Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
jan fabre<br />
kant is. Het afwezige en aanwezige zijn verweven in een spel van<br />
verschijnen en verdwijnen, van veranderingen. De metamorfose<br />
is misschien wel <strong>het</strong> meest centrale thema in <strong>Fabre</strong>s werk. Het is<br />
een thema dat zich al heel vroeg manifesteerde. Bij zijn Project<br />
<strong>voor</strong> nachtelijk grondgebied in de tuin van zijn ouderlijke huis<br />
maakte hij al tekeningen over veranderingen en vervormingen.<br />
De insecten, in <strong>het</strong> bijzonder de kevers die uit de dood lijken te<br />
verrijzen na hun leven als larve, worden zijn symbolen. Ook <strong>het</strong><br />
blauwe bickleur staat symbool <strong>voor</strong> de metamorfose. Het volledig<br />
blauw biccen van <strong>voor</strong>werpen transformeert ze in irrationele<br />
hallucinaties. Ze worden toegedekt met een sluier van blauwe<br />
krassen zodat ze evenveel verdwijnen als verschijnen. <strong>Fabre</strong> had<br />
op zijn Grondgebied een afgesloten ruimte gemaakt van oude<br />
tentzeilen (De Neus). De afgesloten ruimte komt in zijn werk veel<br />
<strong>voor</strong>. Het is de plaats waar je je kunt terugtrekken. De plaats ook<br />
waar de metamorfose zich kan voltrekken. De theaterruimte<br />
beschouwt hij als zo’n gesloten ruimte. Er gelden eigen kijkwetten.<br />
Ze leidt tot verstilling en stilte. Er heerst een schemer waarin<br />
de vormen in elkaar overvloeien en waarin <strong>het</strong> oor en <strong>het</strong> oog<br />
elkaar moeten aanvullen. Toch kan er ook lawaai weerklinken.<br />
<strong>Fabre</strong> ziet zelf twee tendensen in zijn theaterwerk: ‘enerzijds <strong>het</strong><br />
terugtrekken, <strong>het</strong> idee van retraite, en anderzijds <strong>het</strong> zichzelf verliezen,<br />
<strong>het</strong> medium dat zichzelf vermoordt. Moord uit respect<br />
<strong>voor</strong> de dingen, niet uit disrespect. Zoals de nacht overgaat in de<br />
dag, zo vullen de twee tendensen elkaar aan.’<br />
Het theater als een afgesloten ruimte impliceert dat de toeschouwer<br />
een buitenstaander blijft. Hij kan wel in die ruimte kijken<br />
als in een kijkdoos, maar hij kan er niet in stappen. De beslotenheid<br />
maakt ook dat veel van <strong>Fabre</strong>s theaterwerk verschijnt<br />
alsof <strong>het</strong> uit <strong>het</strong> niets opdoemt, zonder context. Het is een eigen<br />
universum waarin de dingen gemakkelijk een absoluut gewicht<br />
krijgen. De context is bij <strong>Fabre</strong> een van de verborgen of problematische<br />
elementen. Toch vertoeft zijn werk niet in een vacuüm,<br />
maar is <strong>het</strong> gesitueerd binnen <strong>het</strong> Vlaamse en internationale<br />
theaterlandschap. En op verschillende plaatsen gaat <strong>het</strong> een interactie<br />
aan met de werkelijkheid buiten <strong>het</strong> theater.<br />
<strong>Fabre</strong> had <strong>voor</strong>al in de beginperiode een duidelijke <strong>voor</strong>keur<br />
<strong>voor</strong> niet-geschoolde acteurs. Hij beweert dat zijn <strong>voor</strong>stellingen<br />
moeten lijken op de <strong>voor</strong>stellingen die hij ziet als hij zijn ogen<br />
sluit, maar toch vertrekt zijn werkwijze grotendeels bij de dan-<br />
6/ kritisch theater lexicon - 10 - november 1997<br />
biografie en artistieke opvattingen<br />
sers en acteurs. Hij verstaat de kunst om wat zij aanbrengen te<br />
leiden naar waar hij wil. Hij noemt zijn acteurs en dansers ‘krijgers<br />
van de schoonheid’. <strong>Fabre</strong> gebruikt graag militaire metaforen.<br />
‘Theater, ballet of opera moet je <strong>voor</strong>bereiden als een oorlog,’<br />
stelt hij. Maar zijn werk moet volgens hem ook de sporen<br />
van <strong>het</strong> hart dragen. Het gaat dan niet om een directe uiting van<br />
emotie, maar om de eerlijkheid en inzet die hij van zijn medewerkers<br />
eist. Met zijn krijgers wil <strong>Fabre</strong> <strong>voor</strong> de schoonheid<br />
opnieuw een vrijplaats veroveren. Daarom is volgens Bart<br />
Verschaffel deze kunst niet modern, noch avant-gardistisch. 2<br />
De est<strong>het</strong>isering is minstens <strong>voor</strong> een gedeelte op rekening van<br />
de toeschouwer te schrijven. De perceptie van de toeschouwer is<br />
nooit volledig oorspronkelijk en maagdelijk. Er is altijd een zekere<br />
<strong>voor</strong>kennis. De blik wordt geleid door teksten over <strong>Fabre</strong>, zijn<br />
werk en over <strong>het</strong> theater in <strong>het</strong> algemeen. <strong>Fabre</strong> zelf beseft dit<br />
maar al te goed en maakt er ook gebruik van. Soms lijkt <strong>het</strong> of<br />
hij ook <strong>het</strong> discours over zijn werk wil regisseren.<br />
Deze monografie neemt in hoofdzaak <strong>het</strong> standpunt in van de<br />
toeschouwer. Dit brengt een aantal beperkingen met zich mee.<br />
Het wordt moeilijk om de context in <strong>het</strong> gezichtsveld te krijgen.<br />
De blik zit immers gevangen in de kijkdoos. En die kan ook niet<br />
van binnenuit worden bekeken. Daarnaast is er <strong>het</strong> besef dat de<br />
authentieke toeschouwer niet bestaat. Daarom wordt <strong>het</strong> kijkverslag<br />
expliciet en impliciet verweven met bestaande teksten<br />
over <strong>Fabre</strong>. Met een aandachtige toeschouwersblik en in de confrontatie<br />
tussen <strong>het</strong> kijken en lezen, komt hopelijk toch iets<br />
te<strong>voor</strong>schijn van wat gemakkelijk achter een mythische sluier<br />
verborgen blijft.<br />
7/ kritisch theater lexicon - 10 - november 1997