Draagvlak in Ontwikkeling: Een verkennend onderzoek naar
Draagvlak in Ontwikkeling: Een verkennend onderzoek naar
Draagvlak in Ontwikkeling: Een verkennend onderzoek naar
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Draagvlak</strong> <strong>in</strong> Ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
<strong>Een</strong> <strong>verkennend</strong> <strong>onderzoek</strong> <strong>naar</strong> ‘nieuwe actoren’ die het draagvlak<br />
voor <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de Nederlandse samenlev<strong>in</strong>g<br />
kunnen versterken.<br />
voor<br />
de Voorlicht<strong>in</strong>gsdienst Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g<br />
M<strong>in</strong>isterie van Buitenlandse Zaken<br />
Den Haag<br />
door<br />
ECDPM, Maastricht<br />
1 juni 1999
Inhoudsopgave<br />
Samenvatt<strong>in</strong>g<br />
1. Achtergrond, doel en def<strong>in</strong>ities<br />
Achtergrond en doel van het <strong>onderzoek</strong>, def<strong>in</strong>ities ‘nieuwe<br />
actoren’ en ‘draagvlak’, <strong>onderzoek</strong>sopzet en leeswijzer<br />
2. <strong>Draagvlak</strong>: visies <strong>in</strong> het Departement<br />
<strong>Draagvlak</strong>beleid, beoordel<strong>in</strong>g en roep om vernieuw<strong>in</strong>g<br />
3. Van doelgroepen <strong>naar</strong> publieksgroepen<br />
Kenschets, denken <strong>in</strong> publiekgroepen, allochtone jongeren<br />
4. ‘Nieuwe actoren’ en nieuwe activiteiten van<br />
‘oude actoren’<br />
‘Nieuwe actoren’, nieuwe activiteiten van ‘oude actoren’ en<br />
maatschappelijke betrokkenheid van bedrijven<br />
5. Van maatschappelijk <strong>naar</strong> politiek draagvlak<br />
Politiek draagvlak, <strong>in</strong>ternationale politieke beïnvloed<strong>in</strong>g en<br />
pleitbezorg<strong>in</strong>g<br />
6. Van voorlicht<strong>in</strong>g <strong>naar</strong> communicatie<br />
Intermediaire kaders, roep om eigen beleid, het Departe-ment<br />
als kennisorganisatie<br />
7. <strong>Draagvlak</strong> <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
Conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen<br />
Bijlagen<br />
Geïnterviewde personen; geraadpleegde literatuur; verslag<br />
<strong>in</strong>ventarisatie van OS activiteiten <strong>in</strong> de gemeente Schagen; en<br />
e<strong>in</strong>dnotities.<br />
F<strong>in</strong>al draft<br />
2<br />
4<br />
7<br />
11<br />
16<br />
20<br />
23<br />
26<br />
32<br />
1
Samenvatt<strong>in</strong>g<br />
F<strong>in</strong>al draft<br />
samenvatt<strong>in</strong>g<br />
aanbevel<strong>in</strong>gen<br />
Samenvatt<strong>in</strong>g Dit is de e<strong>in</strong>drapportage van een kort, <strong>verkennend</strong> <strong>onderzoek</strong> <strong>naar</strong> het<br />
veranderend maatschappelijk draagvlak voor <strong>in</strong>ternationale samenwer-k<strong>in</strong>g.<br />
Het <strong>onderzoek</strong> werd uitgevoerd tegen de achtergrond van de wens van de<br />
M<strong>in</strong>ister voor Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g om bestaand maatschappelijk<br />
draagvlak duidelijker te articuleren en additioneel draagvlak onder nieuwe<br />
groepen <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g te creëren. Zij meent dat het maatschappelijk<br />
draagvlak zich metterdaad ‘tot een vuist <strong>in</strong> het B<strong>in</strong>nenhof’ zal moeten gaan<br />
vertalen: anders zal politieke draagvlak verder afbrokkelen en het budget<br />
voor de ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g en de positie van de M<strong>in</strong>ister voor<br />
Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g onder druk komen te staan.<br />
Deze verkenn<strong>in</strong>g bestond uit een 20-tal <strong>in</strong>terviews met <strong>in</strong>formanten b<strong>in</strong>nen<br />
en buiten het Departement. De <strong>in</strong>terviews buiten het Departement werden<br />
gehouden met <strong>in</strong>formanten b<strong>in</strong>nen de volgende doelgroepen: (i) jongeren<br />
(werkenden/<strong>in</strong>treders arbeidsmarkt); (ii) beleidsmakers <strong>in</strong> het bedrijfsleven;<br />
(iii) consumenten van eco/edu reizen en van fair-trade producten; (iv)<br />
bezoekers van culturele evenementen; en (vi) allochtone jongeren. Naast<br />
deze <strong>in</strong>terviews werd een <strong>in</strong>ventarisatie uitgevoerd van activiteiten op het<br />
terre<strong>in</strong> van de <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de gemeente Schagen NH en<br />
werd relevante literatuur bestudeerd.<br />
Het <strong>onderzoek</strong> heeft geen ‘nieuwe actoren’ van belang kunnen traceren die<br />
voor additioneel draagvlak kunnen zorg dragen; wel een groot aantal<br />
‘nieuwe activiteiten’ van bekende maatschappelijke organisaties. Deze<br />
‘nieuwe activiteiten’ zijn grotendeels gericht op fondsenwerv<strong>in</strong>g. Echter,<br />
het <strong>onderzoek</strong> stelde vast dat de voor de fondsenwerv<strong>in</strong>g gebruikte<br />
moderne market<strong>in</strong>g pr<strong>in</strong>cipes nu ook <strong>in</strong> toenemende mate worden<br />
aangewend om maatschappelijke betrokkenheid <strong>in</strong> laagdrempelige acties<br />
voor politieke beïnvloed<strong>in</strong>g en pleitbezorg<strong>in</strong>g te mobiliseren.<br />
Maatschappelijke draagvlak is een onderwerp waarover tegenwoordig ook<br />
b<strong>in</strong>nen <strong>in</strong>ternationale bedrijven gesproken wordt. Tot nu toe kleuren<br />
bedrijven hun ‘maatschappelijke betrokkenheid’ vooral nog ‘groen’ <strong>in</strong>.<br />
Echter de stap <strong>naar</strong> thema’s die belangrijk zijn <strong>in</strong> de <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g<br />
is kle<strong>in</strong>. Voorbeelden van samenwerk<strong>in</strong>g tussen maatschappelijke<br />
organisaties en het bedrijfsleven <strong>in</strong> ad hoc acties zijn nog schaars. Toch<br />
lijken hier mogelijkheden te bestaan voor de verbred<strong>in</strong>g van maatschappelijk<br />
draagvlak voor <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g.<br />
2
F<strong>in</strong>al draft<br />
Vanouds wordt het creëren en <strong>in</strong> stand houden van draagvlak voor<br />
ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g gezien als het primaat van het maatschappelijk<br />
middenveld .Dit uitgangspunt dient kritisch bezien te worden. Immers, de<br />
Nederlandse samenlev<strong>in</strong>g is mede door processen van <strong>in</strong>dividualiser<strong>in</strong>g en<br />
secularisatie structureel veranderd. Het segment van de Nederlandse<br />
bevolk<strong>in</strong>g dat 40 jaar of jonger is, wordt niet of niet-optimaal, <strong>in</strong> het<br />
huidige beleid bereikt. Bovendien hebben de Nederlandse particuliere<br />
organisaties voor <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g hun activiteiten op het<br />
terre<strong>in</strong> van politieke beïnvloed<strong>in</strong>g en pleitbezorg<strong>in</strong>g verlegd van ‘politiek<br />
Den Haag’ <strong>naar</strong> <strong>in</strong>ternationale (VN) fora omdat <strong>in</strong> toenemende mate<br />
nationale beleidsvorm<strong>in</strong>g vanuit deze gremia wordt aangestuurd.<br />
Niet alleen maatschappelijke organisaties en bedrijven veranderen hun<br />
strategie. Ook m<strong>in</strong>isteries van Buitenlandse Zaken <strong>in</strong> de Europese Unie (en<br />
die voor de Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g) spelen <strong>in</strong> op hun veranderende<br />
rol <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g. Hun activiteiten verschuiven van de traditionele<br />
taken op het gebied van diplomatie en van ontwikkel<strong>in</strong>gs-f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g <strong>naar</strong><br />
coörd<strong>in</strong>atie van nationale belangen en belangstell<strong>in</strong>gen ten opzichte van<br />
andere Europese partners. Daartoe zijn een goede kennis-basis en<br />
netwerken om die kennis <strong>in</strong> stand te houden onontbeerlijk.<br />
<strong>Een</strong> discussie over de vraag hoe maatschappelijk en politiek draagvlak voor<br />
<strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g versterkt kan worden zou bovenstaande<br />
observaties als startpunt kunnen nemen.<br />
Aanbevel<strong>in</strong>gen De resultaten en conclusies van dit <strong>verkennend</strong> <strong>onderzoek</strong> leiden tot<br />
aanbevel<strong>in</strong>gen voor het beleid die als volgt kunnen worden samengevat:<br />
formuleer <strong>in</strong> heldere termen prioriteiten <strong>in</strong> het beleid voor <strong>in</strong>ternationale<br />
samenwerk<strong>in</strong>g;<br />
ontwikkel een zelfstandig extern communicatiebeleid;<br />
bouw <strong>in</strong>terne- en externe kennisnetwerken en publiekstoegankelijke<br />
vraagbakens;<br />
verleg nadruk van ‘f<strong>in</strong>ancieren en subsidiëren’ <strong>naar</strong> ‘bij elkaar brengen’<br />
en ‘faciliteren’;<br />
overweeg een nieuwe taakverdel<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het Departement <strong>in</strong>zake de<br />
externe communicatie, het management van kennisnetwerken en<br />
publiekstoegankelijke vraagbakens en het actief aansturen van<br />
draagvlak.<br />
1. Achtergrond, doel en def<strong>in</strong>ities<br />
3
F<strong>in</strong>al draft<br />
achtergrond van het <strong>onderzoek</strong><br />
def<strong>in</strong>ities ‘nieuwe actoren’ en ‘draagvlak’<br />
doel van het <strong>onderzoek</strong><br />
<strong>onderzoek</strong>sopzet, leeswijzer<br />
Achtergrond Op<strong>in</strong>ie<strong>onderzoek</strong>en concluderen dat het maatschappelijk draagvlak voor<br />
<strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g nog krachtig is. Zo concludeert een<br />
<strong>onderzoek</strong>, uitgevoerd <strong>in</strong> 1998 <strong>in</strong> opdracht van onzeWereld en de NCDO,<br />
dat negen van de tien Nederlanders ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g<br />
noodzakelijk v<strong>in</strong>den. <strong>Een</strong> meerderheid van de Nederlandse bevolk<strong>in</strong>g<br />
(62%) v<strong>in</strong>dt dat het bedrag dat Nederland uittrekt voor ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g<br />
juist is. 1 De Eurobarometer, een op<strong>in</strong>ie-<strong>onderzoek</strong> dat iedere<br />
vier jaar <strong>in</strong> opdracht van de Europese Commissie wordt uitgevoerd,<br />
bevestigt deze conclusies en toont dat 78% van de bevolk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de<br />
Europese lidstaten ontwikkel<strong>in</strong>gshulp belangrijk acht. Volgens deze peil<strong>in</strong>g<br />
staat ‘hulp aan mensen <strong>in</strong> arme landen’ <strong>in</strong> de publieke op<strong>in</strong>ie op gelijke<br />
hoogte met bijvoorbeeld ‘het verzekeren van voldoende energie-toevoer’,<br />
‘de bescherm<strong>in</strong>g van onze economische en politieke belangen’ en ‘het<br />
versterken van onze relaties met Oost en Centraal Europese landen’. 2<br />
Deze kracht van het maatschappelijk draagvlak staat <strong>in</strong> schril contrast met<br />
een afnemende politieke steun voor de Nederlandse ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g.<br />
Het percentage van de overheidsmiddelen ten opzichte van<br />
het bruto nationaal product (ODA/GNP) is gedurende de afgelopen 10 jaar<br />
gedaald van 1,1% <strong>in</strong> 1989 tot 0,78% <strong>in</strong> 1999. Ook <strong>in</strong> vrijwel alle lidstaten<br />
van de Europese Unie is gedurende de laatste jaren dit percentage sterk<br />
teruggelopen. 3<br />
Tegen deze achtergrond wenst de M<strong>in</strong>ister voor Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g<br />
het bestaand maatschappelijk draagvlak duidelijker te articuleren<br />
en additioneel draagvlak onder nieuwe groepen <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g te<br />
creëren. De M<strong>in</strong>ister meent dat maatschappelijk draagvlak op zich<br />
onvoldoende is. Extra-parlementaire steun zal zich metterdaad ‘tot een vuist<br />
<strong>in</strong> het B<strong>in</strong>nenhof’ moeten vertalen: anders zal politieke draagvlak verder<br />
afbrokkelen en het budget voor de ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g en de<br />
positie van de M<strong>in</strong>ister voor Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g onder druk<br />
komen te staan. 4<br />
4
F<strong>in</strong>al draft<br />
Doelstell<strong>in</strong>g De Voorlicht<strong>in</strong>gsdienst Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g (DVL/OS) verkent<br />
wegen waarlangs het maatschappelijk draagvlak <strong>in</strong> de Nederlandse<br />
samenlev<strong>in</strong>g verbreed en versterkt en <strong>in</strong> sterk politiek draagvlak vertaald<br />
kan worden. In het kader van deze verkenn<strong>in</strong>g gaf DVL/OS opdracht voor<br />
dit <strong>onderzoek</strong> met als doel:<br />
‘nieuwe actoren’ <strong>in</strong> kaart te brengen die voor additioneel maatschappelijk<br />
en politiek draagvlak zorg kunnen dragen; en<br />
communicatie- en voorlicht<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>strumenten aan te bevelen waarmee<br />
DVL/OS deze nieuwe actoren kan ondersteunen en versterken.<br />
<strong>Draagvlak</strong> Onder maatschappelijk draagvlak wordt verstaan een m<strong>in</strong> of meer<br />
samenhangende publieke op<strong>in</strong>ie betreffende maatschappelijke prioriteiten.<br />
Onder politiek draagvlak is begrepen een georganiseerde publieke op<strong>in</strong>ie<br />
die gemobiliseerd en gearticuleerd kan worden tot macht <strong>in</strong> regelgevende<br />
organen.<br />
Politiek draagvlak Macht <strong>in</strong> regelgevende organen<br />
articulatie<br />
en<br />
mobilisatie<br />
nieuwe actoren<br />
Maatschappelijk draagvlak Prioriteiten <strong>in</strong> publieke op<strong>in</strong>ie<br />
Nieuwe actoren Bij de aanvang van dit <strong>onderzoek</strong> werden nieuwe actoren gedef<strong>in</strong>ieerd als<br />
maatschappelijke organisaties, die (i) vanuit hun specifieke belangstell<strong>in</strong>g<br />
en deskundigheid steun verlenen aan en samenwerken met organisaties <strong>in</strong><br />
ontwikkel<strong>in</strong>gslanden; (ii) na 1990 werden opgericht; en (iii) onbekend zijn<br />
bij, c.q. met het M<strong>in</strong>isterie van Buitenlandse Zaken en daardoor geen steun<br />
uit het budget voor Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g ontvangen.<br />
Onderzoeksopzet Dit <strong>onderzoek</strong>, dat een <strong>verkennend</strong> karakter had, werd <strong>in</strong> vier stappen<br />
uitgevoerd. Deze stappen waren:<br />
stap 1: zes korte <strong>in</strong>terviews met medewerk(st)ers van het M<strong>in</strong>isterie van<br />
Buitenlandse Zaken. Doel van deze gesprekken was te komen tot een<br />
nadere oriëntatie op de achtergrond van het <strong>onderzoek</strong> en tot een<br />
beleids<strong>in</strong>kader<strong>in</strong>g daarvan;<br />
stap 2: twaalf diepte-<strong>in</strong>terviews met sleutel<strong>in</strong>formanten b<strong>in</strong>nen groepen<br />
<strong>in</strong> de Nederlandse samenlev<strong>in</strong>g die <strong>naar</strong> de men<strong>in</strong>g van de respondenten<br />
<strong>in</strong> het Departement hoge prioriteit zullen moeten krijgen <strong>in</strong> nieuw<br />
draagvlakbeleid;<br />
stap 3: <strong>in</strong>ventarisatie van lokale <strong>in</strong>itiatieven op het terre<strong>in</strong> van de<br />
<strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een gemeente (Schagen NH).<br />
5
F<strong>in</strong>al draft<br />
stap 4: e<strong>in</strong>drapportage waar<strong>in</strong> de resultaten worden gecomb<strong>in</strong>eerd<br />
conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen geformuleerd.<br />
Leeswijzer De visies op het draagvlakbeleid, die b<strong>in</strong>nen het Departement leven, zijn<br />
samengevat <strong>in</strong> hoofdstuk 2. Het volgende hoofdstuk bevat een ken-schets<br />
van de doelgroepen b<strong>in</strong>nen de ‘grijze plekken <strong>in</strong> het beleid’ en een<br />
beoordel<strong>in</strong>g of allochtone jongeren <strong>in</strong> nieuw draagvlakbeleid als<br />
brugfunctionaris kunnen worden <strong>in</strong>gezet. In hoofdstuk 4 zijn de resultaten<br />
van de pog<strong>in</strong>gen om ‘nieuwe actoren’ te identificeren samengevat.<br />
Hoofdstuk 5 gaat <strong>in</strong> op mechanismen die belangrijk blijken voor het<br />
creëren van politiek draagvlak. In hoofdstuk 6 wordt het<br />
communicatiebeleid van de Voorlicht<strong>in</strong>gsdienst Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g<br />
besproken (voor zover relevant <strong>in</strong> de context van dit <strong>onderzoek</strong>),<br />
adviezen gegeven door <strong>in</strong>formanten die <strong>in</strong> het kader van dit <strong>onderzoek</strong><br />
werden geraadpleegd geïnventariseerd. Tevens worden plannen om het<br />
Departement om te bouwen tot een kennisorganisatie (zoals deze <strong>naar</strong><br />
voren kwamen tijdens de <strong>in</strong>terviews met beleidsmakers <strong>in</strong> het Departement)<br />
aangestipt. In het laatste hoofdstuk 7 worden de lijnen die <strong>in</strong> de eerdere<br />
hoofdstukken zijn uitgezet bij elkaar gebracht en aanbevel<strong>in</strong>gen <strong>naar</strong><br />
DVL/OS geformuleerd. <strong>Een</strong> korte ‘Samenvatt<strong>in</strong>g’ is opgenomen en gaat<br />
voorafgaat aan dit <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g hoofdstuk.<br />
Dankwoord <strong>Een</strong> <strong>verkennend</strong> <strong>onderzoek</strong> zoals dit valt of staat met de <strong>in</strong>formatie die<br />
anderen beschikbaar willen maken. Dank daarom aan alle personen die tijd<br />
hebben willen vrijmaken om hun <strong>in</strong>formatie, kennis en men<strong>in</strong>gen met het<br />
<strong>onderzoek</strong>steam te delen. Hun namen zijn opgenomen <strong>in</strong> appendix 1.<br />
Verder dank aan Alexandra van Nieuwenhuyzen en Miriam Valstar,<br />
stagiaires bij de Voorlicht<strong>in</strong>gsdienst Ontwikkel<strong>in</strong>gs-samenwerk<strong>in</strong>g die de<br />
<strong>in</strong>ventarisatie van OS activiteiten <strong>in</strong> de gemeente Schagen NH hebben<br />
uitgevoerd. Tot slot dank aan Bas Vereecken van de Voorlicht<strong>in</strong>gsdienst<br />
Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g voor zijn enthousiaste begeleid<strong>in</strong>g van het<br />
<strong>onderzoek</strong>sproces.<br />
Louk Box (ECDPM)<br />
Rutger Engelhard (Cont@ctivity, projectleider)<br />
Anje Kruiter (ECDPM)<br />
Maastricht, 1 juni 1999<br />
6
2. <strong>Draagvlak</strong>: visies <strong>in</strong> het Departement<br />
F<strong>in</strong>al draft<br />
draagvlakbeleid<br />
visies op het draagvlak beleid<br />
roep om vernieuw<strong>in</strong>g<br />
nieuwe doelgroepen<br />
Maatschappelijk Het creëren en <strong>in</strong> stand houden van draagvlak <strong>in</strong> de Nederlandse samenle-<br />
draagvlak v<strong>in</strong>g voor ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g werd vanouds gezien als het primaat<br />
van het maatschappelijk middenveld, traditioneel gestructureerd langs<br />
levensbeschouwelijke en politiek-ideologische ‘zuilen’. Maatschap-pelijke<br />
organisaties en vrijwilligersgroepen geassocieerd aan kerken,<br />
vakverenig<strong>in</strong>gen, en politieke partijen fungeerden als scharnierpunten<br />
tussen maatschappelijk en politiek draagvlak. Immers, de maatschappelijke<br />
krachtverhoud<strong>in</strong>g tussen de ‘zuilen’ vond zijn weerspiegel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de<br />
samenstell<strong>in</strong>g van het parlement. 5<br />
Politiek draagvlak Macht <strong>in</strong> ‘politiek Den Haag’<br />
Mobilisatie<br />
M<strong>in</strong>isterie van<br />
Ontwikkel<strong>in</strong>gs-<br />
samenwerk<strong>in</strong>g<br />
NCDO<br />
PF model<br />
Maatschappelijke<br />
Organisaties<br />
&<br />
Vrijwilligers<br />
Groepen<br />
Voorlicht<strong>in</strong>g<br />
Bewustword<strong>in</strong>g<br />
Maatschappelijk draagvlak Prioriteiten <strong>in</strong> publieke op<strong>in</strong>ie<br />
Articulatie<br />
<strong>Draagvlak</strong>beleid Het huidige beleid voor de versterk<strong>in</strong>g van het maatschappelijk draagvlak<br />
voor ontwikkel<strong>in</strong>gsamenwerk<strong>in</strong>g heeft zijn wortels <strong>in</strong> de jaren zeventig. In<br />
die periode werd de Nationale Commissie Voorlicht<strong>in</strong>g en Bewustword<strong>in</strong>g<br />
Ontwikkel<strong>in</strong>gsamenwerk<strong>in</strong>g (NCO) <strong>in</strong>gesteld (s<strong>in</strong>ds enige jaren<br />
samengevoegd met het Platform voor Duurzame Ontwikkel<strong>in</strong>g tot de<br />
NCDO). Tevens werd toen de basis gelegd van het ‘programmaf<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsmodel’,<br />
een f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsmechanisme dat de M<strong>in</strong>ister <strong>in</strong> staat<br />
stelde om ‘op afstand’ Nederlandse maatschappelijke organisaties te<br />
steunen <strong>in</strong> hun werk <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gslanden en <strong>in</strong> Nederland.<br />
7
F<strong>in</strong>al draft<br />
Op deze twee peilers heeft zich over de afgelopen 25 jaar een stevig<br />
bouwwerk van maatschappelijke organisaties en vrijwilligersgroepen<br />
ontwikkeld, die deels via de NCDO, deels rechtstreeks (onder<br />
programmaf<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsovereenkomsten) subsidies ontvangen voor<br />
voorlicht<strong>in</strong>gs- en bewustword<strong>in</strong>gsactiviteiten om de ‘publieke op<strong>in</strong>ie’<br />
b<strong>in</strong>nen hun achterbannen te mobiliseren. Dit bouwwerk van ‘<strong>in</strong>termediaire<br />
organisaties’ en vrijwilligersgroepen is momenteel het belangrijkste<br />
<strong>in</strong>strument dat de M<strong>in</strong>ister ter beschikk<strong>in</strong>g staat om een maatschappelijk<br />
draagvlakbeleid vorm te geven.<br />
Visies op het B<strong>in</strong>nen het Departement overheersen twee verschillende visies op de effecti-<br />
draagvlakbeleid viteit van het huidige draagvlakbeleid. Deze opvatt<strong>in</strong>gen over het<br />
voorlicht<strong>in</strong>gs- en bewustword<strong>in</strong>gswerk dat met subsidies uit het OS budget<br />
wordt uitgevoerd kunnen als volgt worden samengevat:<br />
een eerste, dom<strong>in</strong>ante opvatt<strong>in</strong>g stelt dat het bereik en impact van het<br />
werk van de <strong>in</strong>termediaire organisaties en vrijwilligersgroepen beperkt<br />
zijn en dat hun relevantie voor het <strong>in</strong> stand houden van een<br />
maatschappelijk draagvlak voor <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g snel<br />
afneemt. Het ontbreekt deze organisaties en groepen aan noodzakelijke<br />
verjong<strong>in</strong>g en aan eigen vermogen om <strong>in</strong> te spelen op maatschappelijke<br />
verander<strong>in</strong>gen: men werkt <strong>in</strong> feite aan de ‘beker<strong>in</strong>g van reeds bekeerden’. 6<br />
<strong>Een</strong> tweede opvatt<strong>in</strong>g stelt dat de <strong>in</strong>termediaire organisaties en<br />
vrijwilligersgroepen zich weliswaar niet (meer) manifesteren <strong>in</strong> ‘politiek<br />
Den Haag’, maar dat deze op lokaal niveau nog steeds een solide basis<br />
vormen onder het maatschappelijk draagvlak voor <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g.<br />
Dwarsverbanden <strong>naar</strong> andere maatschappelijke onderwerpen die<br />
belangrijk zijn op lokaal niveau (zoals milieu en duurzame ontwikkel<strong>in</strong>g,<br />
<strong>in</strong>tegratie van 2de generatie allochtonen jongeren <strong>in</strong> de Nederlandse<br />
samenlev<strong>in</strong>g, opvang asielzoekers en vluchtel<strong>in</strong>genproble-matiek) geven<br />
nieuwe <strong>in</strong>houd en betekenis aan hun werk.<br />
Roep om Overeenstemm<strong>in</strong>g bestaat dat het huidige draagvlakbeleid vernieuw<strong>in</strong>g<br />
vernieuw<strong>in</strong>g behoeft. Immers, de <strong>in</strong>termediaire organisaties en vrijwilligersgroepen<br />
lijken hun traditionele functie bij de mobilisatie en articulatie van<br />
maatschappelijk <strong>in</strong> politiek draagvlak niet meer te (kunnen) vervullen. Ook<br />
stellen de <strong>in</strong>formanten b<strong>in</strong>nen het Departement unaniem dat zo’n nieuw<br />
beleid b<strong>in</strong>nen het Departement door één centraal punt aangestuurd dient te<br />
worden, en wel door DVL/OS, daarbij strategisch en <strong>in</strong>stitutioneel<br />
geadviseerd door respectievelijk directies SBO en DSI.<br />
8
F<strong>in</strong>al draft<br />
Over richt<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>houd van zo’n beleidsvernieuw<strong>in</strong>g is echter nog slechts<br />
<strong>in</strong> zeer algemene termen nagedacht. Terwijl b<strong>in</strong>nen het Departement eensluidend<br />
gesteld wordt dat <strong>in</strong>termediaire organisaties en vrijwilligersgroepen<br />
niet vervreemd mogen worden van een nieuw beleid, wordt<br />
verschillend geoordeeld over hun plaats hier<strong>in</strong>. Sommigen stellen dat zij<br />
geen prioriteit behoeven zolang zij het bereik en impact van hun werk niet<br />
structureel kunnen vergroten. Anderen benadrukken dat het ‘gezichtsveld’<br />
van het Departement beperkt is tot organisaties en vrijwilligers groepen die<br />
subsidies ontvangen uit het OS budget en dat gebrek aan ‘<strong>in</strong>stitutionele’<br />
kennis niet zal mogen leiden tot geen of slechts marg<strong>in</strong>ale aandacht voor<br />
bestaande, veelal lokale <strong>in</strong>itiatieven.<br />
Nieuwe doel- Nieuw draagvlakbeleid zal zich vooral op groepen <strong>in</strong> de Nederlandse sa-<br />
groepen menlev<strong>in</strong>g moeten richten die b<strong>in</strong>nen het huidige pakket van voorlicht<strong>in</strong>gs-<br />
en bewustword<strong>in</strong>gsactiviteiten nog tot ‘grijze plekken’ gerekend moeten<br />
worden. Hierbij wordt speciale aandacht gevraagd om te bezien welke<br />
mogelijke rol allochtone jongeren als ‘brugfunctionarissen’ b<strong>in</strong>nen een<br />
nieuw draagvlakbeleid zullen kunnen vervullen.<br />
De <strong>in</strong>formanten b<strong>in</strong>nen het Departement identificeren deze doelgroepen<br />
b<strong>in</strong>nen ‘grijze plekken <strong>in</strong> het beleid’ als volgt:<br />
studerende jongeren<br />
leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het middelbaar onderwijs; studenten <strong>in</strong> het hoger beroeps- en<br />
universitair onderwijs.<br />
werkende jongeren<br />
<strong>in</strong>treders <strong>in</strong> de arbeidsmarkt; tweeverdieners die eco- en educatieve reizen<br />
<strong>naar</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gslanden maken; <strong>in</strong> de detailhandel; actief <strong>in</strong> junioren<br />
afdel<strong>in</strong>gen van de KvKs; actief <strong>in</strong> de landelijk politieke partijen.<br />
beleidsmakers <strong>in</strong> bedrijfsleven<br />
<strong>in</strong> het <strong>in</strong>ternationaal bedrijfsleven; <strong>in</strong>ternationale banken en f<strong>in</strong>anciële<br />
<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen.<br />
consumenten<br />
van eco- en fair-trade producten; deelnemers eco/edu reizen; bezoekers<br />
van culturele evenementen<br />
leden van allochtone bevolk<strong>in</strong>gsgroepen <strong>in</strong> Nederland<br />
allochtone Nederlanders; vluchtel<strong>in</strong>gen en asielzoekers; vertegenwoor-<br />
digers van <strong>in</strong>heemse volkeren <strong>in</strong> Nederland.<br />
9
F<strong>in</strong>al draft<br />
Focus <strong>onderzoek</strong> In overleg met DVL/OS heeft deze verkenn<strong>in</strong>g <strong>naar</strong> ‘nieuwe actoren’ zich<br />
gericht op een deel van deze nieuwe doelgroepen, en wel tot (i) jongeren<br />
(werkenden/<strong>in</strong>treders arbeidsmarkt); (ii) beleidsmakers <strong>in</strong> bedrijfsleven<br />
(banken, grootw<strong>in</strong>kelbedrijven); (iii) consumenten van eco/edu reizen en<br />
fair-trade producten; (iv) bezoekers van culturele evenementen; en (v)<br />
allochtone jongeren. Tevens werd besloten een <strong>in</strong>ventarisatie <strong>in</strong> te bouwen<br />
van organisaties en vrijwilligersgroepen die op lokaal (gemeentelijk) niveau<br />
activiteiten op het terre<strong>in</strong> van de ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g ontplooien.<br />
Deze <strong>in</strong>ventarisatie was bedoeld om een beeld te krijgen van het<br />
maatschappelijk draagvlak voor <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g op lokaal<br />
niveau en werd uitgevoerd <strong>in</strong> de gemeente Schagen (NH).<br />
10
3. Van doelgroepen <strong>naar</strong> publieksgroepen<br />
F<strong>in</strong>al draft<br />
kenschets doelgroepen<br />
denken <strong>in</strong> publieksgroepen<br />
allochtone jongeren als brugfunctionaris?<br />
Kenschets De geselecteerde doelgroepen betreffen segmenten uit de leeftijdsgroep<br />
doelgroepen van 18 tot 35 jarigen b<strong>in</strong>nen de Nederlandse samenlev<strong>in</strong>g. De <strong>in</strong>formanten<br />
die <strong>in</strong> het kader van dit <strong>onderzoek</strong> werden geïnterviewd stellen zonder<br />
uitzonder<strong>in</strong>g dat deze doelgroepen armoedebestrijd<strong>in</strong>g <strong>in</strong> en <strong>in</strong>ternationale<br />
samenwerk<strong>in</strong>g met de Derde Wereld belangrijk v<strong>in</strong>den. De basis voor hun<br />
‘collectief gevoel van die armoede zou toch niet meer mogen’ wordt gelegd<br />
op de middelbare school met de vele onderwijspakketten en<br />
studieopdrachten over de Derde Wereld. Nieuwsbullet<strong>in</strong>s van de media<br />
over armoede- en noodtoestanden <strong>in</strong> de ontwikkel<strong>in</strong>gslanden houden deze<br />
onderstroom van latent aanwezige morele zorg en verontwaardig<strong>in</strong>g levend.<br />
Wel zetten de <strong>in</strong>formanten vraagtekens achter het nut van voorlicht<strong>in</strong>gs- en<br />
bewustword<strong>in</strong>gsactiviteiten die met subsidies uit het budget voor<br />
Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g worden ondernomen: ‘debatteren <strong>in</strong> duffe<br />
conferentiezaaltjes over het grote plaatje van de ontwikkel<strong>in</strong>gsproblematiek<br />
heeft geen z<strong>in</strong>’; en ‘aan nog eens een voorlicht<strong>in</strong>gscursus of weer<br />
een discussiegroep bestaat echt geen behoefte meer’. De doelgroepen<br />
bezien de problematiek van ontwikkel<strong>in</strong>gslanden niet meer vanuit een<br />
bepaalde ideologische visie of politieke overtuig<strong>in</strong>g. Pragmatische<br />
benader<strong>in</strong>gen worden gevraagd, handreik<strong>in</strong>gen bij het ‘zoeken <strong>naar</strong><br />
<strong>in</strong>gangen’ om ‘stapsgewijs oploss<strong>in</strong>gen voor de grotere problemen te<br />
v<strong>in</strong>den’.<br />
De <strong>in</strong>formanten stellen dat de geselecteerde doelgroepen nauwelijks of<br />
geen b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g hebben met het OS bouwwerk van <strong>in</strong>termediaire organisaties<br />
en vrijwilligersgroepen die <strong>in</strong> het huidige draagvlakbeleid zo’n centrale<br />
plaats <strong>in</strong>nemen. Zij bestempelen deze organisaties als ‘subsidiejagers,<br />
ondoorzichtig voor wat betreft hun eigenlijke motieven’. Deze<br />
karakteriser<strong>in</strong>g blijft overigens niet beperkt tot <strong>in</strong>termediaire organisaties <strong>in</strong><br />
de sector van de <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g. In het algemeen wordt geen<br />
behoefte meer gevoeld zich aan te sluiten bij maatschappelijke organisaties<br />
die hun identiteit aan levensbeschouwelijke en politieke strom<strong>in</strong>gen<br />
ontlenen.<br />
Het bereik van deze maatschappelijke organisaties is daarom beperkt tot<br />
‘ouderen’, i.e. de bevolk<strong>in</strong>gsgroep van 40 jaar en ouder. De <strong>in</strong>formanten<br />
benadrukken dat het ‘organiseren van jongeren b<strong>in</strong>nen deze bestaande<br />
11
F<strong>in</strong>al draft<br />
kaders’ heeft geen z<strong>in</strong> omdat ‘discussies b<strong>in</strong>nen dit soort organisaties snel<br />
<strong>naar</strong> b<strong>in</strong>nen gericht worden’ [bedoeld wordt op het verwerven van subsidies<br />
en het <strong>in</strong>tern functioneren] en ‘zodra dat gebeurt haken jongeren af’. In<br />
plaats van te protesteren laten de doelgroepen alles wat hen niet bevalt l<strong>in</strong>ks<br />
liggen. ‘De straat heeft zijn functie als plaats om te demonstreren verloren’.<br />
De discussiebijeenkomsten waar op<strong>in</strong>ies uitgewisseld en gevormd kunnen<br />
worden hebben geen functie meer. Immers, ‘op<strong>in</strong>ievormende discussies<br />
worden niet meer gevoerd tijdens publieke debatten’, maar ‘<strong>in</strong> populaire<br />
talkshow en soaps’ op radio en TV.<br />
De doelgroepen b<strong>in</strong>nen de ‘grijze plekken <strong>in</strong> het beleid’ willen ‘iets<br />
nieuws’, ‘iets anders’ en zoeken nieuwe kanalen waarbij zij als ‘<strong>in</strong>dividu<br />
iets concreets kunnen doen’. Daarbij zoeken zij wegen om een ‘herkenbare’,<br />
‘eigen bijdrage’ te kunnen leveren aan de armoedebestrijd<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de<br />
Derde Wereld. Zij zoeken ‘nieuwe kansen’ zowel voor ontwikkel<strong>in</strong>gslanden<br />
als voor hen zelf (of het bedrijf waarbij zij werken); ‘je mag best<br />
mee laten tellen wat er voor jezelf of voor het bedrijf waar je werkt <strong>in</strong>zit’.<br />
Deze korte kenschets van de doelgroepen waarop dit <strong>onderzoek</strong> zich<br />
richtte, samengesteld uit de verschillende beschrijv<strong>in</strong>gen die de<br />
<strong>in</strong>formanten gaven, is verre van compleet. Echter, het beeld van een<br />
<strong>in</strong>dividualiserende samenlev<strong>in</strong>g die anders is <strong>in</strong>gericht dan 25 jaar geleden<br />
en waarbij met name de leeftijdsgroep van 18 – 40 jaar op een andere wijze<br />
aangesproken wenst te worden wordt door ander, uitgebreider <strong>onderzoek</strong> op<br />
hoofdlijnen bevestigd. 7 De <strong>in</strong>ventarisatie van activiteiten op het terre<strong>in</strong><br />
van <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Schagen (NH) bevestigt het beeld van<br />
‘vergrijz<strong>in</strong>g’ van vrijwilligersgroepen (met name die groepen welke<br />
behoren tot kerken en welke worden overkoepeld door landelijke<br />
organisaties). Ook de NCDO onderschrijft deze observaties en heeft zich <strong>in</strong><br />
dit verband dan ook onlangs afgevraagd of een tweesporenbeleid gevoerd<br />
zou moeten gaan worden, één voor ouderen en één voor jongeren.<br />
Denken <strong>in</strong> Alle <strong>in</strong>formanten waren het erover eens dat <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g<br />
publieksgroepen een onderwerp is waarop het publiek, ook de doelgroepen waarop dit<br />
en publieks- <strong>onderzoek</strong> zich richt, aangesproken kan blijven worden: 'er is betrokken-<br />
nader<strong>in</strong>gen heid al is die veelal ongericht’. Echter, de doelgroepen wensen niet meer<br />
herkenbaar te zijn als achterban van maatschappelijke organisaties en<br />
<strong>in</strong>teresseren zich steeds m<strong>in</strong>der voor de vraagstukken, die deze vanuit<br />
levensbeschouwelijke of partijpolitieke en ideologische visies onder hun<br />
aandacht proberen te brengen. 8<br />
Over de wijze waarop de doelgroepen dan wel aangesproken kunnen<br />
worden op een onderwerp als <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g tonen de<br />
12
F<strong>in</strong>al draft<br />
<strong>in</strong>formanten een grote mate van overeenstemm<strong>in</strong>g: <strong>in</strong> het uitstippelen van<br />
nieuw draagvlakbeleid zal gedacht moeten worden <strong>in</strong> ‘publieksgroepen’<br />
rond wisselende, actuele thema’s en specifieke gebeurtenissen. Publieksbenader<strong>in</strong>gen<br />
gericht op specifieke ‘publiekgroepen per thema’ lijken de<br />
plaats <strong>in</strong> te nemen van voorlicht<strong>in</strong>gsprogramma’s voor de achterbannen van<br />
maatschappelijke organisaties.<br />
De compilatie en samenvatt<strong>in</strong>g van de suggesties die de <strong>in</strong>formanten <strong>in</strong><br />
deze context gaven zouden zo overgenomen kunnen zijn uit een<br />
handleid<strong>in</strong>g voor market<strong>in</strong>g voor ideële doelen. Centraal <strong>in</strong> hun suggesties<br />
en adviezen staan:<br />
de realiteit van een grote diversiteit b<strong>in</strong>nen publieksgroepen.<br />
Bijvoorbeeld, beleidsmakers beschouwen ‘jongeren’ vaak als één<br />
groep. ‘Ten onrechte! Jongeren bestaan slechts als leeftijdsgroep die op<br />
zich even divers en heterogeen is als de samenlev<strong>in</strong>g waar zij deel van<br />
zijn’.<br />
de onontkoombaarheid om een ieder als ‘<strong>in</strong>dividu’ te moeten spreken.<br />
De bereidheid om zich ‘aan te sluiten’ bij bestaande organisaties is<br />
afgenomen. Mensen dienen <strong>in</strong> hun specifieke <strong>in</strong>teresse-sferen<br />
opgezocht en aangesproken te worden (jonge ondernemers op<br />
vakbeurzen; sportievel<strong>in</strong>gen tijdens sport evenementen; reislustigen <strong>in</strong><br />
het reisbureau; muziekliefhebbers tijdens manifestaties; etc.).<br />
het belang om de ‘boodschap’ eenvoudig te houden met een simpele<br />
<strong>in</strong>houd van grote realiteitswaarde. Geen complexe verhalen, wel<br />
concrete voorbeelden hoe ‘hulp echt helpt’.<br />
de wenselijkheid de ‘boodschap’ en de verpakk<strong>in</strong>g daarvan af te<br />
stemmen op de specifieke <strong>in</strong>teresse-sfeer van het <strong>in</strong>dividu.<br />
Enterta<strong>in</strong>ment, benadrukken van ‘eigen belang’ spreekt meer aan dan<br />
‘ideologische motiver<strong>in</strong>g’ of ‘beroep op morele verantwoordelijkheid’.<br />
de noodzakelijkheid van het aanbieden van een <strong>in</strong>dividueel, laagdrempelig<br />
maar vooral geloofwaardig handel<strong>in</strong>gsperspectief waarmee<br />
een concrete, herkenbare bijdrage aan de oploss<strong>in</strong>g van het armoedeprobleem<br />
geleverd wordt.<br />
de onvermijdelijke plicht terug te rapporteren met concrete voorbeelden<br />
over het resultaat van de <strong>in</strong>dividuele bijdrage.<br />
Deze beg<strong>in</strong>selen van market<strong>in</strong>g voor ideële doelen zijn niet nieuw en<br />
worden door landelijke maatschappelijke organisaties b<strong>in</strong>nen en buiten de<br />
ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g reeds toegepast. Mundial productions bv geeft<br />
een extra dimensie aan deze ‘publieksbenader<strong>in</strong>g’: een groot jaarlijks<br />
muziek en cultureel festijn (Festival Mundial) waar elke bezoeker vooral<br />
‘gezelligheid v<strong>in</strong>dt’, ‘erbij hoort zonder de eigen <strong>in</strong>dividualiteit op te<br />
hoeven geven’. Mundial productions maakt gebruik van de kracht van een<br />
13
F<strong>in</strong>al draft<br />
cultureel evenement publiek te trekken (Festival Mundial werd vorig jaar<br />
door 190.000 mensen bezocht) om verschillende thema’s op het terre<strong>in</strong> van<br />
de <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g voor het voetlicht te slepen. Vele<br />
‘<strong>in</strong>termediaire organisaties’, als ook coalities van deze organisaties (zoals<br />
bijvoorbeeld Jubilee 2000) en onverwachte actoren, zoals de Nederlandse<br />
Ambassade <strong>in</strong> Nairobi, maken van het Festival gebruikt om ‘hun<br />
boodschap’ onder de aandacht te brengen van een ‘nieuw publiek’.<br />
Allochtone Immigratie uit Sur<strong>in</strong>ame, de Antillen, Marokko, Turkije en andere landen<br />
jongeren als heeft b<strong>in</strong>nen de doelgroepen die het Departement aanmerkte als ‘grijze<br />
brugfunctionaris plekken <strong>in</strong> het beleid' een grote verschuiv<strong>in</strong>g veroorzaakt. Deze<br />
verschuiv<strong>in</strong>g is het sterkst zichtbaar <strong>in</strong> de groep van ‘studerende/<br />
schoolgaande jongeren’ <strong>in</strong> de grote steden. Bijvoorbeeld <strong>in</strong> Den Haag is<br />
rond 50% van de schoolgaande jeugd afkomstig uit allochtone gez<strong>in</strong>nen.<br />
B<strong>in</strong>nen het Departement wordt de vraag gesteld <strong>in</strong> hoeverre de ‘kracht van<br />
dit multiculturele kapitaal’ <strong>in</strong>gezet kan worden bij de voorlicht<strong>in</strong>g en<br />
bewustword<strong>in</strong>g van de autochtone jeugd/jongeren over de problematiek <strong>in</strong><br />
ontwikkel<strong>in</strong>gslanden: ‘allochtone jongeren <strong>in</strong> de rol van brugfunctionaris’.<br />
Om mogelijkheden van deze beleidsoptie te verkennen werd een bezoek<br />
gebracht aan het Johan de Witt College <strong>in</strong> Den Haag, een scholengemeenschap<br />
met 2600 leerl<strong>in</strong>gen waarvan 90% afkomstig uit allochtone gez<strong>in</strong>nen<br />
<strong>in</strong> de Haagse Schilderswijk. 9 Tevens werd een uitvoerig gesprek gevoerd<br />
met een Marokkaanse studente <strong>in</strong> de Arabische taalwetenschappen.<br />
Het Johan de Witt College ziet niet hoe allochtone jongeren effectief als<br />
brugfunctionarissen <strong>in</strong> een draagvlakbeleid voor <strong>in</strong>ternationale<br />
samenwerk<strong>in</strong>g kunnen optreden. De school probeert de allochtone<br />
leerl<strong>in</strong>gen ‘zo goed en ze kwaad als dat gaat’ voor te bereiden op het leven<br />
<strong>in</strong> de Nederlandse samenlev<strong>in</strong>g. De leerl<strong>in</strong>gen hebben moeite zich ‘staande<br />
te houden’ tussen enerzijds ‘de school’ en anderzijds ‘thuis’: ‘op school<br />
zijn zij tussen 8.30 – 15.00 uur ‘geïntegreerd’ <strong>in</strong> de Nederlandse<br />
samenlev<strong>in</strong>g; thuis komen ze terug <strong>in</strong> de cultuur van hun land van<br />
herkomst’. Buiten school staan de leerl<strong>in</strong>gen heel apart <strong>in</strong> de Nederlandse<br />
samenlev<strong>in</strong>g, zonder veel sociaal contact met autochtone Nederlandse<br />
leeftijdgenoten. Bovendien worden de leerl<strong>in</strong>gen zelf geconfronteerd met<br />
een armoedeprobleem hier. School en leerl<strong>in</strong>gen willen primair aan dat<br />
armoedeprobleem werken, hebben daarom we<strong>in</strong>ig aandacht (en tijd) voor<br />
problemen <strong>in</strong> hun land van herkomst. ‘We moeten een realistisch beeld<br />
voor ogen houden: allochtone k<strong>in</strong>deren zijn geen keuze voor<br />
brugfunctionaris, ze hebben wel wat anders aan hun kop’.<br />
14
F<strong>in</strong>al draft<br />
Deze conclusie wordt bevestigd door een recent <strong>onderzoek</strong> onder<br />
allochtone jongeren uitgevoerd door het CDA 10 en door één van de we<strong>in</strong>ige<br />
2de generatie Nederlandse jongeren van Marokkaanse afkomst die ‘met<br />
hard werken, geluk en steun van mijn ouders’ het gemaakt heeft.<br />
Allochtone jongeren hebben geen tijd om als brugfunctionaris op te treden.<br />
Dit is geprobeerd maar niet gelukt. Ontwikkel<strong>in</strong>gswerk <strong>in</strong> Nederland voor<br />
en <strong>in</strong> de Marokkaanse gemeenschap door Marokkanen: ‘daar zij we niet<br />
mee bezig’. Werken voor terugkeerprojecten: ‘we krijgen snel het idee dat<br />
we hier niet meer welkom zijn’. En, ‘waar moeten we dan <strong>naar</strong>toe.<br />
Marokko zelf is geen thuis meer, we behoren niet meer ‘echt’ tot die<br />
samenlev<strong>in</strong>g’.<br />
15
4. ‘Nieuwe actoren’ en<br />
nieuwe activiteiten van ‘oude actoren’<br />
F<strong>in</strong>al draft<br />
geen nieuwe actoren<br />
nieuwe activiteiten van ‘oude actoren’<br />
maatschappelijke betrokkenheid van bedrijven<br />
Geen ‘nieuwe Bij de aanvang van dit <strong>onderzoek</strong> werden ‘nieuwe actoren’ gedef<strong>in</strong>ieerd<br />
actoren’ als maatschappelijke organisaties, die (i) vanuit hun specifieke<br />
belangstell<strong>in</strong>g en deskundigheid steun verlenen aan en samenwerken met<br />
organisaties <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gslanden; (ii) na 1990 werden opgericht; en (iii)<br />
onbekend zijn bij, c.q. met het M<strong>in</strong>isterie van Buitenlandse Zaken en<br />
daardoor geen steun uit het budget voor de Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g<br />
ontvangen.<br />
De <strong>in</strong>formanten die <strong>in</strong> het kader van dit <strong>onderzoek</strong> benaderd zijn hebben<br />
geen ‘nieuwe actoren’ van belang aan kunnen wijzen. Move Your World,<br />
een <strong>in</strong> het voorjaar 1998 afgesloten <strong>in</strong>itiatief voor en door jongeren<br />
geïnitieerd door de toenmalige M<strong>in</strong>ister voor Ontwikkel<strong>in</strong>gsamenwerk<strong>in</strong>g<br />
is tegen hetzelfde probleem aangelopen: er kon geen ‘nieuwe actor’<br />
gevonden worden die, op afstand aangestuurd door het Departement, dit<br />
<strong>in</strong>itiatief kon overnemen en voortzetten. Ook de NCDO kon wel nieuwe<br />
publieksgroepen aanwijzen, maar geen nieuwe <strong>in</strong>termediaire organisaties,<br />
die de maatschappelijke betrokkenheid bij <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g<br />
onder deze groepen zouden kunnen articuleren en mobiliseren <strong>in</strong> politiek<br />
draagvlak <strong>in</strong> Den Haag.<br />
De verkenn<strong>in</strong>g op lokaal niveau, <strong>in</strong> de gemeente Schagen (NH), leverde<br />
eenzelfde resultaat op. <strong>Een</strong> groot aantal lokale activiteiten werden<br />
geïdentificeerd, maar deze bleken òf te worden aangestuurd door bekende<br />
landelijke maatschappelijke organisaties (zoals de Landelijke Verenig<strong>in</strong>g<br />
van Wereldw<strong>in</strong>kels, FNV Mondiaal en CNV, Foster Parents Plan, Sticht<strong>in</strong>g<br />
Vluchtel<strong>in</strong>genwerk, Amnesty International, etc.) òf ondernomen te worden<br />
door <strong>in</strong>dividuele scholen en strikt lokale vrijwilligersgroepen.<br />
Wel nieuwe- Wel heeft het <strong>onderzoek</strong> een groot aantal ‘nieuwe activiteiten’ van beken-<br />
activiteiten van de maatschappelijke organisaties geïdentificeerd. De ‘publieksbenader<strong>in</strong>g’<br />
‘oude actoren ‘ zoals samengevat <strong>in</strong> het vorige hoofdstuk wordt reeds jaren <strong>in</strong> toegespitste<br />
vorm en verfijnde uitwerk<strong>in</strong>g succesvol toegepast door organisaties zoals<br />
Foster Parents Plan, UNICEF Comité Nederland, Max Havelaar, NOVIB,<br />
Memisa, Amnesty International, de Gezamenlijke Hulporganisa-ties Giro<br />
555 (allen met naam genoemd door de <strong>in</strong>formanten) en anderen. 11 Deze<br />
organisaties volgen de publieksbenader<strong>in</strong>g <strong>in</strong> hun PR activiteiten om hun<br />
16
F<strong>in</strong>al draft<br />
werk onder de aandacht van het bepaalde publieksgroepen te brengen en <strong>in</strong><br />
hun fondsenwerv<strong>in</strong>gscampagnes voor projecten van hun partners <strong>in</strong><br />
ontwikkel<strong>in</strong>gslanden. In het algemeen voeren deze organisaties hun<br />
publieksacties uit zonder steun uit het OS budget.<br />
Publieksbenader<strong>in</strong>gen worden ook steeds vaker toegepast <strong>in</strong> thematische,<br />
nationale of <strong>in</strong>ternationale politieke beïnvloed<strong>in</strong>g en pleitbezorg<strong>in</strong>g, zoals<br />
bijvoorbeeld de ‘5% cacao’ campagne, de actie ‘Schoolbord, van werk <strong>naar</strong><br />
school’ en ‘Jubilee 2000’. 12 Deze campagnes concentreren zich op<br />
specifieke onderwerpen waarvoor de publieke belangstell<strong>in</strong>g wordt gewekt<br />
en concrete <strong>in</strong>dividuele handel<strong>in</strong>gsperspectieven worden aangeboden. Ook<br />
de NCDO voert s<strong>in</strong>ds enige tijd een actief beleid om actuele thema’s onder<br />
de publieke belangstell<strong>in</strong>g te brengen. Hiertoe maakt de NCDO afspraken<br />
<strong>in</strong> het kader van f<strong>in</strong>anciële meerjaren regel<strong>in</strong>gen die met verschillende<br />
<strong>in</strong>termediaire organisaties worden getroffen. Organisaties en<br />
vrijwilligersgroepen met wie de NCDO geen meerjaren afspraken maakt,<br />
worden via advertenties <strong>in</strong> de landelijke dagbladen uitgenodigd hun<br />
<strong>in</strong>itiatieven rond zulke thema’s te ‘tenderen’ (voor de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van<br />
zulke nieuwe projecten heeft de NCDO een budget van dƒ 250.000 plus een<br />
additioneel budget van dƒ 50.000 voor advertentiekosten).<br />
Maatschappelijke ‘Maatschappelijke betrokkenheid’ is s<strong>in</strong>ds kort een onderwerp waarover<br />
betrokkenheid b<strong>in</strong>nen het bedrijfsleven steeds frequenter wordt gesproken. Bedrijven val-<br />
van bedrijven len weliswaar niet onder de def<strong>in</strong>itie van ‘nieuwe actoren’ zoals die aan het<br />
beg<strong>in</strong> van dit <strong>verkennend</strong> <strong>onderzoek</strong> werden vastgesteld. Toch lijkt hier een<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g gaande die <strong>in</strong> potentie <strong>in</strong>teressante perspectieven biedt om<br />
nieuw maatschappelijk draagvlak te creëren.<br />
Het aanspreken van bedrijven op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid<br />
<strong>in</strong> het kader van de <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g is zeker niet nieuw.<br />
De Sticht<strong>in</strong>g Onderzoek Mult<strong>in</strong>ationale Ondernem<strong>in</strong>gen (SOMO) dateert<br />
uit de jaren zeventig; en opeenvolgende M<strong>in</strong>isters voor Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g<br />
hebben tevergeefs getracht de dialoog met het bedrijfsleven<br />
aan te gaan. Nieuw is echter dat bedrijven nu zelf het <strong>in</strong>itiatief nemen over<br />
hun ‘maatschappelijk betrokkenheid’ na te denken en dit concept opnemen<br />
als element <strong>in</strong> het market<strong>in</strong>g en productenbeleid. Immers, de klant ‘wil<br />
meer dan melk en suiker’ en v<strong>in</strong>dt het ‘goed te weten dat zijn<br />
spaartegoeden maatschappelijk verantwoord belegd worden’. ‘We moeten<br />
aansluiten bij bestaande maatschappelijke acties en een open lijn<br />
onderhouden met organisaties die deze uitvoeren’. Maar ook: ‘we moeten<br />
oppassen om niet door te draven. Koffie blijft koffie en de klant kan ook<br />
genoegen nemen met de wetenschap dat de koffieboeren een fatsoenlijke<br />
17
F<strong>in</strong>al draft<br />
prijs hebben ontvangen. Steeds maar weer hameren op onrechtvaardige<br />
situaties kan ook averechts werken’.<br />
Beperk<strong>in</strong>g tot De bedrijven die <strong>in</strong> het kader van deze verkenn<strong>in</strong>g bezocht werden beper-<br />
groene producten ken hun maatschappelijke betrokkenheid voorlopig nog hoofdzakelijk tot<br />
‘groene producten’ (‘biologisch’ geproduceerde voedselproducten, ‘groen<br />
<strong>in</strong>vesteren/beleggen’). Echter, de <strong>in</strong>formanten b<strong>in</strong>nen deze bedrijven stellen<br />
ook dat verbred<strong>in</strong>g van deze betrokkenheid <strong>naar</strong> onderwerpen die spelen<br />
b<strong>in</strong>nen de <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g zeker mogelijk is. Wel zal geval bij<br />
geval de kosten en de opbrengsten met elkaar worden vergeleken.<br />
Samenwerk<strong>in</strong>g Het ontwikkelen van dit samenwerk<strong>in</strong>gspotentieel tussen grootw<strong>in</strong>kelbe-<br />
niet zonder drijven, banken en reisbureaus (en andere sectoren van het bedrijfsleven)<br />
problemen en de <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g zal zeker niet zonder moeilijkheden<br />
zijn. Bedrijven zullen gezamenlijke activiteiten willen beperken tot dìe met<br />
zeer lage politieke en commerciële risico’s. IS-organisaties zullen zich voor<br />
ongekende ‘schaalproblemen’ gesteld zien. Immers, ‘we<br />
[grootw<strong>in</strong>kelbedrijven] kunnen geen campagne neerzetten voor een product<br />
dat slechts <strong>in</strong> paar van onze 670 w<strong>in</strong>kels te koop zal worden aangeboden’.<br />
Bovendien, ‘het verzekeren van een voldoende aanvoer van producten uit<br />
[of van mogelijkheden om fondsen te bestemmen <strong>in</strong>] ontwikkel<strong>in</strong>gslanden<br />
is te vaak een probleem gebleken’. En IS-organisaties zelf stellen – uit<br />
angst dat hun achterban door een samenwerk<strong>in</strong>g met het bedrijfsleven<br />
verder afkalft – zulke strakke ‘profielen’ voor potentiële partners op dat<br />
samenwerk<strong>in</strong>g met het leeuwendeel van de bedrijven de facto uitgesloten<br />
wordt.<br />
Grootw<strong>in</strong>kelbedrijven, banken en reisbureaus zien er voordeel <strong>in</strong> om met<br />
hun producten- en market<strong>in</strong>gbeleid <strong>in</strong> te spelen op een steeds ‘kritischer,<br />
geïnformeerder en veeleisender’ publiek. In missie statements wordt naast<br />
begrippen als <strong>in</strong>novatie, kwaliteit en <strong>in</strong>spiratie nu ook ‘maatschappelijke<br />
betrokkenheid’ opgenomen. Het is belangrijk dat ‘onze klanten weten dat<br />
onze producten gemaakt zijn met aandacht voor mens, dier en milieu’. Er<br />
wordt opgewezen dat er reeds voorbeelden zijn van concrete betrokkenheid<br />
met actuele thema’s <strong>in</strong> de <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g. Echter meer<br />
voorbeelden dan Max Havelaar koffie <strong>in</strong> supermarkten en educatieve<br />
voorlicht<strong>in</strong>gsbijeenkomsten voorafgaand aan edu-reizen <strong>naar</strong><br />
ontwikkel<strong>in</strong>gslanden komt men niet. Toch, rondpratend <strong>in</strong> de marges van<br />
dit <strong>onderzoek</strong> spr<strong>in</strong>gt een recente actie van Foster Parents Plan <strong>in</strong> het oog<br />
die de Rabobank bereid heeft gevonden om een achttal, zorgvuldig<br />
geselecteerde scholieren <strong>in</strong> staat te stellen om een studiereis <strong>naar</strong><br />
ontwikkel<strong>in</strong>gsprojecten te maken; en een welbekende mutli-national die <strong>in</strong><br />
gesprek is met een even bekende ‘oude actor’ om te bezien hoe haar<br />
18
F<strong>in</strong>al draft<br />
werknemers hun sabbaticals kunnen door brengen bij NGOs <strong>in</strong><br />
ontwikkel<strong>in</strong>glanden (bijvoorbeeld als management adviseurs of als<br />
adm<strong>in</strong>istratieve consultants): een soort PUM maar dan voor veertigers die<br />
hun sabbatical opnemen. 13<br />
B<strong>in</strong>nen bedrijven neemt men we<strong>in</strong>ig tijd voor praten over concepten. Er is<br />
zeker belangstell<strong>in</strong>g om concrete plannen of ideeën, waaraan vanuit de<br />
ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g ‘daadwerkelijk opvolg<strong>in</strong>g gegeven kan<br />
worden’, verder uit te werken. M<strong>in</strong>der animo is er om over vernieuw<strong>in</strong>gen<br />
<strong>in</strong> draagvlakbeleid voor <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g te praten:<br />
‘maatschappelijke betrokkenheid is wel heel erg ‘<strong>in</strong>’. [Het M<strong>in</strong>isterie van]<br />
Economische Zaken gooit ons dood met uitnodig<strong>in</strong>gen om aan workshops<br />
en conferenties hierover deel te nemen’; en ‘als we van<br />
Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g voor zo’n overleg worden uitgenodigd, moet<br />
het wel relevant zijn en duidelijke meerwaarde voor ons hebben’.<br />
19
5. Van maatschappelijk <strong>naar</strong> politiek draagvlak<br />
F<strong>in</strong>al draft<br />
politiek draagvlak<br />
<strong>in</strong>ternationale politieke beïnvloed<strong>in</strong>g en pleitbezorg<strong>in</strong>g<br />
Nog geen De <strong>in</strong>formanten <strong>in</strong> het Departement geven aan dat de M<strong>in</strong>ister nog geen<br />
beleidskaders beleidskader heeft geformuleerd voor het versterken, c.q. verbreden van het<br />
maatschappelijk draagvlak voor de <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g en voor de<br />
wijze waarop de vertaalslag daarvan <strong>naar</strong> politiek draagvlak gerealiseerd zou<br />
kunnen worden. Eerste contouren van haar <strong>in</strong>tenties ten aanzien van dit<br />
beleidsterre<strong>in</strong> tekenen zich wel reeds af. Deze worden samengevat met vijf<br />
lijnen die lopen door haar activiteiten <strong>in</strong> Nederland gedurende de afgelopen<br />
negen maanden:<br />
het rallyen van maatschappelijke steun voor het beleid voor <strong>in</strong>ternationale<br />
samenwerk<strong>in</strong>g vanuit de Nederlandse samenlev<strong>in</strong>g en het hameren op de<br />
noodzaak om maatschappelijk draagvlak te vertalen <strong>in</strong> politieke steun <strong>in</strong><br />
‘Den Haag’;<br />
het creëren van een nieuwe beeldvorm<strong>in</strong>g van de ontwikkel<strong>in</strong>gshulp (geen<br />
<strong>in</strong>tellectuele, ‘bekommerde' focus op armoede maar een pragmatische<br />
benader<strong>in</strong>g met een realistische positieve boodschap dat ‘hulp helpt');<br />
het komen tot een taakverdel<strong>in</strong>g (op basis van complementariteit) tussen<br />
de verschillende actoren <strong>in</strong> Nederland;<br />
het zoeken <strong>naar</strong> overleg met de verschillende exponenten <strong>in</strong> het<br />
maatschappelijk middenveld om het ‘het debat’ op gang te brengen en het<br />
'provoceren' als middel om ‘<strong>in</strong> het nieuws te komen’ (om het belang van<br />
ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g uit te kunnen leggen);<br />
het nadrukkelijk zelf het voortouw nemen, waarbij zij als mediagenieke<br />
persoonlijkheid doelbewust nieuwe publieksgroepen zoekt via<br />
laagdrempelige media met grote kijk-, luister- en leesdichtheid.<br />
Geen verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g In haar optreden <strong>naar</strong> buiten heeft de M<strong>in</strong>ister tot nu toe nadruk gelegd op<br />
armoedevraagstuk de armoedebestrijd<strong>in</strong>g. Zij heeft nog geen versterk<strong>in</strong>g van het politieke<br />
met andere maat- draagvlak voor haar beleid willen zoeken door het armoedevraagstuk expli-<br />
schappelijke ciet met andere maatschappelijke onderwerpen te verb<strong>in</strong>den (zoals bijvoor-<br />
onderwerpen beeld veiligheid, vluchtel<strong>in</strong>gen milieu en <strong>in</strong>ternationale handel). In plaats<br />
daarvan zoekt zij wegen om de consensus die over de jaren <strong>in</strong> het<br />
ontwikkel<strong>in</strong>gsdebat is ontstaan tussen beleidsmakers en het maatschappelijk<br />
middenveld als startpunt te gebruiken voor nieuwe <strong>in</strong>itiatieven en allianties<br />
om het politiek draagvlak te dynamiseren. Hiertoe organiseert zij actief het<br />
overleg met de <strong>in</strong>termediaire organisaties b<strong>in</strong>nen de ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g.<br />
‘Niet omdat [de M<strong>in</strong>ister] vanuit het m<strong>in</strong>isterie de <strong>in</strong>houd van het<br />
maatschappelijk debat willen sturen.[...] Wel omdat we als overheid de taak<br />
hebben met de samenlev<strong>in</strong>g over de richt<strong>in</strong>g van het ontwikkel<strong>in</strong>gsbeleid [...]<br />
20
F<strong>in</strong>al draft<br />
<strong>in</strong> discussie te zijn. [...] Zonder die discussie ligt onverschilligheid en politieke<br />
marg<strong>in</strong>aliser<strong>in</strong>g altijd op de loer. Er is geen enkele reden om het zover te laten<br />
komen.’ 14<br />
Met deze strategie lijkt de M<strong>in</strong>ister voorbij te gaan aan (i) structurele<br />
verander<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen het maatschappelijk middenveld, samen te vatten met<br />
concepten als ‘secularisatie’, ‘vergrijzende kaders’ en ‘<strong>in</strong>dividualiserende<br />
samenlev<strong>in</strong>g’; en (ii) het feit dat de lobby door <strong>in</strong>termediaire organisaties <strong>in</strong><br />
‘politiek Den Haag’ aan kracht heeft <strong>in</strong>geboet. Immers, door het wegvallen<br />
van politieke polarisatie heeft het thema <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g zijn<br />
vroegere zwart-wit karakter verloren. Bovendien wordt beleidsvorm<strong>in</strong>g op<br />
dit terre<strong>in</strong> steeds meer vanuit <strong>in</strong>ternationale (VN) fora aangestuurd en<br />
betreft een groot deel van de politieke besluitvorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Den Haag de<br />
ratificatie van besluiten en verdragen die op <strong>in</strong>ternationaal niveau genomen<br />
en afgesloten zijn.<br />
Mobiliseren De <strong>in</strong>formanten van dit <strong>onderzoek</strong> b<strong>in</strong>nen en buiten het Departement<br />
politiek draag- schatten de politieke betrokkenheid van de doelgroepen <strong>in</strong> de Nederlandse<br />
vlak samenlev<strong>in</strong>g (waarop dit <strong>onderzoek</strong> zicht richt) laag <strong>in</strong> en stellen dat deze<br />
ook nog eens snel wegebt. Echter, maatschappelijke betrokkenheid kan<br />
soms <strong>in</strong> laagdrempelige acties voor politieke beïnvloed<strong>in</strong>g en<br />
pleitbezorg<strong>in</strong>g gemobiliseerd worden. Bijvoorbeeld, de Wereldw<strong>in</strong>kels<br />
verzamelden enige tijd geleden 300.000 handteken<strong>in</strong>gen onder kopers van<br />
Max Havelaar koffie ter ondersteun<strong>in</strong>g van de ‘5% cacao actie’; en Jubilee<br />
2000 hoopt spoedig met het verzamelen van 20 miljoen handteken<strong>in</strong>gen de<br />
grootste <strong>in</strong>ternationale handteken<strong>in</strong>genactie ooit te worden. Dit soort<br />
massale uit<strong>in</strong>gen van publieke zorg of verontwaardig<strong>in</strong>g geven deze acties<br />
weliswaar een morele, publieke steun <strong>in</strong> de rug; de werkelijke <strong>in</strong>vloed<br />
ervan op politieke besluitvorm<strong>in</strong>g is echter ger<strong>in</strong>g.<br />
Er bestaat bestaan geen shortcuts <strong>in</strong> het complexe proces van <strong>in</strong>formeren,<br />
beïnvloed<strong>in</strong>g, belangenbehartig<strong>in</strong>g en politieke prioriteiten stellen die het<br />
mobiliseren en <strong>in</strong> stand houden van politiek draagvlak kenmerken. <strong>Een</strong><br />
politiek argument of een georganiseerde blijk van publieke verontwaardig<strong>in</strong>g<br />
is tegenwoordig onvoldoende om politieke besluitvorm<strong>in</strong>g te<br />
beïnvloeden. Deze <strong>in</strong>vloed is te verwerven op basis van<br />
de autoriteit van (detail) kennis over het onderwerp waarvoor actie<br />
gevoerd wordt en over de vaak complexe procedures die gevolgd<br />
worden voorafgaand aan de uite<strong>in</strong>delijke politieke besluitvorm<strong>in</strong>g;<br />
de vaardigheden om deze kennis op adequate wijze te presenteren en te<br />
gebruiken tijdens vaak langlopende procedures; en<br />
coalitievorm<strong>in</strong>g met andere partijen om leemtes <strong>in</strong> eigen kennis te<br />
afdekken en om op verschillende plaatsen tegelijk actief te kunnen zijn.<br />
21
F<strong>in</strong>al draft<br />
Informanten van dit <strong>onderzoek</strong> stellen dat het politieke beïnvloed<strong>in</strong>gs- en<br />
pleitbezorg<strong>in</strong>gswerk van Nederlandse maatschappelijke organisaties de<br />
k<strong>in</strong>derschoenen is ontgroeid. Met name de grotere organisaties hechten<br />
groeiend belang aan <strong>in</strong>ternationale pleitbezorg<strong>in</strong>g en besteden veel van hun<br />
aandacht, tijd en middelen die vroeger aangewend werden om de<br />
besluitvorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> ‘politiek Den Haag’ te beïnvloeden, nu aan de<br />
voorbereid<strong>in</strong>g van en deelname aan <strong>in</strong>ternationale thematische (VN)<br />
conferenties. Eén van de <strong>in</strong>formanten formuleerde zijn advies <strong>in</strong> deze als<br />
volgt: ‘Om draagvlak <strong>in</strong> ‘politiek Den Haag’ te versterken heeft de M<strong>in</strong>ister<br />
vooral <strong>in</strong>strumenten nodig waarmee zij de vertaalslag tussen <strong>in</strong>ternationale<br />
<strong>naar</strong> nationale politieke besluitvorm<strong>in</strong>g kan aansturen’.<br />
Coalitievorm<strong>in</strong>g Gedurende de laatste tien jaar heeft de <strong>in</strong>ternationale coalitievorm<strong>in</strong>g onder<br />
de <strong>in</strong>termediaire of niet gouvernementele organisaties (NGOs) werkzaam<br />
op het terre<strong>in</strong> van de <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g een grote vlucht<br />
genomen. S<strong>in</strong>ds hun goed voorbereid en gecoörd<strong>in</strong>eerd optreden <strong>in</strong> Rio <strong>in</strong><br />
1989 zijn deze coalities van <strong>in</strong>termediaire organisaties een nieuwe<br />
politieke factor geworden b<strong>in</strong>nen deze <strong>in</strong>ternationale conferentie circuits,<br />
met macht ontleend aan hun groeiende (detail-)kennis van zaken en<br />
procedures. Deze ontwikkel<strong>in</strong>g weerspiegelt de groeiende <strong>in</strong>vloed van<br />
<strong>in</strong>ternationale besluitvorm<strong>in</strong>g op de nationale politiek.<br />
22
6. Van voorlicht<strong>in</strong>g <strong>naar</strong> communicatie<br />
F<strong>in</strong>al draft<br />
IMKs kern van voorlicht<strong>in</strong>gsbeleid<br />
Vraag <strong>naar</strong> actief, eigen beleid<br />
Initiëren en faciliteren<br />
NEDA als kennisorganisatie<br />
IMKs ‘Intermediaire kaders’ (IMKs) nemen een bijzondere plaats <strong>in</strong> b<strong>in</strong>nen het<br />
<strong>in</strong> voorlicht<strong>in</strong>gs- beleid van de Voorlicht<strong>in</strong>gsdienst Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g. Naast<br />
beleid voorlicht<strong>in</strong>g aan de media, ziet DVL/OS maatschappelijke organisaties,<br />
zoals de medef<strong>in</strong>ancierorganisaties en andere organisaties b<strong>in</strong>nen het<br />
maatschappelijk middenveld, als een belangrijke schakel <strong>in</strong> de<br />
communicatielijn <strong>naar</strong> de burgers. Immers, er wordt vanuit gegaan dat deze<br />
‘<strong>in</strong>termediaire’ organisaties dichter bij de bevolk<strong>in</strong>g staan de het<br />
Departement, velen van hen reeds structurele voorlicht<strong>in</strong>gsactiviteiten<br />
b<strong>in</strong>nen hun achterbannen uitvoeren en ‘<strong>in</strong>formatie op maat’ kunnen<br />
aanbieden. De strategie van de Voorlicht<strong>in</strong>gsdienst bestaat dan ook (deels)<br />
uit het verschaffen van <strong>in</strong>formatie aan deze organisaties die zij dan weer<br />
kunnen gebruiken <strong>in</strong> hun voorlicht<strong>in</strong>gsprogramma’s. 15<br />
Geen samenwer- DVL/OS heeft <strong>in</strong> beg<strong>in</strong> 1997 een <strong>onderzoek</strong> laten uitvoeren <strong>naar</strong> de moge-<br />
k<strong>in</strong>g met <strong>in</strong>ter- heden tot samenwerk<strong>in</strong>g met 24 bekende maatschappelijke organisaties en<br />
mediaire org’s <strong>naar</strong> de vraag waar best de scheid<strong>in</strong>g aangebracht zou kunnen worden<br />
tussen de voorlicht<strong>in</strong>gstaken van deze organisaties en die van de<br />
Voorlicht<strong>in</strong>gsdienst. Dit <strong>onderzoek</strong> kwam tot drie opmerkelijke conclusies:<br />
de voor dit <strong>onderzoek</strong> geselecteerde maatschappelijke <strong>in</strong>termediaire<br />
organisaties stellen geen relatie te onderhouden met de Voorlicht<strong>in</strong>gsdienst;<br />
de voorlicht<strong>in</strong>g van deze organisaties zelf is grotendeels gericht op twee<br />
nauw samenhangende doelstell<strong>in</strong>gen: (i) vergrot<strong>in</strong>g van de eigen<br />
naamsbekendheid; (ii) vergrot<strong>in</strong>g van de <strong>in</strong>komsten uit de eigen<br />
fondsenwerv<strong>in</strong>g. Daarnaast wordt ‘gedragsverander<strong>in</strong>g van de<br />
doelgroep’ als doelstell<strong>in</strong>g genoemd. Echter geen van de organisaties<br />
zegt de eigen voorlicht<strong>in</strong>g te gebruiken om het publiek te <strong>in</strong>formeren<br />
over concrete resultaten van hun werk <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gslanden;<br />
voor de meeste van deze organisaties is de taakverdel<strong>in</strong>g tussen<br />
DVL/OS en de NCDO onduidelijk zo niet verwarrend. 16<br />
Informer<strong>in</strong>g <strong>in</strong> De <strong>in</strong>ventarisatie van OS activiteiten <strong>in</strong> de gemeente Schagen NH beves-<br />
Schagen NH tigt deze conclusies maar ten dele. Immers, nationaal aangestuurde lokale<br />
vrijwilligersgroepen ontvangen van landelijke hoofdkantoren (van<br />
organisaties zoals Foster Parents, Amnesty International, FNV Mondiaal,<br />
23
F<strong>in</strong>al draft<br />
CNV, de Wereldw<strong>in</strong>kels, de Nederlandse Verenig<strong>in</strong>g van Huisvrouwen)<br />
een waaier van <strong>in</strong>formatie, met onder meer maand- of kwartaalbladen voor<br />
lokale vrijwilligersgroepen en soms kant-en-klare <strong>in</strong>formatie-pakketten<br />
voor lokale acties.<br />
Vraag <strong>naar</strong> eigen De <strong>in</strong>formanten buiten het Departement stellen allemaal dat de Voorlicht-<br />
voorlicht<strong>in</strong>gs- en dienst voor Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g veel duidelijker dan dit tot nu toe<br />
communicatie- gebeurt, en onafhankelijk van <strong>in</strong>termediaire organisaties, het beleid en de<br />
beleid resultaten van de uitvoer<strong>in</strong>g ervan bij de bevolk<strong>in</strong>g neer dient te zetten.<br />
Immers, ‘het M<strong>in</strong>isterie is geen speler <strong>in</strong> de markt van de fondsenwerv<strong>in</strong>g<br />
voor ideële doelen’ en ‘heeft [daarom] een veel betere positie om uit te<br />
leggen waar het allemaal nu echt om draait’.<br />
Zij dr<strong>in</strong>gen erop aan dat de M<strong>in</strong>ister haar ‘Departement open stelt voor het<br />
publiek’ en<br />
kennis en kwaliteits<strong>in</strong>formatie, beschikbaar <strong>in</strong> het Departement en <strong>in</strong> de<br />
ambassades over ontwikkel<strong>in</strong>gslanden, <strong>in</strong>ternationale vraag-stukken,<br />
actuele mondiale ontwikkel<strong>in</strong>gen, handelsovereenkomsten,<br />
actualiteiten, etc. ‘per <strong>in</strong>teressegroep’ (scholieren, bedrijfsleven,<br />
reizigers, etc.) beschikbaar maakt;<br />
een actief, eigen modern voorlicht<strong>in</strong>gs- en communicatiebeleid gaat<br />
voeren waar<strong>in</strong> niet alleen ‘geroepen wordt’ dat hulp helpt maar waar<strong>in</strong><br />
ook met concrete voorbeelden getoond en uitgelegd wordt waar het<br />
allemaal omdraait (themagericht, <strong>in</strong>spelend op de actualiteit);<br />
‘uitgekiende publieksbenader<strong>in</strong>gen’ kiest en nieuwe kanalen zoekt om<br />
jongeren te bereiken (zie hoofdstuk 3 Publieksbenader<strong>in</strong>gen). Als<br />
voorbeelden van nieuwe kanalen werden hier genoemd: <strong>in</strong>spr<strong>in</strong>gen op<br />
de mogelijkheden die grote muziekfestivals en sportevenementen<br />
bieden; TV spots via Postbus 51; <strong>in</strong> TV programma’s zoals ‘Oude<br />
Tijden, Nieuwe Tijden’ OS thema’s aan de orde stellen; publieke<br />
vergader<strong>in</strong>gen van honorair consuls van ontwikkel<strong>in</strong>gslanden<br />
organiseren;<br />
haar ‘antenna’s’ <strong>in</strong> <strong>in</strong>ternationale netwerken gebruikt om het publiek te<br />
attenderen op nieuwe ontwikkel<strong>in</strong>gen en thema’s: ‘mensen, dit komt<br />
eraan; ga ermee aan de slag!’ (‘<strong>in</strong>telligence voor gewone mensen’);<br />
zelf <strong>in</strong>itiatief neemt om partijen uit verschillende sectoren <strong>in</strong> de<br />
samenlev<strong>in</strong>g bij elkaar te brengen en om samenwerk<strong>in</strong>g rond specifieke<br />
thema’s en gebeurtenissen te stimuleren en te faciliteren.<br />
<strong>in</strong> haar voorlicht<strong>in</strong>gs- en communicatiebeleid expliciet ruimte <strong>in</strong>bouwt<br />
om waarder<strong>in</strong>g te tonen voor specifieke acties door groepen <strong>in</strong> de<br />
samenlev<strong>in</strong>g; een keurstempel <strong>in</strong>stelt voor effectieve kwaliteitsactiviteiten<br />
van vrijwilligersgroepen.<br />
24
F<strong>in</strong>al draft<br />
Departement als Deze ‘communicatieadviezen aan de M<strong>in</strong>ister’ sluiten aan bij structurele<br />
kennisorganisatie verander<strong>in</strong>gen die het M<strong>in</strong>isterie <strong>in</strong> de relaties met organisaties <strong>in</strong> Nederland<br />
wenst te gaan doorvoeren. Immers, niet alleen maatschappelijke<br />
organisaties en bedrijven veranderen hun strategie. Ook het Departement<br />
speelt <strong>in</strong> op een veranderende samenlev<strong>in</strong>g. Volgens de <strong>in</strong>formanten van dit<br />
<strong>onderzoek</strong> <strong>in</strong> het Departement houden geplande verander<strong>in</strong>gen onder meer<br />
<strong>in</strong> dat:<br />
de oude nadruk op ‘f<strong>in</strong>ancieren’ en ‘subsidieren’ verlegd zal gaan worden<br />
<strong>naar</strong> ‘faciliteren’ en het ‘bij elkaar brengen’ van complementaire en elkaar<br />
<strong>in</strong> potentie versterkende <strong>in</strong>itiatieven <strong>in</strong> de Nederlandse samenlev<strong>in</strong>g. Het<br />
zoeken <strong>naar</strong> en stimuleren van ‘public-private partnerships’ zal een<br />
onderdeel van deze nieuwe koers worden;<br />
het transformeren van het Departement met zijn dom<strong>in</strong>ante ‘cultuur van<br />
vertrouwelijkheid’ <strong>in</strong> een <strong>in</strong>ternationaal dienstverlenende kennis<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g<br />
waar<strong>in</strong> het bijeen brengen en publiekelijk beschikbaar maken van kennis<br />
en <strong>in</strong>formatie over andere landen, andere culturen, <strong>in</strong>ternationale en<br />
mondiale vraagstukken zoals sociaal-economische en culturele<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g, vredesvraagstukken, etc. centraal staan.<br />
De drie observaties die <strong>in</strong> dit hoofdstuk zijn neergezet, te weten (i) een<br />
voorlicht<strong>in</strong>gsbeleid, <strong>in</strong> theorie gebaseerd op een samenwerk<strong>in</strong>g met IMKs die<br />
<strong>in</strong> de praktijk niet bestaat, (ii) een vraag <strong>naar</strong> een eigen, actief en modern<br />
voorlicht<strong>in</strong>gs- en communicatiebeleid en (iii) plannen om het Departement<br />
‘om te bouwen’ <strong>in</strong> een kennisorganisaties met publiekstoegankelijke<br />
vraagbakens zullen <strong>in</strong> het volgende, concluderende hoofdstuk <strong>in</strong>gepast<br />
worden b<strong>in</strong>nen de lijnen die <strong>in</strong> eerdere hoofdstukken werden uitgezet.<br />
25
7. <strong>Draagvlak</strong> <strong>in</strong> Ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
F<strong>in</strong>al draft<br />
conclusies<br />
aanbevel<strong>in</strong>gen<br />
Conclusies De opdracht van dit <strong>verkennend</strong> <strong>onderzoek</strong> was om ‘nieuwe actoren’ <strong>in</strong><br />
kaart te brengen die voor additioneel maatschappelijk en politiek draagvlak<br />
voor ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g zorg kunnen dragen. Het <strong>onderzoek</strong> heeft<br />
zich geconcentreerd op groepen <strong>in</strong> de Nederlandse samenlev<strong>in</strong>g die b<strong>in</strong>nen<br />
het Departement gerekend worden tot de ‘grijze plekken’ <strong>in</strong> het huidige<br />
pakket van voorlicht<strong>in</strong>gs- en bewustword<strong>in</strong>gs-activiteiten. Deze<br />
doelgroepen waren (i) jongeren (werkenden/<strong>in</strong>treders arbeidsmarkt); (ii)<br />
beleidsmakers <strong>in</strong> het bedrijfsleven; (iii) consumenten van eco/edu reizen en<br />
van fair-trade producten; (iv) bezoekers van culturele evenementen; en (vi)<br />
allochtone jongeren.<br />
Vanouds wordt het creëren en <strong>in</strong> stand houden van draagvlak voor<br />
ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g gezien als het primaat van het maatschappelijk<br />
middenveld. Het huidige draagvlakbeleid van de M<strong>in</strong>ister gaat uit van deze<br />
premisse en gaat er vanuit dat maatschappelijke middenveldorganisaties als<br />
‘<strong>in</strong>termediair’ tussen overheid en samenlev<strong>in</strong>g fungeren en als<br />
scharnierpunten werken tussen maatschappelijk en politiek draagvlak <strong>in</strong><br />
Den Haag. Via de NCDO en Programmaf<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gs-overeenkomsten<br />
ondersteunt de M<strong>in</strong>ister veel traditioneel voorlicht<strong>in</strong>gs- en<br />
bewustword<strong>in</strong>gswerk b<strong>in</strong>nen de achterbannen van deze organisaties.<br />
De uitgangspunten waarop het draagvlakbeleid rust dienen kritisch bezien<br />
te worden. Immers, een structurele verander<strong>in</strong>g van de Nederlandse<br />
samenlev<strong>in</strong>g (mede door processen van <strong>in</strong>dividualiser<strong>in</strong>g en secularisatie)<br />
heeft geleid tot afnemend animo onder de generaties die na 1960 werden<br />
geboren om zich aan te sluiten bij, en actief <strong>in</strong> te zetten voor,<br />
maatschappelijke middenveldorganisaties. Organisaties werkzaam op het<br />
terre<strong>in</strong> van de <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g vormen hierop geen<br />
uitzonder<strong>in</strong>g. Tevens blijkt de politieke beïnvloed<strong>in</strong>g en pleitbezorg<strong>in</strong>g van<br />
deze organisaties <strong>in</strong> ‘politiek Den Haag’ aan kracht te hebben <strong>in</strong>geboet.<br />
<strong>Een</strong> ‘vergrijz<strong>in</strong>g’ van maatschappelijke middenveldorganisaties en hun<br />
vaste achterbannen is bevestigd vanuit verschillende <strong>in</strong>valshoeken (de<br />
<strong>in</strong>formanten, de <strong>in</strong>ventarisatie van <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>gsactiviteiten<br />
<strong>in</strong> de gemeente Schagen NH, literatuur). Dit leidt tot de<br />
conclusie dat het segment van de Nederlandse bevolk<strong>in</strong>g dat 40 jaar of<br />
26
F<strong>in</strong>al draft<br />
jonger is, niet of niet-optimaal, met het huidige beleid bereikt wordt. Ook<br />
de NCDO onderschrijft deze conclusie en heeft zich onlangs afgevraagd of<br />
een tweesporenbeleid noodzakelijk is, één voor ouderen en één voor<br />
jongeren.<br />
Het <strong>onderzoek</strong> heeft geen ‘nieuwe actoren’ van belang kunnen traceren;<br />
wel een groot aantal ‘nieuwe activiteiten’ van bekende maatschappelijke<br />
organisaties actief <strong>in</strong> de <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g. Deze ‘nieuwe<br />
activiteiten’ zijn <strong>in</strong> doel en opzet anders dan de traditionele voorlicht<strong>in</strong>gs-<br />
en bewustword<strong>in</strong>gsactiviteiten die maatschappelijk middenveldorganisaties<br />
voor hun achterbannen plachten uit te voeren. Het zijn, veelal<br />
kortlopende campagnes waarmee specifieke publieksgroepen op een<br />
actueel thema’s of een specifieke gebeurtenis worden aangesproken. In<br />
deze campagnes wordt voluit gebruik gemaakt van market<strong>in</strong>g beg<strong>in</strong>selen<br />
(voor ideële doelen) en <strong>in</strong>gespeeld op nieuwe communicatie-eisen die een<br />
seculariserende en <strong>in</strong>dividualiserende samenlev<strong>in</strong>g stelt.<br />
Eerder, recent <strong>onderzoek</strong> concludeert dat deze ‘nieuwe activiteiten’<br />
hoofdzakelijk gericht zijn op de vergrot<strong>in</strong>g van de naamsbekendheid en van<br />
de <strong>in</strong>komsten uit fondsenwerv<strong>in</strong>g van de betrokken organisaties. 17 Dit<br />
<strong>onderzoek</strong> stelt vast publieksbenader<strong>in</strong>gen en market<strong>in</strong>g beg<strong>in</strong>selen <strong>in</strong><br />
toenemende mate ook worden <strong>in</strong>gezet om maatschappelijke betrokkenheid<br />
<strong>in</strong> laagdrempelige acties voor politieke beïnvloed<strong>in</strong>g en pleitbezorg<strong>in</strong>g te<br />
mobiliseren.<br />
Beleidsvorm<strong>in</strong>g op het terre<strong>in</strong> van de <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g wordt<br />
steeds meer aangestuurd vanuit <strong>in</strong>ternationale (VN) fora. Nederlandse<br />
maatschappelijke organisaties hebben hun activiteiten op het terre<strong>in</strong> van<br />
politieke beïnvloed<strong>in</strong>g en pleitbezorg<strong>in</strong>g aan deze realiteit aangepast. Zij<br />
zijn zich ervan bewust dat politieke <strong>in</strong>vloed alleen nog te verwerven is op<br />
basis van de autoriteit van detailkennis over bepaalde thema’s en de<br />
vaardigheden om deze kennis op adequate wijze te presenteren tijdens vaak<br />
langlopende, complexe politieke besluitvorm<strong>in</strong>gs-procedures. Hierbij<br />
werken zij steeds vaker samen <strong>in</strong> <strong>in</strong>ternationale ad hoc coalities om leemtes<br />
<strong>in</strong> eigen kennis af te dekken en om op verschillende plaatsen tegelijk actief<br />
te kunnen zijn. Deze organisaties hebben veel van hun aandacht, tijd en<br />
middelen die vroeger werden aangewend om de besluitvorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> ‘politiek<br />
Den Haag’ te beïnvloeden verlegd <strong>naar</strong> <strong>in</strong>ternationale thematische<br />
conferenties en de vergadercircuits daar omheen.<br />
Maatschappelijke draagvlak is een onderwerp waarover tegenwoordig ook<br />
b<strong>in</strong>nen <strong>in</strong>ternationale bedrijven gesproken wordt. Naast <strong>in</strong>novatie, kwaliteit<br />
27
F<strong>in</strong>al draft<br />
en <strong>in</strong>spiratie is s<strong>in</strong>ds kort ‘maatschappelijke betrokkenheid’ een term die<br />
steeds vaker <strong>in</strong> mission statements opduikt. Tot nu toe kleuren bedrijven<br />
deze maatschappelijke betrokkenheid vooral nog ‘groen’ <strong>in</strong>. Echter de stap<br />
<strong>naar</strong> thema’s die belangrijk zijn <strong>in</strong> de <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g is<br />
relatief kle<strong>in</strong>. Echter, dit <strong>onderzoek</strong> kwam een kle<strong>in</strong> aantal voorbeelden op<br />
het spoor van samenwerk<strong>in</strong>g tussen maatschappelijke organisaties en<br />
<strong>in</strong>ternationaal opererende bedrijven die duidelijk verder gaat dan<br />
‘sponsor<strong>in</strong>g van goede doelen’ (projecten of activiteiten). Deze nieuwe,<br />
onconventionele vorm van samenwerk<strong>in</strong>g tussen staat nog <strong>in</strong> de<br />
k<strong>in</strong>derschoenen maar lijkt zeker mogelijkheden te hebben voor de<br />
verbred<strong>in</strong>g van maatschappelijk draagvlak voor <strong>in</strong>ternationale<br />
samenwerk<strong>in</strong>g.<br />
Niet alleen maatschappelijke organisaties en bedrijven veranderen hun<br />
strategie. Ook m<strong>in</strong>isteries van Buitenlandse Zaken <strong>in</strong> de Europese Unie (en<br />
die voor de Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g) spelen <strong>in</strong> op hun veranderende<br />
rol <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g. Hun activiteiten verschuiven van de traditionele<br />
taken op het gebied van diplomatie en van ontwikkel<strong>in</strong>gs-f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g <strong>naar</strong><br />
coörd<strong>in</strong>atie van nationale belangen en belangstell<strong>in</strong>gen ten opzichte van<br />
andere Europese partners.<br />
Daartoe zijn een goede kennisbasis en netwerken onontbeerlijk om die<br />
kennis <strong>in</strong> stand te houden. Deze kennisnetwerken bestonden tot voor kort<br />
nog hoofdzakelijk uit de eigen, bureaucratische structuren met de<br />
ambassades als <strong>in</strong>ternationale antenna’s. Echter <strong>in</strong> toenemende mate<br />
worden deze netwerken gerelateerd aan die van <strong>in</strong>ternationale (VN)<br />
organisaties en aan kennisnetwerken van wetenschappelijke en<br />
maatschappelijke organisaties die op <strong>in</strong>ternationaal niveau opereren.<br />
<strong>Een</strong> discussie over de vraag hoe maatschappelijk en politiek draagvlak voor<br />
<strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g versterkt kan worden zou bovenstaande<br />
observaties uit dit <strong>verkennend</strong> <strong>onderzoek</strong> als startpunt kunnen nemen. Deze<br />
discussie valt buiten de opdracht van dit <strong>onderzoek</strong>. Als voorbeeld echter<br />
zou een lijn uitgewerkt kunnen worden met als beg<strong>in</strong>punt de positie van de<br />
m<strong>in</strong>ister <strong>in</strong> de M<strong>in</strong>isterraad als coörd<strong>in</strong>erend bew<strong>in</strong>dspersoon voor<br />
<strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g. Deze positie, gekoppeld aan de potentie van<br />
een onderraad als de ROS, verschaft de m<strong>in</strong>ister een unieke mogelijkheid<br />
om effectief politiek draagvlakbeleid te voeren.<br />
<strong>Een</strong> politiek argument of een georganiseerde blijk van publieke<br />
verontwaardig<strong>in</strong>g is tegenwoordig onvoldoende om politieke besluitvorm<strong>in</strong>g<br />
te beïnvloeden. Immers, bij politieke beïnvloed<strong>in</strong>g en pleitbezorg<strong>in</strong>g<br />
gaat het <strong>in</strong> toenemende mate om kennis over bepaalde, vaak<br />
28
F<strong>in</strong>al draft<br />
complexe thema’s en vaardigheden om deze kennis op adequate wijze<br />
tijdens langlopende procedures <strong>in</strong> te zetten. De positie van de m<strong>in</strong>ister als<br />
pleitbezorger voor bepaalde thema’s <strong>in</strong> de <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g zou<br />
aanzienlijk versterkt kunnen worden door (i) een structurele koppel<strong>in</strong>g aan<br />
te brengen tussen kenniswerken <strong>in</strong> het M<strong>in</strong>isterie (Departement en<br />
ambassades) en die van maatschappelijke partners (maatschappelijke<br />
organisaties, wetenschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>ternationaal bedrijfsleven;<br />
en (ii) het aansturen en faciliteren van gelegenheidscoalities<br />
(bijvoorbeeld van maatschappelijke organisaties, <strong>in</strong>ternationaal bedrijfsleven<br />
en Noord-Zuid <strong>onderzoek</strong>snetwerken) die <strong>in</strong> staat blijken van<br />
maatschappelijke betrokkenheid <strong>in</strong> laagdrempelige acties voor politieke<br />
beïnvloed<strong>in</strong>g en pleitbezorg<strong>in</strong>g te mobiliseren.<br />
Aanbevel<strong>in</strong>gen De resultaten en conclusies van dit <strong>verkennend</strong> <strong>onderzoek</strong> leiden verder tot<br />
de volgende aanbevel<strong>in</strong>gen voor het beleid:<br />
Formuleer <strong>in</strong> heldere termen prioriteiten <strong>in</strong> het beleid voor<br />
<strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g. Maatschappelijk en politiek draagvlak<br />
manifesteert zich <strong>in</strong> het maken van concrete keuzes. Zonder een<br />
duidelijk kader van beleidsprioriteiten kunnen deze keuzes niet gemaakt<br />
worden. Thema’s die – naast directe armoedebestrijd<strong>in</strong>g en assistentie<br />
<strong>in</strong> acute noodsituaties – recentelijk aantoonbaar tot de publieke<br />
verbeeld<strong>in</strong>g spraken hebben te maken met thema’s zoals ‘onveiligheid<br />
<strong>in</strong> de lokale leefruimte’ (landmijnen); ‘onrechtvaardige producenten<br />
prijzen (5% cacao actie); de schuldenlast van ontwikkel<strong>in</strong>gslanden<br />
(Jubilee 2000); en expressies van andere culturen (Festival Mundial).<br />
Ontwikkel een zelfstandig extern communicatiebeleid. Verlaat het<br />
huidige beleid dat uitgaat van voorlicht<strong>in</strong>g aan <strong>in</strong>termediaire<br />
maatschappelijke middenveldorganisaties. Vervang dit met een eigen,<br />
modern en pluriform mediabeleid om <strong>in</strong>formatie over prioriteiten <strong>in</strong> en<br />
resultaten van het beleid te communiceren <strong>naar</strong> de Nederlandse<br />
bevolk<strong>in</strong>g. Leg nadruk op het bereiken van publieksgroepen <strong>in</strong> hun<br />
eigen ‘<strong>in</strong>teresse-sferen’ per thema. Registreer en coörd<strong>in</strong>eer dit<br />
communicatiebeleid waar mogelijk met nationale en <strong>in</strong>ternationale<br />
campagnes, niet om ‘partijdig te zijn’ maar om objectieve kwaliteits- en<br />
achtergrond<strong>in</strong>formatie te kunnen verschaffen.<br />
Bouw <strong>in</strong>terne en externe kenniswerken en publiekstoegankelijke<br />
vraagbakens. Bij het de totstandkomen van maatschappelijk en politiek<br />
draagvlak speelt kwaliteits<strong>in</strong>formatie een sleutelrol. Bouw kennisnetwerken<br />
en publiekstoegankelijke vraagbakens en maak daarbij<br />
29
F<strong>in</strong>al draft<br />
maximaal gebruik van de mogelijkheden die het Internet nu heeft en <strong>in</strong><br />
de toekomst zal gaan bieden.<br />
Informanten verschilden van men<strong>in</strong>g over de mate waar<strong>in</strong> het<br />
Departement zich dient te manifesteren als actief kennismakelaar (zoals<br />
bijvoorbeeld de Wereldbank een transformatieproces van ‘money bank’<br />
<strong>naar</strong> ‘knowledge bank’ <strong>in</strong> gang heeft gezet). Overleg lijkt hierover<br />
daarom nodig met bestaande externe kenniswerken en<br />
publiekstoegankelijke vraagbakens die relevant zijn b<strong>in</strong>nen het kader<br />
van beleidsprioriteiten.<br />
Verleg nadruk van ‘f<strong>in</strong>ancieren en subsidiëren’ <strong>naar</strong> ‘bij elkaar<br />
brengen’ van potentiële nieuwe partners <strong>in</strong> het bedrijfsleven,<br />
maatschappelijke middenveld en andere groeper<strong>in</strong>gen rond actuele<br />
thema’s van het beleid; en <strong>naar</strong> ‘faciliteren’ van eventuele<br />
onconventionele kortlopende campagnes en activiteiten van coalities<br />
van organisaties uit verschillende sectoren van de maatschappij.<br />
Verwacht niet dit soort coalities vormen van structurele samenwerk<strong>in</strong>g<br />
zullen worden: de tijd van een stabiel maatschappelijk draagvlak voor<br />
<strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g is voorbij.<br />
Overweeg een nieuwe taakverdel<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het Departement <strong>in</strong>zake de<br />
externe communicatie, het management van kennisnetwerken en<br />
publiekstoegankelijke vraagbakens en het actief aansturen van<br />
draagvlak. Wijs één organisatorische eenheid b<strong>in</strong>nen het Departement<br />
aan voor de coörd<strong>in</strong>atie tussen deze drie beleidsterre<strong>in</strong>en. Door de<br />
<strong>in</strong>formanten b<strong>in</strong>nen het Departement werd unaniem gesuggereerd dat<br />
deze verantwoordelijkheid bij de Directie Communicatie en<br />
Voorlicht<strong>in</strong>g neergelegd zou moeten worden. <strong>Een</strong> duidelijk afstemm<strong>in</strong>g<br />
van taken met de NCDO is noodzakelijk om verwarr<strong>in</strong>g bij externe<br />
partijen te voorkomen.<br />
De oorspronkelijk opdracht voor dit <strong>verkennend</strong> <strong>onderzoek</strong> leek een<br />
eenvoudige: breng ‘nieuw actoren’ <strong>in</strong> kaart die voor additioneel<br />
maatschappelijk en politiek draagvlak zorg kunnen dragen; en beveel<br />
communicatie- en voorlicht<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>strumenten aan waarmee de<br />
Voorlicht<strong>in</strong>gsdienst Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g deze nieuwe actoren zou<br />
kunnen ondersteunen. In de loop van het <strong>onderzoek</strong> bleek echter dat een<br />
onuitgesproken veronderstell<strong>in</strong>g als zou een versterk<strong>in</strong>g van<br />
maatschappelijk draagvlak voor <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de<br />
Nederlandse samenlev<strong>in</strong>g vanzelf leiden tot een versterk<strong>in</strong>g van politieke<br />
steun <strong>in</strong> Den Haag voor het beleid genuanceerd moest worden. Het<br />
<strong>onderzoek</strong> werd daarmee complexer. Gehoopt wordt dat de wijze waarop <strong>in</strong><br />
30
F<strong>in</strong>al draft<br />
dit verslag deze complexiteit is <strong>in</strong>gekaderd een resultaat heeft opgeleverd<br />
dat kan dienen als een bijdrage aan lopende discussies over de vraag hoe<br />
een ‘draagvlak <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g’ door de M<strong>in</strong>ister voor<br />
Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g optimaal kan worden aangestuurd.<br />
31
Bijlagen<br />
1. Geïnterviewde personen<br />
F<strong>in</strong>al draft<br />
geïnterviewde personen<br />
geraadpleegde literatuur<br />
<strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de gemeente Schagen<br />
e<strong>in</strong>dnotities<br />
B<strong>in</strong>nen M<strong>in</strong>isterie van Buitenlandse Zaken/Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g:<br />
- Kees Beemsterboer Hoofd DSI/MY<br />
- Joan Boer plv DGIS<br />
- Lex van de Burg DSI/MY<br />
- Angelien Eijs<strong>in</strong>k plv Hoofd DCO/CO<br />
- Jan Jaap Kle<strong>in</strong>rens<strong>in</strong>k SBO<br />
- Bram van Ojik Directeur DVL/OS<br />
- Bram Vereecken Hoofd DVL/OS/CO<br />
- Lucien Wolfs Hoofd DCO/OO<br />
Buiten M<strong>in</strong>isterie van Buitenlandse Zaken/Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g:<br />
- Saskia Aalbers Albert Heijn, Hoofd External Relations<br />
- Carly van de Berg Sticht<strong>in</strong>g Jongeren en Missie<br />
- Hans Boscher Max Havelaar, Directeur<br />
- Eric Groot-Ant<strong>in</strong>k Gem. Schagen NH, Hfd Afdel<strong>in</strong>g Welzijn,<br />
- Fatima Fadel studente Arabische taalwetenschappen<br />
- Mevr M. Harkema Groenl<strong>in</strong>g/Grenzeloos Schagen, Schagen NH<br />
- Frank Heemskerk ABN-AMRO, Global Relationship Management<br />
- Saskia Mulder Johan de Witt College, Den Haag<br />
- Carolien Smit Move Your World, ex coörd<strong>in</strong>ator<br />
- Franka Viets COS Noord-Holland Noord, Coörd<strong>in</strong>ator<br />
- Hans van Vugt Mundial production bv, Directeur<br />
- tel <strong>in</strong>terviews met verschillende reisbureaus<br />
- Jaap Dijkstra HIVOS, Directeur<br />
- Ton Waarts NCDO, Directeur<br />
32
2. Geraadpleegde literatuur<br />
F<strong>in</strong>al draft<br />
- B&A Groep (1998) Publieks<strong>onderzoek</strong> Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g, <strong>naar</strong><br />
een aanscherp<strong>in</strong>g van het communicatiebeleid, DVL/OS, M<strong>in</strong>isterie van<br />
Buitenlandse Zaken, Den Haag.<br />
- Box, L. en Kruiter A. (1997) Rebuild<strong>in</strong>g Support for International<br />
Cooperation, New Constituencies <strong>in</strong> a Global Village, ECDPM, Maastricht.<br />
- Dekker, P (1999) Vrijwilligerswerk <strong>in</strong> civil society: bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen en verder<br />
<strong>onderzoek</strong>, cahier 154, Sociaal Cultureel Planbureau, Den Haag<br />
- Gestel, Peter van (1994) <strong>Een</strong> nieuwe visie op jongerencommunicatie,<br />
NieuwsTribune week 49, december 1994<br />
- Herfkens E. (1999) Speech op de nieuwjaarsreceptie van de Novib op 11<br />
januari 1999 te Den Haag.<br />
- INRA (1996) Eurobarometer 44.1: the way Europeans perceive develop<strong>in</strong>g<br />
countries <strong>in</strong> 1995, European Coord<strong>in</strong>ation Office, Brussel;<br />
- Janssen A, (1995) Zappen tussen ham- en wereldburger, een<br />
voorlicht<strong>in</strong>gsstrategie voor jongeren, DVL/OS, 0<br />
- Move Your World (1998) Evaluatieboek, MYW, Amsterdam<br />
- Muskens, R (1997) Kle<strong>in</strong> maar dapper: dwergen vormen het draagvlak<br />
van ontwikkel<strong>in</strong>gsamenwerk<strong>in</strong>g, ViceVerssa, 4de kwartaal 1997<br />
- NCDO (1997) Duurzame Wereld, Investeren <strong>in</strong> <strong>Draagvlak</strong>, beleidsplan<br />
1998-2002 NCDO, Amsterdam<br />
- NCDO (1998), Jaarverslag 1997, NCDO, Amsterdam<br />
- PvdA (1998) De Brede Buurtschool Versterkt, Johan de Witt College, Den<br />
Haag<br />
- Scholten (1997) DVL/OS en de NGO’s, wel of geen samenwerk<strong>in</strong>g,<br />
M<strong>in</strong>isterie van Buitenlandse Zaken, Den Haag.<br />
- Schuyt, Th.N.M. (1997) Geven <strong>in</strong> Nederland, Van Loghum, Houten.<br />
- Sociaal Plan Bureau (1998) Sociaal en Cultureel rapport 1998, SCR no<br />
13, SCP, Den Haag.<br />
-TeamVier (1998) Onderzoek <strong>naar</strong> maatschappelijk draagvlak<br />
ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g, uitgevoerd voor onzeWereld ne de NCDO,<br />
TeamVier, Amstelveen.<br />
- Voetlicht (1998) Jongeren voor het Ideële Doel, verslag van een <strong>onderzoek</strong><br />
33
F<strong>in</strong>al draft<br />
<strong>naar</strong> het bereiken van jongeren voor ideële doelen, Communicatiebureau<br />
Voetlicht, Amsterdam;<br />
- Voorlicht<strong>in</strong>gsdienst Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g (1996) Voorlicht<strong>in</strong>g over<br />
het Nederlandse Ontwikkel<strong>in</strong>gsbeleid, Meerjaren beleid DVL/OS, M<strong>in</strong>isterie<br />
van Buitenlandse Zaken, den Haag.<br />
34
F<strong>in</strong>al draft<br />
3. Internationale Samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de Gemeente Schagen NH<br />
Onderzoek <strong>naar</strong> lokale <strong>in</strong>itiatieven<br />
Door: Miriam Valstar & Alexandra van Nieuwenhuyzen<br />
Voor: Voorlicht<strong>in</strong>gsdienst Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g<br />
Datum: 31 mei 1999<br />
Voorwoord<br />
In opdracht van het m<strong>in</strong>isterie van Buitenlandse Zaken, directie voorlicht<strong>in</strong>g<br />
ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g is er een deel<strong>onderzoek</strong> gedaan <strong>naar</strong> de <strong>in</strong>itiatieven<br />
die <strong>in</strong> de gemeente Schagen worden ondernomen op het gebied van <strong>in</strong>ternationale<br />
samenwerk<strong>in</strong>g. Het <strong>onderzoek</strong> is uitgevoerd <strong>in</strong> het kader van een breder <strong>onderzoek</strong><br />
<strong>naar</strong> 'nieuwe' actoren die <strong>in</strong>vloed hebben op de vorm<strong>in</strong>g van het draagvlak van<br />
ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de Nederlandse samenlev<strong>in</strong>g door<br />
<strong>onderzoek</strong>sbureau ECDPM <strong>in</strong> Maastricht. Het deel<strong>onderzoek</strong> is een stageproject,<br />
uitgevoerd door A.C. van Nieuwenhuyzen (Universiteit van Amsterdam, Faculteit<br />
Communicatiewetenschap) en M. Valstar (Hogeschool W<strong>in</strong>desheim te Zwolle,<br />
Faculteit Journalistiek en Communicatie).<br />
Graag willen wij hierbij de volgende personen bedanken voor hun bijdrage aan<br />
ons <strong>onderzoek</strong> <strong>in</strong> de gemeente Schagen. Mevr. M. Harkema van Werkgroep<br />
Grenzeloos Schagen, dhr. P. De Lange, voorzitter COS Noord-Holland Noord,<br />
mevr. F. Viets, coörd<strong>in</strong>ator van COS Noord-Holland Noord en dhr. E. Groot-<br />
Ant<strong>in</strong>k, Hoofd Afd Welzijn van de Gemeente Schagen. Onze speciale dank gaat<br />
uit <strong>naar</strong> dhr. B. Vereecken, van het m<strong>in</strong>isterie van Buitenlandse Zaken en dhr. R.J.<br />
Engelhard van <strong>onderzoek</strong>sbureau Cont@ctivity, voor hun begeleid<strong>in</strong>g en<br />
enthousiasme.<br />
Inhoudsopgave<br />
1. Onderzoek<br />
1.1 Doel <strong>onderzoek</strong><br />
1.2 Exploratief <strong>onderzoek</strong> ter verkenn<strong>in</strong>g van de 'nieuwe' actoren<br />
1.3 Methode<br />
1.4 Onderzoek gemeente Schagen<br />
2 Evaluatie <strong>onderzoek</strong> gemeente Schagen<br />
2.1 Resultaten<br />
3 Conclusies<br />
Volledige rapport, <strong>in</strong>clusief bijlages te verkrijgen bij de Voorlicht<strong>in</strong>gsdienst<br />
Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g van het M<strong>in</strong>isterie van Buitenlandse Zaken.<br />
35
F<strong>in</strong>al draft<br />
1. Onderzoekskader<br />
Doel <strong>onderzoek</strong> Het draagvlak voor ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g (OS) onder de Nederlandse<br />
bevolk<strong>in</strong>g wordt vooral beïnvloed door actoren die opereren op het gebied van OS.<br />
Deze actoren zijn van verschillende aard. Er kan onderscheid worden gemaakt<br />
tussen traditionele en 'nieuwe' actoren. Bij traditionele actoren kan gedacht worden<br />
aan organisaties die gevormd zijn op basis van kerkelijke-, vakbonds-, of<br />
maatschappelijke gronden. Daarnaast zijn er echter ook nieuwe, nog niet algemeen<br />
bekende, actoren. Aangezien het draagvlak voor OS niet alleen wordt beïnvloedt<br />
door de traditionele actoren maar daarentegen ook sterk door deze nieuwe actoren,<br />
is het van belang te weten welke actoren dit zijn en door wie deze gesteund<br />
worden. Onder de 'nieuwe' actoren vallen onder andere lokale <strong>in</strong>itiatieven op het<br />
gebied van <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g. Dit zijn vaak groepen mensen die<br />
georganiseerd zijn met het doel een bepaalde ideologie na te streven. Dit<br />
<strong>onderzoek</strong> gaat <strong>in</strong> op de lokale <strong>in</strong>itiatieven <strong>in</strong> de gemeente Schagen.<br />
Exploratief Het draagvlak voor OS wordt uite<strong>in</strong>delijk op lokaal niveau bepaald. In<br />
<strong>onderzoek</strong> kle<strong>in</strong>e <strong>in</strong>itiatieven kunnen mensen grote betrokkenheid met ontwikkel<strong>in</strong>gslan-<br />
‘nieuwe actoren’ den kwijt 1 . Om een algemeen beeld te geven van de (oude) traditionele, maar<br />
met name de nieuwe actoren op het gebied van OS, wordt gekeken <strong>naar</strong> welke<br />
activiteiten, op het gebied van OS, er zich afspelen op lokaal niveau.<br />
Om dit beeld te schetsen is er een ‘scan’ gemaakt <strong>in</strong> de gemeente Schagen. Aan de<br />
hand van deze <strong>in</strong>ventarisatie zien we wat er op lokaal niveau afspeelt <strong>in</strong> de<br />
gemeente Schagen. Met de resultaten van de scan wordt gekeken hoe deze zich<br />
verhouden tot de situatie <strong>in</strong> de rest van Nederland. Naast een <strong>in</strong>ventarisatie van<br />
lokale <strong>in</strong>itiatieven die het draagvlak voor OS medebepalen, wordt er gekeken hoe<br />
organisaties aan hun <strong>in</strong>formatie komen om de <strong>in</strong>itiatieven te ontplooien. Hierbij<br />
wordt gekeken of organisaties boldoende toereikende <strong>in</strong>formatie hebben, of dat zij<br />
ondersteunende <strong>in</strong>formatie, vanuit het M<strong>in</strong>isterie voor OS, nodig hebben.<br />
Methode De probleemstell<strong>in</strong>g die ten grondslag ligt aan de scan <strong>in</strong> de gemeente<br />
Schagen is als volgt: Wat gebeurt er <strong>in</strong> de gemeente Schagen op lokaal<br />
niveau <strong>in</strong> het kader van <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g?<br />
Door middel van diepte-<strong>in</strong>terviews is een bestand (zie bijlage I) samengesteld van<br />
organisaties die mogelijk op het gebied van OS werkzaam zijn.<br />
Er is een <strong>in</strong>terview gehouden met Dhr. P. de Lange. Hij is voorzitter van COS<br />
Noord-Holland Noord en heeft kennis van wat er zich afspeelt op het gebied van<br />
OS <strong>in</strong> de gemeente Schagen.<br />
1 Muskens, R., Kle<strong>in</strong> maar dapper: dwergen vormen het draagvlak van ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>:<br />
Viceversa, jrg. 31, nr. 5, 4e kwartaal 1997, p. 2.<br />
36
F<strong>in</strong>al draft<br />
Hierna volgde een diepte-<strong>in</strong>terview met mevr. M. Harkema, voorzitter van<br />
Werkgroep Grenzeloos Schagen, een overkoepelend orgaan voor organisaties <strong>in</strong><br />
Schagen die zich bezig houden met het welzijn van mensen b<strong>in</strong>nen en buiten de<br />
gemeentegrenzen. Alvorens van start te gaan met de enquête is een diepte<strong>in</strong>terview<br />
gehouden met mevr. F. Viets, coörd<strong>in</strong>ator van COS Noord-Holland<br />
Noord (Centrum voor <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g). Dit om een beeld te schetsen<br />
welke relatie er thans bestond tussen deze regionale organisatie en de lokale<br />
organisaties.<br />
De verschillende organisaties uit het eerder genoemde bestand, zijn een<br />
telefonische enquête (zie bijlage II) afgenomen. Het resultaat van de enquête geeft<br />
een <strong>in</strong>dicatie van;<br />
Welke organisaties b<strong>in</strong>nen Schagen actief zijn op het gebied van <strong>in</strong>ternationale<br />
samenwerk<strong>in</strong>g<br />
Uit welke leeftijdscategorieën de medewerkers bestaan<br />
Welke OS-thema’s worden gebruikt bij activiteiten<br />
Wat voor activiteiten er worden georganiseerd op het gebied van OS<br />
Hoe groot de doelgroep is van de activiteiten op het gebied van OS<br />
Op welk niveau wordt samengewerkt met ander organisaties<br />
Welke <strong>in</strong>formatiebronnen gebruikt worden voor het ontplooien van<br />
<strong>in</strong>itiatieven<br />
De vraag om aandacht voor activiteiten <strong>in</strong> de lokale politiek<br />
De <strong>in</strong>formatiebehoefte aan COS<br />
Onderzoek Voor het <strong>onderzoek</strong> <strong>in</strong> de gemeente Schagen zijn 45 organisaties benaderd<br />
die mogelijk op het gebied van OS werkzaam zijn. Deze organisaties zijn<br />
verzocht mee te werken aan een telefonische enquête. Onder zeven van de<br />
organisaties was sprake van non-response, waarvan twee organisaties niet<br />
wilden meewerken aan het <strong>onderzoek</strong>. 23 organisaties van de 38 waar<br />
contact mee is geweest deden aan <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g (deze<br />
organisaties zijn weergegeven <strong>in</strong> tabel 1). De overige 15 organisaties deden<br />
niet aan <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g.<br />
2. Evaluatie <strong>onderzoek</strong> gemeente Schagen<br />
Alvorens het evalueren van de gegevens van het <strong>onderzoek</strong> <strong>in</strong> de gemeente<br />
Schagen, zijn de 23 organisaties die hebben meegewerkt onderverdeeld <strong>in</strong><br />
clusters. Door de verdel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> clusters is het mogelijk overeenkomsten <strong>in</strong><br />
gegevens <strong>in</strong> zelfde soorten organisaties op te merken. In Tabel zijn de<br />
organisaties weergegeven die hebben deelgenomen aan het <strong>onderzoek</strong> en<br />
vervolgens zijn verdeeld <strong>in</strong> clusters met overeenkomende kenmerken.<br />
37
1. KIVAS – Sticht<strong>in</strong>g K<strong>in</strong>der Vakantie Spelen<br />
2. Multi-Kulti ‘97<br />
3. Scout<strong>in</strong>g Schagen Ridder Magnus Groep<br />
4. Scout<strong>in</strong>g Waterwerkgroep Vita Nova<br />
5. Clusius College<br />
6. OBS Juliana/ Ridder Magnus<br />
7. Babtisten Gemeente de Ark<br />
8. Amnesty International<br />
9. De Wereldw<strong>in</strong>kel<br />
10. De Groenl<strong>in</strong>g<br />
11. Vluchtel<strong>in</strong>genwerk<br />
12. Foster Parents Plan<br />
13. De Rooie Toon<br />
14. Werkgroep SANA<br />
15. Duurzaam Schagen<br />
16. FNV<br />
17. CNV<br />
18. Werkgroep Missie & Ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
19. Sticht<strong>in</strong>g Schagen Roemenië<br />
20. Comité ‘40-‘45<br />
21. Nederlandse Verenig<strong>in</strong>g van Huisvrouwen<br />
22. Samen op Weg Gemeente Schagen<br />
23. Doopsgez<strong>in</strong>de Gemeente<br />
F<strong>in</strong>al draft<br />
In eerste <strong>in</strong>stantie is er een hoofdcluster<strong>in</strong>g gemaakt dat het onderscheid<br />
weergeeft <strong>in</strong> organisaties die op nationaal niveau overkoepeld zijn en<br />
opzichzelfstaande. Bij nationaal overkoepelde organisaties kan men denken<br />
aan lokale afdel<strong>in</strong>gen van Foster Parents en Amnesty International.<br />
Opzichzelfstaande organisaties zijn organisaties die zelf <strong>in</strong>itiatieven hebben<br />
ontplooid op het gebied van <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g en daarbij niet<br />
van bovenaf worden gestuurd. In de bijlage III is de cluster<strong>in</strong>g weergegeven<br />
met het cijfer 2 voor overkoepelde organisaties en 1 voor opzichzelfstaande<br />
organisaties. Bij het trekken van vergelijk<strong>in</strong>gen tussen verschillende<br />
organisaties is overwegend deze cluster<strong>in</strong>g gehanteerd. Deze levert<br />
namelijk de meeste opvallende patronen op.<br />
Naast de bovenstaande hoofdcluster<strong>in</strong>g zijn er nog twee soorten<br />
cluster<strong>in</strong>gen samengesteld over de 23 deelnemende organisaties. Deze<br />
cluster<strong>in</strong>gen geven bij bepaalde comb<strong>in</strong>aties van gegevens uit het<br />
<strong>onderzoek</strong> en clusters, opvallende patronen op. De tweede cluster<strong>in</strong>g is<br />
38
F<strong>in</strong>al draft<br />
gebaseerd op de leeftijdscategorie waar<strong>in</strong> de medewerkers van de<br />
organisaties zich <strong>in</strong> bev<strong>in</strong>den. Hier<strong>in</strong> is een onderscheid gemaakt <strong>in</strong><br />
‘jongere’ organisaties (meer dan 50% < 25 jaar), ‘midden’ organisaties en<br />
‘oudere’ organisaties (meer dan 50% > 50 jaar). In bijlage III wordt met het<br />
cijfer 1 de ‘jongere’ organisaties aangegeven, met 2 de ‘midden’ en met 3<br />
de ‘oudere’. De organisaties die worden aangeduid met 1.5 vallen volgens<br />
de bovenstaande voorwaarden onder ‘midden’ of ‘oudere’ organisaties.<br />
Aangezien alleen de medewerkers <strong>in</strong> deze organisaties ouder zijn en de<br />
volledige doelgroep jongeren zijn, worden ze hier gerekend tot de ‘jongere’<br />
organisaties.<br />
De derde cluster<strong>in</strong>g, die slechts enkele patronen opleverde zijn de volgende<br />
soort type organisaties:<br />
1. Organisaties uit Werkgroep Grenzeloos Schagen<br />
2. Scholen<br />
3. Kerkelijke organisaties<br />
4. Organisaties die werken vanuit sociale oogpunten<br />
5. Politieke organisaties<br />
6. Jongeren organisaties<br />
Het cijfer waarmee het type organisatie hierboven wordt weergegeven,<br />
correspondeert met het cijfer dat <strong>in</strong> bijlage III onder cluster<strong>in</strong>g 3 wordt<br />
aangegeven.<br />
2.1 Resultaten<br />
2.1.1 Medewerkers<br />
Van de 17.000 mensen die <strong>in</strong> de gemeente Schagen woonachtig zijn, zijn er<br />
ruim 550 mensen die <strong>in</strong> een organisatieverband werkzaam zijn op het<br />
gebied van <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g, hetzij betaald of vrijwillig. Van<br />
deze groep is 16% jonger dan 25 jaar, 36% ouder dan 50 jaar en bij de<br />
overige 48% ligt de leeftijd tussen de 25 en 50 jaar. Hierbij moet wel<br />
opgemerkt worden dat 33,3% van de Nederlandse bevolk<strong>in</strong>g jonger is dan<br />
25 jaar. Het aantal jongeren dat oud genoeg is om mee te werken aan<br />
activiteiten op het gebied van <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g (ongeveer vanaf<br />
18 jaar) is dus logischer wijs opmerkelijk m<strong>in</strong>der. Dat er relatief meer<br />
ouderen dan jongeren betrokken bij de organisatie van activiteiten op het<br />
gebied van OS is dus geen uitzonderlijke bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. Dat de grootste groep<br />
medewerkers is tussen de 25 en 50 jaar is.<br />
39
F<strong>in</strong>al draft<br />
2.1.2 Leeftijdsverdel<strong>in</strong>g medewerkers<br />
Opvallend is het verschil <strong>in</strong> leeftijdsopbouw van de medewerkers bij<br />
nationaal en niet nationaal overkoepelde organisaties. De nationaal<br />
overkoepelde organisaties hebben meer mensen die ouder zijn dan 50 als<br />
<strong>in</strong>itiatiefnemers voor het organiseren van de activiteiten op het gebied van<br />
OS en m<strong>in</strong>der jonge mensen <strong>in</strong> verhoud<strong>in</strong>g tot de niet nationaal<br />
overkoepelde organisaties. Andersom kan worden opgemerkt dat de niet<br />
nationaal overkoepelde organisaties meer jongere en m<strong>in</strong>der oudere<br />
medewerkers hebben dan het gemiddelde aantal ouderen van 36%.<br />
Nat. Overkoepelde<br />
organisaties<br />
(12)<br />
Opzichzelfstaande<br />
organisaties<br />
(11)<br />
Gemiddelden<br />
# < 25 11% 19% 16%<br />
# > 25 en < 50 43% 51% 48%<br />
# > 50 46% 30% 36%<br />
2.1.3 Organisatie en thema<br />
Overkoepelde organisaties onderscheiden zich niet <strong>in</strong> soorten thema’s ten<br />
opzichte van opzichzelfstaande organisaties worden georganiseerd. In<br />
beiden gevallen houden ze zich bezig met zowel mensenrechten,<br />
basisbehoeften als milieu. Wel zijn mensenrechten en basisbehoeften de<br />
meest geliefde thema’s om OS-activiteiten op te baseren, milieu volgt<br />
hierop. Met namen scholen en kerken houden zich overwegend bezig met<br />
basisbehoeften <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gslanden. Uit de enquête blijkt dat ‘jongere’<br />
organisaties zich niet bezig houden met et thema mensenrechten.<br />
Daarentegen is het onderwerp basisbehoeften onder het populair. ‘Oudere’<br />
organisaties houden zich bijna niet bezig met het milieuthema. Bij hen<br />
bestaat er een redelijk evenwicht <strong>in</strong> het gebruik van het thema<br />
mensenrechten en basisbehoeften.<br />
‘jongere’ ‘midden’ ‘oudere’<br />
Mensenrechten 33% 62% 13%<br />
Basisbehoeften 83% 25% 88%<br />
Milieu 33% 13% 25%<br />
2.1.4 Organisaties en activiteit<br />
Veel van de organisaties <strong>in</strong> Schagen die landelijk georganiseerd zijn,<br />
houden zich bezig met activiteiten die van bovenaf worden gestuurd.<br />
Hiernaast hebben zij hun eigen activiteiten. Beiden soorten organisaties<br />
houden veel bezig met voorlicht<strong>in</strong>g en f<strong>in</strong>anciële steun. Opmerkelijk is dat<br />
kerkelijke organisaties zich voornamelijk richten op f<strong>in</strong>anciële<br />
(23)<br />
40
F<strong>in</strong>al draft<br />
ondersteun<strong>in</strong>g van projecten, voorlicht<strong>in</strong>g is bij hen van ondergeschikt<br />
belang.Als we een relatie trekken tussen gebruikte thema’s en activiteiten<br />
dan zien we dat het activiteiten die zich richten op het thema<br />
mensenrechten eerder gericht zijn op voorlicht<strong>in</strong>g dan op f<strong>in</strong>anciële<br />
projectondersteun<strong>in</strong>g. Activiteiten die zich richten op basisbehoeften <strong>in</strong><br />
ontwikkel<strong>in</strong>gslanden zijn meestal gebaseerd op f<strong>in</strong>anciële ondersteun<strong>in</strong>g.<br />
‘Jongere’ organisaties houden zich meer bezig met voorlicht<strong>in</strong>g dan met het<br />
f<strong>in</strong>ancieel ondersteunen van projecten.<br />
Nat. Overkoepelde<br />
organisaties<br />
(12)<br />
Opzichzelfstaande<br />
organisaties<br />
(11)<br />
Gemiddelden<br />
Geld <strong>in</strong>zamelen 64% 58% 61%<br />
Voorlicht<strong>in</strong>g 83% 82% 83%<br />
2.1.5 Structurele en <strong>in</strong>cidentele activiteiten<br />
De organisaties die nationaal overkoepeld zijn houden zich altijd structureel<br />
bezig met organisaties van bepaalde activiteiten op het gebied van OS,<br />
daarnaast hebben Enkelen van hen ook <strong>in</strong>cidentele activiteiten. De<br />
organisaties die op zichzelf staan, houden zich ook meer bezig met het<br />
organiseren van structurele activiteiten dan met <strong>in</strong>cidentele. Slechts enkele<br />
van hen hebben alleen <strong>in</strong>cidentele activiteiten.<br />
Nat. Overkoepelde<br />
organisaties<br />
(12)<br />
Opzichzelfstaande<br />
organisaties<br />
(11)<br />
(23)<br />
Gemiddelden<br />
Structureel 92% 82% 87%<br />
Incidenteel 75% 82% 78%<br />
2.1.6 Samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden<br />
De nationaal georganiseerde organisaties werken vaker samen met andere<br />
organisaties <strong>in</strong> Schagen bij het organiseren van activiteiten op het gebied<br />
van OS, dan opzichzelfstaande organisaties. Tevens valt op dat nationaal<br />
georganiseerden ook meer op <strong>in</strong>ternationaal niveau samenwerken <strong>in</strong><br />
vergelijk<strong>in</strong>g met de organisaties die niet nationaal overkoepeld zijn.<br />
Nat. Overkoepelde<br />
organisaties<br />
(12)<br />
Opzichzelfstaande<br />
organisaties<br />
(11)<br />
(23)<br />
Gemiddelden<br />
B<strong>in</strong>nen Schagen 83% 55%<br />
(23)<br />
70%<br />
41
F<strong>in</strong>al draft<br />
De organisaties die niet nationaal overkoepeld zijn werken echter vaker op<br />
prov<strong>in</strong>ciaal niveau samen, dan zij die nationaal georganiseerd zijn. B<strong>in</strong>nen<br />
Schagen is veel sprake van lokale samenwerk<strong>in</strong>g. Opmerkelijk is dat er<br />
we<strong>in</strong>ig wordt samengewerkt op prov<strong>in</strong>ciaal niveau, daarentegen wordt er op<br />
nationaal niveau wel vel samengewerkt. Er is we<strong>in</strong>ig sprake van<br />
<strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g. ‘Jongere’ organisaties weken niet veel<br />
samen, noch op lokaal, prov<strong>in</strong>ciaal, nationaal als op <strong>in</strong>ternationaal niveau.<br />
‘Oudere’ organisaties werken juist wel veel samen lokaal en nationaal<br />
niveau. Op <strong>in</strong>ternationaal en prov<strong>in</strong>ciaal niveau wordt er over het algemeen<br />
niet veel samengewerkt.<br />
Nat. Overkoepelde<br />
organisaties<br />
(12)<br />
Opzichzelfstaande<br />
organisaties<br />
(11)<br />
Gemiddelden<br />
Prov<strong>in</strong>ciaal 17% 36% 26%<br />
Nationaal 100% 45% 74%<br />
Internationaal 25% 9% 17%<br />
2.1.7 Informatiebronnen<br />
Er is geen verschil <strong>in</strong> de manier waarop de nationaal overkoepelde en<br />
opzichzelfstaande organisaties aan hun <strong>in</strong>formatie komen voor het<br />
organiseren van hun activiteiten op het gebied van OS. Beiden typen<br />
organisaties halen voornamelijk <strong>in</strong>formatie uit eigen gelederen en enkelen<br />
uit OS bronnen en overige bronnen. De massamedia wordt niet vaak<br />
genoemd als <strong>in</strong>formatiebron. Wat erg opvallende is, is dat er geen<br />
<strong>in</strong>formatie wordt gehaald uit nieuwe media, zoals <strong>in</strong>ternet.<br />
Nat. Overkoepelde<br />
organisaties<br />
(12)<br />
Opzichzelfstaande<br />
organisaties<br />
(11)<br />
(23)<br />
Gemiddelden<br />
Eigen gelederen 92% 82% 87%<br />
OS bronnen 42% 36% 39%<br />
Diversen 33% 9% 22%<br />
2.1.8 COS<br />
Er is geen patroon te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de kennis en <strong>in</strong>formatiebehoefte aan het<br />
COS, die nationaal overkoepelde organisaties hebben tegenover<br />
opzichzelfstaande organisaties. Organisaties die deel uitmaken van<br />
Grenzeloos Schagen kennen het COS. Onder de overige organisaties is het<br />
COS onbekend. Er is we<strong>in</strong>ig behoefte aan <strong>in</strong>formatie van het COS.<br />
Politieke organisaties hebben nog de meeste belangstell<strong>in</strong>g voor <strong>in</strong>formatie<br />
van het COS. ‘Jongere’ organisaties hebben de m<strong>in</strong>ste kennis van en<br />
behoefte aan <strong>in</strong>formatie van het COS.<br />
(23)<br />
42
Nat. Overkoepelde<br />
organisaties<br />
(12)<br />
Opzichzelfstaande<br />
organisaties<br />
(11)<br />
F<strong>in</strong>al draft<br />
Gemiddelden<br />
Kennis COS 46% 27% 35%<br />
Behoefte COS 27% 42% 44%<br />
Vraag pol. Aandacht<br />
2.1.9 Aandacht vragen <strong>in</strong> lokale politiek<br />
De meeste organisaties die aandacht vragen <strong>in</strong> de lokale politiek doen dit<br />
door beïnvloed<strong>in</strong>g. Slechts enkele organisaties hebben een adviesgevende<br />
rol.<br />
Organisaties die op lokaal niveau georganiseerd zijn <strong>in</strong> de Werkgroep<br />
Grenzeloos Schagen, zijn erg gericht op de lokale politiek. ‘Jongere’<br />
organisaties houden zich hier m<strong>in</strong>der mee bezig.<br />
Nat. Overkoepelde<br />
organisaties<br />
(12)<br />
2.2 Verklar<strong>in</strong>g van patronen 2<br />
Opzichzelfstaande<br />
organisaties<br />
(11)<br />
(23)<br />
Gemiddelden<br />
(23)<br />
50% 46% 48%<br />
Door de ontzuil<strong>in</strong>g en seculariser<strong>in</strong>g is het niet meer vanzelfsprekend dat<br />
jongeren zich aansluiten bij groeper<strong>in</strong>gen die zijn opgericht vanuit<br />
kerkelijk, maatschappelijk en/ of vakbond perspectief. Jongeren zijn<br />
opgegroeid <strong>in</strong> een samenlev<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> de ontzuil<strong>in</strong>g hoogtij vierde.<br />
Hierdoor worden jongeren niet meer gemotiveerd om zich vanuit een<br />
bepaalde achtergrond aan te sluiten bij organisaties die activiteiten op het<br />
gebied van <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g organiseren.<br />
Naast verzuil<strong>in</strong>g kunnen tevens andere verschuiv<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g<br />
verklaren waarom er relatief we<strong>in</strong>ig jongeren betrokken zijn bij de<br />
organisatie van activiteiten op het gebied van <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g.<br />
De voornaamste verander<strong>in</strong>g is <strong>in</strong>dividualiser<strong>in</strong>g. Juist de jongeren zijn<br />
meer onderhevig aan dit fenomeen. Hierdoor zijn jongeren moeilijker te<br />
bereiken en zijn ze meer bezig zichzelf te ontplooien.<br />
2 Aan de hand van evaluatie gesprekken met een contactpersoon van 'Werkgroep Grenzeloos Schagen', een<br />
medewerker van COS Noord Holland noord en een medewerker van de gemeente Schagen en literatuurstudie zijn<br />
deze verklar<strong>in</strong>gen tot stand gekomen.<br />
43
F<strong>in</strong>al draft<br />
Daarnaast zijn veel jongeren geneigd uit Schagen te trekken, wanneer zij<br />
aan een studie beg<strong>in</strong>nen. Dit wordt tevens als verklar<strong>in</strong>g aangedragen, voor<br />
het ontbreken van jongeren <strong>in</strong> lokale organisaties <strong>in</strong> Schagen op het gebied<br />
van <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g.<br />
Door de <strong>in</strong>formatiser<strong>in</strong>g worden mensen <strong>in</strong> deze tijd overspoeld met<br />
<strong>in</strong>formatie. Aangezien de meeste mensen die bezig zijn met het<br />
organiseren van activiteiten op het gebied van <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g<br />
dit doen op vrijwillige basis en/ of <strong>in</strong> vrije tijd, wil men de tijd die men<br />
eraan besteedt zo nuttig mogelijk <strong>in</strong>vullen. Men is zodoende opzoek <strong>naar</strong><br />
beknopte <strong>in</strong>formatie, het liefst op maat aangeleverd zodat er geen tijd<br />
verloren gaat aan het doornemen van niet relevante <strong>in</strong>formatie. In het<br />
algemeen is er meer sprake van <strong>in</strong>formatiepush en <strong>in</strong> m<strong>in</strong>dere mate van<br />
<strong>in</strong>formatiepull.<br />
De voorzien<strong>in</strong>gen voor het gebruik van nieuwe media, zoals <strong>in</strong>ternet, is nog<br />
niet ver doorgevoerd <strong>in</strong> de gemeente Schagen. Op scholen wordt er nog<br />
vaak gewerkt met verouderde apparatuur en <strong>in</strong> de organisaties, die hebben<br />
geparticipeerd <strong>in</strong> het <strong>onderzoek</strong>, zijn de voorzien<strong>in</strong>gen (nog) niet<br />
toereikend.<br />
De gemeente Schagen is momenteel bezig met het aanpassen voorzien<strong>in</strong>gen<br />
voor het gebruik van <strong>in</strong>ternet. Op verschillende scholen wordt oud<br />
computerapparatuur vernieuwd om het gebruik van <strong>in</strong>ternet mogelijk te<br />
maken. Ook <strong>in</strong> de gemeentebibliotheek zullen nieuwe <strong>in</strong>ternetaansluit<strong>in</strong>gen<br />
het gebruik onder de <strong>in</strong>woners van de gemeente Schagen groter maken.<br />
Daarnaast wordt er <strong>in</strong> de gemeente over enige tijd een <strong>in</strong>ternetcafé geopend,<br />
zodat meer mensen kunnen profiteren van nieuwe vormen van<br />
<strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g.<br />
3. Conclusies<br />
De opvallendste bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van het <strong>onderzoek</strong> <strong>in</strong> de gemeente Schagen<br />
worden hieronder weergegeven.<br />
Op het gebied van <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g gebeuren er <strong>in</strong> de gemeente<br />
Schagen verscheidene d<strong>in</strong>gen. Er zijn veel organisaties actief, zowel<br />
organisaties die louter met OS bezig zijn, als organisaties die werkzaam<br />
zijn <strong>in</strong> een geheel ander kader.<br />
Over het algemeen kan gesteld worden dat er relatief veel meer ouderen<br />
dan jongeren werkzaam, hetzij betaald hetzij vrijwillig, zijn op het gebied<br />
44
F<strong>in</strong>al draft<br />
van <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g. Bij de nationaal overkoepelde<br />
organisaties zijn er meer ouderen en m<strong>in</strong>der jongeren werkzaam, dan bij<br />
opzichzelfstaande organisaties.<br />
De thema’s basisbehoeften en mensenrechten komen frequenter voor dan<br />
het thema milieu. Jongeren houden zich m<strong>in</strong>der bezig met het thema<br />
mensenrechten.<br />
De nationaal overkoepelde organisaties <strong>in</strong> Schagen houden zich<br />
voornamelijk bezig met het organiseren van activiteiten die van bovenaf,<br />
door de landelijke moederorganisatie, worden aangestuurd.<br />
In Schagen worden op het gebied van <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g de<br />
activiteiten vooral op structurele basis georganiseerd en een m<strong>in</strong>der groot<br />
aantal activiteiten <strong>in</strong>cidenteel.<br />
‘Jongere’ organisaties werken op lokaal, prov<strong>in</strong>ciaal, noch op nationaal<br />
niveau samen. Daarentegen wordt er <strong>in</strong> Schagen, op lokaal niveau, wel veel<br />
samengewerkt door organisaties op het gebied van <strong>in</strong>ternationale<br />
samenwerk<strong>in</strong>g.<br />
Het <strong>in</strong>formatiegebruik van verschillende bronnen is nihil. De meeste<br />
<strong>in</strong>formatie komt uit eigen gelederen en nieuwe media, zoals <strong>in</strong>ternet,<br />
worden niet gebruikt. Ook van bewuste behoefte aan <strong>in</strong>formatie om<br />
activiteiten op te zetten is geen sprake.<br />
Het COS geniet over het algemeen onder de organisaties <strong>in</strong> Schagen die<br />
zich bezig houden met <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g we<strong>in</strong>ig bekendheid.<br />
De behoefte aan <strong>in</strong>formatie van het COS, zoals het COS journaal, is bij de<br />
ondervraagde organisaties betrekkelijk laag.<br />
Jongerenorganisaties zijn niet geneigd om aandacht te vragen voor hun<br />
activiteiten <strong>in</strong> de lokale politiek.<br />
45
4. E<strong>in</strong>dnotities<br />
F<strong>in</strong>al draft<br />
1<br />
TeamVier (1998) Onderzoek <strong>naar</strong> maatschappelijk draagvlak ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g,<br />
uitgevoerd voor onzeWereld ne de NCDO, TeamVier, Amstelveen.<br />
2<br />
INRA (1996) Eurobarometer 44.1: the way Europeans perceive develop<strong>in</strong>g<br />
countries <strong>in</strong> 1995, European Coord<strong>in</strong>ation Office, Brussel; en Box, L. en Kruiter A. (1997)<br />
Rebuild<strong>in</strong>g Support for International Cooperation, New Constituencies <strong>in</strong> a Global Village,<br />
ECDPM, Maastricht.<br />
3<br />
Box, Louk en Kruiter, A (1997) ibid.<br />
4<br />
M<strong>in</strong>ister Evelien Herfkens, tijdens de Algemene Jaarvergader<strong>in</strong>g van COS<br />
Nederland, op 13 maart 1999 te Utrecht.<br />
5<br />
Paul Dekker (1999) Vrijwilligerswerk <strong>in</strong> civil society: bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen en verder<br />
<strong>onderzoek</strong>, cahier 154, Sociaal Cultureel Planbureau, Den Haag; Box, Louk en Kruiter, Anje<br />
(1997) ibid.<br />
6<br />
<strong>Een</strong> observatie ten aanzien van deze organisaties die ook reeds <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> van de<br />
jaren tachtig gemaakt werd!.<br />
7<br />
-Paul Dekker (1999), ibid.;<br />
-Voetlicht (1998) Jongeren voor het Ideële Doel, verslag van een <strong>onderzoek</strong> <strong>naar</strong><br />
het bereiken van jongeren voor ideële doelen, Communicatiebureau Voetlicht, Amsterdam;<br />
-Sociaal Plan Bureau (1998) Sociaal en Cultureel rapport 1998, SCR no 13, SCP,<br />
Den Haag.<br />
8<br />
Het Sociaal Cultureel Planbureau constateert een ‘vervluchtig<strong>in</strong>g van de vrije<br />
tijdsbested<strong>in</strong>g’ <strong>in</strong> het algemeen en spreekt de zorg uit dat als deze trend zich voortzet het<br />
functioneren van veel vrijwilligersorganisaties <strong>in</strong> gevaar kan komen. In: Sociaal Plan Bureau<br />
(1998) ibid.<br />
9<br />
Het Johan de Witt College neemt deel aan het ‘Brede School project’ waarbij aan<br />
de educatieve functies van de ‘school <strong>in</strong> enge z<strong>in</strong>’ gemeenschapsfuncties worden<br />
toegevoegd, georganiseerd voor en door de leerl<strong>in</strong>gen en voor en door hun ouders<br />
(buurtbewoners).<br />
10<br />
Mondel<strong>in</strong>ge communicatie Jos van Gennip, Directeur Dr. Kuyper Sticht<strong>in</strong>g, Den<br />
Haag.<br />
11<br />
Organizaties die door de respondenten genoemd werden <strong>in</strong> deze context waren<br />
- Foster Parents Plan<br />
thema: armoede ; handel<strong>in</strong>gsperspectief: adopteer (f<strong>in</strong>ancieel) k<strong>in</strong>d<br />
- UNICEF Cie Nederland<br />
thema: armoede ; handel<strong>in</strong>gsperspectief: koop UNICEF kerstkaarten<br />
- Max Havelaar<br />
thema: slechte koffieprijs boeren ; handel<strong>in</strong>gsperspectief: koop ‘keurmerk koffie’<br />
- NOVIB<br />
thema: duurzame ontwikkel<strong>in</strong>g; handel<strong>in</strong>gsperspectief: steun vgl ‘NOVIB methode’<br />
- Memisa<br />
thema: duurz. gezondheidszorg; handel<strong>in</strong>gsperspectief: steun vgl het Memisa recept’<br />
- Gezamenlijke Hulporganisaties<br />
thema: ‘mensen <strong>in</strong> acute noodsituatie’ ; handel<strong>in</strong>gsperspectief: stort op Giro 555.<br />
12 De ‘5% cacao campagne’ werd vorig jaar door Max Havelaar en de Landelijke<br />
Verenig<strong>in</strong>g van Wereldw<strong>in</strong>kels georganiseerd om te pleiten voor betere prijzen voor kle<strong>in</strong>e<br />
46
F<strong>in</strong>al draft<br />
cacao producenten.<br />
De campagne ‘Schoolbord’ wordt georganiseerd door een samenwerk<strong>in</strong>gsverband<br />
van organisaties, waaronder de Algemene Onderwijs Bond, FNV Mondiaal, K<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> de<br />
Knel/Kerken <strong>in</strong> Aktie, Landelijke India Werkgroep, Novib, Mensen <strong>in</strong> Nood, Terre des<br />
Hommes, UNICEF en zeven COSsen. De campagne vraagt de Nederlandse reger<strong>in</strong>g om (i)<br />
8% van ODA te bestemmen voor basisonderwijs en voor programma’s om werkende<br />
k<strong>in</strong>deren op school te krijgen; (ii)ontwikkel<strong>in</strong>gslanden te helpen bij de uitvoer<strong>in</strong>g van het<br />
ILO-verdrag tegen k<strong>in</strong>derarbeid; en (iii) er bij de ILO op aan te dr<strong>in</strong>gen het verdrag tegen<br />
k<strong>in</strong>derarbeid uit te breiden tot een verbod op werk dat k<strong>in</strong>deren belet <strong>naar</strong> school te gaan.<br />
‘Jubilee 2000’ is een <strong>in</strong>ternationale campagne gericht op de kwijtscheld<strong>in</strong>g van de<br />
schuldenlasten van ontwikkel<strong>in</strong>gslanden. In deze campagne werken 80 particuliere<br />
organisaties <strong>in</strong> 40 landen samen. In Nederland wordt deze actie gecoörd<strong>in</strong>eerd door Wemos<br />
en OIKOS.<br />
13<br />
In verband met de stand van de gesprekken is verzocht geen namen <strong>in</strong> dit rapport op<br />
te nemen.<br />
14<br />
M<strong>in</strong>ister Evelien Herfkens, <strong>in</strong> haar speech op de nieuwjaarsreceptie van de Novib<br />
op 11 januari 1999 te Den Haag.<br />
15<br />
Zie Voorlicht<strong>in</strong>gsdienst Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g (1996) Voorlicht<strong>in</strong>g over het<br />
Nederlandse Ontwikkel<strong>in</strong>gsbeleid, Meerjaren beleid DVL/OS, M<strong>in</strong>isterie van Buitenlandse<br />
Zaken, den Haag.<br />
16<br />
Scholten , J. (1997) DVL/OS en de NGO’s, wel of geen samenwerk<strong>in</strong>g, M<strong>in</strong>isterie<br />
van Buitenlandse Zaken, Den Haag. Aan dit <strong>onderzoek</strong> werkten de volgende organsaties<br />
mee: Novib, Bilance, Occo, Hivos, Xm<strong>in</strong>Y, Wemos, SNV, Solidaridad, SOH, KIT, LSO,<br />
COS Nedrland, COS West- en Midden Brabant, LV Wereldw<strong>in</strong>kels, Inzet, Amnesty<br />
International, NVIC, FNV, VNO, PDO, Zuid-Noord Federatie, VNG, NCMJ.<br />
17<br />
Scholten, J. (1997) ibid.<br />
47