Fietsberaadpublicatie_18_fietsbeleid_versie_1_0 .pdf

Fietsberaadpublicatie_18_fietsbeleid_versie_1_0 .pdf Fietsberaadpublicatie_18_fietsbeleid_versie_1_0 .pdf

fietsberaad.nl
from fietsberaad.nl More from this publisher
14.10.2013 Views

Effecten toename fietsgebruik 2020 Een toename van het fietsgebruik heeft een forse invloed op de verliestijd voor automobilisten in 2020. Bij 10 procent meer fietsgebruik daalt het aantal verliesuren met ruim 20 procent! Deels komt dat doordat ongeveer 6 procent van de automobilisten overgestapt is op de fiets en de reistijd van deze nieuwe fietsers niet meetelt in de berekening van de verliesuren. Maar de afname van de verliestijd voor automobilisten is toch in de eerste plaats te danken aan de verbetering van de doorstroming. Ook als de verliestijd wordt uitgedrukt in verliesuren per autoverplaatsing blijft de afname groot (-15%). De gemiddelde snelheid van de motorvoertuigen in het plangebied neemt hierdoor met 8 procent toe, van 35,5 kilometer/uur naar 38,3 kilometer/uur. Tabel 6.1: Effecten op de bereikbaarheid Referentie 2020 Verandering bij 10% meer fietsgebruik Verliestijd alle motorvoertuigen per avondspits 8046 uur -21% Gemiddelde snelheid motorvoertuigen 35,5 km/uur 8% Kosten verliestijd motorvoertuigen per avondspits € 40.000 tot € 80.000 -€ 7.621 tot -€ 15.242 Het is overigens aannemelijk dat ook de verliestijden van fietsers en busreizigers afnemen bij 10 procent hoger fietsgebruik. Door de afname van het autoverkeer hoeven fietsers bijvoorbeeld bij het oversteken minder lang te wachten. Ook de cyclustijden van verkeerslichten kunnen verkort worden, waar alle verkeersdeelnemers van profiteren. Naast automobilisten, ook buspassagiers, fietsers en voetgangers. De reistijdwinst voor fietsers zal echter Verliestijden bij 10% minder fietsgebruik Verliestijden bij 10% meer fietsgebruik Figuur 6.2: Relatieve snelheid ten opzichte van de maximumsnelheid aan het eind van de avondspits in de varianten met 10% meer en 10% minder fietsgebruik. (bron: Dynasmart) 30 Fietsberaadpublicatie 18

minder groot zijn dan voor automobilisten, omdat fietsers nauwelijks te maken hebben met terugslageffecten als gevolg van filevorming. De reistijdwinst voor andere verkeersdeelnemers dan automobilisten is overigens niet berekend. Reistijdwinst in euro’s In veel studies wordt de verliestijd voor automobilisten omgerekend naar geld. Daarvoor hanteert men verschillende kosten (value of time), die afhangen van het motief van de rit en het opleidingsniveau van de betrokkene. Dat varieert van 4,20 euro per uur voor een rit naar de winkel van een laagopgeleide werkende tot 36,36 euro per uur voor een zakelijke rit van een hoogopgeleide automobilist. Voor de eenvoud is in deze studie uitgegaan van 5 tot 10 euro per uur voor alle verplaatsingen. Dat is dus een lage inschatting van de kosten. De kosten van de congestie bedragen dan ruim 40 tot 80 duizend euro per Alkmaarse avondspits in 2020. Omgerekend ongeveer 6 tot 13 cent per afgelegde voertuigkilometer. Een toename van het fietsgebruik met 10 procent leidt tot een kostenbesparing van ruim 7.500 tot 15.000 euro per Alkmaarse avondspits. Op jaarbasis bedraagt de kostenbesparing voor Alkmaarse spitsperioden ruim 3 tot 6 miljoen euro. Gezien het gehanteerde tarief is dit dus een voorzichtige schatting. Op basis van deze gegevens is ook een globale schatting te maken voor alle 63 middelgrote steden van Nederland. Als het fietsgebruik in alle middelgrote steden van Nederland met 10 procent toeneemt, boeken de automobilisten in deze steden een tijdwinst ter waarde van 160 tot 360 miljoen euro per jaar. Het is natuurlijk een heel globale schatting. De ene stad is de andere stad niet. Maar dat het om forse bedragen gaat is helder. Probleem van deze theoretische winstberekening is de verdeling van de ‘winst’. De automobilisten die in de auto blijven zitten strijken de meeste reistijdwinst op. Niet de automobilisten die overgestapt zijn op de fiets. Ook niet de gemeente die investeert in maatregelen om het fietsgebruik te bevorderen. In principe zijn er twee mogelijkheden om de tijdwinst voor de automobilisten te verrekenen: via de parkeertarieven of in de toekomst via ‘anders betalen voor mobiliteit’. De reistijdwinst bedraagt omgerekend 1 tot 2 cent per autokilometer of 7 tot 14 cent per autoverplaatsing. In het eerder genoemd onderzoek van het Bureau voor de Leefomgeving (lit ) naar de effecten van onder andere de kilometerheffing is uitgegaan van een basistarief van 6 eurocent per kilometer en op filegevoelige trajecten aanvullend een congestieheffing van 11 eurocent per kilometer. Het fietsgebruik zal volgens de berekeningen dan met 10 procent toenemen. En daarmee is de cirkel rond. In deze studie wordt immers ook uitgegaan van 10 procent meer fietsgebruik en dit is volgens het Bureau voor de Leefomgeving grosso modo te realiseren met de invoering van ‘anders betalen voor mobiliteit’. Op basis van deze studie kan onderbouwd worden dat rond de (middelgrote) steden een deel van de inkomsten uit anders betalen voor mobiliteit ten goede moet komen aan fietsers, bijvoorbeeld door investeringen in en exploitatie van fietsvoorzieningen. Het betreft de 1 tot 2 cent reistijdwinst per kilometer voor automobilisten. Fietsberaadpublicatie 18 31

minder groot zijn dan voor automobilisten, omdat fietsers nauwelijks te maken hebben met<br />

terugslageffecten als gevolg van filevorming. De reistijdwinst voor andere verkeersdeelnemers<br />

dan automobilisten is overigens niet berekend.<br />

Reistijdwinst in euro’s<br />

In veel studies wordt de verliestijd voor automobilisten omgerekend naar geld. Daarvoor<br />

hanteert men verschillende kosten (value of time), die afhangen van het motief van de rit en<br />

het opleidingsniveau van de betrokkene. Dat varieert van 4,20 euro per uur voor een rit naar<br />

de winkel van een laagopgeleide werkende tot 36,36 euro per uur voor een zakelijke rit van<br />

een hoogopgeleide automobilist. Voor de eenvoud is in deze studie uitgegaan van 5 tot 10<br />

euro per uur voor alle verplaatsingen. Dat is dus een lage inschatting van de kosten. De<br />

kosten van de congestie bedragen dan ruim 40 tot 80 duizend euro per Alkmaarse avondspits<br />

in 2020. Omgerekend ongeveer 6 tot 13 cent per afgelegde voertuigkilometer.<br />

Een toename van het fietsgebruik met 10 procent leidt tot een kostenbesparing van ruim<br />

7.500 tot 15.000 euro per Alkmaarse avondspits. Op jaarbasis bedraagt de kostenbesparing<br />

voor Alkmaarse spitsperioden ruim 3 tot 6 miljoen euro. Gezien het gehanteerde tarief is dit<br />

dus een voorzichtige schatting.<br />

Op basis van deze gegevens is ook een globale schatting te maken voor alle 63 middelgrote<br />

steden van Nederland. Als het fietsgebruik in alle middelgrote steden van Nederland met 10<br />

procent toeneemt, boeken de automobilisten in deze steden een tijdwinst ter waarde van<br />

160 tot 360 miljoen euro per jaar. Het is natuurlijk een heel globale schatting. De ene stad is<br />

de andere stad niet. Maar dat het om forse bedragen gaat is helder.<br />

Probleem van deze theoretische winstberekening is de verdeling van de ‘winst’. De automobilisten<br />

die in de auto blijven zitten strijken de meeste reistijdwinst op. Niet de automobilisten<br />

die overgestapt zijn op de fiets. Ook niet de gemeente die investeert in maatregelen om het<br />

fietsgebruik te bevorderen. In principe zijn er twee mogelijkheden om de tijdwinst voor de<br />

automobilisten te verrekenen: via de parkeertarieven of in de toekomst via ‘anders betalen<br />

voor mobiliteit’. De reistijdwinst bedraagt omgerekend 1 tot 2 cent per autokilometer of 7 tot<br />

14 cent per autoverplaatsing.<br />

In het eerder genoemd onderzoek van het Bureau voor de Leefomgeving (lit ) naar de effecten<br />

van onder andere de kilometerheffing is uitgegaan van een basistarief van 6 eurocent<br />

per kilometer en op filegevoelige trajecten aanvullend een congestieheffing van 11 eurocent<br />

per kilometer. Het fietsgebruik zal volgens de berekeningen dan met 10 procent toenemen.<br />

En daarmee is de cirkel rond. In deze studie wordt immers ook uitgegaan van 10 procent<br />

meer fietsgebruik en dit is volgens het Bureau voor de Leefomgeving grosso modo te realiseren<br />

met de invoering van ‘anders betalen voor mobiliteit’. Op basis van deze studie kan<br />

onderbouwd worden dat rond de (middelgrote) steden een deel van de inkomsten uit anders<br />

betalen voor mobiliteit ten goede moet komen aan fietsers, bijvoorbeeld door investeringen<br />

in en exploitatie van fietsvoorzieningen. Het betreft de 1 tot 2 cent reistijdwinst per kilometer<br />

voor automobilisten.<br />

<strong>Fietsberaadpublicatie</strong> <strong>18</strong> 31

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!