26.10.2013 Views

moniteur belge belgisch staatsblad - Flanders Investment & Trade

moniteur belge belgisch staatsblad - Flanders Investment & Trade

moniteur belge belgisch staatsblad - Flanders Investment & Trade

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

MONITEUR<br />

BELGE<br />

Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loiprogramme<br />

du 24 décembre 2002 publiée au Moniteur <strong>belge</strong> du<br />

31 décembre 2002.<br />

Le Moniteur <strong>belge</strong> peut être consulté à l’adresse :<br />

www.<strong>moniteur</strong>.be<br />

Direction du Moniteur <strong>belge</strong>, rue de Louvain 40-42,<br />

1000 Bruxelles, tél. 02 552 22 11 - Conseiller : A. Van Damme<br />

175e ANNEE N. 228<br />

175e JAARGANG<br />

MARDI 26 JUILLET 2005<br />

SOMMAIRE<br />

Lois, décrets, ordonnances et règlements<br />

Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale<br />

21 JUIN 2005. — Arrêté royal fixant les délais de préavis pour les<br />

entreprises ressortissant à la Commission paritaire de l’industrie<br />

chimique (C.P. n° 116), p. 33170.<br />

4 JUILLET 2005. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 5 juillet 1978<br />

instituant certaines commissions paritaires, fixant leur dénomination et<br />

leur compétence et en fixant leur nombre de membres, p. 33171.<br />

Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale et Service<br />

public fédéral Sécurité sociale<br />

29 JUIN 2005. — Arrêté ministériel fixant les montants visés à<br />

l’article 61bis/1 de l’arrêté royal du 18 juillet 2002 portant des mesures<br />

visant à promouvoir l’emploi dans le secteur non marchand, p. 33172.<br />

30 JUIN 2005. — Arrêté ministériel fixant les montants visés à<br />

l’article 61bis/1 de l’arrêté royal du 18 juillet 2002 portant des mesures<br />

visant à promouvoir l’emploi dans le secteur non marchand, p. 33177.<br />

Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et<br />

Environnement<br />

17 JUIN 2005. — Arrêté royal octroyant un subside aux établissements<br />

de transfusion pour l’année 2005 et modifiant l’arrêté royal du<br />

11 mai 2004 relatif à l’octroi d’un subside aux établissements de<br />

transfusion pour l’année 2004 et à la régularisation du subside 2002,<br />

p. 33182.<br />

11 JUILLET 2005. — Arrêté royal fixant les modalités de paiement des<br />

montants de rattrapages positifs des hôpitaux, p. 33185.<br />

Service public fédéral Mobilité et Transports et Service public fédéral<br />

Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie<br />

14 JUILLET 2005. — Arrêté royal portant exécution du règlement<br />

(CEE) n° 3821/85 du 20 décembre 1985 concernant l’appareil de<br />

contrôle dans le domaine des transports par route, p. 33186.<br />

BELGISCH<br />

STAATSBLAD<br />

Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de<br />

programmawet van 24 december 2002 gepubliceerd in het<br />

Belgisch Staatsblad van 31 december 2002.<br />

Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op :<br />

www.<strong>staatsblad</strong>.be<br />

Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42,<br />

1000 Brussel, tel. 02 552 22 11 - Adviseur : A. Van Damme<br />

INHOUD<br />

DINSDAG 26 JULI 2005<br />

Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen<br />

Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg<br />

21 JUNI 2005. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen<br />

voor de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair<br />

Comité voor de scheikundige nijverheid (P.C. nr. 116), bl. 33170.<br />

4 JULI 2005. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk<br />

besluit van 5 juli 1978 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming<br />

en van de bevoegdheid van sommige paritaire comités en tot vaststelling<br />

van het aantal leden ervan, bl. 33171.<br />

Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en<br />

Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid<br />

29 JUNI 2005. — Ministerieel besluit tot vaststelling van de bedragen<br />

bedoeld in artikel 61bis/1 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002<br />

houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de<br />

tewerkstelling in de non-profit sector, bl. 33172.<br />

30 JUNI 2005. — Ministerieel besluit tot vaststelling van de bedragen<br />

bedoeld in artikel 61bis/1 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002<br />

houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de<br />

tewerkstelling in de non-profit sector, bl. 33177.<br />

Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen<br />

en Leefmilieu<br />

17 JUNI 2005. — Koninklijk besluit houdende toekenning van een<br />

subsidie aan transfusie-instellingen voor het jaar 2005 en houdende<br />

wijziging van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de<br />

toekenning van een subsidie aan transfusie-instellingen voor het<br />

jaar 2004 en houdende regularisatie van de subsidie 2002, bl. 33182.<br />

11 JULI 2005. — Koninklijk besluit tot vastelling van de regels<br />

betreffende de betaling van de positieve inhaalbedragen, bl. 33185.<br />

Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer en Federale Overheidsdienst<br />

Economie, K.M.O., Middenstand en Energie<br />

14 JULI 2005. — Koninklijk besluit houdende uitvoering van de<br />

verordening (EEG) nr. 3821/85 van 20 december 1985 betreffende het<br />

controleapparaat in het wegvervoer, bl. 33186.<br />

152 pages/bladzijden


33168 MONITEUR BELGE − 26.07.2005 − BELGISCH STAATSBLAD<br />

Gouvernements de Communauté et de Région<br />

Communauté flamande<br />

Ministère de la Communauté flamande<br />

27 MAI 2005. — Arrêté du Gouvernement flamand fixant les<br />

conditions et les règles relatives au subventionnement d’activités<br />

encourageant les exportations, p. 33253.<br />

17 JUIN 2005. — Arrêté du Gouvernement flamand relatif à la<br />

désignation et à l’exercice des fonctions de management et de chef de<br />

projet et de la fonction de directeur général auprès des services des<br />

autorités flamandes, p. 33267.<br />

8 JUILLET 2005. — Arrêté du Gouvernement flamand modifiant<br />

l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 avril 2002 relatif aux services<br />

d’adoption chargés demédiation pour l’adoption nationale, p. 33273.<br />

8 JUIN 2005. — Arrêté ministériel portant la cessation de la pêche de<br />

la baudroie dans les zones c.i.e.m. VIIIa,b,d,e, p. 33275.<br />

8 JUIN 2005. — Arrêté ministériel portant la cessation de la pêche de<br />

la sole dans les zones c.i.e.m. VIIIa,b, p. 33276.<br />

Autres arrêtés<br />

Service public fédéral Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération<br />

au Développement<br />

Consulats étrangers en Belgique, p. 33277.<br />

Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale<br />

Juridictions du travail. Démission, p. 33277. — Direction générale<br />

Relations collectives de travail. Nomination des membres de la<br />

Commission paritaire de la pêche maritime, p. 33277. — Règlement<br />

général pour la protection du travail. Certificat de secouriste, p. 33278.<br />

Service public fédéral Justice<br />

Administration centrale. Démission, p. 33278.<br />

Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie<br />

Ordres nationaux. Nominations. Promotion, p. 33278. — Personnel et<br />

Organisation. Mise à la retraite, p. 33279. — Personnel et Organisation.<br />

Mise à la retraite, p. 33279.<br />

Régie des Bâtiments<br />

Personnel. Nomination, p. 33279.<br />

Gouvernements de Communauté et de Région<br />

Gemeenschaps- en Gewestregeringen<br />

Vlaamse Gemeenschap<br />

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap<br />

27 MEI 2005. — Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van<br />

de voorwaarden en de regels inzake de toekenning van subsidies voor<br />

activiteiten ter bevordering van de uitvoer, bl. 33229.<br />

17 JUNI 2005. — Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de<br />

aanduiding en uitoefening van de management- en projectleiderfuncties<br />

en van de functie van algemeen directeur bij de diensten van de<br />

vlaamse overheid, bl. 33263.<br />

8 JULI 2005. — Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het<br />

besluit van de Vlaamse Regering van 19 april 2002 betreffende<br />

adoptiediensten die bemiddelen voor binnenlandse kinderen, bl. 33272.<br />

8 JUNI 2005. — Ministerieel besluit houdende beëindiging van de<br />

visserij op zeeduivel in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b,d,e, bl. 33274.<br />

8 JUNI 2005. — Ministerieel besluit houdende beëindiging van de<br />

visserij op tong in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b, bl. 33275.<br />

Andere besluiten<br />

Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en<br />

Ontwikkelingssamenwerking<br />

Buitenlandse consulaten in België, bl. 33277.<br />

Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg<br />

Arbeidsgerechten. Ontslag, bl. 33277. — Algemene Directie Collectieve<br />

Arbeidsbetrekkingen. Benoeming van de leden van het Paritair<br />

Comité voor de zeevisserij, bl. 33277. — Algemeen Reglement voor de<br />

arbeidsbescherming. Getuigschrift van hulpverlener, bl. 33278.<br />

Federale Overheidsdienst Justitie<br />

Centraal Bestuur. Ontslag, bl. 33278.<br />

Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie<br />

Nationale Orden. Benoemingen. Bevordering, bl. 33278. — Personeel<br />

en Organisatie. Pensionering, bl. 33279. — Personeel en Organisatie.<br />

Pensionering, bl. 33279.<br />

Regie der Gebouwen<br />

Personeel. Benoeming, bl. 33279.<br />

Gemeenschaps- en Gewestregeringen<br />

Vlaamse Gemeenschap<br />

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap<br />

Vlaamse Huisvestingsmaatschappij. Goedkeuring van de wijziging<br />

van de statuten, bl. 33279.<br />

Departement Leefmilieu en Infrastructuur<br />

4 JULI 2005. — Ministerieel besluit houdende aanduiding van<br />

ambtenaren van de afdeling milieu-inspectie van de administratie<br />

Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het departement Leefmilieu<br />

en Infrastructuur van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap,<br />

belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van het<br />

decreet betreffende de milieuvergunning en zijn uitvoeringsbesluiten,<br />

bl. 33280.<br />

Rioolwaterzuiveringsinfrastrucuur. Verklaringen van openbaar nut,<br />

bl. 33280.


Région wallonne<br />

Ministère de la Région wallonne<br />

7 JUILLET 2005. — Arrêté du Gouvernement wallon portant<br />

prolongation du mandat du commissaire spécial auprès de la société de<br />

logement de service public « La Maison liégeoise », S.C., p. 33282.<br />

Waals Gewest<br />

Ministerie van het Waalse Gewest<br />

7 JULI 2005. — Besluit van de Waalse Regering tot verlenging van het<br />

mandaat van de bijzondere commissaris bij de openbare huisvestingsmaatschappij<br />

« La Maison liégeoise, S.C. », bl. 33283.<br />

Gemeinschafts- und Regionalregierungen<br />

Wallonische Region<br />

Ministerium der Wallonischen Region<br />

7. JULI 2005 — Erlass der Wallonischen Regierung zur Verlängerung des Mandats des Sonderkommissars bei der Wohnungsbaugesellschaft<br />

öffentlichen Dienstes «La Maison liégeoise, S.C.», S. 33282.<br />

Région de Bruxelles-Capitale<br />

Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale<br />

Agréation en qualité de techniciens qualifiés pour le contrôle de<br />

combustion et l’entretien des installations de chauffage alimentées en<br />

combustible liquide, p. 33284.<br />

Avis officiels<br />

Pouvoir judiciaire<br />

Cour d’appel de Bruxelles, p. 33286.<br />

Service public fédéral Intérieur<br />

Concours aspirant-inspecteur principal spécialise (h/f) sur base d’un<br />

diplôme de niveau 2+. Session 2005, p. 33286.<br />

Service public fédéral Finances<br />

Administration du cadastre, de l’enregistrement et des domaines.<br />

Publication prescrite par l’article 770 du Code civil. Succession en<br />

déshérence, p. 33291.<br />

Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie<br />

Conseil de la Concurrence. Avis. Notification préalable d’une opération<br />

de concentration. Affaire n° CONC – C/C – 05/0044 : Forclum<br />

S.A.S./Groupe Yvan Paque, p. 33291. — Conseil de la Concurrence.<br />

Avis. Notification préalable d’une opération de concentration. Affaire<br />

n° MEDE-C/C-05/0045 : Coöperatieve Centrale Raiffeisen-<br />

Boerenleenbank B.A. (Rabobank Nederland), Vereniging Achmea/Eureko<br />

B.V., Interpolis N.V., p. 33292.<br />

Service public fédéral de Programmation politique scientifique<br />

Publication des comptes de 2004 et du budget 2005 de l’Académie<br />

royale des Sciences d’Outre-Mer, dressés par la commission de gestion<br />

et approuvés par le Ministre de la Politique scientifique, en application<br />

de l’article 6, alinéa 3,del’arrêté royal du 3 juin 1955 accordant la<br />

personnalité civile à l’Académie royale des Sciences d’Outre-Mer,<br />

p. 33293.<br />

Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire<br />

Validation guide, p. 33296.<br />

Les Publications légales et Avis divers ne sont pas repris dans ce<br />

sommaire mais figurent aux pages 33297 à 33318.<br />

MONITEUR BELGE − 26.07.2005 − BELGISCH STAATSBLAD<br />

Brussels Hoofdstedelijk Gewest<br />

Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest<br />

Besluit houdende erkenning van bevoegde technici voor de uitvoering<br />

van de verbrandingscontrole en het onderhoud van de verwarmingsinstallaties<br />

gevoed met vloeibare brandstof, bl. 33284.<br />

Officiële berichten<br />

Rechterlijke Macht<br />

Hof van beroep te Brussel, bl. 33286.<br />

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken<br />

Vergelijkend examen aspirant-hoofdinspecteur van politie met bijzondere<br />

specialisatie (m/v) op basis van een diploma niveau 2+. Extern<br />

vergelijkend examen - 2005, bl. 33288.<br />

Federale Overheidsdienst Financiën<br />

Administratie van het kadaster, registratie en domeinen. Bekendmaking<br />

voorgeschreven bij artikel 770 van het Burgerlijk Wetboek. Erfloze<br />

nalatenschap, bl. 33291.<br />

Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie<br />

Raad voor de Mededinging. Kennisgeving. Voorafgaande aanmelding<br />

van een concentratie. Zaak nr. CONC – C/C – 05/0044 : Forclum<br />

S.A.S./Groep Yvan Paque, bl. 33291. — Raad voor de Mededinging.<br />

Kennisgeving. Voorafgaande aanmelding van een concentratie. Zaak<br />

nr. MEDE-C/C-05/0045 : Coöperatieve Centrale Raiffeisen-<br />

Boerenleenbank B.A. (Rabobank Nederland), Vereniging Achmea/Eureko<br />

B.V., Interpolis N.V., bl. 33292.<br />

Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid<br />

Bekendmaking van de rekeningen van 2004 en de begroting 2005 van<br />

de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen, opgemaakt<br />

door de bestuurcommissie en goedgekeurd door de Minister van<br />

Wetenschapsbeleid, bij toepassing van artikel 6, alinea 3, van het<br />

koninklijk besluit van 3 juni 1955 inzake de rechtpersoonlijkheid van de<br />

Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen, bl. 33293.<br />

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen<br />

Validatie gids, bl. 33296.<br />

Gemeenschaps- en Gewestregeringen<br />

Vlaamse Gemeenschap<br />

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap<br />

Diepenbeek. Bekendmaking goedkeuringsbeslissing, bl. 33296.<br />

33169<br />

De Wettelijke Bekendmakingen en Verschillende Berichten worden<br />

niet opgenomen in deze inhoudsopgave en bevinden zich van<br />

bl. 33297 tot bl. 33318.


33170 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS<br />

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN<br />

SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI,<br />

TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE<br />

F. 2005 — 1789<br />

[C − 2005/12125]<br />

21 JUIN 2005. — Arrêté royal fixant les délais de préavis pour les<br />

entreprises ressortissant à la Commission paritaire de l’industrie<br />

chimique (C.P. n° 116) (1)<br />

ALBERT II, Roi des Belges,<br />

A tous, présents et à venir, Salut.<br />

Vu la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, notamment<br />

l’article 61, § 1 er , modifié par la loi du 20 juillet 1991;<br />

Vu la proposition de la Commission paritaire de l’industrie chimique<br />

du 22 mars 2005;<br />

Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973,<br />

notamment l’article 3, § 1 er , remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et<br />

modifié par la loi du 4 août 1996;<br />

Vu l’urgence;<br />

Considérant qu’il y a lieu, pour des motifs sociaux et dans l’intérêt<br />

des ouvriers des entreprises ressortissant à la Commission paritaire de<br />

l’industrie chimique comptant une ancienneté importante, de modifier<br />

sans retard les délais de préavis;<br />

Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi,<br />

Nous avons arrêté et arrêtons :<br />

Article 1 er . Le présent arrêté s’applique aux employeurs et aux<br />

ouvriers des entreprises ressortissant à la Commission paritaire de<br />

l’industrie chimique.<br />

Art. 2. Pour l’application du présent arrêté, on entend par ouvriers,<br />

les ouvriers et les ouvrières.<br />

Art. 3. § 1 er . Par dérogation aux dispositions de l’article 59, alinéas 2<br />

et 3, de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, lorsque le<br />

congé est donné par l’employeur, le délai de préavis à respecter pour<br />

mettre fin à un contrat de travail d’ouvrier, conclu pour une durée<br />

indéterminée, est fixé à:<br />

— trente-cinq jours quand il s’agit d’ouvriers ayant entre six mois et<br />

moins de cinq ans d’ancienneté dans l’entreprise;<br />

— quarante-deux jours quand il s’agit d’ouvriers ayant entre cinq ans<br />

et moins de dix ans d’ancienneté dans l’entreprise;<br />

— quatre-vingt-quatre jours quand il s’agit d’ouvriers ayant entre<br />

dix ans et moins de quinze ans d’ancienneté dans l’entreprise;<br />

— cent douze jours quand il s’agit d’ouvriers ayant entre quinze ans<br />

et moins de vingt ans d’ancienneté dans l’entreprise;<br />

— cent cinquante quatre jours quand il s’agit d’ouvriers ayant entre<br />

vingt ans et moins de vingt-cinq ans d’ancienneté;<br />

— cent nonante six jours quand il s’agit d’ouvriers ayant une<br />

ancienneté de vingt-cinq ans et plus.<br />

§ 2. Dans le cadre d’un licenciement en vue de la prépension, les<br />

délais de préavis applicables sont ceux prévus à l’article 59 de la loi du<br />

3 juillet 1978 relative aux contrats de travail.<br />

Art. 4. Les préavis notifiés avant l’entrée en vigueur du présent<br />

arrêté continuent à sortir tous leurs effets.<br />

Art. 5. L’arrêté royal du 14 mars 2003 fixant les délais de préavis<br />

pour les entreprises ressortissant à la Commission paritaire de l’industrie<br />

chimique est abrogé.<br />

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID,<br />

ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG<br />

N. 2005 — 1789<br />

[C − 2005/12125]<br />

21 JUNI 2005. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen<br />

voor de ondernemingen die ressorteren onder het<br />

Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid (P.C. nr. 116) (1)<br />

ALBERT II, Koning der Belgen,<br />

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.<br />

Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten,<br />

inzonderheid op artikel 61, § 1, gewijzigd bij de wet van<br />

20 juli 1991;<br />

Gelet op het voorstel van het Paritair Comité voor de scheikundige<br />

nijverheid van 22 maart 2005;<br />

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op<br />

12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet<br />

van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;<br />

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;<br />

Overwegende dat er aanleiding toe bestaat zonder uitstel de<br />

opzeggingstermijnen te wijzigen om sociale redenen en in het belang<br />

van de werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair<br />

Comité voor de scheikundige nijverheid ressorteren en die een<br />

belangrijke anciënniteit tellen;<br />

Op de voordracht van Onze Minister van Werk,<br />

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :<br />

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de<br />

werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor<br />

de scheikundige nijverheid ressorteren.<br />

Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder<br />

arbeiders, de arbeiders en de arbeidsters.<br />

Art. 3. § 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 59, tweede en<br />

derde lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten<br />

wordt, wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat de te<br />

geven opzeggingstermijn bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst<br />

voor werklieden, gesloten voor onbepaalde tijd, vastgesteld op :<br />

— vijfendertig dagen wat de werklieden betreft die tussen zes<br />

maanden en minder dan vijf jaren anciënniteit in de onderneming<br />

tellen;<br />

— tweeënveertig dagen wat de werklieden betreft die tussen vijf en<br />

minder dan tien jaren anciënniteit in de onderneming tellen;<br />

— vierentachtig dagen wat de werklieden betreft die tussen tien en<br />

minder dan vijftien jaren anciënniteit in de onderneming tellen;<br />

— honderd en twaalf dagen wat de werklieden betreft die tussen<br />

vijftien en minder dan twintig jaren anciënniteit in de onderneming<br />

tellen;<br />

— honderd vierenvijftig dagen wat de werklieden betreft die tussen<br />

twintig en minder dan vijfentwintig jaren anciënniteit in de onderneming<br />

tellen.<br />

— honderd zesennegentig dagen wat de werklieden betreft die<br />

vijfentwintig of meer jaren anciënniteit in de onderneming tellen.<br />

§ 2. In geval van ontslag met het oog op brugpensioen gelden de<br />

opzeggingstermijnen zoals bepaald in artikel 59 van de wet van<br />

3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.<br />

Art. 4. De opzeggingen betekend vóór de inwerkingtreding van dit<br />

besluit blijven al hun gevolgen behouden.<br />

Art. 5. Het koninklijk besluit van 14 maart 2003 tot vaststelling van<br />

de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die ressorteren onder het<br />

Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid wordt opgeheven.


Art. 6. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au<br />

Moniteur <strong>belge</strong>.<br />

Art. 7. Notre Ministre de l’Emploi est chargé de l’exécution du<br />

présent arrêté.<br />

Donné àBruxelles, le 21 juin 2005.<br />

ALBERT<br />

Par le Roi :<br />

La Ministre de l’Emploi,<br />

Mme F. VAN DEN BOSSCHE<br />

Notes<br />

(1) Références au Moniteur <strong>belge</strong> :<br />

Loi du 3 juillet 1978, Moniteur <strong>belge</strong> du 22 août 1978.<br />

Loi du 20 juillet 1991, Moniteur <strong>belge</strong> du 1 er août 1991.<br />

SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI,<br />

TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE<br />

F. 2005 — 1790<br />

[2005/201471]<br />

4 JUILLET 2005. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 5 juillet 1978<br />

instituant certaines commissions paritaires, fixant leur dénomination<br />

et leur compétence et en fixant leur nombre de membres (1)<br />

ALBERT II, Roi des Belges,<br />

A tous, présents et à venir, Salut.<br />

Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail<br />

et les commissions paritaires, notamment l’article 41;<br />

Vu l’arrêté royal du 5 juillet 1978 instituant certaines commissions<br />

paritaires, fixant leur dénomination et leur compétence et en fixant<br />

leur nombre de membres, modifié notamment par les arrêtés royaux<br />

des 27 mars 1980, 10 mai 1982, 12 décembre 1991, 19 septembre 1995<br />

et 10 janvier 2003;<br />

Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi,<br />

Nous avons arrêté et arrêtons :<br />

Article 1 er . L’article 2, 1, de l’arrêté royal du 5 juillet 1978 instituant<br />

certaines commissions paritaires, fixant leur dénomination et leur<br />

compétence et en fixant leur nombre de membres, modifié notamment<br />

par l’arrêté royal du 27 mars 1980, est remplacé par la disposition<br />

suivante :<br />

« 1. La Commission paritaire des constructions métallique, mécanique<br />

et électrique est composée de vingt-deux membres effectifs et de<br />

vingt-deux membres suppléants. »<br />

Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la nomination<br />

des membres de la Commission paritaire des constructions métallique,<br />

mécanique et électrique.<br />

Art. 3. Notre Ministre de l’Emploi est chargé de l’exécution du<br />

présent arrêté.<br />

Donné àBruxelles, le 4 juillet 2005.<br />

ALBERT<br />

Par le Roi :<br />

La Ministre de l’Emploi,<br />

Mme F. VAN DEN BOSSCHE<br />

Notes<br />

(1) Références au Moniteur <strong>belge</strong> :<br />

Loi du 5 décembre 1968, Moniteur <strong>belge</strong> du 15 janvier 1969.<br />

Arrêté royal du 5 juillet 1978, Moniteur <strong>belge</strong> du 28 juillet 1978.<br />

Arrêté royal du 27 mars 1980, Moniteur <strong>belge</strong> du 12 juillet 1980.<br />

Arrêté royal du 10 mai 1982, Moniteur <strong>belge</strong> du 29 mai 1982.<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

*<br />

Art. 6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het<br />

Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.<br />

Art. 7. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit<br />

besluit.<br />

Gegeven te Brussel, 21 juni 2005.<br />

ALBERT<br />

Van Koningswege :<br />

De Minister van Werk,<br />

Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE<br />

Nota’s<br />

(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :<br />

Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978.<br />

Wet van 20 juli 1991, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991.<br />

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID,<br />

ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG<br />

N. 2005 — 1790<br />

[2005/201471]<br />

4 JULI 2005. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk<br />

besluit van 5 juli 1978 tot oprichting en tot vaststelling van de<br />

benaming en van de bevoegdheid van sommige paritaire comités<br />

en tot vaststelling van het aantal leden ervan (1)<br />

ALBERT II, Koning der Belgen,<br />

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.<br />

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve<br />

arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op<br />

artikel 41;<br />

Gelet op het koninklijk besluit van 5 juli 1978 tot oprichting en tot<br />

vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van sommige<br />

paritaire comités en tot vaststelling van het aantal leden ervan,<br />

gewijzigd inzonderheid bij de koninklijke besluiten van 27 maart 1980,<br />

10 mei 1982, 12 december 1991, 19 september 1995 en 10 januari 2003;<br />

Op de voordracht van Onze Minister van Werk,<br />

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :<br />

Artikel 1. Artikel 2, 1, van het koninklijk besluit van 5 juli 1978 tot<br />

oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid<br />

van sommige paritaire comités en tot vaststelling van het aantal leden<br />

ervan, gewijzigd inzonderheid bij het koninklijk besluit van<br />

27 maart 1980, wordt vervangen door de volgende bepaling :<br />

« 1. Het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische<br />

bouw bestaat uit tweeëntwintig gewone en tweeëntwintig plaatsvervangende<br />

leden. »<br />

Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de dag van de benoeming<br />

van de leden van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en<br />

elektrische bouw.<br />

Art. 3. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit<br />

besluit.<br />

Gegeven te Brussel, 4 juli 2005.<br />

ALBERT<br />

Van Koningswege :<br />

De Minister van Werk,<br />

Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE<br />

33171<br />

Nota’s<br />

(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :<br />

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.<br />

Koninklijk besluit van 5 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 28 juli 1978.<br />

Koninklijk besluit van 27 maart 1980, Belgisch Staatsblad van 12 juli 1980.<br />

Koninklijk besluit van 10 mei 1982, Belgisch Staatsblad van 29 mei 1982.


33172 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Arrêté royal du 12 décembre 1991, Moniteur <strong>belge</strong> du 20 décembre<br />

1991.<br />

Arrêté royal du 19 septembre 1995, Moniteur <strong>belge</strong> du 17 octobre<br />

1995.<br />

Arrêté royal du 10 janvier 2003, Moniteur <strong>belge</strong> du 22 janvier 2003.<br />

SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTA-<br />

TION SOCIALE ET SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE<br />

SOCIALE<br />

F. 2005 — 1791<br />

[2005/201826]<br />

29 JUIN 2005. — Arrêté ministériel fixant les montants visés à<br />

l’article 61bis/1 de l’arrêté royal du 18 juillet 2002 portant des<br />

mesures visant à promouvoir l’emploi dans le secteur non marchand<br />

R.S.Z.-<br />

Inschrijvingsnummer<br />

La Ministre de l’Emploi,<br />

Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,<br />

Vu la loi du 29 juin 1981 établissant les principes généraux de la<br />

sécurité sociale des travailleurs salariés notamment l’article 35, § 5,<br />

remplacé par la loi du 22 décembre 2003;<br />

Vu l’arrêté royal du 18 juillet 2002 portant des mesures visant à<br />

promouvoir l’emploi dans le secteur non marchand, modifié par les<br />

arrêtés royaux des 10 décembre 2002, 31 décembre 2003, 13 septembre<br />

2004 et 21 septembre 2004;<br />

Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le3décembre 2004;<br />

Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le7février 2005,<br />

Arrêtent :<br />

Article unique. Les montants visés à l’article 61bis/1 de l’arrêté royal<br />

du 18 juillet 2002 portant des mesures visant à promouvoir l’emploi<br />

dans le secteur non marchand sont fixés, par institution, conformément<br />

aux tableaux repris en annexe.<br />

Bruxelles, le 29 juin 2005.<br />

La Ministre de l’Emploi,<br />

Mme F. VAN DEN BOSSCHE<br />

Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,<br />

R. DEMOTTE<br />

*<br />

Annexe 1 re — Bijlage 1<br />

Koninklijk besluit van 12 december 1991, Belgisch Staatsblad van<br />

20 december 1991.<br />

Koninklijk besluit van 19 september 1995, Belgisch Staatsblad van<br />

17 oktober 1995.<br />

Koninklijk besluit van 10 januari 2003, Belgisch Staatsblad van<br />

22 januari 2003.<br />

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID<br />

EN SOCIAAL OVERLEG EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST<br />

SOCIALE ZEKERHEID<br />

N. 2005 — 1791<br />

[2005/201826]<br />

29 JUNI 2005. — Ministerieel besluit tot vaststelling van de bedragen<br />

bedoeld in artikel 61bis/1 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002<br />

houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de<br />

tewerkstelling in de non-profit sector<br />

De Minister van Werk,<br />

Benaming Adres Plaats<br />

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,<br />

Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen<br />

van de sociale zekerheid voor werknemers inzonderheid op artikel 35,<br />

§ 5, vervangen bij de wet van 22 december 2003;<br />

Gelet op het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen<br />

met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de<br />

non-profit sector, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 december<br />

2002, 31 december 2003, 13 september 2004 en 21 september 2004;<br />

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op<br />

3 december 2004;<br />

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van<br />

7 februari 2005,<br />

Besluiten :<br />

Enig artikel. De bedragen bedoeld in artikel 61bis/1 van het<br />

koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog<br />

op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector<br />

worden, per instelling, volgens de tabellen opgenomen als bijlage,<br />

vastgesteld.<br />

Brussel, 29 juni 2005.<br />

De Minister van Werk,<br />

Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE<br />

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,<br />

R. DEMOTTE<br />

Bedrag te storten<br />

door de R.S.Z. voor het<br />

vierde trimester 2003<br />

0672312-81 WERMINVAL V.Z.W. WINTERLING 3 2170 ANTWERPEN 11.057,51 S<br />

0697591-01 BESCHERMDE WERKPLAATS<br />

RYHOVE B.W.R. V.Z.W.<br />

KONINGSDAL 24 9000 GENT 11.554,17 S<br />

0702331-40 AMIVAL V.Z.W. EVERDONGENLN 27 2300 TURNHOUT 15.011,50 S<br />

0705995-09 BESCHERMDE WERKPLAATS<br />

VOOR LIMBURG V.Z.W.<br />

GINDEROVERSTR. 143 3590 DIEPENBEEK 65.769,98 S<br />

0706156-11 LIDWINA STICHTING V.Z.W. POSTELARENWEG 213 2400 MOL 21.690,00 S<br />

0707906-96 BESCHERMDE WERKPLAAT-<br />

SEN LEUVEN V.Z.W.<br />

ZAVELSTRAAT 45 3010 LEUVEN 128.640,11 S<br />

0709879-94 ARCOTEC B.W. V.Z.W. DREEF TER PANNE 14 8000 BRUGGE 3.682,62 S<br />

0710618-11 BESCHERMDE WERKPLAATS<br />

ANTWERPEN V.Z.W.<br />

KIELSBROEK 2 2020 ANTWERPEN 2.279,42 S<br />

0712185-63 WASE WERKPLAATS V.Z.W. KAPELANIELAAN 20 9140 TEMSE 4.845,67 S<br />

0712251-59 BLANKEDALE SOCIALE<br />

WERKPLAATS VOOR OOST<br />

BRABANT V.Z.W.<br />

0712951-93 GANDAE VERENIGING VOOR<br />

GEHANDICAPTENZORG<br />

V.Z.W.<br />

PASTORIJSTRAAT 118 3300 TIENEN 105.005,02 S<br />

GAARDENIERSWEG 9000 GENT 9.181,70 S


R.S.Z.-<br />

Inschrijvingsnummer<br />

Benaming Adres Plaats<br />

0713226-44 ACG ARBEIDSCENTRUM<br />

VOOR<br />

V.Z.W.<br />

GEHANDICAPTEN<br />

0713413-65 WERKVERSCHAFFING AAN<br />

GEHANDICAPTEN W.A.G.<br />

V.Z.W.<br />

Bedrag te storten<br />

door de R.S.Z. voor het<br />

vierde trimester 2003<br />

BOSUIL 138 2100 ANTWERPEN 1.283,92 S<br />

GROENENDAALLAAN 379 2030 ANTWERPEN 3.345,01 S<br />

0713498-04 V.Z.W. SOCIALE REHABILITA-<br />

TIESTICHTING<br />

ENGELSELEI 44 2140 ANTWERPEN 15.381,75 S<br />

0718999-88 MARIASTEEN V.Z.W. KOOLSKAMPSTR. 24 8830 HOOGLEDE 19.518,58 S<br />

0719153-14 WERKHUIS VOOR MINDER- OLMSTRAAT 348 1800 VILVOORDE 908,04 S<br />

VALIDEN MIVAVIL VIL-<br />

VOORDE V.Z.W.<br />

0719487-79 NEVELLAND BESCHUTTE<br />

WERKPLAATS VOOR HERSEN-<br />

VERLAMDEN V.Z.W.<br />

MOORSTRAAT 23 9850 NEVELE 2.659,05 S<br />

0720792-44 VREUGDEVOL V.Z.W. NIEUWEBRUGSTRAAT 26 9600 RONSE 5.928,34 S<br />

0722296-91 DE OESTERBANK V.Z.W. VAARTBLEKERSSTRAAT 15 8400 OOSTENDE 24.026,26 S<br />

0722375-48 DEMIVAL WERKPLAATS VOOR MACHELENSTRAAT 169 9800 DEINZE 20.413,04 S<br />

AANGEPASTE<br />

DEINZE V.Z.W.<br />

ARBEID TE<br />

0722978-82 ZUIDKEMPISCHE<br />

PLAATSEN V.Z.W.<br />

WERK- HERENTHOUTSEWEG 136 2200 HERENTALS 14.017,05 S<br />

0725567-75 BESCHERMDE WERKPLAATS GEN. DE WITTELN 2 2800 MECHELEN 2.569,88 S<br />

0729811-50<br />

MECHELEN V.Z.W.<br />

MIVAS V.Z.W. PLASLAAR 41 2500 LIER 32.851,94 S<br />

0735970-03 DE BESCHUTTENDE WERK- WIJNGAARDVELD 7 9300 AALST 8.620,67 S<br />

PLAATSEN VAN AALST V.Z.W.<br />

0741351-59 BESCHERMDE WERKPLAATS LICHTERSTRAAT 35 2870 PUURS 5.204,56 S<br />

0744000-66<br />

KLEIN BRABANT V.Z.W.<br />

AURORA V.Z.W. KLOOSTERMUUR 2 1702 DILBEEK 1.992,56 S<br />

0745661-30 WERKPLAATS<br />

V.Z.W.<br />

WESTHOEK VAARTSTRAAT 34 8630 VEURNE 5.166,86 S<br />

0745709-80 WESTLANDIA RECLASSE- INDUSTRIELAAN 1 8900 IEPER 45.744,80 S<br />

RINGSCENTRUM VOOR<br />

GEHANDIKAPTEN V.Z.W.<br />

0746061-91 WERKPLAATS IJSEDAL V.Z.W. SCHAVEI 75 3090 OVERIJSE 4.190,84 S<br />

0747786-57 BESCHERMDE WERKPLAATS SMALLEWEG 7 9620 ZOTTEGEM 6.847,17 S<br />

VAN ZOTTEGEM V.Z.W.<br />

0748761-42 BESCHUTTENDE WERK- INDUSTRIELAAN 40 9900 EEKLO 4.081,24 S<br />

PLAATS MEETJESLAND<br />

REVAM V.Z.W.<br />

0754809-37 INTERCOMMUNALE VOOR<br />

MEDICO SOCIALE INSTELLIN-<br />

GEN RUPELSTREEK MINDER-<br />

VALIDEN CV<br />

COO KERHOFS 151 2850 BOOM 2.446,77 S<br />

0756530-15 BESCHUTTENDE<br />

PLAATS ASSE V.Z.W.<br />

WERK- STEVENSVELD 8 1730 ASSE 2.507,36 S<br />

0756587-38 WERKHUIZEN MIN V.Z.W. ERWTENSTRAAT 27-29 2060 ANTWERPEN 4.253,54 S<br />

0756716-39 V.Z.W. BESCHUTTENDE WERK-<br />

PLAATS BOUCHOUT B.W.<br />

NEROMSTR. 26 1861 MEISE 1.321,18 S<br />

0779495-87 DE DAGERAAD V.Z.W. HEIVELDEKENS 7 2550 KONTICH 1.874,24 S<br />

0780561-90 DE FLOERE V.Z.W. ZAVELSTRAAT 114 1500 HALLE 3.239,16 S<br />

0788222-96 DE BRUG V.Z.W. WAESDONCKSTRAAT 1 2640 MORTSEL 15.973,86 S<br />

0794029-38 BORGERSTEIN V.Z.W. IJZERENVELD 147 2860 ST.-KATELIJNE-WAVER 9.596,16 S<br />

0796381-63 BESCHUTTENDE WERK- LUITENANT JACOPSSTR. 11 1750 LENNIK 2.883,12 S<br />

PLAATS<br />

V.Z.W.<br />

PAJOTTENLAND<br />

0797963-70 V.Z.W. BESCHUTTENDE WERK-<br />

PLAATS TORDALE<br />

0801146-27 BESCHUTTENDE WERK-<br />

PLAATS DE MEREL V.Z.W.<br />

0802191-93 NOORDHEUVEL BESCHUT-<br />

TENDE WERKPLAATS V.Z.W.<br />

0807005-07 V.Z.W. DYMKA BESCHUT-<br />

TENDE WERKPLAATS ZAVEN-<br />

TEM<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

33173<br />

BRUGGESTRAAT 39 8820 TORHOUT 7.950,18 S<br />

AMBACHTSWEG 11-13 9820 MERELBEKE 565,58 S<br />

MIKSEBAAN 266 2930 BRASSCHAAT 6.102,88 S<br />

STERREBEEKSTRAAT 137 1930 ZAVENTEM 21.118,73 S


33174 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

R.S.Z.-<br />

Inschrijvingsnummer<br />

Benaming Adres Plaats<br />

0816594-49 DE ZONNEBLOEM<br />

BESCHUTTE<br />

V.Z.W.<br />

WERKPLAATS<br />

Bedrag te storten<br />

door de R.S.Z. voor het<br />

vierde trimester 2003<br />

ASTRIDLAAN 185 9500 GERAARDSBERGEN 1.703,58 S<br />

0861005-94 TRIANVAL V.Z.W. BIEZEWEG 8 9230 WETTEREN 8.322,85 S<br />

0877015-79 ARALEA V.Z.W. GEMEENTEPARK 6 2930 BRASSCHAAT 622,56 S<br />

0934231-24 BESCHUTTE WERKPLAATS INDUSTRIELAAN 32 8930 MENEN 28.119,14 S<br />

0937004-47<br />

MENEN ’T VEER<br />

BESCHUTTE WERKPLAATS DE<br />

KEMPHAAN V.Z.W.<br />

AARTSTRAAT 57 9220 HAMME 3.983,50 S<br />

1522545-94 BESCHERMDE<br />

DE IJZER V.Z.W.<br />

WERKPLAATS KLEINE DRIES 2 8600 DIKSMUIDE 1.958,26 S<br />

1525417-14 ZONNEHOEVE V. GEHANDI- ZONNESTRAAT 15 9810 NAZARETH 4.531,32 S<br />

CAPT TE EKE BESCHUT-<br />

TENDE WERKPLAATS NR. 104<br />

H. DELEU V.Z.W.<br />

1528228-20 RODEA BESCHUTTE<br />

PLAATS V.Z.W.<br />

WERK-<br />

1577067-70 V.Z.W. WAAK BESCHUTTE<br />

1600764-80<br />

WERKPLAATS<br />

BESCHUTTE WERKPLAATS<br />

ARBEID VREDE WERKHUI-<br />

ZEN VOOR EN DOOR PERSO-<br />

NEN<br />

V.Z.W.<br />

MET EEN HANDICAP<br />

1629447-70 AANGEPASTE ARBEID REGIO<br />

OUDENAARDE VLAAMSE<br />

ARDENNEN AAROVA V.Z.W.<br />

1657220-74 TEWERKSTELLINGSINITIATIE-<br />

VEN KANUNNIK TRIEST<br />

V.Z.W.<br />

Vu pour être annexé àl’arrêté ministériel du 29 juin 2005.<br />

La Ministre de l’Emploi,<br />

Mme F. VAN DEN BOSSCHE<br />

Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,<br />

R. DEMOTTE<br />

Numéro<br />

O.N.S.S.<br />

SMARAGDLAAN 34C 1640 ST.-GENESIUS-RODE 5.361,76 S<br />

HEIRWEG 125 8520 KUURNE 54.362,06 S<br />

P. V. D. EEDENSTRAAT 23 2660 ANTWERPEN 4.658,40 S<br />

IND. PARK DE BRUWAAN 45 9700 OUDENAARDE 15.194,66 S<br />

LINTHOUTBOSSTRAAT 37 1200 ST.-LAMBRECHTS-WOL. 4.620,31 S<br />

Annexe 2 — Bijlage 2<br />

Dénomination Adresse Lieu<br />

Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van<br />

29 juni 2005.<br />

De Minister van Werk,<br />

Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE<br />

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,<br />

R. DEMOTTE<br />

Montant à verser<br />

par l’O.N.S.S. pour le<br />

quatrième trimestre 2003 *<br />

0128076-85 LA LUMIERE A.S.B.L. RUE STE-VERONIQUE 17 4000 LIEGE 4.403,34 S<br />

0291761-44 SANTE,PARTICIPATION,<br />

MIEUX-ETRE A.S.B.L.<br />

RUE FEVRIER 2 5620 FLORENNES 11.281,19 S<br />

0302960-09 INSTITUT D’ENSEIGNEMENT<br />

SPECIAL A.S.B.L.<br />

R. D. SAULCHOIR 56 7540 TOURNAI 17.642,37 S<br />

0303494-56 L’ATELIER A.S.B.L. CHAUSSEE DE LIEGE 477 5100 NAMUR 8.167,07 S<br />

0303976-65 ATELIER DU PERRON A.S.B.L. RUE R. NOISET S.N. 4000 LIEGE 10.218,38 S<br />

0308518-19 ENTREPRISE DE TRAVAIL RUE SART-MOULIN 1 1421 BRAINE-L’ALLEUD 48.071,62 S<br />

ADAPTE VILLAGE N° 1 REINE<br />

FABIOLA A.S.B.L.<br />

0312124-65 LES ATELIERS DE BLICQUY<br />

A.S.B.L.<br />

0312828-87 ATELIER<br />

A.S.B.L.<br />

REINE FABIOLA<br />

0316971-74 POUR DEMAIN A.S.B.L. POUR<br />

LE RECLASSEMENT DES HAN-<br />

DICAPES<br />

R. DU COUVENT 38 7903 LEUZE-EN-HAINAUT 3.232,13 S<br />

RUE NEUFVILLES 455 7063 SOIGNIES 4.997,55 S<br />

R. DE LA GROTTE 8 4690 BASSENGE 12.254,93 S<br />

0317830-19 ATELIER<br />

A.S.B.L.<br />

EDDY CAMBIER ZON. INDUSTRIEL 6040 CHARLEROI 16.466,12 S<br />

0319039-78 LES ATELIERS 94 A.S.B.L. R. LEON HOUTART 18 7110 LA LOUVIERE 2.330,11 S<br />

0321845-02 A.S.B.L. L’ENTRAIDE PAR LE<br />

TRAVAIL<br />

R. DE L’AVENIR 5 5002 NAMUR 12.734,05 S<br />

0322148-63 A.S.B.L. HAUTES ARDENNES<br />

AIDE AUX HANDICAPES *<br />

CAHAY 20 6690 VIELSALM 25.900,79 S


Numéro<br />

O.N.S.S.<br />

0322156-39 ATELIER SOCIAL METAL-<br />

0324159-44<br />

GROUP A.S.B.L.<br />

A.S.B.L. ENTRAIDE PAR TRA-<br />

VAIL ENGHIEN ET ENVIRONS<br />

0324629-89 ENTREPRISE DE TRAVAIL<br />

ADAPTE KENNEDY ET AMI-<br />

TIE A.S.B.L.<br />

0325600-86 A.S.B.L. L’ENTRAIDE PAR LE<br />

TRAVAIL DE ET A VERVIERS<br />

0327560-26 CENTRE D’ADAPTATION ET<br />

DE RECLASSEMENT PROFES-<br />

SIONNEL A.S.B.L.<br />

Dénomination Adresse Lieu<br />

Montant à verser<br />

par l’O.N.S.S. pour le<br />

quatrième trimestre 2003 *<br />

R. DEBARCADERE 61 6001 CHARLEROI 7.080,76 S<br />

AV. DU COMMERCE 19 7850 ENGHIEN 5.723,23 S<br />

RUE DE LA CLOSIERE 12 1300 WAVRE 12.222,98 S<br />

RUE D. WEINES 65 4800 VERVIERS 7.088,75 S<br />

R. DE LA GENDARMERIE S.N.,<br />

BTE 19<br />

5600 PHILIPPEVILLE 13.546,18 S<br />

0329217-02 VILLAGE N° 3 A.S.B.L. ZON. IND., RTE DE SPA 5590 CINEY 1.588,69 S<br />

0331128-89 STALBOIS A.S.B.L. RUE BELLE VUE 50 6740 ETALLE 2.865,62 S<br />

0332309-38 L’ENTR’AIDE PAR LE TRAVAIL<br />

A.S.B.L.<br />

RUE DU TILLOI, Z.I. HEPPIGN 6220 FLEURUS 8.928,42 S<br />

0334746-02 ATELIER PROTEGE J. DEL- RUE DE L EXPANSION 29 4460 GRACE-HOLLOGNE 10.166,34 S<br />

COUR A.S.B.L.<br />

0337735-56 ANDENNE<br />

A.S.B.L.<br />

PRO SERVICES QUAI DE MARCHE EN PRE 2 5300 ANDENNE 3.293,68 S<br />

0337869-42 L’ATELIER MOSAN A.S.B.L. RUE DU BOIS MARIE 27 4500 HUY 428,20 S<br />

0339114-90 A.S.B.L. LES TRAVAILLEURS RUE OLIVIER LHOIR 97 7333 ST.-GHISLAIN 10.260,34 S<br />

0345470-34<br />

DANS L’AMITIE<br />

ATELIER PROTEGE LE SAU-<br />

PONT<br />

RUE DE LONNOUX 2 6880 BERTRIX 6.027,41 S<br />

0345476-16 L’ATELIER PROTEGE DE BEAU- ZON. INDUST., RTE ROCHEF- 5570 BEAURAING 10.193,50 S<br />

RAING A.S.B.L.<br />

ORT<br />

0346333-64 LE TRAIT D’UNION A.S.B.L. BD. DE L’EUROZONE 3 7700 MOUSCRON 4.386,95 S<br />

0348173-73 ENTREPRISE DE TRAVAIL PARC INDUSTRIEL 4300 WAREMME 7.456,11 S<br />

ADAPTE JEAN GIELEN A.S.B.L.<br />

0354069-39 ATELIER LES GAILLETTES RT. DE MAASTRICHT ZON. 4651 HERVE 14.279,37 S<br />

A.S.B.L.<br />

P.M.E.<br />

0359357-83 IMARCO LES ATELIERS DU CHAMP D. L’ABBY 2 4960 MALMEDY 3.043,35 S<br />

0362075-77<br />

RELAIS A.S.B.L.<br />

L’ATELIER 2000 A.S.B.L. ZONE AV. DE HEPPIGNIES S.N. 6220 FLEURUS 2.196,96 S<br />

INDUSTRIELLE<br />

NIES<br />

DE HEPPIG-<br />

0362924-52 LE MOULIN DE LA HUNELLE<br />

A.S.B.L.<br />

RUE D’ATH 90 7950 CHIEVRES 8.868,01 S<br />

0363541-44 LA LORRAINE A.S.B.L. Z. ARTISANALE WEYLER 32 6700 ARLON 11.148,37 S<br />

0374284-19 ASSOC. POUR LA CREATION<br />

D’ATEL. PROTEGES DANS LA<br />

REGION DU CENTRE A.S.B.L.<br />

RUE V. ERGOT 33 7110 LA LOUVIERE 2.847,53 S<br />

0375349-25 ATELIER PROTEGE NIVEL-<br />

LOIS A.S.B.L., ZONING INDUS-<br />

TRIEL<br />

RUE DU COMMERCE 15 1400 NIVELLES 3.714,06 S<br />

0382377-87 ATELIER PROTEGE JEAN REG-<br />

NIERS A.S.B.L.<br />

R. DRORY V. DEN EYNDE 109 6543 LOBBES 12.179,68 S<br />

0386770-03 TRAVAIL<br />

A.S.B.L.<br />

VIE BONHEUR HASARDSTRASSE 2 4721 KELMIS 4.874,01 S<br />

0392550-26 ATELIER ST.-VINCENT A.S.B.L. RUE DU TIGE 44 5580 ROCHEFORT 2.114,85 S<br />

0404414-33 RELAIS DE LA HAUTE SAM-<br />

BRE<br />

R. FONT.PEPIN 12 6540 LOBBES 4.873,00 S<br />

0404881-87 ATELIERS PROTEGE DE R. DE LA PAIX 11O 6061 CHARLEROI 2.094,60 S<br />

RELIURE<br />

A.S.B.L.<br />

ET D’IMPRIMERIE<br />

0406024-53 ATELIER PROTEGE SERVI<br />

PLAST ATELIER SOCIAL<br />

A.S.B.L.<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

ZONING INDUSTRIEL. 6600 BASTOGNE 7.331,53 S<br />

0422223-53 PEPINIERES<br />

A.S.B.L.<br />

LA GAUME RUE DES SAUCETTES 90 6730 TINTIGNY 4.849,90 S<br />

0479677-60 LA THIERACHE A.S.B.L. RUE DE NORDRON S.N. 6590 MOMIGNIES 1.081,57 S<br />

0486507-37 ATELIER SOCIAL LE ROSEAU<br />

VERT A.S.B.L.<br />

RUE DU COMMERCE 2 7370 DOUR 396,54 S<br />

0903208-70 BESCHUTZTE WERKSTATTE MEYERODE 73 4770 AMEL 14.516,25 S<br />

DIE ZUKUNFT AMEL BULLIN-<br />

GEN ST VITH VOE<br />

33175


33176 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Numéro<br />

O.N.S.S.<br />

0903226-16 BESCHUTZENDE WERK-<br />

STATTE EUPEN UND UMGE-<br />

BUNG NFV<br />

1106510-03 A.S.B.L. ATELIER DU MON-<br />

CEAU AIDE AUX SOURDS ET<br />

MALENTENDANTS<br />

Dénomination Adresse Lieu<br />

Montant à verser<br />

par l’O.N.S.S. pour le<br />

quatrième trimestre 2003 *<br />

GEWERBEZONE 13 4700 EUPEN 8.885,01 S<br />

RUE DE L’AVENIR 75 4460 GRACE-HOLLOGNE 3.326,28 S<br />

1108855-49 A.S.B.L. ATELIER SOCIAL LES<br />

REMPARTS<br />

RUE PHILLIPART 6 7640 ANTOING 832,49 S<br />

1110697-52 LES DAUPHINS A.S.B.L. RUE LOUIS BURTEAU 48 5032 GEMBLOUX 3.864,42 S<br />

1110881-82 SAMERA A.S.B.L. RUE LOUIS BURTEAU 48 5032 GEMBLOUX 3.217,28 S<br />

1122193-96 LA CLE DES CHAMPS A.S.B.L. RUE D’ATRIVE 9 4280 HANNUT 1,26 S<br />

1122428-70 A.S.B.L. CAPUAL COUR DU VAL 1 4100 SERAING 3.105,81 S<br />

1167493-93 CORELAP A.S.B.L. RUE SAINT-JOSEPH 8 7700 MOUSCRON 3.950,36 S<br />

1215660-25 ATELIER PONT-A-CELLES RUE J. WAUTERS 25 6230 PONT-A-CELLES 6.545,13 S<br />

A.S.B.L. A.P.A.C.<br />

1216179-20 LE FOURNIL DES TIENNES RUE DU FOURNIL S.N. 5300 ANDENNE 2.131,08 S<br />

1223754-90<br />

A.S.B.L.<br />

L’ENTRAIDE PAR LE TRAVAIL<br />

A.S.B.L.<br />

RUE ST-SEBASTIEN 8 1420 BRAINE-L ALLEUD 1.960,08 S<br />

1265826-71 JARDINS ET MENUISERIE DE<br />

BARVAUX A.S.B.L.<br />

RTE DE HOTEMME 17 6940 DURBUY 6.674,44 S<br />

* y compris les corrections relatives aux montants pour les trois<br />

premiers trimestres 2003.<br />

Vu pour être annexé àl’arrêté ministériel du 29 juin 2005.<br />

La Ministre de l’Emploi,<br />

Mme F. VAN DEN BOSSCHE<br />

Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,<br />

R. DEMOTTE<br />

Annexe 3 — Bijlage 3<br />

Numéro ONSS Dénomination Adresse Lieu<br />

* inclusief correctie op de bedragen over de eerste drie trimesters<br />

van 2003<br />

Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van<br />

29 juni 2005.<br />

De Minister van Werk,<br />

Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE<br />

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,<br />

R. DEMOTTE<br />

Montant à verser<br />

par l’O.N.S.S.pour le<br />

quatrième trimestre 2003 *<br />

R.S.Z.-inschrijvings-nummer Benanming Adres Plaats Bedrag te storten<br />

door de R.S.Z.<br />

voor het vierde kwartaal<br />

2003 *<br />

0129835-46 L’OUVROIR A.S.B.L. R. DE BODEGHEM 78-82 1000 BRUXELLES 1.174,20 S<br />

0286036-50 APAM A.S.B.L. CHEE DE DROGENBOS 130 1180 UCCLE 16.343,40 S<br />

0327945-35 MANUFAST LA FAMILLE<br />

A.S.B.L.<br />

0346570-32 A.S.B.L. ATELIER RENAI-<br />

TRE<br />

0359608-09 A.S.B.L. ATELIER PROTEGE<br />

DE RECLASSEMENT POUR<br />

EPILEPTIQUES<br />

CHEE DE ZELLIK 65 1082 BERCHEM STE AG 5.851,39 S<br />

RUE DU BIPLAN 126-128 1130 BRUXELLES 10.211,05 S<br />

CH.DE NEERSTALLE 178 1190 FOREST 6.674,90 S<br />

0438046-17 TRAVAIL ET VIE A.S.B.L. DIGUE DU CANAL 40 1070 ANDERLECHT 49.407,55 S<br />

0444461-75 LA SERRE OUTILS A.S.B.L. RUE KELLE 121 123 1150 WOLUWE-ST-PIERRE 3.178,07 S<br />

0474707-32 LES JEUNES JARDINIERS<br />

ATELIER PROTEGE HORTI-<br />

COLE A.S.B.L.<br />

1111483-22 A.S.B.L. TRAVAIL ET COO-<br />

PERATION TRAVCO<br />

CHEE D’ALSEMBERG 1393 1180 UCCLE 8.420,50 S<br />

QUAI F. DEMETS 26-28 1070 ANDERLECHT 6.926,99 S<br />

1117556-39 ATELIER DE PARIS A.S.B.L. RUE DES COTEAUX 303 1030 SCHAERBEEK 2.633,10 S<br />

1151476-32 FERME NOS PILIFS A.S.B.L. TRASSERSWEG 347-349 1120 BRUXELLES 7.465,91 S<br />

1230235-47 ONA ENTREPRISE A.S.B.L. 9.389,03 S<br />

1230342-17 GROUPE FOES LES ATE-<br />

LIERS REUNIS A.S.B.L.<br />

BD DE L’EMPEREUR 15 1000 BRUXELLES 17.493,94 S


Numéro ONSS Dénomination Adresse Lieu<br />

Montant à verser<br />

par l’O.N.S.S.pour le<br />

quatrième trimestre 2003 *<br />

R.S.Z.-inschrijvings-nummer Benanming Adres Plaats Bedrag te storten<br />

door de R.S.Z.<br />

voor het vierde<br />

2003 *<br />

kwartaal<br />

S1233490-79 ENTREPRISE DE TRAVAIL RUE CH. DEMEER 105-117 1020 BRUXELLES 7.316,41 S<br />

ADAPTE DE<br />

L’ASSOCIATION BELGE<br />

DES PARALYSES ABP ENT-<br />

REPRISE A.S.B.L.<br />

1254205-14 MAILING & HANDLING<br />

M & H A.S.B.L.<br />

* y compris les corrections relatives aux montants pour les trois<br />

premiers trimestres 2003.<br />

Vu pour être annexé àl’arrêté ministériel du 29 juin 2005.<br />

La Ministre de l’Emploi,<br />

Mme F. VAN DEN BOSSCHE<br />

Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,<br />

R. DEMOTTE<br />

SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTA-<br />

TION SOCIALE ET SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE<br />

SOCIALE<br />

F. 2005 — 1792<br />

[2005/201830]<br />

30 JUIN 2005. — Arrêté ministériel fixant les montants visés à l’article<br />

61bis/1 de l’arrêté royal du 18 juillet 2002 portant des mesures<br />

visant à promouvoir l’emploi dans le secteur non marchand<br />

La Ministre de l’Emploi,<br />

Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,<br />

Vu la loi du 29 juin 1981 établissant les principes généraux de la<br />

sécurité sociale des travailleurs salariés notamment l’article 35, § 5,<br />

remplacé par la loi du 22 décembre 2003 et modifié par la loi du 27<br />

décembre 2004;<br />

Vu l’arrêté royal du 18 juillet 2002 portant des mesures visant à<br />

promouvoir l’emploi dans le secteur non marchand, modifié par les<br />

arrêtés royaux des 10 décembre 2002, 31 décembre 2003, 13 septembre<br />

2004 et 21 septembre 2004, notamment l’article 61bis/1;<br />

Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 27 janvier 2005;<br />

Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 13 avril 2005<br />

Arrêtent :<br />

Article unique. Les montants visés à l’article 61bis/1 de l’arrêté royal<br />

du 18 juillet 2002 portant des mesures visant à promouvoir l’emploi<br />

dans le secteur non marchand, inséré par l’arrêté royal du 31 décembre<br />

2003 sont fixés pour le premier semestre 2004, par institution,<br />

conformément aux tableaux repris en annexe.<br />

Bruxelles, le 30 juin 2005.<br />

La Ministre de l’Emploi,<br />

Mme F. VAN DEN BOSSCHE<br />

Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,<br />

R. DEMOTTE<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

RUE DES VETERINAIRES 63 1070 ANDERLECHT 2407,97 S<br />

*<br />

* inclusief correctie op de bedragen over de eerste drie trimesters van<br />

2003.<br />

Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van<br />

29 juni 2005.<br />

De Minister van Werk,<br />

Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE<br />

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,<br />

R. DEMOTTE<br />

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID<br />

EN SOCIAAL OVERLEG EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST<br />

SOCIALE ZEKERHEID<br />

N. 2005 — 1792<br />

[2005/201830]<br />

30 JUNI 2005. — Ministerieel besluit tot vaststelling van de bedragen<br />

bedoeld in artikel 61bis/1 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002<br />

houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de<br />

tewerkstelling in de non-profit sector<br />

De Minister van Werk,<br />

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,<br />

Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen<br />

van de sociale zekerheid voor werknemers inzonderheid op artikel 35,<br />

§ 5, vervangen bij de wet van 22 december 2003 en gewijzigd bij de wet<br />

van 27 december 2004;<br />

Gelet op het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen<br />

met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de<br />

non-profit sector, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 december<br />

2002, 31 december 2003, 13 september 2004 en 21 september 2004, in<br />

het bijzonder artikel 61bis/1;<br />

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op<br />

27 januari 2005;<br />

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van<br />

13 april 2005;<br />

Besluiten :<br />

Enig artikel. De bedragen bedoeld in artikel 61bis/1 van het<br />

koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog<br />

op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector,<br />

ingevoegd bij koninklijk besluit van 31 december 2003, worden, voor<br />

het eerste semester 2004, per instelling, volgens de tabellen opgenomen<br />

als bijlage, vastgesteld.<br />

Brussel, 30 juni 2005.<br />

De Minister van Werk,<br />

Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE<br />

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,<br />

R. DEMOTTE<br />

33177


33178 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

RSZ-inschrijvingsnummer<br />

Annexe 1 re<br />

Bijlage 1<br />

Benaming Adres Plaats<br />

0672312-81 WERMINVAL V.Z.W. WINTERLING 3 2170 ANTWERPEN 33.427,30 S<br />

0697591-01 BESCHERMDE WERKPLAATS RYHOVE B.W.R. V.Z.W. KONINGSDAL 24 9000 GENT 47.220,00 S<br />

0702331-40 AMIVAL V.Z.W. EVERDONGENLN 27 2300 TURNHOUT 93.505,34 S<br />

0705995-09 BESCHERMDE WERKPLAATS VOOR LIMBURG V.Z.W. GINDEROVERSTR.143 3590 DIEPENBEEK 434.588,30 S<br />

0706156-11 LIDWINA STICHTING V.Z.W. POSTELARENWEG 213 2400 MOL 79.271,54 S<br />

0707906-96 BESCHERMDE WERKPLAATSEN LEUVEN V.Z.W. ZAVELSTRAAT 45 3010 LEUVEN 267.175,90 S<br />

0709879-94 ARCOTEC B.W. V.Z.W. DREEF TER PANNE 14 8000 BRUGGE 71.009,48 S<br />

0710618-11 BESCHERMDE WERKPLAATS ANTWERPEN V.Z.W. KIELSBROEK 2 2020 ANTWERPEN 27.035,17 S<br />

0712185-63 WASE WERKPLAATS V.Z.W. KAPELANIELAAN 20 9140 TEMSE 143.222,81 S<br />

0712251-59 BLANKEDALE SOCIALE WERKPLAATS VOOR OOST<br />

BRABANT V.Z.W.<br />

PASTORIJSTRAAT 118 3300 TIENEN 151.770,06 S<br />

0712951-93 GANDAE VERENIGING VOOR GEHANDICAPTEN-<br />

ZORG V.Z.W.<br />

GAARDENIERSWEG 9000 GENT 69.307,67 S<br />

0713226-44 ACG ARBEIDSCENTRUM VOOR GEHANDICAPTEN<br />

V.Z.W.<br />

BOSUIL 138 2100 ANTWERPEN 59.952,81 S<br />

0713413-65 WERKVERSCHAFFING<br />

W.A.G. V.Z.W.<br />

AAN GEHANDICAPTEN GROENENDAALLAAN 379 2030 ANTWERPEN 33.267,07 S<br />

0713498-04 V.Z.W. SOCIALE REHABILITATIESTICHTING ENGELSELEI 44 2140 ANTWERPEN 40.394,92 S<br />

0718999-88 MARIASTEEN V.Z.W. KOOLSKAMPSTR. 24 8830 HOOGLEDE 110.129,02 S<br />

0719153-14 WERKHUIS VOOR MINDERVALIDEN MIVAVIL VIL-<br />

VOORDE V.Z.W.<br />

OLMSTRAAT 348 1800 VILVOORDE 14.184,38 S<br />

0719487-79 NEVELLAND BESCHUTTE WERKPLAATS VOOR HER-<br />

SENVERLAMDEN V.Z.W.<br />

MOORSTRAAT 23 9850 NEVELE 24.912,27 S<br />

0720792-44 VREUGDEVOL V.Z.W. NIEUWEBRUGSTRAAT 26 9600 RONSE 25.604,21 S<br />

0722296-91 DE OESTERBANK V.Z.W. VAARTBLEKERSSTRAAT 15 8400 OOSTENDE 63.941,43 S<br />

0722375-48 DEMIVAL WERKPLAATS VOOR AANGEPASTE ARBEID<br />

TE DEINZE V.Z.W.<br />

MACHELENSTRAAT 169 9800 DEINZE 104.762,06 S<br />

0722978-82 ZUIDKEMPISCHE WERKPLAATSEN V.Z.W. HERENTHOUTSEWEG 136 2200 HERENTALS 32.989,76 S<br />

0725567-75 BESCHERMDE WERKPLAATS MECHELEN V.Z.W. GEN. DE WITTELN 2 2800 MECHELEN 54.474,85 S<br />

0729811-50 MIVAS V.Z.W. PLASLAAR 41 2500 LIER 108.462,50 S<br />

0735970-03 DE BESCHUTTENDE WERKPLAATSEN VAN AALST<br />

V.Z.W.<br />

WIJNGAARDVELD 7 9300 AALST 18.860,76 S<br />

0741351-59 BESCHERMDE WERKPLAATS KLEIN BRABANT V.Z.W. LICHTERSTRAAT 35 2870 PUURS 71.826,82 S<br />

0744000-66 AURORA V.Z.W. KLOOSTERMUUR 2 1702 DILBEEK 6.926,39 S<br />

0745661-30 WERKPLAATS WESTHOEK V.Z.W. VAARTSTRAAT 34 8630 VEURNE 68.331,73 S<br />

0745709-80 WESTLANDIA RECLASSERINGSCENTRUM<br />

GEHANDIKAPTEN V.Z.W.<br />

VOOR INDUSTRIELAAN 1 8900 IEPER 95.568,20 S<br />

0746061-91 WERKPLAATS IJSEDAL V.Z.W. SCHAVEI 75 3090 OVERIJSE 30.614,41 S<br />

0747786-57 BESCHERMDE WERKPLAATS VAN ZOTTEGEM V.Z.W. SMALLEWEG 7 9620 ZOTTEGEM 42.255,10 S<br />

0748761-42 BESCHUTTENDE<br />

REVAM V.Z.W.<br />

WERKPLAATS MEETJESLAND INDUSTRIELAAN 40 9900 EEKLO 15.083,08 S<br />

0754809-37 INTERCOMMUNALE VOOR MEDICO SOCIALE COO KERHOFS 151 2850 BOOM 23.572,50 S<br />

0756530-15<br />

INSTELLINGEN RUPELSTREEK MINDERVALIDEN CV<br />

BESCHUTTENDE WERKPLAATS ASSE V.Z.W. STEVENSVELD 8 1730 ASSE 59.938,29 S<br />

0756587-38 WERKHUIZEN MIN V.Z.W. ERWTENSTRAAT 27 29 2060 ANTWERPEN 24.332,92 S<br />

0756716-39 V.Z.W. BESCHUTTENDE WERKPLAATS BOUCHOUT<br />

B.W.<br />

NEROMSTR. 26 1861 MEISE 66.456,85 S<br />

0779495-87 DE DAGERAAD V.Z.W. HEIVELDEKENS 7 2550 KONTICH 6.807,13 S<br />

0780561-90 DE FLOERE V.Z.W. ZAVELSTRAAT 114 1500 HALLE 35.451,49 S<br />

0788222-96 DE BRUG V.Z.W. WAESDONCKSTRAAT 1 2640 MORTSEL 58.518,55 S<br />

Bedrag te storten door de RSZ<br />

voor de eerste semester 2004


RSZ-inschrijvingsnummer<br />

Benaming Adres Plaats<br />

0794029-38 BORGERSTEIN V.Z.W. IJZERENVELD 147 2860 SINTT-KATELIJNE- 55.989,29 S<br />

0796381-63 BESCHUTTENDE<br />

V.Z.W.<br />

WERKPLAATS PAJOTTENLAND LUITENANT JACOPSSTR. 11<br />

WAVER<br />

1750 LENNIK 34.100,12 S<br />

0797963-70 V.Z.W. BESCHUTTENDE WERKPLAATS TORDALE BRUGGESTRAAT 39 8820 TORHOUT 52.932,90 S<br />

0801146-27 BESCHUTTENDE WERKPLAATS DE MEREL V.Z.W. AMBACHTSWEG 11-13 9820 MERELBEKE 11.441,21 S<br />

0802191-93 NOORDHEUVEL<br />

V.Z.W.<br />

BESCHUTTENDE WERKPLAATS MIKSEBAAN 266 2930 BRASSCHAAT 35.457,30 S<br />

0807005-07 V.Z.W. DYMKA BESCHUTTENDE WERKPLAATS STERREBEEKSTRAAT 137 1930 ZAVENTEM 45.669,32 S<br />

0816594-49<br />

ZAVENTEM<br />

DE ZONNEBLOEM BESCHUTTE WERKPLAATS V.Z.W. ASTRIDLAAN 185 9500 GERAARDSBERGEN 12.214,25 S<br />

0861005-94 TRIANVAL V.Z.W. BIEZEWEG 8 9230 WETTEREN 33.866,46 S<br />

0877015-79 ARALEA V.Z.W. GEMEENTEPARK 6 2930 BRASSCHAAT 18.405,17 S<br />

0934231-24 BESCHUTTE WERKPLAATS MENEN ’T VEER INDUSTRIELAAN 32 8930 MENEN 85.380,12 S<br />

0937004-47 BESCHUTTE WERKPLAATS DE KEMPHAAN V.Z.W. AARTSTRAAT 57 9220 HAMME 22.805,77 S<br />

1522545-94 BESCHERMDE WERKPLAATS DE IJZER V.Z.W. KLEINE DRIES 2 8600 DIKSMUIDE 13.170,75 S<br />

1525417-14 ZONNEHOEVE V. GEHANDICAPT TE EKE BESCHUT-<br />

TENDE WERKPLAATS NR. 104 H. DELEU V.Z.W.<br />

ZONNESTRAAT 15 9810 NAZARETH 19.210,70 S<br />

1528228-20 RODEA BESCHUTTE WERKPLAATS V.Z.W. SMARAGDLAAN 34C 1640 SINT-GENESIUS-RODE 19.530,19 S<br />

1577067-70 V.Z.W. WAAK BESCHUTTE WERKPLAATS HEIRWEG 125 8520 KUURNE 245.591,62 S<br />

1600764-80 BESCHUTTE WERKPLAATS ARBEID VREDE WERKHUI-<br />

ZEN VOOR EN DOOR PERSONEN MET EEN HANDI-<br />

CAP V.Z.W.<br />

P. V.D. EEDENSTRAAT 23 2660 ANTWERPEN 14.052,91 S<br />

1629447-70 AANGEPASTE ARBEID REGIO OUDENAARDE<br />

1657220-74<br />

VLAAMSE ARDENNEN AAROVA V.Z.W.<br />

TEWERKSTELLINGSINITIATIEVEN KANUNNIK TRIEST<br />

V.Z.W.<br />

Vu pour être annexé àl’arrêté ministériel du 30 juin 2005.<br />

La Ministre de l’Emploi,<br />

Mme F. VAN DEN BOSSCHE<br />

Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,<br />

R. DEMOTTE<br />

Numéro ONSS<br />

Annexe 2<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Bedrag te storten door de RSZ<br />

voor de eerste semester 2004<br />

IND.PARK DE BRUWAAN 45 9700 OUDENAARDE 56.040,42 S<br />

LINTHOUTBOSSTRAAT 37 1200 SINT-LAMBRECHTS-<br />

WOLUWE<br />

28.162,97 S<br />

Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van<br />

30 juni 2005.<br />

De Minister van Werk,<br />

Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE<br />

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,<br />

R. DEMOTTE<br />

Bijlage 2<br />

Dénomination Adresse Lieu<br />

0128076-85 LA LUMIERE A.S.B.L. RUE STE-VERONIQUE 17 4000 LIEGE 14.390,86 S<br />

0200706-57 LES AMIS DES AVEUGLES A.S.B.L. R. L. BARRIERE 37 7011 MONS 8.908,19 S<br />

0291761-44 SANTE, PARTICIPATION, MIEUX-ETRE A.S.B.L. RUE FEVRIER 2 5620 FLORENNES 24.948,32 S<br />

0302960-09 INSTITUT D’ENSEIGNEMENT SPECIAL A.S.B.L. R. D. SAULCHOIR 56 7540 TOURNAI 27.988,33 S<br />

Montant à verser par l’ONSS<br />

pour le premier semestre 2004<br />

33179


33180 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Numéro ONSS<br />

Dénomination Adresse Lieu<br />

0303494-56 L’ATELIER A.S.B.L. CHAUSSEE DE LIEGE 477 5100 NAMUR 29.925,21 S<br />

0303976-65 ATELIER DU PERRON A.S.B.L. RUE R.NOISET S.N. 4000 LIEGE 18.041,37 S<br />

0308518-19 ENTREPRISE DE TRAVAIL ADAPTE VILLAGE N° 1<br />

REINE FABIOLA A.S.B.L.*<br />

RUE SART MOULIN 1 1421 BRAINE-L’ALLEUD 82.279,58 S<br />

0312124-65 LES ATELIERS DE BLICQUY A.S.B.L. R.DU COUVENT 38 7903 LEUZE-EN-HAINAUT 12.056,09 S<br />

0312828-87 ATELIER REINE FABIOLA A.S.B.L. RUE NEUFVILLES 455 7063 SOIGNIES 19.006,25 S<br />

0316534-27 ATELIER PROTEGE JACQUELINE ORTS A.S.B.L. RUE BERIBOU 15 4800 VERVIERS 2.999,32 S<br />

0316971-74 POUR DEMAIN A.S.B.L. POUR LE RECLASSEMENT<br />

DES HANDICAPES<br />

R. DE LA GROTTE 8 4690 BASSENGE 26.210,13 S<br />

0317830-19 ATELIER EDDY CAMBIER A.S.B.L. ZON.INDUSTRIEL 6040 CHARLEROI 57.220,73 S<br />

0319039-78 LES ATELIERS 94 A.S.B.L. R. LEON HOUTART 18 7110 LA LOUVIERE 9.199,31 S<br />

0321845-02 A.S.B.L. L’ENTRAIDE PAR LE TRAVAIL R DE L’AVENIR 5 5002 NAMUR 28.587,46 S<br />

0322148-63 A.S.B.L. HAUTES ARDENNES AIDE AUX HANDICA-<br />

PES*<br />

CAHAY 20 6690 VIELSALM 26.238,85 S<br />

0322156-39 ATELIER SOCIAL METALGROUP A.S.B.L. R. DEBARCADERE 61 6001 CHARLEROI 19.450,69 S<br />

0324159-44 A.S.B.L. ENTRAIDE PAR TRAVAIL ENGHIEN ET ENVI-<br />

RONS<br />

AV. DU COMMERCE 19 7850 ENGHIEN 12.093,61 S<br />

0324629-89 ENTREPRISE DE TRAVAIL ADAPTE KENNEDY ET<br />

AMITIE A.S.B.L.<br />

RUE DE LA CLOSIERE 12 1300 WAVRE 26.740,03 S<br />

0325600-86 A.S.B.L. L’ENTRAIDE PAR LE TRAVAIL DE ET A<br />

VERVIERS<br />

RUE D.WEINES 65 4800 VERVIERS 17.960,66 S<br />

0327560-26 CENTRE D’ADAPTATION ET DE RECLASSEMENT PRO- RUE DE LA GENDARMERIE 5600 PHILIPPEVILLE 25.698,16 S<br />

FESSIONNEL A.S.B.L.<br />

S.N. BTE 19<br />

0329217-02 VILLAGE N° 3 A.S.B.L. ZON. IND. RTE DE SPA 5590 CINEY 8.507,93 S<br />

0331128-89 STALBOIS A.S.B.L. RUE BELLE VUE 50 6740 ETALLE 8.857,25 S<br />

0332309-38 L’ENTRAIDE PAR LE TRAVAIL A.S.B.L. RUE DU TILLOI ZI HEPPIGN 6220 FLEURUS 21.017,61 S<br />

0334746-02 ATELIER PROTEGE J. DELCOUR A.S.B.L. RUE DE L’EXPANSION 29 4460 GRACE-HOLLOGNE 48.003,09 S<br />

0337735-56 ANDENNE PRO SERVICES A.S.B.L. QUAI DE MARCHE EN PRE 2 5300 ANDENNE 9.629,76 S<br />

0337869-42 L’ATELIER MOSAN A.S.B.L. RUE DU BOIS MARIE 27 4500 HUY 4.135,65 S<br />

0339114-90 A.S.B.L. LES TRAVAILLEURS DANS L’AMITIE RUE OLIVIER LHOIR 97 7333 SAINT-GHISLAIN 22.684,84 S<br />

0345470-34 ATELIER PROTEGE LE SAUPONT RUE DE LONNOUX 2 6880 BERTRIX 9.264,70 S<br />

0345476-16 L’ATELIER PROTEGE DE BEAURAING A.S.B.L. ZONE INDUSTIELLE ROUTE<br />

ROCHEFORT<br />

5570 BEAURAING 44.486,68 S<br />

0346333-64 LE TRAIT D’UNION A.S.B.L. BOULEVARD<br />

ZONE 3<br />

DE L’EURO- 7700 MOUSCRON 21.718,59 S<br />

0348173-73 ENTREPRISE DE TRAVAIL ADAPTE JEAN GIELEN<br />

A.S.B.L.<br />

PARC INDUSTRIEL 4300 WAREMME 56.490,09 S<br />

0354069-39 ATELIER LES GAILLETTES A.S.B.L. ROUTE DE MAASTRICHT 4651 HERVE 31.105,27 S<br />

0359357-83 IMARCO LES ATELIERS DU RELAIS A.S.B.L.<br />

ZONE P.M.E.<br />

CHAMP D.L ABBY 2 4960 MALMEDY 16.861,30 S<br />

0362075-77 L’ATELIER 2000 A.S.B.L. ZONE INDUSTRIELLE DE AVENUE DE HEPPIGNIES 6220 FLEURUS 10.264,54 S<br />

HEPPIGNIES<br />

S.N.<br />

0362924-52 LE MOULIN DE LA HUNELLE A.S.B.L. RUE D’ATH 90 7950 CHIEVRES 18.901,68 S<br />

0363541-44 LA LORRAINE A.S.B.L. ZONE ARTISANALE<br />

LER 32<br />

WEY- 6700 ARLON 23.145,37 S<br />

0374284-19 ASSOCIATION POUR LA CREATION D’ATELIERS PRO-<br />

TEGES DANS LA REGION DU CENTRE A.S.B.L.<br />

RUE V. ERGOT 33 7110 LA LOUVIERE 12.880,53 S<br />

0375349-25 ATELIER PROTEGE NIVELLOIS A.S.B.L. ZONING RUE DU COMMERCE 15 1400 NIVELLES 8.005,91 S<br />

0382377-87<br />

INDUSTRIEL<br />

ATELIER PROTEGE JEAN REGNIERS A.S.B.L. RUE DRORY V. DEN EYN-<br />

DE 109<br />

6543 LOBBES 54.328,99 S<br />

0386770-03 TRAVAIL VIE BONHEUR A.S.B.L. HASARDSTRASSE 2 4721 KELMIS 15.158,06 S<br />

0392550-26 ATELIER ST VINCENT A.S.B.L. RUE DU TIGE 44 5580 ROCHEFORT 7.346,25 S<br />

Montant à verser par l’ONSS<br />

pour le premier semestre 2004


Numéro ONSS<br />

Dénomination Adresse Lieu<br />

0404414-33 RELAIS DE LA HAUTE SAMBRE RUE FONT.PEPIN 12 6540 LOBBES 10.092,99 S<br />

0404881-87 ATELIERS PROTEGE DE RELIURE ET D’IMPRIMERIE<br />

A.S.B.L.<br />

RUE DE LA PAIX 110 6061 CHARLEROI<br />

0406024-53 ATELIER PROTEGE SERVI PLAST ATELIER SOCIAL<br />

A.S.B.L.<br />

ZONING INDUSTRIEL. 6600 BASTOGNE 16.888,58 S<br />

0422223-53 PEPINIERES LA GAUME A.S.B.L. RUE DES SAUCETTES 90 6730 TINTIGNY 10.764,32 S<br />

0446705-36 A.S.B.L. CRIQUELIONS SERVICES RUE EVA DUPONT 11 7011 MONS 3.210,37 S<br />

0479677-60 LA THIERACHE A.S.B.L. RUE DE NORDRON S.N. 6590 MOMIGNIES 5.515,50 S<br />

0486507-37 ATELIER SOCIAL LE ROSEAU VERT A.S.B.L. RUE DU COMMERCE 2 7370 DOUR 1.351,54 S<br />

0903208-70 BESCHUTZTE WERKSTATTE DIE ZUKUNFT AMEL<br />

BULLINGEN ST VITH VOE<br />

MEYERODE 73 4770 AMEL 30.377,41 S<br />

0903226-16 BESCHUTZENDE WERKSTATTE EUPEN UND UMGE-<br />

BUNG NFV<br />

GEWERBEZONE 13 4700 EUPEN 28.358,71 S<br />

1106510-03 A.S.B.L. ATELIER DU MONCEAU AIDE AUX SOURDS<br />

ET MALENTENDANTS<br />

RUE DE L’AVENIR 75 4460 GRACE-HOLLOGNE 13.588,43 S<br />

1108855-49 A.S.B.L. ATELIER SOCIAL LES REMPARTS RUE PHILLIPART 6 7640 ANTOING 2.773,90 S<br />

1110697-52 LES DAUPHINS A.S.B.L. RUE LOUIS BURTEAU 48 5032 GEMBLOUX 20.521,33 S<br />

1110881-82 SAMERA A.S.B.L. RUE LOUIS BURTEAU 48 5032 GEMBLOUX 12.678,66 S<br />

1122193-96 LA CLE DES CHAMPS A.S.B.L.** RUE D’ATRIVE 9 4280 HANNUT<br />

1122428-70 A.S.B.L. CAPUAL COUR DU VAL 1 4100 SERAING 11.657,32 S<br />

1167493-93 CORELAP A.S.B.L. RUE SAINT-JOSEPH 8 7700 MOUSCRON 12.906,94 S<br />

1215660-25 ATELIER PONT-A-CELLES A.S.B.L. A.P.A.C. RUE J. WAUTERS 25 6230 PONT-A-CELLES 18.276,07 S<br />

1216179-20 LE FOURNIL DES TIENNES A.S.B.L. RUE DU FOURNIL S.N. 5300 ANDENNE 8.091,44 S<br />

1223754-90 L’ENTRAIDE PAR LE TRAVAIL A.S.B.L. RUE ST-SEBASTIEN 8 1420 BRAINE-L’ALLEUD 12.907,26 S<br />

1265826-71 JARDINS ET MENUISERIE DE BARVAUX A.S.B.L. ROUTE DE HOTEMME 17 6940 DURBUY 10.244,59 S<br />

Vu pour être annexé àl’arrêté ministériel du 30 juin 2005.<br />

La Ministre de l’Emploi,<br />

Mme F. VAN DEN BOSSCHE<br />

Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,<br />

R. DEMOTTE<br />

Numéro ONSS<br />

—<br />

RSZ-inschrijvingsnummer<br />

Annexe 3<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Dénomination<br />

—<br />

Benaming<br />

Montant à verser par l’ONSS<br />

pour le premier semestre 2004<br />

Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van<br />

30 juni 2005.<br />

De Minister van Werk,<br />

Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE<br />

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,<br />

R. DEMOTTE<br />

Adresse<br />

—<br />

Adres<br />

Bijlage 3<br />

Lieu<br />

—<br />

Plaats<br />

Montant à verser par l’ONSS<br />

pour le premier semestre 2004<br />

—<br />

Bedrag te storten door de RSZ<br />

voor de eerste semester 2004<br />

0129835-46 L’OUVROIR A.S.B.L. RUE DE BODEGHEM 78-82 1000 BRUXELLES 8.626,44 S<br />

0286036-50 APAM A.S.B.L. CHEE DE DROGENBOS 130 1180 UCCLE 40.980,21 S<br />

0327945-35 MANUFAST LA FAMILLE A.S.B.L. CHEE DE ZELLIK 65 1082 BERCHEM-SAINTE-<br />

AGATHE<br />

46.296,81 S<br />

0346570-32 A.S.B.L. ATELIER RENAITRE RUE DU BIPLAN 126-128 1130 BRUXELLES 27.260,00 S<br />

33181


33182 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Numéro ONSS<br />

—<br />

RSZ-inschrijvingsnummer<br />

Dénomination<br />

—<br />

Benaming<br />

Adresse<br />

—<br />

Adres<br />

Lieu<br />

—<br />

Plaats<br />

Montant à verser par l’ONSS<br />

pour le premier semestre 2004<br />

—<br />

Bedrag te storten door de RSZ<br />

voor de eerste semester 2004<br />

0129835-46 L’OUVROIR A.S.B.L. RUE DE BODEGHEM 78-82 1000 BRUXELLES 8.626,44 S<br />

0359608-09 A.S.B.L. ATELIER PROTEGE DE RECLASSEMENT POUR<br />

EPILEPTIQUES<br />

CH. DE NEERSTALLE 178 1190 FOREST 9.374,78 S<br />

0438046-17 TRAVAIL ET VIE A.S.B.L. DIGUE DU CANAL 40 1070 ANDERLECHT 117.458,83 S<br />

0444461-75 LA SERRE OUTILS A.S.B.L. RUE KELLE 121 123 1150<br />

PIERRE<br />

WOLUWE-SAINT- 6.231,38 S<br />

0474707-32 LES JEUNES JARDINIERS ATELIER PROTEGE HORTI-<br />

COLE A.S.B.L.<br />

CHEE D’ALSEMBERG 1393 1180 UCCLE 23.378,05 S<br />

1111483-22 A.S.B.L. TRAVAIL ET COOPERATION TRAVCO QUAI F. DEMETS 26-28 1070 ANDERLECHT 12.992,58 S<br />

1117556-39 ATELIER DE PARIS A.S.B.L. RUE DES COTEAUX 303 1030 SCHAERBEEK 9.510,55 S<br />

1151476-32 FERME NOS PILIFS A.S.B.L. TRASSERSWEG 347-349 1120 BRUXELLES 15.563,42 S<br />

1230235-47 ONA ENTREPRISE A.S.B.L. 4.274,86 S<br />

1230342-17 GROUPE FOES LES ATELIERS REUNIS A.S.B.L. BD DE L’EMPEREUR 15 1000 BRUXELLES 39.624,26 S<br />

1233490-79 ENTREPRISE DE TRAVAIL ADAPTE DE L’ASSOCIATION<br />

BELGE DES PARALYSES ABP ENTREPRISE A.S.B.L.<br />

RUE CH DEMEER 105-117 1020 BRUXELLES 13.703,11 S<br />

1254205-14 MAILING & HANDLING M&HA.S.B.L. RUEDESVETERINAIRES 63 1070 ANDERLECHT 8.882,46 S<br />

Vu pour être annexé àl’arrêté ministériel du 30 juin 2005.<br />

La Ministre de l’Emploi,<br />

Mme F. VAN DEN BOSSCHE<br />

Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,<br />

R. DEMOTTE<br />

SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE,<br />

SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE<br />

ET ENVIRONNEMENT<br />

F. 2005 — 1793<br />

[2005/22539]<br />

17 JUIN 2005. — Arrêté royal octroyant un subside aux établissements<br />

de transfusion pour l’année 2005 et modifiant l’arrêté royal du<br />

11 mai 2004 relatif à l’octroi d’un subside aux établissements de<br />

transfusion pour l’année 2004 et à la régularisation du subside 2002<br />

ALBERT II, Roi des Belges,<br />

A tous, présents et à venir, Salut.<br />

Vu la loi du 27 décembre 2004, contenant le budget général des<br />

dépenses pour l’année budgétaire 2005, notamment l’article 1 er -01-7 et<br />

la section 25, division 51, allocation de base 51 32 3301;<br />

Vu les lois sur la comptabilité de l’Etat, coordonnées le 17 juillet 1991,<br />

notamment les articles 55 à 58;<br />

Vu l’arrêté royal du 16 novembre 1994 relatif au contrôle administratif<br />

et budgétaire, notamment l’article 14, 2°;<br />

Vu la loi du 5 juillet 1994 relative au sang et aux dérivés du sang<br />

d’origine humaine, notamment l’article 2;<br />

Vu l’arrêté royal du 4 avril 1996 relatif au prélèvement, à la<br />

préparation, à la conservation et à la délivrance du sang et des dérivés<br />

du sang d’origine humaine, notamment l’article 3;<br />

Vu l’arrêté royal du 11 mai 2004 relatif à l’octroi d’un subside aux<br />

établissements de transfusion pour l’année 2004 et à la régularisation<br />

du subside 2002;<br />

Vu l’avis de l’Inspection des Finances du 12 mai 2005;<br />

Vu l’avis n° 38.080/3 du Conseil d’Etat, donné le 25 janvier 2005 en<br />

application de l’article 84, § 1 er , alinéa 1 er ,1°, des lois coordonnées sur<br />

le Conseil d’Etat;<br />

*<br />

Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van<br />

30 juni 2005.<br />

De Minister van Werk,<br />

Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE<br />

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,<br />

R. DEMOTTE<br />

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID,<br />

VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN<br />

EN LEEFMILIEU<br />

N. 2005 — 1793<br />

[2005/22539]<br />

17 JUNI 2005. — Koninklijk besluit houdende toekenning van een<br />

subsidie aan transfusie-instellingen voor het jaar 2005 en houdende<br />

wijziging van het koninklijk besluit van 11 mei 2004<br />

betreffende de toekenning van een subsidie aan transfusieinstellingen<br />

voor het jaar 2004 en houdende regularisatie van de<br />

subsidie 2002<br />

ALBERT II, Koning der Belgen,<br />

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.<br />

Gelet op de wet van 27 december 2004, houdende de algemene<br />

uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2005, inzonderheid op<br />

artikel 1-01-7 en op sectie 25, afdeling 51, basisallocatie 51 32 3301;<br />

Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op<br />

17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55 tot 58;<br />

Gelet op het koninkijk van 16 november 1994 betreffende de<br />

administratieve en begrotingscontrole, inzonderheid op artikel 14, 2°;<br />

Gelet op de wet van 5 juli 1994 betreffende bloed en bloedderivaten<br />

van menselijke oorsprong, inzonderheid op artikel 2;<br />

Gelet op het koninklijk besluit van 4 april 1996 betreffende de<br />

afneming, de bereiding, de bewaring en de terhandstelling van bloed<br />

en bloedderivaten van menselijke oorsprong, inzonderheid op artikel 3;<br />

Gelet op het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de<br />

toekenning van een subsidie aan transfusie-instellingen voor het<br />

jaar 2004 en betreffende de regularisatie va de subsidie 2002;<br />

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op<br />

12 mei 2005;<br />

Gelet op het advies 38.080/3 van de Raad van State, gegeven op<br />

25 januari 2005 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de<br />

gecoördineerde wetten op de Raad van State;


Sur la proposition de Notre Minitre de la Santé publique,<br />

Nous avons arrêté et arrêtons :<br />

CHAPITRE I er . — Octroi d’une provision<br />

Article 1 er . A la Croix-Rouge néerlandophone, il est payé à titre<br />

provisionnel, la somme de 2.739.012,93 EUR le 1 er juin 2005, et la<br />

somme de 913.004,31 EUR le 1 er août 2005, le 1 er octobre 2005 et le<br />

1 er décembre 2005.<br />

A la Croix-Rouge francophone est payé, à titre provisionnel, la<br />

somme de 1.242.708,96 EUR le 1 er<br />

juin 2005, et la somme de<br />

414.236,32 EUR le 1 er août 2005, le 1 er octobre 2005 et le 1 er décembre<br />

2005.<br />

Al’A.S.B.L. « La Transfusion du Sang » est payé àtitre provisionnel,<br />

la somme de 247.055,55 EUR le 1 er<br />

juin 2005, et la somme de<br />

82.351,85 EUR le 1 er août 2005, le 1 er octobre 2005 et le 1 er décembre<br />

2005.<br />

Al’«AZ Sint-Jan AV Brugge » est payé àtitre provisionnel la somme<br />

de 17.622,56 EUR le 1 er juin 2005, et la somme de 5.874,19 EUR le<br />

1 er août 2005, le 1 er octobre 2005 et le 1 er décembre 2005.<br />

CHAPITRE I er . — Calcul du solde définitif pour l’année 2005<br />

Section 1 re . — Principe de répartition<br />

Art. 2. Le solde définitif du subside octroyé pour l’année 2005, à<br />

recevoir ou à rembourser, est calculé en fonction du nombre total de<br />

prélèvements réussis, effectivement effectués en 2005 et testés avec des<br />

test NAT pour l’HV1 et l’HCV. Ce nombre de prélèvements doit être<br />

justifié par les factures relatives à ces tests et certifié par un réviseur<br />

d’entreprise ou un commissaire aux comptes.<br />

Section 2. — Fixation des paramètres de calcul<br />

Art. 3. § 1 er . Le budget total (BT) attribué àl’ensemble des établissements<br />

de transfusion visés auprésent arrêté est limité àla somme de<br />

10.616.000,00 EUR.<br />

§ 2. Il est tout d’abord calculé pour chaque institution visée au<br />

présent arrêté un subside primaire (SP), égal au nombre de tests NAT<br />

réellement effectués multiplié par la somme de 14,52 EUR.<br />

Il est ensuite calculé pour chaque institution la somme des provisions<br />

accordées (PA).<br />

§ 3. Pour le cas où la somme des SP des institutions visées au présent<br />

arrêté dépasse le BT, il est calculé :<br />

1° la différence entre les sommes réellement dépensées et justifiées<br />

par les institutions d’une part et le BT d’autre part. Ce montant est<br />

dénommé le déficit total (DT);<br />

2° le rapport entre le nombre des test NAT effectués par chaque<br />

institutin et le nombre total des tests NAT effectués par toutes les<br />

institutions. Ce montant est dénommé cœfficient de réduction (CR). Il<br />

est calculé comme suit :<br />

CR =<br />

Nombre de tests NAT de l’institution<br />

Nombre de tests NAT des institutions<br />

Section 3. — Calcul du solde définitif<br />

Art. 4. Pour le cas où le total des SP des institutions visées au<br />

présent arrêté ne dépasse pas le BT, le solde définitif pour chaque<br />

institution est égal à :SP-PA.<br />

Pour le cas où le total des SP des institutions viées au présent arrêté<br />

dépasse le BT, le solde définitif, pour chaque institution, est égal à :<br />

SP-(DTXCR)-PA.<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid,<br />

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :<br />

HOOFDSTUK I. — Toekenning van een voorschot<br />

Artikel 1. Aan het Nederlandstalige Rode Kruis wordt provisioneel,<br />

op 1 juni 2005 de som van 2.739.012,93 EUR, en op 1 augustus 2005, op<br />

1 oktober 2005 en op 1 december 2005 de som van 913.004,31 EUR<br />

uitbetaald.<br />

Aan het Franstalige Rode Kruis wordt provisioneel, op 1 juni 2005 de<br />

som van 1.242.708,96 EUR, en op 1 augustus 2005, op 1 oktober 2005 en<br />

op 1 december 2005 de som van 414.236,32 EUR uitbetaald.<br />

Aan de V.Z.W. « La Transfusion du Sang » wordt provisioneel, op<br />

1 juni 2005 de som van 247.055,55 EUR, en op 1 augustus 2005, op<br />

1 oktober 2005 en op 1 december 2005 de som van 82.351,85 EUR<br />

uitbetaald.<br />

Aan het AZ Sint-Jan AV Brugge wordt provisioneel op 1 juni 2005 de<br />

som van 17.622,56 EUR, en op 1 augustus 2005, op 1 oktober 2005 en op<br />

1 december 2005 de som van 5.874,19 EUR uitbetaald.<br />

HOOFDSTUK II. — Berekening van het definitieve saldo<br />

voor het jaar 2005<br />

Afdeling 1. — Verdelingsprincipe<br />

Art. 2. Het definitieve saldo van de voor het jaar 2005 toegekende<br />

subsidie, in plus of in min, wordt berekend op basis van het totale<br />

aantal geslaagd afnamen die in 2005 effectief werden uitgevoegd en met<br />

de NAT-testen voor HIV 1 en HCV werden uitgetest. Dit aantal<br />

afnamen dient aan de hand van facturen betreffende die tests te worden<br />

aangetoond en door een bedrijfsrevisor of een accountant voor echt te<br />

worden verklaard.<br />

Afdeling 2. — Bepaling van de berekeningsparameters<br />

Art. 3. § 1. Het totale budget (TB) toegekend aan alle transfusieinstellingen,<br />

bedoeld in dit besluit, is tot 10.616.000,00 EUR beperkt.<br />

§ 2. Eerst en vooral wordt voor elke instelling bedoeld in dit besluit<br />

een eerste subside (ES) berekend, gelijk aan het aantal effectief<br />

uitgevoerde NAT-testen vermenigvuldigd met 14,52 EUR.<br />

Vervolgens wordt voor elke instelling de som van de toegekende<br />

voorschotten berekend (TV).<br />

§ 3. Ingeval de som van de ESQ van de instellingen bedoeld in dit<br />

besluit het TB overschrijdt, wordt het volgende berekend :<br />

1° het verschil tussen de bedragen die door de instellingen effectief<br />

besteed en verantwoord werden enerzijds en het TB anderzijds. Dit<br />

bedrag wordt het Totale tekort (TT) genoemd.<br />

2° de verhouding tussen het aantal NAT-testen uitgevoerd door elke<br />

instelling en het totale aantal NAT-testen uitgevoerd door alle instellingen.<br />

dit bedrag wordt de Herleidingscoëfficient genoemd (HC), dat<br />

als volgt wordt berekend :<br />

CR =<br />

Aantal NAT-testen van de instelling<br />

Aantal NAT-testen van de instellingen<br />

Afdeling 3. — Berekening van het definitieve saldo<br />

33183<br />

Art. 4. Ingeval het totaal van de ES van de instellingen bedoeld in<br />

dit besluit het TB niet overschrijdt, is het definitieve saldo voor elke<br />

instelling gelijk aan : ES - TV.<br />

Ingeal het toaal van de ES van de instellingen bedoeld in dit besluit<br />

het TB overschrijdt, is het definitieve saldo voor elke instellingen gelijk<br />

aan:ES-(TTXHC)-TV.


33184 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

CHAPITRE III. — Période de référence<br />

Art. 5. Les paiements visés auprésent arrêté couvrent le financement<br />

des tests NAT pour la période comprise du 1 er janvier 2005 au<br />

31 décembre 2005.<br />

CHAPITRE IV. — Conditions de paiement<br />

Art. 6. Les paiements à la Croix-Rouge néerlandophone sont effectués<br />

sur le compte numéro 001-3760620-06, Rode Kruis-Vlaandren,<br />

Dienst voor het Bloed, Motstraat 40, 2800 Mechelen.<br />

Les paiements à la Croix-Rouge francophone sont effectués sur le<br />

compte numéro 091-0053540-25, Croix-Rouge de Belgique, Service du<br />

Sang, rue de Stalle 96, 1180 Bruxelles.<br />

Les paiements à l’A.S.B.L. « La Transfusion du Sang » sont effectués<br />

sur le compte numéro 091-0110766-21 - « La Transfusion du Sang »,<br />

boulevard Joseph II, 11B, 6000 Charleroi.<br />

Les paiements à l’« AZ Sint-Jan AV Brugge » sont effectués sur le<br />

compte numéro 630-6400000-96 AZ Sint-Jan AV Brugge - Bloedtransfusiedienst,<br />

Ruddershove 10, 8000 Brugge.<br />

Art. 7. Le solde définitif visé àl’article 4 du présent arrêté est versé<br />

à chaque institution visée auprésent arrêté suite à l’introduction des<br />

pièces justificatives, introduites avant le 1 er septembre 2006, date limite,<br />

sans préjudice des dispositions de l’article 1 er . Les subsides octroyés ne<br />

peuvent en aucun cas dépasser les frais réellement encourus.<br />

Les pièces justificatives visées à l’alinéa précédent doivent impérativement<br />

être envoyées à l’adresse suivante : Service public fédéral Santé<br />

publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement -<br />

Direction générale de l’Organisation des Etablissements de soins -<br />

Service Financement - local 1C - Eurostation bloc II - place Victor<br />

Horta 40, bte 10 - 1060 Bruxelles.<br />

CHAPITRE V. — Modification de l’arrêté royal du 11 mai 2004 relatif à<br />

l’octroi d’un subside aux établissements de transfusion pour l’année 2004 et<br />

à la régularisation du subside 2002<br />

Art. 8. Le texte de l’article 8 de l’arrêté royal du 11 mai 2004 relatif<br />

à l’octroi d’un subside aux établissements de transfusion pour<br />

l’année 2004 et à la régularisatin du subside 2002 est remplacé par : « Le<br />

solde définitif visé àl’article 4 du présent arrêté est versé àchaque<br />

institution visée au présent arrêté suite à l’introduction des pièces<br />

justificatives, introduites avant le 1 er septembre 2005, date limite, sans<br />

préjudice des dispositions de l’article 1 er . Les subsides octroyés ne<br />

peuvent en aucun cas dépasser les frais réellement encourus.<br />

Les pièces justificatives visées à l’alinéa précédent doivent impérativement<br />

être envoyées à l’adresse suivante : Service public fédéral Santé<br />

publique, Sécurité de la chaîne alimentaire et Environnement -<br />

Direction générale de l’Organisation des Etablissements de soins -<br />

Service Financement - local 1C - Eurostation bloc II - place Victor<br />

Horta 40 - 1060 Bruxelles.<br />

CHAPITRE VI. — Dispositioins diverses<br />

Art. 9. Notre Ministre de la Santé publique est chargé de l’exécution<br />

du présent arrêté.<br />

Art. 10. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication<br />

au Moniteur <strong>belge</strong>.<br />

Donné àBruxelles, le 17 juin 2005.<br />

ALBERT<br />

Par le Roi :<br />

Le Ministre de la Santé publique,<br />

R. DEMOTTE<br />

HOFDSTUK III. — Referentieperiode<br />

Art. 5. De in dit besluit bedolde betalingen dekken de financiering<br />

van de NAT-testen voor de periode tussen 1 januari 2005 en 31 december<br />

2005.<br />

HOOFDSTUK IV. — Betalingsvoorwaarden<br />

Art. 6. De betalingen aan het Nederlandstalige Rode Kruis worden<br />

gestort op rekeningnummer 001-3760620-06, Rode Kruis-Vlaanderen,<br />

Dienst voor het Bloed, Motstraat 40, 2800 Mechelen.<br />

De betalingen aan het Franstalige Rode Kruis worden gestort op<br />

rekeningnummer 091-0053540-25, Croix-Rouge de Belgique, Service du<br />

Sang, rue de Stalle 96, 1180 Bruxelles.<br />

De betalingen aan de V.Z.W.« La Transfusion du Sang », boulevard<br />

Joseph II, 11B, 6000 Charleroi.<br />

De betalingen aan het AZ Sint-Jan AV Brugge worden gestort op<br />

rekeningnummer 630-6400000-96 AZ Sint-Jan AV Brugge - Bloedtransfusiedienst,<br />

Ruddershove 10, 8000 Brugge.<br />

Art. 7. Het in artikel 4 van dit besluit bedoelde definitieve saldo<br />

wordt aan elke instelling, bedoeld in dit besluit, gestort op voorwaarde<br />

dat de bewijsstukken uiterlijk vóór 1 september 2006 worden ingediend,<br />

en dat zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 1.<br />

De toegekende subsidies mogen de werkelijk gedane kosten is geen<br />

geval overschrijden.<br />

De in het vorige lid bedoelde bewijsstukken moeten verplicht naar<br />

het volgende adres worden opgestuurd : Federale Overheidsdienst<br />

Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu -<br />

Directoraat-generaal Organisatie gezondheidszorgvoorzieningen - Dienst<br />

Financiering - lokaal 1C - Eurostation Blok II - Victor Hortaplein 40,<br />

bus 10 - 1060 Brussel.<br />

HOOFDSTUK V. — Wijziging van het koninklijk besluit van 11 mei 2004<br />

betreffende de toekenning van een subsidie aan transfusie-instellingen voor<br />

het jaar 2004 en betreffende de regularisatie van de subsidie 2002<br />

Art. 8. De tekst van het artikel 8 van het koninklijk besluit van<br />

11 mei 2004 betreffende de toekenning van een subsidie aan transfusieinstellingen<br />

voor het jaar 2004 en betreffende de regularisatie van de<br />

subsidie 2002 wordt vervangen door : « Het in artikel 4 van dit besluit<br />

bedoelde definitieve saldo wordt aan elke instelling, bedoeld in dit<br />

besluit, getort op voorwaarde dat de bewijsstukken uiterlijk vóór<br />

1 september 2005 worden ingediend, en dat zonder afbreuk te doen aan<br />

de bepalingen van artikel 1. De toegekende subsidies mogen de<br />

werkelijk gedane kosten in geen geval overschrijden.<br />

De in het vorige lid bedoelde bewijsstukken moeten verplicht naar<br />

het volgende adres worden opgestuurd : Federale Overheidsdienst<br />

Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu -<br />

Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen - Dienst<br />

Financiering - lokaal 1C - Eurostation Blok II - Victor Hortaplein 40,<br />

bus 10 - 1060 Brussel.<br />

HOOFDSTUK VI. — Diverse bepalingen<br />

Art. 9. Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering<br />

van dit besluit.<br />

Art. 10. Dit belsuit treedt in werking de dag waarop het in het<br />

Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.<br />

Gegeven te Brussel, 17 januari 2005.<br />

ALBERT<br />

Van Koningswege :<br />

De Minister van Volksgezondheid,<br />

R. DEMOTTE


SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE,<br />

SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE<br />

ET ENVIRONNEMENT<br />

F. 2005 — 1794<br />

[C − 2005/22595]<br />

11 JUILLET 2005. — Arrêté royal<br />

fixant les modalités de paiement<br />

des montants de rattrapages positifs des hôpitaux<br />

ALBERT II, Roi des Belges,<br />

A tous, présents et à venir, Salut.<br />

Vu la loi-programme du 27 décembre 2004, notamment l’article 85;<br />

Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 27 avril 2005;<br />

Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 10 mai 2005;<br />

Vu l’avis n° 38.514/3 du Conseil d’Etat, donné le 14 juin 2005, en<br />

application de l’article 84, § 1 er , alinéa 1 er ,1°, des lois coordonnées sur<br />

le Conseil d’Etat;<br />

Sur la proposition de Notre Ministre des Affaires sociales et de la<br />

Santé publique et de l’avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en<br />

Conseil,<br />

Nous avons arrêté et arrêtons :<br />

Article 1 er . Dans le courant de l’année 2005, les montants de<br />

rattrapage positifs suivants seront versés aux hôpitaux :<br />

— les montants de rattrapage positifs dont les droits ont été fixés le<br />

1 er juillet 2004 et qui sont dus à partir du 1 er janvier 2005;<br />

— les montants de rattrapage positifs relatifs à la révision du budget<br />

des moyens financiers des hôpitaux des années 1997 et 1998.<br />

Art. 2. Les montants visés à l’article 1 er sont versés par l’Institut<br />

national d’assurance maladie-invalidité conformément aux ordres de<br />

paiement et au calendrier de paiement que le ministre visé àl’article 87<br />

de la loi sur les hôpitaux, coordonnéele7août 1987, ou le fonctionnaire<br />

qu’il désigne à cet effet, remet à l’Institut.<br />

Le montant des paiements précités est limité à350 millions d’euros.<br />

Art. 3. § 1 er . En vue du financement des paiements des montants de<br />

rattrapage positifs visés à l’art. 1 er ,lefinancement alternatif de l’Institut<br />

national d’assurance maladie-invalidité est une seule fois augmenté de<br />

247.000.000 euros pour le régime des travailleurs salariés.<br />

§ 2. Les montants visés au§ 1 er sont mis à la disposition de l’Institut<br />

national d’assurance maladie-invalidité sur la base des pièces justificatives<br />

transmises par le Service public fédéral Santé publique, Sécurité<br />

de la Chaîne alimentaire et Environnement.<br />

Art. 4. Les montants de rattrapage dus sont pour 100 % à charge du<br />

régime des travailleurs salariés.<br />

Art. 5. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au<br />

Moniteur <strong>belge</strong>.<br />

Art. 6. Notre Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique<br />

est chargé de l’exécution du présent arrêté.<br />

Donné àBruxelles, le 11 juillet 2005.<br />

ALBERT<br />

Par le Roi :<br />

Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,<br />

R. DEMOTTE<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID,<br />

VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN<br />

EN LEEFMILIEU<br />

N. 2005 — 1794<br />

[C − 2005/22595]<br />

11 JULI 2005. — Koninklijk besluit<br />

tot vastelling van de regels<br />

betreffende de betaling van de positieve inhaalbedragen<br />

ALBERT II, Koning der Belgen,<br />

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.<br />

Gelet op de programmawet van 27 december 2004, inzonderheid op<br />

het artikel 85;<br />

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op<br />

27 april 2005;<br />

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van begroting van<br />

10 mei 2005;<br />

Gelet op het advies nr. 38.514/3 van de Raad van State, gegeven op<br />

14 juni 2005 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de<br />

gecoördineerde wetten op de Raad van State;<br />

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid<br />

en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,<br />

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :<br />

Artikel 1. In de loop van het jaar 2005 worden volgende positieve<br />

inhaalbedragen aan de ziekenhuizen uitgekeerd :<br />

— de positieve inhaalbedragen waarvan de rechten vastgesteld<br />

werden op 1 juli 2004 en die vanaf 1 januari 2005 verschuldigd zijn;<br />

— de positieve inhaalbedragen met betrekking tot de herziening van<br />

het budget van de financiële middelen van de ziekenhuizen van de<br />

jaren 1997 en 1998.<br />

Art. 2. De in artikel 1 bedoelde bedragen worden door het Rijksinstituut<br />

voor ziekte- en invaliditeitsverzekering betaald overeenkomstig<br />

de betalingsopdrachten en de betalingskalender die de minister<br />

bedoeld in artikel 87 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op<br />

7 augustus 1987, of de ambtenaar die hij daarvoor aanwijst, aan het<br />

Instituut bezorgt.<br />

Het bedrag van voornoemde betalingen is beperkt tot 350 miljoen<br />

euro.<br />

Art. 3. § 1. Ter financiering van de betalingen van de positieve<br />

inhaalbedragen bedoeld in art. 1 wordt de alternatieve financiering van<br />

het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering eenmalig<br />

verhoogd met 247.000.000 euro voor het stelsel der werknemers.<br />

§ 2. De in § 1 bedoelde bedragen worden aan het Rijksinstituut voor<br />

ziekte- en invaliditeitsverzekering ter beschikking gesteld op basis van<br />

de verantwoordingsstukken overgemaakt door de Federale Overheidsdienst<br />

Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.<br />

Art. 4. De verschuldigde inhaalbedragen zijn voor 100 % ten laste<br />

van het stelsel der werknemers.<br />

Art. 5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het<br />

Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.<br />

Art. 6. Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is<br />

belast met de uitvoering van dit besluit.<br />

Gegeven te Brussel, 11 juli 2005.<br />

ALBERT<br />

Van Koningswege :<br />

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,<br />

R. DEMOTTE<br />

33185


33186 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS<br />

ET SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE,<br />

P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE<br />

F. 2005 — 1795<br />

[C − 2005/14115]<br />

14 JUILLET 2005. — Arrêté royal portant exécution du règlement<br />

(CEE) n° 3821/85 du 20 décembre 1985 concernant l’appareil de<br />

contrôle dans le domaine des transports par route<br />

Sire,<br />

RAPPORT AU ROI<br />

Le projet d’arrêté royal que nous présentons à votre signature, a pour<br />

but de fixer les modalités pratiques de mise en vigueur du règlement<br />

3821/85 modifié en dernier lieu par le règlement (CEE) n° 2135/98<br />

du Conseil du 24 septembre 1998 et adapté au progrès technique par le<br />

règlement 1360/2002 de la Commission du 13 juin 2002. La dite<br />

modification permet l’introduction du tachygraphe digital.<br />

Considérant que l’introduction du tachygraphe digital a connu<br />

beaucoup de retards, dus notamment à l’absence d’appareils homologuésetdefixation<br />

des critères d’évaluation des politiques nationales de<br />

sécurité par la Commission des Communautés européennes. Il n’était<br />

donc pas possible et risqué de prendre des dispositions nationales<br />

d’application des règlements concernés.<br />

Considérant que face à cette situation la Commission des Communautés<br />

européennes a décidé de reporter d’un an l’obligation d’équiper<br />

les véhicules mis pour la première fois en circulation d’un nouvel<br />

appareil et a fixé la date du moratoire au 5 août 2005.<br />

Entre-temps, un premier appareil était homologué et les constructeurs<br />

développaient des politiques de formation des installateurs et les<br />

conditions d’utilisation. Il devenait donc possible de prendre un arrêté<br />

d’application. Les délais devenaient cependant très courts. Les cartes<br />

sont en effet nécessaires pour initialiser et calibrer les appareils de<br />

contrôle à la sortie des chaînes de montage, ce qui signifie que les<br />

ateliers doivent être agréés et les cartes disponibles avant le 5 mai 2005.<br />

Examen des articles<br />

Le chapitre I er (articles 1 er et 2) fixe le principe de la nécessité<br />

d’équiper le véhicule d’un tachygraphe.<br />

Le chapitre II (article 3) fixe les conditions d’homologation des<br />

modèles de tachygraphes ou de feuilles d’enregistrement ou de cartes<br />

mémoire.<br />

Le chapitre III (articles 4 et 5) fixe les conditions générales relatives à<br />

l’agrément des ateliers chargés des opérations d’installation, de contrôle<br />

ou de réparation des tachygraphes.<br />

Le chapitre IV (article 6) fixe les conditions auxquelles les ateliers<br />

agréés avant l’entrée en vigueur du présent arrêté doivent répondre<br />

lorsqu’ils ne désirent pas étendre leur activité au tachygraphe digital.<br />

Le chapitre V (articles 7 à 11) fixe les conditions auxquelles les ateliers<br />

doivent répondre pour être agréés :<br />

— en tant qu’installateur de tous les types de tachygraphes;<br />

— en tant qu’installateur de tachygraphes digitaux;<br />

— en tant que réparateur de tachygraphes digitaux.<br />

Ces conditions concernent notamment le matériel, la qualification et<br />

la formation du personnel.<br />

Le chapitre VI (article 12) fixe les conditions et modalités de retrait<br />

d’agrément et voies de recours.<br />

Le chapitre VII (article 13) désigne les agents ou organismes<br />

compétents pour effectuer le contrôle des ateliers agréés.<br />

Le chapitre VIII (article 14) fixe le principe et la périodicité des<br />

contrôles du tachygraphe et de l’installation dans son ensemble.<br />

Le chapitre IX (article 15) décrit les mentions devant figurer sur la<br />

plaquette d’installation dont le modèle est fixé par l’Administration.<br />

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER<br />

EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE,<br />

K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE<br />

N. 2005 — 1795<br />

[C − 2005/14115]<br />

14 JULI 2005. — Koninklijk besluit houdende uitvoering van de<br />

verordening (EEG) nr. 3821/85 van 20 december 1985 betreffende<br />

het controleapparaat in het wegvervoer<br />

Sire,<br />

VERSLAG AAN DE KONING<br />

Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij U ter handtekening<br />

voorleggen beoogt de praktische modaliteiten vast te leggen van de<br />

inwerkingtreding van de verordening 3821/85, laatst gewijzigd door de<br />

verordening (EG) nr. 2135/98 van de Raad d.d. 24 september 1998 en<br />

aangepast aan de technische vooruitgang door de verordening 1360/2002<br />

van de Commissie van 13 juni 2002. Deze wijziging betreft de invoering<br />

van de digitale tachograaf.<br />

Overwegende dat de invoering van de digitale tachograaf veel<br />

vertraging heeft opgelopen, inzonderheid bij gebrek aan goedgekeurde<br />

apparaten en omdat de evaluatiecriteria voor het veiligheidsbeleid van<br />

de lid-Staten nog niet door de Commissie van de Europese Gemeenschappen<br />

werden vastgesteld. Het was dus niet mogelijk en gewaagd<br />

om nationale bepalingen tot uitvoering van de betrokken verordeningen<br />

uit te vaardigen.<br />

Overwegende dat in die situatie, de Commissie van de Europese<br />

Gemeenschappen beslist heeft de verplichting nieuw in het verkeer<br />

gebrachte voertuigen met een nieuw apparaat uit te rusten, met een jaar<br />

uit te stellen en de datum van het moratorium vast te leggen op<br />

5 augustus 2005.<br />

Daar intussen een eerste apparaat werd goedgekeurd en de fabrikanten<br />

installateursopleidingen en gebruiksaanwijzingen uitgewerkt hadden,<br />

werd de tijd zeer kort. Daar kaarten inderdaad nodig zijn voor de<br />

installatie en de kalibrering van de controleapparaten aan het einde van<br />

de montagelijnen, betekent dit dat de werkplaatsen erkend en de<br />

kaarten beschikbaar moeten worden vóór 5 mei 2005.<br />

Bespreking van de artikelen<br />

In hoofdstuk I (artikelen 1 en 2) wordt het principe van de<br />

noodzakelijkheid een voertuig van een tachograaf te voorzien, vastgelegd.<br />

Hoofdstuk II (artikel 3) legt de homologatievoorwaarden vast van de<br />

tachograafmodellen of van de registratiedocumenten of de geheugenkaarten.<br />

Hoofdstuk III (artikelen 4 en 5) licht de algemene voorwaarden<br />

betreffende de goedkeuring van de werkplaatsen belast met de<br />

installatie van de apparaten, de controle of de herstelling ervan toe.<br />

Hoofdstuk IV (artikel 6) legt de voorwaarden waaraan de goedgekeurde<br />

werkplaatsen vóór de inwerkingtreding van het huidig besluit<br />

dienen te voldoen vast indien zij hun activiteit niet wensen uit te<br />

breiden tot het installeren van digitale tachografen.<br />

Hoofdstuk V (artikelen 7 tot 11) legt zich toe op de voorwaarden<br />

waaraan werkplaatsen dienen te voldoen om goedgekeurd te worden :<br />

— als installateur van alle types van tachografen;<br />

— als installateur van digitale tachografen;<br />

— als hersteller van digitale tachografen.<br />

Deze voorwaarden betreffen voornamelijk het materieel, de kwalificatie<br />

en de opleiding van het personeel.<br />

Hoofdstuk VI (artikel 12) legt de voorwaarden en modaliteiten vast<br />

van het ontslag en mogelijkheden tot beroep hiertegen.<br />

Hoofdstuk VII (artikel 13) duidt de agenten of de bekwame<br />

organismen aan om de controle te verzekeren van de goedgekeurde<br />

werkplaatsen.<br />

Hoofdstuk VIII (artikel 14) bepaalt het principe en de periodiciteit<br />

van de controles van de tachograaf en de installatie in haar geheel.<br />

In hoofdstuk IX (artikel 15) worden de vermeldingen die op het<br />

installatieplaatje dienen afgebeeld te worden beschreven, zoals op het<br />

model bepaald door de Administratie.


Le chapitre X (article 16) fixe les conditions de délivrance, d’utilisation,<br />

de restitution ou de remplacement en cas de dépossession<br />

involontaire des cartes tachygraphiques qui peuvent être de quatre<br />

types :<br />

— carte de conducteur<br />

— carte d’entreprise;<br />

— carte d’atelier;<br />

— carte de contrôle.<br />

Chapitre XI (article 17) fixe les conditions de stockage, de conservation,<br />

d’accessibilité des données stockées dans la mémoire du tachygraphe<br />

digital embarqué.<br />

Chapitre XII (articles 18 et 19) désigne les personnes habilitées pour<br />

rechercher et constater les infractions ainsi que le montant des amendes<br />

en cas d’infractions.<br />

Chapitre XIII (article 20) fixe les conditions auxquelles un conducteur<br />

absent pendant une certaine période suite à diverses circonstances peut<br />

apporter la justification de ses absences au moyen d’une attestation<br />

originale de son employeur.<br />

Chapitre XIV (articles 21 à 25) fixe les dispositions transitoires, finales<br />

et abrogatoires.<br />

L’avis du Conseil d’Etat n’a pas été suivi dans les cas suivants :<br />

1° S’agissant de l’homologation des appareils, l’article 3, § 1 er ,<br />

alinéa 1 er , dispose que le Service Métrologie du Service public fédéral<br />

Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie peut confier l’exécution<br />

de certains essais à des laboratoires accrédités par BELAC. Le Conseil<br />

d’Etat considère que la référence à BELAC est prématurée car ce<br />

système d’accréditation n’est pas encore opérationnel.<br />

Cet avis n’a pas été suivi car le projet d’arrêté royal introduisant le<br />

système d’accréditation BELAC sera lui-même prochainement présenté<br />

au Conseil d’Etat. Le maintien de BELAC dans le projet d’arrêté royal<br />

permettra d’éviter la rédaction d’un modificatif d’ici quelques semaines.<br />

En outre, l’homologation des appareils n’a jusqu’à présent jamais<br />

eu lieu en Belgique et aucune demande n’est introduite à ce jour.<br />

2° L’énumération de toutes les infractions possibles avec référence à<br />

la législation est trop volumineuse pour être reprise dans un AR et une<br />

telle liste n’est jamais exhaustive. La publication des infractions<br />

amènerait inévitablement à l’impunité des fraudes possibles non citées.<br />

Nous avons l’honneur d’être,<br />

Sire,<br />

De votre Majesté,<br />

les très respectueux<br />

et fidèles serviteurs.<br />

Le Ministre de la Mobilité,<br />

R. LANDUYT<br />

Le Ministre de l’Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie,<br />

M. VERWILGHEN<br />

14 JUILLET 2005. — Arrêté royal portant exécution du règlement<br />

(CEE) n° 3821/85 du 20 décembre 1985 concernant l’appareil de<br />

contrôle dans le domaine des transports par route<br />

ALBERT II, Roi des Belges,<br />

A tous, présents et à venir, Salut.<br />

Vu le règlement (CEE) n° 3820/85 du Conseil des Communautés<br />

européennes du 20 décembre 1985 relatif à l’harmonisation de certaines<br />

dispositions en matière sociale dans le domaine des transports par<br />

route;<br />

Vu le règlement (CEE) n° 3821/85 du Conseil des Communautés<br />

européennes du 20 décembre 1985 concernant l’appareil de contrôle<br />

dans le domaine des transports par route, modifié par le règlement (CE)<br />

n° 2135/98 du Conseil du 24 septembre 1998 et adapté au progrès<br />

technique par le règlement (CE) n° 1360/2002 de la Commission du<br />

13 juin 2002;<br />

Vu la loi du 18 février 1969, notamment son article 2bis modifié par la<br />

loi du 6 mai 1985, relative aux mesures d’exécution des traités et actes<br />

internationaux en matière de transport par route, par chemin de fer ou<br />

par voie navigable;<br />

Vu la loi du 16 juin 1970 sur les unités, étalons et instruments de<br />

mesure, notamment les articles 12 et 15;<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

33187<br />

Hoofdstuk X (artikel 16) bepaalt de voorwaarden van levering,<br />

gebruik, teruggave of vervanging in geval van onvrijwillige buitenbezitstelling<br />

van tachografische kaarten die in vier types bestaan :<br />

— bestuurderskaart;<br />

— bedrijfskaart;<br />

— werkplaatskaart;<br />

— controlekaart.<br />

Hoofdstuk XI (artikel 17) bepaalt de voorwaarden van opslaan,<br />

bewaring, beschikbaarheid van de opgeslagen gegevens in het geheugen<br />

van de aan boord zijnde digitale tachograaf.<br />

Hoofdstuk XII (artikel 18 en 19) duidt de bevoegde personen aan om<br />

inbreuken te onderzoeken en vast te stellen alsook het bedrag van de<br />

boetes in geval van inbreuken.<br />

Hoofdstuk XIII (artikel 20) bepaalt de voorwaarden voor een<br />

bestuurder die gedurende een bepaalde periode afwezig is ten gevolge<br />

van uiteenlopende omstandigheden om deze afwezigheid te rechtvaardigen<br />

door middel van een origineel attest van zijn werkgever.<br />

Hoofdstuk XIV (artikelen 21 tot 25) stelt de overgangs-, slot- en<br />

opheffingsbepalingen vast.<br />

Het advies van de Raad van State werd niet gevolgd in volgende<br />

gevallen :<br />

1° In verband met de goedkeuring bepaalt artikel 3, § 1, 1e alinea dat<br />

de dienst Metrologie van de Federale Overheidsdienst Economie,<br />

K.M.O., Middenstand en Energie, sommige testen aan door BELAC<br />

geaccrediteerde laboratoria kan toevertrouwen. De Raad van State<br />

voorziet de verwijzing naar BELAC als voorbarig daar deze werkwijze<br />

van accreditatie nog niet operationeel is.<br />

Dit advies werd niet gevolg omdat het ontwerp van KB dat de<br />

accreditatie door BELAC toelaat eerstdaags voor advies aan de Raad<br />

van State zal voorgelegd worden. Het weerhouden van BELAC in het<br />

ontwerp vermijdt het opstellen van een wijziging binnen enkele weken.<br />

Bovendien heeft totnogtoe in België geen enkele goedkeuring plaats<br />

gehad en voor het ogenblik werd geen enkele aanvraag ingediend.<br />

2° De opsomming van alle mogelijke overtredingen met de verwijzing<br />

naar de wetgeving is te omvangrijk om in een koninklijk besluit<br />

vast te leggen en dergelijke lijst kan nooit exhaustief zijn. De publicatie<br />

van de overtredingen zou onvermijdelijk leiden tot de straffeloosheid<br />

van niet opgesomde mogelijke fraudes.<br />

Wij hebben de eer te zijn,<br />

Sire,<br />

Van Uwe Majesteit,<br />

de zeer toegewijde<br />

en zeer trouwe dienaars.<br />

De Minister van Mobiliteit,<br />

R. LANDUYT<br />

De Minister van Economie, K.M.O., Middenstand en Energie,<br />

M. VERWILGHEN<br />

14 JULI 2005. — Koninklijk besluit houdende uitvoering van de<br />

verordening (EEG) nr. 3821/85 van 20 december 1985 betreffende<br />

het controleapparaat in het wegvervoer<br />

ALBERT II, Koning der Belgen,<br />

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.<br />

Gelet op de verordening nr. 3820/85 van de Raad van de Europese<br />

Gemeenschappen van 20 december 1985 tot harmonisatie van bepaalde<br />

voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer;<br />

Gelet op de verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van de<br />

Europese Gemeenschappen van 20 december 1985 betreffende het<br />

controleapparaat in het wegvervoer, gewijzigd bij de verordening (EG)<br />

nr. 2135/98 van de Raad van 24 september 1998 en aangepast aan de<br />

vooruitgang van de techniek bij de verordening (EG) nr. 1360/2002 van<br />

de Commissie van 13 juni 2002;<br />

Gezien de wet van 18 februari 1969, inzonderheid op artikel 2bis<br />

gewijzigd bij wet van 6 mei 1985, betreffende de maatregelen ter<br />

uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer<br />

over de weg, de spoorweg of de waterweg;<br />

Gelet op de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de<br />

meetstandaarden en de meetwerktuigen, inzonderheid op de artikelen<br />

12 en 15;


33188 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Vu la loi du 21 juin 1985 relative aux conditions techniques<br />

auxquelles doivent répondre tout véhicule de transport par terre, ses<br />

éléments ainsi que les accessoires de sécurité, modifiée par la loi du<br />

18 juillet 1990, la loi du 5 avril 1995, la loi du 4 août 1996 et la loi du<br />

27 novembre 1996;<br />

Vu la loi du 20 juillet 1990 sur l’accréditation et la certification des<br />

organismes de certification et de contrôle ainsi que les laboratoires<br />

d’essai.<br />

Vu l’arrêté royal du 13 juillet 1984 portant exécution du règlement<br />

(CEE) n° 3821/85 du Conseil des Communautés européennes du<br />

20 décembre 1985 concernant l’appareil de contrôle dans le domaine<br />

des transports par route tel que modifié par l’arrêté royal du<br />

10 novembre 1987;<br />

Vu l’arrêté royal du 19 juillet 2000 relatif à la perception et à la<br />

consignation d’une somme lors de la constatation d’une infraction en<br />

matière de transport par route, modifié par l’article 67, 2° de l’arrêté<br />

royal du 7 mai 2002 relatif au transport de choses par route;<br />

Vu l’avis de la commission consultative administration-industrie du<br />

10 novembre 2004;<br />

Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 31 janvier 2005;<br />

Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 28 février 2005;<br />

Vu l’association des Gouvernements des Régions à l’élaboration du<br />

présent arrêté;<br />

Vu l’avis de la Commission des Communautés européennes, donné<br />

le 3 mars 2005;<br />

Vu l’avis du Conseil des Ministres, donnée le 13 mai 2005;<br />

Vu l’urgence;<br />

Considérant que l’introduction du tachygraphe digital a connu<br />

beaucoup de retard, dû notamment à l’absence d’appareils homologués<br />

et de fixation des critères d’évaluation des politiques nationales de<br />

sécurité par la Commission des Communautés européennes. Il n’était<br />

donc pas possible et risqué de prendre des dispositions nationales<br />

d’application des règlements concernés;<br />

Considérant que face à cette situation la Commission des Communautés<br />

européennes a décidé de reporter d’un an l’obligation d’équiper<br />

les véhicules, mis pour la première fois en circulation, d’un nouvel<br />

appareil et a fixé la date du moratoire au 5 août 2005. Entre temps, un<br />

premier appareil était homologué et les constructeurs développaient<br />

des politiques de formation des installateurs et les conditions d’utilisation.<br />

Il devenait donc possible de prendre un arrêté d’application. Les<br />

délais devenaient cependant très courts. Les cartes sont en effet<br />

nécessaires pour initialiser et calibrer les appareils de contrôle à la sortie<br />

des chaînes de montage, ce qui signifie que les ateliers doivent être<br />

agréés et les cartes disponibles avant le 5 mai 2005;<br />

Considérant que, dans son contexte, il est impératif que le lancement<br />

des formations et des procédures d’agréments se fasse incessamment;<br />

Vu l’avis 38.472/4 du Conseil d’Etat, donné le 22 juin 2005 en<br />

application de l’ article 84, § 1 er , alinéa 1 er ,1°, des lois coordonnées sur<br />

le Conseil d’Etat;<br />

Sur la proposition de Notre Ministre de la Mobilité et des Transports<br />

et de Notre Ministre de l’Economie, P.M.E., Classes moyennes et<br />

Energie et de l’avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en Conseil,<br />

Nous avons arrêté et arrêtons :<br />

CHAPITRE I er . – Dispositions générales<br />

Article 1 er . Pour l’application du présent arrêté, on entend par :<br />

1° Le règlement : le règlement (CEE) n° 3821/85 du Conseil des<br />

Communautés européennes du 20 décembre 1985 concernant l’appareil<br />

de contrôle dans le domaine des transports par route, modifié par le<br />

règlement (CEE) n° 2135/98 du Conseil du 24 septembre 1998 et adapté<br />

au progrès technique par le règlement (CEE) n° 1360/2002 de la<br />

Commission du 13 juin 2002;<br />

2° L’Administration : la Direction générale Mobilité et Sécurité<br />

routière;<br />

3° Tachygraphe : l’appareil de contrôle ou ses composants dans le<br />

domaine des transports par route au sens du règlement;<br />

Gelet op de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen<br />

waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan,<br />

evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, gewijzigd bij de<br />

wet van 18 juli 1990, de wet van 5 april 1995, de wet van 4 augustus<br />

1996 en de wet van 27 november 1996;<br />

Gelet op de wet van 20 juli 1990 betreffende de accreditatie van<br />

certificatie- en keuringsinstellingen, alsmede van beproevingslaboratoria.<br />

Gelet op het koninklijk besluit van 13 juli 1984 houdende uitvoering<br />

van de verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van de Europese<br />

Gemeenschappen van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat<br />

in het wegvervoer, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van<br />

10 november 1987;<br />

Gelet op het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning<br />

en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige<br />

inbreuken inzake het vervoer over de weg, gewijzigd bij artikel 67, 2°<br />

van het koninklijk besluit van 7 mei 2002 betreffende het vervoer van<br />

zaken over de weg;<br />

Gelet op het advies van de raadgevende commissie administratienijverheid<br />

van 10 november 2004;<br />

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op<br />

31 januari 2005;<br />

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting,<br />

gegeven op 28 februari 2005;<br />

Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen<br />

van dit besluit betrokken zijn;<br />

Gelet op het advies van de Commissie van de Europese Gemeenschappen,<br />

gegeven op 3 maart 2005;<br />

Gelet op het advies van de Ministerraad van 13 mei 2005;<br />

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;<br />

Overwegende dat de invoering van de digitale tachograaf veel<br />

vertraging heeft opgelopen, inzonderheid bij gebrek aan goedgekeurde<br />

apparaten en omdat de evaluatiecriteria voor het veiligheidsbeleid van<br />

de lidstaten nog niet door de Commissie van de Europese Gemeenschappen<br />

werden vastgesteld. Het was dus niet mogelijk en gewaagd<br />

om nationale bepalingen tot uitvoering van de betrokken verordeningen<br />

uit te vaardigen;<br />

Overwegende dat in die situatie, de Commissie van de Europese<br />

Gemeenschappen beslist heeft de verplichting nieuw in het verkeer<br />

gebrachte voertuigen met een nieuw apparaat uit te rusten, met een jaar<br />

uit te stellen en de datum van het moratorium op 5 augustus 2005 vast<br />

te leggen. Daar ondertussen een eerste apparaat werd goedgekeurd en<br />

de fabrikanten installateursopleidingen en gebruiksaanwijzingen uitgewerkt<br />

hadden, werd het nu mogelijk een toepassingsbesluit uit te<br />

werken. De termijnen werden echter zeer krap. Daar kaarten inderdaad<br />

nodig zijn voor de initialisatie en de kalibrering van de controleapparaten<br />

aan het einde van de montagelijnen, betekent dit dat de<br />

werkplaatsen erkend moeten worden en de kaarten beschikbaar<br />

moeten zijn vóór 5 mei 2005;<br />

Overwegende dat het in deze context absoluut noodzakelijk is dat<br />

onverwijld met de opleidingen en de erkenningprocedures wordt<br />

gestart;<br />

Gelet op het advies 38.472/4 van de Raad van State, gegeven op<br />

22 juni 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de<br />

gecoördineerde wetten op de Raad van State;<br />

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer en<br />

van Onze Minister van Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en<br />

op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,<br />

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :<br />

HOOFDSTUK I. — Algemene bepalingen<br />

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :<br />

1° De verordening : de verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad<br />

van de Europese Gemeenschappen van 20 december 1985 betreffende<br />

het controleapparaat in het wegvervoer, gewijzigd bij de verordening<br />

(EEG) nr. 2135/98 van de Raad van 24 september 1998 en aangepast aan<br />

de vooruitgang van de techniek bij de verordening (EEG) nr. 1360/2002<br />

van de Commissie van 13 juni 2002;<br />

2° De Administratie : het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid;<br />

3° Tachograaf : het controleapparaat of zijn componenten in het<br />

wegvervoer in de zin van de verordening;


4° Unité embarquée sur le véhicule (UEV) : l’appareil de contrôle à<br />

l’exclusion du capteur de mouvement et des câbles de connexion de ce<br />

capteur;<br />

5° Atelier agréé : tout installateur ou réparateur ayant reçu l’agrément<br />

visé àl’article 4;<br />

6° Le Ministre : le Ministre qui a les transports dans ses attributions;<br />

7° Le délégué du Ministre : le Directeur général de la Direction<br />

générale Mobilité et Sécurité routière du Service public fédéral Mobilité<br />

et Transports;<br />

8° Organisme compétent : l’organisme désigné par le Ministre pour<br />

l’émission et la distribution des cartes tachygraphiques;<br />

9° Détenteur du véhicule : soit le propriétaire, soit l’utilisateur<br />

temporaire soit le conducteur.<br />

Art. 2. Tous les véhicules automobiles immatriculés en Belgique et<br />

affectés à un transport par route de voyageurs ou de marchandises<br />

doivent être équipés d’un appareil de contrôle ci-après dénommé<br />

″tachygraphe″ dont les mesures sont enregistrées.<br />

La présente disposition ne s’applique pas aux véhicules automobiles<br />

mentionnés à l’annexe I re .<br />

CHAPITRE II. — Homologations<br />

Art. 3. § 1 er . La demande d’homologation d’un modèle de tachygraphe<br />

ou de feuille d’enregistrement ou de la carte mémoire est introduite<br />

par le fabricant ou son mandataire auprès du Service public fédéral<br />

Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie, Service de la Métrologie.<br />

Ce service peut, sous sa propre surveillance et sa responsabilité,<br />

confier l’exécution de certains essais préalables à d’autres laboratoires,<br />

pour autant que ces laboratoires soient accrédités par BELAC conformément<br />

aux normes de la série EN 17000. Les accréditations délivrées<br />

selon les systèmes avec lesquels BELAC a conclu des reconnaissances<br />

mutuelles sont considérées comme équivalentes.<br />

La demande est accompagnée des documents descriptifs qui permettent<br />

de vérifier la conformité du modèle aux prescriptions du règlement.<br />

§ 2. Le Ministre qui a la Métrologie dans ses attributions ou son<br />

délégué accorde, suspend ou retire l’homologation. Il délivre la marque<br />

d’homologation visée à l’article 6 du règlement.<br />

CHAPITRE III<br />

Dispositions générales relatives à l’agrément des ateliers agréés<br />

Art. 4. § 1 er . Les personnes physiques ou morales qui effectuent dans<br />

leurs locaux les opérations d’installation, de contrôle de l’exactitude ou<br />

de réparation des tachygraphes sont agréées comme installateur en ce<br />

qui concerne l’installation et le contrôle de l’exactitude desdits appareils,<br />

comme réparateur en ce qui concerne leur réparation.<br />

§ 2. Les conditions auxquelles doivent satisfaire les ateliers pour<br />

obtenir un agrément sont fixées à l’annexe II.<br />

§ 3. Toute demande d’agrément en tant qu’installateur ou réparateur<br />

de tachygraphes est adressée à l’Administration.<br />

L’agrément comme installateur ou réparateur de tachygraphes donne<br />

lieu à l’acquittement d’une redevance dont le montant est indiqué à<br />

l’annexe V.<br />

Les redevances sont acquittées auprès del’Administration – Recettes<br />

– du Service public fédéral Mobilité et Transports.<br />

§ 4. L’examen de la capacité professionnelle et technique du<br />

demandeur de même que la vérification de la possession de l’équipement<br />

nécessaire sont effectués chez le demandeur par des agents du<br />

Service public fédéral Mobilité et Transports habilités à cet effet par le<br />

Ministre ou son délégué. Un rapport circonstancié des constations faites<br />

est établi.<br />

§ 5. L’agrément est accordé pour une période de quatre ans. Trois<br />

mois avant la date d’expiration, un nouvel agrément est sollicité.<br />

§ 6. L’agrément en tant qu’installateur ou réparateur est accordé ou<br />

refusé par le Ministre ou son délégué sur la base de l’évaluation initiale.<br />

L’agrément ou le refus d’agrément est notifié dans les trente jours à<br />

dater de l’évaluation initiale. Le rapport dont mention au § 4. susvisé,<br />

motivant la décision d’acceptation ou de refus, est fourni.<br />

Le Service public fédéral Mobilité et Transports tient le registre des<br />

ateliers agréés.<br />

§ 7. L’agrément est refusé si dans la période de 18 mois précédant la<br />

demande d’agrément, un agrément précédent a été retiré sur la base de<br />

l’article 12, § 1 er .<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

33189<br />

4° Voertuigunit (VU) : het controleapparaat met uitzondering van de<br />

bewegingsopnemer en de kabels waarmee de bewegingsopnemer<br />

aangesloten is;<br />

5° Erkende werkplaats: ieder installateur of hersteller in bezit van de<br />

in artikel 4 bedoelde erkenning;<br />

6° De Minister : de Minister die het Vervoer onder zijn bevoegdheid<br />

heeft;<br />

7° De afgevaardigde van de Minister: de Directeur-generaal van het<br />

Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid van de Federale<br />

Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;<br />

8° Bevoegde instantie : de instantie die door de Minister aangeduid is<br />

voor de uitgifte en de verdeling van de tachograafkaarten;<br />

9° Houder van het voertuig : hetzij de eigenaar, hetzij de tijdelijke<br />

gebruiker, hetzij de bestuurder.<br />

Art. 2. Alle in België ingeschreven motorvoertuigen, op de weg<br />

gebruikt voor personen- of goederenvervoer, moeten uitgerust zijn met<br />

een controleapparaat, hierna ″tachograaf″ genoemd, waarvan de metingen<br />

worden geregistreerd.<br />

Deze bepaling is niet van toepassing op de motorvoertuigen vermeld<br />

in bijlage I.<br />

HOOFDSTUK II. — Goedkeuringen<br />

Art. 3. § 1. Het verzoek om goedkeuring van een model van<br />

tachograaf, registratieblad of geheugenkaart wordt ingediend door de<br />

fabrikant of zijn gevolmachtigde bij de Federale Overheidsdienst<br />

Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, Dienst Metrologie. Deze<br />

dienst mag, onder haar toezicht en haar verantwoordelijkheid, de<br />

uitvoering van bepaalde voorafgaande proeven aan andere laboratoria<br />

toewijzen, voorzover deze erkend zijn door BELAC conform de tot de<br />

reeks EN 17000 behorende normen. De accreditaties afgeleverd volgens<br />

de systemen waarmee BELAC een wederzijdse erkenning heeft afgesloten,<br />

worden als gelijkwaardig beschouwd.<br />

Het verzoek gaat vergezeld van beschrijvende documenten die<br />

toelaten de gelijkvormigheid van het model aan de voorschriften van<br />

de verordening te controleren.<br />

§ 2. De Minister bevoegd voor de Metrologie of zijn afgevaardigde<br />

verleent de goedkeuring, schorst ze of trekt ze in. Hij kent het in<br />

artikel 6 van de verordening bedoelde goedkeuringsmerk toe.<br />

HOOFDSTUK III<br />

Algemene bepalingen betreffende de erkenning van de werkplaatsen<br />

Art. 4. § 1. De natuurlijke personen of rechtspersonen die de<br />

installatie, de controle van de meetnauwkeurigheid of de herstelling<br />

van tachografen in hun lokalen uitvoeren, worden erkend als installateur,<br />

wat de installatie en de controle van de meetnauwkeurigheid van<br />

de apparaten betreft en als hersteller, wat hun herstelling betreft.<br />

§ 2. De voorwaarden waaraan de werkplaatsen moeten voldoen om<br />

een erkenning te bekomen, zijn bepaald in bijlage II.<br />

§ 3. Iedere aanvraag om erkenning als installateur of hersteller van<br />

tachografen wordt gericht aan de Administratie.<br />

De erkenning als installateur of hersteller van tachografen geeft<br />

aanleiding tot de inning van een retributie waarvan het bedrag<br />

vastgesteld is in bijlage V.<br />

De retributies worden geïnd door de Administratie – Ontvangsten –<br />

van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.<br />

§ 4. Door de Minister of zijn afgevaardigde gemachtigde ambtenaren<br />

van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer gaan bij de<br />

aanvrager na of hij de vereiste beroepsbekwaamheid en technische<br />

vaardigheid bezit en over de nodige uitrusting beschikt. Een omstandig<br />

verslag van de gedane vaststellingen wordt opgemaakt.<br />

§ 5. De erkenning wordt toegekend voor een periode van vier jaar.<br />

Drie maanden vóór de vervaldatum wordt een nieuwe erkenning<br />

aangevraagd.<br />

§ 6. De erkenning als installateur of hersteller wordt verleend of<br />

geweigerd door de Minister of zijn afgevaardigde, op basis van de<br />

eerste evaluatie. De erkenning of de weigering wordt betekend binnen<br />

de dertig dagen na de eerste evaluatie. Het verslag waarvan sprake in<br />

bovengenoemde § 4. met de motivering van de beslissing van<br />

aanvaarding of weigering, wordt meegeleverd.<br />

De Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer houdt het register<br />

van erkende werkplaatsen bij.<br />

§ 7. De erkenning wordt geweigerd indien tijdens de periode van<br />

18 maanden voorafgaand aan de erkenningsaanvraag, een vorige<br />

erkenning werd ingetrokken op basis van artikel 12, § 1.


33190 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Art. 5. Le détenteur du véhicule remet aux conducteurs la clé du<br />

tachygraphe lorsque celui-ci est muni d’une telle clé.<br />

CHAPITRE IV. — Agrément des installateurs<br />

ou réparateurs limité aux tachygraphes analogiques<br />

Art. 6. Les ateliers agréés avant l’entrée en vigueur du présent arrêté<br />

et ne désirant pas étendre leur activité au tachygraphe digital ou les<br />

ateliers introduisant une première demande d’agrément d’installateur<br />

ou de réparateur limitée aux tachygraphes analogiques sont soumis aux<br />

dispositions de l’annexe III.<br />

CHAPITRE V. — Agrément des installateurs<br />

ou réparateurs de tachygraphes digitaux<br />

Section 1 re . — Généralités<br />

Art. 7. § 1 er . Les ateliers déjà agréés avant l’entrée en vigueur du<br />

présent arrêté et désirant élargir leur activité au tachygraphe digital en<br />

introduisent la demande auprès del’Administration et respectent les<br />

exigences techniques spécifiques fixées à l’annexe II, A et C.<br />

L’agrément des ateliers non agréés avant l’entrée en vigueur du<br />

présent arrêté est subordonné au respect des exigences techniques de<br />

l’annexe II :<br />

— points A et C pour l’installation des tachygraphes analogiques et<br />

digitaux;<br />

— point C pour l’installation des tachygraphes digitaux;<br />

— point D pour la réparation des tachygraphes digitaux.<br />

Tout atelier agréé en tant qu’installateur est à même d’effectuer<br />

l’étalonnage des tachygraphes de tous les fabricants; il en est de même<br />

pour le téléchargement des données et la délivrance du certificat<br />

d’impossibilité de téléchargement dont le modèle figure à l’annexe IV.<br />

Un atelier agréé ne peut sous-traiter aucune des opérations pour<br />

lesquelles il est agréé.<br />

Toute activité yafférente ne peut être effectuée que par l’installateur<br />

ou réparateur agrée dans l’atelier agrée à ces fins.<br />

Toutefois, les fabricants de véhicules ou leurs représentants ayant des<br />

installations de production en Belgique ou les fabricants de carrosseries<br />

d’autobus et d’autocars peuvent bénéficier d’un agrément de portée<br />

limitée pour l’installation de tachygraphes neufs à borddevéhicules<br />

neufs et à leur activation. Au cours de l’installation, ils préréglent tous<br />

les paramètres connus. Le Ministre ou son délégué fixe les conditions<br />

d’obtention de l’agrément de portée limitée.<br />

Les dirigeants ou associés del’atelier agréé ainsi que le personnel de<br />

celui-ci, ne sont pas autorisés à participer à des activités de transport<br />

par route.<br />

§ 2. Le Ministre ou son délégué attribue à tout installateur ou<br />

réparateur agréé une marque d’i-dentification à reproduire sur tous les<br />

scellements qu’il effectue. Cette marque est composée de deux parties<br />

distinctes :<br />

— les lettres « TDT »;<br />

— un numéro attribué par l’Administration.<br />

Section 2. — Ateliers agréés<br />

Art. 8. § 1 er . Toute intervention sur un tachygraphe digital, est<br />

conforme aux dispositions de l’article 12 et de l’annexe IB du même<br />

règlement. Parallèlement, les instructions ou recommandations établies,<br />

le cas échéant, par les fabricants des véhicules et des tachygraphes<br />

digitaux doivent être respectées.<br />

Toute connexion qui, si elle était déconnectée, entraînerait des<br />

modifications ou des pertes de données indécelables est scellée par<br />

l’atelier agréé.<br />

Toutes les interventions techniques ainsi que la pose des scellés sont<br />

réalisées dans les locaux de l’atelier agréé.<br />

L’atelier agréé veille à ce que les outils de pose des scellés ainsi que<br />

les cartes d’atelier soient gardés dans des armoires ou coffres-forts<br />

fermés à clé.<br />

Toute perte ou tout vol d’un outil de pose de scellés est immédiatement<br />

signalée à l’Administration. En cas de vol, elle est en outre<br />

immédiatement signalée à la police.<br />

Tout scellement et apposition d’un poinçon sont consignés dans un<br />

fichier numéroté qui peut être vérifié par les agents qualifiés visés à<br />

l’article 13. Ce fichier peut être tenu par voie informatique.<br />

Art. 5. Wanneer de tachograaf met een sleutel uitgerust is, overhandigt<br />

de houder van het voertuig de sleutel aan de bestuurders.<br />

HOOFDSTUK IV. — Erkenning van de installateurs<br />

of herstellers die zich tot analoge tachografen beperken<br />

Art. 6. De werkplaatsen die erkend waren vóór de inwerkingtreding<br />

van dit besluit en die hun activiteit niet wensen uit te breiden tot<br />

digitale tachografen, of de werkplaatsen die een eerste aanvraag tot<br />

erkenning als installateur of hersteller indienen die zich beperkt<br />

analoge tachografen indienen, zijn onderworpen aan de bepalingen van<br />

bijlage III.<br />

HOOFDSTUK V. — Erkenning van installateurs<br />

of herstellers van digitale tachografen<br />

Afdeling 1. — Algemeen<br />

Art. 7. § 1. De werkplaatsen die erkend waren vóór de inwerkingtreding<br />

van dit besluit en die hun activiteit wensen uit te breiden tot<br />

digitale tachografen, dienen hiertoe een verzoek in bij de Administratie<br />

en beantwoorden aan de specifieke technische vereisten van bijlage II,<br />

A en C.<br />

De erkenning van werkplaatsen die niet erkend waren vóór de<br />

inwerkingtreding van dit besluit vereist dat ze beantwoorden aan de<br />

technische eisen van bijlage II :<br />

— punten A en C voor de installatie van analoge en digitale<br />

tachografen;<br />

— punt C voor de installatie van digitale tachografen;<br />

— punt D voor de herstelling van digitale tachografen.<br />

Iedere werkplaats erkend als installateur kan de tachografen van alle<br />

fabrikanten ijken; hetzelfde geldt voor de overbrenging van de<br />

gegevens en de uitreiking van het certificaat van onmogelijkheid van<br />

gegevensoverdracht waarvan het model op bijlage IV staat.<br />

Een erkende werkplaats mag geen enkele activiteit in onderaanneming<br />

uitbesteden waarvoor zij erkend is.<br />

Elke desbetreffende activiteit mag slechts door de erkende installateur<br />

of hersteller in zijn daartoe erkende werkplaats worden uitgevoerd.<br />

Evenwel kunnen de fabrikanten van voertuigen of hun vertegenwoordigers,<br />

die over een productielijn beschikken in België, of de<br />

koetswerkfabrikanten van bussen en autocars genieten van een erkenning<br />

met beperkte draagwijdte voor de installatie van nieuwe tachografen<br />

aan boord van nieuwe voertuigen en voor hun activering.<br />

Tijdens de installatie stellen zij de reeds gekende parameters in. De<br />

Minister of zijn afgevaardigde bepaalt de voorwaarden voor het<br />

bekomen van de erkenning met beperkte draagwijdte.<br />

De directeurs of de vennoten van de erkende werkplaats alsook hun<br />

personeel mogen geen activiteiten uitoefenen in de sector van het<br />

wegvervoer.<br />

§ 2. De Minister of zijn afgevaardigde kent aan ieder erkend<br />

installateur of hersteller een identificatiemerk toe, dat hij moet aanbrengen<br />

op alle verzegelingen die hij uitvoert. Dit merkteken bestaat uit<br />

twee onderscheiden delen:<br />

— de letters « TDT »;<br />

— een door de Administratie toegekend nummer.<br />

Afdeling 2. — Erkende werkplaatsen<br />

Art. 8. § 1. Iedere ingreep op een digitale tachograaf beantwoordt<br />

aan de bepalingen van artikel 12 en bijlage IB van dezelfde verordening.<br />

Daarnaast moeten, in voorkomend geval, de instructies of de<br />

aanbevelingen van de fabrikanten van voertuigen en van digitale<br />

tachografen opgevolgd worden.<br />

Elke verbinding die indien zij onderbroken wordt, niet opspoorbare<br />

wijzigingen of niet aantoonbare verlies van gegevens met zich kan<br />

brengen, wordt door de erkende werkplaats verzegeld.<br />

Alle technische handelingen alsook de verzegeling gebeuren in de<br />

lokalen van de erkende werkplaats.<br />

De erkende werkplaats zorgt ervoor dat het verzegelingsgereedschap<br />

en de werkplaatskaarten in gesloten kasten of brandkasten bewaard<br />

worden.<br />

Elk verlies of elke diefstal van verzegelinggereedschap wordt<br />

onmiddellijk meegedeeld aan de Administratie. Bij diefstal wordt<br />

bovendien ook onmiddellijk aangifte gedaan bij de politie.<br />

Elke verzegeling en het aanbrengen van een stempel wordt opgetekend<br />

in een genummerd bestand dat door de in artikel 13 bedoelde<br />

bevoegde ambtenaren kan gecontroleerd worden. Dit bestand mag op<br />

computer worden bijgehouden.


§ 2. L’atelier agréé soumet l’étalonnage ou la vérification périodique<br />

de ses équipements à des laboratoires, soit accrédités par BELAC<br />

conformément aux normes de la série EN 17000, soit agréés par<br />

l’Administration. Les accréditations délivrées selon les systèmes avec<br />

lesquels BELAC a conclu des reconnaissances mutuelles sont considérées<br />

comme équivalentes.<br />

Les instruments de contrôle sont étalonnés avant leur utilisation, et<br />

au moins à des intervalles réguliers au cours de leur utilisation. L’atelier<br />

agréé tient un registre de tous les étalonnages effectués.<br />

§ 3. Un document de travail, dont le modèle est fixé par le Ministre<br />

ou son délégué, est rédigé chaque fois qu’un tachygraphe est installé,<br />

réparé ou contrôlé sur son exactitude. Ce document est conservé dans<br />

un classement ou support informatique approprié pendant une durée<br />

de quatre ans.<br />

Ce document comporte un numéro composé de deux parties<br />

distinctes :<br />

— les quatre chiffres de l’année civile en cours;<br />

— un numéro attribué selon l’ordre chronologique des interventions.<br />

§ 4. Toute modification de la situation juridique ou du lieu<br />

d’implantation de l’atelier agréé est notifiée par envoi recommandé<br />

avec accusé de réception à l’Administration. Le Ministre ou son délégué<br />

décide s’il convient de délivrer une nouvelle marque d’agrément à<br />

l’atelier ou s’il suffit d’apporter une régularisation administrative<br />

accompagnée de la fourniture de documents actualisés.<br />

Tout installateur ou réparateur qui cesse ses activités dans le domaine<br />

des tachygraphes en informe immédiatement par écrit l’Administration.<br />

§ 5. L’atelier agréé est tenu d’assurer le téléchargement des données<br />

stockées dans la mémoire de ses cartes d’atelier, chaque jour où celles-ci<br />

ont été utilisées. Ces données sont conservées pendant au moins quatre<br />

ans. Une copie de sauvegarde est conservée durant la même période<br />

dans un endroit sécurisé différent du local tachygraphe afin de garantir<br />

en toutes circonstances la conservation des données.<br />

Section 3. — Téléchargement des données stockées<br />

dans la mémoiredel’appareil de contrôle<br />

Art. 9. § 1 er . Outre les interventions techniques, les ateliers agréés<br />

sont en mesure de réaliser le téléchargement des données stockées dans<br />

la mémoire de l’appareil de contrôle. La transmission de ces données ne<br />

peut être faite qu’au détenteur du véhicule ou à une personne autorisée<br />

par ce dernier. Cette transmission est effectuée sous une forme<br />

garantissant la confidentialité des données précitées.<br />

Le téléchargement auquel il est fait référence à l’alinéa précédent est<br />

réalisé avant le remplacement ou le retrait de l’appareil de contrôle du<br />

véhicule.<br />

Une fois ledit téléchargement réalisé, il convient de vérifier que les<br />

données téléchargées contiennent tous les éléments de sécurité relatifs<br />

à leur authenticité et à leur intégrité.<br />

Pour chaque téléchargement réalisé, il convient de noter les informations<br />

requises en vue de la rédaction d’un rapport sur le téléchargement<br />

des données. Ces documents sont archivés et conservés pour une durée<br />

de quatre ans.<br />

Une copie des données téléchargées de l’unité embarquée sur le<br />

véhicule est archivée et conservée pour une durée minimum de quatre<br />

ans. De plus, il convient d’effectuer une copie de sauvegarde de chaque<br />

téléchargement réalisé vers un média externe sécurisé. La copie de<br />

sauvegarde est conservée durant la même période dans un endroit<br />

sécurisé différent du local tachygraphe afin de garantir en toutes<br />

circonstances la conservation des données.<br />

§ 2. Toutes les données sont conservées dans l’armoire ou le<br />

coffre-fort fermant à clé prévu à cet effet, dans le local tachygraphe de<br />

l’atelier agréé.<br />

Dans le cas où il n’est pas possible de réaliser le téléchargement de<br />

données, l’atelier agréé est tenu de rédiger en double exemplaire un<br />

certificat d’impossibilité de téléchargement selon le modèle de l’annexe IV<br />

au présent arrêté.<br />

L’un de ces exemplaires est transmis au détenteur du véhicule ou à la<br />

personne autorisée par ce dernier. L’atelier agréé conserve une copie de<br />

ces certificats pendant une période de quatre ans.<br />

§ 3. Toutes les données téléchargées et documents rédigés dans le<br />

cadre de cette activité sont tenus à la disposition des agents du Service<br />

public fédéral Mobilité et Transports habilités à cet effet par le Ministre<br />

ou son délégué.<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

33191<br />

§ 2. De erkende werkplaats laat de ijking of het periodiek nazicht van<br />

zijn uitrusting uitvoeren door een laboratorium, dat hetzij geaccrediteerd<br />

is door BELAC conform de serie EN 17000-normen, hetzij<br />

geaccrediteerd door de Administratie. De accreditaties afgeleverd<br />

volgens de systemen waarmee BELAC een wederzijdse erkenning heeft<br />

afgesloten, worden als gelijkwaardig beschouwd.<br />

De controle-instrumenten worden geijkt vóór hun gebruik en op<br />

regelmatige tijdstippen gedurende hun gebruik. De erkende werkplaats<br />

houdt een register bij van alle uitgevoerde ijkingen.<br />

§ 3. Een werkdocument, waarvan het model is vastgelegd door de<br />

Minister of zijn afgevaardigde, wordt opgesteld telkens een tachograaf<br />

geïnstalleerd, hersteld of op zijn meetnauwkeurigheid gecontroleerd<br />

wordt. Dit document wordt vier jaar bewaard in een klassement of op<br />

een passende informatiedrager.<br />

Dit document draagt een nummer bestaande uit twee onderscheiden<br />

delen:<br />

— de vier cijfers van het lopende kalenderjaar;<br />

— een nummer naar de chronologische volgorde van de ingrepen.<br />

§ 4. Iedere wijziging in de juridische toestand of van de vestigingsplaats<br />

van de erkende werkplaats wordt per aangetekende brief met<br />

bericht van ontvangst aan de Administratie betekend. De Minister of<br />

zijn afgevaardigde oordeelt of een nieuw erkenningsmerk aan de<br />

werkplaats toegekend wordt of als een administratieve regularisatie op<br />

voorlegging van de bijgewerkte documenten volstaat.<br />

Ieder installateur of hersteller die zijn werkzaamheden i.v.m. de<br />

tachografen stopzet, geeft daarvan onmiddellijk schriftelijk kennis aan<br />

de Administratie.<br />

§ 5. De erkende werkplaats moet zorgen voor de overbrenging van<br />

de in het geheugen van zijn werkplaatskaarten opgeslagen gegevens,<br />

iedere dag dat deze gebruikt werden. Deze gegevens worden minstens<br />

vier jaar bewaard. Een back-up wordt even lang bewaard op een<br />

beveiligde plaats die van het tachograaflokaal gescheiden is, teneinde<br />

de bewaring van de gegevens in alle omstandigheden te waarborgen.<br />

Afdeling 3. — Overbrenging van de in het geheugen<br />

van het controleapparaat opgeslagen gegevens<br />

Art. 9. § 1. Naast de technische handelingen, kunnen de erkende<br />

werkplaatsen de in het geheugen van het controleapparaat opgeslagen<br />

gegevens overbrengen. De gegevens mogen enkel verstrekt worden aan<br />

de houder van het voertuig of aan een door hem gemachtigd persoon.<br />

De overbrenging gebeurt in een vorm die de vertrouwelijkheid van de<br />

voornoemde gegevens waarborgt.<br />

De in het vorige lid bedoelde overbrenging wordt uitgevoerd vóórde<br />

vervanging van het controleapparaat of zijn verwijdering uit het<br />

voertuig.<br />

Na de uitvoering van de overbrenging moet nagegaan worden of de<br />

overgebrachte gegevens alle veiligheidselementen betreffende hun<br />

echtheid en hun integriteit bevatten.<br />

Voor iedere uitgevoerde overbrenging moet de nodige informatie<br />

opgetekend worden met het oog op het opmaken van een verslag<br />

betreffende de overbrenging van de gegevens. Deze documenten<br />

worden gearchiveerd en bewaard voor een duur van vier jaar.<br />

Een kopie van de uit de voertuigunit overgebrachte gegevens wordt<br />

gearchiveerd en bewaard voor ten minste vier jaar. Bovendien moet een<br />

back-up uitgevoerd worden van elke overbrenging van gegevens naar<br />

een beveiligde externe mediumdrager. De back-up wordt even lang<br />

bewaard op een beveiligde plaats buiten het tachograaflokaal, teneinde<br />

de bewaring van de gegevens in alle omstandigheden te waarborgen.<br />

§ 2. Alle gegevens worden bewaard in de daartoe bestemde gesloten<br />

kast of brandkast in het tachograaflokaal van de erkende werkplaats.<br />

In het geval dat de overbrenging van de gegevens niet mogelijk is,<br />

moet de erkende werkplaats een certificaat van onmogelijkheid van<br />

gegevensoverdracht waarvan het model op bijlage IV van dit besluit<br />

staat, in tweevoud opstellen.<br />

Eén exemplaar wordt of aan de houder van het voertuig of aan een<br />

door hem gemachtigde persoon afgeleverd. De erkende werkplaats<br />

bewaart een kopie van deze certificaten gedurende vier jaar.<br />

§ 3. Alle overgebrachte gegevens en in het kader van deze activiteit<br />

opgestelde documenten worden ter beschikking gehouden van de door<br />

de Minister of zijn afgevaardigde gemachtigde ambtenaren van de<br />

Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.


33192 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Section 4. — Personnel des ateliers agréés<br />

Art. 10. L’atelier agréé dispose d’un effectif d’au moins deux<br />

personnes : un responsable technique et un technicien. Le responsable<br />

technique possède une qualification suffisante ainsi qu’une bonne<br />

maîtrise de l’outil informatique. Il veille au respect de toutes les<br />

exigences conditionnant l’agrément.<br />

Chaque membre du personnel affecté à l’installation ou à la<br />

réparation a suivi la formation visée à l’article 11.<br />

L’attestation de formation initiale a une validité de deux ans. Les<br />

attestations de recyclage ont une validité de trois ans.<br />

Tout changement de personnel qualifié est immédiatement notifiée à<br />

l’Administration avec mention de la date à laquelle le changement a eu<br />

lieu.<br />

Un détenteur ne dispose que d’une seule carte d’atelier et ne l’utilise<br />

que dans le cadre d’activité de l’atelier auquel la carte a été délivrée.<br />

Section 5. — Formation du personnel des ateliers agréés<br />

Art. 11. Le Ministre désigne les organismes de formation selon les<br />

conditions suivantes :<br />

1° les cours de formation et de recyclage sont dispensés, dans des<br />

locaux spécifiques par des organismes de formation sur base d’un<br />

programme ayant reçu l’aval du Ministre ou de son délégué;<br />

2° les formateurs des organismes visés au point 1° justifient de leur<br />

expérience dans le domaine et d’une formation spécifique continue,<br />

dispensée par les fabricants de tachygraphes;<br />

3° le programme de formation porte sur l’application de la réglementation<br />

en vigueur, les spécifications techniques actualisées du tachygraphe,<br />

le téléchargement des données et les applications informatiques<br />

pour réaliser les interventions techniques, la programmation et la pose<br />

des scellés. La formation est clôturée par une épreuve d’évaluation;<br />

4° la présence au cours est obligatoire. Les sessions d’écolage sont<br />

organisées pour des groupes de douze personnes au maximum. Les<br />

cours initiaux comprennent au minimum 20 heures de formation, les<br />

cours de recyclage comprennent au minimum 12 heures de formation.<br />

Le matériel didactique pour les cours est composé au moins, par groupe<br />

de deux personnes, des éléments suivants :<br />

— 1 ordinateur répondant à des caractéristiques adaptées aux<br />

applications informatiques actualisées du tachygraphe;<br />

— 1 équipement technique permettant de réaliser sur les tachygraphes<br />

l’activation, la programmation, l’étalonnage et le téléchargement<br />

des données.<br />

Les manuels techniques et modes d’emploi du tachygraphe sont<br />

remis à chaque participant.<br />

5° le programme, le contenu des cours de formation ainsi que les<br />

épreuves d’évaluation sont soumis à l’accord de l’Administration.<br />

6° les organismes de formation, pour chaque session de cours qu’ils<br />

organisent, communiquent à l’Administration au moins 15 jours à<br />

l’avance les dates, les thèmes, les lieux et les noms des formateurs;<br />

7° pour chaque candidat ayant participé avec succès au cours de<br />

formation, lesdits organismes délivrent une attestation dont le modèle<br />

est défini par l’Administration et dont une copie lui est adressée dans<br />

un délai de quinze jours;<br />

8° les organismes de formation tiennent un registre de toutes les<br />

sessions dispensées ainsi qu’un registre des participants.<br />

CHAPITRE VI. — Retrait d’agrément<br />

Art. 12. § 1 er .L’agrément peut être retiré par le Ministre ou son<br />

délégué lorsqu’une installation, un contrôle de l’exactitude ou une<br />

réparation n’a pas été effectué conformément aux prescriptions du<br />

règlement.<br />

L’agrément comme installateur ou réparateur peut également être<br />

retiré lorsqu’il est constaté conformément à l’article 13, que les<br />

conditions du présent arrêté pour l’installation et la réparation des<br />

tachygraphes ne sont plus remplies.<br />

§ 2. Le retrait d’agrément est notifié à l’intéressé par le Ministre ou<br />

son délégué.<br />

Dans les trente jours à dater de la notification du retrait de<br />

l’agrément, l’intéressé peut, par lettre recommandée, introduire un<br />

recours auprès du Ministre.<br />

Afdeling 4. — Personeel van de erkende werkplaatsen<br />

Art. 10. De erkende werkplaats beschikt ten minste over twee<br />

personen : een technisch verantwoordelijke en een technicus. De<br />

technisch verantwoordelijke beschikt over een voldoende kwalificatie<br />

en beheerst goed de computerapparatuur. Hij zorgt voor de naleving<br />

van alle voorwaarden op basis waarvan de erkenning werd afgeleverd.<br />

Ieder personeelslid dat met de installatie of de herstelling belast is,<br />

heeft de in artikel 11 bedoelde opleiding gevolgd.<br />

Het basisopleidingsattest heeft een geldigheidsduur van twee jaar.<br />

De vervolmakingsattesten zijn drie jaar geldig.<br />

Iedere wijziging van gekwalificeerd personeel wordt onmiddellijk ter<br />

kennis gebracht van de Administratie, met vermelding van de datum<br />

waarop de wijziging heeft plaatsgehad.<br />

Een houder beschikt slechts over één enkele werkplaatskaart en<br />

gebruikt ze enkel in het kader van de activiteiten van de werkplaats die<br />

ze kreeg.<br />

Afdeling 5. — Opleiding van het personeel van<br />

de erkende werkplaatsen<br />

Art. 11. De Minister duidt de opleidingsinstellingen aan volgens de<br />

hierna bepaalde voorwaarden :<br />

1° de opleidings- en vervolmakingscursussen worden in specifieke<br />

lokalen door opleidingsinstellingen verstrekt op basis van een programma,<br />

goedgekeurd door de Minister of zijn afgevaardigde;<br />

2° de lesgevers van de in punt 1° bedoelde instellingen leveren het<br />

bewijs van hun ervaring in het domein en van een continu specifieke<br />

vorming verstrekt door de tachograaffabrikanten;<br />

3° het opleidingsprogramma omvat : de toepassing van de vigerende<br />

reglementering, de bijgewerkte technische specificaties van de tachograaf,<br />

de overbrenging van de gegevens en de computertoepassingen<br />

nodig voor de technische ingrepen, de programmering en de verzegeling.<br />

De opleiding wordt afgesloten met een evaluatieproef;<br />

4° de aanwezigheid op de cursus is verplicht. De opleidingen worden<br />

georganiseerd voor groepen van maximaal 12 personen. De basiscursussen<br />

tellen minstens 20 uur opleiding; de vervolmakingcursussen<br />

tellen minstens 12 uur opleiding. Het didactisch materieel voor de<br />

cursussen omvat, per groep van twee personen, tenminste de volgende<br />

zaken :<br />

— 1 computer aangepast aan de geactualiseerde informaticatoepassingen<br />

van de tachograaf;<br />

— 1 technische uitrusting voor de activering, de programmering en<br />

de ijking van de tachograaf, en de overbrenging van de<br />

gegevens.<br />

De technische handboeken en de gebruiksaanwijzing van de tachograaf<br />

worden aan iedere deelnemer overhandigd.<br />

5° het programma, de inhoud van de opleidingscursussen alsook de<br />

evaluatieproeven worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Administratie.<br />

6° minstens 15 dagen vóór elke sessie die zij organiseren, bezorgen de<br />

opleidingsinstellingen de data, de thema’s, de plaatsen en de naam van<br />

de lesgevers aan de Administratie;<br />

7° iedere kandidaat die met vrucht een opleidingscursus gevolgd<br />

heeft, krijgt van de opleidingsinstelling een attest waarvan het model<br />

door de Administratie vastgelegd is; een kopie ervan wordt binnen<br />

15 dagen naar de Administratie gestuurd;<br />

8° de opleidingsinstellingen houden een register bij van alle georganiseerde<br />

sessies alsook van de deelnemers.<br />

HOOFDSTUK VI. — Intrekking van erkenning<br />

Art. 12. § 1. De erkenning kan worden ingetrokken door de Minister<br />

of zijn afgevaardigde, indien een installatie, een controle van de<br />

meetnauwkeurigheid of een herstelling niet overeenkomstig de voorschriften<br />

van de verordening werd uitgevoerd.<br />

De erkenning als installateur of hersteller kan ook worden ingetrokken<br />

indien, bij toepassing van artikel 13, wordt vastgesteld dat niet<br />

meer voldaan is aan de voorwaarden van dit besluit voor het installeren<br />

of herstellen van tachografen.<br />

§ 2. De intrekking van de erkenning wordt aan de betrokkene<br />

betekend door de Minister of zijn afgevaardigde.<br />

Binnen dertig dagen na de kennisgeving van de intrekking van de<br />

erkenning, kan de betrokkene per aangetekende brief beroep instellen<br />

bij de Minister.


Le Ministre statue par décision motivée, dans les trente jours de<br />

l’envoi de la lettre, éventuellement après que l’intéressé ou son<br />

mandataire ait été entendu.<br />

Le recours n’est pas suspensif.<br />

CHAPITRE VII. — Contrôle des ateliers agréés<br />

Art. 13. Les agents du Service public fédéral Mobilité et Transports<br />

habilités à cet effet peuvent procéder à tout moment et à tout endroit au<br />

contrôle des ateliers agréés.<br />

Le Roi peut agréer, aux conditions fixées à l’annexe VI, des<br />

organismes compétents pour effectuer les contrôles visés à l’alinéa 1 er .<br />

Ces organismes sont indépendants de la fabrication, de l’importation<br />

ou de la commercialisation des tachygraphes.<br />

CHAPITRE VIII<br />

Inspections et contrôles des véhicules équipés d’un tachygraphe<br />

Art. 14. § 1 er . Les véhicules soumis aux prescriptions du présent<br />

arrêté font l’objet d’une inspection du tachygraphe et de l’installation<br />

dans son ensemble, en vue de s’assurer que le tachygraphe et son<br />

installation sont conformes aux dispositions du règlement.<br />

§ 2. Les inspections visées au § 1 er sont effectués par les installateurs<br />

agréés. Elles ont lieu :<br />

1° pour les tachygraphes digitaux, après toute réparation, après toute<br />

modification du coefficient caractéristique du véhicule ou de la<br />

circonférence effective des pneumatiques ou lorsque l’horloge TUC est<br />

fausse de plus de vingt minutes.<br />

Au moins tous les deux ans, les véhicules font l’objet d’une<br />

inspection qui comprend un étalonnage. Lors de cette inspection,<br />

l’installateur est tenu de renouveler la plaquette d’installation.<br />

2° pour les tachygraphes analogiques : au moins tous les deux ans,<br />

les véhicules font l’objet d’un contrôle, effectué par un installateur<br />

agréé, qui comprend l’examen de :<br />

— l’état et du bon fonctionnement de l’appareil;<br />

— la présence de la marque d’homologation sur les appareils;<br />

— la présence de la plaquette d’installation;<br />

— l’intégrité des scellements de l’appareil et des autres éléments de<br />

l’installation;<br />

— la circonférence effective des pneumatiques.<br />

Une plaquette de contrôle, dont le modèle est fixé par l’Administration,<br />

est apposée à proximité immédiate de la plaquette d’installation.<br />

Elle comporte les nom, adresse et numéro d’agrément de l’installateur<br />

ainsi que la date du contrôle.<br />

Au moins tous les six ans, les véhicules font l’objet d’une inspection<br />

qui comprend un étalonnage. Lors de cette inspection, l’installateur est<br />

tenu de renouveler la plaquette d’installation;<br />

3° pour tous les tachygraphes :<br />

— lors de la mise ou remise en circulation du véhicule;<br />

— chaque fois qu’un agent de contrôle visé àl’article 18 le requiert.<br />

Dans le cas ou le tachygraphe est conforme aux dispositions du<br />

règlement les frais d’inspection sont à charge de l’Etat.<br />

§ 3. Indépendamment des inspections et contrôles visés aux § 1 er et<br />

§ 2, une fois par an, à l’occasion du contrôle technique périodique du<br />

véhicule automobile, sont contrôlées :<br />

— la présence du tachygraphe;<br />

— la validité de la plaquette d’installation et s’il y a lieu, la validité<br />

de la plaquette de contrôle;<br />

— l’intégrité des scellés.<br />

Lors du contrôle technique périodique, si le véhicule est muni d’un<br />

tachygraphe analogique, celui-ci est équipé d’un disque d’enregistrement<br />

sur lequel au moins une distance parcourue de 5 km est indiquée.<br />

§ 4. Tout véhicule pour lequel les agents de contrôle visés à l’article<br />

18 ont constaté que le tachygraphe n’est plus conforme aux<br />

prescriptions du règlement, du fait d’une intervention non autorisée, ne<br />

peut être utilisé sur la voie publique que pour rejoindre un atelier agréé<br />

en vue de sa remise en conformité.<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

33193<br />

De Minister doet bij gemotiveerde beslissing uitspraak binnen de<br />

dertig dagen na de verzending van de brief, eventueel na de betrokkene<br />

of zijn gevolmachtigde te hebben gehoord.<br />

Het beroep is niet opschortend.<br />

HOOFDSTUK VII. — Controle van de erkende werkplaatsen<br />

Art. 13. De hiertoe gemachtigde ambtenaren van de Federale Overheidsdienst<br />

Mobiliteit en Vervoer kunnen te allen tijde en overal de<br />

erkende werkplaatsen controleren.<br />

De Koning kan, onder de voorwaarden vastgelegd in bijlage VI,<br />

bevoegde instellingen erkennen om de in het lid 1 bedoelde controles<br />

uit te voeren. Deze instellingen zijn niet betrokken bij de fabricatie, de<br />

invoer of het in de handel brengen van tachografen.<br />

HOOFDSTUK VIII<br />

Inspecties en controles van de met een tachograaf uitgeruste voertuigen<br />

Art. 14. § 1. De voertuigen, onderworpen aan de voorschriften van<br />

dit besluit, ondergaan een inspectie van de tachograaf en van de<br />

installatie in haar geheel, teneinde na te gaan of de tachograaf en zijn<br />

installatie in overeenstemming zijn met de voorschriften van de<br />

verordening.<br />

§ 2. De in § 1 bedoelde inspecties worden uitgevoerd door de erkende<br />

installateurs. Ze hebben plaats :<br />

1° voor de digitale tachografen, na elke herstelling, na elke wijziging<br />

van de karakteristieke coëfficiënt van het voertuig of van de effectieve<br />

bandenomtrek of wanneer het UTC uurwerk een afwijking vertoont<br />

van meer dan twintig minuten.<br />

De voertuigen maken ten minste om de twee jaar het voorwerp uit<br />

van een inspectie, met inbegrip van een ijking. Bij deze inspectie moet<br />

de installateur het installatieplaatje vernieuwen.<br />

2° voor de analoge tachografen : de voertuigen maken ten minste om<br />

de twee jaar het voorwerp uit van een controle, uitgevoerd door een<br />

erkend installateur en bestaande uit het nazicht van :<br />

— de staat en de goede werking van het apparaat;<br />

— de aanwezigheid van een goedkeuringsmerk op de apparaten;<br />

— de aanwezigheid van een installatieplaatje;<br />

— de ongeschonden toestand van de verzegelingen van het<br />

apparaat en van de andere elementen van de installatie;<br />

— de effectieve bandenomtrek.<br />

Een controleplaatje waarvan het model is vastgelegd door de<br />

Administratie, wordt in de onmiddellijke nabijheid van het installatieplaatje<br />

aangebracht. Het bevat de naam, het adres en het erkenningsnummer<br />

van de installateur, alsook de datum van de controle.<br />

De voertuigen maken ten minste om de zes jaar het voorwerp uit van<br />

een inspectie, met inbegrip van een ijking. Tijdens deze inspectie moet<br />

de installateur het installatieplaatje vernieuwen;<br />

3° voor alle tachografen :<br />

— bij het in dienst of opnieuw in dienst stellen van het voertuig;<br />

— telkens als een in artikel 18 bedoelde controleambtenaar het eist.<br />

Wanneer de tachograaf conform bevonden wordt met de<br />

bepalingen van de verordening, zijn de inspectiekosten ten laste<br />

van de Staat.<br />

§ 3. Onafhankelijk van de in § 1 en § 2 bedoelde inspecties en<br />

controles wordt jaarlijks, ter gelegenheid van de periodieke keuring<br />

van het voertuig, nagegaan of :<br />

— een tachograaf aanwezig is;<br />

— het installatieplaatje en desgevallend het controleplaatje geldig<br />

zijn;<br />

— de zegels niet verbroken zijn.<br />

Bij de periodieke keuring van een voertuig uitgerust met een analoge<br />

tachograaf, is het voorzien van een registratieschijf waarop minstens<br />

een afgelegde afstand van 5 km werd geregistreerd.<br />

§ 4. Elk voertuig waarbij de in artikel 18 bedoelde controleambtenaren<br />

vaststellen dat de tachograaf niet meer overeenstemt met de<br />

voorschriften van de verordening, ingevolge een niet toegelaten<br />

ingreep, mag slechts op de openbare rijden om zich voor het herstellen<br />

van de conformiteit naar een erkende werkplaats te begeven.


33194 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

CHAPITRE IX. — Plaquette d’installation<br />

Art. 15. § 1 er . La plaquette d’installation comporte les mentions<br />

suivantes :<br />

— nom, adresse et numéro d’agrément de l’installateur;<br />

— la dimension des pneumatiques des roues motrices;<br />

— la circonférence effective moyenne des pneumatiques des roues<br />

motrices, sous la forme « l=… mm »;<br />

— le coefficient caractéristique du véhicule, sous la forme « w=…<br />

tr/km » ou « w=… imp/km »;<br />

— la constante du tachygraphe, sous la forme « k=… tr/km » ou<br />

« k=… imp/km »;<br />

— le numéro de châssis du véhicule;<br />

— le numéro de série du tachygraphe;<br />

— la date du relevé du coefficient caractéristique du véhicule et du<br />

mesurage de la circonférence effective des pneumatiques des<br />

roues motrices.<br />

§ 2. Le modèle de la plaquette d’installation est fixé par l’Administration.<br />

CHAPITRE X. — Cartes tachygraphiques<br />

Art. 16. § 1 er . Les cartes tachygraphiques, dont les prix sont fixés à<br />

l’annexe VII, sont de quatre types :<br />

— carte de conducteur;<br />

— carte d’entreprise;<br />

— carte d’atelier;<br />

— carte de contrôle.<br />

Les demandes d’obtention des cartes sont introduites au moyen de<br />

formulaires dont les modèles figurent à l’annexe VIII.<br />

§ 2. Les cartes tachygraphiques restent la propriété de l’Etat, elles<br />

sont mises à la disposition des détenteurs.<br />

§ 3. Les cartes tachygraphiques sont refusées ou invalidées par<br />

l’organisme compétent lorsque les conditions d’obtention ne sont pas<br />

ou plus, entièrement ou partiellement remplies par les demandeurs ou<br />

les détenteurs ou lorsque les détenteurs les ont obtenues sur base de<br />

déclarations fausses, incorrectes ou incomplètes.<br />

§ 4. La carte de conducteur est personnelle et incessible, elle ne peut<br />

être délivrée qu’à une personne répondant aux conditions suivantes :<br />

— avoir sa résidence normale en Belgique : cette condition signifie<br />

que le demandeur doit être domicilié officiellement en Belgique<br />

ou demeurer habituellement en Belgique pendant au moins<br />

185 jours par année civile;<br />

— être titulaire d’un permis de conduire de catégorie B(E), C(E),<br />

D(E);<br />

— conduire ou être amené àconduire, à vide ou en charge, un<br />

véhicule affecté au transport de voyageurs ou de marchandises<br />

auquel s’applique le règlement (CEE) 3820/85 (temps de conduite<br />

et de repos);<br />

— ne pas être détenteur d’une carte de conducteur en cours de<br />

validité, émise en Belgique ou dans un autre pays.<br />

§ 5. L’atelier agréé désigne les personnes physiques répondant aux<br />

conditions fixées à l’article 10, alinéa 2. Les cartes d’atelier sont<br />

délivrées à l’atelier agréé qui en fait la demande.<br />

Elles sont personnelles et incessibles.<br />

§ 6. Le code secret lié àla carte d’atelier est personnel, il est délivré<br />

au détenteur d’une carte d’atelier, il ne peut être communiqué àune<br />

autre personne physique ou morale et ne peut être utilisé que par le<br />

détenteur de la carte.<br />

§ 7. La carte d’atelier ne peut quitter les locaux de l’atelier, sauf dans<br />

le cadre d’activités extérieures directement liées aux activitésdel’atelier<br />

et pour la durée de ces dernières. Lorsqu’elle n’est pas utilisée, elle est<br />

conservée dans le local tachygraphe sécurisé.<br />

§ 8. L’atelier agréé est responsable de l’utilisation par ses employés<br />

détenteurs et de la restitution des cartes d’atelier dont il dispose.<br />

§ 9. Lorsque le contrat d’emploi qui lie un atelier agréé au détenteur<br />

d’une carte d’atelier est rompu ou lorsque le détenteur cesse ses<br />

activités, la carte d’atelier est restituée dans les huit jours à l’organisme<br />

compétent.<br />

HOOFDSTUK IX. – Installatieplaatje<br />

Art. 15. § 1. Op het installatieplaatje staan de volgende vermeldingen<br />

:<br />

— naam, adres en erkenningsnummer van de installateur;<br />

— de bandenmaat van de aangedreven wielen;<br />

— de gemiddelde effectieve bandenomtrek van de aangedreven<br />

wielen in de vorm van « l=… mm »;<br />

— de kenmerkende coëfficiënt van het voertuig in de vorm van<br />

« w=… omw/km » of « w=… imp/km »;<br />

— de constante van de tachograaf, in de vorm van « k = …<br />

omw/km » of « k=… imp/km »;<br />

— het chassisnummer van het voertuig;<br />

— het serienummer van de tachograaf;<br />

— de datum waarop de kenmerkende coëfficiënt van het voertuig<br />

en van de effectieve bandenomtrek van de aangedreven wielen<br />

opgemeten is.<br />

§ 2. Het model van installatieplaatje wordt bepaald door de<br />

Administratie.<br />

HOOFDSTUK X. — Tachograafkaarten<br />

Art. 16. § 1. De tachograafkaarten waarvan de prijzen bepaald zijn<br />

in bijlage VII, bestaan uit vier types :<br />

— bestuurderskaart;<br />

— bedrijfskaart;<br />

— werkplaatskaart;<br />

— controlekaart.<br />

De aanvragen om kaarten te bekomen worden gedaan door middel<br />

van de formulieren waarvan de modellen zich in bijlage VIII bevinden.<br />

§ 2. De tachograafkaarten blijven eigendom van de Staat die ze ter<br />

beschikking stelt van de houders.<br />

§ 3. De tachograafkaarten worden geweigerd of ongeldig verklaard<br />

door de bevoegde instantie wanneer de aanvragers of de houders niet<br />

of niet meer, geheel of gedeeltelijk, aan de voorwaarden voldoen of<br />

wanneer de houders ze verkregen hebben op basis van valse, onjuiste<br />

of onvolledige verklaringen.<br />

§ 4. De bestuurderskaart is persoonlijk en onoverdraagbaar, ze mag<br />

enkel afgeleverd aan een persoon die aan de volgende voorwaarden<br />

voldoet :<br />

— zijn normale verblijfplaats in België hebben : deze voorwaarde<br />

betekent dat de aanvrager zijn officiële woonplaats in België<br />

heeft of gewoonlijk minstens 185 dagen in België verblijft<br />

gedurende een burgerlijk jaar;<br />

— houder zijn van een rijbewijs van categorie B(E), C(E), D(E);<br />

— een voertuig bestemd om personen of goederen te vervoeren<br />

waarop het reglement (EEG) 3820/85 (rijen rusttijd) van toepassing<br />

is, besturen of bekwaam zijn, leeg of geladen, te besturen;<br />

— geen houder zijn van een geldige bestuurderskaart uitgegeven in<br />

België of in een ander land.<br />

§ 5. De erkende werkplaats duidt de fysieke personen aan die aan de<br />

voorwaarden van artikel 10, tweede lid beantwoorden. De werkplaatskaarten<br />

worden uitgereikt aan de erkende werkplaats die erom<br />

verzoekt.<br />

Ze zijn persoonlijk en onoverdraagbaar.<br />

§ 6. De geheime code verbonden aan de werkplaatskaart, is<br />

persoonlijk. Zij wordt verstrekt aan de houder van een werkplaatskaart,<br />

mag niet medegedeeld worden aan een andere natuurlijke persoon of<br />

rechtspersoon en mag enkel gebruikt worden door de kaarthouder.<br />

§ 7. De werkplaatskaart mag de werkplaats niet verlaten behoudens<br />

voor externe activiteiten die rechtstreeks verbonden zijn aan de<br />

activiteiten van de werkplaats en voor de duur ervan. Wanneer ze niet<br />

gebruikt wordt, wordt ze in het beveiligde tachograaflokaal bewaard.<br />

§ 8. De erkende werkplaats is verantwoordelijk voor het gebruik van<br />

de kaarten door zijn personeel en de teruggave van de werkplaatskaarten<br />

waarover zij beschikt.<br />

§ 9. Bij verbreking van de arbeidsovereenkomst die een erkende<br />

werkplaats en de houder van een werkplaatskaart verbindt of wanneer<br />

de houder zijn activiteiten stopzet, wordt de werkplaatskaart binnen<br />

acht dagen terugbezorgd aan de bevoegde instantie.


§ 10. La perte ou le vol d’une carte délivrée en Belgique fait l’objet<br />

d’une déclaration de dépossession involontaire auprès de la police ou<br />

de l’organisme compétent. La déclaration de dépossession involontaire<br />

auprès de la police est jointe à la demande de remplacement.<br />

§ 11. Lorsqu’une carte émise par l’autorité d’un pays étranger est<br />

perdue ou volée et les faits se sont produits sur le territoire <strong>belge</strong>, la<br />

déclaration de dépossession involontaire est faite auprès de la police.<br />

§ 12. Les agents de contrôle visés à l’article 18, § 2, sont munis d’une<br />

carte de contrôleur.<br />

§ 13. Les cartes sont saisies et retirées par les agents de contrôle<br />

lorsque la carte a été falsifiée, que le conducteur utilise une carte dont<br />

il n’est pas titulaire ou que la carte détenue a été obtenue sur la base de<br />

fausses déclarations et/ou de documents falsifiés.<br />

§ 14. Les cartes délivrées en Belgique, endommagées ou défectueuses<br />

sont retournées à l’organisme compétent. Le cas échéant, elles sont<br />

jointes à la demande de remplacement.<br />

§ 15. Les cartes dont la durée de validité est expirée ou qui ne sont<br />

plus utilisées sont restituées par le détenteur dans les huit jours de la<br />

date d’expiration ou de fin d’utilisation à l’organisme compétent.<br />

§ 16. Nul ne peut utiliser une carte déclarée perdue ou volée.<br />

§ 17. Nul ne peut utiliser alternativement deux ou plusieurs cartes de<br />

conducteur en cours de validité dont il est détenteur ou non ni détenir<br />

une carte dont il n’est pas détenteur.<br />

CHAPITRE XI. — Téléchargement des données stockées<br />

dans la mémoiredel’unité embarquée ou des cartes de conducteur<br />

Art. 17. § 1 er . Les données stockées dans la mémoire de l’unité<br />

embarquée sont téléchargées vers un média externe sécurisé au moins<br />

tous les deux mois à compter depuis le dernier téléchargement.<br />

Les données stockées dans la mémoiredel’unité embarquée sont<br />

téléchargées pour la période courant depuis le dernier téléchargement<br />

lorsque le véhicule est retiré de la circulation ou mis à la disposition<br />

d’une autre entreprise sous quelque forme que se soit.<br />

Les données stockées dans la mémoire des cartes de conducteur sont<br />

téléchargées vers un média externe sécurisé au moins tous les vingt et<br />

un jours à compter depuis le dernier téléchargement.<br />

Les données stockées dans la mémoire de la carte de conducteur sont<br />

téléchargées pour la période courant depuis le dernier téléchargement<br />

lorsque le conducteur cesse ses activités au sein de l’entreprise ou avant<br />

que la carte ne soit retournée à l’organisme compétent lors d’un<br />

remplacement ou d’un renouvellement.<br />

Un téléchargement des données pour une période déterminée peut<br />

être exigé par les agents visés au§ 4.<br />

§ 2. Les données téléchargées sont conservées par l’entreprise au<br />

moins deux ans.<br />

Les données téléchargées au départ de la mémoire de l’unité<br />

embarquée de tous les véhicules appartenant à une même entreprise et<br />

de la carte de conducteur de tous les conducteurs employés par cette<br />

entreprise sont conservées en un même endroit sécurisé, accessible<br />

uniquement aux personnes autorisées.<br />

§ 3. Ni le téléchargement, ni la conservation des données ne peuvent<br />

modifier ni altérer ces dernières.<br />

§ 4. Les données téléchargées par les entreprises ou les ateliers sont<br />

rendues accessibles, à leur demande, aux fins d’analyse :<br />

1. aux agents visés à l’article 18, § 2;<br />

2. aux inspecteurs sociaux et contrôleurs sociaux de l’Inspection<br />

sociale du Service public fédéral Sécurité sociale;<br />

3. aux inspecteurs sociaux et contrôleurs sociaux de l’Office national<br />

de Sécurité sociale.<br />

Ces agents ont la possibilité de télécharger les données à leur tour sur<br />

leur média propre aux fins d’analyse ultérieure.<br />

CHAPITRE XII. — Recherche et constatation des infractions<br />

Art. 18. § 1 er . Les infractions commises sur le territoire d’un autre<br />

pays sont constatées et poursuivies conformément aux lois et règlements<br />

en vigueur. Elles sont punies sur base de l’article 2 de la loi du<br />

18 février 1969 ou de l’article 4 de la loi du 21 juin 1985 précitées selon<br />

quelles ont trait aux modalités d’utilisation de l’appareil de contrôle ou<br />

à ses caractéristiques techniques.<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

33195<br />

§ 10. Het verlies of de diefstal van een in België uitgereikte kaart<br />

maakt het voorwerp uit van een verklaring van onvrijwillige buitenbezitstelling<br />

bij de politie of de bevoegde instantie. Het attest van<br />

onvrijwillige buitenbezitstelling uitgereikt door de politie wordt gevoegd<br />

bij de aanvraag tot vervanging.<br />

§ 11. Bij verlies of diefstal van een kaart uitgereikt door een<br />

buitenlandse instantie, en wanneer de feiten zich op Belgisch grondgebied<br />

hebben voorgedaan, wordt de verklaring van onvrijwillige<br />

buitenbezitstelling afgelegd bij de politie.<br />

§ 12. De controleagenten bedoeld in artikel 18 § 2 beschikken over een<br />

controlekaart.<br />

§ 13. De kaarten zijn in beslag genomen en ingetrokken wanneer de<br />

kaart vervalst is, wanneer de bestuurder een kaart gebruikt waarvan hij<br />

niet de titularis is of wanneer de kaart bekomen werd op basis van valse<br />

verklaringen en/of vervalste documenten.<br />

§ 14. Beschadigde of defecte in België uitgereikte kaarten worden aan<br />

de bevoegde instantie terugbezorgd. Zo nodig worden ze bij de<br />

aanvraag tot vervanging gevoegd.<br />

§ 15. De kaarten waarvan de geldigheidsduur verstreken is of die niet<br />

meer worden gebruikt, worden door de houder aan de bevoegde<br />

instantie terugbezorgd binnen acht dagen volgend op de vervaldatum<br />

of het einde van het gebruik.<br />

§ 16. Niemand mag een als verloren of gestolen gemelde kaart<br />

gebruiken.<br />

§ 17. Niemand mag twee of meer geldige bestuurderskaarten die hij<br />

bezit beurtelings gebruiken, of een kaart bezitten die hem niet<br />

toebehoort.<br />

HOOFDSTUK XI. — Overbrenging van de in het geheugen<br />

van de voertuigunit of van bestuurderskaarten opgeslagen gegevens<br />

Art. 17. § 1. De in het geheugen van de voertuigunit opgeslagen<br />

gegevens worden overgebracht naar een beveiligd extern medium ten<br />

minste om de twee maanden te rekenen vanaf de laatste overbrenging.<br />

Indien het voertuig uit het verkeer wordt genomen of ter beschikking<br />

gesteld van een ander bedrijf in enigerlei vorm, worden de in het<br />

geheugen van de voertuigunit opgeslagen gegevens overgebracht voor<br />

de lopende periode sinds de laatste overbrenging.<br />

De in het geheugen van de bestuurderskaart opgeslagen gegevens<br />

worden overgebracht naar beveiligde externe media ten minste om de<br />

eenentwintig dagen vanaf de laatste overbrenging.<br />

De in het geheugen van de bestuurderskaart opgeslagen gegevens<br />

worden overgebracht voor de lopende periode sinds de laatste<br />

overbrenging, wanneer de bestuurder zijn activiteiten binnen het<br />

bedrijf stopzet of vóór de kaart voor vervanging of vernieuwing naar<br />

de bevoegde instelling teruggestuurd wordt.<br />

Een overbrenging van de gegevens over een bepaalde periode kan<br />

door de in § 4 bedoelde ambtenaren geëist worden.<br />

§ 2. Het bedrijf bewaart de overgebrachte gegevens ten minste<br />

twee jaar.<br />

De overgebrachte gegevens uit het geheugen van de voertuigunit van<br />

alle voertuigen van een zelfde bedrijf en uit het geheugen van de<br />

bestuurderskaart van alle door dit bedrijf tewerkgestelde bestuurders,<br />

worden bewaard op een zelfde beveiligde plek waartoe slechts<br />

gerechtigde personen toegang hebben.<br />

§ 3. De overbrenging noch de bewaring van de gegevens mag deze<br />

wijzigen of aantasten.<br />

§ 4. De door de bedrijven of werkplaatsen overgebrachte gegevens<br />

worden voor analyse ter beschikking gesteld op verzoek van en aan :<br />

1. de in artikel 18, § 2 bedoelde ambtenaren;<br />

2. de sociaal inspecteurs en de sociaal controleurs van de Sociale<br />

Inspectie van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid;<br />

3. de sociaal inspecteurs en de sociaal controleurs van de Rijksdienst<br />

voor Sociale Zekerheid.<br />

Deze ambtenaren kunnen op hun beurt de gegevens overbrengen<br />

naar hun eigen opslagmedium voor verdere analyse.<br />

HOOFDSTUK XII. — Opsporing en vaststelling van de inbreuken<br />

Art. 18. § 1. De op het grondgebied van een ander land begane<br />

overtredingen worden vastgesteld en zijn strafbaar overeenkomstig de<br />

vigerende wetten en reglementen. Zij worden bestraft op basis van<br />

artikel 2 van de wet van 18 februari 1969 of van artikel 4 van de wet van<br />

21 juni 1985 voornoemd, naargelang werd gefraudeerd in verband met<br />

het gebruik van het controle-apparaat of met de technische karakteristieken<br />

ervan.


33196 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

§ 2. Sont chargés de rechercher et constater les infractions au présent<br />

arrêté :<br />

1° le personnel du cadre opérationnel de la police fédérale et de la<br />

police locale;<br />

2° les agents de la Direction générale Mobilité et Sécurité routière et<br />

de la Direction générale Transport terrestre investis d’un mandat de<br />

police judiciaire;<br />

3° les agents de l’Administration des Douanes et Accises;<br />

4° les inspecteurs sociaux et les contrôleurs sociaux de l’Inspection<br />

des lois sociales du Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation<br />

sociale;<br />

§ 3. La qualité d’officier de police judiciaire peut être reconnue par<br />

Nous aux agents visés à l’article 18, § 2, 2°.<br />

Art. 19. Al’article 2, 1° point h de l’arrêté royal du 19 juillet 2000<br />

relatif à la perception et à la consignation d’une somme lors de la<br />

constatation d’une infraction en matière de transport par route, modifié<br />

par l’article 67, 2° de l’arrêté royal du 7 mai 2002 relatif au transport de<br />

choses par route, les dispositions suivantes sont ajoutées :<br />

«—infraction à l’article 15, point 8 du même règlement : 2.500 euros;<br />

— infraction à l’article 16.2., 2 e paragraphe du même règlement :<br />

2.000 euros;<br />

— infraction à l’article 16.3., 1 e , 2 e , 3 e règlement : 1.000 euros;<br />

paragraphe du même<br />

— utilisation ou détention d’une carte tachygraphique de conducteur<br />

par un conducteur autre que le détenteur : 2.500 euros;<br />

— utilisation par un conducteur alternativement de deux ou<br />

plusieurs cartes de conducteur attribuées à des conducteurs<br />

différents, qu’il soit ou non détenteur de l’une d’elle : 2.500<br />

—<br />

euros;<br />

utilisation d’une carte tachygraphique déclarée perdue ou volée:<br />

2.500 euros;<br />

— utilisation par leur détenteur, alternativement, de plusieurs<br />

cartes tachygraphiques en cours de validité : 2.500 euros;<br />

— utilisation d’une carte tachygraphique falsifiée, fausse ou périmée<br />

: 2.500 euros. »<br />

CHAPITRE XIII. — Attestations d’absence de conduite<br />

pour les conducteurs salariés<br />

Art. 20. Lorsqu’un conducteur n’a pu conduire des véhicules pendant<br />

une période égale ou supérieure à un jour suite à des circonstances<br />

telles que : congés, accident, maladie et qu’il ne peut produire les<br />

feuilles d’enregistrement ou des prestations sur sa carte tachygraphique<br />

de conducteur relatives à ces périodes, il peut apporter la justification<br />

de ces absences au moyen d’une attestation originale de son employeur.<br />

Cette attestation est rédigée sur du papier à entête de l’entreprise,<br />

entièrement dactylographiée, y compris les dates de début et de fin de<br />

l’absence. Elle est signée par un responsable de l’entreprise,<br />

administrateur-délégué, gérant, directeur général, directeur du personnel,<br />

clairement identifié par ses nom, prénom, fonction et numéro de<br />

téléphone.<br />

CHAPITRE XIV. — Dispositions transitoires, finales et abrogatoires<br />

Art. 21. Par dérogation aux dispositions de l’article 4, § 4duprésent<br />

arrêté, relatives à la vérification chez le demandeur, un agrément<br />

provisoire peut être délivré après examen et acceptation du dossier de<br />

demande. L’agrément provisoire a une validité d’un an maximum à<br />

dater de sa délivrance.<br />

Art. 22. Les véhicules neufs immatriculés à partir du 5 août 2005<br />

sont équipés d’un tachygraphe digital. Toutefois, pour la période<br />

comprise entre le 5 août 2005 et le 31 décembre 2005, ils peuvent être<br />

équipésd’un tachygraphe analogique si le titulaire de l’immatriculation<br />

apporte la preuve de l’impossibilité d’équiper le véhicule d’un<br />

tachygraphe digital.<br />

Avant le 5 août 2006, tous les véhicules munis d’une plaquette<br />

d’installation en cours de validité depuis deux ans ou plus sont<br />

présentés chez un installateur agréé pour un contrôle comme prévu à<br />

l’article 14 à l’issue duquel une plaquette de contrôle est apposée.<br />

Tous les véhicules munis d’une plaquette d’installation en cours de<br />

validité depuis six ans sont présentés pour un contrôle de l’exactitude<br />

du tachygraphe et de l’installation dans son ensemble à l’issue duquel<br />

une plaquette d’installation, comme décrite à l’article 1 er est apposée.<br />

§ 2. Met het opsporen en vaststellen van de inbreuken op dit besluit<br />

worden belast :<br />

1° het personeel van het operationele kader van de federale politie en<br />

van de lokale politie;<br />

2° de ambtenaren van het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid<br />

en van het Directoraat-generaal Vervoer te Land, belast met<br />

een mandaat van gerechtelijke politie;<br />

3° de ambtenaren van de Administratie der Douane en Accijnzen;<br />

4° de sociale inspecteurs en sociale controleurs die toezien op de<br />

sociale wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid,<br />

Arbeid en Sociaal Overleg;<br />

§ 3. De hoedanigheid van gerechtelijk officier kan door Ons verleend<br />

worden aan de in artikel 18, § 2, 2° bedoelde ambtenaren.<br />

Art. 19. Artikel 2, 1° punt h van het koninklijk besluit van 19 juli 2000<br />

betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen<br />

van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg, gewijzigd bij<br />

artikel 67, 2° van het koninklijk besluit van 7 mei 2002 betreffende het<br />

vervoer van zaken over de weg, wordt aangevuld als volgt :<br />

«—de inbreuken op artikel 15, punt 8 van dezelfde verordening :<br />

2.500 euro;<br />

— de inbreuken op artikel 16.2., 2 e paragraaf van dezelfde verordening:<br />

2.000 euro;<br />

— de inbreuken op artikel 16.3, 1 e ,2 e ,3 e paragraaf van dezelfde<br />

verordening: 1.000 euro;<br />

— het gebruik of het bezit van een tachograafkaart door een<br />

bestuurder die er geen houder van is : 2.500 euro;<br />

— het beurtelings gebruik van twee of meerdere bestuurderskaarten<br />

toegekend aan verschillende bestuurders, door een bestuurder<br />

die er al dan niet houder van is : 2.500 euro;<br />

— het gebruik van een als verloren of gestolen gemelde tachograafkaart<br />

: 2.500 euro;<br />

— het beurtelings gebruik van meerdere geldige tachograafkaarten<br />

door hun houder : 2.500 euro;<br />

— het gebruik van een vervalste, valse of vervallen tachograafkaart<br />

: 2.500 euro.»<br />

HOOFDSTUK XIII. — Attesten tot staving van de afwezigheden<br />

voor de loontrekkende bestuurders<br />

Art. 20. Indien een bestuurder voor een periode, die gelijk of langer<br />

is dan een dag, niet gereden heeft wegens bepaalde omstandigheden<br />

zoals verlof, ongeval, ziekte, dagelijkse of wekelijkse rusttijd, en geen<br />

registratiebladen van zijn tachograaf of gegevens op zijn bestuurderskaart<br />

betreffende deze periodes kan voorleggen, kan hij deze afwezigheden<br />

staven bij middel van een origineel attest van zijn werkgever.<br />

Dit attest wordt opgesteld op papier met briefhoofd van het bedrijf.<br />

Het moet integraal getypt zijn, met inbegrip van de begin- en<br />

einddatum van de afwezigheid. Het wordt ondertekend door een<br />

verantwoordelijke van het bedrijf, de gedelegeerd bestuurder, zaakvoerder,<br />

de directeur-generaal of de personeelsdirecteur, met duidelijke<br />

vermelding van zijn naam, voornaam, functie en telefoonnummer.<br />

HOOFDSTUK XIV. — Overgangs-, slot- en opheffingsbepalingen<br />

Art. 21. In afwijking van de voorschriften van artikel 4, § 4 van dit<br />

besluit, betreffende de controle bij de aanvrager, mag een voorlopige<br />

erkenning worden afgeleverd na onderzoek en aanvaarding van het<br />

aanvraagdossier. De voorlopige erkenning heeft een geldigheid van<br />

maximum één jaar, te rekenen vanaf de datum van aflevering.<br />

Art. 22. De nieuwe voertuigen ingeschreven vanaf 5 augustus 2005<br />

zijn uitgerust met een digitale tachograaf. Evenwel, voor de periode<br />

tussen 5 augustus 2005 en 31 december 2005, mogen deze uitgerust zijn<br />

met een analoge tachograaf indien de houder van de inschrijving het<br />

bewijs levert dat het onmogelijk was het voertuig uit te rusten met een<br />

digitale tachograaf.<br />

Vóór 5 augustus 2006, dienen alle voertuigen met een installatieplaatje<br />

dat sinds twee jaar of meer geldig is bij een erkend installateur<br />

aangeboden te worden voor een controle zoals voorzien in artikel 14, na<br />

afloop waarvan een controleplaatje wordt aangebracht.<br />

Alle voertuigen voorzien van een installatieplaatje dat sinds zes jaar<br />

geldig is, worden aangeboden voor een controle van de nauwkeurigheid<br />

van de tachograaf en van zijn installatie in haar geheel, na afloop<br />

waarvan een installatieplaatje, zoals beschreven in artikel 15, wordt<br />

aangebracht.


Art. 23. Le présent arrêté abroge l’arrêté royal du 13 juillet 1984<br />

portant exécution du règlement (CEE) n° 3821/85 du Conseil des<br />

Communautés européennes du 20 décembre 1985 concernant l’appareil<br />

de contrôle dans le domaine des transports par route tel que modifié<br />

par l’arrêté royal du 10 novembre 1987.<br />

Art. 24. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication<br />

au Moniteur <strong>belge</strong>.<br />

Art. 25. Notre Ministre de la Mobilité et Notre Ministre de l’Economie<br />

et Energie sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l’exécution<br />

du présent arrêté.<br />

Donné àBruxelles, le 14 juillet 2005.<br />

ALBERT<br />

Par le Roi :<br />

Le Ministre de la Mobilité,<br />

R. LANDUYT<br />

Le Ministre de l’Economie et Energie,<br />

M. VERWILGHEN<br />

Annexe I re<br />

VEHICULES DANS LESQUELS LE TACHYGRAPHE NE DOIT PAS<br />

ETRE UTILISE OU DANS LESQUELS IL NE DOIT PAS ETRE<br />

INSTALLE :<br />

A. Véhicules utilisés en transport national ou international<br />

1. véhicules affectés aux transports de marchandises et dont le poids<br />

maximal autorisé, y compris celui des remorques ou des semiremorques<br />

ne dépasse pas 3,5 tonnes;<br />

2. véhicules affectés aux transports de voyageurs qui, d’après leur<br />

type de construction et leur équipement, sont aptes à transporter neuf<br />

personnes au maximum, le conducteur compris, et sont destinés à cet<br />

effet;<br />

3. véhicules affectés:<br />

a) aux transports de voyageurs par des services réguliers dont le<br />

parcours de la ligne ne dépasse pas 50 km;<br />

b) aux transports internationaux réguliers de voyageurs, dont les<br />

terminaux de la ligne se trouvent dans une distance de 50 kilomètres à<br />

vol d’oiseau d’une frontière avec un autre Etat membre, et dont le<br />

parcours de la ligne ne dépasse pas 100 kilomètres;<br />

4. véhicules dont la vitesse maximale autorisée nedépasse pas 30 km<br />

par heure;<br />

5. véhicules affectés aux services des forces armées, de la protection<br />

civile, des pompiers et des forces responsables du maintien de l’ordre<br />

public, ou placés sous le contrôle de ceux-ci;<br />

6. véhicules affectés aux services des égouts, de la protection contre<br />

les inondations, de l’eau, du gaz, de l’électricité, de la voirie, de<br />

l’enlèvement des immondices, des télégraphes, des téléphones, des<br />

envois postaux, de la radio-diffusion, de la télévision et de la détection<br />

des émetteurs ou récepteurs de télévision ou de radio;<br />

7. véhicules utilisés dans des états d’urgence ou affectés à des<br />

missions de sauvetage;<br />

8. véhicules spécialisés affectés à des tâches médicales;<br />

9. véhicules transportant du matériel de cirque ou de fêtes foraines;<br />

10. véhicules spécialisés dedépannage;<br />

11. véhicules subissant des tests sur route à des fins d’amélioration<br />

technique, de réparation ou d’entretien, et véhicules neufs ou transformés<br />

non encore mis en circulation;<br />

12. véhicules utilisés pour des transports non commerciaux de biens<br />

dans des buts privés;<br />

13. véhicules utilisés pour la collecte du lait dans les fermes ou<br />

ramenant aux fermes des bidons à lait ou des produits laitiers destinés<br />

à l’alimentation du bétail;<br />

B. Véhicules utilisés exclusivement en transport national<br />

1. véhicules affectés aux transports réguliers de voyageurs;<br />

2. véhicules affectés aux transports de voyageurs qui, d’après leur<br />

type de construction et leur équipement, sont aptes à transporter<br />

17 personnes au maximum, le conducteur compris, et sont destinés à<br />

cet effet;<br />

3. véhicules utilisés par les autorités publiques pour des services<br />

publics qui ne concurrencent pas les transporteurs professionnels;<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Art. 23. Het koninklijk besluit van 13 juli 1984 houdende uitvoering<br />

van de verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van de Europese<br />

Gemeenschappen van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat<br />

in het wegvervoer, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van<br />

10 november 1987, wordt opgeheven.<br />

Art. 24. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het<br />

Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.<br />

Art. 25. Onze Minister van Mobiliteit en Onze Minister van Economie<br />

en Energie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van<br />

dit besluit.<br />

Gegeven te Brussel, 14 juli 2005.<br />

ALBERT<br />

Van Koningswege :<br />

De Minister van Mobiliteit,<br />

R. LANDUYT<br />

De Minister van Economie en Energie,<br />

M. VERWILGHEN<br />

33197<br />

Bijlage I<br />

VOERTUIGEN WAARIN DE TACHOGRAAF NIET MOET GEBRUIKT<br />

WORDEN OF WAARIN HIJ NIET MOET GEÏNSTALLEERD<br />

ZIJN :<br />

A. Voertuigen gebruikt voor binnenlands of internationaal vervoer<br />

1. voertuigen die bestemd zijn voor het goederenvervoer en waarvan<br />

het toegestane maximumgewicht, dat van de aanhangwagens of<br />

opleggers inbegrepen, niet meer dan 3,5 ton bedraagt;<br />

2. voertuigen die bestemd zijn voor het personenvervoer en die<br />

volgens hun bouwtype en uitrusting ten hoogste negen personen, de<br />

bestuurder daaronder begrepen, kunnen vervoeren en die daartoe zijn<br />

bestemd;<br />

3. voertuigen die bestemd zijn voor het :<br />

a) geregeld personenvervoer waarvan de lengte van het traject niet<br />

groter is dan 50 kilometer;<br />

b) internationaal geregeld personenvervoer, indien het begin- en<br />

eindpunt van de lijn zich bevinden binnen een straal van 50 km in<br />

vogelvlucht van een grens met een andere Lidstaat en indien het traject<br />

niet langer is dan 100 km;<br />

4. voertuigen waarvan de toegestane maximumsnelheid niet meer<br />

dan 30 km per uur bedraagt;<br />

5. voertuigen van of onder toezicht van strijdkrachten, bescherming<br />

burgerbevolking, brandweer en korpsen voor de handhaving van de<br />

openbare orde;<br />

6. voertuigen van de rioleringsdiensten, de diensten ter bescherming<br />

tegen overstromingen, of van de diensten van de water-, gas- en<br />

elektriciteitsvoorziening, de gemeentereiniging, de vuilnisomhaling, de<br />

telegraaf en telefoon, de postzendingen, de radio-omroep, de televisie<br />

en de opsporing van radio- en televisiezend- en ontvangtoestellen;<br />

7. voertuigen die gebruikt worden in noodsituaties of voor reddingsoperaties;<br />

8. speciaal voor medische doeleinden uitgeruste voertuigen;<br />

9. voertuigen voor het vervoer van circus- of kermismateriaal;<br />

10. voertuigen die speciaal zijn uitgerust voor reparaties en wegslepen;<br />

11. voertuigen die op de weg worden beproefd met het oog op de<br />

technische ontwikkeling, reparatie of onderhoud, en nieuwe of vernieuwde<br />

voertuigen die nog niet in gebruik zijn genomen;<br />

12. voertuigen die worden gebruikt voor niet-commercieel goederenvervoer<br />

voor privé-doeleinden;<br />

13. voertuigen voor het ophalen van melk op de boerderijen en het<br />

terugbrengen van melkbussen of zuivelproducten voor de veevoeding<br />

naar de boerderijen.<br />

B. Voertuigen uitsluitend gebruikt voor binnenlands vervoer<br />

1. voertuigen bestemd voor het geregeld personenvervoer;<br />

2. voertuigen die voor personenvervoer zijn bestemd en, gezien hun<br />

constructie en uitrusting, geschikt zijn voor het vervoer van ten hoogste<br />

17 personen, met inbegrip van de bestuurder en daarvoor moeten<br />

dienen;<br />

3. voertuigen die door de overheid worden gebruikt voor taken van<br />

openbare dienst die beroepsvervoerders niet beconcurreren;


33198 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

4. véhicules utilisés pour des transports de marchandises par des<br />

entreprises agricoles, horticoles, forestièresoudepêche, dans un rayon<br />

de 50 km autour de leur point d’attache habituel, y compris le territoire<br />

des communes dont le centre est situé dans ce rayon;<br />

5. véhicules transportant des déchets d’animaux ou des carcasses non<br />

destinés à la consommation humaine;<br />

6. véhicules utilisés pour le transport d’animaux vivants des fermes<br />

aux marchés locaux et vice-versa, ou des marchés aux abattoirs locaux;<br />

7. véhicules utilisés comme boutiques pour la desserte des marchés<br />

locaux ou pour des opérations de vente de porte à porte, ou utilisés<br />

pour des opérations ambulantes de banque, de change ou d’épargne,<br />

l’exercice du culte, des opérations de prêts de livres, disques ou<br />

cassettes, de manifestations culturelles ou des expositions, et spécialement<br />

équipés à ces fins;<br />

8. véhicules transportant du matériel ou de l’équipement, à utiliser<br />

dans l’exercice du métier de leur conducteur, dans un rayon de 50 km<br />

autour de leur point d’attache habituel, à condition que la conduite du<br />

véhicule ne représente pas l’activité principale du conducteur;<br />

9. véhicules affectés aux transports de marchandises, propulsés par<br />

gaz produit sur le véhicule ou par électricité, ou équipés d’un<br />

ralentisseur, dans la mesure où ces véhicules sont assimilés aux<br />

véhicules propulsés par moteur à essence ou gasoil, dont le poids<br />

maximal autorisé, y compris celui des remorques ou des semiremorques,<br />

ne dépasse pas 3,5 tonnes;<br />

10. véhicules affectés aux cours de conduite automobile en vue de<br />

l’obtention d’un permis de conduire;<br />

11. tracteurs exclusivement affectés à des travaux agricoles et<br />

forestiers.<br />

Vu pour être annexé à Notre arrêté du 14 juillet 2005 portant<br />

exécution du règlement (CEE) n° 3821/85 du 20 décembre 1985<br />

concernant l’appareil de contrôle dans le domaine des transports par<br />

route.<br />

ALBERT<br />

Par le Roi :<br />

Le Ministre de la Mobilité,<br />

R. LANDUYT<br />

Le Ministre de l’Economie et Energie,<br />

M. VERWILGHEN<br />

Annexe II<br />

CONDITIONS D’OBTENTION DES AGREMENTS POUR LES INSTAL-<br />

LATEURS, LES REPARATEURS DE TACHYGRAPHES<br />

A. DISPOSITIONS SPECIFIQUES RELATIVES A L’AGREMENT DES<br />

INSTALLATEURS DE TACHYGRAPHES ANALOGIQUES<br />

L’agrément en tant qu’installateur est subordonné, au moment de<br />

l’introduction de la demande, à la possession de l’équipement suivant :<br />

I. En vue du contrôle des tachygraphes avant l’installation sur le<br />

véhicule :<br />

a) un simulateur de vitesses, permettant de couvrir toute l’étendue de<br />

l’échelle de mesure des tachygraphes à installer, et fournissant des<br />

résultats de mesure en tr/km au tour près et des vitesses avec affichage<br />

de 0,1 km/h;<br />

b) une source appropriée d’énergie électrique en tension continue;<br />

c) un lecteur de feuilles d’enregistrement (disques) à loupe incorporée;<br />

d) un stock de feuilles d’enregistrement appropriées aux tachygraphes<br />

à installer.<br />

L’équipement énuméré ci-dessus se trouve dans un local destiné aux<br />

opérations, mesures et contrôles en cause.<br />

II. En vue de l’installation sur le véhicule :<br />

a) une piste d’essai permettant de déterminer le coefficient « w » avec<br />

une précision de 0,25 % d’une longueur utile d’un minimum de 20 m<br />

sur une aire horizontale, plane et constamment disponible, dans<br />

l’enceinte de l’entreprise. En cas de force majeure dûment constatée,<br />

une piste d’essai située à proximité immédiate de l’entreprise est<br />

autorisée.<br />

Les repères terminaux sont matérialisés demanière visible, inaltérable<br />

et inamovible.<br />

4. voertuigen voor goederenvervoer die door landbouw-, tuinbouw-,<br />

bosbouw- of visserijbedrijven worden gebruikt voor ritten binnen een<br />

straal van 50 km van de gebruikelijke standplaats van het voertuig, met<br />

inbegrip van het grondgebied van gemeenten waarvan de kern binnen<br />

deze straal is gelegen;<br />

5. voertuigen voor het vervoer van niet voor menselijke consumptie<br />

bestemde geslachte dieren of slachtafval;<br />

6. voertuigen voor het vervoer van levende dieren van de boerderijen<br />

naar de plaatselijke markten en omgekeerd, of van de markten naar de<br />

plaatselijke slachthuizen;<br />

7. voertuigen voor gebruik als winkels op plaatselijke markten, voor<br />

de verkoop aan huis, voor ambulante werkzaamheden van banken,<br />

wisselkantoren, voor spaarbanken, voor de eredienst, voor het uitlenen<br />

van boeken, platen of cassettes, voor culturele manifestaties of voor<br />

tentoonstellingen en speciaal voor dergelijk gebruik uitgerust;<br />

8. voertuigen voor het vervoer van het materieel of de uitrusting die<br />

de bestuurder beroepshalve gebruikt, binnen een straal van 50 km rond<br />

de gebruikelijke standplaats van het voertuig, op voorwaarde dat dit<br />

vervoer niet de hoofdactiviteit van de bestuurder is;<br />

9. voor goederenvervoer gebruikte voertuigen die worden aangedreven<br />

met in het voertuig geproduceerd gas of met elektriciteit, of die zijn<br />

uitgerust met een vertragingsinrichting, mits deze voertuigen gelijk<br />

worden gesteld met benzine of dieselolie aangedreven voertuigen met<br />

een toegestaan maximumgewicht, met inbegrip van aanhangwagens of<br />

opleggers, van niet meer dan 3,5 ton;<br />

10. voertuigen die worden gebruikt voor autorijlessen met het oog op<br />

het verkrijgen van een rijbewijs;<br />

11. trekkers die uitsluitend worden gebruikt voor landbouw en<br />

bosbouw.<br />

Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 14 juli 2005<br />

houdende uitvoering van de verordening (EEG) nr. 3821/85 van<br />

20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer.<br />

ALBERT<br />

Van Koningswege :<br />

De Minister van Mobiliteit,<br />

R. LANDUYT<br />

De Minister van Economie en Energie,<br />

M. VERWILGHEN<br />

Bijlage II<br />

VOORWAARDEN OM DE ERKENNING ALS INSTALLATEUR<br />

OF HERSTELLER VAN TACHOGRAFEN TE BEKOMEN<br />

A. SPECIFIEKE BEPALINGEN BETREFFENDE DE ERKENNING<br />

ALS INSTALLATEUR VAN ANALOGE TACHOGRAFEN<br />

De erkenning in de hoedanigheid van installateur is onderworpen<br />

aan het bezit, op het tijdstip van de indiening van het verzoek, van de<br />

volgende uitrusting:<br />

I. Ten aanzien van de controle van de tachografen voor de opstelling<br />

in de voertuigen :<br />

a) een snelheidssimulator die het gehele meetbereik van de op te<br />

stellen tachografen kan doorlopen. De meetresultaten in omwentelingen<br />

per km moeten op één omwenteling na en de snelheden in<br />

0,1 km/h afleesbaar zijn;<br />

b) een geschikte gelijkspanningsbron;<br />

c) een afleesinrichting voor de registratiebladen (schijven) met een<br />

ingebouwd vergrootglas;<br />

d) een voorraad geschikte registratiebladen voor de te installeren<br />

tachografen.<br />

Deze uitrusting bevindt zich in een lokaal dat bestemd is voor de<br />

bedoelde werkzaamheden, metingen en controles.<br />

II. Ten aanzien van de opstelling in de voertuigen :<br />

a) een meetbaan van min. 20 m nuttige lengte op een horizontale en<br />

vlakke grond, steeds beschikbaar binnen het bedrijf voor de bepaling<br />

van de coëfficiënt «w» met een nauwkeurigheid van 0,25 %. In geval<br />

van overmacht behoorlijk vastgesteld is een meetbaan in de onmiddellijke<br />

nabijheid van het bedrijf toegestaan.<br />

De begin- en eindmerken worden op een zichtbare, onuitwisbare en<br />

onverplaatsbare wijze aangebracht;


) une antenne guide;<br />

c) un double décamètre à ruban d’acier ayant reçu un certificat<br />

d’étalonnage ou ayant été vérifié et poinçonné classe II avec un échelon<br />

de 0,5 cm au plus;<br />

d) un manomètre pour le contrôle de la pression des pneumatiques et<br />

un dispositif de gonflage permettant d’atteindre les pressions prescrites<br />

par les fabricants de pneumatiques et de véhicules. Ce manomètre,<br />

d’étendue de mesure adéquate, ne peut pas avoir d’échelon de valeur<br />

supérieure à 0,25 bar et son erreur ne peut dépasser 2%delalimite<br />

supérieure de l’échelle de mesure;<br />

e) un trépied avec axe de traçage de repères sur les pneumatiques et<br />

au sol, ou fil à plomb;<br />

f) un compteur d’impulsions avec un échelon d’1 impulsion au plus;<br />

g) l’outillage nécessaire pour le montage du tachygraphe sur<br />

véhicule;<br />

h) un parcours étalonné de :<br />

— 5 km minimum pour les totalisateurs analogiques;<br />

— 10 km minimum pour les totalisateurs digitaux<br />

pour le contrôle final des installations;<br />

i) un fichier destiné au classement et à la conservation des documents<br />

de travail conformes au modèle défini par le Ministre ou son délégué.<br />

Ces documents sont àétablir pour chaque véhicule et à compléter avec<br />

la feuille d’enregistrement se rapportant à l’ensemble des essais<br />

effectués lors toute intervention;<br />

j) un stock de plaquettes d’installation et de plaquettes de contrôle<br />

qui sont d’un modèle à riveter ou autodestructrices lors de toute<br />

tentative d’enlèvement et à placer dans le véhicule à proximité du<br />

tachygraphe;<br />

k) l’outillage et le matériel de scellement pour l’installation;<br />

l) une documentation technique à jour;<br />

m) un poinçon pour le scellement des adaptateurs mécaniques;<br />

n) une presse ou pince spéciale pour la confection des gaines et<br />

câbles;<br />

o) un stock de pignons et boîtiers pour adaptateurs.<br />

Tout ou partie du matériel et de l’équipement repris aux points a), b),<br />

c), e) et f) n’est pas exigé dans le cas où l’installateur dispose d’un banc<br />

d’essai approprié qui permet de fournir les mêmes prestations avec une<br />

précision équivalente.<br />

La présence du matériel repris aux points n) et o) n’est pas requise si<br />

l’installateur fait appel à un fournisseur extérieur pour la confection des<br />

câbles et des boîtiers adaptateurs.<br />

B. DISPOSITIONS SPECIFIQUES RELATIVES A L’AGREMENT DES<br />

REPARATEURS DE TACHYGRAPHES ANALOGIQUES<br />

L’agrément en tant que réparateur de tachygraphes est subordonné<br />

au moment de l’introduction de la demande, à la possession de<br />

l’équipement suivant :<br />

a) un simulateur de vitesses, permettant de couvrir toute l’étendue de<br />

l’échelle de mesure des tachygraphes à installer, et fournissant des<br />

résultats de mesure en tr/km au tour près et des vitesses avec affichage<br />

de 0,1 km/h;<br />

b) une source appropriée d’énergie électrique en tension continue;<br />

c) un contrôleur d’horloge approprié permettant de déterminer<br />

instantanément la dérive de la base de temps des tachygraphes;<br />

d) un lecteur de feuilles d’enregistrement à loupe incorporée;<br />

e) l’équipement nécessaire à l’exécution des réparations;<br />

f) un stock de pièces d’origine;<br />

g) un stock de feuilles d’enregistrement appropriées aux tachygraphes<br />

à réparer;<br />

h) un fichier destiné au classement et à la conservation des<br />

documents de travail conformes au modèle défini par le Ministre ou<br />

son délégué. Ces documents sont àétablir pour chaque tachygraphe et<br />

à compléter avec la feuille d’enregistrement se rapportant à l’ensemble<br />

des essais effectués lors d’une réparation ou d’un contrôle;<br />

i) l’outillage de scellement interne des tachygraphes;<br />

j) une documentation technique à jour.<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

33199<br />

b) een richtspriet;<br />

c) een stalen lint, dubbele decameter waarvoor een kalibreringsattest<br />

werd afgeleverd of die in de nauwkeurigheidsklasse II, werd geijkt,<br />

schaaldeel 0,5 cm of minder;<br />

d) een manometer voor het nazicht van de bandendruk en een<br />

oppompsysteem waarmede de door de fabrikanten van banden en<br />

voertuigen voorgeschreven druk kan bereikt worden. Deze manometer,<br />

met geschikt meetbereik, mag geen schaaldeelwaarde vertonen van<br />

meer dan 0,25 bar en de miswijzing mag niet meer bedragen dan 2 %<br />

van de bovengrenswaarde van de meetschaal;<br />

e) een drievoet met een aftekeningsas voor het aanbrengen van de<br />

merktekens op de banden, en op de grond, of een schietlood;<br />

f) een impulsenteller met een schaaldeel van 1 impuls of minder;<br />

g) het vereiste gereedschap voor het plaatsen van de tachograaf in het<br />

voertuig;<br />

h) een uitgemeten traject van :<br />

— minstens 5 km voor de analoge totalisators;<br />

— minstens 10 km voor de digitale totalisators<br />

voor de eindcontrole van de opstellingen;<br />

i) een kaartsysteem bestemd voor het klasseren en het bewaren van<br />

de werkdocumenten naar het model bepaald door de Minister of zijn<br />

afgevaardigde. Deze documenten moeten voor ieder voertuig worden<br />

opgemaakt en aangevuld met het registratieblad waarop de gegevens<br />

voorkomen van al de proeven die werden uitgevoerd bij elke tussenkomst;<br />

j) een voorraad te klinken of bij poging tot verwijdering, zelfvernietigende<br />

installatieplaatjes en controleplaatjes om in het voertuig nabij<br />

de tachograaf te plaatsen;<br />

k) het gereedschap en het materiaal voor de verzegeling van de<br />

installatie;<br />

l) een bijgehouden technische documentatie;<br />

m) een stempel voor de verzegeling van de mechanische aanpassingsorganen;<br />

n) een pers of speciale tang voor het vervaardigen van kabels en<br />

bekledingen ervan;<br />

o) een voorraad tandraderen en dozen voor de aanpassingsorganen.<br />

Het in de punten a), b), c), e) en f) genoemd materiaal of uitrusting of<br />

gedeelte ervan is niet vereist wanneer de installateur gebruik maakt<br />

van een geschikte proefbank, die toelaat dezelfde prestaties met een<br />

even grote nauwkeurigheid te leveren.<br />

Het in de punten n) en o) genoemd materiaal is niet vereist wanneer<br />

de installateur een beroep doet op een externe leverancier voor de<br />

vervaardiging van de kabels en de dozen voor de aanpassingsorganen.<br />

B. SPECIFIEKE BEPALINGEN BETREFFENDE DE ERKENNING<br />

ALS HERSTELLER VAN ANALOGE TACHOGRAFEN<br />

De erkenning in de hoedanigheid van hersteller van tachografen is<br />

onderworpen aan het bezit, op het tijdstip van de indiening van het<br />

verzoek, van de volgende uitrusting :<br />

a) een snelheidssimulator die het gehele meetbereik van de op te<br />

stellen tachografen kan doorlopen. De meetresultaten in omwentelingen<br />

per km moeten op één omwenteling na en de snelheden in 0,1<br />

km/h afleesbaar zijn;<br />

b) een geschikte gelijkspanningsbron;<br />

c) een toestel waarmede ogenblikkelijk de afwijking van de tijdbasis<br />

van de tachografen kan bepaald worden;<br />

d) een afleesinrichting voor de registratiebladen met een ingebouwd<br />

vergrootglas;<br />

e) de nodige uitrusting voor het uitvoeren van de herstellingen;<br />

f) een voorraad oorspronkelijke onderdelen;<br />

g) een voorraad registratiebladen voor de te herstellen tachografen;<br />

h) een kaartsysteem bestemd voor het klasseren en het bewaren van<br />

de werkdocumenten naar het model bepaald door de Minister of zijn<br />

afgevaardigde. Deze documenten moeten voor iedere tachograaf<br />

worden opgemaakt en aangevuld met het registratieblad waarop de<br />

gegevens voorkomen van al de proeven die werden uitgevoerd bij een<br />

herstelling of een controle;<br />

i) het gereedschap voor de inwendige verzegeling van de tachografen;<br />

j) een bijgehouden technische documentatie.


33200 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

L’appareillage énuméré ci-dessus se trouve dans un local destiné aux<br />

opérations, mesures et contrôles en cause.<br />

En outre, le demandeur doit apporter la preuve qu’au moins un<br />

membre du personnel a suivi une formation pour la réparation des<br />

types de tachygraphes à réparer.<br />

C. DISPOSITIONS SPECIFIQUES RELATIVES A L’AGREMENT DES<br />

INSTALLATEURS DE TACHYGRAPHES DIGITAUX<br />

L’agrément en tant qu’installateur est subordonné, au moment de<br />

l’introduction de la demande, à la possession de l’équipement suivant :<br />

I. En vue du contrôle des tachygraphes :<br />

a) une enseigne normalisée identifiant l’entreprise en tant qu’installateur<br />

agréé de tachygraphes digitaux. Celle-ci est placée à l’extérieur<br />

du bâtiment à un endroit bien visible après réception de l’agrément.<br />

Son modèle est défini par l’Administration.<br />

b) un local propre réservé aux interventions techniques. Ce local est<br />

délimité par des parois pleines et est muni d’une porte fermant à clé.<br />

Son accès est strictement réservé au personnel agréé de l’atelier.<br />

En outre, ce local doit disposer d’une armoire ou coffre-fort fermant<br />

à clé où sont conservés les cartes d’atelier.<br />

c) un ordinateur répondant à des caractéristiques adaptées aux<br />

applications informatiques actualisées du tachygraphe;<br />

d) un équipement technique permettant de réaliser sur les appareils<br />

de contrôle la mise en service, la programmation, l’étalonnage et le<br />

téléchargement des données;<br />

e) une horloge radio-commandée;<br />

f) un contrôleur d’horloge approprié permettant de déterminer<br />

instantanément la dérive de la base de temps des tachygraphes;<br />

g) un câble permettant le raccordement du tachygraphe et du capteur<br />

par l’extérieur sans utiliser le câblage de l’installation existante;<br />

h) un fichier destiné au classement et à la conservation des<br />

documents de travail conformes au modèle défini par le Ministre ou<br />

son délégué.<br />

i) une documentation technique à jour.<br />

II. En vue de l’installation sur le véhicule :<br />

les équipements cités aux points A.II.a) jusque A.II.l).<br />

Tout ou partie du matériel et de l’équipement repris aux points A.II.<br />

a), b), c), e) et f) n’est pas exigé dans le cas où l’installateur dispose d’un<br />

banc d’essai approprié qui permet de fournir les mêmes prestations<br />

avec une précision équivalente.<br />

D. DISPOSITIONS SPECIFIQUES RELATIVES A L’AGREMENT DES<br />

REPARATEURS DE TACHYGRAPHES DIGITAUX<br />

L’agrément en tant que réparateur est subordonné, au moment de<br />

l’introduction de la demande, à la possession de l’équipement suivant :<br />

a) un local propre réservé aux interventions techniques. Ce local est<br />

délimité par des parois pleines et est muni d’une porte fermant à clé.<br />

Son accès est strictement réservé aux réparateurs agréés del’atelier. En<br />

outre, ce local doit disposer d’une armoire ou coffre-fort fermant à clé<br />

où sont conservés lematériel de pose des scellés, les cartes d’atelier,<br />

tous les documents relatifs à l’activité, les formulaires qui vont être<br />

employés à la suite des interventions techniques, les supports informatiques,<br />

excepté les copies de sauvegarde de ceux-ci, relatifs à l’activité<br />

de téléchargement des données;<br />

b) un ordinateur répondant à des caractéristiques adaptées aux<br />

applications informatiques actualisées du tachygraphe;<br />

c) un banc d’essai du tachygraphe;<br />

d) un équipement technique permettant de réaliser sur les tachygraphes<br />

la mise en service, la programmation et le téléchargement des<br />

données;<br />

e) un contrôleur d’horloge approprié permettant de déterminer<br />

instantanément la dérive de la base de temps des tachygraphes;<br />

f) les manuels techniques et modes d’emploi du tachygraphe;<br />

De hierboven genoemde uitrusting bevindt zich in een lokaal dat<br />

bestemd is voor de bedoelde werkzaamheden, metingen en controles.<br />

Bovendien moet de aanvrager het bewijs leveren dat ten minste één<br />

personeelslid een opleiding als hersteller voor de soorten tachografen<br />

gevolgd heeft.<br />

C. SPECIFIEKE BEPALINGEN BETREFFENDE DE ERKENNING<br />

ALS INSTALLATEUR VAN DIGITALE TACHOGRAFEN<br />

De erkenning in de hoedanigheid van installateur is onderworpen<br />

aan het bezit, op het tijdstip van de indiening van het verzoek, van de<br />

volgende uitrusting :<br />

I. Ten aanzien van de controle van de tachografen :<br />

a) een standaard uithangbord dat de onderneming identificeert als<br />

erkend installateur van digitale tachografen. Dit wordt op een goed<br />

zichtbare plaats buiten het gebouw geplaatst na ontvangst van de<br />

erkenning. Het model ervan wordt bepaald door de Administratie.<br />

b) een proper lokaal voorbehouden voor de technische behandelingen.<br />

Dit lokaal wordt afgesloten door vaste wanden en een deur die op<br />

slot kan. Dit lokaal is slechts toegankelijk voor het erkend personeel van<br />

de werkplaats.<br />

Bovendien moet het lokaal uitgerust zijn met een kast of een<br />

brandkast die op slot kunnen, met het oog op de bewaring van de<br />

werkplaatskaarten.<br />

c) een computer waarvan de kenmerken aangepast zijn aan de<br />

geactualiseerde informaticatoepassingen van de tachograaf;<br />

d) een technische uitrusting voor de indienststelling, de programmering,<br />

de kalibrering en de overbrenging van de gegevens van de<br />

controleapparaten;<br />

e) een radio gestuurd uurwerk;<br />

f) een toestel waarmede ogenblikkelijk de afwijking van de tijdbasis<br />

van de tachografen kan bepaald worden;<br />

g) een kabel die de verbinding toelaat tussen de tachograaf en de<br />

opnemer langs buiten zonder gebruik te maken van de bestaande<br />

installatie;<br />

h) een kaartsysteem bestemd voor het klasseren en het bewaren van<br />

de werkdocumenten naar het model bepaald door de Minister of zijn<br />

afgevaardigde.<br />

i) een bijgehouden technische documentatie.<br />

II. Ten aanzien van de installatie in het voertuig :<br />

de uitrustingen waarvan sprake in de punten A.II.a) tot A.II.l).<br />

De in de punten A.II. a), b), c), e) en f) genoemd materiaal of uitrusting<br />

of gedeelte ervan is niet vereist wanneer de installateur gebruik maakt<br />

van een geschikte proefbank, die toelaat dezelfde prestaties met een<br />

even grote nauwkeurigheid te leveren.<br />

D. SPECIFIEKE BEPALINGEN BETREFFENDE DE ERKENNING<br />

ALS HERSTELLER VAN DIGITALE TACHOGRAFEN<br />

De erkenning in de hoedanigheid van hersteller van tachografen is<br />

onderworpen aan het bezit, op het tijdstip van de indiening van het<br />

verzoek, van de volgende uitrusting :<br />

a) een proper lokaal voor de technische behandelingen. Dit lokaal<br />

wordt afgesloten door vaste wanden en een deur die op slot kan. Dit<br />

lokaal is slechts toegankelijk voor de erkende herstellers van de<br />

werkplaats. Bovendien moet het lokaal uitgerust zijn met een kast of<br />

een brandkast die op slot kunnen, met het oog op de bewaring van het<br />

verzegelingsgereedschap, de werkplaatskaarten, alle documenten betreffende<br />

de activiteit en de technische behandelingen en de informaticadragers<br />

betreffende de overgebrachte gegevens, met uitsluiting van de<br />

back-ups;<br />

b) een computer waarvan de kenmerken aangepast zijn aan de<br />

geactualiseerde informaticatoepassingen van de tachograaf;<br />

c) een proefbank voor de tachograaf;<br />

d) een technische uitrusting voor de indienststelling, de programmering<br />

en de overbrenging van de gegevens van de tachografen;<br />

e) een toestel waarmede ogenblikkelijk de afwijking van de tijdbasis<br />

van de tachografen kan bepaald worden;<br />

f) de technische handboeken en de gebruiksaanwijzingen van de<br />

tachograaf;


g) un fichier destiné au classement et à la conservation des<br />

documents de travail conformes au modèle défini par le Ministre ou<br />

son délégué. Ces documents sont établis pour chaque tachygraphe et se<br />

rapportent à l’ensemble des essais effectués lors d’une réparation ou<br />

d’un contrôle;<br />

h) l’équipement nécessaire à l’exécution des réparations;<br />

i) un stock de pièces d’origine;<br />

j) l’outillage de scellement interne des tachygraphes;<br />

k) une documentation technique à jour.<br />

Vu pour être annexé à Notre arrêté du 14 juillet 2005 portant<br />

exécution du règlement (CEE) n° 3821/85 du 20 décembre 1985<br />

concernant l’appareil de contrôle dans le domaine des transports par<br />

route.<br />

ALBERT<br />

Par le Roi :<br />

Le Ministre de la Mobilité,<br />

R. LANDUYT<br />

Le Ministre de l’Economie et Energie,<br />

M. VERWILGHEN<br />

Annexe III<br />

AGREMENT DES INSTALLATEURS OU REPARATEURS LIMITE<br />

AUX TACHYGRAPHES ANALOGIQUES<br />

§ 1 er . Les personnes physiques ou morales qui effectuent dans leurs<br />

locaux les opérations d’installation, de contrôle de l’exactitude ou de<br />

réparation sont agréées comme installateur en ce qui concerne l’installation<br />

et le contrôle de l’exactitude, comme réparateur en ce qui<br />

concerne la réparation.<br />

§ 2. Les conditions auxquelles doivent satisfaire les personnes<br />

physiques ou morales pour obtenir un agrément sont fixées à<br />

l’annexe II.<br />

§ 3. Toute demande d’agrément en tant qu’installateur ou réparateur<br />

de tachygraphes est adressée à l’Administration.<br />

§ 4. Le contrôle de la capacité professionnelle et technique du<br />

demandeur de même que la vérification de la possession de l’équipement<br />

nécessaire sont effectués chez le demandeur par des agents du<br />

Service public fédéral Mobilité et Transports habilités à cet effet par le<br />

Ministre ou son délégué. Ces agents établissent un rapport circonstancié<br />

des constatations faites.<br />

§ 5. L’agrément est accordé ou refusé par le Ministre ou son délégué<br />

sur base du rapport visé au paragraphe 4.<br />

§ 6. Le Ministre ou son délégué attribue à tout installateur ou<br />

réparateur agréé une marque d’identification à reproduire sur tous les<br />

scellements qu’il effectue. Cette marque est composée de deux parties<br />

distinctes :<br />

Pour un installateur :<br />

— les lettres « BA »;<br />

— un numéro attribué par l’Administration.<br />

Pour un réparateur :<br />

— les lettres « BB »;<br />

— un numéro attribué par l’Administration.<br />

§ 7. Un document de travail est rédigé chaque fois qu’un tachygraphe<br />

est installé, réparé ou contrôlé sur son exactitude. Ce document est<br />

conservé dans un classement approprié pendant une durée de sept ans.<br />

Les modèles des documents mentionnés ci-dessus et des annexes à y<br />

joindre sont établis par le Ministre ou son délégué.<br />

§ 8. Les agents du Service public fédéral Mobilité et Transports<br />

habilités à cet effet peuvent procéder à tout moment et à tout endroit au<br />

contrôle des ateliers agréés.<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

g) een kaartsysteem bestemd voor het klasseren en het bewaren van<br />

de werkdocumenten naar het model bepaald door de Minister of zijn<br />

afgevaardigde. Deze documenten worden voor elke tachograaf opgemaakt<br />

en omvatten al de proeven die werden uitgevoerd bij een<br />

herstelling of een controle;<br />

h) de nodige uitrusting voor het uitvoeren van de herstellingen;<br />

i) een voorraad oorspronkelijke onderdelen;<br />

j) het gereedschap voor de inwendige verzegeling van de tachografen;<br />

k) een bijgehouden technische documentatie.<br />

Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 14 juli 2005<br />

houdende uitvoering van de Verordening (EEG) nr. 3821/85 van<br />

20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer.<br />

ALBERT<br />

Van Koningswege :<br />

De Minister van Mobiliteit,<br />

R. LANDUYT<br />

De Minister van Economie en Energie,<br />

M. VERWILGHEN<br />

Bijlage III<br />

33201<br />

ERKENNING VAN DE INSTALLATEURS OF HERSTELLERS DIE<br />

ZICH TOT ANALOGE TACHOGRAFEN BEPERKEN<br />

§ 1. De natuurlijke personen of rechtspersonen die de installatie, de<br />

controle van de meetnauwkeurigheid of de herstelling in hun lokalen<br />

uitvoeren, zijn erkend als installateur, wat de installatie en de controle<br />

van de meetnauwkeurigheid van de apparaten betreft en als hersteller,<br />

wat de herstellingen betreft.<br />

§ 2. De voorwaarden waaraan de natuurlijke personen of rechtspersonen<br />

moeten voldoen om te worden erkend, zijn bepaald in bijlage II.<br />

§ 3. Iedere aanvraag om erkenning als installateur of hersteller van<br />

tachografen wordt gericht aan de Administratie.<br />

§ 4. Door de Minister of zijn afgevaardigde gemachtigde ambtenaren<br />

van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer gaan bij de<br />

aanvrager na of hij de vereiste beroepsbekwaamheid en technische<br />

vaardigheid bezit en over de nodige uitrusting beschikt. Deze ambtenaren<br />

stellen een omstandig verslag op over de gedane vaststellingen.<br />

§ 5. De erkenning wordt verleend of geweigerd door de Minister of<br />

zijn afgevaardigde op basis van het verslag zoals vermeld in paragraaf<br />

4.<br />

§ 6. De Minister of zijn afgevaardigde wijst aan ieder erkend<br />

installateur of hersteller een identificatiemerk toe dat hij op alle<br />

verzegelingen moet aanbrengen. Dit merk bestaat uit twee onderscheiden<br />

delen :<br />

Voor een installateur :<br />

— de letters « BA »;<br />

— een door de Administratie toegekend nummer.<br />

Voor een hersteller :<br />

— de letters « BB »;<br />

— een door de Administratie toegekend nummer.<br />

§ 7. Een werkdocument wordt opgemaakt telkens een tachograaf<br />

geïnstalleerd, hersteld of op zijn meetnauwkeurigheid gecontroleerd<br />

wordt. Dit document wordt bewaard in een passend klassement voor<br />

een periode van zeven jaar.<br />

De modellen van de bovengenoemde documenten en de erbij te<br />

voegen bijlagen worden bepaald door de Minister of zijn afgevaardigde.<br />

§ 8. De hiertoe gemachtigde ambtenaren van de Federale Overheidsdienst<br />

Mobiliteit en Vervoer kunnen te allen tijde en overal de erkende<br />

werkplaatsen controleren.


33202 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Le Roi peut agréer, aux conditions fixées à l’annexe VI, des<br />

organismes compétents pour effectuer les contrôles visés à l’alinéa 1 er .<br />

Ces organismes sont indépendants de la fabrication, de l’importation<br />

ou de la commercialisation des tachygraphes.<br />

§ 9. L’agrément peut être retiré lorsqu’une installation, un contrôle de<br />

l’exactitude ou une réparation n’a pas été effectué conformément aux<br />

prescriptions du règlement.<br />

L’agrément comme installateur ou réparateur peut également être<br />

retiré lorsqu’il est constaté conformément à l’article 14, que les<br />

conditions pour l’installation et la réparation des tachygraphes ne sont<br />

plus remplies.<br />

§ 10. Le refus d’agrément ou le retrait de celui-ci est motivé et notifié<br />

à l’intéressé par lettre recommandée à la poste.<br />

Dans les trente jours de la notification du refus ou du retrait de<br />

l’agrément, l’intéressé peut introduire un recours auprès du Ministre,<br />

par lettre recommandée à la poste.<br />

Le Ministre statue par décision motivée, dans les trente jours de<br />

l’envoi de la lettre, l’intéressé ou son mandataire sont éventuellement<br />

entendus.<br />

Le recours n’est pas suspensif.<br />

§ 11. Tout installateur ou réparateur qui cesse ses activités en informe<br />

immédiatement l’Administration.<br />

§ 12. Un membre au moins du personnel affecté àl’installation ou à<br />

la réparation des tachygraphes a reçu une formation de base ainsi qu’un<br />

recyclage tous les trois ans.<br />

Toute modification du personnel ainsi qualifié est immédiatement<br />

notifiée à l’Administration, avec mention de la date à laquelle le<br />

changement a eu lieu.<br />

§ 13. Les cours de formation et de recyclage reconnus par l’Administration<br />

sont dispensés dans des locaux spécifiques par des organismes<br />

de formation.<br />

§ 14. Tout installateur ou réparateur qui cesse ses activités en informe<br />

immédiatement l’Administration.<br />

§ 15. Afin d’assurer une application égale des prescriptions du<br />

règlement, le Ministre ou son délégué établit des instructions en ce qui<br />

concerne l’installation, la réparation et le contrôle du tachygraphe et de<br />

l’installation dans son ensemble.<br />

§ 16. La plaquette d’installation porte les mentions suivantes :<br />

— nom, adresse et numéro d’agrément de l’installateur;<br />

— le numéro d’homologation du tachygraphe;<br />

— la pression des pneumatiques des roues motrices exprimée en<br />

bars;<br />

— la dimension des pneumatiques des roues motrices;<br />

— la circonférence effective moyenne des pneumatiques des roues<br />

motrices exprimée en millimètres;<br />

— le coefficient caractéristique du véhicule, éventuellement corrigé<br />

(+ 1 %) pour véhicules non carrossés ou tracteurs;<br />

— le rapport du double pont s’il y a lieu;<br />

— le cas échéant, la valeur des pignons de réglage de l’adaptateur;<br />

— la date du relevé du coefficient caractéristique du véhicule et du<br />

mesurage de la circonférence effective des pneus des roues<br />

motrices.<br />

Vu pour être annexé à Notre arrêté du 14 juillet 2005 portant<br />

exécution du règlement (CEE) n° 3821/85 du 20 décembre 1985<br />

concernant l’appareil de contrôle dans le domaine des transports par<br />

route.<br />

ALBERT<br />

Par le Roi :<br />

Le Ministre de la Mobilité,<br />

R. LANDUYT<br />

Le Ministre de l’Economie et Energie,<br />

M. VERWILGHEN<br />

De Koning kan, onder de voorwaarden bepaald in bijlage VI,<br />

bevoegde instellingen erkennen om de in lid 1 bedoelde controles uit te<br />

voeren. Deze instellingen zijn niet betrokken in de fabricatie, de invoer<br />

of het in de handel brengen van tachografen.<br />

§ 9. De erkenning kan worden ingetrokken, wanneer een installatie,<br />

een controle van de meetnauwkeurigheid of een herstelling niet<br />

overeenkomstig de voorschriften van de verordening werd uitgevoerd.<br />

De erkenning als installateur of hersteller kan ook worden ingetrokken<br />

wanneer bij toepassing van artikel 14, wordt vastgesteld dat niet<br />

meer voldaan is aan de voorwaarden voor het installeren of herstellen<br />

van tachografen.<br />

§ 10. De weigering tot erkenning of de intrekking ervan wordt met<br />

redenen omkleed en aan de betrokkene betekend bij een ter post<br />

aangetekende brief.<br />

Binnen de dertig dagen na de kennisgeving van de weigering of de<br />

intrekking van de erkenning, kan de betrokkene bij een ter post<br />

aangetekende brief beroep aantekenen bij de Minister.<br />

De Minister doet bij een met redenen omklede beslissing uitspraak<br />

binnen de dertig dagen na de verzending van de brief, eventueel na de<br />

betrokkene of zijn gevolmachtigde te hebben gehoord.<br />

Het beroep heeft geen schorsende kracht.<br />

§ 11. Ieder installateur of hersteller die zijn werkzaamheden stopzet,<br />

geeft daarvan onmiddellijk kennis aan de Administratie.<br />

§ 12. Tenminste één personeelslid dat met de installatie of met de<br />

herstelling van tachografen belast is, heeft een basisopleiding gevolgd,<br />

alsook een vervolmakingcursus om de drie jaar.<br />

Iedere wijziging van het aldus gekwalificeerd personeel wordt<br />

onmiddellijk ter kennis gebracht van de Administratie, met vermelding<br />

van de datum waarop deze wijziging heeft plaatsgehad.<br />

§ 13. De door de Administratie goedgekeurde opleidings- en<br />

vervolmakingcursussen worden in specifieke lokalen door de opleidingsinstellingen<br />

verstrekt.<br />

§ 14. Ieder installateur of hersteller die zijn werkzaamheden stopzet,<br />

geeft daarvan onmiddellijk kennis aan de Administratie.<br />

§ 15. Teneinde de gelijkvormige toepassing van de voorschriften van<br />

dit besluit te verzekeren, stelt de Minister of zijn afgevaardigde<br />

instructies op i.v.m. de installatie, de herstelling en de controle van de<br />

tachograaf en de installatie in haar geheel.<br />

§ 16. Op het installatieplaatje staan de volgende vermeldingen :<br />

— naam, adres en erkenningsnummer van de installateur;<br />

— het goedkeuringsnummer van de tachograaf;<br />

— de bandendruk van de aangedreven wielen uitgedrukt in bar;<br />

— de bandenmaat van de aangedreven wielen;<br />

— de gemiddelde effectieve omtrek van de banden van de aangedreven<br />

wielen uitgedrukt in mm;<br />

— de eventueel verbeterde (+ 1%), kenmerkende coëfficiënt van het<br />

voertuig voor voertuigen niet voorzien van carrosserie of<br />

trekkers;<br />

— indien van toepassing, de dubbele brugoverbrenging;<br />

— indien van toepassing, de waarden van de tandraderen voor het<br />

regelen van het aanpassingsorgaan;<br />

— de datum waarop de kenmerkende coëfficiënt van het voertuig<br />

en de effectieve omtrek van de banden van de aangedreven<br />

wielen gemeten is.<br />

Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 14 juli 2005<br />

houdende uitvoering van de Verordening (EEG) nr. 3821/85 van<br />

20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer.<br />

ALBERT<br />

Van Koningswege :<br />

De Minister van Mobiliteit,<br />

R. LANDUYT<br />

De Minister van Economie en Energie,<br />

M. VERWILGHEN


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

33203


33204 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD


Vu pour être annexé à Notre arrêté du 14 juillet 2005 portant<br />

exécution du règlement (CEE) n° 3821/85 du 20 décembre 1985<br />

concernant l’appareil de contrôle dans le domaine des transports par<br />

route.<br />

ALBERT<br />

Par le Roi :<br />

Le Ministre de la Mobilité,<br />

R. LANDUYT<br />

Le Ministre de l’Economie et Energie,<br />

M. VERWILGHEN<br />

Annexe V<br />

MONTANTS DES REDEVANCES A PERCEVOIR POUR L’AGRE-<br />

MENT DES INSTALLATEURS ET REPARATEURS.<br />

L’agrément comme installateur ou réparateur de tachygraphes donne<br />

lieu à une redevance dont le montant est fixé à:<br />

— 250 euros pour l’examen en vue de l’agrément comme installateur;<br />

— 200 euros pour l’extension de l’agrément d’installateur au<br />

tachygraphe digital;<br />

— 150 euros pour l’examen en vue de l’agrément comme réparateur;<br />

— 100 euros pour l’extension de l’agrément de réparateur au<br />

tachygraphe digital;<br />

— 25 euros pour la délivrance de tout certificat d’agrément.<br />

Vu pour être annexé à Notre arrêté du 14 juillet 2005 portant<br />

exécution du règlement (CEE) n° 3821/85 du 20 décembre 1985<br />

concernant l’appareil de contrôle dans le domaine des transports par<br />

route.<br />

ALBERT<br />

Par le Roi :<br />

Le Ministre de la Mobilité,<br />

R. LANDUYT<br />

Le Ministre de l’Economie et Energie,<br />

M. VERWILGHEN<br />

Annexe VI<br />

CONDITIONS D’AGREMENT DES ORGANISMES DE CONTROLE<br />

DES ATELIERS AGREES POUR L’INSTALLATION ET LA REPARA-<br />

TION DES TACHYGRAPHES.<br />

La présente annexe définit les conditions dans lesquelles des<br />

organismes peuvent recevoir du Ministre ou son délégué un agrément<br />

pour effectuer le contrôle des installateurs et réparateurs de tachygraphes<br />

agréés ainsi que la vérification et l’étalonnage des appareils<br />

utilisés par ceux-ci.<br />

1. Un organisme qui sollicite l’agrément prévu à l’article 14 introduit<br />

auprès du Ministre ou son délégué une demande comprenant :<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

— les statuts de l’organisme ainsi que les noms des gérants ou<br />

administrateurs;<br />

— l’identité de la ou des personnes physiques désignées par ledit<br />

organisme pour effectuer les contrôles, vérifications et étalonnages;<br />

— les pièces démontrant que les conditions requises au point 2 sont<br />

remplies.<br />

Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 14 juli 2005<br />

houdende uitvoering van de Verordening (EEG) nr. 3821/85 van<br />

20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer.<br />

ALBERT<br />

Van Koningswege :<br />

De Minister van Mobiliteit,<br />

R. LANDUYT<br />

De Minister van Economie en Energie,<br />

M. VERWILGHEN<br />

Bijlage V<br />

BEDRAGEN VAN DE RETRIBUTIES VOOR DE ERKENNING<br />

VAN INSTALLATEURS EN HERSTELLERS<br />

De erkenning als installateur of hersteller van tachografen is<br />

onderworpen aan een retributie waarvan het bedrag bepaald is op :<br />

— 250 euro voor het onderzoek met het oog op de erkenning als<br />

installateur;<br />

— 200 euro voor de uitbreiding van de erkenning als installateur tot<br />

de digitale tachograaf;<br />

— 150 euro voor het onderzoek met het oog op de erkenning als<br />

hersteller;<br />

— 100 euro voor de uitbreiding van de erkenning als hersteller tot<br />

de digitale tachograaf;<br />

— 25 euro voor de afgifte van elk erkenningscertificaat.<br />

Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 14 juli 2005<br />

houdende uitvoering van de Verordening (EEG) nr. 3821/85 van<br />

20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer.<br />

ALBERT<br />

Van Koningswege :<br />

De Minister van Mobiliteit,<br />

R. LANDUYT<br />

De Minister van Economie en Energie,<br />

M. VERWILGHEN<br />

Bijlage VI<br />

33205<br />

ERKENNINGSVOORWAARDEN VOOR DE CONTROLE-<br />

INSTELLINGEN VAN DE ERKENDE WERKPLAATSEN VOOR<br />

HET INSTALLEREN EN HERSTELLEN VAN TACHOGRAFEN<br />

Deze bijlage bepaalt de voorwaarden waarop instellingen van de<br />

Minister of zijn gemachtigde een erkenning kunnen krijgen om de<br />

controle te verrichten bij de erkende installateurs en herstellers van<br />

tachografen, alsook de verificatie en de ijking van de apparaten die zij<br />

gebruiken.<br />

1. Een instelling die de in artikel 14 bedoelde erkenning aanvraagt,<br />

dient bij de Minister of zijn gemachtigde een aanvraag in met opgave<br />

van :<br />

— de statuten van de instelling alsook de namen van de zaakvoerders<br />

of bestuurders;<br />

— de identiteit van de natuurlijke persoon of personen die door<br />

genoemde instelling aangesteld werd(en) om de controles,<br />

verificaties en ijkingen te verrichten;<br />

— de stukken waarbij aangetoond wordt dat aan de in punt 2<br />

vereiste voorwaarden voldaan is.


33206 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

2. Pour obtenir l’agréation, le demandeur doit :<br />

a) Etablir qu’il :<br />

— dispose de locaux adéquats, du matériel approprié et de la<br />

documentation technique nécessaires pour exécuter la vérification<br />

ou l’étalonnage des appareils utilisés par les installateurs et<br />

réparateurs de tachygraphes;<br />

— dispose du personnel technique en nombre suffisant pour<br />

effectuer les contrôles et en assurer la continuité. Le personnel<br />

doit posséder la formation, les aptitudes, les connaissances ainsi<br />

que l’expérience nécessaire à l’exécution des fonctions dont il est<br />

chargé;<br />

— respecte les conditions reprises à la norme ISO 17025;<br />

b) s’engager à :<br />

— autoriser, à tout moment, l’accès des locaux concernés par<br />

l’activité en cause aux agents de l’Administration;<br />

— communiquer aux agents de l’Administration tous les renseignements<br />

relatifs aux méthodes et aux techniques mises en œuvre;<br />

— faire étalonner ses étalons afind’assurer la traçabilité aux étalons<br />

nationaux.<br />

3. Le Directeur de l’organisme agréé et les personnes chargées des<br />

missions ne peuvent être ni directement ni indirectement intéressés<br />

dans une société s’occupant de la fabrication ou la commercialisation<br />

des tachygraphes.<br />

4. La demande d’agréation fait l’objet d’un examen au terme duquel<br />

l’agrément est délivré pour une période d’une année reconduite<br />

tacitement ou refusé.<br />

5. Le maintien de l’agrément de l’organisme est subordonné àla<br />

production, chaque année, d’un rapport d’activité avant le 31 janvier de<br />

l’année suivante au Ministre ou son délégué. Ce rapport comprend<br />

notamment la liste des établissements ayant fait l’objet d’un contrôle,<br />

une présentation statistique des résultats de ces contrôles précisant les<br />

conformités et les non-conformités à la réglementation.<br />

6. Les organismes qui sollicitent l’agrément s’engagent à effectuer un<br />

contrôle annuel portant sur les points suivants :<br />

— présence et état du matériel et infrastructure requis à l’annexe II;<br />

— présence des cartes d’atelier;<br />

— validité des certificats de vérification et d’étalonnage des appareils;<br />

— validité des attestations de formion ou de recyclage;<br />

- les fiches de travail;<br />

- les fichiers informatiques.<br />

7. Ces organismes sont à même de procéder, à la demande de l’atelier<br />

agréé, à la vérification ou à l’étalonnage des appareils sur place ou dans<br />

leurs locaux.<br />

2. Om de erkenning te verkrijgen moet de aanvrager :<br />

a) Aantonen dat hij :<br />

— over adequate ruimten, het aangepaste materieel en de technische<br />

documentatie beschikt nodig om de verificatie of de ijking<br />

uit te voeren van de apparaten die door de installateurs en<br />

herstellers van tachografen gebruikt worden;<br />

— over voldoende technisch personeel beschikt om de controles te<br />

verrichten en de continuïteit ervan te waarborgen. Het personeel<br />

moet de nodige opleiding, bekwaamheid, kennis en ervaring<br />

hebben voor het uitvoeren van de functies waarmee het belast is;<br />

— voldoet aan de voorwaarden van ISO 17025;<br />

b) zich ertoe verbinden om:<br />

— de ambtenaren van de Administratie op elk ogenblik toegang te<br />

verlenen tot de betrokken bedrijfsruimten;<br />

— de ambtenaren van de Administratie alle gegevens betreffende<br />

de aangewende methodes en technieken mee te delen;<br />

— zijn meetstandaarden te laten kalibreren ter wille van de<br />

traceerbaarheid voor de nationale meetstandaarden.<br />

3. De directeur van de erkende instelling en de met de opdrachten<br />

belaste personen mogen rechtstreeks noch onrechtstreeks belang hebben<br />

bij een vennootschap die bedrijvig is in de vervaardiging van of het<br />

in de handel brengen van tachografen.<br />

4. De erkenningsaanvraag wordt onderzocht, waarna de erkenning<br />

wordt verleend voor een stilzwijgend verlengde periode van één jaar of<br />

wordt geweigerd.<br />

5. Het behoud van de erkenning van de instelling is onderworpen<br />

aan het jaarlijks indienen van een activiteitenverslag vóór 31 januari van<br />

het volgend jaar bij de Minister of zijn gemachtigde. Dit verslag omvat<br />

onder meer de lijst van de gecontroleerde instellingen, een statistische<br />

presentatie van de resultaten van die controles met vermelding van wat<br />

conform en wat niet conform de reglementering is.<br />

6. De instellingen die de erkenning aanvragen, verbinden zich ertoe<br />

om een jaarlijkse controle te verrichten op de volgende punten :<br />

— aanwezigheid en staat van materieel en infrastructuur vereist in<br />

de bijlage II;<br />

— aanwezigheid van de werkplaatskaarten;<br />

— geldigheid van de verificatie- en ijkingscertificaten van de<br />

apparaten;<br />

— geldigheid van de opleidings- of vervolmakingsattesten;<br />

— de werkfiches;<br />

— de computerbestanden.<br />

7. Deze instellingen kunnen op verzoek van de erkende werkplaats<br />

de apparaten ter plaatse of in hun ruimten verifiëren of ijken.


8. L’organisme qui demande l’agrément doit s’engager à remettre à<br />

chaque établissement contrôlé, à l’issue du contrôle, un rapport<br />

mentionnant les résultats du contrôle, ses conclusions quant à la<br />

conformité de l’atelier agréé aux règles de l’art prévalant en matière<br />

d’installation ou de réparation des tachygraphes, le cas échéant, les<br />

améliorations et corrections qui s’imposent. Une copie du rapport de<br />

contrôle est systématiquement transmise à la l’Administration. Le<br />

modèle du rapport de contrôle est préalablement soumis à l’accord de<br />

l’Administration.<br />

9. Lorsque le contrôle fait apparaître une ou plusieurs nonconformités<br />

majeures, l’organisme agréé en informe expressément<br />

l’Administration.<br />

10. Les contrôles qui ne seraient pas réalisés conformément aux<br />

dispositions reprises dans la présente annexe, des défaillances répétées<br />

dans la qualité de ceux-ci ou l’absence de notifications immédiates des<br />

constats visés au point 9. peuvent conduire au retrait de l’agrément de<br />

l’organisme.<br />

Vu pour être annexé à Notre arrêté du 14 juillet 2005 portant<br />

exécution du règlement (CEE) n° 3821/85 du 20 décembre 1985<br />

concernant l’appareil de contrôle dans le domaine des transports par<br />

route.<br />

ALBERT<br />

Par le Roi :<br />

Le Ministre de la Mobilité,<br />

R. LANDUYT<br />

Le Ministre de l’Economie et Energie,<br />

M. VERWILGHEN<br />

Annexe VII<br />

MONTANTS DES REDEVANCES A PERCEVOIR<br />

POUR L’OBTENTION DES CARTES TACHYGRAPHIQUES<br />

La délivrance des cartes tachygraphiques, dont question à l’article 16<br />

§ 1 er , donne lieu à une redevance dont le montant est fixé à:<br />

— 61 euros pour une carte conducteur;<br />

— 121 euros pour une carte d’entreprise;<br />

— 181 euros pour une carte d’atelier.<br />

La carte de contrôleur est délivrée gratuitement.<br />

Vu pour être annexé à Notre arrêté du 14 juillet 2005 portant<br />

exécution du règlement (CEE) n° 3821/85 du 20 décembre 1985<br />

concernant l’appareil de contrôle dans le domaine des transports par<br />

route.<br />

ALBERT<br />

Par le Roi :<br />

Le Ministre de la Mobilité,<br />

R. LANDUYT<br />

Le Ministre de l’Economie et Energie,<br />

M. VERWILGHEN<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

8. De instelling die de erkenning aanvraagt, verbindt zich ertoe om<br />

na afloop van de controle aan iedere gecontroleerde onderneming een<br />

rapport met de controleresultaten te overhandigen, evenals haar<br />

besluiten betreffende de conformiteit van de erkende werkplaats aan de<br />

geldende regels voor de installatie en herstelling van tachografen, met<br />

eventueel de nodige verbeteringen en correcties die zich opdringen.<br />

Een kopie van het controlerapport wordt systematisch overgezonden<br />

aan de Administratie. Het model van het controlerapport wordt vooraf<br />

voor akkoord ter goedkeuring voorgelegd aan de Administratie.<br />

9. Wanneer de controle één of meer ernstige non-conformiteiten aan<br />

het licht brengt, stelt de erkende instelling de Administratie daarvan<br />

uitdrukkelijk in kennis.<br />

10. Controles die niet overeenkomstig de bepalingen in deze bijlage<br />

zouden gebeuren, herhaalde kwaliteitsgebreken in de controles of het<br />

niet onmiddellijk kennis geven van de in punt 9. bedoelde vaststellingen<br />

kunnen de intrekking van de erkenning van de instelling tot gevolg<br />

hebben.<br />

Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 14 juli 2005<br />

houdende uitvoering van de Verordening (EEG) nr. 3821/85 van<br />

20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer.<br />

ALBERT<br />

Van Koningswege :<br />

De Minister van Mobiliteit,<br />

R. LANDUYT<br />

De Minister van Economie en Energie,<br />

M. VERWILGHEN<br />

Bijlage VII<br />

BEDRAGEN VAN DE RETRIBUTIES<br />

VOOR DE AFLEVERING VAN TACHOGRAAFKAARTEN<br />

De aflevering van tachograafkaarten, bedoeld in artikel 16, § 1,<br />

gebeurt nabetaling van volgende bedragen :<br />

— 61 euro voor een bestuurderskaart;<br />

— 121 euro voor een bedrijfskaart;<br />

— 181 euro voor een werkplaatskaart.<br />

De kontrolekaart wordt gratis afgeleverd.<br />

Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 14 juli 2005<br />

houdende uitvoering van de Verordening (EEG) nr. 3821/85 van<br />

20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer.<br />

ALBERT<br />

Van Koningswege :<br />

De Minister van Mobiliteit,<br />

R. LANDUYT<br />

De Minister van Economie en Energie,<br />

M. VERWILGHEN<br />

33207


33208 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

33209


33210 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

33211


33212 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

33213


33214 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

33215


33216 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

33217


33218 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

33219


33220 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

33221


33222 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

33223


33224 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

33225


33226 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

33227


33228 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Vu pour être annexé à Notre arrêté du 14 juillet 2005 portant<br />

exécution du règlement (CEE) n° 3821/85 du 20 décembre 1985<br />

concernant l’appareil de contrôle dans le domaine des transports par<br />

route.<br />

ALBERT<br />

Par le Roi :<br />

Le Ministre de la Mobilité,<br />

R. LANDUYT<br />

Le Ministre de l’Economie et Energie,<br />

M. VERWILGHEN<br />

Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 14 juli 2005<br />

houdende uitvoering van de Verordening (EEG) nr. 3821/85 van<br />

20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer.<br />

ALBERT<br />

Van Koningswege :<br />

De Minister van Mobiliteit,<br />

R. LANDUYT<br />

De Minister van Economie en Energie,<br />

M. VERWILGHEN


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION<br />

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN<br />

GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN<br />

VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE<br />

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP<br />

N. 2005 — 1796<br />

[C − 2005/35838]<br />

27 MEI 2005. — Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden en de regels<br />

inzake de toekenning van subsidies voor activiteiten ter bevordering van de uitvoer<br />

VERSLAG AAN DE VLAAMSE REGERING<br />

Dames en heren,<br />

1. ALGEMENE SITUERING<br />

Sinds de regionalisering van de Buitenlandse Handel in 1991 is Vlaanderen bevoegd voor het verlenen van<br />

financiële steun aan Vlaamse ondernemingen en bedrijfsgroeperingen, met dien verstande dat Export Vlaanderen enkel<br />

initiatieven met een exportbevorderend karakter kan ondersteunen.<br />

Conform het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd<br />

agentschap ’Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen’ (in het Engels ’<strong>Flanders</strong> <strong>Investment</strong> and <strong>Trade</strong>’,<br />

afgekort FIT), en meer bepaald op basis van artikel 5, § 1, 5°, en artikel 6, § 2, 2°, van dit decreet, behoort het tot de<br />

opdracht van FIT om financiële stimuli, waarborgen en subsidies toe te kennen ter bevordering van het internationaal<br />

ondernemen.<br />

De creatie van FIT verruimt de opdracht tot het internationaal ondernemen ingevolge het samenbrengen van<br />

Export Vlaanderen en de Dienst Investeren in Vlaanderen. Artikel 4 van bovenvermeld decreet bepaalt de missie van<br />

FIT :<br />

« De missie van het Agentschap bestaat erin om, als element in de sociaal-economische ontwikkeling in<br />

Vlaanderen, middels zijn binnen- en buitenlands netwerk het internationaal ondernemen op een duurzame wijze te<br />

bevorderen door het aanbieden van kwalitatief hoogstaande en specifieke diensten aan alle ondernemingen in<br />

Vlaanderen teneinde deze bij alle facetten van het internationaal ondernemen te begeleiden, te ondersteunen en te<br />

stimuleren.<br />

Het Agentschap heeft verder als missie het aantrekken van buitenlandse investeringen in Vlaanderen om een<br />

betekenisvolle bijdrage te leveren tot de internationale ontwikkeling van de Vlaamse economie. »<br />

De momenteel bij Export Vlaanderen van toepassing zijnde regelgeving tot vaststelling van de voorwaarden en de<br />

regels inzake de toekenning van subsidies voor exportbevorderende activiteiten werd goedgekeurd door de Vlaamse<br />

Regering op 30 april 2001 en steunt op de volgende principes :<br />

1. Het doel van financiële tegemoetkomingen is de Vlaamse ondernemingen aan te sporen nieuwe, vooral verre<br />

markten aan te boren, wat de economie en werkgelegenheid van Vlaanderen moet ten goede komen.<br />

2. Export Vlaanderen steunt ondernemingen en bedrijfsgroeperingen die deelnemen aan door haar georganiseerde<br />

acties en helpt hen tevens bij hun individuele initiatieven die ze ondernemen op markten waar geen collectieve acties<br />

worden voorzien.<br />

3. Verkorting en vereenvoudiging van de procedures : de bedrijven moeten snel geholpen worden.<br />

4. Toepassing van uniforme criteria : alle steunpercentages werden op 50 % gebracht.<br />

5. De steun gaat hoofdzakelijk naar ondernemingen die initiatieven ondernemen buiten de Europese Economische<br />

Ruimte (EER). De lid-Staten van de Europese Unie, Noorwegen, Liechtenstein en IJsland vormen samen de EER. De<br />

reden hiervoor ligt in de Europese wetgeving, die bepaalt dat het mededingingsrecht van de EU uitgebreid wordt tot<br />

de EER.<br />

6. De in het besluit opgenomen financiële tegemoetkomingen voor exportbevorderende activiteiten vallen onder<br />

de Europese de minimis-regeling’.<br />

Door de permanente inspanningen van Export Vlaanderen rond de bekendmaking van de mogelijkheden voor het<br />

bekomen van financiële steun, samen met de verhoogde exportdynamiek van de Vlaamse K.M.O.’s, kende de<br />

reglementering van 2001 een bijzonder groot succes. In 2001 werden 1491 dossiers goedgekeurd, 1638 dossiers in 2002<br />

en 2204 dossiers in 2003.<br />

De voorgestelde aanpassingen doen geen afbreuk aan bovenvermelde basisprincipes, doch kaderen in de nieuwe<br />

strategie en in de verruimde opdracht van FIT<br />

2. ONDERNEMINGSCONFERENTIE : UITGANGSPUNTEN VAN HET VERRUIMDE SUBSIDIEBELEID<br />

A. De budgettaire enveloppe waarover Export Vlaanderen beschikt om exportgerichte initiatieven te subsidiëren,<br />

is de laatste jaren quasi ongewijzigd gebleven en bedroeg voor 2004 3,7 miljoen euro als vastleggingen. Teneinde de<br />

taken inzake de bevordering van het internationaal ondernemen te kunnen vervullen en verder uit te bouwen, is bij de<br />

opmaak van het nieuwe voorstel tot besluit uitgegaan van een verhoogde dotatie, zoals aangekondigd tijdens de<br />

ondernemingsconferentie.<br />

De ondernemingsconferentie van 5 december 2003 besliste immers om de financiële steun substantieel te<br />

verhogen :<br />

« Naast een performant agentschap Internationaal Ondernemen, is het eveneens belangrijk dat onze Vlaamse<br />

ondernemingen kunnen beschikken over een aangepast flankerend instrumentarium dat hen stimuleert in hun<br />

internationaal ondernemen.<br />

Daartoe worden de financiële stimuli, zijnde tussenkomsten voor exportgerichte initiatieven van ondernemingen<br />

zoals prospectiereizen, beursdeelnames, oprichting van prospectiekantoren,… verhoogd.<br />

Verder worden de middelen voor het ondersteunen van de financiering van de export van Vlaamse<br />

uitrustingsgoederen opgetrokken.<br />

33229


33230 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Tenslotte wenst de Vlaamse Regering een derde instrument te reactiveren, als ondersteuning van het verkennen<br />

van nieuwe markten, met name het voorzien in rentesubsidies voor de uitvoer van uitrustingsgoederen door Vlaamse<br />

K.M.O.’s. De rentesubsidie past het verschil bij tussen enerzijds de consensusrentevoet zoals bepaald door de OESO en<br />

de marktrentevoet anderzijds. »<br />

Deze nota betreft de eerste maatregel van de ondernemingsconferentie. De beslissing inzake de uitrustingsgoederen<br />

wordt afzonderlijk behandeld en wordt niet geïntegreerd in voorliggend ontwerp van besluit.<br />

De beslissing tot verhoging van de middelen is de gelegenheid bij uitstek om het bestaande stelsel aan te passen<br />

aan de nieuwe evolutie van het internationaal ondernemen en aan de creatie van FIT.<br />

Gelet op de talrijke wijzigingen aan het oorspronkelijke besluit van 20 april 2001 is er gekozen voor een totaal<br />

nieuw ontwerp van besluit.<br />

De Vlaamse Regering verleende op 30 april 2004 een eerste principiële goedkeuring aan het ontwerp van besluit<br />

tot vaststelling van de voorwaarden en de regels inzake de toekenning van subsidies voor activiteiten ter bevordering<br />

van het internationaal ondernemen.<br />

In haar advies van 27 mei 2004 oordeelt de Raad van State dat de rechtsgrond niet in het decreet van 7 mei 2004<br />

tot oprichting van het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen (FIT) kan worden gevonden. Het decreet<br />

van 23 januari 1991 tot oprichting van Export Vlaanderen verleent deze rechtsgrond wel, meer bepaald in de<br />

artikelen 22bis en 23, § 2. De Raad van State vestigt er evenwel de aandacht op dat het decreet van 23 januari 1991 wordt<br />

opgeheven bij artikel 20 van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van FIT. Dit laatste decreet treedt in werking op<br />

een door de Vlaamse Regering te bepalen datum. Zolang de Vlaamse Regering die bevoegdheid niet uitoefent, blijft het<br />

decreet van 23 januari 1991 tot oprichting van Export Vlaanderen van kracht.<br />

Om te vermijden dat het voorgelegde subsidiebesluit geen rechtsgrond heeft, dient de Vlaamse Regering bij het<br />

inwerkingstellen van het decreet tot oprichting van FIT uitdrukkelijk te bepalen dat de artikelen 22bis en 23, § 2, van<br />

het decreet van 23 januari 1991 van kracht blijven. De Raad van State gaat ervan uit dat dit een oplossing is, ten<br />

voorlopige titel, in afwachting dat een deugdelijke, meer op de ontworpen regeling afgestemde rechtsgrond wordt<br />

gecreëerd in het decreet tot oprichting van FIT.<br />

Het ter goedkeuring voorliggend ontwerp is aangepast aan de opmerking van de Raad van State. Het<br />

subsidiebesluit vindt zijn rechtsgrond in het decreet van 23 januari 1991 tot oprichting van Export Vlaanderen. Dit<br />

oprichtingsdecreet maakt echter melding van de bevordering van de uitvoer. Het ontwerpbesluit tot vaststelling van<br />

de voorwaarden en de regels inzake de toekenning van subsidies zal derhalve ook melding maken van de bevordering<br />

van de uitvoer’, ook al is dit niet de terminologie die wordt gebruikt in het decreet tot oprichting van FIT.<br />

B. De nieuwe reglementering bouwt verder op de principes van het besluit van de Vlaamse Regering van<br />

20 april 2001, en besteedt extra aandacht aan enerzijds innovatie en anderzijds administratieve verbeteringen. Volgende<br />

zijn de krachtlijnen van de nieuwe reglementering :<br />

1. het verlenen van financiële tegemoetkomingen kan voortaan ook gebeuren voor meer complexere vormen van<br />

internationaal ondernemen, zoals het sluiten van licentieovereenkomsten, de uitwisseling van technologie, investeringen<br />

met kruisparticipaties, enz.;<br />

2. de creatie van nieuwe instrumenten voor kleinere creatieve en innovatieve bedrijven die zich dikwijls in niches<br />

van high-tech, cultuur-commerciële of niet-georganiseerde sectoren bevinden;<br />

3. de toekenning van uitzonderlijke tegemoetkomingen door de Minister, op voorstel van de gedelegeerd<br />

bestuurder, voor eenmalige initiatieven met een beduidende toegevoegde waarde in Vlaanderen, die een uitzonderlijk<br />

karakter hebben en van uitzonderlijk belang zijn voor de bevordering van de uitvoer;<br />

4. de opdeling van grote verre markten, zoals de VSA, China en India in regio’s zodat volgehouden inspanningen<br />

op nieuwe en grote, veelal verre markten beter kunnen worden ondersteund;<br />

5. de toekenning van subsidies voor inspanningen met het oog op het aantrekken van investeringen of met het oog<br />

op investeringen in het buitenland;<br />

6. administratieve vereenvoudiging door verkorting en vereenvoudiging van de procedures. Alle aanvragen<br />

kunnen voortaan via het internet worden ingediend. Aanvraagtermijnen worden teruggebracht tot maximum<br />

15 kalenderdagen;<br />

7. administratieve vereenvoudiging en transparantie door maximale toepassing van uniforme en beter omschreven<br />

criteria, uitgaande van het begrip toegevoegde waarde voor de Vlaamse economie;<br />

8. verhoging van de effectiviteit van tegemoetkomingen en bestrijding van misbruiken door controle op<br />

resultaatsrapportering, door de invoering van modelverslagen, door de invoering van het principe dat subsidies slechts<br />

worden toegekend indien de aanvrager alle verbintenissen tegenover Export Vlaanderen is nagekomen;<br />

9. verhoging van de efficiëntie van tegemoetkomingen door het wegnemen van te beperkende plafonds, het<br />

verhogen van de toegekende bedragen en het toelaten van combinaties van initiatieven;<br />

10. het wegvallen van de voorwaarde ’nieuwe markt’ bij de subsidiëring van een reis in het kader van een<br />

beursdeelname buiten de EER.<br />

Nieuwe initiatieven opgenomen in het ontwerpbesluit :<br />

A. Voor individuele bedrijven<br />

1. prospectiereizen met het oog op het aantrekken van investeringen in de eigen onderneming in Vlaanderen en<br />

reizen voor investeringen in het buitenland die geen delokalisatie tot gevolg hebben;<br />

2. interne technische opleiding van personeel van een buitenlandse klant ter uitvoering van een afgesloten contract;<br />

3. prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen voor projecten die buiten de<br />

EER plaatsvinden, evenals de aankoop van lastenboeken voor deze projecten;<br />

4. aanmaak van productdocumentatie (inclusief website en cd-rom) en technische vertalingen ter ondersteuning<br />

van exportinspanningen;<br />

5. registratie-, homologatie- en certificatiekosten ter ondersteuning van exportinspanningen;<br />

6. uitnodiging naar Vlaanderen van aankopers en decision makers uit niet-EER landen;<br />

7. huur van een ruimte voor de organisatie van publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries in het<br />

buitenland;<br />

8. kosten van de onderneming die een intrek neemt in een dienstencentrum van Export Vlaanderen;<br />

9. deelname aan nichebeurzen die niet voorkomen in de M&A Messe Planer of MOCI- gids;<br />

10. het optrekken van subsidieplafonds voor deelname aan beurzen binnen en buiten de EER tot respectievelijk<br />

6.000 en 10.000 euro.


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Opmerking : In vergelijking met het besluit van 20 april 2001 valt er voor ondernemingen slechts één initiatief weg,<br />

namelijk de steun voor het volgen van een door de instelling erkend opleidingsprogramma inzake exportaangelegenheden.<br />

De Vlaamse overheid heeft immers de opleidingscheques in het leven geroepen om vorming in de Vlaamse<br />

bedrijven te stimuleren. De opzet van de opleidingscheques is ruimer dan het systeem onder het subsidiebesluit van<br />

20 april 2001, zodat de relevantie van dit initiatief grotendeels wegvalt. Cumulatie van beide is trouwens niet mogelijk.<br />

B. Voor bedrijfsgroeperingen<br />

1. prospectiereizen met het oog op investeringen in Vlaanderen of in het buitenland die bijdragen tot de<br />

ontwikkeling van de vertegenwoordigde sectoren;<br />

2. organisatie van publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries in het buitenland;<br />

3. uitnodiging naar Vlaanderen van decision makers voor sectorgebonden investeringsprojecten;<br />

4. prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen voor projecten die buiten de<br />

EER plaatsvinden;<br />

5. deelname aan niche beurzen die niet voorkomen in de M&A Messe Planer of MOCI- gids.<br />

3. ARTIKELGEWIJZE BESPREKING VAN HET VOORSTEL TOT BESLUIT<br />

HOOFDSTUK I. — Algemene bepalingen<br />

Artikel 1. Er is gekozen voor een algemene definitie van onderneming’, die ook in andere Vlaamse decreten en<br />

besluiten wordt gebruikt. Als definitie van kleine en middelgrote onderneming’ is geopteerd om de Europese richtlijn<br />

inzake werknemersaantal, omzet- en balanstotaal dienaangaande strikt toe te passen. In de loop van 2003 heeft de<br />

Europese Commissie beslist om de drempels voor omzet en balanstotaal op te trekken ingevolge de inflatie en de<br />

toename van de productiviteit.<br />

De nieuwe Europese drempels worden opgenomen in het ontwerp van besluit. Nieuw is dat, naar de geest van de<br />

reglementering en om misbruiken te voorkomen, wordt ingeschreven dat ondernemingen wiens activiteiten<br />

uitgesplitst zijn in verschillende juridische entiteiten door de administratie zullen beschouwd worden als één<br />

onderneming (bijv. exportentiteiten van productiebedrijven), tenzij er een substantiële tewerkstelling is in alle<br />

betrokken entiteiten. Onder substantiële tewerkstelling wordt verstaan : meer dan 10 werknemers per entiteit.<br />

Voorts worden in artikel 1 alle bij dit ontwerpbesluit betrokken partijen gedefinieerd, evenals een aantal termen die<br />

meermaals in het ontwerpbesluit voorkomen en toch enige verduidelijking behoeven.<br />

Onder ’bedrijfsgroepering’ wordt verstaan : een representatieve vereniging van ondernemingen die geen<br />

winstoogmerk heeft en die ten behoeve van de ondernemingen die zij vertegenwoordigt initiatieven organiseert ter<br />

bevordering van de Vlaamse uitvoer. De representativiteit en de exportondersteunende functie worden aangetoond aan<br />

de hand van een meerjarenplan waarin de exportbevorderende activiteiten gedetailleerd worden toegelicht. Om hun<br />

erkenning te behouden moeten de bedrijfsgroeperingen minstens één subsidieerbaar initiatief, als bepaald in artikel 43,<br />

per jaar organiseren.<br />

Onder ’administratie’ wordt verstaan : de dienst binnen Export Vlaanderen die door de gedelegeerd bestuurder<br />

wordt aangewezen om de aanvragen te behandelen of te ontvangen. Deze dienst neemt de aanvraag in ontvangst,<br />

vervolledigt het dossier, vraagt de nodige adviezen op en doet een voorstel van beslissing aan de gedelegeerd<br />

bestuurder.<br />

Onder ’buitenlands netwerk’ moet worden verstaan : de huidige Vlaamse economische vertegenwoordigers en<br />

handelssecretarissen van Export Vlaanderen, alsmede de business development managers van de Dienst Investeren in<br />

Vlaanderen.<br />

Onder ’binnenlands netwerk’ moet worden verstaan : de personeelsleden van Export Vlaanderen in de<br />

verschillende Vlaamse provincies.<br />

Onder ’dienstencentrum’ wordt verstaan : een door Export Vlaanderen tegen kostprijs aan de Vlaamse<br />

ondernemingen ter beschikking gesteld uitgerust kantoor in het buitenland.<br />

Onder ’steun’ wordt verstaan : gelden die conform het besluit worden toegekend ter ondersteuning van de<br />

activiteiten van ondernemingen en bedrijfsgroeperingen ter bevordering van de uitvoer.<br />

Onder ’delokalisatie’ wordt verstaan : de overheveling naar een gastland van de ganse productie of van een<br />

schakel uit de productie- of dienstenketen met overeenstemmende stopzetting of vermindering van activiteit en/of<br />

tewerkstelling in Vlaanderen. Deze definitie werd overgenomen van de studie Delokalisatie van de bedrijven’ van het<br />

Planbureau.<br />

Artikel 2. Dit artikel werd niet gewijzigd. Er wordt wel verduidelijkt hoe de relevante periode in het kader van de<br />

Europese de minimis-regeling moet worden geïnterpreteerd.<br />

HOOFDSTUK II. — Subsidies voor kleine en middelgrote ondernemingen voor initiatieven ter bevordering van de uitvoer<br />

Afdeling I. — Initiatieven die in aanmerking komen voor een subsidie<br />

Artikel 3. In paragraaf 1 van dit artikel worden de initiatieven opgesomd waarvoor kleine en middelgrote<br />

ondernemingen subsidies kunnen ontvangen. De lijst van initiatieven wordt uitgebreid met de volgende initiatieven :<br />

— reizen voor investeringen in het buitenland die geen delokalisatie tot gevolg hebben en reizen om een<br />

investering in de eigen onderneming aan te trekken;<br />

— interne technische opleiding ter uitvoering van een afgesloten contract;<br />

— prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen voor projecten die buiten de<br />

EER plaatsvinden;<br />

— aanmaak van productdocumentatie en technische vertalingen ter ondersteuning van exportinspanningen;<br />

— registratie-, homologatie- en certificatiekosten ter ondersteuning van exportinspanningen;<br />

— uitnodiging naar Vlaanderen van aankopers en decision makers uit niet-EER landen;<br />

— huur van een ruimte voor de organisatie van publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries in<br />

het buitenland;<br />

— kosten van de onderneming die een intrek neemt in een dienstencentrum van Export Vlaanderen.<br />

De subsidies waarvan sprake in dit artikel kunnen slechts worden toegekend en uitbetaald binnen de perken van<br />

de daartoe in de begroting van de Vlaamse Gemeenschap verleende kredieten.<br />

In paragraaf 2 wordt de mogelijkheid geboden aan ondernemingen om gesteund te worden voor eenmalige en<br />

uitzonderlijke initiatieven. Deze uitzonderingsclausule kan slechts toegepast worden ingeval het project voor de<br />

Vlaamse economie belangrijk is. Deze steun kan enkel toegekend worden door de bevoegde minister op voorstel van<br />

de gedelegeerd bestuurder.<br />

33231


33232 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Artikel 4, 1° en 2°. De voorwaarden die stellen dat de initiatieven moeten gericht zijn op landen buiten de EER en<br />

op voor de onderneming nieuwe markten vinden hun oorsprong in de Europese wetgeving inzake subsidiëring van<br />

ondernemingen, en meer bepaald in het mededingingsbeleid van de EU, dat uitgebreid wordt tot de EER.<br />

De in dit besluit opgenomen financiële tegemoetkomingen voor initiatieven ter bevordering van de uitvoer vallen<br />

onder de Europese de minimis-regeling’.<br />

Wijzigingen aan de exportsubsidieregeling moeten worden aangemeld bij de Europese Commissie. De nieuwe<br />

regelgeving moet in overeenstemming zijn met Verordening 69/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende<br />

de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de de minimis-steun.<br />

(1) Er moet worden verzekerd dat het totale steunbedrag dat wordt verstrekt aan een kleine of middelgrote<br />

onderneming het plafond van 100.000 euro over een periode van drie jaar niet zal overschrijden, en als dusdanig het<br />

handelsverkeer tussen de lidstaten niet ongunstig zal beïnvloeden.<br />

(2) Tevens moet worden verzekerd dat de ondersteuning niet rechtstreeks verband houdt met de uitgevoerde<br />

hoeveelheden, de opzet en het functioneren van een distributienet of met lopende uitgaven in verband met<br />

exportactiviteiten.<br />

De initiatieven waarvoor steun wordt verstrekt hebben tot doel drempelverlagend te werken, zodat kleine en<br />

middelgrote ondernemingen nieuwe markten zouden ontwikkelen (bijv. door middel van marktonderzoek, deelname<br />

aan handelsbeurzen, enz.).<br />

Op de regel dat het moet gaan over initiatieven buiten de EER worden volgende uitzonderingen voorzien :<br />

— deelname aan beurzen met een internationale uitstraling;<br />

— prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen voor projecten die buiten de<br />

EER plaatsvinden;<br />

— aanmaak van productdocumentatie en technische vertalingen ter ondersteuning van exportinspanningen;<br />

— registratie-, homologatie- en certificatiekosten ter ondersteuning van exportinspanningen;<br />

— de huur van een ruimte voor de organisatie van publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries<br />

in het buitenland.<br />

Dit zal geen problemen met zich meebrengen omdat een aantal ervan reeds vroeger door de Commissie werden<br />

aanvaard. De voorgestelde aanpassingen zijn de facto uitbreidingen van voordien reeds toegestane subsidieerbare<br />

initiatieven.<br />

In toepassing van de Europese regelgeving die stelt dat enkel steun kan worden verleend voor initiatieven die<br />

bedrijven ondernemen voor de ontwikkeling van nieuwe exportmarkten wordt een nieuwe markt gedefinieerd als een<br />

land waar de onderneming geen of een beperkte afzet realiseert.<br />

In het besluit werd geen procentuele bovengrens ingeschreven voor het begrip « beperkte afzet », vermits dit<br />

nadelig is voor de startende bedrijven. In de praktijk zal de administratie het begrip ″beperkte afzet″ als volgt<br />

interpreteren : een beperkte afzet naar een bepaald land betekent dat de export naar dat land minder dan 5 % van het<br />

totale exportcijfer van de onderneming moet bedragen. De administratie kan echter overwegen om een uitzondering<br />

op dit percentage toe te staan indien uit het dossier duidelijk blijkt dat de betrokken markt voor de aanvrager nog kan<br />

beschouwd worden als een nieuwe markt (bijv. omwille van een proefbestelling of een eenmalige verkoop die meer dan<br />

5 % van het totaal exportcijfer bedraagt). De subsidies hebben tot doel de ondernemingen te helpen bij het zoeken naar<br />

afzetmogelijkheden op nieuwe markten, maar hebben niet als doel het onderhoud van bestaande contacten te steunen.<br />

Voor drie initiatieven werd een uitzondering ingeschreven met betrekking tot het criterium « nieuwe markt »,<br />

namelijk voor :<br />

— deelname aan buitenlandse beurzen met een internationale uitstraling;<br />

— prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen voor projecten die buiten de<br />

EER plaatsvinden;<br />

— de huur van een ruimte voor de organisatie van publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries<br />

in het buitenland.<br />

Artikel 4, 2° geeft de mogelijkheid aan de gedelegeerd bestuurder van Export Vlaanderen om uitgestrekte landen<br />

op te delen in regio’s.<br />

Deze mogelijkheid tot indeling in regio’s in plaats van in landen is noodzakelijk omdat grote landen verschillende<br />

deelmarkten kunnen omvatten die anders moeten worden benaderd. Het verschil van benadering tussen de Westkust<br />

en Oostkust van de VSA, de grote regio’s in China en India, verklaren deze mogelijkheid tot indeling in regio’s.<br />

Indien de bevoegde minister gebruikt maakt van de mogelijkheid om uitgestrekte landen op te delen in regio’s<br />

zullen er door de administratie per aanvrager meerdere reizen per land kunnen gesubsidieerd worden. In voorkomend<br />

geval zal de administratie voor het bepalen van het criterium nieuwe markt’ uitgaan van dezelfde definitie als<br />

hierboven beschreven. Een nieuwe markt blijft gedefinieerd als een land waar de onderneming geen of een beperkte<br />

afzet realiseert.<br />

Artikel 4, 3°. De goederen en/of diensten waarvoor prospectie wordt gedaan, moeten bij de productie, verwerking<br />

of prestatie een duidelijke toegevoegde waarde krijgen in het Vlaamse Gewest.<br />

Er wordt steun verleend aan bedrijven gevestigd in Vlaanderen die :<br />

— initiatieven nemen ter bevordering van de uitvoer van goederen en diensten;<br />

— buitenlandse investeringen aantrekken ter ontwikkeling van het Vlaamse bedrijf;<br />

— investeren in het buitenland met als doel het Vlaamse bedrijf te ontwikkelen.<br />

Enkel initiatieven die een voldoende meerwaarde hebben voor Vlaanderen worden gesteund, zoals het creëren van<br />

bijkomende tewerkstelling (of minstens het behouden van tewerkstelling), technische innovatie, onderzoek en<br />

ontwikkeling, het genereren van export, enz.<br />

De aanvragers bewijzen dat hun exportinspanningen of buitenlandse investeringsplannen voldoende Vlaamse<br />

toegevoegde waarde leveren aan de hand van indicatoren, zoals bedrijfsstructuur (aantal ontwerpers, arbeiders),<br />

kostenstructuur, binnenkomende en uitgaande facturen (bijv. verhouding van de buitenlandse productiekosten t.o.v. de<br />

verkoopprijs), omzet (verhouding verkoop binnenland/buitenland), nieuwe investeringen in innovatie of onderzoek,<br />

enz.


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

De gedelegeerd bestuurder beslist bij twijfel over het ingediende bewijsmateriaal en over de toereikende Vlaamse<br />

toegevoegde waarde.<br />

Prospectie wordt gedefinieerd als het zoeken naar afzetopportuniteiten voor de goederen en/of diensten van de<br />

aanvrager, bijv. door het leggen van contacten met nieuwe potentiële klanten, verdelers, agenten. Onder prospectie<br />

wordt niet verstaan (niet limitatieve opsomming) :<br />

— het onderhouden van bestaande klanten. Een bestaande klant is een klant waar het aanvragende bedrijf tijdens<br />

het lopende en het voorafgaande boekjaar facturatie mee gehad heeft;<br />

— het bezoeken van agenten of verdelers waarmee al een overeenkomst werd bereikt;<br />

— het ontwikkelen van een algemeen marktonderzoek in het buitenland;<br />

— het presteren van diensten ter plaatse.<br />

Investeringen mogen geen delokalisatie van het Vlaamse bedrijf tot gevolg hebben. Het is ook niet de intentie van<br />

de Vlaamse overheid om actief deel te nemen aan een mogelijke verplaatsing van controle over de Vlaamse bedrijven<br />

naar het buitenland. Investeringen die in aanmerking worden genomen zijn (niet-limitatieve opsomming) :<br />

— het opzetten van een dochteronderneming in het buitenland;<br />

— de participatie in een joint venture in het binnen- of buitenland;<br />

— het opzetten van samenwerkingsverbanden of partnerships met buitenlandse bedrijven;<br />

— acquisities van buitenlandse bedrijven;<br />

— kapitaalinbreng of inbreng van roerende en onroerende goederen door een buitenlandse partner/financierder.<br />

Investeringen die niet in aanmerking komen zijn (niet-limitatieve opsomming) :<br />

— fusies;<br />

— overname van aandelen door een buitenlandse partner/financierder.<br />

Artikel 4, 4°. Het algemene principe dat men voor eenzelfde kost geen tweemaal kan worden gesteund, wordt<br />

ingeschreven.<br />

Artikel 4, 5°. De voorwaarde « voldoen aan alle verbintenissen tegenover Export Vlaanderen» wordt ingeschreven<br />

om ondernemingen ertoe aan te zetten correct hun verbintenissen tegenover Export Vlaanderen na te leven (bijv.<br />

betaling van inschrijvingsgeld voor deelname aan acties van Export Vlaanderen). Bij niet-naleving kan de instelling de<br />

steun weigeren.<br />

Artikel 5, § 1. Voor alle initiatieven wordt een uniform steunpercentage van 50 % vastgesteld. Dit komt de<br />

transparantie ten goede. De minimale subsidie bedraagt 250 euro. BTW is niet subsidieerbaar.<br />

Artikel 5, § 2. De bevoegde minister heeft de mogelijkheid om de steunpercentages te verlagen of te differentiëren<br />

in functie van het gevoerde exportbeleid of de beschikbare dotatie. De bevoegde minister dient dit evenwel te doen<br />

vóór 30 november van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de maatregel van toepassing is.<br />

Artikel 6. In het kader van de administratieve vereenvoudiging wordt de aanvraagtermijn uniform op<br />

15 kalenderdagen vóór de aanvang van het initiatief (aanvang van een beurs, afreisdatum, enz.) gebracht. Voor<br />

sommige initiatieven wordt een hoogdringendheidsclausule voorzien opdat ondernemingen kunnen inspelen op<br />

belangrijke opportuniteiten. De steun kan in geen geval retroactief worden toegekend. Aanvragen die worden<br />

ingediend tijdens of na afloop van het initiatief kunnen niet worden gesubsidieerd.<br />

Afdeling II. — Individuele prospectiereizen, deelname aan groepszakenreizen, reizen in het kader van<br />

groepsstanden, reizen om een investering in de eigen onderneming aan te trekken en reizen voor investeringen in het<br />

buitenland die geen delokalisatie tot gevolg hebben<br />

Artikel 7. Een goede manier om een nieuwe markt te benaderen, is ter plaatse gaan en persoonlijke contacten<br />

hebben met potentiële kopers/verdelers. Ondernemingen, vooral K.M.O.’s, zijn zich hiervan bewust maar worden<br />

soms afgeschrikt door de hoge kosten. Subsidies voor reizen hebben een groot drempelverlagend effect en zetten de<br />

ondernemingen ertoe aan om vlugger de stap naar de doelmarkt te zetten.<br />

Er kunnen maximaal drie reizen naar hetzelfde land (of regio in toepassing van artikel 4, 2°) worden gesteund<br />

binnen een periode van vijf jaar volgend op de datum van de eerste toekenning. De periode van vijf jaar is van<br />

verschuivende aard. Voor de bepaling van de drie reizen tellen zowel de individuele prospectiereizen, de deelname aan<br />

groepszakenreizen, de reizen in het kader van groepsstanden, de reizen om een investering in de eigen onderneming<br />

aan te trekken, de reizen voor investeringen die geen delokalisatie tot gevolg hebben, als de reizen in het kader van een<br />

gesubsidieerde beursdeelname.<br />

Financiële stimuli voor reizen kunnen alleen worden aangewend ter ondersteuning van de zakenreizen van<br />

bestuurders, personeelsleden of exportmanagers met een duurzaam exclusiviteitscontract van de aanvragende<br />

onderneming. Onder duurzaam exclusiviteitscontract wordt verstaan : een contract met een looptijd van minstens één<br />

jaar, waarbij de betrokken vertegenwoordiger exclusief bevoegd is voor één onderneming voor de verkoop van een<br />

bepaald product in een welbepaald land of landen. In de vorige reglementering kon de onderneming vrij bepalen wie<br />

in haar naam de reis uitvoerde. Dit leidde tot oneigenlijk gebruik van de tegemoetkomingen.<br />

Artikel 8. De tussenkomst voor reizen is beperkt tot de reis- en verblijfkosten. De reis- en verblijfkosten zijn vaste<br />

vergoedingen die worden vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder van Export Vlaanderen. De reiskosten behelzen<br />

ook de kosten voor binnenlandse verplaatsingen. De verblijfkosten dekken onder meer hotelkosten, maaltijden,<br />

recepties en communicatiekosten. De verblijfkosten worden toegekend per overnachting. Het toekennen van vaste<br />

bedragen voor reis- en verblijfkosten vereenvoudigt het administratief beheer en zorgt voor een kortere procedure.<br />

Bovendien weet de onderneming vooraf hoeveel de subsidie kan bedragen. De administratie beoordeelt het dossier en<br />

de duur van de prospectie in functie van het voorgelegde afsprakenprogramma.<br />

Bij een gecombineerde reis naar verschillende landen worden de reiskosten gelijkgesteld aan 60 % van de som van<br />

de reiskosten die in aanmerking zouden worden genomen indien de aanvrager deze landen elk apart prospecteerde.<br />

Van deze som wordt 50 % gesubsidieerd, overeenkomstig de bepalingen van artikel 5.<br />

Artikel 9. Dit artikel omschrijft de documenten die bij de aanvraag moeten worden voorgelegd. De grondige<br />

beschrijving, de motivatie, het afsprakenprogramma en de kostenraming, maken integraal deel uit van het dossier. Bij<br />

gebrek aan een chronologisch afsprakenprogramma 15 dagen vóór de afreisdatum moet minstens een gedetailleerde<br />

lijst van contacten (inclusief volledige adresgegevens) worden voorgelegd.<br />

Nu reeds worden ongeveer 75 % van de aanvragen via de website ingediend. Er wordt naar gestreefd om dit<br />

percentage te verhogen. De invoering van de elektronische handtekening dient dit te ondersteunen.<br />

33233


33234 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Artikel 10, § 1. Deze paragraaf heeft betrekking op de documenten die de aanvrager moet voorleggen na afloop<br />

van de reis. Met bewijsstukken wordt onder meer bedoeld : een kopie van de factuur voor de reis of een kopie van het<br />

vliegtuigticket (voor de reiskosten), een kopie van de hotelrekening of gelijkaardige bewijsstukken (voor de<br />

verblijfkosten). Voor het reisverslag wordt een model voorgeschreven dat wordt opgesteld door de gedelegeerd<br />

bestuurder. Het modelverslag moet uniformiteit en meetbaarheid van de resultaten vergemakkelijken, en maakt het<br />

ook mogelijk dat de doelstellingen van de reis na afloop worden getoetst aan de resultaten. Het modelverslag wordt<br />

ingevoerd omdat de reisverslagen die in het kader van het vorige besluit werden ingediend van sterk uiteenlopende<br />

kwaliteit waren.<br />

Artikel 10, § 2. Voor de reizen bedoeld in deze afdeling zijn ondernemingen verplicht om ter plaatse een bezoek<br />

te brengen aan het kantoor van Export Vlaanderen. Indien er in het betrokken land geen kantoor van Export<br />

Vlaanderen aanwezig is, of indien uit het reisschema blijkt dat een bezoek praktisch niet haalbaar is, volstaat een andere<br />

vorm van contact. Er is in het besluit voorzien dat de gedelegeerd bestuurder de uitbetaling kan weigeren indien deze<br />

verplichting niet wordt nageleefd.<br />

Afdeling III. — Deelname aan buitenlandse beurzen met internationale uitstraling<br />

Artikel 11. Vlaanderen stimuleert Vlaamse ondernemingen tot deelname aan jaar- en vakbeurzen in het buitenland<br />

door onder meer een financiële tussenkomst te verlenen in de huurkosten van de standoppervlakte. Door de subsidie<br />

te berekenen op de huurprijs van de standoppervlakte wordt geen onderscheid gemaakt tussen dure en minder dure<br />

beurzen, tussen grote en minder grote stands en worden alle firma’s op dezelfde wijze behandeld.<br />

Artikel 11, § 1. Deze paragraaf werd niet gewijzigd : er kunnen maximaal twee buitenlandse beursdeelnames per<br />

kalenderjaar gesteund worden.<br />

Artikel 11, § 2. Voor dezelfde beurs kan maximaal drie keer een subsidie per aanvrager worden toegekend binnen<br />

een periode van 8 jaar volgend op de datum van de eerste toekenning. De relevante periode van 8 jaar is van<br />

verschuivende aard. Dit is een versoepeling tegenover de vorige reglementering, waarin men terugging tot<br />

1 januari 1991.<br />

Artikel 11, § 3. Omwille van het criterium ’internationale uitstraling’ wordt enkel steun verleend voor de deelname<br />

aan buitenlandse beurzen die zijn opgenomen in de repertoria M&A Messe Planner of Le Moci; in deze repertoria zijn<br />

meer dan 10 000 beurzen opgenomen. Nieuw is dat ook beurzen die zijn opgenomen op de website van M&A Messe<br />

Planner of Le Moci kunnen worden aanvaard, wat opnieuw een versoepeling is tegenover de bestaande regelgeving.<br />

Ondernemingen die deelnemen aan beurzen of subsectoren van beurzen waarop Export Vlaanderen een<br />

groepsstand organiseert, komen niet voor bijkomende subsidiëring in aanmerking. Men kan geen tweemaal voor<br />

dezelfde kosten worden gesubsidieerd. Aan bedrijven die steun vragen op het ogenblik dat de groepsstand van Export<br />

Vlaanderen volzet is, kan een beperkte subsidie worden toegestaan. Deze bedrijven mogen in geen geval financieel<br />

bevoordeeld worden ten opzichte van de ondernemingen die wel op de groepsstand tentoonstellen.<br />

De gedelegeerd bestuurder kan beslissen om een subsidie toe te kennen bij grote beurzen die onderverdeeld zijn<br />

in sectorhallen en waar Export Vlaanderen een algemene stand heeft of een stand voor een specifiek product (bijv. Sial<br />

in Parijs : zowel charcuterie, kaas, diepvries, algemene voeding, confiserie), op voorwaarde dat dit geen aanleiding<br />

geeft tot dubbele subsidiëring.<br />

Artikel 11, § 4. De mogelijkheid wordt voorzien dat de gedelegeerd bestuurder kan beslissen om deelname aan<br />

buitenlandse beurzen met een internationale uitstraling die niet zijn opgenomen in de repertoria of op de website van<br />

M&A Messe Planner of Le Moci toch te subsidiëren. In voorkomend geval moet de aanvrager het belang van de beurs<br />

voor de onderneming beschrijven, motiveren en aantonen. In de praktijk zal het vooral gaan om nichebeurzen.<br />

Artikel 11, § 5. Vermits het de bedoeling is om de visibiliteit van de Vlaamse bedrijven te verhogen op buitenlandse<br />

beurzen (en niet die van hun lokale partner) wordt als voorwaarde gesteld dat de Vlaamse firma in eigen naam moet<br />

deelnemen. In geval van twijfel zal een kopie uit de beurscatalogus worden gevraagd, waarin de Vlaamse onderneming<br />

met naam, stad en land moet zijn opgenomen. Bij gebrek hieraan kan een ander gelijkwaardig bewijs worden<br />

opgevraagd. Dit werd reeds toegepast in het vorige besluit, maar wordt nu verduidelijkt omdat er toepassingsproblemen<br />

waren.<br />

Artikel 12. Export Vlaanderen komt tussen in de kosten van de naakte standoppervlakte, verhoogd met een<br />

forfaitair bedrag van 25 %. Een basisstand heeft weinig of geen uitstraling. Een forfaitaire verhoging met 25 % laat de<br />

exposanten die dit wensen toe een eigen stand te bouwen en daarvoor een financiële steun gelijk aan de kostprijs van<br />

een basisstand te verwerven. De verhoging met 25 % komt overeen met de gemiddelde meerkost tussen de naakte<br />

standoppervlakte en een ’shell scheme’. Een shell scheme is een eenvoudige modulaire basisstand, waarin zijn<br />

begrepen : panelen, vloerbekleding (tapijt), één tafel, drie stoelen, een naambord op de stand, één verlichtingsspot per<br />

vierkante meter en een stopcontact. Als uit de ingediende factuur blijkt dat de onderneming geopteerd heeft voor een<br />

shell scheme is de verhoging met 25 % niet van toepassing. De voorgestelde steun ligt hoger dan in het vorige<br />

reglement. De steun bedraagt maximaal 3000 euro (50 % van 6.000 euro) voor beurzen binnen de EER en maximaal<br />

5.000 euro (50 % van 10.000 euro) voor beurzen buiten de EER.<br />

Het verschil in steun voor beurzen binnen en buiten de EER werd voorzien om kleine en middelgrote<br />

ondernemingen ertoe aan te zetten hun exportaandeel op verre markten te verhogen.<br />

Voor beurzen buiten de EER wordt tevens een bijdrage in de reis- en verblijfkosten toegekend, op basis van de<br />

forfaitaire vergoedingen vastgelegd door de gedelegeerd bestuurder. Het reisgedeelte in het kader van een beurs kan<br />

alleen worden goedgekeurd ter ondersteuning van de zakenreizen van bestuurders, personeelsleden of exportmanagers<br />

met een duurzaam exclusiviteitscontract van de aanvragende onderneming.<br />

Voor het onderdeel reis in het kader van een gesubsidieerde beursdeelname buiten de EER is de voorwaarde<br />

nieuwe markt’ niet langer van toepassing. Deze voorwaarde werd in het vorige besluit wél gekoppeld aan het<br />

reisgedeelte, maar deze keuze was niet logisch omwille van het internationaal karakter van de gesubsidieerde beurzen.<br />

Artikel 13, § 1. Deze paragraaf beschrijft welke documenten bij de aanvraag moeten worden gevoegd. Wanneer op<br />

het ogenblik van de aanvraag de factuur voor de standoppervlakte en het betalingsbewijs (debetbericht van de bank<br />

voor de betaling van de factuur voor de standkosten) nog niet beschikbaar zijn, kunnen deze documenten nagestuurd<br />

worden tot uiterlijk drie maanden na de beurs.<br />

Nu reeds worden ongeveer 75 % van de aanvragen via de website ingediend. Er wordt naar gestreefd om dit<br />

percentage te verhogen. De invoering van de elektronische handtekening moet dit ondersteunen.<br />

Artikel 13, § 2. De uitbetalingsprocedure wijzigt niet tegenover het vorige besluit. Evenals in artikel 10 zal voor het<br />

reisverslag een model worden voorgeschreven. Dit model wordt opgesteld door de gedelegeerd bestuurder.


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Afdeling IV. — Aankoop van een lastenboek<br />

De aankoop van een lastenboek voor internationale aanbestedingen in landen buiten de EER is een initiatief dat<br />

reeds een vijftal jaar subsidieerbaar is. Nieuw is dat het initiatief nu uitgebreid wordt met de aankoop van een<br />

lastenboek voor multilaterale instellingen en multilateraal gefinancierde projecten.<br />

Artikel 14. Nieuw is dat Export Vlaanderen naast de kostprijs van het lastenboek, eveneens een tussenkomst<br />

verleent in de kosten voor registratie en verzending. Het bedrag van de minimale steun wordt nu op 250 euro gebracht<br />

(50 % van 500 euro) om ondernemingen effectief toe te laten gebruik te maken van deze subsidie. De maximale steun<br />

voor dit initiatief bedraagt 6.000 euro (50 % van 12.000 euro).<br />

Artikel 15. Dit artikel werd niet gewijzigd. Inzake de raming van de kostprijs wordt van de ondernemingen wel<br />

verwacht dat er een uitsplitsing wordt gemaakt van de kosten in functie van artikel 14.<br />

Afdeling V. — Oprichting van een prospectiekantoor<br />

De oprichting van een prospectiekantoor is een initiatief dat reeds jaren subsidieerbaar is.<br />

Nieuw is dat de initiatieven oprichting van een eigen prospectiekantoor’ en oprichting van een gemeenschappelijk<br />

prospectiekantoor’ worden samengebundeld tot één initiatief. Elke K.M.O. die een prospectiekantoor opricht, kan in<br />

aanmerking komen voor steun, ongeacht of zij onafhankelijk dan wel in samenwerking met andere Vlaamse K.M.O.’s<br />

dit kantoor opricht. Uiteraard is er enkel steun mogelijk voor de kosten die de firma draagt.<br />

Artikel 16. De subsidie betreft de kosten van het prospectiekantoor tijdens het eerste werkingsjaar. Nieuw is dat<br />

een aantal aanvaardbare kosten duidelijker worden omschreven. De reiskosten en hotelovernachtingen in het kader<br />

van prospectiereizen ter plaatse van de kantoorverantwoordelijke in het betrokken land worden vergoed op<br />

voorwaarde dat deze persoon er permanent verblijft. Het is echter niet de bedoeling om de kosten van een vaste<br />

verblijfplaats te subsidiëren. Inzake reiskosten komen onder meer binnenlandse vluchten, gebruik van een eigen wagen<br />

en huur van een wagen in aanmerking. De aankoop van onroerende goederen komt niet voor subsidiëring in<br />

aanmerking.<br />

De maximale steun voor dit initiatief bedraagt 49.500 euro (50 % van 99.000 euro). Er kan per land slechts één<br />

prospectiekantoor worden gesubsidieerd binnen een periode van 10 jaar te rekenen vanaf de eerste toekenning. Indien<br />

de gedelegeerd bestuurder gebruikt maakt van de mogelijkheid om uitgestrekte landen op te delen in regio’s zullen er<br />

door de administratie per aanvrager meerdere prospectiekantoren per land kunnen worden gesubsidieerd. Een nieuwe<br />

markt blijft echter gedefinieerd als een land waar de onderneming geen of een beperkte afzet realiseert.<br />

Artikel 17, § 1. Ondernemingen die een subsidie ontvangen voor de oprichting van een prospectiekantoor komen,<br />

voor een periode van drie jaar na de datum van de toekenning van de steun ervan, niet meer in aanmerking voor<br />

afzonderlijke prospectie-initiatieven in hetzelfde land. De reden hiervoor is dat de steun van Export Vlaanderen voor<br />

de oprichting van een prospectiekantoor zeer aanzienlijk is.<br />

Artikel 17, § 2. De administratie laat zich bij de beoordeling over een ingediend dossier leiden door volgende<br />

principes :<br />

1. Het kantoor vormt juridisch een onderdeel van de Vlaamse onderneming. Steun voor de oprichting van een<br />

prospectiekantoor betekent dat er effectief een kantoor moet opgericht worden dat voldoet aan alle lokale wettelijke<br />

vereisten. De administratie zal daarom steeds de oprichtingsakte opvragen. Een uitzondering op het principe van de<br />

oprichtingsakte kan enkel overwogen worden indien de aanvragende onderneming kan aantonen dat de opgerichte<br />

onderneming voldoet aan alle lokale vereisten. In de VSA. kan een onderneming bijv. opgericht worden zonder te<br />

beschikken over een oprichtingsakte. In dergelijke gevallen kan de firma aan de hand van andere elementen het officieel<br />

karakter van het kantoor bewijzen, zoals bepaalde vormen van registratie (handelsregister, vennootschapsregister,<br />

belastingen).<br />

2. De structuur die het prospectiekantoor moet aannemen wordt, gezien de verschillen van land tot land (soms<br />

zelfs van staat tot staat), niet opgenomen in het besluit. Vermits de aanvrager moet aantonen dat hij controle uitoefent<br />

over het kantoor moet er wel een band van ondergeschiktheid bestaan waarbij het kantoor juridisch – wegens de<br />

eenheid van rechtspersoonlijkheid – of economisch – door controle over de aandelen – een onderdeel vormt van de<br />

Vlaamse firma.<br />

3. Contractuele relaties met buitenlandse agenten, distributeurs, consultants, expediteurs, enz. die als onderaannemer<br />

opdrachten voor de Vlaamse onderneming vervullen, vallen buiten het toepassingsgebied van dit initiatief.<br />

Artikel 18. Dit artikel specificeert de documenten die bij de aanvraag moeten worden gevoegd en wijzigt<br />

inhoudelijk niet. Er wordt wel een verduidelijking ingeschreven, namelijk dat de aanvrager officiële documenten moet<br />

voorleggen waaruit blijkt dat het de bedoeling is om met een eigen prospectie-entiteit structureel de markt te bewerken.<br />

Voor wat wordt bedoeld met officiële documenten, wordt verwezen naar artikel 17, § 2.<br />

Artikel 19. De gedelegeerd bestuurder van Export Vlaanderen organiseert de controle op de werking van de<br />

prospectiekantoren. Voor de uitbetaling stelt Export Vlaanderen een auditbureau aan dat de effectieve kosten zal<br />

controleren. Deze controle zal gebeuren op de zetel van de Vlaamse moedermaatschappij. De kosten die gepaard gaan<br />

met deze controle zijn ten laste van de begunstigde onderneming. Export Vlaanderen zal echter de ereloonnota van het<br />

fiduciair kantoor betalen en het overeenkomstig bedrag in mindering brengen van de uit te betalen subsidie.<br />

De begunstigde onderneming moet eveneens een activiteitenverslag indienen. Nieuw is dat voor het activiteitenverslag<br />

een model wordt voorgeschreven dat wordt opgesteld door de gedelegeerd bestuurder van Export Vlaanderen.<br />

Afdeling VI. — Interne technische opleiding ter uitvoering van een afgesloten contract (nieuw initiatief)<br />

In deze afdeling wordt steun voorzien voor de uitnodiging naar Vlaanderen van technici (die geen administratieve<br />

functie vervullen) uit niet-EER landen ter uitvoering van een afgesloten contract. Om de correcte uitvoering van het<br />

contract te garanderen, is een interne technische opleiding noodzakelijk.<br />

Export Vlaanderen zal enkel steun toekennen voor dit initiatief nadat het contract werd afgesloten of indien blijkt<br />

dat de steun van doorslaggevende aard kan zijn voor het afsluiten van het contract. Bovendien moet het gaan om<br />

contracten met een significante waarde. Als richtlijn wordt gehanteerd dat het contractbedrag minstens 200.000 euro<br />

moet bedragen. De gedelegeerd bestuurder kan hiervan afwijken indien de aanvrager kan aantonen dat de uitnodiging<br />

van de technici zeer belangrijk is voor de Vlaamse onderneming.<br />

Het is de verantwoordelijkheid van de onderneming om te zorgen voor de nodige documenten opdat de betrokken<br />

technici op een legale manier tijdelijk in Vlaanderen kunnen verblijven.<br />

33235


33236 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Artikel 20. Er wordt een tussenkomst verleend in de reis- en verblijfkosten, op basis van de lijst met forfaitaire<br />

vergoedingen die wordt vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder. De tussenkomst is beperkt tot maximaal<br />

5 personen per afgesloten contract.<br />

De tussenkomst in de verblijfkosten van de technici is beperkt tot maximaal één maand. De verblijfkosten kunnen<br />

enkel worden uitbetaald wanneer een factuur wordt voorgelegd aan de administratie (hotel, huur appartement).<br />

Logementskosten bij een personeelslid/bestuurder van de onderneming of bewijsstukken van maaltijden worden niet<br />

aanvaard als bewijsstuk.<br />

Artikel 21. De documenten die bij de aanvraag moeten worden gevoegd, zijn dezelfde als voor de andere<br />

initiatieven, met dien verstande dat voor dit initiatief ofwel een kopie van het afgesloten contract ofwel een kopie van<br />

het ontwerpcontract, waaruit blijkt dat voor de uitvoering van het contract interne technische opleiding noodzakelijk<br />

is, moet worden voorgelegd aan Export Vlaanderen. De onderneming dient eveneens de naam en hoedanigheid van<br />

de buitenlandse technici te vermelden.<br />

Artikel 22. Voor de uitbetaling van de verblijfkosten zal Export Vlaanderen zich steunen op een duidelijke factuur<br />

van de overnachtingskosten zoals een hotelfactuur of de huur van een tijdelijke verblijfplaats. In dit laatste geval zal<br />

een kopie van de huurovereenkomst moeten worden voorgelegd. Andere vormen van logement (logies bij<br />

privé-personen) worden niet betoelaagd. Samen met de bewijsstukken moet de aanvrager ook een verslag over het<br />

verloop van de opleiding en de bereikte resultaten indienen. Dit verslag zal door de administratie onder modelvorm<br />

ter beschikking worden gesteld. Het modelverslag wordt opgesteld door de gedelegeerd bestuurder.<br />

Afdeling VII. — Prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen<br />

voor projecten die buiten de EER plaatsvinden (nieuw initiatief)<br />

De internationale contractenmarkt neemt een steeds belangrijkere plaats in het internationale handelsgebeuren.<br />

Export Vlaanderen wil hierop inspelen en heeft een afzonderlijke eenheid opgericht die zich specifiek bezighoudt met<br />

het informeren en sensibiliseren van Vlaamse ondernemingen over projecten en aanbestedingen gefinancierd door<br />

internationale instellingen (de Verenigde Naties, de Wereldbank, multilaterale ontwikkelingsbanken, de Europese Unie,<br />

de Europese Investeringsbank, de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, enz.). Gezien het hier over<br />

belangrijke contracten gaat waar ook K.M.O.’s actief aan kunnen deelnemen, wordt er steun voorzien voor<br />

prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen. Gezien de Europese regelgeving<br />

kan enkel steun worden verleend voor het opsporen en opvolgen van projecten in niet-EER landen.<br />

Artikel 23. Naar analogie met prospectiereizen (zie Afdeling II) kunnen er per aanvrager maximaal drie reizen per<br />

multilaterale instelling worden aanvaard binnen een periode van vijf jaar. Ook voor dit initiatief is subsidiëring enkel<br />

mogelijk indien de reis wordt ondernomen door een personeelslid, bestuurder of exportmanager met een<br />

exclusiviteitscontract van de onderneming die de aanvraag indient.<br />

Artikel 24. Export Vlaanderen verleent een tussenkomst in de reis- en verblijfkosten van maximaal één<br />

afgevaardigde. De tussenkomst is gebaseerd op de lijst met forfaitaire vergoedingen die wordt vastgesteld door de<br />

gedelegeerd bestuurder. Indien de reis betrekking heeft op multilaterale instellingen die zich in verschillende landen<br />

bevinden, worden de reiskosten berekend a rato van 60 % (ook naar analogie met de gewone prospectiereizen in<br />

Afdeling II).<br />

Artikel 25. De documenten die bij de aanvraag moeten worden gevoegd, zijn analoog met deze voor de gewone<br />

prospectiereizen in Afdeling II.<br />

Artikel 26. De uitbetalingsvoorwaarden zijn analoog met deze voor de gewone prospectiereizen in Afdeling II.<br />

Afdeling VIII. — Aanmaak van productdocumentatie en technische vertalingen<br />

ter ondersteuning van exportinspanningen (nieuw initiatief)<br />

Uit ervaring blijkt dat heel wat ondernemingen grote inspanningen moeten doen om hun producten in het<br />

buitenland in de gangbare taal voor te stellen. Om aan deze vraag tegemoet te komen wordt in het besluit voorgesteld<br />

om de steun voor productdocumentatie en technische vertalingen als afzonderlijk initiatief te subsidiëren.<br />

Steun is mogelijk voor de aanmaak van gedrukte brochures, cd-roms, websites, enz.<br />

Een subsidie wordt enkel toegekend voor de aanmaak van productdocumentatie en technische vertalingen.<br />

Algemene bedrijfspresentaties horen daar niet bij.<br />

In geval dat bedrijfs- en productdocumentatie worden samengebundeld in één document zal de administratie de<br />

steun pro rata berekenen. Enkel nieuwe documenten kunnen worden gesubsidieerd. Voor aanpassingen aan bestaande<br />

documentatie is geen subsidie voorzien.<br />

Artikel 27. Voor de berekening van de subsidie zullen enkel externe facturen in aanmerking worden genomen.<br />

Eigen loonkosten zijn niet subsidieerbaar.<br />

Productdocumentatie en technische vertalingen in het Nederlands komen niet in aanmerking.<br />

De aanvaarde kosten bedragen maximaal 7.500 euro per jaar, wat overeenkomt met een maximale subsidie van<br />

3.750 euro op jaarbasis.<br />

Artikel 28. De documenten die de onderneming bij de aanvraag moet voegen, zijn dezelfde als voor andere<br />

initiatieven. Daarenboven stuurt de onderneming de weerhouden offerte mee. Afhankelijk van de inhoud van het<br />

document kan de administratie een verbintenis tot opname van Export Vlaanderen als sponsor eisen.<br />

Artikel 29. Dit artikel beschrijft de documenten die in de uitbetalingsfase moeten worden voorgelegd. Het betreft<br />

een kopie van het gesubsidieerde document en een kopie van de factuur en het overeenkomstig betalingsbewijs. Uit<br />

de documenten moet blijken dat de aanvrager in voorkomend geval zijn verbintenis tot vermelding van Export<br />

Vlaanderen als sponsor is nagekomen.<br />

Afdeling IX. — Registratie-, homologatie- en certificatiekosten<br />

ter ondersteuning van exportinspanningen (nieuw initiatief)<br />

K.M.O.’s worden bij export vaak geremd door hoge kosten die betrekking hebben op registratie, homologatie en<br />

certificatie van producten. In de meeste gevallen gaat het over consumptiegoederen (voeding en dranken,<br />

farmaceutische producten,…). De registratie, homologatie of certificatie is verplicht vooraleer de producten worden<br />

toegelaten op de betrokken markt. Zowel facturen vanuit het land van bestemming als facturen van gespecialiseerde<br />

instanties of bedrijven in Vlaanderen komen in aanmerking voor subsidie.<br />

Kosten die de Vlaamse onderneming moet maken om de producten aan te passen aan de noden van de betrokken<br />

markt vallen niet onder het toepassingsgebied van dit initiatief.


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Artikel 30. In dit artikel wordt benadrukt dat het moet gaan over kosten die de onderneming verplicht moet maken<br />

voor toelating van haar producten op de betrokken markt.<br />

Voor dit initiatief kunnen er maximaal drie subsidies per jaar worden toegekend. Per land kan er maximaal één<br />

subsidie per jaar worden toegekend. Het bedrag van de subsidie bedraagt maximaal 3750 euro (50 % van 7.500 euro)<br />

per dossier.<br />

Een aanvraag tot steun voor registratie-, homologatie- of certificatiekosten kan, mits de indiening van een aparte<br />

aanvraag, gecombineerd worden met een steunverzoek voor bepaalde andere initiatieven (bijv. prospectiereizen).<br />

Artikel 31. De documenten die de onderneming bij de aanvraag moet voegen, zijn dezelfde als voor de andere<br />

subsidieerbare initiatieven.<br />

Artikel 32. Het verslag over de resultaten en de weerslag ervan op de verdere marktbenadering alsmede een kopie<br />

van de factuur en van het overeenkomstig betalingsbewijs moet worden voorgelegd. Omwille van de specificiteit wordt<br />

voor dit initiatief geen modelverslag opgelegd.<br />

Afdeling X. — Uitnodiging naar Vlaanderen van aankopers en decision makers uit niet-EER landen<br />

(nieuw initiatief)<br />

Een goed alternatief om potentiële klanten/agenten/verdelers/investeerders te overtuigen is om ze uit te nodigen<br />

naar Vlaanderen. Het persoonlijk contact geeft de Vlaamse onderneming de gelegenheid om zich in de meest optimale<br />

omstandigheden aan de bezoekers voor te stellen. Omwille van de Europese regelgeving worden enkel kosten voor<br />

aankopers en decision makers uit niet-EER landen aanvaard. Als bijkomende voorwaarde wordt gesteld dat enkel de<br />

uitnodiging van aankopers en decision makers uit het bedrijfsleven kan worden gesubsidieerd.<br />

Vlaamse bedrijven kunnen eveneens groeien door internationale joint ventures, fusies en overnames, samenwerkingsverbanden<br />

en partnerships. Het nieuwe initiatief laat toe dat ze hiervoor decision makers kunnen uitnodigen om<br />

het Vlaamse bedrijf beter te presenteren, als er geen gevaar bestaat voor delokalisatie van het Vlaamse bedrijf.<br />

Artikel 33. Export Vlaanderen voorziet in een tussenkomst in de reis- en de verblijfkosten, op basis van de<br />

forfaitaire vergoedingen die worden vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder. De tussenkomst in de verblijfkosten<br />

is beperkt tot vijf overnachtingen. Op jaarbasis kunnen er per aanvrager maximaal twee aankopers of decision makers<br />

worden uitgenodigd.<br />

Artikel 34. De documenten die de onderneming bij de aanvraag moet voegen, zijn dezelfde als bij de andere<br />

subsidieerbare initiatieven. De beschrijving zal voor deze activiteit moeten worden uitgebreid met de naam en de<br />

hoedanigheid van de genodigden en het belang van de uitnodiging voor de aanvrager. Bij twijfel beslist de gedelegeerd<br />

bestuurder.<br />

Artikel 35. Dit artikel beschrijft welke documenten in de uitbetalingsfase moeten worden voorgelegd, met name<br />

de bewijsstukken van de gemaakte reis- en verblijfkosten en een verslag over het verloop van de uitnodiging en de<br />

bereikte resultaten. De verblijfkosten kunnen enkel worden uitbetaald mits voorlegging van een (hotel)factuur voor de<br />

overnachting. Omwille van de specificiteit wordt voor dit initiatief geen modelverslag opgelegd.<br />

Afdeling XI. — Huur van een ruimte voor de organisatie van publieke presentaties, modeshows,<br />

workshops en seminaries in het buitenland (nieuw initiatief)<br />

Om hun producten en/of diensten aan een groter publiek voor te stellen organiseren ondernemingen geregeld<br />

presentaties, workshops en seminaries. In het vorige reglement werd dit initiatief enkel aanvaard voor bedrijfsgroeperingen<br />

en havengemeenschappen. Nieuw is dat het initiatief nu ruimer wordt opgevat en wordt uitgebreid naar<br />

ondernemingen. Dit initiatief wordt ook gesubsidieerd binnen de EER.<br />

Artikel 36. De tussenkomst van Export Vlaanderen bestaat uit een huurbijdrage van de ruimte voor publieke<br />

presentaties. Deze ruimte kan zijn in een hotel (uitgezonderd hotelkamers) of in een daartoe speciaal uitgeruste<br />

accommodatie. Er wordt enkel steun voorzien voor de huur van een ruimte tijdens een beperkte periode. Kosten voor<br />

permanente showrooms en tentoonstellingen vallen buiten het toepassingsgebied. De subsidie bedraagt maximaal<br />

3.000 euro per deelnemer (50 % van 6.000 euro) voor de huur van een ruimte binnen de EER, en maximaal 5.000 euro<br />

per deelnemer (50 % van 10.000 euro) voor de huur van een ruimte buiten de EER, wat overeenkomt met de subsidie<br />

voor individuele beursdeelnames. Het verschil in steun voor dit initiatief binnen en buiten de EER werd voorzien om<br />

kleine en middelgrote ondernemingen ertoe aan te zetten hun exportaandeel op verre markten te verhogen. Enkel<br />

deelnemers die een actieve rol spelen in de organisatie van het evenement kunnen aanspraak maken op subsidiëring.<br />

De subsidie wordt beperkt tot twee initiatieven per jaar en kan ook gesteund worden binnen de EER.<br />

Steun voor de huur van een ruimte is combineerbaar met andere initiatieven (bijv. de aanmaak van<br />

productdocumentatie en technische vertalingen, prospectiereizen).<br />

Artikel 37. De documenten die de onderneming bij de aanvraag moet voegen, zijn dezelfde als voor de andere<br />

subsidieerbare initiatieven. Belangrijk is dat elke actieve organisator een afzonderlijke aanvraag moet indienen.<br />

Artikel 38. Voor de uitbetaling moet een factuur per organisator worden voorgelegd voor de huurkosten van de<br />

ruimte (met het overeenkomstig betaalbewijs) alsmede een verslag over het verloop van het initiatief en de bereikte<br />

resultaten. Omwille van de specificiteit wordt voor dit initiatief geen modelverslag opgelegd.<br />

Afdeling XII. — Kosten van de onderneming<br />

die een intrek neemt in een dienstencentrum van Export Vlaanderen (nieuw initiatief)<br />

Elke K.M.O. die een intrek neemt in een dienstencentrum van Export Vlaanderen kan in aanmerking komen voor<br />

steun. Uiteraard is er enkel steun mogelijk voor de kosten die de firma draagt.<br />

Artikel 39. De subsidie betreft de kosten die de K.M.O. maakt tijdens haar eerste werkingsjaar in een<br />

dienstencentrum. Het gaat over de reiskosten en hotelovernachtingen in het kader van prospectiereizen ter plaatse van<br />

de kantoorverantwoordelijke in het betrokken land op voorwaarde dat deze persoon er permanent verblijft. Het is<br />

echter niet de bedoeling om de kosten van een vaste verblijfplaats te subsidiëren.<br />

De maximale steun voor dit initiatief bedraagt 12.500 euro (50 % van 25.000 euro).<br />

Artikel 40, § 1. Ondernemingen die een subsidie ontvangen voor de kosten tijdens het eerste werkingsjaar in een<br />

dienstencentrum komen tijdens dit verblijf niet meer in aanmerking voor afzonderlijke prospectie-initiatieven in<br />

hetzelfde land.<br />

Artikel 40, § 2. De aanvraag kan slechts éénmaal gebeuren, namelijk voor het eerste werkjaar bij intrede in het<br />

dienstencentrum van Export Vlaanderen.<br />

Artikel 41. Dit artikel specificeert de documenten die bij de aanvraag moeten worden gevoegd.<br />

33237


33238 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Artikel 42. Voor de uitbetaling stelt Export Vlaanderen een auditbureau aan dat de effectieve kosten zal<br />

controleren. Deze controle zal gebeuren op de zetel van de Vlaamse moedermaatschappij. De kosten die gepaard gaan<br />

met deze controle zijn ten laste van de begunstigde onderneming. Export Vlaanderen zal de ereloonnota van het<br />

fiduciair kantoor betalen en het overeenkomstig bedrag in mindering brengen van de uit te betalen subsidie.<br />

De begunstigde onderneming moet eveneens een activiteitenverslag indienen. Hiervoor wordt een model<br />

voorgeschreven dat wordt opgesteld door de gedelegeerd bestuurder van Export Vlaanderen.<br />

HOOFDSTUK III. — Subsidies voor initiatieven van bedrijfsgroeperingen ter bevordering van de uitvoer<br />

Afdeling I. — In aanmerking komende initiatieven<br />

Artikel 43. Aan bedrijfsgroeperingen werden ook in het vorige besluit reeds subsidies verstrekt. In het vorige<br />

besluit werden ook de havengemeenschappen expliciet gedefinieerd. In het huidige ontwerp van besluit worden<br />

havengemeenschappen beschouwd als een bedrijfsgroepering.<br />

In artikel 43, § 1, worden de initiatieven opgesomd waarvoor bedrijfsgroeperingen subsidies kunnen ontvangen.<br />

De lijst van initiatieven wordt uitgebreid met de volgende initiatieven :<br />

— organisatie van publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries in het buitenland;<br />

— reizen voor het aantrekken van investeringen;<br />

— uitnodiging naar Vlaanderen van aankopers en van decision makers voor sectorgebonden investeringsprojecten;<br />

— prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen voor projecten die buiten de<br />

EER plaatsvinden.<br />

De subsidies waarvan sprake in dit artikel kunnen slechts worden toegekend en uitbetaald binnen de perken van<br />

de daartoe in de begroting van de Vlaamse gemeenschap verleende kredieten.<br />

In paragraaf 2 wordt de mogelijkheid geboden aan bedrijfsgroeperingen om gesteund te worden voor<br />

uitzonderlijke initiatieven. Deze uitzonderingsclausule kan slechts worden toegepast indien het project voor de<br />

Vlaamse economie belangrijk is. Deze steun kan enkel toegekend worden door de bevoegde minister, op voorstel van<br />

de gedelegeerd bestuurder. Deze paragraaf werd ingeschreven om bedrijfsgroeperingen die creatieve initiatieven ter<br />

bevordering van de uitvoer voorstellen te belonen.<br />

Artikel 44, § 1. Bedrijfsgroeperingen kunnen enkel subsidies ontvangen indien zij voldoen aan de definitie van<br />

bedrijfsgroepering, zoals bepaald in artikel 1, 3°. De representativiteit en de exportondersteunende functie moeten<br />

worden aangetoond aan de hand van een meerjarenplan waarin de activiteiten met betrekking tot de bevordering van<br />

de uitvoer gedetailleerd worden toegelicht. Dit betekent concreet dat bedrijfsgroeperingen die wensen erkend te<br />

worden de volgende documenten moeten voorleggen :<br />

— een actuele ledenlijst van de aangesloten ondernemingen (in voorkomend geval), met vermelding van het<br />

potentieel aantal Vlaamse ondernemingen die actief zijn in de sector of subsector;<br />

— een kopie van de statuten;<br />

— een gedetailleerde beschrijving van de activiteiten van de groepering, alsmede een overzicht van de initiatieven<br />

die in het recente verleden werden uitgevoerd en die in de nabije toekomst zullen worden gerealiseerd (meerjarenplan).<br />

De erkenning van bedrijfsgroeperingen wordt voorbehouden aan de gedelegeerd bestuurder van Export Vlaanderen,<br />

die bij twijfel beslist. Volledig nieuw is dat bedrijfsgroeperingen om hun erkenning te behouden minstens één<br />

subsidieerbare activiteit, zoals bepaald in artikel 43, per jaar moeten organiseren. Export Vlaanderen wil immers enkel<br />

steun verlenen aan actieve en creatieve groeperingen.<br />

Artikel 44, § 2. De initiatieven die bedrijfsgroeperingen ondernemen, moeten gericht zijn op de bevordering van<br />

de uitvoer voor de goederen en/of diensten van de vertegenwoordigde ondernemingen of moeten gericht zijn op het<br />

aantrekken van investeringen in de betrokken sector.<br />

De initiatieven moeten plaatsvinden in landen buiten de EER, met uitzondering van :<br />

— de deelname aan buitenlandse beurzen met internationale uitstraling;<br />

— de organisatie van publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries in het buitenland;<br />

— de aanmaak van nieuwe repertoria;<br />

— de uitnodiging naar Vlaanderen van aankopers en van decision makers voor sectorgebonden investeringsprojecten;<br />

— prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen voor projecten die buiten de<br />

EER plaatsvinden.<br />

Het algemene principe dat men voor eenzelfde kost geen tweemaal kan worden gesteund, wordt hier opgenomen.<br />

De bedrijfsgroeperingen worden verplicht om bij elk gesubsidieerd initiatief te melden dat de realisatie gebeurt met de<br />

steun van Export Vlaanderen.<br />

Artikel 45, § 1. Er wordt voor de initiatieven van bedrijfsgroeperingen een uniform steunpercentage van 50 %<br />

vastgesteld. De minimale subsidie bedraagt 250 euro. BTW is niet subsidieerbaar.<br />

Artikel 45, § 2. De bevoegde minister heeft de mogelijkheid om de steunpercentages te verlagen of te differentiëren<br />

in functie van het gevoerde exportbeleid of de beschikbare dotatie. De bevoegde minister dient dit evenwel te doen<br />

vóór 30 november van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de maatregel van toepassing is.<br />

Artikel 46. In het kader van de administratieve vereenvoudiging wordt de aanvraagtermijn uniform op<br />

15 kalenderdagen vóór de aanvang van het initiatief (beurs, reis, enz.) gebracht. Een hoogdringendheidsclausule wordt<br />

voorzien opdat bedrijfsgroeperingen kunnen inspelen op belangrijke opportuniteiten. Aanvragen die ingediend<br />

worden na afloop van het initiatief kunnen niet worden gesubsidieerd.<br />

Afdeling II. — Eigen marktverkennende reizen, reizen voor het aantrekken van investeringen,<br />

deelname aan groepszakenreizen en reizen in het kader van groepsstanden georganiseerd door Export Vlaanderen<br />

Dit initiatief van bedrijfsgroeperingen werd ook in het vorige besluit reeds gesubsidieerd. Het is de bedoeling dat<br />

groeperingen tijdens deze acties informatie inwinnen, die zij nadien ter beschikking stellen van hun leden. Voor de<br />

marktverkennende reizen wordt verduidelijkt dat het om een eigen (zelf georganiseerde) marktverkennende reis moet<br />

gaan of dat de groepering deelneemt aan acties van Export Vlaanderen. De deelname aan acties van derden wordt niet<br />

gesubsidieerd. Nieuw is dat bedrijfsgroeperingen nu ook steun kunnen ontvangen voor reizen die zij ondernemen met<br />

het oog op het aantrekken van investeringen.


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Artikel 47. De tussenkomst voor reizen is beperkt tot de reis- en verblijfkosten. De reis- en verblijfkosten zijn vaste<br />

vergoedingen die vastgesteld worden door de gedelegeerd bestuurder.<br />

Financiële stimuli voor reizen gelden alleen voor de verplaatsing van bestuurders, personeelsleden of<br />

exportmanagers met een duurzaam exclusiviteitscontract van de bedrijfsgroepering. In de vorige reglementering kon<br />

de bedrijfsgroepering vrij bepalen wie in haar naam de reis uitvoerde. In tegenstelling met ondernemingen is er geen<br />

beperking van het aantal reizen. Het criterium nieuwe markt is niet van toepassing.<br />

Voor reizen van personeelsleden die voorkomen op de loonlijst van de bedrijfsgroepering kan een bijdrage van<br />

120 euro (50 % van 240 euro) per overnachting worden toegekend voor de loonkosten.<br />

Artikel 48. Bedrijfsgroeperingen dienen tot op heden hun aanvraag nog schriftelijk in. De bedrijfsgroeperingen<br />

zullen worden aangemoedigd om hun aanvraag elektronisch in te dienen. De invoering van de elektronische<br />

handtekening moet dit vergemakkelijken.<br />

De grondige beschrijving, de motivatie, het afsprakenprogramma en de kostenraming maken verplicht integraal<br />

deel uit van het dossier.<br />

Artikel 49, § 1. Deze paragraaf heeft betrekking op de documenten die de aanvrager moet voorleggen na afloop<br />

van de reis. Met bewijsstukken wordt onder meer bedoeld : een kopie van de factuur voor de reis of een kopie van het<br />

vliegtuigticket (voor de reiskosten), een kopie van de hotelrekening of een kopie van het internationaal paspoort<br />

waarop de naam van de houder en de datum van aankomst en vertrek in het betrokken land duidelijk worden vermeld<br />

(voor de verblijfkosten). Voor het reisverslag wordt een model voorgeschreven dat wordt opgesteld door de<br />

gedelegeerd bestuurder. Het modelverslag moet uniformiteit en meetbaarheid van de resultaten vergemakkelijken en<br />

maakt het ook mogelijk dat de doelstellingen van de reis na afloop worden getoetst aan de resultaten. Op vraag van<br />

de administratie moet de bedrijfsgroepering ook het bewijs leveren dat de afgevaardigde die de reis ondernomen heeft<br />

op de loonlijst van de bedrijfsgroepering staat. Dit bewijs is vereist voor de uitbetaling van de forfaitaire loonkosten.<br />

Artikel 49, § 2. Voor de reizen bedoeld in deze afdeling zijn bedrijfsgroeperingen verplicht om ter plaatse een<br />

bezoek te brengen aan het kantoor van Export Vlaanderen. Indien er in het betrokken land geen kantoor van Export<br />

Vlaanderen aanwezig is, of indien uit het reisschema blijkt dat een bezoek praktisch niet haalbaar is, volstaat een andere<br />

vorm van contact. Indien deze verplichting niet wordt nageleefd, kan de gedelegeerd bestuurder weigeren om de<br />

subsidie uit te betalen.<br />

Afdeling III. — Deelname aan buitenlandse beurzen met internationale uitstraling<br />

Bedrijfsgroeperingen konden ook in het vorige besluit een subsidie ontvangen voor de deelname aan buitenlandse<br />

beurzen met een internationale uitstraling.<br />

Artikel 50. Omwille van het criterium internationale uitstraling’ wordt enkel steun verleend voor de deelname aan<br />

buitenlandse beurzen die opgenomen zijn in de repertoria M&A Messe Planer of Le Moci; in deze repertoria zijn meer<br />

dan 10 000 beurzen opgenomen. Nieuw is dat ook beurzen die zijn opgenomen op de website van M&A Messe Planer<br />

of Le Moci kunnen worden aanvaard. Dit is een verruiming in vergelijking met de bestaande regelgeving.<br />

Naar analogie met de ondernemingen wordt de mogelijkheid voorzien dat de gedelegeerd bestuurder kan<br />

beslissen om de deelname aan buitenlandse beurzen met een internationale uitstraling die niet zijn opgenomen in de<br />

repertoria of op de website van M&A Messe Planer of Le Moci toch te subsidiëren. In voorkomend geval moet de<br />

aanvrager het belang van de beurs voor de groepering en de aangesloten ondernemingen beschrijven, motiveren en<br />

aantonen. In de praktijk zal het vooral gaan om nichebeurzen.<br />

Voor bedrijfsgroeperingen is er geen beperking op het aantal beursdeelnames.<br />

Bedrijfsgroeperingen die deelnemen aan beurzen of subsectoren van beurzen waarop Export Vlaanderen een<br />

groepsstand organiseert, komen niet voor bijkomende subsidiëring in aanmerking. Dubbele subsidiëring voor dezelfde<br />

kosten is uitgesloten. De gedelegeerd bestuurder kan beslissen om een subsidie toe te kennen bij grote beurzen die<br />

onderverdeeld zijn in sectorhallen en waar Export Vlaanderen een algemene stand heeft of een stand voor een specifiek<br />

product (bijv. Sial in Parijs : zowel charcuterie, kaas, diepvries, algemene voeding, confiserie), op voorwaarde dat dit<br />

geen aanleiding geeft tot dubbele subsidiëring.<br />

Vermits het de bedoeling is om de visibiliteit van de Vlaamse ondernemingen en bedrijfsgroeperingen te verhogen<br />

op buitenlandse beurzen (en niet die van hun lokale partner/contactpersoon) wordt gesteld dat de bedrijfsgroepering<br />

in eigen naam moet deelnemen. In geval van twijfel zal een kopie uit de beurscatalogus waarin de bedrijfsgroepering<br />

met naam, stad en land opgenomen is, worden gevraagd. Bij gebrek hieraan kunnen andere bewijzen worden<br />

voorgelegd.<br />

Artikel 51. Export Vlaanderen komt tussen in de kosten van de naakte standoppervlakte, verhoogd met een<br />

forfaitair bedrag van 25 %. Een basisstand heeft weinig of geen uitstraling. Een forfaitaire verhoging met 25 % laat de<br />

exposanten die dit wensen toe een eigen stand te bouwen en daarvoor een financiële steun gelijk aan de kostprijs van<br />

een basisstand te verwerven. De verhoging met 25 % komt overeen met de gemiddelde meerkost tussen de naakte<br />

standoppervlakte en een shell scheme’. Een shell scheme is een eenvoudige modulaire basisstand, waarin zijn<br />

begrepen : panelen, vloerbekleding (tapijt), één tafel, drie stoelen, een naambord op de stand, één verlichtingsspot per<br />

vierkante meter en een stopcontact. Als uit de ingediende factuur blijkt dat de onderneming geopteerd heeft voor een<br />

shell scheme is de verhoging met 25 % niet van toepassing. De voorgestelde steun ligt hoger dan in het vorige<br />

reglement. De steun bedraagt maximaal 3.000 euro (50 % van 6.000 euro) voor beurzen binnen de EER en maximaal<br />

5.000 euro (50 % van 10.000 euro) voor beurzen buiten de EER. Deze bedragen zijn dezelfde als voor ondernemingen.<br />

Het verschil in steun voor beurzen binnen en buiten de EER werd voorzien om groeperingen ertoe aan te zetten<br />

hun inspanningen op verre markten te vergroten, wat het exportaandeel van de bedrijven die zij vertegenwoordigen<br />

op die verre markten moet verhogen.<br />

Voor beurzen buiten de EER wordt tevens een bijdrage in de reis- en verblijfkosten toegekend, op basis van de<br />

forfaitaire vergoedingen vastgelegd door de gedelegeerd bestuurder. Het reisgedeelte in het kader van een beurs kan<br />

alleen worden goedgekeurd ter ondersteuning van de zakenreizen van bestuurders, personeelsleden of exportmanagers<br />

met een duurzaam exclusiviteitscontract van de aanvragende groepering.<br />

Zowel voor beurzen binnen als buiten de EER kan steun worden verleend voor de loonkosten, op voorwaarde dat<br />

de afgevaardigde op de loonlijst staat van de bedrijfsgroepering.<br />

De documenten die bij de aanvraag moeten worden gevoegd, zijn dezelfde als bij ondernemingen.<br />

33239


33240 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Afdeling IV. — De organisatie van publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries in het buitenland<br />

In het besluit van 20 april 2001 konden enkel de havengemeenschappen en de Hoge Raad voor Diamant een<br />

subsidie ontvangen voor de organisatie van presentaties en seminaries. In het huidige ontwerp van besluit wordt dit<br />

uitgebreid naar alle bedrijfsgroeperingen en wordt de subsidiemogelijkheid eveneens voorzien voor de organisatie van<br />

workshops en modeshows.<br />

Artikel 52, § 1. De subsidieerbare kosten zijn dezelfde als in het vorige besluit, met name :<br />

— de kosten voor de huur en de inrichting van de ruimte;<br />

— de druk- en verzendingskosten van de uitnodigingen;<br />

— de kosten voor ontvangst van de genodigden.<br />

De subsidie bedraagt maximaal 3.000 euro per initiatief (50 % van 6.000 euro) voor de huur van een ruimte binnen<br />

de EER en maximaal 5.000 euro per initiatief (50 % van 10.000 euro) voor de huur van een ruimte buiten de EER, wat<br />

overeenkomt met de subsidie voor individuele beursdeelnames.<br />

Indien dit initiatief wordt georganiseerd door meerdere erkende bedrijfsgroeperingen bedraagt de maximale<br />

subsidie 3.750 euro (50 % van 7.500 euro) per initiatief binnen de EER en maximaal 6.250 euro (50 % van 12.500 euro)<br />

per initiatief buiten de EER.<br />

Conform § 2 kan er ook een bijdrage toegekend worden van 120 euro per overnachting voor de loonkosten van één<br />

personeelslid en dit zowel voor de initiatieven binnen en buiten de EER.<br />

De subsidie wordt beperkt tot 5 initiatieven per jaar en kan ook worden gesteund binnen de EER. Het verschil in<br />

steun voor dit initiatief binnen en buiten de EER werd voorzien om groeperingen ertoe aan te zetten hun inspanningen<br />

op verre markten te vergroten, wat het exportaandeel van de bedrijven die zij vertegenwoordigen op die verre markten<br />

moet verhogen.<br />

Artikel 52, § 2. Voor de organisatie van publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries buiten de EER<br />

kan een tussenkomst verleend worden in de reis- en verblijfkosten, op basis van forfaitaire vergoedingen die worden<br />

vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder. Het reisgedeelte kan alleen worden goedgekeurd ter ondersteuning van<br />

de zakenreizen van bestuurders, personeelsleden of exportmanagers met een duurzaam exclusiviteitscontract van de<br />

aanvragende groepering.<br />

Artikel 53. De documenten die de groepering bij de aanvraag moet voegen, zijn dezelfde als voor de andere<br />

subsidieerbare initiatieven.<br />

Artikel 54. Dit artikel beschrijft welke documenten in de uitbetalingsfase moeten worden voorgelegd. Het betreft<br />

een factuur per organisator voor de huur- en inrichtingskosten van de ruimte (met het overeenkomstig betalingsbewijs),<br />

een factuur voor de druk- en verzendingskosten van de uitnodigingen en een factuur voor de kosten van<br />

ontvangst van de genodigden. Tot slot moet de groepering een verslag voorleggen over het verloop van het initiatief<br />

en de bereikte resultaten. Dit verslag moet gebeuren volgens het model opgesteld door de gedelegeerd bestuurder.<br />

Afdeling V. — De aanmaak van nieuwe repertoria<br />

Ook in het besluit van 20 april 2001 konden bedrijfsgroeperingen een subsidie ontvangen voor de aanmaak van<br />

repertoria. Export Vlaanderen subsidieert dit initiatief onder meer om een overzicht te geven van het Vlaams<br />

productenaanbod. Als algemene voorwaarde wordt gesteld dat het repertorium representatief moet zijn en een zo ruim<br />

mogelijk beeld moet geven van de (sub)sector. Het repertorium moet klantvriendelijk zijn en op informaticadrager<br />

beschikbaar zijn. Het moet gaan om een nieuw’ repertorium of een creatieve update. Onder nieuw wordt verstaan : nog<br />

niet in die vorm gepubliceerd. Dit betekent dat bijwerkingen van bestaande repertoria voor binnenlands gebruik niet<br />

langer kunnen worden gesubsidieerd. Dit was in het vorige besluit nog wel het geval. Het kan gaan over gedrukte<br />

repertoria, website, cd-rom, enz.<br />

Bedragen van sponsoring van om het even welke instantie, instelling of bedrijf worden in mindering gebracht van<br />

het te subsidiëren bedrag.<br />

Artikel 55. De tussenkomst van Export Vlaanderen bestaat in een bijdrage in de externe realisatie- en<br />

vertalingskosten. Voor de berekening van de subsidie zullen enkel externe facturen in aanmerking worden genomen.<br />

Groeperingen zijn wellicht in staat om zelf een groot gedeelte te realiseren, maar deze kosten komen niet in aanmerking<br />

omdat loonkosten voor dit initiatief niet subsidieerbaar zijn. De maximale steun voor de aanmaak van een nieuw<br />

repertorium bedraagt 24.750 euro (50 % van 49.500 euro). Er kan slechts één document per aanvrager worden<br />

gesubsidieerd per jaar. Nieuw is dat er geen steun zal worden toegekend indien het repertorium het voorwerp uitmaakt<br />

van een eigen recente publicatie van Export Vlaanderen.<br />

Artikel 56. In vergelijking met het vorige besluit zijn er geen wijzigingen inzake de documenten die de aanvraag<br />

moet bevatten. De aanvrager moet wel de verbintenis aangaan om in het repertorium Export Vlaanderen op een<br />

zichtbare en duidelijke wijze te vermelden als sponsor.<br />

Artikel 57. Geen wijzigingen ten opzichte van het vorige besluit. Uit de bewijsstukken moet blijken of de aanvrager<br />

zijn verbintenis tot vermelding van Export Vlaanderen als sponsor is nagekomen.<br />

Afdeling VI. — Uitnodiging naar Vlaanderen van aankopers en van decision makers<br />

voor sectorgebonden investeringsprojecten (nieuw initiatief)<br />

In het kader van zijn verruimde opdracht, zoals bepaald in de missie van het agentschap, is Export Vlaanderen ook<br />

bevoegd voor het aantrekken van buitenlandse investeringen naar Vlaanderen. Om buitenlandse investeringen aan te<br />

moedigen, wordt als nieuw initiatief voorzien dat bedrijfsgroeperingen financiële steun kunnen ontvangen voor de<br />

uitnodiging naar Vlaanderen van decision makers voor sectorgebonden investeringsprojecten. Door de gespecialiseerde<br />

sectorfederaties bij dit initiatief te betrekken, krijgt de potentiële investeerder onmiddellijk een concreet beeld<br />

van de betrokken sector in Vlaanderen.<br />

Erkende bedrijfsgroeperingen kunnen ter bevordering van de Vlaamse uitvoer ook aankopers uitnodigen naar<br />

Vlaanderen.<br />

Artikel 58. De tussenkomst van Export Vlaanderen bestaat uit een bijdrage in de reis- en verblijfkosten. Die<br />

bijdrage is forfaitair bepaald en wordt vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder. Voor de verblijfkosten worden<br />

maximaal vijf overnachtingen gesubsidieerd. Per reis kunnen er maximaal 2 potentiële investeerders of aankopers<br />

worden uitgenodigd. Op jaarbasis kunnen per aanvrager maximaal drie aanvragen worden ingediend voor<br />

sectorgebonden investeringsprojecten of voor de uitnodiging van aankopers.


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Artikel 59. De documenten die bij de aanvraag moeten worden gevoegd, zijn dezelfde als voor de andere<br />

subsidieerbare initiatieven. De beschrijving zal voor dit initiatief moeten worden uitgebreid met de naam en de<br />

hoedanigheid van de genodigden en het belang van de uitnodiging voor Vlaanderen. Bij twijfel beslist de gedelegeerd<br />

bestuurder.<br />

Artikel 60. Dit artikel beschrijft welke documenten in de uitbetalingsfase moeten worden voorgelegd. Het betreft<br />

de bewijsstukken van de gemaakte reis- en verblijfkosten samen met het overeenkomstig betalingsbewijs en een verslag<br />

over het verloop van de uitnodiging en de bereikte resultaten. De verblijfkosten kunnen enkel worden uitbetaald mits<br />

voorlegging van een (hotel)factuur voor de overnachting. Omwille van de specificiteit wordt voor dit initiatief geen<br />

modelverslag opgelegd.<br />

Afdeling VII. — Prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen<br />

projecten die niet in de EER plaatsvinden (nieuw initiatief)<br />

De internationale contractenmarkt neemt een steeds belangrijkere plaats in het internationale handelsgebeuren.<br />

Export Vlaanderen wil hierop inspelen en heeft een afzonderlijke eenheid opgericht die zich specifiek bezighoudt met<br />

het informeren en sensibiliseren van Vlaamse ondernemingen over projecten en aanbestedingen gefinancierd door<br />

internationale instellingen (de Verenigde Naties, de Wereldbank, multilaterale ontwikkelingsbanken, de Europese Unie,<br />

de Europese Investeringsbank, de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, enz.). Vermits het hier over<br />

belangrijke contracten gaat waar ook K.M.O.’s actief aan kunnen deelnemen, wordt er steun voorzien voor<br />

prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen.<br />

Gezien de Europese regelgeving kan enkel steun verleend worden voor het opsporen en opvolgen van projecten<br />

in niet-EER landen. Het behoort tot één van de kerntaken van bedrijfsgroeperingen om de ondernemingen die ze<br />

vertegenwoordigen te informeren over allerhande opportuniteiten.<br />

Artikel 61. Export Vlaanderen verleent een tussenkomst in de reis- en verblijfkosten van maximaal één<br />

afgevaardigde. Subsidiëring geldt alleen indien de reis wordt ondernomen door een personeelslid, bestuurder of<br />

exportmanager met een duurzaam exclusiviteitscontract van de groepering die de aanvraag indient. De tussenkomst<br />

is gebaseerd op de lijst met forfaitaire vergoedingen vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder. Indien de reis<br />

betrekking heeft op multilaterale instellingen die zich in verschillende landen bevinden, worden de reiskosten<br />

berekend a rato van 60 % (naar analogie met de gewone prospectiereizen in artikel 8).<br />

In tegenstelling tot de ondernemingen is er geen beperking van het aantal reizen voor dit initiatief.<br />

Artikel 62. De documenten die bij de aanvraag moeten worden gevoegd, zijn dezelfde als deze voor de<br />

marktverkennende reizen in afdeling II van dit hoofdstuk.<br />

Artikel 63. De uitbetalingsvoorwaarden zijn dezelfde als deze voor de marktverkennende reizen in afdeling II van<br />

dit hoofdstuk.<br />

HOOFDSTUK IV. — Diverse bepalingen<br />

Artikel 64. Geen wijzingen ten opzichte van het vorige besluit.<br />

Artikel 65. Bij de beoordeling van de aanvragen zal de administratie rekening houden met :<br />

1° de adviezen van de afgevaardigden van Export Vlaanderen in het binnen- en in het buitenland en van de<br />

dossierbeheerder. De gedelegeerd bestuurder zal een model van advies opstellen waarop de afgevaardigden van<br />

Export Vlaanderen in het buitenland alsook het binnenlands netwerk zich zullen baseren voor de beoordeling van de<br />

aanvragen;<br />

2° het professionele karakter van de aanvrager en de aanpak van het initiatief.<br />

De bedoeling van het verlenen van financiële steun is vooral om een drempelverlagend effect te creëren. Dit<br />

betekent dat de ondernemingen en bedrijfsgroeperingen het initiatief terdege moeten voorbereiden en aanpakken. Dat<br />

kan onder meer door voorafgaandelijk contact op te nemen met de afgevaardigden van Export Vlaanderen in het<br />

buitenland of door zelf voldoende inspanningen te leveren. Export Vlaanderen zal enkel ernstige initiatieven<br />

betoelagen;<br />

3° het totaal van de reeds ontvangen subsidies. Dit beoordelingselement is conform de Europese regelgeving<br />

inzake de de minimis-regeling. Het totale steunbedrag dat wordt verstrekt aan een kleine of middelgrote onderneming<br />

mag het plafond van 100.000 euro over een periode van drie jaar niet overschrijden, teneinde het handelsverkeer tussen<br />

de lidstaten niet ongunstig te beïnvloeden. Bij de beoordeling van de aanvraag zal ook rekening worden gehouden met<br />

de verhouding tussen de gevraagde en/of reeds ontvangen subsidies enerzijds en de reeds gerealiseerde omzet- en<br />

uitvoercijfers van de aanvrager anderzijds;<br />

4° de meerwaarde van het initiatief voor de Vlaamse economie in het algemeen en de potentiële weerslag op het<br />

vlak van tewerkstelling in Vlaanderen in het bijzonder.<br />

Bij de beoordeling van de voorgestelde initiatieven zal de voorkeur worden gegeven aan initiatieven die een<br />

substantiële meerwaarde hebben voor Vlaanderen, zoals het creëren van bijkomende tewerkstelling (of minstens het<br />

behouden van tewerkstelling), technische innovatie, onderzoek en ontwikkeling, het genereren van nieuwe export, enz.<br />

Voor de beoordeling van de aanvragen voor de initiatieven vermeld in artikel 3 zal de administratie eveneens<br />

rekening houden met de verhouding tussen de gevraagde steun en het balanstotaal van de betrokken onderneming. Dit<br />

maakt het mogelijk om bij de beoordeling rekening te houden met de ontwikkelingsfase en de draagkracht van de<br />

aanvragende onderneming.<br />

Artikel 66. Met betrekking tot de beslissingstermijn worden geen nieuwe wijzigingen opgenomen.<br />

Het is aangewezen dat de aanvrager voorafgaandelijk of tijdens het initiatief contact opneemt met de<br />

vertegenwoordiger van Export Vlaanderen in het betrokken land. Dit is belangrijk omdat de vertegenwoordigers van<br />

de instelling in het buitenland een advies moeten verlenen over het dossier. De buitenlandse vertegenwoordigers van<br />

Export Vlaanderen beschikken over een goede marktkennis om het bedrijf te helpen. Deze voorwaarde wordt echter<br />

niet verplicht om financiële steun te kunnen ontvangen, behalve voor reizen van bedrijfsgroeperingen. Als de<br />

aanvrager kan aantonen dat het initiatief vakkundig is voorbereid en dat de markt op een correcte wijze wordt<br />

benaderd (wat wel in de beoordelingscriteria vervat is), kan de steun worden toegekend.<br />

Het aantal overnachtingen dat kan worden aanvaard voor subsidiëring zal worden bepaald in functie van het<br />

afsprakenprogramma.<br />

Artikel 67. Geen wijzigingen ten opzichte van het vorige besluit. Export Vlaanderen heeft wel de bedoeling om,<br />

zodra de elektronische handtekening is ingevoerd, de beslissing van de administratie desgevallend per e-mail aan de<br />

aanvrager mee te delen.<br />

33241


33242 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Artikel 68. In de beroepsprocedure bij de bevoegde minister worden geen wijzigingen aangebracht ten opzichte<br />

van het vorige besluit.<br />

Artikel 69. De gestandaardiseerde aanvraagformulieren zullen door de gedelegeerd bestuurder opgesteld worden.<br />

Deze documenten zullen ook voorkomen op de website van Export Vlaanderen.<br />

Artikel 70. Het model van advies dat het binnenlands en het buitenlands netwerk van Export Vlaanderen moeten<br />

volgen, zal door de gedelegeerd bestuurder worden opgesteld. Dit model moet er mede voor zorgen dat de dossiers<br />

op basis van uniforme criteria worden beoordeeld.<br />

HOOFDSTUK V. — Slotbepalingen<br />

Artikel 71 en artikel 72. Deze artikels heffen respectievelijk het besluit van 20 april 2001 en het ministerieel besluit<br />

van 24 april 2001 op.<br />

Artikel 73. Aanvragen die werden ingediend in het kader van het vorige besluit, maar waarvoor nog geen<br />

beslissing werd genomen na de datum van inwerkingtreding van dit besluit, zullen vanaf die datum worden beslist<br />

overeenkomstig het nieuwe besluit, tenzij dit nadelig is voor de aanvrager. Beslissingen die werden genomen voor die<br />

datum kunnen niet worden herroepen.<br />

Artikel 74. Het nieuwe besluit treedt in werking op de eerste dag van de derde maand volgend op de<br />

bekendmaking.<br />

Artikel 75. De Vlaamse minister bevoegd voor de buitenlandse handel is belast met de uitvoering van het besluit.<br />

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 mei 2005 tot vaststelling van de<br />

voorwaarden en de regels inzake de toekenning van subsidies voor activiteiten ter bevordering van de uitvoer.<br />

Brussel, 27 mei 2005.<br />

De minister-president van de Vlaamse Regering,<br />

Y. LETERME<br />

De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel,<br />

F. MOERMAN<br />

27 MEI 2005. — Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden en de regels<br />

inzake de toekenning van subsidies voor activiteiten ter bevordering van de uitvoer<br />

De Vlaamse Regering,<br />

Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;<br />

Gelet op het decreet van 23 januari 1991 tot oprichting van Export Vlaanderen, inzonderheid op artikel 22bis<br />

en 23, § 2;<br />

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd<br />

agentschap Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen;<br />

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2001 tot vaststelling van de voorwaarden en de regels<br />

inzake de toekenning van subsidies voor exportbevorderende activiteiten;<br />

Gelet op het ministerieel besluit van 24 april 2001, houdende nadere bepalingen betreffende de aanvragen voor<br />

toekenning van subsidies voor exportbevorderende activiteiten;<br />

Gelet op het advies van de Raad van Bestuur van Export Vlaanderen, gegeven op 8 april 2004;<br />

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 30 april 2004;<br />

Gelet op het advies 37.154/1 van de Raad van State, gegeven op 7 juni 2004, met toepassing van artikel 84, § 1,<br />

eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;<br />

Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse<br />

Handel;<br />

Na beraadslaging,<br />

Besluit :<br />

HOOFDSTUK I. — Algemene bepalingen<br />

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :<br />

1° onderneming : natuurlijke personen die koopman zijn, de handelsvennootschappen en de Europese<br />

economische samenwerkingsverbanden die beschikken over een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest. Als de<br />

onderneming over exploitatiezetels beschikt in meer dan één gewest, wordt alleen die in het Vlaamse Gewest bedoeld.<br />

Ondernemingen waarvan de activiteiten uitgesplitst zijn in verschillende juridische entiteiten worden voor de<br />

toepassing van dit besluit beschouwd als één onderneming, tenzij er een substantiële tewerkstelling is in alle betrokken<br />

entiteiten;<br />

2° kleine en middelgrote onderneming : onderneming die in het laatst verifieerbare boekjaar voor de aanvraag<br />

voldoet aan de volgende voorwaarden :<br />

a) er werken maximaal 250 werknemers;<br />

b) de onderneming heeft of een jaaromzet van maximaal 50 miljoen euro, of een balanstotaal van maximaal<br />

43 miljoen euro;<br />

c) niet meer dan 25 % van het kapitaal of van de stemrechten is in handen van één onderneming of van<br />

verscheidene ondernemingen gezamenlijk die niet aan deze definitie beantwoorden, behoudens in de gevallen waar de<br />

onderneming in handen is van openbare participatiemaatschappijen, van ondernemingen van risicokapitaal of van<br />

institutionele beleggers, op voorwaarde dat ze individueel noch gezamenlijk in enig opzicht zeggenschap over de<br />

onderneming hebben, en behoudens de gevallen waar het wegens de spreiding van het kapitaal onmogelijk is te weten<br />

in wiens handen het kapitaal is, en de onderneming verklaart dat ze redelijkerwijze mag aannemen niet voor 25 % of<br />

meer in handen te zijn van één onderneming of van verscheidene ondernemingen gezamenlijk die niet aan deze<br />

definitie beantwoorden;


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

3° bedrijfsgroepering : een representatieve vereniging van ondernemingen die geen winstoogmerk heeft en die ten<br />

behoeve van de ondernemingen die zij vertegenwoordigt initiatieven organiseert ter bevordering van de Vlaamse<br />

uitvoer. De representativiteit en de exportondersteunende functie worden aangetoond aan de hand van een<br />

meerjarenplan waarin de activiteiten met betrekking tot de bevordering van de uitvoer gedetailleerd worden toegelicht;<br />

4° aanvrager :<br />

a) de kleine of middelgrote onderneming die initiatieven zelf uitvoert en die hiertoe een verzoek tot subsidiëring<br />

indient zoals bepaald in hoofdstuk II;<br />

b) de bedrijfsgroepering die initiatieven neemt, die in voorkomend geval erkend is conform artikel 44, en die een<br />

verzoek tot subsidiëring van die initiatieven indient zoals bepaald in hoofdstuk III;<br />

5° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de buitenlandse handel;<br />

6° gedelegeerd bestuurder : de leidend ambtenaar van Export Vlaanderen;<br />

7° administratie : de dienst binnen Export Vlaanderen die door de gedelegeerd bestuurder wordt aangewezen om<br />

de aanvragen te behandelen of te ontvangen;<br />

8° buitenlands netwerk : de afgevaardigden van Export Vlaanderen in het buitenland;<br />

9° binnenlands netwerk : de afgevaardigden van Export Vlaanderen in de verschillende Vlaamse provincies;<br />

10° dienstencentrum : een door Export Vlaanderen tegen kostprijs en voor de duur van maximaal één jaar aan de<br />

Vlaamse ondernemingen in het buitenland ter beschikking gesteld uitgerust kantoor;<br />

11° steun : gelden die, conform het besluit, worden toegekend ter ondersteuning van de activiteiten van<br />

ondernemingen en bedrijfsgroeperingen ter bevordering van de uitvoer;<br />

12° delokalisatie : de overheveling naar een gastland van de ganse productie of van een schakel uit de productieof<br />

dienstenketen met overeenstemmende stopzetting of vermindering van activiteit en/of tewerkstelling in<br />

Vlaanderen.<br />

Art. 2. De volgende sectoren zijn uitgesloten van steun : de traders en handelsmaatschappijen die niet voor eigen<br />

rekening of risico werken maar op commissieloon, de sector van de banken en andere financiële instellingen, de<br />

verzekeringssector, de vastgoedsector, de openbare besturen en verenigingen van openbare besturen en ondernemingen<br />

waarvan het aandelenkapitaal rechtstreeks of onrechtstreeks voor meer dan 50 % in handen is van de overheid.<br />

Dit reglement valt onder de Europese de minimis-regeling. Het totale bedrag van alle steun die wordt toegekend<br />

aan een bepaalde onderneming in het kader van de de minimis-regeling mag het maximumbedrag dat krachtens de<br />

Europese de minimis-regeling geldt, niet overtreffen. Het totaalbedrag van de toegekende steun wordt berekend over<br />

een periode van drie jaar, te rekenen vanaf het moment dat de eerste de minimis-steun aan de onderneming in kwestie<br />

is toegekend. De relevante periode van drie jaar is van verschuivende aard zodat bij elke nieuwe verlening van de<br />

minimis-steun, het totaalbedrag van de steun die gedurende de voorgaande drie jaren is verleend, in aanmerking moet<br />

worden genomen.<br />

De subsidies kunnen niet worden toegekend om de uitvoer aan te moedigen van materiaal dat wordt gebruikt in<br />

gewapende conflicten, voor binnenlandse onderdrukking of internationale agressie. In voorkomend geval kan de<br />

administratie vooraf een aanvraag aan de minister voor advies voorleggen.<br />

De subsidies kunnen niet worden toegekend als uit een beslissing of handeling van de overheid blijkt dat de<br />

betrekkingen met het land waarop het initiatief gericht is, verbroken, geschorst of ernstig in het gedrang zijn gekomen.<br />

In voorkomend geval kan de administratie vooraf een aanvraag aan de minister voor advies voorleggen.<br />

HOOFDSTUK II. — Subsidies voor kleine en middelgrote ondernemingen voor initiatieven ter bevordering van de uitvoer<br />

Afdeling I. — Initiatieven die in aanmerking komen voor een subsidie<br />

Art. 3. § 1. Aan kleine en middelgrote ondernemingen kunnen, binnen de perken van de daartoe in de begroting<br />

van de Vlaamse Gemeenschap verleende kredieten, subsidies worden toegekend voor de volgende initiatieven ter<br />

bevordering van de uitvoer :<br />

1° individuele prospectiereizen, deelname aan groepszakenreizen, reizen in het kader van groepsstanden, reizen<br />

om een investering in de eigen onderneming aan te trekken en reizen voor investeringen in het buitenland die geen<br />

delokalisatie tot gevolg hebben;<br />

2° deelname aan buitenlandse beurzen met internationale uitstraling;<br />

3° aankoop van een lastenboek voor internationale aanbestedingen en voor aanbestedingen van multilaterale<br />

instellingen en multilateraal gefinancierde projecten;<br />

4° oprichting van een prospectiekantoor;<br />

5° interne technische opleiding ter uitvoering van een afgesloten contract;<br />

6° prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen voor projecten die buiten de<br />

Europese Economische Ruimte, afgekort EER, plaatsvinden;<br />

7° aanmaak van productdocumentatie en technische vertalingen ter ondersteuning van exportinspanningen;<br />

8° registratie-, homologatie- en certificatiekosten ter ondersteuning van exportinspanningen;<br />

9° uitnodiging naar Vlaanderen van aankopers en decision makers uit landen buiten de EER;<br />

10° huur van een ruimte voor de organisatie van publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries in<br />

het buitenland;<br />

11° kosten van de onderneming die een intrek neemt in een dienstencentrum van Export Vlaanderen.<br />

§ 2. Tevens kunnen ondernemingen, op voorstel van de gedelegeerd bestuurder en op beslissing van de minister,<br />

subsidies verkrijgen voor eenmalige initiatieven met een beduidende toegevoegde waarde in Vlaanderen, die een<br />

uitzonderlijk karakter hebben en van uitzonderlijk belang zijn voor de bevordering van de uitvoer.<br />

33243


33244 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Art. 4. Om in aanmerking te komen voor het verkrijgen van subsidies voor de initiatieven bedoeld in artikel 3, § 1,<br />

moet aan volgende voorwaarden voldaan zijn :<br />

1° de initiatieven moeten gericht zijn op landen die gelegen zijn buiten de EER, met uitzondering van de<br />

initiatieven bedoeld in artikel 3, § 1, 2°, 6°, 7°, 8° en 10°;<br />

2° de initiatieven moeten gericht zijn op landen waar de onderneming geen of een beperkte afzet van haar<br />

producten en/of diensten realiseert, met uitzondering van de initiatieven bedoeld in artikel 3, § 1, 2°, 3°, 6° en 10°. De<br />

gedelegeerd bestuurder kan beslissen om uitgestrekte landen op te delen in regio’s;<br />

3° de goederen en/of diensten waarvoor prospectie wordt gedaan, moeten bij de productie, verwerking of<br />

prestatie een duidelijke toegevoegde waarde creëren in het Vlaamse Gewest;<br />

4° er mag voor het initiatief geen andere financiële tegemoetkoming voor dezelfde kosten verkregen zijn bij een<br />

andere internationale, federale, gewestelijke of lokale overheid;<br />

5° de onderneming moet al haar verbintenissen tegenover Export Vlaanderen en ingevolge een tegemoetkoming<br />

naleven. Als de onderneming die verbintenissen niet naleeft kan de gedelegeerd bestuurder de subsidies weigeren.<br />

Art. 5. § 1. Voor de initiatieven bedoeld in artikel 3 kunnen subsidies worden toegekend ten bedrage van<br />

maximaal 50 % van de kosten die de administratie aanvaardt, met dien verstande dat de subsidie minimaal 250 euro<br />

bedraagt. Alle in aanmerking te nemen kosten zijn exclusief BTW.<br />

§ 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor de buitenlandse handel, kan de tegemoetkomingspercentages van de<br />

subsidies verlagen of differentiëren in functie van het exportbeleid of de dotatie.<br />

Art. 6. Voor alle initiatieven vermeld in artikel 3, § 1, moet de aanvraag uiterlijk vijftien kalenderdagen vóór de<br />

aanvang van het initiatief bij de administratie ingediend worden. Voor de initiatieven vermeld in artikel 3, § 1, 1°, 3°,<br />

6° en 9°, kan een uitzondering op deze regel worden toegestaan op voorwaarde dat de hoogdringendheid kan worden<br />

aangetoond en voorzover de volledige aanvraag uiterlijk vóór de aanvang van het initiatief in het bezit is van de<br />

administratie.<br />

Afdeling II. — Individuele prospectiereizen, deelname aan groepszakenreizen, reizen in het kader van groepsstanden,<br />

reizen om een investering in de eigen onderneming aan te trekken en reizen voor investeringen in het buitenland die<br />

geen delokalisatie tot gevolg hebben<br />

Art. 7. Per aanvrager kunnen voor maximaal drie reizen als bedoeld in artikel 3, § 1, 1°, subsidies worden<br />

toegekend naar eenzelfde land of regio met toepassing van artikel 4, 2°, binnen een periode van vijf jaar, volgend op<br />

de datum van de eerste toekenning.<br />

De relevante periode van vijf jaar is van verschuivende aard. De subsidies voor deze initiatieven kunnen alleen<br />

worden aangewend ter ondersteuning van de zakenreizen van bestuurders, personeelsleden of exportmanagers met<br />

een duurzaam exclusiviteitscontract van de onderneming die de aanvraag indient.<br />

Art. 8. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in deze afdeling bestaat in een bijdrage in de reis- en<br />

verblijfkosten. Deze kosten worden forfaitair bepaald en worden vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder. De<br />

subsidie kan alleen worden toegekend voor één afgevaardigde per reis. Het totaal van de verblijfkosten is gelijk aan het<br />

forfaitaire bedrag, vermenigvuldigd met het aantal overnachtingen.<br />

Bij een gecombineerde reis naar verschillende landen worden de reiskosten gelijkgesteld aan 60 % van de som van<br />

de reiskosten die in aanmerking zouden worden genomen indien de aanvrager deze landen elk apart prospecteerde.<br />

Art. 9. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />

1° het volledig elektronisch of schriftelijk ingevulde en ondertekende aanvraagformulier;<br />

2° een grondige beschrijving van het initiatief en de motivatie van de onderneming, samen met een chronologisch<br />

afsprakenprogramma;<br />

3° de kostenraming, opgesteld overeenkomstig artikel 8.<br />

Art. 10. § 1. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />

1° de reis wordt voltooid uiterlijk drie maanden na de datum van de kennisgeving van de beslissing door de<br />

gedelegeerd bestuurder;<br />

2° een verslag wordt voorgelegd aan de administratie volgens het model opgesteld door de gedelegeerd<br />

bestuurder uiterlijk drie maanden na het beëindigen van de reis;<br />

3° bewijsstukken van de gemaakte reis- en verblijfkosten worden voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie<br />

maanden na het beëindigen van de reis.<br />

§ 2. Voor de reizen bedoeld in deze afdeling zijn ondernemingen verplicht om ter plaatse een bezoek te brengen<br />

aan het kantoor van Export Vlaanderen. Indien er in het land in kwestie geen kantoor van Export Vlaanderen aanwezig<br />

is of indien uit het reisschema blijkt dat een bezoek praktisch niet haalbaar is, volstaat een andere vorm van contact.<br />

De gedelegeerd bestuurder kan de uitbetaling van de subsidie weigeren indien deze verplichting niet wordt nageleefd.<br />

Afdeling III. — Deelname aan buitenlandse beurzen met internationale uitstraling<br />

Art. 11. § 1. Per kalenderjaar kunnen per aanvrager maximaal twee deelnames aan een buitenlandse beurs met<br />

internationale uitstraling worden gesubsidieerd.<br />

§ 2. Voor dezelfde beurs kan maximaal driemaal een subsidie per aanvrager worden toegekend binnen een periode<br />

van acht jaar volgend op de datum van de eerste toekenning. De relevante periode van acht jaar is van verschuivende<br />

aard.<br />

De deelname aan verschillende edities van eenzelfde beurs tijdens een bepaald kalenderjaar geldt als deelname aan<br />

twee of meer verschillende beurzen.<br />

§ 3. Enkel de buitenlandse beurzen met internationale uitstraling, opgenomen in de repertoria of op de website van<br />

M&A Messe Planner of Le Moci, komen in aanmerking voor de toekenning van een subsidie. Beurzen of subsectoren<br />

van beurzen waarop Export Vlaanderen een groepsstand organiseert, komen niet in aanmerking voor subsidiëring.<br />

Voor grote beurzen die zijn onderverdeeld in sectorhallen en waar Export Vlaanderen een algemene stand heeft of een<br />

stand voor een specifiek product kan de gedelegeerd bestuurder beslissen om toch een subsidie toe te kennen.


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

§ 4. De gedelegeerd bestuurder kan beslissen om de deelname aan buitenlandse beurzen met een internationale<br />

uitstraling die niet zijn opgenomen in de repertoria of op de website van M&A Messe Planner of Le Moci toch te<br />

subsidiëren. In voorkomend geval moet de aanvrager het belang van de beurs voor de onderneming beschrijven,<br />

motiveren en aantonen.<br />

§ 5. De onderneming moet in eigen naam en voor eigen rekening aan de beurs deelnemen. Bij twijfel zal de<br />

administratie een kopie uit de beurscatalogus vragen, waarin de Vlaamse onderneming met naam, stad en land moet<br />

zijn opgenomen.<br />

Art. 12. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in deze afdeling bestaat in een bijdrage in de huurkosten van de<br />

naakte standoppervlakte, verhoogd met een forfaitair bedrag van 25 %. De aanvaarde kosten bedragen maximaal<br />

6.000 euro voor beurzen binnen de EER en maximaal 10.000 euro voor beurzen buiten de EER.<br />

Voor beurzen die georganiseerd worden buiten de EER wordt, overeenkomstig de modaliteiten bepaald in artikel<br />

7, tevens een bijdrage in de reis- en verblijfkosten geleverd voor één afgevaardigde, die bestuurder, personeelslid<br />

of exportmanager met een duurzaam exclusiviteitscontract moet zijn van de onderneming die de aanvraag indient.<br />

De reis- en verblijfkosten worden forfaitair bepaald en worden vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder.<br />

Art. 13. § 1. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />

1° het volledig elektronisch of schriftelijk ingevulde en ondertekende aanvraagformulier;<br />

2° een kopie van de factuur of rekening van de huur van de standoppervlakte;<br />

3° het debetbericht van de bank voor de betaling van voormelde factuur of rekening of een gelijkwaardig<br />

betalingsbewijs indien het al beschikbaar is.<br />

Indien de in 2° en 3° bedoelde documenten op het ogenblik van de aanvraag niet beschikbaar zijn, moeten ze, op<br />

straffe van niet-ontvankelijkheid uiterlijk drie maanden na de beurs bij de administratie worden ingediend.<br />

§ 2. In geval van een gunstige beslissing en na indiening van het verslag volgens het model opgesteld door de<br />

gedelegeerd bestuurder worden de toegekende subsidies voor de standhuur uitbetaald. Bewijsstukken van de<br />

gemaakte reis- en verblijfkosten worden, samen met het modelverslag, voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie<br />

maanden na het beëindigen van de reis.<br />

Afdeling IV. — Aankoop van een lastenboek voor internationale aanbestedingen<br />

en voor aanbestedingen van multilaterale instellingen en multilateraal gefinancierde projecten<br />

Art. 14. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in artikel 3, § 1, 3°, bestaat in een bijdrage in de kostprijs van het<br />

lastenboek voorzover de aanvaarde kostenraming, met inbegrip van registratie- en verzendingskosten, minimaal<br />

500 euro en maximaal 12.000 euro bedraagt.<br />

Art. 15. § 1. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />

1° het volledig elektronisch of schriftelijk ingevulde en ondertekende aanvraagformulier;<br />

2° een gemotiveerde beschrijving van de activiteit en het project;<br />

3° de gedetailleerde kostprijsraming, uitgesplitst als bepaald in artikel 14.<br />

§ 2. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />

1° de aankoop van het lastenboek verricht is binnen drie maanden na de datum van de kennisgeving van de<br />

beslissing door de gedelegeerd bestuurder;<br />

2° de facturen en overeenkomstige betaalbewijzen door de aanvrager zijn ingediend binnen drie maanden volgend<br />

op de aankoop en ze door de administratie zijn aanvaard.<br />

Afdeling V. — Oprichting van een prospectiekantoor<br />

Art. 16. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in artikel 3, § 1, 4°, bestaat in een bijdrage in de volgende kosten<br />

van de onderneming in het prospectiekantoor tijdens het eerste werkingsjaar :<br />

1° de reiskosten en de hotelovernachtingen in het kader van prospectiereizen ter plaatse van de kantoorverantwoordelijke<br />

in het land in kwestie op voorwaarde dat hij er permanent verblijft;<br />

2° de werkingskosten, die bestaan uit :<br />

a) de huurprijs van de kantoorruimte;<br />

b) de kosten voor elektriciteit, verwarming, verlichting, klimaatregeling, onderhoud en communicatie;<br />

c) de huur- of aankoopprijs van het meubilair;<br />

d) de huur- of aankoopprijs van kantooruitrusting en kantoorbenodigdheden;<br />

e) de kosten voor juridische bijstand.<br />

3° de reis- en verblijfkosten voor één inspectiereis met maximaal zeven overnachtingen van één directielid van de<br />

onderneming die de reis onderneemt met de bedoeling de goede werking van het kantoor te controleren;<br />

4° de reiskosten voor één overlegreis van de kantoorverantwoordelijke naar de onderneming in Vlaanderen.<br />

De in aanmerking genomen totaal aanvaarde kostenraming van het kantoor, exclusief BTW, bedraagt maximaal<br />

99.000 euro.<br />

Per land of in voorkomend geval per regio binnen een land kan maximaal één subsidie per aanvrager worden<br />

toegekend voor de oprichting van een prospectiekantoor binnen een periode van tien jaar te rekenen vanaf de<br />

toekenning.<br />

33245


33246 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Art. 17. § 1. Een onderneming die met de financiële steun van Export Vlaanderen een prospectiekantoor heeft<br />

opgericht in een bepaald land, kan in het kader van dit besluit, binnen een periode van drie jaar na de datum van de<br />

kennisgeving van de beslissing, geen aanspraak meer maken op financiële steun voor initiatieven in hetzelfde land.<br />

§ 2. De aanvrager toont aan dat hij controle uitoefent over het prospectiekantoor. Het prospectiekantoor vormt<br />

juridisch een onderdeel van de Vlaamse onderneming.<br />

De oprichting van een productie-eenheid of een verkoop in de kleinhandel valt buiten het toepassingsgebied van<br />

de oprichting van een prospectiekantoor.<br />

De reis- en verblijfskosten vermeld in artikel 16, 3° en 4°, worden forfaitair bepaald en worden vastgesteld door<br />

de gedelegeerd bestuurder.<br />

Art. 18. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />

1° een volledig elektronisch of schriftelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;<br />

2° een grondige beschrijving van het initiatief en de motivatie van de onderneming;<br />

3° de gedetailleerde kostenraming, met uitsplitsing van de kosten overeenkomstig artikel 16;<br />

4° officiële documenten die aantonen dat het de bedoeling is van de aanvrager om met een eigen prospectie-entiteit<br />

structureel de markt in kwestie te bewerken.<br />

Alsdein4° bedoelde documenten op het ogenblik van de aanvraag niet beschikbaar zijn, moeten ze, op straffe van<br />

niet-ontvankelijkheid uiterlijk zes maanden na de aanvraag bij de administratie worden ingediend.<br />

Art. 19. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />

1° het prospectiekantoor is opgericht uiterlijk zes maanden na de datum van de kennisgeving van de beslissing<br />

door de gedelegeerd bestuurder;<br />

2° een activiteitenverslag volgens het model opgesteld door de gedelegeerd bestuurder, en een verslag van een<br />

fiduciair kantoor over de reële uitgaven binnen de aanvaarde kostenraming, binnen zes maanden na het eerste<br />

werkingsjaar van het kantoor worden voorgelegd aan de administratie en door de administratie worden aanvaard.<br />

De gedelegeerd bestuurder organiseert de controle op de werking van de prospectiekantoren.<br />

De kosten die gepaard gaan met de controle van een door Export Vlaanderen aangesteld extern fiduciair kantoor<br />

zijn ten laste van de begunstigde onderneming. De administratie zal de ereloonnota van het fiduciair kantoor betalen<br />

en het overeenkomstige bedrag in mindering brengen op de uit te betalen subsidie.<br />

Afdeling VI. — Interne technische opleiding ter uitvoering van een afgesloten contract<br />

Art. 20. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in artikel 3, § 1, 5°, bestaat in een bijdrage in de reis- en<br />

verblijfkosten. Deze kosten worden forfaitair bepaald en worden vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder.<br />

Per afgesloten contract kunnen er maximaal vijf buitenlandse technici worden uitgenodigd om een technische<br />

opleiding in de Vlaamse onderneming te volgen. De tegemoetkoming in de verblijfkosten is beperkt tot maximaal één<br />

maand. Het contract moet een waarde hebben van minstens 200.000 euro. De gedelegeerd bestuurder kan op dit bedrag<br />

een afwijking toestaan.<br />

Art. 21. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />

1° een volledig elektronisch of schriftelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;<br />

2° een beschrijving van het initiatief en de motivatie van de onderneming, met onder meer de naam en<br />

hoedanigheid van de buitenlandse technici en het belang van de uitnodiging voor de aanvrager;<br />

3° een kopie van het afgesloten contract;<br />

4° een kostenraming, opgesteld overeenkomstig artikel 8.<br />

Art. 22. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />

1° de opleiding wordt voltooid uiterlijk twaalf maanden na de datum van de kennisgeving van de beslissing door<br />

de gedelegeerd bestuurder;<br />

2° bewijsstukken van de gemaakte reis- en verblijfkosten worden voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie<br />

maanden na de voltooiing van de technische opleiding;<br />

3° een verslag volgens het model opgesteld door de gedelegeerd bestuurder, over het verloop van de technische<br />

opleiding en de bereikte resultaten wordt voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie maanden na de voltooiing van<br />

de opleiding.<br />

Afdeling VII. — Prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen<br />

voor projecten die buiten de EER plaatsvinden<br />

Art. 23. Per aanvrager kunnen voor maximaal drie reizen per multilaterale instelling subsidies worden toegekend<br />

binnen een periode van vijf jaar, volgend op de datum van de eerste toekenning. De relevante periode van vijf jaar is<br />

van verschuivende aard.<br />

De financiële stimuli voor dit initiatief kunnen alleen worden aangewend ter ondersteuning van zakenreizen van<br />

een bestuurder, personeelslid of export manager met een duurzaam exclusiviteitscontract van de onderneming die de<br />

aanvraag indient.<br />

Art. 24. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in deze afdeling bestaat in een bijdrage in de reis- en<br />

verblijfkosten. Deze kosten worden forfaitair bepaald en worden vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder.<br />

De subsidie kan slechts worden toegekend voor één afgevaardigde per reis.<br />

Het totaal van de verblijfkosten is gelijk aan het forfaitaire bedrag, vermenigvuldigd met het aantal<br />

overnachtingen.<br />

Bij een gecombineerde reis naar verschillende landen worden de reiskosten gelijkgesteld aan 60 % van de som van<br />

de reiskosten die in aanmerking zouden worden genomen indien de aanvrager deze landen elk apart prospecteerde.


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Art. 25. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />

1° het volledig elektronisch of schriftelijk ingevulde en ondertekende aanvraagformulier;<br />

2° een grondige beschrijving van het initiatief en de motivatie van de onderneming, samen met een overzicht van<br />

de afspraken;<br />

3° de kostenraming, opgesteld overeenkomstig artikel 8.<br />

Art. 26. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />

1° de reis voltooid wordt uiterlijk drie maanden na de datum van de kennisgeving van de beslissing door de<br />

gedelegeerd bestuurder;<br />

2° een verslag wordt voorgelegd aan de administratie volgens het model opgesteld door de gedelegeerd<br />

bestuurder uiterlijk drie maanden na het beëindigen van de reis;<br />

3° bewijsstukken van de gemaakte reis - en verblijfkosten worden voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie<br />

maanden na het beëindigen van de reis.<br />

Afdeling VIII. — Aanmaak van productdocumentatie en technische vertalingen<br />

ter ondersteuning van exportinspanningen<br />

Art. 27. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in artikel 3, § 1, 7°, bestaat in een bijdrage in de externe kosten<br />

voor de aanmaak van productdocumentatie en technische vertalingen in een andere taal dan het Nederlands.<br />

De in aanmerking genomen totale aanvaarde kostenraming voor deze initiatieven, exclusief BTW, bedraagt<br />

maximaal 7.500 euro per jaar.<br />

Art. 28. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />

1° een volledig elektronisch of schriftelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;<br />

2° een beschrijving van het document en de opzet ervan;<br />

3° een gedetailleerde kostenraming, op basis van de geselecteerde offerte;<br />

4° afhankelijk van de inhoud van het document kan de administratie een verbintenis eisen waarbij de aanvrager<br />

zich akkoord verklaart om in de documentatie Export Vlaanderen op een zichtbare en duidelijke wijze te vermelden<br />

als sponsor;<br />

5° een verbintenis waarbij de aanvrager verklaart dat de documentatie zal worden gebruikt voor exportdoeleinden.<br />

Art. 29. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />

1° een kopie van het gesubsidieerde document aan de administratie wordt voorgelegd uiterlijk drie maanden na<br />

de kennisgeving van de beslissing door de gedelegeerd bestuurder;<br />

2° een kopie van de factuur en het overeenkomstig betalingsbewijs (debetbericht van de bank) worden voorgelegd<br />

aan de administratie uiterlijk drie maanden na de kennisgeving van de beslissing door de gedelegeerd bestuurder;<br />

3° in voorkomend geval de aanvrager zijn verbintenis tot vermelding van Export Vlaanderen als sponsor is<br />

nagekomen;<br />

4° een bewijs waaruit blijkt dat de documentatie gebruikt werd voor exportdoeleinden.<br />

Afdeling IX. — Steun voor registratie-, homologatie- en certificatiekosten ter ondersteuning van exportinspanningen<br />

Art. 30. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in artikel 3, § 1, 8°, bestaat uit een bijdrage in de externe<br />

registratie-, homologatie- en certificatiekosten, waaraan de producten worden onderworpen vóór toelating op een<br />

bepaalde markt.<br />

De in aanmerking genomen totale aanvaarde kostenraming voor deze initiatieven, exclusief BTW, bedraagt<br />

maximaal 7.500 euro per aanvraag.<br />

Per aanvrager kunnen er maximaal drie subsidies per jaar worden toegekend voor dit initiatief. Per land kan er<br />

maximaal één subsidie worden toegekend per jaar.<br />

Art. 31. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />

1° een volledig elektronisch of schriftelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;<br />

2° een grondige beschrijving van het initiatief en de motivatie van de onderneming;<br />

3° een gedetailleerde kostenraming.<br />

Art. 32. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />

1° een verslag over de resultaten en de weerslag ervan op de verdere marktbenadering wordt voorgelegd aan de<br />

administratie uiterlijk twaalf maanden na de kennisgeving van de beslissing door de gedelegeerd bestuurder;<br />

2° een kopie van de factuur en het overeenkomstig betalingsbewijs (debetbericht van de bank) worden voorgelegd<br />

aan de administratie uiterlijk twaalf maanden na de kennisgeving van de beslissing door de gedelegeerd bestuurder.<br />

Afdeling X. — Uitnodiging naar Vlaanderen van aankopers en decision makers uit landen buiten de EER<br />

Art. 33. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in artikel 3, § 1, 9°, bestaat in een bijdrage in de reis- en<br />

verblijfkosten. De tegemoetkoming in de verblijfkosten is beperkt tot vijf overnachtingen. De reis- en verblijfkosten<br />

worden forfaitair bepaald en worden vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder. Op jaarbasis kunnen er maximaal<br />

twee aankopers of decision makers uitgenodigd worden.<br />

Art. 34. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />

1° een volledig elektronisch of schriftelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;<br />

2° een beschrijving van het initiatief en de motivatie van de onderneming, met onder meer de naam en<br />

hoedanigheid van de buitenlandse genodigde(n) en het belang van de uitnodiging voor de aanvrager. Bij twijfel beslist<br />

de gedelegeerd bestuurder;<br />

3° een kostenraming, opgesteld overeenkomstig artikel 8.<br />

33247


33248 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Art. 35. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />

1° bewijsstukken van de gemaakte reis- en verblijfkosten, samen met het overeenkomstig betalingsbewijs, worden<br />

voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie maanden na de kennisgeving van de beslissing door de gedelegeerd<br />

bestuurder;<br />

2° een verslag over het verloop van de uitnodiging en de bereikte resultaten wordt voorgelegd aan de administratie<br />

uiterlijk drie maanden na de kennisgeving van de beslissing door de gedelegeerd bestuurder.<br />

Afdeling XI. — Huur van een ruimte voor de organisatie van publieke presentaties,<br />

modeshows, workshops en seminaries in het buitenland<br />

Art. 36. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in artikel 3, § 1, 10°, bestaat in een bijdrage in de kosten voor de<br />

huur van de ruimte. De aanvaarde kostenraming bedraagt maximaal 6.000 euro per organisator voor de huur van een<br />

ruimte binnen de EER en maximaal 10.000 euro per organisator voor de huur van een ruimte buiten de EER. Steun is<br />

alleen mogelijk voor aanvragers die een actieve inbreng in de organisatie van het evenement hebben.<br />

Per aanvrager kunnen er maximaal twee subsidies per jaar worden toegekend voor dit initiatief.<br />

Art. 37. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />

1° een volledig elektronisch of schriftelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier per deelnemer;<br />

2° een gedetailleerde beschrijving van het initiatief en de motivatie van de onderneming;<br />

3° een gedetailleerde kostenraming;<br />

4° bij voorkeur een volledige lijst met de namen van de organisatoren.<br />

Art. 38. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />

1° een factuur per organisator voor de huurkosten van de ruimte, samen met het overeenkomstig betalingsbewijs,<br />

wordt voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie maanden na de kennisgeving van de beslissing door de<br />

gedelegeerd bestuurder;<br />

2° een verslag van het initiatief en de bereikte resultaten wordt voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie<br />

maanden na de kennisgeving van de beslissing door de gedelegeerd bestuurder.<br />

Afdeling XII. — Kosten van de onderneming die een intrek neemt in een dienstencentrum van Export Vlaanderen<br />

Art. 39. subsidie voor de initiatieven bedoeld in artikel 3, § 1, 11°, bestaat in een bijdrage in de volgende kosten<br />

tijdens het eerste werkjaar van de onderneming die een intrek neemt in een dienstencentrum van Export Vlaanderen :<br />

1° de reiskosten en de hotelovernachtingen in het kader van prospectiereizen ter plaatse van de kantoorverantwoordelijke<br />

in het land in kwestie op voorwaarde dat hij er permanent verblijft;<br />

2° de werkingskosten, die bestaan uit :<br />

a) de communicatiekosten;<br />

b) de huur- en/of aankoopprijs van kantoorbenodigdheden;<br />

c) de kosten voor juridische bijstand;<br />

3° de reis- en verblijfkosten voor één inspectiereis met maximaal zeven overnachtingen van één directielid van de<br />

onderneming die de reis onderneemt met de bedoeling de goede werking van het kantoor te controleren;<br />

4° de reiskosten voor één overlegreis van de kantoorverantwoordelijke naar de onderneming in Vlaanderen.<br />

De in aanmerking genomen totale kosten, exclusief BTW, bedragen maximaal 25.000 euro.<br />

Art. 40. § 1. Een onderneming die met de financiële steun van Export Vlaanderen een intrek neemt in een<br />

dienstencentrum kan in het kader van dit besluit, tijdens het verblijf in het dienstencentrum, geen aanspraak meer<br />

maken op financiële steun voor initiatieven in hetzelfde land.<br />

§ 2. De aanvraag kan slechts éénmaal worden ingediend voor het eerste werkjaar bij intrede in het dienstencentrum<br />

van Export Vlaanderen.<br />

§ 3. De aanvrager toont aan dat hij controle uitoefent over het kantoor.<br />

§ 4. De reis- en verblijfskosten vermeld in artikel 39, 3° en 4°, worden forfaitair bepaald en worden vastgesteld door<br />

de gedelegeerd bestuurder.<br />

Art. 41. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />

1° een volledig elektronisch of schriftelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;<br />

2° een grondige beschrijving van het initiatief en de motivatie van de onderneming;<br />

3° de gedetailleerde kostenraming, met uitsplitsing van de kosten overeenkomstig artikel 39.<br />

Art. 42. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />

1° de intrek in een dienstencentrum uiterlijk zes maanden na de datum van de kennisgeving van de beslissing door<br />

de gedelegeerd bestuurder plaatsvindt;<br />

2° een activiteitenverslag volgens het model opgesteld door de gedelegeerd bestuurder, en een verslag van een<br />

fiduciair kantoor over de reële uitgaven binnen de aanvaarde kostenraming, binnen zes maanden na het eerste<br />

werkingsjaar van het kantoor worden voorgelegd aan de administratie en door de administratie worden aanvaard.<br />

De gedelegeerd bestuurder organiseert de controle op de werking.<br />

De kosten die gepaard gaan met de controle van een door Export Vlaanderen aangesteld extern fiduciair kantoor<br />

zijn ten laste van de begunstigde onderneming. De administratie zal de ereloonnota van het fiduciair kantoor betalen<br />

en het overeenkomstige bedrag in mindering brengen op de uit te betalen subsidie.


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

HOOFDSTUK III. — Subsidies voor initiatieven van bedrijfsgroeperingen ter bevordering van de uitvoer<br />

Afdeling I. — In aanmerking komende initiatieven<br />

Art. 43. § 1. Aan bedrijfsgroeperingen kunnen, binnen de perken van de daartoe in de begroting van de Vlaamse<br />

Gemeenschap verleende kredieten, subsidies worden toegekend voor de volgende initiatieven ter bevordering van de<br />

uitvoer :<br />

1° eigen marktverkennende reizen, reizen voor het aantrekken van investeringen, deelname aan groepszakenreizen<br />

en reizen in het kader van groepsstanden georganiseerd door Export Vlaanderen;<br />

2° deelname aan buitenlandse beurzen met internationale uitstraling;<br />

3° organisatie van publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries in het buitenland;<br />

4° aanmaak van nieuwe repertoria;<br />

5° uitnodiging naar Vlaanderen van aankopers en van decision makers voor sectorgebonden investeringsprojecten;<br />

6° prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen voor projecten die buiten de<br />

EER plaatsvinden.<br />

§ 2. Tevens kunnen bedrijfsgroeperingen, op voorstel van de gedelegeerd bestuurder en na beslissing van de<br />

minister, subsidies verkrijgen voor eenmalige initiatieven en projecten met een beduidende toegevoegde waarde, die<br />

een uitzonderlijk karakter hebben en van uitzonderlijk belang zijn voor de bevordering van de uitvoer.<br />

Art. 44. § 1. De gedelegeerd bestuurder erkent die bedrijfsgroeperingen die voldoen aan de definitie van art. 1, 3°.<br />

Om hun erkenning te behouden, moeten de bedrijfsgroeperingen minstens één subsidieerbaar initiatief als bepaald in<br />

artikel 43, per jaar organiseren.<br />

§ 2. Om in aanmerking te komen voor het verkrijgen van subsidies voor de initiatieven bedoeld in artikel 43, § 1,<br />

moet aan volgende voorwaarden voldaan zijn :<br />

1° de initiatieven moeten gericht zijn op de bevordering van de uitvoer van de goederen of diensten van de<br />

vertegenwoordigde ondernemingen of moeten gericht zijn op het aantrekken van investeringen in de betrokken sector;<br />

2° de initiatieven moeten plaatsvinden in landen buiten de EER, met uitzondering van de initiatieven, vermeld in<br />

artikel 43, § 1, 2°, 3°, 4°, 5° en 6°;<br />

3° er mag voor het initiatief geen andere financiële bijdrage verkregen zijn bij een andere internationale, federale,<br />

gewestelijke of lokale overheid voor dezelfde kosten;<br />

4° de organiserende bedrijfsgroepering vermeldt bij elk gesubsidieerd initiatief dat het wordt gerealiseerd met de<br />

financiële steun van Export Vlaanderen.<br />

Art. 45. § 1. Voor de initiatieven bedoeld in artikel 43 kunnen subsidies worden toegekend ten bedrage van<br />

maximaal 50 % van de kosten die de administratie aanvaardt, met dien verstande dat de subsidie minimaal 250 euro<br />

bedraagt. Alle in aanmerking te nemen kosten zijn exclusief BTW.<br />

§ 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor de buitenlandse handel, kan de tegemoetkomingspercentages van de<br />

subsidies verlagen of differentiëren in functie van het exportbeleid of de dotatie.<br />

Art. 46. Voor alle initiatieven vermeld in artikel 43 moet de aanvraag uiterlijk vijftien kalenderdagen vóór de<br />

aanvang van het initiatief bij de administratie ingediend worden. Voor de initiatieven vermeld in artikel 43, § 1, 1°, 5°<br />

en 6°, kan een uitzondering op deze regel worden toegestaan op voorwaarde dat de hoogdringendheid kan worden<br />

aangetoond en voorzover de volledige aanvraag uiterlijk vóór de aanvang van het initiatief in het bezit is van de<br />

administratie.<br />

Afdeling II. — Eigen marktverkennende reizen, reizen voor het aantrekken van investeringen,<br />

deelname aan groepszakenreizen en reizen in het kader van groepsstanden georganiseerd door Export Vlaanderen<br />

Art. 47. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in artikel 43, § 1, 1°, bestaat in een bijdrage in de kosten, bedoeld<br />

in artikel 8, die overeenkomstig de bepalingen terzake wordt berekend, alsook een bijdrage van 120 euro per<br />

overnachting voor de loonkosten van één personeelslid dat voorkomt op de loonlijst van de groepering.<br />

De subsidies voor deze initiatieven mogen alleen worden aangewend ter ondersteuning van de zakenreizen van<br />

bestuurders, personeelsleden of export managers met een duurzaam exclusiviteitscontract van de bedrijfsgroepering<br />

die de aanvraag indient.<br />

Art. 48. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />

1° een volledig elektronisch of schriftelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;<br />

2° een grondige beschrijving van het initiatief en de motivatie van de groepering, samen met een chronologisch<br />

afsprakenprogramma;<br />

3° de kostenraming, opgesteld overeenkomstig artikel 8;<br />

4° stukken die aantonen dat de aanvrager voldoet aan de bepalingen van artikel 1, 3°, en aan de bepalingen van<br />

artikel 44;<br />

5° in voorkomend geval de geactualiseerde ledenlijst van de aanvrager;<br />

6° de meest recente versie van de gecoördineerde statuten.<br />

De aanvrager mag in voorkomend geval voor 5° en 6° verwijzen naar een vroegere aanvraag waarbij die<br />

documenten al werden bezorgd aan de administratie, voorzover de documenten in kwestie nog actueel zijn.<br />

Art. 49. § 1. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />

1° de reis voltooid wordt uiterlijk drie maanden na de datum van de kennisgeving van de beslissing door de<br />

gedelegeerd bestuurder;<br />

2° een verslag wordt voorgelegd aan de administratie volgens het model opgesteld door de gedelegeerd<br />

bestuurder uiterlijk drie maanden na het beëindigen van de reis;<br />

3° bewijsstukken van de gemaakte reis- en verblijfkosten worden voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie<br />

maanden na het beëindigen van de reis.<br />

33249


33250 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

§ 2. Voor de reizen bedoeld in deze afdeling zijn bedrijfsgroeperingen verplicht om ter plaatse een bezoek te<br />

brengen aan het kantoor van Export Vlaanderen. Indien er in het land in kwestie geen kantoor van Export Vlaanderen<br />

aanwezig is, of indien uit het reisschema blijkt dat een bezoek praktisch niet haalbaar is, volstaat een andere vorm van<br />

contact. De gedelegeerd bestuurder kan de uitbetaling van de subsidie weigeren indien deze verplichting niet wordt<br />

nageleefd.<br />

Afdeling III. — Deelname aan buitenlandse beurzen met internationale uitstraling<br />

Art. 50. § 1. Alleen de buitenlandse beurzen met internationale uitstraling, die zijn opgenomen in de repertoria of<br />

op de website van M&A Messe Planner of Le Moci komen in aanmerking voor de toekenning van een subsidie.<br />

Beurzen of subsectoren van beurzen waarop Export Vlaanderen een groepsstand organiseert, komen niet in<br />

aanmerking voor subsidiëring. Voor grote beurzen die zijn onderverdeeld in sectorhallen en waar Export Vlaanderen<br />

een algemene stand heeft of een stand voor een specifiek product, kan de gedelegeerd bestuurder beslissen om toch een<br />

subsidie toe te kennen.<br />

§ 2. De gedelegeerd bestuurder kan beslissen om de deelname aan buitenlandse beurzen met een internationale<br />

uitstraling die niet zijn opgenomen in de repertoria of op de website van M&A Messe Planner of Le Moci toch te<br />

subsidiëren. In voorkomend geval moet de aanvrager het belang van de beurs voor de groepering en de aangesloten<br />

ondernemingen beschrijven, motiveren en aantonen.<br />

§ 3. De groepering moet in eigen naam aan de beurs deelnemen. Bij twijfel zal de administratie een kopie uit de<br />

beurscatalogus vragen, waarin de groepering met naam, stad en land moet zijn opgenomen.<br />

Art. 51. Artikel 12 en 13 zijn van overeenkomstige toepassing op de initiatieven bedoeld in deze afdeling.<br />

Artikel 47 is van overeenkomstige toepassing inzake de bijdrage in de loonkosten van één personeelslid voor de<br />

beurzen binnen en buiten de EER.<br />

Afdeling IV. — De organisatie van publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries in het buitenland<br />

Art. 52. § 1. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in artikel 43, § 1, 3°, bestaat in een bijdrage in de volgende<br />

kosten :<br />

1° de kosten voor de huur en de inrichting van de ruimte;<br />

2° de druk- en verzendingskosten van de uitnodigingen;<br />

3° de kosten van ontvangst van de genodigden.<br />

De aanvrager moet Export Vlaanderen bij de organisatie van deze initiatieven betrekken.<br />

De aanvaarde kostenraming bedraagt maximaal 6.000 euro voor de huur van een ruimte binnen de EER en<br />

maximaal 10.000 euro voor de huur van een ruimte buiten de EER. De subsidie wordt beperkt tot vijf initiatieven per<br />

jaar.<br />

Voor publieke presentaties, modeshows, workshops en seminaries die door verschillende erkende bedrijfsgroeperingen<br />

worden georganiseerd, bedraagt het maximumbedrag, exclusief BTW, 7.500 euro per initiatief binnen de EER<br />

en 12.500 euro per initiatief buiten de EER.<br />

§ 2. Er kan ook worden voorzien in een bijdrage van 120 euro per overnachting voor de loonkosten van één<br />

personeelslid.<br />

Voor presentaties, modeshows, workshops en seminaries die worden georganiseerd buiten de EER kan tevens<br />

worden voorzien in een bijdrage voor de reis- en verblijfkosten. Deze kosten worden forfaitair bepaald en worden<br />

vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder.<br />

Art. 53. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />

1° een volledig elektronisch of schriftelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;<br />

2° een grondige beschrijving van het initiatief en de motivatie van de groepering;<br />

3° de gedetailleerde kostenraming, met uitsplitsing van de kosten overeenkomstig artikel 48;<br />

4° stukken die aantonen dat de aanvrager voldoet aan de bepalingen van artikel 1, 3°, en aan de bepalingen van<br />

artikel 44;<br />

5° in voorkomend geval de geactualiseerde ledenlijst van de aanvrager;<br />

6° de meest recente versie van de gecoördineerde statuten.<br />

De aanvrager mag in voorkomend geval voor 5° en 6° verwijzen naar een vroegere aanvraag waarbij die<br />

documenten al werden bezorgd aan de administratie, voorzover de documenten in kwestie nog actueel zijn.<br />

Art. 54. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />

1° het initiatief voltooid wordt uiterlijk drie maanden na de datum van de kennisgeving van de beslissing door de<br />

gedelegeerd bestuurder;<br />

2° een verslag wordt voorgelegd aan de administratie volgens het model opgesteld door de gedelegeerd<br />

bestuurder uiterlijk drie maanden na het beëindigen van de activiteit;<br />

3° bewijsstukken van de gemaakte kosten worden voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie maanden na het<br />

beëindigen van het initiatief.<br />

Afdeling V. — De aanmaak van nieuwe repertoria<br />

Art. 55. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in artikel 43, § 1, 4°, bestaat in een bijdrage in de externe<br />

realisatie- en vertalingskosten van nieuwe repertoria die opgesteld zijn conform de door de administratie opgelegde<br />

normen, voorzover de aanvaarde kostenraming maximaal 49.500 euro bedraagt.<br />

Per kalenderjaar kan slechts één document per aanvrager worden gesubsidieerd, voorzover dat document nog niet<br />

het voorwerp heeft uitgemaakt van een recente publicatie van Export Vlaanderen.<br />

Art. 56. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />

1° een volledig elektronisch of schriftelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;<br />

2° de gedetailleerde kostenraming;<br />

3° een beschrijving van het document en de opzet van het initiatief;


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

4° stukken die aantonen dat de aanvrager voldoet aan de bepalingen van artikel 1, 3° en aan de bepalingen van<br />

artikel 44;<br />

5° in voorkomend geval de geactualiseerde ledenlijst van de aanvrager;<br />

6° de meest recente versie van de gecoördineerde statuten;<br />

7° een verbintenis waarbij de aanvrager zich akkoord verklaard om in het repertorium Export Vlaanderen op een<br />

zichtbare en duidelijke wijze te vermelden als sponsor.<br />

De aanvrager mag in voorkomend geval voor 5° en 6° verwijzen naar een vroegere aanvraag waarbij die<br />

documenten al werden bezorgd aan de administratie, voorzover desbetreffende documenten nog actueel zijn.<br />

Art. 57. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />

1° het initiatief voltooid wordt uiterlijk zes maanden na de datum van de kennisgeving van de beslissing door de<br />

gedelegeerd bestuurder;<br />

2° de bewijsstukken van de kosten, bedoeld in artikel 55, worden voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie<br />

maanden na de realisatie van het repertorium;<br />

3° de aanvrager een overeengekomen aantal exemplaren van de documenten en van de geïnformatiseerde<br />

gegevensbestanden, inclusief de gebruiksrechten ervan, aan de administratie ter beschikking heeft gesteld;<br />

4° de aanvrager zijn verbintenis tot vermelding van Export Vlaanderen als sponsor is nagekomen.<br />

Afdeling VI. — Uitnodiging naar Vlaanderen van aankopers<br />

en van decision makers voor sectorgebonden investeringsprojecten<br />

Art. 58. De subsidie voor de initiatieven bedoeld in artikel 43, § 1, 5°, bestaat in een bijdrage in de reis- en<br />

verblijfkosten. Deze kosten worden forfaitair bepaald en worden vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder. De<br />

tussenkomst in de verblijfkosten is beperkt tot vijf overnachtingen. De subsidie kan alleen worden toegekend voor vijf<br />

afgevaardigden per reis. Op jaarbasis kunnen per aanvrager maximaal drie aanvragen worden ingediend.<br />

Art. 59. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />

1° een volledig elektronisch of schriftelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;<br />

2° een beschrijving van het initiatief en de motivatie van de groepering, met onder meer de naam en hoedanigheid<br />

van de buitenlandse genodigde(n) en het belang van de uitnodiging voor Vlaanderen. Bij twijfel beslist de gedelegeerd<br />

bestuurder;<br />

3° een kostenraming, opgesteld overeenkomstig artikel 8;<br />

4° stukken die aantonen dat de aanvrager voldoet aan de bepalingen van artikel 1, 3°, en aan de bepalingen van<br />

artikel 44;<br />

5° in voorkomend geval de geactualiseerde ledenlijst van de aanvrager;<br />

6° de meest recente versie van de gecoördineerde statuten.<br />

De aanvrager mag in voorkomend geval voor 5° en 6° verwijzen naar een vroegere aanvraag waarbij die<br />

documenten al werden bezorgd aan de administratie, voorzover de documenten in kwestie nog actueel zijn.<br />

Art. 60. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />

1° bewijsstukken van de gemaakte reis- en verblijfkosten, samen met het overeenkomstige betalingsbewijs worden<br />

voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie maanden na de kennisgeving van de beslissing door de gedelegeerd<br />

bestuurder.<br />

2° een verslag over het verloop van de uitnodiging en de bereikte resultaten wordt voorgelegd aan de administratie<br />

uiterlijk drie maanden na de kennisgeving van de beslissing door de gedelegeerd bestuurder.<br />

Afdeling VII. — Prospectiereizen naar hoofdzetels en regionale zetels van multilaterale instellingen<br />

voor projecten die buiten de EER plaatsvinden<br />

Art. 61. De subsidie voor de initiatieven, bedoeld in artikel 43, § 1, 6°, bestaat in een bijdrage in de reis- en<br />

verblijfkosten. Deze kosten worden forfaitair bepaald en worden vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder.<br />

De subsidie kan slechts worden toegekend voor één afgevaardigde per reis. De subsidies voor dit initiatief kunnen<br />

alleen worden aangewend ter ondersteuning van de zakenreizen van een bestuurder, personeelslid of exportmanager<br />

met een duurzaam exclusiviteitscontract van de groepering die de aanvraag indient.<br />

Het totaal van de verblijfkosten is gelijk aan het forfaitaire bedrag, vermenigvuldigd met het aantal<br />

overnachtingen.<br />

Bij een gecombineerde reis naar verschillende landen worden de reiskosten gelijkgesteld aan 60 % van de som van<br />

de reiskosten die in aanmerking zouden worden genomen indien de aanvrager die landen elk apart prospecteerde.<br />

Art. 62. De aanvraag bevat de volgende documenten :<br />

1° het volledig elektronisch of schriftelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;<br />

2° een grondige beschrijving van het initiatief en de motivatie van de groepering, samen met een overzicht van de<br />

afspraken;<br />

3° de kostenraming, opgesteld overeenkomstig artikel 8;<br />

4° stukken die aantonen dat de aanvrager voldoet aan de bepalingen van artikel 1, 3°, en aan de bepalingen van<br />

artikel 44;<br />

5° in voorkomend geval de geactualiseerde ledenlijst van de aanvrager;<br />

6° de meest recente versie van de gecoördineerde statuten;<br />

De aanvrager mag in voorkomend geval voor 5° en 6° verwijzen naar een vroegere aanvraag waarbij die<br />

documenten al werden bezorgd aan de administratie, voorzover de documenten in kwestie nog actueel zijn.<br />

33251


33252 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Art. 63. In geval van een gunstige beslissing wordt de toegekende subsidie uitbetaald voorzover :<br />

1° de reis voltooid wordt uiterlijk drie maanden na de datum van de kennisgeving van de beslissing door de<br />

gedelegeerd bestuurder;<br />

2° een verslag wordt voorgelegd aan de administratie volgens het model opgesteld door de gedelegeerd<br />

bestuurder uiterlijk drie maanden na het beëindigen van de reis;<br />

3° bewijsstukken van de gemaakte reis - en verblijfkosten worden voorgelegd aan de administratie uiterlijk drie<br />

maanden na het beëindigen van de reis.<br />

HOOFDSTUK IV. — Diverse bepalingen<br />

Art. 64. De administratie wordt belast met de administratieve behandeling van de aanvragen, de uitbetaling van<br />

de subsidies en de terugvordering van eerder toegekende leningen.<br />

De administratie int de terugbetalingen van de renteloze leningen die werden toegestaan krachtens het besluit van<br />

de Vlaamse Regering van 9 april 1992 tot vaststelling van het reglement inzake de toekenning van financiële<br />

tegemoetkomingen voor exportbevorderende activiteiten van ondernemingen. Ze stort die terugbetalingen in de<br />

middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap.<br />

De administratie int de terugbetalingen van de rechten van het Fonds voor Buitenlandse Handel die werden<br />

overgedragen krachtens artikel 6 van het koninklijk besluit van 2 mei 1991 betreffende de overdracht van goederen,<br />

rechten en verplichtingen van de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel aan het Vlaamse Gewest, het Waalse<br />

Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ze stort die terugbetalingen in de middelenbegroting van de Vlaamse<br />

Gemeenschap.<br />

Art. 65. Voor de beoordeling van de aanvragen voor de initiatieven vermeld in artikel 3 en artikel 43 zal de<br />

gedelegeerd bestuurder onder meer rekening houden met :<br />

1° adviezen van het binnenlands en buitenlands netwerk;<br />

2° het professionele karakter van de aanvrager en de aanpak van het initiatief;<br />

3° het totaal van de reeds ontvangen subsidies;<br />

4° de meerwaarde van het voorgestelde initiatief voor de Vlaamse economie in het algemeen en de potentiële<br />

weerslag op het vlak van tewerkstelling in Vlaanderen in het bijzonder.<br />

Art. 66. Voor alle initiatieven vermeld in artikel 3 en 43 neemt de gedelegeerd bestuurder, op voorstel van de<br />

administratie, binnen vijfenveertig werkdagen als bedoeld in artikel 67, een beslissing over de toekenning van de<br />

subsidie en, in voorkomend geval, over de toekennings- en uitbetalingsvoorwaarden ervan.<br />

Art. 67. De in artikel 66 gestelde termijn neemt een aanvang op de werkdag die volgt op de indiening van de<br />

volledige aanvraag.<br />

De beslissing van de gedelegeerd bestuurder wordt schriftelijk aan de aanvrager meegedeeld. Zodra de<br />

elektronische handtekening is ingevoerd zal de administratie die beslissing ook per e-mail kunnen versturen.<br />

Art. 68. Tegen elke beslissing van de gedelegeerd bestuurder die wordt genomen krachtens dit besluit, kan de<br />

aanvrager bij de minister beroep indienen binnen twintig werkdagen, volgend op de ontvangst van de kennisgeving<br />

ervan. De minister doet uitspraak binnen een termijn van twee maanden, volgend op de ontvangst van het<br />

beroepschrift. De aanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing van de minister.<br />

Art. 69. De gedelegeerd bestuurder stelt de aanvraagformulieren op.<br />

Art. 70. De gedelegeerd bestuurder bepaalt de manier waarop het advies van het binnenlands en buitenlands<br />

netwerk wordt gevraagd.<br />

HOOFDSTUK V. — Slotbepalingen<br />

Art. 71. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2001 tot vaststelling van de voorwaarden en de regels<br />

inzake de toekenning van subsidies voor exportbevorderende activiteiten wordt opgeheven.<br />

Art. 72. Het ministerieel besluit van 24 april 2001 houdende nadere bepalingen betreffende de aanvragen voor<br />

toekenning van subsidies voor exportbevorderende activiteiten wordt opgeheven.<br />

Art. 73. De aanvragen die werden ingediend in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van<br />

20 april 2001 tot vaststelling van de voorwaarden en de regels inzake de toekenning van subsidies voor<br />

exportbevorderende activiteiten, maar waarvoor nog geen beslissing werd genomen na de datum van de<br />

inwerkingtreding van dit besluit, zullen vanaf die datum worden beslist overeenkomstig dit besluit, tenzij dit nadelig<br />

is voor de aanvrager. Beslissingen die werden genomen vóór die datum, kunnen niet worden herroepen.<br />

Art. 74. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de derde maand volgend op de bekendmaking.<br />

Art. 75. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Buitenlandse Handel, is belast met de uitvoering van dit besluit.<br />

Brussel, 27 mei 2005.<br />

De minister-president van de Vlaamse Regering,<br />

Y. LETERME<br />

De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel,<br />

F. MOERMAN


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

TRADUCTION<br />

MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE<br />

F. 2005 — 1796<br />

[C − 2005/35838]<br />

27 MAI 2005. — Arrêté du Gouvernement flamand fixant les conditions<br />

et les règles relatives au subventionnement d’activités encourageant les exportations<br />

Le Gouvernement flamand,<br />

Vu l’article 20 de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles;<br />

Vu le décret du 23 janvier 1991 portant création de « Export Vlaanderen », notamment les articles 22bis et 23, § 2;<br />

Vu le décret du 7 mai 2004 portant création de l’agence autonomisée externe de droit public « Vlaams Agentschap<br />

voor Internationaal Ondernemen » (Agence flamande pour l’Entrepreneuriat international);<br />

Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 20 avril 2001 fixant les conditions et les règles relatives au<br />

subventionnement des activités encourageant les exportations;<br />

Vu l’arrêté ministériel du 24 avril 2001 établissant les modalités des demandes de subventionnement pour les<br />

activités encourageant les exportations;<br />

Vu l’avis du Conseil d’administration de « Export Vlaanderen », rendu le 8 avril 2004;<br />

Vu l’accord du Ministre flamand chargé du budget, donné le 30 avril 2004;<br />

Vu l’avis 37.154/1 du Conseil d’Etat, donné le 7 juin 2004, en application de l’article 84, § 1 er , alinéa 1 er ,1°, des lois<br />

coordonnées sur le Conseil d’Etat;<br />

Sur la proposition de la Ministre flamande de l’Economie, de l’Entreprise, des Sciences, de l’Innovation et du<br />

Commerce extérieur;<br />

Après délibération,<br />

Arrête :<br />

CHAPITRE I er . — Dispositions générales<br />

Article 1 er . Dans le présent arrêté, on entend par :<br />

1° entreprise : les personnes physiques ayant la qualité de négociant, les sociétés commerciales et les partenariats<br />

économiques européens disposant d’un siège d’exploitation en Région flamande. Si l’entreprise compte plusieurs sièges<br />

d’exploitation situés dans plus d’une région, seul celui situé en Région flamande est pris en considération.<br />

Les entreprises dont les activités sont ventilées en différentes entités juridiques, sont considérées pour l’application<br />

du présent arrêté comme une seule entreprise, à moins que toutes les entités concernées n’offrent un emploi substantiel.<br />

2° petite et moyenne entreprise : entreprise répondant aux conditions suivantes au cours du dernier exercice<br />

comptable vérifiable précédant la demande :<br />

a) elle occupe au maximum 250 travailleurs;<br />

b) l’entreprise a, soit un chiffre d’affaires de 50 millions d’euros au maximum, soit un total du bilan de 43 millions<br />

d’euros au maximum;<br />

c) au maximum 25 % du capital ou des droits de vote sont entre les mains d’une seule entreprise ou de plusieurs<br />

entreprises associées, qui ne répondent pas à la présente définition, sauf dans les cas où l’entreprise est entre les mains<br />

de sociétés publiques de participation, d’entreprises pour capital à risques ou d’investisseurs institutionnels, à la<br />

condition que ceux-ci, à titre individuel ou collectif, n’exercent aucun contrôle sur la société et sauf dans les cas où, en<br />

raison de la répartition du capital, il s’avère impossible de connaître la composition de son actionnariat et l’entreprise<br />

déclare qu’elle présume raisonnablement ne pas être pour plus de 25 % entre les mains d’une entreprise ou de plusieurs<br />

entreprises qui ne répondent pas à la présente définition;<br />

3° groupement d’entreprises : une association représentative d’entreprises sans but lucratif qui organise, à<br />

l’intention des entreprises qu’elle représente, des initiatives encourageant les exportations flamandes. Sa représentativité<br />

et sa fonction de soutien aux exportations sont démontrées à l’aide d’un plan pluriannuel explicitant en détail les<br />

activités relatives à la promotion des exportations;<br />

4° demandeur :<br />

a) la petite et moyenne entreprise qui réalise elle-même des initiatives et qui présente à cet effet une demande de<br />

subvention, conformément au chapitre II;<br />

b) le groupement d’entreprises qui prend des initiatives, qui, le cas échéant, est agréé conformément à l’article 44<br />

et qui présente une demande de subvention en faveur de ces initiatives, conformément au chapitre III;<br />

5° Ministre : le Ministre flamand chargé du commerce extérieur;<br />

6° administrateur délégué : le fonctionnaire dirigeant de « Export Vlaanderen »;<br />

7° administration : le service au sein de « Export Vlaanderen » désigné par l’administrateur délégué pour traiter<br />

ou recevoir les demandes;<br />

8° réseau extérieur : les délégués de« Export Vlaanderen à l’étranger »;<br />

9° réseau intérieur : les délégués de« Export Vlaanderen » dans les différentes provinces flamandes;<br />

10° centre de services : bureau équipé mis à disposition par « Export Vlaanderen » aux entreprises flamandes à<br />

l’étranger au prix coûtant et pour la durée d’un an au maximum;<br />

11° soutien : fonds qui, conformément à l’arrêté, sont accordés à l’appui des activités d’entreprises et groupements<br />

d’entreprises encourageant les exportations;<br />

12° délocalisation : le transfert de la production entière ou d’un maillon de la chaîne de production ou de services<br />

vers un pays d’accueil, entraînant la cessation ou la réduction des activités et/ou de l’emploi en Flandre.<br />

33253


33254 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Art. 2. Les secteurs suivants ne sont pas admissibles à l’aide : les opérateurs et sociétés commerciales ne travaillant<br />

pas pour leur propre compte ou à leurs propres risques et périls mais moyennant une commission, le secteur bancaire<br />

et autres établissements financiers, le secteur des assurances, le secteur immobilier, les administrations publiques et les<br />

associations des administrations publiques et les entreprises dont 50 % du capital en actions est directement ou<br />

indirectement entre les mains des pouvoirs publics.<br />

Ce règlement est régi par la règle de minimis européenne. Le montant global de l’aide allouée à une entreprise<br />

déterminée dans le cadre de la règle de minimis ne peut être supérieur au plafond fixé conformément à la règle de<br />

minimis européenne. Le montant global de l’aide allouée est calculée pour une période de trois ans, à compter du<br />

moment que la première aide de minimis est accordée à l’entreprise intéressée. La période de trois ans peut varier, de<br />

sorte que, pour chaque nouvelle aide octroyée, il y a lieu de prendre en compte le montant global des aides accordées<br />

au cours des trois années précédentes.<br />

Les subventions ne peuvent être accordées à l’encouragement des exportations de matériels utilisés dans des<br />

conflits armés, pour la répression intérieure ou l’agression internationale. Le cas échéant, l’administration peut<br />

soumettre, au préalable, une demande à l’avis du Ministre.<br />

Les subventions ne peuvent être accordées s’il résulte d’une décision ou d’un acte des pouvoirs publics que les<br />

relations avec le pays destinataire de l’initiative, sont rompues, suspendues ou gravement compromises. Le cas échéant,<br />

l’administration peut soumettre, au préalable, une demande à l’avis du Ministre.<br />

CHAPITRE II. — Subventionnement de petites et moyennes entreprises<br />

en faveur d’initiatives encourageant les exportations<br />

Section I er . — Initiatives admissibles aux subventions<br />

Art. 3. § 1 er . Les petites et moyennes entreprises peuvent, dans les limites des crédits budgétaires prévus par la<br />

Communauté flamande, bénéficier de subventions en faveur d’initiatives encourageant les exportations, citées<br />

ci-dessous :<br />

1° les voyages de prospection individuels, la participation à des voyages d’affaires en groupe, des voyages dans<br />

le cadre de stands en groupe, des voyages visant à attirer un investissement dans la propre entreprise et des voyages<br />

en vue d’investissements à l’étranger qui n’entraînent pas de délocalisation;<br />

2° la participation à des foires étrangères de renommée internationale;<br />

3° l’acquisition d’un devis aux fins d’adjudications internationales et d’adjudications d’institutions multilatérales<br />

et de projets financés defaçon multilatérale;<br />

4° la création d’un bureau de prospection;<br />

5° la formation technique interne en exécution d’un contrat conclu;<br />

6° des voyages de prospection aux sièges principaux et régionaux d’institutions multilatérales pour des projets<br />

réalisés hors de l’Espace économique européen, en abrégé EEE;<br />

7° l’élaboration de documentation relative au produit et de traductions techniques à l’appui des efforts à<br />

l’exportation;<br />

8° les frais d’enregistrement, d’homologation et de certification à l’appui des efforts à l’exportation;<br />

9° invitation en Flandre d’acheteurs et de décideurs politiques venant de pays hors de l’EEE;<br />

10° location d’une salle pour l’organisation de présentations publiques, de défilés de mode, de workshops et de<br />

séminaires à l’étranger;<br />

11° frais de l’entreprise qui s’installe dans un centre de services de « Export Vlaanderen ».<br />

§ 2. Sur la proposition de l’administrateur délégué et sur décision du Ministre, les entreprises peuvent également<br />

obtenir des subventions en faveur d’initiatives ponctuelles avec une valeur ajoutée importante en Flandre, ayant un<br />

caractère exceptionnel et présentant un intérêt exceptionnel pour l’encouragement des exportations.<br />

Art. 4. Pour pouvoir bénéficier des subventions en faveur des initiatives visées à l’article 3, § 1 er , il doit être<br />

satisfait aux conditions suivantes :<br />

1° les initiatives doivent viser les pays situés hors de l’EEE, à l’exclusion des initiatives visées à l’article 3, § 1 er ,2°,<br />

6°, 7°, 8° et 10°;<br />

2° les initiatives doivent viser les pays où l’écoulement des produits et/ou des services de l’entreprise est inexistant<br />

ou limité, à l’exclusion des initiatives visées à l’article 3, § 1 er ,2°, 3°, 6° et 10°. L’administrateur délégué peut décider<br />

de subdiviser des pays étendus en régions;<br />

3° les biens et/ou les services ayant fait l’objet d’une prospection, doivent, lors de leur production, transformation<br />

et/ou réalisation, créer une valeur ajoutée importante dans la Région flamande;<br />

4° aucune autre intervention financière concernant l’initiative ne peut être obtenue pour les mêmes frais auprès<br />

d’une autre autorité internationale, fédérale, régionale ou locale;<br />

5° l’entreprise doit respecter tous ses engagements vis-à-vis de « Export Vlaanderen » et suite à une intervention.<br />

Si l’entreprise ne respecte pas ces engagements, l’administrateur délégué peut refuser les subventions.<br />

Art. 5. § 1 er . les initiatives visées à l’article 3 peuvent être subventionnées à concurrence de 50 % au maximum des<br />

frais acceptés par l’administration, étant entendu que la subvention minimum s’élève à 250 euros. Tous les frais à<br />

prendre en considération sont hors T.V.A.<br />

§ 2. Le Ministre flamand chargé du commerce extérieur peut baisser ou différencier les plafonds d’intervention en<br />

fonction de la politique d’exportation ou de la dotation.<br />

Art. 6. La demande pour toutes les initiatives mentionnées à l’article 3, § 1 er , doit être introduite auprès de<br />

l’administration au plus tard quinze jours calendaires avant le lancement de l’initiative. Une dérogation à cette règle<br />

peut être accordée aux initiatives mentionnées à l’article 3, § 1 er ,1°, 3°, 6° et 9°, à condition que l’urgence puisse être<br />

démontrée et pour autant que la demande complète soit parvenue à l’administration au plus tard avant le début de<br />

l’initiative.


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Section II. — Les voyages de prospection individuels, la participation à des voyages d’affaires en groupe, des voyages<br />

dans le cadre des stands en groupe, des voyages visant à attirer un investissement dans la propre entreprise et des<br />

voyages en vue d’investissements à l’étranger qui n’entraînent pas de délocalisation<br />

Art. 7. Au maximum trois voyages, tels que visés à l’article 3, § 1 er ,1°, peuvent être subventionnés par demandeur,<br />

au même pays ou à la même région en application de l’article 4, 2°, et dans une période de cinq ans suivant la date du<br />

premier octroi.<br />

La période de cinq ans peut varier. Les subventions pour ces initiatives ne peuvent être affectées qu’à l’appui des<br />

voyages d’affaires des administrateurs, des membres du personnel ou des managers des exportations ayant un contrat<br />

d’exclusivité permanent de l’entreprise introduisant la demande.<br />

Art. 8. La subvention accordée en faveur des initiatives visées par la présente section, consiste en une intervention<br />

dans les frais de parcours et de séjour. Ces frais sont fixés forfaitairement par l’administrateur délégué. La subvention<br />

ne peut être octroyée que pour un seul représentant par voyage. Le montant global des frais de séjour est égal au forfait<br />

multiplié par le nombre de nuitées.<br />

Dans le cas d’un voyage combiné visant plusieurs pays, les frais de parcours sont égaux à 60 % de la somme des<br />

frais de parcours qui seraient pris en compte lors d’une prospection distincte des pays en question.<br />

Art. 9. La demande comprend les éléments suivants :<br />

1° le formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />

2° une description exhaustive de l’initiative et de la motivation de l’entreprise, ainsi qu’un calendrier<br />

chronologique des consultations;<br />

3° l’estimation du coût, établie conformément à l’article 8.<br />

Art. 10. § 1 er . En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />

1° le voyage se termine au plus tard trois mois après la date de notification de la décision par l’administrateur<br />

délégué;<br />

2° un rapport est transmis à l’administration conformément au modèle établi par l’administrateur délégué, au plus<br />

tard trois mois suivant la fin du voyage;<br />

3° des pièces justificatives des frais de parcours et de séjour exposés sont transmises à l’administration, au plus tard<br />

trois mois suivant la fin du voyage.<br />

§ 2. Pour ce qui est des voyages visés dans la présente section, les entreprises sont obligées de visiter sur place le<br />

bureau de « Export Vlaanderen ». Si le pays en question n’a pas de bureau de « Export Vlaanderen » ou si le programme<br />

du voyage ne permet pas de visite pour des raisons pratiques, une autre forme de contact suffira. L’administrateur<br />

délégué peut refuser le paiement de la subvention si cette obligation n’est pas respectée.<br />

Section III. — Participation à des foires étrangères de renommée internationale<br />

Art. 11. § 1 er . Au maximum deux participations à une foire étrangère de renommée internationale, par année<br />

calendaire et par demandeur, peuvent être subventionnées.<br />

§ 2. Pour la même foire, au maximum trois subventions par demandeur peuvent être octroyées dans une période<br />

de huit ans suivant la date du premier octroi. La période de huit ans peut varier.<br />

La participation à plusieurs éditions de la même foire au cours d’une année calendaire déterminée tient lieu de<br />

participation à deux ou plusieurs foires différentes.<br />

§ 3. Seules les foires étrangères de renommée internationale figurant dans les répertoires ou sur le site web de<br />

« M&A Messe Planner » ou « Le Moci » sont admissibles aux subventions. Les foires ou sous-secteurs de foires<br />

auxquelles « Export Vlaanderen » tient un stand en groupe, ne sont pas admissibles aux subventions. L’administrateur<br />

délégué peut toutefois décider d’octroyer une subvention aux grandes foires subdivisées en halls sectoriels, auxquelles<br />

« Export Vlaanderen » a un stand général ou un stand de promotion pour un produit spécifique.<br />

§ 4. Cependant, l’administrateur général peut décider de subventionner la participation à des foires étrangères de<br />

renommée internationale qui ne figurent pas dans les répertoires ou sur le site web de « M&A Messe Planner » ou « Le<br />

Moci ». Lecaséchéant, le demandeur doit décrire, motiver et démontrer l’importance de la foire pour l’entreprise.<br />

§ 5. L’entreprise doit participer à la foire en son propre nom et pour son propre compte. En cas de doute,<br />

l’administration demandera une copie du catalogue de la foire, qui doit mentionner le nom, la ville et le pays de<br />

l’entreprise flamande.<br />

Art. 12. La subvention accordée en faveur des initiatives visées par la présente section, consiste en une<br />

intervention dans les charges de location de la superficie nue du stand, majorée d’un forfait de 25 %. Les coûts<br />

admissibles sont plafonnés à 6.000 euros pour les foires à l’intérieur de l’EEE et à 10.000 euros pour les foires hors de<br />

l’EEE.<br />

Pour ce qui est des foires organisées hors de l’EEE, une intervention est également faite, conformément aux<br />

dispositions fixées à l’article 7, dans les frais de parcours et de séjour pour un seul délégué, qui doit être administrateur,<br />

membre du personnel ou manager des exportations ayant un contrat d’exclusivité permanent de l’entreprise<br />

introduisant la demande.<br />

Les frais de parcours et de séjour sont fixés forfaitairement par l’administrateur délégué.<br />

Art. 13. § 1 er . La demande comprend les éléments suivants :<br />

1° le formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />

2° une copie de la facture ou de la note de la location du stand;<br />

3° l’avis de débit de la banque attestant le paiement de la facture ou note précitées ou une quittance équivalente,<br />

si celle-ci est disponible.<br />

Si les documents visés aux points 2° et 3° ne sont pas disponibles au moment de la demande, ils doivent être<br />

transmis à l’administration, sous peine d’irrecevabilité au plus tard trois mois après la foire.<br />

§ 2. En cas de décision favorable et après présentation du rapport établi par l’administrateur délégué<br />

conformément au modèle, les subventions octroyées pour la location du stand sont réglées. Les pièces justificatives des<br />

frais de parcours et de séjour exposés, ainsi que le rapport modèle, sont transmis à l’administration, au plus tard trois<br />

mois suivant la fin du voyage.<br />

33255


33256 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Section IV. — Acquisition d’un devis aux fins d’adjudications internationales<br />

et d’adjudications d’institutions multilatérales et de projets financés defaçon multilatérale<br />

Art. 14. La subvention accordée en faveur des activités visées à l’article 3, § 1 er ,3°, consiste en une intervention<br />

dans le coût du devis, dans la mesure où l’estimation du coût approuvée, y compris les frais d’enregistrement et<br />

d’envoi, s’élève à 500 euros au minimum et à 12.000 euros au maximum.<br />

Art. 15. § 1 er . La demande comprend les éléments suivants :<br />

1° le formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />

2° une description motivée del’activité et du projet;<br />

3° une estimation détaillée ducoût, ventilée tel que fixé àl’article 14.<br />

§ 2. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />

1° l’achat du devis a lieu dans les trois mois suivant la date de notification de la décision par l’administrateur<br />

délégué;<br />

2° les factures et les quittances correspondantes ont été présentées par le demandeur dans les trois mois suivant<br />

l’achat et qu’elles ont été acceptées par l’administration.<br />

Section V. — Création d’un bureau de prospection<br />

Art. 16. La subvention accordée en faveur des initiatives visées à l’article 3, § 1 er ,4°, consiste en une intervention<br />

dans les frais suivants exposés par l’entreprise dans le bureau de prospection au cours de la première année d’activité :<br />

1° les frais de parcours et les nuitées en hôtel du responsable du bureau dans le cadre de voyages de prospection<br />

sur place dans le pays en question, à condition qu’ilyréside en permanence;<br />

2° les frais de fonctionnement, qui consistent en :<br />

a) la location des bureaux;<br />

b) les charges de l’électricité, du chauffage, de l’éclairage, du conditionnement d’air, de l’entretien et de<br />

communication;<br />

c) le prix de location ou d’acquisition du mobilier;<br />

d) le prix de location ou d’acquisition d’équipements et de fournitures de bureau;<br />

e) le coût del’aide judiciaire.<br />

3° les frais de parcours et de séjour pour un voyage d’inspection comptant au maximum 7 nuitées d’un membre<br />

de la direction de l’entreprise qui fait le voyage en vue de contrôler le bon fonctionnement du bureau;<br />

4° les frais de parcours pour un voyage de concertation du responsable du bureau à l’entreprise.<br />

L’estimation globale du coût du bureau prise en compte, T.V.A. non comprise, est plafonnée à 99.000 euros.<br />

Au maximum une subvention par demandeur peut être octroyée par pays ou, le cas échéant, par région d’un pays,<br />

pour la création d’un bureau de prospection, dans une période de dix ans, à compter de la date d’octroi.<br />

Art. 17. § 1 er . Une entreprise qui a créé un bureau de prospection dans un pays déterminé avec le soutien de<br />

« Export Vlaanderen » ne peut plus, dans le cadre du présent arrêté,prétendre aux subventions pour les initiatives dans<br />

le même pays dans un période de trois ans suivant la date de notification de la décision.<br />

§ 2. Le demandeur démontre qu’il exerce le contrôle sur le bureau de prospection. Le bureau de prospection fait<br />

juridiquement partie de l’entreprise flamande.<br />

La création d’une unité de production ou une vente dans le commerce de détail ne relève pas du champ<br />

d’application de la création d’un bureau de prospection.<br />

Les frais de parcours et de séjour visés à l’article 16, 3° et 4°, sont fixés forfaitairement par l’administrateur délégué.<br />

Art. 18. La demande comprend les éléments suivants :<br />

1° un formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />

2° une description exhaustive de l’initiative et la motivation de l’entreprise;<br />

3° une estimation détaillée ducoût, faisant apparaîtrelarépartition des coûts, conformément à l’article 16;<br />

4° des documents officiels démontrant que le but du demandeur est d’agir sur le marché en question avec sa propre<br />

entité de prospection structurelle.<br />

Si les documents visés au point 4° ne sont pas disponibles au moment de la demande, ils doivent être transmis à<br />

l’administration, sous peine d’irrecevabilité au plus tard six mois après la demande.<br />

Art. 19. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />

1° le bureau de prospection est créé au plus tard six mois après la date de notification de la décision par<br />

l’administrateur délégué;<br />

2° un rapport des activités établi par l’administrateur délégué conformément au modèle, et un rapport d’un bureau<br />

fiduciaire concernant les dépenses réelles dans les limites de l’estimation du coût acceptée, sont présentés à<br />

l’administration dans les six mois de la première année d’activité du bureau et qu’ils sont acceptés par celle-ci.<br />

L’administrateur délégué organise le contrôle du fonctionnement des bureaux de prospection.<br />

Les frais découlant du contrôle d’un bureau fiduciaire externe désigné par « Export Vlaanderen » sont à la charge<br />

de l’entreprise bénéficiaire. L’administration payera la note des honoraires du bureau fiduciaire et déduira le montant<br />

correspondant de la subvention à payer.


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Section VI. — Formation technique interne en exécution d’un contrat conclu<br />

Art. 20. La subvention accordée en faveur des initiatives visées à l’article 3, § 1 er ,5°, consiste en une intervention<br />

dans les frais de parcours et de séjour. Ces frais sont fixés forfaitairement par l’administrateur délégué.<br />

Au maximum cinq techniciens étrangers peuvent être invités par contrat conclu pour suivre une formation<br />

technique dans l’entreprise flamande. L’intervention dans les frais de séjour est limitée à un mois au maximum. Le<br />

contrat doit avoir une valeur d’au moins 200.000 euros. L’administrateur délégué peut autoriser une dérogation à ce<br />

montant.<br />

Art. 21. La demande comprend les éléments suivants :<br />

1° un formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />

2° une description de l’initiative et la motivation de l’entreprise, comprenant entre autres le nom et la qualité des<br />

techniciens étrangers et l’importance de l’invitation pour le demandeur;<br />

3° une copie du contrat conclu;<br />

4° une estimation du coût, établie conformément à l’article 8.<br />

Art. 22. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />

1° la formation se termine au plus tard douze mois après la date de notification de la décision par l’administrateur<br />

délégué;<br />

2° des pièces justificatives des frais de parcours et de séjour exposés sont transmises à l’administration, au plus tard<br />

trois mois suivant la fin de la formation technique;<br />

3° un rapport établi par l’administrateur délégué conformément au modèle sur le déroulement de la formation<br />

technique et les résultats atteints est présenté àl’administration au plus tard trois mois après lafin de la formation.<br />

Section VII. — Voyages de prospection aux sièges principaux et régionaux d’institutions multilatérales<br />

pour des projets ayant lieu hors de l’EEE<br />

Art. 23. Au maximum trois voyages par institution multilatérale et par demandeur peuvent être subventionnés<br />

dans un période de cinq ans suivant la date du premier octroi. La période de cinq ans peut varier.<br />

Les stimuli financiers pour cette initiative ne peuvent être affectés qu’à l’appui des voyages d’affaires d’un<br />

administrateur, d’un membre du personnel ou d’un manager des exportations ayant un contrat d’exclusivité<br />

permanent de l’entreprise introduisant la demande.<br />

Art. 24. La subvention accordée en faveur des initiatives visées par la présente section, consiste en une<br />

intervention dans les frais de parcours et de séjour. Ces frais sont fixés forfaitairement par l’administrateur délégué.<br />

La subvention ne peut être octroyée que pour un seul représentant par voyage.<br />

Le montant global des frais de séjour est égal au forfait multiplié par le nombre de nuitées.<br />

Dans le cas d’un voyage combiné visant plusieurs pays, les frais de parcours sont égaux à 60 % de la somme des<br />

frais de parcours qui seraient pris en compte lors d’une prospection distincte des pays en question.<br />

Art. 25. La demande comprend les éléments suivants :<br />

1° le formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />

2° une description exhaustive de l’initiative et de la motivation de l’entreprise, ainsi qu’un aperçu des conventions;<br />

3° l’estimation du coût, établie conformément à l’article 8.<br />

Art. 26. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />

1° le voyage se termine au plus tard trois mois après la date de notification de la décision par l’administrateur<br />

délégué;<br />

2° un rapport est transmis à l’administration conformément au modèle établi par l’administrateur délégué, au plus<br />

tard trois mois suivant la fin du voyage;<br />

3° des pièces justificatives des frais de parcours et de séjour exposés sont transmises à l’administration, au plus tard<br />

trois mois suivant la fin du voyage.<br />

Section VIII. — Elaboration de documentation relative au produit<br />

et de traductions techniques à l’appui des efforts à l’exportation<br />

Art. 27. La subvention accordée en faveur des initiatives visées à l’article 3, § 1 er ,7°, consiste en une intervention<br />

dans les coûts externes pour la production de documentation relative au produit et de traductions techniques dans une<br />

autre langue que le néerlandais.<br />

L’estimation globale du coût de ces initiatives prise en compte, T.V.A. non comprise, est plafonnée à 7.500 euros<br />

par an.<br />

Art. 28. La demande comprend les éléments suivants :<br />

1° un formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />

2° une description du document et l’objectif de celui-ci;<br />

3° une estimation détaillée ducoût, sur la base de l’offre sélectionnée;<br />

4° en fonction du contenu du document, l’administration peut exiger que le demandeur se déclare d’accord à<br />

mentionner « Export Vlaanderen » dans la documentation visiblement et clairement comme sponsor.<br />

5° un engagement selon lequel le demandeur déclare que la documentation sera utilisée à des fins d’exportation.<br />

33257


33258 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Art. 29. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />

1° une copie du document subventionné est présentée à l’administration au plus tard trois mois après la<br />

notification de la décision par l’administrateur délégué;<br />

2° une copie de la facture et la quittance correspondante (l’avis de débit de la banque) sont présentées à<br />

l’administration au plus tard trois mois après la notification de la décision par l’administrateur délégué;<br />

3° le demandeur, le cas échéant, a respecté son engagement de mentionner « Export Vlaanderen » comme sponsor;<br />

4° une preuve démontrant que la documentation a été utilisée à des fins d’exportation.<br />

Section IX. — Soutien aux frais d’enregistrement, d’homologation et de certification à l’appui des efforts à l’exportation<br />

Art. 30. La subvention accordée en faveur des initiatives visées à l’article 3, § 1 er ,8°, consiste en une intervention<br />

dans les frais externes d’enregistrement, d’homologation et de certification, auxquels les produits sont soumis avant<br />

d’être admis sur un marché.<br />

L’estimation globale acceptée ducoût de ces initiatives prise en compte, T.V.A. non comprise, est plafonnée à 7.500<br />

euros par demande.<br />

Au maximum trois subventions peuvent être octroyées annuellement par demandeur pour cette initiative. Au<br />

maximum une subvention peut être octroyée annuellement par pays.<br />

Art. 31. La demande comprend les éléments suivants :<br />

1° un formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />

2° une description exhaustive de l’initiative et la motivation de l’entreprise;<br />

3° une estimation détaillée ducoût.<br />

Art. 32. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />

1° un rapport sur les résultats et les effets sur l’approche ultérieure du marché est présenté àl’administration au<br />

plus tard douze mois après la notification de la décision par l’administrateur délégué;<br />

2° une copie de la facture et la quittance correspondante (l’avis de débit de la banque) sont présentées à<br />

l’administration au plus tard douze mois après la notification de la décision par l’administrateur délégué.<br />

Section X. — Invitation en Flandre d’acheteurs et de décideurs politiques venant de pays hors de l’EEE<br />

Art. 33. La subvention accordée en faveur des initiatives visées à l’article 3, § 1 er ,9°, consiste en une intervention<br />

dans les frais de parcours et de séjour. L’intervention dans les frais de séjour est limitée à cinq nuitées. Les frais de<br />

parcours et de séjour sont fixés forfaitairement par l’administrateur délégué. Au maximum deux acheteurs ou<br />

décideurs politiques peuvent être invités par an.<br />

Art. 34. La demande comprend les éléments suivants :<br />

1° un formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />

2° une description de l’initiative et la motivation de l’entreprise, comprenant entre autres le nom et la qualité des<br />

invités étrangers et l’importance de l’invitation pour le demandeur. En cas de doute, c’est l’administrateur délégué qui<br />

décide;<br />

3° une estimation du coût, établie conformément à l’article 8.<br />

Art. 35. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />

1° des pièces justificatives des frais de parcours et de séjour exposés, ainsi que la quittance correspondante, sont<br />

présentées à l’administration au plus tard trois mois après la notification de la décision par l’administrateur délégué;<br />

2° un rapport sur le déroulement de l’invitation et les résultats atteints est présenté àl’administration au plus tard<br />

trois mois après la notification de la décision par l’administrateur délégué.<br />

Section XI. — Location d’une salle pour l’organisation de présentations publiques,<br />

de défilés de mode, de workshops et de séminaires à l’étranger<br />

Art. 36. La subvention accordée en faveur des initiatives visées à l’article 3, § 1 er ,10°, consiste en une intervention<br />

dans les frais de location de la salle. L’estimation du coût accepté est plafonnée à 6.000 euros par organisateur pour la<br />

location d’une salle à l’intérieur de l’EEE et à 10.000 euros par organisateur pour la location d’une salle hors de l’EEE.<br />

Le soutien ne peut être octroyé qu’aux demandeurs qui contribuent activement dans l’organisation de l’événement.<br />

Au maximum deux subventions peuvent être octroyées annuellement par demandeur pour cette initiative.<br />

Art. 37. La demande comprend les éléments suivants :<br />

1° un formulaire de demande par participant, dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />

2° une description détaillée del’initiative et la motivation de l’entreprise;<br />

3° une estimation détaillée ducoût;<br />

4° de préférence une liste complète des noms des organisateurs.<br />

Art. 38. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />

1° une facture des frais de location de la salle par organisateur, ainsi que la quittance correspondante, sont<br />

présentées à l’administration au plus tard trois mois après la notification de la décision par l’administrateur délégué;<br />

2° un rapport de l’initiative et des résultats atteints est présenté àl’administration au plus tard trois mois après la<br />

notification de la décision par l’administrateur délégué.


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Section XII. — Frais de l’entreprise qui s’installe dans un centre de services de « Export Vlaanderen ».<br />

Art. 39. La subvention accordée en faveur des initiatives visées à l’article 3, § 1 er ,11°, consiste en une intervention<br />

dans les frais suivants durant la première année d’activité de l’entreprise qui s’installe dans un centre de services de<br />

« Export Vlaanderen » :<br />

1° les frais de parcours et les nuitées en hôtel du responsable du bureau dans le cadre de voyages de prospection<br />

sur place dans le pays en question, à condition qu’ilyréside en permanence;<br />

2° les frais de fonctionnement, qui consistent en :<br />

a) les frais de communication;<br />

b) le prix de location et/ou d’acquisition de fournitures de bureau;<br />

c) le coût del’aide judiciaire;<br />

3° les frais de parcours et de séjour pour un voyage d’inspection comptant au maximum 7 nuitées d’un membre<br />

de la direction de l’entreprise qui fait le voyage en vue de contrôler le bon fonctionnement du bureau;<br />

4° les frais de parcours pour un voyage de concertation du responsable du bureau à l’entreprise.<br />

Le coût global pris en compte, T.V.A. non comprise, est plafonné à25.000 euros.<br />

Art. 40. § 1 er . Une entreprise qui s’installe dans un centre de services avec le soutien de « Export Vlaanderen » ne<br />

peut plus, dans le cadre du présent arrêté, prétendre aux subventions pour les initiatives dans le même pays durant<br />

le séjour au centre de services.<br />

§ 2. La demande ne peut être introduite qu’une seule fois pour la première année d’activité lors de l’installation<br />

au centre de services de « Export Vlaanderen ».<br />

§ 3. Le demandeur démontre qu’il exerce le contrôle sur le bureau.<br />

§ 4. Les frais de parcours et de séjour visés à l’article 39, 3° et 4°, sont fixés forfaitairement par l’administrateur<br />

délégué.<br />

Art. 41. La demande comprend les éléments suivants :<br />

1° un formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />

2° une description exhaustive de l’initiative et la motivation de l’entreprise;<br />

3° une estimation détaillée ducoût, faisant apparaîtrelarépartition des coûts, conformément à l’article 39.<br />

Art. 42. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />

1° l’installation dans un centre de services au plus tard six mois après la date de notification de la décision par<br />

l’administrateur délégué;<br />

2° un rapport des activités établi par l’administrateur délégué conformément au modèle, et un rapport d’un bureau<br />

fiduciaire concernant les dépenses réelles dans les limites de l’estimation du coût acceptée, sont présentés à<br />

l’administration dans les six mois de la première année d’activité du bureau et qu’ils sont acceptés par celle-ci.<br />

L’administrateur délégué organise le contrôle du fonctionnement.<br />

Les frais découlant du contrôle d’un bureau fiduciaire externe désigné par « Export Vlaanderen » sont à charge de<br />

l’entreprise bénéficiaire. L’administration payera la note des honoraires du bureau fiduciaire et déduira le montant<br />

correspondant de la subvention à payer.<br />

CHAPITRE III. — Subventionnement de groupements d’entreprises en faveur d’initiatives encourageant les exportations<br />

Section I re . — Initiatives admissibles aux subventions<br />

Art. 43. § 1 er . Les groupements d’entreprises peuvent, dans les limites des crédits budgétaires prévus par la<br />

Communauté flamande, bénéficier de subventions en faveur des initiatives encourageant les exportations, citées<br />

ci-dessous :<br />

1° des voyages propres d’exploration du marché, des voyages d’attraction d’investissements, la participation à des<br />

voyages d’affaires en groupe et des voyages dans le cadre des stands en groupe organisés par « Export Vlaanderen »;<br />

2° la participation à des foires étrangères de renommée internationale;<br />

3° l’organisation de présentations publiques, de défilés de mode, de workshops et de séminaires à l’étranger;<br />

4° l’établissement de nouveaux répertoires;<br />

5° invitation en Flandre d’acheteurs et de décideurs politiques pour des projets d’investissement sectoriels;<br />

6° voyages de prospection aux sièges principaux et régionaux d’institutions multilatérales pour des projets ayant<br />

lieu hors de l’EEE.<br />

§ 2. Sur la proposition de l’administrateur délégué et après décision du Ministre, les groupements d’entreprises<br />

peuvent également obtenir des subventions en faveur d’initiatives et de projets ponctuels à valeur ajoutée importante,<br />

ayant un caractère exceptionnel et présentant un intérêt exceptionnel pour l’encouragement des exportations.<br />

Art. 44. § 1 er .L’administrateur délégué agrée les groupements d’entreprises qui répondent à la définition de<br />

l’art. 1 er ,3°. Pour conserver leur agrément, les groupements d’entreprises doivent organiser au moins une initiative<br />

subventionnable, telle que définie à l’article 43, par an.<br />

§ 2. Pour pouvoir bénéficier des subventions en faveur des initiatives visées à l’article 43, § 1 er , il doit être satisfait<br />

aux conditions suivantes :<br />

1° les initiatives doivent viser soit l’encouragement de l’exportation des biens ou services des entreprises<br />

représentées, soit l’attraction d’investissements dans le secteur concerné;<br />

2° les initiatives doivent avoir lieu dans des pays hors de l’EEE, à l’exception des initiatives mentionnées à<br />

l’article 43, § 1 er ,2°, 3°, 4°, 5° et 6°;<br />

3° aucune autre intervention financière concernant l’initiative ne peut être obtenue pour les mêmes frais auprès<br />

d’une autre autorité internationale, fédérale, régionale ou locale;<br />

4° le groupement d’entreprises organisateur mentionne lors de chaque initiative subventionnée qu’elle est réalisée<br />

avec le soutien financier de « Export Vlaanderen ».<br />

33259


33260 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Art. 45. § 1. les initiatives visées à l’article 43 peuvent être subventionnées à concurrence de 50 % au maximum<br />

des frais acceptés par l’administration, étant entendu que la subvention minimum s’élève à 250 euros. Tous les frais à<br />

prendre en considération sont hors TVA.<br />

§ 2. Le Ministre flamand chargé du commerce extérieur peut baisser ou différencier les plafonds d’intervention en<br />

fonction de la politique d’exportation ou de la dotation.<br />

Art. 46. La demande pour toutes les initiatives mentionnées à l’article 43, doit être introduite auprès de<br />

l’administration au plus tard quinze jours calendaires avant le lancement de l’initiative. Une dérogation à cette règle<br />

peut être accordée aux initiatives mentionnées à l’article 43, § 1 er ,1°, 5° et 6°, à condition que l’urgence puisse être<br />

démontrée et pour autant que la demande complète soit parvenue à l’administration au plus tard avant le début de<br />

l’initiative.<br />

Section II. — Voyages propres d’exploration du marché, des voyages d’attraction d’investissements, la participation à<br />

des voyages d’affaires en groupe et des voyages dans le cadre des stands en groupe organisés par « Export Vlaanderen »<br />

Art. 47. La subvention accordée en faveur des initiatives visées à l’article 43, § 1 er ,1°, consiste en une intervention<br />

dans les frais visés à l’article 8, qui sont calculés conformément aux dispositions en la matière, ainsi qu’en une<br />

contribution de 120 euros par nuitée pour le coût salarial d’un membre du personnel figurant sur les cadres du<br />

groupement.<br />

Les subventions pour ces initiatives peuvent uniquement être utilisées à l’appui des voyages d’affaires des<br />

administrateurs, des membres du personnel ou des managers des exportations ayant un contrat d’exclusivité<br />

permanent du groupement d’entreprises introduisant la demande.<br />

Art. 48. La demande comprend les éléments suivants :<br />

1° un formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />

2° une description exhaustive de l’initiative et de la motivation du groupement, ainsi qu’un calendrier<br />

chronologique des consultations;<br />

3° l’estimation du coût, établie conformément à l’article 8;<br />

4° des pièces démontrant que le demandeur répond aux dispositions de l’article 1 er ,3°, et aux dispositions de<br />

l’article 44;<br />

5° le cas échéant, la liste des membres actualisée du demandeur;<br />

6° la version la plus récente des statuts coordonnés.<br />

Le demandeur peut, le cas échéant, pour les points 5° et 6°, référer à une demande antérieure, à l’occasion de<br />

laquelle ces documents ont déjàété transmis à l’administration, pour autant que les documents en question sont encore<br />

à jour.<br />

Art. 49. § 1 er . En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />

1° le voyage se termine au plus tard trois mois après la date de notification de la décision par l’administrateur<br />

délégué;<br />

2° un rapport est transmis à l’administration conformément au modèle établi par l’administrateur délégué, au plus<br />

tard trois mois suivant la fin du voyage;<br />

3° des pièces justificatives des frais de parcours et de séjour exposés sont transmises à l’administration, au plus tard<br />

trois mois suivant la fin du voyage.<br />

§ 2. Pour ce qui est des voyages visés dans la présente section, les groupements d’entreprises sont obligés de visiter<br />

sur place le bureau de « Export Vlaanderen ». Si le pays en question n’a pas de bureau de « Export Vlaanderen » ou<br />

si le programme du voyage ne permet pas de visite pour des raisons pratiques, une autre forme de contact suffira.<br />

L’administrateur délégué peut refuser le paiement de la subvention si cette obligation n’est pas respectée.<br />

Section III. — Participation à des foires étrangères de renommée internationale<br />

Art. 50. § 1 er . Seules les foires étrangères de renommée internationale figurant dans les répertoires ou sur le site<br />

web de « M&A Messe Planner » ou « Le Moci » sont admissibles aux subventions.<br />

Les foires ou sous-secteurs de foires auxquelles « Export Vlaanderen » organise un stand en groupe, ne sont pas<br />

admissibles aux subventions. L’administrateur délégué peut toutefois décider d’octroyer une subvention aux grandes<br />

foires subdivisées en halls sectoriels, auxquelles « Export Vlaanderen » a un stand général ou un stand promouvant un<br />

produit spécifique.<br />

§ 2. Cependant, l’administrateur général peut décider de subventionner la participation à des foires étrangères de<br />

renommée internationale qui ne figurent pas dans les répertoires ou sur le site web de « M&A Messe Planner » ou « Le<br />

Moci ». Lecaséchéant, le demandeur doit décrire, motiver et démontrer l’importance de la foire pour le groupement<br />

et pour les entreprises affiliées.<br />

§ 3. Le groupement doit participer à la foire en son propre nom. En cas de doute, l’administration demandera une<br />

copie du catalogue de la foire, qui doit mentionner le nom, la ville et le pays du groupement.<br />

Art. 51. Les articles 12 et 13 s’appliquent par analogie aux initiatives visées par la présente section. L’article 47<br />

s’applique par analogie à l’intervention dans le coût salarial d’un membre du personnel pour les foires à l’intérieur et<br />

hors de l’EEE.<br />

Section IV. — Organisation de présentations publiques, de défilés de mode,<br />

de workshops et de séminaires à l’étranger<br />

Art. 52. § 1 er . La subvention accordée en faveur des initiatives visées à l’article 43, § 1 er ,3°, consiste en une<br />

intervention dans les frais suivants :<br />

1° les frais de location et d’aménagement de la salle;<br />

2° les frais d’impression et d’envoi des invitations;<br />

3° les frais de réception des invités.<br />

Le demandeur doit associer « Export Vlaanderen »àl’organisation de ces initiatives.<br />

L’estimation du coût accepté est plafonnée à 6.000 euros pour la location d’une salle à l’intérieur de l’EEE et à<br />

10.000 euros pour la location d’une salle hors de l’EEE. La subvention est limitée à cinq initiatives par an.


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Pour les présentations publiques, les défilés de mode, les workshops et les séminaires à l’étranger organisés par<br />

différents groupements d’entreprises agréés, le montant prévu par initiative, T.V.A non comprise, est plafonné à<br />

7.500 euros à l’intérieur de l’EEE et à 12.500 euros hors de l’EEE.<br />

§ 2. Une contribution de 120 euros par nuitée pour le coût salarial d’un membre du personnel peut également être<br />

prévue.<br />

Pour les présentations publiques, les défilés de mode, les workshops et les séminaires hors de l’EEE, une<br />

contribution aux frais de parcours et de séjour peut également être prévue. Ces frais sont fixés forfaitairement par<br />

l’administrateur délégué.<br />

Art. 53. La demande comprend les éléments suivants :<br />

1° un formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />

2° une description exhaustive de l’initiative et la motivation du groupement;<br />

3° une estimation détaillée ducoût, faisant apparaîtrelarépartition des coûts, conformément à l’article 48;<br />

4° des pièces démontrant que le demandeur répond aux dispositions de l’article 1 er ,3°, et aux dispositions de<br />

l’article 44;<br />

5° le cas échéant, la liste des membres actualisée du demandeur;<br />

6° la version la plus récente des statuts coordonnés.<br />

Le demandeur peut, le cas échéant, pour les points 5° et 6°, référer à une demande antérieure, à l’occasion de<br />

laquelle ces documents ont déjàété transmis à l’administration, pour autant que les documents en question sont encore<br />

à jour.<br />

Art. 54. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />

1° l’initiative se termine au plus tard trois mois après la date de notification de la décision par l’administrateur<br />

délégué;<br />

2° un rapport est transmis à l’administration conformément au modèle établi par l’administrateur délégué, au plus<br />

tard trois mois suivant la fin del’activité;<br />

3° des pièces justificatives des frais exposés sont transmises à l’administration, au plus tard trois mois suivant la<br />

fin del’initiative.<br />

Section V. — L’établissement de nouveaux répertoires<br />

Art. 55. La subvention accordée en faveur des initiatives visées à l’article 43, § 1 er ,4°, consiste en une intervention<br />

dans les frais externes de réalisation et de traduction de nouveaux répertoires, qui sont établis conformément aux<br />

normes imposés par l’administration, pour autant que l’estimation du coût acceptée nedépasse pas 49.500 euros.<br />

Un document seulement peut être subventionné par demandeur et par année calendaire, pour autant que le<br />

document n’a pas encore fait l’objet d’une publication récente de « Export Vlaanderen ».<br />

Art. 56. La demande comprend les éléments suivants :<br />

1° un formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />

2° l’estimation détaillée ducoût;<br />

3° une description du document et l’objectif de l’initiative;<br />

4° des pièces démontrant que le demandeur répond aux dispositions de l’article 1 er ,3°, et aux dispositions de<br />

l’article 44;<br />

5° le cas échéant, la liste des membres actualisée du demandeur;<br />

6° la version la plus récente des statuts coordonnés;<br />

7° un engagement du demandeur à mentionner « Export Vlaanderen » dans le répertoire visiblement et clairement<br />

comme sponsor.<br />

Le demandeur peut, le cas échéant, pour les points 5° et 6°, référer à une demande antérieure, à l’occasion de<br />

laquelle ces documents ont déjàété transmis à l’administration, pour autant que les documents en question sont encore<br />

à jour;<br />

Art. 57. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />

1° l’initiative se termine au plus tard six mois après la date de notification de la décision par l’administrateur<br />

délégué;<br />

2° les pièces justificatives des frais, tels que visés à l’article 55, sont présentées à l’administration au plus tard trois<br />

mois après laréalisation du répertoire;<br />

3° le demandeur a mis un nombre d’exemplaires convenu des documents et des fichiers informatisés, y compris<br />

les droits d’utilisation de ceux-ci, à la disposition de l’administration;<br />

4° le demandeur a respecté son engagement de mentionner « Export Vlaanderen » comme sponsor.<br />

Section VI. — Invitation en Flandre d’acheteurs et de décideurs politiques pour des projets d’investissement sectoriels<br />

Art. 58. La subvention accordée en faveur des initiatives visées à l’article 43, § 1 er ,5°, consiste en une intervention<br />

dans les frais de parcours et de séjour. Ces frais sont fixés forfaitairement par l’administrateur délégué. L’intervention<br />

dans les frais de séjour est limitée à cinq nuitées. La subvention ne peut être octroyée que pour cinq représentants par<br />

voyage. Trois demandes au maximum peuvent être introduites par demandeur et par an.<br />

Art. 59. La demande comprend les éléments suivants :<br />

1° un formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />

2° une description de l’initiative et la motivation du groupement, comprenant entre autres le nom et la qualité des<br />

invités étrangers et l’importance de l’invitation pour la Flandre. En cas de doute, c’est l’administrateur délégué qui<br />

décide;<br />

3° une estimation du coût, établie conformément à l’article 8;<br />

33261


33262 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

4° des pièces démontrant que le demandeur répond aux dispositions de l’article 1 er ,3°, et aux dispositions de<br />

l’article 44;<br />

5° le cas échéant, la liste des membres actualisée du demandeur;<br />

6° la version la plus récente des statuts coordonnés.<br />

Le demandeur peut, le cas échéant, pour les points 5° et 6°, référer à une demande antérieure, à l’occasion de<br />

laquelle ces documents ont déjàété transmis à l’administration, pour autant que les documents en question sont encore<br />

à jour.<br />

Art. 60. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />

1° des pièces justificatives des frais de parcours et de séjour exposés, ainsi que la quittance correspondante, sont<br />

présentées à l’administration au plus tard trois mois après la notification de la décision par l’administrateur délégué.<br />

2° un rapport sur le déroulement de l’invitation et les résultats atteints est présenté àl’administration au plus tard<br />

trois mois après la notification de la décision par l’administrateur délégué.<br />

Section VII. — Voyages de prospection aux sièges principaux et régionaux d’institutions multilatérales<br />

pour des projets ayant lieu hors de l’EEE<br />

Art. 61. La subvention accordée en faveur des initiatives visées à l’article 43, § 1 er ,6°, consiste en une intervention<br />

dans les frais de parcours et de séjour. Ces frais sont fixés forfaitairement par l’administrateur délégué.<br />

La subvention ne peut être octroyée que pour un seul représentant par voyage. Les subventions pour cette<br />

initiative ne peuvent être affectées qu’à l’appui des voyages d’affaires d’un administrateur, d’un membre du personnel<br />

ou d’un manager des exportations ayant un contrat d’exclusivité permanent du groupement introduisant la demande.<br />

Le montant global des frais de séjour est égal au forfait multiplié par le nombre de nuitées.<br />

Dans le cas d’un voyage combiné visant plusieurs pays, les frais de parcours sont égaux à 60 % de la somme des<br />

frais de parcours qui seraient pris en compte lors d’une prospection distincte des pays en question.<br />

Art. 62. La demande comprend les éléments suivants :<br />

1° le formulaire de demande dûment rempli, par voie électronique ou sur papier, et signé;<br />

2° une description exhaustive de l’initiative et de la motivation du groupement, ainsi qu’un aperçu des<br />

conventions;<br />

3° l’estimation du coût, établie conformément à l’article 8;<br />

4° des pièces démontrant que le demandeur répond aux dispositions de l’article 1 er ,3°, et aux dispositions de<br />

l’article 44;<br />

5° le cas échéant, la liste des membres actualisée du demandeur;<br />

6° la version la plus récente des statuts coordonnés;<br />

Le demandeur peut, le cas échéant, pour les points 5° et 6°, référer à une demande antérieure, à l’occasion de<br />

laquelle ces documents ont déjàété transmis à l’administration, pour autant que les documents en question sont encore<br />

à jour.<br />

Art. 63. En cas de décision favorable, la subvention accordée est réglée pour autant que :<br />

1° le voyage se termine au plus tard trois mois après la date de notification de la décision par l’administrateur<br />

délégué;<br />

2° un rapport est transmis à l’administration conformément au modèle établi par l’administrateur délégué, au plus<br />

tard trois mois suivant la fin du voyage;<br />

3° des pièces justificatives des frais de parcours et de séjour exposés sont transmises à l’administration, au plus tard<br />

trois mois suivant la fin du voyage.<br />

CHAPITRE IV. — Dispositions diverses<br />

Art. 64. L’administration est chargée du traitement administratif des demandes, de la liquidation des subventions<br />

et du recouvrement des prêts accordés antérieurement.<br />

L’administration perçoit les remboursements des prêts sans intérêts accordés en vertu de l’arrêté du Gouvernement<br />

flamand du 9 avril 1992 fixant le règlement relatif à l’octroi d’interventions financières aux initiatives d’entreprises<br />

axées sur l’exportation. Ces remboursements sont portés au budget des voies et moyens de la Communauté flamande.<br />

L’administration perçoit les remboursements des droits du Fonds du Commerce extérieur qui ont été transférés en<br />

vertu de l’article 6 de l’arrêté royal du 2 mai 1991 transférant des biens, droits et obligations de l’Office <strong>belge</strong> du<br />

Commerce extérieur à la Région wallonne, à la Région flamande et à la Région de Bruxelles-Capitale. Ces<br />

remboursements sont portés au budget des voies et moyens de la Communauté flamande.<br />

Art. 65. En vue de l’évaluation des demandes pour les initiatives mentionnées à l’article 3 et à l’article 43,<br />

l’administrateur délégué doit entre autres tenir compte :<br />

1° des avis des réseaux intérieur et extérieur;<br />

2° du caractère professionnel du demandeur et de l’approche de l’initiative;<br />

3° du montant global des subventions déjà perçues;<br />

4° la plus-value de l’initiative proposée pour l’économie flamande en général et les répercussions potentielles dans<br />

le domaine de l’emploi en Flandre en particulier.<br />

Art. 66. Pour toutes les initiatives mentionnées aux articles 3 et 43, l’administrateur délégué prend, sur<br />

proposition de l’administration, une décision sur l’octroi de la subvention et, le cas échéant, sur les conditions d’octroi<br />

et de paiement, dans les quarante-cinq jours ouvrables tels que visés à l’article 67.<br />

Art. 67. Le délai fixé àl’article 66 prend cours le jour ouvrable suivant l’introduction de la demande complète.<br />

La décision de l’administrateur délégué est communiquée au demandeur par écrit. Dès que la signature<br />

électronique sera introduite, l’administration pourra envoyer la décision également par e-mail.


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Art. 68. Le demandeur peut introduire un recours auprès du Ministre contre toute décision de l’administrateur<br />

délégué prise en vertu du présent arrêté, dans les vingt jours ouvrables suivant la réception de sa notification. Le<br />

Ministre se prononce dans un délai de deux mois suivant la réception du recours. Le demandeur est notifié par écrit<br />

de la décision du Ministre.<br />

Art. 69. L’administrateur délégué établit les formulaires de demande.<br />

Art. 70. L’administrateur délégué détermine la façon dont l’avis des réseaux intérieur et extérieur est demandé.<br />

CHAPITRE V. — Dispositions finales<br />

Art. 71. L’arrêté du Gouvernement flamand du 20 avril 2001 fixant les conditions et les règles relatives au<br />

subventionnement des activités encourageant les exportations est abrogé.<br />

Art. 72. L’arrêté ministériel du 24 avril 2001 établissant les modalités des demandes de subventionnement pour<br />

les activités encourageant les exportations est abrogé.<br />

Art. 73. Les demandes introduites dans le cadre de l’arrêté du Gouvernement flamand du 20 avril 2001 fixant les<br />

conditions et les règles relatives au subventionnement des activités encourageant les exportations, mais qui n’ont pas<br />

encore fait l’objet d’une décision après la date de l’entrée en vigueur du présent arrêté, seront tranchées à partir de cette<br />

date conformément au présent arrêté, à moins que cela ne soit au désavantage du demandeur. Les décisions prises<br />

avant cette date ne peuvent pas être révoquées.<br />

Art. 74. Le présent arrêté entre en vigueur le premier jour du troisième mois suivant sa publication.<br />

Art. 75. Le Ministre flamand ayant le Commerce extérieur dans ses attributions est chargé de l’exécution du<br />

présent arrêté.<br />

Bruxelles, le 27 mai 2005.<br />

Le Ministre-Président du Gouvernement flamand,<br />

Y. LETERME<br />

La Ministre flamande de l’Economie, de l’Entreprise, des Sciences, de l’Innovation et du Commerce extérieur,<br />

F. MOERMAN<br />

*<br />

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP<br />

N. 2005 — 1797<br />

[C − 2005/35841]<br />

17 JUNI 2005. — Besluit van de Vlaamse Regering<br />

betreffende de aanduiding en uitoefening van de management- en projectleiderfuncties<br />

en van de functie van algemeen directeur bij de diensten van de Vlaamse overheid<br />

De Vlaamse Regering,<br />

Gelet op de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1,<br />

en op de artikelen 9 en 87, § 3, zoals vervangen door de Bijzondere Wet van 8 augustus 1988;<br />

Gelet op het Kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, inzonderheid op de artikelen 2, 3, 5, 6, 10, 22, 39 tot<br />

en met 41;<br />

Gelet op het bijzonder decreet betreffende het gemeenschapsonderwijs van 14 juli 1998, inzonderheid artikel 67;<br />

Gelet op het akkoord van de minister, bevoegd voor de Pensioenen, gegeven op 16 juni 2004;<br />

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 13 mei 2004;<br />

Gelet op het protocol nr. 210.674 van 28 juni 2004 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;<br />

Gelet op het advies nummer 37.379/3 van de Raad van State, gegeven op 22 juni 2004, met toepassing van<br />

artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;<br />

Op het gezamenlijk voorstel van de leden van de Vlaamse Regering;<br />

Na beraadslaging,<br />

Besluit :<br />

HOOFDSTUK 1. — Algemene bepalingen<br />

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de diensten van de Vlaamse overheid, zijnde :<br />

— de departementen;<br />

— de intern verzelfstandigde agentschappen, hierna te noemen IVA, zonder rechtspersoonlijkheid;<br />

— de IVA met rechtspersoonlijkheid;<br />

— de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, hierna te noemen EVA;<br />

— de administratieve diensten van het Gemeenschapsonderwijs.<br />

Art. 2. Dit besluit regelt de procedure van vacature-invulling en de arbeidsvoorwaarden voor :<br />

1° de managementfuncties van N-niveau, die aan het hoofd staan van een departement, een IVA of een EVA en de<br />

administratieve diensten van het Gemeenschapsonderwijs;<br />

2° de management- of projectleiderfuncties die door de Vlaamse Regering worden aangeduid als behorende tot<br />

het N-niveau;<br />

3° de functies van algemeen directeur.<br />

Art. 3. § 1. Met ″opdrachtgever″ wordt in dit besluit bedoeld :<br />

1° de raad van bestuur voor die EVA’s die krachtens hun oprichtingsdecreet zelf het hoofd van het agentschap en<br />

in voorkomend geval de algemene directeur aanstellen;<br />

2° de functioneel bevoegde Vlaamse minister(s) voor de departementen, IVA’s, de EVA’s die niet vallen onder 1°,<br />

en het Gemeenschapsonderwijs;<br />

3° het Auditcomité van de Vlaamse administratie voor de Interne Audit van de Vlaamse administratie.<br />

33263


33264 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

§ 2. Met ″in dienstnemende overheid″ wordt in dit besluit bedoeld :<br />

1° de raad van bestuur voor die EVA’s die krachtens hun oprichtingsdecreet zelf het hoofd van het agentschap en<br />

in voorkomend geval de algemene directeur aanstellen;<br />

2° de Vlaamse Regering voor de departementen, IVA’s, de EVA’s die niet vallen onder 1°, voor de Interne Audit<br />

van de Vlaamse administratie en voor de administratieve diensten van het Gemeenschapsonderwijs.<br />

Art. 4. De management- en projectleiderfuncties van N-niveau zijn mandaatfuncties met een duur van maximum<br />

6 jaar, die hernieuwbaar zijn volgens de bepalingen van artikel 17 van dit besluit.<br />

Art. 5. De functie van algemeen directeur, bedoeld in de artikelen 6, 10 en 22 van het Kaderdecreet bestuurlijk<br />

beleid, is een functie die zich organiek en functioneel situeert tussen het N-niveau en het N-niveau -1.<br />

De algemeen directeur staat het hoofd van het agentschap die is belast met de algemene leiding, de werking en de<br />

vertegenwoordiging van het agentschap, bij.<br />

Wanneer de organieke, instellingspecifieke regeling in de functie van algemeen directeur voorziet, maakt de<br />

algemeen directeur met raadgevende stem deel uit van de raad van bestuur.<br />

HOOFDSTUK 2. — De selectie voor de management- en projectleiderfuncties van N-niveau<br />

en voor de functies van algemeen directeur<br />

Afdeling 1. — In aanmerking komende kandidaten<br />

Art. 6. De management- en projectleiderfuncties van N-niveau en de functies van algemeen directeur worden<br />

vacant verklaard via een open procedure, waarbij terzelfdertijd interne en externe kandidaten meedingen.<br />

De oproep wordt tenminste in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Bij regelt de wijze van kandidaatstelling<br />

en bevat een beknopte weergave van de functiebeschrijving en het competentieprofiel, evenals van het salaris<br />

respectievelijk de salarisschaal, zoals bepaald in artikel 14.<br />

Art. 7. § 1. Voor de vacature-invulling van de management - en projectleiderfuncties van N-niveau komen enkel<br />

de kandidaten in aanmerking die beschikken over een leidinggevende ervaring van minstens 5 jaar, verworven in de<br />

laatste 10 jaar, of over 10 jaar nuttige professionele ervaring.<br />

Voor de vacature-invulling van de functies van algemeen directeur komen enkel de kandidaten in aanmerking die<br />

beschikken over een leidinggevende ervaring van minstens 3 jaar, verworven in de laatste 10 jaar, of over 8 jaar nuttige<br />

professionele ervaring.<br />

Voor de berekening van de ervaring bedoeld in het eerste en het tweede lid worden deeltijdse prestaties als voltijds<br />

beschouwd. Onder leidinggevende ervaring wordt ervaring verstaan inzake beheer in een overheidsdienst of in een<br />

organisatie uit de private sector.<br />

2. De kandidaten bedoeld in de § 1 dienen te voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden voor een betrekking<br />

in de publieke sector en houder te zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A zoals bepaald in Vlaamse<br />

overheidsdienst, met uitzondering van de interne kandidaten die reeds tot het voormelde niveau A of een gelijkgesteld<br />

niveau behoren.<br />

Afdeling 2. — Selectiecriteria en -procedure<br />

Art. 8. In de selectieprocedure wordt onderzocht in welke mate de kandidaten voldoen aan het vereiste<br />

competentieprofiel voor de functie.<br />

Het vereiste profiel bevat :<br />

— waardegebonden en generieke gedrag - en vaktechnische competenties die worden bepaald door de Vlaamse<br />

Regering, op voorstel van de Vlaamse minister, bevoegd voor het Algemeen Beleid inzake Personeel en<br />

Organisatieontwikkeling;<br />

— eventueel aanvullende functiespecifieke competenties die worden bepaald door de in dienstnemende overheid.<br />

Art. 9. § 1. De kandidaten worden geselecteerd in functie van de criteria bepaald in de artikelen 7 en 8, door het<br />

Vlaams Selectiecentrum voor Overheidspersoneel c.v.b.a., hierna Jobpunt Vlaanderen genoemd, of zijn rechtsopvolger.<br />

§ 2. Indien voor de toepassing van § 1 beroep gedaan wordt op een selectiebureau, legt de Vlaamse minister,<br />

bevoegd voor Personeel en Organisatie het selectiebureau dat voorgedragen wordt door Jobpunt Vlaanderen ter<br />

bekrachtiging voor aan de Vlaamse Regering.<br />

§ 3. Jobpunt Vlaanderen, of zijn rechtsopvolger, stelt aan de opdrachtgever een lijst met geschikte kandidaten voor.<br />

HOOFDSTUK 3. — De aanwijzing en de rechtspositie<br />

Art. 10. § 1. De opdrachtgever heeft een interview met de kandidaten van de lijst, vastgesteld overeenkomstig<br />

artikel 9, § 2, waarbij de wederzijdse verwachtingen worden gepreciseerd.<br />

§ 2. De opdrachtgever kiest een kandidaat uit de voorgestelde lijst; de keuze wordt uitdrukkelijk gemotiveerd.<br />

Indien hij geen kandidaat uit de lijst kiest, wordt de procedure heropgestart.<br />

Art. 11. § 1. Behoudens het geval bedoeld in § 2, neemt de indienstnemende overheid, op voorstel van de<br />

opdrachtgever, de geselecteerde kandidaat voor de functie van het N-niveau welke wordt begeven bij mandaat, in<br />

dienst met een arbeidscontract van onbepaalde duur.<br />

In het contract worden de arbeidsvoorwaarden vastgesteld in overleg tussen de voor de mandaatfunctie<br />

geselecteerde kandidaat en de opdrachtgever, op basis van een modelcontract vastgesteld door de Vlaamse minister,<br />

bevoegd voor het Algemeen Beleid inzake Personeel en Organisatieontwikkeling, dat tevens rekening houdt met de<br />

bepalingen van dit besluit. Er wordt tevens voorzien in een proefperiode van zes maanden.<br />

De betrokkene oefent zijn taak uit volgens een arbeidsregime vastgesteld in overeenstemming met de<br />

opdrachtgever.


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

§ 2. Indien de geselecteerde kandidaat voor de functie van het N-niveau welke wordt begeven bij mandaat reeds<br />

ambtenaar is bij de Diensten van de Vlaamse Regering of een Vlaamse Openbare instelling, een verzelfstandigd<br />

agentschap of hun rechtsopvolgers, wordt hij bij eenzijdige administratieve rechtshandeling door de in dienst nemende<br />

overheid aangewezen in het mandaat.<br />

Tijdens de uitoefening van het mandaat behoudt de betrokkene de functionele loopbaan in de graad waarin hij<br />

werd benoemd. De werkelijke diensten die de betrokken ambtenaar als mandaathouder presteert, worden in<br />

aanmerking genomen voor de vaststelling van de schaalanciënniteit in de functionele loopbaan.<br />

HOOFDSTUK 4. — De beheersovereenkomsten<br />

Art. 12. § 1. Wanneer in toepassing van de artikelen 8, 10, § 4, en 14 van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid nog<br />

geen beheersovereenkomst is gesloten stelt het hoofd van het agentschap aan de opdrachtgever een beheersovereenkomst<br />

voor binnen 6 maanden na zijn aanstelling en voor een periode die eindigt uiterlijk negen maanden na de<br />

beëdiging van een nieuwe Vlaamse Regering na de algehele vernieuwing van het Vlaams Parlement.<br />

§ 2. Wanneer een hoofd van een agentschap wordt aangesteld en er reeds een beheersovereenkomst werd gesloten,<br />

aanvaardt het hoofd van het agentschap bij zijn aanstelling deze beheersovereenkomst voor de lopende periode, tenzij<br />

hijzelf of de opdrachtgever vraagt een nieuwe overeenkomst op te stellen.<br />

HOOFDSTUK 5. — De arbeidsvoorwaarden<br />

Afdeling 1. — Administratieve arbeidsvoorwaarden<br />

Art. 13. § 1. De titularissen van een management- of een projectleiderfunctie of de functie van algemeen directeur<br />

kunnen enkel genieten van volgende langdurige verloven :<br />

— bevallingsverlof;<br />

— loopbaanonderbreking met betrekking tot het ouderschapsverlof, de palliatieve verzorging en de zorgen in<br />

geval van ernstige ziekte;<br />

— verlof wegens ziekte of arbeidsongeval;<br />

— verlof om een ambt uit te oefenen bij een kabinet, mits goedkeuring door de Vlaamse Regering.<br />

§ 2. De titularis van de management- of projectleiderfunctie of, ingeval van overmacht, de in dienstnemende<br />

overheid, duidt bij afwezigheid van de titularis van het mandaat een vervanger aan. Deze bepaling geldt niet voor de<br />

managementfunctie in die gevallen waarin de organieke regeling voorziet in de functie van algemeen directeur.<br />

Wanneer een vervanger moet worden aangeduid, beslist de in dienstnemende overheid, in functie van de duur van<br />

de afwezigheid, over de toepassing van de selectieprocedure voor toewijzing aan een mandaatfunctie volgens de<br />

bepalingen van dit besluit.<br />

De indienstneming van deze plaatsvervanger aangewezen volgens de in het vorige lid vermelde procedure<br />

gebeurt hetzij bij vervangingsovereenkomst, hetzij door aanwijzing in het mandaat zoals bedoeld in artikel 11, § 2, van<br />

dit besluit voor de nog lopende duur van het mandaat.<br />

§ 3. Ingeval van afwezigheid van de algemeen directeur, beslist de titularis van de managementfunctie waaraan<br />

de algemeen directeur bijstand verleent, in overleg met laatst genoemde, welke maatregelen moeten worden genomen<br />

om in zijn/haar vervanging te voorzien.<br />

Afdeling 2. — Geldelijke arbeidsvoorwaarden<br />

Art. 14. § 1. De Vlaamse Regering bepaalt het geldelijk statuut van de titularissen van een management- of<br />

projectleiderfunctie en van algemeen directeur.<br />

§ 2. Onverminderd hetgeen is bepaald in § 1 behoudt de betrokken titularis van :<br />

— een management- of (projectleider)functie van het N-niveau bedoeld in artikel 11, § 2, die vanuit rang A4 of<br />

rang A3 aangewezen wordt, het salaris en de salarisschaal, geldend vóór de aanstelling; evenals de toelagen,<br />

vergoedingen en sociale voordelen die hij voor de aanstelling genoot in zoverre de voorwaarden van toekenning blijven<br />

bestaan, en dat aan deze voorwaarden blijft voldaan;<br />

— een management- of (projectleider)functie van het N-niveau bedoeld in artikel 11, § 1, die reeds door een<br />

arbeidsovereenkomst met de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest of een daarvan afhangende instelling<br />

verbonden was de contractuele, financiële regeling geldend vóór de aanstelling evenals de toelagen, vergoedingen en<br />

sociale voordelen welke werden toegekend in zoverre de voorwaarden van toekenning blijven bestaan, en dat aan deze<br />

voorwaarden blijft voldaan;<br />

— de algemeen directeur behoudt hetzij het salaris en de salarisschaal verbonden aan de rang A2L, zijnde A286<br />

en na 6 jaar effectieve prestaties A288, hetzij, in voorkomend geval, het salaris en de salarisschaal welke was verbonden<br />

aan de met de functie van adjunct-leidend ambtenaar overeenstemmende graad en welke hem voordien was<br />

toegekend; evenals de toelagen, vergoedingen en sociale voordelen die hij voor de aanstelling genoot in zoverre de<br />

voorwaarden van toekenning blijven bestaan, en dat aan deze voorwaarden blijft voldaan.<br />

HOOFDSTUK 6. — De evaluatie, het einde en de hernieuwing van de functie<br />

Afdeling 1. — De management- en projectleiderfunctie.<br />

Art. 15. § 1. Onverminderd hetgeen is bepaald in § 2 wordt de titularis van een management- of projectleiderfunctie<br />

van N-niveau jaarlijks geëvalueerd over de prestaties en de wijze van functieuitoefening, in voorkomend geval<br />

in uitvoering van de beheersovereenkomst. De evaluatie gebeurt door de opdrachtgever hierin bijgestaan door Jobpunt<br />

Vlaanderen, of zijn rechtsopvolger, en een externe instantie. In de evaluatie wordt onder meer rekening gehouden met<br />

de informatie van onder zijn gezag staande personeelsleden.<br />

De Vlaamse minister, bevoegd voor de personeel en organisatie legt de externe instantie bedoeld in het eerste lid<br />

ter bekrachtiging voor aan de Vlaamse Regering.<br />

Tijdens de evaluatie kunnen geen personen tussenkomen die een advies hebben verleend bij de selectieprocedure<br />

van de titularis, in voorkomend geval met uitzondering van de opdrachtgever.<br />

De jaarlijkse evaluatie die eindigt in een vermelding ″onvoldoende″ dient bekrachtigd door de Vlaamse Regering.<br />

33265


33266 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

§ 2. Ten laatste 6 maanden voor het einde van het mandaat volgt een globale eindevaluatie, met het oog op het<br />

opnemen. van een volgend mandaat. De Vlaamse Regering, op voorstel van de opdrachtgever en bijgestaan door een<br />

externe instantie, verleent de eindevaluatie. Er wordt rekening gehouden met de jaarlijkse evaluaties.<br />

De Vlaamse minister, bevoegd voor de Personeel en Organisatie legt de externe instantie bedoeld in het eerste lid<br />

ter bekrachtiging voor aan de Vlaamse Regering.<br />

§ 3. Bij een evaluatie welke eindigt met een vermelding ″onvoldoende″, heeft de titularis het recht om te worden<br />

gehoord door de Vlaamse Regering en kan de betrokkene zich laten bijstaan door een persoon van zijn keuze.<br />

§ 4. Wanneer een evaluatie niet resulteert in de vermelding ″onvoldoende″ wordt zij geacht positief te zijn.<br />

Art. 16. De mandaatfunctie eindigt in volgende gevallen :<br />

1° bij een evaluatie met vermelding ″onvoldoende″;<br />

2° in beginsel na 12 jaar in dezelfde functie, onverminderd artikel 17;<br />

3° in onderling overleg met de opdrachtgever;<br />

4° op vraag van betrokkene zelf;<br />

5° na de duurtijd van het project, indien dit korter is dan 6 jaar;<br />

Art. 17. Wanneer de eindevaluatie bedoeld in artikel 15, § 2, niet resulteert in een eindvermelding ″onvoldoende″,<br />

wordt de titularis van het mandaat in zijn mandaat hernieuwd, zonder opnieuw een beroep te doen op de<br />

mededinging, voor een bijkomende en, in beginsel, eenmalige termijn van zes jaar.<br />

Art. 18. § 1. Aan de bij arbeidsovereenkomst aangeworven titularis van de mandaatfunctie zoals bedoeld in<br />

artikel 11, § 1, waarvan het mandaat wordt beëindigd en die niet wordt aangeworven in een volgend of in een ander<br />

mandaat wordt ontslag verleend met toepassing van de regels van het arbeidsrecht.<br />

§ 2. De bij eenzijdige administratieve rechtshandeling aangestelde titularis zoals bedoeld in artikel 11, § 2, waarvan<br />

het mandaat wordt beëindigd en die niet wordt aangesteld in een volgend of in een ander mandaat wordt uiterlijk<br />

binnen 1 jaar na de schriftelijke kennisgeving van de beëindiging van het mandaat herplaatst in de interne<br />

arbeidsmarkt in een passende functie.<br />

Afdeling 2. — De functie van algemeen directeur<br />

Art. 19. § 1. De titularis benoemd in de functie van algemeen directeur wordt jaarlijks geëvalueerd over de<br />

prestaties en de wijze van functie-uitoefening door de in dienstnemende overheid, op voorstel van de opdrachtgever<br />

welke hierin wordt bijgestaan door Jobpunt Vlaanderen of zijn rechtsopvolger, alsmede door een externe instantie, en<br />

nadat de titularis van de managementfunctie die aan het hoofd staat van het agentschap gehoord te hebben. In de<br />

evaluatie wordt onder meer rekening gehouden met de informatie van onder zijn gezag staande personeelsleden.<br />

De Vlaamse minister, bevoegd voor de personeel en organisatie legt de externe instantie bedoeld in het eerste lid<br />

ter bekrachtiging voor aan de Vlaamse Regering.<br />

Tijdens de evaluatie kunnen geen personen tussenkomen die een advies hebben verleend bij de selectieprocedure<br />

van de titularis, in voorkomend geval met uitzondering van de opdrachtgever.<br />

§ 2. Wanneer de jaarlijkse evaluatie verleend op voorstel van de opdrachtgever is geëindigd in een vermelding<br />

″onvoldoende″ en in ieder geval ter bekrachtiging wordt voorgelegd aan de Vlaamse Regering, heeft de titularis het<br />

recht om te worden gehoord door de Vlaamse Regering en kan hij/zij zich laten bijstaan door een persoon van zijn<br />

keuze.<br />

HOOFDSTUK 7. — Overgangsmaatregelen, inwerkingtreding en uitvoeringsbepaling<br />

Art. 20. In uitvoering van artikel 39, §§ 2, 3 en 4, van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid en met inachtneming van<br />

artikel 41 van datzelfde decreet, gebeurt, naar aanleiding van de eerste bezetting, de herplaatsing van de in §§ 2en3<br />

van datzelfde artikel vermelde leidinggevenden, door de indienstnemende overheid na bemiddeling van Jobpunt<br />

Vlaanderen of zijn rechtsopvolger.<br />

Indien voor de toepassing van het eerste lid beroep gedaan wordt op een externe instantie, legt de Vlaamse<br />

minister, bevoegd voor Personeel en Organisatie de instantie die voorgedragen wordt door Jobpunt Vlaanderen ter<br />

bekrachtiging voor aan de Vlaamse Regering.<br />

Jobpunt Vlaanderen of zijn rechtsopvolger, legt bij wijze van voorstel aan de in dienstnemende overheid per<br />

functie een beperkte lijst van geschikte kandidaten voor met het oog op de toewijzing van de voormelde<br />

leidinggevenden aan een management- of projectleiderfunctie van N-niveau of met het oog op de benoeming in de<br />

functie van algemeen directeur. Dit voorstel wordt geformuleerd op basis van alle relevante informatie in functie van<br />

de functiebeschrijving en het competentieprofiel.<br />

Art. 21. In uitvoering van hetgeen is bepaald in artikel 40, 1°, van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid biedt de<br />

Vlaamse Regering, na overleg met het betrokken personeelslid, aan het vast benoemde personeelslid van rang A4, A3<br />

of A2L of het personeelslid dat in zulke rang benoemd is geweest en dat niet toegewezen wordt aan een managementof<br />

projectleiderfunctie van N-niveau of niet benoemd wordt in een functie van algemeen directeur, een gelijkwaardige<br />

en passende functie aan.<br />

Van het vorige lid kan worden afgeweken wanneer de betrokkene uitdrukkelijk verzoekt om in een lagere functie<br />

te worden geplaatst. In voorkomend geval kan voormelde herplaatsing niet lager zijn dan in een functie van het<br />

N-niveau -1.<br />

De betrokkenen vermeld in de vorige leden behouden in ieder geval de salarisschaal verbonden aan respectievelijk<br />

de rang A4, A3 of A2L. Zij behouden hun graad ten persoonlijke titel.


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Art. 22. Na toepassing van de maatregelen vermeld in de artikelen 20 en 21 en onverminderd de toepassing van<br />

artikel 41 van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid, verklaart de in dienstnemende overheid de resterende managementen<br />

projectleiderfuncties van het N-niveau of de resterende functies van algemeen directeur vacant.<br />

Art. 23. De Vlaamse Regering bepaalt de datum van inwerkingtreding van dit besluit, met uitzondering van de<br />

artikelen 20 en 21 die in werking treden op de datum van goedkeuring van dit besluit.<br />

Art. 24. De Vlaamse ministers zijn ieder wat hem/haar betreft belast met de uitvoering van dit besluit.<br />

Brussel, 17 juni 2005.<br />

De minister-president van de Vlaamse Regering, en Vlaams minister van Institutionele Hervormingen,<br />

Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid,<br />

Y. LETERME<br />

De vice-minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Economie, Ondernemen,<br />

Wetenschap en Innovatie en Buitenlandse Handel,<br />

F. MOERMAN<br />

De vice-minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming,<br />

F. VANDENBROUCKE<br />

De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,<br />

I. VERVOTTE<br />

De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening,<br />

D. VAN MECHELEN<br />

De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel,<br />

B. ANCIAUX<br />

De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme,<br />

G. BOUGEOIS<br />

De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,<br />

K. PEETERS<br />

De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering,<br />

M. KEULEN<br />

De Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen,<br />

K. VAN BREMPT<br />

TRADUCTION<br />

MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE<br />

F. 2005 — 1797<br />

[C − 2005/35841]<br />

17 JUIN 2005. — Arrêté du Gouvernement flamand relatif à la désignation et à l’exercice des fonctions de<br />

management et de chef de projet et de la fonction de directeur général auprès des services des autorités<br />

flamandes<br />

Le Gouvernement flamand,<br />

Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, notamment l’article 87, § 1 er , et les articles 9 et 87,<br />

§ 3, tels que remplacés par la loi spéciale du 8 août 1988;<br />

Vu le décret cadre sur la politique administrative du 18 juillet 2003, notamment les articles 2, 3, 5, 6, 10, 22, 39 à<br />

41 inclus;<br />

Vu le décret spécial du 14 juillet 1998 relatif à l’enseignement communautaire, notamment l’article 67;<br />

Vu l’accord du Ministre chargé des Pensions, donné le 16 juin 2004;<br />

Vu l’accord du Ministre flamand chargé du Budget, donné le 13 mai 2004;<br />

Vu le protocole n° 210.674 du 28 juin 2004 du Comité sectoriel XVIII - Communauté flamande - Région flamande;<br />

Vu l’avis n° 37.379/3 du Conseil d’Etat, donné le 22 juin 2004, en application de l’article 84, § 1 er , alinéa 1 er ,1°,<br />

des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat;<br />

Sur la proposition conjointe des membres du Gouvernement flamand;<br />

Après délibération,<br />

Arrête :<br />

CHAPITRE 1 er . — Dispositions générales<br />

Article 1 er . Le présent arrêté est applicable aux services des autorités flamandes, à savoir :<br />

— les départements;<br />

— les agences autonomisées internes, ci-après dénommées AAI, sans personnalité juridique;<br />

— les AAI dotées de la personnalité juridique;<br />

— les agences autonomisées externes de droit public, ci-après dénommées les AAE;<br />

— les services administratifs de l’Enseignement communautaire.<br />

33267


33268 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Art. 2. Le présent arrêté règle la procédure de pourvoi à un emploi vacant et les conditions de travail pour :<br />

1° les fonctions de management du niveau N qui dirigent un département, une AAI ou une AAE et les services<br />

administratifs de l’Enseignement communautaire;<br />

2° les fonctions de management ou de chef de projet qui sont désignées par le Gouvernement flamand comme<br />

faisant partie du niveau N;<br />

3° les fonctions de directeur général.<br />

Art. 3. § 1 er . Dans le présent arrêté on entend par « donneur d’ordre » :<br />

1° le conseil d’administration pour ces AAE qui, en vertu de leur décret constitutif, désignent elles-mêmes le chef<br />

de l’agence et, le cas échéant, le directeur général;<br />

2° le(s) Ministre(s) flamand(s) fonctionnellement compétent(s) pour les départements, AAI et AAE qui ne relèvent<br />

pas de 1°, etl’Enseignement communautaire;<br />

3° le Comité d’Audit de l’Administration flamande pour l’Audit interne de l’Administration flamande.<br />

§ 2. Dans le présent arrêté on entend par « autorité de recrutement » :<br />

1° le conseil d’administration pour ces AAE qui, en vertu de leur décret constitutif, désignent elles-mêmes le<br />

chef de l’agence et, le cas échéant, le directeur général;<br />

2° le Gouvernement flamand pour les départements, AAI et AAE qui ne relèvent pas de 1°, pour l’Audit interne<br />

de l’Administration flamande et pour les services administratifs de l’Enseignement communautaire.<br />

Art. 4. Les fonctions de management et de chef de projet du niveau N sont des fonctions de mandat à durée<br />

maximale de 6 ans, qui sont renouvelables conformément aux dispositions de l’article 17 du présent arrêté.<br />

Art. 5. La fonction de directeur général visée aux articles 6, 10 et 22 du décret cadre sur la politique administrative,<br />

est une fonction qui se situe, du point de vue organique et fonctionnel, entre le niveau N et le niveau N -1.<br />

Le directeur général assiste le chef de l’agence qui est chargé de la direction générale, du fonctionnement et de la<br />

représentation de l’agence.<br />

Lorsque le règlement organique spécifique prévoit la fonction de directeur général, le directeur général fait partie<br />

du conseil d’administration avec voix consultative.<br />

CHAPITRE 2. — La sélection pour les fonctions de management et de chef de projet du niveau N<br />

et pour les fonctions de directeur général<br />

Section 1 re . — Candidats admissibles<br />

Art. 6. Les fonctions de management et de chef de projet du niveau N ainsi que les fonctions de directeur général<br />

sont déclarées vacantes par procédure ouverte, lors de laquelle des candidats internes et externes concourent en<br />

même temps.<br />

L’appel est publié au moins au Moniteur <strong>belge</strong>. Ilrègle les modalités des candidatures et contient une reproduction<br />

succincte de la description de fonction et du profil de compétence, ainsi que respectivement le traitement et l’échelle<br />

de traitement, tels que fixés à l’article 14.<br />

Art. 7. § 1 er . Seuls les candidats qui disposent d’une expérience d’au moins cinq ans dans une fonction dirigeante,<br />

acquise au cours des 10 dernières années, ou de dix ans d’expérience professionnelle utile, sont admissibles aux<br />

vacances des fonctions de management et de chef de projet du niveau N.<br />

Seuls les candidats qui disposent d’une expérience d’au moins trois ans dans une fonction dirigeante, acquise au<br />

cours des 10 dernières années, ou de huit ans d’expérience professionnelle utile, sont admissibles aux vacances des<br />

fonctions de directeur général.<br />

Pour le calcul de l’expérience visée aux alinéas premier et deux, les prestations à temps partiel sont considérées<br />

comme des prestations à temps plein. Par expérience dans une fonction dirigeante’ on entend l’expérience en matière<br />

de gestion dans un service public ou dans une organisation du secteur privé.<br />

§ 2. Les candidats visés au§ 1 er doivent remplir les conditions d’admission générales pour un emploi dans le<br />

secteur public, et être titulaire d’un diplôme donnant accès au niveau A tel que prévu par le service public flamand, à<br />

l’exception des candidats internes déjà appartenant au niveau A précité ou à un niveau assimilé.<br />

Section 2. — Critèresetprocéduredesélection<br />

Art. 8. La procéduredesélection examine la mesure dans laquelle les candidats correspondent au profil de<br />

compétence requis pour la fonction.<br />

Le profil requis comporte :<br />

— des compétences comportementales et spécialisées de valeur et génériques, qui sont fixées par le Gouvernement<br />

flamand, sur la proposition du Ministre flamand qui a la Politique générale en matière de personnel et de<br />

développement de l’organisation dans ses attributions;<br />

— éventuellement des compétences spécifiques à la fonction complémentaires, qui sont fixées par l’autorité de<br />

recrutement.


Art. 9. § 1 er . Les candidats sont sélectionnés en fonction des critères fixés aux articles 7 et 8, par le Centre flamand<br />

de Sélection pour le Personnel de la Fonction publique scrl, ci-après dénommé «Jobpunt Vlaanderen », ou par son<br />

ayant cause.<br />

§ 2. Si, pour l’application du § 1 er , il est fait appel à un bureau de sélection, le Ministre flamand chargé du Personnel<br />

et de l’Organisation, soumet le bureau de sélection qui est présenté par « Jobpunt Vlaanderen », à la validation du<br />

Gouvernement flamand.<br />

§ 3. « Jobpunt Vlaanderen », ou son ayant cause, propose au donneur d’ordre une liste de candidats aptes.<br />

CHAPITRE 3. — La désignation et le statut<br />

Art. 10. § 1 er . Le donneur d’ordre a un entretien avec les candidats de la liste, établie conformément à l’article 9,<br />

§ 2, lors duquel sont précisées les attentes mutuelles.<br />

§ 2. Le donneur d’ordre choisit un candidat de la liste proposée; le choix est motivé explicitement. S’il ne choisit<br />

pas de candidat de la liste, la procédure est recommencée.<br />

Art. 11. § 1 er . Sous réserve du cas visé au § 2, l’autorité de recrutement engage, sur la proposition du donneur<br />

d’ordre, le candidat sélectionné pour la fonction du niveau N qui est conférée par mandat, par contrat de travail à durée<br />

indéterminée.<br />

Le contrat établit les conditions de travail fixées en concertation entre le candidat sélectionné pour la fonction de<br />

mandat et le donneur d’ordre, sur la base d’un contrat modèle établi par le Ministre flamand chargé de la politique<br />

générale en matière de personnel et de développement de l’organisation, qui tient également compte des dispositions<br />

du présent arrêté. Une période d’essai de six mois est également prévue.<br />

L’intéressé remplit sa mission selon un régime de travail fixé en accord avec le donneur d’ordre.<br />

§ 2. Si le candidat sélectionné pour la fonction du niveau N qui est conférée par mandat, est déjà fonctionnaire<br />

auprès des Services du Gouvernement flamand ou d’un organisme public flamand, une agence autonomisée ou leurs<br />

ayants cause, il est désigné au mandat par l’autorité de recrutement par acte juridique administratif unilatéral.<br />

Lors de l’exercice du mandat, l’intéressé conserve la carrière fonctionnelle liée au grade dans lequel il a été nommé.<br />

Les services réels prestés par le fonctionnaire concerné en tant que mandataire, sont pris en compte pour la fixation de<br />

l’ancienneté barémique dans la carrière fonctionnelle.<br />

CHAPITRE 4. — Les contrats de gestion<br />

Art. 12. § 1 er . Lorsque, en application des articles 8, 10, § 4, et 14 du décret cadre sur la politique administrative,<br />

aucun contrat de gestion n’a encore été conclu, le chef de l’agence propose au donneur d’ordre un contrat de gestion<br />

dans les 6 mois après sadésignation et pour une période qui prend fin au plus tard neuf mois après la prestation de<br />

serment d’un nouveau Gouvernement flamand suivant le renouvellement intégral du Parlement flamand.<br />

§ 2. Lorsqu’un chef d’une agence est désignée etqu’un contrat de gestion a déjà été conclu, le chef de l’agence<br />

accepte ce contrat de gestion lors de sa désignation pour la période en cours, sauf si le donneur d’ordre ou lui-même<br />

demande d’établir un nouveau contrat de gestion.<br />

CHAPITRE 5. — Les conditions de travail<br />

Section 1 re . — Conditions de travail administratives<br />

Art. 13. § 1 er . Les titulaires d’une fonction de management ou de chef de projet ou de la fonction de directeur<br />

général peuvent uniquement bénéficier des congés de longue durée suivants :<br />

— congé de maternité;<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

— interruption de carrière relative aux congé parental, soins palliatifs et soins en cas de maladie grave;<br />

— congé pour cause de maladie ou d’accident de travail;<br />

— congé pour l’exercice d’une fonction auprès d’un cabinet, moyennant l’accord du Gouvernement flamand.<br />

§ 2. Le titulaire de la fonction de management ou de chef de projet ou, en cas de force majeure, l’autorité de<br />

recrutement, désigne un remplaçant en cas d’absence du titulaire du mandat. Cette disposition ne s’applique pas à la<br />

fonction de management dans les cas où le règlement organique prévoit la fonction de directeur général.<br />

Lorsqu’il faut désigner un remplaçant, l’autorité de recrutement décide, en fonction de la durée del’absence, de<br />

l’application de la procéduredesélection pour l’attribution à une fonction de mandat selon les dispositions du présent<br />

arrêté.<br />

Le recrutement de ce remplaçant désigné conformément à la procédure mentionnée à l’alinéaprécédent, se fait soit<br />

par contrat de remplacement, soit par désignation au mandat telle que visée à l’article 11, § 2, du présent arrêté pour<br />

la durée restante du mandat.<br />

§ 3. En cas d’absence du directeur général, le titulaire de la fonction de management à qui le directeur général prête<br />

son assistance, décide en concertation avec ce dernier, des mesures à prendre afin de pourvoir à son remplacement.<br />

33269


33270 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Section 2. — Conditions de travail pécuniaires<br />

Art. 14. § 1 er . Le Gouvernement flamand fixe le statut pécuniaire des titulaires d’une fonction de management ou<br />

de chef de projet et du directeur général.<br />

§ 2. Sans préjudice des dispositions du § 1 er , le titulaire concerné :<br />

— d’une fonction de management ou (de chef de projet) du niveau N visée à l’article 11, § 2, qui est désigné du<br />

rang A4 ou du rang A3, conserve le traitement et l’échelle de traitement en vigueur avant la désignation, ainsi que les<br />

indemnités, allocations et avantages sociaux dont il bénéficiait avant la désignation dans la mesure où les conditions<br />

d’octroi soient maintenues et que leur respect reste assuré;<br />

— d’une fonction de management ou (de chef de projet) du niveau N visée à l’article 11, § 1 er , qui est déjà lié par<br />

un contrat de travail à la Communauté flamande ou à la Région flamande ou une institution qui en relève, conserve<br />

le règlement financier contractuel en vigueur avant la désignation, ainsi que les indemnités, allocations et avantages<br />

sociaux octroyés dans la mesure où les conditions d’octroi soient maintenues et que leur respect reste assuré;<br />

— le directeur général conserve soit le traitement et l’échelle de traitement liés au rang A2L, à savoir A286 et après<br />

6 ans de prestations effectives A288, soit, le cas échéant, le traitement et l’échelle de traitement qui étaient liés au grade<br />

correspondant à la fonction de fonctionnaire dirigeant adjoint qui lui était attribuée auparavant, ainsi que les<br />

indemnités, allocations et avantages sociaux dont il bénéficiait avant la désignation, dans la mesure où les conditions<br />

d’octroi soient maintenues et que leur respect reste assuré.<br />

CHAPITRE 6. — L’évaluation, la fin et le renouvellement de la fonction<br />

Section 1 re . — La fonction de management et de chef de projet<br />

Art. 15. § 1 er . Sans préjudice des dispositions du § 2, le titulaire d’une fonction de management ou de chef de<br />

projet du niveau N est évalué annuellement en ce qui concerne les prestations et le mode d’exercice de la fonction, le<br />

cas échéant en exécution du contrat de gestion. L’évaluation est faite par le donneur d’ordre, assisté àcette fin par<br />

« Jobpunt Vlaanderen », ou son ayant cause, et une instance externe. L’évaluation tient compte, entre autres, de<br />

l’information des membres du personnel relevant de son autorité.<br />

Le Ministre flamand qui a le Personnel et l’Organisation dans ses attributions, soumet l’instance externe visée à<br />

l’alinéa premier, à la validation du Gouvernement flamand.<br />

Au cours de l’évaluation, aucune personne ne peut intervenir qui a fourni des conseils lors de la procédure de<br />

sélection du titulaire, le cas échéant à l’exception du donneur d’ordre.<br />

L’évaluation annuelle qui est conclue par la mention « insuffisant », doit être validée par le Gouvernement flamand.<br />

§ 2. Au plus tard 6 mois avant la fin du mandat, il est procédé àune évaluation finale globale, en vue d’assumer<br />

un mandat suivant. Sur la proposition du donneur d’ordre et assisté par une instance externe, le Gouvernement<br />

flamand accorde l’évaluation finale. Les évaluations annuelles sont prises en compte.<br />

Le Ministre flamand qui a le personnel et l’organisation dans ses attributions, soumet l’instance externe visée à<br />

l’alinéa premier, à la validation du Gouvernement flamand.<br />

§ 3. En cas d’évaluation qui est conclue par la mention « insuffisant », le titulaire a le droit d’être entendu par le<br />

Gouvernement flamand et de se faire assister par une personne de son choix.<br />

4. Lorsqu’une évaluation ne résulte pas en la mention « insuffisant », elle est censée être positive.<br />

Art. 16. La fonction de mandat prend fin aux cas suivants :<br />

1° en cas d’évaluation conclue par la mention « insuffisant »;<br />

2° en principe après 12 ans dans la même fonction, sans préjudice de l’article 17;<br />

3° de commun accord avec le donneur d’ordre;<br />

4° àla demande de l’intéressé lui-même;<br />

5° après ladurée du projet, si celle-ci est inférieure à 6 ans.<br />

Art. 17. Lorsque l’évaluation finale visée à l’article 15, § 2, ne résulte pas en la mention finale « insuffisant », le<br />

mandat du titulaire est renouvelé, sans faire appel à nouveau à la compétition, pour un délai supplémentaire et, en<br />

principe, unique de six ans.<br />

Art. 18. § 1 er . En application des règles du droit de travail, démission honorable est accordée au titulaire d’une<br />

fonction de mandat telle que visée à l’article 11, qui est engagé sous contrat de travail, dont le mandat prend fin, et qui<br />

n’est pas engagé dans un mandat suivant ou un autre mandat.<br />

§ 2. Le titulaire désigné par acte juridique administratif unilatéral, tel que visé àl’article 11, § 2, dont le mandat<br />

prend fin et qui n’est pas désigné dans un mandat suivant ou un autre mandat, est réaffecté sur le marché de l’emploi<br />

interne dans une fonction appropriée, dans le délai d’un an suivant la notification écrite de la fin du mandat.


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Section 2. — La fonction de directeur général<br />

Art. 19. § 1 er . Le titulaire nommé àla fonction de directeur général est évalué annuellement en ce qui concerne les<br />

prestations et le mode d’exercice de la fonction par l’autorité de recrutement, sur la proposition du donneur d’ordre qui<br />

est assisté àcette fin par « Jobpunt Vlaanderen » ou son ayant cause, ainsi que par une instance externe, et après avoir<br />

entendu le titulaire de la fonction de management qui dirige l’agence. L’évaluation tient compte, entre autres, de<br />

l’information des membres du personnel relevant de son autorité.<br />

Le Ministre flamand qui a le Personnel et l’Organisation dans ses attributions, soumet l’instance externe visée à<br />

l’alinéa premier, à la validation du Gouvernement flamand.<br />

Au cours de l’évaluation, aucune personne ne peut intervenir qui a fourni des conseils lors de la procédure de<br />

sélection du titulaire, le cas échéant à l’exception du donneur d’ordre.<br />

§ 2. Lorsque l’évaluation annuelle accordée sur la proposition du donneur d’ordre a résulté en la mention<br />

« insuffisant » et est en tout cas soumise à la validation du Gouvernement flamand, le titulaire a le droit d’être entendu<br />

par le Gouvernement flamand et de se faire assister par une personne de son choix.<br />

CHAPITRE 7. — Mesures transitoires, entrée en vigueur et disposition d’exécution<br />

Art. 20. En exécution de l’article 39, §§ 2, 3 et 4 du décret cadre sur la politique administrative, et dans le respect<br />

de l’article 41 du même décret, la réaffectation des dirigeants visés aux §§ 2et3dumême article, à l’occasion de la<br />

première occupation, se fait par l’autorité de recrutement aprèslamédiation de « Jobpunt Vlaanderen » ou de son ayant<br />

cause.<br />

Si, pour l’application du § 1 er , il est fait appel à une instance externe, le Ministre flamand chargé du Personnel et<br />

de l’Organisation, soumet l’instance qui est présentée par « Jobpunt Vlaanderen », à la validation du Gouvernement<br />

flamand.<br />

En guise de proposition, « Jobpunt Vlaanderen » ou son ayant cause soumet à l’autorité de recrutement une liste<br />

restreinte de candidats aptes par fonction, en vue de l’attribution des dirigeants précités à une fonction de management<br />

ou de chef de projet du niveau N ou en vue de la nomination à la fonction de directeur général. Cette proposition est<br />

formulée sur la base de toutes les informations pertinentes en fonction de la description de fonction et du profil de<br />

compétence.<br />

Art. 21. En exécution des dispositions de l’article 40, 1°, dudécret cadre sur la politique administrative, et après<br />

concertation avec le membre du personnel concerné, le Gouvernement flamand offre une fonction équivalente et<br />

appropriée au membre du personnel du rang A4, A3 ou A2L ou au membre du personnel qui a été nommé dans un<br />

rang pareil, et qui n’est pas attribué àune fonction de management ou de chef de projet du niveau N ou qui n’est pas<br />

nommé dans une fonction de directeur général.<br />

Il peut être dérogéàl’alinéaprécédent lorsque la personne concernée demande explicitement d’être placé dans une<br />

fonction inférieure. Le cas échéant, la réaffectation précitée ne peut être inférieure à une fonction du niveau N-1.<br />

Les personnes concernées visées aux alinéas précédents conservent en tout cas l’échelle de traitement attachée<br />

respectivement au rang A4, A3 ou A2L. Elles conservent leur grade à titre personnel.<br />

Art. 22. Aprèsl’application des mesures visées aux articles 20 et 21, et sans préjudice de l’application de l’article 41<br />

du décret cadre sur la politique administrative, les fonctions de management et de chef de projet du niveau N restantes<br />

ou les fonctions de directeur général restantes sont déclarées vacantes par l’autorité de recrutement.<br />

Art. 23. Le Gouvernement flamand arrête la date d’entrée en vigueur du présent arrêté, à l’exception des<br />

articles 20 et 21 qui entrent en vigueur à la date d’adoption du présent arrêté.<br />

Art. 24. Les ministres flamands sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l’exécution du présent arrêté.<br />

Bruxelles, le 17 juin 2005.<br />

Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, et Ministre flamand des Réformes institutionnelles,<br />

de l’Agriculture, de la Pêche en mer et de la Ruralité,<br />

Y. LETERME<br />

La Vice-Ministre-Présidente du Gouvernement flamand et Ministre flamande de l’Economie, de l’Entreprise,<br />

des Sciences, de l’Innovation et du Commerce extérieur,<br />

F. MOERMAN<br />

Le Vice-Ministre-Président du Gouvernement flamand et Ministre flamand de l’Emploi,<br />

de l’Enseignement et de la Formation,<br />

F. VANDENBROUCKE<br />

La Ministre flamande du Bien-être, de la Santé publique et de la Famille,<br />

I. VERVOTTE<br />

Le Ministre flamand des Finances et du Budget et de l’Aménagement du Territoire,<br />

D. VAN MECHELEN<br />

Le Ministre flamand de la Culture, de la Jeunesse, des Sports et des Affaires bruxelloises,<br />

B. ANCIAUX<br />

Le Ministre flamand des Affaires administratives, de la Politique extérieure, des Médias et du Tourisme,<br />

G. BOURGEOIS<br />

Le Ministre flamand des Travaux publics, de l’Energie, de l’Environnement et de la Nature,<br />

K. PEETERS<br />

Le Ministre flamand des Affaires intérieures, de la Politique des Villes, du Logement et de l’Intégration civique,<br />

M. KEULEN<br />

La Ministre flamande de la Mobilité, del’Economie sociale et de l’Egalité des Chances,<br />

K. VAN BREMPT<br />

33271


33272 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP<br />

N. 2005 — 1798<br />

[C − 2005/35840]<br />

8 JULI 2005. — Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering<br />

van 19 april 2002 betreffende adoptiediensten die bemiddelen voor binnenlandse kinderen<br />

De Vlaamse Regering,<br />

Gelet op het decreet van 3 mei 1989 houdende erkenning van adoptiediensten;<br />

Gelet op het decreet van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen, gewijzigd bij het<br />

decreet van 22 december 1999;<br />

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 april 2002 betreffende adoptiediensten die bemiddelen voor<br />

binnenlandse kinderen;<br />

Gelet op het advies van de raad van bestuur van Kind en Gezin, gegeven op 8 juni 2005;<br />

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 juni 2005;<br />

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1,<br />

vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;<br />

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;<br />

Overwegende dat een besluitswijziging onverwijld moet worden genomen gelet op de rechtszekerheid die<br />

dringend aan de burgers moet worden geboden in het kader van adoptie;<br />

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;<br />

Na beraadslaging,<br />

Besluit :<br />

Artikel 1. Artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 april 2002 betreffende adoptiediensten die<br />

bemiddelen voor binnenlandse kinderen wordt opgeheven.<br />

Art. 2. Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :<br />

« Art. 18. De adoptiedienst heeft een duidelijk afgebakend dienstverleningsaanbod dat bestaat uit :<br />

1° een kwalitatieve voorbereiding van kandidaat-adoptanten die moet bijdragen tot een verantwoorde en bewuste<br />

keuze om al dan niet een kind te willen adopteren. Het voorbereidingsprogramma moet worden goedgekeurd door<br />

Kind en Gezin;<br />

2° het voeren van het maatschappelijk onderzoek, vermeld in artikel 1231-6 van het Burgerlijk Wetboek, dat de<br />

jeugdrechter inlichtingen verschaft over de geschiktheid van de adoptant om te adopteren. Dat maatschappelijk<br />

onderzoek moet resulteren in een verslag over de adoptant dat neergelegd wordt ter griffie binnen twee maanden na<br />

het vonnis waarbij het is bevolen;<br />

3° het voeren van het maatschappelijk onderzoek, vermeld in artikel 1231-35 van het Burgerlijk Wetboek, dat de<br />

jeugdrechter inlichtingen verschaft omtrent de adoptabiliteit van een kind. Dat maatschappelijk onderzoek moet<br />

resulteren in een verslag over de adoptant dat neergelegd wordt ter griffie binnen twee maanden na het vonnis waarbij<br />

het is bevolen;<br />

4° het begeleiden van ongewenst zwangere vrouwen en ouders die niet zelf voor hun kinderen kunnen zorgen en<br />

die overwegen afstand van hun kind te doen, naar een verantwoorde keuze voor de toekomst van het kind, rekening<br />

houdend met de bepalingen van het VN-verdrag inzake de rechten van het kind;<br />

5° het verstrekken van de informatie, vermeld in artikel 348-4, tweede en derde lid van het Burgerlijk Wetboek, aan<br />

de personen, vermeld in 4°;<br />

6° het bemiddelen inzake adoptie voor kinderen uit het binnenland, waarbij de adoptiedienst op gemotiveerd<br />

voorstel van het interdisciplinair team een beslissing neemt tot toewijzing van een kind aan de kandidaat-adoptant;<br />

7° het verstrekken van eerste nazorg met als doel de integratie van het kind in het gezin te stimuleren, vooral in<br />

de eerste periode na de plaatsing. »<br />

Art. 3. Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :<br />

« Art. 19. De voorbereiding wordt gegeven binnen een redelijke termijn nadat de adoptant zich bij de adoptiedienst<br />

aangeboden heeft. Aan het einde van de voorbereiding geeft de adoptiedienst aan de adoptant een attest waaruit blijkt<br />

dat hij de voorbereiding gevolgd heeft. »<br />

Art. 4. Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :<br />

« Art 20. § 1. Het voorbereidingsprogramma omvat de stappen in de procedure, de juridische en andere gevolgen<br />

van de adoptie, de mogelijkheden en het nut van de nazorg na de adoptie.<br />

§ 2. Het voorbereidingsprogramma duurt minstens 20 uur en wordt volledig door de adoptanten gevolgd. »<br />

Art. 5. In artikel 21 van hetzelfde besluit wordt § 1 vervangen door wat volgt :<br />

«§1. de adoptiedienst sluit een bemiddelingscontract met de adoptant die via de dienst een kind wil adopteren. »<br />

Art. 6. Artikel 34 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :<br />

« Art. 34. § 1. Als Kind en Gezin vaststelt dat de adoptiedienst niet meer aan alle erkenningsvoorwaarden voldoet,<br />

kan Kind en Gezin de minister adviseren om de erkenning van de adoptiedienst onmiddellijk in te trekken of voor een<br />

bepaalde termijn te schorsen. Kind en Gezin brengt de adoptiedienst hiervan vooraf per aangetekende brief op de<br />

hoogte. De adoptiedienst kan binnen veertien dagen vragen om te worden gehoord.<br />

§ 2. De minister neemt uiterlijk binnen een maand na ontvangst van het advies van Kind en Gezin een beslissing<br />

over de intrekking van de erkenning of de schorsing ervan.<br />

§ 3. De minister deelt zijn beslissing mee aan Kind en Gezin die de adoptiedienst daarvan onverwijld op de hoogte<br />

brengt. »


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Art. 7. In artikel 39, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden « of de weigering tot verlenging van de<br />

erkenning » geschrapt.<br />

Art. 8. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2005.<br />

Art. 9. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.<br />

Brussel, 8 juli 2005.<br />

De minister-president van de Vlaamse Regering,<br />

Y. LETERME<br />

De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,<br />

I. VERVOTTE<br />

TRADUCTION<br />

MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE<br />

F. 2005 — 1798<br />

[C − 2005/35840]<br />

8 JUILLET 2005. — Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l’arrêté du Gouvernement flamand<br />

du 19 avril 2002 relatif aux services d’adoption chargés demédiation pour l’adoption nationale<br />

Le Gouvernement flamand,<br />

Vu le décret du 3 mai 1989 portant agrément de services d’adoption;<br />

Vu le décret du 29 avril 1997 relatif à la gestion de la qualité dans les établissements d’aide sociale, modifié par le<br />

décret du 22 décembre 1999;<br />

Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 avril 2002 relatif aux services d’adoption chargés demédiation pour<br />

l’adoption nationale;<br />

Vu l’avis du conseil d’administration de ″Kind en Gezin″, donné le 8 juin 2005;<br />

Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 28 juin 2005;<br />

Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, notamment l’article 3, § l er , remplacé par la loi du<br />

4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996;<br />

Vu l’urgence;<br />

Considérant qu’une modification de l’arrêté s’impose dans les plus brefs délais, vu la sécurité juridique des<br />

citoyens qu’il y a lieu de garantir d’urgence dans le cadre de l’adoption;<br />

Sur la proposition de la Ministre flamande du Bien-être, de la Santé publique et de la Famille;<br />

Après délibération,<br />

Arrête :<br />

Article 1 er . L’article 6 de l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 avril 2002 relatif aux services d’adoption<br />

chargés demédiation pour l’adoption nationale est abrogé;<br />

Art. 2. L’article 18 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :<br />

« Art. 18. Le service d’adoption a une offre de services bien définis, qui comprennent :<br />

1° une préparation qualitative de candidats adoptants, susceptible de contribuer au choix justifié et bien réfléchi<br />

de procéder ou non à l’adoption d’un enfant. Le programme de préparation doit être approuvé par ″Kind en Gezin″;<br />

2° l’enquête sociale visée à l’article 1231-6 du Code civil, qui informe le juge de la jeunesse sur l’aptitude à adopter<br />

de l’adoptant. Cette enquête sociale doit résulter en un rapport sur l’adoptant, déposé au greffe dans les deux mois du<br />

jugement lors duquel elle a été ordonnée;<br />

3° l’enquête sociale visée à l’article 1231-35 du Code civil, qui informe le juge de la jeunesse sur l’adoptabilité d’un<br />

enfant. Cette enquête sociale doit résulter en un rapport sur l’adoptant, déposé au greffe dans les deux mois du<br />

jugement lors duquel elle a été ordonnée;<br />

4° l’accompagnement de femmes en situation de grossesse non désirée et de parents qui ne savent pas prendre en<br />

charge leurs enfants et qui envisagent de renoncer à leur enfant, pour arriver à un choix justifié quant à l’avenir de<br />

l’enfant, dans le respect des dispositions de la Convention des Nations Unies relative aux droits de l’enfant;<br />

5° la fourniture des informations visées à l’article 348-4, alinéas 2 et 3 du Code civil, aux personnes mentionnées<br />

au 4°;<br />

6° la médiation en cas d’adoption nationale, le service d’adoption prenant une décision, sur avis motivé de l’équipe<br />

interdisciplinaire, d’attribuer un enfant à un candidat adoptant;<br />

7° assurer le premier suivi afin de stimuler l’intégration de l’enfant dans la famille, surtout dans la période suivant<br />

l’arrivée. »<br />

Art. 3. L’article 19 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :<br />

« Art. 19. La préparation est donnée dans un délai raisonnable après que l’adoptant s’est présenté auprès du service<br />

d’adoption. A l’issue de la préparation, la service d’adoption donne à l’adoptant un certificat attestant qu’il a suivi la<br />

préparation. »<br />

Art. 4. L’article 20 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :<br />

« Art 20. § 1 er . Le programme de préparation comprend les étapes de la procédure, les conséquences juridiques et<br />

autres de l’adoption, les possibilités etl’utilité du suivi après l’adoption.<br />

2. Le programme de préparation dure au moins 20 heures et sera suivi intégralement par les adoptants. »<br />

33273


33274 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Art. 5. Dans l’article 21 du même arrêté, le§ 1 er est remplacé par ce qui suit :<br />

«§1 er . le service d’adoption conclut un contrat de médiation avec l’adoptant qui veut adopter un enfant par<br />

l’entremise du service. »<br />

Art. 6. L’article 34 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :<br />

« Art 34. § 1 er . Lorsque ″Kind en Gezin″ constate que le service d’adoption ne remplit plus toutes les conditions<br />

d’agrément, ″Kind en Gezin″ peut émettre à l’attention du Ministre un avis de retrait immédiat de l’agrément ou d’une<br />

suspension pour un délai déterminé. ″Kind en Gezin″ en informe préalablement le service d’adoption par lettre<br />

recommandée. Le service d’adoption peut demander d’être entendu dans les quinze jours.<br />

§ 2. Dans le mois de la réception de l’avis de ″Kind en Gezin″, le ministre prend une décision sur le retrait ou la<br />

suspension de l’agrément.<br />

§ 3. Le Ministre communique sa décision à ″Kind en Gezin″, qui en informe sans tarder le service d’adoption. »<br />

Art. 7. Dans l’article 39, § 1 er ,dumême arrêté, les mots ″ou le refus de prolonger l’agrément″ sont rayés.<br />

Art. 8. Le présent arrêté entre en vigueur le ler septembre 2005.<br />

Art. 9. Le Ministre flamand ayant l’Assistance aux Personnes dans ses attributions est chargé de l’exécution du<br />

présent arrêté.<br />

Bruxelles, le 8 juillet 2005.<br />

Le Ministre-Président du Gouvernement flamand,<br />

Y. LETERME<br />

La Ministre flamande du Bien-être, de la Santé publique et de la Famille,<br />

I. VERVOTTE<br />

*<br />

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP<br />

N. 2005 — 1799<br />

[C − 2005/35887]<br />

8 JUNI 2005. — Ministerieel besluit houdende beëindiging van de visserij op zeeduivel<br />

in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b,d,e<br />

De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid,<br />

Gelet op Verordening (EG) nr. 27/2005 van de Raad van 22 december 2004 tot vaststelling voor 2005, van de<br />

vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden die in de wateren van de Gemeenschap en,<br />

voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot<br />

vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften;<br />

Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de Koning wordt gemachtigd maatregelen voor te schrijven ter<br />

bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971, 18 juli 1973,<br />

22 april 1999 en 3 mei 1999;<br />

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten,<br />

gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990 en 5 februari 1999;<br />

Gelet op het koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot het instellen van een visvergunning en houdende tijdelijke<br />

maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de<br />

visbestanden, inzonderheid artikel 18;<br />

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van<br />

de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 augustus 2004 en 15 oktober 2004;<br />

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1,<br />

vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;<br />

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;<br />

Overwegende dat voor het jaar 2005 het quotum van zeeduivel in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b,d,e nagenoeg volledig<br />

werd aangeland en dat er nog zeeduivel aan boord is van vissersvaartuigen, die heden de visserijactiviteit beoefenen,<br />

dient daarom zonder verwijl de visserij op zeeduivel in deze gebieden stopgezet te worden teneinde de door de EG<br />

toegestane vangsten niet te overschrijden,<br />

Besluit :<br />

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :<br />

1. vissersvaartuig : een vaartuig vermeld in de « Officiële lijst der Belgische vissersvaartuigen »;<br />

2. i.c.e.s.-gebieden : de in de mededeling van de EG-Commissie in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen<br />

van 24 december 1985 en 31 december 1985 bepaalde gebieden en sectoren.<br />

Art. 2. Het nationale quotum van zeeduivel in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b,d,e wordt geacht volledig te zijn<br />

gebruikt.<br />

De visserij op zeeduivel in de wateren van de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b,d,e is verboden voor alle vissersvaartuigen<br />

alsmede het aan boord houden, het overladen en het lossen van zeeduivel gevangen in deze wateren, na de datum van<br />

inwerkingtreding van dit besluit.<br />

Art. 3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en treedt<br />

buiten werking op 31 december 2005, om 24 uur.<br />

Brussel, 8 juni 2005.<br />

Y. LETERME


TRADUCTION<br />

MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE<br />

F. 2005 — 1799<br />

[C − 2005/35887]<br />

8 JUIN 2005. — Arrêté ministériel portant la cessation de la pêche de la baudroie<br />

dans les zones c.i.e.m. VIIIa,b,d,e<br />

Le Ministre flamand des Réformes institutionnelles, de l’Agriculture, de la Pêche maritime et de la<br />

Politique de la Ruralité,<br />

Vu le Règlement (CE) n° 27/2005 du Conseil du 22 décembre 2004 établissant pour 2005 les possibilités depêche<br />

et les conditions associées pour certains stocks halieutiques et groupes de stocks halieutiques, applicables dans les eaux<br />

communautaires et, pour les navires communautaires, dans les eaux soumises à des limitations de capture;<br />

Vu la loi du 12 avril 1957 autorisant le Roi à prescrire des mesures en vue de la conservation des ressources<br />

biologiques de la mer, modifiée par les lois des 23 février 1971, 18 juillet 1973, 22 avril 1999 et 3 mai 1999;<br />

Vu la loi du 28 mars 1975 relative au commerce des produits de l’agriculture, de l’horticulture et de la pêche<br />

maritime, modifiée par les lois des 11 avril 1983, 29 décembre 1990 et 5 février 1999;<br />

Vu l’arrêté royal du 21 juin 1994 instituant une licence de pêche et portant des mesures temporaires pour<br />

l’exécution du régime communautaire de conservation et de gestion des ressources de pêche, notamment l’article 18;<br />

Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 27 juillet 2004 fixant les attributions des membres du Gouvernement<br />

flamand, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 16 août 2004 et 15 octobre 2004;<br />

Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 notamment l’article 3, § 1 er , remplacé par la loi du<br />

4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996;<br />

Vu l’urgence;<br />

Considérant que pour l’année 2005 le quota de la baudroie dans les zones-c.i.e.m VIIIa,b,d,e a été presque<br />

entièrement débarqué et vue que de la baudroie se trouve encore à bord de bateaux de pêche actuellement en activité,<br />

il y a lieu de cesser sans retard la pêche de la baudroie dans ces zones afin denepasdépasser les quantités autorisées<br />

par la CE,<br />

Arrête :<br />

Article 1 er . Pour l’application du présent arrêté on entend par :<br />

1. bateau de pêche : un bateau repris dans la ″Liste officielle des navires de pêche <strong>belge</strong>s″;<br />

2. zones-c.i.e.m. : les zones et secteurs déterminés dans la communication de la Commission-CE dans le Journal<br />

officiel des Communautés européennes des 24 décembre 1985 et 31 décembre 1985.<br />

Art. 2. Le quota national de la baudroie dans les zones-c.i.e.m VIIIIa,b,d,e est réputé avoir été épuisé.<br />

Dans les eaux des zones-c.i.e.m VIIIa,b,d,e il est interdit pour tous les bateaux de pêche, de pêcher, de retenir à<br />

bord, de transborder et de débarquer de la baudroie capturée dans ces eaux après la date d’entrée en vigueur du présent<br />

arrêté.<br />

Art. 3. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur <strong>belge</strong> et cessera d’être en vigueur<br />

le 31 décembre 2005, à 24 heures.<br />

Bruxelles, le 8 juin 2005.<br />

Y. LETERME<br />

N. 2005 — 1800<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

*<br />

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP<br />

[C − 2005/35886]<br />

8 JUNI 2005. — Ministerieel besluit houdende beëindiging van de visserij op tong in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b<br />

De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid,<br />

Gelet op Verordening (EG) nr. 27/2005 van de Raad van 22 december 2004 tot vaststelling voor 2005, van de<br />

vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden die in de wateren van de Gemeenschap en,<br />

voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot<br />

vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften;<br />

Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de Koning wordt gemachtigd maatregelen voor te schrijven ter<br />

bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971, 18 juli 1973,<br />

22 april 1999 en 3 mei 1999;<br />

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten,<br />

gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990 en 5 februari 1999;<br />

Gelet op het koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot het instellen van een visvergunning en houdende tijdelijke<br />

maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de<br />

visbestanden, inzonderheid artikel 18;<br />

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van<br />

de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 augustus 2004 en 15 oktober 2004;<br />

33275


33276 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1,<br />

vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;<br />

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;<br />

Overwegende dat voor het jaar 2005 het quotum van tong in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b nagenoeg volledig werd<br />

aangeland en dat er nog tong aan boord is van vissersvaartuigen, die heden de visserijactiviteit beoefenen, dient<br />

daarom zonder verwijl de visserij op tong in deze gebieden stopgezet te worden teneinde de door de EG toegestane<br />

vangsten niet te overschrijden,<br />

Besluit :<br />

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :<br />

1. vissersvaartuig : een vaartuig vermeld in de « Officiële lijst der Belgische vissersvaartuigen »;<br />

2. i.c.e.s.-gebieden : de in de mededeling van de EG-Commissie in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen<br />

van 24 december 1985 en 31 december 1985 bepaalde gebieden en sectoren.<br />

Art. 2. Het nationale quotum van tong in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b wordt geacht volledig te zijn gebruikt.<br />

De visserij op tong in de wateren van de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b is verboden voor alle vissersvaartuigen alsmede<br />

het aan boord houden, het overladen en het lossen van tong gevangen in deze wateren, na de datum van<br />

inwerkingtreding van dit besluit.<br />

Art. 3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en treedt<br />

buiten werking op 31 december 2005, om 24 uur.<br />

Brussel, 8 juni 2005.<br />

Y. LETERME<br />

TRADUCTION<br />

MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE<br />

F. 2005 — 1800<br />

[C − 2005/35886]<br />

8 JUIN 2005. — Arrêté ministériel portant la cessation de la pêche de la sole dans les zones c.i.e.m. VIIIa,b<br />

Le Ministre flamand des Réformes institutionnelles, de l’Agriculture, de la Pêche maritime et de la<br />

Politique de la Ruralité,<br />

Vu le Règlement (CE) n° 27/2005 du Conseil du 22 décembre 2004 établissant pour 2005 les possibilités depêche<br />

et les conditions associées pour certains stocks halieutiques et groupes de stocks halieutiques, applicables dans les eaux<br />

communautaires et, pour les navires communautaires, dans les eaux soumises à des limitations de capture;<br />

Vu la loi du 12 avril 1957 autorisant le Roi à prescrire des mesures en vue de la conservation des ressources<br />

biologiques de la mer, modifiée par les lois des 23 février 1971, 18 juillet 1973, 22 avril 1999 et 3 mai 1999;<br />

Vu la loi du 28 mars 1975 relative au commerce des produits de l’agriculture, de l’horticulture et de la pêche<br />

maritime, modifiée par les lois des 11 avril 1983, 29 décembre 1990 et 5 février 1999;<br />

Vu l’arrêté royal du 21 juin 1994 instituant une licence de pêche et portant des mesures temporaires pour<br />

l’exécution du régime communautaire de conservation et de gestion des ressources de pêche, notamment l’article 18;<br />

Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 27 juillet 2004 fixant les attributions des membres du Gouvernement<br />

flamand, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 16 août 2004 et 15 octobre 2004;<br />

Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 notamment l’article 3, § 1 er , remplacé par la loi du<br />

4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996;<br />

Vu l’urgence;<br />

Considérant que pour l’année 2005 le quota de la sole dans les zones-c.i.e.m VIIIa,b a été presque entièrement<br />

débarqué et vu que de la sole se trouve encore à bord de bateaux de pêche actuellement en activité, il y a lieu de cesser<br />

sans retard la pêche de la sole dans ces zones afin denepasdépasser les quantités autorisées par la CE,<br />

Arrête :<br />

Article 1 er . Pour l’application du présent arrêté on entend par :<br />

1. bateau de pêche : un bateau repris dans la « Liste officielle des navires de pêche <strong>belge</strong>s »;<br />

2. zones-c.i.e.m. : les zones et secteurs déterminés dans la communication de la Commission-CE dans le Journal<br />

officiel des Communautés européennes des 24 décembre 1985 et 31 décembre 1985.<br />

Art. 2. Le quota national de la sole dans les zones-c.i.e.m VIIIa,b est réputé avoir été épuisé.<br />

Dans les eaux des zones-c.i.e.m VIIIa,b il est interdit pour tous les bateaux de pêche, de pêcher, de retenir à bord,<br />

de transborder et de débarquer de la sole capturée dans ces eaux après la date d’entrée en vigueur du présent arrêté.<br />

Art. 3. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur <strong>belge</strong> et cessera d’être en vigueur<br />

le 31 décembre 2005, à 24 heures.<br />

Bruxelles, le 8 juin 2005.<br />

Y. LETERME


AUTRES ARRETES — ANDERE BESLUITEN<br />

SERVICE PUBLIC FEDERAL AFFAIRES ETRANGERES,<br />

COMMERCE EXTERIEUR<br />

ET COOPERATION AU DEVELOPPEMENT<br />

[2005/15104]<br />

Consulats étrangers en Belgique<br />

Le 29 juin 2005, M. Christian Meeus a reçu l’autorisation nécessaire<br />

pour exercer les fonctions de Consul général honoraire de la République<br />

du Honduras à Anvers avec comme circonscription consulaire<br />

toute la Belgique.<br />

SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI,<br />

TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE<br />

[2005/12307]<br />

Juridictions du travail. — Démission<br />

Par arrêté royal du 21 juin 2005, démission honorable de ses fonctions<br />

de conseiller social effectif au titre de travailleur-ouvrier à la cour du<br />

travail de Mons est accordée à M. Carly, Michel, à la fin du mois de<br />

juillet 2005, au cours duquel il atteindra la limite d’âge.<br />

SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI,<br />

TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE<br />

[2005/201706]<br />

Direction générale Relations collectives de travail<br />

Nomination des membres de la Commission paritaire<br />

de la pêche maritime<br />

Par arrêté du Directeur général du 8 juin 2005, qui entre en vigueur<br />

le jour de sa publication au Moniteur <strong>belge</strong> :<br />

sont nommés membres de la Commission paritaire de la pêche<br />

maritime :<br />

1. en qualité de représentants des organisations d’employeurs :<br />

Membres effectifs :<br />

Mme<br />

NOLLET Marina, à Bredene;<br />

MM.<br />

SCHILTZ Bart, à Knokke-Heist;<br />

HENNAERT Norbert, à Ostende;<br />

VANDENBROUCKE Joël, à Ostende;<br />

COUVREUR Gino, à Ostende.<br />

Membres suppléants :<br />

MM.<br />

DEPAEPE Freddy, à Knokke-Heist;<br />

CORBISIER Luc, à Bredene;<br />

DE WAEGENAERE Eric, à Knokke-Heist;<br />

VERLEYE Reginald, à Bredene;<br />

MEERSMAN Joël, à Ichtegem.<br />

2. en qualité de représentants des organisations de travailleurs :<br />

Membres effectifs :<br />

MM.<br />

VICTOR Ivan, à Ostende;<br />

VERMOTE Renaud, à Bruges;<br />

Mme<br />

DE SMEDT Christine, à De Haan;<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

*<br />

*<br />

33277<br />

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN,<br />

BUITENLANDSE HANDEL<br />

EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING<br />

[2005/15104]<br />

Buitenlandse consulaten in België<br />

Op 29 juni 2005 heeft de heer Christian Meeus de nodige machtiging<br />

ontvangen om het ambt van Ereconsul-generaal van de Republiek<br />

Honduras te Antwerpen uit te oefenen, met als consulair ressort gans<br />

België.<br />

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID,<br />

ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG<br />

[2005/12307]<br />

Arbeidsgerechten. — Ontslag<br />

Bij koninkijk besluit van 21 juni 2005 wordt aan de heer Carly, Michel,<br />

op het einde van de maand juli 2005, in de loop van dewelke hij de<br />

leeftijdsgrens zal bereiken, eervol ontslag verleend uit het ambt van<br />

werkend raadsheer in sociale zaken, als werknemer-arbeider, bij het<br />

arbeidshof van Bergen.<br />

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID,<br />

ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG<br />

[2005/201706]<br />

Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen<br />

Benoeming van de leden van het Paritair Comité<br />

voor de zeevisserij<br />

Bij besluit van de Directeur-generaal van 8 juni 2005, dat in werking<br />

treedt de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt<br />

:<br />

worden benoemd tot leden van het Paritair Comité voor de<br />

zeevisserij :<br />

1. als vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties :<br />

Gewone leden :<br />

Mevr.<br />

NOLLET Marina, te Bredene;<br />

de heren<br />

SCHILTZ Bart, te Knokke-Heist;<br />

HENNAERT Norbert, te Oostende;<br />

VANDENBROUCKE Joël, te Oostende;<br />

COUVREUR Gino, te Oostende.<br />

Plaatsvervangende leden :<br />

de heren<br />

DEPAEPE Freddy, te Knokke-Heist;<br />

CORBISIER Luc, te Bredene;<br />

DE WAEGENAERE Eric, te Knokke-Heist;<br />

VERLEYE Reginald, te Bredene;<br />

MEERSMAN Joël, te Ichtegem.<br />

2. als vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties :<br />

Gewone leden :<br />

De heren<br />

VICTOR Ivan, te Oostende;<br />

VERMOTE Renaud, te Brugge;<br />

Mevr.<br />

DE SMEDT Christine, te De Haan;


33278 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

MM.<br />

KERKHOFS Joris, à Kontich;<br />

DE BOCK Alexander, à Bruges.<br />

Membres suppléants :<br />

Mme<br />

DUMAREY Ginette, à Ostende;<br />

MM.<br />

KESTELOOT Bart, à Courtrai;<br />

INSLEGERS Eric, à Bruges;<br />

Mme<br />

CHAFFART Myriam, à Anvers;<br />

M.<br />

DE ROUS Geert, à Bruges.<br />

SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI,<br />

TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE<br />

[C − 2005/12306]<br />

Règlement général pour la protection du travail<br />

Certificat de secouriste<br />

Par arrêté ministériel du 18 juillet 2005 l’A.S.B.L. Security Safety<br />

Center, Val-Villers 63, à 1325 Chaumont-Gistoux, est autorisé àdélivrer<br />

le certificat de secouriste visé àl’article 177 du Règlement général pour<br />

la protection du travail.<br />

SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE<br />

[S − C − 2005/09590]<br />

Administration centrale. — Démission<br />

Par arrêté royal du 7 juillet 2005, démission de ses fonctions de<br />

conseiller à l’Administration centrale du Service public fédéral Justice<br />

est accordée à la date du 31 décembre 2004 au soir à Mme Marie-<br />

Ghislaine Platteau.<br />

SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE,<br />

P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE<br />

[2005/11297]<br />

Ordres nationaux. — Nominations. — Promotion<br />

Par arrêtés royaux du 13 avril 2005 ont été nommés oupromusà la<br />

date du 8 avril 2005 :<br />

OrdredeLéopold<br />

Officier<br />

M. Albert Coomans, Asse.<br />

Il portera la décoration civile.<br />

OrdredeLéopold II<br />

Officier<br />

M. Marcel Van Laer, Londerzeel.<br />

Ordre de la Couronne<br />

Chevalier<br />

MM.<br />

Marcel Degrève, Neufvilles;<br />

Roger Vancayzeele, Poperinge.<br />

Médaille d’Or<br />

MM. :<br />

Joseph Pigeon, Ciney;<br />

Arsene Van De Pontseele, Grammont.<br />

de heren<br />

KERKHOFS Joris, te Kontich;<br />

DE BOCK Alexander, te Brugge.<br />

Plaatsvervangende leden :<br />

Mevr.<br />

DUMAREY Ginette, te Oostende;<br />

de heren<br />

KESTELOOT Bart, te Kortrijk;<br />

INSLEGERS Eric, te Brugge;<br />

Mevr.<br />

CHAFFART Myriam, te Antwerpen;<br />

de heer<br />

DE ROUS Geert, te Brugge.<br />

*<br />

*<br />

*<br />

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID,<br />

ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG<br />

[C − 2005/12306]<br />

Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming<br />

Getuigschrift van hulpverlener<br />

Bij ministerieel besluit van 18 juli 2005 wordt de V.Z.W. Security<br />

Safety Center, Val-Villers 63, te 1325 Chaumont-Gistoux, gemachtigd<br />

het in het artikel 177 van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming<br />

bedoelde getuigschrift van hulpverlener uit te reiken.<br />

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE<br />

[S − C − 2005/09590]<br />

Centraal Bestuur. — Ontslag<br />

Bij koninklijk besluit van 7 juli 2005 wordt op datum van 31 december<br />

2004 ’s avonds aan Mevr. Marie-Ghislaine Platteau, ontslag<br />

verleend uit haar functie van adviseur bij het Centraal Bestuur van de<br />

Federale Overheidsdienst Justitie.<br />

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE,<br />

K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE<br />

[2005/11297]<br />

Nationale Orden. — Benoemingen. — Bevordering<br />

Bij koninklijke besluiten van 13 april 2005 werden met ingang van<br />

8 april 2005 benoemd of bevorderd :<br />

Leopoldsorde<br />

Officier<br />

De heer Albert Coomans, Asse.<br />

Hij zal het burgerlijk ereteken dragen.<br />

Orde van Leopold II<br />

Officier<br />

De heer Marcel Van Laer, Londerzeel.<br />

Kroonorde<br />

Ridder<br />

De heren :<br />

Marcel Degrève, Neufvilles;<br />

Roger Vancayzeele, Poperinge.<br />

Gouden Medaille<br />

De heren :<br />

Joseph Pigeon, Ciney;<br />

Arsene Van De Pontseele, Geraardsbergen.


SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE,<br />

P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE<br />

[2005/11300]<br />

Personnel et Organisation. — Mise à la retraite<br />

Par arrêté royal du 5 décembre 2004, démission honorable de ses<br />

fonctions avec faculté de faire valoir ses droits à une pension à charge<br />

du Trésor public est accordée, à la date du 1 er août 2005 à Monsieur<br />

Michel Duchatelet, attaché àla Direction générale de la Qualité et<br />

de la Sécurité.<br />

Monsieur Duchatelet est autorisé àporter le titre honorifique de son<br />

grade.<br />

Par arrêté royal du 2 mars 2005, Monsieur Michel Duchatelet, attaché<br />

à la Direction générale de la Qualité et de la Sécurité est maintenu en<br />

activité de service du 1 er août 2005 au 31 janvier 2006 au soir.<br />

SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE,<br />

P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE<br />

[2005/11301]<br />

Personnel et Organisation. — Mise à la retraite<br />

Par arrêté royal du 29 avril 2005, démission honorable de ses<br />

fonctions avec faculté de faire valoir ses droits à une pension à charge<br />

du Trésor public est accordée, à la date du 1 er août 2005, à Monsieur<br />

Willy Schollaert, attaché à la Direction générale du Potentiel<br />

économique.<br />

Monsieur Schollaert est autorisé àporter le titre honorifique d’attaché.<br />

REGIE DES BATIMENTS<br />

[2005/02085]<br />

Personnel. — Nomination<br />

Par arrêté ministériel du 16 juin 2005, M. Peter Mylle, est nommé en<br />

qualité de fonctionnaire de la classe A1 définitif au Service Financier de<br />

la Régie des Bâtiments, à partir du 29 mars 2005.<br />

Conformément aux lois coordonnées sur le Conseil d’Etat, un recours<br />

peut être introduit endéans les soixante jours après cette publication. La<br />

requête doit être envoyée sous pli recommandé àla poste, au Conseil<br />

d’Etat, rue de la Science 33, à 1040 Bruxelles.<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

*<br />

*<br />

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE,<br />

K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE<br />

[2005/11300]<br />

Personeel en Organisatie. — Pensionering<br />

Bij koninklijk besluit van 5 december 2004 wordt aan de heer Michel<br />

Duchatelet, attaché bij de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid<br />

met ingang van 1 augustus 2005 eervol ontslag uit zijn functies<br />

verleend en wordt hij gerechtigd aanspraak te maken op een rustpensioen<br />

ten laste van de Openbare Schatkist.<br />

De heer Duchatelet wordt ertoe gemachtigd de titel van zijn graad<br />

eershalve te voeren.<br />

Bij koninklijk besluit van 2 maart 2005 wordt de heer Michel<br />

Duchatelet, attaché bij de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid, in<br />

activiteit behouden van 1 augustus 2005 tot 31 januari 2006 ’s avonds.<br />

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE,<br />

K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE<br />

[2005/11301]<br />

Personeel en Organisatie. — Pensionering<br />

Bij koninklijk besluit van 29 april 2005 wordt aan de heer Willy<br />

Schollaert, attaché bij de Algemene Directie Economisch Potentieel, met<br />

ingang van 1 augustus 2005, eervol ontslag uit zijn functies verleend en<br />

wordt hij gerechtigd aanspraak te maken op een rustpensioen ten laste<br />

van de Openbare Schatkist.<br />

De heer Schollaert wordt ertoe gemachtigd de titel van attaché<br />

eershalve te voeren.<br />

REGIE DER GEBOUWEN<br />

[2005/02085]<br />

Personeel. — Benoeming<br />

Bij ministerieel besluit van 16 juni 2005, wordt de heer Peter Mylle,<br />

tot vast ambtenaar benoemd in de klasse A1 bij de Financiële Dienst<br />

van de Regie der Gebouwen, met ingang van 29 maart 2005.<br />

Overeenkomstig de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan<br />

beroep worden ingediend binnen de zestig dagen na deze bekendmaking.<br />

Het verzoekschrift hiertoe dient bij ter post aangetekende brief<br />

aan de Raad van State, Wetenschapstraat 33, te 1040 Brussel te worden<br />

toegezonden.<br />

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION<br />

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN<br />

GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN<br />

VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE<br />

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP<br />

Vlaamse Huisvestingsmaatschappij. — Goedkeuring van de wijziging van de statuten<br />

[C − 2005/35842]<br />

Bij besluit van de Vlaamse Regering van 1 juli 2005 wordt de wijziging van de statuten van de Vlaamse<br />

Huisvestingsmaatschappij, beslist in de buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering van 8 maart 2005<br />

goedgekeurd.<br />

Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 8 maart 2005.<br />

De Vlaamse minister bevoegd voor de huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.<br />

33279


33280 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP<br />

Departement Leefmilieu en Infrastructuur<br />

[2005/35845]<br />

4 JULI 2005. — Ministerieel besluit houdende aanduiding van ambtenaren van de afdeling milieu-inspectie van de<br />

administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het departement Leefmilieu en Infrastructuur van<br />

het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van het<br />

decreet betreffende de milieuvergunning en zijn uitvoeringsbesluiten<br />

De Vlaamse Minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,<br />

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en navolgende wijzigingen;<br />

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement<br />

betreffende de milieuvergunning en navolgende wijzigingen;<br />

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van<br />

de Vlaamse Regering;<br />

Overwegende dat de heer Wim Vermetten, deskundige, als dienstaanwijzing de afdeling Milieu-inspectie van de<br />

administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer toegewezen werd;<br />

Overwegende dat de heer Tom Maes, adjunct van de directeur, als dienstaanwijzing de afdeling Milieu-inspectie<br />

van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer toegewezen werd,<br />

Besluit :<br />

Artikel 1. Het artikel 1 van het besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Huisvesting van 26 april 1995<br />

houdende aanstelling van ambtenaren van de afdeling Milieu-inspectie van de administratie Milieu, Natuur-, Land- en<br />

Waterbeheer van het departement Leefmilieu en Infrastructuur van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, belast<br />

met de milieuvergunning en zijn uitvoeringsbeslluiten wordt aangevuld met :<br />

deskundige : Wim Vermetten<br />

adjunct van de directeur : Tom Maes<br />

Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 november 2004 voor Wim Vermetten en met ingang van<br />

9 december 2004 van Tom Maes.<br />

Brussel, 4 juli 2005.<br />

K. PEETERS<br />

*<br />

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP<br />

Departement Leefmilieu en Infrastructuur<br />

Rioolwaterzuiveringsinfrastructuur. — Verklaringen van openbaar nut<br />

[C − 2005/35839]<br />

KEERBERGEN. — Bij besluit van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur van<br />

20 juni 2005 wordt de oprichting van een rioolwaterzuiveringsinfrastructuur van openbaar nut verklaard.<br />

Nr. 99268B<br />

1) Geografische omschrijving:<br />

Keerbergen: collector Keerbergen fase 1 (deel B).<br />

2) Kadastrale gegevens:<br />

Gemeente: Keerbergen<br />

Kadastraal bekend onder: Afdeling: 1; Sectie: A;<br />

Percelen: nrs. 180 a, 179 a, 163 a, 159 d, 164 a en 167 p.<br />

Kadastraal bekend onder: Afdeling: 1; Sectie: B;<br />

Percelen: nrs. 532 k, 532 l, 532 h, 523 a, 524 a, 518, 517, 509 d, 516 f, 514 a, 515 en 438 a.<br />

3) Reden van openbaar nut verklaring:<br />

Voor de oprichting van de rioolwaterzuiveringsinfrastructuur (collector) onder, op of boven private onbebouwde<br />

gronden, die niet omsloten zijn met een muur of een omheining overeenkomstig de bouw- of stedenbouwverordeningen.<br />

4) Bevoegde instantie:<br />

Na deze verklaring van openbaar nut zal de N.V. Aquafin de terreinen kunnen bezwaren met een erfdienstbaarheid<br />

of in naam van het Vlaamse Gewest verwerven.<br />

5) Plannen ter inzage bij:<br />

— MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP<br />

Departement Leefmilieu en Infrastructuur<br />

Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer<br />

Afdeling Water<br />

Cel Milieu-investeringen<br />

Alhambra<br />

Emile Jacqmainlaan 20, bus 5<br />

1000 BRUSSEL


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

— N.V. Aquafin<br />

Dijkstraat, 8<br />

2630 AARTSELAAR<br />

— College van Burgemeester en Schepenen<br />

van en te<br />

3140 KEERBERGEN<br />

6) Wettelijke basis:<br />

Besluit van de Vlaamse regering d.d. 20 maart 1991 houdende vaststelling van regelen met betrekking tot de<br />

uitvoering van werken door de N.V. Aquafin in toepassing van de artikelen 32 septies en 32 octies van de wet van<br />

26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging.<br />

7) Datum + bevoegde minister:<br />

20 juni 2005<br />

De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,<br />

Kris PEETERS<br />

8) Verjaring:<br />

Iedere belanghebbende kan door middel van een ondertekend verzoekschrift tegen dit besluit bij de Raad van State<br />

een beroep tot nietigverklaring indienen binnen een termijn van 60 dagen na kennisneming.<br />

Het verzoekschrift dient aangetekend te worden neergelegd bij de Raad van State samen met drie gewaarmerkte<br />

afschriften en bovendien zoveel afschriften als er tegenpartijen zijn (artikel 85 van het procedurereglement van de Raad<br />

van State).<br />

TREMELO. — Bij besluit van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur van<br />

27 juni 2005 wordt de oprichting van een rioolwaterzuiveringsinfrastructuur van openbaar nut verklaard.<br />

Nr. 97256<br />

1) Geografische omschrijving:<br />

Tremelo: collector Britspoelbeek<br />

2) Kadastrale gegevens:<br />

Gemeente: Tremelo<br />

Kadastraal bekend onder: Afdeling: 1; Sectie: C;<br />

Percelen: nrs. 6 p, 6 n, 120 v, 151/02, 151, 152 e, 152 f, 152 c, 152 d, 130 b, 130 a, 132, 131 b, 140 a, 154 e en 154 f.<br />

3) Reden van openbaar nut verklaring:<br />

Voor de oprichting van de rioolwaterzuiveringsinfrastructuur (collector) onder, op of boven private onbebouwde<br />

gronden, die niet omsloten zijn met een muur of een omheining overeenkomstig de bouw- of stedenbouwverordeningen.<br />

4) Bevoegde instantie:<br />

Na deze verklaring van openbaar nut zal de N.V. Aquafin de terreinen kunnen bezwaren met een erfdienstbaarheid<br />

of in naam van het Vlaamse Gewest verwerven.<br />

5) Plannen ter inzage bij:<br />

— MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP<br />

Departement Leefmilieu en Infrastructuur<br />

Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer<br />

Afdeling Water<br />

Cel Milieu-investeringen<br />

Alhambra<br />

Emile Jacqmainlaan 20, bus 5<br />

1000 BRUSSEL<br />

— N.V. Aquafin<br />

Dijkstraat, 8<br />

2630 AARTSELAAR<br />

— College van Burgemeester en Schepenen<br />

van en te<br />

3120 TREMELO<br />

6) Wettelijke basis:<br />

Besluit van de Vlaamse regering d.d. 20 maart 1991 houdende vaststelling van regelen met betrekking tot de<br />

uitvoering van werken door de N.V. Aquafin in toepassing van de artikelen 32 septies en 32 octies van de wet van<br />

26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging.<br />

7) Datum + bevoegde minister:<br />

27 juni 2005<br />

De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,<br />

Kris PEETERS<br />

8) Verjaring:<br />

Iedere belanghebbende kan door middel van een ondertekend verzoekschrift tegen dit besluit bij de Raad van State<br />

een beroep tot nietigverklaring indienen binnen een termijn van 60 dagen na kennisneming.<br />

Het verzoekschrift dient aangetekend te worden neergelegd bij de Raad van State samen met drie gewaarmerkte<br />

afschriften en bovendien zoveel afschriften als er tegenpartijen zijn (artikel 85 van het procedurereglement van de Raad<br />

van State).<br />

33281


33282 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST<br />

MINISTERE DE LA REGION WALLONNE<br />

[2005/201930]<br />

7 JUILLET 2005. — Arrêté du Gouvernement wallon portant prolongation du mandat du commissaire spécial<br />

auprès de la société de logement de service public « La Maison liégeoise », S.C.<br />

Le Gouvernement wallon,<br />

Vu la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980, modifiée par les lois du 8 août 1988 et du<br />

16 juillet 1993;<br />

Vu le décret du 29 octobre 1998 instituant le Code wallon du Logement, notamment les articles 170 et 174 dudit<br />

Code;<br />

Considérant l’article 3 de l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 décembre 2004 portant désignation d’un<br />

commissaire spécial à la société de logement de service public « La Maison liégeoise », S.C.;<br />

Considérant qu’un plan de gestion de la société de logement de service public « La Maison liégeoise », S.C., doit<br />

être établi;<br />

Considérant que les mesures proposées dans le plan de gestion devront être analysées, d’une part, programmées<br />

et suivies, d’autres part, afin d’en assurer l’exécution;<br />

Considérant qu’il y a lieu de poursuivre la participation du commissaire spécial à la définition d’une solution<br />

innovante dans la réalisation du projet de requalification de la Plaine de Droixhe, en mettant en œuvre une opération<br />

de partenariat public-privé;<br />

Sur la proposition du Ministre du Logement,<br />

Arrête :<br />

Article 1 er . En application de l’article 3 de l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 décembre 2004 portant<br />

désignation d’un commissaire spécial à la société de logement de service public « La Maison liégeoise », S.C., le<br />

gouvernement prolonge la mission de M. François Thibaut de Maisières en qualité de commissaire spécial auprès de<br />

la société de logement de service public « La Maison liégeoise », S.C., parvis des Ecoliers 1, 4020 Liège.<br />

Art. 2. La mission du commissaire spécial est prolongée pour une nouvelle période de six mois, reconductible.<br />

Art. 3. Le présent arrêté entre en vigueur le 1 er janvier 2006.<br />

Il cesse ses effets soixante jours après le terme de la mission du commissaire spécial.<br />

Namur, le 7 juillet 2005.<br />

Le Ministre-Président,<br />

J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE<br />

Le Ministre du Logement, des Transports et du Développement territorial,<br />

A. ANTOINE<br />

ÜBERSETZUNG<br />

MINISTERIUM DER WALLONISCHEN REGION<br />

[2005/201930]<br />

7. JULI 2005 — Erlass der Wallonischen Regierung zur Verlängerung des Mandats des Sonderkommissars<br />

bei der Wohnungsbaugesellschaft öffentlichen Dienstes «La Maison liégeoise, S.C.»<br />

Die Wallonische Regierung,<br />

Aufgrund des Sondergesetzes vom 8. August 1980 über institutionelle Reformen, abgeändert durch die<br />

Sondergesetze vom 8. August 1988 und vom 16. Juli 1993;<br />

Aufgrund des Dekrets vom 29. Oktober 1998 zur Einführung des Wallonischen Wohngesetzbuches, insbesondere<br />

der Artikel 170 und 174 des besagten Gesetzbuches;<br />

In Erwägung von Artikel 3 des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 9. Dezember 2004 zur Bezeichnung eines<br />

Sonderkommissars bei der Wohnungsbaugesellschaft öffentlichen Dienstes «La Maison liégeoise, S.C.»;<br />

In der Erwägung, dass ein Verwaltungsplan der Wohnungsbaugesellschaft öffentlichen Dienstes «La Maison<br />

liégeoise, S.C.», erstellt werden muss;<br />

In der Erwägung, dass die im Verwaltungsplan vorgeschlagenen Maßnahmen einerseits analysiert und anderseits<br />

geplant und begleitet werden müssen, um deren Ausführung zu gewährleisten;<br />

In der Erwägung, dass die Einbeziehung des Sonderkommissars in die Ausarbeitung einer innovativen Lösung für<br />

die Durchführung des Projekts der Aufwertung der «Plaine de Droixhe» fortzuführen ist, indem eine Partnerschaft<br />

zwischen öffentlichem und Privatsektor eingeleitet wird;<br />

Auf Vorschlag des Ministers des Wohnungswesens,<br />

Beschließt:<br />

Artikel 1 - In Anwendung von Artikel 3 des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 9. Dezember 2004 zur<br />

Bezeichnung eines Sonderkommissars bei der Wohnungsbaugesellschaft öffentlichen Dienstes «La Maison liégeoise,<br />

S.C.» verlängert die Regierung die Aufgabe von Herrn François Thibaut de Maisières als Sonderkommissar bei<br />

der Wohnungsbaugesellschaft öffentlichen Dienstes «La Maison liégeoise, S.C.», parvis des Ecoliers 1 in 4020 Lüttich.


Art.2-Die Aufgabe des Sonderkommissars wird um eine neuen erneuerbaren Zeitraum von sechs Monaten<br />

verlängert.<br />

Art.3-Der vorliegende Erlass tritt am 1. Januar 2006 in Kraft.<br />

Seine Wirkung erlischt sechzig Tage nach dem Ende der Aufgabe des Sonderkommissars.<br />

Namur, den 7. Juli 2005<br />

Der Minister-Präsident,<br />

J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE<br />

Der Minister des Wohnungswesens, des Transportwesens und der räumlichen Entwicklung,<br />

A. ANTOINE<br />

VERTALING<br />

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST<br />

[2005/201930]<br />

7 JULI 2005. — Besluit van de Waalse Regering tot verlenging van het mandaat van de bijzondere commissaris<br />

bij de openbare huisvestingsmaatschappij « La Maison liégeoise, S.C. »<br />

De Waalse Regering,<br />

Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, gewijzigd bij de wetten van<br />

8 augustus 1988 en 16 juli 1993;<br />

Gelet op het decreet van 29 oktober 1998 tot invoering van de Waalse Huisvestingscode, inzonderheid op de<br />

artikelen 170 en 174 van dat Wetboek;<br />

Gelet op artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 9 december 2004 tot aanwijzing van een bijzondere<br />

commissaris bij de openbare huisvestingsmaatschappij « La Maison liégeoise, S.C. »;<br />

Overwegende dat een beheersplan van de openbare huisvestingsmaatschappij « La Maison liégeoise, S.C. »<br />

opgemaakt moet worden;<br />

Overwegende dat de in het beheersplan voorgestelde maatregelen enerzijds onderzocht en anderzijds geprogrammeerd<br />

en opgevolgd moeten worden om de uitvoering ervan te verzekeren;<br />

Overwegende dat de deelneming van de bijzondere commissaris aan de uitwerking van een innoverende<br />

oplossing in het opstellen van een omschakelingsproject voor de « Plaine de Droixhe » waarbij een samenwerkingsoperatie<br />

tussen overheid en privé-sector tot stand wordt gebracht, voortgezet moet worden;<br />

Op de voordracht van de Minister van Huisvesting,<br />

Besluit :<br />

Artikel 1. Overeenkomstig artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 9 december 2004 tot aanwijzing<br />

van een bijzondere commissaris bij de openbare huisvestingsmaatschappij « La Maison liégeoise, S.C. », zet de regering<br />

de opdracht van de heer François Thibaut de Maisières voort als bijzondere commissaris bij de openbare<br />

huisvestingsmaatschappij « La Maison liégeoise, S.C. », parvis des Ecoliers 1, 4020 Luik.<br />

Art. 2. De opdracht van de bijzondere commissaris wordt voortgezet voor een verlengbare periode van<br />

zes maanden.<br />

Art. 3. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2006.<br />

Het houdt op uitwerking te hebben zestig dagen na afloop van de opdracht van de bijzondere commissaris.<br />

Namen, 7 juli 2005.<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

De Minister-President,<br />

J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE<br />

De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling,<br />

A. ANTOINE<br />

33283


33284 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

REGION DE BRUXELLES-CAPITALE — BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST<br />

MINISTERE<br />

DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE<br />

[C − 2005/31225]<br />

Agréation en qualité de techniciens qualifiés pour le contrôle de<br />

combustion et l’entretien des installations de chauffage alimentées<br />

en combustible liquide<br />

Sont agréés en qualité de techniciens qualifiés pour le contrôle de la<br />

combustion et de l’entretien des installations de chauffage alimentées<br />

en combustible liquide, pour une période qui se termine à la date<br />

d’échéance indiquée, au sens de l’article 70 de l’ordonnance du<br />

5 juin 1997 relative aux permis d’environnement et de l’article 10 de<br />

l’arrêté royal du 6 janvier 1978 tendant à prévenir la pollution<br />

atmosphérique lors du chauffage de bâtiments à l’aide de combustible<br />

solide ou liquide,<br />

Par l’arrêté ministériel du 25 janvier 2005 les techniciens dont les<br />

noms suivent :<br />

MINISTERIE<br />

VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST<br />

[C − 2005/31225]<br />

Besluit houdende erkenning van bevoegde technici voor de uitvoering<br />

van de verbrandingscontrole en het onderhoud van de<br />

verwarmingsinstallaties gevoed met vloeibare brandstof<br />

Worden krachtens artikel 70 van de ordonnantie van 5 juni 1997<br />

betreffende de milieuvergunningen en krachtens artikel 10 van het<br />

koninklijk besluit van 6 januari 1978 tot voorkoming van luchtverontreiniging<br />

bij het verwarmen van gebouwen met vaste of vloeibare<br />

brandstof, erkend als bevoegde technici voor de uitvoering van de<br />

verbrandingscontrole en het onderhoud van de verwarmingsinstallaties<br />

gevoed met vloeibare brandstof voor een periode tot navermelde<br />

vervaldatum,<br />

Bij ministerieel besluit van 25 januari 2005 de technici met de<br />

volgende namen :<br />

N° de reconnaissance nom et adresse date d’échéance<br />

— — —<br />

Erkenningsnummer naam en adres vervaldatum<br />

TB 6494 DE BUYL Martin, Vieux Chemin 4, 1630 LINKEBEEK 25.01.2020<br />

TB 6499, LEFEBVRE Pierre, Montée des Ecoles 244, 6717 ATTERT 25.01.2020<br />

TB 6500 HUBERT Arnaud, rue du Fond du Bois 25, 5170 BOIS-DE-VILLERS 25.01.2020<br />

TB 6501 PULINCKX Didier, rue des Cortils 13, 5101 ERPENT 25.01.2020<br />

TB 6502 GODEFROID Sebastien, rue de Graide 28, 5575 LOUETTE-ST-PIERRE 25.01.2020<br />

TB 6503 VERSTRAELEN Stéphan, rue de l’Etat 45, 1450 CHASTRE 25.01.2020<br />

TB 6504 BUCHET Philippe, avenue Jassans 60/101, 1342 LIMELETTE 25.01.2020<br />

TB 6505 ANSEEUW Aurelien, Laudinnestraat 24, 1602 VLEZENBEEK 25.01.2020<br />

TB 6506 HELLEMANS Manuel, avenue de l’Araucaria 32 bte 5, 1020 BRUXELLES 25.01.2020<br />

Par l’arrêté ministériel du 21 février 2005 les techniciens dont les<br />

noms suivent :<br />

Bij ministerieel besluit van 21 februari 2005 de technici met de<br />

volgende namen :<br />

N° de reconnaissance nom et adresse date d’échéance<br />

— — —<br />

Erkenningsnummer naam en adres vervaldatum<br />

TB 6507 COPPENS Francis, Putteveld 31, 1860 MEISE 21.02.2020<br />

TB 6508 PIERREUX Hendrik, Espehoutstraat 33, 1750 LENNIK 21.02.2020<br />

TB 6509 HEYMANS Yves, rue du Ruisseau 146, 1970 WEZEMBEEK-OPPEM 21.02.2020<br />

TB 6510 MASSART Jacques, avenue du Bosquet 40, 1470 BOUSVAL 21.02.2020<br />

TB 6511 GILLIS Luc, Kouterbaan 63, 9280 LEBBEKE 21.02.2020<br />

TB 6512 DUNGELHOEFF Nicolas, rue Saint-Denis 301, 1190 BRUXELLES 21.02.2020<br />

TB 6513 DUEZ Ronny, Tuindijk 82, 2223 SCHRIEK 21.02.2020<br />

TB 6514 COUCK Daan, Gootjesstraat 10, 1760 ROOSDAAL 21.02.2020<br />

TB 6515 VAN DOOREN Erik, Middelstraat 5, 1785 MERCHTEM 21.02.2020<br />

Par l’arrêté ministériel du 07 mars 2005 les techniciens dont les noms<br />

suivent :<br />

Bij ministerieel besluit van 07 maart 2005 de technici met de volgende<br />

namen :<br />

N° de reconnaissance nom et adresse date d’échéance<br />

— — —<br />

Erkenningsnummer naam en adres vervaldatum<br />

TB 6516 DEBBOUN Mohamed, rue Gallait 74 bte 3, 1030 BRUXELLES 07.03.2020<br />

TB 6517 ZDRAVKOV Rumen, place Meiser 11, 1030 BRUXELLES 07.03.2020<br />

TB 6518 NOUFIRY Mohamed, rue G. Boel 109, 7100 LA LOUVIERE 07.03.2020<br />

TB 6519 BUONOPANE Gino, Résidence du Pachy 15, 7140 MORLANWELZ 07.03.2020<br />

TB 6520 TERZO Ludovic, rue Plat Rie 314, 7390 QUAREGON 07.03.2020


Par l’arrêté ministériel du 21 mars 2005 les techniciens dont les noms<br />

suivent :<br />

Bij ministerieel besluit van 21 maart 2005 de technici met de volgende<br />

namen :<br />

N° de reconnaissance nom et adresse date d’échéance<br />

— — —<br />

Erkenningsnummer naam en adres vervaldatum<br />

TB 6521 VANDERHAEGHEN Giovanni, Blauwstraat 24, 9032 WONDELGEM 21.03.2020<br />

TB 6522 BORGIONS Wim, Hertstraat 2, 3270 SCHERPENHEUVEL 21.03.2020<br />

TB 6523 BOGAERTS Jozef, Boekweitstraat 41, 2460 KASTERLEE 21.03.2020<br />

TB 6524 WAUTERS Davy, Bukkestraat 39, 9890 VURSTE 21.03.2020<br />

TB 6525 DE VOS Paul, Kriephoekstraat 54, 9890 SEMMERZAKE 21.03.2020<br />

TB 6526 WAUTERS Frank, Meersstraat 8, 9820 MELSEN 21.03.2020<br />

Par l’arrêté ministériel du 22 avril 2005 les techniciens dont les noms<br />

suivent :<br />

Bij ministerieel besluit van 22 april 2005 de technici met de volgende<br />

namen :<br />

N° de reconnaissance nom et adresse date d’échéance<br />

— — —<br />

Erkenningsnummer naam en adres vervaldatum<br />

TB 6527 DUHOT David, rue Emile Carlier 110, 7321 BLATON 22.04.2020<br />

TB 6528 TURF Ian, Hofstad 42, 9400 OKEGEM 22.04.2020<br />

TB 6529 SCHMITZ Werner, Lanestraat 25, 3090 OVERIJSE 22.04.2020<br />

TB 6530 BLONDIAU Albert, rue des 3 Tilleuls 63, 1170 BRUXELLES 22.04.2020<br />

TB 6531 DECULENAIRE Patrick, rue Pont de Pierre 5, 7912 DERGNEAU 22.04.2020<br />

TB 6532 GRANDJEAN Hervé, rue Ostivoy 25B, 5550 NAFRAITURE 22.04.2020<br />

TB 6533 DE DAPPER Lucien, Heernislaan 98, 9000 GENT 22.04.2020<br />

Par l’arrêté ministériel du 18 mai 2005 les techniciens dont les noms<br />

suivent :<br />

Bij ministerieel besluit van 18 mei 2005 de technici met de volgende<br />

namen :<br />

N° de reconnaissance nom et adresse date d’échéance<br />

— — —<br />

Erkenningsnummer naam en adres vervaldatum<br />

TB 6534 HARIKA Said, rue Teniers 4, 1030 BRUXELLES 18.05.2020<br />

TB 6535 HENS Vincent, Route de Gembloux 344 B1, 5310 AISCHE-EN-REFAIL 18.05.2020<br />

TB 3536 VAN DE WERVE Jean-Marc, rue du Tilleul 18, 1370 JODOIGNE 18.05.2020<br />

TB 6537 DE BEMELS Robert, Fazantenlaan 19A, 1930 ZAVENTEM 18.05.2020<br />

Par l’arrêté ministériel du 10 juin 2005 les techniciens dont les noms<br />

suivent :<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Bij ministerieel besluit van 20 juni 2005 de technici met de volgende<br />

namen :<br />

N° de reconnaissance nom et adresse date d’échéance<br />

— — —<br />

Erkenningsnummer naam en adres vervaldatum<br />

TB 6538, FRANCESCANGELI Patrick, rue Maurice Wilmotte 7, 1060 BRUXELLES 10.06.2020<br />

TB 6539, FRAITURE Christophe, rue Haag 4, 4710 HERBESTHAL 10.06.2020<br />

TB 6540, CAMBIER Noel, parc Jean Monnet 1073, 1082 BRUXELLES 10.06.2020<br />

TB 6541, GODEFROID Olivier, rue de Lens 149, 7061 CASTEAU 10.06.2020<br />

33285


33286 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

AVIS OFFICIELS — OFFICIELE BERICHTEN<br />

POUVOIR JUDICIAIRE<br />

[C − 2005/09597]<br />

Cour d’appel de Bruxelles<br />

La cour, réunie en assemblée générale le 15 juin 2005, a désigné<br />

M. Vermylen, Ch., conseiller à la cour d’appel de Bruxelles, comme<br />

président de chambre à cette cour, pour une période de trois ans,<br />

prenant cours le 30 juin 2005.<br />

*<br />

SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR<br />

RECHTERLIJKE MACHT<br />

[C − 2005/09597]<br />

Hof van beroep te Brussel<br />

Het hof, verenigd in algemene vergadering op 15 juni 2005, heeft de<br />

heer Vermylen, Ch., raadsheer in het hof van beroep te Brussel,<br />

aangewezen tot kamervoorzitter in dit hof, voor een termijn van<br />

drie jaar, met ingang van 30 juni 2005.<br />

[C − 2005/00443]<br />

Concours aspirant-inspecteur principal spécialise (h/f) sur base d’un diplôme de niveau 2+. — Session 2005<br />

La Direction du recrutement et de la sélection (DPR) organise un concours en vue de recruter des inspecteurs<br />

principaux spécialisés pour la police intégrée (polices locales et fédérale). Il concerne le recrutement d’aspirantsinspecteurs<br />

principaux titulaires d’un diplôme ou d’un certificat d’études, avec une orientation spécifique nécessaire à<br />

la fonction, au moins équivalent à ceux pris en considération pour le recrutement des agents de niveau 2+ dans les<br />

Administrations de l’Etat.<br />

Ce concours a pour but de recruter des inspecteurs principaux spécialisés dans les domaines suivants :<br />

Nombre de places vacantes<br />

Francophones Néerlandophones<br />

Informatique 2 3<br />

Comptabilité/Expertise financière 7 7<br />

Sciences psycho-sociales 4 7<br />

Tous ces emplois sont bien entendu ouverts tant aux femmes qu’aux hommes. Les candidats intéressés peuvent<br />

s’inscrire jusqu’au 30 août 2005.<br />

Les candidats qui vont être recrutés par ce biais suivront le cycle préparatoire à la formation de base planifié<br />

en février 2006.<br />

Ils rejoindront ultérieurement les aspirants-inspecteurs principaux recrutés en interne afin de suivre la formation<br />

de base du cadre moyen.<br />

En quoi consiste la fonction d’inspecteur principal spécialisé ?<br />

Al’issue de sa formation de plus ou moins quinze mois, subdivisée en deux formations distinctes, l’inspecteur<br />

principal de police spécialisé rejoindra un service dans lequel son bagage scolaire (et éventuellement professionnel)<br />

pourra être mis à profit.<br />

1) Informaticien<br />

Il existe au sein de la police fédérale un service spécialisé dans les enquêtes judiciaires relevant du domaine<br />

informatique.<br />

Outre cela, il existe dans la plupart des services judiciaires de la police fédérale, situés au niveau des<br />

arrondissements judiciaires, une cellule d’enquêteurs spécialisés dans cette matière. Quelques services de recherche des<br />

grands corps de la police locale disposent également d’une même cellule.<br />

Ces services enquêtent, chacun à leur propre niveau, sur des délits informatiques et offrent leur appui lorsque des<br />

preuves doivent être recherchées dans un environnement informatisé.<br />

Les informaticiens recrutés travailleront sur ce type d’enquêtes, encadrés par des collègues plus expérimentés. Par<br />

la suite, ils pourront, après avoir justifié d’un certain nombre d’années d’expérience, diriger une équipe d’enquêteurs.<br />

Par une connaissance approfondie et une expérience acquise au fil des années, ils pourront également être appelés<br />

à collaborer au développement de nouveaux concepts.<br />

2) Comptable<br />

Dans les services judiciaires de la police fédérale, situés au niveau des arrondissements judiciaires, des membres<br />

du personnel mènent des enquêtes sur l’origine de profits criminels ainsi que sur toute autre forme de méfait à caractère<br />

financier.<br />

Au niveau fédéral, la police dispose de divers services qui sont spécialisés dans les enquêtes sur les délits et sur<br />

la corruption de type financier, l’appui aux services d’arrondissement ainsi qu’au développement de nouveaux<br />

concepts relatifs à cette matière.<br />

A moyen terme, les services de recherche de la police locale seront chargés des enquêtes financières de moindre<br />

importance.<br />

Les membres du personnel recrutés travailleront, en tant que cadre moyen, sur ce type d’enquêtes encadrés par des<br />

collègues plus expérimentés. En fonction de leur expérience, ils pourront, après un certain nombre d’années, diriger<br />

une équipe d’enquêteurs.<br />

Par une connaissance approfondie et une expérience acquise au fil des années, ils pourront être appelés à collaborer<br />

au développement de nouveau concepts.


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

3) Sciences psycho-sociales<br />

Dans les 196 zones de police locale, il existe des services s’occupant de l’accueil aux victimes, de la police de la<br />

jeunesse et de la police de quartier.<br />

Ces services, très proches de la population, remplissent un rôle essentiel dans le concept de la police de proximité<br />

(community policing).<br />

Les membres du personnel du cadre moyen travaillant au sein de ceux-ci portent le titre spécifique d’« assistant<br />

de police ». Ils sont en contact direct avec la population, peuvent diriger une équipe de collaborateurs ainsi que<br />

développer une politique locale en collaboration avec leurs partenaires.<br />

Quelles sont les exigences liées à cette fonction ?<br />

Un inspecteur principal de police spécialisé doit faire preuve d’un sens de la collaboration, des responsabilités et<br />

des contacts, pouvoir fonctionner de manière autonome, être résistant au stress, être capable de résoudre des<br />

problèmes, être disponible, etc. En outre, il/elle doit, avoir le sens de l’organisation et posséder une bonne capacité de<br />

raisonnement.<br />

En fonction de l’emploi envisagé et du profil de fonction établi spécifiquement (voir description de fonction<br />

ci-avant), des exigences plus ciblées peuvent être nécessaires.<br />

Qui peut participer aux épreuves de sélection ?<br />

Pour pouvoir participer aux épreuves de sélection, les conditions suivantes doivent notamment être remplies :<br />

Dès ledébut de la sélection :<br />

— posséder la nationalité <strong>belge</strong>;<br />

— jouir des droits civils et politiques;<br />

— ne pas avoir échoué àtrois reprises lors de procédures de sélection en vue de l’admission à la formation de base<br />

visée;<br />

— pour les candidats masculins, avoir satisfait aux lois sur la milice;<br />

—être de conduite irréprochable;<br />

— ne pas faire l’objet d’une interdiction légale de port d’armes, ni refuser ou s’abstenir, déclarer refuser ou<br />

s’abstenir de toute forme d’usage d’armes ou autre moyen de défense mis à disposition en vertu des conditions fixées<br />

en la matière par les lois, arrêtés ourèglements;<br />

— posséder un certificat de bonnes vie et mœurs d’une ancienneté maximale de trois mois à la date d’introduction<br />

de la candidature;<br />

— s’engager à porter l’uniforme réglementaire;<br />

—être porteur du diplôme ou certificat requis (niveau graduat ou équivalent au minimum) dans l’orientation<br />

choisie. Pour les étudiant(e)s de la dernière année, un certificat provisoire attestant de la présence en dernière année<br />

suffit.<br />

Pour ce qui concerne le recrutement d’informaticiens, les candidats devront disposer d’une licence, d’un diplôme<br />

d’enseignement supérieur de type long (ingénieur industriel ou civil), d’une maîtrise, du titre de bachelor ou d’un<br />

graduat dans les domaines de l’informatique, des télécommunications ou de la technologie de l’information<br />

(comprenant notamment les sous-domaines suivants : fonctionnement des réseaux, sécurité informatique, programmation,<br />

systèmes de gestion, informatique d’entreprise).<br />

Pour ce qui concerne le recrutement de comptables, les candidats devront disposer soit d’une licence ou du titre<br />

de candidat en sciences économiques ou commerciales, soit d’un graduat en comptabilité ou en droit.<br />

Pour ce qui concerne le recrutement d’inspecteurs principaux « assistants de police », les candidats devront<br />

disposer soit d’un graduat dans le domaine psychosocial (assistant social, assistant en psychologie, éducateur<br />

spécialisé), soit d’une licence en sociologie, criminologie ou en psychologie.<br />

Dès ledébut de la formation de base (février 2006) :<br />

—être âgé de 18 ans au moins;<br />

—être porteur du diplôme requis;<br />

—être en possession du permis de conduire de catégorie B sans condition ou restriction;<br />

— disposer des aptitudes physiques et être exempt de tout handicap;<br />

— avoir réussi les épreuves de sélection et s’être classé(e) en ordre utile.<br />

Les épreuves de sélection<br />

Les premiers examens du concours se dérouleront d’août 2005 jusque janvier 2006.<br />

Les candidats ayant réussi les épreuves de sélection et classés en ordre utile commenceront leur formation<br />

en février 2006.<br />

La procéduredesélection comprend 4 épreuves :<br />

— Une épreuve d’aptitudes cognitives<br />

Cette épreuve dure au total une journée (organisée en deux parties) et comprend différents tests :<br />

évaluation des capacités à suivre la formation de base. Cette épreuve informatisée se compose de différents tests<br />

psychotechniques mesurant la capacité de raisonner de manière abstraite, de manier des informations et de raisonner<br />

avec des chiffres;<br />

évaluation de la connaissance de la langue dans laquelle le candidat s’est inscrit (connaissances orthographique<br />

et grammaticale de la langue);<br />

évaluation de la connaissance professionnelle spécifique relative à l’emploi spécialisé sollicité par le biais d’une<br />

étude de cas adaptée.<br />

— Une épreuve de personnalité<br />

Cette épreuve dure également une journée et comprend un test de personnalité, une épreuve comportementale et<br />

une interview structurée.<br />

— Une épreuve d’aptitudes physique et médicale<br />

Le test dure une demi-journée et contient :<br />

un examen clinique dont une analyse d’urine et une analyse sanguine, un examen ophtalmologique, dentaire<br />

et si nécessaire, sur demande du médecin, un examen radiologique;<br />

un test physique de potentialité.<br />

— Un entretien avec la commission de sélection<br />

Al’issue de cet entretien, la commission doit conclure si le candidat est apte pour la fonction à exercer en tenant<br />

compte, d’une part, de l’ensemble des résultats des épreuves précédentes et d’autre part, de l’information<br />

complémentaire que le candidat fournit lors de son interview.<br />

33287


33288 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Les épreuves de sélection sont organisées selon un système de cascade, c’est-à-dire que seuls les candidats ayant<br />

atteint le seuil minimum à une épreuve sont invités à participer à la suivante.<br />

Sur base de ces différentes évaluations, un classement par spécialité sera établi.<br />

Quelles sont les dispenses éventuelles d’épreuves pour les candidats déjà en service à la police ?<br />

Seuls les inspecteurs et inspecteurs principaux de police, détenteurs d’un diplôme au minimum de niveau 2+,<br />

désireux de participer au présent concours sont dispensés del’épreuve d’aptitudes physique et médicale.<br />

Afin debénéficier d’une telle dispense, le candidat doit, lors de l’introduction de sa candidature, joindre une<br />

attestation de son chef de corps (police locale) ou directeur (police fédérale) mentionnant son grade actuel et sa date<br />

de nomination dans ce grade.<br />

La carrière<br />

Dans les quatre mois précédant le terme de leur formation de base de cadre moyen, les aspirants-inspecteurs<br />

principaux ont la faculté de solliciter un emploi lors d’une phase de mobilité dans laquelle des emplois spécialisés<br />

seront inclus.<br />

Les inspecteurs principaux seront tenus de prester un minimum de trois ans dans un emploi spécialisé.<br />

Le traitement<br />

Un inspecteur principal spécialisé perçoit un traitement mensuel net indexé de :<br />

Dès ledébut de la formation aspirantinspecteur<br />

principal échelle barémique<br />

M1.2<br />

Après 12années de service inspecteur<br />

principal de police spécialisééchelle barémique<br />

M3.2<br />

A B C<br />

S 1.378,85 S 1.358,85 S 1.577,20<br />

S 1.901,94 S 1.881,94 S 2.139,05<br />

A:célibataire<br />

B : marié(e), époux(se) travaillant (idem pour cohabitants légaux)<br />

C : marié(e), époux(se) ne travaillant pas (idem pour cohabitants légaux)<br />

Comment s’inscrire ?<br />

Les candidats intéressés peuvent obtenir le formulaire d’inscription sur simple demande :<br />

— au numéro gratuit du Job-Info : 0800-99 505;<br />

— en le téléchargeant sur le site internet : www.jobpol.be;<br />

— par e-mail : jobs.police@jobpol.be;<br />

— par écrit, auprès de la Direction du recrutement et de la sélection, Job-Info, rue Fritz Toussaint 47, à<br />

1050 Bruxelles;<br />

— en venant le retirer au Job-Info,<br />

(Complexe Géruzet, Bloc O, rez-de-chaussée, avenue de la Force Aérienne 10, à 1040 Etterbeek).<br />

Le dossier d’inscription complet comprend les pièces suivantes :<br />

* le formulaire d’inscription dûment rempli;<br />

* une copie du diplôme de niveau 2+ (ou équivalent) dans une des orientations scolaires spécifiques ou, à défaut,<br />

un document attestant de l’inscription en dernière année;<br />

* un certificat de bonne vie et mœurs récent (moins de trois mois);<br />

* un extrait d’acte de naissance.<br />

La date de clôture des inscriptions est fixée au30août 2005.<br />

Tout renseignement complémentaire peut être obtenu auprès de Benoît Struys au 02-642 79 44 ou de Magaly<br />

Van Stichel au 02-641 20 81.<br />

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN<br />

[C − 2005/00443]<br />

Vergelijkend examen aspirant-hoofdinspecteur van politie met bijzondere specialisatie (m/v)<br />

op basis van een diploma niveau 2+. — Extern vergelijkend examen - 2005<br />

De Directie van de rekrutering en van de selectie (DPR) organiseert een vergelijkend examen om officieren voor de<br />

geïntegreerde politie (lokale en federale politie) aan te werven. Het betreft de aanwerving van aspirantenhoofdinspecteurs<br />

houder van een diploma of studiegetuigschrift noodzakelijk voor de functie dat tenminste<br />

gelijkwaardig is met die welke in aanmerking worden genomen voor de aanwerving in de betrekkingen van niveau 2+<br />

bij de Rijksbesturen.<br />

Dit vergelijkend examen heeft als doel hoofdinspecteurs met bijzondere specialisatie te rekruteren in de volgende<br />

domeinen :<br />

Aantal vacante plaatsen<br />

Nederlandstalige Franstalige<br />

Informatica 3 2<br />

Boekhouden/financieel expert 7 7<br />

Psycho-sociale wetenschappen 7 4<br />

Alle betrekkingen staan vanzelfsprekend open voor zowel vrouwen als mannen. Geïnteresseerden kunnen zich<br />

inschrijven tot 30 augustus 2005.<br />

De kandidaten die via dit kanaal zullen gerekruteerd worden, zullen de voorbereidende cyclus van de<br />

basisopleiding volgen vanaf februari 2006.


Later zullen zij de aspirant-hoofdinspecteurs, die intern werden gerekruteerd, vervoegen om de basisopleiding van<br />

het middenkader te volgen.<br />

Waaruit bestaat de functiebeschrijving van hoofdinspecteur met bijzondere specialisatie ?<br />

Op het einde van de vorming van ongeveer 15 maanden, onderverdeeld in twee afzonderlijke vormingen, zal de<br />

hoofdinspecteur met specialisatie een eenheid vervoegen waar zijn schoolse bagage (en eventueel de professionele<br />

bagage) tot nut kan zijn.<br />

1) Informaticus :<br />

Binnen de federale politie bestaat een gespecialiseerde dienst voor gerechtelijke onderzoeken in het raam van<br />

informatica. Daarnaast bestaat in de meeste gerechtelijke diensten van de federale politie, gesitueerd op het niveau van<br />

de gerechtelijke arrondissementen, een cel van gespecialiseerde rechercheurs in deze materie. Ook een aantal<br />

recherchediensten van grotere lokale politiekorpsen beschikken over een gelijkaardige cel.<br />

Deze diensten voeren onderzoeken uit, ieder op hun eigen niveau, naar specifieke computermisdrijven en zij<br />

leveren steun wanneer naar aanleiding van andere onderzoeken bewijzen moeten gezocht worden in een<br />

geïnformatiseerde omgeving.<br />

De aangeworven informatici zullen aanvankelijk als middenkader meewerken aan deze onderzoeken onder<br />

leiding van ervaren collega’s; in functie van hun ervaring zullen zij na een aantal jaren zelf leiding kunnen geven aan<br />

kleine teams om deze onderzoeken te voeren. Mits een grondige kennis en jarenlange ervaring kan bovendien op hen<br />

beroep worden gedaan om mee te werken aan de ontwikkeling van nieuwe concepten.<br />

2) Boekhouder :<br />

In de gerechtelijke diensten van de federale politie, gesitueerd op het niveau van de gerechtelijke arrondissementen,<br />

zijn een aantal rechercheurs belast met het voeren van onderzoeken met betrekking tot financiële misdrijven alsook<br />

het onderzoeken van de criminele winsten uit andere vormen van misdrijven. Op federaal niveau beschikt de federale<br />

politie over een aantal diensten die gespecialiseerd zijn in het voeren van omvangrijke onderzoeken naar financiële<br />

misdrijven en corruptie, het ondersteunen van de arrondissementele diensten alsook het ontwikkelen van nieuwe<br />

concepten in deze materie.<br />

Op middellange termijn zullen ook de recherchediensten van de lokale politie belast worden met minder<br />

omvangrijke financiële onderzoeken.<br />

De personeelsleden zullen aanvankelijk als middenkader meewerken aan deze onderzoeken onder leiding van<br />

ervaren collega’s; in functie van hun ervaring zullen zij na een aantal jaren zelf leiding kunnen geven aan kleine teams<br />

om deze onderzoeken te voeren. Mits een grondige kennis en jarenlange ervaring kan bovendien op hen beroep worden<br />

gedaan om mee te werken aan de ontwikkeling van nieuwe concepten.<br />

3) Psycho-sociale wetenschappen :<br />

In de 196 lokale polities bestaan diensten die instaan voor slachtofferbejegening, jeugdpolitie en wijkwerking. Deze<br />

diensten staan zeer dicht bij de bevolking en vervullen een essentiële rol in het concept van de nabijheidspolitie<br />

(community policing).<br />

De personeelsleden zullen als middenkader « politie-assistent » individueel instaan voor opdrachten in direct<br />

contact met de bevolking, alsook leiding geven aan een klein team medewerkers en in samenwerking met hun partners<br />

beleidsmatige taken vervullen in het raam van deze diensten.<br />

Welke zijn de functievereisten ?<br />

Een hoofdinspecteur van politie met bijzondere specialisatie dient blijk te geven van zin voor samenwerking,<br />

verantwoordelijkheidsgevoel, contactvaardigheid, zelfstandig functioneren, stressbestendigheid, probleemoplossend<br />

werken, beschikbaarheid,…enz.<br />

Daarboven dient hij/zij ook te beschikken over leiderschapskwaliteiten, gevoel voor organisatie en een goed<br />

redeneervermogen.<br />

In functie van de beoogde bediening en het specifiek opgestelde functieprofiel (zie functiebeschrijving in supra)<br />

kunnen meer doelgerichte voorwaarden gesteld worden.<br />

Wie kan deelnemen aan de selectieproeven ?<br />

Om te kunnen deelnemen aan de selectieproeven moet met name aan de volgende voorwaarden voldaan worden :<br />

Aan het begin van de selectie :<br />

— de Belgische nationaliteit bezitten;<br />

— voor de mannelijke kandidaten, voldoen aan de dienstplichtwetten;<br />

— de burgerlijke en politieke rechten genieten;<br />

— NIET drie maal niet geslaagd zijn in de selectieprocedure voor de toelating tot de beoogde basisopleiding;<br />

— van onberispelijk gedrag zijn;<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

— niet het voorwerp uitmaken van een wettelijk verbod om wapens te dragen, noch weigeren of zich onthouden,<br />

verklaren te weigeren of zich te onthouden van gelijk welk gebruik van wapens en andere ter beschikking gestelde<br />

verdedigingsmiddelen, krachtens de voorwaarden die volgens de wetten, besluiten of richtlijnen ter zake zijn bepaald;<br />

— houder zijn van een bewijs van goed zedelijk gedrag dat minder dan drie maanden geleden is uitgegeven vanaf<br />

de datum waarop de sollicitatie wordt ingediend.<br />

— er zich toe verbinden het reglementaire uniform te dragen.<br />

Houder zijn van het vereiste diploma of getuigschrift (niveau graduaat of gelijkgesteld) in de gekozen richting.<br />

Voor de studenten van het laatste jaar volstaat een attest van inschrijving.<br />

33289


33290 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Voor wat betreft de rekrutering van informatici, dienen de kandidaten in het bezit te zijn van een diploma<br />

licentiaat, diploma van hoger onderwijs van het lange type (burgerlijk of industrieel ingenieur), gegradueerde, master<br />

of bachelor in domeinen van informatica, computerkunde, informatie technologie of telecommunicatie (met alle<br />

subdomeinen zoals netwerking, security, programmatie, besturingssystemen, bedrijfsinformatica).<br />

Voor wat betreft de rekrutering van boekhouders, dienen de kandidaten in het bezit te zijn van een licentie of een<br />

kandidaatsdiploma van economische wetenschappen of handelswetenschappen of een graduaat boekhouden. Ook een<br />

graduaat in de rechten komt in aanmerking.<br />

Voor wat betreft de rekrutering van hoofdinspecteurs ″politieassistent″ dienen de kandidaten in het bezit te zijn<br />

van ofwel een graduaat in het psychosociale domein (alle opleidingen binnen de studierichting « sociaal agogisch<br />

werk ») ofwel een licentie (master) in de sociologie, de criminologie of de psychologie.<br />

Aan het begin van de basisopleiding (februari 2006) :<br />

— ten minste 18 jaar oud zijn;<br />

— houder zijn van het vereiste diploma;<br />

— houder zijn van een rijbewijs van categorie B zonder voorwaarde of beperking;<br />

— over de vereiste fysieke vaardigheden beschikken en vrij zijn van alle gebreken die onverenigbaar zijn met de<br />

eisen van het ambt;<br />

— voor de selectieproeven geslaagd en batig gerangschikt zijn.<br />

De selectieproeven en de procedure :<br />

De eerste proeven van het vergelijkend examen zullen plaatsvinden vanaf begin augustus tot januari 2006.<br />

De geslaagde en batig gerangschikte kandidaten zullen in februari 2006 worden toegelaten tot de opleidingscyclus.<br />

De selectieprocedure omvat vier proeven :<br />

— Een proef cognitieve vaardigheden<br />

Deze proef duurt in totaal één volledige dag (georganiseerd in 2 delen) en bestaat uit verschillende testen :<br />

evaluatie van de capaciteiten om de basisopleiding te volgen. Deze computergestuurde proef bestaat uit<br />

psychotechnische testen om o.a. de mate van abstract denkvermogen te beoordelen, alsook de manier waarop met<br />

informatie wordt omgegaan en met cijfers wordt geredeneerd;<br />

evaluatie van de kennis van de taal waarin de kandidaat zich heeft ingeschreven (kennis van de spelling en<br />

grammatica van de taal);<br />

evaluatie van de beroepskennis, specifiek gericht naar de gesolliciteerde bediening, en dit door middel van een<br />

aangepaste casus.<br />

— Een persoonlijkheidsproef<br />

De test duurt één dag en omvat een persoonlijkheidstest, een gedragsproef en een gestructureerd interview.<br />

— Een fysiek-medische geschiktheidsproef<br />

De test duurt een halve dag en omvat :<br />

een klinisch onderzoek dat bestaat uit urine- en bloedonderzoeken, een oogheelkundig en tandheelkundig<br />

onderzoek alsook, indien nodig, een röntgenonderzoek op aanvraag van de onderzoekende geneesheer;<br />

een fysieke potentialiteitstest.<br />

— Een gesprek met de selectiecommissie<br />

Uit dit gesprek moet de jury kunnen opmaken of de kandidaat over het geheel genomen een geschikte kandidaat<br />

is voor de functie rekening houdend met enerzijds alle resultaten van de verschillende proeven en anderzijds de<br />

bijkomende informatie die zij in de loop van dit gesprek inwint.<br />

De selectieproeven worden georganiseerd in cascadevorm, m.a.w enkel de kandidaten die voor een proef de<br />

minimumdrempel behaald hebben, worden opgeroepen voor de volgende.<br />

Op basis van die verschillende evaluaties zullen de kandidaten per specialiteit worden gerangschikt.<br />

Welke zijn de eventuele vrijstellingen (proeven) voor kandidaten reeds in dienst bij de politie ?<br />

De inspecteurs en de hoofdinspecteurs van politie, houder van een diploma van minimum niveau 2+, die wensen<br />

deel te nemen aan het vergelijkend examen, zullen een vrijstelling genieten voor de fysiek-medische geschiktheidsproef.<br />

Teneinde te kunnen genieten van een vrijstelling dient de kandidaat, bij het indienen van de kandidaatstelling, een<br />

attest van de korpschef (lokale politie) of directeur (federale politie) bij te voegen met vermelding van de actuele graad<br />

en de datum van benoeming in deze graad.<br />

De loopbaan :<br />

Binnen de vier maanden voor het einde van de basisopleiding voor het middenkader, zullen de aspiranthoofdinspecteurs<br />

met bijzondere specialisatie kunnen solliciteren voor een bediening via mobiliteit waarin plaatsen<br />

met specialisatie zullen opgenomen zijn.<br />

De hoofdinspecteurs zijn gehouden aan een aanwezigheidsperiode van minimum drie jaar in een gespecialiseerd<br />

ambt.<br />

Bezoldiging :<br />

Als hoofdinspecteur met bijzondere specialisatie verdien je een geïndexeerd nettomaandloon van :<br />

Begin van opleiding<br />

aspirant-hoofdinspecteur van politie<br />

Baremische schaal M1.2<br />

Na 12 jaar dienst<br />

gespecialiseerd hoofdinspecteur van politie<br />

Baremische schaal M3.2<br />

A B C<br />

S 1.378,85 S 1.358,85 S 1.577,20<br />

S 1.901,94 S 1.881,94 S 2.139,05<br />

A : ongehuwd<br />

B : gehuwd, echtgeno(o)t(e) heeft eigen inkomsten (idem wettelijk samenwonenden)<br />

C : gehuwd, echtgeno(o)t(e) heeft geen eigen inkomsten (idem wettelijk samenwonenden)


Hoe zich inschrijven ?<br />

De geïnteresseerde kandidaten kunnen een inschrijvingsformulier bekomen op eenvoudige vraag via :<br />

- het gratis nummer van Job-Info : 0800-99 404<br />

- de website : www.jobpol.be<br />

- e-mail : jobs.politie@jobpol.be<br />

- schriftelijk : Federale Politie, Directie van de rekrutering en van de selectie, Job-Info, Fritz Toussaintstraat 47, te<br />

1050 Brussel<br />

- op het secretariaat van de Directie van de rekrutering en van de selectie (Geruzet-Complex, blok O, gelijkvloers,<br />

Luchtmachtlaan 10, 1040 Etterbeek).<br />

Een volledig inschrijvingsdossier omvat :<br />

- een naar behoren ingevuld inschrijvingsformulier;<br />

- een kopij van het diploma, of bij ontstentenis een attest van inschrijving in het laatste jaar;<br />

- een bewijs van goed gedrag en zeden (maximum 3 maanden oud);<br />

- een uittreksel uit de geboorteakte.<br />

De uiterste inschrijvingsdatum is vastgelegd op 30 augustus 2005.<br />

Bijkomende inlichtingen kunnen bekomen worden bij Ruud Walgraef op het nummer 02-642 77 80 of bij Gery<br />

Follens op het nummer 02-642 79 47.<br />

*<br />

SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN<br />

Administration du cadastre, de l’enregistrement et des domaines Administratie van het kadaster, registratie en domeinen<br />

Publication prescrite par l’article 770<br />

Bekendmaking voorgeschreven bij artikel 770<br />

du Code civil<br />

van het Burgerlijk Wetboek<br />

[2005/54311]<br />

Succession en déshérence de Van Damme, Henri<br />

Van Damme, Henri Raymond Albert, divorcé de Tinel, Solange, né à<br />

Lodelinsart le 4 avril 1919, domicilié àCharleroi, rue Casimir Lambert<br />

27, est décédéàCharleroi le 19 août 2002, sans laisser de successeur<br />

connu.<br />

Avant de statuer sur la demande de l’Administration du cadastre, de<br />

l’enregistrement et des domaines (anciennement administration de la<br />

T.V.A.,del’enregistrement et des domaines) tendant à obtenir, au nom<br />

de l’Etat, l’envoi en possession de la succession, le tribunal de première<br />

instance de Charleroi a, par ordonnance du 23 juin 2005, prescrit les<br />

publications et affiches prévues par l’article 770 du Code civil.<br />

Namur, le 15 juillet 2005.<br />

Le directeur de l’enregistrement et des domaines,<br />

M. de Pierpont.<br />

(54311)<br />

SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE,<br />

P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE<br />

[C − 2005/11309]<br />

Conseil de la Concurrence. — Avis. — Notification préalable d’une<br />

opération de concentration. — Affaire n° CONC – C/C – 05/0044 :<br />

Forclum S.A.S./Groupe Yvan Paque<br />

Cas susceptible d’être traité selon la procédure simplifiée.<br />

Le 7 juillet 2005, le Conseil de la concurrence a reçu une notification<br />

de concentration au sens de l’article 12, § 1 er de la loi sur la protection<br />

de la concurrence économique, coordonnée par arrêté royal du<br />

1 er juillet 1999 (Moniteur <strong>belge</strong> 1 er septembre 1999). Il en ressort que la<br />

société Forclum S.A.S. acquiert le contrôle exclusif du groupe Yvan<br />

Paque.<br />

D’après la notification, la concentration se rapporte au secteur des<br />

installations électriques.<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

[2005/54311]<br />

Erfloze nalatenschap van Van Damme, Henri<br />

Van Damme, Henri Raymond Albert, echtgescheiden van Tinel,<br />

Solange, geboren te Lodelinsart op 4 april 1919, wonende te Charleroi,<br />

Casimir Lambertstraat 27, is overleden te Charleroi op 19 augustus<br />

2002, zonder bekende erfopvolgers na te laten.<br />

Alvorens te beslissen over de vraag van de Administratie van het<br />

kadaster, registratie en domeinen (oudtijds administratie van de BTW,<br />

registratie en domeinen), namens de Staat, tot inbezitstelling van de<br />

nalatenschap, heeft de rechtbank van eerste aanleg van Charleroi, bij<br />

beschikking van 23 juni 2005, de bekendmakingen en aanplakkingen<br />

voorzien bij artikel 770 van het Burgerlijk Wetboek bevolen.<br />

Namen, 15 juli 2005.<br />

*<br />

De directeur der registratie en domeinen,<br />

M. de Pierpont.<br />

33291<br />

(54311)<br />

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE,<br />

K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE<br />

[C − 2005/11309]<br />

Raad voor de Mededinging. — Kennisgeving. — Voorafgaande<br />

aanmelding van een concentratie. — Zaak nr. CONC – C/C – 05/0044 :<br />

Forclum S.A.S./Groep Yvan Paque<br />

Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde<br />

procedure.<br />

Op 7 juli 2005, ontving de Raad voor de Mededinging een<br />

aanmelding van een beoogde concentratie in de zin van artikel 12, § 1,<br />

van de wet tot bescherming van de economische mededinging,<br />

gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 1 juli 1999 (Belgisch<br />

Staatsblad 1 september 1999). Hierin werd meegedeeld dat de onderneming<br />

Forclum S.A.S. de uitsluitende controle verwerft over de groep<br />

Yvan Paque.<br />

Volgens de aanmelding heeft de concentratie betrekking op de sector<br />

van electrische installaties.


33292 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Conformément à la communication conjointe du Conseil de la<br />

concurrence et du Corps des Rapporteurs relative à une procédure<br />

simplifiée de traitement de certaines opérations de concentration<br />

(Moniteur <strong>belge</strong> 11 décembre 2002), il convient de noter que ce cas est<br />

susceptible d’être traité selon la procédure définie par ladite communication.<br />

Le Conseil de la concurrence invite les tiers concernés à transmettre<br />

leurs observations éventuelles sur l’opération de concentration de<br />

préférence avant le 27 juillet 2005.<br />

Ces observations peuvent être envoyées par télécopie ou par courrier<br />

sous la référence CONC – C/C – 05/0044 à l’adresse suivante :<br />

Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie<br />

Direction générale de la Régulation et de l’Organisation du Marché<br />

Corps des Rapporteurs<br />

North Gate III<br />

Boulevard du Roi Albert II, 16<br />

B-1000 Bruxelles<br />

Télécopieur : (02) 206 56 24<br />

SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE,<br />

P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE<br />

[C − 2005/11316]<br />

Conseil de la Concurrence. — Avis. — Notification préalable d’une<br />

opération de concentration. — Affaire n° MEDE-C/C-05/0045 :<br />

Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A. (Rabobank<br />

Nederland), Vereniging Achmea/Eureko B.V., Interpolis N.V.<br />

Cas susceptible d’être traité selon la procédure simplifiée.<br />

Le 13 juillet 2005, le Conseil de la Concurrence a reçu une notification<br />

de concentration au sens de l’article 12, § 1 er de la loi sur la protection<br />

de la concurrence économique, coordonnée par arrêté royal du<br />

1 er juillet 1999 (Moniteur <strong>belge</strong> 1 er septembre 1999). Il en ressort que<br />

Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A. (Rabobank Nederland)<br />

et Vereniging Achmea acquièrent le contrôle en commun des<br />

entreprises Eureko B.V. et Interpolis N.V.<br />

D’après la notification, la concentration se rapporte au secteur des<br />

services financiers et des assurances.<br />

Conformément à la communication conjointe du Conseil de la<br />

Concurrence et du Corps des Rapporteurs relative à une procédure<br />

simplifiée de traitement de certaines opérations de concentration<br />

(Moniteur <strong>belge</strong> 11 décembre 2002), il convient de noter que ce cas est<br />

susceptible d’être traité selon la procédure définie par ladite communication.<br />

Le Conseil de la Concurrence invite les tiers concernés à transmettre<br />

leurs observations éventuelles sur l’opération de concentration de<br />

préférence avant le 28 juillet 2005.<br />

Ces observations peuvent être envoyées par télécopie ou par courrier<br />

sous la référence MEDE – C/C – 05/0045 à l’adresse suivante :<br />

Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie<br />

Direction générale de la Régulation et de l’Organisation du Marché<br />

Corps des Rapporteurs<br />

North Gate III<br />

Boulevard du Roi Albert II 16<br />

1000 Bruxelles<br />

Télécopieur : 02-206 56 24<br />

*<br />

De aangemelde concentratie kan in aanmerking komen voor een<br />

vereenvoudigde aanmeldingsprocedure zoals voorzien in de gezamenlijke<br />

mededeling van de Raad voor de Mededinging en het Korps<br />

Verslaggevers betreffende een vereenvoudigde procedure voor de<br />

behandeling van bepaalde concentraties (Belgisch Staatsblad<br />

11 december 2002).<br />

De Raad voor de Mededinging verzoekt belanghebbende derden hun<br />

eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie<br />

kenbaar te maken, bij voorkeur voor 27 juli 2005.<br />

Deze opmerkingen kunnen per fax of per post, onder vermelding van<br />

referentie CONC – C/C – 05/0044, aan onderstaand adres worden<br />

toegezonden:<br />

Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie<br />

Algemene Directie Regulering en Organisatie van de Markt<br />

Korps Verslaggevers<br />

North Gate III<br />

Koning Albert II-laan, 16<br />

B-1000 Brussel<br />

Fax: (02)206 56 24<br />

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE,<br />

K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE<br />

[C − 2005/11316]<br />

Raad voor de Mededinging. — Kennisgeving. — Voorafgaande<br />

aanmelding van een concentratie. — Zaak nr. MEDE-C/C-05/0045 :<br />

Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A. (Rabobank<br />

Nederland), Vereniging Achmea/Eureko B.V., Interpolis N.V.<br />

Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde<br />

procedure.<br />

Op 13 juli 2005, ontving de Raad voor de Mededinging een<br />

aanmelding van een beoogde concentratie in de zin van artikel 12, § 1,<br />

van de wet tot bescherming van de economische mededinging,<br />

gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 1 juli 1999 (Belgisch<br />

Staatsblad 1 september 1999). Hierin werd meegedeeld dat Coöperatieve<br />

Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A. (Rabobank Nederland)<br />

en Vereniging Achmea de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over de<br />

ondernemingen Eureko B.V. en Interpolis N.V.<br />

Volgens de aanmelding heeft de concentratie betrekking op de sector<br />

van financiële dienstverlening en verzekeringen.<br />

De aangemelde concentratie kan in aanmerking komen voor een<br />

vereenvoudigde aanmeldingsprocedure zoals voorzien in de gezamenlijke<br />

mededeling van de Raad voor de Mededinging en het Korps<br />

Verslaggevers betreffende een vereenvoudigde procedure voor de<br />

behandeling van bepaalde concentraties (Belgisch Staatsblad 11 december<br />

2002).<br />

De Raad voor de Mededinging verzoekt belanghebbende derden hun<br />

eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie<br />

kenbaar te maken, bij voorkeur vóór 28 juli 2005.<br />

Deze opmerkingen kunnen per fax of per post, onder vermelding van<br />

referentie MEDE – C/C – 05/0045, aan onderstaand adres worden<br />

toegezonden :<br />

Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie<br />

Algemene Directie Regulering en Organisatie van de Markt<br />

Korps Verslaggevers<br />

North Gate III<br />

Koning Albert II-laan 16<br />

1000 Brussel<br />

Fax : 02-206 56 24


SERVICE PUBLIC FEDERAL<br />

DE PROGRAMMATION POLITIQUE SCIENTIFIQUE<br />

[2005/21092]<br />

Publication des comptes de 2004 et du budget 2005 de l’Académie<br />

royale des Sciences d’Outre-Mer, dressés par la commission de<br />

gestion et approuvés par le Ministre de la Politique scientifique, en<br />

application de l’article 6, alinéa 3,del’arrêté royal du 3 juin 1955<br />

accordant la personnalité civile à l’Académie royale des Sciences<br />

d’Outre-Mer<br />

Le Ministre de la Politique scientifique,<br />

Vu les articles 55 à 58 des lois sur la comptabilité de l’Etat,<br />

coordonnées le 17 juillet 1991;<br />

Vu la loi du 27 décembre 2004 contenant le Budget général des<br />

dépenses de l’année budgétaire 2005;<br />

Vu l’arrêté royal du 31 octobre 1931, modifié par l’arrêté royal du<br />

3 juin 1955, accordant la personnalité civile à l’Académie royale des<br />

Sciences d’Outre-Mer;<br />

Vu l’arrêté royal du 17 juin 1992 portant délégation au Ministre qui a<br />

les Institutions scientifiques et culturelles nationales dans ses attributions,<br />

modifié par l’arrêté royal du 25 avril 1994 et du 26 avril 1994;<br />

Vu l’arrêté royal du 16 novembre 1994 relatif au contrôle administratif<br />

et budgétaire;<br />

Vu l’arrêté royal du 20 juillet 1999 fixant les attributions ministérielles<br />

en matière de politique scientifique, de culture et d’enseignement;<br />

Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 22 avril 2005,<br />

Arrête :<br />

Article 1 er . Une subvention d’un montant de cent trente-neuf mille<br />

euros (139.000 EUR), à imputer sur les crédits inscrits à la division 60,<br />

AB 13.41.03 du budget du SPP Politique scientifique (46) pour l’année<br />

budgétaire 2005, est attribuée à l’Académie royale des Sciences<br />

d’Outre-Mer.<br />

Art. 2. L’emploi de la subvention sera justifié par la présentation des<br />

comptes et d’un rapport d’activités pour l’exercice 2005, ainsi que d’un<br />

budget et d’un programme des activités pour l’exercice 2006.<br />

Art. 3. Cette subvention, destinée àfinancer le fonctionnement et les<br />

publications de l’Académie royale des Sciences d’Outre-Mer, sera<br />

versée au compte n° 000-1032180-03 et sera liquidée comme suit :<br />

- 111.200 EUR après signature du présent arrêté et après l’engagement<br />

de la subvention totale, mentionnée à l’article 1 er ;<br />

- 27.800 EUR après présentation des comptes 2005 et sur avis<br />

favorable de l’Inspection des Finances.<br />

Art. 4. Le président du Service public fédéral de programmation<br />

Politique scientifique est chargé de l’exécution du présent arrêté.<br />

Bruxelles, le 19 mai 2005.<br />

M. VERWILGHEN<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Académie royale des Sciences d’Outre-Mer<br />

—<br />

Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen<br />

PROGRAMMATORISCHE<br />

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WETENSCHAPSBELEID<br />

[2005/21092]<br />

Bekendmaking van de rekeningen van 2004 en de begroting 2005 van<br />

de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen, opgemaakt<br />

door de bestuurcommissie en goedgekeurd door de Minister<br />

van Wetenschapsbeleid, bij toepassing van artikel 6, alinea 3, van<br />

het koninklijk besluit van 3 juni 1955 inzake de rechtpersoonlijkheid<br />

van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen<br />

De Minister van Wetenschapsbeleid,<br />

Gelet op artikelen 55 tot 58 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit,<br />

gecoördineerd op 17 juli 1991;<br />

Gelet op de wet van 27 december 2004 van houdende de Algemene<br />

Uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 2005;<br />

Gelet op het koninklijk besluit van 31 oktober 1931, gewijzigd bij het<br />

koninklijk besluit van 3 juni 1955, dat de rechtspersoonlijkheid aan de<br />

Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen verleent;<br />

Gelet op het koninklijk besluit van 17 juni 1992 houdende machtiging<br />

aan de Minister die de Nationale Wetenschappelijke en Culturele<br />

Instellingen onder zijn bevoegdheid heeft, gewijzigd door de koninklijke<br />

besluiten van 25 april 1994 en 26 april 1994;<br />

Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de<br />

administratieve en begrotingscontrole;<br />

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1999 houdende vaststelling<br />

van de ministeriële bevoegdheden inzake wetenschapsbeleid, cultuur<br />

en onderwijs;<br />

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op<br />

22 april 2005,<br />

Besluit :<br />

Artikel 1. Een toelage ten bedrage van honderdnegenendertigduizend<br />

euro (139.000 EUR) aan te rekenen op de kredieten ingeschreven<br />

onder afdeling 60, BA 13.41.03 van de begroting van de POD<br />

Wetenschapsbeleid (46) voor het begrotingsjaar 2005, wordt toegekend<br />

aan de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen.<br />

Art. 2. De aanwending van de toelage wordt verantwoord door het<br />

voorleggen van de jaarrekening en een activiteitenrapport voor het<br />

dienstjaar 2005, alsook van een begroting en een activiteitenprogramma<br />

voor het dienstjaar 2006.<br />

Art. 3. Deze toelage, bestemd voor de werking en de publicaties van<br />

de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen, wordt<br />

gestort op rekeningnummer 000-1032180-03 en wordt als volgt uitbetaald<br />

:<br />

- 111.200 EUR na ondertekening van het besluit en na vastlegging<br />

van de totale toelage vermeld in artikel 1;<br />

- 27.800 EUR na het voorleggen van de jaarrekening 2005 en na<br />

gunstig advies van de Inspectie van Financiën.<br />

Art. 4. De voorzitter van de Programmatorische Federale Overheidsdienst<br />

Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.<br />

Brussel, 19 mei 2005.<br />

M. VERWILGHEN<br />

Solde reporté/Overgedragen saldo<br />

Compte/Rekening Caisse/Kas Total/Totaal<br />

Solde/Saldo 31.12.2003 235.318,52 12,03 235.330,55<br />

Recettes/Inkomsten d.d. 31.12.2004<br />

1. Subventions/Toelagen 136.600,00<br />

Année/Jaar 2003 (Solde/Saldo) 27.000,00 27.000,00<br />

Année/Jaar 2004 (1 re tranche/1ste schijf) 109.600,00 109.600,00<br />

2. Intérêts/Interesten 3.392,40 3.392,40<br />

3. Publications/Publicaties 4.466,38<br />

Vente/Verkoop 3.417,50 499,05 3.916,55<br />

33293


33294 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Participation auteurs/Bijdrage (t-à-p. + couleurs/overdruk. + kleuren) 549,83 549,83<br />

4. Participation tiers/Bijdragen derden 10.200,00<br />

FWO Vlaanderen 1.500,00 1.500,00<br />

Unesco 8.700,00 8.700,00<br />

5. Fonds Vanbreuseghem/Vanbreuseghem Fonds 769,90 769,90<br />

6. Bibliothèque/Bibliotheek 50,00 50,00<br />

Total recettes/Totaal inkomen 154.979,63 499,05 155.478,68<br />

Transferts banque --@ Caisse/Transfers Bank --@ Kas 6.630,00 6.630,00<br />

Dépenses/Uitgaven d.d. 31.12.2004<br />

154.979,63 7.129,05 162.108,68<br />

Compte/Rekening Caisse/Kas Total/Totaal<br />

1. Personnel/Personeel : déplacement/verplaatsing 77,70 77,70<br />

2. Secrétaire perpétuelle/Vast secretaris 2.848,25 167,78 3.016,03<br />

3. Jetons de présence/Presentiegeld 8.641,80 8.641,80<br />

4. Activités publiques/Openbare activiteiten 30.842,25<br />

Séance d’ouverture/Openingszitting 2004 1.941,50 2,73 1.944,23<br />

Symposium Tropical Forests in a Changing Global Context 12.204,28 3.448,72 15.653,00<br />

Symposium Research in Applied Nutrition in Developing Countries 10.487,38 1.987,74 12.475,12<br />

6 e Conférence Vanbreuseghem/6e Vanbreuseghem Conferentie 769,90 769,90<br />

5. Locaux/Lokalen 42.037,28<br />

Location parking/Huur 1.648,82 1.648,82<br />

Location salles Palais/Huur zalen Paleis 1.462,60 1.462,60<br />

Charges/Lasten CENIBA : 2 sem.03-1 sem.04 + assur. incendie/brandverzek. 38.102,20 38.102,20<br />

Entretien/Onderhoud 695,01 128,65 823,66<br />

6. Administration/Administratie 16.386,62<br />

Téléphone/Telefoon + Fax + E-mail 2.177,80 3,50 2.181,30<br />

Poste/Post 14.063,87 141,45 14.205,32<br />

7. Frais de fonctionnement ARSOM/Werkingkosten KAOW 10.156,02<br />

Infrastructure informatique/Computerinfrastructuur 2.070,00 43,50 2.113,50<br />

Support informatique/Informaticasupport 2.439,65 2.439,65<br />

Machines (y compris entretien/incl. onderhoud) 1.689,48 128,40 1.817,88<br />

Matériel de bureau/Bureaubenodigdheden 3.139,14 188,14 3.327,28<br />

Accueil/Onthaal 457,71 457,71<br />

8. Frais d’impression/Drukkosten 40.902,95<br />

Bulletin/Mededelingen<br />

Mémoires/Verhandelingen<br />

16.576,97 16.576,97<br />

Petit, P. : Byakula : Approche socio-anthropologique de l’alimentation<br />

Actes/Acta<br />

10.591,52 10.591,52<br />

Tropical Forests : A State of the Art at the Turn of the Century<br />

Recueil d’études historiques/Verzamelwerk Geschiedkundige Studies<br />

3.417,52 3.417,52<br />

L’ordre juridique colonial <strong>belge</strong>. Eléments d’histoire 9.379,94 9.379,94<br />

Reliure/Inbinding 894,64 894,64<br />

ISBN 42,36 42,36<br />

9. Concours annuels/Jaarlijkse Wedstrijden 2.000,00 2.000,00<br />

10. Représentation Académie/Vertegenwoordiging Academie 887,00 887,00<br />

Total dépenses/Totaal uitgaven 148.171,63 6.776,02 154.947,65<br />

Transferts Banque --@ Caisse/Transfers Bank --@ Kas 6.630,00 6.630,00<br />

154.801,63 6.776,02 161.577,65<br />

Solde/Saldo 31.12.2004 235.496,52 365,06 235.861,58<br />

Le Ministre de la Politique scientifique,<br />

M. VERWILGHEN


MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Académie royale des Sciences d’Outre-Mer<br />

—<br />

Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen<br />

Bilan/Balans 31.12.2004<br />

Actif/Activa<br />

Avoir académique/Vermogen academie 31.12.2004 S<br />

Banque/Bank 252.849,07<br />

Caisse/Kas 365,06<br />

Total/Totaal 253.214,13<br />

Passif/Passiva<br />

Fonds de réserve/Reservefonds<br />

S<br />

17.352,55<br />

Compte de régularisation (charges à imputer à l’exercice)/Regularisatierekening (lasten<br />

onder te brengen bij boekjaar)<br />

50.852,66<br />

Solde transition/Saldo overbrugging 2004-2005 185008,92<br />

Total/Totaal 253.214,13<br />

Le Ministre de la Politique scientifique,<br />

M. VERWILGHEN<br />

Prévisions/Vooruitzichten 2005<br />

Académie royale des Sciences d’Outre-Mer<br />

—<br />

Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen<br />

Recettes/Inkomsten<br />

Solde/Saldo 31/12/2004 235.861,58 U<br />

1. Subvention Ministère/Toelage Ministerie 138.000,00 U<br />

2. Intérêts/Interesten 3.600,00 U<br />

3. Publications/Publicaties 3.550,00 U<br />

4. Participation tiers/Bijdragen derden 15.878,97 U<br />

Total recettes/Totaal inkomsten<br />

Dépenses/Uitgaven<br />

161.028,97 U<br />

1. Personnel/Personeel 120,00 U<br />

2. Secrétaire perpétuelle/Vast Secretaris 4.500,00 U<br />

3. Jetons de présence/Presentiegeld 9.250,00 U<br />

4. Activités publiques/Openbare activiteiten 88.800,00 U<br />

Séance d’ouerture/Openingszitting 2004-2005 2.500,00 S<br />

Séance d’hommage/Huldezitting Yola Verhasselt 2.500,00 S<br />

Africa’s Great Rift : Diversity and Unity 35.000,00 S<br />

Hubs, Harbours and Deltas in South-East Asia 48.750,00 S<br />

5. Locaux/Lokalen 60.330,00 U<br />

Location parking/Huur 1.830,00 S<br />

Location salles Palais/Huur zalen Paleis 3.000,00 S<br />

CENIBA + assurance incendie/brandverzekering 45.000,00 S<br />

Entretien/Onderhoud 1.500,00 S<br />

Divers/Varia 9.000,00 S<br />

6. Administration/Administratie 20.400,00 U<br />

Belgacom 3.550,00 S<br />

Poste/Post 16.850,00 S<br />

33295


33296 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Recettes/Inkomsten<br />

7. Frais fonctionnement ARSOM/Werkingskosten KAOW 29.575,00 U<br />

Infrastructure informatique/Computerinfrastructuur 5.760,00 S<br />

Machines (y compris entretien/incl. onderhoud) 6.155,00 S<br />

Matériel de bureau/Bureaubenodigdheden 6.850,00 S<br />

Mobilier/Meubilair 9.760,00 S<br />

Accueil/Onthaal 800,00 S<br />

Cotisations/Lidmaatschappen 250,00 S<br />

8. Frais d’impression/Drukkosten 80.000 U<br />

9. Concours annuels/Jaarlijkse wedstrijden 6.000,00 U<br />

10. Représentation Académie/Vertegenw. Academie 6.500,00 U<br />

Total recettes/Totaal inkomsten 305.375,00 U<br />

Solde/Saldo 31.12.2005 91.415,55 U<br />

AGENCE FEDERALE<br />

POUR LA SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE<br />

[S − C − 2005/22614]<br />

Validation guide<br />

La 1 re version du « Guide pour l’autocontrôle pour la production<br />

primaire de lait cru », datée du 6 juillet 2005, a été approuvée le<br />

15 juillet 2005 par l’agence fédérale pour la sécurité de la chaîne<br />

alimentaire en vertu de l’article 9 de l’arrêté royal du 14 novembre 2003<br />

relatif à l’autocontrôle, à la notification obligatoire et à la traçabilité<br />

dans la chaîne alimentaire. Ce guide peut être obtenu au groupe de<br />

travail interprofessionnel IKM-QLF-QMK, route de Herve 104, 4651 Battice,<br />

tél. : 087-69 26 08, fax : 087-69 26 40, e-mail : qfl@qfl.be<br />

Le Ministre de la Politique scientifique,<br />

M. VERWILGHEN<br />

*<br />

FEDERAAL AGENTSCHAP<br />

VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN<br />

[C − 2005/22614]<br />

Validatie gids<br />

Versie 1 van de « Gids voor autocontrole voor de primaire productie<br />

van rauwe melk » gedateerd op 6 juli 2005 werd op 15 juli 2005<br />

krachtens artikel 9 van het koninklijk besluit van 14 november 2003<br />

betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de<br />

voedselketen door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de<br />

Voedselketen goedgekeurd. Deze gids kan bekomen worden bij de<br />

Interprofessionele Werkgroep IKM-QFL-QMK, Treurenberg 16, 1000 Brussel,<br />

tel. : 02-510 63 15, fax : 02-510 63 08, e-mail : ikm@ikm.be<br />

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION<br />

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN<br />

GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN<br />

VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE<br />

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP<br />

Diepenbeek. — Bekendmaking goedkeuringsbeslissing<br />

[2005/35895]<br />

Het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Diepenbeek brengt, overeenkomstig artikel 55, § 2,<br />

van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, ter kennis van de bevolking dat<br />

de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende de lozing van huishoudelijk afvalwater en de verplichte<br />

aansluiting op de openbare riolering werd vastgesteld door de gemeenteraad op 2 mei 2005 en werd goedgekeurd door<br />

de bestendige deputatie van de provincie Limburg op 7 juli 2005.<br />

Deze beslissing treedt in werking tien dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.


PUBLICATIONS LEGALES<br />

ET AVIS DIVERS<br />

WETTELIJKE BEKENDMAKINGEN<br />

EN VERSCHILLENDE BERICHTEN<br />

VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL<br />

Vacatures academisch personeel<br />

Vacature nr. : RG/2005/016.<br />

Faculteit : rechtsgeleerdheid.<br />

Betrekking : assisterend academisch personeel.<br />

Intern of extern : extern.<br />

Mandaat : praktijkassistent, deeltijds 10 %.<br />

Ingangsdatum : 1 oktober 2005.<br />

Duur : voor 2 academiejaren.<br />

Vakgebied en vakgroep : fiscaal recht (FISC).<br />

Omschrijving :<br />

Praktijkonderwijs inkomenstenbelastingen.<br />

Vereisten :<br />

Licentiaat in de rechten met aanvullend diploma Fiscaal recht en<br />

relevante beroepservaring.<br />

Contactpersoon : prof. dr. A. Spruyt; prof. dr. H. Casman, decaan.<br />

Contact telefoon : 02-629 25 50; 02-629 25 43.<br />

Contact e-mail : Andre.Spruyt@vub.ac.be.<br />

Naam decaan : Hélène Casman.<br />

Inwachtingstermijn : vóór 15 augustus 2005.<br />

De kandidaten worden verzocht gebruik te maken van het daartoe<br />

bestemde kandidaatstellingsformulier met cumulatieformulier dat kan<br />

gedownload worden op het internetadres http://www.vub.ac.be/DP/<br />

AP.html of bekomen worden op de dienst personeel (tel. 02-629 20 02)<br />

van de Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, te 1050 Brussel.<br />

Dit ingevuld kandidaatstellingsformulier dient gericht te worden aan<br />

de rector van de Vrije Universiteit Brussel. (19506)<br />

Vacature nr. : RG/2005/017.<br />

Faculteit : rechtsgeleerdheid.<br />

Betrekking : assisterend academisch personeel.<br />

Intern of extern : extern.<br />

Mandaat : praktijkassistent, deeltijds 10 %.<br />

Ingangsdatum : 1 oktober 2005.<br />

Duur : voor 2 academiejaren.<br />

Vakgebied en vakgroep : fiscaal recht (FISC).<br />

Omschrijving :<br />

Praktijkonderwijs registratierechten en successierechten - Aspecten<br />

van successieplanning.<br />

Vereisten :<br />

Licentiaat in de rechten + licentiaat in het notariaat met relevante<br />

beroepservaring.<br />

Contactpersoon : prof. dr. A. Spruyt; prof. dr. H. Casman, decaan.<br />

Contact telefoon : 02-629 25 50; 02-629 25 43.<br />

Contact e-mail : Andre.Spruyt@vub.ac.be.<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

33297<br />

Naam decaan : Hélène Casman.<br />

Inwachtingstermijn : vóór 15 augustus 2005.<br />

De kandidaten worden verzocht gebruik te maken van het daartoe<br />

bestemde kandidaatstellingsformulier met cumulatieformulier dat kan<br />

gedownload worden op het internetadres http://www.vub.ac.be/DP/<br />

AP.html of bekomen worden op de dienst personeel (tel. 02-629 20 02)<br />

van de Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, te 1050 Brussel.<br />

Dit ingevuld kandidaatstellingsformulier dient gericht te worden aan<br />

de rector van de Vrije Universiteit Brussel. (19507)<br />

Vacature nr. : RG/2005/018.<br />

Faculteit : rechtsgeleerdheid.<br />

Betrekking : assisterend academisch personeel.<br />

Intern of extern : extern.<br />

Mandaat : voltijds assistent, 100 %.<br />

Ingangsdatum : 1 oktober 2005.<br />

Duur : voor 2 academiejaren.<br />

Vakgebied en vakgroep : sociaal recht (SORE).<br />

Omschrijving :<br />

Onderwijs : oefeningen bij Algemene inleiding tot het recht en bij<br />

Rechtsmethodologie (met sociaalrechtelijke invalshoek). Onderzoek : in<br />

het domein van het sociaal recht.<br />

Vereisten :<br />

Licentiaat in de rechten met goede studieresultaten.<br />

Contactpersoon : prof. dr. G. Van Limberghen; J. Gorus en S. Smis.<br />

Contact telefoon : 02-629 25 61; 02-629 26 35; 02-629 24 25.<br />

Contact e-mail : Guido.Van.Limberghen@vub.ac.be;<br />

Jan.Gorus@vub.ac.be; Stefaan.Smis@vub.ac.be<br />

Naam decaan : Hélène Casman.<br />

Inwachtingstermijn : twee weken na publicatie in het Belgisch Staatsblad.<br />

De kandidaten worden verzocht gebruik te maken van het daartoe<br />

bestemde kandidaatstellingsformulier met cumulatieformulier dat kan<br />

gedownload worden op het internetadres http://www.vub.ac.be/DP/<br />

AP.html of bekomen worden op de dienst personeel (tel. 02-629 20 02)<br />

van de Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, te 1050 Brussel.<br />

Dit ingevuld kandidaatstellingsformulier dient gericht te worden aan<br />

de rector van de Vrije Universiteit Brussel. (19508)<br />

Vacature nr. : IR/2005/031.<br />

Faculteit : ingenieurswetenschappen.<br />

Betrekking : assisterend academisch personeel.<br />

Intern of extern : extern.<br />

Mandaat : voltijds assistent.<br />

Ingangsdatum : 1 oktober 2005.<br />

Duur : 2 jaar (hernieuwbaar).<br />

Vakgebied en vakgroep : elektriciteit.<br />

Omschrijving :<br />

Onderwijs : werkcolleges, practica en oefeningen in de elektriciteit.<br />

Onderzoek : in het domein van de systeemidentificatie.<br />

Vereisten :<br />

Burgerlijk ingenieur of licentiaat wiskunde, natuurkunde, scheikunde<br />

of bio-ingenieur.<br />

Contactpersoon : prof. J. Schoukens.<br />

Contact telefoon : 02-629 29 44.<br />

Contact e-mail : Johan.Schoukens@vub.ac.be.<br />

Naam decaan : prof. R. Willem.<br />

Inwachtingstermijn : 31 augustus 2005.


33298 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

De kandidaten worden verzocht gebruik te maken van het daartoe<br />

bestemde kandidaatstellingsformulier met cumulatieformulier dat kan<br />

gedownload worden op het internetadres http://www.vub.ac.be/DP/<br />

AP.html of bekomen worden op de dienst personeel (tel. 02-629 20 02)<br />

van de Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, te 1050 Brussel.<br />

Dit ingevuld kandidaatstellingsformulier dient gericht te worden aan<br />

de rector van de Vrije Universiteit Brussel. (19509)<br />

Vacature nr. : IR/2005/032.<br />

Faculteit : ingenieurswetenschappen.<br />

Betrekking : assisterend academisch personeel.<br />

Intern of extern : extern.<br />

Mandaat : voltijds assistent.<br />

Ingangsdatum : 1 oktober 2005.<br />

Duur : 2 jaar (hernieuwbaar).<br />

Vakgebied en vakgroep : chemische ingenieurstechnieken.<br />

Omschrijving :<br />

Onderwijs : coördinatie en verzorgen van oefeningen warmte- en<br />

stromingsleer (3e bachelor burg. ir., ir. architect en bio-ing.), warmteen<br />

massaoverdracht (3e bachelor burg. ir. EL), reactoren (5e jaar burg.<br />

ir. scheikunde, 5e jaar bio-ir.), chemische procesregeling (5e jaar burg.<br />

ir. scheikunde), begeleiden van eindwerken in CHIS.<br />

Onderzoek : voorbereiden doctoraat in chemische ingenieurstechniek<br />

(scheiding, reactorentechniek, katalyse) in het kader van een der<br />

onderzoeksdomeinen binnen de vakgroep CHIS.<br />

Vereisten :<br />

Burgerlijk ingenieur bij voorkeur scheikunde, bio-ingenieur<br />

cel-genbiotechnologie of scheikunde.<br />

Contactpersoon : prof. G. Baron.<br />

Contact telefoon : 02-629 32 50 of 23 46.<br />

Contact e-mail : gvbaron@vub.ac.be.<br />

Naam decaan : prof. R. Willem.<br />

Inwachtingstermijn : 31 augustus 2005.<br />

De kandidaten worden verzocht gebruik te maken van het daartoe<br />

bestemde kandidaatstellingsformulier met cumulatieformulier dat kan<br />

gedownload worden op het internetadres http://www.vub.ac.be/DP/<br />

AP.html of bekomen worden op de dienst personeel (tel. 02-629 20 02)<br />

van de Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, te 1050 Brussel.<br />

Dit ingevuld kandidaatstellingsformulier dient gericht te worden aan<br />

de rector van de Vrije Universiteit Brussel. (19510)<br />

Vacature nr. : GF/2005/033.<br />

Faculteit : geneeskunde en farmacie.<br />

Betrekking : assisterend academisch personeel.<br />

Intern of extern : extern.<br />

Mandaat : deeltijds mandaatassistent (50 %).<br />

Ingangsdatum : 1 oktober 2005.<br />

Duur : 2 jaar (hernieuwbaar).<br />

Vakgebied en vakgroep : geneeskunde (HUIS).<br />

Omschrijving :<br />

Onderwijs : 1) ondersteuning onderwijs en dienstbetoon; 2) intensieve<br />

begeleiding van studenten; 3) assistentie van ZAP-leden bij<br />

examineren. Onderzoek : 1) wetenschappelijk onderzoek in het gebied<br />

van de huisartsgeneeskunde; 2) voorbereiden van een doctoraalscriptie<br />

in de medische wetenschappen m.b.t. de huisartsgeneeskunde (onderwerp<br />

te bepalen in overleg met de vakgroep); 3) begeleiden van<br />

studenten bij hun eindwerk in het gebied van de huisartsgeneeskunde<br />

Vertegenwoordiging in verschillende interuniversitaire organen, zowel<br />

intern als extern.<br />

Vereisten :<br />

Diploma’s : arts, erkend huisarts, met praktijk.<br />

Contactpersoon : prof. dr. W. Betz.<br />

Contact telefoon : 02-477 43 10.<br />

Contact e-mail : wbetz@vub.ac.be.<br />

Naam decaan : prof. dr. Y. Michotte.<br />

Inwachtingstermijn : 14 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.<br />

De kandidaten worden verzocht gebruik te maken van het daartoe<br />

bestemde kandidaatstellingsformulier met cumulatieformulier dat kan<br />

gedownload worden op het internetadres http://www.vub.ac.be/DP/<br />

AP.html of bekomen worden op de dienst personeel (tel. 02-629 20 02)<br />

van de Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, te 1050 Brussel.<br />

Dit ingevuld kandidaatstellingsformulier dient gericht te worden aan<br />

de rector van de Vrije Universiteit Brussel. (19511)<br />

Vacature nr. : GF/2005/032.<br />

Faculteit : geneeskunde en farmacie.<br />

Betrekking : assisterend academisch personeel.<br />

Intern of extern : extern.<br />

Mandaat : praktijkassistent (10 %).<br />

Ingangsdatum : 1 december 2005.<br />

Duur : 2 jaar (hernieuwbaar).<br />

Vakgebied en vakgroep : SOPA.<br />

Omschrijving :<br />

Onderwijs : Bijstand van het zelfstandig academisch personeel door<br />

het verschaffen van praktijkgebonden onderwijs op het gebied van de<br />

parodontologie.<br />

Vereisten :<br />

Diploma’s : lic. tandheelkunde/tandarts, master in medical en pharmaceutical<br />

research.<br />

Contactpersoon : prof. dr. M. Moradi.<br />

Contact telefoon : 02-477 49 23.<br />

Contact e-mail : mmoradi@minf.vub.ac.be.<br />

Naam decaan : prof. dr. Y. Michotte.<br />

Inwachtingstermijn : 14 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.<br />

De kandidaten worden verzocht gebruik te maken van het daartoe<br />

bestemde kandidaatstellingsformulier met cumulatieformulier dat kan<br />

gedownload worden op het internetadres http://www.vub.ac.be/DP/<br />

AP.html of bekomen worden op de dienst personeel (tel. 02-629 20 02)<br />

van de Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, te 1050 Brussel.<br />

Dit ingevuld kandidaatstellingsformulier dient gericht te worden aan<br />

de rector van de Vrije Universiteit Brussel. (19512)<br />

Vacature nr. : GF/2005/031.<br />

Faculteit : geneeskunde en farmacie.<br />

Betrekking : assisterend academisch personeel.<br />

Intern of extern : extern.<br />

Mandaat : praktijkassistent (10 %).<br />

Ingangsdatum : 1 december 2005.<br />

Duur : 2 jaar (hernieuwbaar).<br />

Vakgebied en vakgroep : SOPA.<br />

Omschrijving :<br />

Onderwijs : Bijstand van het zelfstandig academisch personeel door<br />

het verschaffen van praktijkgebonden onderwijs op het gebied van de<br />

parodontologie.<br />

Vereisten :<br />

Diploma’s : lic. tandheelkunde/tandarts, master in medical en pharmaceutical<br />

research.<br />

Contactpersoon : prof. dr. M. Moradi.<br />

Contact telefoon : 02-477 49 23.


Contact e-mail : mmoradi@minf.vub.ac.be.<br />

Naam decaan : prof. dr. Y. Michotte.<br />

Inwachtingstermijn : 14 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.<br />

De kandidaten worden verzocht gebruik te maken van het daartoe<br />

bestemde kandidaatstellingsformulier met cumulatieformulier dat kan<br />

gedownload worden op het internetadres http://www.vub.ac.be/DP/<br />

AP.html of bekomen worden op de dienst personeel (tel. 02-629 20 02)<br />

van de Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, te 1050 Brussel.<br />

Dit ingevuld kandidaatstellingsformulier dient gericht te worden aan<br />

de rector van de Vrije Universiteit Brussel. (19513)<br />

Vacature nr. : GF/2005/030.<br />

Faculteit : geneeskunde en farmacie.<br />

Betrekking : assisterend academisch personeel.<br />

Intern of extern : extern.<br />

Mandaat : deeltijds (50 %).<br />

Ingangsdatum : 1 oktober 2005.<br />

Duur : 2 jaar (hernieuwbaar).<br />

Vakgebied en vakgroep : geneeskunde (HUIS).<br />

Omschrijving :<br />

Onderwijs : Deelname aan klinische lessen multidisciplinair team in<br />

samenwerking met specialisten, participatie aan de training in<br />

gespreks- en consultatievoeren en technische vaardigheden Intensieve<br />

stagebegeleiding. Onderzoek : i.h.k.v. de dienst huisartsen (doctoraatsthesis<br />

: onderwerp te bepalen in overleg met de vakgroep) - Logistiek :<br />

Vertegenwoordiging in verschillende interuniversitaire organen, zowel<br />

intern als extern.<br />

Vereisten :<br />

Diploma’s : diploma’s : arts, erkend huisarts, met praktijk.<br />

Contactpersoon : prof. dr. W. Betz.<br />

Contact telefoon : 02-477 43 10.<br />

Contact e-mail : wbetz@huis.vub.ac.be.<br />

Naam decaan : prof. dr. Y. Michotte.<br />

Inwachtingstermijn : 14 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.<br />

De kandidaten worden verzocht gebruik te maken van het daartoe<br />

bestemde kandidaatstellingsformulier met cumulatieformulier dat kan<br />

gedownload worden op het internetadres http://www.vub.ac.be/DP/<br />

AP.html of bekomen worden op de dienst personeel (tel. 02-629 20 02)<br />

van de Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, te 1050 Brussel.<br />

Dit ingevuld kandidaatstellingsformulier dient gericht te worden aan<br />

de rector van de Vrije Universiteit Brussel. (19514)<br />

Loi du 29 mars 1962 (articles 9 et 21)<br />

Wet van 29 maart 1962 (artikelen 9 en 21)<br />

Stad Zottegem<br />

Ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Buke A<br />

Bericht van openbaar onderzoek<br />

Het college van burgemeester en schepenen van de stad Zottegem<br />

brengt, overeenkomstig de bepalingen van art. 49 van het decreet van<br />

18 mei 1999 (en latere wijzigingen), houdende de organisatie van de<br />

ruimtelijke ordening, ter kennis van de bevolking dat een openbaar<br />

onderzoek geopend wordt betreffende het gemeentelijk ruimtelijk<br />

uitvoeringsplan « RUP Buke A », voorlopig aangenomen door de<br />

gemeenteraad in zitting van 20 juni 2005.<br />

Het ontwerp RUP, omvattende de toelichtingsnota, plannen, stedenbouwkundige<br />

voorschriften, ligt ter inzage van het publiek bij de dienst<br />

Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening, Trapstraat 43, 9620 Zottegem,<br />

van 18 juli 2005 tot en met 16 september 2005, op werkdagen in de<br />

voormiddag van 9 tot 11 u. 30 m.<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

De bezwaren en opmerkingen waartoe deze plannen aanleiding<br />

kunnen geven dienen schriftelijk medegedeeld aan de gemeentelijke<br />

commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO), Trapstraat 43,<br />

9620 Zottegem, ten laatste op 16 september 2005, om 11 u. 30 m.<br />

Zottegem, 5 juli 2005. (27003)<br />

Gemeente Koekelare<br />

Openbaar onderzoek ontwerp gemeentelijk ruimtelijk structuurplan<br />

Bekendmaking<br />

Het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Koekelare<br />

brengt ter kennis dat het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk<br />

structuurplan ter inzage ligt voor het publiek vanaf 1 augustus 2005 tot<br />

en met 31 oktober 2005, en dit overeenkomstig artikel 33 van het decreet<br />

van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening<br />

en latere wijzigingen.<br />

Het ontwerp ligt ter inzage in het gemeentehuis, dienst ruimtelijke<br />

ordening, Sint-Maartensplein 19, te 8680 Koekelare, gedurende de<br />

openingsuren (van maandag tot vrijdag van 9 tot 12 uur, en op<br />

maandagavond van 17 u. 30 m. tot 18 u. 30 m.).<br />

Bezwaren en opmerkingen betreffende dit plan moeten schriftelijk en<br />

aangetekend worden opgestuurd aan de voorzitter van de gemeentelijke<br />

commissie voor ruimtelijke ordening, gemeentehuis, Sint-<br />

Maartensplein 19, te 8680 Koekelare, of door het persoonlijk af te geven<br />

in het gemeentehuis tegen ontvangstbewijs. Wie dit wenst kan gehoord<br />

worden, wie gebruik wenst te maken van deze mogelijkheid moet dit<br />

evenwel uitdrukkelijk vermelden in zijn bezwaarschrift.<br />

Het college van burgemeester en schepenen organiseert één<br />

informatie- en inspraakvergadering op dinsdag 20 september 2005,<br />

om 19 u. 30 m., in c.c. De Brouwerij, Sint-Maartensplein 15B, te<br />

8680 Koekelare. (27004)<br />

Annonces − Aankondigingen<br />

SOCIETES − VENNOOTSCHAPPEN<br />

Euro Candy, naamloze vennootschap,<br />

Industrieweg 98/100, Gent (Wondelgem)<br />

Rechtspersonenregister te Gent — Ondernemingsnummer 0421.265.258<br />

De aandeelhouders worden verzocht om de buitengewone algemene<br />

vergadering bij te wonen die zal gehouden worden op woensdag<br />

10 augustus 2005, om 16 u. 30 m., op het kantoor van notaris<br />

Wylleman-Van de Keere, te Evergem (Sleidinge), Sleidinge-dorp 102.<br />

Agenda :<br />

33299<br />

1. Aanpassing statuten aan het nieuwe Wetboek van vennootschappen.<br />

2. Wijziging van artikel 9 en 9bis betreffende de overdracht en<br />

overgang van aandelen.<br />

3. Benoeming van bestuurders.<br />

4. Machtiging aan de raad van bestuur.<br />

De aandeelhouders worden verzocht zich te richten tot de statutaire<br />

bepalingen voor de toelating tot de buitengewone algemene vergadering.<br />

(27005)


33300 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

SCF, naamloze vennootschap,<br />

Hoogkamerstraat 1, 9100 Sint-Niklaas<br />

H.R. Sint-Niklaas 61764<br />

De raad van bestuur van de NV S.C.F. heeft de eer de dames en heren<br />

aandeelhouders uit te nodigen tot het bijwonen van de jaarlijkse<br />

algemene vergadering die zal worden gehouden te Sint-Niklaas, Hoogkamerstraat<br />

1, op woensdag 31 augustus 2005, om 15 uur, met de<br />

volgende agenda :<br />

1. Verslag van de raad van bestuur en van de commissaris over het<br />

boekjaar 2004-2005 met betrekking tot de enkelvoudige en geconsolideerde<br />

jaarrekening.<br />

2. Bespreking en goedkeuring van de enkelvoudige balans en resultatenrekening<br />

per 28 februari 2005 en resultaatbestemming.<br />

Voorstel van besluit : Goedkeuring van de enkelvoudige balans en<br />

resultatenrekening afgesloten op 28 februari 2005 en van de voorgestelde<br />

resultaatbestemming, m.n. 4.900.174,00 euro uitkeren als dividend<br />

en 6.371.250,87 euro als winst over te dragen naar volgend<br />

boekjaar.<br />

3. Bespreking en goedkeuring van de geconsolideerde balans en<br />

resultatenrekening per 28 februari 2005.<br />

Voorstel van besluit : Goedkeuring van de geconsolideerde balans en<br />

resultatenrekening, afgesloten op 28 februari 2005.<br />

4. Kwijting aan de bestuurders en commissaris.<br />

Voorstel van besluit : kwijting aan de bestuurders en aan de commissaris<br />

voor de uitvoering van hun opdracht tijdens het boekjaar 2004-<br />

2005.<br />

5. Benoemingen.<br />

Voorstel van besluit :<br />

Bekrachtiging benoeming Eugenius B.V.B.A., vast vertegenwoordigd<br />

door Mevr. Myriam Lamote, als bestuurder tot de algemene vergadering<br />

van 2007.<br />

Hernieuwing mandaat voor een periode van zes jaar tot de algemene<br />

vergadering van 2011 van volgende bestuurders : De heer Etienne<br />

Kaesteker, Mevr. Margriet Talpe, de heer Bernard Speeckaert,<br />

de N.V. Shopinvest vast vertegenwoordigd door de heer. E. Kaesteker<br />

en de B.V.B.A. A. Cooreman vast vertegenwoordigd door de heer<br />

A. Cooreman.<br />

Hernieuwing mandaat Ernst & Young Bedrijfsrevisoren B.C.V., vertegenwoordigd<br />

door de heer Patrick Rottiers, voor een periode van drie<br />

jaar, tot de algemene vergadering van 2008 en goedkeuring van de<br />

vergoeding zoals door de raad van bestuur voorgesteld.<br />

6. Goedkeuring van de toekenning van rechten aan derden overeenkomstig<br />

artikel 556 W.Venn.<br />

Voorstel van besluit : De algemene vergadering keurt het recht goed<br />

dat is toegekend aan het management van de vennootschap om de<br />

samenwerking onmiddellijk te beëindigen i.g.v. controlewijziging over<br />

de vennootschap, waarbij de vennootschap, onder bepaalde voorwaarden,<br />

een vergoeding verschuldigd is die berekend wordt op basis<br />

van de jaarlijkse vergoeding van het management, en die momenteel in<br />

totaal kan oplopen tot maximum 1.050.000 euro. De algemene vergadering<br />

keurt tevens de verbintenis goed van de vennootschap om<br />

ingeval zij de samenwerking met het management beëindigt binnen<br />

een bepaalde periode na een controlewijziging over de vennootschap<br />

een vergoeding te betalen die maximaal kan oplopen tot voornoemd<br />

bedrag.<br />

7. Toelichting over de evolutie van de vennootschap.<br />

8. Varia en rondvraag.<br />

Om te worden toegelaten tot de algemene vergadering dienen de<br />

eigenaars van aandelen aan toonder uiterlijk op vrijdag<br />

26 augustus 2005 de aandelen met dewelke zij wensen deel te nemen<br />

aan de algemene vergadering te deponeren op de maatschappelijke<br />

zetel te Sint-Niklaas of bij de loketten van de Fortis Bank.<br />

De eigenaars van aandelen op naam dienen de raad van bestuur<br />

uiterlijk op vrijdag 26 augustus 2005 schriftelijk in te lichten over hun<br />

voornemen om deze vergadering bij te wonen.<br />

De aandeelhouders die zich wensen te laten vertegenwoordigen,<br />

moeten daartoe een schriftelijke volmacht verlenen. Zij worden<br />

verzocht hiertoe gebruik te maken van het volmachtformulier dat op<br />

de maatschappelijke zetel ter beschikking ligt en op verzoek<br />

(03-760 39 11 of F.Favyts@e5-mode.be) wordt toegestuurd.<br />

(27006) De raad van bestuur.<br />

Espace Medicis, société anonyme,<br />

avenue Hamoir 17, 1180 Bruxelles<br />

NN 0438.187.008 — RPM Bruxelles<br />

Assemblée générale le 16.08.2005, à 18 heures, qui se tiendra à<br />

l’avenue Hamoir 17, à 1180 Bruxelles. — Ordre du jour : 1. Approbation<br />

du procès- verbal du conseil d’administration. 2. Approbation du<br />

rapport de gestion portant sur les comptes arrêtés au 31.12.2004.<br />

3. Approbation des comptes annuels arrêtés au 31.12.2004 et de la<br />

répartition bénéficiaire proposée. 4. Décharge aux administrateurs pour<br />

l’exercice de leur mandat. 5. Rapport spécial du conseil d’administration;<br />

application des articles 633 et 634. 6. Réélections<br />

statutaires. (80908)<br />

Noorhof <strong>Investment</strong>s, commanditaire vennootschap op aandelen,<br />

Ipsvoordestraat 55, 1880 Kapelle-op-den-Bos<br />

NN 0473.388.902 — RPR Brussel<br />

Aangezien het wettelijke quorum niet bereikt werd op de buitengewone<br />

algemene vergadering d.d. 25.07.2005 wordt een tweede buitengewone<br />

algemene vergadering gehouden voor notaris Marc Van Nuffel,<br />

Jan Van Rijswijcklaan 26, 2018 Antwerpen op 10.08.2005, om 11 uur, met<br />

volgende agenda :<br />

1. Aanvaarding van een volledig nieuwe tekst van statuten ondermeer<br />

omvattende :<br />

- aanpassing van de artikelen met betrekking tot het voorkeurrecht;<br />

- aanpassing van de artikelen met betrekking tot de overdracht van<br />

de aandelen;<br />

- aanpassing van de artikelen met betrekking tot het bestuur en<br />

vertegenwoordiging van de vennootschap;<br />

- aanpassing van de artikelen met betrekking tot de tegenstrijdigheid<br />

van belangen;<br />

- aanpassing van de artikelen met betrekking tot de algemene<br />

vergadering;<br />

- aanpassing van de artikelen met betrekking tot de ontbinding van<br />

de vennootschap;<br />

- aanpassing van de statuten met betrekking tot de aanduiding van<br />

de bevoegde rechtbank,<br />

en waarbij de statuten eveneens in overeenstemming worden<br />

gebracht met de wijzigingen in de vennootschapswetgeving.<br />

2. Volmachten. (80909)<br />

Revada, société anonyme,<br />

rue Préfeuillet 11, 7370 Dour<br />

T.V.A.-BTW 401.795.576 — RPM-RPR 0401.795.576<br />

Les actionnaires sont invités à l’assemblée générale extraordinaire de<br />

Revada, société anonyme, qui aura lieu à 9520 Sint-Lievens-Houtem,<br />

Boekhoutstraat 29, le samedi 13.08.2005, à 11 heures. — Ordre du jour :<br />

1. Décision sur la proposistion du conseil d’administration concernant<br />

une nouvelle structure de la société. 2.Démissions et nominations.<br />

3. Divers. Les actionnaires sont priés dedéposer leurs actions cinq jour<br />

avant cette assemblée aux bureaux de l’adresse du siège d’exploitation<br />

à 9520 Sint-Lievens-Houtem, Wettersesteenweg 104.<br />

De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de buitengewone algemene<br />

vergadering van Revada, naamloze vennootschap, die zal doorgaan<br />

te 9520 Sint-Lievens-Houtem, Boekhoutstraat 29, op zaterdag


13.08.2005, om 11 uur. — Dagorde : 1. Beslissing inzake voorstel raad<br />

van bestuur aangaande nieuwe structuur van de vennootschap.<br />

2. Ontslagen en benoemingen. 3. Varia. De aandeelhouders dienen vijf<br />

dagen vóór deze vergadering hun aandelen te deponeren op het<br />

kantoor van het exploitatieadres te 9520 Sint-Lievens-Houtem, Wettersesteenweg<br />

104. (80910)<br />

Drukkerij Vandenberghe, naamloze vennootschap,<br />

Stationsstraat 17, 8610 Kortemark<br />

0427.032.602 RPR Brugge<br />

Jaarvergadering op 18/08/2005, om 14 uur, op de zetel.<br />

Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening per<br />

31/03/2005. Decharge bestuurders. Bestemming resultaat. Allerlei.<br />

Voor de aanwezigheid de titels, 5 dagen vooraf deponeren ten maatschappelijke<br />

zetel, conform artikel eenentwintig. (27007)<br />

Van Langenhove Invest, commanditaire vennootschap op aandelen,<br />

Bergstraat 20, 9820 Merelbeke<br />

RPR Gent 0477.501.603<br />

Jaarvergadering op 9 augustus 2005, om 19 uur, op de zetel.<br />

Verslag van de zaakvoerder. Goedkeuring jaarrekening per<br />

31/12/2004. Bestemming resultaat. Beraadslaging naar aanleiding van<br />

de financiële situatie van de vennootschap. Kwijting zaakvoerder.<br />

Varia. Zich richten naar de statuten. (27064)<br />

Administrations publiques<br />

et Enseignement technique<br />

Openbare Besturen en Technisch Onderwijs<br />

PLACES VACANTES − OPENSTAANDE BETREKKINGEN<br />

Katholieke Hogeschool Leuven<br />

Functie : lector LO voor de opleiding tot geaggregeerde secundair<br />

onderwijs (groep 1) - regentaatsopleiding lichamelijke opvoeding<br />

(Ref. : KHL/OP/2005-16).<br />

Diploma : licentie lichamelijke opvoeding met aggregatie secundair<br />

onderwijs (academisch lerarenopleiding).<br />

Ervaring : voorafgaande onderwijservaring is noodzakelijk.<br />

Salarisschaal : 502.<br />

Aard van de betrekking : 100 % tijdelijk vacant.<br />

Datum van indiensttreding : 19 september 2005.<br />

Plaats van tewerkstelling : departement lerarenopleiding, Campus<br />

Heverlee, Naamsesteenweg 355, te 3001 Heverlee, of Campus Diest,<br />

Weerstandsplein 2, te 3290 Diest.<br />

Selectiemethode : preselecties op basis van vergelijking van ingestuurde<br />

sollicitatiedossiers en eventueel selectie-interviews.<br />

Sollicitaties met curriculum vitae en vermelding van het referentienummer<br />

sturen aan de heer Wim Bergen, departementshoofd lerarenopleiding,<br />

Naamsesteenweg 355, 3001 Heverlee, vóór<br />

15 juli 2005. (27008)<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Functie : lector godsdienst voor de opleiding tot geaggregeerde lager<br />

secundair onderwijs (groep 1) - en de opleiding tot onderwijzer(es)<br />

(Ref. : KHL/OP/2005-17).<br />

Diploma : licentie godsdienstwetenschappen met aggregatie secundair<br />

onderwijs (academisch lerarenopleiding).<br />

Ervaring : voorafgaande onderwijservaring is noodzakelijk.<br />

Salarisschaal : 502.<br />

Aard van de betrekking : 80 % tijdelijk vacant.<br />

Datum van indiensttreding : 19 september 2005.<br />

Plaats van tewerkstelling : departement lerarenopleiding, Campus<br />

Heverlee, Naamsesteenweg 355, te 3001 Heverlee, of Campus Diest,<br />

Weerstandsplein 2, te 3290 Diest.<br />

Selectiemethode : preselecties op basis van vergelijking van ingestuurde<br />

sollicitatiedossiers en eventueel selectie-interviews.<br />

Sollicitaties met curriculum vitae en vermelding van het referentienummer<br />

sturen aan de heer Wim Bergen, departementshoofd lerarenopleiding,<br />

Naamsesteenweg 355, 3001 Heverlee, vóór<br />

15 juli 2005. (27009)<br />

Functie : lector opvoedkundige wetenschappen voor de opleiding tot<br />

kleuterleid(st)er en voor de opleiding tot geaggregeerde lager secundair<br />

onderwijs (groep 1) (Ref. : KHL/OP/2005-18).<br />

Diploma : licentie pedagogische wetenschappen en aggregatie secundair<br />

onderwijs (academische lerarenopleiding).<br />

Ervaring : voorafgaande onderwijservaring is noodzakelijk.<br />

Salarisschaal : 502.<br />

Aard van de betrekking : 65 % tijdelijk vacant.<br />

Datum van indiensttreding : 19 september 2005.<br />

Plaats van tewerkstelling : departement lerarenopleiding, Campus<br />

Heverlee, Naamsesteenweg 355, te 3001 Heverlee, of Campus Diest,<br />

Weerstandsplein 2, te 3290 Diest.<br />

Selectiemethode : preselecties op basis van vergelijking van ingestuurde<br />

sollicitatiedossiers en eventueel selectie-interviews.<br />

Sollicitaties met curriculum vitae en vermelding van het referentienummer<br />

sturen aan de heer Wim Bergen, departementshoofd lerarenopleiding,<br />

Naamsesteenweg 355, 3001 Heverlee, vóór<br />

15 juli 2005. (27010)<br />

Functie : lector Nederlands/logopedie voor de opleiding tot geaggregeerde<br />

lager secundair onderwijs (groep 1) (Ref. : KHL/OP/2005-<br />

19).<br />

Diploma : licentie Germaanse Filologie met aggregatie secundair<br />

onderwijs (academische lerarenopleiding).<br />

Ervaring : voorafgaande onderwijservaring is noodzakelijk.<br />

Salarisschaal : 502.<br />

Aard van de betrekking : 80 % tijdelijk vacant.<br />

Datum van indiensttreding : 19 september 2005.<br />

33301<br />

Plaats van tewerkstelling : departement lerarenopleiding, Campus<br />

Heverlee, Naamsesteenweg 355, te 3001 Heverlee, of Campus Diest,<br />

Weerstandsplein 2, te 3290 Diest.<br />

Selectiemethode : preselecties op basis van vergelijking van ingestuurde<br />

sollicitatiedossiers en eventueel selectie-interviews.<br />

Sollicitaties met curriculum vitae en vermelding van het referentienummer<br />

sturen aan de heer Wim Bergen, departementshoofd lerarenopleiding,<br />

Naamsesteenweg 355, 3001 Heverlee, vóór<br />

15 juli 2005. (27011)


33302 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Functie : lector muzikale opvoeding voor de opleiding tot kleuterleid(st)er<br />

(Ref. : KHL/OP/2005-20).<br />

Diploma : Meester in de muziektheorie + geaggregeerde L.SO.<br />

Ervaring : voorafgaande onderwijservaring is noodzakelijk.<br />

Salarisschaal : 502.<br />

Aard van de betrekking : 60 % tijdelijk vacant.<br />

Datum van indiensttreding : 19 september 2005.<br />

Plaats van tewerkstelling : departement lerarenopleiding, Campus<br />

Heverlee, Naamsesteenweg 355, te 3001 Heverlee, of Campus Diest,<br />

Weerstandsplein 2, te 3290 Diest.<br />

Selectiemethode : preselecties op basis van vergelijking van ingestuurde<br />

sollicitatiedossiers en eventueel selectie-interviews.<br />

Sollicitaties met curriculum vitae en vermelding van het referentienummer<br />

sturen aan de heer Wim Bergen, departementshoofd lerarenopleiding,<br />

Naamsesteenweg 355, 3001 Heverlee, vóór<br />

15 juli 2005. (27012)<br />

Voor de Dienst Communicatie, Cel Cultuurcoördinatie zoeken wij<br />

een projectmedewerker cultuurcoördinatie (m/v) graad 6 –<br />

VB/A/2005/26/W<br />

Doel :<br />

Als projectmedewerker draait u samen met de verantwoordelijke en<br />

de administratieve medewerker mee in de dagdagelijkse werking van<br />

de Cel Cultuurcoördinatie.<br />

Opdrachten :<br />

U werkt mee aan de agenda van de Commissie Cultuur en van de<br />

Adviesraad Cultuur en voert de genomen beslissingen mee uit.<br />

U staat in voor de praktische organisatie van culturele activiteiten<br />

binnen het jaarlijkse Cultuurplan.<br />

U ondersteunt studenten, personeel en alumni van de K.U.Leuven<br />

bij de uitwerking van culturele initiatieven.<br />

U bouwt contacten op met externe culturele netwerken en partners<br />

en werkt mee aan de culturele evenementen van de stad Leuven en de<br />

provincie Vlaams-Brabant.<br />

U organiseert en coördineert mee de concerten van het cultuurjaarprogramma<br />

van de K.U.Leuven (artistiek, promotioneel, logistiek en<br />

technisch), de beiaardwerking en u bent medeverantwoordelijk voor de<br />

ondersteuning van de universitaire ensembles en de kringtonelen.<br />

U bent verantwoordelijk voor de praktische organisatie van culturele<br />

evenementen en festivals binnen de K.U.Leuven.<br />

Profiel :<br />

U hebt minstens een diploma hoger onderwijs van één cyclus in een<br />

relevante richting.<br />

U hebt aantoonbare werkervaring in de culturele sector, en in het<br />

bijzonder met het organiseren van evenementen.<br />

U beschikt over een uitstekende kennis van de brede culturele<br />

actualiteit.<br />

U beschikt over goede communicatieve vaardigheden en u bent een<br />

teamplayer.<br />

U kunt vlot werken met de courante MS Office-toepassingen.<br />

U bent flexibel en bereid tot veelvuldig avond- en weekendwerk.<br />

Selectieproeven :<br />

Preselectie op basis van elementen uit het profiel.<br />

Proeven en/of interviews in verband met bovengenoemde taken<br />

Wij bieden :<br />

Een deeltijdse tewerkstelling van 80 % voor onbepaalde duur.<br />

Hoe solliciteren ?<br />

Interesse ? Stuur dan uw gemotiveerde sollicitatie met curriculum<br />

vitae naar de Personeelsdienst K.U.Leuven ter attentie van Ilse<br />

Vanwezer, personeelsconsulent, Parijsstraat 72B, te 3000 Leuven,<br />

tel : 016-32 83030, fax : 016-32 83 10.<br />

E-mail : Ilse.Vanwezer@pers.kuleuven.be<br />

De kandidaturen moeten binnen zijn op de Personeelsdienst<br />

K.U.Leuven uiterlijk op 7 augustus 2005.<br />

Inzake rekrutering en aanwerving voert de K.U.Leuven een gelijkekansenbeleid.<br />

(27013)<br />

Voor het Leuvens Universitair Dienstencentrum voor Informatica en<br />

Telematica (LUDIT) zoeken wij een Consultant High Performance<br />

Computing (HPC) (m/v).<br />

Graad8-VB/A/2005/59/P<br />

Als dienstencentrum voor informatica en telematica biedt LUDIT een<br />

bijzondere combinatie van wetenschappelijke en technische kennis ten<br />

dienste van onderwijs en onderzoek.<br />

De High Performance Computing (HPC) infrastructuur voor de<br />

K.U. Leuven bestaat uit een Linux-cluster met meer dan 300 processoren<br />

en wordt gebruikt door verscheidene onderzoeksgroepen voor<br />

grootschalige simulatie en data-analyse in allerhande domeinen.<br />

Doel :<br />

U bent lid van het team dat zorgt voor het beheer en de gebruikersondersteuning<br />

van deze HPC-infrastructuur.<br />

Opdrachten :<br />

U geeft specifiek advies bij het gebruik van software tools en<br />

gespecialiseerde wetenschappelijke software.<br />

U onderzoekt en geeft advies in het gebruik van parallelle programmeeromgevingen<br />

en compilers op Linux in een gedistribueerde omgeving<br />

met de bedoeling de infrastructuur te optimaliseren.<br />

U onderzoekt de mogelijkheden tot het installeren van bijkomende<br />

software.<br />

U stelt documentatie en handleidingen op en geeft cursussen over<br />

specifieke onderwerpen met de bedoeling de HPC-infrastructuur<br />

gebruiksvriendelijk te maken en het gebruik ervan te stimuleren.<br />

Profiel :<br />

Kandidaten hebben een universitair diploma van een studierichting<br />

met een uitgebreid informaticaprogramma, of beschikken over een<br />

ander diploma van universitair niveau en hebben via bijkomende<br />

opleidingen of opgedane ervaring een brede informaticakennis opgebouwd.<br />

Ervaring in het wetenschappelijk rekenen en het gebruik van wetenschappelijke<br />

programmatuur is noodzakelijk en kennis van één of<br />

meerdere programmeertalen is vereist.<br />

Gebruikerservaring met Linux is noodzakelijk, ervaring met<br />

systeembeheer is een pluspunt.<br />

Ervaring in parallel programmeren is een pluspunt.<br />

Belangstelling voor dienstverlening en uitstekende communicatieve<br />

vaardigheden zijn vereist.<br />

Kandidaten drukken zich vlot uit, zowel mondeling als schriftelijk,<br />

in het Nederlands en het Engels.<br />

Kandidaten zijn bekwaam om accuraat te rapporteren.<br />

Wij bieden :<br />

Een voltijdse tewerkstelling voor een periode van 2 jaar, eventueel<br />

verlengbaar.<br />

Hoe solliciteren ?<br />

Interesse ? Stuur dan uw gemotiveerde sollicitatie met curriculum<br />

vitae naar de Personeelsdienst K.U.Leuven, ter attentie van Ilse<br />

Vanwezer, personeelsconsulent, Parijsstraat 72B, te 3000 Leuven,<br />

tel. 016-32 83 30, fax 016-32 83 10.<br />

E-mail : ilse.vanwezer@pers.kuleuven.be<br />

De kandidaatstellingen moeten ons bereiken ten laatste op<br />

15 augustus 2005.<br />

Inzake rekrutering en aanwerving voert de K.U.Leuven een gelijkekansenbeleid.<br />

(27014)


Voor de Dienst Communicatie, Cel Cultuurcoördinatie zoeken wij<br />

een verantwoordelijke cel cultuurcoördinatie (m/v) graad 7 –<br />

VB/A/2005/58/W<br />

Doel :<br />

U leidt Cultuurcoördinatie en staat in voor het aansturen en begeleiden<br />

van medewerkers, jobstudenten en stagiaires.<br />

Opdrachten :<br />

U bent verantwoordelijk voor de inhoudelijke voorbereiding van de<br />

agenda van de Commissie Cultuur en van de Adviesraad Cultuur en<br />

voor de uitvoering van de beslissingen.<br />

U neemt initiatieven voor de uitwerking en ondersteuning van<br />

culturele activiteiten van studenten, personeel en alumni.<br />

U stelt de jaarprogrammatie op van de cultuurevenementen aan de<br />

K.U.Leuven en legt deze voor aan de Commissie Cultuur.<br />

U bent verantwoordelijk voor de projecten vastgelegd in het jaarlijkse<br />

Cultuurplan.<br />

U beheert het budget Cultuur en rapporteert erover.<br />

U bouwt contacten op met externe culturele netwerken en partners.<br />

U bent verantwoordelijk voor de samenwerkingsprojecten met culturele<br />

partners in de stad Leuven en de provincie Vlaams-Brabant.<br />

U organiseert en coördineert de concerten van het cultuurjaarprogramma<br />

van de K.U.Leuven (artistiek, promotioneel, logistiek en<br />

technisch), de beiaardwerking en u bent verantwoordelijk voor de<br />

ondersteuning van de universitaire ensembles.<br />

U bent verantwoordelijk voor de communicatie over K.U.Leuvencultuurevenementen<br />

: opmaak en verspreiding van de Cultuurgids<br />

K.U.Leuven, de Cultuurkalender K.U.Leuven, affiches en flyers, de<br />

website Cultuur en de e-Cultuur.<br />

Ontwikkelen en formuleren van een beleidsvisie betreffende het<br />

domein van salaris-administratie : definiëren van dienstdoelstellingen,<br />

signaleren van problematieken en van opportuniteiten, valideren van<br />

nieuwe werkprocessen,...<br />

Profiel :<br />

U hebt bij voorkeur een academisch diploma van twee cycli en<br />

tenminste een diploma van hoger onderwijs van één cyclus.<br />

U hebt aantoonbare werkervaring in de culturele sector, en in het<br />

bijzonder met het organiseren en coördineren van evenementen.<br />

U beschikt over een uitstekende kennis van de brede culturele<br />

actualiteit.<br />

U hebt ervaring met het voorbereiden, leiden en opvolgen van<br />

vergaderingen.<br />

U beschikt over goede communicatieve en leidinggevende vaardigheden.<br />

U kunt vlot werken met de courante MS Office-toepassingen.<br />

U bent flexibel en bereid tot veelvuldig avond- en weekendwerk.<br />

Selectieproeven :<br />

Preselectie op basis van elementen uit het profiel.<br />

Proeven en/of interviews in verband met bovengenoemde taken.<br />

Wij bieden :<br />

Een deeltijdse tewerkstelling van 80 % voor onbepaalde duur.<br />

Hoe solliciteren ?<br />

Interesse ? Stuur dan uw gemotiveerde sollicitatie met curriculum<br />

vitae naar de Personeelsdienst K.U.Leuven ter attentie van Ilse<br />

Vanwezer, personeelsconsulent, Parijsstraat 72B, te 3000 Leuven,<br />

tel : 016-32 83 30, fax : 016-32 83 10.<br />

E-mail : Ilse.Vanwezer@pers.kuleuven.be<br />

De kandidaturen moeten binnen zijn op de Personeelsdienst<br />

K.U.Leuven uiterlijk op 7 augustus 2005.<br />

Inzake rekrutering en aanwerving voert de K.U.Leuven een gelijkekansenbeleid.<br />

(27015)<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Hogeschool Antwerpen<br />

Departement audiovisuele en beeldende kunst<br />

33303<br />

Opleiding beeldende kunsten en conservatie en restauratie<br />

Voltijds doctor-assistent, voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten.<br />

Codenummer :B-2005 - 16.1<br />

Barema 509 - 100 %<br />

Diplomavereisten : een diploma van doctor op proefschrift met<br />

volgende specialisatie : kunstwetenschappen.<br />

Een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid strekt tot aanbeveling.<br />

Ervaring : relevante beroepservaring is vereist.<br />

Aanstellingskenmerken : aanstelling met ingang van 1 oktober 2005<br />

tot en met 30 september 2008, eventueel verlengbaar.<br />

Loon en/of andere voordelen : barema 509.<br />

Nuttige beroepservaring buiten het onderwijs kan eventueel erkend<br />

worden via de toekenning van een geldelijke anciënniteitbijslag van<br />

maximaal tien jaren.<br />

Kandidaatstelling :<br />

Sollicitanten moeten voldoen aan de bepalingen van art. 89 van het<br />

hogescholendecreet d.d. 13 juli 1994 inzake toegang tot de ambten.<br />

Kandideren kan uitsluitend door, per aangetekend schrijven of tegen<br />

ontvangstbewijs, tot en met 26 augustus 2005, een schriftelijke en<br />

gemotiveerde sollicitatiebrief (met vermelding van het ambt en het<br />

bijbehorende codenummer) + een curriculum vitae, te bezorgen aan :<br />

Hogeschool Antwerpen, t.a.v. de heer Jacques Peeters, algemeen directeur,<br />

Keizerstraat 15, 2000 Antwerpen.<br />

Bijkomende inlichtingen m.b.t. de inhoudelijke aspecten van de<br />

functie kunnen bekomen worden bij de heer Jacques Peeters op het<br />

telefoonnummer : 03-213 93 04<br />

Voor gedetailleerde beschrijving en het profiel van deze functie<br />

verwijzen wij naar onze website : www.ha.be/vacatures (27016)<br />

Departement Bedrijfskunde, Lerarenopleiding en Sociaal Werk<br />

1. Opleiding SOCIAAL WERK,<br />

Deeltijds lector of praktijklector, voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten.<br />

Codenummer : BLS - 2005 – 34.1<br />

Barema 316 of 502 – 50 %<br />

2. Opleiding SOCIAAL WERK,<br />

Deeltijds lector of praktijklector, voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten.<br />

Codenummer : BLS - 2005 – 34.2<br />

Barema 316 of 502 – 50 %<br />

3. Opleiding SOCIAAL WERK,<br />

Deeltijds lector of praktijklector, voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten.<br />

Codenummer : BLS - 2005 – 34.3<br />

Barema 316 of 502 – 50 %<br />

Diplomavereisten : Een diploma van het hoger onderwijs van één<br />

cyclus met volgende specialisatie : maatschappelijk assistent, afstudeerrichting<br />

maatschappelijk werk of een diploma van de tweede cyclus<br />

van het academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus<br />

van het hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s)<br />

: licentiaat in de richting humane wetenschappen.<br />

Ervaring : Beroepservaring als maatschappelijk assistent in het<br />

werkveld is vereist.


33304 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

4. Opleiding Bachelor Kleuteronderwijs, Lager Onderwijs en Secundair<br />

Onderwijs.<br />

Deeltijds lector psychologische en (ped)agogische wetenschappen,<br />

voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten sociale, agogische en<br />

communicatieve basisvaardigheden, vakoverschrijdende educatie,<br />

PAV, stagebegeleiding<br />

Codenummer : BLS - 2005 – 34.4<br />

Barema 502 – 60 %<br />

5. Opleiding Bachelor Kleuteronderwijs, Lager Onderwijs en Secundair<br />

Onderwijs.<br />

Deeltijds lector psychologische en (ped)agogische wetenschappen,<br />

voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten sociale, agogische en<br />

communicatieve basisvaardigheden, vakoverschrijdende educatie,<br />

PAV, stagebegeleiding<br />

Codenummer : BLS - 2005 – 34.5<br />

Barema 502 – 55 %<br />

Diplomavereisten : Een diploma van de tweede cyclus van het<br />

academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />

hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s) :<br />

licentiaat in de psychologische en/of (ped)agogische wetenschappen.<br />

Bijkomend is een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid<br />

vereist.<br />

Ervaring : Onderwijservaring strekt tot aanbeveling.<br />

6. Opleiding Bachelor Lichamelijke Opvoeding, leraar lichamelijke<br />

opvoeding.<br />

Voltijds lector lichamelijke opvoeding voornamelijk belast met<br />

onderwijsactiviteiten<br />

Codenummer : BLS - 2005 – 34.6<br />

Barema 502 – opdeelbaar - 100 %<br />

Diplomavereisten : Een diploma van de tweede cyclus van het<br />

academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />

hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s) :<br />

licentiaat in de lichamelijke opvoeding.<br />

Bijkomend is een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid<br />

vereist.<br />

Ervaring : Sportieve relevantie aantonen door behaalde<br />

bekwaamheidsbewijzen afgeleverd door een officiële instantie.<br />

Praktijkervaring in kleuter-, lager en/of secundair onderwijs<br />

7. Opleiding Bachelor Secundair Onderwijs groep 1.<br />

Deeltijds lector aardrijkskunde, voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten<br />

aardrijkskunde en aardrijkskunde didactiek.<br />

Codenummer : BLS - 2005 – 34.7<br />

Barema 502 – 85 %<br />

Diplomavereisten : Een diploma van de tweede cyclus van het<br />

academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />

hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s) :<br />

licentiaat in de wetenschappen, bij voorkeur aardrijkskunde.<br />

Bijkomend is een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid<br />

vereist.<br />

Ervaring : Onderwijservaring strekt tot aanbeveling.<br />

8. Opleiding Bachelor Lager Onderwijs.<br />

Deeltijds praktijklector of lector muziek, voornamelijk belast met<br />

onderwijsactiviteiten muziek.<br />

Codenummer : BLS - 2005 – 34.8<br />

Barema 316 of 502 – 25 %<br />

Diplomavereisten : Een diploma van het hoger onderwijs van één<br />

cyclus met volgende specialisatie : Muziek of een diploma van de<br />

tweede cyclus van het academisch onderwijs of een diploma van de<br />

tweede cyclus van het hoger onderwijs van academisch niveau met<br />

volgende specialisatie(s) : Meester in de Muziek of een daaraan<br />

gelijkgesteld diploma.<br />

Bijkomend is een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid<br />

vereist.<br />

Ervaring : Onderwijservaring strekt tot aanbeveling.<br />

9. Opleiding Bachelor kleuteronderwijs.<br />

Deeltijds praktijklector of lector muziek, voornamelijk belast met<br />

onderwijsactiviteiten muziek.<br />

Codenummer : BLS - 2005 – 34.9<br />

Barema 316 of 502 – 40 %<br />

Diplomavereisten : Een diploma van het hoger onderwijs van één<br />

cyclus met volgende specialisatie : eerste prijs notenleer en eerste prijs<br />

muziekgeschiedenis of een diploma van de tweede cyclus van het<br />

academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />

hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s) :<br />

Meester in de Muziek of een daaraan gelijkgesteld diploma.<br />

Bijkomend is een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid<br />

vereist.<br />

Ervaring : Onderwijservaring strekt tot aanbeveling.<br />

10. Opleiding Bachelor kleuteronderwijs en lager onderwijs, Bachelor<br />

Grensverleggend ondernemen<br />

Deeltijds lector Nederlands, voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten<br />

Nederlands, Nederlands didactiek, Taalvaardigheid,<br />

eindwerk- en stagebegeleiding, muzische vorming drama.<br />

Codenummer : BLS - 2005 – 34.10<br />

Barema 502 – 35 %<br />

Diplomavereisten : Een diploma van de tweede cyclus van het<br />

academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />

hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s) :<br />

licentiaat Germaanse talen.<br />

Bijkomend is een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid<br />

vereist.<br />

Ervaring : Onderwijservaring strekt tot aanbeveling.<br />

11. Opleiding Bachelor Secundair Onderwijs<br />

Deeltijds lector niet-confessionele zedenleer, voornamelijk belast met<br />

onderwijsactiviteiten niet-confessionele zedenleer.<br />

Codenummer : BLS - 2005 – 34.11<br />

Barema 502 – 55 %<br />

Diplomavereisten : Een diploma van de tweede cyclus van het<br />

academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />

hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s) :<br />

licentiaat in de moraalwetenschappen.<br />

Bijkomend is een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid<br />

vereist.<br />

Ervaring : Minimaal 6 jaren onderwijservaring (secundair onderwijs)<br />

met een minimum opdracht van 50 % is vereist.<br />

Mogelijke participatie aan pedagogisch/didactische werkgroepen<br />

strekt tot aanbeveling<br />

Engagement in de vrijzinnige gemeenschap wordt gewaardeerd<br />

12. Opleiding Bachelor Technische Vakken Hout/Bouw, leraar technische<br />

vakken hout/bouw.<br />

Deeltijds praktijklector technische vakken hout/bouw, voornamelijk<br />

belast met onderwijsactiviteiten eindwerkbegeleiding hout/bouw.<br />

Codenummer : BLS - 2005 – 34.12<br />

Barema 316 – 35 %


Diplomavereisten : Een diploma van het hoger onderwijs van één<br />

cyclus met volgende specialisatie :<br />

geaggregeerde secundair onderwijs afdeling Hout - Bouw<br />

Ervaring : Gezien de specificiteit van de opdracht wordt van de<br />

kandidaat verwacht de nodige ervaring te hebben op al de vermelde<br />

gebieden.<br />

Affiniteit met en kennis van de verwerkende nijverheid is een<br />

noodzaak.<br />

Aanstellingskenmerken : aanstelling met ingang van 1 oktober 2005<br />

tot en met 30 september 2006, eventueel verlengbaar.<br />

Loon en/of andere voordelen : barema 316 of 502.<br />

13. Opleiding Initiële Lerarenopleiding van academisch niveau –<br />

Aggregatie Beeldende Kunst<br />

Deeltijds assistent praktijkstudie HG, voornamelijk belast met<br />

onderwijsactiviteiten praktijkstudie HG, toegepaste didactiek HG,<br />

stage MG+HG.<br />

Codenummer : BLS - 2005 – 34.13<br />

Barema 502 – 15 %<br />

Diplomavereisten : Een diploma van de tweede cyclus van het<br />

academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />

hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s) :<br />

meester in de audiovisuele kunst.<br />

Bijkomend is een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid<br />

vereist.<br />

Ervaring : Deskundigheid verworven hebben in het hanteren van de<br />

audiovisuele media in didactische en agogische situaties.<br />

Ervaring in de audiovisuele sector.<br />

14. Opleiding Initiële Lerarenopleiding van academisch niveau –<br />

Aggregatie Beeldende Kunst<br />

Deeltijds assistent praktijkstudie MG, voornamelijk belast met<br />

onderwijsactiviteiten praktijkstudie MG, toegepaste didactiek MG,<br />

stage LG<br />

Codenummer : BLS - 2005 – 34.14<br />

Barema 502 – 30 %<br />

Diplomavereisten : Een diploma van de tweede cyclus van het<br />

academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />

hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s) :<br />

meester in de beeldende kunst of gelijkgesteld.<br />

Bijkomend is een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid<br />

vereist.<br />

Ervaring : Ervaring in de sector van het (deeltijds) kunstonderwijs en<br />

ervaring als beeldend kunstenaar.<br />

15. Opleiding Initiële Lerarenopleiding van academisch niveau –<br />

Aggregatie Beeldende Kunst<br />

Deeltijds assistent medialabo, voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten.<br />

Codenummer : BLS - 2005 – 34.15<br />

Barema 502 – 5%<br />

Diplomavereisten : Een diploma van de tweede cyclus van het<br />

academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />

hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s) :<br />

meester in de audiovisuele kunst.<br />

Bijkomend is een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid<br />

vereist.<br />

Ervaring : Deskundigheid verworven hebben in het hanteren van de<br />

audiovisuele media in didactische en agogische situaties.<br />

Ervaring in de audiovisuele sector.<br />

Aanstellingskenmerken : aanstelling met ingang van 1 oktober 2005<br />

tot en met 30 september 2007, eventueel verlengbaar.<br />

Loon en/of andere voordelen : barema 502.<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Nuttige beroepservaring buiten het onderwijs kan eventueel erkend<br />

worden via de toekenning van een geldelijke anciënniteitbijslag van<br />

maximaal 10 jaren.<br />

Kandidaatstelling.<br />

Sollicitanten moeten voldoen aan de bepalingen van artikel 89 van<br />

het hogescholendecreet d.d. 13 juli 1994 inzake toegang tot de ambten.<br />

Kandideren kan uitsluitend door, per aangetekend schrijven of tegen<br />

ontvangstbewijs, tot en met 26 augustus 2005, een schriftelijke en<br />

gemotiveerde sollicitatiebrief (met vermelding van het ambt en het<br />

bijbehorende codenummer) + een curriculum vitae, te bezorgen aan :<br />

Hogeschool Antwerpen, t.a.v. de heer Jacques Peeters, algemeen<br />

directeur, Keizerstraat 15, 2000 Antwerpen.<br />

Bijkomende inlichtingen m.b.t. de inhoudelijke aspecten van de<br />

functie kunnen bekomen worden bij A. Everaerts op het telefoonnummer<br />

: 03-259 08 14.<br />

Voor gedetailleerde beschrijving en het profiel van deze functie<br />

verwijzen wij naar onze website : www.ha.be/vacatures. (27017)<br />

Departement Vertalers en Tolken<br />

33305<br />

A. Opleiding TOLKEN<br />

Deeltijds assistent Spaans, voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten<br />

en maatschappelijke dienstverlening.<br />

Codenummer : V- 2005 – 4<br />

Barema 502 – niet opdeelbaar - 30 %<br />

Diplomavereisten : een diploma van de tweede cyclus van het<br />

academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />

hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s) :<br />

licentiaat vertaler-tolk of een gelijkwaardig doctoraal/master.<br />

Ervaring : onderwijservaring in het hoger onderwijs is een pluspunt.<br />

Aanstellingskenmerken : aanstelling met ingang van 1 oktober 2005<br />

tot en met 30 september 2007, eventueel verlengbaar.<br />

B. Opleiding VERTALERS<br />

Deeltijds docent Engels, voornamelijk belast met onderwijs- en<br />

onderzoekstaken en maatschappelijke dienstverlening.<br />

Codenummer : V – 2005 – 5<br />

Barema 528 – niet opdeelbaar - 20 %<br />

Diplomavereisten : een diploma van doctor op proefschrift binnen<br />

de Faculteit letteren en wijsbegeerte.<br />

Ervaring : relevante doceerervaring in het hoger onderwijs is een<br />

meerwaarde<br />

Aanstellingskenmerken : aanstelling met ingang van 1 oktober 2005<br />

tot en met 30 september 2006, eventueel verlengbaar.<br />

C. Opleiding VERTALERS<br />

Deeltijds doctor-assistent Engels, voornamelijk belast met onderwijsen<br />

onderzoekstaken en maatschappelijke dienstverlening.<br />

Codenummer : V – 2005 – 6<br />

Barema 509 - niet opdeelbaar - 60 %<br />

Diplomavereisten : een diploma van doctor op proefschrift binnen<br />

de Faculteit letteren en wijsbegeerte.<br />

Ervaring : relevante doceerervaring in het hoger onderwijs is een<br />

meerwaarde.<br />

Aanstellingskenmerken : aanstelling met ingang van 1 oktober 2005<br />

tot en met 30 september 2008, eventueel verlengbaar.<br />

D. Opleiding VERTALERS<br />

Voltijds assistent Frans, voornamelijk belast met onderwijs– en<br />

onderzoekstaken en maatschappelijke dienstverlening<br />

Codenummer : V – 2005 – 7<br />

Barema 502 – niet opdeelbaar - 100 %


33306 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Diplomavereisten : een diploma van de tweede cyclus van het<br />

academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />

hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s) :<br />

licentiaat vertaler en/of tolk, licentiaat taal- en letterkunde, optie Frans<br />

of een equivalent diploma.<br />

Ervaring : onderwijservaring Frans, bij voorkeur verworven in het<br />

hoger onderwijs, strekt tot aanbeveling.<br />

Aanstellingskenmerken : aanstelling met ingang van 1 oktober 2005<br />

tot en met 30 september 2007, eventueel verlengbaar.<br />

E. Opleiding VERTALERS<br />

Deeltijds docent Frans, voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten<br />

Codenummer : V – 2005 – 8<br />

Barema 528 – niet opdeelbaar - 20 %<br />

Diplomavereisten : een diploma van doctor in de Romaanse taal- en<br />

letterkunde, optie Frans, specialisatie Franse letterkunde of een equivalent<br />

diploma.<br />

Ervaring : de kandidaat moet beschikken over een ruime onderwijservaring<br />

Frans, bij voorkeur verworven in het hoger onderwijs. Ervaring<br />

op het vlak van vertaling kan nuttig zijn<br />

Aanstellingskenmerken : aanstelling met ingang van 1 oktober 2005<br />

tot en met 30 september 2006, eventueel verlengbaar.<br />

Bijkomende aanstellingsvoorwaarden : nuttige beroepservaring<br />

buiten het onderwijs kan eventueel erkend worden via de toekenning<br />

van een geldelijke anciënniteitsbijslag van maximaal 10 jaren.<br />

Kandidaatstelling.<br />

Sollicitanten moeten voldoen aan de bepalingen van artikel 89 van<br />

het hogescholendecreet d.d. 13 juli 1994 inzake toegang tot de ambten.<br />

Kandideren kan uitsluitend door, per aangetekend schrijven of tegen<br />

ontvangstbewijs, tot en met 26 augustus 2005, een schriftelijke en<br />

gemotiveerde sollicitatiebrief (met vermelding van het ambt en het<br />

bijbehorende codenummer) + een curriculum vitae, te bezorgen aan :<br />

Hogeschool Antwerpen, t.a.v. de heer Jacques Peeters, algemeen<br />

directeur, Keizerstraat 15, 2000 Antwerpen.<br />

Voor gedetailleerde beschrijving en het profiel van deze functies<br />

verwijzen wij naar onze website : www.ha.be/vacatures. (27018)<br />

Departement Industriële Wetenschappen en Technologie<br />

A. Opleiding Vastgoed (professionele bachelor)<br />

Deeltijds lector, voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten<br />

Codenummer : IW–2005-6<br />

Barema 502 – opdeelbaar - 25 %<br />

Diplomavereisten : een diploma van de tweede cyclus van het<br />

academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />

hoger onderwijs van academisch niveau.<br />

Ervaring : praktische beroepservaring in de vastgoedsector is vereist.<br />

Aanstellingskenmerken : aanstelling met ingang van 1 oktober 2005<br />

tot en met 30 september 2006, eventueel verlengbaar.<br />

B. Opleiding Vastgoed (professionele bachelor)<br />

Deeltijds praktijklector, voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten.<br />

Codenummer : IW–2005-7<br />

Barema 316 - 25 %<br />

Diplomavereisten : een diploma van een opleiding van het hoger<br />

onderwijs van één cyclus aangevuld met een diploma van Meetkundige,<br />

Schatter van Onroerende Goederen.<br />

Ervaring : praktische beroepservaring in het landmeten is vereist.<br />

Aanstellingskenmerken : aanstelling met ingang van 1 oktober 2005<br />

tot en met 30 september 2006, eventueel verlengbaar.<br />

C. Opleiding chemie (academische bachelor en master)<br />

Deeltijds assistent, voornamelijk belast met wetenschappelijk onderzoek.<br />

Codenummer : IW-2005-8<br />

Barema 502 – 60 %<br />

Diplomavereisten : een diploma van de tweede cyclus van het<br />

academisch onderwijs of een diploma van de tweede cyclus van het<br />

hoger onderwijs van academisch niveau met volgende specialisatie(s) :<br />

industrieel ingenieur chemie.<br />

Ervaring : geen ervaring vereist.<br />

Aanstellingskenmerken : aanstelling met ingang van 1 oktober 2005<br />

tot en met 30 september 2007, eventueel verlengbaar.<br />

Bijkomende aanstellingsvoorwaarden : nuttige beroepservaring<br />

buiten het onderwijs kan eventueel erkend worden via de toekenning<br />

van een geldelijke anciënniteitsbijslag van maximaal 10 jaren.<br />

Kandidaatstelling :<br />

Sollicitanten moeten voldoen aan de bepalingen van art. 89 van het<br />

hogescholendecreet d.d. 13 juli 1994 inzake toegang tot de ambten.<br />

Kandideren kan uitsluitend door, per aangetekend schrijven of tegen<br />

ontvangstbewijs, tot en met 26 augustus 2005, een schriftelijke en<br />

gemotiveerde sollicitatiebrief (met vermelding van het ambt en het<br />

bijbehorende codenummer) + een curriculum vitae, te bezorgen aan :<br />

Hogeschool Antwerpen, t.a.v. de heer Jacques Peeters, algemeen<br />

directeur, Keizerstraat 15, 2000 Antwerpen.<br />

Voor gedetailleerde beschrijving en het profiel van deze functies<br />

verwijzen wij naar onze website : www.ha.be/vacatures. (27019)<br />

Departement Centrale administratie<br />

Voltijds medewerker studentenadministratie.<br />

Codenummer :C-2005-7<br />

Niveau C, graad 2<br />

Barema 579 – 100 %<br />

Diploma: diploma secundair onderwijs.<br />

Profielomschrijving :<br />

geeft administratieve ondersteuning bij opmaak en opvolging van<br />

studentendossiers;<br />

verzamelt, verwerkt en rapporteert gegevens o.l.v. de coördinator<br />

studentenaangelegenheden;<br />

voert algemeen administratief ondersteunende taken uit;<br />

behandelt lopende zaken en alle rechtstreekse gegevens m.b.t. de<br />

behandelde materie;<br />

stelt dossiers samen en vervolledigt standaarddocumenten en<br />

bestanden;<br />

communiceert binnen de centrale administratie en naar de departementen;<br />

grondige kennis van courante software-applicaties :<br />

praktische ervaring met het volledige MS OFFICE pakket;<br />

grondige kennis van MS EXCEL;<br />

grondige kennis van MS ACCESS;<br />

praktische ervaring met SQL scripts;<br />

praktische ervaring met een rapportgenerator.<br />

Ervaring : specifieke ervaring is een meerwaarde.


Plaats van tewerkstelling :<br />

Hogeschool Antwerpen<br />

Centrale Administratie<br />

Keizerstraat 15<br />

2000 Antwerpen.<br />

Aanstellingskenmerken :<br />

Aanstelling met ingang van 1 september 2005 tot en met<br />

31 december 2005 (verlengbaar na positieve evaluatie). Nuttige<br />

beroepservaring buiten het onderwijs kan eventueel erkend worden via<br />

de toekenning van een geldelijke anciënniteitsbijslag van maximaal<br />

10 jaren.<br />

Kandidaatstelling :<br />

Sollicitanten moeten voldoen aan de bepalingen van art. 89 van het<br />

hogescholendecreet d.d. 13 juli 1994 inzake toegang tot de ambten.<br />

Kandideren kan uitsluitend door, per aangetekend schrijven of tegen<br />

ontvangstbewijs, tot en met 10 augustus 2005, een schriftelijke en<br />

gemotiveerde sollicitatiebrief (met vermelding van het ambt en het<br />

bijbehorend codenummer) + een curriculum vitae, te bezorgen aan :<br />

Hogeschool Antwerpen<br />

t.a.v. de heer Jacques Peeters, algemeen directeur<br />

Keizerstraat 15<br />

2000 Antwerpen<br />

Bijkomende informatie : www.ha.be/vacatures of tel. 03-213 93 06.<br />

(27020)<br />

Departement Centrale administratie<br />

Voltijds coördinator personeel<br />

Codenummer: C-2005-8<br />

Niveau A, graad 2<br />

Barema 587– 100 %<br />

Diploma : diploma academisch onderwijs of hogescholenonderwijs<br />

van academisch niveau.<br />

Algemeen functieprofiel :<br />

de functie is centraal en decentraal gericht;<br />

de coördinator werkt onder de verantwoordelijkheid van directeur<br />

personeel;<br />

de functie heeft betrekking op het specifiek deelgebied personeelsadministratie;<br />

organiseert, geeft uitvoering aan en volgt de bestuurlijke, organisatorische<br />

en inhoudelijk gerelateerde ondersteuning t.o.v. de directeur<br />

op;<br />

coördineert en superviseert de werking van de personeelsadministratie;<br />

ontwikkelt werkafspraken en procedures.<br />

Ervaring : relevante werkervaring is een meerwaarde.<br />

Plaats van tewerkstelling :<br />

Hogeschool Antwerpen<br />

Centrale Administratie<br />

Keizerstraat 15<br />

2000 Antwerpen<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Aanstellingskenmerken :<br />

Aanstelling met ingang van 1 september 2005 tot en met<br />

31 december 2005 (verlengbaar na positieve evaluatie). Nuttige<br />

beroepservaring buiten het onderwijs kan eventueel erkend worden via<br />

de toekenning van een geldelijke anciënniteitsbijslag van maximaal<br />

10 jaren.<br />

Kandidaatstelling :<br />

Sollicitanten moeten voldoen aan de bepalingen van art. 89 van het<br />

hogescholendecreet d.d. 13 juli 1994 inzake toegang tot de ambten.<br />

Kandideren kan uitsluitend door, per aangetekend schrijven of tegen<br />

ontvangstbewijs, tot en met 10 augustus 2005, een schriftelijke en<br />

gemotiveerde sollicitatiebrief (met vermelding van het ambt en het<br />

bijbehorend codenummer) + een curriculum vitae, te bezorgen aan :<br />

Hogeschool Antwerpen<br />

t.a.v. de heer Jacques Peeters, algemeen directeur<br />

Keizerstraat 15<br />

2000 Antwerpen<br />

Bijkomende informatie : www.ha.be/vacatures of tel. 03-213 93 06.<br />

(27021)<br />

Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel<br />

Examenprogramma van personeelsdirecteur voor het OPZ Geel<br />

Een wervingsreserve van mannelijke en vrouwelijke Nederlandstalige<br />

personeelsdirecteurs wordt aangelegd voor het OPZ Geel. De<br />

wervingsreserve blijft 1 jaar geldig.<br />

Het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis is een open en geïntegreerd<br />

psychiatrisch kennis- en dienstencentrum dat zich richt tot elke persoon<br />

in psychische nood. Het aanbieden van gespecialiseerde zorg en<br />

ondersteuning gekaderd in een verregaand streven naar openheid en<br />

integratie typeert de Geelse aanpak. Ruim 560 personeelsleden en<br />

1 000 plaatsen en bedden verdeeld over vier divisies richten zich, elk<br />

met hun eigen aanpak en expertise naar de specifieke doelgroepen<br />

Volwassenen, Ouderen, Jongeren en Rehabilitatie. Ter ondersteuning<br />

van de personeelsadministratie zijn wij dringend op zoek naar (m/v) :<br />

1. Functiebeschrijving :<br />

Personeelsdirecteur :<br />

Als personeelsdirecteur maak je deel uit van het directieteam en<br />

draag je de verantwoordelijkheid over het HR-gebeuren binnen het<br />

OPZ. Je tekent in overeenstemming met de strategische opties van het<br />

OPZ en gekaderd in het geheel van het HR-beleid van de Vlaamse<br />

Gemeenschap een personeelsbeleid uit. Je geeft beleidsondersteunend<br />

advies en onderneemt acties om het personeelsbeleid in al zijn facetten<br />

in de organisatie gestalte te geven.<br />

Je geeft leiding aan de HRM-cel en de personeelsadministratie.<br />

2. Profiel :<br />

Je hebt een brede kennis van de verschillende domeinen van personeelsbeleid<br />

en de verschillende HR-instrumenten.<br />

Je hebt overtuigingskracht. Je kan concepten ontwikkelen en<br />

uitwerken.<br />

Je bent empathisch en zowel schriftelijk als mondeling sterk in<br />

communicatie.<br />

Je hebt een universitaire opleiding genoten, bij voorkeur in een menswetenschappelijke<br />

richting.<br />

Een bijkomende opleiding in HR strekt tot aanbeveling.<br />

Je hebt minimum 5 jaar relevante ervaring.<br />

33307


33308 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

3. Toelatingsvoorwaarden te vervullen op 1 september 2005 :<br />

U bent burger van de Europese Unie.<br />

U hebt een gedrag dat in overeenstemming is met de eisen van de<br />

beoogde betrekking.<br />

U geniet de burgerlijke en politieke rechten.<br />

U hebt aan de dienstplichtwetten voldaan.<br />

U bent lichamelijk geschikt voor de normale uitoefening van het<br />

ambt.<br />

4. Selectieprocedure :<br />

4.1. Voorselectie<br />

De voorselectie zal gebeuren op basis van de ervaringsvereiste :<br />

Relevantie van de ervaring in het functionele domein.<br />

Diploma.<br />

Kandidaten die voldoen aan de ervaringsvereiste nemen deel aan een<br />

jurygesprek dat peilt naar :<br />

vakkennis;<br />

motivatie;<br />

attitude.<br />

Geschikt bevonden kandidaten worden toegelaten tot het<br />

4.2. Psychotechnisch onderzoek incl. assessmentcenter<br />

Dit bestaat uit een interview aangevuld met een persoonlijkheidsonderzoek<br />

en assessmentoefening.<br />

Om te slagen dienden de kandidaten ten minste beoordeling geschikt<br />

of zeer geschikt te behalen.<br />

4.3. Eindgesprek<br />

Om te slagen dienen kandidaten ten minste 60 punten op 100 te<br />

behalen.<br />

De definitieve rangschikking wordt bepaald in het eindgesprek.<br />

5. Aanwervingsvoorwaarden :<br />

5.1. Toelatingsvoorwaarden te vervullen op de datum van de aanwerving<br />

U hebt een universitair diploma en u heeft minstens 5 jaar relevante<br />

ervaring.<br />

U neemt deel aan de selectieprocedure en slaagt voor de testen.<br />

Opmerking :<br />

Na uw aanwerving dient u met goed gevolg een stage van<br />

12 maanden te volbrengen vooraleer je tot ambtenaar kan worden<br />

benoemd.<br />

5.2. Rangschikking<br />

De geslaagden voor de selectie worden gerangschikt volgens het<br />

totaal aantal behaalde punten op het jurygesprek. Deze rangschikking<br />

wordt bij de aanwerving in acht genomen.<br />

6. Salaris :<br />

De wedde (geïndexeerde brutojaarwedde) situeert zich tussen<br />

S 38.627 en S 60.498.<br />

7. Inschrijving : ten laatste op 1 september 2005.<br />

Meer informatie over het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel en<br />

haar werking kunt u vinden op www.opzgeel.be. Voor inlichtingen<br />

kunt u terecht bij Jan Van Rensbergen, leidend ambtenaar,<br />

tel. 014-57 93 00.<br />

U kunt deelnemen aan dit aanwervingsexamen door uw sollicitatiebrief<br />

met c.v. en vermelding van de functie, met als uiterste<br />

inschrijvingsdatum 1 september 2005, te versturen naar Iris Croonenborghs,<br />

Dokter Sanodreef 4, 2440 Geel, of te mailen aan<br />

iris.croonenborghs@opzgeel.be<br />

De datum van de poststempel of het ontvangsttijdstip op de server<br />

gelden als bewijs voor de inschrijvingsdatum. (27022)<br />

Universiteit Gent<br />

(2005/CA70/C) : Eén deeltijdse (50 %) betrekking in functieklasse C<br />

(graad 3) als medewerker (onthaalbediende) voor avonddienst bij de<br />

directie Gebouwen en Facilitair Beheer (Centrale administratie) –<br />

wedde à 100%:min.S 13.870,89 – max. S 24.180,02.<br />

Profiel van de kandidaat :<br />

Diploma van volledig secundair onderwijs.<br />

Kennis (mondeling) van de Franse en de Engelse taal.<br />

Kennis van courante softwarepakketten (MS Office).<br />

Beschikken over goede mondelinge communicatieve vaardigheden.<br />

Zin voor initiatief hebben.<br />

Zin voor verantwoordelijkheid hebben.<br />

Klantgerichtheid.<br />

Flexibele ingesteldheid. Het betreft hier een deeltijdse betrekking<br />

van 3 u. 48 m., van 18 uur tot 21 u. 48 m.<br />

Inhoud van de functie :<br />

Instaan voor het onthaal aan de infobalie van Het Pand : verstrekken<br />

van inlichtingen aan bezoekers, beantwoorden van telefoonoproepen.<br />

Bieden van administratieve ondersteuning : beantwoorden van briefwisseling,<br />

verwerken van bestelbonnen in SAP.<br />

Algemene beschikkingen voor deze betrekking.<br />

Meer info omtrent de selectieprocedure kan u opvragen bij Barbara<br />

Vanhee op het telefoonnummer 09-242 54 59 (contactpersoon Barbara<br />

Vanhee) of op het e-mailadres hrs.governmenthudson.com.<br />

De wedde wordt thans uitbetaald aan 134,59 %.<br />

De kandidaten moeten een gedrag hebben dat in overeenstemming<br />

is met de eisen van de beoogde betrekking en moeten lichamelijk<br />

geschikt bevonden worden in een geneeskundig onderzoek bij het<br />

departement Medisch toezicht.<br />

Deze vacature is een statutaire betrekking met een stageperiode van<br />

zes maanden. De selectieprocedure is functiegericht en staat op het peil<br />

van het niveau en de graad van de vacante betrekking.<br />

De preselectie gebeurt door De Witte & Morel. De definitieve selectie<br />

gebeurt door de Universiteit Gent.<br />

De kandidaturen - bestaande uit een gemotiveerde sollicitatiebrief,<br />

curriculum vitae en een kopie van het behaalde diploma worden ten<br />

laatste op woensdag 3 augustus 2005, om 17 uur, gericht aan :<br />

De Witte & Morel<br />

t.a.v. Mevr. Barbara Vanhee<br />

Moutstraat 56<br />

9000 Gent (27063)


Actes judiciaires<br />

et extraits de jugements<br />

Gerechtelijke akten<br />

en uittreksels uit vonnissen<br />

Publication faite en exécution de l’article 490<br />

du Code pénal<br />

Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 490<br />

van het Strafwetboek<br />

Infractions liées à l’état de faillite<br />

Misdrijven die verband houden met de staat van faillissement<br />

Rechtbank van eerste aanleg te Ieper<br />

Bij vonnis van 22 maart 2004, van de rechtbank van eerste aanleg te<br />

Ieper, negende correctionele kamer, werd :<br />

Weening, Cornelis Arend, zaakvoerder, van Nederlandse nationaliteit,<br />

geboren te (Nederland) Zoetermeer op 29 januari 1955, voorheen<br />

verblijvende te Thailand, Bangkok, 101110 Ruanchit Plaza Hotel,<br />

199 Sukhunvit Road 15, thans zonder gekende woon- of verblijfplaats,<br />

bij verstek veroordeeld tot :<br />

een gevangenisstraf van achttien maanden, met uitstel van tenuitvoerlegging<br />

gedurende vijf jaar en een geldboete van vijfentwintig euro<br />

(25 EUR), te verhogen met 1 990 opdeciemen en alzo gebracht op<br />

vijfduizend euro (5.000 EUR), of een vervangende gevangenisstraf van<br />

drie maanden, volledig met uitstel van tenuitvoerlegging gedurende<br />

drie jaar, op grond van de samengevoegde feiten A, B, C, D1, D2, D3,<br />

E1, E2, F1, F2, G, H1 en H2 zoals hieronder omschreven :<br />

Te leper en bij samenhang elders in het Rijk :<br />

A) in de periode van 13 juni 1996 tot 31 oktober 1997, op niet nader<br />

te bepalen tijdstippen :<br />

Met bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden, valsheid in<br />

authentieke of openbare geschriften te hebben gepleegd, hetzij door<br />

valse handtekeningen, hetzij door namaking of vervalsing van<br />

geschriften of handtekeningen, hetzij door overeenkomsten, beschikkingen,<br />

verbintenissen of schuldbevrijdingen valselijk te hebben opgemaakt<br />

of door ze achteraf in de akten in te voegen, hetzij door<br />

toevoeging of vervalsing van bedingen, verklaringen of feiten die deze<br />

akten ten doel hadden op te nemen en vast te stellen;<br />

B) in de periode van 13 juni 1996 tot 30 maart 1998, herhaaldelijk op<br />

niet nader te bepalen tijdstippen :<br />

Met hetzelfde bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden<br />

gebruik gemaakt te hebben van de valse akte of van het valse stuk<br />

wetende dat het vervalst was, namelijk de boekhouding van de B.V.B.A.<br />

Gema International;<br />

C) Goederen, gelden, koopwaren, biljetten, kwijtingen, geschriften<br />

van om het even welke aard, die een verbintenis of een schuldbevrijding<br />

inhouden of teweegbrengen, en die hem overhandigd zijn<br />

onder verplichting om ze terug te geven of ze voor een bepaald doel te<br />

gebruiken of aan te wenden, bedrieglijk te hebben verduisterd of<br />

verspild;<br />

D) In zijn hoedanigheid van zaakvoerder van de B.V.B.A. Gema<br />

International, in vereffening, bij vonnis van 12 januari 1998, met zetel te<br />

8902 Ieper (Voormezele), Dikkebusseweg 287, H.R. Ieper 36644, failliet<br />

verklaard bij vonnis d.d. 30 maart 1998, van de rechtbank van koophandel<br />

te Ieper, doch zich reeds bevindend in staat van faillissement<br />

sedert 1 september 1997, zonder voldoende tegenprestatie, ten behoeve<br />

van derden met inachtneming van de financiële toestand van de<br />

onderneming, te aanzienlijke verbintenissen te hebben aangegaan,<br />

minstens :<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

33309<br />

1. ten nadele van de firma B.V. Harry Vos Internationaal Bulktransport<br />

ten belope van 107.984,91 gulden, tussen 1 september 1997 en<br />

30 november 1997;<br />

2. ten nadele van de firma Boonstra ten belope van 15.227,67 gulden,<br />

tussen 12 november 1997 en 10 december 1997;<br />

3. ten nadele van de firma Baan Rijssen Transporten, ten belope van<br />

39.189,80 gulden tussen 16 september 1997 en 30 november 1997;<br />

E) Met bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden, een<br />

gedeelte van de activa te hebben verduisterd of verborgen,<br />

1. In zijn hoedanigheid van zaakvoerder van de B.V.B.A.<br />

K.W. International, met zetel te 8902 Ieper (Voormezele), Dikkebusseweg<br />

287, H.R. Ieper 36533, failliet verklaard bij vonnis d.d.<br />

11 mei 1998, van de rechtbank van koophandel te Ieper, doch zich reeds<br />

bevindend in staat van faillissement sedert 1 juni 1997, zoals blijkt uit<br />

de memorie van faillissement opgesteld door de curator en uit het<br />

nazicht van de ingediende schuldvorderingen;<br />

2. In zijn hoedanigheid van zaakvoerder van de B.V.B.A. Gema<br />

International, in vereffening, bij vonnis van 12 januari 1998, met zetel te<br />

8902 Ieper (Voormezele), Dikkebusseweg 287, H.R. Ieper 36644, failliet<br />

verklaard bij vonnis d.d. 30 maart 1998, van de rechtbank van koophandel<br />

te Ieper, doch zich reeds bevindend in staat van faillissement<br />

sedert 1 september 1997, zoals blijkt uit de memorie van faillissement<br />

opgesteld door de curator en uit het nazicht van de ingediende<br />

schuldvorderingen;<br />

F) Met het oogmerk om de faillietverklaring uit te stellen, binnen de<br />

bij artikel 9 van de faillissementswet bepaalde termijn, verzuimd te<br />

hebben aangifte te doen van het faillissement;<br />

1. Op 1 juli 1997, in zijn hoedanigheid van zaakvoerder van de<br />

B.V.B.A. K.W. International, met zetel te 8902 Ieper (Voormezele),<br />

Dikkebusseweg 287, H.R. Ieper 36533, failliet verklaard bij vonnis d.d.<br />

11 mei 1998, van de rechtbank van koophandel te Ieper;<br />

2. Op 1 oktober 1997, in zijn hoedanigheid van zaakvoerder van de<br />

B.V.B.A. Gema International, in vereffening, bij vonnis van<br />

12 januari 1998, met zetel te 8902 Ieper (Voormezele), Dikkebusseweg<br />

287, H.R. Ieper 36644, failliet verklaard bij vonnis d.d.<br />

30 maart 1998, van de rechtbank van koophandel te Ieper;<br />

G) Met bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden, de<br />

boeken of bescheiden bedoeld in hoofdstuk I van de wet van<br />

17 juli 1975 op de boekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen,<br />

geheel of gedeeltelijk hebben doen verdwijnen;<br />

In zijn hoedanigheid van zaakvoerder van de B.V.B.A. K.W. International,<br />

met zetel te 8902 Ieper (Voormezele), Dikkebusseweg 287,<br />

H.R. Ieper 36533, failliet verklaard bij vonnis d.d. 11 mei 1998, van de<br />

rechtbank van koophandel te Ieper, doch zich reeds bevindend in staat<br />

van faillissement sedert 1 juni 1997, zoals blijkt uit de memorie van<br />

faillissement opgesteld door de curator (kaft 1 - stuk 13) en uit het<br />

nazicht van de ingediende schuldvorderingen, de volledige boekhouding<br />

van voormelde vennootschap, in de periode van 7 mei 1996<br />

(datum van oprichting) tot 11 mei 1998;<br />

H) Bij inbreuk op de artikelen 200 en 201-4° van het koninklijk besluit<br />

van 30 november 1935 tot coördinering van de wetten op de handelsvennootschappen,<br />

als zaakvoerder van de B.V.B.A. K.W. International<br />

en van de B.V.B.A. Gema International, één van de bepalingen bij<br />

artikel 80, eerste, tweede en vierde lid van voornoemd koninklijk<br />

besluit opgelegd, niet te hebben nagekomen, namelijk :<br />

1. om de jaarrekeningen met betrekking tot de boekjaren van<br />

7 juni 1997 tot 30 april 1998 (einde eerste boekjaar) van de B.V.B.A.<br />

K.W. International niet te hebben neergelegd;<br />

2. om de jaarrekening met betrekking tot de boekjaren van<br />

13 juni 1996 tot 31 december 1997 (einde eerste boekjaar) van de<br />

B.V.B.A. Gema International niet te hebben neergelegd.


33310 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Hij werd tevens veroordeeld tot 10 euro kosten.<br />

Tegen dit vonnis is op heden geen enkele akte van hoger beroep of<br />

beroep in cassatie bekend.<br />

Voor echt verklaard uittreksel afgeleverd aan de heer procureur des<br />

Konings te Ieper om te laten publiceren in het Belgisch Staatsblad,<br />

overeenkomstig artikel 490 van het Strafwetboek, zoals vervangen bij<br />

art.ikel 124 van de wet van 8 augustus 1997, zoals bevolen bij voormeld<br />

vonnis.<br />

Ieper, de 11 juli 2005.<br />

De griffier : (get.) J. Froyman. (27023)<br />

Publication faite en exécution de l’article 488bis e, § 1 er<br />

du Code civil<br />

Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 488bis e, § 1<br />

van het Burgerlijk Wetboek<br />

Désignation d’administrateur provisoire<br />

Aanstelling voorlopig bewindvoerder<br />

Justice de paix du canton d’Ath-Lessines, siège d’Ath<br />

Suite à la requête déposée le 31 mai 2005, par ordonnance du juge de<br />

paix du canton d’Ath-Lessines, siège d’Ath, rendue le 5 juillet 2005,<br />

Mme Carlier, Marthe, née le 18 avril 1924 à Ostiches, domiciliée rue<br />

Haute 18, à 7200 Ath, à l’établissement home « Les Glycines », aété<br />

déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur<br />

provisoire en la personne de Mme Vanhucq, Anne, née le<br />

11 août 1955 à Renaix, domiciliée rue Terraque 39, à 7860 Lessines.<br />

Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Marbaix,<br />

Marie-Jeanne. (66952)<br />

Justice de paix du canton de Boussu<br />

Suite à la requête déposée le 8 juillet 2005, par ordonnance du juge<br />

de paix du canton de Boussu, rendue le 14 juillet 2005, Pitout, Josette,<br />

née à Quévy-le-Petit le 5 janvier 1930, domiciliée à 7040 Quévy-le-Petit,<br />

rue Haute 16, mais se trouvant actuellement à 7301 Hornu, « Centre<br />

hospitalier du Grand Hornu », route de Mons 63, a été déclarée<br />

incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur<br />

provisoire en la personne de Me Jurga, Jonathan, avocat, domicilié à<br />

7350 Thulin, rue Léon Mahieu 20.<br />

Pour extrait conforme : le greffier adjoint délégué, (signé) Yperman,<br />

Christine. (66953)<br />

Justice de paix du quatrième canton de Charleroi<br />

Par ordonnance rendue le 6 juillet 2005, par M. le juge de paix du<br />

quatrième canton de Charleroi, siégeant en chambre du conseil,<br />

Mme Anne-Marie Lucas, née à Thiméon le 16 avril 1955, domiciliée à<br />

6040 Jumet, rue du Masy 59, a été déclarée hors d’état de gérer ses biens<br />

et pourvue d’un administrateur provisoire, étant : Me Christian<br />

Boudelet, avocat, dont le cabinet est sis à 6040 Jumet, chaussée de<br />

Gilly 61-63.<br />

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Christine Canivet.<br />

(66954)<br />

Justice de paix du canton de Couvin-Philippeville, siégeant à Couvin<br />

Suite à la requête déposée le 17 juin 2005, par ordonnance du juge de<br />

paix suppléant du canton de Couvin-Philippeville, siégeant à Couvin,<br />

rendue le 14 juillet 2005, M. Petit, Michel Simon Georges Ghislain, né le<br />

24 mars 1963 à Chimay, domicilié chaussée de Fagnolle 26, à<br />

5660 Mariembourg, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été<br />

pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Cornet,<br />

Pascal, avocat, dont le cabinet est établi rue du Château 2, à<br />

6460 Chimay.<br />

Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) Dussenne,<br />

Dominique. (66955)<br />

Justice de paix du canton de Fosses-la-Ville<br />

Suite à la requête déposée le 20 juin 2005, par ordonnance de Mme le<br />

juge de paix du canton de Fosses-la-Ville, rendue le 18 juillet 2005,<br />

Mme Godefroid, Marie, née le 25 octobre 1910, domiciliée rue de<br />

Franquen 7B, à 5100 Jambes, résidant C.H.R. « Val de Sambre », rue<br />

Sainte-Brigide 43, à 5070 Fosses-la-Ville, a été déclarée incapable de<br />

gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la<br />

personne de Mme Paermentier, Christine, avocat, domiciliée rue de<br />

Curnolo 80, à 5020 Malonne.<br />

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Watelet, Paul.<br />

(66956)<br />

Suite à la requête déposée le 14 juin 2005, par ordonnance de Mme le<br />

juge de paix du canton de Fosses-la-Ville, rendue le 18 juillet 2005,<br />

Mme Lion, Elise, née le17décembre 1921 à Flawinne, domiciliée rue<br />

Auguste Leblanc 3, à 5002 Saint-Servais, résidant home « Saint-Jean »,<br />

rue Noir Chien 7, à 5640 Mettet, a été déclarée incapable de gérer ses<br />

biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne<br />

de Mme Legros, Viviane, employée, domiciliée rue de Maharenne 16, à<br />

5537 Denée.<br />

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Watelet, Paul.<br />

(66957)<br />

Justice de paix du canton de Grâce-Hollogne<br />

Suite à la requête déposée le 25 mai 2005, par ordonnance du juge de<br />

paix du canton de Grâce-Hollogne, rendue le 16 juin 2005, Mme Goffart,<br />

Josiane, née le 7 octobre 1948 à Liège, veuve, domiciliée avenue Henri<br />

Lonay 302, à 4430 Ans, résidant « château d’Awans », rue du Château 1,<br />

à 4340 Awans, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été<br />

pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de<br />

Mme Ladrière, Liliane Jacqueline Marie, Belge, néele14décembre 1969<br />

à Liège, vendeuse, domiciliée rue Trihais 7, à 4460 Grâce-Hollogne.<br />

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Jacquemotte, Jean-<br />

Jacques. (66958)<br />

Suite à la requête déposée le 17 juin 2005, par ordonnance du juge de<br />

paix du canton de Grâce-Hollogne, rendue le 30 juin 2005,<br />

Mme Drisket, Joséphine, née le 29 novembre 1941 à Othée, divorcée,<br />

domiciliée à la maison de repos « Les Blés Dorés », rue Rond Roi<br />

Albert 16, à 4340 Villers-l’Evêque, a été déclarée incapable de gérer ses<br />

biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne<br />

de Me Haenen, Anne-Françoise, avocate, juge de paix suppléante,<br />

domiciliée avenue Blonden 74-76/012, à 4000 Liège.<br />

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Jacquemotte, Jean-<br />

Jacques. (66959)


Justice de paix du premier canton de Huy<br />

Suite à la requête déposée le 15 juin 2005, par jugement du juge de<br />

paix du premier canton de Huy, rendu le 27 juin 2005, Mme Boulanger,<br />

Nelly Philippine Robertine, née le11décembre 1922 à Liège, veuve,<br />

domiciliée rue de Vaux 22, à 4317 Faimes, résidant « Le Prieuré»,rue<br />

Pascal Dubois 2, à 4540 Amay, a été déclarée incapable de gérer ses<br />

biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne<br />

de Me Guiot, Etienne, avocat, dont les bureaux sont établis chaussée de<br />

Tirlemont 3, à 4520 Wanze.<br />

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Gendebien-Gautot,<br />

Liliane. (66960)<br />

Justice de paix du canton de Jodoigne-Perwez, section Jodoigne<br />

Suite à la requête déposée le 6 juillet 2005, par ordonnance du juge<br />

de paix du canton de Jodoigne-Perwez, section Jodoigne, rendue le<br />

14 juillet 2005, Louis, Martha, née à Opprebais le 6 septembre 1920,<br />

domiciliée à 1370 Jodoigne, « Home le Cèdre Bleu », chaussée de<br />

Charleroi 136, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été<br />

pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Henry,<br />

Hélène, pensionnée, domiciliée à 1315 Opprebais, rue d’En Haut 28.<br />

Pour extrait conforme : le greffier en chef ff, (signé) Noel Legros.<br />

(66961)<br />

Justice de paix du premier canton de Liège<br />

Suite à la requête déposée le 20 juin 2005, par décision du juge de<br />

paix du premier canton de Liège, rendue le mercredi 13 juillet 2005,<br />

Mme Janyssek, Marie Elzbieta, veuve Goffard, François, née le<br />

30 décembre 1923 à Knlurow (Pologne), retraitée, domiciliée rue<br />

d’Amercœur 60/2, à 4020 Liège, demeurant Paradis du Bouhay, à<br />

4020 Liège, rue Ernest Malvoz 111, a été déclarée incapable de gérer ses<br />

biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne<br />

de Me Loix, Philippe, avocat, ayant ses bureaux rue Beeckman 45, à<br />

4000 Liège.<br />

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Becker, Carole. (66962)<br />

Justice de paix du troisième canton de Liège<br />

Suite à la requête déposée le 17 juin 2005, par décision du juge de<br />

paix du troisième canton de Liège, rendue le 30 juin 2005,<br />

Mme Debreuck, Maria, née le1 er décembre 1934 à Herstal, domiciliée<br />

rue des Tawes 46, 4000 Liège, a été déclarée incapable de gérer ses biens<br />

et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de<br />

Me Girouard, Françoise, avocat, dont l’étude est sise rue Gilles Demarteau<br />

8, 4000 Liège.<br />

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Marzee, Christiane.<br />

(66963)<br />

Justice de paix du canton de Péruwelz-Leuze-en-Hainaut,<br />

siège de Péruwelz<br />

Suite à la requête déposée le 12 juillet 2005, par ordonnance du juge<br />

de paix du canton de Péruwelz-Leuze-en-Hainaut, rendue le<br />

15 juillet 2005, M. Criquelière, Grégory, né le 24 janvier 1974 à Belœil,<br />

célibataire, domicilié rue Saint-Brice 12, à 7322 Pommerœul, a été<br />

déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur<br />

provisoire en la personne de Me Vanneste, Damien, avocat, ayant son<br />

cabinet sis boulevard boulevard Léopold III 88, à 7600 Péruwelz.<br />

Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Wallez,<br />

Pascale. (66964)<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Justice de paix du canton de Saint-Josse-ten-Noode<br />

Par ordonnance du juge de paix du canton de Saint-Josse-ten-Noode,<br />

en date du 26 mai 2004, la nommée Vouche, Fabienne, née à Ixelles le<br />

18 mars 1972, domiciliée à 1140 Evere, clos des Diablotins 41/11, a été<br />

déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur<br />

provisoire en la personne de Vouche, Mauricette, domiciliée à<br />

1140 Evere, clos des Diablotins 40.<br />

Le greffier adjoint délégué, (signé) Damien Lardot. (66965)<br />

Justice de paix du canton de Seraing<br />

Suite à la requête déposée le 30 juin 2005, par ordonnance du juge de<br />

paix du canton de Seraing, rendue le 13 juillet 2005, Mlle Wiart, Mandy<br />

Elise Marcelle Annie Odette Linda, de nationalité <strong>belge</strong>, née le<br />

1 er juillet 1987 à Seraing, sans profession, célibataire, domiciliée à<br />

4100 Seraing, rue Haut Pré 91, a été déclarée incapable de gérer ses<br />

biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne<br />

de Me Ligot, Léon, avocat, dont les bureaux sont établis avenue du<br />

Luxembourg 15, à 4020 Liège.<br />

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Jean-Marie Fouarge.<br />

(66966)<br />

Justice de paix du canton de Waremme<br />

Suite à la requête déposée le 5 juillet 2005, par ordonnance du juge<br />

de paix du canton de Waremme, rendue le 14 juillet 2005, Mme Lhoest,<br />

Rose, née le 27 mai 1930 à Bleret, en résidence, à 4300 Waremme, rue<br />

Georges César 50, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été<br />

pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Pirson,<br />

Myriam, professeur, domiciliée à 4300 Waremme, clos du Moulin à<br />

Vent 8.<br />

Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) Anne Léonard.<br />

(66967)<br />

Suite à la requête déposée le1 er juillet 2005, par ordonnance du juge<br />

de paix suppléant du canton de Waremme, rendue le 11 juillet 2005,<br />

Mme Lanssens, Marie José, née le 8 juin 1926 à Huy, domiciliée à<br />

4300 Waremme, avenue Leburton 172, à la maison de repos « La Clé<br />

des Champs », aété déclarée incapable de gérer ses biens et a été<br />

pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Dominique<br />

Humblet, avocat, dont les bureaux sont établis à 4300 Waremme,<br />

rue Ernest Malvoz 32/5.<br />

Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé)A.Léonard. (66968)<br />

Justice de paix du premier canton de Wavre<br />

33311<br />

Suite à la requête déposée le 20 juin 2005, par ordonnance du juge de<br />

paix du premier canton de Wavre, rendue le 30 juin 2005, Detry, Sylvie,<br />

née le 11 juillet 1925, domiciliée à 1300 Wavre, chemin de Vieusart 35,<br />

résidant clinique Dr Derscheid, chaussée de Tervueren, à<br />

1410 Waterloo, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été<br />

pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Genicot,<br />

Jean, administrateur provisoire, avocat, domicilié à 1300 Wavre,<br />

chaussée de Bruxelles 11.<br />

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Smekens, Viviane.<br />

(66969)


33312 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Vredegerecht van het kanton Aarschot<br />

Beschikking d.d. 12 juli 2005, stellen vast dat Van Haeren, Robert,<br />

geboren te Antwerpen op 13 maart 1927, wonende in het woon- en<br />

zorgcentrum voor bejaarden « De Edelweis », te 3130 Begijnendijk,<br />

Liersesteenweg 165-171, niet in staat is zijn goederen te beheren.<br />

Voegen aan deze persoon als voorlopig bewindvoerder toe : Stevens,<br />

Patricia, advocaat, wonende te 3130 Begijnendijk (Betekom),<br />

Raystraat 61.<br />

Aarschot, 18 juli 2005.<br />

De hoofdgriffier : (get.) Anckaert, Luc. (66970)<br />

Beschikking d.d. 12 juli 2005, stellen vast dat Serneels, Roger Paul<br />

Robert, geboren te Aarschot op 3 augustus 1951, werkloos, wonende te<br />

3200 Aarschot, Nieuwrodesesteenweg 116, niet in staat is zijn goederen<br />

te beheren.<br />

Voegen aan deze persoon als voorlopig bewindvoerder toe : Stevens,<br />

Patricia, advocaat, wonende te 3130 Begijnendijk (Betekom),<br />

Raystraat 61.<br />

Aarschot, 18 juli 2005.<br />

De hoofdgriffier : (get.) Anckaert, Luc. (66971)<br />

Beschikking d.d. 12 juli 2005, stellen vast dat Fonderie, Anna, geboren<br />

te Berlaar op 13 april 1929, wonende in het woon- en zorgcentrum voor<br />

bejaarden « De Edelweis », te 3130 Begijnendijk, Liersesteenweg 165-<br />

171, niet in staat is haar goederen te beheren.<br />

Voegen aan deze persoon als voorlopig bewindvoerder toe : Stevens,<br />

Patricia, advocaat, wonende te 3130 Begijnendijk (Betekom),<br />

Raystraat 61.<br />

Aarschot, 18 juli 2005.<br />

De hoofdgriffier : (get.) Anckaert, Luc. (66972)<br />

Vredegerecht van het derde kanton Antwerpen<br />

Bij vonnis van de vrederechter derde kanton Antwerpen, verleend<br />

op 6 juli 2005, werd Van Uytfange, Charles, geboren te Antwerpen op<br />

2 januari 1955, wonende te 2170 Merksem (Antwerpen), Kruisbekstraat<br />

28, verblijvende te Hoge Beuken - Neuro 1, Commandant Weynsstraat<br />

165, te 2660 Hoboken (Antwerpen), niet in staat verklaard zijn<br />

goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder<br />

: Van Uytfange, Sawnte, geboren te Merksem op 4 september 1978,<br />

klinisch laborante, wonende te 2140 Borgerhout (Antwerpen), Rik<br />

Sauterstraat 6.<br />

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op<br />

29 juni 2005.<br />

Antwerpen, 18 juli 2005.<br />

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Patrik Rietjens. (66973)<br />

Vredegerecht van het kanton Lier<br />

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Lier, verleend op<br />

7 juli 2005, werd Labsir, Jilaly, geboren te Marokko op 19 juni 1968,<br />

wettelijk gedomicilieerd te 2800 Mechelen, Ploegstraat 3, verblijvende<br />

in het Psychiatrisch Centrum Sint-Norbertus, Stationsstraat 22C, te<br />

2570 Duffel, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg<br />

toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Vercammen, Joris, wonende<br />

te 2800 Mechelen, Schuttersvest 8.<br />

Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) Meulenbrouck,<br />

Gerlinda. (66974)<br />

Vredegerecht van het kanton Sint-Truiden<br />

Bij vonnis van de plaatsvervangend vrederechter van het kanton<br />

Sint-Truiden, verleend op 12 juli 2005, werd Moreau, Marie Valérie,<br />

huisvrouw, geboren te Landen (Wezeren) op 3 mei 1916, weduwe van<br />

de heer Thijs, Jean Louis Constant, wonende te 3400 Landen, Hertog<br />

van Brabantlaan 36/6, thans verblijvende Regionaal Ziekenhuis Sint-<br />

Trudo Campus Sint-Anna, Stenaertberg 3, 3800 Sint-Truiden, niet in<br />

staat verklaard zelf haar goederen te beheren.<br />

Voegt toe als voorlopige bewindvoerder : Thys, Jean Louis, gepensioneerde,<br />

wonende te 3850 Nieuwerkerken (Binderveld), Kruisstraat<br />

28.<br />

Sint-Truiden, 12 juli 2005.<br />

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Marina Derwael.<br />

(66975)<br />

Vredegerecht van het kanton Tienen<br />

Bij beslissing van de vrederechter van het kanton Tienen, verleend<br />

op 11 juli 2005, werd Bouts, Henri Leopold, geboren te Tienen op<br />

29 november 1934, gepensioneerde, weduwnaar, gedomicilieerd te<br />

3300 Tienen, Leuvenselaan 111, thans verblijvende in de Psychiatrische<br />

Kliniek der Broeders Alexianen, te 3300 Tienen, Liefdestraat 10, niet in<br />

staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als<br />

voorlopig bewindvoerder : Mr. Ann Coun, advocaat met kantoor te<br />

3300 Tienen, Leuvenselaan 76.<br />

Tienen, 12 juli 2005.<br />

Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) Julie-Anne<br />

Brees. (66976)<br />

Mainlevée d’administration provisoire<br />

Opheffing voorlopig bewind<br />

Justice de paix du deuxième canton d’Anderlecht<br />

Par ordonnance du juge de paix du second canton d’Anderlecht, en<br />

date du 9 mai 2005, il a été mis fin à la mission d’administrateur<br />

provisoire de Me Pierre Stoquart, avocat dont les bureaux sont établis<br />

à 1190 Bruxelles, avenue Maréchal Joffre 106, de la nommée :<br />

Mme Marie Lindemann, née le 26 avril 1953 à Léopoldville (Congo<br />

<strong>belge</strong>), domiciliée etrésidant à Anderlecht, rue Louis Van Beethoven 4.<br />

Pour extrait conforme : la greffière adjointe, (signé) Mireille<br />

Ninanne. (66977)<br />

Justice de paix du deuxième canton de Liège<br />

Par ordonnance du juge de paix du deuxième canton de Liège, du<br />

15 juillet 2005, il a été constaté que la mesure d’administration<br />

provisoire prise par ordonnance du 12 novembre 2002, a pris fin suite<br />

au décès de Bollingh, Denise Guillemine Catherine, veuve de Jean<br />

Robert, née le 1 er mai 1928 à Liège, domiciliée à Liège, quai de<br />

Rome 52/22, résidant à l’établissement Cottage Rose Seniorie, rue<br />

Méaroulle 1, à 4000 Sclessin, décédée le 19 mars 2005, il a été mis fin, en<br />

conséquence, après dépôt d’un rapport de gestion, à la mission de son<br />

administrateur provisoire.<br />

Liège, le 15 juillet 2005.<br />

Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) Lefort, Carine.<br />

(66978)


Vredegerecht van het kanton Izegem<br />

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Izegem, verleend<br />

op 13 juli 2005, verklaart de opdracht van Mistiaen, Jan, geboren te<br />

Izegem op 19 juni 1961, wonende te 8870 Izegem, Italianenlaan 5, als<br />

voorlopig bewindvoerder werd aangesteld over de goederen van Mistiaen,<br />

Hector, geboren te Izegem op 1 december 1921, wonende te<br />

8870 Izegem, Roeselaarsestraat 287, verblijvende ’t Pandje, Roeselaarsestraat<br />

287, te 8870 Izegem, beëindigd is, gezien het overlijden op<br />

5 maart 2004 van Mistiaen, Hector, voornoemd.<br />

Izegem, 13 juli 2005.<br />

De hoofdgriffier : (get.) Derez, Hubert. (66979)<br />

Vredegerecht van het tweede kanton Leuven<br />

Bij beschikking van de vrederechter van het tweede kanton Leuven,<br />

verleend op 14 juli 2005, werd Coessens, Mark, gedomicilieerd Vaartdijk<br />

136, 1981 Hofstade, aangewezen bij beschikking verleend door de<br />

vrederechter van het tweede kanton Leuven op 12 januari 1998 tot<br />

voorlopig bewindvoerder over Verhaegen, Clothilde, geboren te<br />

Leuven op 6 december 1926, gedomicilieerd en verblijvend R.V.T. Sint-<br />

Bernardus, Egenhovenstraat 22, 3060 Bertem, verblijvend in rechte<br />

krachtens art. 488bis k) B.W. bij haar voorlopige bewindvoerder, met<br />

ingang van 3 juli 2005 ontslagen van de opdracht, gezien de<br />

beschermde persoon overleden is te Bertem op 3 juli 2005.<br />

Leuven, 18 juli 2005.<br />

De griffier : (get.) Verbist, Veronique. (66980)<br />

Vredegerecht van het kanton Zottegem-Herzele,<br />

zetel Herzele<br />

Beschikking d.d. 15 juli 2005 verklaart Ogiers, Gunther, wonende te<br />

9400 Ninove, Rode Kruisstraat 23, aangewezen bij beschikking<br />

verleend door de vrederechter van het kanton Zottegem-Herzele, zetel<br />

Herzele, op 10 april 2002, tot voorlopig bewindvoerder over<br />

Herregodts, Nelly, geboren te Ninove op 3 augustus 1951, laatst<br />

verblijvende in het R.V.T. rusthuis Sint-Jozef, Wegvoeringstraat 63, te<br />

9230 Wetteren, met ingang van 15 juli 2005 ontslagen van de opdracht,<br />

gezien de beschermde persoon overleden is te Wetteren op 5 juni 2005.<br />

Herzele, 18 juli 2005.<br />

De eerstaanwezend adjunct-griffier : (get.) Van Den Neste, Hilda.<br />

(66981)<br />

Remplacement d’administrateur provisoire<br />

Vervanging voorlopig bewindvoerder<br />

Justice de paix du canton de Bastogne-Neufchâteau,<br />

siège de Bastogne<br />

Par ordonnance de M. le juge de paix de Bastogne-Neufchâteau, siège<br />

de Bastogne, en date du 7 juillet 2005, Mme Hinck, Marcelle, veuve de<br />

Nestor Dubois, née le 3 mai 1918 à Fauvillers, pensionnée, domiciliée<br />

Le Celly 5, 6680 Sainte-Ode, a été pourvue d’un nouvel administrateur<br />

provisoire en la personne de Me Gresse, Christine, avocat, dont les<br />

bureaux sont établis rue Pierre Thomas 2, 6600 Bastogne, en remplacement<br />

de M. Rolland, Cédric, domicilié rue de la Fontaine 5,<br />

6987 Rendeux, démissionnaire.<br />

Extrait certifié conforme : le greffier en chef, (signé) Aernouts, Marie-<br />

Yvonne. (66982)<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Justice de paix du canton de Saint-Gilles<br />

Par ordonnance du juge de paix du canton de Saint-Gilles, en date<br />

du 8 juillet 2005, le nommé Blavier, Claude, né àUccle le 7 mars 1954,<br />

domicilié à1060 Saint-Gilles, rue du Tir 18, a été pourvu d’un nouvel<br />

administrateur provisoire en la personne de Me Simeons, Veerle,<br />

avocate à 1060 Saint-Gilles, rue Fontainas 13, en remplacement de<br />

Devriendt, Christiane.<br />

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Allard de Bihl, Sandrine.<br />

(66983)<br />

Publication prescrite par l’article 793<br />

du Code civil<br />

Bekendmaking voorgeschreven bij artikel 793<br />

van het Burgerlijk Wetboek<br />

Acceptation sous bénéfice d’inventaire<br />

Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving<br />

Volgens akte verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg<br />

te Gent, d.d. 15 juli 2005 (akte nr. 05-497, rep.nr. 05-973) heeft :<br />

Van Loon, Christine, advocaat te 2550 Kontich, Antwerpsesteenweg<br />

92, handelend in haar hoedanigheid van voorlopig bewindvoerder,<br />

hiertoe benoemd bij beschikking van de vrederechter van het<br />

kanton Kontich, d.d. 3 augustus 2000, over de goederen van Spruyt,<br />

Wouter, geboren op 19 april 1978, wonende te 2530 Boechout, PC<br />

Broeders Alexianen, Provinciesteenweg 408,<br />

verklaard de nalatenschap van wijlen Spruyt, Luc Siardus Hendrik,<br />

geboren te Schoten (thans Antwerpen) op 6 juni 1954, in leven laatst<br />

wonende te 9000 Gent, Vina Bovypark 52, en overleden te Gent op<br />

4 mei 2005, te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving.<br />

Er wordt woonstkeuze gedaan ten kantore van Mr. Christine Van<br />

Loon, Antwerpsesteenweg 92, te 2550 Kontich.<br />

(Get.) Ch. van Loon, advocaat. (27024)<br />

Bij verklaring afgelegd ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg<br />

te Gent op 13 juli 2005, heeft notaris De Keukelaere, Philippe, te Eeklo,<br />

optredende als gevolmachtigde van de heer Teerlinck-Boelens, Patrick<br />

Antoon Jan, geboren te Eeklo op 8 februari 1956, weduwnaar van<br />

Mevr. Antheunis, Marleen, wonend te 9970 Kaprijke, Vrouwstraat 57,<br />

handelend als drager van het ouderlijk gezag over de persoon en de<br />

goederen van zijn twee minderjarige kinderen, te weten :<br />

Jongeheer Teerlinck-Boelens, Cedric, ongehuwd, geboren te Gent op<br />

23 mei 1990 en Mejuffrouw Teerlinck-Boelens, Amelie, ongehuwd,<br />

geboren te Gent op 25 september 1993, beiden wonende bij hun vader,<br />

de nalatenschap van hun grootmoeder, Mevr. De Bruyckere, Elisabeth,<br />

geboren te Sint-Laureins op 22 mei 1917, overleden te Sint-Laureins op<br />

24 februari 2005, in leven laatst wonend te 9982 Sint-Laureins (Sint-<br />

Jans-in-Eremo), Sint-Janspolderdijk 7, onder voorrecht van boedelbeschrijving<br />

aanvaard, waartoe hij gemachtigd werd bij beschikking<br />

van de heer vrederechter van het kanton Eeklo op 3 mei 2005.<br />

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht bij aangetekend<br />

schrijven hun rechten te doen kennen binnen de drie maanden vanaf<br />

deze opneming in het Belgisch Staatsblad, op het kantoor van notaris<br />

Philippe De Keukelaere, te 9900 Eeklo, Stationsstraat 74 (en vanaf<br />

1 september 2005 te Eeklo, Oostveldstraat 1).<br />

Eeklo, 19 juli 2005.<br />

33313<br />

(Get.) De Keukelaere, Philippe, notaris. (27025)


33314 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Bij verklaring d.d. 29 juni 2005, ter griffie van de rechtbank van eerste<br />

aanleg te Oudenaarde, heeft de heer De Grauwe, Tony, geboren te Gent<br />

op 14 oktober 1967, wonende te 9600 Ronse, Zonnestraat 273, in zijn<br />

hoedanigheid van vader wettige-voogd over de personen en goederen<br />

van zijn minderjarige kinderen :<br />

De Grauwe, Bram Willy, geboren te Gent op 28 juli 1994;<br />

De Grauwe, Sofie Arlette, geboren te Gent op 22 maart 1996;<br />

De Grauwe, Arno Patrick Achiel, geboren te Gent op 30 oktober 1997,<br />

allen wonende te 9600 Ronse, Zonnestraat 273,<br />

verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap<br />

te aanvaarden van wijlen Mevr. Castelijn, Inge Beatrijs, geboren te Gent<br />

op 13 november 1970, laatst wonende te 9600 Ronse, Zonnestraat 273,<br />

en overleden te Ronse op 18 maart 2005.<br />

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht bij aangetekend<br />

schrijven van hun rechten te doen kennen binnen de drie maand te<br />

rekenen van de datum van de opneming in het Belgisch Staatsblad van<br />

de onderhavige bekendmaking.<br />

Dit bericht moet gericht worden aan de heer notaris Philippe<br />

Flamant, Karel Vandendoorenstraat 12, te 9600 Ronse.<br />

(Get.) Ph. Flamant, notaris. (27026)<br />

Rechtbank van eerste aanleg te Leuven<br />

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te<br />

Leuven op 19 juli 2005, hebben :<br />

Horlait, Dirk Germain Emiel Jozef, geboren te Deurne op 23 juli 1964,<br />

wonende te 3010 Leuven, Richard Valvekensstraat 48; handelend in<br />

eigen naam,<br />

Horlait, Luc Marie J., geboren te Wilrijk op 1 december 1967,<br />

wonende te 3000 Leuven, Sint-Jacobsplein 24; handelend in eigen naam,<br />

verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap<br />

te aanvaarden van wijlen Horlait, Daniel Elie Julien Adelin, geboren te<br />

Zellik op 16 december 1927, in leven laatst wonende te 3000 Leuven,<br />

Frederik Lintsstraat 33, en overleden te Wetteren op 22 maart 2004 en<br />

dit in herroeping van de verklaring van voornoemde comparanten,<br />

afgelegd op 15 december 2004, onder akte nummer 04-538, waarbij zij<br />

bedoelde nalatenschap verworpen hadden.<br />

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen de drie<br />

maanden, te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch<br />

Staatsblad , hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen op<br />

het kantoor van Mr. J. Simonart, notaris te 3000 Leuven, Sint-Jacobsplein<br />

7.<br />

Leuven, 19 juli 2005.<br />

De adjunct-griffier : (get.) K. Grisez. (27027)<br />

Tribunal de première instance d’Arlon<br />

Acceptation de succession sous bénéfice d’inventaire<br />

L’an 2005, le 19 juillet, au greffe du tribunal de première instance<br />

d’Arlon, et par-devant nous, P. Haverlant, greffier, a comparu :<br />

Mme Marie-Josée Thines, aidante, épouse Michel Bechet, demeurant<br />

rue du Moulin 5, à 6740 Etalle, porteuse d’une procuration lui délivrée<br />

le 7 juin 2005, par Mme Léonard, Véronique Anne Ghislaine Marie, née<br />

à Arlon le 20 mars 1960, domiciliée rue du Château 28, à<br />

6747 Saint-Léger, agissant en qualité de mère et représentante légale de<br />

ses enfants mineurs :<br />

Bosquet, Florence, née à Arlon le 3 juin 1991;<br />

Bosquet, François, né àArlon le 31 décembre 1992;<br />

Bosquet, Nathalie, née à Arlon le 14 janvier 1996;<br />

et ce, en vertu d’une ordonnance rendue par M. le juge de paix du<br />

canton de Virton-Florenville-Etalle, siège de Virton, en date du<br />

18 mars 2005;<br />

laquelle comparante a, au nom de sa mandante, déclaré accepter sous<br />

bénéfice d’inventaire la succession de M. Bosquet, Jean-Louis Joseph<br />

Emilien, né àHabay-la-Vieille le 21 mars 1957, en son vivant domicilié<br />

rue du Château 28, à 6747 Saint-Léger, décédé ab intestat à<br />

Somme-Leuze le 25 juillet 2004.<br />

Les créanciers et légataires éventuels dudit défunt sont invités à faire<br />

connaître leurs droits, par avis recommandé, dans un délai de<br />

trois mois à compter de la présente insertion.<br />

Cet avis doit être adressé à Me Bechet, Michel, notaire, rue<br />

Belle-Vue 29, à 6740 Etalle.<br />

Arlon, le 19 juillet 2005.<br />

Le greffier, (signé) P. Haverlant. (27028)<br />

Tribunal de première instance de Huy<br />

L’an 2005, le 18 juillet, au greffe du tribunal de première instance de<br />

Huy, a comparu :<br />

Me Jacques Léon Adolphe Paul Battaille, notaire de résidence à<br />

4500 Huy, rue Vankeerberghen 35, né àBasècles le 26 novembre 1948,<br />

agissant en sa qualité de mandataire spécial en vertu d’une procuration<br />

faite à Couthuin, en date du 17 mai 2005, laquelle restera en annexe du<br />

présent acte, pour et au nom de M. Thiroux, Christian Fernand André,<br />

né àBen-Ahin le 7 mai 1953, divorcé, domicilié à4218 Héron, rue<br />

Docteur Beaujean 16, agissant en sa qualité de père et administrateur<br />

légal des biens de son enfant mineur d’âge, parent autorisé aux fins des<br />

présentes, par ordonnance de M. le juge de paix du canton de<br />

Huy II-Hannut, en date du 11 juillet 2005, laquelle restera en annexe du<br />

présent à savoir :<br />

Thiroux, Céline Michèle Anne-Marie, né le 1 er novembre 1988 à Huy,<br />

célibataire, domiciliée à 4218 Couthuin, rue Docteur Beaujean 16, fille<br />

de la défunte,<br />

lequel comparant a déclaré accepter sous bénéfice d’inventaire la<br />

succession de Tannier, Catherine Camille Jeannine, née à Huy le<br />

4 juillet 1961, de son vivant domiciliée à Moha, rue des Bruyères 493/A,<br />

et décédée le 26 septembre 2002 à Wanze.<br />

Conformément aux prescriptions du dernier alinéadel’article 793 du<br />

Code civil, le comparant déclare faire élection de domicile en l’étude<br />

de Me Jacques Bataille, notaire à Huy où les créanciers et légataires sont<br />

invités à faire valoir leurs droits, par avis recommandé, dans les<br />

trois mois de la présente insertion au Moniteur <strong>belge</strong>.<br />

Dont acte signé, lecture faite par le comparant et le greffier.<br />

Le greffier, (signé) A. Renard. (27029)<br />

Tribunal de première instance de Namur<br />

L’an 2005, le 18 juillet, au greffe du tribunal de première instance de<br />

Namur, et par-devant nous, Jacqueline Tholet, greffier, a comparu :<br />

Mme Deprez, Geneviève (fille des défunts), domiciliée à<br />

1410 Waterloo, avenue de l’Ange 31,<br />

laquelle comparante a déclaré, en langue française, accepter sous<br />

bénéfice d’inventaire la succession de :<br />

1) Mme Denuit, Suzanne, en son vivant domiciliée à 5100 Jambes,<br />

rue d’Enhaive 97/0302, et décédée à 5100 Jambes, en date du<br />

1 er juin 2004,<br />

2) M. Deprez, Walter, en son vivant domicilié à5100 Jambes, rue<br />

d’Enhaive 97/0302, et décédé à5100 Jambes, en date du 1 er juin 2004.<br />

Dont acte requis par la comparante, qui après lecture, signe avec<br />

nous, Jacqueline Tholet, greffier.<br />

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avis<br />

recommandé, leurs droits dans un délai de trois mois à compter de la<br />

date de la présente insertion.<br />

Cet avis doit être adressé à Me Jean Hayot, à 6150 Anderlues,<br />

chaussée de Mons 2.<br />

Namur, le 18 juillet 2005.<br />

Le greffier, (signé) Jacqueline Tholet. (27030)


Faillite − Faillissement<br />

Rechtbank van koophandel te Antwerpen<br />

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d.<br />

19 juli 2005, is Accountantskantoor Armand Loots B.V.B.A., August Van<br />

De Wielelei 223, bus 2, 2100 Deurne (Antwerpen), boekhouders, op<br />

bekentenis, failliet verklaard.<br />

Ondernemingsnummer 0424.293.737.<br />

Curator : Mr. Van Mechelen, Francis, Mechelsesteenweg 136,<br />

2018 Antwerpen-1.<br />

Datum van de staking van betaling : 19 juli 2005.<br />

Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór<br />

18 augustus 2005.<br />

Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de ingediende<br />

schuldvorderingen : 14 september 2005, te 9 uur, zaal 18, rechtbank van<br />

koophandel te Antwerpen, gerechtsgebouw, Stockmansstraat,<br />

2018 Antwerpen.<br />

De griffier-hoofd van dienst : M. Caers. (Pro deo) (27031)<br />

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d.<br />

19 juli 2005, is Van Daelen Buitenreclame B.V.B.A., Mariatheresialei 9,<br />

2018 Antwerpen-1, reclameverspreiding, op bekentenis, failliet<br />

verklaard.<br />

Ondernemingsnummer 0475.416.794.<br />

Curator : Mr. Moestermans, Borg, Generaal Van Merlenstraat 3,<br />

2600 Berchem (Antwerpen).<br />

Datum van de staking van betaling : 19 juli 2005.<br />

Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór<br />

18 augustus 2005.<br />

Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de ingediende<br />

schuldvorderingen : 14 september 2005, te 9 uur, zaal 18, rechtbank van<br />

koophandel te Antwerpen, gerechtsgebouw, Stockmansstraat,<br />

2018 Antwerpen.<br />

De griffier-hoofd van dienst : M. Caers. (Pro deo) (27032)<br />

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d.<br />

19 juli 2005, is Memo Media N.V., Bredabaan 906, 2930 Brasschaat,<br />

groothandel in kantoormachines en kantoormaterieel, bij dagvaarding,<br />

failliet verklaard.<br />

Ondernemingsnummer 0457.904.237.<br />

Curator : Mr. Peeters, Nick, Frankrijklei 115, 2000 Antwerpen-1.<br />

Datum van de staking van betaling : 19 juli 2005.<br />

Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór<br />

18 augustus 2005.<br />

Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de ingediende<br />

schuldvorderingen : 14 september 2005, te 9 uur, zaal 18, rechtbank van<br />

koophandel te Antwerpen, gerechtsgebouw, Stockmansstraat,<br />

2018 Antwerpen.<br />

De griffier-hoofd van dienst : M. Caers. (Pro deo) (27033)<br />

Bij vonnis van 19 juli 2005 werd Mr. Dael, Christophe, advocaat te<br />

Antwerpen, curator van het faillissement S & SI N.V., Bredabaan 1,<br />

2990 Wuustwezel, ondernemingsnummer 0463.580.915, hiertoe aangesteld<br />

bij vonnis van 14 juli 2005, op eigen verzoek, vervangen door<br />

Mr. NG Wendy, advocaat, Ringlaan 138, 2170 Merksem (Antwerpen).<br />

De griffier-hoofd van dienst : M. Caers. (Pro deo) (27034)<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Rechtbank van koophandel te Dendermonde<br />

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, zesde<br />

kamer, d.d. 18 juli 2005, werd Limbo N.V., immobiliën, Zamanstraat 1,<br />

9100 Sint-Niklaas, in staat van faillissement verklaard.<br />

Ondernemingsnummer 0435.754.187.<br />

Rechter-commissaris : M. Marianne Buyse.<br />

Curator : Mr. Dani De Clercq, Koningin Astridlaan 52, 9100 Sint-<br />

Niklaas.<br />

Datum staking van betaling : 24 mei 2005, onder voorbehoud van<br />

artikel 12, lid 2, F.W.<br />

Indienen van de schuldvorderingen met bewijsstukken, uitsluitend<br />

ter griffie van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, binnen<br />

de dertig dagen vanaf datum faillissementsvonnis.<br />

Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de schuldvorderingen<br />

op vrijdag 9 september 2005, om 10 uur.<br />

Voor eensluidend uittreksel : de afgev. adjunct-griffier, (get.) S. Van<br />

Nuffel. (27035)<br />

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, zesde<br />

kamer, d.d. 18 juli 2005, werd ’T Felixhof B.V.B.A., taverne restaurant,<br />

Felix Beernaertsplein 50, 9230 Wetteren, in staat van faillissement<br />

verklaard.<br />

Ondernemingsnummer 0477.243.463.<br />

Rechter-commissaris : M. Marc Tackaert.<br />

Curator : Mr. Jozef Dauwe, Leo Du Boisstraat 46, 9280 Lebbeke.<br />

Datum staking van betaling : 1 juli 2005, onder voorbehoud van<br />

artikel 12, lid 2, F.W.<br />

Indienen van de schuldvorderingen met bewijsstukken, uitsluitend<br />

ter griffie van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, binnen<br />

de dertig dagen vanaf datum faillissementsvonnis.<br />

Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de schuldvorderingen<br />

op vrijdag 9 september 2005, om 9 uur.<br />

Voor eensluidend uittreksel : de afgev. adjunct-griffier, (get.) S. Van<br />

Nuffel. (27036)<br />

Rechtbank van koophandel te Kortrijk<br />

Bij vonnis van de buitengewone zitting, vijfde kamer,<br />

d.d. 19 juli 2005, werd, op bekentenis, failliet verklaard Natuursteenbedrijf<br />

Philip Dumoulin B.V.B.A., Beversesteenweg 151, te 8800 Roeselare,<br />

ondernemingsnummer 0429.718.710, onderneming voor het steenhouwen,<br />

voor het bewerken, polijsten en plaatsen van marmer voor<br />

gebouwen.<br />

Rechter-commissaris : Decorte, Jozef.<br />

Curatoren : Mr. François, Yves, Eertbruggestraat 10, 8790 Waregem,<br />

en Mr. Ghekiere, Philip, Nachtegaallaan 6, 8500 Kortrijk.<br />

Datum van de staking van betaling : 18 juli 2005.<br />

33315<br />

Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór<br />

19 augustus 2005.<br />

Nazicht van de schuldvorderingen : 16 september 2005, te 14 u. 30 m.,<br />

zaal A, rechtbank van koophandel, gerechtsgebouw II, Beheerstraat 41,<br />

8500 Kortrijk.<br />

De griffier : (get.) J. Vanleeuwen. (27037)


33316 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

Rechtbank van koophandel te Leuven<br />

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Leuven,<br />

d.d. 19 juli 2005, werd B.V.B.A. Immobiliën J & V, met zetel te<br />

3040 Huldenberg (Neerijse), Lindenhoflaan 4, en met als activiteiten<br />

onderneming in onroerende goederen, H.R. Leuven 90183,<br />

ondernemingsnummer 0421.950.295, in staat van faillissement<br />

verklaard.<br />

Curator : Mr. L. Stevens, advocaat te 3200 Aarschot, Kapitein Gilsonplein<br />

20.<br />

Rechter-commissaris : W. Heylen.<br />

Staking van de betalingen : 19 juli 2005.<br />

Indienen van schuldvorderingen tot en met 19 augustus 2005 ter<br />

griffie dezer rechtbank.<br />

Nazicht schuldvorderingen : 29 augustus 2005, te 14 uur.<br />

De griffier, (onleesbare handtekening.) (27038)<br />

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Leuven,<br />

d.d. 19 juli 2005, werd Dendooven, Rudi, geboren te Leuven op<br />

17 april 1958, wonende te 3212 Lubbeek, Aardebrug 6, en met als<br />

activiteiten aannemer van metsel- en betonwerken, plaatsen van<br />

vloer- en wandtegels, H.R. Leuven 101605, ondernemingsnummer<br />

0733.436.497, in staat van faillissement verklaard.<br />

Curator : Mr. J. Convents, advocaat te 3270 Scherpenheuvel,<br />

Noordervest 15.<br />

Rechter-commissaris : F. De Baerdemaeker.<br />

Staking van de betalingen : 18 juli 2005.<br />

Indienen van schuldvorderingen tot en met 19 augustus 2005 ter<br />

griffie dezer rechtbank.<br />

Nazicht schuldvorderingen : 29 augustus 2005, te 14 uur.<br />

De griffier, (onleesbare handtekening.) (27039)<br />

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Leuven,<br />

d.d. 19 juli 2005, werd B.V.B.A. AR+DE+CO, met zetel te 3040 Huldenberg<br />

(Neerijse), Lindenhoflaan 4, en met als activiteiten studie,<br />

opmaken, ontwikkelen en uitwerken van vastgoedprojecten, het<br />

architectoraal en technisch onderzoek, milieu en effectstudies, technische<br />

controles en beheer van gebouwen, H.R. Leuven 83190,<br />

ondernemingsnummer 0448.486.329, in staat van faillissement<br />

verklaard.<br />

Curator : Mr. L. Stevens, advocaat te 3200 Aarschot, Kapitein Gilsonplein<br />

20.<br />

Rechter-commissaris : W. Heylen.<br />

Staking van de betalingen : 19 juli 2005.<br />

Indienen van schuldvorderingen tot en met 19 augustus 2005 ter<br />

griffie dezer rechtbank.<br />

Nazicht schuldvorderingen : 29 augustus 2005, te 14 uur.<br />

De griffier, (onleesbare handtekening.) (27040)<br />

Tribunal de commerce de Liège<br />

Par jugement du 14 juillet 2005, rectifié par décision du 19 juillet 2005,<br />

le tribunal de commerce de Liège a prononcé, sur aveu, la faillite de la<br />

S.P.R.L. Immo Close, établie et ayant son siège social à 4671 Blegny<br />

(Housse), rue de Barchon 20 B, ayant pour activité : « l’exploitation<br />

d’une société immobilière - gestion du bâtiment », inscrite à la<br />

Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0454.049.080.<br />

Curateur : Philippe Jehasse, avocat à 4000 Liège, rue Charles<br />

Morren 4.<br />

Juge-commissaire : M. André Salmon.<br />

Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunal<br />

de commerce de Liège, à 4000 Liège, îlot Saint-Michel, rue Joffre 12,<br />

endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite.<br />

Clôture du procès-verbal de vérification des créances : le mardi<br />

30 août 2005, à 9 h 30 m, salle des faillites (cabinet du greffier en chef,<br />

au 3 e étage).<br />

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) J. Zanelli. (27041)<br />

Régime matrimonial − Huwelijksvermogensstelsel<br />

Bij verzoekschrift van 15 juli 2005 hebben de echtgenoten Tom Devos-<br />

Decorte, Greet, samenwonend te 8553 Zwevegen (Otegem), Zwevegemstraat<br />

134, voor de burgerlijke griffie van de rechtbank van eerste<br />

aanleg te Kortrijk een verzoek ingediend tot homologatie van het<br />

contract houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel, met<br />

naam wijziging van het gemeenschappelijk vermogen door inbreng in<br />

gemeenschap, opgemaakt door geassocieerd notaris Thérèse Dufaux, te<br />

Waregem, op 15 juli 2005.<br />

Voor de echtegenoten : (get) Thérèse Dufaux. (27042)<br />

Bij verzoekschrift van 15 juli 2005 hebben de echtgenoten André<br />

Devos-Deconinck, Martine, samenwonend te Waregem, Henri Lebbestraat<br />

108, voor de burgerlijke griffie van de rechtbank van eerste aanleg<br />

te Kortrijk een verzoek ingediend tot homologatie van het contract<br />

houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel, met naam<br />

wijziging van het gemeenschappelijk vermogen door inbreng in<br />

gemeenschap, opgemaakt door geassocieerd notaris Thérèse Dufaux, te<br />

Waregem, op 15 juli 2005.<br />

Voor de echtegenoten : (get) Thérèse Dufaux. (27043)<br />

Bij vonnis van veertien juli tweeduizend en vijf heeft de rechtbank<br />

van eerste aanleg te Turnhout gehomologeerd de akte verleden voor<br />

notaris Philip Michoel, te Hoogstraten, op negentien mei tweeduizend<br />

en vijf, waarbij de heer De Keyzer, Jozef Louis Paulina, en zijn<br />

echtgenote, Mevr. Jochems, Agnes Maria Anna, samenwonende te<br />

2310 Rijksvorsel, Laer 4, een wijziging hebben aangebracht, waarbij zij<br />

zijn overgegaan van het wettelijk stelsel naar het stelsel van scheiding<br />

van goederen.<br />

Voor de verzoekers : (get) Jan Michoel, notaris te Hoogstraten.<br />

(27044)<br />

Bij vonnis van veertien juli tweeduizend en vijf heeft de rechtbank<br />

van eerste aanleg te Turnhout gehomologeerd de akte verleden voor<br />

notaris Jan Michoel, te Hoogstraten, op dertien mei tweeduizend en<br />

vijf, waarbij de heer Verbreuken, Franciscus Ludovicus Constantinus,<br />

en zijn echtgenote, Mevr. Jansen, Catharina Maria Antonia, samenwonende<br />

te 2328 Hoogstraten (Meerle), Klein Eyssel 19/A, een wijziging<br />

hebben aangebracht in hun gemeenschappelijk vermogen overeenkomstig<br />

artikel 1394, 5°, van het Belgisch Burgerlijk Wetboek.<br />

Voor de verzoekers : (get) Jan Michoel, notaris te Hoogstraten.<br />

(27045)<br />

Bij vonnis van veertien juli tweeduizend en vijf heeft de rechtbank<br />

van eerste aanleg te Turnhout gehomologeerd de akte verleden voor<br />

notaris Filip Michoel, te Hoogstraten, op veertien april tweeduizend en<br />

vijf, waarbij de heer Vermeiren, Jacob Jan, en zijn echtgenote,<br />

Mevr. Jansens, Maria Philomena Laurentia Joanna, samenwonende te<br />

2323 Hoogstraten (Wortel), Worteldorp 40, een wijziging hebben aangebracht<br />

in hun gemeenschappelijk vermogen overeenkomstig artikel<br />

1394, 5° van het Belgisch Burgerlijk Wetboek.<br />

Voor de verzoekers : (get) Jan Michoel, notaris te Hoogstraten.<br />

(27046)


Bij verzoekschrift van 11 juli 2005, neergelegd ter griffie van de<br />

rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk, hebben de echtgenoten<br />

Verpraet, Dimitri Frans Guy, verpleegkundige, geboren te Waregem op<br />

zevenentwintig juni negentienhonderd zevenenzeventig, en zijn echtgenoot,<br />

de heer Arie, Frederik Eric, bediende, geboren te Kortrijk op<br />

vijf augustus negentienhonderd zevenenzeventig, samenwonende te<br />

Kortrijk, Proosdijstraat 74, de homologatie aangevraagd van een akte<br />

houdende wijziging van hun huwelijksvermogenstelsel, verleden voor<br />

notaris Bernard Denys, te Avelgem, op 11 juli 2005. In voormelde akte<br />

wordt het wettelijk stelsel der gemeenschap behouden, doch uitgebreid<br />

met de inbreng van een persoonlijk onroerend goed in de gemeenschap<br />

door de heer Arie, Frederik, voornoemd.<br />

Voor de partijen : (get) Bernard Denys, notaris. (27047)<br />

Bij verzoekschrift van 22 juni 2005, neergelegd ter griffie op<br />

19 juli 2005 hebben de heer August (ook geschreven Auguste) Roger<br />

René Cyrille Pattou, gepensioneerde, geboren te Appilly (Frankrijk) op<br />

1 januari 1929, gepensioneerde, en zijn echtgenote, Mevr. Agnes Julia<br />

Claerbout, geboren te Halluin (Frankrijk) op 23 januari 1933, gepensioneerde,<br />

samenwonende te Moorslede (Dadizele), Kortrijkstraat 157, de<br />

rechtbank van eerste aanleg te Ieper, om de homologatie verzocht van<br />

de akte wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel verleden voor<br />

notaris Luc Ghesquière, te Ieper, d.d. 22 juni 2005.<br />

Bij voormelde akte werd het woonhuis, met erf en medegaande<br />

grond, Kortrijksestraat 157, te Moorslede (Dadizele), gekadastreerd<br />

tweede afdeling, sectie B, nummers 21S en 21R, voor een totale grootte<br />

van 54 aren 51 centiaren, door de heer August Pattou, ingebracht in het<br />

gemeenschappelijk vermogen.<br />

Ieper, 19 juli 2005.<br />

Namens de verzoekers, (get.) Luc Ghesquière, notaris. (27048)<br />

Bij verzoekschrift van 22 juni 2005 hebben de heer Goedhuys,<br />

Albertus Alphonsus Eduardus, gepensioneerde, geboren te Attenrode-<br />

Wever op 27 juli 1920, en zijn echtgenote, Mevr. Robeyns, Maria Sidonia<br />

Celina, gepensioneerde, geboren te Molenbeek-Wersbeek op<br />

21 augustus 1919, samenwonende te Glabbeek, afdeling Attenrode-<br />

Wever, Heinkensbergstraat 4, aan de rechtbank van eerste aanleg te<br />

Leuven, de homologatie aangevraagd van de akte houdende wijziging<br />

van hun huwelijksvermogensstelsel, verleden voor notaris Stefan<br />

Smets, te Glabbeek, op 22 juni 2005.<br />

(Get.) Stefan Smets, notaris. (27049)<br />

Bij verzoekschrift van 5 juli 2005 hebben de heer Roger René, Dewil,<br />

geboren te Tienen op 23 juni 1951, en zijn echtgenote, Mevr. Anne<br />

Denise Joséphine Mellaerts, geboren te Tienen op 20 mei 1948, samenwondende<br />

te Kortenaken, afdeling Hoeleden, Hoeledensebaan 61/A,<br />

aan de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, de homologatie aangevraagd<br />

van de akte houdende wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel,<br />

verleden voor notaris Stefan Smets, te Glabbeek, op 5 juli 2005.<br />

(Get.) Stefan Smets, notaris. (27050)<br />

Uit een vonnis verleend door de rechtbank van eerste aanleg te<br />

Oudenaarde, op 2 april 2005, blijkt dat het wijzigend huwelijkscontract,<br />

verleden voor ondergetekende notaris op 20 december 2004, tussen de<br />

echtgenoten De Munck, Michel-De Schamphelaire, Katelijne, wonende<br />

te 9620 Zottegem (ex Elene), Kouterstraat 12, met behoud van het<br />

wettelijk stelsel van gemeenschap van goederen met inbreng van een<br />

aan de vrouw persoonlijk toebehorende onroerend goed in het gemeenschappelijk<br />

vermogen, een wijziging aan artikel twee van hun huwelijkscontract<br />

te bedingen werd gehomologeerd.<br />

(Get.) Eduard Janssens, notaris. (27051)<br />

MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

33317<br />

Bij verzoekschrift gericht aan de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk,<br />

d.d. 5 juli 2005, werd de homologatie der akte wijziging van het<br />

huwelijksstelsel, verleden voor notaris Bob Bultereys, te Avelgem, op<br />

zelfde dag, aangevraagd door de heer Pieter Luc Vantieghem, geboren<br />

te Kortrijk op 17 november 1977, en zijn echtgenote, Mevr. Veerle<br />

Anaïse Regine Vanrespaille, geboren te Kortrijk op 27 september 1976,<br />

samenwonende te 8553 Zwevegem (Otegem), Scheldestraat 17.<br />

Daarbij nemen zij het wettelijk stelsel der gemeenschap aan en wordt<br />

een goed in de gemeenschap gebracht.<br />

Avelgem, 18 juli 2005.<br />

Voor de verzoekers : (get.) Bob Bultereys, notaris. (27052)<br />

Ingevolge akte verleden voor notaris Steven Podevyn, te Merchtem,<br />

op 25 maart 2005 hebben de heer Minnaert, Frans Edmond Ferdinand,<br />

geboren te Idegem op 4 december 1929, en zijn echtgenote, Mevr. De<br />

Vos, Lena, geboren te Aalst op 20 mei 1952, samenwonende te Herne,<br />

Grotestraat 63, hun huwelijksstelsel gewijzigd. De wijziging bevat het<br />

aangaan van het wettelijk stelsel van gemeenschap van goederen.<br />

Een verzoekschrift tot homologatie wordt ter griffie van de rechtbank<br />

van eerste aanleg te Brussel neergelegd.<br />

Voor de verzoekers : (get.) Steven Podevyn, notaris. (27053)<br />

M. Larsille, Marcel Fernand Louis Adolphe Léon Marie, né à<br />

Nivelles, le 24 février 1962, (registre national numéro 62022422778), et<br />

son épouse, Mme Gysel, Renate Marie Ludwina, née à Brasschaat le<br />

19 avril 1963 (registre national 63041930291).<br />

Demeurant ensemble à Nivelles, rue Cité Jardin 7.<br />

Ont contracté mariage devant l’Officier de l’Etat civil de la ville de<br />

Nivelles, le 14 septembre 1985.<br />

Ils déclarent être mariés sous le régime légal à défaut de contrat de<br />

mariage.<br />

Que de leur union sont nés deux enfants.<br />

Larsille, Julie, née à Nivelles le 12 juin 1990, domiciliée à Baulers, Cité<br />

Jardin 7.<br />

Larsille, Johan, né àNivelles le 8 décembre 1993, domicilié àBaulers,<br />

Cité Jardin 7.<br />

Qu’usant de la faculté prévue aux articles 1394 et 1395 du Code civil,<br />

les exposants ont suivant acte de modification à leur régime matrimonial<br />

avenu devant le notaire François Noé, notaire à Nivelles, en date<br />

du 25 mai 2005, déclaré modifier leur contrat de mariage initial par<br />

l’apport à la communauté existant entre les époux de l’immeuble<br />

propre à M. Larsille Marcel, à savoir :<br />

Ville de Nivelles (quatrième division-Baulers).<br />

Une maison d’habitation avec jardin sise rue Cité Jardin 7, cadastrée<br />

section E, d’après titre numéro 174/u/11 et d’après récent cadastre<br />

numéro 174/Y/15 pour une contenance de quatre ares six centiares.<br />

Que les modifications qu’ils ont conclues entre eux né préjudicient<br />

pas à l’intérêt de la famille ou aux droits des tiers, se fondent sur de<br />

justes motifs et présentent des avantages légitimes pour les soussignés.<br />

C’est pourquoi, les exposants requièrent qu’il vous plaise, Mme la<br />

Présidente et Messieurs les Juges, vu la présente et les pièces jointes,<br />

d’homologuer la modification au régime existant, établie par le notaire<br />

François Noé, à Nivelles, le 25 mai 2005 et dire que le jugement sera<br />

publié et mentionné comme de droit.<br />

Et vous ferez justice.<br />

Fait en triple exemplaire, à Nivelles, le 13 juillet 2005.<br />

Pour les exposants : (signé) François Noé, notaire. (27054)<br />

Les époux M. Debar, Marcel Gustave Lucien, pensionné, né à<br />

Bellingen le 19 mars 1937, et son épouse, Mme Baes, Maria Anna<br />

Theodoor, pensionnée, née à Oostakker le 30 septembre 1940, domiciliés<br />

ensemble à 6210 Les Bons Villers (Frasnes-lez-Gosselies), rue de<br />

Sart-Dames-Avelines 141, mariés à Corroy-le-Château le 31 mars 1964,<br />

sous le régime ancien de la communauté réduite aux acquêts suivant


33318 MONITEUR BELGE — 26.07.2005 — BELGISCH STAATSBLAD<br />

contrat de mariage reçu par le notaire Jean Lavry, à Frasnes-lez-<br />

Gosselies, le 23 mars 1964, ont introduit devant le tribunal de première<br />

instance de Charleroi, une requête en homologation du contrat modificatif<br />

de leur régime matrimonial dressé par acte reçu le 19 juillet 2005,<br />

par le notaire Emmanuel Estienne, à Genappe.<br />

Le contrat modificatif comporte le maintien du régime existant avec<br />

transfert au partrimoine commun d’un bien propre à M. Debar.<br />

(Signé) Emmanuel Estienne, notaire. (27055)<br />

Les époux M. Debar, Marc André, cultivateur, né à Namur le<br />

3 juillet 1965, et son épouse, Mme Bourgois, Evelyne Marie Elisabeth<br />

Véronique Françoise, aidante, née à Courtrai le 17 août 1969, domiciliés<br />

ensemble à Frasnes-lez-Gosselies, rue de Sart-Dames-Avelines 143,<br />

mariés à Kain le 2 juin 1995, sous le régime légal à défaut de contrat de<br />

mariage, ont introduit devant le tribunal de première instance de<br />

Charleroi, une requête en homologation du contrat modificatif de leur<br />

régime matrimonial dressé par acte reçu le 19 juillet 2005, par le notaire<br />

Emmanuel Estienne, à Genappe.<br />

Le contrat modificatif comporte le maintien du régime de la communauté<br />

légale avec transfert au patrimoine commun d’un bien propre à<br />

M. Debar.<br />

(Signé) Emmanuel Estienne, notaire. (27056)<br />

Par requête en date du 30 juin 2005, M. Verpoorte, Bertrand Paul<br />

René, ouvrier, né à Renaix le 14 mars 1972, et son épouse,<br />

Mme Baucamp, Carole Nadine, ouvrière, née à Tournai le 18 avril 1963,<br />

tous deux de nationalité <strong>belge</strong>, domiciliés ensemble à Ellezelles,<br />

Mont 120, ont introduit devant le tribunal de première instance de<br />

Tournai, une requête en homologation de l’acte portant modification<br />

de leur régime matrimonial; acte reçu par le notaire Sylvie Decroyer, à<br />

Frasnes-lez-Anvaing, le 30 juin 2005.<br />

Le contrat modificatif comporte modification de leur régime matrimonial<br />

et apport par M. Bertrand Verpoorte, d’un bien propre au<br />

patrimoine commun.<br />

(Signé) Sylvie Decroyer, notaire. (27057)<br />

Aux termes d’un jugement prononcé le 9 juin 2005, par la première<br />

chambre civile du tribunal de première instance de Charleroi, le contrat<br />

de mariage modificatif du régime matrimonial entre M. Zambon,<br />

Alvise, né àIsola Vicentina le 21 novembre 1933, de nationalité <strong>belge</strong>,<br />

et son épouse, Mme Ye, Lijuan, née à Zhejiang (Chine) le<br />

27 novembre 1961, de nationalité chinoise, domiciliés à Charleroi<br />

(section de Charleroi), boulevard Zoé Drion 29/3/14, a été homologué.<br />

Le contrat modificatif comporte adoption du régimedelaséparation<br />

de biens.<br />

Pour extrait conforme : pour les requérants, (signé) Bernard Grosfils,<br />

notaire. (27058)<br />

Suivant jugement prononcé le 23 juin 2005, par la septième chambre,<br />

affaires civiles, du tribunal de première instance de Nivelles, le contrat<br />

de mariage modificatif du régime matrimonial entre M. Perros, Georges<br />

Jules Michel, né à Etterbeek le 13 juin 1970 (numéro<br />

national 700613 25195), de nationalité <strong>belge</strong>, et son épouse,<br />

Mme Deschouwer, Isabelle Marcelle Jacqueline, née à Anderlecht le<br />

23 mars 1970 (numéro national 700323 29818), de nationalité <strong>belge</strong>,<br />

domiciliés ensemble à Waterloo, avenue de l’Aurore 6, dressé par acte<br />

du notaire Olivier Waterkeyn de Waterloo, le 10 janvier 2005, a été<br />

homologué.<br />

Les époux Perros-Deschouwer, ont modifié leur régime de communauté<br />

légale en régimedeséparation de biens.<br />

(Signé) O. Waterkeyn, notaire. (27059)<br />

Suivant jugement prononcé le 25 mai 2005, par la douzième chambre,<br />

affaires civiles, du tribunal de première instance de Bruxelles, le contrat<br />

de mariage modificatif du régime matrimonial entre M. Bajraktari,<br />

Sadri, né à Schaerbeek le 23 septembre 1975 (numéro<br />

national 750923 141 31), de nationalité <strong>belge</strong>, et son épouse,<br />

Mme Moultmar, Lamia, née à Bruxelles le 11 octobre 1976 (numéro<br />

national 761011 126 46), de nationalité <strong>belge</strong>, domiciliés ensemble à<br />

Jette, avenue Audrey Hepburn 9, boîte 23, dressé par acte du notaire<br />

Olivier Waterkeyn de Waterloo, le 18 octobre 2004, a été homologué.<br />

Les époux Bajraktari-Moultmar, ont modifié leur régime de communauté<br />

légale en régimedeséparation de biens.<br />

(Signé) O. Waterkeyn, notaire. (27060)<br />

Par requête en date du 22 juin 2005, M. Bagara, Michel, né àGenk le<br />

12 février 1940, et son épouse, Dame Conard, prénommée Fabienne<br />

Edmonde Renée, professeur, née à Tourcoing, le 9 septembre 1955,<br />

ensemble domiciliés à Tournai, chaussée de Renaix 1bis.<br />

Ont introduit devant le tribunal de première instance de Tournai, une<br />

requête en homologation du contrat modificatif de leur régime dressé<br />

par actes du notaire associé Anne Gahylle, en date du 22 juin 2005.<br />

Le contrat modificatif comporte l’adoption du régime pur et simple<br />

de la séparation des biens entre lesdits époux.<br />

Tournai, le 15 juillet 2005.<br />

Pour extrait analystique conforme : (signé) Bagara Michel; Conard<br />

Fabienne. (27061)<br />

Par requête en date du 25 mai 2005, inscrite au greffe civil du tribunal<br />

de première instance de Charleroi, en date du 2 juin 2005, M. El<br />

Khoulani, Youssef, né àLa Hestre le 18 février 1969, inscrit au registre<br />

national sous le numéro 690218 091-56, de nationalité <strong>belge</strong>, domicilié à<br />

6183 Courcelles (Trazegnies), Cour Michaux 4, et son épouse,<br />

Mme Tahiri, Lamia, née à Meknès (Maroc) le 11 janvier 1984, inscrite au<br />

registre national sous le numéro 840111 408-63, de nationalité marocaine,<br />

domiciliée à 6183 Courcelles (Trazegnies), Cour Michaux 4, ont<br />

introduit devant ledit tribunal une requête en homologation d’un acte<br />

dressé par le notaire Valérie Depouhon, résidant à Trazegnies<br />

(commune de Courcelles), en date du 4 mai 2005, portant changement<br />

de leur régime matrimonial. La modification porte en l’adoption du<br />

régimedelaséparation de bien pure et simple en lieu et place du<br />

régime de la communauté légale.<br />

(Signé) El Khoulani Youssef; Tahiri Lamia. (27062)<br />

Moniteur <strong>belge</strong>, rue de Louvain 40-42, 1000 Bruxelles. − Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Brussel.<br />

Conseiller/Adviseur : A. VAN DAMME

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!