13.10.2013 Views

Tweestromenland tussen repertoire en creatie - VTi

Tweestromenland tussen repertoire en creatie - VTi

Tweestromenland tussen repertoire en creatie - VTi

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Tweestrom<strong>en</strong>land</strong> <strong>tuss<strong>en</strong></strong> <strong>repertoire</strong> <strong>en</strong> <strong>creatie</strong><br />

Muziektheater vanuit de blik van de regisseur<br />

Evelyne Couss<strong>en</strong>s<br />

Enkele ass<strong>en</strong> in muziektheaterland<br />

Complem<strong>en</strong>tair aan Maart<strong>en</strong> Beir<strong>en</strong>s’ tekst, die het muziektheaterlandschap<br />

overschouwt vanuit het standpunt van de componist, werpt deze bijdrage e<strong>en</strong> blik op<br />

datzelfde landschap vanuit het perspectief van de uitvoeringspraktijk. Uiteraard zijn<br />

beide compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, muziek <strong>en</strong> regie, niet strikt van elkaar te scheid<strong>en</strong> – er strekt<br />

zich e<strong>en</strong> continuüm uit waarin de muziek <strong>en</strong> de theatrale <strong>en</strong>sc<strong>en</strong>ering in min of<br />

meerdere mate met elkaar versmelt<strong>en</strong>. Net die mate van versmelting is e<strong>en</strong><br />

onderzoek waard: hoe verhoudt muziek zich in het hed<strong>en</strong>daagse<br />

muziektheaterlandschap tot de uitvoeringspraktijk, of vanuit makershoek bekek<strong>en</strong>:<br />

hoe verhoudt de componist zich tot de regisseur? Welke plaats vrag<strong>en</strong> regieconcept<br />

<strong>en</strong> muziek op de scène <strong>en</strong> who calls the shots in de couliss<strong>en</strong>?<br />

Het muziektheaterveld in Vlaander<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> diffuus landschap waarin slechts met<br />

grote moeite <strong>en</strong>ige ‘orde’ valt aan te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. In wat volgt gebruik ik de term<br />

muziektheater in zijn '<strong>en</strong>ge' betek<strong>en</strong>is – onderscheid<strong>en</strong> van operette, opera, musical<br />

<strong>en</strong> cabaret. Enerzijds gaat het om organisaties die in de jar<strong>en</strong> 1980 zijn ontstaan<br />

(LOD, WALPURGIS <strong>en</strong> Muziektheater Transparant), anderzijds om e<strong>en</strong> minder<br />

scherp afgebak<strong>en</strong>d veld van organisaties die op heel diverse manier<strong>en</strong> muziek in hun<br />

podiumwerk hebb<strong>en</strong> geïntegreerd. De twee grote operahuiz<strong>en</strong> (de Vlaamse Opera<br />

<strong>en</strong> De Munt) kom<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel in het vizier wanneer het parcours van e<strong>en</strong><br />

muziektheatermaker daartoe leidt.<br />

Ondanks deze specifieke focus komt elke poging tot classificatie gekunsteld over,<br />

met het risico afbreuk te do<strong>en</strong> aan de rijkdom <strong>en</strong> diversiteit van de sector. Toch zou<br />

je in dat veld e<strong>en</strong> aantal ass<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> uitzett<strong>en</strong>. Eén vertrekt bij regisseurs die<br />

kiez<strong>en</strong> voor <strong>repertoire</strong>partitur<strong>en</strong> <strong>en</strong> eindigt bij regisseurs die werk<strong>en</strong> met nieuw<br />

gecreëerd muzikaal werk. E<strong>en</strong> ander spectrum vertrekt bij regisseurs met e<strong>en</strong> sterk<br />

regieconcept, <strong>en</strong> mondt uit bij regisseurs waarbij de zoektocht op de 'vloer' gebeurt.<br />

De theatrale golf die vanaf de jar<strong>en</strong> 1980 de speler <strong>en</strong> maker emancipeerde, heeft<br />

immers e<strong>en</strong> groep regisseurs voortgebracht (Anne Teresa De Keersmaeker, Ivo Van<br />

Hove, Jan Decorte, Guy Cassiers, Jan Fabre, Jan Ritsema, Johan Simons) die later<br />

ook de kracht van de muziek ontdekte <strong>en</strong> ernaar verlangde deze ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s te<br />

emanciper<strong>en</strong>. De inzicht<strong>en</strong> die ze opded<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het eig<strong>en</strong> podiumwerk hebb<strong>en</strong> ze<br />

meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in hun muziektheaterproducties: het betrekk<strong>en</strong> van álle makers <strong>en</strong><br />

uitvoerders binn<strong>en</strong> de <strong>creatie</strong>, het werk<strong>en</strong> met hed<strong>en</strong>daagse media, de durf om in te<br />

grijp<strong>en</strong> in het muziekstuk zelf. Deze regisseurs hebb<strong>en</strong> voor het eerst de<br />

machtsstructur<strong>en</strong> uit de muziekwereld onderstebov<strong>en</strong> gehaald, door mee de zangers<br />

te kiez<strong>en</strong>, door tijd <strong>en</strong> aandacht te eis<strong>en</strong> voor de regie, door de muzikale uitvoerder<br />

mee verantwoordelijk te stell<strong>en</strong> voor de productie.<br />

Logisch <strong>en</strong> praktisch gezi<strong>en</strong>, zal het vaak zo zijn dat e<strong>en</strong> regisseur die kiest voor e<strong>en</strong><br />

<strong>repertoire</strong>partituur uitgaat van e<strong>en</strong> sterk regieconcept, terwijl e<strong>en</strong> maker die creëert<br />

op de vloer de voorkeur geeft aan e<strong>en</strong> nieuw werk. Hans Bruneel (LOD): ‘Van zodra<br />

1


makers naar grotere vorm<strong>en</strong> van muziektheater gaan, is het werk<strong>en</strong> op de vloer<br />

gehandicapt door economische mogelijkhed<strong>en</strong>. Repeter<strong>en</strong> met orkest <strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong>de solist<strong>en</strong> is nu e<strong>en</strong>maal zeer duur.’<br />

In wat volgt zal ik om te beginn<strong>en</strong> op basis van het spectrum <strong>tuss<strong>en</strong></strong> <strong>repertoire</strong> <strong>en</strong><br />

<strong>creatie</strong> het veld overlop<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verander<strong>en</strong>de uitvoeringspraktijk beschrijv<strong>en</strong> aan de<br />

hand van <strong>en</strong>kele ‘typevoorbeeld<strong>en</strong>’ van regisseurs. Het overzicht is dus indicatief <strong>en</strong><br />

beoogt ge<strong>en</strong> volledig overzicht van regisseurs die werkzaam zijn in het<br />

muziektheaterveld. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> we rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met het feit dat makers<br />

evoluer<strong>en</strong> in de tijd, <strong>en</strong> daardoor niet vast te pinn<strong>en</strong> zijn op e<strong>en</strong> vast punt op de<br />

g<strong>en</strong>oemde ass<strong>en</strong>. Na dit overzicht stip ik <strong>en</strong>kele uitdaging<strong>en</strong> voor de toekomst aan.<br />

Repertoire<br />

Autoriteit <strong>en</strong> keurslijf<br />

Het hed<strong>en</strong>daagse muziektheater, in welke vorm dan ook, blijft in oorsprong<br />

schatplichtig aan opera. Bij de traditionele opera lag gewoonlijk e<strong>en</strong> libretto op tafel<br />

dat door e<strong>en</strong> componist werd verklankt <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s geënsc<strong>en</strong>eerd, vaak nog e<strong>en</strong>s<br />

onder het toezi<strong>en</strong>d oog van diezelfde componist. Het eindresultaat was altijd e<strong>en</strong><br />

opera ‘van Mozart’, nooit e<strong>en</strong> 'van Lor<strong>en</strong>zo da Ponte' – hoezeer e<strong>en</strong> interessante<br />

dramatische tekst de kwaliteit van de opera ook t<strong>en</strong> goede kwam. De autoriteit van<br />

de componist primeerde, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> componist als Wagner trok daarnaast ook nog e<strong>en</strong>s<br />

het lak<strong>en</strong> van de uitvoeringspraktijk naar zich toe. Pas in de loop van vorige eeuw<br />

evolueerde m<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> voorzichtig sam<strong>en</strong>werkingsmodel, waarbij e<strong>en</strong> opera het<br />

resultaat werd van meerdere autonome kunst<strong>en</strong> – d<strong>en</strong>k aan Parade uit 1917, e<strong>en</strong><br />

ballet dat de creativiteit van Erik Satie, Pablo Picasso (sc<strong>en</strong>ografie <strong>en</strong> kostuums) <strong>en</strong><br />

Jean Cocteau (sc<strong>en</strong>ario) ver<strong>en</strong>igde.<br />

Het hed<strong>en</strong>daagse muziektheater is het resultaat van zo’n doorgedrev<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>werkingsmodel. Desondanks doet zich in min of meerdere mate nog steeds<br />

e<strong>en</strong> autoriteitsprobleem voor <strong>tuss<strong>en</strong></strong> muziek versus <strong>en</strong>sc<strong>en</strong>ering <strong>en</strong> componist versus<br />

regisseur – zowel in het geval van nieuw geschrev<strong>en</strong> werk, als bij reeds bestaande<br />

partitur<strong>en</strong>. Beide compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> eis<strong>en</strong> hun recht<strong>en</strong> op, <strong>en</strong> de dramaturgie van elk<br />

sam<strong>en</strong>stell<strong>en</strong>d compon<strong>en</strong>t zal zich op de e<strong>en</strong> of andere manier moet<strong>en</strong> verhoud<strong>en</strong><br />

tot de andere elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Die verhouding gaat vaak sam<strong>en</strong> met spanning. Het<br />

sc<strong>en</strong>ario waarin e<strong>en</strong> regisseur aan de haal gaat met het werk van de componist, of<br />

de componist inbreekt op het terrein van de regisseur, leidt tot zulke spanning<strong>en</strong>. Ze<br />

kunn<strong>en</strong> resulter<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> mislukte dialoog <strong>tuss<strong>en</strong></strong> de twee media of net tot e<strong>en</strong><br />

artistieke surplus.<br />

Het omgaan met het grote muziek<strong>repertoire</strong> lijkt voor e<strong>en</strong> regisseur op het eerste<br />

gezicht misschi<strong>en</strong> makkelijker dan het aanpakk<strong>en</strong> van nieuwe <strong>creatie</strong>s. Toch is dat<br />

niet altijd het geval. Hoewel zich meestal ge<strong>en</strong> autoriteitsprobleem stelt in de<br />

letterlijke zin van het woord, doordat de componist vaak overled<strong>en</strong> is, leeft nog<br />

steeds sterk de gedachte dat de partituur heilig is. E<strong>en</strong> parallel met het teksttheater<br />

ligt voor de hand. Ook daar bestaat discussie omtr<strong>en</strong>t de uitvoeringspraktijk van<br />

grote <strong>repertoire</strong>tekst<strong>en</strong>, zoals de discussie van oktober 2008 rec<strong>en</strong>t nog bewees. In<br />

de muziekwereld rust op het verknipp<strong>en</strong>, inkort<strong>en</strong> of aanvull<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

<strong>repertoire</strong>partituur e<strong>en</strong> nog grotere banvloek, aldus Judith Vindevogel van<br />

WALPURGIS: ‘Zelfs e<strong>en</strong> nieuwe interpretatie van de partituur ligt moeilijk. In theater<br />

2


is het teg<strong>en</strong>woordig heel gewoon om e<strong>en</strong> vrouw e<strong>en</strong> mann<strong>en</strong>rol te lat<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> of<br />

andersom, maar o wee als e<strong>en</strong> lyrische sopraan de rol zingt van e<strong>en</strong> dramatische…<br />

Terwijl het net interessant is om zo’n ding<strong>en</strong> te do<strong>en</strong>, want door e<strong>en</strong> rol door e<strong>en</strong><br />

andere stem te lat<strong>en</strong> zing<strong>en</strong>, kan je nieuwe facett<strong>en</strong> van je personage ontdekk<strong>en</strong>.’<br />

In het geval dat de regisseur er voor kiest om e<strong>en</strong> partituur – <strong>repertoire</strong> of nieuw<br />

geschrev<strong>en</strong> – te respecter<strong>en</strong>, dwingt hem dat op slag in e<strong>en</strong> bijzonder strak keurslijf,<br />

gezi<strong>en</strong> de vooraf bepaalde, wel afgemet<strong>en</strong> scansie in de tijd. Zoals Stijn Devillé van<br />

Braakland/Zhebilding zegt: ‘Acteurs moet<strong>en</strong> plots bezig zijn met mat<strong>en</strong> tell<strong>en</strong>, want er<br />

is maar e<strong>en</strong> beperkt aantal mat<strong>en</strong> in het stuk, <strong>en</strong> op het einde is de muziek op.’ Net<br />

omwille van dat keurslijf geeft Devillé de voorkeur aan semi-geïmproviseerde muziek,<br />

gebaseerd op muzikale schema’s <strong>en</strong> niet op uitgeschrev<strong>en</strong> muziek: ‘De schoonheid<br />

van theater is net dat het hier <strong>en</strong> nu gebeurt, in het mom<strong>en</strong>t – dan mag je niet bezig<br />

zijn met wiskunde.’ Judith Vindevogel relativeert die verme<strong>en</strong>de strakheid van de<br />

partituur, vanuit de gedachte van de dialoog: ‘Mits e<strong>en</strong> goede dialoog <strong>tuss<strong>en</strong></strong><br />

regisseur <strong>en</strong> muzikale uitvoerders is er veel mogelijk, zelfs in de klassieke opera. Je<br />

kunt bijvoorbeeld e<strong>en</strong> orgelpunt zo rekk<strong>en</strong> dat het e<strong>en</strong> bepaalde sc<strong>en</strong>ische handeling<br />

mogelijk maakt – alles hangt af van de communicatie <strong>tuss<strong>en</strong></strong> componist, regisseur <strong>en</strong><br />

uitvoerder.’<br />

De regisseur die zich toch van de partituur durft ontdo<strong>en</strong>, staat mete<strong>en</strong> in voor e<strong>en</strong><br />

geheel nieuwe schepping, want wie de muzikale dramaturgie van de componist<br />

doorkruist, moet daar e<strong>en</strong> nieuwe, eig<strong>en</strong> dramaturgie teg<strong>en</strong>over plaats<strong>en</strong>.<br />

Interpretatie<br />

Muziektheaterregisseurs kunn<strong>en</strong> er <strong>en</strong>erzijds voor kiez<strong>en</strong> om in hun producties op<br />

e<strong>en</strong> conv<strong>en</strong>tionele of mindere conv<strong>en</strong>tionele manier gebruik te mak<strong>en</strong> van<br />

<strong>repertoire</strong>(elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>), anderzijds kunn<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> nieuwe <strong>creatie</strong> lat<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> of<br />

meeschrijv<strong>en</strong>. Tuss<strong>en</strong> beide pol<strong>en</strong> strekt zich e<strong>en</strong> continuüm uit met hybride<br />

m<strong>en</strong>gvorm<strong>en</strong>.<br />

De meest ‘traditionele’ omgang met <strong>repertoire</strong> is wellicht de interpretatie ervan, met<br />

respect voor de partituur <strong>en</strong> het libretto, zonder dat de bewerking leidt tot e<strong>en</strong> nieuwe<br />

<strong>creatie</strong>. In Vlaander<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we dat e<strong>en</strong> aantal grote regisseurs, afkomstig uit het<br />

teksttheater, opera aanpakk<strong>en</strong>, <strong>en</strong> daarvoor – weliswaar in nauw overleg met hun<br />

<strong>creatie</strong>team – uitgaan van e<strong>en</strong> sterk <strong>en</strong> vooraf bepaald regieconcept.<br />

Ivo Van Hove is wellicht het bek<strong>en</strong>dste voorbeeld. Met zijn sterke theatrale ideeën<br />

breekt hij visueel <strong>en</strong> interpretatief in op het operag<strong>en</strong>re, maar hij respecteert partituur<br />

<strong>en</strong> muzikale dramaturgie. Al in 1999 werd hij door de operawereld gevraagd om de<br />

overstap te mak<strong>en</strong> (Lulu, 1999). Voorlopig meesterstuk van zijn operaregies is<br />

ongetwijfeld Der Ring des Nibelung<strong>en</strong> (2006-2008), de Wagnercyclus die hij bij de<br />

Vlaamse Opera creëerde.<br />

Het is interessant om te zi<strong>en</strong> hoe theatermaker Guy Cassiers in de periode 2010-<br />

2013 datzelfde werk zal aanpakk<strong>en</strong> voor de Scala van Milaan. Ook Cassiers vertrekt<br />

van e<strong>en</strong> welomlijnd concept waarin elk dramaturgisch elem<strong>en</strong>t zijn vaste plaats heeft.<br />

In teg<strong>en</strong>stelling tot Van Hove verhoudt Cassiers zich echter zowel tot <strong>repertoire</strong> als<br />

tot <strong>creatie</strong>. Zijn omgang met muziek heeft doorhe<strong>en</strong> de tijd e<strong>en</strong> grote evolutie<br />

doorgemaakt. Aanvankelijk werd de muziek (zowel bestaand als nieuw geschrev<strong>en</strong>)<br />

<strong>en</strong>kel ingezet als sfeer schepp<strong>en</strong>d elem<strong>en</strong>t, als soundtrack. Dat was bijvoorbeeld het<br />

geval bij het meeste werk dat Cassiers realiseerde vóór <strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s zijn periode bij<br />

Oud Huis Stekelbees <strong>en</strong> in het Kaaitheater (Daedalus, 1986; De baron van<br />

Münchhaus<strong>en</strong>, 1988). Op e<strong>en</strong> bepaald mom<strong>en</strong>t versch<strong>en</strong><strong>en</strong> de muzikant<strong>en</strong> live op<br />

3


scène, <strong>en</strong> veroverde de muziek haar plaats binn<strong>en</strong> het vertelconcept (Portrett<strong>en</strong>, e<strong>en</strong><br />

muzikale vertelling, met Dick van der Harst, 1993). Soms stond die muziek in de<br />

schaduw, e<strong>en</strong> andere keer dook ze op binn<strong>en</strong> het dramaturgisch kader (Onegin, met<br />

Dominique Pauwels, 2006). Via e<strong>en</strong> hybride operavorm als The Woman Who<br />

Walked into Doors (met Kris Defoort, 2001) evolueerde Cassiers naar de meer<br />

klassieke opera (Der Flieg<strong>en</strong>de Holländer, 2005) maar voor House of the Sleeping<br />

Beauties (2009) ging hij e<strong>en</strong> nieuwe sam<strong>en</strong>werking met Defoort aan. De volg<strong>en</strong>de<br />

stap in zijn parcours is opnieuw e<strong>en</strong> zwaarbelad<strong>en</strong> <strong>repertoire</strong>stuk, bij e<strong>en</strong> van ’s<br />

werelds meest prestigieuze opera-institut<strong>en</strong>. Het moge duidelijk zijn: Cassiers is niet<br />

voor e<strong>en</strong> gat te vang<strong>en</strong>.<br />

Johan Simons' jar<strong>en</strong>lange <strong>en</strong> int<strong>en</strong>se sam<strong>en</strong>werking met Paul Koek bij Hollandia is<br />

van e<strong>en</strong> andere aard dan zijn huidige <strong>creatie</strong>s. Sinds hij met Verdi’s Simon<br />

Boccanegra (2006) in de Parijse Opéra Bastille de overstap maakte naar de<br />

klassieke opera, werkt Simons, net zoals Van Hove <strong>en</strong> Cassiers, in de eerste plaats<br />

op basis van e<strong>en</strong> vooraf uitgedacht regieconcept. Toch durft hij, meer dan beide<br />

eerder g<strong>en</strong>oemde verwant<strong>en</strong>, de muziek ook op e<strong>en</strong> niet-conv<strong>en</strong>tionele manier<br />

behandel<strong>en</strong>. Zo liet hij voor Fidelio (2008), Gerard Mortiers afscheidsopera in de<br />

Bastille, de dialog<strong>en</strong> bijkleur<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>s<strong>en</strong>t meldde dat Simons muzikaal gezi<strong>en</strong><br />

‘graag tot wurging, zeg schrapping van de opdringerige Beethov<strong>en</strong> wou overgaan’. 1<br />

Door zijn ingrijp<strong>en</strong> op het muzikale werk schuift Johan Simons stevig op richting e<strong>en</strong><br />

tweede groep regisseurs, die het niet zull<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> bij interpretatie alle<strong>en</strong>.<br />

In MIGNON (1989), de allereerste productie van WALPURGIS, werd<strong>en</strong> de klassiek<br />

geword<strong>en</strong> Mignon-lieder<strong>en</strong> (op muziek gezet door onder meer Schubert, Wolf,<br />

Schumann <strong>en</strong> Beethov<strong>en</strong>) door Judith Vindevogel in hun oorspronkelijke theatrale<br />

context geplaatst – de dramaturgie bepaalde de interpretatie. Het personage van<br />

Mignon <strong>en</strong> de lieder<strong>en</strong> waarmee ze zich uitdrukt, kreg<strong>en</strong> hierdoor opnieuw betek<strong>en</strong>is<br />

voor onze tijd.<br />

De Waalse regisseur Ingrid Von Wantoch-Rekowsky, wi<strong>en</strong>s A Ronne II (2001,<br />

Luciano Berio) haar doorbraak betek<strong>en</strong>de op de Europese podia, laat zich sterk<br />

inspirer<strong>en</strong> door de fysieke aanwezigheid op scène <strong>en</strong> werkt vooral op de vloer,<br />

ondanks het feit dat de partitur<strong>en</strong> soms zeer strikt zijn. In A-Ronne II liet zij<br />

bijvoorbeeld de zangpartij<strong>en</strong> invull<strong>en</strong> door acteurs. Onder de noemer ‘theater voor<br />

het oor, muziek voor het oor’ kiest zij niet voor de muzikaliteit van de stemm<strong>en</strong>, maar<br />

voor de expressiviteit van het lichaam.<br />

‘De muziek is mijn meester’, zegt Anne Teresa De Keersmaeker. ‘Muziek blijft<br />

ontroer<strong>en</strong> […] misschi<strong>en</strong> ook omdat zij zo verbond<strong>en</strong> is met het lichaam: de stem is<br />

lichaam, maar ook e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t is e<strong>en</strong> verl<strong>en</strong>gstuk van het lichaam.’ 2 Anne Teresa<br />

De Keersmaekers fascinatie voor de minimalistische componist Steve Reich leidde in<br />

het begin van haar carrière tot Fase, four mouvem<strong>en</strong>ts to the music of Steve Reich<br />

(1982), de voorstelling die haar internationale doorbraak zou betek<strong>en</strong><strong>en</strong>. E<strong>en</strong> jaar<br />

later creëerde ze op muziek van Thierry De Mey <strong>en</strong> Peter Vermeersch het kwartet<br />

Rosas danst Rosas (1983). Muzikale dansproducties op <strong>repertoire</strong> van Monteverdi,<br />

Ligeti <strong>en</strong> Bartók zoud<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>. De verbond<strong>en</strong>heid <strong>tuss<strong>en</strong></strong> dans <strong>en</strong> muziek<br />

verstevig<strong>en</strong>, was e<strong>en</strong> van de objectiev<strong>en</strong> die De Keersmaeker zich stelde bij de<br />

intrede van haar dansgezelschap Rosas in De Munt. Met Hertog Blauwbaards burcht<br />

(naar Béla Bartók, 1998) ging de choreografe e<strong>en</strong> stap verder <strong>en</strong> tastte ze de gr<strong>en</strong>s<br />

af <strong>tuss<strong>en</strong></strong> opera <strong>en</strong> dans. De Keersmaeker werkt analytisch, niet improvisatoir:<br />

1 Roland De Beer, 'Hardvochtig jeg<strong>en</strong>s Beethov<strong>en</strong>, in: De Volkskrant, 27 november 2008<br />

2 www.desingel.be, tag: Anne Teresa De Keersmaeker<br />

4


vertrekk<strong>en</strong>de van e<strong>en</strong> bestaande partituur ontwikkelt ze door muziekdramaturgische<br />

analyse e<strong>en</strong> stevig regieconcept.<br />

De barokopera Dido & A<strong>en</strong>eas (naar Purcell, 2006) was het resultaat van e<strong>en</strong> eerste,<br />

maar erg geslaagde sam<strong>en</strong>werking <strong>tuss<strong>en</strong></strong> Jan Decorte <strong>en</strong> het jonge barok<strong>en</strong>semble<br />

B'Rock. Decorte onderzocht in Dido & A<strong>en</strong>eas voor het eerst de mogelijkhed<strong>en</strong> om<br />

zijn eig<strong>en</strong>, specifieke theatertaal te ver<strong>en</strong>ig<strong>en</strong> met opera, <strong>en</strong> zet in 2011 de<br />

sam<strong>en</strong>werking verder voor La Resurrezione van Händel. Decortes praktijk situeert<br />

zich erg<strong>en</strong>s <strong>tuss<strong>en</strong></strong> conceptueel <strong>en</strong> improvisatoir: hoewel er steeds e<strong>en</strong> basisconcept<br />

op tafel ligt, laat de regisseur tijd<strong>en</strong>s de repetities ook ding<strong>en</strong> ontstaan, steeds met<br />

e<strong>en</strong> groot respect voor de muziek.<br />

Sampling<br />

Soms gaan regisseurs verder dan het interpreter<strong>en</strong> van de partituur <strong>en</strong> spel<strong>en</strong> ze met<br />

elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit het <strong>repertoire</strong>. We kom<strong>en</strong> opnieuw terecht bij Johan Simons, die met<br />

S<strong>en</strong>tim<strong>en</strong>ti (2003) e<strong>en</strong> belangrijke stap zette in zijn muziektheatrale parcours. In deze<br />

productie ging Simons aan de slag met e<strong>en</strong> aantal aria’s van Giuseppe Verdi: in<br />

sam<strong>en</strong>werking met Paul Koek werd<strong>en</strong> ze geknipt <strong>en</strong> geplakt tot e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>zinnige<br />

collage, waardoor de muziek werd behoud<strong>en</strong> doch ingezet in e<strong>en</strong> nieuw verhaal.<br />

Ook Alain Platel <strong>en</strong>t zich, in sam<strong>en</strong>werking met verschill<strong>en</strong>de componist<strong>en</strong>, sterk op<br />

het <strong>repertoire</strong>, maar zijn manier van werk<strong>en</strong> is improvisatoir. Platel heeft zich altijd al<br />

in de eerste plaats lat<strong>en</strong> inspirer<strong>en</strong> door de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> waarmee hij sam<strong>en</strong>werkt <strong>en</strong> hij<br />

betrekt ze nauw bij zijn <strong>creatie</strong>s. Sinds La Tristeza Complice uit 1995 (met Dick van<br />

der Harst, naar Purcell) is de muzikale dramaturgie in steeds sterkere mate<br />

geïntegreerd geraakt in zijn collagevoorstelling<strong>en</strong>. Zeker sinds vsprs (2006) <strong>en</strong> Pitié!<br />

(2008) is er sprake van e<strong>en</strong> echte sam<strong>en</strong>werking met componist Fabrizio Cassol, die<br />

de muziek van Monteverdi respectievelijk Bach ingrijp<strong>en</strong>d bewerkte <strong>en</strong> er nieuwe<br />

muziek aan toevoegde. In het spoor van Platel onderzoek<strong>en</strong> ook Ko<strong>en</strong> Augustijn<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> Sidi Larbi Cherkaoui het muzikale spoor, waarbij ze evolueerd<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> steeds<br />

grotere inbr<strong>en</strong>g van hun muzikant<strong>en</strong> <strong>en</strong> zangers (Import/export, 2006; Ashes, 2009).<br />

In Waar is thuis <strong>en</strong> hoe kom ik daar? (2004) combineerde WALPURGIS in<br />

sam<strong>en</strong>werking met de Roovers <strong>en</strong> in regie van Peter Van Kraaij muziek van Kurtag<br />

met tekst<strong>en</strong> van Kafka <strong>en</strong> Coetzee. Deze drie elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verhield<strong>en</strong> zich tot elkaar<br />

als communicer<strong>en</strong>de vat<strong>en</strong>. Voor Il combattim<strong>en</strong>to di Tancredi e Clorinda (2006),<br />

concept <strong>en</strong> regie van Peter Van Kraaij, schreef Erwin Mortier e<strong>en</strong> tekst die het libretto<br />

actualiseerde.<br />

Josse De Pauw, die zijn eerste muziektheatertekst schreef in opdracht van<br />

WALPURGIS (1993, met Peter Vermeersch) <strong>en</strong> nu in resid<strong>en</strong>tie is bij zowel LOD als<br />

Transparant, is e<strong>en</strong> muziektheatermaker die in verschill<strong>en</strong>de veld<strong>en</strong> thuishoort. Hij<br />

weet zich te verhoud<strong>en</strong> tot <strong>repertoire</strong> én tot <strong>creatie</strong>, <strong>en</strong> beweegt zich met gemak in<br />

theater- én muziekwereld tegelijk. In Ruhe (2007) verwerkte De Pauw lieder<strong>en</strong> van<br />

Schubert op e<strong>en</strong> organische manier in zijn regieconcept. Maar het spel<strong>en</strong> met<br />

elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit het <strong>repertoire</strong> ging hier ook sam<strong>en</strong> met <strong>creatie</strong>, want componist<br />

Annelies Van Parys schreef e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> coda bij Ruhe.<br />

Onder de regisseurs die (ev<strong>en</strong>tueel in sam<strong>en</strong>werking met e<strong>en</strong> componist) spel<strong>en</strong> met<br />

elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit het <strong>repertoire</strong>, vind<strong>en</strong> we verder nog het duo Wouter Van Looy/Jan<br />

Van Outryve, dat ingreep op werk van Vivaldi of Monteverdi (bij Transparant).<br />

Caroline Petrick greep terug naar de Harawi-liedyclus van Messia<strong>en</strong> of B<strong>en</strong>jamin<br />

Britt<strong>en</strong> (The Gold<strong>en</strong> Vanity, 2008). An De Donder ging voor De Gelukkige Prins<br />

5


(2006) sam<strong>en</strong> met Oxalys aan de slag met onder meer werk van Schubert <strong>en</strong><br />

Mozart...<br />

E<strong>en</strong> opvall<strong>en</strong>de productie was de noces/svadebka/de bruiloft (2005), waarvoor<br />

WALPURGIS e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking aanging met de Roovers <strong>en</strong> het Spectra Ensemble.<br />

Judith Vindevogel besloot de klassiek geword<strong>en</strong> partituur van Stravinsky, gebaseerd<br />

op Russische volksmuziek, uit haar concertante dwangbuis te hal<strong>en</strong> <strong>en</strong> opnieuw de<br />

rituele kracht te gev<strong>en</strong> die erin verborg<strong>en</strong> ligt. Daarvoor werd het <strong>repertoire</strong>stuk in de<br />

eerste plaats uit de klassieke concertzaal gehaald <strong>en</strong> op locatie gespeeld, in e<strong>en</strong><br />

theatrale context: de uitvoering van de muziek vormde het hoogtepunt van e<strong>en</strong><br />

bruiloftsfeest. Ook de partituur zelf werd op e<strong>en</strong> theatrale manier aangepakt.<br />

Normaal wordt Les Noces gezong<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> koor <strong>en</strong> vier solist<strong>en</strong>, die stem gev<strong>en</strong><br />

aan verschill<strong>en</strong>de personages. Vindevogel besloot om voor deze uitvoering te<br />

werk<strong>en</strong> met zesti<strong>en</strong> solist<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de sololijn<strong>en</strong> te verdel<strong>en</strong> onder de zangers, die all<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong> de familie van de bruidegom zoud<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>. De muziek werd<br />

zonder dirig<strong>en</strong>t <strong>en</strong> uit het hoofd vertolkt. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> werd int<strong>en</strong>sief gezocht naar e<strong>en</strong><br />

volkse manier van zing<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet naar e<strong>en</strong> vocale e<strong>en</strong>heid zoals dat gebruikelijk is<br />

bij e<strong>en</strong> concertante uitvoering.<br />

Radicale bewerking<strong>en</strong><br />

Steeds verder opschuiv<strong>en</strong>d naar de <strong>creatie</strong>pool di<strong>en</strong>t zich e<strong>en</strong> groep regisseurs aan<br />

die het <strong>repertoire</strong> radicaal bewerkt, in sam<strong>en</strong>werking met e<strong>en</strong> componist <strong>en</strong>/of<br />

dramaturg. Deze manier van bewerk<strong>en</strong> vergt in feite de <strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> de<br />

productiemiddel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> totaal nieuwe <strong>creatie</strong>. E<strong>en</strong> voorbeeld is De Tooverfluit<br />

van Dick van der Harst <strong>en</strong> Alessandro Libertini (2001, bij LOD <strong>en</strong> HETPALEIS),<br />

waarbij Mozarts compositie door Van der Harst werd bewerkt tot e<strong>en</strong> nieuwe partituur<br />

voor e<strong>en</strong> trio <strong>en</strong> twee actrices. Erg gedurfd was ook de sam<strong>en</strong>werking <strong>tuss<strong>en</strong></strong> Wim<br />

H<strong>en</strong>derickx <strong>en</strong> Ramsey Nasr van Mozarts Die Entführung aus dem Serail tot E<strong>en</strong><br />

totale Entführung: dankzij de nieuwe compositiestukk<strong>en</strong> van H<strong>en</strong>derickx <strong>en</strong> de<br />

hertaling door Nasr resulteerde E<strong>en</strong> totale Entführung (2006) ook in e<strong>en</strong> totaal<br />

nieuwe <strong>creatie</strong>.<br />

In dit rijtje hor<strong>en</strong> ook de productie MAX T (2003, gebaseerd op Stravinsky’s The<br />

Rake’s Progress) <strong>en</strong> de librettolezing<strong>en</strong> van WALPURGIS thuis. Over de eerste<br />

productie schreef De Standaard: ‘Pieter Embrechts […] heeft het libretto tegelijk<br />

virtuoos <strong>en</strong> ongekunsteld herschrev<strong>en</strong>. Muzikaal is er, op <strong>en</strong>kele speelse aria’s na,<br />

minder gele<strong>en</strong>d. Stravinsky maakte in deze opera al e<strong>en</strong> collage van oude <strong>en</strong><br />

moderne muziekstijl<strong>en</strong>, maar WALPURGIS gaat daarin nog verder. Sam<strong>en</strong> met drie<br />

allround muzikant<strong>en</strong> zapt de geluidspartituur van Stravinsky over Rossini tot<br />

Coldplay.’ 3<br />

De librettolezing<strong>en</strong> van WALPURGIS war<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ludieke manier om e<strong>en</strong> breder<br />

publiek k<strong>en</strong>nis te lat<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> met het tekstmateriaal waarop het klassieke<br />

opera<strong>repertoire</strong> gebouwd is, <strong>en</strong> om dat materiaal van lading <strong>en</strong> taboes te ontdo<strong>en</strong>.<br />

De m<strong>en</strong>geling van beroepsernst <strong>en</strong> 'kinderlijk spelplezier' maakt<strong>en</strong> dat deze lezing<strong>en</strong><br />

constant balanceerd<strong>en</strong> op de rand van onderzoeksexperim<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de evocatie<br />

<strong>en</strong>erzijds, <strong>en</strong> de 'echte' voorstelling anderzijds.<br />

Creatie<br />

3 Véronique Rub<strong>en</strong>s, 'Sprookjesbestaan wordt nachtmerrie', in: De Standaard, 23 januari 2003<br />

6


In het geval van <strong>creatie</strong> zi<strong>en</strong> we dat de verschill<strong>en</strong>de makers – componist <strong>en</strong><br />

regisseur/dramaturg/librettist – vanaf e<strong>en</strong> embryonaal idee int<strong>en</strong>s sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>. In<br />

de praktijk van het hed<strong>en</strong>daags muziektheater komt het steeds minder voor dat er<br />

eerst e<strong>en</strong> partituur wordt geschrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> pas daarna e<strong>en</strong> regisseur wordt gezocht. De<br />

parallelle <strong>en</strong> geïntegreerde werkwijze is in<strong>tuss<strong>en</strong></strong> in alle muziektheatergroep<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

-structur<strong>en</strong> zichtbaar geword<strong>en</strong>, zowel in de grote huiz<strong>en</strong> (Philippe Boesmans <strong>en</strong> Luc<br />

Bondy in De Munt) als in de specifieke vorm<strong>en</strong> van muziektheater waarop deze<br />

bijdrage zich toespitst.<br />

In het muzikale verteltheater dringt zich opnieuw de naam van Josse De Pauw op.<br />

Weg (1998), e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking met componist Peter Vermeersch, betek<strong>en</strong>de e<strong>en</strong><br />

doorbraak in De Pauws muziektheatrale parcours <strong>en</strong> Larf! (2000) bevestigde de<br />

vruchtbare sam<strong>en</strong>werking <strong>tuss<strong>en</strong></strong> beid<strong>en</strong>. In Die siel van die mier (2004), op tekst van<br />

David Van Reybrouck, bereikte de muziek van Jan Kuijk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> osmose met het<br />

gesprok<strong>en</strong> woord. De Pauw heeft zich de laatste jar<strong>en</strong> steeds duidelijker toegelegd<br />

op het creër<strong>en</strong> mét muziek, waarbij de muzikale sam<strong>en</strong>werking<strong>en</strong> meer zijn dan<br />

aanvulling<strong>en</strong>, zo bewijst ook Liefde/zijn hand<strong>en</strong> (2007), opnieuw met Jan Kuijk<strong>en</strong>.<br />

Toch blijkt uit bijvoorbeeld De versie Claus (2008) dat De Pauw zich ook in het<br />

zuivere teksttheater nog steeds als e<strong>en</strong> vis in het water voelt.<br />

Op dezelfde dunne lijn <strong>tuss<strong>en</strong></strong> vertell<strong>en</strong> <strong>en</strong> musicer<strong>en</strong>, balanceert het werk van<br />

regisseur <strong>en</strong> auteur Dirk Opstaele, die int<strong>en</strong>s sam<strong>en</strong> creëert met de muzikant<strong>en</strong>,<br />

dansers <strong>en</strong> acteurs van Ensemble Leporello. Hoewel e<strong>en</strong> sterke <strong>repertoire</strong>tekst<br />

(Shakespeare, Beckett) niet zeld<strong>en</strong> de basis vormt van e<strong>en</strong> voorstelling, eist de<br />

muziek haar plaats op in de dramaturgie <strong>en</strong> soms zelfs in het ritme van de tekst zelf,<br />

zoals in het rec<strong>en</strong>te De wijdere wereld van water (2008), e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking met<br />

componist Frank Nuyts. Opstaeles ambities reik<strong>en</strong> trouw<strong>en</strong>s verder dan het muzikale<br />

verteltheater. In het verled<strong>en</strong> waagde hij zich ook al aan e<strong>en</strong> <strong>repertoire</strong>-opera (Simon<br />

Boccanegra, naar Verdi, 2006) of, in nauwe sam<strong>en</strong>werking met componist Luc<br />

Brewaeys, aan e<strong>en</strong> hybride opera als Antigone (1991, bij WALPURGIS) <strong>en</strong> De<br />

Afscheidssymfonie, die hij in 1999 sam<strong>en</strong> met Jan Kuijk<strong>en</strong> bij HETPALEIS maakte.<br />

Braakland/Zhebilding (Stijn Devillé, Adriaan Van Ak<strong>en</strong>) profileert zich expliciet als<br />

e<strong>en</strong> gezelschap van makers <strong>en</strong> creëert theater 'voor het oor'. Voorbeeld<strong>en</strong> zijn Lev<br />

(2004, met muziek van Rudy Trouvé <strong>en</strong> Geert Waegeman) <strong>en</strong> Immaculata (2004,<br />

muziek van Youri Van Uffel<strong>en</strong> <strong>en</strong> Ephraïm Ciel<strong>en</strong>). Het schrijv<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> specifiek<br />

proces waarbij met metrum, ritmiek <strong>en</strong> scansie wordt gewerkt in het woord zelf,<br />

waardoor de tekst e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> ritmiek ontwikkelt. Devillé: 'Je zou onze voorstelling<strong>en</strong><br />

met je og<strong>en</strong> toe moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> beluister<strong>en</strong>.' Parallel met de tekst <strong>en</strong> geïnspireerd<br />

door dezelfde thematiek<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> de muzikant<strong>en</strong> hun partituur. Er wordt<br />

regelmatig ‘overgestok<strong>en</strong>’ van de <strong>en</strong>e zijde naar de andere, waardoor de muziek erg<br />

nauw verbond<strong>en</strong> raakt met de voorstelling, er als het ware van bij het begin wordt in<br />

'ingeschrev<strong>en</strong>'. Of zoals Devillé deze zoektocht naar e<strong>en</strong> ‘auditieve vertelling'<br />

b<strong>en</strong>oemt: 'Wij mak<strong>en</strong> de soundtrack van je verbeelding.'<br />

WALPURGIS, het <strong>en</strong>semble rond zangeres Judith Vindevogel, vertrekt vanuit de<br />

gedachte van geme<strong>en</strong>schappelijke <strong>creatie</strong>. Vindevogel b<strong>en</strong>oemt het zo: ‘Ik beschouw<br />

mezelf als e<strong>en</strong> tuinman. Ik heb e<strong>en</strong> sterk idee over hoe mijn tuin er moet uitzi<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

ik kies in functie daarvan bloem<strong>en</strong>, plant<strong>en</strong>, bom<strong>en</strong> die de tuin mee vorm zull<strong>en</strong><br />

gev<strong>en</strong>. Maar al die elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> dynamiek, zodat<br />

de tuin er nooit zal uitzi<strong>en</strong> zoals ik hem in gedacht<strong>en</strong> had – we creër<strong>en</strong> hem immers<br />

sam<strong>en</strong>. Als tuinman is het vooral mijn taak om ervoor te zorg<strong>en</strong> dat elk elem<strong>en</strong>t zich<br />

7


maximaal kan ontplooi<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het grotere geheel.’ In de <strong>creatie</strong>s van WALPURGIS<br />

staat de maker (zanger, muzikant) c<strong>en</strong>traal. ZILKE - dood <strong>en</strong> ontwak<strong>en</strong> (2008) is e<strong>en</strong><br />

voorstelling gebaseerd op e<strong>en</strong> tekst van Pieter De Buysser, met muziek van Peter<br />

Vermeersch. In het autoriteitsconflict <strong>tuss<strong>en</strong></strong> theater <strong>en</strong> muziek wil Vindevogel niet<br />

kiez<strong>en</strong>: ‘Er is wat mij betreft ge<strong>en</strong> hiërarchische verhouding, ik schat het <strong>en</strong>e medium<br />

niet hoger in dan het andere – het gaat mij vooral om de dialoog <strong>tuss<strong>en</strong></strong> beide. Dat<br />

gesprek hoeft niet te leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> cons<strong>en</strong>sus, want verschil kan net waardevol zijn,<br />

maar dat er überhaupt e<strong>en</strong> dialoog is, is voor mij e<strong>en</strong> noodzakelijke voorwaarde om<br />

over muziektheater te sprek<strong>en</strong>.’<br />

Binn<strong>en</strong> de hybride opera kom<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal nam<strong>en</strong> terug van regisseurs (<strong>en</strong><br />

componist<strong>en</strong>) die we reeds eerder aantroff<strong>en</strong> bij het omgaan met <strong>repertoire</strong>. Het gaat<br />

om de duo's Guy Cassiers/Kris Defoort (The Woman Who Walked into Doors (2001),<br />

Eric De Volder/Dick van der Harst (Diep in het bos, 1999), Wouter Van Looy/Jan Van<br />

Outryve (Dido, 2004), Simons <strong>en</strong> Koek/Wim H<strong>en</strong>derickx (Triumph of Spirit over<br />

Matter, 2000). Walter Hus werkte voor de Decorte-cyclus tweemaal sam<strong>en</strong> met Jan<br />

Ritsema (M<strong>en</strong>eer, de zot & tkint (2000) <strong>en</strong> Titus Andonderonikustmijnklote (2002)) <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong>maal met Cassiers (Bloetwollefduivel (2001)). In het werkproces van deze teams<br />

wordt int<strong>en</strong>sief <strong>en</strong> constructief sam<strong>en</strong>gewerkt: de theatermaker beïnvloedt de<br />

compositie <strong>en</strong> bepaalt mee de structuur van het werk. Hoewel de componist<br />

autonoom creëert (niet op de vloer of op basis van improvisatie) <strong>en</strong> het eindresultaat<br />

e<strong>en</strong> vastligg<strong>en</strong>de partituur is, is de inhoudelijke impact van de theatermaker op het<br />

eindresultaat <strong>en</strong>orm.<br />

Ook aan de zijde van de componist<strong>en</strong> zijn makers actief die nog e<strong>en</strong> stap verder<br />

gaan: niet <strong>en</strong>kel zett<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> organische sam<strong>en</strong>werking op met de regisseur, maar<br />

ze verlang<strong>en</strong> ernaar ook zelf het terrein van die regisseur te betred<strong>en</strong> <strong>en</strong> met hun<br />

muziek in te brek<strong>en</strong> op de sc<strong>en</strong>ografie. Componist<strong>en</strong> als Dominique Pauwels <strong>en</strong> Eric<br />

Sleichim (M<strong>en</strong> in Tribulation, 2004; Intra-Muros, 2007) zi<strong>en</strong> hun compositie niet <strong>en</strong>kel<br />

als e<strong>en</strong> muzikale <strong>creatie</strong>, maar ook als e<strong>en</strong> complete muziektheatervoorstelling of<br />

e<strong>en</strong> sc<strong>en</strong>ische installatie. Eric Sleichim is daarin het extreemst. Hij regisseert zijn<br />

composities zelf – naar het voorbeeld van Heiner Goebbels kom<strong>en</strong> compositie <strong>en</strong><br />

regie uit één <strong>creatie</strong>ve geest. Dominique Pauwels vertrekt sam<strong>en</strong> met de auteur <strong>en</strong><br />

regisseur vanuit de inhoudelijke dramaturgie <strong>en</strong> breekt met zijn muziek ook fysiek in<br />

op de voorstelling. Zijn muziek verstolt als het ware in de sc<strong>en</strong>ografie, zoals rec<strong>en</strong>t<br />

nog in Twee oude vrouwtjes (2008) of Judaspassie (2009, met Inne Goris <strong>en</strong> Pieter<br />

De Buysser).<br />

Creaties in jeugdmuziektheater<br />

Als we sprek<strong>en</strong> over jeugdmuziektheater, gaat het vooral over nieuwe <strong>creatie</strong>s,<br />

eerder dan over de opvoering van e<strong>en</strong> vooraf gegev<strong>en</strong> <strong>repertoire</strong>. Jeugdtheater is<br />

traditioneel altijd al verbond<strong>en</strong> geweest met muziek – de oude Koninklijk Jeugd<br />

Theater-voorstelling<strong>en</strong> maakt<strong>en</strong> quasi onveranderlijk gebruik van liedjes <strong>en</strong> muziek.<br />

Ook vandaag lijkt het medium muziek nog erg aantrekkelijk voor e<strong>en</strong> jonger publiek.<br />

E<strong>en</strong> heleboel jeugdtheaters creër<strong>en</strong> mét muziek (Wilde Ding<strong>en</strong> van Eva Bal, 2003;<br />

het rec<strong>en</strong>te Love van dezelfde maakster, 2009) maar onder de noemer<br />

‘muziektheater’ zoals supra gedefinieerd valt slechts één gezelschap. Theater De<br />

Spiegel, onder leiding van Karel Van Ransbeeck, vertrekt iedere keer van nul <strong>en</strong> stelt<br />

e<strong>en</strong> productioneel dreamteam sam<strong>en</strong> voor zijn voorstelling<strong>en</strong>, waarin muziek,<br />

figur<strong>en</strong>, object<strong>en</strong>, beeld, klank <strong>en</strong> stem versmelt<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> nieuwe verteltaal. De<br />

artistieke kern zet de lijn<strong>en</strong> uit, maar het uiteindelijke artistieke resultaat wordt<br />

8


epaald door de input van alle medewerkers. De Spiegel werkt sam<strong>en</strong> met<br />

verschill<strong>en</strong>de componist<strong>en</strong>, maar vooral Stefan Well<strong>en</strong>s lijkt e<strong>en</strong> vaste gast (De Rode<br />

Draad/k, 2003; Carmina Bremana, 2009). De laatste jar<strong>en</strong> focust Theater De Spiegel<br />

zich ook op e<strong>en</strong> nieuwe doelgroep: de allerkleinst<strong>en</strong> (jonger dan drie).<br />

An De Donder is e<strong>en</strong> veelzijdig maker in wi<strong>en</strong>s producties, voornamelijk ontwikkeld in<br />

de context van het jeugdtheater, muziek steeds e<strong>en</strong> voed<strong>en</strong>de rol heeft gespeeld:<br />

‘Heel vaak wordt haar <strong>creatie</strong>drang gevoed door muziek. […] Muziek <strong>en</strong> muzikaliteit<br />

zijn constant<strong>en</strong> in het lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> werk van De Donder. Niet zeld<strong>en</strong> ontstaat e<strong>en</strong> idee<br />

voor e<strong>en</strong> <strong>creatie</strong> door muziek of door e<strong>en</strong> geluid (zoals het ruis<strong>en</strong> van de zee) in<br />

combinatie met haar gemoedstoestand of gedacht<strong>en</strong>.’ 4 De manier waarop De Donder<br />

muziek <strong>en</strong> de muzikant op scène gebruikt, is de laatste jar<strong>en</strong> sterk geëvolueerd: waar<br />

ze in vroegere producties nog muzikant<strong>en</strong> inzette als acteurs, lijkt ze in haar meest<br />

rec<strong>en</strong>te <strong>creatie</strong>s meer <strong>en</strong> meer de muziek aan het woord te lat<strong>en</strong>, zoals in het<br />

rec<strong>en</strong>te Twee oude vrouwtjes (2008). Als regisseur werkte De Donder zowel sam<strong>en</strong><br />

met WALPURGIS, LOD <strong>en</strong> Transparant. Tot de muzikant<strong>en</strong>/componist<strong>en</strong> waarmee<br />

ze creëerde, behor<strong>en</strong> onder meer Elvis Peeters (Nooit meer slap<strong>en</strong>, 1996) <strong>en</strong> Rik<br />

Verstrep<strong>en</strong> (Anton, 1999; De ontmoeting met e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s is altijd afmatt<strong>en</strong>d, 2001).<br />

Met Jan Van Outryve zal ze in 2011 Oerd mak<strong>en</strong>.<br />

Daarnaast mak<strong>en</strong> auteur <strong>en</strong> performer Elvis Peeters (Het laatste verlang<strong>en</strong>, 2000,<br />

met WALPURGIS) <strong>en</strong> regisseur-componist Bo Spa<strong>en</strong>c (Ge<strong>en</strong> spijt – Lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> liedjes<br />

van Kleine Edith, 2008) muziektheaterproducties die, zeldzaam, buit<strong>en</strong> het klassieke<br />

instrum<strong>en</strong>tarium vall<strong>en</strong>. Ze creër<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verbeeldingsvolle wereld met klank, net zoals<br />

ook sommige producties van Kunst<strong>en</strong>huis Pantalone <strong>en</strong> Iota theater dat do<strong>en</strong>. Erg<br />

belangrijk voor de dynamiek van het veld zijn t<strong>en</strong>slotte de jonger<strong>en</strong>producties – voor<br />

<strong>en</strong> met jonger<strong>en</strong> – waarvan Wouter Van Looy bij Transparant zijn handelsmerk heeft<br />

gemaakt (Arthur, 2005; Het meisje de jong<strong>en</strong> de rivier, 2006). Via zomerstages<br />

kunn<strong>en</strong> jonge zangers, regisseurs <strong>en</strong> componist<strong>en</strong> doorgroei<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong><br />

professioneel niveau.<br />

Uitdaging<strong>en</strong> voor de toekomst<br />

Vernieuwing van het <strong>repertoire</strong><br />

Het is opvall<strong>en</strong>d hoe e<strong>en</strong> aantal regisseurs, afkomstig uit het teksttheater,<br />

aanvankelijk e<strong>en</strong> ‘experim<strong>en</strong>tele’ periode doormaakte in de schoot van het<br />

muziektheater, om uiteindelijk toch te beland<strong>en</strong> bij de traditionele opera. D<strong>en</strong>k<strong>en</strong> we<br />

aan de sam<strong>en</strong>werking Johan Simons/Paul Koek bij Hollandia, Guy Cassiers’ eerste<br />

producties bij LOD (De zev<strong>en</strong> hoofdzond<strong>en</strong>, 1995) <strong>en</strong> wat deze makers nu do<strong>en</strong> in<br />

Parijs, bij de Vlaamse Opera of in de Scala van Milaan. Vanuit het<br />

onderzoeksparcours groei<strong>en</strong> ze door naar de grote operahuiz<strong>en</strong>, maar cruciaal is dat<br />

ze hun bagage uit het muziektheater me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>, waardoor ze de traditionele<br />

operavorm op<strong>en</strong>brek<strong>en</strong> <strong>en</strong> vernieuw<strong>en</strong> van binn<strong>en</strong>uit. Deze <strong>creatie</strong>ve injectie in het<br />

operag<strong>en</strong>re is volg<strong>en</strong>s Guy Cool<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke opdracht voor het muziektheater.<br />

Daarnaast ligt e<strong>en</strong> van de uitdaging<strong>en</strong> van het muziektheaterveld in het creër<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> nieuw <strong>repertoire</strong> dat de muzikale canon verrijkt. E<strong>en</strong> goede uitvoeringspraktijk<br />

lijkt daarin, paradoxaal g<strong>en</strong>oeg, e<strong>en</strong> soms belemmer<strong>en</strong>de rol te spel<strong>en</strong>. De sterkte<br />

van e<strong>en</strong> productie kan de toekomst van haar partituur bezwar<strong>en</strong>: de <strong>en</strong>sc<strong>en</strong>ering van<br />

The Woman Who Walked into Doors is bijvoorbeeld zo emblematisch geword<strong>en</strong>, dat<br />

het hergebruik<strong>en</strong> van Kris Defoorts partituur met e<strong>en</strong> ander regieconcept ond<strong>en</strong>kbaar<br />

4 ElsVan Ste<strong>en</strong>berghe, 'An De Donder. Troubadour in hoofdberoep', uit het subsidiedossier 2010-2012 van LOD<br />

9


lijkt – de kracht van Guy Cassiers’ regie zorgde ervoor dat de partituur tot nu toe nog<br />

ge<strong>en</strong> tweede lev<strong>en</strong> heeft gek<strong>en</strong>d.<br />

De regisseur in e<strong>en</strong> internationaal perspectief<br />

Vanuit e<strong>en</strong> internationaal perspectief is het precies de bijdrage van<br />

(theater)regisseurs die de Vlaamse muziektheaterpraktijk typeert. Het Vlaamse<br />

muziektheater lijkt zich <strong>en</strong>igszins anders ontwikkeld te hebb<strong>en</strong> dan in de buurland<strong>en</strong>.<br />

Daar verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> figur<strong>en</strong> als Christophe Marthaler, Heiner Goebbels,<br />

Georges Aphergis of Paul Koek op bijna emblematische wijze het muziektheater, op<br />

dezelfde manier als Anne Teresa De Keersmaeker in buit<strong>en</strong>landse og<strong>en</strong> wellicht<br />

sam<strong>en</strong>valt met ‘Vlaamse dans’. De g<strong>en</strong>oemde figur<strong>en</strong> zijn regisseurs(-componist<strong>en</strong>)<br />

die voor het overgrote deel e<strong>en</strong> muzikale achtergrond hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> in hun loopbaan<br />

e<strong>en</strong> duidelijke keuze hebb<strong>en</strong> gemaakt voor muziektheater. De situatie in Vlaander<strong>en</strong><br />

is anders, in die zin dat onze grote regisseurs, vaak geworteld in het teksttheater, op<br />

e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t wel ‘langskom<strong>en</strong>’ bij het muziektheater maar niet uitsluit<strong>en</strong>d op<br />

dat domein actief zijn.<br />

Vlaamse regisseurs legg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vaak veelzijdig traject af, <strong>en</strong> voor het internationale<br />

pot<strong>en</strong>tieel van het Vlaamse muziektheater heeft dat voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong>. Het bemoeilijkt<br />

de id<strong>en</strong>tificatie van hun figuur met e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>re: we hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> ‘kopp<strong>en</strong>’ die het<br />

Vlaams muziektheater e<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>baar gezicht gev<strong>en</strong>. Daaruit volgt dat het<br />

brandpunt van het Vlaamse muziektheaterveld ligt bij de middelgrote <strong>en</strong> grote<br />

huiz<strong>en</strong>, eerder dan bij de individuele makers.<br />

Het Vlaamse muziektheater staat er ev<strong>en</strong>wel niet slecht voor. In het buit<strong>en</strong>land groeit<br />

de vraag naar <strong>creatie</strong>s die niet <strong>en</strong>kel muzikaal maar ook sc<strong>en</strong>isch sterk zijn, zegt Guy<br />

Cool<strong>en</strong>: ‘De koppeling van e<strong>en</strong> goede regisseur aan e<strong>en</strong> goede partituur is<br />

noodzakelijk voor het voortbestaan van het muziektheater. Kijk naar de opera: in de<br />

tweede helft van de twintigste eeuw zijn er weinig grote werk<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong>.<br />

Enerzijds heeft dit te mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> gebrek aan componist<strong>en</strong> die de interesse<br />

hadd<strong>en</strong> in dit medium <strong>en</strong> de kracht om zo’n groot werk te schrijv<strong>en</strong>, anderzijds heeft<br />

het ook te mak<strong>en</strong> met de vaak zwakke libretti <strong>en</strong> e<strong>en</strong> te beperkt inzicht in de<br />

dramaturgie. E<strong>en</strong> goed gecomponeerde opera, met e<strong>en</strong> zwakke tekst, overleeft niet.<br />

Door in e<strong>en</strong> vroeg stadium de regisseur te betrekk<strong>en</strong>, kan dat euvel vaak word<strong>en</strong><br />

voorkom<strong>en</strong>.’<br />

Volg<strong>en</strong>s Cool<strong>en</strong> doet het Vlaamse muziektheater het goed in het buit<strong>en</strong>land net door<br />

die koppeling van goede partitur<strong>en</strong> aan ijzersterke regies. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> makers<br />

als Ivo Van Hove <strong>en</strong> Guy Cassiers internationaal, wat hun <strong>creatie</strong>s universeel<br />

verkoopbaar maakt.<br />

Docum<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuwe taal<br />

Wie schrijft over muziektheater moet het do<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> gebrek aan bronn<strong>en</strong>.<br />

Wanneer het gaat over de uitvoeringspraktijk kampt muziektheater in de eerste<br />

plaats met hetzelfde probleem als alle podiumkunst<strong>en</strong>: het is e<strong>en</strong> vluchtig medium,<br />

verankerd in het hier <strong>en</strong> nu, waardoor er nauwelijks geheug<strong>en</strong> van bewaard blijft.<br />

Daarnaast stelt zich opnieuw e<strong>en</strong> probleem van taal: er is de afgelop<strong>en</strong> twintig jaar<br />

ge<strong>en</strong> specifiek jargon ontwikkeld om over muziektheater te sprek<strong>en</strong> – in het beste<br />

geval word<strong>en</strong> muziektheaterproducties door operacritici ‘meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>’. Terwijl de<br />

theater- <strong>en</strong> dansontwikkeling<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de Vlaamse Golf al in de jar<strong>en</strong> 1980 zelf werd<br />

becomm<strong>en</strong>tarieerd <strong>en</strong> dus gedocum<strong>en</strong>teerd door voortrekkers als dramaturge<br />

1


Marianne Van Kerkhov<strong>en</strong>, stond<strong>en</strong> voor het prille muziektheaterg<strong>en</strong>re ge<strong>en</strong><br />

wet<strong>en</strong>schappers of critici op die e<strong>en</strong> nieuw vocabularium bedacht<strong>en</strong>. Muziektheater<br />

ontbeert e<strong>en</strong> geschied<strong>en</strong>is in feit<strong>en</strong> én in woord<strong>en</strong>, wat e<strong>en</strong> scherp inzicht in het veld<br />

bemoeilijkt.<br />

Om die red<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn OPERA XXI, de aanstorm<strong>en</strong>de biënnale voor hed<strong>en</strong>daags<br />

muziektheater, <strong>en</strong> het dossier dat <strong>VTi</strong> opbouwt rond muziektheater zo belangrijk.<br />

Deze tekst heeft in de eerste plaats de ambitie om e<strong>en</strong> aanzet te zijn, e<strong>en</strong><br />

aansporing tot e<strong>en</strong> verdere analyse van de sector én e<strong>en</strong> zorgvuldiger bewak<strong>en</strong> van<br />

het geheug<strong>en</strong> van muziektheater – ook vanuit het standpunt van de regisseur.<br />

Partitur<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> bewaard, maar de vluchtige verschijning van de uitvoeringspraktijk<br />

verdi<strong>en</strong>t ev<strong>en</strong>goed haar plek in de geschied<strong>en</strong>is.<br />

De jonge g<strong>en</strong>eratie<br />

E<strong>en</strong> nieuwe g<strong>en</strong>eratie regisseurs is klaar om de eerste stapp<strong>en</strong> in het<br />

muziektheaterlandschap te zett<strong>en</strong>. Voor het eerst beschikk<strong>en</strong> ze over e<strong>en</strong> klein<br />

stukje geschied<strong>en</strong>is om zich toe te verhoud<strong>en</strong>. Het is e<strong>en</strong> geschied<strong>en</strong>is die zich<br />

herhaalt, want de muziektheatermakers die nu naar vor<strong>en</strong> tred<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> opnieuw<br />

niet in ‘exclusiviteit’ binn<strong>en</strong> het veld, maar het zijn t<strong>en</strong> tweede male regisseurs van<br />

zeer divers pluimage. Inne Goris, Pieter De Buysser <strong>en</strong> LOD maakt<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> de<br />

Judaspassie (2009). In de muzikale dansvoorstelling<strong>en</strong> van Thomas Hauert <strong>en</strong> zijn<br />

ZOO-kompan<strong>en</strong> krijgt muziek e<strong>en</strong> drag<strong>en</strong>de rol, zoals in 5 (2003), geïnspireerd op<br />

e<strong>en</strong> polyfonisch motet van Brückner. De Vlaamse Opera zet Luc Brewaeys <strong>en</strong> Stef<br />

Lernous van Abattoir Fermé sam<strong>en</strong> aan het werk voor e<strong>en</strong> opera die in het voorjaar<br />

van 2011 klaar moet zijn. Ruud Giel<strong>en</strong>s tastte met Singhet <strong>en</strong>de weset vro (2006) <strong>en</strong><br />

Revue (2008) al de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van het g<strong>en</strong>re af, maar wil nu e<strong>en</strong> echte opera<br />

regisser<strong>en</strong>. Muziektheater duikt op in onverwachte hoek<strong>en</strong>: aan de kleinkunstafdeling<br />

van de voormalige Studio Herman Teirlinck (nu onderdeel van Hogeschool<br />

Antwerp<strong>en</strong>) studer<strong>en</strong> muzikant<strong>en</strong> af met e<strong>en</strong> sterke theatrale verbeelding, zoals<br />

Liesa Van der Aa. Aan het Conservatorium G<strong>en</strong>t wordt nagedacht over e<strong>en</strong> opleiding<br />

muziektheater. Voorlopig lijkt het veld nog niet mete<strong>en</strong> te lijd<strong>en</strong> aan bloedarmoede...<br />

Het Vlaamse muziektheaterlandschap van de toekomst belooft ev<strong>en</strong> diffuus én<br />

dynamisch te word<strong>en</strong> als dat van vandaag – e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> te meer om het te koester<strong>en</strong>.<br />

Evelyne Couss<strong>en</strong>s schrijft als freelance cultuurjournalist voor verschill<strong>en</strong>de media (Zonemagazines,<br />

rekto:verso, Etcetera). In 2008-2009 neemt ze deel aan het Corpus Kunstkritiek van <strong>VTi</strong>.<br />

1

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!