Fietsberaadpublicatie_18_fietsbeleid_versie_1_0 .pdf
Fietsberaadpublicatie_18_fietsbeleid_versie_1_0 .pdf
Fietsberaadpublicatie_18_fietsbeleid_versie_1_0 .pdf
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1 Inleiding<br />
Stimuleren van het fietsgebruik is een algemeen geaccepteerd beleidsdoel in Nederland. In<br />
de Nota Mobiliteit van de rijksoverheid is het een essentieel onderdeel van beleid. In vrijwel<br />
alle gemeentelijke en provinciale verkeersbeleidsplannen zijn doelstellingen opgenomen om<br />
het fietsgebruik te stimuleren. Er wordt veel heil van verwacht. Meer fietsgebruik zou een<br />
bijdrage kunnen leveren aan de verbetering van de bereikbaarheid, de leefbaarheid, de lokale<br />
luchtkwaliteit, de verkeersveiligheid, de volksgezondheid, de bestrijding van de klimaatverandering.<br />
Tegelijkertijd nemen veel beleidsmakers en politici de fiets ook niet al te serieus. Hoe kan<br />
een eenvoudig vervoermiddel als de fiets, dat geen rol van betekenis speelt op de lange<br />
afstanden, een rol van betekenis spelen? Deze studie doet een gestructureerde poging om<br />
meer grip te krijgen op de effecten van een hoger fietsgebruik. Als het fietsgebruik met 10<br />
procent toeneemt, welke bijdrage mag dan verwacht worden aan de oplossing van verschillende<br />
problemen?<br />
Hoewel het aannemelijk is dat een toename van het fietsgebruik ook daadwerkelijk positieve<br />
effecten heeft op de bereikbaarheid en de leefbaarheid is het moeilijk om dat met onderzoek<br />
aan te tonen. Dat heeft in de eerste plaats te maken met het feit dat (gemeentelijk) <strong>fietsbeleid</strong><br />
bestaat uit een groot aantal relatief kleine maatregelen, zoals de aanleg van een fietspad,<br />
de realisatie van fietsparkeervoorzieningen, het autoluw maken van een stadscentrum,<br />
etc. Alle maatregelen tezamen bepalen hoe fietsvriendelijk een stad of dorp is. Het effect van<br />
elke maatregel apart op het fietsgebruik laat zich moeilijk vaststellen, laat staan de effecten<br />
op de bereikbaarheid en de leefbaarheid. In verschillende studies is wel aangetoond dat<br />
inwoners van gemeenten met een kwalitatief hoogwaardige fietsinfrastructuur ook vaker<br />
fietsen. (zie lit i en ii )<br />
Omdat de effecten van de maatregelen afzonderlijk moeilijk zijn vast te stellen, zijn er de<br />
aflopen decennia verschillende modelstudies uitgevoerd naar de generieke effecten van<br />
<strong>fietsbeleid</strong> op de bereikbaarheid en leefbaarheid. Voorbeelden hiervan zijn terug te vinden in<br />
de netwerkanalyses die rond 2006 zijn uitgevoerd. In dergelijke modelstudies wordt meestal<br />
met aannames gewerkt. Bijvoorbeeld: stel dat door een samenhangend <strong>fietsbeleid</strong> de verplaatsingsweerstand<br />
voor fietsers met 10 procent afneemt, hoeveel automobilisten stappen<br />
dan over op de fiets en welk effect heeft dat op de bereikbaarheid? Of: stel dat de helft van<br />
alle korte autoritten naar een bepaald bedrijventerrein vervangen wordt door de fiets, wat zijn<br />
dan de gevolgen voor de congestie op de omliggende wegen?<br />
Een nadeel van dergelijke modelstudies is vaak dat niet altijd helder is hoe de effecten berekend<br />
zijn. De berekening van de overstap van auto naar fiets is vaak een black box. Aan de<br />
andere kant zijn de verkeersmodellen het afgelopen decennium steeds geavanceerder en<br />
dynamischer geworden. De werkelijkheid wordt hierdoor steeds beter benaderd, maar het<br />
black-box-gehalte neemt ook toe.<br />
In de praktijk worden de modellen vooral gebruikt om de gevolgen van de toename van het<br />
autoverkeer te berekenen. In deze studie wil het Fietsberaad het moderne modelinstrumen-<br />
14 <strong>Fietsberaadpublicatie</strong> <strong>18</strong>