13.10.2013 Views

Jan Fabre - depot voor het VTi

Jan Fabre - depot voor het VTi

Jan Fabre - depot voor het VTi

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

jan fabre<br />

<strong>Fabre</strong>s werk kan als een anachronisme worden omschreven.<br />

Toch kan door zo’n typering de actualiteit en de werkelijke historiciteit<br />

van dit werk uit <strong>het</strong> oog worden verloren. Precies de<br />

verhouding tegenover de romantiek zou verder uitgetekend kunnen<br />

worden. De spanning die in <strong>Fabre</strong>s opera’s voelbaar is tussen<br />

enerzijds <strong>het</strong> verhevene of <strong>het</strong> transcendente en anderzijds <strong>het</strong><br />

grijpbare of aardse, was in <strong>het</strong> begin van de vorige eeuw een<br />

belangrijk thema. Tot in onze tijd worden de ideeën over kunst<br />

en kunstenaars erdoor beïnvloed. De impasse en hang naar zelfvernietiging<br />

die met deze spanning samenhangen, zijn ook terug<br />

te vinden in <strong>Fabre</strong>s opera’s. Ook hiermee verwante romantische<br />

gedachten over de tegenstelling tussen zuiverheid en onzuiverheid,<br />

of over de kunstenaar als genie, zijn <strong>Fabre</strong> niet vreemd.<br />

Monologen en andere theater<strong>voor</strong>stellingen<br />

<strong>Fabre</strong> verwijst graag naar ouder werk. Zeer expliciet is dit bij<strong>voor</strong>beeld<br />

<strong>het</strong> geval in De keizer van <strong>het</strong> verlies (1994). De impliciete<br />

verwijzingen naar andere theaterstukken, zoals letterlijke<br />

herhalingen van een scènebeeld, zijn in <strong>Fabre</strong>s oeuvre bijna niet<br />

te tellen. De keizer van <strong>het</strong> verlies is opgedragen aan Marc<br />

(Moon) Van Overmeir die al in 1982 bij <strong>Fabre</strong> werkte. <strong>Fabre</strong><br />

schrijft vaker teksten <strong>voor</strong> bepaalde acteurs. Vervalsing zoals ze<br />

is, onvervalst is in 1992 geschreven <strong>voor</strong> Els Deceukelier. Beide<br />

acteurs hebben ook oudere teksten vertolkt: Marc Van Overmeir<br />

de in 1980 geschreven monoloog Wie spreekt mijn gedachte... en<br />

Deceukelier Zij was en zij is, zelfs uit 1975. In 1995 ging Een<br />

doodnormale vrouw, de derde solo <strong>voor</strong> Els Deceukelier, in première.<br />

Ook de vier solo’s uit De vier temperamenten (1997) zijn<br />

speciaal gemaakt <strong>voor</strong> acteurs/dansers die recent of vroeger bij<br />

<strong>Fabre</strong> hebben gewerkt: Renée Copraij, Wim Vandekeybus, Marc<br />

Vanrunxt en Annamirl van der Pluijm.<br />

In 1989 ensceneert <strong>Fabre</strong> in Frankfurt <strong>voor</strong> <strong>het</strong> eerst drie teksten<br />

die hij tussen 1975 en 1980 heeft geschreven: Het interview<br />

dat sterft..., Het paleis om vier uur ’s morgens...A.G. en De reïncarnatie<br />

van God. In Het interview dat sterft... debiteren vier<br />

acteurs hun tekst uiterst langzaam: na elk woord laten ze een<br />

pauze van vijf seconden. Elk woord wordt een gebeurtenis, maar<br />

de betekenis van de zinnen dreigt de toehoorder te ontgaan. Het<br />

is eerder de stilte die spreekt dan de woorden. Het gesprek zelf<br />

28 / kritisch theater lexicon - 10 - november 1997<br />

performance, theater, dans en opera<br />

lijkt te sterven. Een extreem dwingend kader herleidt <strong>het</strong> spel van<br />

de acteurs tot een minimum, net zoals <strong>het</strong> harnas de bewegingen<br />

van de dansers belemmerde. Dit is ook in andere stukken <strong>het</strong><br />

geval. In Wie spreekt mijn gedachte... (1992) zit Marc van<br />

Overmeir in een konijnenpak en krijgt elektrische schokken toegediend.<br />

In De reïncarnatie van God staan twee actrices bijna de<br />

hele <strong>voor</strong>stelling onbeweeglijk achter gekantelde piano’s. De fixatie<br />

heeft een abstrahering en zelfs verdwijning van de acteur tot<br />

gevolg. Deze wordt gereduceerd tot een puur fysieke verschijning.<br />

En vaak wordt <strong>het</strong> lichaam ook nog herleid tot een louter<br />

object, alsof <strong>het</strong> met een Sartriaanse blik wordt bekeken.<br />

Hetzelfde gebeurt met de taal. Haar desorganisatie in Het interview<br />

dat sterft... heeft een abstrahering van de betekenis tot<br />

gevolg, met als rest een uiterst precies getimed maar bijna volledig<br />

tot klank herleid stemgeluid. Soms krijgt spel toch een kans.<br />

De manier bij<strong>voor</strong>beeld waarop Dirk Roofthooft De keizer van<br />

<strong>het</strong> verlies speelt, is vergelijkbaar met de niet-Fabriaanse dans<br />

van Antony Rizzi in Glowing Icons. Hoe de acteurs of dansers<br />

verschillend reageren op de fixatie of letterlijke gevangenschap, is<br />

vaak intrigerend om zien. Soms lijkt <strong>het</strong> alsof <strong>het</strong> <strong>Fabre</strong> daarom<br />

te doen is. <strong>Fabre</strong> zelf wordt door zijn regie van ‘gevangenneming’<br />

van <strong>het</strong> toneel verdreven, naar de plaats van de toeschouwer. Hij<br />

laat op de scène in tegenstelling tot vele regisseurs/choreografen<br />

geen spoor na van zijn eigen motoriek of lichamelijkheid.<br />

Overigens verzetten zich niet alleen de acteurs tegen de fixatie.<br />

De katten, muizen, spinnen en vogels die <strong>Fabre</strong> op de scène zet,<br />

willen ontsnappen. Of ze spartelen zoals de vissen in Het interview<br />

dat sterft... <strong>voor</strong> hun leven. De dieren op de scène worden<br />

zoals Hertmans opmerkt weliswaar herleid tot de platoonse idee<br />

van zichzelf, maar die reductie is niet pijnloos. Zelfs de onverschilligheid<br />

van de uil tegenover wat op <strong>het</strong> toneel gebeurt, roept<br />

de droefenis op van verbannen en verdwenen leven.<br />

De reïncarnatie van God gaat over Emile, een personage dat<br />

gebaseerd is op de vroeggestorven broer van <strong>Jan</strong> <strong>Fabre</strong>. In dit<br />

stuk zijn de andere personages: Emiles broer Jean en de tweelingszussen<br />

Vera en Velsa. Dezelfde tweelingszussen-actrices vertolken<br />

de ontdubbelde interviewster in Het interview dat sterft...<br />

Ook Het paleis om vier uur ’s morgens...A.G. kent een tweeling<br />

in de figuren van Karl May en Effi Briest. De keizer van <strong>het</strong> verlies<br />

heeft een ledenpop als tweelingsbroer. En in Vervalsing zoals<br />

29 / kritisch theater lexicon - 10 - november 1997

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!