br />
bestuurder uiterlijk drie maanden na het beëindigen van de reis;<br />
3° bewijsstukken van de gemaakte reis- en verblijfkosten worden voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie<br />
maanden na het beëindigen van de reis.<br />
§ 2. Voor de reizen bedoeld in deze afdeling zijn ondernemingen verplicht om ter plaatse een bezoek te brengen<br />
aan het kantoor van Export Vlaanderen. Indien er in het land in kwestie geen kantoor van Export Vlaanderen aanwezig<br />
is of indien uit het reisschema blijkt dat een bezoek praktisch niet haalbaar is, volstaat een andere vorm van contact.<br />
De gedelegeerd bestuurder kan de uitbetaling van de subsidie weigeren indien deze verplichting niet wordt nageleefd.<br />
Afdeling III. — Deelname aan buitenlandse beurzen met internationale uitstraling<br />
Art. 11. § 1. Per kalenderjaar kunnen per aanvrager maximaal twee deelnames aan een buitenlandse beurs met<br />
internationale uitstraling worden gesubsidieerd.<br />
§ 2. Voor dezelfde beurs kan maximaal driemaal een subsidie per aanvrager worden toegekend binnen een periode<br />
van acht jaar volgend op de datum van de eerste toekenning. De relevante periode van acht jaar is van verschuivende<br />
aard.<br />
De deelname aan verschillende edities van eenzelfde beurs tijdens een bepaald kalenderjaar geldt als deelname aan<br />
twee of meer verschillende beurzen.<br />
§ 3. Enkel de buitenlandse beurzen met internationale uitstraling, opgenomen in de repertoria of op de website van<br />
M&A Messe Planner of Le Moci, komen in aanmerking voor de toekenning van een subsidie. Beurzen of subsectoren<br />
van beurzen waarop Export Vlaanderen een groepsstand organiseert, komen niet in aanmerking voor subsidiëring.<br />
Voor grote beurzen die zijn onderverdeeld in sectorhallen en waar Export Vlaanderen een algemene stand heeft of een<br />
stand voor een specifiek product kan de gedelegeerd bestuurder beslissen om toch een subsidie toe te kennen.
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
§ 4. De gedelegeerd bestuurder kan beslissen om de deelname aan buitenlandse beurzen met een internationale<br />
uitstraling die niet zijn opgenomen in de repertoria of op de website van M&A Messe Planner of Le Moci toch te<br />
subsidiëren. In voorkomend geval moet de aanvrager het belang van de beurs voor de onderneming beschrijven,<br />
motiveren en aantonen.<br />
§ 5. De onderneming moet in eigen naam en voor eigen rekening aan de beurs deelnemen. Bij twijfel zal de<br />
administratie een kopie uit de beurscatalogus vragen, waarin de Vlaamse onderneming met naam, stad en land moet<br />
zijn opgenomen.<br />
Art. 12. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in deze afdeling bestaat in een bijdrage in de huurkosten van de<br />
naakte standoppervlakte, verhoogd met een forfaitair bedrag van 25 %. De aanvaarde kosten bedragen maximaal<br />
6.000 euro voor beurzen binnen de EER en maximaal 10.000 euro voor beurzen buiten de EER.<br />
Voor beurzen die georganiseerd worden buiten de EER wordt, overeenkomstig de modaliteiten bepaald in artikel<br />
7, tevens een bijdrage in de reis- en verblijfkosten geleverd voor één afgevaardigde, die bestuurder, personeelslid<br />
of exportmanager met een duurzaam exclusiviteitscontract moet zijn van de onderneming die de aanvraag indient.<br />
De reis- en verblijfkosten worden forfaitair bepaald en worden vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder.<br />
Art. 13. § 1. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />
1° het volledig elektronisch of schriftelijk ingevulde en ondertekende aanvraagformulier;<br />
2° een kopie van de factuur of rekening van de huur van de standoppervlakte;<br />
3° het debetbericht van de bank voor de betaling van voormelde factuur of rekening of een gelijkwaardig<br />
betalingsbewijs indien het al beschikbaar is.<br />
Indien de in 2° en 3° bedoelde documenten op het ogenblik van de aanvraag niet beschikbaar zijn, moeten ze, op<br />
straffe van niet-ontvankelijkheid uiterlijk drie maanden na de beurs bij de administratie worden ingediend.<br />
§ 2. In geval van een gunstige beslissing en na indiening van het verslag volgens het model opgesteld door de<br />
gedelegeerd bestuurder worden de toegekende subsidies voor de standhuur uitbetaald. Bewijsstukken van de<br />
gemaakte reis- en verblijfkosten worden, samen met het modelverslag, voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie<br />
maanden na het beëindigen van de reis.<br />
Afdeling IV. — Aankoop van een lastenboek voor internationale aanbestedingen<br />
en voor aanbestedingen van multilaterale instellingen en multilateraal gefinancierde projecten<br />
Art. 14. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in artikel 3, § 1, 3°, bestaat in een bijdrage in de kostprijs van het<br />
lastenboek voorzover de aanvaarde kostenraming, met inbegrip van registratie- en verzendingskosten, minimaal<br />
500 euro en maximaal 12.000 euro bedraagt.<br />
Art. 15. § 1. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />
1° het volledig elektronisch of schriftelijk ingevulde en ondertekende aanvraagformulier;<br />
2° een gemotiveerde beschrijving van de activiteit en het project;<br />
3° de gedetailleerde kostprijsraming, uitgesplitst als bepaald in artikel 14.<br />
§ 2. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />
1° de aankoop van het lastenboek verricht is binnen drie maanden na de datum van de kennisgeving van de<br />
beslissing door de gedelegeerd bestuurder;<br />
2° de facturen en overeenkomstige betaalbewijzen door de aanvrager zijn ingediend binnen drie maanden volgend<br />
op de aankoop en ze door de administratie zijn aanvaard.<br />
Afdeling V. — Oprichting van een prospectiekantoor<br />
Art. 16. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in artikel 3, § 1, 4°, bestaat in een bijdrage in de volgende kosten<br />
van de onderneming in het prospectiekantoor tijdens het eerste werkingsjaar :<br />
1° de reiskosten en de hotelovernachtingen in het kader van prospectiereizen ter plaatse van de kantoorverantwoordelijke<br />
in het land in kwestie op voorwaarde dat hij er permanent verblijft;<br />
2° de werkingskosten, die bestaan uit :<br />
a) de huurprijs van de kantoorruimte;<br />
b) de kosten voor elektriciteit, verwarming, verlichting, klimaatregeling, onderhoud en communicatie;<br />
c) de huur- of aankoopprijs van het meubilair;<br />
d) de huur- of aankoopprijs van kantooruitrusting en kantoorbenodigdheden;<br />
e) de kosten voor juridische bijstand.<br />
3° de reis- en verblijfkosten voor één inspectiereis met maximaal zeven overnachtingen van één directielid van de<br />
onderneming die de reis onderneemt met de bedoeling de goede werking van het kantoor te controleren;<br />
4° de reiskosten voor één overlegreis van de kantoorverantwoordelijke naar de onderneming in Vlaanderen.<br />
De in aanmerking genomen totaal aanvaarde kostenraming van het kantoor, exclusief BTW, bedraagt maximaal<br />
99.000 euro.<br />
Per land of in voorkomend geval per regio binnen een land kan maximaal één subsidie per aanvrager worden<br />
toegekend voor de oprichting van een prospectiekantoor binnen een periode van tien jaar te rekenen vanaf de<br />
toekenning.<br />
33245
33246 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Art. 17. § 1. Een onderneming die met de financiële steun van Export Vlaanderen een prospectiekantoor heeft<br />
opgericht in een bepaald land, kan in het kader van dit besluit, binnen een periode van drie jaar na de datum van de<br />
kennisgeving van de beslissing, geen aanspraak meer maken op financiële steun voor initiatieven in hetzelfde land.<br />
§ 2. De aanvrager toont aan dat hij controle uitoefent over het prospectiekantoor. Het prospectiekantoor vormt<br />
juridisch een onderdeel van de Vlaamse onderneming.<br />
De oprichting van een productie-eenheid of een verkoop in de kleinhandel valt buiten het toepassingsgebied van<br />
de oprichting van een prospectiekantoor.<br />
De reis- en verblijfskosten vermeld in artikel 16, 3° en 4°, worden forfaitair bepaald en worden vastgesteld door<br />
de gedelegeerd bestuurder.<br />
Art. 18. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />
1° een volledig elektronisch of schriftelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;<br />
2° een grondige beschrijving van het initiatief en de motivatie van de onderneming;<br />
3° de gedetailleerde kostenraming, met uitsplitsing van de kosten overeenkomstig artikel 16;<br />
4° officiële documenten die aantonen dat het de bedoeling is van de aanvrager om met een eigen prospectie-entiteit<br />
structureel de markt in kwestie te bewerken.<br />
Alsdein4° bedoelde documenten op het ogenblik van de aanvraag niet beschikbaar zijn, moeten ze, op straffe van<br />
niet-ontvankelijkheid uiterlijk zes maanden na de aanvraag bij de administratie worden ingediend.<br />
Art. 19. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />
1° het prospectiekantoor is opgericht uiterlijk zes maanden na de datum van de kennisgeving van de beslissing<br />
door de gedelegeerd bestuurder;<br />
2° een activiteitenverslag volgens het model opgesteld door de gedelegeerd bestuurder, en een verslag van een<br />
fiduciair kantoor over de reële uitgaven binnen de aanvaarde kostenraming, binnen zes maanden na het eerste<br />
werkingsjaar van het kantoor worden voorgelegd aan de administratie en door de administratie worden aanvaard.<br />
De gedelegeerd bestuurder organiseert de controle op de werking van de prospectiekantoren.<br />
De kosten die gepaard gaan met de controle van een door Export Vlaanderen aangesteld extern fiduciair kantoor<br />
zijn ten laste van de begunstigde onderneming. De administratie zal de ereloonnota van het fiduciair kantoor betalen<br />
en het overeenkomstige bedrag in mindering brengen op de uit te betalen subsidie.<br />
Afdeling VI. — Interne technische opleiding ter uitvoering van een afgesloten contract<br />
Art. 20. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in artikel 3, § 1, 5°, bestaat in een bijdrage in de reis- en<br />
verblijfkosten. Deze kosten worden forfaitair bepaald en worden vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder.<br />
Per afgesloten contract kunnen er maximaal vijf buitenlandse technici worden uitgenodigd om een technische<br />
opleiding in de Vlaamse onderneming te volgen. De tegemoetkoming in de verblijfkosten is beperkt tot maximaal één<br />
maand. Het contract moet een waarde hebben van minstens 200.000 euro. De gedelegeerd bestuurder kan op dit bedrag<br />
een afwijking toestaan.<br />
Art. 21. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />
1° een volledig elektronisch of schriftelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;<br />
2° een beschrijving van het initiatief en de motivatie van de onderneming, met onder meer de naam en<br />
hoedanigheid van de buitenlandse technici en het belang van de uitnodiging voor de aanvrager;<br />
3° een kopie van het afgesloten contract;<br />
4° een kostenraming, opgesteld overeenkomstig artikel 8.<br />
Art. 22. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />
1° de opleiding wordt voltooid uiterlijk twaalf maanden na de datum van de kennisgeving van de beslissing door<br />
de gedelegeerd bestuurder;<br />
2° bewijsstukken van de gemaakte reis- en verblijfkosten worden voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie<br />
maanden na de voltooiing van de technische opleiding;<br />
3° een verslag volgens het model opgesteld door de gedelegeerd bestuurder, over het verloop van de technische<br />
opleiding en de bereikte resultaten wordt voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie maanden na de voltooiing van<br />
de opleiding.<br />
Afdeling VII. — Prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen<br />
voor projecten die buiten de EER plaatsvinden<br />
Art. 23. Per aanvrager kunnen voor maximaal drie reizen per multilaterale instelling subsidies worden toegekend<br />
binnen een periode van vijf jaar, volgend op de datum van de eerste toekenning. De relevante periode van vijf jaar is<br />
van verschuivende aard.<br />
De financiële stimuli voor dit initiatief kunnen alleen worden aangewend ter ondersteuning van zakenreizen van<br />
een bestuurder, personeelslid of export manager met een duurzaam exclusiviteitscontract van de onderneming die de<br />
aanvraag indient.<br />
Art. 24. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in deze afdeling bestaat in een bijdrage in de reis- en<br />
verblijfkosten. Deze kosten worden forfaitair bepaald en worden vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder.<br />
De subsidie kan slechts worden toegekend voor één afgevaardigde per reis.<br />
Het totaal van de verblijfkosten is gelijk aan het forfaitaire bedrag, vermenigvuldigd met het aantal<br />
overnachtingen.<br />
Bij een gecombineerde reis naar verschillende landen worden de reiskosten gelijkgesteld aan 60 % van de som van<br />
de reiskosten die in aanmerking zouden worden genomen indien de aanvrager deze landen elk apart prospecteerde.
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Art. 25. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />
1° het volledig elektronisch of schriftelijk ingevulde en ondertekende aanvraagformulier;<br />
2° een grondige beschrijving van het initiatief en de motivatie van de onderneming, samen met een overzicht van<br />
de afspraken;<br />
3° de kostenraming, opgesteld overeenkomstig artikel 8.<br />
Art. 26. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />
1° de reis voltooid wordt uiterlijk drie maanden na de datum van de kennisgeving van de beslissing door de<br />
gedelegeerd bestuurder;<br />
2° een verslag wordt voorgelegd aan de administratie volgens het model opgesteld door de gedelegeerd<br />
bestuurder uiterlijk drie maanden na het beëindigen van de reis;<br />
3° bewijsstukken van de gemaakte reis - en verblijfkosten worden voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie<br />
maanden na het beëindigen van de reis.<br />
Afdeling VIII. — Aanmaak van productdocumentatie en technische vertalingen<br />
ter ondersteuning van exportinspanningen<br />
Art. 27. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in artikel 3, § 1, 7°, bestaat in een bijdrage in de externe kosten<br />
voor de aanmaak van productdocumentatie en technische vertalingen in een andere taal dan het Nederlands.<br />
De in aanmerking genomen totale aanvaarde kostenraming voor deze initiatieven, exclusief BTW, bedraagt<br />
maximaal 7.500 euro per jaar.<br />
Art. 28. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />
1° een volledig elektronisch of schriftelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;<br />
2° een beschrijving van het document en de opzet ervan;<br />
3° een gedetailleerde kostenraming, op basis van de geselecteerde offerte;<br />
4° afhankelijk van de inhoud van het document kan de administratie een verbintenis eisen waarbij de aanvrager<br />
zich akkoord verklaart om in de documentatie Export Vlaanderen op een zichtbare en duidelijke wijze te vermelden<br />
als sponsor;<br />
5° een verbintenis waarbij de aanvrager verklaart dat de documentatie zal worden gebruikt voor exportdoeleinden.<br />
Art. 29. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />
1° een kopie van het gesubsidieerde document aan de administratie wordt voorgelegd uiterlijk drie maanden na<br />
de kennisgeving van de beslissing door de gedelegeerd bestuurder;<br />
2° een kopie van de factuur en het overeenkomstig betalingsbewijs (debetbericht van de bank) worden voorgelegd<br />
aan de administratie uiterlijk drie maanden na de kennisgeving van de beslissing door de gedelegeerd bestuurder;<br />
3° in voorkomend geval de aanvrager zijn verbintenis tot vermelding van Export Vlaanderen als sponsor is<br />
nagekomen;<br />
4° een bewijs waaruit blijkt dat de documentatie gebruikt werd voor exportdoeleinden.<br />
Afdeling IX. — Steun voor registratie-, homologatie- en certificatiekosten ter ondersteuning van exportinspanningen<br />
Art. 30. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in artikel 3, § 1, 8°, bestaat uit een bijdrage in de externe<br />
registratie-, homologatie- en certificatiekosten, waaraan de producten worden onderworpen vóór toelating op een<br />
bepaalde markt.<br />
De in aanmerking genomen totale aanvaarde kostenraming voor deze initiatieven, exclusief BTW, bedraagt<br />
maximaal 7.500 euro per aanvraag.<br />
Per aanvrager kunnen er maximaal drie subsidies per jaar worden toegekend voor dit initiatief. Per land kan er<br />
maximaal één subsidie worden toegekend per jaar.<br />
Art. 31. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />
1° een volledig elektronisch of schriftelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;<br />
2° een grondige beschrijving van het initiatief en de motivatie van de onderneming;<br />
3° een gedetailleerde kostenraming.<br />
Art. 32. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />
1° een verslag over de resultaten en de weerslag ervan op de verdere marktbenadering wordt voorgelegd aan de<br />
administratie uiterlijk twaalf maanden na de kennisgeving van de beslissing door de gedelegeerd bestuurder;<br />
2° een kopie van de factuur en het overeenkomstig betalingsbewijs (debetbericht van de bank) worden voorgelegd<br />
aan de administratie uiterlijk twaalf maanden na de kennisgeving van de beslissing door de gedelegeerd bestuurder.<br />
Afdeling X. — Uitnodiging naar Vlaanderen van aankopers en decision makers uit landen buiten de EER<br />
Art. 33. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in artikel 3, § 1, 9°, bestaat in een bijdrage in de reis- en<br />
verblijfkosten. De tegemoetkoming in de verblijfkosten is beperkt tot vijf overnachtingen. De reis- en verblijfkosten<br />
worden forfaitair bepaald en worden vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder. Op jaarbasis kunnen er maximaal<br />
twee aankopers of decision makers uitgenodigd worden.<br />
Art. 34. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />
1° een volledig elektronisch of schriftelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;<br />
2° een beschrijving van het initiatief en de motivatie van de onderneming, met onder meer de naam en<br />
hoedanigheid van de buitenlandse genodigde(n) en het belang van de uitnodiging voor de aanvrager. Bij twijfel beslist<br />
de gedelegeerd bestuurder;<br />
3° een kostenraming, opgesteld overeenkomstig artikel 8.<br />
33247
33248 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Art. 35. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />
1° bewijsstukken van de gemaakte reis- en verblijfkosten, samen met het overeenkomstig betalingsbewijs, worden<br />
voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie maanden na de kennisgeving van de beslissing door de gedelegeerd<br />
bestuurder;<br />
2° een verslag over het verloop van de uitnodiging en de bereikte resultaten wordt voorgelegd aan de administratie<br />
uiterlijk drie maanden na de kennisgeving van de beslissing door de gedelegeerd bestuurder.<br />
Afdeling XI. — Huur van een ruimte voor de organisatie van publieke presentaties,<br />
modeshows, workshops en seminaries in het buitenland<br />
Art. 36. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in artikel 3, § 1, 10°, bestaat in een bijdrage in de kosten voor de<br />
huur van de ruimte. De aanvaarde kostenraming bedraagt maximaal 6.000 euro per organisator voor de huur van een<br />
ruimte binnen de EER en maximaal 10.000 euro per organisator voor de huur van een ruimte buiten de EER. Steun is<br />
alleen mogelijk voor aanvragers die een actieve inbreng in de organisatie van het evenement hebben.<br />
Per aanvrager kunnen er maximaal twee subsidies per jaar worden toegekend voor dit initiatief.<br />
Art. 37. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />
1° een volledig elektronisch of schriftelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier per deelnemer;<br />
2° een gedetailleerde beschrijving van het initiatief en de motivatie van de onderneming;<br />
3° een gedetailleerde kostenraming;<br />
4° bij voorkeur een volledige lijst met de namen van de organisatoren.<br />
Art. 38. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />
1° een factuur per organisator voor de huurkosten van de ruimte, samen met het overeenkomstig betalingsbewijs,<br />
wordt voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie maanden na de kennisgeving van de beslissing door de<br />
gedelegeerd bestuurder;<br />
2° een verslag van het initiatief en de bereikte resultaten wordt voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie<br />
maanden na de kennisgeving van de beslissing door de gedelegeerd bestuurder.<br />
Afdeling XII. — Kosten van de onderneming die een intrek neemt in een dienstencentrum van Export Vlaanderen<br />
Art. 39. subsidie voor de initiatieven bedoeld in artikel 3, § 1, 11°, bestaat in een bijdrage in de volgende kosten<br />
tijdens het eerste werkjaar van de onderneming die een intrek neemt in een dienstencentrum van Export Vlaanderen :<br />
1° de reiskosten en de hotelovernachtingen in het kader van prospectiereizen ter plaatse van de kantoorverantwoordelijke<br />
in het land in kwestie op voorwaarde dat hij er permanent verblijft;<br />
2° de werkingskosten, die bestaan uit :<br />
a) de communicatiekosten;<br />
b) de huur- en/of aankoopprijs van kantoorbenodigdheden;<br />
c) de kosten voor juridische bijstand;<br />
3° de reis- en verblijfkosten voor één inspectiereis met maximaal zeven overnachtingen van één directielid van de<br />
onderneming die de reis onderneemt met de bedoeling de goede werking van het kantoor te controleren;<br />
4° de reiskosten voor één overlegreis van de kantoorverantwoordelijke naar de onderneming in Vlaanderen.<br />
De in aanmerking genomen totale kosten, exclusief BTW, bedragen maximaal 25.000 euro.<br />
Art. 40. § 1. Een onderneming die met de financiële steun van Export Vlaanderen een intrek neemt in een<br />
dienstencentrum kan in het kader van dit besluit, tijdens het verblijf in het dienstencentrum, geen aanspraak meer<br />
maken op financiële steun voor initiatieven in hetzelfde land.<br />
§ 2. De aanvraag kan slechts éénmaal worden ingediend voor het eerste werkjaar bij intrede in het dienstencentrum<br />
van Export Vlaanderen.<br />
§ 3. De aanvrager toont aan dat hij controle uitoefent over het kantoor.<br />
§ 4. De reis- en verblijfskosten vermeld in artikel 39, 3° en 4°, worden forfaitair bepaald en worden vastgesteld door<br />
de gedelegeerd bestuurder.<br />
Art. 41. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />
1° een volledig elektronisch of schriftelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;<br />
2° een grondige beschrijving van het initiatief en de motivatie van de onderneming;<br />
3° de gedetailleerde kostenraming, met uitsplitsing van de kosten overeenkomstig artikel 39.<br />
Art. 42. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />
1° de intrek in een dienstencentrum uiterlijk zes maanden na de datum van de kennisgeving van de beslissing door<br />
de gedelegeerd bestuurder plaatsvindt;<br />
2° een activiteitenverslag volgens het model opgesteld door de gedelegeerd bestuurder, en een verslag van een<br />
fiduciair kantoor over de reële uitgaven binnen de aanvaarde kostenraming, binnen zes maanden na het eerste<br />
werkingsjaar van het kantoor worden voorgelegd aan de administratie en door de administratie worden aanvaard.<br />
De gedelegeerd bestuurder organiseert de controle op de werking.<br />
De kosten die gepaard gaan met de controle van een door Export Vlaanderen aangesteld extern fiduciair kantoor<br />
zijn ten laste van de begunstigde onderneming. De administratie zal de ereloonnota van het fiduciair kantoor betalen<br />
en het overeenkomstige bedrag in mindering brengen op de uit te betalen subsidie.
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
HOOFDSTUK III. — Subsidies voor initiatieven van bedrijfsgroeperingen ter bevordering van de uitvoer<br />
Afdeling I. — In aanmerking komende initiatieven<br />
Art. 43. § 1. Aan bedrijfsgroeperingen kunnen, binnen de perken van de daartoe in de begroting van de Vlaamse<br />
Gemeenschap verleende kredieten, subsidies worden toegekend voor de volgende initiatieven ter bevordering van de<br />
uitvoer :<br />
1° eigen marktverkennende reizen, reizen voor het aantrekken van investeringen, deelname aan groepszakenreizen<br />
en reizen in het kader van groepsstanden georganiseerd door Export Vlaanderen;<br />
2° deelname aan buitenlandse beurzen met internationale uitstraling;<br />
3° organisatie van publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries in het buitenland;<br />
4° aanmaak van nieuwe repertoria;<br />
5° uitnodiging naar Vlaanderen van aankopers en van decision makers voor sectorgebonden investeringsprojecten;<br />
6° prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen voor projecten die buiten de<br />
EER plaatsvinden.<br />
§ 2. Tevens kunnen bedrijfsgroeperingen, op voorstel van de gedelegeerd bestuurder en na beslissing van de<br />
minister, subsidies verkrijgen voor eenmalige initiatieven en projecten met een beduidende toegevoegde waarde, die<br />
een uitzonderlijk karakter hebben en van uitzonderlijk belang zijn voor de bevordering van de uitvoer.<br />
Art. 44. § 1. De gedelegeerd bestuurder erkent die bedrijfsgroeperingen die voldoen aan de definitie van art. 1, 3°.<br />
Om hun erkenning te behouden, moeten de bedrijfsgroeperingen minstens één subsidieerbaar initiatief als bepaald in<br />
artikel 43, per jaar organiseren.<br />
§ 2. Om in aanmerking te komen voor het verkrijgen van subsidies voor de initiatieven bedoeld in artikel 43, § 1,<br />
moet aan volgende voorwaarden voldaan zijn :<br />
1° de initiatieven moeten gericht zijn op de bevordering van de uitvoer van de goederen of diensten van de<br />
vertegenwoordigde ondernemingen of moeten gericht zijn op het aantrekken van investeringen in de betrokken sector;<br />
2° de initiatieven moeten plaatsvinden in landen buiten de EER, met uitzondering van de initiatieven, vermeld in<br />
artikel 43, § 1, 2°, 3°, 4°, 5° en 6°;<br />
3° er mag voor het initiatief geen andere financiële bijdrage verkregen zijn bij een andere internationale, federale,<br />
gewestelijke of lokale overheid voor dezelfde kosten;<br />
4° de organiserende bedrijfsgroepering vermeldt bij elk gesubsidieerd initiatief dat het wordt gerealiseerd met de<br />
financiële steun van Export Vlaanderen.<br />
Art. 45. § 1. Voor de initiatieven bedoeld in artikel 43 kunnen subsidies worden toegekend ten bedrage van<br />
maximaal 50 % van de kosten die de administratie aanvaardt, met dien verstande dat de subsidie minimaal 250 euro<br />
bedraagt. Alle in aanmerking te nemen kosten zijn exclusief BTW.<br />
§ 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor de buitenlandse handel, kan de tegemoetkomingspercentages van de<br />
subsidies verlagen of differentiëren in functie van het exportbeleid of de dotatie.<br />
Art. 46. Voor alle initiatieven vermeld in artikel 43 moet de aanvraag uiterlijk vijftien kalenderdagen vóór de<br />
aanvang van het initiatief bij de administratie ingediend worden. Voor de initiatieven vermeld in artikel 43, § 1, 1°, 5°<br />
en 6°, kan een uitzondering op deze regel worden toegestaan op voorwaarde dat de hoogdringendheid kan worden<br />
aangetoond en voorzover de volledige aanvraag uiterlijk vóór de aanvang van het initiatief in het bezit is van de<br />
administratie.<br />
Afdeling II. — Eigen marktverkennende reizen, reizen voor het aantrekken van investeringen,<br />
deelname aan groepszakenreizen en reizen in het kader van groepsstanden georganiseerd door Export Vlaanderen<br />
Art. 47. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in artikel 43, § 1, 1°, bestaat in een bijdrage in de kosten, bedoeld<br />
in artikel 8, die overeenkomstig de bepalingen terzake wordt berekend, alsook een bijdrage van 120 euro per<br />
overnachting voor de loonkosten van één personeelslid dat voorkomt op de loonlijst van de groepering.<br />
De subsidies voor deze initiatieven mogen alleen worden aangewend ter ondersteuning van de zakenreizen van<br />
bestuurders, personeelsleden of export managers met een duurzaam exclusiviteitscontract van de bedrijfsgroepering<br />
die de aanvraag indient.<br />
Art. 48. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />
1° een volledig elektronisch of schriftelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;<br />
2° een grondige beschrijving van het initiatief en de motivatie van de groepering, samen met een chronologisch<br />
afsprakenprogramma;<br />
3° de kostenraming, opgesteld overeenkomstig artikel 8;<br />
4° stukken die aantonen dat de aanvrager voldoet aan de bepalingen van artikel 1, 3°, en aan de bepalingen van<br />
artikel 44;<br />
5° in voorkomend geval de geactualiseerde ledenlijst van de aanvrager;<br />
6° de meest recente versie van de gecoördineerde statuten.<br />
De aanvrager mag in voorkomend geval voor 5° en 6° verwijzen naar een vroegere aanvraag waarbij die<br />
documenten al werden bezorgd aan de administratie, voorzover de documenten in kwestie nog actueel zijn.<br />
Art. 49. § 1. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />
1° de reis voltooid wordt uiterlijk drie maanden na de datum van de kennisgeving van de beslissing door de<br />
gedelegeerd bestuurder;<br />
2° een verslag wordt voorgelegd aan de administratie volgens het model opgesteld door de gedelegeerd<br />
bestuurder uiterlijk drie maanden na het beëindigen van de reis;<br />
3° bewijsstukken van de gemaakte reis- en verblijfkosten worden voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie<br />
maanden na het beëindigen van de reis.<br />
33249
33250 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
§ 2. Voor de reizen bedoeld in deze afdeling zijn bedrijfsgroeperingen verplicht om ter plaatse een bezoek te<br />
brengen aan het kantoor van Export Vlaanderen. Indien er in het land in kwestie geen kantoor van Export Vlaanderen<br />
aanwezig is, of indien uit het reisschema blijkt dat een bezoek praktisch niet haalbaar is, volstaat een andere vorm van<br />
contact. De gedelegeerd bestuurder kan de uitbetaling van de subsidie weigeren indien deze verplichting niet wordt<br />
nageleefd.<br />
Afdeling III. — Deelname aan buitenlandse beurzen met internationale uitstraling<br />
Art. 50. § 1. Alleen de buitenlandse beurzen met internationale uitstraling, die zijn opgenomen in de repertoria of<br />
op de website van M&A Messe Planner of Le Moci komen in aanmerking voor de toekenning van een subsidie.<br />
Beurzen of subsectoren van beurzen waarop Export Vlaanderen een groepsstand organiseert, komen niet in<br />
aanmerking voor subsidiëring. Voor grote beurzen die zijn onderverdeeld in sectorhallen en waar Export Vlaanderen<br />
een algemene stand heeft of een stand voor een specifiek product, kan de gedelegeerd bestuurder beslissen om toch een<br />
subsidie toe te kennen.<br />
§ 2. De gedelegeerd bestuurder kan beslissen om de deelname aan buitenlandse beurzen met een internationale<br />
uitstraling die niet zijn opgenomen in de repertoria of op de website van M&A Messe Planner of Le Moci toch te<br />
subsidiëren. In voorkomend geval moet de aanvrager het belang van de beurs voor de groepering en de aangesloten<br />
ondernemingen beschrijven, motiveren en aantonen.<br />
§ 3. De groepering moet in eigen naam aan de beurs deelnemen. Bij twijfel zal de administratie een kopie uit de<br />
beurscatalogus vragen, waarin de groepering met naam, stad en land moet zijn opgenomen.<br />
Art. 51. Artikel 12 en 13 zijn van overeenkomstige toepassing op de initiatieven bedoeld in deze afdeling.<br />
Artikel 47 is van overeenkomstige toepassing inzake de bijdrage in de loonkosten van één personeelslid voor de<br />
beurzen binnen en buiten de EER.<br />
Afdeling IV. — De organisatie van publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries in het buitenland<br />
Art. 52. § 1. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in artikel 43, § 1, 3°, bestaat in een bijdrage in de volgende<br />
kosten :<br />
1° de kosten voor de huur en de inrichting van de ruimte;<br />
2° de druk- en verzendingskosten van de uitnodigingen;<br />
3° de kosten van ontvangst van de genodigden.<br />
De aanvrager moet Export Vlaanderen bij de organisatie van deze initiatieven betrekken.<br />
De aanvaarde kostenraming bedraagt maximaal 6.000 euro voor de huur van een ruimte binnen de EER en<br />
maximaal 10.000 euro voor de huur van een ruimte buiten de EER. De subsidie wordt beperkt tot vijf initiatieven per<br />
jaar.<br />
Voor publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries die door verschillende erkende bedrijfsgroeperingen<br />
worden georganiseerd, bedraagt het maximumbedrag, exclusief BTW, 7.500 euro per initiatief binnen de EER<br />
en 12.500 euro per initiatief buiten de EER.<br />
§ 2. Er kan ook worden voorzien in een bijdrage van 120 euro per overnachting voor de loonkosten van één<br />
personeelslid.<br />
Voor presentaties, modeshows, workshops en seminaries die worden georganiseerd buiten de EER kan tevens<br />
worden voorzien in een bijdrage voor de reis- en verblijfkosten. Deze kosten worden forfaitair bepaald en worden<br />
vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder.<br />
Art. 53. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />
1° een volledig elektronisch of schriftelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;<br />
2° een grondige beschrijving van het initiatief en de motivatie van de groepering;<br />
3° de gedetailleerde kostenraming, met uitsplitsing van de kosten overeenkomstig artikel 48;<br />
4° stukken die aantonen dat de aanvrager voldoet aan de bepalingen van artikel 1, 3°, en aan de bepalingen van<br />
artikel 44;<br />
5° in voorkomend geval de geactualiseerde ledenlijst van de aanvrager;<br />
6° de meest recente versie van de gecoördineerde statuten.<br />
De aanvrager mag in voorkomend geval voor 5° en 6° verwijzen naar een vroegere aanvraag waarbij die<br />
documenten al werden bezorgd aan de administratie, voorzover de documenten in kwestie nog actueel zijn.<br />
Art. 54. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />
1° het initiatief voltooid wordt uiterlijk drie maanden na de datum van de kennisgeving van de beslissing door de<br />
gedelegeerd bestuurder;<br />
2° een verslag wordt voorgelegd aan de administratie volgens het model opgesteld door de gedelegeerd<br />
bestuurder uiterlijk drie maanden na het beëindigen van de activiteit;<br />
3° bewijsstukken van de gemaakte kosten worden voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie maanden na het<br />
beëindigen van het initiatief.<br />
Afdeling V. — De aanmaak van nieuwe repertoria<br />
Art. 55. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in artikel 43, § 1, 4°, bestaat in een bijdrage in de externe<br />
realisatie- en vertalingskosten van nieuwe repertoria die opgesteld zijn conform de door de administratie opgelegde<br />
normen, voorzover de aanvaarde kostenraming maximaal 49.500 euro bedraagt.<br />
Per kalenderjaar kan slechts één document per aanvrager worden gesubsidieerd, voorzover dat document nog niet<br />
het voorwerp heeft uitgemaakt van een recente publicatie van Export Vlaanderen.<br />
Art. 56. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />
1° een volledig elektronisch of schriftelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;<br />
2° de gedetailleerde kostenraming;<br />
3° een beschrijving van het document en de opzet van het initiatief;
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
4° stukken die aantonen dat de aanvrager voldoet aan de bepalingen van artikel 1, 3° en aan de bepalingen van<br />
artikel 44;<br />
5° in voorkomend geval de geactualiseerde ledenlijst van de aanvrager;<br />
6° de meest recente versie van de gecoördineerde statuten;<br />
7° een verbintenis waarbij de aanvrager zich akkoord verklaard om in het repertorium Export Vlaanderen op een<br />
zichtbare en duidelijke wijze te vermelden als sponsor.<br />
De aanvrager mag in voorkomend geval voor 5° en 6° verwijzen naar een vroegere aanvraag waarbij die<br />
documenten al werden bezorgd aan de administratie, voorzover desbetreffende documenten nog actueel zijn.<br />
Art. 57. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />
1° het initiatief voltooid wordt uiterlijk zes maanden na de datum van de kennisgeving van de beslissing door de<br />
gedelegeerd bestuurder;<br />
2° de bewijsstukken van de kosten, bedoeld in artikel 55, worden voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie<br />
maanden na de realisatie van het repertorium;<br />
3° de aanvrager een overeengekomen aantal exemplaren van de documenten en van de geïnformatiseerde<br />
gegevensbestanden, inclusief de gebruiksrechten ervan, aan de administratie ter beschikking heeft gesteld;<br />
4° de aanvrager zijn verbintenis tot vermelding van Export Vlaanderen als sponsor is nagekomen.<br />
Afdeling VI. — Uitnodiging naar Vlaanderen van aankopers<br />
en van decision makers voor sectorgebonden investeringsprojecten<br />
Art. 58. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in artikel 43, § 1, 5°, bestaat in een bijdrage in de reis- en<br />
verblijfkosten. Deze kosten worden forfaitair bepaald en worden vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder. De<br />
tussenkomst in de verblijfkosten is beperkt tot vijf overnachtingen. De subsidie kan alleen worden toegekend voor vijf<br />
afgevaardigden per reis. Op jaarbasis kunnen per aanvrager maximaal drie aanvragen worden ingediend.<br />
Art. 59. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />
1° een volledig elektronisch of schriftelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;<br />
2° een beschrijving van het initiatief en de motivatie van de groepering, met onder meer de naam en hoedanigheid<br />
van de buitenlandse genodigde(n) en het belang van de uitnodiging voor Vlaanderen. Bij twijfel beslist de gedelegeerd<br />
bestuurder;<br />
3° een kostenraming, opgesteld overeenkomstig artikel 8;<br />
4° stukken die aantonen dat de aanvrager voldoet aan de bepalingen van artikel 1, 3°, en aan de bepalingen van<br />
artikel 44;<br />
5° in voorkomend geval de geactualiseerde ledenlijst van de aanvrager;<br />
6° de meest recente versie van de gecoördineerde statuten.<br />
De aanvrager mag in voorkomend geval voor 5° en 6° verwijzen naar een vroegere aanvraag waarbij die<br />
documenten al werden bezorgd aan de administratie, voorzover de documenten in kwestie nog actueel zijn.<br />
Art. 60. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />
1° bewijsstukken van de gemaakte reis- en verblijfkosten, samen met het overeenkomstige betalingsbewijs worden<br />
voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie maanden na de kennisgeving van de beslissing door de gedelegeerd<br />
bestuurder.<br />
2° een verslag over het verloop van de uitnodiging en de bereikte resultaten wordt voorgelegd aan de administratie<br />
uiterlijk drie maanden na de kennisgeving van de beslissing door de gedelegeerd bestuurder.<br />
Afdeling VII. — Prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen<br />
voor projecten die buiten de EER plaatsvinden<br />
Art. 61. De subsidie voor de initiatieven, bedoeld in artikel 43, § 1, 6°, bestaat in een bijdrage in de reis- en<br />
verblijfkosten. Deze kosten worden forfaitair bepaald en worden vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder.<br />
De subsidie kan slechts worden toegekend voor één afgevaardigde per reis. De subsidies voor dit initiatief kunnen<br />
alleen worden aangewend ter ondersteuning van de zakenreizen van een bestuurder, personeelslid of exportmanager<br />
met een duurzaam exclusiviteitscontract van de groepering die de aanvraag indient.<br />
Het totaal van de verblijfkosten is gelijk aan het forfaitaire bedrag, vermenigvuldigd met het aantal<br />
overnachtingen.<br />
Bij een gecombineerde reis naar verschillende landen worden de reiskosten gelijkgesteld aan 60 % van de som van<br />
de reiskosten die in aanmerking zouden worden genomen indien de aanvrager die landen elk apart prospecteerde.<br />
Art. 62. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />
1° het volledig elektronisch of schriftelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;<br />
2° een grondige beschrijving van het initiatief en de motivatie van de groepering, samen met een overzicht van de<br />
afspraken;<br />
3° de kostenraming, opgesteld overeenkomstig artikel 8;<br />
4° stukken die aantonen dat de aanvrager voldoet aan de bepalingen van artikel 1, 3°, en aan de bepalingen van<br />
artikel 44;<br />
5° in voorkomend geval de geactualiseerde ledenlijst van de aanvrager;<br />
6° de meest recente versie van de gecoördineerde statuten;<br />
De aanvrager mag in voorkomend geval voor 5° en 6° verwijzen naar een vroegere aanvraag waarbij die<br />
documenten al werden bezorgd aan de administratie, voorzover de documenten in kwestie nog actueel zijn.<br />
33251
33252 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Art. 63. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />
1° de reis voltooid wordt uiterlijk drie maanden na de datum van de kennisgeving van de beslissing door de<br />
gedelegeerd bestuurder;<br />
2° een verslag wordt voorgelegd aan de administratie volgens het model opgesteld door de gedelegeerd<br />
bestuurder uiterlijk drie maanden na het beëindigen van de reis;<br />
3° bewijsstukken van de gemaakte reis - en verblijfkosten worden voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie<br />
maanden na het beëindigen van de reis.<br />
HOOFDSTUK IV. — Diverse bepalingen<br />
Art. 64. De administratie wordt belast met de administratieve behandeling van de aanvragen, de uitbetaling van<br />
de subsidies en de terugvordering van eerder toegekende leningen.<br />
De administratie int de terugbetalingen van de renteloze leningen die werden toegestaan krachtens het besluit van<br />
de Vlaamse Regering van 9 april 1992 tot vaststelling van het reglement inzake de toekenning van financiële<br />
tegemoetkomingen voor exportbevorderende activiteiten van ondernemingen. Ze stort die terugbetalingen in de<br />
middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap.<br />
De administratie int de terugbetalingen van de rechten van het Fonds voor Buitenlandse Handel die werden<br />
overgedragen krachtens artikel 6 van het koninklijk besluit van 2 mei 1991 betreffende de overdracht van goederen,<br />
rechten en verplichtingen van de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel aan het Vlaamse Gewest, het Waalse<br />
Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ze stort die terugbetalingen in de middelenbegroting van de Vlaamse<br />
Gemeenschap.<br />
Art. 65. Voor de beoordeling van de aanvragen voor de initiatieven vermeld in artikel 3 en artikel 43 zal de<br />
gedelegeerd bestuurder onder meer rekening houden met :<br />
1° adviezen van het binnenlands en buitenlands netwerk;<br />
2° het professionele karakter van de aanvrager en de aanpak van het initiatief;<br />
3° het totaal van de reeds ontvangen subsidies;<br />
4° de meerwaarde van het voorgestelde initiatief voor de Vlaamse economie in het algemeen en de potentiële<br />
weerslag op het vlak van tewerkstelling in Vlaanderen in het bijzonder.<br />
Art. 66. Voor alle initiatieven vermeld in artikel 3 en 43 neemt de gedelegeerd bestuurder, op voorstel van de<br />
administratie, binnen vijfenveertig werkdagen als bedoeld in artikel 67, een beslissing over de toekenning van de<br />
subsidie en, in voorkomend geval, over de toekennings- en uitbetalingsvoorwaarden ervan.<br />
Art. 67. De in artikel 66 gestelde termijn neemt een aanvang op de werkdag die volgt op de indiening van de<br />
volledige aanvraag.<br />
De beslissing van de gedelegeerd bestuurder wordt schriftelijk aan de aanvrager meegedeeld. Zodra de<br />
elektronische handtekening is ingevoerd zal de administratie die beslissing ook per e-mail kunnen versturen.<br />
Art. 68. Tegen elke beslissing van de gedelegeerd bestuurder die wordt genomen krachtens dit besluit, kan de<br />
aanvrager bij de minister beroep indienen binnen twintig werkdagen, volgend op de ontvangst van de kennisgeving<br />
ervan. De minister doet uitspraak binnen een termijn van twee maanden, volgend op de ontvangst van het<br />
beroepschrift. De aanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing van de minister.<br />
Art. 69. De gedelegeerd bestuurder stelt de aanvraagformulieren op.<br />
Art. 70. De gedelegeerd bestuurder bepaalt de manier waarop het advies van het binnenlands en buitenlands<br />
netwerk wordt gevraagd.<br />
HOOFDSTUK V. — Slotbepalingen<br />
Art. 71. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2001 tot vaststelling van de voorwaarden en de regels<br />
inzake de toekenning van subsidies voor exportbevorderende activiteiten wordt opgeheven.<br />
Art. 72. Het ministerieel besluit van 24 april 2001 houdende nadere bepalingen betreffende de aanvragen voor<br />
toekenning van subsidies voor exportbevorderende activiteiten wordt opgeheven.<br />
Art. 73. De aanvragen die werden ingediend in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van<br />
20 april 2001 tot vaststelling van de voorwaarden en de regels inzake de toekenning van subsidies voor<br />
exportbevorderende activiteiten, maar waarvoor nog geen beslissing werd genomen na de datum van de<br />
inwerkingtreding van dit besluit, zullen vanaf die datum worden beslist overeenkomstig dit besluit, tenzij dit nadelig<br />
is voor de aanvrager. Beslissingen die werden genomen vóór die datum, kunnen niet worden herroepen.<br />
Art. 74. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de derde maand volgend op de bekendmaking.<br />
Art. 75. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Buitenlandse Handel, is belast met de uitvoering van dit besluit.<br />
Brussel, 27 mei 2005.<br />
De minister-president van de Vlaamse Regering,<br />
Y. LETERME<br />
De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel,<br />
F. MOERMAN
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
TRADUCTION<br />
MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE<br />
F. 2005 — 1796<br />
[C − 2005/35838]<br />
27 MAI 2005. — Arrêté du Gouvernement flamand fixant les conditions<br />
et les règles relatives au subventionnement d’activités encourageant les exportations<br />
Le Gouvernement flamand,<br />
Vu l’article 20 de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles;<br />
Vu le décret du 23 janvier 1991 portant création de « Export Vlaanderen », notamment les articles 22bis et 23, § 2;<br />
Vu le décret du 7 mai 2004 portant création de l’agence autonomisée externe de droit public « Vlaams Agentschap<br />
voor Internationaal Ondernemen » (Agence flamande pour l’Entrepreneuriat international);<br />
Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 20 avril 2001 fixant les conditions et les règles relatives au<br />
subventionnement des activités encourageant les exportations;<br />
Vu l’arrêté ministériel du 24 avril 2001 établissant les modalités des demandes de subventionnement pour les<br />
activités encourageant les exportations;<br />
Vu l’avis du Conseil d’administration de « Export Vlaanderen », rendu le 8 avril 2004;<br />
Vu l’accord du Ministre flamand chargé du budget, donné le 30 avril 2004;<br />
Vu l’avis 37.154/1 du Conseil d’Etat, donné le 7 juin 2004, en application de l’article 84, § 1 er , alinéa 1 er ,1°, des lois<br />
coordonnées sur le Conseil d’Etat;<br />
Sur la proposition de la Ministre flamande de l’Economie, de l’Entreprise, des Sciences, de l’Innovation et du<br />
Commerce extérieur;<br />
Après délibération,<br />
Arrête :<br />
CHAPITRE I er . — Dispositions générales<br />
Article 1 er . Dans le présent arrêté, on entend par :<br />
1° entreprise : les personnes physiques ayant la qualité de négociant, les sociétés commerciales et les partenariats<br />
économiques européens disposant d’un siège d’exploitation en Région flamande. Si l’entreprise compte plusieurs sièges<br />
d’exploitation situés dans plus d’une région, seul celui situé en Région flamande est pris en considération.<br />
Les entreprises dont les activités sont ventilées en différentes entités juridiques, sont considérées pour l’application<br />
du présent arrêté comme une seule entreprise, à moins que toutes les entités concernées n’offrent un emploi substantiel.<br />
2° petite et moyenne entreprise : entreprise répondant aux conditions suivantes au cours du dernier exercice<br />
comptable vérifiable précédant la demande :<br />
a) elle occupe au maximum 250 travailleurs;<br />
b) l’entreprise a, soit un chiffre d’affaires de 50 millions d’euros au maximum, soit un total du bilan de 43 millions<br />
d’euros au maximum;<br />
c) au maximum 25 % du capital ou des droits de vote sont entre les mains d’une seule entreprise ou de plusieurs<br />
entreprises associées, qui ne répondent pas à la présente définition, sauf dans les cas où l’entreprise est entre les mains<br />
de sociétés publiques de participation, d’entreprises pour capital à risques ou d’investisseurs institutionnels, à la<br />
condition que ceux-ci, à titre individuel ou collectif, n’exercent aucun contrôle sur la société et sauf dans les cas où, en<br />
raison de la répartition du capital, il s’avère impossible de connaître la composition de son actionnariat et l’entreprise<br />
déclare qu’elle présume raisonnablement ne pas être pour plus de 25 % entre les mains d’une entreprise ou de plusieurs<br />
entreprises qui ne répondent pas à la présente définition;<br />
3° groupement d’entreprises : une association représentative d’entreprises sans but lucratif qui organise, à<br />
l’intention des entreprises qu’elle représente, des initiatives encourageant les exportations flamandes. Sa représentativité<br />
et sa fonction de soutien aux exportations sont démontrées à l’aide d’un plan pluriannuel explicitant en détail les<br />
activités relatives à la promotion des exportations;<br />
4° demandeur :<br />
a) la petite et moyenne entreprise qui réalise elle-même des initiatives et qui présente à cet effet une demande de<br />
subvention, conformément au chapitre II;<br />
b) le groupement d’entreprises qui prend des initiatives, qui, le cas échéant, est agréé conformément à l’article 44<br />
et qui présente une demande de subvention en faveur de ces initiatives, conformément au chapitre III;<br />
5° Ministre : le Ministre flamand chargé du commerce extérieur;<br />
6° administrateur délégué : le fonctionnaire dirigeant de « Export Vlaanderen »;<br />
7° administration : le service au sein de « Export Vlaanderen » désigné par l’administrateur délégué pour traiter<br />
ou recevoir les demandes;<br />
8° réseau extérieur : les délégués de« Export Vlaanderen à l’étranger »;<br />
9° réseau intérieur : les délégués de« Export Vlaanderen » dans les différentes provinces flamandes;<br />
10° centre de services : bureau équipé mis à disposition par « Export Vlaanderen » aux entreprises flamandes à<br />
l’étranger au prix coûtant et pour la durée d’un an au maximum;<br />
11° soutien : fonds qui, conformément à l’arrêté, sont accordés à l’appui des activités d’entreprises et groupements<br />
d’entreprises encourageant les exportations;<br />
12° délocalisation : le transfert de la production entière ou d’un maillon de la chaîne de production ou de services<br />
vers un pays d’accueil, entraînant la cessation ou la réduction des activités et/ou de l’emploi en Flandre.<br />
33253
33254 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Art. 2. Les secteurs suivants ne sont pas admissibles à l’aide : les opérateurs et sociétés commerciales ne travaillant<br />
pas pour leur propre compte ou à leurs propres risques et périls mais moyennant une commission, le secteur bancaire<br />
et autres établissements financiers, le secteur des assurances, le secteur immobilier, les administrations publiques et les<br />
associations des administrations publiques et les entreprises dont 50 % du capital en actions est directement ou<br />
indirectement entre les mains des pouvoirs publics.<br />
Ce règlement est régi par la règle de minimis européenne. Le montant global de l’aide allouée à une entreprise<br />
déterminée dans le cadre de la règle de minimis ne peut être supérieur au plafond fixé conformément à la règle de<br />
minimis européenne. Le montant global de l’aide allouée est calculée pour une période de trois ans, à compter du<br />
moment que la première aide de minimis est accordée à l’entreprise intéressée. La période de trois ans peut varier, de<br />
sorte que, pour chaque nouvelle aide octroyée, il y a lieu de prendre en compte le montant global des aides accordées<br />
au cours des trois années précédentes.<br />
Les subventions ne peuvent être accordées à l’encouragement des exportations de matériels utilisés dans des<br />
conflits armés, pour la répression intérieure ou l’agression internationale. Le cas échéant, l’administration peut<br />
soumettre, au préalable, une demande à l’avis du Ministre.<br />
Les subventions ne peuvent être accordées s’il résulte d’une décision ou d’un acte des pouvoirs publics que les<br />
relations avec le pays destinataire de l’initiative, sont rompues, suspendues ou gravement compromises. Le cas échéant,<br />
l’administration peut soumettre, au préalable, une demande à l’avis du Ministre.<br />
CHAPITRE II. — Subventionnement de petites et moyennes entreprises<br />
en faveur d’initiatives encourageant les exportations<br />
Section I er . — Initiatives admissibles aux subventions<br />
Art. 3. § 1 er . Les petites et moyennes entreprises peuvent, dans les limites des crédits budgétaires prévus par la<br />
Communauté flamande, bénéficier de subventions en faveur d’initiatives encourageant les exportations, citées<br />
ci-dessous :<br />
1° les voyages de prospection individuels, la participation à des voyages d’affaires en groupe, des voyages dans<br />
le cadre de stands en groupe, des voyages visant à attirer un investissement dans la propre entreprise et des voyages<br />
en vue d’investissements à l’étranger qui n’entraînent pas de délocalisation;<br />
2° la participation à des foires étrangères de renommée internationale;<br />
3° l’acquisition d’un devis aux fins d’adjudications internationales et d’adjudications d’institutions multilatérales<br />
et de projets financés defaçon multilatérale;<br />
4° la création d’un bureau de prospection;<br />
5° la formation technique interne en exécution d’un contrat conclu;<br />
6° des voyages de prospection aux sièges principaux et régionaux d’institutions multilatérales pour des projets<br />
réalisés hors de l’Espace économique européen, en abrégé EEE;<br />
7° l’élaboration de documentation relative au produit et de traductions techniques à l’appui des efforts à<br />
l’exportation;<br />
8° les frais d’enregistrement, d’homologation et de certification à l’appui des efforts à l’exportation;<br />
9° invitation en Flandre d’acheteurs et de décideurs politiques venant de pays hors de l’EEE;<br />
10° location d’une salle pour l’organisation de présentations publiques, de défilés de mode, de workshops et de<br />
séminaires à l’étranger;<br />
11° frais de l’entreprise qui s’installe dans un centre de services de « Export Vlaanderen ».<br />
§ 2. Sur la proposition de l’administrateur délégué et sur décision du Ministre, les entreprises peuvent également<br />
obtenir des subventions en faveur d’initiatives ponctuelles avec une valeur ajoutée importante en Flandre, ayant un<br />
caractère exceptionnel et présentant un intérêt exceptionnel pour l’encouragement des exportations.<br />
Art. 4. Pour pouvoir bénéficier des subventions en faveur des initiatives visées à l’article 3, § 1 er , il doit être<br />
satisfait aux conditions suivantes :<br />
1° les initiatives doivent viser les pays situés hors de l’EEE, à l’exclusion des initiatives visées à l’article 3, § 1 er ,2°,<br />
6°, 7°, 8° et 10°;<br />
2° les initiatives doivent viser les pays où l’écoulement des produits et/ou des services de l’entreprise est inexistant<br />
ou limité, à l’exclusion des initiatives visées à l’article 3, § 1 er ,2°, 3°, 6° et 10°. L’administrateur délégué peut décider<br />
de subdiviser des pays étendus en régions;<br />
3° les biens et/ou les services ayant fait l’objet d’une prospection, doivent, lors de leur production, transformation<br />
et/ou réalisation, créer une valeur ajoutée importante dans la Région flamande;<br />
4° aucune autre intervention financière concernant l’initiative ne peut être obtenue pour les mêmes frais auprès<br />
d’une autre autorité internationale, fédérale, régionale ou locale;<br />
5° l’entreprise doit respecter tous ses engagements vis-à-vis de « Export Vlaanderen » et suite à une intervention.<br />
Si l’entreprise ne respecte pas ces engagements, l’administrateur délégué peut refuser les subventions.<br />
Art. 5. § 1 er . les initiatives visées à l’article 3 peuvent être subventionnées à concurrence de 50 % au maximum des<br />
frais acceptés par l’administration, étant entendu que la subvention minimum s’élève à 250 euros. Tous les frais à<br />
prendre en considération sont hors T.V.A.<br />
§ 2. Le Ministre flamand chargé du commerce extérieur peut baisser ou différencier les plafonds d’intervention en<br />
fonction de la politique d’exportation ou de la dotation.<br />
Art. 6. La demande pour toutes les initiatives mentionnées à l’article 3, § 1 er , doit être introduite auprès de<br />
l’administration au plus tard quinze jours calendaires avant le lancement de l’initiative. Une dérogation à cette règle<br />
peut être accordée aux initiatives mentionnées à l’article 3, § 1 er ,1°, 3°, 6° et 9°, à condition que l’urgence puisse être<br />
démontrée et pour autant que la demande complète soit parvenue à l’administration au plus tard avant le début de<br />
l’initiative.
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Section II. — Les voyages de prospection individuels, la participation à des voyages d’affaires en groupe, des voyages<br />
dans le cadre des stands en groupe, des voyages visant à attirer un investissement dans la propre entreprise et des<br />
voyages en vue d’investissements à l’étranger qui n’entraînent pas de délocalisation<br />
Art. 7. Au maximum trois voyages, tels que visés à l’article 3, § 1 er ,1°, peuvent être subventionnés par demandeur,<br />
au même pays ou à la même région en application de l’article 4, 2°, et dans une période de cinq ans suivant la date du<br />
premier octroi.<br />
La période de cinq ans peut varier. Les subventions pour ces initiatives ne peuvent être affectées qu’à l’appui des<br />
voyages d’affaires des administrateurs, des membres du personnel ou des managers des exportations ayant un contrat<br />
d’exclusivité permanent de l’entreprise introduisant la demande.<br />
Art. 8. La subvention accordée en faveur des initiatives visées par la présente section, consiste en une intervention<br />
dans les frais de parcours et de séjour. Ces frais sont fixés forfaitairement par l’administrateur délégué. La subvention<br />
ne peut être octroyée que pour un seul représentant par voyage. Le montant global des frais de séjour est égal au forfait<br />
multiplié par le nombre de nuitées.<br />
Dans le cas d’un voyage combiné visant plusieurs pays, les frais de parcours sont égaux à 60 % de la somme des<br />
frais de parcours qui seraient pris en compte lors d’une prospection distincte des pays en question.<br />
Art. 9. La demande comprend les éléments suivants :<br />
1° le formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />
2° une description exhaustive de l’initiative et de la motivation de l’entreprise, ainsi qu’un calendrier<br />
chronologique des consultations;<br />
3° l’estimation du coût, établie conformément à l’article 8.<br />
Art. 10. § 1 er . En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />
1° le voyage se termine au plus tard trois mois après la date de notification de la décision par l’administrateur<br />
délégué;<br />
2° un rapport est transmis à l’administration conformément au modèle établi par l’administrateur délégué, au plus<br />
tard trois mois suivant la fin du voyage;<br />
3° des pièces justificatives des frais de parcours et de séjour exposés sont transmises à l’administration, au plus tard<br />
trois mois suivant la fin du voyage.<br />
§ 2. Pour ce qui est des voyages visés dans la présente section, les entreprises sont obligées de visiter sur place le<br />
bureau de « Export Vlaanderen ». Si le pays en question n’a pas de bureau de « Export Vlaanderen » ou si le programme<br />
du voyage ne permet pas de visite pour des raisons pratiques, une autre forme de contact suffira. L’administrateur<br />
délégué peut refuser le paiement de la subvention si cette obligation n’est pas respectée.<br />
Section III. — Participation à des foires étrangères de renommée internationale<br />
Art. 11. § 1 er . Au maximum deux participations à une foire étrangère de renommée internationale, par année<br />
calendaire et par demandeur, peuvent être subventionnées.<br />
§ 2. Pour la même foire, au maximum trois subventions par demandeur peuvent être octroyées dans une période<br />
de huit ans suivant la date du premier octroi. La période de huit ans peut varier.<br />
La participation à plusieurs éditions de la même foire au cours d’une année calendaire déterminée tient lieu de<br />
participation à deux ou plusieurs foires différentes.<br />
§ 3. Seules les foires étrangères de renommée internationale figurant dans les répertoires ou sur le site web de<br />
« M&A Messe Planner » ou « Le Moci » sont admissibles aux subventions. Les foires ou sous-secteurs de foires<br />
auxquelles « Export Vlaanderen » tient un stand en groupe, ne sont pas admissibles aux subventions. L’administrateur<br />
délégué peut toutefois décider d’octroyer une subvention aux grandes foires subdivisées en halls sectoriels, auxquelles<br />
« Export Vlaanderen » a un stand général ou un stand de promotion pour un produit spécifique.<br />
§ 4. Cependant, l’administrateur général peut décider de subventionner la participation à des foires étrangères de<br />
renommée internationale qui ne figurent pas dans les répertoires ou sur le site web de « M&A Messe Planner » ou « Le<br />
Moci ». Lecaséchéant, le demandeur doit décrire, motiver et démontrer l’importance de la foire pour l’entreprise.<br />
§ 5. L’entreprise doit participer à la foire en son propre nom et pour son propre compte. En cas de doute,<br />
l’administration demandera une copie du catalogue de la foire, qui doit mentionner le nom, la ville et le pays de<br />
l’entreprise flamande.<br />
Art. 12. La subvention accordée en faveur des initiatives visées par la présente section, consiste en une<br />
intervention dans les charges de location de la superficie nue du stand, majorée d’un forfait de 25 %. Les coûts<br />
admissibles sont plafonnés à 6.000 euros pour les foires à l’intérieur de l’EEE et à 10.000 euros pour les foires hors de<br />
l’EEE.<br />
Pour ce qui est des foires organisées hors de l’EEE, une intervention est également faite, conformément aux<br />
dispositions fixées à l’article 7, dans les frais de parcours et de séjour pour un seul délégué, qui doit être administrateur,<br />
membre du personnel ou manager des exportations ayant un contrat d’exclusivité permanent de l’entreprise<br />
introduisant la demande.<br />
Les frais de parcours et de séjour sont fixés forfaitairement par l’administrateur délégué.<br />
Art. 13. § 1 er . La demande comprend les éléments suivants :<br />
1° le formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />
2° une copie de la facture ou de la note de la location du stand;<br />
3° l’avis de débit de la banque attestant le paiement de la facture ou note précitées ou une quittance équivalente,<br />
si celle-ci est disponible.<br />
Si les documents visés aux points 2° et 3° ne sont pas disponibles au moment de la demande, ils doivent être<br />
transmis à l’administration, sous peine d’irrecevabilité au plus tard trois mois après la foire.<br />
§ 2. En cas de décision favorable et après présentation du rapport établi par l’administrateur délégué<br />
conformément au modèle, les subventions octroyées pour la location du stand sont réglées. Les pièces justificatives des<br />
frais de parcours et de séjour exposés, ainsi que le rapport modèle, sont transmis à l’administration, au plus tard trois<br />
mois suivant la fin du voyage.<br />
33255
33256 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Section IV. — Acquisition d’un devis aux fins d’adjudications internationales<br />
et d’adjudications d’institutions multilatérales et de projets financés defaçon multilatérale<br />
Art. 14. La subvention accordée en faveur des activités visées à l’article 3, § 1 er ,3°, consiste en une intervention<br />
dans le coût du devis, dans la mesure où l’estimation du coût approuvée, y compris les frais d’enregistrement et<br />
d’envoi, s’élève à 500 euros au minimum et à 12.000 euros au maximum.<br />
Art. 15. § 1 er . La demande comprend les éléments suivants :<br />
1° le formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />
2° une description motivée del’activité et du projet;<br />
3° une estimation détaillée ducoût, ventilée tel que fixé àl’article 14.<br />
§ 2. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />
1° l’achat du devis a lieu dans les trois mois suivant la date de notification de la décision par l’administrateur<br />
délégué;<br />
2° les factures et les quittances correspondantes ont été présentées par le demandeur dans les trois mois suivant<br />
l’achat et qu’elles ont été acceptées par l’administration.<br />
Section V. — Création d’un bureau de prospection<br />
Art. 16. La subvention accordée en faveur des initiatives visées à l’article 3, § 1 er ,4°, consiste en une intervention<br />
dans les frais suivants exposés par l’entreprise dans le bureau de prospection au cours de la première année d’activité :<br />
1° les frais de parcours et les nuitées en hôtel du responsable du bureau dans le cadre de voyages de prospection<br />
sur place dans le pays en question, à condition qu’ilyréside en permanence;<br />
2° les frais de fonctionnement, qui consistent en :<br />
a) la location des bureaux;<br />
b) les charges de l’électricité, du chauffage, de l’éclairage, du conditionnement d’air, de l’entretien et de<br />
communication;<br />
c) le prix de location ou d’acquisition du mobilier;<br />
d) le prix de location ou d’acquisition d’équipements et de fournitures de bureau;<br />
e) le coût del’aide judiciaire.<br />
3° les frais de parcours et de séjour pour un voyage d’inspection comptant au maximum 7 nuitées d’un membre<br />
de la direction de l’entreprise qui fait le voyage en vue de contrôler le bon fonctionnement du bureau;<br />
4° les frais de parcours pour un voyage de concertation du responsable du bureau à l’entreprise.<br />
L’estimation globale du coût du bureau prise en compte, T.V.A. non comprise, est plafonnée à 99.000 euros.<br />
Au maximum une subvention par demandeur peut être octroyée par pays ou, le cas échéant, par région d’un pays,<br />
pour la création d’un bureau de prospection, dans une période de dix ans, à compter de la date d’octroi.<br />
Art. 17. § 1 er . Une entreprise qui a créé un bureau de prospection dans un pays déterminé avec le soutien de<br />
« Export Vlaanderen » ne peut plus, dans le cadre du présent arrêté,prétendre aux subventions pour les initiatives dans<br />
le même pays dans un période de trois ans suivant la date de notification de la décision.<br />
§ 2. Le demandeur démontre qu’il exerce le contrôle sur le bureau de prospection. Le bureau de prospection fait<br />
juridiquement partie de l’entreprise flamande.<br />
La création d’une unité de production ou une vente dans le commerce de détail ne relève pas du champ<br />
d’application de la création d’un bureau de prospection.<br />
Les frais de parcours et de séjour visés à l’article 16, 3° et 4°, sont fixés forfaitairement par l’administrateur délégué.<br />
Art. 18. La demande comprend les éléments suivants :<br />
1° un formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />
2° une description exhaustive de l’initiative et la motivation de l’entreprise;<br />
3° une estimation détaillée ducoût, faisant apparaîtrelarépartition des coûts, conformément à l’article 16;<br />
4° des documents officiels démontrant que le but du demandeur est d’agir sur le marché en question avec sa propre<br />
entité de prospection structurelle.<br />
Si les documents visés au point 4° ne sont pas disponibles au moment de la demande, ils doivent être transmis à<br />
l’administration, sous peine d’irrecevabilité au plus tard six mois après la demande.<br />
Art. 19. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />
1° le bureau de prospection est créé au plus tard six mois après la date de notification de la décision par<br />
l’administrateur délégué;<br />
2° un rapport des activités établi par l’administrateur délégué conformément au modèle, et un rapport d’un bureau<br />
fiduciaire concernant les dépenses réelles dans les limites de l’estimation du coût acceptée, sont présentés à<br />
l’administration dans les six mois de la première année d’activité du bureau et qu’ils sont acceptés par celle-ci.<br />
L’administrateur délégué organise le contrôle du fonctionnement des bureaux de prospection.<br />
Les frais découlant du contrôle d’un bureau fiduciaire externe désigné par « Export Vlaanderen » sont à la charge<br />
de l’entreprise bénéficiaire. L’administration payera la note des honoraires du bureau fiduciaire et déduira le montant<br />
correspondant de la subvention à payer.
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Section VI. — Formation technique interne en exécution d’un contrat conclu<br />
Art. 20. La subvention accordée en faveur des initiatives visées à l’article 3, § 1 er ,5°, consiste en une intervention<br />
dans les frais de parcours et de séjour. Ces frais sont fixés forfaitairement par l’administrateur délégué.<br />
Au maximum cinq techniciens étrangers peuvent être invités par contrat conclu pour suivre une formation<br />
technique dans l’entreprise flamande. L’intervention dans les frais de séjour est limitée à un mois au maximum. Le<br />
contrat doit avoir une valeur d’au moins 200.000 euros. L’administrateur délégué peut autoriser une dérogation à ce<br />
montant.<br />
Art. 21. La demande comprend les éléments suivants :<br />
1° un formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />
2° une description de l’initiative et la motivation de l’entreprise, comprenant entre autres le nom et la qualité des<br />
techniciens étrangers et l’importance de l’invitation pour le demandeur;<br />
3° une copie du contrat conclu;<br />
4° une estimation du coût, établie conformément à l’article 8.<br />
Art. 22. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />
1° la formation se termine au plus tard douze mois après la date de notification de la décision par l’administrateur<br />
délégué;<br />
2° des pièces justificatives des frais de parcours et de séjour exposés sont transmises à l’administration, au plus tard<br />
trois mois suivant la fin de la formation technique;<br />
3° un rapport établi par l’administrateur délégué conformément au modèle sur le déroulement de la formation<br />
technique et les résultats atteints est présenté àl’administration au plus tard trois mois après lafin de la formation.<br />
Section VII. — Voyages de prospection aux sièges principaux et régionaux d’institutions multilatérales<br />
pour des projets ayant lieu hors de l’EEE<br />
Art. 23. Au maximum trois voyages par institution multilatérale et par demandeur peuvent être subventionnés<br />
dans un période de cinq ans suivant la date du premier octroi. La période de cinq ans peut varier.<br />
Les stimuli financiers pour cette initiative ne peuvent être affectés qu’à l’appui des voyages d’affaires d’un<br />
administrateur, d’un membre du personnel ou d’un manager des exportations ayant un contrat d’exclusivité<br />
permanent de l’entreprise introduisant la demande.<br />
Art. 24. La subvention accordée en faveur des initiatives visées par la présente section, consiste en une<br />
intervention dans les frais de parcours et de séjour. Ces frais sont fixés forfaitairement par l’administrateur délégué.<br />
La subvention ne peut être octroyée que pour un seul représentant par voyage.<br />
Le montant global des frais de séjour est égal au forfait multiplié par le nombre de nuitées.<br />
Dans le cas d’un voyage combiné visant plusieurs pays, les frais de parcours sont égaux à 60 % de la somme des<br />
frais de parcours qui seraient pris en compte lors d’une prospection distincte des pays en question.<br />
Art. 25. La demande comprend les éléments suivants :<br />
1° le formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />
2° une description exhaustive de l’initiative et de la motivation de l’entreprise, ainsi qu’un aperçu des conventions;<br />
3° l’estimation du coût, établie conformément à l’article 8.<br />
Art. 26. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />
1° le voyage se termine au plus tard trois mois après la date de notification de la décision par l’administrateur<br />
délégué;<br />
2° un rapport est transmis à l’administration conformément au modèle établi par l’administrateur délégué, au plus<br />
tard trois mois suivant la fin du voyage;<br />
3° des pièces justificatives des frais de parcours et de séjour exposés sont transmises à l’administration, au plus tard<br />
trois mois suivant la fin du voyage.<br />
Section VIII. — Elaboration de documentation relative au produit<br />
et de traductions techniques à l’appui des efforts à l’exportation<br />
Art. 27. La subvention accordée en faveur des initiatives visées à l’article 3, § 1 er ,7°, consiste en une intervention<br />
dans les coûts externes pour la production de documentation relative au produit et de traductions techniques dans une<br />
autre langue que le néerlandais.<br />
L’estimation globale du coût de ces initiatives prise en compte, T.V.A. non comprise, est plafonnée à 7.500 euros<br />
par an.<br />
Art. 28. La demande comprend les éléments suivants :<br />
1° un formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />
2° une description du document et l’objectif de celui-ci;<br />
3° une estimation détaillée ducoût, sur la base de l’offre sélectionnée;<br />
4° en fonction du contenu du document, l’administration peut exiger que le demandeur se déclare d’accord à<br />
mentionner « Export Vlaanderen » dans la documentation visiblement et clairement comme sponsor.<br />
5° un engagement selon lequel le demandeur déclare que la documentation sera utilisée à des fins d’exportation.<br />
33257
33258 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Art. 29. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />
1° une copie du document subventionné est présentée à l’administration au plus tard trois mois après la<br />
notification de la décision par l’administrateur délégué;<br />
2° une copie de la facture et la quittance correspondante (l’avis de débit de la banque) sont présentées à<br />
l’administration au plus tard trois mois après la notification de la décision par l’administrateur délégué;<br />
3° le demandeur, le cas échéant, a respecté son engagement de mentionner « Export Vlaanderen » comme sponsor;<br />
4° une preuve démontrant que la documentation a été utilisée à des fins d’exportation.<br />
Section IX. — Soutien aux frais d’enregistrement, d’homologation et de certification à l’appui des efforts à l’exportation<br />
Art. 30. La subvention accordée en faveur des initiatives visées à l’article 3, § 1 er ,8°, consiste en une intervention<br />
dans les frais externes d’enregistrement, d’homologation et de certification, auxquels les produits sont soumis avant<br />
d’être admis sur un marché.<br />
L’estimation globale acceptée ducoût de ces initiatives prise en compte, T.V.A. non comprise, est plafonnée à 7.500<br />
euros par demande.<br />
Au maximum trois subventions peuvent être octroyées annuellement par demandeur pour cette initiative. Au<br />
maximum une subvention peut être octroyée annuellement par pays.<br />
Art. 31. La demande comprend les éléments suivants :<br />
1° un formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />
2° une description exhaustive de l’initiative et la motivation de l’entreprise;<br />
3° une estimation détaillée ducoût.<br />
Art. 32. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />
1° un rapport sur les résultats et les effets sur l’approche ultérieure du marché est présenté àl’administration au<br />
plus tard douze mois après la notification de la décision par l’administrateur délégué;<br />
2° une copie de la facture et la quittance correspondante (l’avis de débit de la banque) sont présentées à<br />
l’administration au plus tard douze mois après la notification de la décision par l’administrateur délégué.<br />
Section X. — Invitation en Flandre d’acheteurs et de décideurs politiques venant de pays hors de l’EEE<br />
Art. 33. La subvention accordée en faveur des initiatives visées à l’article 3, § 1 er ,9°, consiste en une intervention<br />
dans les frais de parcours et de séjour. L’intervention dans les frais de séjour est limitée à cinq nuitées. Les frais de<br />
parcours et de séjour sont fixés forfaitairement par l’administrateur délégué. Au maximum deux acheteurs ou<br />
décideurs politiques peuvent être invités par an.<br />
Art. 34. La demande comprend les éléments suivants :<br />
1° un formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />
2° une description de l’initiative et la motivation de l’entreprise, comprenant entre autres le nom et la qualité des<br />
invités étrangers et l’importance de l’invitation pour le demandeur. En cas de doute, c’est l’administrateur délégué qui<br />
décide;<br />
3° une estimation du coût, établie conformément à l’article 8.<br />
Art. 35. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />
1° des pièces justificatives des frais de parcours et de séjour exposés, ainsi que la quittance correspondante, sont<br />
présentées à l’administration au plus tard trois mois après la notification de la décision par l’administrateur délégué;<br />
2° un rapport sur le déroulement de l’invitation et les résultats atteints est présenté àl’administration au plus tard<br />
trois mois après la notification de la décision par l’administrateur délégué.<br />
Section XI. — Location d’une salle pour l’organisation de présentations publiques,<br />
de défilés de mode, de workshops et de séminaires à l’étranger<br />
Art. 36. La subvention accordée en faveur des initiatives visées à l’article 3, § 1 er ,10°, consiste en une intervention<br />
dans les frais de location de la salle. L’estimation du coût accepté est plafonnée à 6.000 euros par organisateur pour la<br />
location d’une salle à l’intérieur de l’EEE et à 10.000 euros par organisateur pour la location d’une salle hors de l’EEE.<br />
Le soutien ne peut être octroyé qu’aux demandeurs qui contribuent activement dans l’organisation de l’événement.<br />
Au maximum deux subventions peuvent être octroyées annuellement par demandeur pour cette initiative.<br />
Art. 37. La demande comprend les éléments suivants :<br />
1° un formulaire de demande par participant, dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />
2° une description détaillée del’initiative et la motivation de l’entreprise;<br />
3° une estimation détaillée ducoût;<br />
4° de préférence une liste complète des noms des organisateurs.<br />
Art. 38. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />
1° une facture des frais de location de la salle par organisateur, ainsi que la quittance correspondante, sont<br />
présentées à l’administration au plus tard trois mois après la notification de la décision par l’administrateur délégué;<br />
2° un rapport de l’initiative et des résultats atteints est présenté àl’administration au plus tard trois mois après la<br />
notification de la décision par l’administrateur délégué.
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Section XII. — Frais de l’entreprise qui s’installe dans un centre de services de « Export Vlaanderen ».<br />
Art. 39. La subvention accordée en faveur des initiatives visées à l’article 3, § 1 er ,11°, consiste en une intervention<br />
dans les frais suivants durant la première année d’activité de l’entreprise qui s’installe dans un centre de services de<br />
« Export Vlaanderen » :<br />
1° les frais de parcours et les nuitées en hôtel du responsable du bureau dans le cadre de voyages de prospection<br />
sur place dans le pays en question, à condition qu’ilyréside en permanence;<br />
2° les frais de fonctionnement, qui consistent en :<br />
a) les frais de communication;<br />
b) le prix de location et/ou d’acquisition de fournitures de bureau;<br />
c) le coût del’aide judiciaire;<br />
3° les frais de parcours et de séjour pour un voyage d’inspection comptant au maximum 7 nuitées d’un membre<br />
de la direction de l’entreprise qui fait le voyage en vue de contrôler le bon fonctionnement du bureau;<br />
4° les frais de parcours pour un voyage de concertation du responsable du bureau à l’entreprise.<br />
Le coût global pris en compte, T.V.A. non comprise, est plafonné à25.000 euros.<br />
Art. 40. § 1 er . Une entreprise qui s’installe dans un centre de services avec le soutien de « Export Vlaanderen » ne<br />
peut plus, dans le cadre du présent arrêté, prétendre aux subventions pour les initiatives dans le même pays durant<br />
le séjour au centre de services.<br />
§ 2. La demande ne peut être introduite qu’une seule fois pour la première année d’activité lors de l’installation<br />
au centre de services de « Export Vlaanderen ».<br />
§ 3. Le demandeur démontre qu’il exerce le contrôle sur le bureau.<br />
§ 4. Les frais de parcours et de séjour visés à l’article 39, 3° et 4°, sont fixés forfaitairement par l’administrateur<br />
délégué.<br />
Art. 41. La demande comprend les éléments suivants :<br />
1° un formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />
2° une description exhaustive de l’initiative et la motivation de l’entreprise;<br />
3° une estimation détaillée ducoût, faisant apparaîtrelarépartition des coûts, conformément à l’article 39.<br />
Art. 42. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />
1° l’installation dans un centre de services au plus tard six mois après la date de notification de la décision par<br />
l’administrateur délégué;<br />
2° un rapport des activités établi par l’administrateur délégué conformément au modèle, et un rapport d’un bureau<br />
fiduciaire concernant les dépenses réelles dans les limites de l’estimation du coût acceptée, sont présentés à<br />
l’administration dans les six mois de la première année d’activité du bureau et qu’ils sont acceptés par celle-ci.<br />
L’administrateur délégué organise le contrôle du fonctionnement.<br />
Les frais découlant du contrôle d’un bureau fiduciaire externe désigné par « Export Vlaanderen » sont à charge de<br />
l’entreprise bénéficiaire. L’administration payera la note des honoraires du bureau fiduciaire et déduira le montant<br />
correspondant de la subvention à payer.<br />
CHAPITRE III. — Subventionnement de groupements d’entreprises en faveur d’initiatives encourageant les exportations<br />
Section I re . — Initiatives admissibles aux subventions<br />
Art. 43. § 1 er . Les groupements d’entreprises peuvent, dans les limites des crédits budgétaires prévus par la<br />
Communauté flamande, bénéficier de subventions en faveur des initiatives encourageant les exportations, citées<br />
ci-dessous :<br />
1° des voyages propres d’exploration du marché, des voyages d’attraction d’investissements, la participation à des<br />
voyages d’affaires en groupe et des voyages dans le cadre des stands en groupe organisés par « Export Vlaanderen »;<br />
2° la participation à des foires étrangères de renommée internationale;<br />
3° l’organisation de présentations publiques, de défilés de mode, de workshops et de séminaires à l’étranger;<br />
4° l’établissement de nouveaux répertoires;<br />
5° invitation en Flandre d’acheteurs et de décideurs politiques pour des projets d’investissement sectoriels;<br />
6° voyages de prospection aux sièges principaux et régionaux d’institutions multilatérales pour des projets ayant<br />
lieu hors de l’EEE.<br />
§ 2. Sur la proposition de l’administrateur délégué et après décision du Ministre, les groupements d’entreprises<br />
peuvent également obtenir des subventions en faveur d’initiatives et de projets ponctuels à valeur ajoutée importante,<br />
ayant un caractère exceptionnel et présentant un intérêt exceptionnel pour l’encouragement des exportations.<br />
Art. 44. § 1 er .L’administrateur délégué agrée les groupements d’entreprises qui répondent à la définition de<br />
l’art. 1 er ,3°. Pour conserver leur agrément, les groupements d’entreprises doivent organiser au moins une initiative<br />
subventionnable, telle que définie à l’article 43, par an.<br />
§ 2. Pour pouvoir bénéficier des subventions en faveur des initiatives visées à l’article 43, § 1 er , il doit être satisfait<br />
aux conditions suivantes :<br />
1° les initiatives doivent viser soit l’encouragement de l’exportation des biens ou services des entreprises<br />
représentées, soit l’attraction d’investissements dans le secteur concerné;<br />
2° les initiatives doivent avoir lieu dans des pays hors de l’EEE, à l’exception des initiatives mentionnées à<br />
l’article 43, § 1 er ,2°, 3°, 4°, 5° et 6°;<br />
3° aucune autre intervention financière concernant l’initiative ne peut être obtenue pour les mêmes frais auprès<br />
d’une autre autorité internationale, fédérale, régionale ou locale;<br />
4° le groupement d’entreprises organisateur mentionne lors de chaque initiative subventionnée qu’elle est réalisée<br />
avec le soutien financier de « Export Vlaanderen ».<br />
33259
33260 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Art. 45. § 1. les initiatives visées à l’article 43 peuvent être subventionnées à concurrence de 50 % au maximum<br />
des frais acceptés par l’administration, étant entendu que la subvention minimum s’élève à 250 euros. Tous les frais à<br />
prendre en considération sont hors TVA.<br />
§ 2. Le Ministre flamand chargé du commerce extérieur peut baisser ou différencier les plafonds d’intervention en<br />
fonction de la politique d’exportation ou de la dotation.<br />
Art. 46. La demande pour toutes les initiatives mentionnées à l’article 43, doit être introduite auprès de<br />
l’administration au plus tard quinze jours calendaires avant le lancement de l’initiative. Une dérogation à cette règle<br />
peut être accordée aux initiatives mentionnées à l’article 43, § 1 er ,1°, 5° et 6°, à condition que l’urgence puisse être<br />
démontrée et pour autant que la demande complète soit parvenue à l’administration au plus tard avant le début de<br />
l’initiative.<br />
Section II. — Voyages propres d’exploration du marché, des voyages d’attraction d’investissements, la participation à<br />
des voyages d’affaires en groupe et des voyages dans le cadre des stands en groupe organisés par « Export Vlaanderen »<br />
Art. 47. La subvention accordée en faveur des initiatives visées à l’article 43, § 1 er ,1°, consiste en une intervention<br />
dans les frais visés à l’article 8, qui sont calculés conformément aux dispositions en la matière, ainsi qu’en une<br />
contribution de 120 euros par nuitée pour le coût salarial d’un membre du personnel figurant sur les cadres du<br />
groupement.<br />
Les subventions pour ces initiatives peuvent uniquement être utilisées à l’appui des voyages d’affaires des<br />
administrateurs, des membres du personnel ou des managers des exportations ayant un contrat d’exclusivité<br />
permanent du groupement d’entreprises introduisant la demande.<br />
Art. 48. La demande comprend les éléments suivants :<br />
1° un formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />
2° une description exhaustive de l’initiative et de la motivation du groupement, ainsi qu’un calendrier<br />
chronologique des consultations;<br />
3° l’estimation du coût, établie conformément à l’article 8;<br />
4° des pièces démontrant que le demandeur répond aux dispositions de l’article 1 er ,3°, et aux dispositions de<br />
l’article 44;<br />
5° le cas échéant, la liste des membres actualisée du demandeur;<br />
6° la version la plus récente des statuts coordonnés.<br />
Le demandeur peut, le cas échéant, pour les points 5° et 6°, référer à une demande antérieure, à l’occasion de<br />
laquelle ces documents ont déjàété transmis à l’administration, pour autant que les documents en question sont encore<br />
à jour.<br />
Art. 49. § 1 er . En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />
1° le voyage se termine au plus tard trois mois après la date de notification de la décision par l’administrateur<br />
délégué;<br />
2° un rapport est transmis à l’administration conformément au modèle établi par l’administrateur délégué, au plus<br />
tard trois mois suivant la fin du voyage;<br />
3° des pièces justificatives des frais de parcours et de séjour exposés sont transmises à l’administration, au plus tard<br />
trois mois suivant la fin du voyage.<br />
§ 2. Pour ce qui est des voyages visés dans la présente section, les groupements d’entreprises sont obligés de visiter<br />
sur place le bureau de « Export Vlaanderen ». Si le pays en question n’a pas de bureau de « Export Vlaanderen » ou<br />
si le programme du voyage ne permet pas de visite pour des raisons pratiques, une autre forme de contact suffira.<br />
L’administrateur délégué peut refuser le paiement de la subvention si cette obligation n’est pas respectée.<br />
Section III. — Participation à des foires étrangères de renommée internationale<br />
Art. 50. § 1 er . Seules les foires étrangères de renommée internationale figurant dans les répertoires ou sur le site<br />
web de « M&A Messe Planner » ou « Le Moci » sont admissibles aux subventions.<br />
Les foires ou sous-secteurs de foires auxquelles « Export Vlaanderen » organise un stand en groupe, ne sont pas<br />
admissibles aux subventions. L’administrateur délégué peut toutefois décider d’octroyer une subvention aux grandes<br />
foires subdivisées en halls sectoriels, auxquelles « Export Vlaanderen » a un stand général ou un stand promouvant un<br />
produit spécifique.<br />
§ 2. Cependant, l’administrateur général peut décider de subventionner la participation à des foires étrangères de<br />
renommée internationale qui ne figurent pas dans les répertoires ou sur le site web de « M&A Messe Planner » ou « Le<br />
Moci ». Lecaséchéant, le demandeur doit décrire, motiver et démontrer l’importance de la foire pour le groupement<br />
et pour les entreprises affiliées.<br />
§ 3. Le groupement doit participer à la foire en son propre nom. En cas de doute, l’administration demandera une<br />
copie du catalogue de la foire, qui doit mentionner le nom, la ville et le pays du groupement.<br />
Art. 51. Les articles 12 et 13 s’appliquent par analogie aux initiatives visées par la présente section. L’article 47<br />
s’applique par analogie à l’intervention dans le coût salarial d’un membre du personnel pour les foires à l’intérieur et<br />
hors de l’EEE.<br />
Section IV. — Organisation de présentations publiques, de défilés de mode,<br />
de workshops et de séminaires à l’étranger<br />
Art. 52. § 1 er . La subvention accordée en faveur des initiatives visées à l’article 43, § 1 er ,3°, consiste en une<br />
intervention dans les frais suivants :<br />
1° les frais de location et d’aménagement de la salle;<br />
2° les frais d’impression et d’envoi des invitations;<br />
3° les frais de réception des invités.<br />
Le demandeur doit associer « Export Vlaanderen »àl’organisation de ces initiatives.<br />
L’estimation du coût accepté est plafonnée à 6.000 euros pour la location d’une salle à l’intérieur de l’EEE et à<br />
10.000 euros pour la location d’une salle hors de l’EEE. La subvention est limitée à cinq initiatives par an.
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Pour les présentations publiques, les défilés de mode, les workshops et les séminaires à l’étranger organisés par<br />
différents groupements d’entreprises agréés, le montant prévu par initiative, T.V.A non comprise, est plafonné à<br />
7.500 euros à l’intérieur de l’EEE et à 12.500 euros hors de l’EEE.<br />
§ 2. Une contribution de 120 euros par nuitée pour le coût salarial d’un membre du personnel peut également être<br />
prévue.<br />
Pour les présentations publiques, les défilés de mode, les workshops et les séminaires hors de l’EEE, une<br />
contribution aux frais de parcours et de séjour peut également être prévue. Ces frais sont fixés forfaitairement par<br />
l’administrateur délégué.<br />
Art. 53. La demande comprend les éléments suivants :<br />
1° un formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />
2° une description exhaustive de l’initiative et la motivation du groupement;<br />
3° une estimation détaillée ducoût, faisant apparaîtrelarépartition des coûts, conformément à l’article 48;<br />
4° des pièces démontrant que le demandeur répond aux dispositions de l’article 1 er ,3°, et aux dispositions de<br />
l’article 44;<br />
5° le cas échéant, la liste des membres actualisée du demandeur;<br />
6° la version la plus récente des statuts coordonnés.<br />
Le demandeur peut, le cas échéant, pour les points 5° et 6°, référer à une demande antérieure, à l’occasion de<br />
laquelle ces documents ont déjàété transmis à l’administration, pour autant que les documents en question sont encore<br />
à jour.<br />
Art. 54. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />
1° l’initiative se termine au plus tard trois mois après la date de notification de la décision par l’administrateur<br />
délégué;<br />
2° un rapport est transmis à l’administration conformément au modèle établi par l’administrateur délégué, au plus<br />
tard trois mois suivant la fin del’activité;<br />
3° des pièces justificatives des frais exposés sont transmises à l’administration, au plus tard trois mois suivant la<br />
fin del’initiative.<br />
Section V. — L’établissement de nouveaux répertoires<br />
Art. 55. La subvention accordée en faveur des initiatives visées à l’article 43, § 1 er ,4°, consiste en une intervention<br />
dans les frais externes de réalisation et de traduction de nouveaux répertoires, qui sont établis conformément aux<br />
normes imposés par l’administration, pour autant que l’estimation du coût acceptée nedépasse pas 49.500 euros.<br />
Un document seulement peut être subventionné par demandeur et par année calendaire, pour autant que le<br />
document n’a pas encore fait l’objet d’une publication récente de « Export Vlaanderen ».<br />
Art. 56. La demande comprend les éléments suivants :<br />
1° un formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />
2° l’estimation détaillée ducoût;<br />
3° une description du document et l’objectif de l’initiative;<br />
4° des pièces démontrant que le demandeur répond aux dispositions de l’article 1 er ,3°, et aux dispositions de<br />
l’article 44;<br />
5° le cas échéant, la liste des membres actualisée du demandeur;<br />
6° la version la plus récente des statuts coordonnés;<br />
7° un engagement du demandeur à mentionner « Export Vlaanderen » dans le répertoire visiblement et clairement<br />
comme sponsor.<br />
Le demandeur peut, le cas échéant, pour les points 5° et 6°, référer à une demande antérieure, à l’occasion de<br />
laquelle ces documents ont déjàété transmis à l’administration, pour autant que les documents en question sont encore<br />
à jour;<br />
Art. 57. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />
1° l’initiative se termine au plus tard six mois après la date de notification de la décision par l’administrateur<br />
délégué;<br />
2° les pièces justificatives des frais, tels que visés à l’article 55, sont présentées à l’administration au plus tard trois<br />
mois après laréalisation du répertoire;<br />
3° le demandeur a mis un nombre d’exemplaires convenu des documents et des fichiers informatisés, y compris<br />
les droits d’utilisation de ceux-ci, à la disposition de l’administration;<br />
4° le demandeur a respecté son engagement de mentionner « Export Vlaanderen » comme sponsor.<br />
Section VI. — Invitation en Flandre d’acheteurs et de décideurs politiques pour des projets d’investissement sectoriels<br />
Art. 58. La subvention accordée en faveur des initiatives visées à l’article 43, § 1 er ,5°, consiste en une intervention<br />
dans les frais de parcours et de séjour. Ces frais sont fixés forfaitairement par l’administrateur délégué. L’intervention<br />
dans les frais de séjour est limitée à cinq nuitées. La subvention ne peut être octroyée que pour cinq représentants par<br />
voyage. Trois demandes au maximum peuvent être introduites par demandeur et par an.<br />
Art. 59. La demande comprend les éléments suivants :<br />
1° un formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />
2° une description de l’initiative et la motivation du groupement, comprenant entre autres le nom et la qualité des<br />
invités étrangers et l’importance de l’invitation pour la Flandre. En cas de doute, c’est l’administrateur délégué qui<br />
décide;<br />
3° une estimation du coût, établie conformément à l’article 8;<br />
33261
33262 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
4° des pièces démontrant que le demandeur répond aux dispositions de l’article 1 er ,3°, et aux dispositions de<br />
l’article 44;<br />
5° le cas échéant, la liste des membres actualisée du demandeur;<br />
6° la version la plus récente des statuts coordonnés.<br />
Le demandeur peut, le cas échéant, pour les points 5° et 6°, référer à une demande antérieure, à l’occasion de<br />
laquelle ces documents ont déjàété transmis à l’administration, pour autant que les documents en question sont encore<br />
à jour.<br />
Art. 60. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />
1° des pièces justificatives des frais de parcours et de séjour exposés, ainsi que la quittance correspondante, sont<br />
présentées à l’administration au plus tard trois mois après la notification de la décision par l’administrateur délégué.<br />
2° un rapport sur le déroulement de l’invitation et les résultats atteints est présenté àl’administration au plus tard<br />
trois mois après la notification de la décision par l’administrateur délégué.<br />
Section VII. — Voyages de prospection aux sièges principaux et régionaux d’institutions multilatérales<br />
pour des projets ayant lieu hors de l’EEE<br />
Art. 61. La subvention accordée en faveur des initiatives visées à l’article 43, § 1 er ,6°, consiste en une intervention<br />
dans les frais de parcours et de séjour. Ces frais sont fixés forfaitairement par l’administrateur délégué.<br />
La subvention ne peut être octroyée que pour un seul représentant par voyage. Les subventions pour cette<br />
initiative ne peuvent être affectées qu’à l’appui des voyages d’affaires d’un administrateur, d’un membre du personnel<br />
ou d’un manager des exportations ayant un contrat d’exclusivité permanent du groupement introduisant la demande.<br />
Le montant global des frais de séjour est égal au forfait multiplié par le nombre de nuitées.<br />
Dans le cas d’un voyage combiné visant plusieurs pays, les frais de parcours sont égaux à 60 % de la somme des<br />
frais de parcours qui seraient pris en compte lors d’une prospection distincte des pays en question.<br />
Art. 62. La demande comprend les éléments suivants :<br />
1° le formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />
2° une description exhaustive de l’initiative et de la motivation du groupement, ainsi qu’un aperçu des<br />
conventions;<br />
3° l’estimation du coût, établie conformément à l’article 8;<br />
4° des pièces démontrant que le demandeur répond aux dispositions de l’article 1 er ,3°, et aux dispositions de<br />
l’article 44;<br />
5° le cas échéant, la liste des membres actualisée du demandeur;<br />
6° la version la plus récente des statuts coordonnés;<br />
Le demandeur peut, le cas échéant, pour les points 5° et 6°, référer à une demande antérieure, à l’occasion de<br />
laquelle ces documents ont déjàété transmis à l’administration, pour autant que les documents en question sont encore<br />
à jour.<br />
Art. 63. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />
1° le voyage se termine au plus tard trois mois après la date de notification de la décision par l’administrateur<br />
délégué;<br />
2° un rapport est transmis à l’administration conformément au modèle établi par l’administrateur délégué, au plus<br />
tard trois mois suivant la fin du voyage;<br />
3° des pièces justificatives des frais de parcours et de séjour exposés sont transmises à l’administration, au plus tard<br />
trois mois suivant la fin du voyage.<br />
CHAPITRE IV. — Dispositions diverses<br />
Art. 64. L’administration est chargée du traitement administratif des demandes, de la liquidation des subventions<br />
et du recouvrement des prêts accordés antérieurement.<br />
L’administration perçoit les remboursements des prêts sans intérêts accordés en vertu de l’arrêté du Gouvernement<br />
flamand du 9 avril 1992 fixant le règlement relatif à l’octroi d’interventions financières aux initiatives d’entreprises<br />
axées sur l’exportation. Ces remboursements sont portés au budget des voies et moyens de la Communauté flamande.<br />
L’administration perçoit les remboursements des droits du Fonds du Commerce extérieur qui ont été transférés en<br />
vertu de l’article 6 de l’arrêté royal du 2 mai 1991 transférant des biens, droits et obligations de l’Office <strong>belge</strong> du<br />
Commerce extérieur à la Région wallonne, à la Région flamande et à la Région de Bruxelles-Capitale. Ces<br />
remboursements sont portés au budget des voies et moyens de la Communauté flamande.<br />
Art. 65. En vue de l’évaluation des demandes pour les initiatives mentionnées à l’article 3 et à l’article 43,<br />
l’administrateur délégué doit entre autres tenir compte :<br />
1° des avis des réseaux intérieur et extérieur;<br />
2° du caractère professionnel du demandeur et de l’approche de l’initiative;<br />
3° du montant global des subventions déjà perçues;<br />
4° la plus-value de l’initiative proposée pour l’économie flamande en général et les répercussions potentielles dans<br />
le domaine de l’emploi en Flandre en particulier.<br />
Art. 66. Pour toutes les initiatives mentionnées aux articles 3 et 43, l’administrateur délégué prend, sur<br />
proposition de l’administration, une décision sur l’octroi de la subvention et, le cas échéant, sur les conditions d’octroi<br />
et de paiement, dans les quarante-cinq jours ouvrables tels que visés à l’article 67.<br />
Art. 67. Le délai fixé àl’article 66 prend cours le jour ouvrable suivant l’introduction de la demande complète.<br />
La décision de l’administrateur délégué est communiquée au demandeur par écrit. Dès que la signature<br />
électronique sera introduite, l’administration pourra envoyer la décision également par e-mail.
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Art. 68. Le demandeur peut introduire un recours auprès du Ministre contre toute décision de l’administrateur<br />
délégué prise en vertu du présent arrêté, dans les vingt jours ouvrables suivant la réception de sa notification. Le<br />
Ministre se prononce dans un délai de deux mois suivant la réception du recours. Le demandeur est notifié par écrit<br />
de la décision du Ministre.<br />
Art. 69. L’administrateur délégué établit les formulaires de demande.<br />
Art. 70. L’administrateur délégué détermine la façon dont l’avis des réseaux intérieur et extérieur est demandé.<br />
CHAPITRE V. — Dispositions finales<br />
Art. 71. L’arrêté du Gouvernement flamand du 20 avril 2001 fixant les conditions et les règles relatives au<br />
subventionnement des activités encourageant les exportations est abrogé.<br />
Art. 72. L’arrêté ministériel du 24 avril 2001 établissant les modalités des demandes de subventionnement pour<br />
les activités encourageant les exportations est abrogé.<br />
Art. 73. Les demandes introduites dans le cadre de l’arrêté du Gouvernement flamand du 20 avril 2001 fixant les<br />
conditions et les règles relatives au subventionnement des activités encourageant les exportations, mais qui n’ont pas<br />
encore fait l’objet d’une décision après la date de l’entrée en vigueur du présent arrêté, seront tranchées à partir de cette<br />
date conformément au présent arrêté, à moins que cela ne soit au désavantage du demandeur. Les décisions prises<br />
avant cette date ne peuvent pas être révoquées.<br />
Art. 74. Le présent arrêté entre en vigueur le premier jour du troisième mois suivant sa publication.<br />
Art. 75. Le Ministre flamand ayant le Commerce extérieur dans ses attributions est chargé de l’exécution du<br />
présent arrêté.<br />
Bruxelles, le 27 mai 2005.<br />
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand,<br />
Y. LETERME<br />
La Ministre flamande de l’Economie, de l’Entreprise, des Sciences, de l’Innovation et du Commerce extérieur,<br />
F. MOERMAN<br />
*<br />
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP<br />
N. 2005 — 1797<br />
[C − 2005/35841]<br />
17 JUNI 2005. — Besluit van de Vlaamse Regering<br />
betreffende de aanduiding en uitoefening van de management- en projectleiderfuncties<br />
en van de functie van algemeen directeur bij de diensten van de Vlaamse overheid<br />
De Vlaamse Regering,<br />
Gelet op de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1,<br />
en op de artikelen 9 en 87, § 3, zoals vervangen door de Bijzondere Wet van 8 augustus 1988;<br />
Gelet op het Kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, inzonderheid op de artikelen 2, 3, 5, 6, 10, 22, 39 tot<br />
en met 41;<br />
Gelet op het bijzonder decreet betreffende het gemeenschapsonderwijs van 14 juli 1998, inzonderheid artikel 67;<br />
Gelet op het akkoord van de minister, bevoegd voor de Pensioenen, gegeven op 16 juni 2004;<br />
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 13 mei 2004;<br />
Gelet op het protocol nr. 210.674 van 28 juni 2004 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;<br />
Gelet op het advies nummer 37.379/3 van de Raad van State, gegeven op 22 juni 2004, met toepassing van<br />
artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;<br />
Op het gezamenlijk voorstel van de leden van de Vlaamse Regering;<br />
Na beraadslaging,<br />
Besluit :<br />
HOOFDSTUK 1. — Algemene bepalingen<br />
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de diensten van de Vlaamse overheid, zijnde :<br />
— de departementen;<br />
— de intern verzelfstandigde agentschappen, hierna te noemen IVA, zonder rechtspersoonlijkheid;<br />
— de IVA met rechtspersoonlijkheid;<br />
— de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, hierna te noemen EVA;<br />
— de administratieve diensten van het Gemeenschapsonderwijs.<br />
Art. 2. Dit besluit regelt de procedure van vacature-invulling en de arbeidsvoorwaarden voor :<br />
1° de managementfuncties van N-niveau, die aan het hoofd staan van een departement, een IVA of een EVA en de<br />
administratieve diensten van het Gemeenschapsonderwijs;<br />
2° de management- of projectleiderfuncties die door de Vlaamse Regering worden aangeduid als behorende tot<br />
het N-niveau;<br />
3° de functies van algemeen directeur.<br />
Art. 3. § 1. Met ″opdrachtgever″ wordt in dit besluit bedoeld :<br />
1° de raad van bestuur voor die EVA’s die krachtens hun oprichtingsdecreet zelf het hoofd van het agentschap en<br />
in voorkomend geval de algemene directeur aanstellen;<br />
2° de functioneel bevoegde Vlaamse minister(s) voor de departementen, IVA’s, de EVA’s die niet vallen onder 1°,<br />
en het Gemeenschapsonderwijs;<br />
3° het Auditcomité van de Vlaamse administratie voor de Interne Audit van de Vlaamse administratie.<br />
33263
33264 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
§ 2. Met ″in dienstnemende overheid″ wordt in dit besluit bedoeld :<br />
1° de raad van bestuur voor die EVA’s die krachtens hun oprichtingsdecreet zelf het hoofd van het agentschap en<br />
in voorkomend geval de algemene directeur aanstellen;<br />
2° de Vlaamse Regering voor de departementen, IVA’s, de EVA’s die niet vallen onder 1°, voor de Interne Audit<br />
van de Vlaamse administratie en voor de administratieve diensten van het Gemeenschapsonderwijs.<br />
Art. 4. De management- en projectleiderfuncties van N-niveau zijn mandaatfuncties met een duur van maximum<br />
6 jaar, die hernieuwbaar zijn volgens de bepalingen van artikel 17 van dit besluit.<br />
Art. 5. De functie van algemeen directeur, bedoeld in de artikelen 6, 10 en 22 van het Kaderdecreet bestuurlijk<br />
beleid, is een functie die zich organiek en functioneel situeert tussen het N-niveau en het N-niveau -1.<br />
De algemeen directeur staat het hoofd van het agentschap die is belast met de algemene leiding, de werking en de<br />
vertegenwoordiging van het agentschap, bij.<br />
Wanneer de organieke, instellingspecifieke regeling in de functie van algemeen directeur voorziet, maakt de<br />
algemeen directeur met raadgevende stem deel uit van de raad van bestuur.<br />
HOOFDSTUK 2. — De selectie voor de management- en projectleiderfuncties van N-niveau<br />
en voor de functies van algemeen directeur<br />
Afdeling 1. — In aanmerking komende kandidaten<br />
Art. 6. De management- en projectleiderfuncties van N-niveau en de functies van algemeen directeur worden<br />
vacant verklaard via een open procedure, waarbij terzelfdertijd interne en externe kandidaten meedingen.<br />
De oproep wordt tenminste in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Bij regelt de wijze van kandidaatstelling<br />
en bevat een beknopte weergave van de functiebeschrijving en het competentieprofiel, evenals van het salaris<br />
respectievelijk de salarisschaal, zoals bepaald in artikel 14.<br />
Art. 7. § 1. Voor de vacature-invulling van de management - en projectleiderfuncties van N-niveau komen enkel<br />
de kandidaten in aanmerking die beschikken over een leidinggevende ervaring van minstens 5 jaar, verworven in de<br />
laatste 10 jaar, of over 10 jaar nuttige professionele ervaring.<br />
Voor de vacature-invulling van de functies van algemeen directeur komen enkel de kandidaten in aanmerking die<br />
beschikken over een leidinggevende ervaring van minstens 3 jaar, verworven in de laatste 10 jaar, of over 8 jaar nuttige<br />
professionele ervaring.<br />
Voor de berekening van de ervaring bedoeld in het eerste en het tweede lid worden deeltijdse prestaties als voltijds<br />
beschouwd. Onder leidinggevende ervaring wordt ervaring verstaan inzake beheer in een overheidsdienst of in een<br />
organisatie uit de private sector.<br />
2. De kandidaten bedoeld in de § 1 dienen te voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden voor een betrekking<br />
in de publieke sector en houder te zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A zoals bepaald in Vlaamse<br />
overheidsdienst, met uitzondering van de interne kandidaten die reeds tot het voormelde niveau A of een gelijkgesteld<br />
niveau behoren.<br />
Afdeling 2. — Selectiecriteria en -procedure<br />
Art. 8. In de selectieprocedure wordt onderzocht in welke mate de kandidaten voldoen aan het vereiste<br />
competentieprofiel voor de functie.<br />
Het vereiste profiel bevat :<br />
— waardegebonden en generieke gedrag - en vaktechnische competenties die worden bepaald door de Vlaamse<br />
Regering, op voorstel van de Vlaamse minister, bevoegd voor het Algemeen Beleid inzake Personeel en<br />
Organisatieontwikkeling;<br />
— eventueel aanvullende functiespecifieke competenties die worden bepaald door de in dienstnemende overheid.<br />
Art. 9. § 1. De kandidaten worden geselecteerd in functie van de criteria bepaald in de artikelen 7 en 8, door het<br />
Vlaams Selectiecentrum voor Overheidspersoneel c.v.b.a., hierna Jobpunt Vlaanderen genoemd, of zijn rechtsopvolger.<br />
§ 2. Indien voor de toepassing van § 1 beroep gedaan wordt op een selectiebureau, legt de Vlaamse minister,<br />
bevoegd voor Personeel en Organisatie het selectiebureau dat voorgedragen wordt door Jobpunt Vlaanderen ter<br />
bekrachtiging voor aan de Vlaamse Regering.<br />
§ 3. Jobpunt Vlaanderen, of zijn rechtsopvolger, stelt aan de opdrachtgever een lijst met geschikte kandidaten voor.<br />
HOOFDSTUK 3. — De aanwijzing en de rechtspositie<br />
Art. 10. § 1. De opdrachtgever heeft een interview met de kandidaten van de lijst, vastgesteld overeenkomstig<br />
artikel 9, § 2, waarbij de wederzijdse verwachtingen worden gepreciseerd.<br />
§ 2. De opdrachtgever kiest een kandidaat uit de voorgestelde lijst; de keuze wordt uitdrukkelijk gemotiveerd.<br />
Indien hij geen kandidaat uit de lijst kiest, wordt de procedure heropgestart.<br />
Art. 11. § 1. Behoudens het geval bedoeld in § 2, neemt de indienstnemende overheid, op voorstel van de<br />
opdrachtgever, de geselecteerde kandidaat voor de functie van het N-niveau welke wordt begeven bij mandaat, in<br />
dienst met een arbeidscontract van onbepaalde duur.<br />
In het contract worden de arbeidsvoorwaarden vastgesteld in overleg tussen de voor de mandaatfunctie<br />
geselecteerde kandidaat en de opdrachtgever, op basis van een modelcontract vastgesteld door de Vlaamse minister,<br />
bevoegd voor het Algemeen Beleid inzake Personeel en Organisatieontwikkeling, dat tevens rekening houdt met de<br />
bepalingen van dit besluit. Er wordt tevens voorzien in een proefperiode van zes maanden.<br />
De betrokkene oefent zijn taak uit volgens een arbeidsregime vastgesteld in overeenstemming met de<br />
opdrachtgever.
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
§ 2. Indien de geselecteerde kandidaat voor de functie van het N-niveau welke wordt begeven bij mandaat reeds<br />
ambtenaar is bij de Diensten van de Vlaamse Regering of een Vlaamse Openbare instelling, een verzelfstandigd<br />
agentschap of hun rechtsopvolgers, wordt hij bij eenzijdige administratieve rechtshandeling door de in dienst nemende<br />
overheid aangewezen in het mandaat.<br />
Tijdens de uitoefening van het mandaat behoudt de betrokkene de functionele loopbaan in de graad waarin hij<br />
werd benoemd. De werkelijke diensten die de betrokken ambtenaar als mandaathouder presteert, worden in<br />
aanmerking genomen voor de vaststelling van de schaalanciënniteit in de functionele loopbaan.<br />
HOOFDSTUK 4. — De beheersovereenkomsten<br />
Art. 12. § 1. Wanneer in toepassing van de artikelen 8, 10, § 4, en 14 van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid nog<br />
geen beheersovereenkomst is gesloten stelt het hoofd van het agentschap aan de opdrachtgever een beheersovereenkomst<br />
voor binnen 6 maanden na zijn aanstelling en voor een periode die eindigt uiterlijk negen maanden na de<br />
beëdiging van een nieuwe Vlaamse Regering na de algehele vernieuwing van het Vlaams Parlement.<br />
§ 2. Wanneer een hoofd van een agentschap wordt aangesteld en er reeds een beheersovereenkomst werd gesloten,<br />
aanvaardt het hoofd van het agentschap bij zijn aanstelling deze beheersovereenkomst voor de lopende periode, tenzij<br />
hijzelf of de opdrachtgever vraagt een nieuwe overeenkomst op te stellen.<br />
HOOFDSTUK 5. — De arbeidsvoorwaarden<br />
Afdeling 1. — Administratieve arbeidsvoorwaarden<br />
Art. 13. § 1. De titularissen van een management- of een projectleiderfunctie of de functie van algemeen directeur<br />
kunnen enkel genieten van volgende langdurige verloven :<br />
— bevallingsverlof;<br />
— loopbaanonderbreking met betrekking tot het ouderschapsverlof, de palliatieve verzorging en de zorgen in<br />
geval van ernstige ziekte;<br />
— verlof wegens ziekte of arbeidsongeval;<br />
— verlof om een ambt uit te oefenen bij een kabinet, mits goedkeuring door de Vlaamse Regering.<br />
§ 2. De titularis van de management- of projectleiderfunctie of, ingeval van overmacht, de in dienstnemende<br />
overheid, duidt bij afwezigheid van de titularis van het mandaat een vervanger aan. Deze bepaling geldt niet voor de<br />
managementfunctie in die gevallen waarin de organieke regeling voorziet in de functie van algemeen directeur.<br />
Wanneer een vervanger moet worden aangeduid, beslist de in dienstnemende overheid, in functie van de duur van<br />
de afwezigheid, over de toepassing van de selectieprocedure voor toewijzing aan een mandaatfunctie volgens de<br />
bepalingen van dit besluit.<br />
De indienstneming van deze plaatsvervanger aangewezen volgens de in het vorige lid vermelde procedure<br />
gebeurt hetzij bij vervangingsovereenkomst, hetzij door aanwijzing in het mandaat zoals bedoeld in artikel 11, § 2, van<br />
dit besluit voor de nog lopende duur van het mandaat.<br />
§ 3. Ingeval van afwezigheid van de algemeen directeur, beslist de titularis van de managementfunctie waaraan<br />
de algemeen directeur bijstand verleent, in overleg met laatst genoemde, welke maatregelen moeten worden genomen<br />
om in zijn/haar vervanging te voorzien.<br />
Afdeling 2. — Geldelijke arbeidsvoorwaarden<br />
Art. 14. § 1. De Vlaamse Regering bepaalt het geldelijk statuut van de titularissen van een management- of<br />
projectleiderfunctie en van algemeen directeur.<br />
§ 2. Onverminderd hetgeen is bepaald in § 1 behoudt de betrokken titularis van :<br />
— een management- of (projectleider)functie van het N-niveau bedoeld in artikel 11, § 2, die vanuit rang A4 of<br />
rang A3 aangewezen wordt, het salaris en de salarisschaal, geldend vóór de aanstelling; evenals de toelagen,<br />
vergoedingen en sociale voordelen die hij voor de aanstelling genoot in zoverre de voorwaarden van toekenning blijven<br />
bestaan, en dat aan deze voorwaarden blijft voldaan;<br />
— een management- of (projectleider)functie van het N-niveau bedoeld in artikel 11, § 1, die reeds door een<br />
arbeidsovereenkomst met de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest of een daarvan afhangende instelling<br />
verbonden was de contractuele, financiële regeling geldend vóór de aanstelling evenals de toelagen, vergoedingen en<br />
sociale voordelen welke werden toegekend in zoverre de voorwaarden van toekenning blijven bestaan, en dat aan deze<br />
voorwaarden blijft voldaan;<br />
— de algemeen directeur behoudt hetzij het salaris en de salarisschaal verbonden aan de rang A2L, zijnde A286<br />
en na 6 jaar effectieve prestaties A288, hetzij, in voorkomend geval, het salaris en de salarisschaal welke was verbonden<br />
aan de met de functie van adjunct-leidend ambtenaar overeenstemmende graad en welke hem voordien was<br />
toegekend; evenals de toelagen, vergoedingen en sociale voordelen die hij voor de aanstelling genoot in zoverre de<br />
voorwaarden van toekenning blijven bestaan, en dat aan deze voorwaarden blijft voldaan.<br />
HOOFDSTUK 6. — De evaluatie, het einde en de hernieuwing van de functie<br />
Afdeling 1. — De management- en projectleiderfunctie.<br />
Art. 15. § 1. Onverminderd hetgeen is bepaald in § 2 wordt de titularis van een management- of projectleiderfunctie<br />
van N-niveau jaarlijks geëvalueerd over de prestaties en de wijze van functieuitoefening, in voorkomend geval<br />
in uitvoering van de beheersovereenkomst. De evaluatie gebeurt door de opdrachtgever hierin bijgestaan door Jobpunt<br />
Vlaanderen, of zijn rechtsopvolger, en een externe instantie. In de evaluatie wordt onder meer rekening gehouden met<br />
de informatie van onder zijn gezag staande personeelsleden.<br />
De Vlaamse minister, bevoegd voor de personeel en organisatie legt de externe instantie bedoeld in het eerste lid<br />
ter bekrachtiging voor aan de Vlaamse Regering.<br />
Tijdens de evaluatie kunnen geen personen tussenkomen die een advies hebben verleend bij de selectieprocedure<br />
van de titularis, in voorkomend geval met uitzondering van de opdrachtgever.<br />
De jaarlijkse evaluatie die eindigt in een vermelding ″onvoldoende″ dient bekrachtigd door de Vlaamse Regering.<br />
33265
33266 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
§ 2. Ten laatste 6 maanden voor het einde van het mandaat volgt een globale eindevaluatie, met het oog op het<br />
opnemen. van een volgend mandaat. De Vlaamse Regering, op voorstel van de opdrachtgever en bijgestaan door een<br />
externe instantie, verleent de eindevaluatie. Er wordt rekening gehouden met de jaarlijkse evaluaties.<br />
De Vlaamse minister, bevoegd voor de Personeel en Organisatie legt de externe instantie bedoeld in het eerste lid<br />
ter bekrachtiging voor aan de Vlaamse Regering.<br />
§ 3. Bij een evaluatie welke eindigt met een vermelding ″onvoldoende″, heeft de titularis het recht om te worden<br />
gehoord door de Vlaamse Regering en kan de betrokkene zich laten bijstaan door een persoon van zijn keuze.<br />
§ 4. Wanneer een evaluatie niet resulteert in de vermelding ″onvoldoende″ wordt zij geacht positief te zijn.<br />
Art. 16. De mandaatfunctie eindigt in volgende gevallen :<br />
1° bij een evaluatie met vermelding ″onvoldoende″;<br />
2° in beginsel na 12 jaar in dezelfde functie, onverminderd artikel 17;<br />
3° in onderling overleg met de opdrachtgever;<br />
4° op vraag van betrokkene zelf;<br />
5° na de duurtijd van het project, indien dit korter is dan 6 jaar;<br />
Art. 17. Wanneer de eindevaluatie bedoeld in artikel 15, § 2, niet resulteert in een eindvermelding ″onvoldoende″,<br />
wordt de titularis van het mandaat in zijn mandaat hernieuwd, zonder opnieuw een beroep te doen op de<br />
mededinging, voor een bijkomende en, in beginsel, eenmalige termijn van zes jaar.<br />
Art. 18. § 1. Aan de bij arbeidsovereenkomst aangeworven titularis van de mandaatfunctie zoals bedoeld in<br />
artikel 11, § 1, waarvan het mandaat wordt beëindigd en die niet wordt aangeworven in een volgend of in een ander<br />
mandaat wordt ontslag verleend met toepassing van de regels van het arbeidsrecht.<br />
§ 2. De bij eenzijdige administratieve rechtshandeling aangestelde titularis zoals bedoeld in artikel 11, § 2, waarvan<br />
het mandaat wordt beëindigd en die niet wordt aangesteld in een volgend of in een ander mandaat wordt uiterlijk<br />
binnen 1 jaar na de schriftelijke kennisgeving van de beëindiging van het mandaat herplaatst in de interne<br />
arbeidsmarkt in een passende functie.<br />
Afdeling 2. — De functie van algemeen directeur<br />
Art. 19. § 1. De titularis benoemd in de functie van algemeen directeur wordt jaarlijks geëvalueerd over de<br />
prestaties en de wijze van functie-uitoefening door de in dienstnemende overheid, op voorstel van de opdrachtgever<br />
welke hierin wordt bijgestaan door Jobpunt Vlaanderen of zijn rechtsopvolger, alsmede door een externe instantie, en<br />
nadat de titularis van de managementfunctie die aan het hoofd staat van het agentschap gehoord te hebben. In de<br />
evaluatie wordt onder meer rekening gehouden met de informatie van onder zijn gezag staande personeelsleden.<br />
De Vlaamse minister, bevoegd voor de personeel en organisatie legt de externe instantie bedoeld in het eerste lid<br />
ter bekrachtiging voor aan de Vlaamse Regering.<br />
Tijdens de evaluatie kunnen geen personen tussenkomen die een advies hebben verleend bij de selectieprocedure<br />
van de titularis, in voorkomend geval met uitzondering van de opdrachtgever.<br />
§ 2. Wanneer de jaarlijkse evaluatie verleend op voorstel van de opdrachtgever is geëindigd in een vermelding<br />
″onvoldoende″ en in ieder geval ter bekrachtiging wordt voorgelegd aan de Vlaamse Regering, heeft de titularis het<br />
recht om te worden gehoord door de Vlaamse Regering en kan hij/zij zich laten bijstaan door een persoon van zijn<br />
keuze.<br />
HOOFDSTUK 7. — Overgangsmaatregelen, inwerkingtreding en uitvoeringsbepaling<br />
Art. 20. In uitvoering van artikel 39, §§ 2, 3 en 4, van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid en met inachtneming van<br />
artikel 41 van datzelfde decreet, gebeurt, naar aanleiding van de eerste bezetting, de herplaatsing van de in §§ 2en3<br />
van datzelfde artikel vermelde leidinggevenden, door de indienstnemende overheid na bemiddeling van Jobpunt<br />
Vlaanderen of zijn rechtsopvolger.<br />
Indien voor de toepassing van het eerste lid beroep gedaan wordt op een externe instantie, legt de Vlaamse<br />
minister, bevoegd voor Personeel en Organisatie de instantie die voorgedragen wordt door Jobpunt Vlaanderen ter<br />
bekrachtiging voor aan de Vlaamse Regering.<br />
Jobpunt Vlaanderen of zijn rechtsopvolger, legt bij wijze van voorstel aan de in dienstnemende overheid per<br />
functie een beperkte lijst van geschikte kandidaten voor met het oog op de toewijzing van de voormelde<br />
leidinggevenden aan een management- of projectleiderfunctie van N-niveau of met het oog op de benoeming in de<br />
functie van algemeen directeur. Dit voorstel wordt geformuleerd op basis van alle relevante informatie in functie van<br />
de functiebeschrijving en het competentieprofiel.<br />
Art. 21. In uitvoering van hetgeen is bepaald in artikel 40, 1°, van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid biedt de<br />
Vlaamse Regering, na overleg met het betrokken personeelslid, aan het vast benoemde personeelslid van rang A4, A3<br />
of A2L of het personeelslid dat in zulke rang benoemd is geweest en dat niet toegewezen wordt aan een managementof<br />
projectleiderfunctie van N-niveau of niet benoemd wordt in een functie van algemeen directeur, een gelijkwaardige<br />
en passende functie aan.<br />
Van het vorige lid kan worden afgeweken wanneer de betrokkene uitdrukkelijk verzoekt om in een lagere functie<br />
te worden geplaatst. In voorkomend geval kan voormelde herplaatsing niet lager zijn dan in een functie van het<br />
N-niveau -1.<br />
De betrokkenen vermeld in de vorige leden behouden in ieder geval de salarisschaal verbonden aan respectievelijk<br />
de rang A4, A3 of A2L. Zij behouden hun graad ten persoonlijke titel.
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Art. 22. Na toepassing van de maatregelen vermeld in de artikelen 20 en 21 en onverminderd de toepassing van<br />
artikel 41 van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid, verklaart de in dienstnemende overheid de resterende managementen<br />
projectleiderfuncties van het N-niveau of de resterende functies van algemeen directeur vacant.<br />
Art. 23. De Vlaamse Regering bepaalt de datum van inwerkingtreding van dit besluit, met uitzondering van de<br />
artikelen 20 en 21 die in werking treden op de datum van goedkeuring van dit besluit.<br />
Art. 24. De Vlaamse ministers zijn ieder wat hem/haar betreft belast met de uitvoering van dit besluit.<br />
Brussel, 17 juni 2005.<br />
De minister-president van de Vlaamse Regering, en Vlaams minister van Institutionele Hervormingen,<br />
Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid,<br />
Y. LETERME<br />
De vice-minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Economie, Ondernemen,<br />
Wetenschap en Innovatie en Buitenlandse Handel,<br />
F. MOERMAN<br />
De vice-minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming,<br />
F. VANDENBROUCKE<br />
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,<br />
I. VERVOTTE<br />
De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening,<br />
D. VAN MECHELEN<br />
De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel,<br />
B. ANCIAUX<br />
De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme,<br />
G. BOUGEOIS<br />
De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,<br />
K. PEETERS<br />
De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering,<br />
M. KEULEN<br />
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen,<br />
K. VAN BREMPT<br />
TRADUCTION<br />
MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE<br />
F. 2005 — 1797<br />
[C − 2005/35841]<br />
17 JUIN 2005. — Arrêté du Gouvernement flamand relatif à la désignation et à l’exercice des fonctions de<br />
management et de chef de projet et de la fonction de directeur général auprès des services des autorités<br />
flamandes<br />
Le Gouvernement flamand,<br />
Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, notamment l’article 87, § 1 er , et les articles 9 et 87,<br />
§ 3, tels que remplacés par la loi spéciale du 8 août 1988;<br />
Vu le décret cadre sur la politique administrative du 18 juillet 2003, notamment les articles 2, 3, 5, 6, 10, 22, 39 à<br />
41 inclus;<br />
Vu le décret spécial du 14 juillet 1998 relatif à l’enseignement communautaire, notamment l’article 67;<br />
Vu l’accord du Ministre chargé des Pensions, donné le 16 juin 2004;<br />
Vu l’accord du Ministre flamand chargé du Budget, donné le 13 mai 2004;<br />
Vu le protocole n° 210.674 du 28 juin 2004 du Comité sectoriel XVIII - Communauté flamande - Région flamande;<br />
Vu l’avis n° 37.379/3 du Conseil d’Etat, donné le 22 juin 2004, en application de l’article 84, § 1 er , alinéa 1 er ,1°,<br />
des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat;<br />
Sur la proposition conjointe des membres du Gouvernement flamand;<br />
Après délibération,<br />
Arrête :<br />
CHAPITRE 1 er . — Dispositions générales<br />
Article 1 er . Le présent arrêté est applicable aux services des autorités flamandes, à savoir :<br />
— les départements;<br />
— les agences autonomisées internes, ci-après dénommées AAI, sans personnalité juridique;<br />
— les AAI dotées de la personnalité juridique;<br />
— les agences autonomisées externes de droit public, ci-après dénommées les AAE;<br />
— les services administratifs de l’Enseignement communautaire.<br />
33267
33268 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Art. 2. Le présent arrêté règle la procédure de pourvoi à un emploi vacant et les conditions de travail pour :<br />
1° les fonctions de management du niveau N qui dirigent un département, une AAI ou une AAE et les services<br />
administratifs de l’Enseignement communautaire;<br />
2° les fonctions de management ou de chef de projet qui sont désignées par le Gouvernement flamand comme<br />
faisant partie du niveau N;<br />
3° les fonctions de directeur général.<br />
Art. 3. § 1 er . Dans le présent arrêté on entend par « donneur d’ordre » :<br />
1° le conseil d’administration pour ces AAE qui, en vertu de leur décret constitutif, désignent elles-mêmes le chef<br />
de l’agence et, le cas échéant, le directeur général;<br />
2° le(s) Ministre(s) flamand(s) fonctionnellement compétent(s) pour les départements, AAI et AAE qui ne relèvent<br />
pas de 1°, etl’Enseignement communautaire;<br />
3° le Comité d’Audit de l’Administration flamande pour l’Audit interne de l’Administration flamande.<br />
§ 2. Dans le présent arrêté on entend par « autorité de recrutement » :<br />
1° le conseil d’administration pour ces AAE qui, en vertu de leur décret constitutif, désignent elles-mêmes le<br />
chef de l’agence et, le cas échéant, le directeur général;<br />
2° le Gouvernement flamand pour les départements, AAI et AAE qui ne relèvent pas de 1°, pour l’Audit interne<br />
de l’Administration flamande et pour les services administratifs de l’Enseignement communautaire.<br />
Art. 4. Les fonctions de management et de chef de projet du niveau N sont des fonctions de mandat à durée<br />
maximale de 6 ans, qui sont renouvelables conformément aux dispositions de l’article 17 du présent arrêté.<br />
Art. 5. La fonction de directeur général visée aux articles 6, 10 et 22 du décret cadre sur la politique administrative,<br />
est une fonction qui se situe, du point de vue organique et fonctionnel, entre le niveau N et le niveau N -1.<br />
Le directeur général assiste le chef de l’agence qui est chargé de la direction générale, du fonctionnement et de la<br />
représentation de l’agence.<br />
Lorsque le règlement organique spécifique prévoit la fonction de directeur général, le directeur général fait partie<br />
du conseil d’administration avec voix consultative.<br />
CHAPITRE 2. — La sélection pour les fonctions de management et de chef de projet du niveau N<br />
et pour les fonctions de directeur général<br />
Section 1 re . — Candidats admissibles<br />
Art. 6. Les fonctions de management et de chef de projet du niveau N ainsi que les fonctions de directeur général<br />
sont déclarées vacantes par procédure ouverte, lors de laquelle des candidats internes et externes concourent en<br />
même temps.<br />
L’appel est publié au moins au Moniteur <strong>belge</strong>. Ilrègle les modalités des candidatures et contient une reproduction<br />
succincte de la description de fonction et du profil de compétence, ainsi que respectivement le traitement et l’échelle<br />
de traitement, tels que fixés à l’article 14.<br />
Art. 7. § 1 er . Seuls les candidats qui disposent d’une expérience d’au moins cinq ans dans une fonction dirigeante,<br />
acquise au cours des 10 dernières années, ou de dix ans d’expérience professionnelle utile, sont admissibles aux<br />
vacances des fonctions de management et de chef de projet du niveau N.<br />
Seuls les candidats qui disposent d’une expérience d’au moins trois ans dans une fonction dirigeante, acquise au<br />
cours des 10 dernières années, ou de huit ans d’expérience professionnelle utile, sont admissibles aux vacances des<br />
fonctions de directeur général.<br />
Pour le calcul de l’expérience visée aux alinéas premier et deux, les prestations à temps partiel sont considérées<br />
comme des prestations à temps plein. Par expérience dans une fonction dirigeante’ on entend l’expérience en matière<br />
de gestion dans un service public ou dans une organisation du secteur privé.<br />
§ 2. Les candidats visés au§ 1 er doivent remplir les conditions d’admission générales pour un emploi dans le<br />
secteur public, et être titulaire d’un diplôme donnant accès au niveau A tel que prévu par le service public flamand, à<br />
l’exception des candidats internes déjà appartenant au niveau A précité ou à un niveau assimilé.<br />
Section 2. — Critèresetprocéduredesélection<br />
Art. 8. La procéduredesélection examine la mesure dans laquelle les candidats correspondent au profil de<br />
compétence requis pour la fonction.<br />
Le profil requis comporte :<br />
— des compétences comportementales et spécialisées de valeur et génériques, qui sont fixées par le Gouvernement<br />
flamand, sur la proposition du Ministre flamand qui a la Politique générale en matière de personnel et de<br />
développement de l’organisation dans ses attributions;<br />
— éventuellement des compétences spécifiques à la fonction complémentaires, qui sont fixées par l’autorité de<br />
recrutement.
Art. 9. § 1 er . Les candidats sont sélectionnés en fonction des critères fixés aux articles 7 et 8, par le Centre flamand<br />
de Sélection pour le Personnel de la Fonction publique scrl, ci-après dénommé «Jobpunt Vlaanderen », ou par son<br />
ayant cause.<br />
§ 2. Si, pour l’application du § 1 er , il est fait appel à un bureau de sélection, le Ministre flamand chargé du Personnel<br />
et de l’Organisation, soumet le bureau de sélection qui est présenté par « Jobpunt Vlaanderen », à la validation du<br />
Gouvernement flamand.<br />
§ 3. « Jobpunt Vlaanderen », ou son ayant cause, propose au donneur d’ordre une liste de candidats aptes.<br />
CHAPITRE 3. — La désignation et le statut<br />
Art. 10. § 1 er . Le donneur d’ordre a un entretien avec les candidats de la liste, établie conformément à l’article 9,<br />
§ 2, lors duquel sont précisées les attentes mutuelles.<br />
§ 2. Le donneur d’ordre choisit un candidat de la liste proposée; le choix est motivé explicitement. S’il ne choisit<br />
pas de candidat de la liste, la procédure est recommencée.<br />
Art. 11. § 1 er . Sous réserve du cas visé au § 2, l’autorité de recrutement engage, sur la proposition du donneur<br />
d’ordre, le candidat sélectionné pour la fonction du niveau N qui est conférée par mandat, par contrat de travail à durée<br />
indéterminée.<br />
Le contrat établit les conditions de travail fixées en concertation entre le candidat sélectionné pour la fonction de<br />
mandat et le donneur d’ordre, sur la base d’un contrat modèle établi par le Ministre flamand chargé de la politique<br />
générale en matière de personnel et de développement de l’organisation, qui tient également compte des dispositions<br />
du présent arrêté. Une période d’essai de six mois est également prévue.<br />
L’intéressé remplit sa mission selon un régime de travail fixé en accord avec le donneur d’ordre.<br />
§ 2. Si le candidat sélectionné pour la fonction du niveau N qui est conférée par mandat, est déjà fonctionnaire<br />
auprès des Services du Gouvernement flamand ou d’un organisme public flamand, une agence autonomisée ou leurs<br />
ayants cause, il est désigné au mandat par l’autorité de recrutement par acte juridique administratif unilatéral.<br />
Lors de l’exercice du mandat, l’intéressé conserve la carrière fonctionnelle liée au grade dans lequel il a été nommé.<br />
Les services réels prestés par le fonctionnaire concerné en tant que mandataire, sont pris en compte pour la fixation de<br />
l’ancienneté barémique dans la carrière fonctionnelle.<br />
CHAPITRE 4. — Les contrats de gestion<br />
Art. 12. § 1 er . Lorsque, en application des articles 8, 10, § 4, et 14 du décret cadre sur la politique administrative,<br />
aucun contrat de gestion n’a encore été conclu, le chef de l’agence propose au donneur d’ordre un contrat de gestion<br />
dans les 6 mois après sadésignation et pour une période qui prend fin au plus tard neuf mois après la prestation de<br />
serment d’un nouveau Gouvernement flamand suivant le renouvellement intégral du Parlement flamand.<br />
§ 2. Lorsqu’un chef d’une agence est désignée etqu’un contrat de gestion a déjà été conclu, le chef de l’agence<br />
accepte ce contrat de gestion lors de sa désignation pour la période en cours, sauf si le donneur d’ordre ou lui-même<br />
demande d’établir un nouveau contrat de gestion.<br />
CHAPITRE 5. — Les conditions de travail<br />
Section 1 re . — Conditions de travail administratives<br />
Art. 13. § 1 er . Les titulaires d’une fonction de management ou de chef de projet ou de la fonction de directeur<br />
général peuvent uniquement bénéficier des congés de longue durée suivants :<br />
— congé de maternité;<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
— interruption de carrière relative aux congé parental, soins palliatifs et soins en cas de maladie grave;<br />
— congé pour cause de maladie ou d’accident de travail;<br />
— congé pour l’exercice d’une fonction auprès d’un cabinet, moyennant l’accord du Gouvernement flamand.<br />
§ 2. Le titulaire de la fonction de management ou de chef de projet ou, en cas de force majeure, l’autorité de<br />
recrutement, désigne un remplaçant en cas d’absence du titulaire du mandat. Cette disposition ne s’applique pas à la<br />
fonction de management dans les cas où le règlement organique prévoit la fonction de directeur général.<br />
Lorsqu’il faut désigner un remplaçant, l’autorité de recrutement décide, en fonction de la durée del’absence, de<br />
l’application de la procéduredesélection pour l’attribution à une fonction de mandat selon les dispositions du présent<br />
arrêté.<br />
Le recrutement de ce remplaçant désigné conformément à la procédure mentionnée à l’alinéaprécédent, se fait soit<br />
par contrat de remplacement, soit par désignation au mandat telle que visée à l’article 11, § 2, du présent arrêté pour<br />
la durée restante du mandat.<br />
§ 3. En cas d’absence du directeur général, le titulaire de la fonction de management à qui le directeur général prête<br />
son assistance, décide en concertation avec ce dernier, des mesures à prendre afin de pourvoir à son remplacement.<br />
33269
33270 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Section 2. — Conditions de travail pécuniaires<br />
Art. 14. § 1 er . Le Gouvernement flamand fixe le statut pécuniaire des titulaires d’une fonction de management ou<br />
de chef de projet et du directeur général.<br />
§ 2. Sans préjudice des dispositions du § 1 er , le titulaire concerné :<br />
— d’une fonction de management ou (de chef de projet) du niveau N visée à l’article 11, § 2, qui est désigné du<br />
rang A4 ou du rang A3, conserve le traitement et l’échelle de traitement en vigueur avant la désignation, ainsi que les<br />
indemnités, allocations et avantages sociaux dont il bénéficiait avant la désignation dans la mesure où les conditions<br />
d’octroi soient maintenues et que leur respect reste assuré;<br />
— d’une fonction de management ou (de chef de projet) du niveau N visée à l’article 11, § 1 er , qui est déjà lié par<br />
un contrat de travail à la Communauté flamande ou à la Région flamande ou une institution qui en relève, conserve<br />
le règlement financier contractuel en vigueur avant la désignation, ainsi que les indemnités, allocations et avantages<br />
sociaux octroyés dans la mesure où les conditions d’octroi soient maintenues et que leur respect reste assuré;<br />
— le directeur général conserve soit le traitement et l’échelle de traitement liés au rang A2L, à savoir A286 et après<br />
6 ans de prestations effectives A288, soit, le cas échéant, le traitement et l’échelle de traitement qui étaient liés au grade<br />
correspondant à la fonction de fonctionnaire dirigeant adjoint qui lui était attribuée auparavant, ainsi que les<br />
indemnités, allocations et avantages sociaux dont il bénéficiait avant la désignation, dans la mesure où les conditions<br />
d’octroi soient maintenues et que leur respect reste assuré.<br />
CHAPITRE 6. — L’évaluation, la fin et le renouvellement de la fonction<br />
Section 1 re . — La fonction de management et de chef de projet<br />
Art. 15. § 1 er . Sans préjudice des dispositions du § 2, le titulaire d’une fonction de management ou de chef de<br />
projet du niveau N est évalué annuellement en ce qui concerne les prestations et le mode d’exercice de la fonction, le<br />
cas échéant en exécution du contrat de gestion. L’évaluation est faite par le donneur d’ordre, assisté àcette fin par<br />
« Jobpunt Vlaanderen », ou son ayant cause, et une instance externe. L’évaluation tient compte, entre autres, de<br />
l’information des membres du personnel relevant de son autorité.<br />
Le Ministre flamand qui a le Personnel et l’Organisation dans ses attributions, soumet l’instance externe visée à<br />
l’alinéa premier, à la validation du Gouvernement flamand.<br />
Au cours de l’évaluation, aucune personne ne peut intervenir qui a fourni des conseils lors de la procédure de<br />
sélection du titulaire, le cas échéant à l’exception du donneur d’ordre.<br />
L’évaluation annuelle qui est conclue par la mention « insuffisant », doit être validée par le Gouvernement flamand.<br />
§ 2. Au plus tard 6 mois avant la fin du mandat, il est procédé àune évaluation finale globale, en vue d’assumer<br />
un mandat suivant. Sur la proposition du donneur d’ordre et assisté par une instance externe, le Gouvernement<br />
flamand accorde l’évaluation finale. Les évaluations annuelles sont prises en compte.<br />
Le Ministre flamand qui a le personnel et l’organisation dans ses attributions, soumet l’instance externe visée à<br />
l’alinéa premier, à la validation du Gouvernement flamand.<br />
§ 3. En cas d’évaluation qui est conclue par la mention « insuffisant », le titulaire a le droit d’être entendu par le<br />
Gouvernement flamand et de se faire assister par une personne de son choix.<br />
4. Lorsqu’une évaluation ne résulte pas en la mention « insuffisant », elle est censée être positive.<br />
Art. 16. La fonction de mandat prend fin aux cas suivants :<br />
1° en cas d’évaluation conclue par la mention « insuffisant »;<br />
2° en principe après 12 ans dans la même fonction, sans préjudice de l’article 17;<br />
3° de commun accord avec le donneur d’ordre;<br />
4° àla demande de l’intéressé lui-même;<br />
5° après ladurée du projet, si celle-ci est inférieure à 6 ans.<br />
Art. 17. Lorsque l’évaluation finale visée à l’article 15, § 2, ne résulte pas en la mention finale « insuffisant », le<br />
mandat du titulaire est renouvelé, sans faire appel à nouveau à la compétition, pour un délai supplémentaire et, en<br />
principe, unique de six ans.<br />
Art. 18. § 1 er . En application des règles du droit de travail, démission honorable est accordée au titulaire d’une<br />
fonction de mandat telle que visée à l’article 11, qui est engagé sous contrat de travail, dont le mandat prend fin, et qui<br />
n’est pas engagé dans un mandat suivant ou un autre mandat.<br />
§ 2. Le titulaire désigné par acte juridique administratif unilatéral, tel que visé àl’article 11, § 2, dont le mandat<br />
prend fin et qui n’est pas désigné dans un mandat suivant ou un autre mandat, est réaffecté sur le marché de l’emploi<br />
interne dans une fonction appropriée, dans le délai d’un an suivant la notification écrite de la fin du mandat.
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Section 2. — La fonction de directeur général<br />
Art. 19. § 1 er . Le titulaire nommé àla fonction de directeur général est évalué annuellement en ce qui concerne les<br />
prestations et le mode d’exercice de la fonction par l’autorité de recrutement, sur la proposition du donneur d’ordre qui<br />
est assisté àcette fin par « Jobpunt Vlaanderen » ou son ayant cause, ainsi que par une instance externe, et après avoir<br />
entendu le titulaire de la fonction de management qui dirige l’agence. L’évaluation tient compte, entre autres, de<br />
l’information des membres du personnel relevant de son autorité.<br />
Le Ministre flamand qui a le Personnel et l’Organisation dans ses attributions, soumet l’instance externe visée à<br />
l’alinéa premier, à la validation du Gouvernement flamand.<br />
Au cours de l’évaluation, aucune personne ne peut intervenir qui a fourni des conseils lors de la procédure de<br />
sélection du titulaire, le cas échéant à l’exception du donneur d’ordre.<br />
§ 2. Lorsque l’évaluation annuelle accordée sur la proposition du donneur d’ordre a résulté en la mention<br />
« insuffisant » et est en tout cas soumise à la validation du Gouvernement flamand, le titulaire a le droit d’être entendu<br />
par le Gouvernement flamand et de se faire assister par une personne de son choix.<br />
CHAPITRE 7. — Mesures transitoires, entrée en vigueur et disposition d’exécution<br />
Art. 20. En exécution de l’article 39, §§ 2, 3 et 4 du décret cadre sur la politique administrative, et dans le respect<br />
de l’article 41 du même décret, la réaffectation des dirigeants visés aux §§ 2et3dumême article, à l’occasion de la<br />
première occupation, se fait par l’autorité de recrutement aprèslamédiation de « Jobpunt Vlaanderen » ou de son ayant<br />
cause.<br />
Si, pour l’application du § 1 er , il est fait appel à une instance externe, le Ministre flamand chargé du Personnel et<br />
de l’Organisation, soumet l’instance qui est présentée par « Jobpunt Vlaanderen », à la validation du Gouvernement<br />
flamand.<br />
En guise de proposition, « Jobpunt Vlaanderen » ou son ayant cause soumet à l’autorité de recrutement une liste<br />
restreinte de candidats aptes par fonction, en vue de l’attribution des dirigeants précités à une fonction de management<br />
ou de chef de projet du niveau N ou en vue de la nomination à la fonction de directeur général. Cette proposition est<br />
formulée sur la base de toutes les informations pertinentes en fonction de la description de fonction et du profil de<br />
compétence.<br />
Art. 21. En exécution des dispositions de l’article 40, 1°, dudécret cadre sur la politique administrative, et après<br />
concertation avec le membre du personnel concerné, le Gouvernement flamand offre une fonction équivalente et<br />
appropriée au membre du personnel du rang A4, A3 ou A2L ou au membre du personnel qui a été nommé dans un<br />
rang pareil, et qui n’est pas attribué àune fonction de management ou de chef de projet du niveau N ou qui n’est pas<br />
nommé dans une fonction de directeur général.<br />
Il peut être dérogéàl’alinéaprécédent lorsque la personne concernée demande explicitement d’être placé dans une<br />
fonction inférieure. Le cas échéant, la réaffectation précitée ne peut être inférieure à une fonction du niveau N-1.<br />
Les personnes concernées visées aux alinéas précédents conservent en tout cas l’échelle de traitement attachée<br />
respectivement au rang A4, A3 ou A2L. Elles conservent leur grade à titre personnel.<br />
Art. 22. Aprèsl’application des mesures visées aux articles 20 et 21, et sans préjudice de l’application de l’article 41<br />
du décret cadre sur la politique administrative, les fonctions de management et de chef de projet du niveau N restantes<br />
ou les fonctions de directeur général restantes sont déclarées vacantes par l’autorité de recrutement.<br />
Art. 23. Le Gouvernement flamand arrête la date d’entrée en vigueur du présent arrêté, à l’exception des<br />
articles 20 et 21 qui entrent en vigueur à la date d’adoption du présent arrêté.<br />
Art. 24. Les ministres flamands sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l’exécution du présent arrêté.<br />
Bruxelles, le 17 juin 2005.<br />
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, et Ministre flamand des Réformes institutionnelles,<br />
de l’Agriculture, de la Pêche en mer et de la Ruralité,<br />
Y. LETERME<br />
La Vice-Ministre-Présidente du Gouvernement flamand et Ministre flamande de l’Economie, de l’Entreprise,<br />
des Sciences, de l’Innovation et du Commerce extérieur,<br />
F. MOERMAN<br />
Le Vice-Ministre-Président du Gouvernement flamand et Ministre flamand de l’Emploi,<br />
de l’Enseignement et de la Formation,<br />
F. VANDENBROUCKE<br />
La Ministre flamande du Bien-être, de la Santé publique et de la Famille,<br />
I. VERVOTTE<br />
Le Ministre flamand des Finances et du Budget et de l’Aménagement du Territoire,<br />
D. VAN MECHELEN<br />
Le Ministre flamand de la Culture, de la Jeunesse, des Sports et des Affaires bruxelloises,<br />
B. ANCIAUX<br />
Le Ministre flamand des Affaires administratives, de la Politique extérieure, des Médias et du Tourisme,<br />
G. BOURGEOIS<br />
Le Ministre flamand des Travaux publics, de l’Energie, de l’Environnement et de la Nature,<br />
K. PEETERS<br />
Le Ministre flamand des Affaires intérieures, de la Politique des Villes, du Logement et de l’Intégration civique,<br />
M. KEULEN<br />
La Ministre flamande de la Mobilité, del’Economie sociale et de l’Egalité des Chances,<br />
K. VAN BREMPT<br />
33271
33272 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP<br />
N. 2005 — 1798<br />
[C − 2005/35840]<br />
8 JULI 2005. — Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering<br />
van 19 april 2002 betreffende adoptiediensten die bemiddelen voor binnenlandse kinderen<br />
De Vlaamse Regering,<br />
Gelet op het decreet van 3 mei 1989 houdende erkenning van adoptiediensten;<br />
Gelet op het decreet van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen, gewijzigd bij het<br />
decreet van 22 december 1999;<br />
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 april 2002 betreffende adoptiediensten die bemiddelen voor<br />
binnenlandse kinderen;<br />
Gelet op het advies van de raad van bestuur van Kind en Gezin, gegeven op 8 juni 2005;<br />
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 juni 2005;<br />
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1,<br />
vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;<br />
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;<br />
Overwegende dat een besluitswijziging onverwijld moet worden genomen gelet op de rechtszekerheid die<br />
dringend aan de burgers moet worden geboden in het kader van adoptie;<br />
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;<br />
Na beraadslaging,<br />
Besluit :<br />
Artikel 1. Artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 april 2002 betreffende adoptiediensten die<br />
bemiddelen voor binnenlandse kinderen wordt opgeheven.<br />
Art. 2. Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :<br />
« Art. 18. De adoptiedienst heeft een duidelijk afgebakend dienstverleningsaanbod dat bestaat uit :<br />
1° een kwalitatieve voorbereiding van kandidaat-adoptanten die moet bijdragen tot een verantwoorde en bewuste<br />
keuze om al dan niet een kind te willen adopteren. Het voorbereidingsprogramma moet worden goedgekeurd door<br />
Kind en Gezin;<br />
2° het voeren van het maatschappelijk onderzoek, vermeld in artikel 1231-6 van het Burgerlijk Wetboek, dat de<br />
jeugdrechter inlichtingen verschaft over de geschiktheid van de adoptant om te adopteren. Dat maatschappelijk<br />
onderzoek moet resulteren in een verslag over de adoptant dat neergelegd wordt ter griffie binnen twee maanden na<br />
het vonnis waarbij het is bevolen;<br />
3° het voeren van het maatschappelijk onderzoek, vermeld in artikel 1231-35 van het Burgerlijk Wetboek, dat de<br />
jeugdrechter inlichtingen verschaft omtrent de adoptabiliteit van een kind. Dat maatschappelijk onderzoek moet<br />
resulteren in een verslag over de adoptant dat neergelegd wordt ter griffie binnen twee maanden na het vonnis waarbij<br />
het is bevolen;<br />
4° het begeleiden van ongewenst zwangere vrouwen en ouders die niet zelf voor hun kinderen kunnen zorgen en<br />
die overwegen afstand van hun kind te doen, naar een verantwoorde keuze voor de toekomst van het kind, rekening<br />
houdend met de bepalingen van het VN-verdrag inzake de rechten van het kind;<br />
5° het verstrekken van de informatie, vermeld in artikel 348-4, tweede en derde lid van het Burgerlijk Wetboek, aan<br />
de personen, vermeld in 4°;<br />
6° het bemiddelen inzake adoptie voor kinderen uit het binnenland, waarbij de adoptiedienst op gemotiveerd<br />
voorstel van het interdisciplinair team een beslissing neemt tot toewijzing van een kind aan de kandidaat-adoptant;<br />
7° het verstrekken van eerste nazorg met als doel de integratie van het kind in het gezin te stimuleren, vooral in<br />
de eerste periode na de plaatsing. »<br />
Art. 3. Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :<br />
« Art. 19. De voorbereiding wordt gegeven binnen een redelijke termijn nadat de adoptant zich bij de adoptiedienst<br />
aangeboden heeft. Aan het einde van de voorbereiding geeft de adoptiedienst aan de adoptant een attest waaruit blijkt<br />
dat hij de voorbereiding gevolgd heeft. »<br />
Art. 4. Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :<br />
« Art 20. § 1. Het voorbereidingsprogramma omvat de stappen in de procedure, de juridische en andere gevolgen<br />
van de adoptie, de mogelijkheden en het nut van de nazorg na de adoptie.<br />
§ 2. Het voorbereidingsprogramma duurt minstens 20 uur en wordt volledig door de adoptanten gevolgd. »<br />
Art. 5. In artikel 21 van hetzelfde besluit wordt § 1 vervangen door wat volgt :<br />
«§1. de adoptiedienst sluit een bemiddelingscontract met de adoptant die via de dienst een kind wil adopteren. »<br />
Art. 6. Artikel 34 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :<br />
« Art. 34. § 1. Als Kind en Gezin vaststelt dat de adoptiedienst niet meer aan alle erkenningsvoorwaarden voldoet,<br />
kan Kind en Gezin de minister adviseren om de erkenning van de adoptiedienst onmiddellijk in te trekken of voor een<br />
bepaalde termijn te schorsen. Kind en Gezin brengt de adoptiedienst hiervan vooraf per aangetekende brief op de<br />
hoogte. De adoptiedienst kan binnen veertien dagen vragen om te worden gehoord.<br />
§ 2. De minister neemt uiterlijk binnen een maand na ontvangst van het advies van Kind en Gezin een beslissing<br />
over de intrekking van de erkenning of de schorsing ervan.<br />
§ 3. De minister deelt zijn beslissing mee aan Kind en Gezin die de adoptiedienst daarvan onverwijld op de hoogte<br />
brengt. »
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Art. 7. In artikel 39, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden « of de weigering tot verlenging van de<br />
erkenning » geschrapt.<br />
Art. 8. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2005.<br />
Art. 9. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.<br />
Brussel, 8 juli 2005.<br />
De minister-president van de Vlaamse Regering,<br />
Y. LETERME<br />
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,<br />
I. VERVOTTE<br />
TRADUCTION<br />
MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE<br />
F. 2005 — 1798<br />
[C − 2005/35840]<br />
8 JUILLET 2005. — Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l’arrêté du Gouvernement flamand<br />
du 19 avril 2002 relatif aux services d’adoption chargés demédiation pour l’adoption nationale<br />
Le Gouvernement flamand,<br />
Vu le décret du 3 mai 1989 portant agrément de services d’adoption;<br />
Vu le décret du 29 avril 1997 relatif à la gestion de la qualité dans les établissements d’aide sociale, modifié par le<br />
décret du 22 décembre 1999;<br />
Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 avril 2002 relatif aux services d’adoption chargés demédiation pour<br />
l’adoption nationale;<br />
Vu l’avis du conseil d’administration de ″Kind en Gezin″, donné le 8 juin 2005;<br />
Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 28 juin 2005;<br />
Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, notamment l’article 3, § l er , remplacé par la loi du<br />
4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996;<br />
Vu l’urgence;<br />
Considérant qu’une modification de l’arrêté s’impose dans les plus brefs délais, vu la sécurité juridique des<br />
citoyens qu’il y a lieu de garantir d’urgence dans le cadre de l’adoption;<br />
Sur la proposition de la Ministre flamande du Bien-être, de la Santé publique et de la Famille;<br />
Après délibération,<br />
Arrête :<br />
Article 1 er . L’article 6 de l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 avril 2002 relatif aux services d’adoption<br />
chargés demédiation pour l’adoption nationale est abrogé;<br />
Art. 2. L’article 18 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :<br />
« Art. 18. Le service d’adoption a une offre de services bien définis, qui comprennent :<br />
1° une préparation qualitative de candidats adoptants, susceptible de contribuer au choix justifié et bien réfléchi<br />
de procéder ou non à l’adoption d’un enfant. Le programme de préparation doit être approuvé par ″Kind en Gezin″;<br />
2° l’enquête sociale visée à l’article 1231-6 du Code civil, qui informe le juge de la jeunesse sur l’aptitude à adopter<br />
de l’adoptant. Cette enquête sociale doit résulter en un rapport sur l’adoptant, déposé au greffe dans les deux mois du<br />
jugement lors duquel elle a été ordonnée;<br />
3° l’enquête sociale visée à l’article 1231-35 du Code civil, qui informe le juge de la jeunesse sur l’adoptabilité d’un<br />
enfant. Cette enquête sociale doit résulter en un rapport sur l’adoptant, déposé au greffe dans les deux mois du<br />
jugement lors duquel elle a été ordonnée;<br />
4° l’accompagnement de femmes en situation de grossesse non désirée et de parents qui ne savent pas prendre en<br />
charge leurs enfants et qui envisagent de renoncer à leur enfant, pour arriver à un choix justifié quant à l’avenir de<br />
l’enfant, dans le respect des dispositions de la Convention des Nations Unies relative aux droits de l’enfant;<br />
5° la fourniture des informations visées à l’article 348-4, alinéas 2 et 3 du Code civil, aux personnes mentionnées<br />
au 4°;<br />
6° la médiation en cas d’adoption nationale, le service d’adoption prenant une décision, sur avis motivé de l’équipe<br />
interdisciplinaire, d’attribuer un enfant à un candidat adoptant;<br />
7° assurer le premier suivi afin de stimuler l’intégration de l’enfant dans la famille, surtout dans la période suivant<br />
l’arrivée. »<br />
Art. 3. L’article 19 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :<br />
« Art. 19. La préparation est donnée dans un délai raisonnable après que l’adoptant s’est présenté auprès du service<br />
d’adoption. A l’issue de la préparation, la service d’adoption donne à l’adoptant un certificat attestant qu’il a suivi la<br />
préparation. »<br />
Art. 4. L’article 20 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :<br />
« Art 20. § 1 er . Le programme de préparation comprend les étapes de la procédure, les conséquences juridiques et<br />
autres de l’adoption, les possibilités etl’utilité du suivi après l’adoption.<br />
2. Le programme de préparation dure au moins 20 heures et sera suivi intégralement par les adoptants. »<br />
33273
33274 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Art. 5. Dans l’article 21 du même arrêté, le§ 1 er est remplacé par ce qui suit :<br />
«§1 er . le service d’adoption conclut un contrat de médiation avec l’adoptant qui veut adopter un enfant par<br />
l’entremise du service. »<br />
Art. 6. L’article 34 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :<br />
« Art 34. § 1 er . Lorsque ″Kind en Gezin″ constate que le service d’adoption ne remplit plus toutes les conditions<br />
d’agrément, ″Kind en Gezin″ peut émettre à l’attention du Ministre un avis de retrait immédiat de l’agrément ou d’une<br />
suspension pour un délai déterminé. ″Kind en Gezin″ en informe préalablement le service d’adoption par lettre<br />
recommandée. Le service d’adoption peut demander d’être entendu dans les quinze jours.<br />
§ 2. Dans le mois de la réception de l’avis de ″Kind en Gezin″, le ministre prend une décision sur le retrait ou la<br />
suspension de l’agrément.<br />
§ 3. Le Ministre communique sa décision à ″Kind en Gezin″, qui en informe sans tarder le service d’adoption. »<br />
Art. 7. Dans l’article 39, § 1 er ,dumême arrêté, les mots ″ou le refus de prolonger l’agrément″ sont rayés.<br />
Art. 8. Le présent arrêté entre en vigueur le ler septembre 2005.<br />
Art. 9. Le Ministre flamand ayant l’Assistance aux Personnes dans ses attributions est chargé de l’exécution du<br />
présent arrêté.<br />
Bruxelles, le 8 juillet 2005.<br />
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand,<br />
Y. LETERME<br />
La Ministre flamande du Bien-être, de la Santé publique et de la Famille,<br />
I. VERVOTTE<br />
*<br />
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP<br />
N. 2005 — 1799<br />
[C − 2005/35887]<br />
8 JUNI 2005. — Ministerieel besluit houdende beëindiging van de visserij op zeeduivel<br />
in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b,d,e<br />
De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid,<br />
Gelet op Verordening (EG) nr. 27/2005 van de Raad van 22 december 2004 tot vaststelling voor 2005, van de<br />
vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden die in de wateren van de Gemeenschap en,<br />
voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot<br />
vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften;<br />
Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de Koning wordt gemachtigd maatregelen voor te schrijven ter<br />
bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971, 18 juli 1973,<br />
22 april 1999 en 3 mei 1999;<br />
Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten,<br />
gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990 en 5 februari 1999;<br />
Gelet op het koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot het instellen van een visvergunning en houdende tijdelijke<br />
maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de<br />
visbestanden, inzonderheid artikel 18;<br />
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van<br />
de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 augustus 2004 en 15 oktober 2004;<br />
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1,<br />
vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;<br />
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;<br />
Overwegende dat voor het jaar 2005 het quotum van zeeduivel in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b,d,e nagenoeg volledig<br />
werd aangeland en dat er nog zeeduivel aan boord is van vissersvaartuigen, die heden de visserijactiviteit beoefenen,<br />
dient daarom zonder verwijl de visserij op zeeduivel in deze gebieden stopgezet te worden teneinde de door de EG<br />
toegestane vangsten niet te overschrijden,<br />
Besluit :<br />
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :<br />
1. vissersvaartuig : een vaartuig vermeld in de « Officiële lijst der Belgische vissersvaartuigen »;<br />
2. i.c.e.s.-gebieden : de in de mededeling van de EG-Commissie in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen<br />
van 24 december 1985 en 31 december 1985 bepaalde gebieden en sectoren.<br />
Art. 2. Het nationale quotum van zeeduivel in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b,d,e wordt geacht volledig te zijn<br />
gebruikt.<br />
De visserij op zeeduivel in de wateren van de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b,d,e is verboden voor alle vissersvaartuigen<br />
alsmede het aan boord houden, het overladen en het lossen van zeeduivel gevangen in deze wateren, na de datum van<br />
inwerkingtreding van dit besluit.<br />
Art. 3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en treedt<br />
buiten werking op 31 december 2005, om 24 uur.<br />
Brussel, 8 juni 2005.<br />
Y. LETERME
TRADUCTION<br />
MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE<br />
F. 2005 — 1799<br />
[C − 2005/35887]<br />
8 JUIN 2005. — Arrêté ministériel portant la cessation de la pêche de la baudroie<br />
dans les zones c.i.e.m. VIIIa,b,d,e<br />
Le Ministre flamand des Réformes institutionnelles, de l’Agriculture, de la Pêche maritime et de la<br />
Politique de la Ruralité,<br />
Vu le Règlement (CE) n° 27/2005 du Conseil du 22 décembre 2004 établissant pour 2005 les possibilités depêche<br />
et les conditions associées pour certains stocks halieutiques et groupes de stocks halieutiques, applicables dans les eaux<br />
communautaires et, pour les navires communautaires, dans les eaux soumises à des limitations de capture;<br />
Vu la loi du 12 avril 1957 autorisant le Roi à prescrire des mesures en vue de la conservation des ressources<br />
biologiques de la mer, modifiée par les lois des 23 février 1971, 18 juillet 1973, 22 avril 1999 et 3 mai 1999;<br />
Vu la loi du 28 mars 1975 relative au commerce des produits de l’agriculture, de l’horticulture et de la pêche<br />
maritime, modifiée par les lois des 11 avril 1983, 29 décembre 1990 et 5 février 1999;<br />
Vu l’arrêté royal du 21 juin 1994 instituant une licence de pêche et portant des mesures temporaires pour<br />
l’exécution du régime communautaire de conservation et de gestion des ressources de pêche, notamment l’article 18;<br />
Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 27 juillet 2004 fixant les attributions des membres du Gouvernement<br />
flamand, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 16 août 2004 et 15 octobre 2004;<br />
Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 notamment l’article 3, § 1 er , remplacé par la loi du<br />
4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996;<br />
Vu l’urgence;<br />
Considérant que pour l’année 2005 le quota de la baudroie dans les zones-c.i.e.m VIIIa,b,d,e a été presque<br />
entièrement débarqué et vue que de la baudroie se trouve encore à bord de bateaux de pêche actuellement en activité,<br />
il y a lieu de cesser sans retard la pêche de la baudroie dans ces zones afin denepasdépasser les quantités autorisées<br />
par la CE,<br />
Arrête :<br />
Article 1 er . Pour l’application du présent arrêté on entend par :<br />
1. bateau de pêche : un bateau repris dans la ″Liste officielle des navires de pêche <strong>belge</strong>s″;<br />
2. zones-c.i.e.m. : les zones et secteurs déterminés dans la communication de la Commission-CE dans le Journal<br />
officiel des Communautés européennes des 24 décembre 1985 et 31 décembre 1985.<br />
Art. 2. Le quota national de la baudroie dans les zones-c.i.e.m VIIIIa,b,d,e est réputé avoir été épuisé.<br />
Dans les eaux des zones-c.i.e.m VIIIa,b,d,e il est interdit pour tous les bateaux de pêche, de pêcher, de retenir à<br />
bord, de transborder et de débarquer de la baudroie capturée dans ces eaux après la date d’entrée en vigueur du présent<br />
arrêté.<br />
Art. 3. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur <strong>belge</strong> et cessera d’être en vigueur<br />
le 31 décembre 2005, à 24 heures.<br />
Bruxelles, le 8 juin 2005.<br />
Y. LETERME<br />
N. 2005 — 1800<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
*<br />
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP<br />
[C − 2005/35886]<br />
8 JUNI 2005. — Ministerieel besluit houdende beëindiging van de visserij op tong in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b<br />
De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid,<br />
Gelet op Verordening (EG) nr. 27/2005 van de Raad van 22 december 2004 tot vaststelling voor 2005, van de<br />
vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden die in de wateren van de Gemeenschap en,<br />
voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot<br />
vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften;<br />
Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de Koning wordt gemachtigd maatregelen voor te schrijven ter<br />
bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971, 18 juli 1973,<br />
22 april 1999 en 3 mei 1999;<br />
Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten,<br />
gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990 en 5 februari 1999;<br />
Gelet op het koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot het instellen van een visvergunning en houdende tijdelijke<br />
maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de<br />
visbestanden, inzonderheid artikel 18;<br />
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van<br />
de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 augustus 2004 en 15 oktober 2004;<br />
33275
33276 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1,<br />
vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;<br />
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;<br />
Overwegende dat voor het jaar 2005 het quotum van tong in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b nagenoeg volledig werd<br />
aangeland en dat er nog tong aan boord is van vissersvaartuigen, die heden de visserijactiviteit beoefenen, dient<br />
daarom zonder verwijl de visserij op tong in deze gebieden stopgezet te worden teneinde de door de EG toegestane<br />
vangsten niet te overschrijden,<br />
Besluit :<br />
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :<br />
1. vissersvaartuig : een vaartuig vermeld in de « Officiële lijst der Belgische vissersvaartuigen »;<br />
2. i.c.e.s.-gebieden : de in de mededeling van de EG-Commissie in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen<br />
van 24 december 1985 en 31 december 1985 bepaalde gebieden en sectoren.<br />
Art. 2. Het nationale quotum van tong in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b wordt geacht volledig te zijn gebruikt.<br />
De visserij op tong in de wateren van de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b is verboden voor alle vissersvaartuigen alsmede<br />
het aan boord houden, het overladen en het lossen van tong gevangen in deze wateren, na de datum van<br />
inwerkingtreding van dit besluit.<br />
Art. 3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en treedt<br />
buiten werking op 31 december 2005, om 24 uur.<br />
Brussel, 8 juni 2005.<br />
Y. LETERME<br />
TRADUCTION<br />
MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE<br />
F. 2005 — 1800<br />
[C − 2005/35886]<br />
8 JUIN 2005. — Arrêté ministériel portant la cessation de la pêche de la sole dans les zones c.i.e.m. VIIIa,b<br />
Le Ministre flamand des Réformes institutionnelles, de l’Agriculture, de la Pêche maritime et de la<br />
Politique de la Ruralité,<br />
Vu le Règlement (CE) n° 27/2005 du Conseil du 22 décembre 2004 établissant pour 2005 les possibilités depêche<br />
et les conditions associées pour certains stocks halieutiques et groupes de stocks halieutiques, applicables dans les eaux<br />
communautaires et, pour les navires communautaires, dans les eaux soumises à des limitations de capture;<br />
Vu la loi du 12 avril 1957 autorisant le Roi à prescrire des mesures en vue de la conservation des ressources<br />
biologiques de la mer, modifiée par les lois des 23 février 1971, 18 juillet 1973, 22 avril 1999 et 3 mai 1999;<br />
Vu la loi du 28 mars 1975 relative au commerce des produits de l’agriculture, de l’horticulture et de la pêche<br />
maritime, modifiée par les lois des 11 avril 1983, 29 décembre 1990 et 5 février 1999;<br />
Vu l’arrêté royal du 21 juin 1994 instituant une licence de pêche et portant des mesures temporaires pour<br />
l’exécution du régime communautaire de conservation et de gestion des ressources de pêche, notamment l’article 18;<br />
Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 27 juillet 2004 fixant les attributions des membres du Gouvernement<br />
flamand, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 16 août 2004 et 15 octobre 2004;<br />
Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 notamment l’article 3, § 1 er , remplacé par la loi du<br />
4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996;<br />
Vu l’urgence;<br />
Considérant que pour l’année 2005 le quota de la sole dans les zones-c.i.e.m VIIIa,b a été presque entièrement<br />
débarqué et vu que de la sole se trouve encore à bord de bateaux de pêche actuellement en activité, il y a lieu de cesser<br />
sans retard la pêche de la sole dans ces zones afin denepasdépasser les quantités autorisées par la CE,<br />
Arrête :<br />
Article 1 er . Pour l’application du présent arrêté on entend par :<br />
1. bateau de pêche : un bateau repris dans la « Liste officielle des navires de pêche <strong>belge</strong>s »;<br />
2. zones-c.i.e.m. : les zones et secteurs déterminés dans la communication de la Commission-CE dans le Journal<br />
officiel des Communautés européennes des 24 décembre 1985 et 31 décembre 1985.<br />
Art. 2. Le quota national de la sole dans les zones-c.i.e.m VIIIa,b est réputé avoir été épuisé.<br />
Dans les eaux des zones-c.i.e.m VIIIa,b il est interdit pour tous les bateaux de pêche, de pêcher, de retenir à bord,<br />
de transborder et de débarquer de la sole capturée dans ces eaux après la date d’entrée en vigueur du présent arrêté.<br />
Art. 3. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur <strong>belge</strong> et cessera d’être en vigueur<br />
le 31 décembre 2005, à 24 heures.<br />
Bruxelles, le 8 juin 2005.<br />
Y. LETERME
AUTRES ARRETES — ANDERE BESLUITEN<br />
SERVICE PUBLIC FEDERAL AFFAIRES ETRANGERES,<br />
COMMERCE EXTERIEUR<br />
ET COOPERATION AU DEVELOPPEMENT<br />
[2005/15104]<br />
Consulats étrangers en Belgique<br />
Le 29 juin 2005, M. Christian Meeus a reçu l’autorisation nécessaire<br />
pour exercer les fonctions de Consul général honoraire de la République<br />
du Honduras à Anvers avec comme circonscription consulaire<br />
toute la Belgique.<br />
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI,<br />
TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE<br />
[2005/12307]<br />
Juridictions du travail. — Démission<br />
Par arrêté royal du 21 juin 2005, démission honorable de ses fonctions<br />
de conseiller social effectif au titre de travailleur-ouvrier à la cour du<br />
travail de Mons est accordée à M. Carly, Michel, à la fin du mois de<br />
juillet 2005, au cours duquel il atteindra la limite d’âge.<br />
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI,<br />
TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE<br />
[2005/201706]<br />
Direction générale Relations collectives de travail<br />
Nomination des membres de la Commission paritaire<br />
de la pêche maritime<br />
Par arrêté du Directeur général du 8 juin 2005, qui entre en vigueur<br />
le jour de sa publication au Moniteur <strong>belge</strong> :<br />
sont nommés membres de la Commission paritaire de la pêche<br />
maritime :<br />
1. en qualité de représentants des organisations d’employeurs :<br />
Membres effectifs :<br />
Mme<br />
NOLLET Marina, à Bredene;<br />
MM.<br />
SCHILTZ Bart, à Knokke-Heist;<br />
HENNAERT Norbert, à Ostende;<br />
VANDENBROUCKE Joël, à Ostende;<br />
COUVREUR Gino, à Ostende.<br />
Membres suppléants :<br />
MM.<br />
DEPAEPE Freddy, à Knokke-Heist;<br />
CORBISIER Luc, à Bredene;<br />
DE WAEGENAERE Eric, à Knokke-Heist;<br />
VERLEYE Reginald, à Bredene;<br />
MEERSMAN Joël, à Ichtegem.<br />
2. en qualité de représentants des organisations de travailleurs :<br />
Membres effectifs :<br />
MM.<br />
VICTOR Ivan, à Ostende;<br />
VERMOTE Renaud, à Bruges;<br />
Mme<br />
DE SMEDT Christine, à De Haan;<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
*<br />
*<br />
33277<br />
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN,<br />
BUITENLANDSE HANDEL<br />
EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING<br />
[2005/15104]<br />
Buitenlandse consulaten in België<br />
Op 29 juni 2005 heeft de heer Christian Meeus de nodige machtiging<br />
ontvangen om het ambt van Ereconsul-generaal van de Republiek<br />
Honduras te Antwerpen uit te oefenen, met als consulair ressort gans<br />
België.<br />
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID,<br />
ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG<br />
[2005/12307]<br />
Arbeidsgerechten. — Ontslag<br />
Bij koninkijk besluit van 21 juni 2005 wordt aan de heer Carly, Michel,<br />
op het einde van de maand juli 2005, in de loop van dewelke hij de<br />
leeftijdsgrens zal bereiken, eervol ontslag verleend uit het ambt van<br />
werkend raadsheer in sociale zaken, als werknemer-arbeider, bij het<br />
arbeidshof van Bergen.<br />
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID,<br />
ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG<br />
[2005/201706]<br />
Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen<br />
Benoeming van de leden van het Paritair Comité<br />
voor de zeevisserij<br />
Bij besluit van de Directeur-generaal van 8 juni 2005, dat in werking<br />
treedt de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt<br />
:<br />
worden benoemd tot leden van het Paritair Comité voor de<br />
zeevisserij :<br />
1. als vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties :<br />
Gewone leden :<br />
Mevr.<br />
NOLLET Marina, te Bredene;<br />
de heren<br />
SCHILTZ Bart, te Knokke-Heist;<br />
HENNAERT Norbert, te Oostende;<br />
VANDENBROUCKE Joël, te Oostende;<br />
COUVREUR Gino, te Oostende.<br />
Plaatsvervangende leden :<br />
de heren<br />
DEPAEPE Freddy, te Knokke-Heist;<br />
CORBISIER Luc, te Bredene;<br />
DE WAEGENAERE Eric, te Knokke-Heist;<br />
VERLEYE Reginald, te Bredene;<br />
MEERSMAN Joël, te Ichtegem.<br />
2. als vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties :<br />
Gewone leden :<br />
De heren<br />
VICTOR Ivan, te Oostende;<br />
VERMOTE Renaud, te Brugge;<br />
Mevr.<br />
DE SMEDT Christine, te De Haan;
33278 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
MM.<br />
KERKHOFS Joris, à Kontich;<br />
DE BOCK Alexander, à Bruges.<br />
Membres suppléants :<br />
Mme<br />
DUMAREY Ginette, à Ostende;<br />
MM.<br />
KESTELOOT Bart, à Courtrai;<br />
INSLEGERS Eric, à Bruges;<br />
Mme<br />
CHAFFART Myriam, à Anvers;<br />
M.<br />
DE ROUS Geert, à Bruges.<br />
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI,<br />
TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE<br />
[C − 2005/12306]<br />
Règlement général pour la protection du travail<br />
Certificat de secouriste<br />
Par arrêté ministériel du 18 juillet 2005 l’A.S.B.L. Security Safety<br />
Center, Val-Villers 63, à 1325 Chaumont-Gistoux, est autorisé àdélivrer<br />
le certificat de secouriste visé àl’article 177 du Règlement général pour<br />
la protection du travail.<br />
SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE<br />
[S − C − 2005/09590]<br />
Administration centrale. — Démission<br />
Par arrêté royal du 7 juillet 2005, démission de ses fonctions de<br />
conseiller à l’Administration centrale du Service public fédéral Justice<br />
est accordée à la date du 31 décembre 2004 au soir à Mme Marie-<br />
Ghislaine Platteau.<br />
SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE,<br />
P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE<br />
[2005/11297]<br />
Ordres nationaux. — Nominations. — Promotion<br />
Par arrêtés royaux du 13 avril 2005 ont été nommés oupromusà la<br />
date du 8 avril 2005 :<br />
OrdredeLéopold<br />
Officier<br />
M. Albert Coomans, Asse.<br />
Il portera la décoration civile.<br />
OrdredeLéopold II<br />
Officier<br />
M. Marcel Van Laer, Londerzeel.<br />
Ordre de la Couronne<br />
Chevalier<br />
MM.<br />
Marcel Degrève, Neufvilles;<br />
Roger Vancayzeele, Poperinge.<br />
Médaille d’Or<br />
MM. :<br />
Joseph Pigeon, Ciney;<br />
Arsene Van De Pontseele, Grammont.<br />
de heren<br />
KERKHOFS Joris, te Kontich;<br />
DE BOCK Alexander, te Brugge.<br />
Plaatsvervangende leden :<br />
Mevr.<br />
DUMAREY Ginette, te Oostende;<br />
de heren<br />
KESTELOOT Bart, te Kortrijk;<br />
INSLEGERS Eric, te Brugge;<br />
Mevr.<br />
CHAFFART Myriam, te Antwerpen;<br />
de heer<br />
DE ROUS Geert, te Brugge.<br />
*<br />
*<br />
*<br />
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID,<br />
ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG<br />
[C − 2005/12306]<br />
Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming<br />
Getuigschrift van hulpverlener<br />
Bij ministerieel besluit van 18 juli 2005 wordt de V.Z.W. Security<br />
Safety Center, Val-Villers 63, te 1325 Chaumont-Gistoux, gemachtigd<br />
het in het artikel 177 van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming<br />
bedoelde getuigschrift van hulpverlener uit te reiken.<br />
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE<br />
[S − C − 2005/09590]<br />
Centraal Bestuur. — Ontslag<br />
Bij koninklijk besluit van 7 juli 2005 wordt op datum van 31 december<br />
2004 ’s avonds aan Mevr. Marie-Ghislaine Platteau, ontslag<br />
verleend uit haar functie van adviseur bij het Centraal Bestuur van de<br />
Federale Overheidsdienst Justitie.<br />
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE,<br />
K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE<br />
[2005/11297]<br />
Nationale Orden. — Benoemingen. — Bevordering<br />
Bij koninklijke besluiten van 13 april 2005 werden met ingang van<br />
8 april 2005 benoemd of bevorderd :<br />
Leopoldsorde<br />
Officier<br />
De heer Albert Coomans, Asse.<br />
Hij zal het burgerlijk ereteken dragen.<br />
Orde van Leopold II<br />
Officier<br />
De heer Marcel Van Laer, Londerzeel.<br />
Kroonorde<br />
Ridder<br />
De heren :<br />
Marcel Degrève, Neufvilles;<br />
Roger Vancayzeele, Poperinge.<br />
Gouden Medaille<br />
De heren :<br />
Joseph Pigeon, Ciney;<br />
Arsene Van De Pontseele, Geraardsbergen.
SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE,<br />
P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE<br />
[2005/11300]<br />
Personnel et Organisation. — Mise à la retraite<br />
Par arrêté royal du 5 décembre 2004, démission honorable de ses<br />
fonctions avec faculté de faire valoir ses droits à une pension à charge<br />
du Trésor public est accordée, à la date du 1 er août 2005 à Monsieur<br />
Michel Duchatelet, attaché àla Direction générale de la Qualité et<br />
de la Sécurité.<br />
Monsieur Duchatelet est autorisé àporter le titre honorifique de son<br />
grade.<br />
Par arrêté royal du 2 mars 2005, Monsieur Michel Duchatelet, attaché<br />
à la Direction générale de la Qualité et de la Sécurité est maintenu en<br />
activité de service du 1 er août 2005 au 31 janvier 2006 au soir.<br />
SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE,<br />
P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE<br />
[2005/11301]<br />
Personnel et Organisation. — Mise à la retraite<br />
Par arrêté royal du 29 avril 2005, démission honorable de ses<br />
fonctions avec faculté de faire valoir ses droits à une pension à charge<br />
du Trésor public est accordée, à la date du 1 er août 2005, à Monsieur<br />
Willy Schollaert, attaché à la Direction générale du Potentiel<br />
économique.<br />
Monsieur Schollaert est autorisé àporter le titre honorifique d’attaché.<br />
REGIE DES BATIMENTS<br />
[2005/02085]<br />
Personnel. — Nomination<br />
Par arrêté ministériel du 16 juin 2005, M. Peter Mylle, est nommé en<br />
qualité de fonctionnaire de la classe A1 définitif au Service Financier de<br />
la Régie des Bâtiments, à partir du 29 mars 2005.<br />
Conformément aux lois coordonnées sur le Conseil d’Etat, un recours<br />
peut être introduit endéans les soixante jours après cette publication. La<br />
requête doit être envoyée sous pli recommandé àla poste, au Conseil<br />
d’Etat, rue de la Science 33, à 1040 Bruxelles.<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
*<br />
*<br />
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE,<br />
K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE<br />
[2005/11300]<br />
Personeel en Organisatie. — Pensionering<br />
Bij koninklijk besluit van 5 december 2004 wordt aan de heer Michel<br />
Duchatelet, attaché bij de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid<br />
met ingang van 1 augustus 2005 eervol ontslag uit zijn functies<br />
verleend en wordt hij gerechtigd aanspraak te maken op een rustpensioen<br />
ten laste van de Openbare Schatkist.<br />
De heer Duchatelet wordt ertoe gemachtigd de titel van zijn graad<br />
eershalve te voeren.<br />
Bij koninklijk besluit van 2 maart 2005 wordt de heer Michel<br />
Duchatelet, attaché bij de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid, in<br />
activiteit behouden van 1 augustus 2005 tot 31 januari 2006 ’s avonds.<br />
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE,<br />
K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE<br />
[2005/11301]<br />
Personeel en Organisatie. — Pensionering<br />
Bij koninklijk besluit van 29 april 2005 wordt aan de heer Willy<br />
Schollaert, attaché bij de Algemene Directie Economisch Potentieel, met<br />
ingang van 1 augustus 2005, eervol ontslag uit zijn functies verleend en<br />
wordt hij gerechtigd aanspraak te maken op een rustpensioen ten laste<br />
van de Openbare Schatkist.<br />
De heer Schollaert wordt ertoe gemachtigd de titel van attaché<br />
eershalve te voeren.<br />
REGIE DER GEBOUWEN<br />
[2005/02085]<br />
Personeel. — Benoeming<br />
Bij ministerieel besluit van 16 juni 2005, wordt de heer Peter Mylle,<br />
tot vast ambtenaar benoemd in de klasse A1 bij de Financiële Dienst<br />
van de Regie der Gebouwen, met ingang van 29 maart 2005.<br />
Overeenkomstig de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan<br />
beroep worden ingediend binnen de zestig dagen na deze bekendmaking.<br />
Het verzoekschrift hiertoe dient bij ter post aangetekende brief<br />
aan de Raad van State, Wetenschapstraat 33, te 1040 Brussel te worden<br />
toegezonden.<br />
GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION<br />
GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN<br />
GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN<br />
VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE<br />
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP<br />
Vlaamse Huisvestingsmaatschappij. — Goedkeuring van de wijziging van de statuten<br />
[C − 2005/35842]<br />
Bij besluit van de Vlaamse Regering van 1 juli 2005 wordt de wijziging van de statuten van de Vlaamse<br />
Huisvestingsmaatschappij, beslist in de buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering van 8 maart 2005<br />
goedgekeurd.<br />
Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 8 maart 2005.<br />
De Vlaamse minister bevoegd voor de huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.<br />
33279
33280 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP<br />
Departement Leefmilieu en Infrastructuur<br />
[2005/35845]<br />
4 JULI 2005. — Ministerieel besluit houdende aanduiding van ambtenaren van de afdeling milieu-inspectie van de<br />
administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het departement Leefmilieu en Infrastructuur van<br />
het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van het<br />
decreet betreffende de milieuvergunning en zijn uitvoeringsbesluiten<br />
De Vlaamse Minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,<br />
Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en navolgende wijzigingen;<br />
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement<br />
betreffende de milieuvergunning en navolgende wijzigingen;<br />
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van<br />
de Vlaamse Regering;<br />
Overwegende dat de heer Wim Vermetten, deskundige, als dienstaanwijzing de afdeling Milieu-inspectie van de<br />
administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer toegewezen werd;<br />
Overwegende dat de heer Tom Maes, adjunct van de directeur, als dienstaanwijzing de afdeling Milieu-inspectie<br />
van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer toegewezen werd,<br />
Besluit :<br />
Artikel 1. Het artikel 1 van het besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Huisvesting van 26 april 1995<br />
houdende aanstelling van ambtenaren van de afdeling Milieu-inspectie van de administratie Milieu, Natuur-, Land- en<br />
Waterbeheer van het departement Leefmilieu en Infrastructuur van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, belast<br />
met de milieuvergunning en zijn uitvoeringsbeslluiten wordt aangevuld met :<br />
deskundige : Wim Vermetten<br />
adjunct van de directeur : Tom Maes<br />
Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 november 2004 voor Wim Vermetten en met ingang van<br />
9 december 2004 van Tom Maes.<br />
Brussel, 4 juli 2005.<br />
K. PEETERS<br />
*<br />
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP<br />
Departement Leefmilieu en Infrastructuur<br />
Rioolwaterzuiveringsinfrastructuur. — Verklaringen van openbaar nut<br />
[C − 2005/35839]<br />
KEERBERGEN. — Bij besluit van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur van<br />
20 juni 2005 wordt de oprichting van een rioolwaterzuiveringsinfrastructuur van openbaar nut verklaard.<br />
Nr. 99268B<br />
1) Geografische omschrijving:<br />
Keerbergen: collector Keerbergen fase 1 (deel B).<br />
2) Kadastrale gegevens:<br />
Gemeente: Keerbergen<br />
Kadastraal bekend onder: Afdeling: 1; Sectie: A;<br />
Percelen: nrs. 180 a, 179 a, 163 a, 159 d, 164 a en 167 p.<br />
Kadastraal bekend onder: Afdeling: 1; Sectie: B;<br />
Percelen: nrs. 532 k, 532 l, 532 h, 523 a, 524 a, 518, 517, 509 d, 516 f, 514 a, 515 en 438 a.<br />
3) Reden van openbaar nut verklaring:<br />
Voor de oprichting van de rioolwaterzuiveringsinfrastructuur (collector) onder, op of boven private onbebouwde<br />
gronden, die niet omsloten zijn met een muur of een omheining overeenkomstig de bouw- of stedenbouwverordeningen.<br />
4) Bevoegde instantie:<br />
Na deze verklaring van openbaar nut zal de N.V. Aquafin de terreinen kunnen bezwaren met een erfdienstbaarheid<br />
of in naam van het Vlaamse Gewest verwerven.<br />
5) Plannen ter inzage bij:<br />
— MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP<br />
Departement Leefmilieu en Infrastructuur<br />
Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer<br />
Afdeling Water<br />
Cel Milieu-investeringen<br />
Alhambra<br />
Emile Jacqmainlaan 20, bus 5<br />
1000 BRUSSEL
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
— N.V. Aquafin<br />
Dijkstraat, 8<br />
2630 AARTSELAAR<br />
— College van Burgemeester en Schepenen<br />
van en te<br />
3140 KEERBERGEN<br />
6) Wettelijke basis:<br />
Besluit van de Vlaamse regering d.d. 20 maart 1991 houdende vaststelling van regelen met betrekking tot de<br />
uitvoering van werken door de N.V. Aquafin in toepassing van de artikelen 32 septies en 32 octies van de wet van<br />
26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging.<br />
7) Datum + bevoegde minister:<br />
20 juni 2005<br />
De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,<br />
Kris PEETERS<br />
8) Verjaring:<br />
Iedere belanghebbende kan door middel van een ondertekend verzoekschrift tegen dit besluit bij de Raad van State<br />
een beroep tot nietigverklaring indienen binnen een termijn van 60 dagen na kennisneming.<br />
Het verzoekschrift dient aangetekend te worden neergelegd bij de Raad van State samen met drie gewaarmerkte<br />
afschriften en bovendien zoveel afschriften als er tegenpartijen zijn (artikel 85 van het procedurereglement van de Raad<br />
van State).<br />
TREMELO. — Bij besluit van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur van<br />
27 juni 2005 wordt de oprichting van een rioolwaterzuiveringsinfrastructuur van openbaar nut verklaard.<br />
Nr. 97256<br />
1) Geografische omschrijving:<br />
Tremelo: collector Britspoelbeek<br />
2) Kadastrale gegevens:<br />
Gemeente: Tremelo<br />
Kadastraal bekend onder: Afdeling: 1; Sectie: C;<br />
Percelen: nrs. 6 p, 6 n, 120 v, 151/02, 151, 152 e, 152 f, 152 c, 152 d, 130 b, 130 a, 132, 131 b, 140 a, 154 e en 154 f.<br />
3) Reden van openbaar nut verklaring:<br />
Voor de oprichting van de rioolwaterzuiveringsinfrastructuur (collector) onder, op of boven private onbebouwde<br />
gronden, die niet omsloten zijn met een muur of een omheining overeenkomstig de bouw- of stedenbouwverordeningen.<br />
4) Bevoegde instantie:<br />
Na deze verklaring van openbaar nut zal de N.V. Aquafin de terreinen kunnen bezwaren met een erfdienstbaarheid<br />
of in naam van het Vlaamse Gewest verwerven.<br />
5) Plannen ter inzage bij:<br />
— MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP<br />
Departement Leefmilieu en Infrastructuur<br />
Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer<br />
Afdeling Water<br />
Cel Milieu-investeringen<br />
Alhambra<br />
Emile Jacqmainlaan 20, bus 5<br />
1000 BRUSSEL<br />
— N.V. Aquafin<br />
Dijkstraat, 8<br />
2630 AARTSELAAR<br />
— College van Burgemeester en Schepenen<br />
van en te<br />
3120 TREMELO<br />
6) Wettelijke basis:<br />
Besluit van de Vlaamse regering d.d. 20 maart 1991 houdende vaststelling van regelen met betrekking tot de<br />
uitvoering van werken door de N.V. Aquafin in toepassing van de artikelen 32 septies en 32 octies van de wet van<br />
26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging.<br />
7) Datum + bevoegde minister:<br />
27 juni 2005<br />
De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,<br />
Kris PEETERS<br />
8) Verjaring:<br />
Iedere belanghebbende kan door middel van een ondertekend verzoekschrift tegen dit besluit bij de Raad van State<br />
een beroep tot nietigverklaring indienen binnen een termijn van 60 dagen na kennisneming.<br />
Het verzoekschrift dient aangetekend te worden neergelegd bij de Raad van State samen met drie gewaarmerkte<br />
afschriften en bovendien zoveel afschriften als er tegenpartijen zijn (artikel 85 van het procedurereglement van de Raad<br />
van State).<br />
33281
33282 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST<br />
MINISTERE DE LA REGION WALLONNE<br />
[2005/201930]<br />
7 JUILLET 2005. — Arrêté du Gouvernement wallon portant prolongation du mandat du commissaire spécial<br />
auprès de la société de logement de service public « La Maison liégeoise », S.C.<br />
Le Gouvernement wallon,<br />
Vu la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980, modifiée par les lois du 8 août 1988 et du<br />
16 juillet 1993;<br />
Vu le décret du 29 octobre 1998 instituant le Code wallon du Logement, notamment les articles 170 et 174 dudit<br />
Code;<br />
Considérant l’article 3 de l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 décembre 2004 portant désignation d’un<br />
commissaire spécial à la société de logement de service public « La Maison liégeoise », S.C.;<br />
Considérant qu’un plan de gestion de la société de logement de service public « La Maison liégeoise », S.C., doit<br />
être établi;<br />
Considérant que les mesures proposées dans le plan de gestion devront être analysées, d’une part, programmées<br />
et suivies, d’autres part, afin d’en assurer l’exécution;<br />
Considérant qu’il y a lieu de poursuivre la participation du commissaire spécial à la définition d’une solution<br />
innovante dans la réalisation du projet de requalification de la Plaine de Droixhe, en mettant en œuvre une opération<br />
de partenariat public-privé;<br />
Sur la proposition du Ministre du Logement,<br />
Arrête :<br />
Article 1 er . En application de l’article 3 de l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 décembre 2004 portant<br />
désignation d’un commissaire spécial à la société de logement de service public « La Maison liégeoise », S.C., le<br />
gouvernement prolonge la mission de M. François Thibaut de Maisières en qualité de commissaire spécial auprès de<br />
la société de logement de service public « La Maison liégeoise », S.C., parvis des Ecoliers 1, 4020 Liège.<br />
Art. 2. La mission du commissaire spécial est prolongée pour une nouvelle période de six mois, reconductible.<br />
Art. 3. Le présent arrêté entre en vigueur le 1 er janvier 2006.<br />
Il cesse ses effets soixante jours après le terme de la mission du commissaire spécial.<br />
Namur, le 7 juillet 2005.<br />
Le Ministre-Président,<br />
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE<br />
Le Ministre du Logement, des Transports et du Développement territorial,<br />
A. ANTOINE<br />
ÜBERSETZUNG<br />
MINISTERIUM DER WALLONISCHEN REGION<br />
[2005/201930]<br />
7. JULI 2005 — Erlass der Wallonischen Regierung zur Verlängerung des Mandats des Sonderkommissars<br />
bei der Wohnungsbaugesellschaft öffentlichen Dienstes «La Maison liégeoise, S.C.»<br />
Die Wallonische Regierung,<br />
Aufgrund des Sondergesetzes vom 8. August 1980 über institutionelle Reformen, abgeändert durch die<br />
Sondergesetze vom 8. August 1988 und vom 16. Juli 1993;<br />
Aufgrund des Dekrets vom 29. Oktober 1998 zur Einführung des Wallonischen Wohngesetzbuches, insbesondere<br />
der Artikel 170 und 174 des besagten Gesetzbuches;<br />
In Erwägung von Artikel 3 des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 9. Dezember 2004 zur Bezeichnung eines<br />
Sonderkommissars bei der Wohnungsbaugesellschaft öffentlichen Dienstes «La Maison liégeoise, S.C.»;<br />
In der Erwägung, dass ein Verwaltungsplan der Wohnungsbaugesellschaft öffentlichen Dienstes «La Maison<br />
liégeoise, S.C.», erstellt werden muss;<br />
In der Erwägung, dass die im Verwaltungsplan vorgeschlagenen Maßnahmen einerseits analysiert und anderseits<br />
geplant und begleitet werden müssen, um deren Ausführung zu gewährleisten;<br />
In der Erwägung, dass die Einbeziehung des Sonderkommissars in die Ausarbeitung einer innovativen Lösung für<br />
die Durchführung des Projekts der Aufwertung der «Plaine de Droixhe» fortzuführen ist, indem eine Partnerschaft<br />
zwischen öffentlichem und Privatsektor eingeleitet wird;<br />
Auf Vorschlag des Ministers des Wohnungswesens,<br />
Beschließt:<br />
Artikel 1 - In Anwendung von Artikel 3 des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 9. Dezember 2004 zur<br />
Bezeichnung eines Sonderkommissars bei der Wohnungsbaugesellschaft öffentlichen Dienstes «La Maison liégeoise,<br />
S.C.» verlängert die Regierung die Aufgabe von Herrn François Thibaut de Maisières als Sonderkommissar bei<br />
der Wohnungsbaugesellschaft öffentlichen Dienstes «La Maison liégeoise, S.C.», parvis des Ecoliers 1 in 4020 Lüttich.
Art.2-Die Aufgabe des Sonderkommissars wird um eine neuen erneuerbaren Zeitraum von sechs Monaten<br />
verlängert.<br />
Art.3-Der vorliegende Erlass tritt am 1. Januar 2006 in Kraft.<br />
Seine Wirkung erlischt sechzig Tage nach dem Ende der Aufgabe des Sonderkommissars.<br />
Namur, den 7. Juli 2005<br />
Der Minister-Präsident,<br />
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE<br />
Der Minister des Wohnungswesens, des Transportwesens und der räumlichen Entwicklung,<br />
A. ANTOINE<br />
VERTALING<br />
MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST<br />
[2005/201930]<br />
7 JULI 2005. — Besluit van de Waalse Regering tot verlenging van het mandaat van de bijzondere commissaris<br />
bij de openbare huisvestingsmaatschappij « La Maison liégeoise, S.C. »<br />
De Waalse Regering,<br />
Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, gewijzigd bij de wetten van<br />
8 augustus 1988 en 16 juli 1993;<br />
Gelet op het decreet van 29 oktober 1998 tot invoering van de Waalse Huisvestingscode, inzonderheid op de<br />
artikelen 170 en 174 van dat Wetboek;<br />
Gelet op artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 9 december 2004 tot aanwijzing van een bijzondere<br />
commissaris bij de openbare huisvestingsmaatschappij « La Maison liégeoise, S.C. »;<br />
Overwegende dat een beheersplan van de openbare huisvestingsmaatschappij « La Maison liégeoise, S.C. »<br />
opgemaakt moet worden;<br />
Overwegende dat de in het beheersplan voorgestelde maatregelen enerzijds onderzocht en anderzijds geprogrammeerd<br />
en opgevolgd moeten worden om de uitvoering ervan te verzekeren;<br />
Overwegende dat de deelneming van de bijzondere commissaris aan de uitwerking van een innoverende<br />
oplossing in het opstellen van een omschakelingsproject voor de « Plaine de Droixhe » waarbij een samenwerkingsoperatie<br />
tussen overheid en privé-sector tot stand wordt gebracht, voortgezet moet worden;<br />
Op de voordracht van de Minister van Huisvesting,<br />
Besluit :<br />
Artikel 1. Overeenkomstig artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 9 december 2004 tot aanwijzing<br />
van een bijzondere commissaris bij de openbare huisvestingsmaatschappij « La Maison liégeoise, S.C. », zet de regering<br />
de opdracht van de heer François Thibaut de Maisières voort als bijzondere commissaris bij de openbare<br />
huisvestingsmaatschappij « La Maison liégeoise, S.C. », parvis des Ecoliers 1, 4020 Luik.<br />
Art. 2. De opdracht van de bijzondere commissaris wordt voortgezet voor een verlengbare periode van<br />
zes maanden.<br />
Art. 3. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2006.<br />
Het houdt op uitwerking te hebben zestig dagen na afloop van de opdracht van de bijzondere commissaris.<br />
Namen, 7 juli 2005.<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
De Minister-President,<br />
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE<br />
De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling,<br />
A. ANTOINE<br />
33283
33284 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
REGION DE BRUXELLES-CAPITALE — BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST<br />
MINISTERE<br />
DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE<br />
[C − 2005/31225]<br />
Agréation en qualité de techniciens qualifiés pour le contrôle de<br />
combustion et l’entretien des installations de chauffage alimentées<br />
en combustible liquide<br />
Sont agréés en qualité de techniciens qualifiés pour le contrôle de la<br />
combustion et de l’entretien des installations de chauffage alimentées<br />
en combustible liquide, pour une période qui se termine à la date<br />
d’échéance indiquée, au sens de l’article 70 de l’ordonnance du<br />
5 juin 1997 relative aux permis d’environnement et de l’article 10 de<br />
l’arrêté royal du 6 janvier 1978 tendant à prévenir la pollution<br />
atmosphérique lors du chauffage de bâtiments à l’aide de combustible<br />
solide ou liquide,<br />
Par l’arrêté ministériel du 25 janvier 2005 les techniciens dont les<br />
noms suivent :<br />
MINISTERIE<br />
VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST<br />
[C − 2005/31225]<br />
Besluit houdende erkenning van bevoegde technici voor de uitvoering<br />
van de verbrandingscontrole en het onderhoud van de<br />
verwarmingsinstallaties gevoed met vloeibare brandstof<br />
Worden krachtens artikel 70 van de ordonnantie van 5 juni 1997<br />
betreffende de milieuvergunningen en krachtens artikel 10 van het<br />
koninklijk besluit van 6 januari 1978 tot voorkoming van luchtverontreiniging<br />
bij het verwarmen van gebouwen met vaste of vloeibare<br />
brandstof, erkend als bevoegde technici voor de uitvoering van de<br />
verbrandingscontrole en het onderhoud van de verwarmingsinstallaties<br />
gevoed met vloeibare brandstof voor een periode tot navermelde<br />
vervaldatum,<br />
Bij ministerieel besluit van 25 januari 2005 de technici met de<br />
volgende namen :<br />
N° de reconnaissance nom et adresse date d’échéance<br />
— — —<br />
Erkenningsnummer naam en adres vervaldatum<br />
TB 6494 DE BUYL Martin, Vieux Chemin 4, 1630 LINKEBEEK 25.01.2020<br />
TB 6499, LEFEBVRE Pierre, Montée des Ecoles 244, 6717 ATTERT 25.01.2020<br />
TB 6500 HUBERT Arnaud, rue du Fond du Bois 25, 5170 BOIS-DE-VILLERS 25.01.2020<br />
TB 6501 PULINCKX Didier, rue des Cortils 13, 5101 ERPENT 25.01.2020<br />
TB 6502 GODEFROID Sebastien, rue de Graide 28, 5575 LOUETTE-ST-PIERRE 25.01.2020<br />
TB 6503 VERSTRAELEN Stéphan, rue de l’Etat 45, 1450 CHASTRE 25.01.2020<br />
TB 6504 BUCHET Philippe, avenue Jassans 60/101, 1342 LIMELETTE 25.01.2020<br />
TB 6505 ANSEEUW Aurelien, Laudinnestraat 24, 1602 VLEZENBEEK 25.01.2020<br />
TB 6506 HELLEMANS Manuel, avenue de l’Araucaria 32 bte 5, 1020 BRUXELLES 25.01.2020<br />
Par l’arrêté ministériel du 21 février 2005 les techniciens dont les<br />
noms suivent :<br />
Bij ministerieel besluit van 21 februari 2005 de technici met de<br />
volgende namen :<br />
N° de reconnaissance nom et adresse date d’échéance<br />
— — —<br />
Erkenningsnummer naam en adres vervaldatum<br />
TB 6507 COPPENS Francis, Putteveld 31, 1860 MEISE 21.02.2020<br />
TB 6508 PIERREUX Hendrik, Espehoutstraat 33, 1750 LENNIK 21.02.2020<br />
TB 6509 HEYMANS Yves, rue du Ruisseau 146, 1970 WEZEMBEEK-OPPEM 21.02.2020<br />
TB 6510 MASSART Jacques, avenue du Bosquet 40, 1470 BOUSVAL 21.02.2020<br />
TB 6511 GILLIS Luc, Kouterbaan 63, 9280 LEBBEKE 21.02.2020<br />
TB 6512 DUNGELHOEFF Nicolas, rue Saint-Denis 301, 1190 BRUXELLES 21.02.2020<br />
TB 6513 DUEZ Ronny, Tuindijk 82, 2223 SCHRIEK 21.02.2020<br />
TB 6514 COUCK Daan, Gootjesstraat 10, 1760 ROOSDAAL 21.02.2020<br />
TB 6515 VAN DOOREN Erik, Middelstraat 5, 1785 MERCHTEM 21.02.2020<br />
Par l’arrêté ministériel du 07 mars 2005 les techniciens dont les noms<br />
suivent :<br />
Bij ministerieel besluit van 07 maart 2005 de technici met de volgende<br />
namen :<br />
N° de reconnaissance nom et adresse date d’échéance<br />
— — —<br />
Erkenningsnummer naam en adres vervaldatum<br />
TB 6516 DEBBOUN Mohamed, rue Gallait 74 bte 3, 1030 BRUXELLES 07.03.2020<br />
TB 6517 ZDRAVKOV Rumen, place Meiser 11, 1030 BRUXELLES 07.03.2020<br />
TB 6518 NOUFIRY Mohamed, rue G. Boel 109, 7100 LA LOUVIERE 07.03.2020<br />
TB 6519 BUONOPANE Gino, Résidence du Pachy 15, 7140 MORLANWELZ 07.03.2020<br />
TB 6520 TERZO Ludovic, rue Plat Rie 314, 7390 QUAREGON 07.03.2020
Par l’arrêté ministériel du 21 mars 2005 les techniciens dont les noms<br />
suivent :<br />
Bij ministerieel besluit van 21 maart 2005 de technici met de volgende<br />
namen :<br />
N° de reconnaissance nom et adresse date d’échéance<br />
— — —<br />
Erkenningsnummer naam en adres vervaldatum<br />
TB 6521 VANDERHAEGHEN Giovanni, Blauwstraat 24, 9032 WONDELGEM 21.03.2020<br />
TB 6522 BORGIONS Wim, Hertstraat 2, 3270 SCHERPENHEUVEL 21.03.2020<br />
TB 6523 BOGAERTS Jozef, Boekweitstraat 41, 2460 KASTERLEE 21.03.2020<br />
TB 6524 WAUTERS Davy, Bukkestraat 39, 9890 VURSTE 21.03.2020<br />
TB 6525 DE VOS Paul, Kriephoekstraat 54, 9890 SEMMERZAKE 21.03.2020<br />
TB 6526 WAUTERS Frank, Meersstraat 8, 9820 MELSEN 21.03.2020<br />
Par l’arrêté ministériel du 22 avril 2005 les techniciens dont les noms<br />
suivent :<br />
Bij ministerieel besluit van 22 april 2005 de technici met de volgende<br />
namen :<br />
N° de reconnaissance nom et adresse date d’échéance<br />
— — —<br />
Erkenningsnummer naam en adres vervaldatum<br />
TB 6527 DUHOT David, rue Emile Carlier 110, 7321 BLATON 22.04.2020<br />
TB 6528 TURF Ian, Hofstad 42, 9400 OKEGEM 22.04.2020<br />
TB 6529 SCHMITZ Werner, Lanestraat 25, 3090 OVERIJSE 22.04.2020<br />
TB 6530 BLONDIAU Albert, rue des 3 Tilleuls 63, 1170 BRUXELLES 22.04.2020<br />
TB 6531 DECULENAIRE Patrick, rue Pont de Pierre 5, 7912 DERGNEAU 22.04.2020<br />
TB 6532 GRANDJEAN Hervé, rue Ostivoy 25B, 5550 NAFRAITURE 22.04.2020<br />
TB 6533 DE DAPPER Lucien, Heernislaan 98, 9000 GENT 22.04.2020<br />
Par l’arrêté ministériel du 18 mai 2005 les techniciens dont les noms<br />
suivent :<br />
Bij ministerieel besluit van 18 mei 2005 de technici met de volgende<br />
namen :<br />
N° de reconnaissance nom et adresse date d’échéance<br />
— — —<br />
Erkenningsnummer naam en adres vervaldatum<br />
TB 6534 HARIKA Said, rue Teniers 4, 1030 BRUXELLES 18.05.2020<br />
TB 6535 HENS Vincent, Route de Gembloux 344 B1, 5310 AISCHE-EN-REFAIL 18.05.2020<br />
TB 3536 VAN DE WERVE Jean-Marc, rue du Tilleul 18, 1370 JODOIGNE 18.05.2020<br />
TB 6537 DE BEMELS Robert, Fazantenlaan 19A, 1930 ZAVENTEM 18.05.2020<br />
Par l’arrêté ministériel du 10 juin 2005 les techniciens dont les noms<br />
suivent :<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Bij ministerieel besluit van 20 juni 2005 de technici met de volgende<br />
namen :<br />
N° de reconnaissance nom et adresse date d’échéance<br />
— — —<br />
Erkenningsnummer naam en adres vervaldatum<br />
TB 6538, FRANCESCANGELI Patrick, rue Maurice Wilmotte 7, 1060 BRUXELLES 10.06.2020<br />
TB 6539, FRAITURE Christophe, rue Haag 4, 4710 HERBESTHAL 10.06.2020<br />
TB 6540, CAMBIER Noel, parc Jean Monnet 1073, 1082 BRUXELLES 10.06.2020<br />
TB 6541, GODEFROID Olivier, rue de Lens 149, 7061 CASTEAU 10.06.2020<br />
33285
33286 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
AVIS OFFICIELS — OFFICIELE BERICHTEN<br />
POUVOIR JUDICIAIRE<br />
[C − 2005/09597]<br />
Cour d’appel de Bruxelles<br />
La cour, réunie en assemblée générale le 15 juin 2005, a désigné<br />
M. Vermylen, Ch., conseiller à la cour d’appel de Bruxelles, comme<br />
président de chambre à cette cour, pour une période de trois ans,<br />
prenant cours le 30 juin 2005.<br />
*<br />
SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR<br />
RECHTERLIJKE MACHT<br />
[C − 2005/09597]<br />
Hof van beroep te Brussel<br />
Het hof, verenigd in algemene vergadering op 15 juni 2005, heeft de<br />
heer Vermylen, Ch., raadsheer in het hof van beroep te Brussel,<br />
aangewezen tot kamervoorzitter in dit hof, voor een termijn van<br />
drie jaar, met ingang van 30 juni 2005.<br />
[C − 2005/00443]<br />
Concours aspirant-inspecteur principal spécialise (h/f) sur base d’un diplôme de niveau 2+. — Session 2005<br />
La Direction du recrutement et de la sélection (DPR) organise un concours en vue de recruter des inspecteurs<br />
principaux spécialisés pour la police intégrée (polices locales et fédérale). Il concerne le recrutement d’aspirantsinspecteurs<br />
principaux titulaires d’un diplôme ou d’un certificat d’études, avec une orientation spécifique nécessaire à<br />
la fonction, au moins équivalent à ceux pris en considération pour le recrutement des agents de niveau 2+ dans les<br />
Administrations de l’Etat.<br />
Ce concours a pour but de recruter des inspecteurs principaux spécialisés dans les domaines suivants :<br />
Nombre de places vacantes<br />
Francophones Néerlandophones<br />
Informatique 2 3<br />
Comptabilité/Expertise financière 7 7<br />
Sciences psycho-sociales 4 7<br />
Tous ces emplois sont bien entendu ouverts tant aux femmes qu’aux hommes. Les candidats intéressés peuvent<br />
s’inscrire jusqu’au 30 août 2005.<br />
Les candidats qui vont être recrutés par ce biais suivront le cycle préparatoire à la formation de base planifié<br />
en février 2006.<br />
Ils rejoindront ultérieurement les aspirants-inspecteurs principaux recrutés en interne afin de suivre la formation<br />
de base du cadre moyen.<br />
En quoi consiste la fonction d’inspecteur principal spécialisé ?<br />
Al’issue de sa formation de plus ou moins quinze mois, subdivisée en deux formations distinctes, l’inspecteur<br />
principal de police spécialisé rejoindra un service dans lequel son bagage scolaire (et éventuellement professionnel)<br />
pourra être mis à profit.<br />
1) Informaticien<br />
Il existe au sein de la police fédérale un service spécialisé dans les enquêtes judiciaires relevant du domaine<br />
informatique.<br />
Outre cela, il existe dans la plupart des services judiciaires de la police fédérale, situés au niveau des<br />
arrondissements judiciaires, une cellule d’enquêteurs spécialisés dans cette matière. Quelques services de recherche des<br />
grands corps de la police locale disposent également d’une même cellule.<br />
Ces services enquêtent, chacun à leur propre niveau, sur des délits informatiques et offrent leur appui lorsque des<br />
preuves doivent être recherchées dans un environnement informatisé.<br />
Les informaticiens recrutés travailleront sur ce type d’enquêtes, encadrés par des collègues plus expérimentés. Par<br />
la suite, ils pourront, après avoir justifié d’un certain nombre d’années d’expérience, diriger une équipe d’enquêteurs.<br />
Par une connaissance approfondie et une expérience acquise au fil des années, ils pourront également être appelés<br />
à collaborer au développement de nouveaux concepts.<br />
2) Comptable<br />
Dans les services judiciaires de la police fédérale, situés au niveau des arrondissements judiciaires, des membres<br />
du personnel mènent des enquêtes sur l’origine de profits criminels ainsi que sur toute autre forme de méfait à caractère<br />
financier.<br />
Au niveau fédéral, la police dispose de divers services qui sont spécialisés dans les enquêtes sur les délits et sur<br />
la corruption de type financier, l’appui aux services d’arrondissement ainsi qu’au développement de nouveaux<br />
concepts relatifs à cette matière.<br />
A moyen terme, les services de recherche de la police locale seront chargés des enquêtes financières de moindre<br />
importance.<br />
Les membres du personnel recrutés travailleront, en tant que cadre moyen, sur ce type d’enquêtes encadrés par des<br />
collègues plus expérimentés. En fonction de leur expérience, ils pourront, après un certain nombre d’années, diriger<br />
une équipe d’enquêteurs.<br />
Par une connaissance approfondie et une expérience acquise au fil des années, ils pourront être appelés à collaborer<br />
au développement de nouveau concepts.
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
3) Sciences psycho-sociales<br />
Dans les 196 zones de police locale, il existe des services s’occupant de l’accueil aux victimes, de la police de la<br />
jeunesse et de la police de quartier.<br />
Ces services, très proches de la population, remplissent un rôle essentiel dans le concept de la police de proximité<br />
(community policing).<br />
Les membres du personnel du cadre moyen travaillant au sein de ceux-ci portent le titre spécifique d’« assistant<br />
de police ». Ils sont en contact direct avec la population, peuvent diriger une équipe de collaborateurs ainsi que<br />
développer une politique locale en collaboration avec leurs partenaires.<br />
Quelles sont les exigences liées à cette fonction ?<br />
Un inspecteur principal de police spécialisé doit faire preuve d’un sens de la collaboration, des responsabilités et<br />
des contacts, pouvoir fonctionner de manière autonome, être résistant au stress, être capable de résoudre des<br />
problèmes, être disponible, etc. En outre, il/elle doit, avoir le sens de l’organisation et posséder une bonne capacité de<br />
raisonnement.<br />
En fonction de l’emploi envisagé et du profil de fonction établi spécifiquement (voir description de fonction<br />
ci-avant), des exigences plus ciblées peuvent être nécessaires.<br />
Qui peut participer aux épreuves de sélection ?<br />
Pour pouvoir participer aux épreuves de sélection, les conditions suivantes doivent notamment être remplies :<br />
Dès ledébut de la sélection :<br />
— posséder la nationalité <strong>belge</strong>;<br />
— jouir des droits civils et politiques;<br />
— ne pas avoir échoué àtrois reprises lors de procédures de sélection en vue de l’admission à la formation de base<br />
visée;<br />
— pour les candidats masculins, avoir satisfait aux lois sur la milice;<br />
—être de conduite irréprochable;<br />
— ne pas faire l’objet d’une interdiction légale de port d’armes, ni refuser ou s’abstenir, déclarer refuser ou<br />
s’abstenir de toute forme d’usage d’armes ou autre moyen de défense mis à disposition en vertu des conditions fixées<br />
en la matière par les lois, arrêtés ourèglements;<br />
— posséder un certificat de bonnes vie et mœurs d’une ancienneté maximale de trois mois à la date d’introduction<br />
de la candidature;<br />
— s’engager à porter l’uniforme réglementaire;<br />
—être porteur du diplôme ou certificat requis (niveau graduat ou équivalent au minimum) dans l’orientation<br />
choisie. Pour les étudiant(e)s de la dernière année, un certificat provisoire attestant de la présence en dernière année<br />
suffit.<br />
Pour ce qui concerne le recrutement d’informaticiens, les candidats devront disposer d’une licence, d’un diplôme<br />
d’enseignement supérieur de type long (ingénieur industriel ou civil), d’une maîtrise, du titre de bachelor ou d’un<br />
graduat dans les domaines de l’informatique, des télécommunications ou de la technologie de l’information<br />
(comprenant notamment les sous-domaines suivants : fonctionnement des réseaux, sécurité informatique, programmation,<br />
systèmes de gestion, informatique d’entreprise).<br />
Pour ce qui concerne le recrutement de comptables, les candidats devront disposer soit d’une licence ou du titre<br />
de candidat en sciences économiques ou commerciales, soit d’un graduat en comptabilité ou en droit.<br />
Pour ce qui concerne le recrutement d’inspecteurs principaux « assistants de police », les candidats devront<br />
disposer soit d’un graduat dans le domaine psychosocial (assistant social, assistant en psychologie, éducateur<br />
spécialisé), soit d’une licence en sociologie, criminologie ou en psychologie.<br />
Dès ledébut de la formation de base (février 2006) :<br />
—être âgé de 18 ans au moins;<br />
—être porteur du diplôme requis;<br />
—être en possession du permis de conduire de catégorie B sans condition ou restriction;<br />
— disposer des aptitudes physiques et être exempt de tout handicap;<br />
— avoir réussi les épreuves de sélection et s’être classé(e) en ordre utile.<br />
Les épreuves de sélection<br />
Les premiers examens du concours se dérouleront d’août 2005 jusque janvier 2006.<br />
Les candidats ayant réussi les épreuves de sélection et classés en ordre utile commenceront leur formation<br />
en février 2006.<br />
La procéduredesélection comprend 4 épreuves :<br />
— Une épreuve d’aptitudes cognitives<br />
Cette épreuve dure au total une journée (organisée en deux parties) et comprend différents tests :<br />
évaluation des capacités à suivre la formation de base. Cette épreuve informatisée se compose de différents tests<br />
psychotechniques mesurant la capacité de raisonner de manière abstraite, de manier des informations et de raisonner<br />
avec des chiffres;<br />
évaluation de la connaissance de la langue dans laquelle le candidat s’est inscrit (connaissances orthographique<br />
et grammaticale de la langue);<br />
évaluation de la connaissance professionnelle spécifique relative à l’emploi spécialisé sollicité par le biais d’une<br />
étude de cas adaptée.<br />
— Une épreuve de personnalité<br />
Cette épreuve dure également une journée et comprend un test de personnalité, une épreuve comportementale et<br />
une interview structurée.<br />
— Une épreuve d’aptitudes physique et médicale<br />
Le test dure une demi-journée et contient :<br />
un examen clinique dont une analyse d’urine et une analyse sanguine, un examen ophtalmologique, dentaire<br />
et si nécessaire, sur demande du médecin, un examen radiologique;<br />
un test physique de potentialité.<br />
— Un entretien avec la commission de sélection<br />
Al’issue de cet entretien, la commission doit conclure si le candidat est apte pour la fonction à exercer en tenant<br />
compte, d’une part, de l’ensemble des résultats des épreuves précédentes et d’autre part, de l’information<br />
complémentaire que le candidat fournit lors de son interview.<br />
33287
33288 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Les épreuves de sélection sont organisées selon un système de cascade, c’est-à-dire que seuls les candidats ayant<br />
atteint le seuil minimum à une épreuve sont invités à participer à la suivante.<br />
Sur base de ces différentes évaluations, un classement par spécialité sera établi.<br />
Quelles sont les dispenses éventuelles d’épreuves pour les candidats déjà en service à la police ?<br />
Seuls les inspecteurs et inspecteurs principaux de police, détenteurs d’un diplôme au minimum de niveau 2+,<br />
désireux de participer au présent concours sont dispensés del’épreuve d’aptitudes physique et médicale.<br />
Afin debénéficier d’une telle dispense, le candidat doit, lors de l’introduction de sa candidature, joindre une<br />
attestation de son chef de corps (police locale) ou directeur (police fédérale) mentionnant son grade actuel et sa date<br />
de nomination dans ce grade.<br />
La carrière<br />
Dans les quatre mois précédant le terme de leur formation de base de cadre moyen, les aspirants-inspecteurs<br />
principaux ont la faculté de solliciter un emploi lors d’une phase de mobilité dans laquelle des emplois spécialisés<br />
seront inclus.<br />
Les inspecteurs principaux seront tenus de prester un minimum de trois ans dans un emploi spécialisé.<br />
Le traitement<br />
Un inspecteur principal spécialisé perçoit un traitement mensuel net indexé de :<br />
Dès ledébut de la formation aspirantinspecteur<br />
principal échelle barémique<br />
M1.2<br />
Après 12années de service inspecteur<br />
principal de police spécialisééchelle barémique<br />
M3.2<br />
A B C<br />
S 1.378,85 S 1.358,85 S 1.577,20<br />
S 1.901,94 S 1.881,94 S 2.139,05<br />
A:célibataire<br />
B : marié(e), époux(se) travaillant (idem pour cohabitants légaux)<br />
C : marié(e), époux(se) ne travaillant pas (idem pour cohabitants légaux)<br />
Comment s’inscrire ?<br />
Les candidats intéressés peuvent obtenir le formulaire d’inscription sur simple demande :<br />
— au numéro gratuit du Job-Info : 0800-99 505;<br />
— en le téléchargeant sur le site internet : www.jobpol.be;<br />
— par e-mail : jobs.police@jobpol.be;<br />
— par écrit, auprès de la Direction du recrutement et de la sélection, Job-Info, rue Fritz Toussaint 47, à<br />
1050 Bruxelles;<br />
— en venant le retirer au Job-Info,<br />
(Complexe Géruzet, Bloc O, rez-de-chaussée, avenue de la Force Aérienne 10, à 1040 Etterbeek).<br />
Le dossier d’inscription complet comprend les pièces suivantes :<br />
* le formulaire d’inscription dûment rempli;<br />
* une copie du diplôme de niveau 2+ (ou équivalent) dans une des orientations scolaires spécifiques ou, à défaut,<br />
un document attestant de l’inscription en dernière année;<br />
* un certificat de bonne vie et mœurs récent (moins de trois mois);<br />
* un extrait d’acte de naissance.<br />
La date de clôture des inscriptions est fixée au30août 2005.<br />
Tout renseignement complémentaire peut être obtenu auprès de Benoît Struys au 02-642 79 44 ou de Magaly<br />
Van Stichel au 02-641 20 81.<br />
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN<br />
[C − 2005/00443]<br />
Vergelijkend examen aspirant-hoofdinspecteur van politie met bijzondere specialisatie (m/v)<br />
op basis van een diploma niveau 2+. — Extern vergelijkend examen - 2005<br />
De Directie van de rekrutering en van de selectie (DPR) organiseert een vergelijkend examen om officieren voor de<br />
geïntegreerde politie (lokale en federale politie) aan te werven. Het betreft de aanwerving van aspirantenhoofdinspecteurs<br />
houder van een diploma of studiegetuigschrift noodzakelijk voor de functie dat tenminste<br />
gelijkwaardig is met die welke in aanmerking worden genomen voor de aanwerving in de betrekkingen van niveau 2+<br />
bij de Rijksbesturen.<br />
Dit vergelijkend examen heeft als doel hoofdinspecteurs met bijzondere specialisatie te rekruteren in de volgende<br />
domeinen :<br />
Aantal vacante plaatsen<br />
Nederlandstalige Franstalige<br />
Informatica 3 2<br />
Boekhouden/financieel expert 7 7<br />
Psycho-sociale wetenschappen 7 4<br />
Alle betrekkingen staan vanzelfsprekend open voor zowel vrouwen als mannen. Geïnteresseerden kunnen zich<br />
inschrijven tot 30 augustus 2005.<br />
De kandidaten die via dit kanaal zullen gerekruteerd worden, zullen de voorbereidende cyclus van de<br />
basisopleiding volgen vanaf februari 2006.
Later zullen zij de aspirant-hoofdinspecteurs, die intern werden gerekruteerd, vervoegen om de basisopleiding van<br />
het middenkader te volgen.<br />
Waaruit bestaat de functiebeschrijving van hoofdinspecteur met bijzondere specialisatie ?<br />
Op het einde van de vorming van ongeveer 15 maanden, onderverdeeld in twee afzonderlijke vormingen, zal de<br />
hoofdinspecteur met specialisatie een eenheid vervoegen waar zijn schoolse bagage (en eventueel de professionele<br />
bagage) tot nut kan zijn.<br />
1) Informaticus :<br />
Binnen de federale politie bestaat een gespecialiseerde dienst voor gerechtelijke onderzoeken in het raam van<br />
informatica. Daarnaast bestaat in de meeste gerechtelijke diensten van de federale politie, gesitueerd op het niveau van<br />
de gerechtelijke arrondissementen, een cel van gespecialiseerde rechercheurs in deze materie. Ook een aantal<br />
recherchediensten van grotere lokale politiekorpsen beschikken over een gelijkaardige cel.<br />
Deze diensten voeren onderzoeken uit, ieder op hun eigen niveau, naar specifieke computermisdrijven en zij<br />
leveren steun wanneer naar aanleiding van andere onderzoeken bewijzen moeten gezocht worden in een<br />
geïnformatiseerde omgeving.<br />
De aangeworven informatici zullen aanvankelijk als middenkader meewerken aan deze onderzoeken onder<br />
leiding van ervaren collega’s; in functie van hun ervaring zullen zij na een aantal jaren zelf leiding kunnen geven aan<br />
kleine teams om deze onderzoeken te voeren. Mits een grondige kennis en jarenlange ervaring kan bovendien op hen<br />
beroep worden gedaan om mee te werken aan de ontwikkeling van nieuwe concepten.<br />
2) Boekhouder :<br />
In de gerechtelijke diensten van de federale politie, gesitueerd op het niveau van de gerechtelijke arrondissementen,<br />
zijn een aantal rechercheurs belast met het voeren van onderzoeken met betrekking tot financiële misdrijven alsook<br />
het onderzoeken van de criminele winsten uit andere vormen van misdrijven. Op federaal niveau beschikt de federale<br />
politie over een aantal diensten die gespecialiseerd zijn in het voeren van omvangrijke onderzoeken naar financiële<br />
misdrijven en corruptie, het ondersteunen van de arrondissementele diensten alsook het ontwikkelen van nieuwe<br />
concepten in deze materie.<br />
Op middellange termijn zullen ook de recherchediensten van de lokale politie belast worden met minder<br />
omvangrijke financiële onderzoeken.<br />
De personeelsleden zullen aanvankelijk als middenkader meewerken aan deze onderzoeken onder leiding van<br />
ervaren collega’s; in functie van hun ervaring zullen zij na een aantal jaren zelf leiding kunnen geven aan kleine teams<br />
om deze onderzoeken te voeren. Mits een grondige kennis en jarenlange ervaring kan bovendien op hen beroep worden<br />
gedaan om mee te werken aan de ontwikkeling van nieuwe concepten.<br />
3) Psycho-sociale wetenschappen :<br />
In de 196 lokale polities bestaan diensten die instaan voor slachtofferbejegening, jeugdpolitie en wijkwerking. Deze<br />
diensten staan zeer dicht bij de bevolking en vervullen een essentiële rol in het concept van de nabijheidspolitie<br />
(community policing).<br />
De personeelsleden zullen als middenkader « politie-assistent » individueel instaan voor opdrachten in direct<br />
contact met de bevolking, alsook leiding geven aan een klein team medewerkers en in samenwerking met hun partners<br />
beleidsmatige taken vervullen in het raam van deze diensten.<br />
Welke zijn de functievereisten ?<br />
Een hoofdinspecteur van politie met bijzondere specialisatie dient blijk te geven van zin voor samenwerking,<br />
verantwoordelijkheidsgevoel, contactvaardigheid, zelfstandig functioneren, stressbestendigheid, probleemoplossend<br />
werken, beschikbaarheid,…enz.<br />
Daarboven dient hij/zij ook te beschikken over leiderschapskwaliteiten, gevoel voor organisatie en een goed<br />
redeneervermogen.<br />
In functie van de beoogde bediening en het specifiek opgestelde functieprofiel (zie functiebeschrijving in supra)<br />
kunnen meer doelgerichte voorwaarden gesteld worden.<br />
Wie kan deelnemen aan de selectieproeven ?<br />
Om te kunnen deelnemen aan de selectieproeven moet met name aan de volgende voorwaarden voldaan worden :<br />
Aan het begin van de selectie :<br />
— de Belgische nationaliteit bezitten;<br />
— voor de mannelijke kandidaten, voldoen aan de dienstplichtwetten;<br />
— de burgerlijke en politieke rechten genieten;<br />
— NIET drie maal niet geslaagd zijn in de selectieprocedure voor de toelating tot de beoogde basisopleiding;<br />
— van onberispelijk gedrag zijn;<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
— niet het voorwerp uitmaken van een wettelijk verbod om wapens te dragen, noch weigeren of zich onthouden,<br />
verklaren te weigeren of zich te onthouden van gelijk welk gebruik van wapens en andere ter beschikking gestelde<br />
verdedigingsmiddelen, krachtens de voorwaarden die volgens de wetten, besluiten of richtlijnen ter zake zijn bepaald;<br />
— houder zijn van een bewijs van goed zedelijk gedrag dat minder dan drie maanden geleden is uitgegeven vanaf<br />
de datum waarop de sollicitatie wordt ingediend.<br />
— er zich toe verbinden het reglementaire uniform te dragen.<br />
Houder zijn van het vereiste diploma of getuigschrift (niveau graduaat of gelijkgesteld) in de gekozen richting.<br />
Voor de studenten van het laatste jaar volstaat een attest van inschrijving.<br />
33289
33290 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Voor wat betreft de rekrutering van informatici, dienen de kandidaten in het bezit te zijn van een diploma<br />
licentiaat, diploma van hoger onderwijs van het lange type (burgerlijk of industrieel ingenieur), gegradueerde, master<br />
of bachelor in domeinen van informatica, computerkunde, informatie technologie of telecommunicatie (met alle<br />
subdomeinen zoals netwerking, security, programmatie, besturingssystemen, bedrijfsinformatica).<br />
Voor wat betreft de rekrutering van boekhouders, dienen de kandidaten in het bezit te zijn van een licentie of een<br />
kandidaatsdiploma van economische wetenschappen of handelswetenschappen of een graduaat boekhouden. Ook een<br />
graduaat in de rechten komt in aanmerking.<br />
Voor wat betreft de rekrutering van hoofdinspecteurs ″politieassistent″ dienen de kandidaten in het bezit te zijn<br />
van ofwel een graduaat in het psychosociale domein (alle opleidingen binnen de studierichting « sociaal agogisch<br />
werk ») ofwel een licentie (master) in de sociologie, de criminologie of de psychologie.<br />
Aan het begin van de basisopleiding (februari 2006) :<br />
— ten minste 18 jaar oud zijn;<br />
— houder zijn van het vereiste diploma;<br />
— houder zijn van een rijbewijs van categorie B zonder voorwaarde of beperking;<br />
— over de vereiste fysieke vaardigheden beschikken en vrij zijn van alle gebreken die onverenigbaar zijn met de<br />
eisen van het ambt;<br />
— voor de selectieproeven geslaagd en batig gerangschikt zijn.<br />
De selectieproeven en de procedure :<br />
De eerste proeven van het vergelijkend examen zullen plaatsvinden vanaf begin augustus tot januari 2006.<br />
De geslaagde en batig gerangschikte kandidaten zullen in februari 2006 worden toegelaten tot de opleidingscyclus.<br />
De selectieprocedure omvat vier proeven :<br />
— Een proef cognitieve vaardigheden<br />
Deze proef duurt in totaal één volledige dag (georganiseerd in 2 delen) en bestaat uit verschillende testen :<br />
evaluatie van de capaciteiten om de basisopleiding te volgen. Deze computergestuurde proef bestaat uit<br />
psychotechnische testen om o.a. de mate van abstract denkvermogen te beoordelen, alsook de manier waarop met<br />
informatie wordt omgegaan en met cijfers wordt geredeneerd;<br />
evaluatie van de kennis van de taal waarin de kandidaat zich heeft ingeschreven (kennis van de spelling en<br />
grammatica van de taal);<br />
evaluatie van de beroepskennis, specifiek gericht naar de gesolliciteerde bediening, en dit door middel van een<br />
aangepaste casus.<br />
— Een persoonlijkheidsproef<br />
De test duurt één dag en omvat een persoonlijkheidstest, een gedragsproef en een gestructureerd interview.<br />
— Een fysiek-medische geschiktheidsproef<br />
De test duurt een halve dag en omvat :<br />
een klinisch onderzoek dat bestaat uit urine- en bloedonderzoeken, een oogheelkundig en tandheelkundig<br />
onderzoek alsook, indien nodig, een röntgenonderzoek op aanvraag van de onderzoekende geneesheer;<br />
een fysieke potentialiteitstest.<br />
— Een gesprek met de selectiecommissie<br />
Uit dit gesprek moet de jury kunnen opmaken of de kandidaat over het geheel genomen een geschikte kandidaat<br />
is voor de functie rekening houdend met enerzijds alle resultaten van de verschillende proeven en anderzijds de<br />
bijkomende informatie die zij in de loop van dit gesprek inwint.<br />
De selectieproeven worden georganiseerd in cascadevorm, m.a.w enkel de kandidaten die voor een proef de<br />
minimumdrempel behaald hebben, worden opgeroepen voor de volgende.<br />
Op basis van die verschillende evaluaties zullen de kandidaten per specialiteit worden gerangschikt.<br />
Welke zijn de eventuele vrijstellingen (proeven) voor kandidaten reeds in dienst bij de politie ?<br />
De inspecteurs en de hoofdinspecteurs van politie, houder van een diploma van minimum niveau 2+, die wensen<br />
deel te nemen aan het vergelijkend examen, zullen een vrijstelling genieten voor de fysiek-medische geschiktheidsproef.<br />
Teneinde te kunnen genieten van een vrijstelling dient de kandidaat, bij het indienen van de kandidaatstelling, een<br />
attest van de korpschef (lokale politie) of directeur (federale politie) bij te voegen met vermelding van de actuele graad<br />
en de datum van benoeming in deze graad.<br />
De loopbaan :<br />
Binnen de vier maanden voor het einde van de basisopleiding voor het middenkader, zullen de aspiranthoofdinspecteurs<br />
met bijzondere specialisatie kunnen solliciteren voor een bediening via mobiliteit waarin plaatsen<br />
met specialisatie zullen opgenomen zijn.<br />
De hoofdinspecteurs zijn gehouden aan een aanwezigheidsperiode van minimum drie jaar in een gespecialiseerd<br />
ambt.<br />
Bezoldiging :<br />
Als hoofdinspecteur met bijzondere specialisatie verdien je een geïndexeerd nettomaandloon van :<br />
Begin van opleiding<br />
aspirant-hoofdinspecteur van politie<br />
Baremische schaal M1.2<br />
Na 12 jaar dienst<br />
gespecialiseerd hoofdinspecteur van politie<br />
Baremische schaal M3.2<br />
A B C<br />
S 1.378,85 S 1.358,85 S 1.577,20<br />
S 1.901,94 S 1.881,94 S 2.139,05<br />
A : ongehuwd<br />
B : gehuwd, echtgeno(o)t(e) heeft eigen inkomsten (idem wettelijk samenwonenden)<br />
C : gehuwd, echtgeno(o)t(e) heeft geen eigen inkomsten (idem wettelijk samenwonenden)
Hoe zich inschrijven ?<br />
De geïnteresseerde kandidaten kunnen een inschrijvingsformulier bekomen op eenvoudige vraag via :<br />
- het gratis nummer van Job-Info : 0800-99 404<br />
- de website : www.jobpol.be<br />
- e-mail : jobs.politie@jobpol.be<br />
- schriftelijk : Federale Politie, Directie van de rekrutering en van de selectie, Job-Info, Fritz Toussaintstraat 47, te<br />
1050 Brussel<br />
- op het secretariaat van de Directie van de rekrutering en van de selectie (Geruzet-Complex, blok O, gelijkvloers,<br />
Luchtmachtlaan 10, 1040 Etterbeek).<br />
Een volledig inschrijvingsdossier omvat :<br />
- een naar behoren ingevuld inschrijvingsformulier;<br />
- een kopij van het diploma, of bij ontstentenis een attest van inschrijving in het laatste jaar;<br />
- een bewijs van goed gedrag en zeden (maximum 3 maanden oud);<br />
- een uittreksel uit de geboorteakte.<br />
De uiterste inschrijvingsdatum is vastgelegd op 30 augustus 2005.<br />
Bijkomende inlichtingen kunnen bekomen worden bij Ruud Walgraef op het nummer 02-642 77 80 of bij Gery<br />
Follens op het nummer 02-642 79 47.<br />
*<br />
SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN<br />
Administration du cadastre, de l’enregistrement et des domaines Administratie van het kadaster, registratie en domeinen<br />
Publication prescrite par l’article 770<br />
Bekendmaking voorgeschreven bij artikel 770<br />
du Code civil<br />
van het Burgerlijk Wetboek<br />
[2005/54311]<br />
Succession en déshérence de Van Damme, Henri<br />
Van Damme, Henri Raymond Albert, divorcé de Tinel, Solange, né à<br />
Lodelinsart le 4 avril 1919, domicilié àCharleroi, rue Casimir Lambert<br />
27, est décédéàCharleroi le 19 août 2002, sans laisser de successeur<br />
connu.<br />
Avant de statuer sur la demande de l’Administration du cadastre, de<br />
l’enregistrement et des domaines (anciennement administration de la<br />
T.V.A.,del’enregistrement et des domaines) tendant à obtenir, au nom<br />
de l’Etat, l’envoi en possession de la succession, le tribunal de première<br />
instance de Charleroi a, par ordonnance du 23 juin 2005, prescrit les<br />
publications et affiches prévues par l’article 770 du Code civil.<br />
Namur, le 15 juillet 2005.<br />
Le directeur de l’enregistrement et des domaines,<br />
M. de Pierpont.<br />
(54311)<br />
SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE,<br />
P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE<br />
[C − 2005/11309]<br />
Conseil de la Concurrence. — Avis. — Notification préalable d’une<br />
opération de concentration. — Affaire n° CONC – C/C – 05/0044 :<br />
Forclum S.A.S./Groupe Yvan Paque<br />
Cas susceptible d’être traité selon la procédure simplifiée.<br />
Le 7 juillet 2005, le Conseil de la concurrence a reçu une notification<br />
de concentration au sens de l’article 12, § 1 er de la loi sur la protection<br />
de la concurrence économique, coordonnée par arrêté royal du<br />
1 er juillet 1999 (Moniteur <strong>belge</strong> 1 er septembre 1999). Il en ressort que la<br />
société Forclum S.A.S. acquiert le contrôle exclusif du groupe Yvan<br />
Paque.<br />
D’après la notification, la concentration se rapporte au secteur des<br />
installations électriques.<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
[2005/54311]<br />
Erfloze nalatenschap van Van Damme, Henri<br />
Van Damme, Henri Raymond Albert, echtgescheiden van Tinel,<br />
Solange, geboren te Lodelinsart op 4 april 1919, wonende te Charleroi,<br />
Casimir Lambertstraat 27, is overleden te Charleroi op 19 augustus<br />
2002, zonder bekende erfopvolgers na te laten.<br />
Alvorens te beslissen over de vraag van de Administratie van het<br />
kadaster, registratie en domeinen (oudtijds administratie van de BTW,<br />
registratie en domeinen), namens de Staat, tot inbezitstelling van de<br />
nalatenschap, heeft de rechtbank van eerste aanleg van Charleroi, bij<br />
beschikking van 23 juni 2005, de bekendmakingen en aanplakkingen<br />
voorzien bij artikel 770 van het Burgerlijk Wetboek bevolen.<br />
Namen, 15 juli 2005.<br />
*<br />
De directeur der registratie en domeinen,<br />
M. de Pierpont.<br />
33291<br />
(54311)<br />
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE,<br />
K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE<br />
[C − 2005/11309]<br />
Raad voor de Mededinging. — Kennisgeving. — Voorafgaande<br />
aanmelding van een concentratie. — Zaak nr. CONC – C/C – 05/0044 :<br />
Forclum S.A.S./Groep Yvan Paque<br />
Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde<br />
procedure.<br />
Op 7 juli 2005, ontving de Raad voor de Mededinging een<br />
aanmelding van een beoogde concentratie in de zin van artikel 12, § 1,<br />
van de wet tot bescherming van de economische mededinging,<br />
gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 1 juli 1999 (Belgisch<br />
Staatsblad 1 september 1999). Hierin werd meegedeeld dat de onderneming<br />
Forclum S.A.S. de uitsluitende controle verwerft over de groep<br />
Yvan Paque.<br />
Volgens de aanmelding heeft de concentratie betrekking op de sector<br />
van electrische installaties.
33292 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Conformément à la communication conjointe du Conseil de la<br />
concurrence et du Corps des Rapporteurs relative à une procédure<br />
simplifiée de traitement de certaines opérations de concentration<br />
(Moniteur <strong>belge</strong> 11 décembre 2002), il convient de noter que ce cas est<br />
susceptible d’être traité selon la procédure définie par ladite communication.<br />
Le Conseil de la concurrence invite les tiers concernés à transmettre<br />
leurs observations éventuelles sur l’opération de concentration de<br />
préférence avant le 27 juillet 2005.<br />
Ces observations peuvent être envoyées par télécopie ou par courrier<br />
sous la référence CONC – C/C – 05/0044 à l’adresse suivante :<br />
Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie<br />
Direction générale de la Régulation et de l’Organisation du Marché<br />
Corps des Rapporteurs<br />
North Gate III<br />
Boulevard du Roi Albert II, 16<br />
B-1000 Bruxelles<br />
Télécopieur : (02) 206 56 24<br />
SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE,<br />
P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE<br />
[C − 2005/11316]<br />
Conseil de la Concurrence. — Avis. — Notification préalable d’une<br />
opération de concentration. — Affaire n° MEDE-C/C-05/0045 :<br />
Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A. (Rabobank<br />
Nederland), Vereniging Achmea/Eureko B.V., Interpolis N.V.<br />
Cas susceptible d’être traité selon la procédure simplifiée.<br />
Le 13 juillet 2005, le Conseil de la Concurrence a reçu une notification<br />
de concentration au sens de l’article 12, § 1 er de la loi sur la protection<br />
de la concurrence économique, coordonnée par arrêté royal du<br />
1 er juillet 1999 (Moniteur <strong>belge</strong> 1 er septembre 1999). Il en ressort que<br />
Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A. (Rabobank Nederland)<br />
et Vereniging Achmea acquièrent le contrôle en commun des<br />
entreprises Eureko B.V. et Interpolis N.V.<br />
D’après la notification, la concentration se rapporte au secteur des<br />
services financiers et des assurances.<br />
Conformément à la communication conjointe du Conseil de la<br />
Concurrence et du Corps des Rapporteurs relative à une procédure<br />
simplifiée de traitement de certaines opérations de concentration<br />
(Moniteur <strong>belge</strong> 11 décembre 2002), il convient de noter que ce cas est<br />
susceptible d’être traité selon la procédure définie par ladite communication.<br />
Le Conseil de la Concurrence invite les tiers concernés à transmettre<br />
leurs observations éventuelles sur l’opération de concentration de<br />
préférence avant le 28 juillet 2005.<br />
Ces observations peuvent être envoyées par télécopie ou par courrier<br />
sous la référence MEDE – C/C – 05/0045 à l’adresse suivante :<br />
Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie<br />
Direction générale de la Régulation et de l’Organisation du Marché<br />
Corps des Rapporteurs<br />
North Gate III<br />
Boulevard du Roi Albert II 16<br />
1000 Bruxelles<br />
Télécopieur : 02-206 56 24<br />
*<br />
De aangemelde concentratie kan in aanmerking komen voor een<br />
vereenvoudigde aanmeldingsprocedure zoals voorzien in de gezamenlijke<br />
mededeling van de Raad voor de Mededinging en het Korps<br />
Verslaggevers betreffende een vereenvoudigde procedure voor de<br />
behandeling van bepaalde concentraties (Belgisch Staatsblad<br />
11 december 2002).<br />
De Raad voor de Mededinging verzoekt belanghebbende derden hun<br />
eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie<br />
kenbaar te maken, bij voorkeur voor 27 juli 2005.<br />
Deze opmerkingen kunnen per fax of per post, onder vermelding van<br />
referentie CONC – C/C – 05/0044, aan onderstaand adres worden<br />
toegezonden:<br />
Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie<br />
Algemene Directie Regulering en Organisatie van de Markt<br />
Korps Verslaggevers<br />
North Gate III<br />
Koning Albert II-laan, 16<br />
B-1000 Brussel<br />
Fax: (02)206 56 24<br />
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE,<br />
K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE<br />
[C − 2005/11316]<br />
Raad voor de Mededinging. — Kennisgeving. — Voorafgaande<br />
aanmelding van een concentratie. — Zaak nr. MEDE-C/C-05/0045 :<br />
Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A. (Rabobank<br />
Nederland), Vereniging Achmea/Eureko B.V., Interpolis N.V.<br />
Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde<br />
procedure.<br />
Op 13 juli 2005, ontving de Raad voor de Mededinging een<br />
aanmelding van een beoogde concentratie in de zin van artikel 12, § 1,<br />
van de wet tot bescherming van de economische mededinging,<br />
gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 1 juli 1999 (Belgisch<br />
Staatsblad 1 september 1999). Hierin werd meegedeeld dat Coöperatieve<br />
Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A. (Rabobank Nederland)<br />
en Vereniging Achmea de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over de<br />
ondernemingen Eureko B.V. en Interpolis N.V.<br />
Volgens de aanmelding heeft de concentratie betrekking op de sector<br />
van financiële dienstverlening en verzekeringen.<br />
De aangemelde concentratie kan in aanmerking komen voor een<br />
vereenvoudigde aanmeldingsprocedure zoals voorzien in de gezamenlijke<br />
mededeling van de Raad voor de Mededinging en het Korps<br />
Verslaggevers betreffende een vereenvoudigde procedure voor de<br />
behandeling van bepaalde concentraties (Belgisch Staatsblad 11 december<br />
2002).<br />
De Raad voor de Mededinging verzoekt belanghebbende derden hun<br />
eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie<br />
kenbaar te maken, bij voorkeur vóór 28 juli 2005.<br />
Deze opmerkingen kunnen per fax of per post, onder vermelding van<br />
referentie MEDE – C/C – 05/0045, aan onderstaand adres worden<br />
toegezonden :<br />
Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie<br />
Algemene Directie Regulering en Organisatie van de Markt<br />
Korps Verslaggevers<br />
North Gate III<br />
Koning Albert II-laan 16<br />
1000 Brussel<br />
Fax : 02-206 56 24
SERVICE PUBLIC FEDERAL<br />
DE PROGRAMMATION POLITIQUE SCIENTIFIQUE<br />
[2005/21092]<br />
Publication des comptes de 2004 et du budget 2005 de l’Académie<br />
royale des Sciences d’Outre-Mer, dressés par la commission de<br />
gestion et approuvés par le Ministre de la Politique scientifique, en<br />
application de l’article 6, alinéa 3,del’arrêté royal du 3 juin 1955<br />
accordant la personnalité civile à l’Académie royale des Sciences<br />
d’Outre-Mer<br />
Le Ministre de la Politique scientifique,<br />
Vu les articles 55 à 58 des lois sur la comptabilité de l’Etat,<br />
coordonnées le 17 juillet 1991;<br />
Vu la loi du 27 décembre 2004 contenant le Budget général des<br />
dépenses de l’année budgétaire 2005;<br />
Vu l’arrêté royal du 31 octobre 1931, modifié par l’arrêté royal du<br />
3 juin 1955, accordant la personnalité civile à l’Académie royale des<br />
Sciences d’Outre-Mer;<br />
Vu l’arrêté royal du 17 juin 1992 portant délégation au Ministre qui a<br />
les Institutions scientifiques et culturelles nationales dans ses attributions,<br />
modifié par l’arrêté royal du 25 avril 1994 et du 26 avril 1994;<br />
Vu l’arrêté royal du 16 novembre 1994 relatif au contrôle administratif<br />
et budgétaire;<br />
Vu l’arrêté royal du 20 juillet 1999 fixant les attributions ministérielles<br />
en matière de politique scientifique, de culture et d’enseignement;<br />
Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 22 avril 2005,<br />
Arrête :<br />
Article 1 er . Une subvention d’un montant de cent trente-neuf mille<br />
euros (139.000 EUR), à imputer sur les crédits inscrits à la division 60,<br />
AB 13.41.03 du budget du SPP Politique scientifique (46) pour l’année<br />
budgétaire 2005, est attribuée à l’Académie royale des Sciences<br />
d’Outre-Mer.<br />
Art. 2. L’emploi de la subvention sera justifié par la présentation des<br />
comptes et d’un rapport d’activités pour l’exercice 2005, ainsi que d’un<br />
budget et d’un programme des activités pour l’exercice 2006.<br />
Art. 3. Cette subvention, destinée àfinancer le fonctionnement et les<br />
publications de l’Académie royale des Sciences d’Outre-Mer, sera<br />
versée au compte n° 000-1032180-03 et sera liquidée comme suit :<br />
- 111.200 EUR après signature du présent arrêté et après l’engagement<br />
de la subvention totale, mentionnée à l’article 1 er ;<br />
- 27.800 EUR après présentation des comptes 2005 et sur avis<br />
favorable de l’Inspection des Finances.<br />
Art. 4. Le président du Service public fédéral de programmation<br />
Politique scientifique est chargé de l’exécution du présent arrêté.<br />
Bruxelles, le 19 mai 2005.<br />
M. VERWILGHEN<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Académie royale des Sciences d’Outre-Mer<br />
—<br />
Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen<br />
PROGRAMMATORISCHE<br />
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WETENSCHAPSBELEID<br />
[2005/21092]<br />
Bekendmaking van de rekeningen van 2004 en de begroting 2005 van<br />
de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen, opgemaakt<br />
door de bestuurcommissie en goedgekeurd door de Minister<br />
van Wetenschapsbeleid, bij toepassing van artikel 6, alinea 3, van<br />
het koninklijk besluit van 3 juni 1955 inzake de rechtpersoonlijkheid<br />
van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen<br />
De Minister van Wetenschapsbeleid,<br />
Gelet op artikelen 55 tot 58 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit,<br />
gecoördineerd op 17 juli 1991;<br />
Gelet op de wet van 27 december 2004 van houdende de Algemene<br />
Uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 2005;<br />
Gelet op het koninklijk besluit van 31 oktober 1931, gewijzigd bij het<br />
koninklijk besluit van 3 juni 1955, dat de rechtspersoonlijkheid aan de<br />
Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen verleent;<br />
Gelet op het koninklijk besluit van 17 juni 1992 houdende machtiging<br />
aan de Minister die de Nationale Wetenschappelijke en Culturele<br />
Instellingen onder zijn bevoegdheid heeft, gewijzigd door de koninklijke<br />
besluiten van 25 april 1994 en 26 april 1994;<br />
Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de<br />
administratieve en begrotingscontrole;<br />
Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1999 houdende vaststelling<br />
van de ministeriële bevoegdheden inzake wetenschapsbeleid, cultuur<br />
en onderwijs;<br />
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op<br />
22 april 2005,<br />
Besluit :<br />
Artikel 1. Een toelage ten bedrage van honderdnegenendertigduizend<br />
euro (139.000 EUR) aan te rekenen op de kredieten ingeschreven<br />
onder afdeling 60, BA 13.41.03 van de begroting van de POD<br />
Wetenschapsbeleid (46) voor het begrotingsjaar 2005, wordt toegekend<br />
aan de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen.<br />
Art. 2. De aanwending van de toelage wordt verantwoord door het<br />
voorleggen van de jaarrekening en een activiteitenrapport voor het<br />
dienstjaar 2005, alsook van een begroting en een activiteitenprogramma<br />
voor het dienstjaar 2006.<br />
Art. 3. Deze toelage, bestemd voor de werking en de publicaties van<br />
de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen, wordt<br />
gestort op rekeningnummer 000-1032180-03 en wordt als volgt uitbetaald<br />
:<br />
- 111.200 EUR na ondertekening van het besluit en na vastlegging<br />
van de totale toelage vermeld in artikel 1;<br />
- 27.800 EUR na het voorleggen van de jaarrekening 2005 en na<br />
gunstig advies van de Inspectie van Financiën.<br />
Art. 4. De voorzitter van de Programmatorische Federale Overheidsdienst<br />
Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.<br />
Brussel, 19 mei 2005.<br />
M. VERWILGHEN<br />
Solde reporté/Overgedragen saldo<br />
Compte/Rekening Caisse/Kas Total/Totaal<br />
Solde/Saldo 31.12.2003 235.318,52 12,03 235.330,55<br />
Recettes/Inkomsten d.d. 31.12.2004<br />
1. Subventions/Toelagen 136.600,00<br />
Année/Jaar 2003 (Solde/Saldo) 27.000,00 27.000,00<br />
Année/Jaar 2004 (1 re tranche/1ste schijf) 109.600,00 109.600,00<br />
2. Intérêts/Interesten 3.392,40 3.392,40<br />
3. Publications/Publicaties 4.466,38<br />
Vente/Verkoop 3.417,50 499,05 3.916,55<br />
33293
33294 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Participation auteurs/Bijdrage (t-à-p. + couleurs/overdruk. + kleuren) 549,83 549,83<br />
4. Participation tiers/Bijdragen derden 10.200,00<br />
FWO Vlaanderen 1.500,00 1.500,00<br />
Unesco 8.700,00 8.700,00<br />
5. Fonds Vanbreuseghem/Vanbreuseghem Fonds 769,90 769,90<br />
6. Bibliothèque/Bibliotheek 50,00 50,00<br />
Total recettes/Totaal inkomen 154.979,63 499,05 155.478,68<br />
Transferts banque --@ Caisse/Transfers Bank --@ Kas 6.630,00 6.630,00<br />
Dépenses/Uitgaven d.d. 31.12.2004<br />
154.979,63 7.129,05 162.108,68<br />
Compte/Rekening Caisse/Kas Total/Totaal<br />
1. Personnel/Personeel : déplacement/verplaatsing 77,70 77,70<br />
2. Secrétaire perpétuelle/Vast secretaris 2.848,25 167,78 3.016,03<br />
3. Jetons de présence/Presentiegeld 8.641,80 8.641,80<br />
4. Activités publiques/Openbare activiteiten 30.842,25<br />
Séance d’ouverture/Openingszitting 2004 1.941,50 2,73 1.944,23<br />
Symposium Tropical Forests in a Changing Global Context 12.204,28 3.448,72 15.653,00<br />
Symposium Research in Applied Nutrition in Developing Countries 10.487,38 1.987,74 12.475,12<br />
6 e Conférence Vanbreuseghem/6e Vanbreuseghem Conferentie 769,90 769,90<br />
5. Locaux/Lokalen 42.037,28<br />
Location parking/Huur 1.648,82 1.648,82<br />
Location salles Palais/Huur zalen Paleis 1.462,60 1.462,60<br />
Charges/Lasten CENIBA : 2 sem.03-1 sem.04 + assur. incendie/brandverzek. 38.102,20 38.102,20<br />
Entretien/Onderhoud 695,01 128,65 823,66<br />
6. Administration/Administratie 16.386,62<br />
Téléphone/Telefoon + Fax + E-mail 2.177,80 3,50 2.181,30<br />
Poste/Post 14.063,87 141,45 14.205,32<br />
7. Frais de fonctionnement ARSOM/Werkingkosten KAOW 10.156,02<br />
Infrastructure informatique/Computerinfrastructuur 2.070,00 43,50 2.113,50<br />
Support informatique/Informaticasupport 2.439,65 2.439,65<br />
Machines (y compris entretien/incl. onderhoud) 1.689,48 128,40 1.817,88<br />
Matériel de bureau/Bureaubenodigdheden 3.139,14 188,14 3.327,28<br />
Accueil/Onthaal 457,71 457,71<br />
8. Frais d’impression/Drukkosten 40.902,95<br />
Bulletin/Mededelingen<br />
Mémoires/Verhandelingen<br />
16.576,97 16.576,97<br />
Petit, P. : Byakula : Approche socio-anthropologique de l’alimentation<br />
Actes/Acta<br />
10.591,52 10.591,52<br />
Tropical Forests : A State of the Art at the Turn of the Century<br />
Recueil d’études historiques/Verzamelwerk Geschiedkundige Studies<br />
3.417,52 3.417,52<br />
L’ordre juridique colonial <strong>belge</strong>. Eléments d’histoire 9.379,94 9.379,94<br />
Reliure/Inbinding 894,64 894,64<br />
ISBN 42,36 42,36<br />
9. Concours annuels/Jaarlijkse Wedstrijden 2.000,00 2.000,00<br />
10. Représentation Académie/Vertegenwoordiging Academie 887,00 887,00<br />
Total dépenses/Totaal uitgaven 148.171,63 6.776,02 154.947,65<br />
Transferts Banque --@ Caisse/Transfers Bank --@ Kas 6.630,00 6.630,00<br />
154.801,63 6.776,02 161.577,65<br />
Solde/Saldo 31.12.2004 235.496,52 365,06 235.861,58<br />
Le Ministre de la Politique scientifique,<br />
M. VERWILGHEN
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Académie royale des Sciences d’Outre-Mer<br />
—<br />
Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen<br />
Bilan/Balans 31.12.2004<br />
Actif/Activa<br />
Avoir académique/Vermogen academie 31.12.2004 S<br />
Banque/Bank 252.849,07<br />
Caisse/Kas 365,06<br />
Total/Totaal 253.214,13<br />
Passif/Passiva<br />
Fonds de réserve/Reservefonds<br />
S<br />
17.352,55<br />
Compte de régularisation (charges à imputer à l’exercice)/Regularisatierekening (lasten<br />
onder te brengen bij boekjaar)<br />
50.852,66<br />
Solde transition/Saldo overbrugging 2004-2005 185008,92<br />
Total/Totaal 253.214,13<br />
Le Ministre de la Politique scientifique,<br />
M. VERWILGHEN<br />
Prévisions/Vooruitzichten 2005<br />
Académie royale des Sciences d’Outre-Mer<br />
—<br />
Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen<br />
Recettes/Inkomsten<br />
Solde/Saldo 31/12/2004 235.861,58 U<br />
1. Subvention Ministère/Toelage Ministerie 138.000,00 U<br />
2. Intérêts/Interesten 3.600,00 U<br />
3. Publications/Publicaties 3.550,00 U<br />
4. Participation tiers/Bijdragen derden 15.878,97 U<br />
Total recettes/Totaal inkomsten<br />
Dépenses/Uitgaven<br />
161.028,97 U<br />
1. Personnel/Personeel 120,00 U<br />
2. Secrétaire perpétuelle/Vast Secretaris 4.500,00 U<br />
3. Jetons de présence/Presentiegeld 9.250,00 U<br />
4. Activités publiques/Openbare activiteiten 88.800,00 U<br />
Séance d’ouerture/Openingszitting 2004-2005 2.500,00 S<br />
Séance d’hommage/Huldezitting Yola Verhasselt 2.500,00 S<br />
Africa’s Great Rift : Diversity and Unity 35.000,00 S<br />
Hubs, Harbours and Deltas in South-East Asia 48.750,00 S<br />
5. Locaux/Lokalen 60.330,00 U<br />
Location parking/Huur 1.830,00 S<br />
Location salles Palais/Huur zalen Paleis 3.000,00 S<br />
CENIBA + assurance incendie/brandverzekering 45.000,00 S<br />
Entretien/Onderhoud 1.500,00 S<br />
Divers/Varia 9.000,00 S<br />
6. Administration/Administratie 20.400,00 U<br />
Belgacom 3.550,00 S<br />
Poste/Post 16.850,00 S<br />
33295
33296 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Recettes/Inkomsten<br />
7. Frais fonctionnement ARSOM/Werkingskosten KAOW 29.575,00 U<br />
Infrastructure informatique/Computerinfrastructuur 5.760,00 S<br />
Machines (y compris entretien/incl. onderhoud) 6.155,00 S<br />
Matériel de bureau/Bureaubenodigdheden 6.850,00 S<br />
Mobilier/Meubilair 9.760,00 S<br />
Accueil/Onthaal 800,00 S<br />
Cotisations/Lidmaatschappen 250,00 S<br />
8. Frais d’impression/Drukkosten 80.000 U<br />
9. Concours annuels/Jaarlijkse wedstrijden 6.000,00 U<br />
10. Représentation Académie/Vertegenw. Academie 6.500,00 U<br />
Total recettes/Totaal inkomsten 305.375,00 U<br />
Solde/Saldo 31.12.2005 91.415,55 U<br />
AGENCE FEDERALE<br />
POUR LA SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE<br />
[S − C − 2005/22614]<br />
Validation guide<br />
La 1 re version du « Guide pour l’autocontrôle pour la production<br />
primaire de lait cru », datée du 6 juillet 2005, a été approuvée le<br />
15 juillet 2005 par l’agence fédérale pour la sécurité de la chaîne<br />
alimentaire en vertu de l’article 9 de l’arrêté royal du 14 novembre 2003<br />
relatif à l’autocontrôle, à la notification obligatoire et à la traçabilité<br />
dans la chaîne alimentaire. Ce guide peut être obtenu au groupe de<br />
travail interprofessionnel IKM-QLF-QMK, route de Herve 104, 4651 Battice,<br />
tél. : 087-69 26 08, fax : 087-69 26 40, e-mail : qfl@qfl.be<br />
Le Ministre de la Politique scientifique,<br />
M. VERWILGHEN<br />
*<br />
FEDERAAL AGENTSCHAP<br />
VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN<br />
[C − 2005/22614]<br />
Validatie gids<br />
Versie 1 van de « Gids voor autocontrole voor de primaire productie<br />
van rauwe melk » gedateerd op 6 juli 2005 werd op 15 juli 2005<br />
krachtens artikel 9 van het koninklijk besluit van 14 november 2003<br />
betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de<br />
voedselketen door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de<br />
Voedselketen goedgekeurd. Deze gids kan bekomen worden bij de<br />
Interprofessionele Werkgroep IKM-QFL-QMK, Treurenberg 16, 1000 Brussel,<br />
tel. : 02-510 63 15, fax : 02-510 63 08, e-mail : ikm@ikm.be<br />
GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION<br />
GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN<br />
GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN<br />
VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE<br />
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP<br />
Diepenbeek. — Bekendmaking goedkeuringsbeslissing<br />
[2005/35895]<br />
Het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Diepenbeek brengt, overeenkomstig artikel 55, § 2,<br />
van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, ter kennis van de bevolking dat<br />
de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende de lozing van huishoudelijk afvalwater en de verplichte<br />
aansluiting op de openbare riolering werd vastgesteld door de gemeenteraad op 2 mei 2005 en werd goedgekeurd door<br />
de bestendige deputatie van de provincie Limburg op 7 juli 2005.<br />
Deze beslissing treedt in werking tien dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.
PUBLICATIONS LEGALES<br />
ET AVIS DIVERS<br />
WETTELIJKE BEKENDMAKINGEN<br />
EN VERSCHILLENDE BERICHTEN<br />
VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL<br />
Vacatures academisch personeel<br />
Vacature nr. : RG/2005/016.<br />
Faculteit : rechtsgeleerdheid.<br />
Betrekking : assisterend academisch personeel.<br />
Intern of extern : extern.<br />
Mandaat : praktijkassistent, deeltijds 10 %.<br />
Ingangsdatum : 1 oktober 2005.<br />
Duur : voor 2 academiejaren.<br />
Vakgebied en vakgroep : fiscaal recht (FISC).<br />
Omschrijving :<br />
Praktijkonderwijs inkomenstenbelastingen.<br />
Vereisten :<br />
Licentiaat in de rechten met aanvullend diploma Fiscaal recht en<br />
relevante beroepservaring.<br />
Contactpersoon : prof. dr. A. Spruyt; prof. dr. H. Casman, decaan.<br />
Contact telefoon : 02-629 25 50; 02-629 25 43.<br />
Contact e-mail : Andre.Spruyt@vub.ac.be.<br />
Naam decaan : Hélène Casman.<br />
Inwachtingstermijn : vóór 15 augustus 2005.<br />
De kandidaten worden verzocht gebruik te maken van het daartoe<br />
bestemde kandidaatstellingsformulier met cumulatieformulier dat kan<br />
gedownload worden op het internetadres http://www.vub.ac.be/DP/<br />
AP.html of bekomen worden op de dienst personeel (tel. 02-629 20 02)<br />
van de Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, te 1050 Brussel.<br />
Dit ingevuld kandidaatstellingsformulier dient gericht te worden aan<br />
de rector van de Vrije Universiteit Brussel. (19506)<br />
Vacature nr. : RG/2005/017.<br />
Faculteit : rechtsgeleerdheid.<br />
Betrekking : assisterend academisch personeel.<br />
Intern of extern : extern.<br />
Mandaat : praktijkassistent, deeltijds 10 %.<br />
Ingangsdatum : 1 oktober 2005.<br />
Duur : voor 2 academiejaren.<br />
Vakgebied en vakgroep : fiscaal recht (FISC).<br />
Omschrijving :<br />
Praktijkonderwijs registratierechten en successierechten - Aspecten<br />
van successieplanning.<br />
Vereisten :<br />
Licentiaat in de rechten + licentiaat in het notariaat met relevante<br />
beroepservaring.<br />
Contactpersoon : prof. dr. A. Spruyt; prof. dr. H. Casman, decaan.<br />
Contact telefoon : 02-629 25 50; 02-629 25 43.<br />
Contact e-mail : Andre.Spruyt@vub.ac.be.<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
33297<br />
Naam decaan : Hélène Casman.<br />
Inwachtingstermijn : vóór 15 augustus 2005.<br />
De kandidaten worden verzocht gebruik te maken van het daartoe<br />
bestemde kandidaatstellingsformulier met cumulatieformulier dat kan<br />
gedownload worden op het internetadres http://www.vub.ac.be/DP/<br />
AP.html of bekomen worden op de dienst personeel (tel. 02-629 20 02)<br />
van de Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, te 1050 Brussel.<br />
Dit ingevuld kandidaatstellingsformulier dient gericht te worden aan<br />
de rector van de Vrije Universiteit Brussel. (19507)<br />
Vacature nr. : RG/2005/018.<br />
Faculteit : rechtsgeleerdheid.<br />
Betrekking : assisterend academisch personeel.<br />
Intern of extern : extern.<br />
Mandaat : voltijds assistent, 100 %.<br />
Ingangsdatum : 1 oktober 2005.<br />
Duur : voor 2 academiejaren.<br />
Vakgebied en vakgroep : sociaal recht (SORE).<br />
Omschrijving :<br />
Onderwijs : oefeningen bij Algemene inleiding tot het recht en bij<br />
Rechtsmethodologie (met sociaalrechtelijke invalshoek). Onderzoek : in<br />
het domein van het sociaal recht.<br />
Vereisten :<br />
Licentiaat in de rechten met goede studieresultaten.<br />
Contactpersoon : prof. dr. G. Van Limberghen; J. Gorus en S. Smis.<br />
Contact telefoon : 02-629 25 61; 02-629 26 35; 02-629 24 25.<br />
Contact e-mail : Guido.Van.Limberghen@vub.ac.be;<br />
Jan.Gorus@vub.ac.be; Stefaan.Smis@vub.ac.be<br />
Naam decaan : Hélène Casman.<br />
Inwachtingstermijn : twee weken na publicatie in het Belgisch Staatsblad.<br />
De kandidaten worden verzocht gebruik te maken van het daartoe<br />
bestemde kandidaatstellingsformulier met cumulatieformulier dat kan<br />
gedownload worden op het internetadres http://www.vub.ac.be/DP/<br />
AP.html of bekomen worden op de dienst personeel (tel. 02-629 20 02)<br />
van de Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, te 1050 Brussel.<br />
Dit ingevuld kandidaatstellingsformulier dient gericht te worden aan<br />
de rector van de Vrije Universiteit Brussel. (19508)<br />
Vacature nr. : IR/2005/031.<br />
Faculteit : ingenieurswetenschappen.<br />
Betrekking : assisterend academisch personeel.<br />
Intern of extern : extern.<br />
Mandaat : voltijds assistent.<br />
Ingangsdatum : 1 oktober 2005.<br />
Duur : 2 jaar (hernieuwbaar).<br />
Vakgebied en vakgroep : elektriciteit.<br />
Omschrijving :<br />
Onderwijs : werkcolleges, practica en oefeningen in de elektriciteit.<br />
Onderzoek : in het domein van de systeemidentificatie.<br />
Vereisten :<br />
Burgerlijk ingenieur of licentiaat wiskunde, natuurkunde, scheikunde<br />
of bio-ingenieur.<br />
Contactpersoon : prof. J. Schoukens.<br />
Contact telefoon : 02-629 29 44.<br />
Contact e-mail : Johan.Schoukens@vub.ac.be.<br />
Naam decaan : prof. R. Willem.<br />
Inwachtingstermijn : 31 augustus 2005.
33298 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
De kandidaten worden verzocht gebruik te maken van het daartoe<br />
bestemde kandidaatstellingsformulier met cumulatieformulier dat kan<br />
gedownload worden op het internetadres http://www.vub.ac.be/DP/<br />
AP.html of bekomen worden op de dienst personeel (tel. 02-629 20 02)<br />
van de Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, te 1050 Brussel.<br />
Dit ingevuld kandidaatstellingsformulier dient gericht te worden aan<br />
de rector van de Vrije Universiteit Brussel. (19509)<br />
Vacature nr. : IR/2005/032.<br />
Faculteit : ingenieurswetenschappen.<br />
Betrekking : assisterend academisch personeel.<br />
Intern of extern : extern.<br />
Mandaat : voltijds assistent.<br />
Ingangsdatum : 1 oktober 2005.<br />
Duur : 2 jaar (hernieuwbaar).<br />
Vakgebied en vakgroep : chemische ingenieurstechnieken.<br />
Omschrijving :<br />
Onderwijs : coördinatie en verzorgen van oefeningen warmte- en<br />
stromingsleer (3e bachelor burg. ir., ir. architect en bio-ing.), warmteen<br />
massaoverdracht (3e bachelor burg. ir. EL), reactoren (5e jaar burg.<br />
ir. scheikunde, 5e jaar bio-ir.), chemische procesregeling (5e jaar burg.<br />
ir. scheikunde), begeleiden van eindwerken in CHIS.<br />
Onderzoek : voorbereiden doctoraat in chemische ingenieurstechniek<br />
(scheiding, reactorentechniek, katalyse) in het kader van een der<br />
onderzoeksdomeinen binnen de vakgroep CHIS.<br />
Vereisten :<br />
Burgerlijk ingenieur bij voorkeur scheikunde, bio-ingenieur<br />
cel-genbiotechnologie of scheikunde.<br />
Contactpersoon : prof. G. Baron.<br />
Contact telefoon : 02-629 32 50 of 23 46.<br />
Contact e-mail : gvbaron@vub.ac.be.<br />
Naam decaan : prof. R. Willem.<br />
Inwachtingstermijn : 31 augustus 2005.<br />
De kandidaten worden verzocht gebruik te maken van het daartoe<br />
bestemde kandidaatstellingsformulier met cumulatieformulier dat kan<br />
gedownload worden op het internetadres http://www.vub.ac.be/DP/<br />
AP.html of bekomen worden op de dienst personeel (tel. 02-629 20 02)<br />
van de Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, te 1050 Brussel.<br />
Dit ingevuld kandidaatstellingsformulier dient gericht te worden aan<br />
de rector van de Vrije Universiteit Brussel. (19510)<br />
Vacature nr. : GF/2005/033.<br />
Faculteit : geneeskunde en farmacie.<br />
Betrekking : assisterend academisch personeel.<br />
Intern of extern : extern.<br />
Mandaat : deeltijds mandaatassistent (50 %).<br />
Ingangsdatum : 1 oktober 2005.<br />
Duur : 2 jaar (hernieuwbaar).<br />
Vakgebied en vakgroep : geneeskunde (HUIS).<br />
Omschrijving :<br />
Onderwijs : 1) ondersteuning onderwijs en dienstbetoon; 2) intensieve<br />
begeleiding van studenten; 3) assistentie van ZAP-leden bij<br />
examineren. Onderzoek : 1) wetenschappelijk onderzoek in het gebied<br />
van de huisartsgeneeskunde; 2) voorbereiden van een doctoraalscriptie<br />
in de medische wetenschappen m.b.t. de huisartsgeneeskunde (onderwerp<br />
te bepalen in overleg met de vakgroep); 3) begeleiden van<br />
studenten bij hun eindwerk in het gebied van de huisartsgeneeskunde<br />
Vertegenwoordiging in verschillende interuniversitaire organen, zowel<br />
intern als extern.<br />
Vereisten :<br />
Diploma’s : arts, erkend huisarts, met praktijk.<br />
Contactpersoon : prof. dr. W. Betz.<br />
Contact telefoon : 02-477 43 10.<br />
Contact e-mail : wbetz@vub.ac.be.<br />
Naam decaan : prof. dr. Y. Michotte.<br />
Inwachtingstermijn : 14 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.<br />
De kandidaten worden verzocht gebruik te maken van het daartoe<br />
bestemde kandidaatstellingsformulier met cumulatieformulier dat kan<br />
gedownload worden op het internetadres http://www.vub.ac.be/DP/<br />
AP.html of bekomen worden op de dienst personeel (tel. 02-629 20 02)<br />
van de Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, te 1050 Brussel.<br />
Dit ingevuld kandidaatstellingsformulier dient gericht te worden aan<br />
de rector van de Vrije Universiteit Brussel. (19511)<br />
Vacature nr. : GF/2005/032.<br />
Faculteit : geneeskunde en farmacie.<br />
Betrekking : assisterend academisch personeel.<br />
Intern of extern : extern.<br />
Mandaat : praktijkassistent (10 %).<br />
Ingangsdatum : 1 december 2005.<br />
Duur : 2 jaar (hernieuwbaar).<br />
Vakgebied en vakgroep : SOPA.<br />
Omschrijving :<br />
Onderwijs : Bijstand van het zelfstandig academisch personeel door<br />
het verschaffen van praktijkgebonden onderwijs op het gebied van de<br />
parodontologie.<br />
Vereisten :<br />
Diploma’s : lic. tandheelkunde/tandarts, master in medical en pharmaceutical<br />
research.<br />
Contactpersoon : prof. dr. M. Moradi.<br />
Contact telefoon : 02-477 49 23.<br />
Contact e-mail : mmoradi@minf.vub.ac.be.<br />
Naam decaan : prof. dr. Y. Michotte.<br />
Inwachtingstermijn : 14 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.<br />
De kandidaten worden verzocht gebruik te maken van het daartoe<br />
bestemde kandidaatstellingsformulier met cumulatieformulier dat kan<br />
gedownload worden op het internetadres http://www.vub.ac.be/DP/<br />
AP.html of bekomen worden op de dienst personeel (tel. 02-629 20 02)<br />
van de Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, te 1050 Brussel.<br />
Dit ingevuld kandidaatstellingsformulier dient gericht te worden aan<br />
de rector van de Vrije Universiteit Brussel. (19512)<br />
Vacature nr. : GF/2005/031.<br />
Faculteit : geneeskunde en farmacie.<br />
Betrekking : assisterend academisch personeel.<br />
Intern of extern : extern.<br />
Mandaat : praktijkassistent (10 %).<br />
Ingangsdatum : 1 december 2005.<br />
Duur : 2 jaar (hernieuwbaar).<br />
Vakgebied en vakgroep : SOPA.<br />
Omschrijving :<br />
Onderwijs : Bijstand van het zelfstandig academisch personeel door<br />
het verschaffen van praktijkgebonden onderwijs op het gebied van de<br />
parodontologie.<br />
Vereisten :<br />
Diploma’s : lic. tandheelkunde/tandarts, master in medical en pharmaceutical<br />
research.<br />
Contactpersoon : prof. dr. M. Moradi.<br />
Contact telefoon : 02-477 49 23.
Contact e-mail : mmoradi@minf.vub.ac.be.<br />
Naam decaan : prof. dr. Y. Michotte.<br />
Inwachtingstermijn : 14 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.<br />
De kandidaten worden verzocht gebruik te maken van het daartoe<br />
bestemde kandidaatstellingsformulier met cumulatieformulier dat kan<br />
gedownload worden op het internetadres http://www.vub.ac.be/DP/<br />
AP.html of bekomen worden op de dienst personeel (tel. 02-629 20 02)<br />
van de Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, te 1050 Brussel.<br />
Dit ingevuld kandidaatstellingsformulier dient gericht te worden aan<br />
de rector van de Vrije Universiteit Brussel. (19513)<br />
Vacature nr. : GF/2005/030.<br />
Faculteit : geneeskunde en farmacie.<br />
Betrekking : assisterend academisch personeel.<br />
Intern of extern : extern.<br />
Mandaat : deeltijds (50 %).<br />
Ingangsdatum : 1 oktober 2005.<br />
Duur : 2 jaar (hernieuwbaar).<br />
Vakgebied en vakgroep : geneeskunde (HUIS).<br />
Omschrijving :<br />
Onderwijs : Deelname aan klinische lessen multidisciplinair team in<br />
samenwerking met specialisten, participatie aan de training in<br />
gespreks- en consultatievoeren en technische vaardigheden Intensieve<br />
stagebegeleiding. Onderzoek : i.h.k.v. de dienst huisartsen (doctoraatsthesis<br />
: onderwerp te bepalen in overleg met de vakgroep) - Logistiek :<br />
Vertegenwoordiging in verschillende interuniversitaire organen, zowel<br />
intern als extern.<br />
Vereisten :<br />
Diploma’s : diploma’s : arts, erkend huisarts, met praktijk.<br />
Contactpersoon : prof. dr. W. Betz.<br />
Contact telefoon : 02-477 43 10.<br />
Contact e-mail : wbetz@huis.vub.ac.be.<br />
Naam decaan : prof. dr. Y. Michotte.<br />
Inwachtingstermijn : 14 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.<br />
De kandidaten worden verzocht gebruik te maken van het daartoe<br />
bestemde kandidaatstellingsformulier met cumulatieformulier dat kan<br />
gedownload worden op het internetadres http://www.vub.ac.be/DP/<br />
AP.html of bekomen worden op de dienst personeel (tel. 02-629 20 02)<br />
van de Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, te 1050 Brussel.<br />
Dit ingevuld kandidaatstellingsformulier dient gericht te worden aan<br />
de rector van de Vrije Universiteit Brussel. (19514)<br />
Loi du 29 mars 1962 (articles 9 et 21)<br />
Wet van 29 maart 1962 (artikelen 9 en 21)<br />
Stad Zottegem<br />
Ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Buke A<br />
Bericht van openbaar onderzoek<br />
Het college van burgemeester en schepenen van de stad Zottegem<br />
brengt, overeenkomstig de bepalingen van art. 49 van het decreet van<br />
18 mei 1999 (en latere wijzigingen), houdende de organisatie van de<br />
ruimtelijke ordening, ter kennis van de bevolking dat een openbaar<br />
onderzoek geopend wordt betreffende het gemeentelijk ruimtelijk<br />
uitvoeringsplan « RUP Buke A », voorlopig aangenomen door de<br />
gemeenteraad in zitting van 20 juni 2005.<br />
Het ontwerp RUP, omvattende de toelichtingsnota, plannen, stedenbouwkundige<br />
voorschriften, ligt ter inzage van het publiek bij de dienst<br />
Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening, Trapstraat 43, 9620 Zottegem,<br />
van 18 juli 2005 tot en met 16 september 2005, op werkdagen in de<br />
voormiddag van 9 tot 11 u. 30 m.<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
De bezwaren en opmerkingen waartoe deze plannen aanleiding<br />
kunnen geven dienen schriftelijk medegedeeld aan de gemeentelijke<br />
commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO), Trapstraat 43,<br />
9620 Zottegem, ten laatste op 16 september 2005, om 11 u. 30 m.<br />
Zottegem, 5 juli 2005. (27003)<br />
Gemeente Koekelare<br />
Openbaar onderzoek ontwerp gemeentelijk ruimtelijk structuurplan<br />
Bekendmaking<br />
Het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Koekelare<br />
brengt ter kennis dat het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk<br />
structuurplan ter inzage ligt voor het publiek vanaf 1 augustus 2005 tot<br />
en met 31 oktober 2005, en dit overeenkomstig artikel 33 van het decreet<br />
van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening<br />
en latere wijzigingen.<br />
Het ontwerp ligt ter inzage in het gemeentehuis, dienst ruimtelijke<br />
ordening, Sint-Maartensplein 19, te 8680 Koekelare, gedurende de<br />
openingsuren (van maandag tot vrijdag van 9 tot 12 uur, en op<br />
maandagavond van 17 u. 30 m. tot 18 u. 30 m.).<br />
Bezwaren en opmerkingen betreffende dit plan moeten schriftelijk en<br />
aangetekend worden opgestuurd aan de voorzitter van de gemeentelijke<br />
commissie voor ruimtelijke ordening, gemeentehuis, Sint-<br />
Maartensplein 19, te 8680 Koekelare, of door het persoonlijk af te geven<br />
in het gemeentehuis tegen ontvangstbewijs. Wie dit wenst kan gehoord<br />
worden, wie gebruik wenst te maken van deze mogelijkheid moet dit<br />
evenwel uitdrukkelijk vermelden in zijn bezwaarschrift.<br />
Het college van burgemeester en schepenen organiseert één<br />
informatie- en inspraakvergadering op dinsdag 20 september 2005,<br />
om 19 u. 30 m., in c.c. De Brouwerij, Sint-Maartensplein 15B, te<br />
8680 Koekelare. (27004)<br />
Annonces − Aankondigingen<br />
SOCIETES − VENNOOTSCHAPPEN<br />
Euro Candy, naamloze vennootschap,<br />
Industrieweg 98/100, Gent (Wondelgem)<br />
Rechtspersonenregister te Gent — Ondernemingsnummer 0421.265.258<br />
De aandeelhouders worden verzocht om de buitengewone algemene<br />
vergadering bij te wonen die zal gehouden worden op woensdag<br />
10 augustus 2005, om 16 u. 30 m., op het kantoor van notaris<br />
Wylleman-Van de Keere, te Evergem (Sleidinge), Sleidinge-dorp 102.<br />
Agenda :<br />
33299<br />
1. Aanpassing statuten aan het nieuwe Wetboek van vennootschappen.<br />
2. Wijziging van artikel 9 en 9bis betreffende de overdracht en<br />
overgang van aandelen.<br />
3. Benoeming van bestuurders.<br />
4. Machtiging aan de raad van bestuur.<br />
De aandeelhouders worden verzocht zich te richten tot de statutaire<br />
bepalingen voor de toelating tot de buitengewone algemene vergadering.<br />
(27005)
33300 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
SCF, naamloze vennootschap,<br />
Hoogkamerstraat 1, 9100 Sint-Niklaas<br />
H.R. Sint-Niklaas 61764<br />
De raad van bestuur van de NV S.C.F. heeft de eer de dames en heren<br />
aandeelhouders uit te nodigen tot het bijwonen van de jaarlijkse<br />
algemene vergadering die zal worden gehouden te Sint-Niklaas, Hoogkamerstraat<br />
1, op woensdag 31 augustus 2005, om 15 uur, met de<br />
volgende agenda :<br />
1. Verslag van de raad van bestuur en van de commissaris over het<br />
boekjaar 2004-2005 met betrekking tot de enkelvoudige en geconsolideerde<br />
jaarrekening.<br />
2. Bespreking en goedkeuring van de enkelvoudige balans en resultatenrekening<br />
per 28 februari 2005 en resultaatbestemming.<br />
Voorstel van besluit : Goedkeuring van de enkelvoudige balans en<br />
resultatenrekening afgesloten op 28 februari 2005 en van de voorgestelde<br />
resultaatbestemming, m.n. 4.900.174,00 euro uitkeren als dividend<br />
en 6.371.250,87 euro als winst over te dragen naar volgend<br />
boekjaar.<br />
3. Bespreking en goedkeuring van de geconsolideerde balans en<br />
resultatenrekening per 28 februari 2005.<br />
Voorstel van besluit : Goedkeuring van de geconsolideerde balans en<br />
resultatenrekening, afgesloten op 28 februari 2005.<br />
4. Kwijting aan de bestuurders en commissaris.<br />
Voorstel van besluit : kwijting aan de bestuurders en aan de commissaris<br />
voor de uitvoering van hun opdracht tijdens het boekjaar 2004-<br />
2005.<br />
5. Benoemingen.<br />
Voorstel van besluit :<br />
Bekrachtiging benoeming Eugenius B.V.B.A., vast vertegenwoordigd<br />
door Mevr. Myriam Lamote, als bestuurder tot de algemene vergadering<br />
van 2007.<br />
Hernieuwing mandaat voor een periode van zes jaar tot de algemene<br />
vergadering van 2011 van volgende bestuurders : De heer Etienne<br />
Kaesteker, Mevr. Margriet Talpe, de heer Bernard Speeckaert,<br />
de N.V. Shopinvest vast vertegenwoordigd door de heer. E. Kaesteker<br />
en de B.V.B.A. A. Cooreman vast vertegenwoordigd door de heer<br />
A. Cooreman.<br />
Hernieuwing mandaat Ernst & Young Bedrijfsrevisoren B.C.V., vertegenwoordigd<br />
door de heer Patrick Rottiers, voor een periode van drie<br />
jaar, tot de algemene vergadering van 2008 en goedkeuring van de<br />
vergoeding zoals door de raad van bestuur voorgesteld.<br />
6. Goedkeuring van de toekenning van rechten aan derden overeenkomstig<br />
artikel 556 W.Venn.<br />
Voorstel van besluit : De algemene vergadering keurt het recht goed<br />
dat is toegekend aan het management van de vennootschap om de<br />
samenwerking onmiddellijk te beëindigen i.g.v. controlewijziging over<br />
de vennootschap, waarbij de vennootschap, onder bepaalde voorwaarden,<br />
een vergoeding verschuldigd is die berekend wordt op basis<br />
van de jaarlijkse vergoeding van het management, en die momenteel in<br />
totaal kan oplopen tot maximum 1.050.000 euro. De algemene vergadering<br />
keurt tevens de verbintenis goed van de vennootschap om<br />
ingeval zij de samenwerking met het management beëindigt binnen<br />
een bepaalde periode na een controlewijziging over de vennootschap<br />
een vergoeding te betalen die maximaal kan oplopen tot voornoemd<br />
bedrag.<br />
7. Toelichting over de evolutie van de vennootschap.<br />
8. Varia en rondvraag.<br />
Om te worden toegelaten tot de algemene vergadering dienen de<br />
eigenaars van aandelen aan toonder uiterlijk op vrijdag<br />
26 augustus 2005 de aandelen met dewelke zij wensen deel te nemen<br />
aan de algemene vergadering te deponeren op de maatschappelijke<br />
zetel te Sint-Niklaas of bij de loketten van de Fortis Bank.<br />
De eigenaars van aandelen op naam dienen de raad van bestuur<br />
uiterlijk op vrijdag 26 augustus 2005 schriftelijk in te lichten over hun<br />
voornemen om deze vergadering bij te wonen.<br />
De aandeelhouders die zich wensen te laten vertegenwoordigen,<br />
moeten daartoe een schriftelijke volmacht verlenen. Zij worden<br />
verzocht hiertoe gebruik te maken van het volmachtformulier dat op<br />
de maatschappelijke zetel ter beschikking ligt en op verzoek<br />
(03-760 39 11 of F.Favyts@e5-mode.be) wordt toegestuurd.<br />
(27006) De raad van bestuur.<br />
Espace Medicis, société anonyme,<br />
avenue Hamoir 17, 1180 Bruxelles<br />
NN 0438.187.008 — RPM Bruxelles<br />
Assemblée générale le 16.08.2005, à 18 heures, qui se tiendra à<br />
l’avenue Hamoir 17, à 1180 Bruxelles. — Ordre du jour : 1. Approbation<br />
du procès- verbal du conseil d’administration. 2. Approbation du<br />
rapport de gestion portant sur les comptes arrêtés au 31.12.2004.<br />
3. Approbation des comptes annuels arrêtés au 31.12.2004 et de la<br />
répartition bénéficiaire proposée. 4. Décharge aux administrateurs pour<br />
l’exercice de leur mandat. 5. Rapport spécial du conseil d’administration;<br />
application des articles 633 et 634. 6. Réélections<br />
statutaires. (80908)<br />
Noorhof <strong>Investment</strong>s, commanditaire vennootschap op aandelen,<br />
Ipsvoordestraat 55, 1880 Kapelle-op-den-Bos<br />
NN 0473.388.902 — RPR Brussel<br />
Aangezien het wettelijke quorum niet bereikt werd op de buitengewone<br />
algemene vergadering d.d. 25.07.2005 wordt een tweede buitengewone<br />
algemene vergadering gehouden voor notaris Marc Van Nuffel,<br />
Jan Van Rijswijcklaan 26, 2018 Antwerpen op 10.08.2005, om 11 uur, met<br />
volgende agenda :<br />
1. Aanvaarding van een volledig nieuwe tekst van statuten ondermeer<br />
omvattende :<br />
- aanpassing van de artikelen met betrekking tot het voorkeurrecht;<br />
- aanpassing van de artikelen met betrekking tot de overdracht van<br />
de aandelen;<br />
- aanpassing van de artikelen met betrekking tot het bestuur en<br />
vertegenwoordiging van de vennootschap;<br />
- aanpassing van de artikelen met betrekking tot de tegenstrijdigheid<br />
van belangen;<br />
- aanpassing van de artikelen met betrekking tot de algemene<br />
vergadering;<br />
- aanpassing van de artikelen met betrekking tot de ontbinding van<br />
de vennootschap;<br />
- aanpassing van de statuten met betrekking tot de aanduiding van<br />
de bevoegde rechtbank,<br />
en waarbij de statuten eveneens in overeenstemming worden<br />
gebracht met de wijzigingen in de vennootschapswetgeving.<br />
2. Volmachten. (80909)<br />
Revada, société anonyme,<br />
rue Préfeuillet 11, 7370 Dour<br />
T.V.A.-BTW 401.795.576 — RPM-RPR 0401.795.576<br />
Les actionnaires sont invités à l’assemblée générale extraordinaire de<br />
Revada, société anonyme, qui aura lieu à 9520 Sint-Lievens-Houtem,<br />
Boekhoutstraat 29, le samedi 13.08.2005, à 11 heures. — Ordre du jour :<br />
1. Décision sur la proposistion du conseil d’administration concernant<br />
une nouvelle structure de la société. 2.Démissions et nominations.<br />
3. Divers. Les actionnaires sont priés dedéposer leurs actions cinq jour<br />
avant cette assemblée aux bureaux de l’adresse du siège d’exploitation<br />
à 9520 Sint-Lievens-Houtem, Wettersesteenweg 104.<br />
De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de buitengewone algemene<br />
vergadering van Revada, naamloze vennootschap, die zal doorgaan<br />
te 9520 Sint-Lievens-Houtem, Boekhoutstraat 29, op zaterdag
13.08.2005, om 11 uur. — Dagorde : 1. Beslissing inzake voorstel raad<br />
van bestuur aangaande nieuwe structuur van de vennootschap.<br />
2. Ontslagen en benoemingen. 3. Varia. De aandeelhouders dienen vijf<br />
dagen vóór deze vergadering hun aandelen te deponeren op het<br />
kantoor van het exploitatieadres te 9520 Sint-Lievens-Houtem, Wettersesteenweg<br />
104. (80910)<br />
Drukkerij Vandenberghe, naamloze vennootschap,<br />
Stationsstraat 17, 8610 Kortemark<br />
0427.032.602 RPR Brugge<br />
Jaarvergadering op 18/08/2005, om 14 uur, op de zetel.<br />
Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening per<br />
31/03/2005. Decharge bestuurders. Bestemming resultaat. Allerlei.<br />
Voor de aanwezigheid de titels, 5 dagen vooraf deponeren ten maatschappelijke<br />
zetel, conform artikel eenentwintig. (27007)<br />
Van Langenhove Invest, commanditaire vennootschap op aandelen,<br />
Bergstraat 20, 9820 Merelbeke<br />
RPR Gent 0477.501.603<br />
Jaarvergadering op 9 augustus 2005, om 19 uur, op de zetel.<br />
Verslag van de zaakvoerder. Goedkeuring jaarrekening per<br />
31/12/2004. Bestemming resultaat. Beraadslaging naar aanleiding van<br />
de financiële situatie van de vennootschap. Kwijting zaakvoerder.<br />
Varia. Zich richten naar de statuten. (27064)<br />
Administrations publiques<br />
et Enseignement technique<br />
Openbare Besturen en Technisch Onderwijs<br />
PLACES VACANTES − OPENSTAANDE BETREKKINGEN<br />
Katholieke Hogeschool Leuven<br />
Functie : lector LO voor de opleiding tot geaggregeerde secundair<br />
onderwijs (groep 1) - regentaatsopleiding lichamelijke opvoeding<br />
(Ref. : KHL/OP/2005-16).<br />
Diploma : licentie lichamelijke opvoeding met aggregatie secundair<br />
onderwijs (academisch lerarenopleiding).<br />
Ervaring : voorafgaande onderwijservaring is noodzakelijk.<br />
Salarisschaal : 502.<br />
Aard van de betrekking : 100 % tijdelijk vacant.<br />
Datum van indiensttreding : 19 september 2005.<br />
Plaats van tewerkstelling : departement lerarenopleiding, Campus<br />
Heverlee, Naamsesteenweg 355, te 3001 Heverlee, of Campus Diest,<br />
Weerstandsplein 2, te 3290 Diest.<br />
Selectiemethode : preselecties op basis van vergelijking van ingestuurde<br />
sollicitatiedossiers en eventueel selectie-interviews.<br />
Sollicitaties met curriculum vitae en vermelding van het referentienummer<br />
sturen aan de heer Wim Bergen, departementshoofd lerarenopleiding,<br />
Naamsesteenweg 355, 3001 Heverlee, vóór<br />
15 juli 2005. (27008)<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Functie : lector godsdienst voor de opleiding tot geaggregeerde lager<br />
secundair onderwijs (groep 1) - en de opleiding tot onderwijzer(es)<br />
(Ref. : KHL/OP/2005-17).<br />
Diploma : licentie godsdienstwetenschappen met aggregatie secundair<br />
onderwijs (academisch lerarenopleiding).<br />
Ervaring : voorafgaande onderwijservaring is noodzakelijk.<br />
Salarisschaal : 502.<br />
Aard van de betrekking : 80 % tijdelijk vacant.<br />
Datum van indiensttreding : 19 september 2005.<br />
Plaats van tewerkstelling : departement lerarenopleiding, Campus<br />
Heverlee, Naamsesteenweg 355, te 3001 Heverlee, of Campus Diest,<br />
Weerstandsplein 2, te 3290 Diest.<br />
Selectiemethode : preselecties op basis van vergelijking van ingestuurde<br />
sollicitatiedossiers en eventueel selectie-interviews.<br />
Sollicitaties met curriculum vitae en vermelding van het referentienummer<br />
sturen aan de heer Wim Bergen, departementshoofd lerarenopleiding,<br />
Naamsesteenweg 355, 3001 Heverlee, vóór<br />
15 juli 2005. (27009)<br />
Functie : lector opvoedkundige wetenschappen voor de opleiding tot<br />
kleuterleid(st)er en voor de opleiding tot geaggregeerde lager secundair<br />
onderwijs (groep 1) (Ref. : KHL/OP/2005-18).<br />
Diploma : licentie pedagogische wetenschappen en aggregatie secundair<br />
onderwijs (academische lerarenopleiding).<br />
Ervaring : voorafgaande onderwijservaring is noodzakelijk.<br />
Salarisschaal : 502.<br />
Aard van de betrekking : 65 % tijdelijk vacant.<br />
Datum van indiensttreding : 19 september 2005.<br />
Plaats van tewerkstelling : departement lerarenopleiding, Campus<br />
Heverlee, Naamsesteenweg 355, te 3001 Heverlee, of Campus Diest,<br />
Weerstandsplein 2, te 3290 Diest.<br />
Selectiemethode : preselecties op basis van vergelijking van ingestuurde<br />
sollicitatiedossiers en eventueel selectie-interviews.<br />
Sollicitaties met curriculum vitae en vermelding van het referentienummer<br />
sturen aan de heer Wim Bergen, departementshoofd lerarenopleiding,<br />
Naamsesteenweg 355, 3001 Heverlee, vóór<br />
15 juli 2005. (27010)<br />
Functie : lector Nederlands/logopedie voor de opleiding tot geaggregeerde<br />
lager secundair onderwijs (groep 1) (Ref. : KHL/OP/2005-<br />
19).<br />
Diploma : licentie Germaanse Filologie met aggregatie secundair<br />
onderwijs (academische lerarenopleiding).<br />
Ervaring : voorafgaande onderwijservaring is noodzakelijk.<br />
Salarisschaal : 502.<br />
Aard van de betrekking : 80 % tijdelijk vacant.<br />
Datum van indiensttreding : 19 september 2005.<br />
33301<br />
Plaats van tewerkstelling : departement lerarenopleiding, Campus<br />
Heverlee, Naamsesteenweg 355, te 3001 Heverlee, of Campus Diest,<br />
Weerstandsplein 2, te 3290 Diest.<br />
Selectiemethode : preselecties op basis van vergelijking van ingestuurde<br />
sollicitatiedossiers en eventueel selectie-interviews.<br />
Sollicitaties met curriculum vitae en vermelding van het referentienummer<br />
sturen aan de heer Wim Bergen, departementshoofd lerarenopleiding,<br />
Naamsesteenweg 355, 3001 Heverlee, vóór<br />
15 juli 2005. (27011)
33302 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Functie : lector muzikale opvoeding voor de opleiding tot kleuterleid(st)er<br />
(Ref. : KHL/OP/2005-20).<br />
Diploma : Meester in de muziektheorie + geaggregeerde L.SO.<br />
Ervaring : voorafgaande onderwijservaring is noodzakelijk.<br />
Salarisschaal : 502.<br />
Aard van de betrekking : 60 % tijdelijk vacant.<br />
Datum van indiensttreding : 19 september 2005.<br />
Plaats van tewerkstelling : departement lerarenopleiding, Campus<br />
Heverlee, Naamsesteenweg 355, te 3001 Heverlee, of Campus Diest,<br />
Weerstandsplein 2, te 3290 Diest.<br />
Selectiemethode : preselecties op basis van vergelijking van ingestuurde<br />
sollicitatiedossiers en eventueel selectie-interviews.<br />
Sollicitaties met curriculum vitae en vermelding van het referentienummer<br />
sturen aan de heer Wim Bergen, departementshoofd lerarenopleiding,<br />
Naamsesteenweg 355, 3001 Heverlee, vóór<br />
15 juli 2005. (27012)<br />
Voor de Dienst Communicatie, Cel Cultuurcoördinatie zoeken wij<br />
een projectmedewerker cultuurcoördinatie (m/v) graad 6 –<br />
VB/A/2005/26/W<br />
Doel :<br />
Als projectmedewerker draait u samen met de verantwoordelijke en<br />
de administratieve medewerker mee in de dagdagelijkse werking van<br />
de Cel Cultuurcoördinatie.<br />
Opdrachten :<br />
U werkt mee aan de agenda van de Commissie Cultuur en van de<br />
Adviesraad Cultuur en voert de genomen beslissingen mee uit.<br />
U staat in voor de praktische organisatie van culturele activiteiten<br />
binnen het jaarlijkse Cultuurplan.<br />
U ondersteunt studenten, personeel en alumni van de K.U.Leuven<br />
bij de uitwerking van culturele initiatieven.<br />
U bouwt contacten op met externe culturele netwerken en partners<br />
en werkt mee aan de culturele evenementen van de stad Leuven en de<br />
provincie Vlaams-Brabant.<br />
U organiseert en coördineert mee de concerten van het cultuurjaarprogramma<br />
van de K.U.Leuven (artistiek, promotioneel, logistiek en<br />
technisch), de beiaardwerking en u bent medeverantwoordelijk voor de<br />
ondersteuning van de universitaire ensembles en de kringtonelen.<br />
U bent verantwoordelijk voor de praktische organisatie van culturele<br />
evenementen en festivals binnen de K.U.Leuven.<br />
Profiel :<br />
U hebt minstens een diploma hoger onderwijs van één cyclus in een<br />
relevante richting.<br />
U hebt aantoonbare werkervaring in de culturele sector, en in het<br />
bijzonder met het organiseren van evenementen.<br />
U beschikt over een uitstekende kennis van de brede culturele<br />
actualiteit.<br />
U beschikt over goede communicatieve vaardigheden en u bent een<br />
teamplayer.<br />
U kunt vlot werken met de courante MS Office-toepassingen.<br />
U bent flexibel en bereid tot veelvuldig avond- en weekendwerk.<br />
Selectieproeven :<br />
Preselectie op basis van elementen uit het profiel.<br />
Proeven en/of interviews in verband met bovengenoemde taken<br />
Wij bieden :<br />
Een deeltijdse tewerkstelling van 80 % voor onbepaalde duur.<br />
Hoe solliciteren ?<br />
Interesse ? Stuur dan uw gemotiveerde sollicitatie met curriculum<br />
vitae naar de Personeelsdienst K.U.Leuven ter attentie van Ilse<br />
Vanwezer, personeelsconsulent, Parijsstraat 72B, te 3000 Leuven,<br />
tel : 016-32 83030, fax : 016-32 83 10.<br />
E-mail : Ilse.Vanwezer@pers.kuleuven.be<br />
De kandidaturen moeten binnen zijn op de Personeelsdienst<br />
K.U.Leuven uiterlijk op 7 augustus 2005.<br />
Inzake rekrutering en aanwerving voert de K.U.Leuven een gelijkekansenbeleid.<br />
(27013)<br />
Voor het Leuvens Universitair Dienstencentrum voor Informatica en<br />
Telematica (LUDIT) zoeken wij een Consultant High Performance<br />
Computing (HPC) (m/v).<br />
Graad8-VB/A/2005/59/P<br />
Als dienstencentrum voor informatica en telematica biedt LUDIT een<br />
bijzondere combinatie van wetenschappelijke en technische kennis ten<br />
dienste van onderwijs en onderzoek.<br />
De High Performance Computing (HPC) infrastructuur voor de<br />
K.U. Leuven bestaat uit een Linux-cluster met meer dan 300 processoren<br />
en wordt gebruikt door verscheidene onderzoeksgroepen voor<br />
grootschalige simulatie en data-analyse in allerhande domeinen.<br />
Doel :<br />
U bent lid van het team dat zorgt voor het beheer en de gebruikersondersteuning<br />
van deze HPC-infrastructuur.<br />
Opdrachten :<br />
U geeft specifiek advies bij het gebruik van software tools en<br />
gespecialiseerde wetenschappelijke software.<br />
U onderzoekt en geeft advies in het gebruik van parallelle programmeeromgevingen<br />
en compilers op Linux in een gedistribueerde omgeving<br />
met de bedoeling de infrastructuur te optimaliseren.<br />
U onderzoekt de mogelijkheden tot het installeren van bijkomende<br />
software.<br />
U stelt documentatie en handleidingen op en geeft cursussen over<br />
specifieke onderwerpen met de bedoeling de HPC-infrastructuur<br />
gebruiksvriendelijk te maken en het gebruik ervan te stimuleren.<br />
Profiel :<br />
Kandidaten hebben een universitair diploma van een studierichting<br />
met een uitgebreid informaticaprogramma, of beschikken over een<br />
ander diploma van universitair niveau en hebben via bijkomende<br />
opleidingen of opgedane ervaring een brede informaticakennis opgebouwd.<br />
Ervaring in het wetenschappelijk rekenen en het gebruik van wetenschappelijke<br />
programmatuur is noodzakelijk en kennis van één of<br />
meerdere programmeertalen is vereist.<br />
Gebruikerservaring met Linux is noodzakelijk, ervaring met<br />
systeembeheer is een pluspunt.<br />
Ervaring in parallel programmeren is een pluspunt.<br />
Belangstelling voor dienstverlening en uitstekende communicatieve<br />
vaardigheden zijn vereist.<br />
Kandidaten drukken zich vlot uit, zowel mondeling als schriftelijk,<br />
in het Nederlands en het Engels.<br />
Kandidaten zijn bekwaam om accuraat te rapporteren.<br />
Wij bieden :<br />
Een voltijdse tewerkstelling voor een periode van 2 jaar, eventueel<br />
verlengbaar.<br />
Hoe solliciteren ?<br />
Interesse ? Stuur dan uw gemotiveerde sollicitatie met curriculum<br />
vitae naar de Personeelsdienst K.U.Leuven, ter attentie van Ilse<br />
Vanwezer, personeelsconsulent, Parijsstraat 72B, te 3000 Leuven,<br />
tel. 016-32 83 30, fax 016-32 83 10.<br />
E-mail : ilse.vanwezer@pers.kuleuven.be<br />
De kandidaatstellingen moeten ons bereiken ten laatste op<br />
15 augustus 2005.<br />
Inzake rekrutering en aanwerving voert de K.U.Leuven een gelijkekansenbeleid.<br />
(27014)
Voor de Dienst Communicatie, Cel Cultuurcoördinatie zoeken wij<br />
een verantwoordelijke cel cultuurcoördinatie (m/v) graad 7 –<br />
VB/A/2005/58/W<br />
Doel :<br />
U leidt Cultuurcoördinatie en staat in voor het aansturen en begeleiden<br />
van medewerkers, jobstudenten en stagiaires.<br />
Opdrachten :<br />
U bent verantwoordelijk voor de inhoudelijke voorbereiding van de<br />
agenda van de Commissie Cultuur en van de Adviesraad Cultuur en<br />
voor de uitvoering van de beslissingen.<br />
U neemt initiatieven voor de uitwerking en ondersteuning van<br />
culturele activiteiten van studenten, personeel en alumni.<br />
U stelt de jaarprogrammatie op van de cultuurevenementen aan de<br />
K.U.Leuven en legt deze voor aan de Commissie Cultuur.<br />
U bent verantwoordelijk voor de projecten vastgelegd in het jaarlijkse<br />
Cultuurplan.<br />
U beheert het budget Cultuur en rapporteert erover.<br />
U bouwt contacten op met externe culturele netwerken en partners.<br />
U bent verantwoordelijk voor de samenwerkingsprojecten met culturele<br />
partners in de stad Leuven en de provincie Vlaams-Brabant.<br />
U organiseert en coördineert de concerten van het cultuurjaarprogramma<br />
van de K.U.Leuven (artistiek, promotioneel, logistiek en<br />
technisch), de beiaardwerking en u bent verantwoordelijk voor de<br />
ondersteuning van de universitaire ensembles.<br />
U bent verantwoordelijk voor de communicatie over K.U.Leuvencultuurevenementen<br />
: opmaak en verspreiding van de Cultuurgids<br />
K.U.Leuven, de Cultuurkalender K.U.Leuven, affiches en flyers, de<br />
website Cultuur en de e-Cultuur.<br />
Ontwikkelen en formuleren van een beleidsvisie betreffende het<br />
domein van salaris-administratie : definiëren van dienstdoelstellingen,<br />
signaleren van problematieken en van opportuniteiten, valideren van<br />
nieuwe werkprocessen,...<br />
Profiel :<br />
U hebt bij voorkeur een academisch diploma van twee cycli en<br />
tenminste een diploma van hoger onderwijs van één cyclus.<br />
U hebt aantoonbare werkervaring in de culturele sector, en in het<br />
bijzonder met het organiseren en coördineren van evenementen.<br />
U beschikt over een uitstekende kennis van de brede culturele<br />
actualiteit.<br />
U hebt ervaring met het voorbereiden, leiden en opvolgen van<br />
vergaderingen.<br />
U beschikt over goede communicatieve en leidinggevende vaardigheden.<br />
U kunt vlot werken met de courante MS Office-toepassingen.<br />
U bent flexibel en bereid tot veelvuldig avond- en weekendwerk.<br />
Selectieproeven :<br />
Preselectie op basis van elementen uit het profiel.<br />
Proeven en/of interviews in verband met bovengenoemde taken.<br />
Wij bieden :<br />
Een deeltijdse tewerkstelling van 80 % voor onbepaalde duur.<br />
Hoe solliciteren ?<br />
Interesse ? Stuur dan uw gemotiveerde sollicitatie met curriculum<br />
vitae naar de Personeelsdienst K.U.Leuven ter attentie van Ilse<br />
Vanwezer, personeelsconsulent, Parijsstraat 72B, te 3000 Leuven,<br />
tel : 016-32 83 30, fax : 016-32 83 10.<br />
E-mail : Ilse.Vanwezer@pers.kuleuven.be<br />
De kandidaturen moeten binnen zijn op de Personeelsdienst<br />
K.U.Leuven uiterlijk op 7 augustus 2005.<br />
Inzake rekrutering en aanwerving voert de K.U.Leuven een gelijkekansenbeleid.<br />
(27015)<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Hogeschool Antwerpen<br />
Departement audiovisuele en beeldende kunst<br />
33303<br />
Opleiding beeldende kunsten en conservatie en restauratie<br />
Voltijds doctor-assistent, voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten.<br />
Codenummer :B-2005 - 16.1<br />
Barema 509 - 100 %<br />
Diplomavereisten : een diploma van doctor op proefschrift met<br />
volgende specialisatie : kunstwetenschappen.<br />
Een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid strekt tot aanbeveling.<br />
Ervaring : relevante beroepservaring is vereist.<br />
Aanstellingskenmerken : aanstelling met ingang van 1 oktober 2005<br />
tot en met 30 september 2008, eventueel verlengbaar.<br />
Loon en/of andere voordelen : barema 509.<br />
Nuttige beroepservaring buiten het onderwijs kan eventueel erkend<br />
worden via de toekenning van een geldelijke anciënniteitbijslag van<br />
maximaal tien jaren.<br />
Kandidaatstelling :<br />
Sollicitanten moeten voldoen aan de bepalingen van art. 89 van het<br />
hogescholendecreet d.d. 13 juli 1994 inzake toegang tot de ambten.<br />
Kandideren kan uitsluitend door, per aangetekend schrijven of tegen<br />
ontvangstbewijs, tot en met 26 augustus 2005, een schriftelijke en<br />
gemotiveerde sollicitatiebrief (met vermelding van het ambt en het<br />
bijbehorende codenummer) + een curriculum vitae, te bezorgen aan :<br />
Hogeschool Antwerpen, t.a.v. de heer Jacques Peeters, algemeen directeur,<br />
Keizerstraat 15, 2000 Antwerpen.<br />
Bijkomende inlichtingen m.b.t. de inhoudelijke aspecten van de<br />
functie kunnen bekomen worden bij de heer Jacques Peeters op het<br />
telefoonnummer : 03-213 93 04<br />
Voor gedetailleerde beschrijving en het profiel van deze functie<br />
verwijzen wij naar onze website : www.ha.be/vacatures (27016)<br />
Departement Bedrijfskunde, Lerarenopleiding en Sociaal Werk<br />
1. Opleiding SOCIAAL WERK,<br />
Deeltijds lector of praktijklector, voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten.<br />
Codenummer : BLS - 2005 – 34.1<br />
Barema 316 of 502 – 50 %<br />
2. Opleiding SOCIAAL WERK,<br />
Deeltijds lector of praktijklector, voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten.<br />
Codenummer : BLS - 2005 – 34.2<br />
Barema 316 of 502 – 50 %<br />
3. Opleiding SOCIAAL WERK,<br />
Deeltijds lector of praktijklector, voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten.<br />
Codenummer : BLS - 2005 – 34.3<br />
Barema 316 of 502 – 50 %<br />
Diplomavereisten : Een diploma van het hoger onderwijs van één<br />
cyclus met volgende specialisatie : maatschappelijk assistent, afstudeerrichting<br />
maatschappelijk werk of een diploma van de tweede cyclus<br />
van het academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus<br />
van het hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s)<br />
: licentiaat in de richting humane wetenschappen.<br />
Ervaring : Beroepservaring als maatschappelijk assistent in het<br />
werkveld is vereist.
33304 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
4. Opleiding Bachelor Kleuteronderwijs, Lager Onderwijs en Secundair<br />
Onderwijs.<br />
Deeltijds lector psychologische en (ped)agogische wetenschappen,<br />
voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten sociale, agogische en<br />
communicatieve basisvaardigheden, vakoverschrijdende educatie,<br />
PAV, stagebegeleiding<br />
Codenummer : BLS - 2005 – 34.4<br />
Barema 502 – 60 %<br />
5. Opleiding Bachelor Kleuteronderwijs, Lager Onderwijs en Secundair<br />
Onderwijs.<br />
Deeltijds lector psychologische en (ped)agogische wetenschappen,<br />
voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten sociale, agogische en<br />
communicatieve basisvaardigheden, vakoverschrijdende educatie,<br />
PAV, stagebegeleiding<br />
Codenummer : BLS - 2005 – 34.5<br />
Barema 502 – 55 %<br />
Diplomavereisten : Een diploma van de tweede cyclus van het<br />
academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />
hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s) :<br />
licentiaat in de psychologische en/of (ped)agogische wetenschappen.<br />
Bijkomend is een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid<br />
vereist.<br />
Ervaring : Onderwijservaring strekt tot aanbeveling.<br />
6. Opleiding Bachelor Lichamelijke Opvoeding, leraar lichamelijke<br />
opvoeding.<br />
Voltijds lector lichamelijke opvoeding voornamelijk belast met<br />
onderwijsactiviteiten<br />
Codenummer : BLS - 2005 – 34.6<br />
Barema 502 – opdeelbaar - 100 %<br />
Diplomavereisten : Een diploma van de tweede cyclus van het<br />
academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />
hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s) :<br />
licentiaat in de lichamelijke opvoeding.<br />
Bijkomend is een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid<br />
vereist.<br />
Ervaring : Sportieve relevantie aantonen door behaalde<br />
bekwaamheidsbewijzen afgeleverd door een officiële instantie.<br />
Praktijkervaring in kleuter-, lager en/of secundair onderwijs<br />
7. Opleiding Bachelor Secundair Onderwijs groep 1.<br />
Deeltijds lector aardrijkskunde, voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten<br />
aardrijkskunde en aardrijkskunde didactiek.<br />
Codenummer : BLS - 2005 – 34.7<br />
Barema 502 – 85 %<br />
Diplomavereisten : Een diploma van de tweede cyclus van het<br />
academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />
hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s) :<br />
licentiaat in de wetenschappen, bij voorkeur aardrijkskunde.<br />
Bijkomend is een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid<br />
vereist.<br />
Ervaring : Onderwijservaring strekt tot aanbeveling.<br />
8. Opleiding Bachelor Lager Onderwijs.<br />
Deeltijds praktijklector of lector muziek, voornamelijk belast met<br />
onderwijsactiviteiten muziek.<br />
Codenummer : BLS - 2005 – 34.8<br />
Barema 316 of 502 – 25 %<br />
Diplomavereisten : Een diploma van het hoger onderwijs van één<br />
cyclus met volgende specialisatie : Muziek of een diploma van de<br />
tweede cyclus van het academisch onderwijs of een diploma van de<br />
tweede cyclus van het hoger onderwijs van academisch niveau met<br />
volgende specialisatie(s) : Meester in de Muziek of een daaraan<br />
gelijkgesteld diploma.<br />
Bijkomend is een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid<br />
vereist.<br />
Ervaring : Onderwijservaring strekt tot aanbeveling.<br />
9. Opleiding Bachelor kleuteronderwijs.<br />
Deeltijds praktijklector of lector muziek, voornamelijk belast met<br />
onderwijsactiviteiten muziek.<br />
Codenummer : BLS - 2005 – 34.9<br />
Barema 316 of 502 – 40 %<br />
Diplomavereisten : Een diploma van het hoger onderwijs van één<br />
cyclus met volgende specialisatie : eerste prijs notenleer en eerste prijs<br />
muziekgeschiedenis of een diploma van de tweede cyclus van het<br />
academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />
hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s) :<br />
Meester in de Muziek of een daaraan gelijkgesteld diploma.<br />
Bijkomend is een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid<br />
vereist.<br />
Ervaring : Onderwijservaring strekt tot aanbeveling.<br />
10. Opleiding Bachelor kleuteronderwijs en lager onderwijs, Bachelor<br />
Grensverleggend ondernemen<br />
Deeltijds lector Nederlands, voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten<br />
Nederlands, Nederlands didactiek, Taalvaardigheid,<br />
eindwerk- en stagebegeleiding, muzische vorming drama.<br />
Codenummer : BLS - 2005 – 34.10<br />
Barema 502 – 35 %<br />
Diplomavereisten : Een diploma van de tweede cyclus van het<br />
academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />
hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s) :<br />
licentiaat Germaanse talen.<br />
Bijkomend is een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid<br />
vereist.<br />
Ervaring : Onderwijservaring strekt tot aanbeveling.<br />
11. Opleiding Bachelor Secundair Onderwijs<br />
Deeltijds lector niet-confessionele zedenleer, voornamelijk belast met<br />
onderwijsactiviteiten niet-confessionele zedenleer.<br />
Codenummer : BLS - 2005 – 34.11<br />
Barema 502 – 55 %<br />
Diplomavereisten : Een diploma van de tweede cyclus van het<br />
academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />
hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s) :<br />
licentiaat in de moraalwetenschappen.<br />
Bijkomend is een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid<br />
vereist.<br />
Ervaring : Minimaal 6 jaren onderwijservaring (secundair onderwijs)<br />
met een minimum opdracht van 50 % is vereist.<br />
Mogelijke participatie aan pedagogisch/didactische werkgroepen<br />
strekt tot aanbeveling<br />
Engagement in de vrijzinnige gemeenschap wordt gewaardeerd<br />
12. Opleiding Bachelor Technische Vakken Hout/Bouw, leraar technische<br />
vakken hout/bouw.<br />
Deeltijds praktijklector technische vakken hout/bouw, voornamelijk<br />
belast met onderwijsactiviteiten eindwerkbegeleiding hout/bouw.<br />
Codenummer : BLS - 2005 – 34.12<br />
Barema 316 – 35 %
Diplomavereisten : Een diploma van het hoger onderwijs van één<br />
cyclus met volgende specialisatie :<br />
geaggregeerde secundair onderwijs afdeling Hout - Bouw<br />
Ervaring : Gezien de specificiteit van de opdracht wordt van de<br />
kandidaat verwacht de nodige ervaring te hebben op al de vermelde<br />
gebieden.<br />
Affiniteit met en kennis van de verwerkende nijverheid is een<br />
noodzaak.<br />
Aanstellingskenmerken : aanstelling met ingang van 1 oktober 2005<br />
tot en met 30 september 2006, eventueel verlengbaar.<br />
Loon en/of andere voordelen : barema 316 of 502.<br />
13. Opleiding Initiële Lerarenopleiding van academisch niveau –<br />
Aggregatie Beeldende Kunst<br />
Deeltijds assistent praktijkstudie HG, voornamelijk belast met<br />
onderwijsactiviteiten praktijkstudie HG, toegepaste didactiek HG,<br />
stage MG+HG.<br />
Codenummer : BLS - 2005 – 34.13<br />
Barema 502 – 15 %<br />
Diplomavereisten : Een diploma van de tweede cyclus van het<br />
academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />
hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s) :<br />
meester in de audiovisuele kunst.<br />
Bijkomend is een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid<br />
vereist.<br />
Ervaring : Deskundigheid verworven hebben in het hanteren van de<br />
audiovisuele media in didactische en agogische situaties.<br />
Ervaring in de audiovisuele sector.<br />
14. Opleiding Initiële Lerarenopleiding van academisch niveau –<br />
Aggregatie Beeldende Kunst<br />
Deeltijds assistent praktijkstudie MG, voornamelijk belast met<br />
onderwijsactiviteiten praktijkstudie MG, toegepaste didactiek MG,<br />
stage LG<br />
Codenummer : BLS - 2005 – 34.14<br />
Barema 502 – 30 %<br />
Diplomavereisten : Een diploma van de tweede cyclus van het<br />
academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />
hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s) :<br />
meester in de beeldende kunst of gelijkgesteld.<br />
Bijkomend is een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid<br />
vereist.<br />
Ervaring : Ervaring in de sector van het (deeltijds) kunstonderwijs en<br />
ervaring als beeldend kunstenaar.<br />
15. Opleiding Initiële Lerarenopleiding van academisch niveau –<br />
Aggregatie Beeldende Kunst<br />
Deeltijds assistent medialabo, voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten.<br />
Codenummer : BLS - 2005 – 34.15<br />
Barema 502 – 5%<br />
Diplomavereisten : Een diploma van de tweede cyclus van het<br />
academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />
hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s) :<br />
meester in de audiovisuele kunst.<br />
Bijkomend is een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid<br />
vereist.<br />
Ervaring : Deskundigheid verworven hebben in het hanteren van de<br />
audiovisuele media in didactische en agogische situaties.<br />
Ervaring in de audiovisuele sector.<br />
Aanstellingskenmerken : aanstelling met ingang van 1 oktober 2005<br />
tot en met 30 september 2007, eventueel verlengbaar.<br />
Loon en/of andere voordelen : barema 502.<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Nuttige beroepservaring buiten het onderwijs kan eventueel erkend<br />
worden via de toekenning van een geldelijke anciënniteitbijslag van<br />
maximaal 10 jaren.<br />
Kandidaatstelling.<br />
Sollicitanten moeten voldoen aan de bepalingen van artikel 89 van<br />
het hogescholendecreet d.d. 13 juli 1994 inzake toegang tot de ambten.<br />
Kandideren kan uitsluitend door, per aangetekend schrijven of tegen<br />
ontvangstbewijs, tot en met 26 augustus 2005, een schriftelijke en<br />
gemotiveerde sollicitatiebrief (met vermelding van het ambt en het<br />
bijbehorende codenummer) + een curriculum vitae, te bezorgen aan :<br />
Hogeschool Antwerpen, t.a.v. de heer Jacques Peeters, algemeen<br />
directeur, Keizerstraat 15, 2000 Antwerpen.<br />
Bijkomende inlichtingen m.b.t. de inhoudelijke aspecten van de<br />
functie kunnen bekomen worden bij A. Everaerts op het telefoonnummer<br />
: 03-259 08 14.<br />
Voor gedetailleerde beschrijving en het profiel van deze functie<br />
verwijzen wij naar onze website : www.ha.be/vacatures. (27017)<br />
Departement Vertalers en Tolken<br />
33305<br />
A. Opleiding TOLKEN<br />
Deeltijds assistent Spaans, voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten<br />
en maatschappelijke dienstverlening.<br />
Codenummer : V- 2005 – 4<br />
Barema 502 – niet opdeelbaar - 30 %<br />
Diplomavereisten : een diploma van de tweede cyclus van het<br />
academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />
hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s) :<br />
licentiaat vertaler-tolk of een gelijkwaardig doctoraal/master.<br />
Ervaring : onderwijservaring in het hoger onderwijs is een pluspunt.<br />
Aanstellingskenmerken : aanstelling met ingang van 1 oktober 2005<br />
tot en met 30 september 2007, eventueel verlengbaar.<br />
B. Opleiding VERTALERS<br />
Deeltijds docent Engels, voornamelijk belast met onderwijs- en<br />
onderzoekstaken en maatschappelijke dienstverlening.<br />
Codenummer : V – 2005 – 5<br />
Barema 528 – niet opdeelbaar - 20 %<br />
Diplomavereisten : een diploma van doctor op proefschrift binnen<br />
de Faculteit letteren en wijsbegeerte.<br />
Ervaring : relevante doceerervaring in het hoger onderwijs is een<br />
meerwaarde<br />
Aanstellingskenmerken : aanstelling met ingang van 1 oktober 2005<br />
tot en met 30 september 2006, eventueel verlengbaar.<br />
C. Opleiding VERTALERS<br />
Deeltijds doctor-assistent Engels, voornamelijk belast met onderwijsen<br />
onderzoekstaken en maatschappelijke dienstverlening.<br />
Codenummer : V – 2005 – 6<br />
Barema 509 - niet opdeelbaar - 60 %<br />
Diplomavereisten : een diploma van doctor op proefschrift binnen<br />
de Faculteit letteren en wijsbegeerte.<br />
Ervaring : relevante doceerervaring in het hoger onderwijs is een<br />
meerwaarde.<br />
Aanstellingskenmerken : aanstelling met ingang van 1 oktober 2005<br />
tot en met 30 september 2008, eventueel verlengbaar.<br />
D. Opleiding VERTALERS<br />
Voltijds assistent Frans, voornamelijk belast met onderwijs– en<br />
onderzoekstaken en maatschappelijke dienstverlening<br />
Codenummer : V – 2005 – 7<br />
Barema 502 – niet opdeelbaar - 100 %
33306 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Diplomavereisten : een diploma van de tweede cyclus van het<br />
academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />
hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s) :<br />
licentiaat vertaler en/of tolk, licentiaat taal- en letterkunde, optie Frans<br />
of een equivalent diploma.<br />
Ervaring : onderwijservaring Frans, bij voorkeur verworven in het<br />
hoger onderwijs, strekt tot aanbeveling.<br />
Aanstellingskenmerken : aanstelling met ingang van 1 oktober 2005<br />
tot en met 30 september 2007, eventueel verlengbaar.<br />
E. Opleiding VERTALERS<br />
Deeltijds docent Frans, voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten<br />
Codenummer : V – 2005 – 8<br />
Barema 528 – niet opdeelbaar - 20 %<br />
Diplomavereisten : een diploma van doctor in de Romaanse taal- en<br />
letterkunde, optie Frans, specialisatie Franse letterkunde of een equivalent<br />
diploma.<br />
Ervaring : de kandidaat moet beschikken over een ruime onderwijservaring<br />
Frans, bij voorkeur verworven in het hoger onderwijs. Ervaring<br />
op het vlak van vertaling kan nuttig zijn<br />
Aanstellingskenmerken : aanstelling met ingang van 1 oktober 2005<br />
tot en met 30 september 2006, eventueel verlengbaar.<br />
Bijkomende aanstellingsvoorwaarden : nuttige beroepservaring<br />
buiten het onderwijs kan eventueel erkend worden via de toekenning<br />
van een geldelijke anciënniteitsbijslag van maximaal 10 jaren.<br />
Kandidaatstelling.<br />
Sollicitanten moeten voldoen aan de bepalingen van artikel 89 van<br />
het hogescholendecreet d.d. 13 juli 1994 inzake toegang tot de ambten.<br />
Kandideren kan uitsluitend door, per aangetekend schrijven of tegen<br />
ontvangstbewijs, tot en met 26 augustus 2005, een schriftelijke en<br />
gemotiveerde sollicitatiebrief (met vermelding van het ambt en het<br />
bijbehorende codenummer) + een curriculum vitae, te bezorgen aan :<br />
Hogeschool Antwerpen, t.a.v. de heer Jacques Peeters, algemeen<br />
directeur, Keizerstraat 15, 2000 Antwerpen.<br />
Voor gedetailleerde beschrijving en het profiel van deze functies<br />
verwijzen wij naar onze website : www.ha.be/vacatures. (27018)<br />
Departement Industriële Wetenschappen en Technologie<br />
A. Opleiding Vastgoed (professionele bachelor)<br />
Deeltijds lector, voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten<br />
Codenummer : IW–2005-6<br />
Barema 502 – opdeelbaar - 25 %<br />
Diplomavereisten : een diploma van de tweede cyclus van het<br />
academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />
hoger onderwijs van academisch niveau.<br />
Ervaring : praktische beroepservaring in de vastgoedsector is vereist.<br />
Aanstellingskenmerken : aanstelling met ingang van 1 oktober 2005<br />
tot en met 30 september 2006, eventueel verlengbaar.<br />
B. Opleiding Vastgoed (professionele bachelor)<br />
Deeltijds praktijklector, voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten.<br />
Codenummer : IW–2005-7<br />
Barema 316 - 25 %<br />
Diplomavereisten : een diploma van een opleiding van het hoger<br />
onderwijs van één cyclus aangevuld met een diploma van Meetkundige,<br />
Schatter van Onroerende Goederen.<br />
Ervaring : praktische beroepservaring in het landmeten is vereist.<br />
Aanstellingskenmerken : aanstelling met ingang van 1 oktober 2005<br />
tot en met 30 september 2006, eventueel verlengbaar.<br />
C. Opleiding chemie (academische bachelor en master)<br />
Deeltijds assistent, voornamelijk belast met wetenschappelijk onderzoek.<br />
Codenummer : IW-2005-8<br />
Barema 502 – 60 %<br />
Diplomavereisten : een diploma van de tweede cyclus van het<br />
academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />
hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s) :<br />
industrieel ingenieur chemie.<br />
Ervaring : geen ervaring vereist.<br />
Aanstellingskenmerken : aanstelling met ingang van 1 oktober 2005<br />
tot en met 30 september 2007, eventueel verlengbaar.<br />
Bijkomende aanstellingsvoorwaarden : nuttige beroepservaring<br />
buiten het onderwijs kan eventueel erkend worden via de toekenning<br />
van een geldelijke anciënniteitsbijslag van maximaal 10 jaren.<br />
Kandidaatstelling :<br />
Sollicitanten moeten voldoen aan de bepalingen van art. 89 van het<br />
hogescholendecreet d.d. 13 juli 1994 inzake toegang tot de ambten.<br />
Kandideren kan uitsluitend door, per aangetekend schrijven of tegen<br />
ontvangstbewijs, tot en met 26 augustus 2005, een schriftelijke en<br />
gemotiveerde sollicitatiebrief (met vermelding van het ambt en het<br />
bijbehorende codenummer) + een curriculum vitae, te bezorgen aan :<br />
Hogeschool Antwerpen, t.a.v. de heer Jacques Peeters, algemeen<br />
directeur, Keizerstraat 15, 2000 Antwerpen.<br />
Voor gedetailleerde beschrijving en het profiel van deze functies<br />
verwijzen wij naar onze website : www.ha.be/vacatures. (27019)<br />
Departement Centrale administratie<br />
Voltijds medewerker studentenadministratie.<br />
Codenummer :C-2005-7<br />
Niveau C, graad 2<br />
Barema 579 – 100 %<br />
Diploma: diploma secundair onderwijs.<br />
Profielomschrijving :<br />
geeft administratieve ondersteuning bij opmaak en opvolging van<br />
studentendossiers;<br />
verzamelt, verwerkt en rapporteert gegevens o.l.v. de coördinator<br />
studentenaangelegenheden;<br />
voert algemeen administratief ondersteunende taken uit;<br />
behandelt lopende zaken en alle rechtstreekse gegevens m.b.t. de<br />
behandelde materie;<br />
stelt dossiers samen en vervolledigt standaarddocumenten en<br />
bestanden;<br />
communiceert binnen de centrale administratie en naar de departementen;<br />
grondige kennis van courante software-applicaties :<br />
praktische ervaring met het volledige MS OFFICE pakket;<br />
grondige kennis van MS EXCEL;<br />
grondige kennis van MS ACCESS;<br />
praktische ervaring met SQL scripts;<br />
praktische ervaring met een rapportgenerator.<br />
Ervaring : specifieke ervaring is een meerwaarde.
Plaats van tewerkstelling :<br />
Hogeschool Antwerpen<br />
Centrale Administratie<br />
Keizerstraat 15<br />
2000 Antwerpen.<br />
Aanstellingskenmerken :<br />
Aanstelling met ingang van 1 september 2005 tot en met<br />
31 december 2005 (verlengbaar na positieve evaluatie). Nuttige<br />
beroepservaring buiten het onderwijs kan eventueel erkend worden via<br />
de toekenning van een geldelijke anciënniteitsbijslag van maximaal<br />
10 jaren.<br />
Kandidaatstelling :<br />
Sollicitanten moeten voldoen aan de bepalingen van art. 89 van het<br />
hogescholendecreet d.d. 13 juli 1994 inzake toegang tot de ambten.<br />
Kandideren kan uitsluitend door, per aangetekend schrijven of tegen<br />
ontvangstbewijs, tot en met 10 augustus 2005, een schriftelijke en<br />
gemotiveerde sollicitatiebrief (met vermelding van het ambt en het<br />
bijbehorend codenummer) + een curriculum vitae, te bezorgen aan :<br />
Hogeschool Antwerpen<br />
t.a.v. de heer Jacques Peeters, algemeen directeur<br />
Keizerstraat 15<br />
2000 Antwerpen<br />
Bijkomende informatie : www.ha.be/vacatures of tel. 03-213 93 06.<br />
(27020)<br />
Departement Centrale administratie<br />
Voltijds coördinator personeel<br />
Codenummer: C-2005-8<br />
Niveau A, graad 2<br />
Barema 587– 100 %<br />
Diploma : diploma academisch onderwijs of hogescholenonderwijs<br />
van academisch niveau.<br />
Algemeen functieprofiel :<br />
de functie is centraal en decentraal gericht;<br />
de coördinator werkt onder de verantwoordelijkheid van directeur<br />
personeel;<br />
de functie heeft betrekking op het specifiek deelgebied personeelsadministratie;<br />
organiseert, geeft uitvoering aan en volgt de bestuurlijke, organisatorische<br />
en inhoudelijk gerelateerde ondersteuning t.o.v. de directeur<br />
op;<br />
coördineert en superviseert de werking van de personeelsadministratie;<br />
ontwikkelt werkafspraken en procedures.<br />
Ervaring : relevante werkervaring is een meerwaarde.<br />
Plaats van tewerkstelling :<br />
Hogeschool Antwerpen<br />
Centrale Administratie<br />
Keizerstraat 15<br />
2000 Antwerpen<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Aanstellingskenmerken :<br />
Aanstelling met ingang van 1 september 2005 tot en met<br />
31 december 2005 (verlengbaar na positieve evaluatie). Nuttige<br />
beroepservaring buiten het onderwijs kan eventueel erkend worden via<br />
de toekenning van een geldelijke anciënniteitsbijslag van maximaal<br />
10 jaren.<br />
Kandidaatstelling :<br />
Sollicitanten moeten voldoen aan de bepalingen van art. 89 van het<br />
hogescholendecreet d.d. 13 juli 1994 inzake toegang tot de ambten.<br />
Kandideren kan uitsluitend door, per aangetekend schrijven of tegen<br />
ontvangstbewijs, tot en met 10 augustus 2005, een schriftelijke en<br />
gemotiveerde sollicitatiebrief (met vermelding van het ambt en het<br />
bijbehorend codenummer) + een curriculum vitae, te bezorgen aan :<br />
Hogeschool Antwerpen<br />
t.a.v. de heer Jacques Peeters, algemeen directeur<br />
Keizerstraat 15<br />
2000 Antwerpen<br />
Bijkomende informatie : www.ha.be/vacatures of tel. 03-213 93 06.<br />
(27021)<br />
Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel<br />
Examenprogramma van personeelsdirecteur voor het OPZ Geel<br />
Een wervingsreserve van mannelijke en vrouwelijke Nederlandstalige<br />
personeelsdirecteurs wordt aangelegd voor het OPZ Geel. De<br />
wervingsreserve blijft 1 jaar geldig.<br />
Het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis is een open en geïntegreerd<br />
psychiatrisch kennis- en dienstencentrum dat zich richt tot elke persoon<br />
in psychische nood. Het aanbieden van gespecialiseerde zorg en<br />
ondersteuning gekaderd in een verregaand streven naar openheid en<br />
integratie typeert de Geelse aanpak. Ruim 560 personeelsleden en<br />
1 000 plaatsen en bedden verdeeld over vier divisies richten zich, elk<br />
met hun eigen aanpak en expertise naar de specifieke doelgroepen<br />
Volwassenen, Ouderen, Jongeren en Rehabilitatie. Ter ondersteuning<br />
van de personeelsadministratie zijn wij dringend op zoek naar (m/v) :<br />
1. Functiebeschrijving :<br />
Personeelsdirecteur :<br />
Als personeelsdirecteur maak je deel uit van het directieteam en<br />
draag je de verantwoordelijkheid over het HR-gebeuren binnen het<br />
OPZ. Je tekent in overeenstemming met de strategische opties van het<br />
OPZ en gekaderd in het geheel van het HR-beleid van de Vlaamse<br />
Gemeenschap een personeelsbeleid uit. Je geeft beleidsondersteunend<br />
advies en onderneemt acties om het personeelsbeleid in al zijn facetten<br />
in de organisatie gestalte te geven.<br />
Je geeft leiding aan de HRM-cel en de personeelsadministratie.<br />
2. Profiel :<br />
Je hebt een brede kennis van de verschillende domeinen van personeelsbeleid<br />
en de verschillende HR-instrumenten.<br />
Je hebt overtuigingskracht. Je kan concepten ontwikkelen en<br />
uitwerken.<br />
Je bent empathisch en zowel schriftelijk als mondeling sterk in<br />
communicatie.<br />
Je hebt een universitaire opleiding genoten, bij voorkeur in een menswetenschappelijke<br />
richting.<br />
Een bijkomende opleiding in HR strekt tot aanbeveling.<br />
Je hebt minimum 5 jaar relevante ervaring.<br />
33307
33308 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
3. Toelatingsvoorwaarden te vervullen op 1 september 2005 :<br />
U bent burger van de Europese Unie.<br />
U hebt een gedrag dat in overeenstemming is met de eisen van de<br />
beoogde betrekking.<br />
U geniet de burgerlijke en politieke rechten.<br />
U hebt aan de dienstplichtwetten voldaan.<br />
U bent lichamelijk geschikt voor de normale uitoefening van het<br />
ambt.<br />
4. Selectieprocedure :<br />
4.1. Voorselectie<br />
De voorselectie zal gebeuren op basis van de ervaringsvereiste :<br />
Relevantie van de ervaring in het functionele domein.<br />
Diploma.<br />
Kandidaten die voldoen aan de ervaringsvereiste nemen deel aan een<br />
jurygesprek dat peilt naar :<br />
vakkennis;<br />
motivatie;<br />
attitude.<br />
Geschikt bevonden kandidaten worden toegelaten tot het<br />
4.2. Psychotechnisch onderzoek incl. assessmentcenter<br />
Dit bestaat uit een interview aangevuld met een persoonlijkheidsonderzoek<br />
en assessmentoefening.<br />
Om te slagen dienden de kandidaten ten minste beoordeling geschikt<br />
of zeer geschikt te behalen.<br />
4.3. Eindgesprek<br />
Om te slagen dienen kandidaten ten minste 60 punten op 100 te<br />
behalen.<br />
De definitieve rangschikking wordt bepaald in het eindgesprek.<br />
5. Aanwervingsvoorwaarden :<br />
5.1. Toelatingsvoorwaarden te vervullen op de datum van de aanwerving<br />
U hebt een universitair diploma en u heeft minstens 5 jaar relevante<br />
ervaring.<br />
U neemt deel aan de selectieprocedure en slaagt voor de testen.<br />
Opmerking :<br />
Na uw aanwerving dient u met goed gevolg een stage van<br />
12 maanden te volbrengen vooraleer je tot ambtenaar kan worden<br />
benoemd.<br />
5.2. Rangschikking<br />
De geslaagden voor de selectie worden gerangschikt volgens het<br />
totaal aantal behaalde punten op het jurygesprek. Deze rangschikking<br />
wordt bij de aanwerving in acht genomen.<br />
6. Salaris :<br />
De wedde (geïndexeerde brutojaarwedde) situeert zich tussen<br />
S 38.627 en S 60.498.<br />
7. Inschrijving : ten laatste op 1 september 2005.<br />
Meer informatie over het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel en<br />
haar werking kunt u vinden op www.opzgeel.be. Voor inlichtingen<br />
kunt u terecht bij Jan Van Rensbergen, leidend ambtenaar,<br />
tel. 014-57 93 00.<br />
U kunt deelnemen aan dit aanwervingsexamen door uw sollicitatiebrief<br />
met c.v. en vermelding van de functie, met als uiterste<br />
inschrijvingsdatum 1 september 2005, te versturen naar Iris Croonenborghs,<br />
Dokter Sanodreef 4, 2440 Geel, of te mailen aan<br />
iris.croonenborghs@opzgeel.be<br />
De datum van de poststempel of het ontvangsttijdstip op de server<br />
gelden als bewijs voor de inschrijvingsdatum. (27022)<br />
Universiteit Gent<br />
(2005/CA70/C) : Eén deeltijdse (50 %) betrekking in functieklasse C<br />
(graad 3) als medewerker (onthaalbediende) voor avonddienst bij de<br />
directie Gebouwen en Facilitair Beheer (Centrale administratie) –<br />
wedde à 100%:min.S 13.870,89 – max. S 24.180,02.<br />
Profiel van de kandidaat :<br />
Diploma van volledig secundair onderwijs.<br />
Kennis (mondeling) van de Franse en de Engelse taal.<br />
Kennis van courante softwarepakketten (MS Office).<br />
Beschikken over goede mondelinge communicatieve vaardigheden.<br />
Zin voor initiatief hebben.<br />
Zin voor verantwoordelijkheid hebben.<br />
Klantgerichtheid.<br />
Flexibele ingesteldheid. Het betreft hier een deeltijdse betrekking<br />
van 3 u. 48 m., van 18 uur tot 21 u. 48 m.<br />
Inhoud van de functie :<br />
Instaan voor het onthaal aan de infobalie van Het Pand : verstrekken<br />
van inlichtingen aan bezoekers, beantwoorden van telefoonoproepen.<br />
Bieden van administratieve ondersteuning : beantwoorden van briefwisseling,<br />
verwerken van bestelbonnen in SAP.<br />
Algemene beschikkingen voor deze betrekking.<br />
Meer info omtrent de selectieprocedure kan u opvragen bij Barbara<br />
Vanhee op het telefoonnummer 09-242 54 59 (contactpersoon Barbara<br />
Vanhee) of op het e-mailadres hrs.governmenthudson.com.<br />
De wedde wordt thans uitbetaald aan 134,59 %.<br />
De kandidaten moeten een gedrag hebben dat in overeenstemming<br />
is met de eisen van de beoogde betrekking en moeten lichamelijk<br />
geschikt bevonden worden in een geneeskundig onderzoek bij het<br />
departement Medisch toezicht.<br />
Deze vacature is een statutaire betrekking met een stageperiode van<br />
zes maanden. De selectieprocedure is functiegericht en staat op het peil<br />
van het niveau en de graad van de vacante betrekking.<br />
De preselectie gebeurt door De Witte & Morel. De definitieve selectie<br />
gebeurt door de Universiteit Gent.<br />
De kandidaturen - bestaande uit een gemotiveerde sollicitatiebrief,<br />
curriculum vitae en een kopie van het behaalde diploma worden ten<br />
laatste op woensdag 3 augustus 2005, om 17 uur, gericht aan :<br />
De Witte & Morel<br />
t.a.v. Mevr. Barbara Vanhee<br />
Moutstraat 56<br />
9000 Gent (27063)
Actes judiciaires<br />
et extraits de jugements<br />
Gerechtelijke akten<br />
en uittreksels uit vonnissen<br />
Publication faite en exécution de l’article 490<br />
du Code pénal<br />
Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 490<br />
van het Strafwetboek<br />
Infractions liées à l’état de faillite<br />
Misdrijven die verband houden met de staat van faillissement<br />
Rechtbank van eerste aanleg te Ieper<br />
Bij vonnis van 22 maart 2004, van de rechtbank van eerste aanleg te<br />
Ieper, negende correctionele kamer, werd :<br />
Weening, Cornelis Arend, zaakvoerder, van Nederlandse nationaliteit,<br />
geboren te (Nederland) Zoetermeer op 29 januari 1955, voorheen<br />
verblijvende te Thailand, Bangkok, 101110 Ruanchit Plaza Hotel,<br />
199 Sukhunvit Road 15, thans zonder gekende woon- of verblijfplaats,<br />
bij verstek veroordeeld tot :<br />
een gevangenisstraf van achttien maanden, met uitstel van tenuitvoerlegging<br />
gedurende vijf jaar en een geldboete van vijfentwintig euro<br />
(25 EUR), te verhogen met 1 990 opdeciemen en alzo gebracht op<br />
vijfduizend euro (5.000 EUR), of een vervangende gevangenisstraf van<br />
drie maanden, volledig met uitstel van tenuitvoerlegging gedurende<br />
drie jaar, op grond van de samengevoegde feiten A, B, C, D1, D2, D3,<br />
E1, E2, F1, F2, G, H1 en H2 zoals hieronder omschreven :<br />
Te leper en bij samenhang elders in het Rijk :<br />
A) in de periode van 13 juni 1996 tot 31 oktober 1997, op niet nader<br />
te bepalen tijdstippen :<br />
Met bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden, valsheid in<br />
authentieke of openbare geschriften te hebben gepleegd, hetzij door<br />
valse handtekeningen, hetzij door namaking of vervalsing van<br />
geschriften of handtekeningen, hetzij door overeenkomsten, beschikkingen,<br />
verbintenissen of schuldbevrijdingen valselijk te hebben opgemaakt<br />
of door ze achteraf in de akten in te voegen, hetzij door<br />
toevoeging of vervalsing van bedingen, verklaringen of feiten die deze<br />
akten ten doel hadden op te nemen en vast te stellen;<br />
B) in de periode van 13 juni 1996 tot 30 maart 1998, herhaaldelijk op<br />
niet nader te bepalen tijdstippen :<br />
Met hetzelfde bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden<br />
gebruik gemaakt te hebben van de valse akte of van het valse stuk<br />
wetende dat het vervalst was, namelijk de boekhouding van de B.V.B.A.<br />
Gema International;<br />
C) Goederen, gelden, koopwaren, biljetten, kwijtingen, geschriften<br />
van om het even welke aard, die een verbintenis of een schuldbevrijding<br />
inhouden of teweegbrengen, en die hem overhandigd zijn<br />
onder verplichting om ze terug te geven of ze voor een bepaald doel te<br />
gebruiken of aan te wenden, bedrieglijk te hebben verduisterd of<br />
verspild;<br />
D) In zijn hoedanigheid van zaakvoerder van de B.V.B.A. Gema<br />
International, in vereffening, bij vonnis van 12 januari 1998, met zetel te<br />
8902 Ieper (Voormezele), Dikkebusseweg 287, H.R. Ieper 36644, failliet<br />
verklaard bij vonnis d.d. 30 maart 1998, van de rechtbank van koophandel<br />
te Ieper, doch zich reeds bevindend in staat van faillissement<br />
sedert 1 september 1997, zonder voldoende tegenprestatie, ten behoeve<br />
van derden met inachtneming van de financiële toestand van de<br />
onderneming, te aanzienlijke verbintenissen te hebben aangegaan,<br />
minstens :<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
33309<br />
1. ten nadele van de firma B.V. Harry Vos Internationaal Bulktransport<br />
ten belope van 107.984,91 gulden, tussen 1 september 1997 en<br />
30 november 1997;<br />
2. ten nadele van de firma Boonstra ten belope van 15.227,67 gulden,<br />
tussen 12 november 1997 en 10 december 1997;<br />
3. ten nadele van de firma Baan Rijssen Transporten, ten belope van<br />
39.189,80 gulden tussen 16 september 1997 en 30 november 1997;<br />
E) Met bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden, een<br />
gedeelte van de activa te hebben verduisterd of verborgen,<br />
1. In zijn hoedanigheid van zaakvoerder van de B.V.B.A.<br />
K.W. International, met zetel te 8902 Ieper (Voormezele), Dikkebusseweg<br />
287, H.R. Ieper 36533, failliet verklaard bij vonnis d.d.<br />
11 mei 1998, van de rechtbank van koophandel te Ieper, doch zich reeds<br />
bevindend in staat van faillissement sedert 1 juni 1997, zoals blijkt uit<br />
de memorie van faillissement opgesteld door de curator en uit het<br />
nazicht van de ingediende schuldvorderingen;<br />
2. In zijn hoedanigheid van zaakvoerder van de B.V.B.A. Gema<br />
International, in vereffening, bij vonnis van 12 januari 1998, met zetel te<br />
8902 Ieper (Voormezele), Dikkebusseweg 287, H.R. Ieper 36644, failliet<br />
verklaard bij vonnis d.d. 30 maart 1998, van de rechtbank van koophandel<br />
te Ieper, doch zich reeds bevindend in staat van faillissement<br />
sedert 1 september 1997, zoals blijkt uit de memorie van faillissement<br />
opgesteld door de curator en uit het nazicht van de ingediende<br />
schuldvorderingen;<br />
F) Met het oogmerk om de faillietverklaring uit te stellen, binnen de<br />
bij artikel 9 van de faillissementswet bepaalde termijn, verzuimd te<br />
hebben aangifte te doen van het faillissement;<br />
1. Op 1 juli 1997, in zijn hoedanigheid van zaakvoerder van de<br />
B.V.B.A. K.W. International, met zetel te 8902 Ieper (Voormezele),<br />
Dikkebusseweg 287, H.R. Ieper 36533, failliet verklaard bij vonnis d.d.<br />
11 mei 1998, van de rechtbank van koophandel te Ieper;<br />
2. Op 1 oktober 1997, in zijn hoedanigheid van zaakvoerder van de<br />
B.V.B.A. Gema International, in vereffening, bij vonnis van<br />
12 januari 1998, met zetel te 8902 Ieper (Voormezele), Dikkebusseweg<br />
287, H.R. Ieper 36644, failliet verklaard bij vonnis d.d.<br />
30 maart 1998, van de rechtbank van koophandel te Ieper;<br />
G) Met bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden, de<br />
boeken of bescheiden bedoeld in hoofdstuk I van de wet van<br />
17 juli 1975 op de boekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen,<br />
geheel of gedeeltelijk hebben doen verdwijnen;<br />
In zijn hoedanigheid van zaakvoerder van de B.V.B.A. K.W. International,<br />
met zetel te 8902 Ieper (Voormezele), Dikkebusseweg 287,<br />
H.R. Ieper 36533, failliet verklaard bij vonnis d.d. 11 mei 1998, van de<br />
rechtbank van koophandel te Ieper, doch zich reeds bevindend in staat<br />
van faillissement sedert 1 juni 1997, zoals blijkt uit de memorie van<br />
faillissement opgesteld door de curator (kaft 1 - stuk 13) en uit het<br />
nazicht van de ingediende schuldvorderingen, de volledige boekhouding<br />
van voormelde vennootschap, in de periode van 7 mei 1996<br />
(datum van oprichting) tot 11 mei 1998;<br />
H) Bij inbreuk op de artikelen 200 en 201-4° van het koninklijk besluit<br />
van 30 november 1935 tot coördinering van de wetten op de handelsvennootschappen,<br />
als zaakvoerder van de B.V.B.A. K.W. International<br />
en van de B.V.B.A. Gema International, één van de bepalingen bij<br />
artikel 80, eerste, tweede en vierde lid van voornoemd koninklijk<br />
besluit opgelegd, niet te hebben nagekomen, namelijk :<br />
1. om de jaarrekeningen met betrekking tot de boekjaren van<br />
7 juni 1997 tot 30 april 1998 (einde eerste boekjaar) van de B.V.B.A.<br />
K.W. International niet te hebben neergelegd;<br />
2. om de jaarrekening met betrekking tot de boekjaren van<br />
13 juni 1996 tot 31 december 1997 (einde eerste boekjaar) van de<br />
B.V.B.A. Gema International niet te hebben neergelegd.
33310 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Hij werd tevens veroordeeld tot 10 euro kosten.<br />
Tegen dit vonnis is op heden geen enkele akte van hoger beroep of<br />
beroep in cassatie bekend.<br />
Voor echt verklaard uittreksel afgeleverd aan de heer procureur des<br />
Konings te Ieper om te laten publiceren in het Belgisch Staatsblad,<br />
overeenkomstig artikel 490 van het Strafwetboek, zoals vervangen bij<br />
art.ikel 124 van de wet van 8 augustus 1997, zoals bevolen bij voormeld<br />
vonnis.<br />
Ieper, de 11 juli 2005.<br />
De griffier : (get.) J. Froyman. (27023)<br />
Publication faite en exécution de l’article 488bis e, § 1 er<br />
du Code civil<br />
Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 488bis e, § 1<br />
van het Burgerlijk Wetboek<br />
Désignation d’administrateur provisoire<br />
Aanstelling voorlopig bewindvoerder<br />
Justice de paix du canton d’Ath-Lessines, siège d’Ath<br />
Suite à la requête déposée le 31 mai 2005, par ordonnance du juge de<br />
paix du canton d’Ath-Lessines, siège d’Ath, rendue le 5 juillet 2005,<br />
Mme Carlier, Marthe, née le 18 avril 1924 à Ostiches, domiciliée rue<br />
Haute 18, à 7200 Ath, à l’établissement home « Les Glycines », aété<br />
déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur<br />
provisoire en la personne de Mme Vanhucq, Anne, née le<br />
11 août 1955 à Renaix, domiciliée rue Terraque 39, à 7860 Lessines.<br />
Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Marbaix,<br />
Marie-Jeanne. (66952)<br />
Justice de paix du canton de Boussu<br />
Suite à la requête déposée le 8 juillet 2005, par ordonnance du juge<br />
de paix du canton de Boussu, rendue le 14 juillet 2005, Pitout, Josette,<br />
née à Quévy-le-Petit le 5 janvier 1930, domiciliée à 7040 Quévy-le-Petit,<br />
rue Haute 16, mais se trouvant actuellement à 7301 Hornu, « Centre<br />
hospitalier du Grand Hornu », route de Mons 63, a été déclarée<br />
incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur<br />
provisoire en la personne de Me Jurga, Jonathan, avocat, domicilié à<br />
7350 Thulin, rue Léon Mahieu 20.<br />
Pour extrait conforme : le greffier adjoint délégué, (signé) Yperman,<br />
Christine. (66953)<br />
Justice de paix du quatrième canton de Charleroi<br />
Par ordonnance rendue le 6 juillet 2005, par M. le juge de paix du<br />
quatrième canton de Charleroi, siégeant en chambre du conseil,<br />
Mme Anne-Marie Lucas, née à Thiméon le 16 avril 1955, domiciliée à<br />
6040 Jumet, rue du Masy 59, a été déclarée hors d’état de gérer ses biens<br />
et pourvue d’un administrateur provisoire, étant : Me Christian<br />
Boudelet, avocat, dont le cabinet est sis à 6040 Jumet, chaussée de<br />
Gilly 61-63.<br />
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Christine Canivet.<br />
(66954)<br />
Justice de paix du canton de Couvin-Philippeville, siégeant à Couvin<br />
Suite à la requête déposée le 17 juin 2005, par ordonnance du juge de<br />
paix suppléant du canton de Couvin-Philippeville, siégeant à Couvin,<br />
rendue le 14 juillet 2005, M. Petit, Michel Simon Georges Ghislain, né le<br />
24 mars 1963 à Chimay, domicilié chaussée de Fagnolle 26, à<br />
5660 Mariembourg, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été<br />
pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Cornet,<br />
Pascal, avocat, dont le cabinet est établi rue du Château 2, à<br />
6460 Chimay.<br />
Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) Dussenne,<br />
Dominique. (66955)<br />
Justice de paix du canton de Fosses-la-Ville<br />
Suite à la requête déposée le 20 juin 2005, par ordonnance de Mme le<br />
juge de paix du canton de Fosses-la-Ville, rendue le 18 juillet 2005,<br />
Mme Godefroid, Marie, née le 25 octobre 1910, domiciliée rue de<br />
Franquen 7B, à 5100 Jambes, résidant C.H.R. « Val de Sambre », rue<br />
Sainte-Brigide 43, à 5070 Fosses-la-Ville, a été déclarée incapable de<br />
gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la<br />
personne de Mme Paermentier, Christine, avocat, domiciliée rue de<br />
Curnolo 80, à 5020 Malonne.<br />
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Watelet, Paul.<br />
(66956)<br />
Suite à la requête déposée le 14 juin 2005, par ordonnance de Mme le<br />
juge de paix du canton de Fosses-la-Ville, rendue le 18 juillet 2005,<br />
Mme Lion, Elise, née le17décembre 1921 à Flawinne, domiciliée rue<br />
Auguste Leblanc 3, à 5002 Saint-Servais, résidant home « Saint-Jean »,<br />
rue Noir Chien 7, à 5640 Mettet, a été déclarée incapable de gérer ses<br />
biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne<br />
de Mme Legros, Viviane, employée, domiciliée rue de Maharenne 16, à<br />
5537 Denée.<br />
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Watelet, Paul.<br />
(66957)<br />
Justice de paix du canton de Grâce-Hollogne<br />
Suite à la requête déposée le 25 mai 2005, par ordonnance du juge de<br />
paix du canton de Grâce-Hollogne, rendue le 16 juin 2005, Mme Goffart,<br />
Josiane, née le 7 octobre 1948 à Liège, veuve, domiciliée avenue Henri<br />
Lonay 302, à 4430 Ans, résidant « château d’Awans », rue du Château 1,<br />
à 4340 Awans, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été<br />
pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de<br />
Mme Ladrière, Liliane Jacqueline Marie, Belge, néele14décembre 1969<br />
à Liège, vendeuse, domiciliée rue Trihais 7, à 4460 Grâce-Hollogne.<br />
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Jacquemotte, Jean-<br />
Jacques. (66958)<br />
Suite à la requête déposée le 17 juin 2005, par ordonnance du juge de<br />
paix du canton de Grâce-Hollogne, rendue le 30 juin 2005,<br />
Mme Drisket, Joséphine, née le 29 novembre 1941 à Othée, divorcée,<br />
domiciliée à la maison de repos « Les Blés Dorés », rue Rond Roi<br />
Albert 16, à 4340 Villers-l’Evêque, a été déclarée incapable de gérer ses<br />
biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne<br />
de Me Haenen, Anne-Françoise, avocate, juge de paix suppléante,<br />
domiciliée avenue Blonden 74-76/012, à 4000 Liège.<br />
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Jacquemotte, Jean-<br />
Jacques. (66959)
Justice de paix du premier canton de Huy<br />
Suite à la requête déposée le 15 juin 2005, par jugement du juge de<br />
paix du premier canton de Huy, rendu le 27 juin 2005, Mme Boulanger,<br />
Nelly Philippine Robertine, née le11décembre 1922 à Liège, veuve,<br />
domiciliée rue de Vaux 22, à 4317 Faimes, résidant « Le Prieuré»,rue<br />
Pascal Dubois 2, à 4540 Amay, a été déclarée incapable de gérer ses<br />
biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne<br />
de Me Guiot, Etienne, avocat, dont les bureaux sont établis chaussée de<br />
Tirlemont 3, à 4520 Wanze.<br />
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Gendebien-Gautot,<br />
Liliane. (66960)<br />
Justice de paix du canton de Jodoigne-Perwez, section Jodoigne<br />
Suite à la requête déposée le 6 juillet 2005, par ordonnance du juge<br />
de paix du canton de Jodoigne-Perwez, section Jodoigne, rendue le<br />
14 juillet 2005, Louis, Martha, née à Opprebais le 6 septembre 1920,<br />
domiciliée à 1370 Jodoigne, « Home le Cèdre Bleu », chaussée de<br />
Charleroi 136, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été<br />
pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Henry,<br />
Hélène, pensionnée, domiciliée à 1315 Opprebais, rue d’En Haut 28.<br />
Pour extrait conforme : le greffier en chef ff, (signé) Noel Legros.<br />
(66961)<br />
Justice de paix du premier canton de Liège<br />
Suite à la requête déposée le 20 juin 2005, par décision du juge de<br />
paix du premier canton de Liège, rendue le mercredi 13 juillet 2005,<br />
Mme Janyssek, Marie Elzbieta, veuve Goffard, François, née le<br />
30 décembre 1923 à Knlurow (Pologne), retraitée, domiciliée rue<br />
d’Amercœur 60/2, à 4020 Liège, demeurant Paradis du Bouhay, à<br />
4020 Liège, rue Ernest Malvoz 111, a été déclarée incapable de gérer ses<br />
biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne<br />
de Me Loix, Philippe, avocat, ayant ses bureaux rue Beeckman 45, à<br />
4000 Liège.<br />
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Becker, Carole. (66962)<br />
Justice de paix du troisième canton de Liège<br />
Suite à la requête déposée le 17 juin 2005, par décision du juge de<br />
paix du troisième canton de Liège, rendue le 30 juin 2005,<br />
Mme Debreuck, Maria, née le1 er décembre 1934 à Herstal, domiciliée<br />
rue des Tawes 46, 4000 Liège, a été déclarée incapable de gérer ses biens<br />
et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de<br />
Me Girouard, Françoise, avocat, dont l’étude est sise rue Gilles Demarteau<br />
8, 4000 Liège.<br />
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Marzee, Christiane.<br />
(66963)<br />
Justice de paix du canton de Péruwelz-Leuze-en-Hainaut,<br />
siège de Péruwelz<br />
Suite à la requête déposée le 12 juillet 2005, par ordonnance du juge<br />
de paix du canton de Péruwelz-Leuze-en-Hainaut, rendue le<br />
15 juillet 2005, M. Criquelière, Grégory, né le 24 janvier 1974 à Belœil,<br />
célibataire, domicilié rue Saint-Brice 12, à 7322 Pommerœul, a été<br />
déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur<br />
provisoire en la personne de Me Vanneste, Damien, avocat, ayant son<br />
cabinet sis boulevard boulevard Léopold III 88, à 7600 Péruwelz.<br />
Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Wallez,<br />
Pascale. (66964)<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Justice de paix du canton de Saint-Josse-ten-Noode<br />
Par ordonnance du juge de paix du canton de Saint-Josse-ten-Noode,<br />
en date du 26 mai 2004, la nommée Vouche, Fabienne, née à Ixelles le<br />
18 mars 1972, domiciliée à 1140 Evere, clos des Diablotins 41/11, a été<br />
déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur<br />
provisoire en la personne de Vouche, Mauricette, domiciliée à<br />
1140 Evere, clos des Diablotins 40.<br />
Le greffier adjoint délégué, (signé) Damien Lardot. (66965)<br />
Justice de paix du canton de Seraing<br />
Suite à la requête déposée le 30 juin 2005, par ordonnance du juge de<br />
paix du canton de Seraing, rendue le 13 juillet 2005, Mlle Wiart, Mandy<br />
Elise Marcelle Annie Odette Linda, de nationalité <strong>belge</strong>, née le<br />
1 er juillet 1987 à Seraing, sans profession, célibataire, domiciliée à<br />
4100 Seraing, rue Haut Pré 91, a été déclarée incapable de gérer ses<br />
biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne<br />
de Me Ligot, Léon, avocat, dont les bureaux sont établis avenue du<br />
Luxembourg 15, à 4020 Liège.<br />
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Jean-Marie Fouarge.<br />
(66966)<br />
Justice de paix du canton de Waremme<br />
Suite à la requête déposée le 5 juillet 2005, par ordonnance du juge<br />
de paix du canton de Waremme, rendue le 14 juillet 2005, Mme Lhoest,<br />
Rose, née le 27 mai 1930 à Bleret, en résidence, à 4300 Waremme, rue<br />
Georges César 50, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été<br />
pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Pirson,<br />
Myriam, professeur, domiciliée à 4300 Waremme, clos du Moulin à<br />
Vent 8.<br />
Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) Anne Léonard.<br />
(66967)<br />
Suite à la requête déposée le1 er juillet 2005, par ordonnance du juge<br />
de paix suppléant du canton de Waremme, rendue le 11 juillet 2005,<br />
Mme Lanssens, Marie José, née le 8 juin 1926 à Huy, domiciliée à<br />
4300 Waremme, avenue Leburton 172, à la maison de repos « La Clé<br />
des Champs », aété déclarée incapable de gérer ses biens et a été<br />
pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Dominique<br />
Humblet, avocat, dont les bureaux sont établis à 4300 Waremme,<br />
rue Ernest Malvoz 32/5.<br />
Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé)A.Léonard. (66968)<br />
Justice de paix du premier canton de Wavre<br />
33311<br />
Suite à la requête déposée le 20 juin 2005, par ordonnance du juge de<br />
paix du premier canton de Wavre, rendue le 30 juin 2005, Detry, Sylvie,<br />
née le 11 juillet 1925, domiciliée à 1300 Wavre, chemin de Vieusart 35,<br />
résidant clinique Dr Derscheid, chaussée de Tervueren, à<br />
1410 Waterloo, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été<br />
pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Genicot,<br />
Jean, administrateur provisoire, avocat, domicilié à 1300 Wavre,<br />
chaussée de Bruxelles 11.<br />
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Smekens, Viviane.<br />
(66969)
33312 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Vredegerecht van het kanton Aarschot<br />
Beschikking d.d. 12 juli 2005, stellen vast dat Van Haeren, Robert,<br />
geboren te Antwerpen op 13 maart 1927, wonende in het woon- en<br />
zorgcentrum voor bejaarden « De Edelweis », te 3130 Begijnendijk,<br />
Liersesteenweg 165-171, niet in staat is zijn goederen te beheren.<br />
Voegen aan deze persoon als voorlopig bewindvoerder toe : Stevens,<br />
Patricia, advocaat, wonende te 3130 Begijnendijk (Betekom),<br />
Raystraat 61.<br />
Aarschot, 18 juli 2005.<br />
De hoofdgriffier : (get.) Anckaert, Luc. (66970)<br />
Beschikking d.d. 12 juli 2005, stellen vast dat Serneels, Roger Paul<br />
Robert, geboren te Aarschot op 3 augustus 1951, werkloos, wonende te<br />
3200 Aarschot, Nieuwrodesesteenweg 116, niet in staat is zijn goederen<br />
te beheren.<br />
Voegen aan deze persoon als voorlopig bewindvoerder toe : Stevens,<br />
Patricia, advocaat, wonende te 3130 Begijnendijk (Betekom),<br />
Raystraat 61.<br />
Aarschot, 18 juli 2005.<br />
De hoofdgriffier : (get.) Anckaert, Luc. (66971)<br />
Beschikking d.d. 12 juli 2005, stellen vast dat Fonderie, Anna, geboren<br />
te Berlaar op 13 april 1929, wonende in het woon- en zorgcentrum voor<br />
bejaarden « De Edelweis », te 3130 Begijnendijk, Liersesteenweg 165-<br />
171, niet in staat is haar goederen te beheren.<br />
Voegen aan deze persoon als voorlopig bewindvoerder toe : Stevens,<br />
Patricia, advocaat, wonende te 3130 Begijnendijk (Betekom),<br />
Raystraat 61.<br />
Aarschot, 18 juli 2005.<br />
De hoofdgriffier : (get.) Anckaert, Luc. (66972)<br />
Vredegerecht van het derde kanton Antwerpen<br />
Bij vonnis van de vrederechter derde kanton Antwerpen, verleend<br />
op 6 juli 2005, werd Van Uytfange, Charles, geboren te Antwerpen op<br />
2 januari 1955, wonende te 2170 Merksem (Antwerpen), Kruisbekstraat<br />
28, verblijvende te Hoge Beuken - Neuro 1, Commandant Weynsstraat<br />
165, te 2660 Hoboken (Antwerpen), niet in staat verklaard zijn<br />
goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder<br />
: Van Uytfange, Sawnte, geboren te Merksem op 4 september 1978,<br />
klinisch laborante, wonende te 2140 Borgerhout (Antwerpen), Rik<br />
Sauterstraat 6.<br />
Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op<br />
29 juni 2005.<br />
Antwerpen, 18 juli 2005.<br />
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Patrik Rietjens. (66973)<br />
Vredegerecht van het kanton Lier<br />
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Lier, verleend op<br />
7 juli 2005, werd Labsir, Jilaly, geboren te Marokko op 19 juni 1968,<br />
wettelijk gedomicilieerd te 2800 Mechelen, Ploegstraat 3, verblijvende<br />
in het Psychiatrisch Centrum Sint-Norbertus, Stationsstraat 22C, te<br />
2570 Duffel, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg<br />
toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Vercammen, Joris, wonende<br />
te 2800 Mechelen, Schuttersvest 8.<br />
Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) Meulenbrouck,<br />
Gerlinda. (66974)<br />
Vredegerecht van het kanton Sint-Truiden<br />
Bij vonnis van de plaatsvervangend vrederechter van het kanton<br />
Sint-Truiden, verleend op 12 juli 2005, werd Moreau, Marie Valérie,<br />
huisvrouw, geboren te Landen (Wezeren) op 3 mei 1916, weduwe van<br />
de heer Thijs, Jean Louis Constant, wonende te 3400 Landen, Hertog<br />
van Brabantlaan 36/6, thans verblijvende Regionaal Ziekenhuis Sint-<br />
Trudo Campus Sint-Anna, Stenaertberg 3, 3800 Sint-Truiden, niet in<br />
staat verklaard zelf haar goederen te beheren.<br />
Voegt toe als voorlopige bewindvoerder : Thys, Jean Louis, gepensioneerde,<br />
wonende te 3850 Nieuwerkerken (Binderveld), Kruisstraat<br />
28.<br />
Sint-Truiden, 12 juli 2005.<br />
Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Marina Derwael.<br />
(66975)<br />
Vredegerecht van het kanton Tienen<br />
Bij beslissing van de vrederechter van het kanton Tienen, verleend<br />
op 11 juli 2005, werd Bouts, Henri Leopold, geboren te Tienen op<br />
29 november 1934, gepensioneerde, weduwnaar, gedomicilieerd te<br />
3300 Tienen, Leuvenselaan 111, thans verblijvende in de Psychiatrische<br />
Kliniek der Broeders Alexianen, te 3300 Tienen, Liefdestraat 10, niet in<br />
staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als<br />
voorlopig bewindvoerder : Mr. Ann Coun, advocaat met kantoor te<br />
3300 Tienen, Leuvenselaan 76.<br />
Tienen, 12 juli 2005.<br />
Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) Julie-Anne<br />
Brees. (66976)<br />
Mainlevée d’administration provisoire<br />
Opheffing voorlopig bewind<br />
Justice de paix du deuxième canton d’Anderlecht<br />
Par ordonnance du juge de paix du second canton d’Anderlecht, en<br />
date du 9 mai 2005, il a été mis fin à la mission d’administrateur<br />
provisoire de Me Pierre Stoquart, avocat dont les bureaux sont établis<br />
à 1190 Bruxelles, avenue Maréchal Joffre 106, de la nommée :<br />
Mme Marie Lindemann, née le 26 avril 1953 à Léopoldville (Congo<br />
<strong>belge</strong>), domiciliée etrésidant à Anderlecht, rue Louis Van Beethoven 4.<br />
Pour extrait conforme : la greffière adjointe, (signé) Mireille<br />
Ninanne. (66977)<br />
Justice de paix du deuxième canton de Liège<br />
Par ordonnance du juge de paix du deuxième canton de Liège, du<br />
15 juillet 2005, il a été constaté que la mesure d’administration<br />
provisoire prise par ordonnance du 12 novembre 2002, a pris fin suite<br />
au décès de Bollingh, Denise Guillemine Catherine, veuve de Jean<br />
Robert, née le 1 er mai 1928 à Liège, domiciliée à Liège, quai de<br />
Rome 52/22, résidant à l’établissement Cottage Rose Seniorie, rue<br />
Méaroulle 1, à 4000 Sclessin, décédée le 19 mars 2005, il a été mis fin, en<br />
conséquence, après dépôt d’un rapport de gestion, à la mission de son<br />
administrateur provisoire.<br />
Liège, le 15 juillet 2005.<br />
Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) Lefort, Carine.<br />
(66978)
Vredegerecht van het kanton Izegem<br />
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Izegem, verleend<br />
op 13 juli 2005, verklaart de opdracht van Mistiaen, Jan, geboren te<br />
Izegem op 19 juni 1961, wonende te 8870 Izegem, Italianenlaan 5, als<br />
voorlopig bewindvoerder werd aangesteld over de goederen van Mistiaen,<br />
Hector, geboren te Izegem op 1 december 1921, wonende te<br />
8870 Izegem, Roeselaarsestraat 287, verblijvende ’t Pandje, Roeselaarsestraat<br />
287, te 8870 Izegem, beëindigd is, gezien het overlijden op<br />
5 maart 2004 van Mistiaen, Hector, voornoemd.<br />
Izegem, 13 juli 2005.<br />
De hoofdgriffier : (get.) Derez, Hubert. (66979)<br />
Vredegerecht van het tweede kanton Leuven<br />
Bij beschikking van de vrederechter van het tweede kanton Leuven,<br />
verleend op 14 juli 2005, werd Coessens, Mark, gedomicilieerd Vaartdijk<br />
136, 1981 Hofstade, aangewezen bij beschikking verleend door de<br />
vrederechter van het tweede kanton Leuven op 12 januari 1998 tot<br />
voorlopig bewindvoerder over Verhaegen, Clothilde, geboren te<br />
Leuven op 6 december 1926, gedomicilieerd en verblijvend R.V.T. Sint-<br />
Bernardus, Egenhovenstraat 22, 3060 Bertem, verblijvend in rechte<br />
krachtens art. 488bis k) B.W. bij haar voorlopige bewindvoerder, met<br />
ingang van 3 juli 2005 ontslagen van de opdracht, gezien de<br />
beschermde persoon overleden is te Bertem op 3 juli 2005.<br />
Leuven, 18 juli 2005.<br />
De griffier : (get.) Verbist, Veronique. (66980)<br />
Vredegerecht van het kanton Zottegem-Herzele,<br />
zetel Herzele<br />
Beschikking d.d. 15 juli 2005 verklaart Ogiers, Gunther, wonende te<br />
9400 Ninove, Rode Kruisstraat 23, aangewezen bij beschikking<br />
verleend door de vrederechter van het kanton Zottegem-Herzele, zetel<br />
Herzele, op 10 april 2002, tot voorlopig bewindvoerder over<br />
Herregodts, Nelly, geboren te Ninove op 3 augustus 1951, laatst<br />
verblijvende in het R.V.T. rusthuis Sint-Jozef, Wegvoeringstraat 63, te<br />
9230 Wetteren, met ingang van 15 juli 2005 ontslagen van de opdracht,<br />
gezien de beschermde persoon overleden is te Wetteren op 5 juni 2005.<br />
Herzele, 18 juli 2005.<br />
De eerstaanwezend adjunct-griffier : (get.) Van Den Neste, Hilda.<br />
(66981)<br />
Remplacement d’administrateur provisoire<br />
Vervanging voorlopig bewindvoerder<br />
Justice de paix du canton de Bastogne-Neufchâteau,<br />
siège de Bastogne<br />
Par ordonnance de M. le juge de paix de Bastogne-Neufchâteau, siège<br />
de Bastogne, en date du 7 juillet 2005, Mme Hinck, Marcelle, veuve de<br />
Nestor Dubois, née le 3 mai 1918 à Fauvillers, pensionnée, domiciliée<br />
Le Celly 5, 6680 Sainte-Ode, a été pourvue d’un nouvel administrateur<br />
provisoire en la personne de Me Gresse, Christine, avocat, dont les<br />
bureaux sont établis rue Pierre Thomas 2, 6600 Bastogne, en remplacement<br />
de M. Rolland, Cédric, domicilié rue de la Fontaine 5,<br />
6987 Rendeux, démissionnaire.<br />
Extrait certifié conforme : le greffier en chef, (signé) Aernouts, Marie-<br />
Yvonne. (66982)<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Justice de paix du canton de Saint-Gilles<br />
Par ordonnance du juge de paix du canton de Saint-Gilles, en date<br />
du 8 juillet 2005, le nommé Blavier, Claude, né àUccle le 7 mars 1954,<br />
domicilié à1060 Saint-Gilles, rue du Tir 18, a été pourvu d’un nouvel<br />
administrateur provisoire en la personne de Me Simeons, Veerle,<br />
avocate à 1060 Saint-Gilles, rue Fontainas 13, en remplacement de<br />
Devriendt, Christiane.<br />
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Allard de Bihl, Sandrine.<br />
(66983)<br />
Publication prescrite par l’article 793<br />
du Code civil<br />
Bekendmaking voorgeschreven bij artikel 793<br />
van het Burgerlijk Wetboek<br />
Acceptation sous bénéfice d’inventaire<br />
Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving<br />
Volgens akte verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg<br />
te Gent, d.d. 15 juli 2005 (akte nr. 05-497, rep.nr. 05-973) heeft :<br />
Van Loon, Christine, advocaat te 2550 Kontich, Antwerpsesteenweg<br />
92, handelend in haar hoedanigheid van voorlopig bewindvoerder,<br />
hiertoe benoemd bij beschikking van de vrederechter van het<br />
kanton Kontich, d.d. 3 augustus 2000, over de goederen van Spruyt,<br />
Wouter, geboren op 19 april 1978, wonende te 2530 Boechout, PC<br />
Broeders Alexianen, Provinciesteenweg 408,<br />
verklaard de nalatenschap van wijlen Spruyt, Luc Siardus Hendrik,<br />
geboren te Schoten (thans Antwerpen) op 6 juni 1954, in leven laatst<br />
wonende te 9000 Gent, Vina Bovypark 52, en overleden te Gent op<br />
4 mei 2005, te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving.<br />
Er wordt woonstkeuze gedaan ten kantore van Mr. Christine Van<br />
Loon, Antwerpsesteenweg 92, te 2550 Kontich.<br />
(Get.) Ch. van Loon, advocaat. (27024)<br />
Bij verklaring afgelegd ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg<br />
te Gent op 13 juli 2005, heeft notaris De Keukelaere, Philippe, te Eeklo,<br />
optredende als gevolmachtigde van de heer Teerlinck-Boelens, Patrick<br />
Antoon Jan, geboren te Eeklo op 8 februari 1956, weduwnaar van<br />
Mevr. Antheunis, Marleen, wonend te 9970 Kaprijke, Vrouwstraat 57,<br />
handelend als drager van het ouderlijk gezag over de persoon en de<br />
goederen van zijn twee minderjarige kinderen, te weten :<br />
Jongeheer Teerlinck-Boelens, Cedric, ongehuwd, geboren te Gent op<br />
23 mei 1990 en Mejuffrouw Teerlinck-Boelens, Amelie, ongehuwd,<br />
geboren te Gent op 25 september 1993, beiden wonende bij hun vader,<br />
de nalatenschap van hun grootmoeder, Mevr. De Bruyckere, Elisabeth,<br />
geboren te Sint-Laureins op 22 mei 1917, overleden te Sint-Laureins op<br />
24 februari 2005, in leven laatst wonend te 9982 Sint-Laureins (Sint-<br />
Jans-in-Eremo), Sint-Janspolderdijk 7, onder voorrecht van boedelbeschrijving<br />
aanvaard, waartoe hij gemachtigd werd bij beschikking<br />
van de heer vrederechter van het kanton Eeklo op 3 mei 2005.<br />
De schuldeisers en legatarissen worden verzocht bij aangetekend<br />
schrijven hun rechten te doen kennen binnen de drie maanden vanaf<br />
deze opneming in het Belgisch Staatsblad, op het kantoor van notaris<br />
Philippe De Keukelaere, te 9900 Eeklo, Stationsstraat 74 (en vanaf<br />
1 september 2005 te Eeklo, Oostveldstraat 1).<br />
Eeklo, 19 juli 2005.<br />
33313<br />
(Get.) De Keukelaere, Philippe, notaris. (27025)
33314 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Bij verklaring d.d. 29 juni 2005, ter griffie van de rechtbank van eerste<br />
aanleg te Oudenaarde, heeft de heer De Grauwe, Tony, geboren te Gent<br />
op 14 oktober 1967, wonende te 9600 Ronse, Zonnestraat 273, in zijn<br />
hoedanigheid van vader wettige-voogd over de personen en goederen<br />
van zijn minderjarige kinderen :<br />
De Grauwe, Bram Willy, geboren te Gent op 28 juli 1994;<br />
De Grauwe, Sofie Arlette, geboren te Gent op 22 maart 1996;<br />
De Grauwe, Arno Patrick Achiel, geboren te Gent op 30 oktober 1997,<br />
allen wonende te 9600 Ronse, Zonnestraat 273,<br />
verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap<br />
te aanvaarden van wijlen Mevr. Castelijn, Inge Beatrijs, geboren te Gent<br />
op 13 november 1970, laatst wonende te 9600 Ronse, Zonnestraat 273,<br />
en overleden te Ronse op 18 maart 2005.<br />
De schuldeisers en legatarissen worden verzocht bij aangetekend<br />
schrijven van hun rechten te doen kennen binnen de drie maand te<br />
rekenen van de datum van de opneming in het Belgisch Staatsblad van<br />
de onderhavige bekendmaking.<br />
Dit bericht moet gericht worden aan de heer notaris Philippe<br />
Flamant, Karel Vandendoorenstraat 12, te 9600 Ronse.<br />
(Get.) Ph. Flamant, notaris. (27026)<br />
Rechtbank van eerste aanleg te Leuven<br />
Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te<br />
Leuven op 19 juli 2005, hebben :<br />
Horlait, Dirk Germain Emiel Jozef, geboren te Deurne op 23 juli 1964,<br />
wonende te 3010 Leuven, Richard Valvekensstraat 48; handelend in<br />
eigen naam,<br />
Horlait, Luc Marie J., geboren te Wilrijk op 1 december 1967,<br />
wonende te 3000 Leuven, Sint-Jacobsplein 24; handelend in eigen naam,<br />
verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap<br />
te aanvaarden van wijlen Horlait, Daniel Elie Julien Adelin, geboren te<br />
Zellik op 16 december 1927, in leven laatst wonende te 3000 Leuven,<br />
Frederik Lintsstraat 33, en overleden te Wetteren op 22 maart 2004 en<br />
dit in herroeping van de verklaring van voornoemde comparanten,<br />
afgelegd op 15 december 2004, onder akte nummer 04-538, waarbij zij<br />
bedoelde nalatenschap verworpen hadden.<br />
De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen de drie<br />
maanden, te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch<br />
Staatsblad , hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen op<br />
het kantoor van Mr. J. Simonart, notaris te 3000 Leuven, Sint-Jacobsplein<br />
7.<br />
Leuven, 19 juli 2005.<br />
De adjunct-griffier : (get.) K. Grisez. (27027)<br />
Tribunal de première instance d’Arlon<br />
Acceptation de succession sous bénéfice d’inventaire<br />
L’an 2005, le 19 juillet, au greffe du tribunal de première instance<br />
d’Arlon, et par-devant nous, P. Haverlant, greffier, a comparu :<br />
Mme Marie-Josée Thines, aidante, épouse Michel Bechet, demeurant<br />
rue du Moulin 5, à 6740 Etalle, porteuse d’une procuration lui délivrée<br />
le 7 juin 2005, par Mme Léonard, Véronique Anne Ghislaine Marie, née<br />
à Arlon le 20 mars 1960, domiciliée rue du Château 28, à<br />
6747 Saint-Léger, agissant en qualité de mère et représentante légale de<br />
ses enfants mineurs :<br />
Bosquet, Florence, née à Arlon le 3 juin 1991;<br />
Bosquet, François, né àArlon le 31 décembre 1992;<br />
Bosquet, Nathalie, née à Arlon le 14 janvier 1996;<br />
et ce, en vertu d’une ordonnance rendue par M. le juge de paix du<br />
canton de Virton-Florenville-Etalle, siège de Virton, en date du<br />
18 mars 2005;<br />
laquelle comparante a, au nom de sa mandante, déclaré accepter sous<br />
bénéfice d’inventaire la succession de M. Bosquet, Jean-Louis Joseph<br />
Emilien, né àHabay-la-Vieille le 21 mars 1957, en son vivant domicilié<br />
rue du Château 28, à 6747 Saint-Léger, décédé ab intestat à<br />
Somme-Leuze le 25 juillet 2004.<br />
Les créanciers et légataires éventuels dudit défunt sont invités à faire<br />
connaître leurs droits, par avis recommandé, dans un délai de<br />
trois mois à compter de la présente insertion.<br />
Cet avis doit être adressé à Me Bechet, Michel, notaire, rue<br />
Belle-Vue 29, à 6740 Etalle.<br />
Arlon, le 19 juillet 2005.<br />
Le greffier, (signé) P. Haverlant. (27028)<br />
Tribunal de première instance de Huy<br />
L’an 2005, le 18 juillet, au greffe du tribunal de première instance de<br />
Huy, a comparu :<br />
Me Jacques Léon Adolphe Paul Battaille, notaire de résidence à<br />
4500 Huy, rue Vankeerberghen 35, né àBasècles le 26 novembre 1948,<br />
agissant en sa qualité de mandataire spécial en vertu d’une procuration<br />
faite à Couthuin, en date du 17 mai 2005, laquelle restera en annexe du<br />
présent acte, pour et au nom de M. Thiroux, Christian Fernand André,<br />
né àBen-Ahin le 7 mai 1953, divorcé, domicilié à4218 Héron, rue<br />
Docteur Beaujean 16, agissant en sa qualité de père et administrateur<br />
légal des biens de son enfant mineur d’âge, parent autorisé aux fins des<br />
présentes, par ordonnance de M. le juge de paix du canton de<br />
Huy II-Hannut, en date du 11 juillet 2005, laquelle restera en annexe du<br />
présent à savoir :<br />
Thiroux, Céline Michèle Anne-Marie, né le 1 er novembre 1988 à Huy,<br />
célibataire, domiciliée à 4218 Couthuin, rue Docteur Beaujean 16, fille<br />
de la défunte,<br />
lequel comparant a déclaré accepter sous bénéfice d’inventaire la<br />
succession de Tannier, Catherine Camille Jeannine, née à Huy le<br />
4 juillet 1961, de son vivant domiciliée à Moha, rue des Bruyères 493/A,<br />
et décédée le 26 septembre 2002 à Wanze.<br />
Conformément aux prescriptions du dernier alinéadel’article 793 du<br />
Code civil, le comparant déclare faire élection de domicile en l’étude<br />
de Me Jacques Bataille, notaire à Huy où les créanciers et légataires sont<br />
invités à faire valoir leurs droits, par avis recommandé, dans les<br />
trois mois de la présente insertion au Moniteur <strong>belge</strong>.<br />
Dont acte signé, lecture faite par le comparant et le greffier.<br />
Le greffier, (signé) A. Renard. (27029)<br />
Tribunal de première instance de Namur<br />
L’an 2005, le 18 juillet, au greffe du tribunal de première instance de<br />
Namur, et par-devant nous, Jacqueline Tholet, greffier, a comparu :<br />
Mme Deprez, Geneviève (fille des défunts), domiciliée à<br />
1410 Waterloo, avenue de l’Ange 31,<br />
laquelle comparante a déclaré, en langue française, accepter sous<br />
bénéfice d’inventaire la succession de :<br />
1) Mme Denuit, Suzanne, en son vivant domiciliée à 5100 Jambes,<br />
rue d’Enhaive 97/0302, et décédée à 5100 Jambes, en date du<br />
1 er juin 2004,<br />
2) M. Deprez, Walter, en son vivant domicilié à5100 Jambes, rue<br />
d’Enhaive 97/0302, et décédé à5100 Jambes, en date du 1 er juin 2004.<br />
Dont acte requis par la comparante, qui après lecture, signe avec<br />
nous, Jacqueline Tholet, greffier.<br />
Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avis<br />
recommandé, leurs droits dans un délai de trois mois à compter de la<br />
date de la présente insertion.<br />
Cet avis doit être adressé à Me Jean Hayot, à 6150 Anderlues,<br />
chaussée de Mons 2.<br />
Namur, le 18 juillet 2005.<br />
Le greffier, (signé) Jacqueline Tholet. (27030)
Faillite − Faillissement<br />
Rechtbank van koophandel te Antwerpen<br />
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d.<br />
19 juli 2005, is Accountantskantoor Armand Loots B.V.B.A., August Van<br />
De Wielelei 223, bus 2, 2100 Deurne (Antwerpen), boekhouders, op<br />
bekentenis, failliet verklaard.<br />
Ondernemingsnummer 0424.293.737.<br />
Curator : Mr. Van Mechelen, Francis, Mechelsesteenweg 136,<br />
2018 Antwerpen-1.<br />
Datum van de staking van betaling : 19 juli 2005.<br />
Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór<br />
18 augustus 2005.<br />
Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de ingediende<br />
schuldvorderingen : 14 september 2005, te 9 uur, zaal 18, rechtbank van<br />
koophandel te Antwerpen, gerechtsgebouw, Stockmansstraat,<br />
2018 Antwerpen.<br />
De griffier-hoofd van dienst : M. Caers. (Pro deo) (27031)<br />
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d.<br />
19 juli 2005, is Van Daelen Buitenreclame B.V.B.A., Mariatheresialei 9,<br />
2018 Antwerpen-1, reclameverspreiding, op bekentenis, failliet<br />
verklaard.<br />
Ondernemingsnummer 0475.416.794.<br />
Curator : Mr. Moestermans, Borg, Generaal Van Merlenstraat 3,<br />
2600 Berchem (Antwerpen).<br />
Datum van de staking van betaling : 19 juli 2005.<br />
Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór<br />
18 augustus 2005.<br />
Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de ingediende<br />
schuldvorderingen : 14 september 2005, te 9 uur, zaal 18, rechtbank van<br />
koophandel te Antwerpen, gerechtsgebouw, Stockmansstraat,<br />
2018 Antwerpen.<br />
De griffier-hoofd van dienst : M. Caers. (Pro deo) (27032)<br />
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d.<br />
19 juli 2005, is Memo Media N.V., Bredabaan 906, 2930 Brasschaat,<br />
groothandel in kantoormachines en kantoormaterieel, bij dagvaarding,<br />
failliet verklaard.<br />
Ondernemingsnummer 0457.904.237.<br />
Curator : Mr. Peeters, Nick, Frankrijklei 115, 2000 Antwerpen-1.<br />
Datum van de staking van betaling : 19 juli 2005.<br />
Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór<br />
18 augustus 2005.<br />
Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de ingediende<br />
schuldvorderingen : 14 september 2005, te 9 uur, zaal 18, rechtbank van<br />
koophandel te Antwerpen, gerechtsgebouw, Stockmansstraat,<br />
2018 Antwerpen.<br />
De griffier-hoofd van dienst : M. Caers. (Pro deo) (27033)<br />
Bij vonnis van 19 juli 2005 werd Mr. Dael, Christophe, advocaat te<br />
Antwerpen, curator van het faillissement S & SI N.V., Bredabaan 1,<br />
2990 Wuustwezel, ondernemingsnummer 0463.580.915, hiertoe aangesteld<br />
bij vonnis van 14 juli 2005, op eigen verzoek, vervangen door<br />
Mr. NG Wendy, advocaat, Ringlaan 138, 2170 Merksem (Antwerpen).<br />
De griffier-hoofd van dienst : M. Caers. (Pro deo) (27034)<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Rechtbank van koophandel te Dendermonde<br />
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, zesde<br />
kamer, d.d. 18 juli 2005, werd Limbo N.V., immobiliën, Zamanstraat 1,<br />
9100 Sint-Niklaas, in staat van faillissement verklaard.<br />
Ondernemingsnummer 0435.754.187.<br />
Rechter-commissaris : M. Marianne Buyse.<br />
Curator : Mr. Dani De Clercq, Koningin Astridlaan 52, 9100 Sint-<br />
Niklaas.<br />
Datum staking van betaling : 24 mei 2005, onder voorbehoud van<br />
artikel 12, lid 2, F.W.<br />
Indienen van de schuldvorderingen met bewijsstukken, uitsluitend<br />
ter griffie van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, binnen<br />
de dertig dagen vanaf datum faillissementsvonnis.<br />
Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de schuldvorderingen<br />
op vrijdag 9 september 2005, om 10 uur.<br />
Voor eensluidend uittreksel : de afgev. adjunct-griffier, (get.) S. Van<br />
Nuffel. (27035)<br />
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, zesde<br />
kamer, d.d. 18 juli 2005, werd ’T Felixhof B.V.B.A., taverne restaurant,<br />
Felix Beernaertsplein 50, 9230 Wetteren, in staat van faillissement<br />
verklaard.<br />
Ondernemingsnummer 0477.243.463.<br />
Rechter-commissaris : M. Marc Tackaert.<br />
Curator : Mr. Jozef Dauwe, Leo Du Boisstraat 46, 9280 Lebbeke.<br />
Datum staking van betaling : 1 juli 2005, onder voorbehoud van<br />
artikel 12, lid 2, F.W.<br />
Indienen van de schuldvorderingen met bewijsstukken, uitsluitend<br />
ter griffie van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, binnen<br />
de dertig dagen vanaf datum faillissementsvonnis.<br />
Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de schuldvorderingen<br />
op vrijdag 9 september 2005, om 9 uur.<br />
Voor eensluidend uittreksel : de afgev. adjunct-griffier, (get.) S. Van<br />
Nuffel. (27036)<br />
Rechtbank van koophandel te Kortrijk<br />
Bij vonnis van de buitengewone zitting, vijfde kamer,<br />
d.d. 19 juli 2005, werd, op bekentenis, failliet verklaard Natuursteenbedrijf<br />
Philip Dumoulin B.V.B.A., Beversesteenweg 151, te 8800 Roeselare,<br />
ondernemingsnummer 0429.718.710, onderneming voor het steenhouwen,<br />
voor het bewerken, polijsten en plaatsen van marmer voor<br />
gebouwen.<br />
Rechter-commissaris : Decorte, Jozef.<br />
Curatoren : Mr. François, Yves, Eertbruggestraat 10, 8790 Waregem,<br />
en Mr. Ghekiere, Philip, Nachtegaallaan 6, 8500 Kortrijk.<br />
Datum van de staking van betaling : 18 juli 2005.<br />
33315<br />
Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór<br />
19 augustus 2005.<br />
Nazicht van de schuldvorderingen : 16 september 2005, te 14 u. 30 m.,<br />
zaal A, rechtbank van koophandel, gerechtsgebouw II, Beheerstraat 41,<br />
8500 Kortrijk.<br />
De griffier : (get.) J. Vanleeuwen. (27037)
33316 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
Rechtbank van koophandel te Leuven<br />
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Leuven,<br />
d.d. 19 juli 2005, werd B.V.B.A. Immobiliën J & V, met zetel te<br />
3040 Huldenberg (Neerijse), Lindenhoflaan 4, en met als activiteiten<br />
onderneming in onroerende goederen, H.R. Leuven 90183,<br />
ondernemingsnummer 0421.950.295, in staat van faillissement<br />
verklaard.<br />
Curator : Mr. L. Stevens, advocaat te 3200 Aarschot, Kapitein Gilsonplein<br />
20.<br />
Rechter-commissaris : W. Heylen.<br />
Staking van de betalingen : 19 juli 2005.<br />
Indienen van schuldvorderingen tot en met 19 augustus 2005 ter<br />
griffie dezer rechtbank.<br />
Nazicht schuldvorderingen : 29 augustus 2005, te 14 uur.<br />
De griffier, (onleesbare handtekening.) (27038)<br />
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Leuven,<br />
d.d. 19 juli 2005, werd Dendooven, Rudi, geboren te Leuven op<br />
17 april 1958, wonende te 3212 Lubbeek, Aardebrug 6, en met als<br />
activiteiten aannemer van metsel- en betonwerken, plaatsen van<br />
vloer- en wandtegels, H.R. Leuven 101605, ondernemingsnummer<br />
0733.436.497, in staat van faillissement verklaard.<br />
Curator : Mr. J. Convents, advocaat te 3270 Scherpenheuvel,<br />
Noordervest 15.<br />
Rechter-commissaris : F. De Baerdemaeker.<br />
Staking van de betalingen : 18 juli 2005.<br />
Indienen van schuldvorderingen tot en met 19 augustus 2005 ter<br />
griffie dezer rechtbank.<br />
Nazicht schuldvorderingen : 29 augustus 2005, te 14 uur.<br />
De griffier, (onleesbare handtekening.) (27039)<br />
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Leuven,<br />
d.d. 19 juli 2005, werd B.V.B.A. AR+DE+CO, met zetel te 3040 Huldenberg<br />
(Neerijse), Lindenhoflaan 4, en met als activiteiten studie,<br />
opmaken, ontwikkelen en uitwerken van vastgoedprojecten, het<br />
architectoraal en technisch onderzoek, milieu en effectstudies, technische<br />
controles en beheer van gebouwen, H.R. Leuven 83190,<br />
ondernemingsnummer 0448.486.329, in staat van faillissement<br />
verklaard.<br />
Curator : Mr. L. Stevens, advocaat te 3200 Aarschot, Kapitein Gilsonplein<br />
20.<br />
Rechter-commissaris : W. Heylen.<br />
Staking van de betalingen : 19 juli 2005.<br />
Indienen van schuldvorderingen tot en met 19 augustus 2005 ter<br />
griffie dezer rechtbank.<br />
Nazicht schuldvorderingen : 29 augustus 2005, te 14 uur.<br />
De griffier, (onleesbare handtekening.) (27040)<br />
Tribunal de commerce de Liège<br />
Par jugement du 14 juillet 2005, rectifié par décision du 19 juillet 2005,<br />
le tribunal de commerce de Liège a prononcé, sur aveu, la faillite de la<br />
S.P.R.L. Immo Close, établie et ayant son siège social à 4671 Blegny<br />
(Housse), rue de Barchon 20 B, ayant pour activité : « l’exploitation<br />
d’une société immobilière - gestion du bâtiment », inscrite à la<br />
Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0454.049.080.<br />
Curateur : Philippe Jehasse, avocat à 4000 Liège, rue Charles<br />
Morren 4.<br />
Juge-commissaire : M. André Salmon.<br />
Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunal<br />
de commerce de Liège, à 4000 Liège, îlot Saint-Michel, rue Joffre 12,<br />
endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite.<br />
Clôture du procès-verbal de vérification des créances : le mardi<br />
30 août 2005, à 9 h 30 m, salle des faillites (cabinet du greffier en chef,<br />
au 3 e étage).<br />
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) J. Zanelli. (27041)<br />
Régime matrimonial − Huwelijksvermogensstelsel<br />
Bij verzoekschrift van 15 juli 2005 hebben de echtgenoten Tom Devos-<br />
Decorte, Greet, samenwonend te 8553 Zwevegen (Otegem), Zwevegemstraat<br />
134, voor de burgerlijke griffie van de rechtbank van eerste<br />
aanleg te Kortrijk een verzoek ingediend tot homologatie van het<br />
contract houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel, met<br />
naam wijziging van het gemeenschappelijk vermogen door inbreng in<br />
gemeenschap, opgemaakt door geassocieerd notaris Thérèse Dufaux, te<br />
Waregem, op 15 juli 2005.<br />
Voor de echtegenoten : (get) Thérèse Dufaux. (27042)<br />
Bij verzoekschrift van 15 juli 2005 hebben de echtgenoten André<br />
Devos-Deconinck, Martine, samenwonend te Waregem, Henri Lebbestraat<br />
108, voor de burgerlijke griffie van de rechtbank van eerste aanleg<br />
te Kortrijk een verzoek ingediend tot homologatie van het contract<br />
houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel, met naam<br />
wijziging van het gemeenschappelijk vermogen door inbreng in<br />
gemeenschap, opgemaakt door geassocieerd notaris Thérèse Dufaux, te<br />
Waregem, op 15 juli 2005.<br />
Voor de echtegenoten : (get) Thérèse Dufaux. (27043)<br />
Bij vonnis van veertien juli tweeduizend en vijf heeft de rechtbank<br />
van eerste aanleg te Turnhout gehomologeerd de akte verleden voor<br />
notaris Philip Michoel, te Hoogstraten, op negentien mei tweeduizend<br />
en vijf, waarbij de heer De Keyzer, Jozef Louis Paulina, en zijn<br />
echtgenote, Mevr. Jochems, Agnes Maria Anna, samenwonende te<br />
2310 Rijksvorsel, Laer 4, een wijziging hebben aangebracht, waarbij zij<br />
zijn overgegaan van het wettelijk stelsel naar het stelsel van scheiding<br />
van goederen.<br />
Voor de verzoekers : (get) Jan Michoel, notaris te Hoogstraten.<br />
(27044)<br />
Bij vonnis van veertien juli tweeduizend en vijf heeft de rechtbank<br />
van eerste aanleg te Turnhout gehomologeerd de akte verleden voor<br />
notaris Jan Michoel, te Hoogstraten, op dertien mei tweeduizend en<br />
vijf, waarbij de heer Verbreuken, Franciscus Ludovicus Constantinus,<br />
en zijn echtgenote, Mevr. Jansen, Catharina Maria Antonia, samenwonende<br />
te 2328 Hoogstraten (Meerle), Klein Eyssel 19/A, een wijziging<br />
hebben aangebracht in hun gemeenschappelijk vermogen overeenkomstig<br />
artikel 1394, 5°, van het Belgisch Burgerlijk Wetboek.<br />
Voor de verzoekers : (get) Jan Michoel, notaris te Hoogstraten.<br />
(27045)<br />
Bij vonnis van veertien juli tweeduizend en vijf heeft de rechtbank<br />
van eerste aanleg te Turnhout gehomologeerd de akte verleden voor<br />
notaris Filip Michoel, te Hoogstraten, op veertien april tweeduizend en<br />
vijf, waarbij de heer Vermeiren, Jacob Jan, en zijn echtgenote,<br />
Mevr. Jansens, Maria Philomena Laurentia Joanna, samenwonende te<br />
2323 Hoogstraten (Wortel), Worteldorp 40, een wijziging hebben aangebracht<br />
in hun gemeenschappelijk vermogen overeenkomstig artikel<br />
1394, 5° van het Belgisch Burgerlijk Wetboek.<br />
Voor de verzoekers : (get) Jan Michoel, notaris te Hoogstraten.<br />
(27046)
Bij verzoekschrift van 11 juli 2005, neergelegd ter griffie van de<br />
rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk, hebben de echtgenoten<br />
Verpraet, Dimitri Frans Guy, verpleegkundige, geboren te Waregem op<br />
zevenentwintig juni negentienhonderd zevenenzeventig, en zijn echtgenoot,<br />
de heer Arie, Frederik Eric, bediende, geboren te Kortrijk op<br />
vijf augustus negentienhonderd zevenenzeventig, samenwonende te<br />
Kortrijk, Proosdijstraat 74, de homologatie aangevraagd van een akte<br />
houdende wijziging van hun huwelijksvermogenstelsel, verleden voor<br />
notaris Bernard Denys, te Avelgem, op 11 juli 2005. In voormelde akte<br />
wordt het wettelijk stelsel der gemeenschap behouden, doch uitgebreid<br />
met de inbreng van een persoonlijk onroerend goed in de gemeenschap<br />
door de heer Arie, Frederik, voornoemd.<br />
Voor de partijen : (get) Bernard Denys, notaris. (27047)<br />
Bij verzoekschrift van 22 juni 2005, neergelegd ter griffie op<br />
19 juli 2005 hebben de heer August (ook geschreven Auguste) Roger<br />
René Cyrille Pattou, gepensioneerde, geboren te Appilly (Frankrijk) op<br />
1 januari 1929, gepensioneerde, en zijn echtgenote, Mevr. Agnes Julia<br />
Claerbout, geboren te Halluin (Frankrijk) op 23 januari 1933, gepensioneerde,<br />
samenwonende te Moorslede (Dadizele), Kortrijkstraat 157, de<br />
rechtbank van eerste aanleg te Ieper, om de homologatie verzocht van<br />
de akte wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel verleden voor<br />
notaris Luc Ghesquière, te Ieper, d.d. 22 juni 2005.<br />
Bij voormelde akte werd het woonhuis, met erf en medegaande<br />
grond, Kortrijksestraat 157, te Moorslede (Dadizele), gekadastreerd<br />
tweede afdeling, sectie B, nummers 21S en 21R, voor een totale grootte<br />
van 54 aren 51 centiaren, door de heer August Pattou, ingebracht in het<br />
gemeenschappelijk vermogen.<br />
Ieper, 19 juli 2005.<br />
Namens de verzoekers, (get.) Luc Ghesquière, notaris. (27048)<br />
Bij verzoekschrift van 22 juni 2005 hebben de heer Goedhuys,<br />
Albertus Alphonsus Eduardus, gepensioneerde, geboren te Attenrode-<br />
Wever op 27 juli 1920, en zijn echtgenote, Mevr. Robeyns, Maria Sidonia<br />
Celina, gepensioneerde, geboren te Molenbeek-Wersbeek op<br />
21 augustus 1919, samenwonende te Glabbeek, afdeling Attenrode-<br />
Wever, Heinkensbergstraat 4, aan de rechtbank van eerste aanleg te<br />
Leuven, de homologatie aangevraagd van de akte houdende wijziging<br />
van hun huwelijksvermogensstelsel, verleden voor notaris Stefan<br />
Smets, te Glabbeek, op 22 juni 2005.<br />
(Get.) Stefan Smets, notaris. (27049)<br />
Bij verzoekschrift van 5 juli 2005 hebben de heer Roger René, Dewil,<br />
geboren te Tienen op 23 juni 1951, en zijn echtgenote, Mevr. Anne<br />
Denise Joséphine Mellaerts, geboren te Tienen op 20 mei 1948, samenwondende<br />
te Kortenaken, afdeling Hoeleden, Hoeledensebaan 61/A,<br />
aan de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, de homologatie aangevraagd<br />
van de akte houdende wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel,<br />
verleden voor notaris Stefan Smets, te Glabbeek, op 5 juli 2005.<br />
(Get.) Stefan Smets, notaris. (27050)<br />
Uit een vonnis verleend door de rechtbank van eerste aanleg te<br />
Oudenaarde, op 2 april 2005, blijkt dat het wijzigend huwelijkscontract,<br />
verleden voor ondergetekende notaris op 20 december 2004, tussen de<br />
echtgenoten De Munck, Michel-De Schamphelaire, Katelijne, wonende<br />
te 9620 Zottegem (ex Elene), Kouterstraat 12, met behoud van het<br />
wettelijk stelsel van gemeenschap van goederen met inbreng van een<br />
aan de vrouw persoonlijk toebehorende onroerend goed in het gemeenschappelijk<br />
vermogen, een wijziging aan artikel twee van hun huwelijkscontract<br />
te bedingen werd gehomologeerd.<br />
(Get.) Eduard Janssens, notaris. (27051)<br />
MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
33317<br />
Bij verzoekschrift gericht aan de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk,<br />
d.d. 5 juli 2005, werd de homologatie der akte wijziging van het<br />
huwelijksstelsel, verleden voor notaris Bob Bultereys, te Avelgem, op<br />
zelfde dag, aangevraagd door de heer Pieter Luc Vantieghem, geboren<br />
te Kortrijk op 17 november 1977, en zijn echtgenote, Mevr. Veerle<br />
Anaïse Regine Vanrespaille, geboren te Kortrijk op 27 september 1976,<br />
samenwonende te 8553 Zwevegem (Otegem), Scheldestraat 17.<br />
Daarbij nemen zij het wettelijk stelsel der gemeenschap aan en wordt<br />
een goed in de gemeenschap gebracht.<br />
Avelgem, 18 juli 2005.<br />
Voor de verzoekers : (get.) Bob Bultereys, notaris. (27052)<br />
Ingevolge akte verleden voor notaris Steven Podevyn, te Merchtem,<br />
op 25 maart 2005 hebben de heer Minnaert, Frans Edmond Ferdinand,<br />
geboren te Idegem op 4 december 1929, en zijn echtgenote, Mevr. De<br />
Vos, Lena, geboren te Aalst op 20 mei 1952, samenwonende te Herne,<br />
Grotestraat 63, hun huwelijksstelsel gewijzigd. De wijziging bevat het<br />
aangaan van het wettelijk stelsel van gemeenschap van goederen.<br />
Een verzoekschrift tot homologatie wordt ter griffie van de rechtbank<br />
van eerste aanleg te Brussel neergelegd.<br />
Voor de verzoekers : (get.) Steven Podevyn, notaris. (27053)<br />
M. Larsille, Marcel Fernand Louis Adolphe Léon Marie, né à<br />
Nivelles, le 24 février 1962, (registre national numéro 62022422778), et<br />
son épouse, Mme Gysel, Renate Marie Ludwina, née à Brasschaat le<br />
19 avril 1963 (registre national 63041930291).<br />
Demeurant ensemble à Nivelles, rue Cité Jardin 7.<br />
Ont contracté mariage devant l’Officier de l’Etat civil de la ville de<br />
Nivelles, le 14 septembre 1985.<br />
Ils déclarent être mariés sous le régime légal à défaut de contrat de<br />
mariage.<br />
Que de leur union sont nés deux enfants.<br />
Larsille, Julie, née à Nivelles le 12 juin 1990, domiciliée à Baulers, Cité<br />
Jardin 7.<br />
Larsille, Johan, né àNivelles le 8 décembre 1993, domicilié àBaulers,<br />
Cité Jardin 7.<br />
Qu’usant de la faculté prévue aux articles 1394 et 1395 du Code civil,<br />
les exposants ont suivant acte de modification à leur régime matrimonial<br />
avenu devant le notaire François Noé, notaire à Nivelles, en date<br />
du 25 mai 2005, déclaré modifier leur contrat de mariage initial par<br />
l’apport à la communauté existant entre les époux de l’immeuble<br />
propre à M. Larsille Marcel, à savoir :<br />
Ville de Nivelles (quatrième division-Baulers).<br />
Une maison d’habitation avec jardin sise rue Cité Jardin 7, cadastrée<br />
section E, d’après titre numéro 174/u/11 et d’après récent cadastre<br />
numéro 174/Y/15 pour une contenance de quatre ares six centiares.<br />
Que les modifications qu’ils ont conclues entre eux né préjudicient<br />
pas à l’intérêt de la famille ou aux droits des tiers, se fondent sur de<br />
justes motifs et présentent des avantages légitimes pour les soussignés.<br />
C’est pourquoi, les exposants requièrent qu’il vous plaise, Mme la<br />
Présidente et Messieurs les Juges, vu la présente et les pièces jointes,<br />
d’homologuer la modification au régime existant, établie par le notaire<br />
François Noé, à Nivelles, le 25 mai 2005 et dire que le jugement sera<br />
publié et mentionné comme de droit.<br />
Et vous ferez justice.<br />
Fait en triple exemplaire, à Nivelles, le 13 juillet 2005.<br />
Pour les exposants : (signé) François Noé, notaire. (27054)<br />
Les époux M. Debar, Marcel Gustave Lucien, pensionné, né à<br />
Bellingen le 19 mars 1937, et son épouse, Mme Baes, Maria Anna<br />
Theodoor, pensionnée, née à Oostakker le 30 septembre 1940, domiciliés<br />
ensemble à 6210 Les Bons Villers (Frasnes-lez-Gosselies), rue de<br />
Sart-Dames-Avelines 141, mariés à Corroy-le-Château le 31 mars 1964,<br />
sous le régime ancien de la communauté réduite aux acquêts suivant
33318 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
contrat de mariage reçu par le notaire Jean Lavry, à Frasnes-lez-<br />
Gosselies, le 23 mars 1964, ont introduit devant le tribunal de première<br />
instance de Charleroi, une requête en homologation du contrat modificatif<br />
de leur régime matrimonial dressé par acte reçu le 19 juillet 2005,<br />
par le notaire Emmanuel Estienne, à Genappe.<br />
Le contrat modificatif comporte le maintien du régime existant avec<br />
transfert au partrimoine commun d’un bien propre à M. Debar.<br />
(Signé) Emmanuel Estienne, notaire. (27055)<br />
Les époux M. Debar, Marc André, cultivateur, né à Namur le<br />
3 juillet 1965, et son épouse, Mme Bourgois, Evelyne Marie Elisabeth<br />
Véronique Françoise, aidante, née à Courtrai le 17 août 1969, domiciliés<br />
ensemble à Frasnes-lez-Gosselies, rue de Sart-Dames-Avelines 143,<br />
mariés à Kain le 2 juin 1995, sous le régime légal à défaut de contrat de<br />
mariage, ont introduit devant le tribunal de première instance de<br />
Charleroi, une requête en homologation du contrat modificatif de leur<br />
régime matrimonial dressé par acte reçu le 19 juillet 2005, par le notaire<br />
Emmanuel Estienne, à Genappe.<br />
Le contrat modificatif comporte le maintien du régime de la communauté<br />
légale avec transfert au patrimoine commun d’un bien propre à<br />
M. Debar.<br />
(Signé) Emmanuel Estienne, notaire. (27056)<br />
Par requête en date du 30 juin 2005, M. Verpoorte, Bertrand Paul<br />
René, ouvrier, né à Renaix le 14 mars 1972, et son épouse,<br />
Mme Baucamp, Carole Nadine, ouvrière, née à Tournai le 18 avril 1963,<br />
tous deux de nationalité <strong>belge</strong>, domiciliés ensemble à Ellezelles,<br />
Mont 120, ont introduit devant le tribunal de première instance de<br />
Tournai, une requête en homologation de l’acte portant modification<br />
de leur régime matrimonial; acte reçu par le notaire Sylvie Decroyer, à<br />
Frasnes-lez-Anvaing, le 30 juin 2005.<br />
Le contrat modificatif comporte modification de leur régime matrimonial<br />
et apport par M. Bertrand Verpoorte, d’un bien propre au<br />
patrimoine commun.<br />
(Signé) Sylvie Decroyer, notaire. (27057)<br />
Aux termes d’un jugement prononcé le 9 juin 2005, par la première<br />
chambre civile du tribunal de première instance de Charleroi, le contrat<br />
de mariage modificatif du régime matrimonial entre M. Zambon,<br />
Alvise, né àIsola Vicentina le 21 novembre 1933, de nationalité <strong>belge</strong>,<br />
et son épouse, Mme Ye, Lijuan, née à Zhejiang (Chine) le<br />
27 novembre 1961, de nationalité chinoise, domiciliés à Charleroi<br />
(section de Charleroi), boulevard Zoé Drion 29/3/14, a été homologué.<br />
Le contrat modificatif comporte adoption du régimedelaséparation<br />
de biens.<br />
Pour extrait conforme : pour les requérants, (signé) Bernard Grosfils,<br />
notaire. (27058)<br />
Suivant jugement prononcé le 23 juin 2005, par la septième chambre,<br />
affaires civiles, du tribunal de première instance de Nivelles, le contrat<br />
de mariage modificatif du régime matrimonial entre M. Perros, Georges<br />
Jules Michel, né à Etterbeek le 13 juin 1970 (numéro<br />
national 700613 25195), de nationalité <strong>belge</strong>, et son épouse,<br />
Mme Deschouwer, Isabelle Marcelle Jacqueline, née à Anderlecht le<br />
23 mars 1970 (numéro national 700323 29818), de nationalité <strong>belge</strong>,<br />
domiciliés ensemble à Waterloo, avenue de l’Aurore 6, dressé par acte<br />
du notaire Olivier Waterkeyn de Waterloo, le 10 janvier 2005, a été<br />
homologué.<br />
Les époux Perros-Deschouwer, ont modifié leur régime de communauté<br />
légale en régimedeséparation de biens.<br />
(Signé) O. Waterkeyn, notaire. (27059)<br />
Suivant jugement prononcé le 25 mai 2005, par la douzième chambre,<br />
affaires civiles, du tribunal de première instance de Bruxelles, le contrat<br />
de mariage modificatif du régime matrimonial entre M. Bajraktari,<br />
Sadri, né à Schaerbeek le 23 septembre 1975 (numéro<br />
national 750923 141 31), de nationalité <strong>belge</strong>, et son épouse,<br />
Mme Moultmar, Lamia, née à Bruxelles le 11 octobre 1976 (numéro<br />
national 761011 126 46), de nationalité <strong>belge</strong>, domiciliés ensemble à<br />
Jette, avenue Audrey Hepburn 9, boîte 23, dressé par acte du notaire<br />
Olivier Waterkeyn de Waterloo, le 18 octobre 2004, a été homologué.<br />
Les époux Bajraktari-Moultmar, ont modifié leur régime de communauté<br />
légale en régimedeséparation de biens.<br />
(Signé) O. Waterkeyn, notaire. (27060)<br />
Par requête en date du 22 juin 2005, M. Bagara, Michel, né àGenk le<br />
12 février 1940, et son épouse, Dame Conard, prénommée Fabienne<br />
Edmonde Renée, professeur, née à Tourcoing, le 9 septembre 1955,<br />
ensemble domiciliés à Tournai, chaussée de Renaix 1bis.<br />
Ont introduit devant le tribunal de première instance de Tournai, une<br />
requête en homologation du contrat modificatif de leur régime dressé<br />
par actes du notaire associé Anne Gahylle, en date du 22 juin 2005.<br />
Le contrat modificatif comporte l’adoption du régime pur et simple<br />
de la séparation des biens entre lesdits époux.<br />
Tournai, le 15 juillet 2005.<br />
Pour extrait analystique conforme : (signé) Bagara Michel; Conard<br />
Fabienne. (27061)<br />
Par requête en date du 25 mai 2005, inscrite au greffe civil du tribunal<br />
de première instance de Charleroi, en date du 2 juin 2005, M. El<br />
Khoulani, Youssef, né àLa Hestre le 18 février 1969, inscrit au registre<br />
national sous le numéro 690218 091-56, de nationalité <strong>belge</strong>, domicilié à<br />
6183 Courcelles (Trazegnies), Cour Michaux 4, et son épouse,<br />
Mme Tahiri, Lamia, née à Meknès (Maroc) le 11 janvier 1984, inscrite au<br />
registre national sous le numéro 840111 408-63, de nationalité marocaine,<br />
domiciliée à 6183 Courcelles (Trazegnies), Cour Michaux 4, ont<br />
introduit devant ledit tribunal une requête en homologation d’un acte<br />
dressé par le notaire Valérie Depouhon, résidant à Trazegnies<br />
(commune de Courcelles), en date du 4 mai 2005, portant changement<br />
de leur régime matrimonial. La modification porte en l’adoption du<br />
régimedelaséparation de bien pure et simple en lieu et place du<br />
régime de la communauté légale.<br />
(Signé) El Khoulani Youssef; Tahiri Lamia. (27062)<br />
Moniteur <strong>belge</strong>, rue de Louvain 40-42, 1000 Bruxelles. − Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Brussel.<br />
Conseiller/Adviseur : A. VAN DAMME