You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
NOGMAALS ONTSNAPT. 181<br />
Deze beide laatste zinnen waren tot den dienaar gericht,<br />
maar deze had eenigen tijd geleden zoo dikwijls te vergeefs<br />
op een antwoord gewacht, dat hij nu niet veel<br />
lust had, dadelijk een vriendelijk gelaat te toonen. Hij<br />
hield zich dus, of hij de vraag niet gehoord had.<br />
„Zeg eens, vriendje, zijt ge doof geworden?" vroeg<br />
Feiko, terwiji hij hem de hand op den schouder legde.<br />
„Ik vroeg u, of die Heeren nog lang zullen blijven ?"<br />
„Ik weet het niet, Heer hoofdman," antwoordde de<br />
dienaar droogjes. „De Genadige Heer heer mij daaromtrent<br />
geen mededeelingen gedaan."<br />
„Dat begrijp ik," zeide Feiko lachend, " en ook begrijp<br />
ik, dat mijne vraag wel wat dom is. Doch ik heb groote<br />
haast, weet ge, en nu blijven die Heeren daar juist zoo<br />
lang. Ili veronderstel daarom, dat ge straks gelijk halt,<br />
Coen ge beweerdet, dat er gewichtige tijdingen gekomen<br />
waren. Ha, — luister, — wordt daar niet gefloten ?"<br />
„Ik geloof het ook. Wellicht zullen de heeren gaan<br />
vertrekken. Zal ik den Genadigden Heer zeggen, dat gij<br />
hier nog zijt?"<br />
„Ja, doe dat."<br />
Weinige oogenblikken later kwam de dienaar weer<br />
terug.<br />
„De Graaf wacht u. Zal ik u voorgaan ?"<br />
Feiko volgde hem naar het vertrek, waar de Graaf<br />
zich beyond.<br />
„Kom binnen en ga zitten," zeide Graaf Willem op<br />
vriendelijken toon, die duidelijk verried, hoe hoog Feiko<br />
bij hem aangeschreven stand.<br />
Met een oogopslag zag Feiko, dat eene sombere walk