Raad vanState - Gemeente Woerden
Raad vanState - Gemeente Woerden
Raad vanState - Gemeente Woerden
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Raad</strong><br />
<strong>vanState</strong><br />
<strong>Raad</strong> der gemeente woerden<br />
Postbus 45<br />
3440 AA WOERDEN<br />
Datum<br />
25 juni 2007<br />
Afdeling bestuursrechtspraak<br />
Ons nummer<br />
200700861 /1/R2<br />
Onderwerp<br />
<strong>Woerden</strong><br />
Bp. Partiële herziening Mijzijde 6<br />
Uw kenmerk<br />
Behandelend ambtenaar<br />
P. Slappendel<br />
070-4264288<br />
Beh. Ambt.<br />
Streefd.at:<br />
Afschr.:<br />
(•B.V.G.;<br />
2 6 JUNI 2007<br />
In de bovenvermelde zaak is een deskundigenverslag uitgebracht aan de (Voorzitter van<br />
de) Afdeling, dat u hierbij aantreft.<br />
U kunt uw zienswijze met betrekking tot het verslag schriftelijk aan de (Voorzitter van<br />
de) Afdeling kenbaar maken. U heeft hiervoor de gelegenheid tot en met 23 juli 2007.<br />
Hoogachtend,<br />
de Secretaris van de <strong>Raad</strong> van State,<br />
voor deze,<br />
mr. H.H.C. Visser,<br />
directeur Bestuursrechtspraak<br />
1311336(7AC)<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Woerden</strong> 07.006922<br />
Registratiedatum:<br />
Behandelend afdeling<br />
Afgehandeld door/op:<br />
26/06/2007<br />
RAAD<br />
Postbus 20019 - 2500 EA 's-Gravenhage - T 070 426 44 26 - F 070 365 13 80 - www.raadvanstate.nl<br />
Bij correspondentie de datum en het nummer van deze brief vermelden<br />
O
Postbus 95928<br />
2509 ex Den Haag<br />
Bezuidenboutseweg 62<br />
2594 AW Den Haag<br />
IV!<br />
voor Milieu en Ruimtelijke Ordening<br />
<strong>Raad</strong> van State<br />
Afd. BRR<br />
Ingekomen: 9 fl I1IMI 7ffflr7<br />
Behandeld PD. P.<br />
Uw kenmerk<br />
200700861/1/R2<br />
Uw brief<br />
19 maart 2007<br />
Telefoon {070) 3 1 5 o 1 5 o<br />
L<br />
Fax (070) 3 15 01 95<br />
AAN: De Voorzitter van de Afdeling<br />
bestuursrechtspraak van de <strong>Raad</strong> van State<br />
Postbus 20019<br />
2500 EA Den Haag<br />
Kenmerk<br />
StAB/37597/H<br />
Onderwerp<br />
Bestemmingsplan Partiële herziening Mijzijde 6 van de gemeente <strong>Woerden</strong>.<br />
m antwoord op uw brief van 19 maart 2007 ontvangt u hierbij het gevraagde verslag.<br />
De directe;<br />
drs. R.NM^an Alem<br />
Datum<br />
20 juni 2007<br />
I
Stichting Advisering Bestyursreclitspra;<br />
voor Milieu en Ruimtelijke Ordening<br />
sla<br />
VERSLAG EX ARTIKEL 8:47 ALGEMENE WET BESTUURSRECHT<br />
Opdrachtgever<br />
Kenmerk opdrachtgever<br />
Datum opdracht<br />
Kenmerk StAB<br />
Opsteller<br />
Datum<br />
1 HET BESTREDEN BESLUIT<br />
De Afdeling bestuursrechtspraak van de <strong>Raad</strong> van State<br />
200700861/1/R2<br />
19 maart 2007<br />
StAB/37597/H<br />
drs. J.F. Schuurman<br />
19 juni 2007<br />
Het besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 12 december 2006 omtrent goedkeuring<br />
van het bestemmingsplan "Partiële herziening Mijzijde 6", dat op 20 april 2006 door de raad<br />
van de gemeente <strong>Woerden</strong> is vastgesteld.<br />
2 APPELLANTEN<br />
N. Voorneveld en R.N. Voorneveld, te Kamerik, vertegenwoordigd door mr. ing. E. Stroobosscher<br />
te Arnhem.<br />
3 ONDERZOEKSVRAAG<br />
Bij brief van 19 maart 2007 heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de<br />
<strong>Raad</strong> van State aan de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke<br />
Ordening gevraagd een onderzoek in te stellen als bedoeld in artikel 8:47 van de Algemene<br />
wet bestuursrecht en de bevindingen daarvan in een verslag kenbaar te maken. Daarbij is<br />
verzocht een beschrijving te geven van de gevolgen van het plan, voor zover dit nodig is voor<br />
de behandeling van het beroep.<br />
4 WERKWIJZE<br />
Op 4 juni 2007 heb ik samen met mr. G.A. Keus van de StAB het plangebied bezocht, en<br />
gesproken met de vertegenwoordiger van de "De Boerinn bv", de heer H.J. Hoogendoorn. Dit<br />
bedrijf is derde-belanghebbende met betrekking tot het beroep van appellanten. Op die dag<br />
hebben wij ook gesproken met appellanten N. Voorneveld en R.N. Voorneveld. Tot slot<br />
hebben wij op die dag ook gesproken met mevr. M. de Groot - den Hartog, vertegenwoordiger<br />
van de gemeente <strong>Woerden</strong>, in het bijzijn van de heren J. Pronk en J. Verheul, vertegenwoordigers<br />
van de Milieudienst Noord-West Utrecht.
^finbfinn AdvKftfinn RP«t»11 r*;rorht^nrflsk<br />
w l i i« II I. i il II OUVIdullIllj ÜCillullii!!bblili>|JluQ!\<br />
voor Milieu en Ruimtelijke Ordening<br />
Ons kenmerk Datum Bladnummer<br />
StAB/37597/H 20-06-07 2<br />
Op 14 juni 2007 heb ik telefonisch gesproken met W. Corsten, vertegenwoordiger van<br />
de provincie Utrecht.<br />
5 HET PLAN<br />
Het plan heeft betrekking op het perceel Mijzijde 6. Het plangebied ligt ten zuiden van de<br />
dorpskern Kamerik en in de gelijknamige Polder Kamerik. Deze polder betreft een typisch<br />
Hollands-Utrechts cope-ontginningslandschap uit de 12 e en 13 e eeuw, waarbij lange rechte<br />
percelen door water van elkaar gescheiden worden (zie voor de ligging en een indruk van het<br />
plangebied de plankaart stuk 3A, in combinatie met de topografische kaart, stuk 6A, de luchtfoto,<br />
stuk 6J en de fotonummers 1 t/m 12 van de fotobijlage, stuk 61). Het plan heeft tot doel<br />
de "poldersportactiviteiten", die sinds 1995 plaatsvinden op deze gronden, op te nemen in een<br />
bestemmingsplan. Daartoe zijn in het plan onder meer de bestemmingen "Recreatieve doeleinden"<br />
en "Agrarische doeleinden met landschappelijke waarden" opgenomen (zie plankaart,<br />
stuk 3A).<br />
6 GESCHILBESCHRIJVING<br />
Appellanten exploiteren een veehouderijbedrijf op het perceel Mijzijde 7 te Kamerik (zie voor<br />
de ligging en een indruk, van het perceel, de plankaart, stuk 3 A in combinatie met de topografische<br />
kaart, stuk 6A, de luchtfoto, stuk 6J en de fotonummers 13 t/m 17 van de fotobijlage,<br />
stuk 61).<br />
Appellanten voeren aan dat het onderhavige besluit in strijd met een goede ruimtelijke<br />
ordening is genomen. Zij betogen voorts dat de wijziging van een agrarische bestemming haar<br />
een recreatieve bestemming ter plaatse van de gronden van het naburige perceel, Mijzijde 6,<br />
een uitbreiding van hun bedrijf onmogelijk maakt. Tevens betogen appellanten dat de bezoekers<br />
van het dagrecreatiebedrijf op het perceel Mijzijde 6 geen goed leefklimaat kan worden<br />
geboden in verband met stankhinder.<br />
Voor de zienswijzen en de bedenkingen van de appellanten verwijs ik respectievelijk naar de<br />
stukken 31 en 3J. Voor het standpunt van de raad verwijs ik naar het raadsbesluit, opgenomen<br />
in stuk 3D, in combinatie met het raadsvoorstel (zienswij zenrapportage), opgenomen in stuk<br />
3E, en het advies van de commissie bezwaarschriften, opgenomen in stuk 3M. Voor de<br />
overwegingen van gedeputeerde staten verwijs ik naar de bladzijden 2 en 3 (onder de kopjes<br />
V, "Bedenkingen" en VI, "Inhoud en overwegingen ten aanzien van de bedenkingen"), van<br />
hun besluit, stuk 2.
oübiuUiy litiïiScïüly O 6 S L II II f & ï 6 C ii l S |J f o ?<br />
voor Milieu en Ruimtelijke Ordening<br />
Ons kenmerk<br />
StAB/37597/H<br />
7 BEVINDINGEN<br />
7.1 Feitelijke situatie<br />
Datum<br />
20-06-07<br />
Bladnummer<br />
3<br />
De gronden in het plangebied zijn in eigendom bij "De Boermn bv". In het plangebied worden<br />
sinds 1995 "poldersportactiviteiten" georganiseerd. Deze "poldersportactiviteiten" betreffen<br />
bijvoorbeeld "boerengolf" (een variant op het golfspel), "poldercompetitie" (een competitie<br />
met onder andere zaklopen en vlotbouwen), en "polderchallenge" (een survivaltocht over 30<br />
hindernissen zoals een indianenbrug en touwslinger). Daarnaast worden kano- en steptochten<br />
en workshops kaasmaken georganiseerd, worden zelfgemaakte producten verkocht en wordt<br />
een vergaderruimte verhuurd in combinatie met een "poldersportactiviteit". Verder kunnen<br />
ook wandelaars en fietsers gebruik maken van de aanwezige horeca. Voor een indruk van de<br />
activiteiten die in het plangebied plaatsvinden verwijs ik naar het foldermateriaal (stuk 6B),<br />
fotonummers 18 t/m 31 van de fotobijlage (stuk 61) en naar de website www.deboerinn.nl.<br />
Naast de "poldersportactiviteiten" kent "De Boerinn bv" ook een agrarische nevenactiviteit.<br />
Het vee wordt hoofdzakelijk gehouden omwille van de "beleving van de agrarische leefomgeving".<br />
Zie voorts tabel 3.6 op de bladzijden 5 en 6 van de toelichting, stuk 3C, voor een overzicht<br />
van de activiteiten in het plangebied.<br />
Het plangebied wordt aan de oostzijde ontsloten via de Mijzijde. Deze weg staat via<br />
een (direct voor het plangebied gelegen) brug in verbinding met de Van Teylingenweg, die<br />
tussen <strong>Woerden</strong> en Kamerik loopt. Voorts bevindt zich in het plangebied een onderdeel van<br />
een wandelroute. Deze route begint in het plangebied aan de Mijzijde, loopt over het gehele<br />
perceel en verlaat het plangebied vervolgens ter plekke van het Jaagpad langs de Grecht,<br />
gelegen aan de uiterste westzijde van het plangebied (zie de kaart, stuk 6C, in combinatie met<br />
de plankaart, stuk 3A).<br />
De percelen Mijzijde 6 en 7 worden van elkaar gescheiden door een sloot van circa 8<br />
meter breed. Aan de Mijzijde 7 te Kamerik exploiteren appellanten een veehouderijbedrijf<br />
(verder genoemd: de veehouderij). Het perceel van appellanten grenst aan de zuidzijde in zijn<br />
geheel aan het plangebied (zie voor de ligging van de percelen de topografische kaart, stuk 6A<br />
en de luchtfoto, stuk 6J in combinatie met de plankaart, stuk 3A).<br />
Overigens vinden er sinds geruime tijd onderhandelingen plaats tussen de exploitanten van<br />
"De Boermn bv" en appellanten over overname van hun veehouderij door "De Boerinw bv".<br />
Op het moment van mijn bezoek aan het plangebied lag er nog geen getekende koopovereenkomst.<br />
7.2 Bestemmingsplan "Buitengebied van Kamerik (1988)"<br />
In het bestemmingsplan "Buitengebied van Kamerik (1988)" was aan het perceel Mijzijde 6 de<br />
bestemming "Agrarisch gebied met landschappelijke en cultuurhistorische waarde en elementen<br />
van natuurwetenschappelijke waarde" toegekend. De gronden binnen deze bestemming<br />
waren bestemd voor agrarische bedrijven, met daarbij behorende bedrijfsgebouwen, bouwwerken<br />
- geen gebouwen zijnde - en open terreinen, waarbij veeteeltveredeling alleen was toegelaten<br />
als onderdeel van een veehouderijbedrijf, alsmede voor behoud van de bestaande land-
Stichting S Advisering.Bestuursrechtspraak<br />
voor Milieu en Ruimtelijke Ordening<br />
Ons kenmerk Datum Bladnummer<br />
StAB/37597/H 20-06-07 4<br />
schappelijke en cultuurhistorische waarde welke mede bepaald wordt door het karakteristieke<br />
kavel- en slotenpatroon. Voorts was aan deze gronden een bouwperceel toegekend voor de<br />
bouw van gebouwen en bouwwerken (zie de planvoorschriften bij het bestemmingsplan<br />
"Buitengebied van Kamerik (1988)", artikel 3, lid 1, stuk 6D).<br />
Aan de gronden behorend tot Mijzijde 7 was eveneens de bestemming "Agrarisch<br />
gebied met landschappelijke en cultuurhistorische waarde en elementen van natuurwetenschappelijke<br />
waarde" toegekend. Voorts was aan deze gronden ook een bouwperceel toegekend<br />
voor de bouw van gebouwen en bouwwerken (zie de planvoorschriften bij het bestemmingsplan<br />
"Buitengebied van Kamerik (1988)", artikel 3, lid 1 en 4, stuk 6D).<br />
7.3 Bestemmingsplan "Partiële herziening Mijzijde 6"<br />
hi het voorliggende bestemmingsplan "Partiële herziening Mijzijde 6", is thans ter plaatse van<br />
het perceel Mijzijde 6 de bestemming "Recreatieve doeleinden" toegekend aan de gronden<br />
waarop de bebouwing is gelegen en aan de gronden nabij de bebouwing (tot een maximale<br />
afstand van circa 240 meter vanaf de bebouwing). Op deze gronden is het onder meer<br />
toegestaan dagrecreatieve voorzieningen en bouwwerken zoals speeltoestellen op te richten,<br />
grondgebonden veehouderij te houden en binnen het aangegeven bouwperceel op de gronden<br />
met de aanduidingen "horeca toegestaan" en "karakteristiek hoofdgebouw" horeca en educatieve<br />
voorzieningen op te richten (zie de plankaart, stuk 3A, in combinatie met de planvoorschriften,<br />
artikel 3, stuk 3B).<br />
De overige gronden in het plangebied zijn bestemd voor "Agrarische doeleinden met<br />
landschappelijke waarden". Op deze overige gronden zijn onder meer recreatief medegebruik<br />
en het oprichten van bouwwerken zoals speeltoestellen mogelijk voor zover de gronden niet<br />
zijn aangeduid als extensieve recreatiezone. Verder is de aanduiding "extensieve recreatiezone"<br />
toegekend aan de gronden met de bestemming "Agrarische doeleinden met landschappelijke<br />
waarden" die zijn gelegen aan de uiterste oost- en westzijden van het plangebied (zie<br />
de plankaart, stuk 3A, in combinatie met de planvoorschriften, artikel 4, stuk 3B).<br />
7.4 Verhouding tot provinciaal beleid<br />
Het plangebied is ingevolge de kaart van het "Streekplan Utrecht 2005-2015" (verder te<br />
noemen: het streekplan) gelegen in een gebied dat is aangeduid als "Landelijk gebied 2" (zie<br />
de uitsnede van de streekplankaart, stuk 6E). De landschappelijke en cultuurhistorische waarden<br />
van de gronden die zijn aangeduid als "Landelijk gebied 2" dienen volgens het streekplan<br />
duurzaam in stand gehouden te worden. Om deze instandhouding te bewerkstelligen wordt een<br />
duurzame, rendabele grondgebonden landbouw noodzakelijk geacht (zie het streekplan, blz.<br />
172, stuk 6E). Tevens is op de gronden met de aanduiding "Landelijk gebied 2" uitbreiding<br />
van recreatieve en toeristische bedrijven en voorzieningen mogelijk, binnen de ruimtelijke<br />
randvoorwaarden dat onder andere de agrarische structuur zo min mogelijk wordt aangetast<br />
(zie het streekplan, blz. 82, stuk 6E).
aiïLiiiisiii ftiiViaci iilll Dcbluüi hlfat tlSpi adlC<br />
voor Milieu en Ruimtelijke Ordening<br />
Ons kenmerk Datum Bladnummer<br />
StAB/37597/H 20-06-07 5<br />
Volgens de themakaarten die behoren bij het streekplan ligt het perceel in een gebied met de<br />
volgende aanduidingen:<br />
Ingevolge de themakaart "waardevolle natuur buiten de EHS" is het perceel gelegen in<br />
een gebied dat is aangeduid als "goede tot zeer goede weidevogelgebieden" (zie kaart 7.5 B<br />
van het streekplan, stuk 6E). Deze aanduiding heeft als gevolg dat "met de waardevolle ecologische<br />
waarden van dit gebied rekening gehouden kan worden bij nieuwe, niet-agrarische<br />
ontwikkelingen. Vervolgens is het nadrukkelijk niet de bedoeling dat deze natuurwaarden<br />
leiden tot extra planologische regelgeving" (zie het streekplan, blz. 91, stuk 6E).<br />
Voorts is het plangebied, ingevolge de themakaart "land- en tuinbouw", gelegen in een<br />
landbouwverwevingsgebied (zie kaart 7.6 van het streekplan, stuk 6E). Binnen landbouwverwevingsgebieden<br />
zijn "groene diensten gericht op bijvoorbeeld natuur, landschap en recreatie<br />
bij uitstek gewenst (zie het streekplan, blz. 92, stuk 6E).<br />
Daarnaast is het plangebied ingevolge de themakaart "recreatie" gelegen in een gebied<br />
aangeduid voor "recreatief medegebruik" (zie kaart 7.7 van het streekplan, stuk 6E). Volgens<br />
het streekplan geldt dat het "bij recreatief medegebruik vooral gaat om wandelen, fietsen en<br />
vormen van plattelandstoerisme. De intensiteit van het gebruik verschilt per gebied, afhankelijk<br />
van de aantrekkelijkheid en de bereikbaarheid vanuit het stedelijk gebied. Met name in de<br />
landbouwverwevingsgebieden zullen wij het plattelandstoerisme stimuleren" (zie het streekplan,<br />
blz. 97, stuk 6E).<br />
m de "Handleiding bestemmingsplannen 2006" zijn verder een aantal beleidsregels opgesteld<br />
met betrekking tot groene en blauwe diensten en verbrede landbouw. Het uitgangspunt bij<br />
deze beleidsregels is dat de provincie zo veel mogelijk ruimte wil bieden aan agrarische<br />
bedrijven om groene diensten te leveren (zoals ook verwoord in het streekplan, blz. 92, stuk<br />
6E). De provincie toetst een bestemmingsplan, voor wat betreft ontwikkelingen in het kader<br />
van de verbrede landbouw, aan onder meer de volgende beleidsregels (zie de "Handleiding<br />
bestemmingsplannen 2006", blz. 41 en 42, stuk 6F):<br />
- Duurzame vormen van groenblauwe diensten dragen bij aan de versterking van de vitaliteit<br />
van het landelijk gebied voor zover de balans tussen de (sociaal-)economische en landschappelijke<br />
betekenis en de eventuele ruimtelijke gevolgen ervan voor de kwaliteit van het gebied<br />
neutraal of positief uitvalt. Groenblauwe diensten zijn in ieder geval niet aanvaardbaar als dit<br />
leidt tot een beperking van de agrarische bedrijfsvoering van bestaande bedrijven of als zij<br />
onevenredige hinder met zich brengen voor nabijgelegen woningen;<br />
- Groene diensten leiden per bedrijf niet tot een aanmerkelijke toename van het aantal motorvoertuigen<br />
per etmaal.<br />
Met betrekking tot de onevenredige hinder ten aanzien van nabijgelegen woningen, stelt de<br />
provincie samen met de gemeente, dat de geluidsbelasting geen onevenredige hinder met zich<br />
mee brengt, indien onder andere de geluidsemissie van het omroepsysteem gelimiteerd wordt<br />
en geluidsafschermende voorzieningen worden aangebracht nabij de terrassen (zie toelichting<br />
bestemmingsplan "Partiële herziening Mijzijde 6", blz. 8, stuk 3C, in combinatie met het goedkeuringsbesluit<br />
van gedeputeerde staten, onder kop IV "aanvaarbaarheid van het plan", blz. 2,<br />
stuk 2).<br />
Met betrekking tot het aantal motorvoertuigen dat per etmaal de "De Boeri«« bv"<br />
bezoekt, stelt de provincie met de gemeente dat het maximale aantal verkeersbewegingen
Stichting Advisering.Bestuursrechtspraak<br />
voor Milieu en Ruimtelijke Ordening<br />
Ons kenmerk Datum Bladnummer<br />
StAB/37597/H 20-06-07 6<br />
overdag 500, 's avonds 75 en 's nachts 50 bedraagt, gedurende zes dagen per week, en eenmaal<br />
per week 's nachts is vergroot tot 95 verkeersbewegingen. De provincie acht dit aanvaardbaar<br />
(zie toelichting bestemmingsplan "Partiële herziening Mijzijde 6", blz. 7, stuk 3C, welke is<br />
gebaseerd op de "representatieve bedrijfssituatie" zoals beschreven in het geluidsrapport, blz.<br />
10 t/m 13, stuk 6G, in combinatie met het goedkeuringsbesluit van gedeputeerde staten, onder<br />
kop IV "aanvaarbaarheid van het plan", blz. 2, stuk 2).<br />
Hierover merk ik op dat ingevolge bestemmingsplan "Buitengebied van Kamerik (1988)" aan<br />
de gronden een agrarische bestemming toegekend was, en dat een dergelijke bestemming<br />
gekenmerkt wordt door een zeer beperkt aantal verkeersbewegingen per dag.<br />
7.5 Gevolgen van voorliggend plan voor bedrijfsvoering van appellanten<br />
7.5.1 Inleiding<br />
Appellanten betogen dat zij in hun bedrijfsvoering worden belemmerd door de recreatieve<br />
aard van de bedrijfsvoering op het aangrenzende perceel Mijzijde 6, welke ingevolge het<br />
voorliggende bestemmingsplan mogelijk word gemaakt. Deze belemmering volgt, volgens<br />
appellanten, uit de Richtlijn Veehouderij en Stankhinder 1996 in combinatie met de Brochure<br />
Veehouderij en Hinderwet van 1985.<br />
Met betrekking tot de beperking van de agrarische bedrijfsvoering van het bestaande bedrijf op<br />
Mijzijde 7, stelt de provincie samen met de gemeente dat "het recreatiebedrij f "Boerinn bv"<br />
niet de bescherming van categorie II behoeft, zoals bedoeld in de Brochure Veehouderij en<br />
Hinderwet, omdat de bezoekers juist ervoor kiezen om de agrarische leefomgeving te ervaren".<br />
Derhalve volstaat volgens hen een beschermingsniveau behorende bij categorie IV zoals<br />
bedoeld in de Brochure Veehouderij en Hinderwet. Hiermee leidt het voorliggende bestemmingsplan<br />
volgens hen niet tot beperking van bestaande bedrijven (zie toelichting bestemmingsplan<br />
"Partiële herziening Mijzijde 6", blz. 8, stuk 3C, in combinatie met het goedkeuringsbesluit<br />
van gedeputeerde staten, onder kop IV "aanvaarbaarheid van het plan", blz. 2, stuk<br />
2).<br />
7.5.2 Uitbreidingsmogelijkheden ingevolge bestemmingsplan "Buitengebied van Kamerik<br />
(1988)"<br />
Appellanten voeren aan dat de uitbreidingsmogelijkheden van hun veehouderij afhankelijk<br />
zijn van de door deze veehouderij veroorzaakte stankhinder.<br />
Het toetsingskader voor de beoordeling van stankhinder door veehouderijbedrijven dat hier<br />
van toepassing is, betreft de "Richtlijn Veehouderij en Stankhinder 1996" (verder te noemen:<br />
de Richtlijn). Deze richtlijn is echter niet op alle punten door de Afdeling bestuursrechtspraak<br />
van de <strong>Raad</strong> van State geaccepteerd; voor de niet geaccepteerde onderdelen kan worden teruggevallen<br />
op de "Brochure Veehouderij en Hinderwet 1985" (verder te noemen: de Brochure).
Stichtma Adwisennq Bestuursrechtspraak<br />
voor Milieu en Ruimtelijke Ordening<br />
Ons kenmerk Datum Bladnummer<br />
StAB/37597/H 20-06-07 7<br />
Voor de bepaling van de stankcirkel van de veehouderij dient voorts de "omgekeerde werking"<br />
te worden gevolgd, waarbij uitgegaan wordt van de feitelijke situatie.<br />
Ingevolge het bestemmingsplan "Buitengebied van Kamerik (1988)" zijn in de directe<br />
omgeving van de veehouderij alleen andere agrarische bedrijven gelegen. De kortste afstand<br />
van het emissiepunt - de stallen van de veehouderij gelegen aan de zuidzijde op het perceel<br />
Mijzijde 7 - naar de buitenzijde van het dichtstbijzijnde geurgevoelige object - de bedrijfswoning<br />
bij de veehouderij op het perceel Mijzijde 6 - bedraagt circa 95 meter. Dit geurgevoelige<br />
object betreft een bedrijfswoning behorende bij een veehouderij en kent derhalve, op<br />
grond van de Richtlijn in combinatie met de Brochure, een beschermingsniveau van een geurgevoelig<br />
object in de categorie IV. Ingevolge bijlage 2 van de Richtlijn geldt voorts voor een<br />
omgevingscategorie IV voor melkrundVee een minimum aan te houden afstand van 50 meter.<br />
Boven deze afstand, zoals het hier geval is, kan voor melkrundvee onbeperkt worden uitgebreid.<br />
Voor dieren waarvoor een mestvarkeneenheden-omrekenfactor is bepaald (zoals voor<br />
onder ander varkens) is ingevolge de afstandsgrafiek, zoals vastgelegd in bijlage 3 van de<br />
Richtlijn, bij de onderhavige afstand van circa 95 meter, een maximale emissie omvang van<br />
circa 1250 mestvarkeneenheden mogelijk. Gezien de 355 mestvarkeneenheden die in de huidige<br />
milieuvergunning aan de veehouderij zijn vergund (zie bijlage 6H), betekent dit dat op<br />
grond van de Richtlijn en de Brochure een uitbreiding met 895 mestvarkeneenheden mogelijk<br />
is.<br />
Resumerend stel ik vast dat de veehouderij ingevolge het bestemmingsplan "Buitengebied van<br />
Kamerik (1988)" onbeperkt kan uitbreiden in het aantal stuks melkrundvee, en met maximaal<br />
895 mestvarkeneenheden kan uitbreiden.<br />
7.5.3 Uitbreidingsmogelijkheden rekening houdend met bestemmingsplan "Partiële herziening<br />
Mijzijde 6"<br />
Voor de bepaling van de stankcirkel van de veehouderij dient de "omgekeerde werking" te<br />
worden gevolgd, waarbij uitgegaan wordt van de feitelijke situatie. Zoals gesteld in de Richtlijn<br />
"dient om te komen tot de juiste bepaling van de soort omgeving waarin de inrichting is gelegen<br />
van "buiten" naar "binnen" te worden gewerkt. Ongeacht de ligging van het bedrijf wordt<br />
in eerste instantie de minimum afstand van categorie I toegepast. Indien in de nu afgebakende<br />
omgeving geen "bebouwing" voorkomt als weergegeven in categorie I, wordt de minimum<br />
afstand van categorie II toegepast en wordt deze procedure herhaald."<br />
Voorts is hier van belang dat op grond van jurisprudentie (zie bijvoorbeeld ABRvS d.d. 28<br />
maart 2000, nr. E03.98.1388 (Ambt Delden) en ABRvS d.d. 12 mei 2000, nr. E03.98.1215<br />
(Houten)) slechts die objecten voor dagrecreatie in categorie II worden aangemerkt, die<br />
"regelmatig door een niet onaanzienlijk aantal mensen worden bezocht en waarin deze zich<br />
binnen een zekere begrenzing bevinden".<br />
Gelet op deze jurisprudentie is de bedrijfssituatie van de "De Boermn" als volgt te omschrijven:
oLicniiiigAdviseriny.bKSLüUisrecnispfddK<br />
voor Milieu en Ruimtelijke Ordening<br />
Ons kenmerk Datum Bladnummer<br />
StAB/37597/H 20-06-07 8<br />
- Criterium 'regelmatig bezocht'<br />
De bezoekers van het recreatiebedrij f "De Boerinw bv" komen gedurende het gehele jaar.<br />
Volgens zeggen van de directeur van het recreatiebedrij f komen er op meer dan 200 dagen<br />
per jaar bezoekers, en komt 85% van de bezoekers gedurende de maanden april tot en met<br />
oktober.<br />
- Criterium 'een niet onaanzienlijk aantal mensen'<br />
Per jaar bezoeken circa 25.000 bezoekers het recreatiebedrij f "De Boeriww bv", met als<br />
drukste periode de zaterdagen en in iets minder mate de zondagen, met 500 bezoekers per<br />
dag. Deze bezoekersaantallen zijn berekend exclusief passanten, wandelaars en fietsers die<br />
het recreatiebedrij f "De Boerinw bv" bezoeken om gebruik te maken van de horecafaciliteiten.<br />
- Criterium 'binnen een zekere begrenzing'<br />
De poldersportactiviteiten worden in de regel voorafgegaan door een ontvangst in gebouwen<br />
met de aanduiding "horeca toegestaan", en afgewisseld met het nuttigen van lunch of<br />
een diner in dezelfde gebouwen. Er vinden ook regelmatig activiteiten in de bouwwerken<br />
met de aanduiding "horeca toegestaan" en "karakteristiek hoofdgebouw" plaats. De poldersportactiviteiten<br />
vinden vervolgens voornamelijk buiten plaats op de gronden met de bestemming<br />
"Recreatieve doeleinden" en "Agrarische doeleinden met landschappelijke waarden<br />
(AL)" voor zover de laatstgenoemde gronden niet zijn aangeduid als "extensieve<br />
recreatiezone".<br />
Gelet op de Richtlijn, de jurisprudentie en de bedrijfssituatie wordt de stankcirkel als volgt<br />
bepaald.<br />
Het dichtstbijzijnde object, gemeten vanaf het emissiepunt (de stallen van de veehouderij' aan<br />
de zuidzijde op het perceel Mijzijde 7) zijn de gronden direct grenzend aan het perceel<br />
Mijzijde 6 ter hoogte van de betreffende stallen met de bestemming "Recreatieve doeleinden"<br />
waaraan geen bouwperceel is toegekend. De kortste afstand tussen de gronden behorend tot de<br />
bestemming "Recreatieve doeleinden" en de stallen van appellanten bedraagt circa 20 meter<br />
(zie voor de ligging van de gronden de plankaart, stuk 3A). Op deze gronden is het toegestaan<br />
bouwwerken zoals speeltoestellen op te richten (zie artikel 3 van de voorschriften, stuk 3B).<br />
De speeltoestellen worden voor wat betreft de tijdsduur in ieder geval beperkt gebruikt, omdat<br />
een groep bezoekers die een parcours aflegt kort verblijft bij iedere hindernis. Verder is de<br />
begrenzing van het object niet eenduidig vast te stellen. Gezien de jurisprudentie zijn naar<br />
mijn mening deze gronden niet aan te merken als een geurgevoelig object in de categorie II.<br />
Het volgende dichtstbijzijnde object is de (mogelijke) bebouwing gelegen op de gronden met<br />
de bestemming "Recreatieve doeleinden". De kortste afstand tussen de grens van het bouwperceel<br />
ter plaatse van de gronden met de bestemming "Recreatieve doeleinden" en de stallen<br />
van appellanten bedraagt circa 30 meter. Op het bouwperceel (buiten de gronden die zijn aangeduid<br />
met "horeca toegestaan" en "karakteristiek hoofdgebouw") is het in beginsel mogelijk<br />
om gebouwen ten behoeve van de bestemming "Recreatieve doeleinden" op te richten (zie de<br />
plankaart, stuk 3A, in combinatie met artikel 3 van de voorschriften, stuk 3B), ook al is van de
:ht tdviserino Bestyursrechtsorï<br />
voor Milieu en Ruimtelijke Ordening<br />
Ons kenmerk Datum Bladnummer<br />
StAB/37597/H 20-06-07 9<br />
kant van de "Boerinn bv" gesteld dat dat niet zal gebeuren. Het is niet uit te sluiten dat deze<br />
gebouwen regelmatig door een aanzienlijk aantal mensen kunnen worden bezocht. Derhalve is<br />
het naar mijn mening evenmin uit te sluiten dat deze (mogelijke) bebouwing aan te merken is<br />
als een geurgevoelig object in de categorie II.<br />
Voor een geurgevoelig object in omgevingscategorie II, ingevolge bijlage 2 van de<br />
Richtlijn, dient voor rundvee een minimum afstand van 100 meter aangehouden te worden.<br />
Ingevolge de afstandsgrafiek, zoals vastgelegd in bijlage 3 van de Richtlijn, dient voor dieren<br />
waarvoor een mestvarkeneenheden-omrekenfactor is bepaald een minimum afstand van 100<br />
meter aangehouden te worden. Aangezien de kortste afstand tussen het emissiepunt en de<br />
buitenzijde van het geurgevoelige object circa 30 meter bedraagt, is het voor de veehouderij<br />
van appellanten niet toegestaan uit te breiden met zowel rundvee als dieren waarvoor een<br />
mestvarkeneenheden-omrekenfactor is bepaald.<br />
De volgende dichtstbijzijnde objecten zijn de bouwwerken, die zijn gelegen op de gronden<br />
met de bestemming "Recreatieve doeleinden" met de aanduiding "horeca toegestaan" en<br />
"karakteristiek hoofdgebouw" (zie voor de ligging van de gebouwen de plankaart, stuk 3A).<br />
De kortste afstand tussen de betreffende bouwwerken en de stallen van appellanten bedraagt<br />
circa 95 meter.<br />
Gelet op hiervoor beschreven bedrijfssituatie constateer ik dat de gebouwen op de gronden<br />
met de bestemming "Recreatieve doeleinden" met de aanduidingen "horeca toegestaan" en<br />
"karakteristiek hoofdgebouw" regelmatig door een aanzienlijk aantal mensen worden bezocht,<br />
en dat deze naar mijn mening zijn aan te merken als geurgevoelige objecten van dagrecreatie<br />
vallende in de categorie II.<br />
Zoals gesteld bedraagt de kortste afstand van het emissiepunt, de stallen van de veehouderij<br />
gelegen aan de zuidzijde op het perceel Mij zij de 7, naar de buitenzijde van de geurgevoelige<br />
objecten, de bouwwerken met de aanduiding "horeca toegestaan" en "karakteristiek<br />
hoofdgebouw" op de gronden met de bestemming "Recreatieve doeleinden", circa 95 meter.<br />
Voor een geurgevoelig object in omgevingscategorie II, dient ingevolge bijlage 2 van<br />
de Richtlijn, voor rundvee een minimum aan te houden afstand van 100 meter aangehouden te<br />
worden. Ingevolge de afstandsgrafiek, zoals vastgelegd in bijlage 3 van de Richtlijn, dient<br />
voor dieren waarvoor een mestvarkeneenheden-omrekenfactor is bepaald een minimum aan te<br />
houden afstand van 100 meter aangehouden te worden. Aangezien de kortste afstand tussen<br />
het emissiepunt en de buitenzijde van het geurgevoelige object 95 meter bedraagt, is het voor<br />
de veehouderij van appellanten niet toegestaan uit te breiden voor zowel rundvee als voor<br />
dieren waarvoor een mestvarkeneenheden-omrekenfactor is bepaald.<br />
Gelet op het voorgaande, zijn vanwege het voorliggende bestemmingsplan "Partiële herziening<br />
Mij zij de 6" de onbeperkte uitbreidingsmogelijkheden voor rundvee en de uitbreidingsmogelijkheid<br />
met maximaal 713 mestvarkeneenheden die het bestemmingsplan "Buitengebied van
voor Milieu en Ruimtelijke Ordening<br />
Ons kenmerk Datum Bladnummer<br />
StAB/37597/H 20-06-07 10<br />
Kamerik (1988)" bood, komen te vervallen. 1<br />
7.6 Leefklimaat in het plangebied<br />
Voorts betogen appellanten dat de bezoekers van het dagrecreatiebedrijf geen goede milieuhygiënische<br />
omstandigheden geboden kan worden.<br />
In de voorgaande paragraaf heb ik geconstateerd dat de kortste afstand tussen het emissiepunt<br />
en het geurgevoelige object in ieder geval circa 95 meter bedraagt. Daarom constateer ik dat<br />
de bezoekers van het recreatiebedrij f "De Boerinn bv" zich binnen de aan te houden minimumafstand,<br />
op grond de Richtlijn en de Brochure, tot de veehouderij bevinden.<br />
Overigens merk ik op dat het boüwvlak op de gronden ter plaatse van het perceel Mij zij de 7<br />
loopt tot aan de scheidingssloot, welke is gelegen tussen de percelen Mijzijde 6 en 7 (zie voor<br />
het boüwvlak de plankaart behorende tot het bestemmingsplan "Buitengebied van Kamerik<br />
(1988), stuk 6D). In de huidige situatie is het emissiepunt (zijnde de stallen op de gronden ter<br />
plaatse van het perceel Mij zij de 7) niet gelegen aan de rand van het boüwvlak. Derhalve is het<br />
planologisch gezien niet uitgesloten dat het betreffende emissiepunt verplaatst kan worden<br />
binnen het boüwvlak naar de grens, de slootrand, hetgeen gevolgen heeft voor de ligging van<br />
de stankcirkel: het gedeelte van het perceel Mij zij de 6 dat binnen de stankcirkel ligt, kan aldus<br />
worden vergroot.<br />
1 Overigens merk ik op dat het toetsingskader voor geurhinder vanwege dierenverblijven van veehouderijen,<br />
vanaf 1 januari 2007 wordt gevormd door de Wet geurhinder en veehouderij. In dit toetsingskader is de categorieindeling<br />
uit de Richtlijn en de Brochure komen te vervallen. In het toetsingskader van de Wet geurhinder en<br />
veehouderij wordt voor de bescherming tegen stank, onderscheidt gemaakt naar de ligging van het geurgevoelige<br />
object binnen of buiten een concentratiegebied dan wel bebouwde kom. Voor het onderhavige plangebied geldt<br />
dat het buiten de bebouwde kom en buiten een concentratiegebied ligt. Deze ligging maakt ingevolge de Wet<br />
geurhinder en veehouderij vanaf een minimumafstand van 50 meter onbeperkte uitbreiding voor runvee bedrijven<br />
mogelijk. Ook voor uitbreiding van het aantal varkens gelden ruimere normen dan binnen het beoordelingskader<br />
van de Richtlijn in combinatie met de Brochure het geval was. Bovendien kunnen gemeenten bij gemeentelijke<br />
verordening afwijken van de wettelijke normen voorkomend uit de Wet geurhinder en veehouderij. Volledigheidshalve<br />
vermeld ik dat de gemeente <strong>Woerden</strong> nog niet beschikt over een dergelijke verordening.
^tsfh'nn*] Adv
k J<br />
WOER'BE'N ,
V-<br />
Hendrik Jan Hoogendoorn<br />
man van de Boer/nn<br />
Poldersport<br />
Poldersport in de wei<br />
• Poldercompetitie<br />
• Polderchallenge<br />
Indoor Poldersport<br />
• Poldercompetitie<br />
• Polderchallenge<br />
• Oud Hollandse spelen<br />
Kinderfeestje<br />
Klompengolf<br />
Poldertocht<br />
• kano<br />
• wandel<br />
• step<br />
• huifkar<br />
Workshop<br />
• kaasmaken<br />
• creatief<br />
Vergaderen<br />
Training en Teambuilding<br />
Catering<br />
• ontvangst<br />
• lunch<br />
• borrel<br />
• barbecue<br />
• fondue of stamppotbuffet<br />
Route<br />
• auto<br />
• trein<br />
• touringcar<br />
Tot 1995 werden op onze boerderij koeien gemolken en werd echte Boerenkaas<br />
gemaakt. In 1995 besloten wij te beginnen met de verhuur van kano's en<br />
introduceerden wij de Poldersport. Bijna iedereen verklaarde ons voor gek, maar<br />
10 jaar later ontvangen we bij de Boer/nn jaarlijks meer dan 25.000 gasten voor<br />
een recreatieve activiteit.<br />
In de brochure zoals die nu voor u ligt, presenteren wij u vol trots het aanbod van<br />
de Boer/nn. Belangrijk om te weten is ons motto: "Bijna alles mag en niets moet".<br />
Daarnaast zijn onze activiteiten zeer divers opgebouwd.<br />
Van passief naar actief bieden wij de volgende activiteiten:<br />
• diverse workshops (o.a. kaasmaken en schilderworkshops).<br />
• recreatieve activiteiten (wandelen, kanovaren, steppen)<br />
• klompengolf (ook wel bekend als boerengolf)<br />
• sportieve activiteiten (de Poldercompetitie en Indoor Poldersport)<br />
• fysiek uitdagende activiteiten (de Polderchallenge, een survival door de Polder)<br />
Daarnaast bieden wij:<br />
• training en teambuilding speciaal voor bedrijven<br />
• vergaderfaciliteiten<br />
• diverse catering<br />
ledereen die een activiteit wil doen, waarbij ontspannen in de (boeren)natuur op<br />
een ludieke manier centraal staat, kan bij de Boer/nn terecht. Gezelligheid staat<br />
bij iedere groep voorop. Om het onze gasten makkelijk te maken, bieden wij al<br />
onze activiteiten aan in blokken van 2 uur. Deze kunnen los, maar ook in een<br />
arrangement geboekt worden.<br />
Benieuwd hoe andere groepen hun bezoek aan de Boer/nn beleefd hebben, surf<br />
dan naar www.deboer/nn.nl en klik op "Groep van de maand".<br />
Met vriendelijke poldergroet en graag tot ziens,<br />
Hendrik Jan<br />
Hoogendoorn
Poldercompetitie-Land o.a.:<br />
zaklopen<br />
bierkrattenestafette<br />
peddelpuzzel<br />
boomstamwerpen<br />
lopende A<br />
bandenestafette<br />
kruiwagenrace<br />
samenwerkingsopdrachten<br />
Poldercompetitie-Water o.a.:<br />
kano-estafette<br />
kano-klunen<br />
vlotbouwen<br />
brugbouwen<br />
kajakwissel<br />
baggerworstelen<br />
tobbedansen<br />
evenwichtsbalk<br />
Polderchallenge o.a.<br />
indianenbrug<br />
tokkel baan<br />
diagonaal net<br />
touwslinger<br />
balkenbrug<br />
catcrawl<br />
driepuntsbrug<br />
evenwichtsbalk<br />
"Gezelligheid met<br />
een agrarisch tintje"<br />
Indoor Poldercompetitie o.a.:<br />
boomstamzagen<br />
boomstamwerpen<br />
koemeiken<br />
touw/hooivork hangen<br />
spijkerslaan<br />
levende rupsband<br />
voetje van de vloer<br />
diverse estafettes<br />
Indoor Polderchallenge o.a.:<br />
spinnenweb<br />
vlot bouwen<br />
(over denkbeeldige sloot)<br />
krattenrace<br />
lopende A<br />
krat stapelen<br />
boogschieten<br />
samenwerkingsopdrachten<br />
Oud Hollandse spelen o.a.<br />
kantel knikkerbak<br />
kazenspel<br />
kegelspel<br />
crazy puzzle<br />
hamertje poorten<br />
kleine kegel<br />
knikkersjoelen<br />
kogelrollen<br />
Dort<br />
"Bijna alles mag<br />
en niets moet!"<br />
Poldercompetitie<br />
De Poldercompetitie is het succesnummer van de Poldersport sinds onze start in 1995. Deze<br />
competitie is opgebouwd uit diverse agrarisch getinte onderdelen, die zowel op het land als op<br />
het water kunnen plaatsvinden. Door dé ruime keuze uit de diverse onderdelen zitten er voor jong<br />
en oud interessante elementen in. Voor elk onderdeel geldt ons motto:' Bijna alles mag en niets<br />
moet!'. Bij de poldercompetitie kan de nadruk op landonderdelen, wateronderdelen of een mix<br />
daarvan worden gelegd.<br />
Poldercompetitie-Land<br />
Heerlijk buiten, geen nat pak, gezellig onder elkaar en met je team 'strijden' tegen één of<br />
twee andere teams van uw groep; dat zijn enkele ingrediënten van de landonderdelen van de<br />
Poldercompetitie.<br />
Poldercompetitie-Water<br />
De Poldercompetitie op het land levert vaak al een spektakel, maar de ervaring leert dat de<br />
wateronderdelen nog spannender kunnen zijn. Hierbij bestaat de kans op een nat pak, maar dit is<br />
niet vanzelfsprekend.<br />
Polderchallenge<br />
Bij de Póldercompetitie ligt de nadruk op de gezelligheid en onderlinge samenwerking, bij de<br />
Polderchallenge staat de sportieve uitdaging voor het individu centraal. De Polderchallenge is een<br />
survivaltocht door de polder met<br />
30 hindernissen.<br />
Indoor poldersport<br />
In principe vindt de Poldersport buiten plaats, maar in de winter en als alternatief bij slecht weer<br />
bieden wij de Indoor Poldersport. Hierdoor kunt u alle jaargetijden bij ons terecht.<br />
Oud Hollandse spelen<br />
Een op zichzelf staand aanbod is het Oud Hollandse spelen circuit. Deze gezellige tafelspelen<br />
vormen ëen rustig alternatief voor in de wintermaanden.<br />
Training en teambuilding<br />
Naast gezelligheid kunnen training en teambuilding<br />
bij de Poldercompetitie en de Polderchallenge<br />
worden benadrukt. Er wordt in dat geval gebruik<br />
gemaakt van samenwerkingsopdrachten waarin<br />
elementen uit de werksituatie zitten. Hierdoor<br />
wordt het naast leuk ook leerzaam. Lees voor meer<br />
informatie het hoofdstuk Training & Teambuilding.<br />
Kinderfeestje<br />
Wij bieden de Poldercompetitie ook speciaal voor<br />
kinderen (vanaf 8 jaar) aan.<br />
Tip voor alle poldersporten<br />
Kleedt u alsof u in de tuin gaat<br />
werken. Laat iedereen daarom<br />
een extra set kleren, oude<br />
schoenen, een handdoek en<br />
shampoo meenemen!<br />
Er is gelegenheid tot douchen.
\Jompenep r r<br />
'Koe bukt voor golfbal!"<br />
Klompengotf<br />
Begin 2003 is het Klompengolf bij de Boer/nn geïntroduceerd. Klompengolf is een licht<br />
sportieve groepsactiviteit voor jong en oud en is ook wel bekend als Boerengolf. Het is de<br />
agrarische variant van het golfen zoals u dat al kent. De club is vervangen door een houten<br />
klompje aan een stok en de bal is van groter formaat. Na inschrijving worden de regels en<br />
een scorekaart uitgereikt en kunt u beginnen.<br />
Drivingrange<br />
Om eerst even te oefenen en met de klompenclub vertrouwd te raken, hebben we een<br />
echte drivingrange: een grote, met gaas omgeven kooi waarin een aantal doelen staat. Als<br />
u hier enige slagvaardigheid heeft opgebouwd, is het tijd voor de klompengolfbaan.<br />
Puttinggreen<br />
Voor diegenen die eerst het "putten" willen oefenen, is er een puttinggreen. Hier vindt u<br />
diverse korte 1 holes op een glooiend weiland, waardoor uw techniek en balgevoel worden<br />
getraind. Na het afronden van de puttinggreen bent u uitstekend voorbereid op het 'echte'<br />
werk, de klompengolfbaan. <<br />
Klompengolfbaan<br />
De baan bestaat uit 18 holes. Het doel is om de bal in zo min mogelijk slagen in de putte<br />
slaan. De afstand tussen de afslag en de put varieert van 20 tot 200 meter.<br />
Bij de holes komt u diverse obstakels en hindernissen tegen, zoals bunkers, sloten en<br />
hoogteverschillen. Al klompengolfend geniet u van het polderlandschap met de vogels,<br />
koeien en schapen.<br />
Na afloop kunt u bij hole 19, de bar, of bij mooi weer op het terras, met elkaar nog eens de<br />
ervaringen uitwisselen.<br />
"Al klompengolfend geniet uvan het<br />
polderlandschap met de vogels,<br />
koeien en schapen"
Poldertocht<br />
ledereen heeft wel eens door de polder gefietst, maar de beleving hiervan is toch<br />
weer anders wanneer u door de polder kanoot, stept of wandelt. Stelt u zich eens<br />
voor: in een kano tussen de spenen van een koe doorkijken naar een kerktoren<br />
enkele kilometers verderop. Wij kunnen u verzekeren dat dit resulteert in een<br />
ervaring, die u nog niet eerder gekend heeft.<br />
Wij bieden de Poldertocht in diverse varianten:<br />
Per kano<br />
• Korte route. Duur ± 1,5. Deze route voert u door de polder en over een deel<br />
van de Grecht. U vaart hetzelfde stuk terug.<br />
• Lange route. Duur ± 3 uur. Dit is een rondgaande route en voert u door de<br />
polder en door het historische centrum van <strong>Woerden</strong>.<br />
Te voet -<br />
Ideaal voor mensen met 'watervrees'.<br />
• Wandelroutes van 6,9 of 12 kilometer.<br />
• Een kijktocht met vragen over het landschap en informatie over de<br />
cultuurhistorie van het gebied.<br />
• De ANWB-Grechtroute.<br />
Per step<br />
• Korte route. Duur ± 1,5 uur. Afstand ± 7,5 km.<br />
• Lange route. Duur ± 2 uur. Afstand ± 10 km.<br />
Als u met de trein naar ons toe komt, kunt u ook vanaf station <strong>Woerden</strong> een Poldertocht naar ons maken. Wij brengen<br />
dan steps of kano's en een routebeschrijving naar het station. Aan het eind van de activiteiten kunnen we u dan weer<br />
terugbrengen met de huifkar.<br />
Wij kunnen u met de huifkar tevens ophalen en afzetten op iedere gewenste locatie in de gemeente <strong>Woerden</strong>. Wanneer<br />
u besluit te gaan kanovaren, is het verstandig om droge kleren, een extra paar schoenen en een handdoek mee te<br />
nemen. Er zijn natuurlijk douches aanwezig.
Vergaderen<br />
Bij de Boer/nn bieden wij de mogelijkheid om in een inspirerende, natuurlijke omgeving<br />
te vergaderen. Dit vergaderen vindt altijd plaats in combinatie met een workshop,<br />
kiompengolf en/of één van onze andere Poldersporten. Bij' slecht weer behoort Indoor<br />
poldersport tot de mogelijkheden.<br />
Het vergaderen vindt plaats in één van de vijf vergaderzalen<br />
(capaciteit 10 tot 200 personen):<br />
De Polderkamer 10 personen<br />
De Polderzolder 20 personen<br />
De Hooiberg 40 personen<br />
Het Polderpaviljoen 100 personen<br />
De Stal<br />
200 personen<br />
Overheadprojector, projectiescherm en flip-overs zijn aanwezig en kunt u kosteloos<br />
gebruiken. Het is ook mogelijk om een beamer te huren. Deze visuele ondersteuningen<br />
dienen wel van te voren gereserveerd te worden. Mocht u tijdens het vergaderen op een<br />
strobaal willen zitten, dan verlenen wij hieraan graag onze medewerking. Desgewenst<br />
richten wij het weiland als vergaderruimte in.<br />
natuurlijke omgeving"
ones! ops<br />
I<br />
Zelf Kaasmaken<br />
Nederland is bekend van molens, tulpen en kaas. Het Groene Hart is van oudsher de<br />
bakermat van de boerenkaasbereiding. Kaasmaken is een vorm van conserveren van<br />
voedingsbestanddelen uit melk. Jaarlijks wordt er in 27 fabrieken meer dan 600 miljoen<br />
kilogram kaas geproduceerd. Daartegenover maken<br />
450 boerderijen jaarlijks 9 miljoen kilogram kaas.<br />
Het karakteristieke voor boerenkaas is, dat het bereid wordt van melk die vers van de koe komt.<br />
Hierdoor is het voller van smaak, met een lichte variatie in smaak per boerderij.<br />
Bij de Boer/m? is het mogelijk om het eerste deel van de kaasbereiding als groep bij te wonen<br />
en hier zelf aan mee te werken. Dit kan met een groep van 10 tot 50 personen. De Workshop<br />
duurt ongeveer 1,5 uur. Tijdens de Workshop wordt er veel over (boeren)kaas verteld en is er<br />
volop gelegenheid tot het stellen van vragen. Uiteraard krijgt u ook een stukje echte boerenkaas<br />
te proeven.<br />
Creatief ,~—_—^_-_. —<br />
Heerlijk bezigüijn mét 'producten uit de ïïatu!ïrTt5oT
ainine; & ~] eambuilaine;<br />
Het bedrijfsleven weet de Boer/nn in toenemende mate te vinden voor<br />
bedrijfstrainingen en teambuilding.<br />
"Een frisse wind door de wei!" Eén van de werkvormen die de Boer/nn hanteert in het begeleiden<br />
van teams is outdoortraining, met andere woorden: actief leren in de buitenlucht. Deze werkvorm<br />
wordt door deelnemers over het algemeen als ontspannend en leerzaam ervaren. Dit zorgt voor<br />
een meer open sfeer in de groep, waardoor men sneller tot leermomenten komt.<br />
Er wordt gebruik gemaakt van samenwerkingsopdrachten waarin elementen uit de werksituatie<br />
zitten. Hiermee wordt het vergroten van de slagvaardigheid en de resultaatgrichtheid van teams<br />
beoogd. Na iedere opdracht vindt een terugkoppeling plaats, om optimaal ruimte te scheppen<br />
voor leerervaringen en het verwerven van inzichten. Door steeds de vertaalslag te maken naar de<br />
dagelijkse werksituatie, wordt de leerervaring getransformeerd naar de praktijk.<br />
De training wordt door middel van een intakegesprek afgestemd op uw wensen en situatie. De<br />
Boer/nn werkt'met professionele trainers. In het oplossen van problemen is men geneigd tot<br />
"meer van hetzelfde". De sleutel ligt echter vaak in het anders benaderen van het probleem. "Als<br />
ik anders kan kijken, kan ik anders benaderen. En als ik anders kan'benaderen, creëer ik meer<br />
mogelijkheden en dus meer kansen."<br />
Kijkt ü git naar een teamtraining met zicht op verandering en wilt u zaaien met hieronder<br />
staande oogst als resultaat...<br />
Elkaar beter leren kennen op een niet alledaagse manier.<br />
Elkaar stimuleren en motiveren door middel van open communicatie en feedback.<br />
Inzicht verkrijgen in het effect van gedrag.<br />
Zicht op eigen kwaliteiten en aandachtspunten in communicatie en samenwerking.<br />
Zicht op belemmerende factoren.<br />
Bewustwording van individuele en teamverantwoordelijkheden.<br />
Versterken van onderlinge betrokkenheid, ten aanzien van elkaar,<br />
de gezamenlijke taak en de organisatiedoelstellingen.<br />
Bewustwording van de betekenis en het hanteren van leiderschap.<br />
Bereiken van synergie: het geheel is meer dan de som der delen.
De Boerinn verzorgt<br />
Koffie en thee<br />
Cake, vlaai en gebak<br />
Boerenlunch standaard<br />
Boerenlunch deluxe<br />
Diverse borrelhapjes<br />
Barbecue standaard<br />
Barbecue deluxe<br />
Kaas- en vleesfondue<br />
Stamppotbuffet<br />
Catering<br />
Tussen alle activiteiten door is er altijd ruimte om even bij te komen in ons Polderpaviljoen.<br />
De Boerinn biedt verschillende cateringmogelijkheden om in combinatie<br />
met de activiteiten een gezellig (mid)dag- of avondprogramma te vormen.<br />
Ontvangst<br />
Wij kunnen u ontvangen met een verse kop koffie en thee, eventueel aangevuld<br />
met boeren cake, een stuk vlaai of een gebakje.<br />
In de wintermaanden is een ontvangst met warme chocolademelk met slagroom<br />
een aanrader.<br />
Boerenlunch<br />
Wij bieden twee soorten lunches, standaard en deluxe. De broodjes zijn van<br />
te voren gesmeerd en uiteraard is er van alles genoeg. De lunch kan eventueel<br />
worden aangevuld met soep vooraf, een kroket erbij en/of fruit toe. In een lunch bij<br />
de Boerinn zijn streekeigen producten verwerkt.<br />
Diverse borrelhapjes<br />
Na het poldersporten kunt u lekker bijpraten onder het genot van een drankje en<br />
hapje. Wij serveren verschillende borrelhapjes: bittergarnituur, kaas-/vleesplateau,<br />
chips-/nootjesplateau of een combinatie hiervan.<br />
Barbecue<br />
Trek gekregen van al die activiteiten? Tijd voor een<br />
complete barbecue. Deze verzorgen wij bij mooi weer<br />
buiten en bij slecht weer binnen. Wij bieden twee soorten<br />
barbecues, standaard en deluxe.<br />
Fondue of Stamppotbuffet<br />
Naast onze barbecue bieden wij ook de mogelijkheid<br />
om uw trek te stillen met een kaas- of vleesfondue of een<br />
stamppotbuffet.<br />
Voor de kaasfondue gebruiken wij echte boerenkaas. Het<br />
vlees voor de vleesfondue komt van onze lokale slager.<br />
Het stamppotbuffet bestaat uit 2 soorten stamppotten,<br />
een frisse salade, appelmoes en natuurlijk een lekker stuk<br />
rookworst.<br />
Een aantal van onze vleesproducten is voor meer dan 50%<br />
afkomstig van onze eigen boerderij. Wij hechten namelijk<br />
aan producten uit onze eigen streek. Zo komt de kaas<br />
bijvoorbeeld uit ons eigen dorp Kamerik.
oute<br />
Auto vanaf A12<br />
Afslag <strong>Woerden</strong>. Volg borden <strong>Woerden</strong> centrum (dus niet Kamerik). Na<br />
spoortunnel borden Kamerik volgen. Na ± 3 kilometer afslag links; dat is afslag<br />
industrieterrein Nijverheidsweg. Over de (betonnen) brug direct links (dit mag tot<br />
600 meter, m.u.v. bussen). Dit is de Mijzijde, rij tot nummer 6.<br />
Volg op de kaart:<br />
Auto vanaf A2<br />
Afslag Breukelen, rij richting Kockengen. Hierna borden <strong>Woerden</strong> volgen, tot afslag<br />
Kamerik staat aangegeven. Neem afslag Kamerik en vervolgens de 3e afslag<br />
rechts; dat is industrieterrein Nijverheidsweg. Over de (betonnen) brug direct links<br />
(dit mag tot 600 meter, m.u.v. bussen). Dit is de Mijzijde, rij tot nummer 6.<br />
Volg op de kaart:<br />
Trein<br />
Station <strong>Woerden</strong>. Verder per step, kano, te voet, gehuurde fiets of taxi. Per step of<br />
fiets: volg borden Kamerik (afstand 3 km). Indien gewenst brengen wij u met de<br />
huifkar weer terug.<br />
Touringcar<br />
Vanaf 50 personen. Prijzen op aanvraag.
Programmavoorstel/ prijslijst 2007<br />
Hieronder vindt u een programmavoorstel voor een compleet 'dagje uit'. Door een keuze uit de<br />
verschillende onderdelen te maken kan een compacter programma worden samengesteld. De<br />
aangegeven tijden zijn richttijden. Indien gewenst kunnen activiteiten bijvoorbeeld ook<br />
's avonds plaatsvinden. Zoals u hieronder ziet duren de meeste activiteiten 1,5 a 2 uur.<br />
(Richt)tijden Activiteit<br />
10:00 - 10:30 uur Ontvangst met koffie & thee<br />
10:30-12:00 uur Werkoverleg/ Kaasmaken/ Poldertocht/ Klompengolf<br />
12:00- 13:00 uur Boerenlunch: diverse broodjes, koffie & thee, melk en karnemelk<br />
13:00- 15:00 uur Indoor Poldersport/ Poldercompetitie (land) / Training/ Workshop<br />
15:00- 15:30 uur Pauze<br />
15:30- 17:30 uur Poldercompetitie (water) / Polderchallenge/Training/Overig<br />
17:30-18:00 uur Douchen en naborrelen<br />
18:00-20:00 uur Barbecue/Vlees-/kaasfondue/Stamppot<br />
Indoor Poldersport (kan het hele jaar door!Il)<br />
Ideaal voor de wintermaanden of als alternatief als het weer iets tegenvalt. De capaciteit binnen is wel<br />
beperkt en dient dan ook tijdig gereserveerd te worden.<br />
Poldercompetitie<br />
De Poldercompetitie is het succesnummer van onze Poldersport sinds 1995. U kunt kiezen voor een<br />
programma met alleen landonderdelen of alleen wateronderdelen. Uiteraard is een combinatie van<br />
land- en wateronderdelen ook mogelijk.<br />
Polderchallenae (minder geschikt voor in de wintermaanden)<br />
De Polderchallenge is een fantastische voettocht dwars door de polder, waarbij diverse hindernissen<br />
genomen moeten worden. De hindernissen bestaan uit vlotten, wankele bruggetjes, diverse<br />
touwconstructies en andere obstakels. Er zijn alternatieve routes.<br />
Poldertocht<br />
Heerlijk ontspannen en toch licht sportief een poldertocht, te voet, per kano of per step.<br />
Wij hebben diverse tochten variërend van 1,5 tot 4 uur. Bepaalde routes voeren langs het NS station<br />
in <strong>Woerden</strong>, zodat u vanaf het station per step of kano naar de Boer/nn kunt komen.<br />
Klompenqolf (ook wel bekend als Boerengolf)<br />
Een 18 holes Klompengolfparcours, een licht sportieve groepsactiviteit voor jong en oud.<br />
De uitdaging hierbij is om de bal in zo min mogelijk slagen in de put te krijgen.<br />
Kaasmaken<br />
Met de groep maakt u van 10 liter melk een boerenkaasje van een kilo. Als groep krijgt u na afloop<br />
één boerenkaasje mee. Tegen meerprijs krijgt iedereen een kaasje mee naar huis.<br />
Kledingtip voor alle Poldersporten en de kanotocht, behalve het kaasmaken: kleedt u alsof u in de<br />
tuin gaat werken. Neem daarom een paar oude schoenen, oude kleren, een handdoek, badkleding en<br />
shampoo mee. Er zijn douches. Bij de meeste Poldersporten kunt u het wel droog houden, echtereen<br />
ongeluk zit in en klein hoekje. Daarom beter mee verlegen dan om verlegen! Voor het Klompengolf<br />
kunt u het beste waterdichte schoenen en kleding meenemen. Voor prijzen z.o.z.
activiteiten<br />
Creatief met hooi<br />
Prijslijst 2007 1<br />
grijs week<br />
€Ï5~,00<br />
prijs<br />
weekend*<br />
€15,00<br />
minimum<br />
aantal jïers.<br />
10<br />
gemiddelde<br />
tijdsduur<br />
2 uur<br />
Dakpanschilderen €15,00 €15,00 10 2 uur<br />
Doekschilderen €17,50 € 17,50 10 2 uur<br />
Kaasmaken €10,00 €10,00 10 1,5 uur<br />
Kaasmaken + voor iedereen een kaasje €17,50 €17,50 10 1,5 uur<br />
Klompengolf € 12,50 €15,00 2 uur<br />
Klompengolf icm andere activiteit €10,00 €10,00 2 uur<br />
Klompengolf + voor alle deelnemers klompen € 32,00 € 34,50 2 uur<br />
'olderchallenge (2 uur) €15,00 € 17,50 10 2 uur<br />
'olderchallenge (4 uur) € 25,00 € 30,00 10 4 uur<br />
Poldersport (2 uur) €15,00 € 17,50 10 2 uur<br />
Poldersport (4 uur) €25,00 € 30,00 10 4 uur<br />
Poldertocht per kano €7,50 €7,50 1,5 uur<br />
Poldertocht per step €7,50 €7,50 1,5 uur<br />
Poldertocht te voet €7,50 €7,50 1,5 uur<br />
Huifkar €5,00 € 5,00 10 0,5 uur<br />
Kinderfeestje (poldersport) €8,50 €8,50 1,%uur<br />
catering prijs week<br />
prijs<br />
weekend*<br />
minimum<br />
aantal pers.<br />
gemiddel<br />
tijdsduur!<br />
Ontvangst met koffie en thee €1,25 €1,25 0,5 uur<br />
Ontvangst met koffie, thee en cake €2,00 €2,00 0,5 uur<br />
Ontvangst met koffie, thee en boerencake €2,50 €2,50 0,5 uur<br />
Ontvangst met koffie, thee en vlaai €3,50 €3,50 0,5 uur<br />
Ontvangst met koffie, thee en gebak €4,50 €4,50 0,5 uur<br />
Lunch standaard €7,50 €7,50 10 1 uur<br />
Lunch deluxe € 12,50 €12,50 10 1 uur<br />
Fruit €1,25 €1,25 10<br />
Broodje kroket €2,00 €2,00 10<br />
Soep €3,50 €3,50 10<br />
Barbecue standaard €16,00 €18,50 10 2 uur<br />
Barbecue deluxe € 22,50 € 25,00 10 2 uur<br />
Vlees/kaasfondue €20,00 € 20,00 10 2 uur<br />
Diverse stampotten met worst en spekjes €15,00 €15,00 10 2 uur<br />
Boeren Ijscoupe €5,00 €5,00 10<br />
Boerenyoghurt met vruchtensaus €2,50 €2,50 10<br />
Friet, kroket/frikandel en drankje (uitsluitend<br />
voor kinderen) €4,50 €4,50 0,5 uur<br />
* weekendprijzen gelden alleen in het 2 e en 3 e kwartaal (april tot en met september)<br />
Opmerking:<br />
• Voor kinderen, jongeren en 65 + gelden er andere tarieven<br />
• Training & teambuilding onder leiding van prof. trainer, arrangement vanaf €100,00 p.p.p.g<br />
• Voor arrangementen zie onze website www.deboerinn.nl<br />
• Wij beschikken over vergaderzalen 2<br />
Geopend:<br />
April - september<br />
Oktober - maart<br />
7 en 14 oktober<br />
7 dagen geopend, zondagen vanaf 12 uur<br />
6 dagen geopend, zondagen gesloten<br />
geopend voor niet-begeleide activiteiten<br />
Gesloten: Wij zijn gesloten tussen kerst en oud en nieuw, 30 april, 1 e paasdag en op zondagen vanaf<br />
medio oktober tot en met maart.<br />
1 Alle op deze pagina genoemde activiteiten zijn inclusief € 7,50 entree (artikel 20 Wet OB) en inclusief BTW.<br />
2 Prijs op aanvraag en alleen te boeken in combinatie met een activiteit.
1-0udKot<br />
3-KanwlkDorp<br />
4 • Qreot Kurarik<br />
5-Hoo.land<br />
1-Rondj.Pul<br />
2 - Rood). Wk •)> d> PeU«r<br />
3 n 4 S r i O<br />
5-Ftondj.Kamwik<br />
6 - Ronclft Bowvi Wvtt<br />
1 - Oud Kamarik<br />
2.K>marik<br />
3-GraslKanMrik<br />
B«^JIBW. hiplBgaeh iiiriuMlMiiiiy. MM Tïiviinggnwfl 172<br />
Hk afi ds Mdv. balagaeh maoMtadnjI. «n ihytagKimg 132<br />
KnqdL M H M an pMt k puK. OwüMpri S<br />
10ortjd!** hnMmnfcni. Oortm.11<br />
10»1|Mlwk, mdli.wUidiijf «n Iwtduijgunping. Oi»«p«d 2<br />
EMoM KWW. Ui«d» 121<br />
nütMTm O9 HfllvSCQ! M¥ini C8Mttn^ V&n H^ffcnQMMIMQ 48<br />
C IQQO. MMdwkiMiM tenin. HaWaia 1<br />
H^bMhon», imltwirtUijl
££•' • 13. 10<br />
Bestemmingsplan 'Buitengebied 1<br />
van de gemeente Kamerik<br />
na herziening ex art. 30 WRO<br />
e64«13-10 a^ril 1988<br />
', S I- M<br />
ola.<br />
UQcJ ^O<br />
"W!JZiJM DEALEB-VAK P0£rr-rr»2ELrKL£VENDEfyiEM0 : S'<br />
^ ^ A Tv<br />
Gemeen<br />
2 2 JUM 1-fo8
664.13.00<br />
'VOORSCHRIFTEN deel uitmakende van het bestemmingsplan<br />
'Buitengebied' van de gemeente Kamerik, na herziening ex art. 30 WRO<br />
Pag.<br />
INHOUD<br />
PARAGRAAF I<br />
ALGEMENE EN TECHNISCHE BEPALINGEN<br />
Artikel 1<br />
Artikel 2<br />
PARAGRAAF II<br />
Artikel 3<br />
Artikel 4<br />
Artikel 5<br />
Artikel 6<br />
Artikel 7<br />
Artikel 8<br />
Artikel 9<br />
Artikel 10<br />
Artikel 11<br />
Artikel 12<br />
Artikel 13<br />
Artikel 14<br />
Artikel 15<br />
Artikel 16<br />
Artikel 17<br />
Artikel 18<br />
PARAGRAAF III<br />
Artikel 19<br />
Artikel 20<br />
Artikel 21<br />
Artikel 22<br />
Artikel 23<br />
Artikel 24<br />
Artikel 25<br />
Artikel 26<br />
•Bffgripsbepalirigen -<br />
Wijze van meten<br />
BESTEMMINGSBEPALINGEN<br />
Agrarisch gebied met landschappelijke en<br />
kultuurhistorische waarde en elementen van<br />
natuurwetenschappelijke waarde<br />
Agrarisch gebied met landschappelijke en<br />
natuurwetenschappelijke waarde<br />
Agrarische nevenbedrijven (AN)<br />
Woondoeleinden<br />
Bijzondere doeleinden (BD)<br />
Vissersbedrij f (V)<br />
Bedrijfsdoeleinden (B)<br />
Opslagterrein (OT)<br />
Gemaal (G)<br />
Dagrekreatie<br />
Rekreatieve doeleinden (R)<br />
Nutsgebouwtj es (N)<br />
Houtopstanden<br />
Verkeersdoeleinden<br />
Waterkering<br />
Water<br />
AANVULLENDE BEPALINGEN<br />
Gebruiksbepalingen<br />
Aanlegvergunningen<br />
Vrijstellingen<br />
Wij zigingsbevoegdheid<br />
Overgangsbepalingen<br />
Bijzondere beperkende bepaling<br />
Strafbepalingen<br />
Slotbepaling<br />
1<br />
4<br />
5<br />
10<br />
11<br />
13<br />
14<br />
15<br />
17<br />
18<br />
19<br />
20<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
25<br />
26<br />
27<br />
29<br />
33<br />
34<br />
36<br />
37<br />
38<br />
39
664.13.00 1<br />
PARAGRAAF I ALGEMENE EN TECHNISCHE BEPALINGEN<br />
Artikel 1 Begripsbepalingen<br />
In deze voorschriften wordt verstaan onder:<br />
a. plan; het bestemmingsplan 'Buitengebied' van de gemeente<br />
Kamerik, vervat in deze voorschriften en de plankaart;<br />
b.' kaart; de als zodanig gewaarmerkte plankaart, tekening nummer<br />
664.13.00-05, blad 1 en 2, schaal 1:5000, deel uitmakende van<br />
het bestemmingsplan;<br />
c. bouwwerk; elke konstruktie van enige omvang, van hout, steen,<br />
metaal of ander materiaal, welke hetzij direkt of indirekt<br />
met de grond verbonden is, hetzij direkt of indirekt steun<br />
vindt in of op de grond;<br />
d.. gebouw; elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte,<br />
geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte<br />
• vormt;<br />
e» bebouwing; ëén of meer bouwwerken;<br />
f. bestaand bouwwerk; een bouwwerk dat bestaat ten tijde van het<br />
in ontwerp ter visie leggen van het plan, dan wel gebouwd mag<br />
worden krachtens een voor dat tijdstip verleende of nog te<br />
verlenen bouwvergunning;<br />
g. bouwperceel: een door bebouwingsgrenzen op de kaart aangegeven<br />
aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige<br />
bebouwing ten dienste van één bedrijf is toegestaan;<br />
h. bebouwingsgrens: de grenslijn van een bouwperceel welke door<br />
de bebouwing niet mag worden overschreden;<br />
i. woning: een kompleks van ruimten, dat blijkens zijn aard en<br />
indeling bestemd is voor de huisvesting van ëën huishouden;<br />
j. eengezinshuis: een gebouw dat uitsluitend bestaat uit ëën<br />
woning;<br />
k. bedrijfsgebouw: een gebouw - geen bedrijfs- of dienstwoning<br />
zijnde - dat blijkens zijn aard en indeling rechtstreeks en<br />
uitsluitend ten behoeve van een bedrijf of instelling staat;<br />
1. bedrijfs- of dienstwoning: een woning in of bij een bedrijfsgebouw<br />
dan wel op of bij een bedrijfsterrein en bestemd voor<br />
(het gezin van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op<br />
de bestemming of het feitelijk gebruik van het bedrijfsgebouw<br />
of het bedrijfsterrein, noodzakelijk is;<br />
m. bijgebouw; uitsluitend een huishoudelijke berg- of werkruimte,<br />
garage of carport;<br />
n. bouwlaag; de begane grond of een verdieping van een gebouw;<br />
een kelder, onderhuis, zolderverdieping of vliering wordt<br />
hieronder niet begrepen;
664.13.00<br />
o. onderkomens: voor verblijf geschikte - al dan niet aan hun<br />
bestemming onttrokken - voer- en vaartuigen, caravans en<br />
kampeerauto's, voorzover deze niet als bouwwerken zijn aan<br />
te merken, als ook tenten; ' ' '<br />
p. agrarische bedrijven:" , "•<br />
- het akkerbouw- en tuinbouwbedrijf; een bedrijf, dat uitsluitend<br />
of overwegend gericht is op het telen van gewassen<br />
in of op de open grond, dan wel in kassen.<br />
Onder tuinbouwbedrijf wordt mede verstaan boom-, bloem-,<br />
kruiden-, bloembollen- en bloemknollenkwekerij;<br />
- het veehouderijbedrijf; een bedrijf, dat uitsluitend of<br />
overwegend gericht is op het houden van vee, waarbij de<br />
exploitatie grotendeels gebonden is aan c.q. afhankelijk<br />
is van het agrarisch gebruik en de agrarische bewerking<br />
van de tot het bedrijf behorende gronden; ,<br />
q. agrarische veredelingsbedrijven;<br />
- het veeteeltveredelingsbedrijf: een bedrijf, dat uitslui-<br />
; tend of overwegend gericht is op het houden, fokken of<br />
mesten van slacht-, fok- of pluimvee dan wel pelsdieren,<br />
zonder dat daarbij de exploitatie grotendeels gebonden is<br />
aan c.q. afhankelijk is van het agrarisch gebruik en de<br />
agrarische bewerking van de tot het bedrijf behorende<br />
gronden;<br />
- tuinbouwveredelingsbedrijf: een bedrijf, dat uitsluitend of<br />
overwegend gericht is op het telen van gewassen in gebouwen,<br />
welke niet geheel of grotendeels van glas of ander lichtdoorlatend<br />
materiaal zijn vervaardigd;<br />
r. veeteeltveredeling; het bedrijfsmatig houden, fokken of mesten<br />
van slacht-, fok- of pluimvee dan wel pelsdieren;<br />
s. agrarisch nevenbedrijf: een onderneming die uitsluitend of<br />
overwegend gericht is op niet-industriële produktie of levering<br />
van goederen of diensten of verwerking, opslag, vervoer<br />
of verhandeling van produkten, die van agrarische bedrijven<br />
afkomstig zijn, nader te onderscheiden in:<br />
- agrarisch loonbedrijf: een onderneming, die uitsluitend<br />
of overwegend gericht is op de levering van diensten aan<br />
agrarische bedrijven met behulp van agrarische werktuigen<br />
en apparatuur;<br />
- agrarisch toeleveringsbedrijf: een onderneming, die uitsluitend<br />
of overwegend gericht is op de niet-industriële produktie,<br />
de opslag en de levering van goederen voor agrarische bedrijven<br />
;
.664.13.00<br />
- agrarisch afzetbedrijf; een onderneming die uitsluitend of<br />
overwegend gericht is op het vervoer, de opslag, de oppervlakkige<br />
bewerking of de afzet van inheemse agrarische<br />
produkten; ,<br />
- agrarisch verwerkingsbedrijf: een onderneming die uitsluitend<br />
of overwegend gericht is op de verwerking van inheemse<br />
agrarische produkten in niet-industriële omvang.<br />
t., kassen; bouwwerken geheel of grotendeels van glas of ander<br />
lichtdoorlatend materiaal en hoger dan 0.60 m ten dienste van<br />
het tuinbouwbedrijf;<br />
u. landschappelijke waarde: belang in geomorfologisch en landschappelijk-estetisch<br />
opzicht;<br />
v. natuurwetenschappelijke waarde: belang in botanisch, ornitologisch<br />
en algemeen zoölogisch opzicht, alsmede geologisch en<br />
bodemkundig belang.<br />
l<br />
w. kultuurhistorische waarde: belang in archeologisch opzicht<br />
dan wel uit oogpunt van beschavingsgeschiedenis in het alge-<br />
; meen;<br />
x. peil: de vastgestelde hoogte van de kruin van de weg, waaraan<br />
het bouwwerk gelegen is of, indien het bouwwerk niet direkt aan<br />
een weg gelegen is, de hoogte van het aansluitende afgewerkte<br />
terrein;<br />
y. detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder<br />
het uitstallen ten verkoop, het verkopen en/of het leveren<br />
van goederen aan de uiteindelijke verbruiker en gebruiker;<br />
z. perceelgrens: de grens van een aaneengesloten stuk grond,<br />
waarop krachtens het plan een zelfstandige bebouwing is toegestaan.
664.13.00<br />
Artikel 2 Wijze van meten<br />
1. Bij het toepassen van deze voorschriften wordt als volgt<br />
gemeten:<br />
a. de oppervlakte van een gebouw of bouwwerk - geen gebouw<br />
zijnde -: buitenwerks - en indien van toepassing tussen<br />
de harten van scheidingsmuren - en op 1.00 m boven peil;<br />
b. de inhoud van een gebouw: tussen de buitenwerkse gevelvlakken<br />
c.q. de harten van scheidingsmuren en de dakvlakken<br />
en boven peil, zulks met inbegrip van erkers en<br />
dakkapellen;<br />
c. de goothoogte van gebouwen: vanaf de horizontale snij lijn<br />
van het buitenwerkse gevelvlak met het dakvlak tot aan<br />
peil;<br />
d. de hoogte van gebouwen en bouwwerken - geen gebouwen<br />
zijnde -: vanaf het hoogste punt - schoorstenen, ventilatiekanalen,<br />
lichtkoepels, masten en antennes hieronder<br />
'. niet begrepen - tot aan peil;<br />
e. de afstand van een gebouw of bouwwerk - geen gebouw<br />
zijnde - tot een perceel-, terrein- of bestemmingsgrens:<br />
vanaf het dichtst bij die grens gelegen punt van het bouwwerk<br />
op 1.00 m boven peil en loodrecht op die grens;<br />
f. de bebouwde oppervlakte van een bouwperceel of ander<br />
terrein: de som van de oppervlakten van alle bebouwing<br />
die op dat bouwperceel of terrein gelegen is;<br />
g. de afstand van een gebouw of een bouwwerk - geen gebouw<br />
zijnde - tot een weg: tot de as van een weg of, indien de<br />
weg op een waterkering is gelegen tot de teen van de dijk.<br />
2. De in deze voorschriften gegeven bepalingen omtrent plaatsing,<br />
afstanden en maten zijn niet van toepassing op goot- en kroonlijsten,<br />
pilasters, plinten, stoeptreden, kozijnen, dorpels<br />
en afvoerpijpen voor hemelwater.<br />
3. Grond welke tenminste in aanmerking is of moest worden genomen<br />
bij het verlenen van een bouwvergunning, waaraan uitvoering<br />
is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling<br />
van een andere bouwaanvraag buiten beschouwing.
664.13.00<br />
PARAGRAAF II BESTEMMINGSBEPALINGEN<br />
Artikel 3 Agrarisch gebied met landschappelijke en<br />
kultuurhistorische waarde en elementen van<br />
natuurwetenschappelijke waarde<br />
1. De op de kaart voor 'agrarisch gebied met landschappelijke en kultuurhistorische<br />
waarde en elementen van natuurwetenschappelijke<br />
waarde' aangewezen gronden zijn bestemd voor agrarische bedrijven,<br />
met de daarbij behorende bedrijfsgebouwen, bedrijfswoningen, bijgebouwen,<br />
bouwwerken - geen gebouwen zijnde - en open terreinen, waarbij<br />
veeteeltveredeling alleen is toegelaten als onderdeel van een<br />
veehouderijbedrijf, alsmede voor het behoud van de bestaande landschappelijke<br />
en kultuurhistorische waarde, welke mede bepaald wordt<br />
door het karakteristieke kavel- en slotenpatroon.<br />
2. Voor zover de in lid 1 bedoelde gronden blijkens de kaart als zodanig<br />
mede bestemd zijn, omvat de bestemming ook het behoud van de<br />
landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarde welke eigen is<br />
aan de op de desbetreffende gronden bestaande vegetatie (zgn. pest-<br />
' of geriefbosjes).<br />
3.; In afwijking van het bepaalde in lid 1 is de veeteeltveredeling niet<br />
toegestaan binnen de op de kaart door middel van de aanduiding 'geen<br />
veeteeltveredeling toegestaan' aangegeven gronden.<br />
4. Ten aanzien van de bebouwing van de in lid 1, 2 en 3 bedoelde<br />
gronden wordt bepaald, dat:<br />
a. de gebouwen en bouwwerken - geen gebouwen zijnde - uitsluitend<br />
binnen de op de kaart aangegeven bouwpercelen mogen worden gebouwd;<br />
b. geen kassen mogen worden gebouwd;<br />
c. de afstand van de gebouwen tot de zijdelingse perceelgrenzen<br />
tenminste 3.50 m zal bedragen; voor zover de afstand van een op<br />
het tijdstip van het in ontwerp ter visie leggen van dit plan<br />
bestaand gebouw tot de hierboven genoemde grenzen kleiner is dan<br />
de voorgeschreven maat, geldt de bestaande afstand als minimaal<br />
toegestane maat;<br />
d. binnen ieder bouwperceel niet meer dan èèn bedrijfswoning mag<br />
worden gebouwd, voor zover niet reeds een woning aanwezig is;<br />
e. de bedrijfswoning slechts mag worden gebouwd tegelijk met of na<br />
het tot stand komen van de bedrijfsgebouwen;<br />
f. de inhoud van de bedrijfswoning ten hoogste 600 m3 mag bedragen;<br />
g. voor de bedrijfswoning een kap verplicht is met een dakhelling<br />
van tenminste 30° en ten hoogste 60 ° en met een goothoogte van<br />
ten hoogste 5.50 m;<br />
h. de goothoogte van de bedrijfsgebouwen niet meer dan 6.00 m en de<br />
hoogte niet meer dan 10.00 m mag bedragen;
664.13.00<br />
i. de hoogte van hooitorens en krachtvoedersilo's niet meer dan 12<br />
m mag bedragen; '<br />
j. bij iedere bedrijfswoning ten hoogste 2 bijgebouwen mogen worden<br />
gebouwd met een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 40 m2 en<br />
met een goothoogte van niet meer dan 3.00 m;<br />
k. bij ieder agrarisch bedrijf buiten de op de kaart aangegeven<br />
bouwpercelen ten hoogste twee bedrijfsgebouwen mogen worden gebouwd<br />
met een gezamenlijke oppervlakte van niet meer dan 100 m2<br />
en een goothoogte van niet meer dan 3.00 m mits de afstand tot<br />
het bijbehorende bouwperceel tenminste 500 m en de afstand tot<br />
het hart van een als zodanig bestemde weg tenminste 25 m bedraagt<br />
;<br />
1. de hoogte van bouwwerken - geen gebouwen zijnde - niet meer mag<br />
bedragen dan 8.00 m, onverminderd het sub i bepaalde;<br />
m. terreinafscheidingen tot een hoogte van niet meer dan 1.50 m<br />
alsmede bruggen, dammen en duikers, uitgezonderd zijn van het sub<br />
a bepaalde.<br />
5; Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen<br />
van:<br />
a. (vervallen -KB).<br />
b. het bepaalde in lid 3 voor het toelaten van veeteeltveredeling<br />
als onderdeel van een agrarisch bedrijf, mits hierdoor geen<br />
blijvende onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en<br />
leefmilieu;<br />
c. het bepaalde in lid 4 sub d ten behoeve van de bouw van een<br />
tweede bedrijfswoning, indien zulks noodzakelijk is voor een<br />
doelmatige bedrijfsuitoefening ter plaatse.<br />
Deze noodzaak is aanwezig indien:<br />
- de doelmatige voortzetting van het bedrijf bedreigd wordt door<br />
het ontbreken van huisvestingsmogelijkheden voor een tweede<br />
arbeidskracht op het bedrijf,<br />
- de bedrijfsomvang en de voor het bedrijf benodigde arbeid een<br />
volledige of nagenoeg volledige dagtaak biedt aan twee volwaardige<br />
arbeidskrachten, of<br />
- er dringende sociaal-ekonomische redenen aanwezig zijn die in<br />
belangrijke mate mede bepalend zijn voor een volwaardige voortzetting<br />
van het bedrijf.<br />
De inhoud van de tweede bedrijfswoning mag niet meer dan 500 m3<br />
bedragen. De tweede bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd<br />
op een afstand van ten hoogste 25 m van de eerste bedrijfswoning<br />
en mag geen eigen uitpad hebben;
664.13.00<br />
indien de terreinomstandigheden en/of de situering van de bedrijfsgebouwen<br />
daartoe noodzaken, kunnen Burgemeester en Wethouders<br />
deze afstandsnorm verruimen tot ten hoogste 40 m en/of een<br />
eigen uitpad toestaan;<br />
het bepaalde in lid 4, sub a, g en j is voor de tweede bedrijfswoning<br />
eveneens van toepassing;<br />
d. (vervallen - GS).<br />
e. het bepaalde in lid 4 sub k voor de afstand van 500 m, in het<br />
geval dat zich tussen de bedrijfsbebouwing op het bouwperceel en<br />
de bedrijfskavels een kunstmatige of natuurlijke hindernis zoals<br />
een weg of water bevindt die niet veelvuldig met vee kan worden<br />
overschreden;<br />
f. voor het wijzigen van de vorm dan wel het vergroten met niet meer<br />
dan 25 % van een bestaand op de plankaart aangegeven bouwperceel,<br />
indien zulks noodzakelijk is voor een doelmatige bedrijfsuitoefening<br />
en mits de bestaande, bij het bedrijf behorende (bedrijfs)gebouwen<br />
en andere bouwwerken binnen de gewijzigde bebouwingsgrenzen<br />
gelegen blijven;<br />
g. voor de verbouwing van een boerderij tot woning, indien het<br />
agrarisch bedrijf ter plaatse niet wordt voortgezet, met dien<br />
verstande dat:<br />
- de verbouwing uitsluitend plaats mag vinden binnen de afmetingen<br />
van de reeds aanwezige gebouwen;<br />
- de gebouwen niet zodanig van karakter worden veranderd, dat zij<br />
niet of minder in de omgeving passen;<br />
- het aantal woningen niet mag worden vergroot.<br />
Burgemeester en Wethouders maken van hun bevoegdheid geen gebruik<br />
alvorens schriftelijk advies te hebben ingewonnen van:<br />
- de Hoofdingenieur-Direkteur voor Landinrichting, Grond- en Bosbeheer<br />
voor de vrijstellingen genoemd onder a t/m g;<br />
- de Hoofdingenieur-Direkteur van de Provinciale Direktie voor de<br />
Bedrijfsontwikkeling voor de vrijstellingen genoemd onder a, b en<br />
c;<br />
- de Natuurbeschermingskonsulent bij het Staatsbosbeheer voor de<br />
vrijstellingen genoemd onder a;<br />
- de Inspekteur voor de Volksgezondheid voor de vrijstelling genoemd<br />
onder b;<br />
alsmede een verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten te<br />
hebben ontvangen voor de vrijstellingen genoemd onder a, c, d, f en
664.13.00<br />
6. Burgemeester en Wethouders zijn overeenkomstig het bepaalde in artikel<br />
11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bevoegd het plan te<br />
wijzigen in die zin dat: '<br />
a. nieuwe bouwpercelen mogen worden aangewezen met een oppervlakte<br />
van ten hoogste 1 ha en wel zodanig dat:<br />
- nieuwe bouwpercelen uitsluitend mogen worden aangewezen op een<br />
afstand van tenminste 16 m uit de as van de weg;<br />
- nieuwe bouwpercelen uitsluitend mogen worden aangewezen indien<br />
zulks in verband met samenvoeging of verplaatsing dan wel<br />
afsplitsing van bestaande bedrijven noodzakelijk is voor een<br />
doelmatige bedrijfsuitoefening;<br />
b. bestaande bouwpercelen mogen worden aangewezen waarbinnen gebouwen<br />
en bouwwerken - geen gebouwen zijnde - ten behoeve van<br />
agrarische loonbedrijven mogen worden gebouwd en gebruikt waarbij<br />
het bepaalde in artikel 5 lid 3 van toepassing is;<br />
c. bestaande agrarische bouwpercelen mogen worden geëlimineerd,<br />
indien het agrarisch bedrijf ter plaatse niet wordt voortgezet,<br />
waarbij de bestemming gewijzigd mag worden in 'woondoeleinden',<br />
; zoals bedoeld in artikel 6 van deze voorschriften, voor zover het<br />
betreft de gebouwen en bijbehorend erf tot een oppervlakte van<br />
ten hoogste 1 ha, met dien verstande dat de gebouwen, niet zijnde<br />
het (tot woning verbouwde of nog te verbouwen) hoofdgebouw,<br />
worden beschouwd als bijgebouw, zoals bedoeld in artikel 1 sub m<br />
van deze voorschriften.<br />
6.1 Een besluit tot wijziging van het plan als bedoeld in lid 6 sub a en<br />
sub b wordt slechts genomen nadat een sociaal-ekonomisch rapport van<br />
de Hoofdingenieur-Direkteur voor de Bedrijfsontwikkeling alsmede een<br />
advies van de Hoofdingenieur-Direkteur voor de Landinrichting de<br />
wenselijkheid of de noodzaak daartoe hebben aangetoond.<br />
6.2 Procedureregels<br />
a. Een ontwerpbesluit tot wijziging van het plan ex artikel 11 van<br />
de Wet op de Ruimtelijke Ordening ligt gedurende veertien dagen<br />
voor een ieder ter inzage;<br />
b. De Burgemeester maakt de nederlegging tevoren in èèn of meer dagof<br />
nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts<br />
op de gemeentelijke wijze bekend;<br />
c. Gedurende de sub a genoemde termijn kunnen belanghebbenden<br />
schriftelijk bezwaren indienen bij Burgemeester en Wethouders;<br />
d. Indien tegen het ontwerp bezwaren zijn ingediend, wordt het<br />
besluit met redenen omkleed;<br />
e. Burgemeester en Wethouders delen aan hen, die bezwaren hebben<br />
ingediend, de beslissing hieromtrent mede;<br />
f. De ingekomen bezwaarschriften worden bij het ter goedkeuring<br />
aanbieden van het besluit aan Gedeputeerde Staten meegezonden;
664.13.00<br />
g. Burgemeester en Wethouders doen mededeling van het besluit van<br />
Gedeputeerde Staten aan hen, die bezwaren hebben ingediend.
664.13.00 27<br />
PARAGRAAF III AANVULLENDE BEPALINGEN,<br />
Artikel 19 Gebrüiksbepalingen<br />
A. Gebruik van grond voor bebouwing<br />
Op of in de in de artikelen 3 t/m 18 van deze voorschriften<br />
bedoelde gronden mag, behoudens voorzover in de desbetreffende<br />
artikelen anders is bepaald en behoudens het bepaalde<br />
in artikel 23 van deze voorschriften ('Overgangsbepalingen'),<br />
niet worden gebouwd.<br />
B. Gebruik van onbebouwde gronden<br />
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 23 van deze voorschriften<br />
('Overgangsbepalingen'), is het verboden de in<br />
het plan begrepen gronden - voorzover zij onbebouwd blijven<br />
- anders te gebruiken dan in overeenstemming me,t de<br />
in het plan-aan die gronden gegeven bestemming.<br />
1 2. Het is in ieder geval verboden de onder lid 1 bedoelde<br />
gronden te gebruiken voor:<br />
a. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;<br />
b. het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals<br />
vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines<br />
of onderdelen hiervan;<br />
c. het opslaan van gebruiksklare of onklare voer- of<br />
vaartuigen of onderdelen hiervan;<br />
d. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van<br />
puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen.<br />
3. Onverminderd het bepaalde in lid 2 is het bovendien verboden<br />
de gronden als bedoeld in de artikelen 4 en 15 van<br />
deze voorschriften te gebruiken voor:<br />
a. militaire oefeningen met voer- en vaartuigen;<br />
b. sport-, wedstrijd- of speelterreinen en kampeer- of<br />
caravanterrein;<br />
c. het uitvoeren van bodemonderzoek d.m.v. proefboringen<br />
en ontploffingen;<br />
d. crossen met auto's, motoren en brommers alsook modelvliegen<br />
.<br />
4. Het bepaalde in lid 2 is niet van toepassing voorzover<br />
het betreft:<br />
a. opslag op terreinen als bedoeld in de artikelen 3, 5,<br />
9 t/m 11 en 17 van deze voorschriften, voorzover dit<br />
een gevolg is van het gebruik van de gronden in overeenstemming<br />
met de daaraan in het plan gegeven bestemming;
.664.13.00 28<br />
b. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen<br />
welke nodig zijn voor de realisering of de handhaving<br />
van de in het plan aangewezen, bestemming;<br />
c. het opslaan-of storten van.afval- of meststoffen, voorzover<br />
nodig voor het normale onderhoud van tuinen en<br />
andere open terreinen en watergangen;<br />
d. het binnen een op de kaart aangegeven agrarisch bouwperceel<br />
plaatsen of geplaatst houden van ten hoogste<br />
vijf caravans en/of tenten in de periode tussen 15 maart<br />
en 31 oktober;<br />
C. Gebruik van opstallen<br />
1. Het is, behoudens het bepaalde in artikel 23 ('Overgangs-<br />
1 bepalingen') van deze voorschriften, verboden gebouwen<br />
! anders te gebruiken dan ten dienste van de in deze voorschriften<br />
aan de'bijbehorende grond gegeven bestemming.<br />
1 2. Gebouwen, voor het bouwen waarvan ingevolge de bepalingen<br />
i van dit plan vrijstelling is verleend, mogen - behoudens<br />
; het in.lid 1 toegestane gebruik - slechts worden gebruikt<br />
overeenkomstig het doel waarvoor die vrijstelling werd<br />
verleend.<br />
3. Onder een met het plan strijdig gebruik als bedoeld onder 1<br />
I wordt in ieder geval verstaan het gebruik voor detailhandelsdoeleinden.<br />
D. Vrijstelling<br />
Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde<br />
in de leden B 1 en 2 en C 1 en 3 van dit artikel, indien<br />
strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het<br />
meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt '<br />
gerechtvaardigd.<br />
E. Tijdelijke bouwwerken<br />
Toepassing van artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening<br />
ten aanzien van bouwwerken, welke strekken ter voorziening<br />
in een tijdelijke behoefte, is niet toegestaan voor de gronden<br />
als bedoeld in de artikelen 4 en 15 van deze voorschriften.
664.13.00 29<br />
Artikel 20 Aanlegvergunningen<br />
1. Het is verboden zonder of in afwijking van 'een schriftelijke vergunning<br />
van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de navolgende<br />
werken - geen bouwwerken zijnde - of werkzaamheden, voor zover niet<br />
normale onderhoudswerkzaamheden betreffende dan wel andere werken of<br />
werkzaamheden van -"uit oogpunt van'de"ruimtelijke ordening - niet<br />
ingrijpende betekenis, uit te voeren:<br />
A. Op de gronden als bedoeld in artikel 4:<br />
a. (bij de vaststelling vervallen);<br />
b. het egaliseren, bodemverlagen, ophogen van gronden voor zover<br />
werken of werkzaamheden betreffende, waarop de Ontgrondingenwet<br />
en de provinciale ontgrondingenverordening niet van toepassing<br />
zijn;<br />
c. het scheuren van graslanden, ook indien dit onderhoud betreft<br />
en geen blijvende omzetting van weidegrond in een andere vorm<br />
van bodemkultuur wordt beoogd;<br />
d. het opslaan of opgeslagen houden van zogenaamde depotgronden;<br />
e. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen of aanlegplaatsen;<br />
f. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-,<br />
energie- of telekommunikatieleidingen en de daarmee verband<br />
houdende konstrukties, installaties of apparatuur;<br />
g. het planten van houtachtige of kruidachtige gewassen, welke<br />
ten tijde van het rechtskracht verkrijgen van dit plan, niet<br />
tot de aan deze gronden eigen, bestaande vegetatie behoren;<br />
h. het vellen, rooien of beschadigen van de op de kaart aangegeven<br />
geriefbosjes, dan wel het verrichten van werkzaamheden,<br />
welke de dood of ernstige beschadiging van dit houtgewas<br />
ten gevolge kunnen hebben, voor zover werken of werkzaamheden<br />
betreffende waarop de Boswet niet van toepassing is;<br />
i. het vergroten of verkleinen van bestaande kavelsloten of andere<br />
waterlopen, dan wel het wijzigen van het profiel en/of<br />
verloop van bestaande waterlopen of het dempen van sloten,<br />
voor zover werken of werkzaamheden betreffende, waarop de ontgrondingenwet<br />
en de provinciale ontgrondingenverordening niet<br />
van toepassing zijn;<br />
j. (vervallen - GS).
664.13.00 . 30<br />
B. Op de gronden als bedoeld in artikel 3:<br />
a. het vellen, rooien of beschadigen van de op de kaart aangegeven<br />
geriefbosjes en de binnen de bouwpercelen als bedoeld in<br />
art. 3 aanwezige karakteristieke ,erfbeplanting, dan wel het<br />
verrichten van werkzaamheden welke de dood of ernstige beschadiging<br />
van deze-beplantingen•ten" gevolge kunnen hebben, voor<br />
zover werken en werkzaamheden betreffende waarop de Boswet<br />
niet van toepassing is;<br />
b. het egaliseren, bodemverlagen, ophogen van gronden voor zover<br />
werken of werkzaamheden betreffende waarop de Ontgrondingenwet<br />
en de provinciale ontgrondingenverordening niet van toepassing<br />
zijn;<br />
c. het vergroten of verkleinen van bestaande kavelsloten of andere<br />
waterlopen die karakteristiek zijn voor het markante verkavelingspatroon,<br />
dan wel het wijzigen van het profiel en/of<br />
verloop of het dempen van die sloten, voor zover werken of<br />
werkzaamheden betreffende waarop de Ontgrondingenwet en de<br />
provinciale ontgrondingenverordening niet van toepassing zijn.<br />
C. Op gronden als bedoeld in artikel 15:<br />
a. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;<br />
b. het egaliseren, bodemverlagen, ophogen van gronden voor zover<br />
werken en werkzaamheden betreffende, waarop de Ontgrondingenwet<br />
en de provinciale ontgrondingenverordening niet van toepassing<br />
zijn;<br />
c. het opslaan of opgeslagen houden van depotgronden;<br />
d. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-,<br />
energie- of telekommunikatieleidingen en de daarmee verband<br />
houdende konstrukties, installaties of apparatuur;<br />
e. het planten van houtachtige of kruidachtige gewassen, welke<br />
ten tijde van het rechtskracht verkrijgen van dit plan niet<br />
tot de aan deze gronden eigen, bestaande vegetatie behoren;<br />
f. het vellen, rooien of beschadigen van houtgewas, dan wel het<br />
verrichten van werkzaamheden, welke de dood of ernstige beschadiging<br />
van het houtgewas ten gevolge kunnen hebben, voor<br />
zover werken en werkzaamheden betreffende, waarop de Boswet<br />
niet van toepassing is.
664.13.00<br />
D. Op gronden als bedoeld in artikel 16 lid 2:<br />
a. het verbreden van het bestaande profiel van de weg;<br />
b. het vellen, rooien of beschadigen van houtgewas, dan wel het<br />
verrichten van werkzaamheden, welke de dood of ernstige beschadigingen<br />
van het houtgewas ten gevolge kunnen hebben, voor<br />
zover werken en werkzaamheden'betreffende, waarop de Boswet<br />
niet van toepassing is.<br />
E. Op gronden als bedoel in artikel 18 lid 2:<br />
het aanbrengen of aanleggen van oeverbeschoeiingen en/of aanlegsteigers<br />
of -plaatsen.<br />
De in lid A bedoelde werken en werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar<br />
indien door de uitvoering daarvan de bestaande natuurwetenschappelijke,<br />
landschappelijke waarden van de gronden niet in onevenredige<br />
mate worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het<br />
behoud en/of de versterking van die waarden niet worden verkleind.<br />
De in lid 1 B bedoelde werken en werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar<br />
indien door de uitvoering daarvan de natuurwetenschappelijke,<br />
landschappelijke en/of kultuurhistorische waarden van deze gronden<br />
niet in onevenredige mate worden aangetast, dan wel de mogelijkheden<br />
voor het behoud en/of versterking van die waarden niet worden verkleind.<br />
De in lid 1 C bedoelde werken en werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar,<br />
indien door uitvoering daarvan de natuurwetenschappelijke,<br />
landschappelijke en/of kultuurhistorische waarden van deze gronden<br />
niet in onevenredige mate worden aangetast, dan wel de mogelijkheden<br />
voor het behoud en/of versterking van die waarden niet worden verkleind.<br />
De in lid D bedoelde werken en werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar<br />
indien door uitvoering daarvan de landschappelijke en kultuurhistorische<br />
waarden van de bestaande wegprofielen met bermen, bermsloten<br />
en bermbeplanting niet in onevenredige mate worden aangetast<br />
dan wel de mogelijkheden voor het behoud en/of versterking van die<br />
waarden niet worden verkleind.<br />
De in lid 1 E bedoelde werken en werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar<br />
indien door uitvoering daarvan de landschappelijke en kultuurhistorische<br />
waarden niet in onevenredige mate worden aangetast dan<br />
wel de mogelijkheden voor het behoud en/of versterking van die<br />
waarden niet worden verkleind.<br />
Een aanlegvergunning als bedoeld in lid 1 is niet vereist, indien de<br />
in lid 1 genoemde werken of werkzaamheden zullen worden uitgevoerd<br />
in een beschermd natuurmonument in de zin der Natuurbeschermingswet<br />
en handelingen opleveren, waarvoor ingevolge artikel 12 van die wet<br />
een vergunning van de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk<br />
Werk is vereist dan wel handelingen, welke zijn voorzien in<br />
een beheersplan als bedoeld in artikel 14 van die wet.
664.13.00 32<br />
8. Alvorens een aanlegvergunning te verlenen voor gronden als bedoeld<br />
in artikel 4 van deze voorschriften wordt door Burgemeester en<br />
Wethouders omtrent de toelaatbaarheid schriftelijk advies ingewonnen<br />
bij de konsulent voor Natuurbehoud van Staatsbosbeheer.<br />
Indien het konsept-besluit van Burgemeester en Wethouders strekt tot<br />
verlening van een aanlegvergunning en 'in strijd is met het uitgebrachte<br />
advies, mag de aanlegvergunning slechts worden verleend<br />
indien vooraf van Gedeputeerde Staten schriftelijk een verklaring is<br />
ontvangen, dat zij tegen het verlenen van de vergunning geen bezwaar<br />
hebben.
664.13.00 33<br />
Artikel 21 Vrijstellingen<br />
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen<br />
van de bepalingen van het plan voor de bouw van niet voor bewoning<br />
bestemde gebouwtjes en bouwwerken — geen gebouwen zijnde -<br />
ten dienste van het openbaar nut, met een inhoud van ten hoogste<br />
30 m3 en een goothoogte van niet meer dan 3.50 m, te weten transformatorhuisjes,<br />
schakelhuisjes, wachthuisjes, pomphuisjes en<br />
telefooncellen.
664.13.00 34<br />
Artikel 22 Wij zigingsbevoegdheid<br />
1. Burgemeester en Wethouders zijn overeenkomstig het bepaalde in<br />
artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bevoegd het plan te<br />
wijzigen:<br />
a. ten behoeve van de aanleg van de voor de (verbetering van de)<br />
waterhuishouding bestemde hoofdwatergangen met een breedte van<br />
niet meer dan 15 m, de onderhöuds'stroken hieronder begrepen,<br />
uitsluitend ter plaatse van de daartoe op de kaart aangegeven<br />
aanduidingen;<br />
b. ten behoeve van de bouw van een voor de (verbetering van de)<br />
waterhuishouding bestemd gemaalgebouw met een maksimale inhoud<br />
van 100 m3 en een goothoogte van niet meer dan 3.00 m, uitsluitend<br />
ter plaatse van de daartoe op de kaart aangegeven aanduiding;<br />
c. ten behoeve van de bouw van windmolens, met uitzondering van de<br />
in de artikelen 4 en 15 van deze voorschriften bedoelde gronden,<br />
met dien verstande dat:<br />
- op de in artikel 3 bedoelde gronden een windmolen uitsluitend<br />
'• binnen het bouwperceel mag worden gebouwd;<br />
- de hoogte van een windmolen niet meer dan 30 m mag bedragen;<br />
- de afstand tot de perceelgrenzen tenminste 10 m zal bedragen;<br />
- het bedrijfsekonomisch belang c.q. het belang uit oogpunt van<br />
energiewinning van de bouw van de windmolen is aangetoond;<br />
- geen blijvende onevenredige aantasting van de landschappelijke<br />
waarde die het plangebied eigen is het gevolg van de bouw van<br />
de windmolen mag zijn, waaromtrent door Burgemeester en Wethouders<br />
advies wordt ingewonnen van de Directeur Landbouw, Natuur<br />
en Openluchtrecreatie;<br />
d. ten behoeve van de vestiging van een veeteeltveredelingsbedrijf,<br />
binnen een bouwperceel als bedoeld in artikel 3, lid 4 sub a, van<br />
deze voorschriften, indien het bedrijfsekonomisch belang is aangetoond,<br />
en uitsluitend indien geen blijvende onevenredige aantasting<br />
van de landschappelijke en kultuurhistorische dan wel, in<br />
voorkomend geval, natuurwetenschappelijke waarde van het agrarisch<br />
gebied het gevolg is, waaromtrent door Burgemeester en<br />
Wethouders advies wordt ingewonnen van de Directeur Landbouw,<br />
Natuur en Openluchtrecreatie;<br />
d. ten behoeve van de bouw van een ruwvoedersilo, binnen een<br />
bouwperceel als bedoeld in artikel 3, lid 4 sub a, van deze<br />
voorschriften, tot een hoogte van niet meer dan 25 m, indien<br />
het bedrijfsekonomisch belang is aangetoond, en uitsluitend indien<br />
geen blijvende onevenredige aantasting van de landschappelijke<br />
en kultuurhistorische dan wel, in voorkomend geval, natuurwetenschappelijke<br />
waarde van het agrarisch gebied het gevolg is,<br />
waaromtrent door Burgemeester en Wethouders advies wordt ingewon-
664.13.00 35<br />
nen van de Directeur Landbouw, Natuur en Openluchtrecreatie;<br />
2. Procedureregels<br />
t<br />
a. Een ontwerpbesluit tot wijziging van het plan ex artikel 11 van<br />
de Wet op de Ruimtelijke Ordening ligt gedurende veertien dagen<br />
ter gemeentesekretarie voor een ieder ter inzage;<br />
b. De Burgemeester maakt de nederlegging tevoren in éèn of meer dagof<br />
nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts<br />
op de gebruikelijke wijze bekend;<br />
c. Gedurende de sub a genoemde termijn kunnen belanghebbenden<br />
schriftelijk bezwaren indienen bij Burgemeester en Wethouders;<br />
d. Indien tegen het ontwerp bezwaren zijn ingediend, wordt het<br />
besluit met redenen omkleed;<br />
e. Burgemeester en Wethouders delen aan hen, die bezwaren hebben<br />
ingediend, de beslissing daaromtrent mede; '<br />
f. De ingekomen bezwaarschriften worden bij het ter goedkeuring<br />
aanbieden van het besluit aan Gedeputeerde Staten meegezonden;<br />
g. Burgemeester en Wethouders doen mededeling van het besluit van<br />
Gedputeerde Staten aan hen, die bezwaren hebben ingediend.
664.13.00 36<br />
Artikel 23 Overgangsbepalingen<br />
1. Bouwwerken, welke op het tijdstip van het in ontwerp ter<br />
visie leggen van dit plan reeds bestaan of in uitvoering zijn<br />
dan wel na dat tijdsjtip nog gebouwd kunnen worden krachtens<br />
een reeds verleende'of een nog té verlenen bouwvergunning,<br />
en welke afwijken van het plan, mogen, behoudens onteigening<br />
overeenkomstig de wet:<br />
a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;<br />
b. worden uitgebreid tot ten hoogste 10% van de op het tijdstip<br />
van het ter visie leggen bestaande afmetingen dan wel<br />
krachtens de verleende of nog te verlenen bouwvergunning<br />
toegestane afmetingen, mits de afwijkingen ten opzichte<br />
van het plan naar de aard niet worden vergroot en waarbij<br />
de goothoogte niet mag worden vergroot;<br />
c. geheel worden vernieuwd, indien zij zijn verwoest door<br />
een kalamiteit, mits de afwijkingen ten opzichte van het<br />
plan naar de aard en naar de afmeting - behoudens een<br />
eventuele uitbreiding als bedoeld onder b - niet worden<br />
; vergroot, waarbij de bebouwingsgrenzen dan wel de bestemmingsgrenzen<br />
zonodig mogen worden overschreden, en de<br />
bouwvergunning binnen 3 jaar na het tenietgaan zal zijn<br />
aangevraagd.<br />
2. Het op het tijdstip van het rechtskracht verkrijgen van dit<br />
plan bestaande gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken<br />
dat met de in dit plan aangewezen bestemming in strijd is,<br />
mag worden voortgezet, dan wel worden gewijzigd, indien de<br />
afwijking van het plan daardoor niet wordt vergroot.<br />
3. Het is verboden het in lid 2 bedoelde afwijkende gebruik zodanig<br />
te wijzigen, dat daardoor in meerdere mate strijdigheid<br />
met het plan ontstaat.<br />
4. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het in<br />
lid 3 bepaalde, indien strikte toepassing daarvan leidt tot<br />
een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door<br />
dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
•t ------<br />
I<br />
-4<br />
vastgesteld door de gemeenteraad d.d. £.
T<br />
J<br />
» r<br />
f
Streekplan 2005-2015<br />
Vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten<br />
van Utrecht op 13 december 2004
provincie:: Utrecht<br />
Ptankaart Streekplan Utrecht ;<br />
Vastgesteld bij beduit wn Provinciale Staten van Utrecht ij december 3004 I<br />
Verklaring ;<br />
(üie ooi hoofdstak Ij) ;<br />
,_._ ptangrens, tevens previnctegrerre<br />
Landelijk gebied<br />
landelijk gebied 1<br />
landelijk gebied 2<br />
landelijk gebied 3<br />
landelijk gebied 4<br />
veenwridegebied<br />
i^i watefopgave nader in te vuBers<br />
:: r ,• -. .-<br />
Stedelijk gebied<br />
locaties windenergie<br />
gnens projectgeWed Hart van de Heuvelrug<br />
stedelijk gebied<br />
rode contour<br />
restcapaciteit woningbouw per 01-01-2005<br />
uitbreiding<br />
bedrijventerreinen en kantoorlocaties<br />
^P waarvan: restcapaciteit bedrijventerrein<br />
n Utrecht (1999) tóe par, 8.3)<br />
^A uitbreiding bedrij-ven ter rein /^BgÈji •<br />
^^ BHB^H— iosohi<br />
' ^ 2-10 ha<br />
Infrastructuur<br />
1 H 1 1 'ir 1 autosnelweg<br />
-'•••••. ..r.'. ondefiiggend wegennet<br />
regionaal verbindend spoor (RSSl met station<br />
nieuwe regionale OV-verblndtng {Aknere, Hilversum,<br />
Utrecht) indicatief tracé<br />
vrij te houden tracé Pontïjn (ale paragraaf n ,2)<br />
nieuwe wwginfrastnictuur / in stuéie<br />
te bouwen of aan te passen aansUttng<br />
ruimte reserwring ten behoeve vtn ontmengen/<br />
uitwisseitng verkeersstromen<br />
• - • vaarweg<br />
Overige aanduiding<br />
ivatcr<br />
;.'' gebruik
RülV,TELI|K BELEID UTRECHT-WEST<br />
van het gebied, vooral in het oostelijke deel van de<br />
polder Groot-Mijdrecht, worden omgevormd tot<br />
nieuwe natuur. Een schoonwaterverbinding met open<br />
water, moeras, schraallanden en bos is daarbij ons<br />
streefbeeld (landelijk gebied 4), waarbij aandacht<br />
besteed moet worden aan het voldoende herkenbaar<br />
maken van de Stelling van Amsterdam. Samen met<br />
de natuur in Botshol en de Nieuwkoopse Plassen<br />
vormt deze nieuwe natuur een belangrijke bouwsteen<br />
voor de Natte As. De natuurdoelen die wij in dit deel<br />
van De Venen voor ogen hebben stellen hoge eisen<br />
aan de waterkwaliteit.<br />
In en rondom de droogmakerijen in De Venen ligt<br />
een aanzienlijke wateropgave. Polder Groot Mijdrecht<br />
en naastgelegen droogmakerijen in de Venen liggen<br />
vier meter dieper dan de omgeving. De polders trekken<br />
daardoor veel grondwater naar zich toe. Hierdoor<br />
ligt in dit gebied een aanzienlijke wateropgave. Het<br />
gaat hierbij om het voorkomen van wateroverlast, het<br />
tegengaan van bodemdaling in omliggende gebieden,<br />
het tegengaan van watertekorten en het verbeteren<br />
van de waterkwaliteit in omliggende gebieden.<br />
Voorafgaand aan de evaluatie van het Plan De Venen<br />
gaan wij de waterhuishoudkundige opgave nader<br />
onderbouwen voor wat betreft omvang en aard van<br />
de wateropgave, de locatie van de gewenste berging en<br />
de termijn waarop de locatie nodig is. Als hierbij de<br />
urgentie is aangetoond en er zicht is op toereikende<br />
financiering, dan nemen wij, mede in relatie tot de<br />
evaluatie van het Plan De Venen en na een integrale<br />
afweging van alle relevante belangen, een besluit over<br />
waterberging in dit gebied. Ook mogelijkheden voor<br />
meervoudig ruimtegebruik worden hierbij in beeld<br />
gebracht. Zo nodig werken wij een en ander uit in<br />
een uitwerkingsplan of wordt het streekplan partieel<br />
herzien.<br />
Het dilemma in veenweidegebieden dat we in paragraaf<br />
7.8 (Veenweidegebieden) hebben geschetst<br />
geldt met name voor grote delen van De Venen. Het<br />
veenpakket is hier erg dik en op veel plaatsen ontbreekt<br />
een minerale afdeklaag. Veel gebieden in De<br />
Venen zijn cultuurhistorisch zeer waardevol. Dit<br />
geldt vooral voor het veenweidegebied van Kamerik<br />
en Kockengen: het is het meest gave voorbeeld van<br />
cope-ontginningen in Nederland. Het gebied is ook<br />
belangrijk voor weidevogels. Voor het behoud van<br />
het karakter van dit Belvederegebied is de grondgebonden<br />
landbouw voorwaarde. Wij hebben het<br />
zuidelijke deel van De Venen dan ook als landelijk<br />
gebied 2 aangeduid. In de delen met al hoge actuele<br />
natuurwaarden zullen wij agrarisch natuurbeheer<br />
extra stimuleren. Het duurzaam in stand houden van<br />
de landschappelijke en cultuurhistorische waarden<br />
betekent een duurzame, rendabele grondgebonden<br />
landbouw. Dit kan alleen door het verstrekken van<br />
gerichte vergoedingen, het verdiepen en verbreden<br />
van de landbouw en de productie van groene diensten.<br />
In Zegveld en omgeving starten wij een pilot<br />
voor groene diensten.<br />
De Vinkeveense plassen hebben grotendeels een<br />
multifunctioneel karakter (landelijke gebied 3) en<br />
zijn van groot belang voor natuur en recreatie. Vooral<br />
voor de watersport zijn hier veel mogelijkheden.<br />
Naast de vele jachthavens liggen er ook terreinen<br />
voor verblijfsrecreatie. Ook het aantal vaste ligplaatsen<br />
voor recreatievaartuigen is groot. Sommige<br />
voorzieningen voldoen niet meer aan de eisen van<br />
de tijd en moeten kwalitatief worden verbeterd. De<br />
Vinkeveense plassen zijn ook een belangrijk onderdeel<br />
in het netwerk van toervaarwegen. Knelpunten<br />
in dit netwerk willen wij opheffen. Evenals het<br />
SGP Vecht- en Plassengebied streven wij naar een<br />
verbinding tussen de Vinkeveense Plassen en het<br />
Vechtplassengebied. Daarbij geven wij prioriteit<br />
aan De Heul en de route Nieuwe Wetering-Angstel-<br />
Geuzensloot. Deze route verbindt de plassen aan<br />
weerszijden van de Vecht.<br />
De Vinkeveense Plassen als bestaand kerngebied<br />
voor recreatie en toerisme maken dat De Venen kan<br />
uitgroeien tot een nieuw recreatief centrum voor een<br />
groot deel van de Randstad. Als onderdeel van het<br />
project de Venen is in de polder Groot-Mijdrecht,<br />
grenzend aan de Vinkeveense plassen, nieuwe natuur<br />
gepland. In samenhang met de bestaande natuur van<br />
de Vinkeveense plassen is dit een belangrijk onderdeel<br />
van de ecologische hoofdstructuur in dit gebied.<br />
In aansluiting op het water en aangrenzende moerascomplexen<br />
van de Vinkeveense plassen ligt bij de<br />
ontwikkeling van nieuwe natuur de nadruk op open<br />
landschap met grote waterpartijen en uitgestrekte begroeiing<br />
van riet en ruigte. De in ecologisch opzicht<br />
bestaande kwetsbare onderdelen van de plassencomplexen<br />
worden op deze wijze verruimd. Extensieve<br />
vormen van recreatie zijn hier mogelijk. In delen van<br />
het parklandschap komt bos. Het parklandschap zal<br />
mogelijkheden bieden voor intensieve vormen van<br />
recreatie. Wij hechten mede daarom ook groot belang<br />
aan de aanleg van het parklandschap in de polder<br />
Groot-Mijdrecht. Voorwaarde is dat de ecologisch<br />
doelstellingen daadwerkelijk worden gerealiseerd.<br />
172 STREEKPLAN 2005-2015
LANDELIIK GEBIED<br />
Water en milieu<br />
Beleid ten aanzien van waterhuishouding en mi-<br />
lieukwaliteiten wordt binnen randvoorwaarden<br />
afgestemd op hoofdzakelijk agrarisch en recrea-<br />
tief gebruik; waterknelpunten worden opgelost<br />
zonder deze af te wentelen op andere gebieden.<br />
Stadsrandfuncties<br />
De delen van landelijk gebied l die direct<br />
aansluiten bij de kernen zijn zoekgebied<br />
voor uitbreiding en vestiging van functies die<br />
afhankelijk zijn van de stadsrandzones, zoals<br />
volkstuincomplexen, begraafplaatsen, maneges<br />
en sportvelden, voor zover de mogelijkheden als<br />
stedelijk uitloopgebied niet worden belemmerd;<br />
de kwetsbare delen en de EHS komen niet in<br />
aanmerking voor nieuwe stadsrandactiviteiten.<br />
Toelichting , '<br />
Behoud en versterking van de kwaliteit als stedelijk<br />
uitloopgebied staat hier centraal. De aanduiding<br />
landelijk gebied 1 is opgenomen voor bestaande<br />
situaties met meer dan circa 10 - 15 hectare stads-<br />
randfuncties en voor gebieden die zich (verder) als<br />
stedelijk uitloopgebied kunnen ontwikkelen. De<br />
ontwikkelingsgebieden zijn met name aangegeven<br />
rondom Utrecht en Amersfoort. Juist vanwege de<br />
recreatieve functie voor het aangrenzend stedelijk<br />
gebied is het essentieel dat het gebied landschap-<br />
pelijk aantrekkelijk blijft en zo mogelijk verder<br />
wordt ontwikkeld. Dit vraagt om een zorgvuldige<br />
locatiekeuze en inpassing van bijvoorbeeld stads-<br />
randactiviteiten. Het is vanzelfsprekend om de meer<br />
intensieve functies (zoals sportvelden) zo dicht mo-<br />
gelijk bij de kern te situeren en kwetsbare delen en<br />
de Ecologische Hoofdstructuur te ontzien. Omdat<br />
tuincentra voor hun activiteiten tegenwoordig niet<br />
meer gebonden zijn aan het landelijk gebied, hoeft<br />
nieuwvestiging niet meer hier plaats te vinden. Het<br />
stedelijk gebied is hiervoor in beginsel het aangewe-<br />
zen gebied.<br />
Landelijk gebied 2: hoofdfunctie agrarisch<br />
Karakteristiek<br />
Agrarisch gebied met zowel grondgebonden als<br />
niet-grondgebonden landbouw; veel gebieden<br />
met grondgebonden landbouw hebben land-<br />
schappelijke, ecologische en cultuurhistorische<br />
waarden en worden gekenmerkt door recreatief<br />
medegebruik; binnen deze zone bevinden zich<br />
ook kleine recreatie- en natuurgebieden en eco-<br />
logische verbindingszones.<br />
Accenten<br />
Landbouw<br />
Natuur<br />
Ontwikkeling van de grondgebonden landbouw; de<br />
Recreatie<br />
externe productieomstandigheden worden zo veel<br />
mogelijk afgestemd op het agrarisch gebruik, met<br />
een speciale positie voor de veenweidegebieden;<br />
versterking van de rol van de landbouw als drager<br />
van kenmerkende landschappelijke, ecologische<br />
en cultuurhistorische waarden; ontwikkelingvan<br />
intensieve veehouderij binnen milieukundige en<br />
ruimtelijke randvoorwaarden; zo veel mogelijk<br />
concentratie van bestaande glastuinbouw in enkele<br />
specifiek aangeduide concentratiegebieden; buiten<br />
deze concentratiegebieden geen nieuwvestiging van<br />
glastuinbouwbedrijven.<br />
Het streven is er op gericht andere dan agrarische<br />
grondclaims te beperken.<br />
Behoud en ontwikkeling van natuurwaarden in<br />
aanwezige (kleine) natuurgebieden; aanleg van<br />
ecologische verbindingszones als onderdeel van de<br />
EHS; agrarisch natuurbeheer is mogelijk en wordt<br />
gestimuleerd in de gebieden met hoge natuur-<br />
waarden.<br />
Versterking van recreatief medegebruik en bijbe-<br />
horende kleinschalige recreatieve voorzieningen<br />
voor dag- en verblijfsrecreatie; binnen ruimtelijke<br />
randvoorwaarden is uitbreiding van recreatieve en<br />
toeristische bedrijven en voorzieningen mogelijk,<br />
waarbij de agrarische structuur zo min mogelijk<br />
wordt aangetast.<br />
Water en milieu<br />
Beleid ten aanzien van waterhuishouding en<br />
milieukwaliteiten wordt afgestemd op het agrarisch<br />
gebruik, rekening houdend met aanwezige waar-<br />
den; voor de veenweidegebieden geldt een apart<br />
regime; voor gebieden met hoge natuurwaarden<br />
worden zo mogelijk op lokaal niveau maatregelen<br />
getroffen om deze te versterken; waterknelpunten<br />
worden opgelost zonder deze af te wentelen op<br />
andere gebieden.<br />
Toelichting<br />
Landelijk gebied 2 bevat gebieden met een sterke en<br />
gebieden met een minder sterke agrarische structuur<br />
(zie paragraaf 7.4). Vooral in gebieden met een minder<br />
sterke agrarische structuur zijn uit landbouwkundig<br />
oogpunt goede kansen voor een verbreding van de<br />
landbouw en de productie van groene diensten.<br />
Veel kernen zijn geheel of grotendeels omsloten door<br />
STREEKPLAN 2005-2015
•«/•<br />
.•••V,-yl'.<br />
" - ü?^fï ^ - » - ïre *•<br />
^ • A' 'tg<br />
/ >«•
Binnen de groene contour kan in beginsel geen nieuwvestiging<br />
(vestiging van een bedrijf op een nog niet<br />
bestaande agrarische bedrijfslocatie) van agrarische<br />
bedrijven plaatsvinden.<br />
Ecologische waarden buiten de EHS<br />
Ook buiten de EHS liggen gebieden die voor de natuur<br />
belangrijk zijn, vanwege de zeldzame natuurwaarden<br />
of vanwege een goede ontwikkeling van de EHS zelf.<br />
. Het gaat met name om weidevogel- en wintergastengebieden,<br />
gebieden met waardevolle perceelsranden,<br />
slootoever- en watervegetaties met bijbehorende fauna<br />
en gebieden met een kleinschalige verwevenheid van<br />
ecologisch waardevolle bosjes en houtwallen en hagen<br />
(zie kaart 7.5: waardevolle natuur buiten EHS). Het<br />
doel van deze kaart is het bieden van een globaal overzicht<br />
van belangrijke natuurwaarden buiten de EHS,<br />
zodat hier bij nieuwe, niet agrarische ruimtelijke ontwikkelingen<br />
rekening mee gehouden kan worden. Het<br />
is nadrukkelijk niet de bedoeling dat deze kaart leidt<br />
tot extra beperkingen voor agrarische bedrijven in<br />
gebieden met de geconstateerde hoge natuurwaarden.<br />
Wij willen met name in gebieden buiten de EHS,<br />
waar sprake is van geconcentreerde actuele natuurwaarden<br />
de actuele natuurwaarden in stand<br />
houden en waar mogelijk versterken (zie kaart 7.5B).<br />
Daarvoor zijn in deze gebieden goede milieu- en watercondities<br />
van belang.' Voor weidevogels en wintergasten<br />
zijn openheid, rust en stabiliteit in inrichting en<br />
beheer van belang. De botanische en overige faunistische<br />
waarden zijn sterk gebonden aan perceelsranden<br />
en sloten. De belangrijke weidevogelgebieden liggen<br />
hoofdzakelijk in de veenweidegebieden.<br />
Om de actuele natuurwaarden in de op kaart 7.5B vermelde<br />
gebieden verder te ontwikkelen wordt agrarisch<br />
natuurbeheer met voorrang in deze gebieden gestimuleerd.<br />
Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van<br />
de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (SAN).<br />
Voor het beheer en onderhoud van het landschap kan<br />
gebruik worden gemaakt van de provinciale subsidieregeling<br />
Kleine landschapselementen (KLE). Ons<br />
uitgangspunt is dat natuurwaarden die buiten de<br />
EHS door met name natuurbeheer of op een andere<br />
wijze binnen agrarisch grondgebruik zijn ontstaan,<br />
niet leiden tot extra planologische regelgeving.<br />
Daarnaast zijn er goede kansen om natuurwaarden te<br />
vergroten door onder meer:<br />
- een doordachte inrichting van nieuwe recreatieve<br />
groengebieden in de stadsgewesten Utrecht en<br />
Amersfoort, waarbij binnen de hoofdfunctie recre-<br />
STREEKPLAN 2005-2015<br />
LANDtLIJK CtBIED<br />
atie ook natuurwaarden worden ontwikkeld;<br />
- het realiseren van nieuwe landgoederen en andere<br />
vormen van rood voor groen in landelijk gebied 1<br />
en 3 (zie paragraaf 7.10);<br />
- de eventuele aanleg van waterbergingslocaties te<br />
combineren mét recreatie en natuurontwikkeling.<br />
Wet- en regelgeving<br />
Vanuit het natuurbeleid is er wet- en regelgeving die<br />
ruimtelijke consequenties heeft. Het gaat hierbij om<br />
de Flora- enfaunawet, de Natuurbeschermingswet<br />
en de Vogel- en habitatrichtlijn.<br />
- Zowel binnen als buiten de EHS kunnen planten<br />
en diersoorten voorkomen die op basis van de<br />
Flora- en Faunawet beschermd zijn. Bij locatiekeuze<br />
en ruimtelijke inrichting moet hiermee<br />
rekening worden gehouden.<br />
- De Natuurbeschermingswet regelt de aanwijzing<br />
tot natuurmonument en de daarbij horende wettelijk<br />
bescherming. Voor zowel interne als externe<br />
handelingen die de natuurwaarde van het monument<br />
kunnen beïnvloeden is een vergunning<br />
noodzakelijk.<br />
- De Vogelrichtlijn heeft de bescherming van alle in<br />
het wild levende vogels tot doel. Voor de bescherming<br />
en instandhouding van een aantal specifiek<br />
benoemde soorten zijn beschermingszones aangewezen.<br />
Deze zones zijn aangegeven op de los bijgevoegde<br />
kaart 'Gebieden binnen groene contouren'.<br />
Bij ruimtelijke ingrepen zal onderzoek moeten<br />
uitwijzen of en zo ja op welke wijze de ingrepen<br />
consequenties hebben voor de leefgebieden. Op<br />
basis daarvan moet worden afgewogen in hoeverre<br />
de voorgenomen ruimtelijke maatregelen kunnen<br />
plaatsvinden.<br />
- De Habitatrichtlijn onderscheidt soortenbescherming<br />
en gebiedsbescherming. Soortenbescherming<br />
vindt plaats via de Flora- en Faunawet. Op basis<br />
van de aanwezigheid van beschermde soorten of<br />
habitattypen worden gebieden voor gebiedsbescherming<br />
aangewezen. De Minister van LNV zal<br />
op korte termijn in onze provincie zes gebieden<br />
aanwijzen in het kader van de Habitatrichtlijn.<br />
Deze gebieden zijn met een symbool aangeduid op<br />
de los bijgevoegde kaart 'Gebieden binnen groene<br />
contouren'. Bij ruimtelijke ingrepen zal onderzoek<br />
moeten uitwijzen of en zo ja op welke wijze de<br />
ingrepen consequenties hebben voor de leefgebieden.<br />
Op basis daarvan moet worden afgewogen in<br />
hoeverre de voorgenomen ruimtelijke maatregelen<br />
kunnen plaatsvinden.<br />
r
\<br />
N ft<br />
7.6 Themakaart land-en tuinbouw<br />
landbouwkerngebied<br />
\ ,#> landbouwverwevingsgebied<br />
' . • -f' | " landbouwovergangsgebied<br />
/ . . v / \<br />
/ "• " l '<br />
"i<br />
><br />
x<br />
/.- •>'<br />
. * '.'<br />
/ • /<br />
'- / ' - • - . • - • 7<br />
,/ '"•••=-....<br />
/<br />
l ••' I<br />
^C<br />
^x<br />
/ ' - - N .<br />
. / . '-I ^<br />
1 / , -. Amersft/ort<br />
f '1 '", - ' v\<br />
, Utrecht .,<br />
Cartografie: Provincie Utrecht, PSD, sector Geografische Informatievoorziening behorende bij vastgesteld Streekplan d.d.13 december 2004<br />
t..
LANDELIJK GEBIED<br />
7.6 Land- en tuinbouw<br />
De uitdaging<br />
Met een oppervlakte van circa 69.000 hectare is de<br />
landbouw (inclusief de tuinbouw en fruitteelt) de<br />
grootste grondgebruiker in de provincie Utrecht.<br />
Daarmee is de landbouw en zeker de grootste tak, de<br />
melkveehouderij, van groot belang voor de kwaliteit<br />
van het landelijk gebied. Een aantrekkelijk cultuurlandschap<br />
is veelal gebaat bij renderende landbouw.<br />
Het economisch toekomstperspectief van de landbouw<br />
in onze provincie is onzeker. De landbouw<br />
heeft te maken met dalende prijzen op de wereldmarkt<br />
en afnemende subsidies vanuit de EU.<br />
Tegelijkertijd stellen voedselveiligheid, dierenwelzijn<br />
en milieubeleid steeds hogere eisen aan de productie.<br />
Daarnaast neemt de maatschappelijke vraag toe<br />
naar het leveren van diensten door de landbouw<br />
op het gebied van onder meer recreatie, natuur- en<br />
landschapsbeheer en zorg, de zogenaamde groene<br />
en blauwe diensten. De agrarische sector staat dan<br />
ook voor een ingrijpend vernieuwingsproces. Met<br />
dit streekplan willen wij dit proces ondersteunen en<br />
stimuleren. Ons beleid is daarom gericht op het vervullen<br />
van randvoorwaarden voor een economisch,<br />
ecologisch en milieuhygiënisch duurzame landbouw,<br />
die inspeelt op de maatschappelijke vraag en bijdraagt<br />
aan de kwaliteit van het cultuurlandschap.<br />
De agrarische sector is een economische sector, waarbij<br />
de ondernemers hun bedrijven op een rendabele<br />
wijze moeten kunnen exploiteren. Ons uitgangspunt<br />
is dat de primaire functie van een agrarisch bedrijf de<br />
productie van voedsel is.<br />
Het is mogelijk extra inkomsten te genereren uit zogenaamde<br />
groene diensten. Hierbij valt onder meer te<br />
denken aan productverkoop aan huis, kamperen bij<br />
de boer, kleinschalige verblijfsrecreatie (bijv. bed and<br />
breakfast), kleinschalige horeca en zorglandbouw.<br />
Dit zijn de private groene diensten. Daarnaast zijn er<br />
publieke groene diensten. Daarbij krijgen agrarische<br />
ondernemers een vergoeding voor het afstemmen van<br />
de bedrijfsvoering op het in stand houden of ontwikkelen<br />
van waarden en kwaliteiten (bijv. natuur- en<br />
landschapsbeheer) of voor het gebruik van het<br />
boerenbedrijf voor andere doelen dan de landbouw.<br />
De vergoeding is noodzakelijk omdat in die gevallen<br />
wordt afgezien van optimalisatie van het bedrijf.<br />
Blauwe diensten zijn publieke diensten die betrekking<br />
hebben op vormen van waterbeheer, zoals tijdelijke<br />
waterberging op landbouwpercelen). Publieke en<br />
private diensten versterken elkaar. Een aantrekkelijk<br />
en toegankelijk landelijk gebied vergroot de kansen<br />
voor succesvolle private diensten.<br />
Voor de vernieuwing van de landbouw is planologische<br />
duidelijkheid belangrijk. Alleen dan zullen de<br />
agrarische ondernemers bereid zijn te investeren in<br />
hun bedrijven. Uitgangspunt voor ons beleid zijn de<br />
kansen die de verschillende gebieden bieden voor het<br />
vernieuwingsproces. Wij maken daarbij onderscheid<br />
tussen drie typen landbouwgebieden: landbouwkerngebieden,<br />
landbouwverwevingsgebieden en<br />
landbouwovergangsgebieden (zie kaart 7.6: themakaart<br />
land- en tuinbouw). Het gaat om een sectorale<br />
en globale indeling, bezien vanuit de kansen voor de<br />
landbouw. De landelijk gebied zonering op de streekplankaart<br />
is de resultante van een integrale afweging<br />
van alle in een gebied aanwezige belangen.<br />
- Landbouwkerngebieden zijn de gebieden waar,<br />
binnen (milieukundige) randvoorwaarden, schaalvergroting<br />
en specialisatie kansen hebben. De<br />
productieomstandigheden zijn hier zodanig dat er<br />
voor zowel de grondgebonden als de niet-grondgebonden<br />
land- en tuinbouw goede kansen zijn voor<br />
een duurzame ontwikkeling. Veelal hebben deze<br />
gebieden ook een rol bij het behoud van het bestaande<br />
karakteristieke landschap. Het zijn sterke<br />
landbouwgebieden.<br />
- Landbouwverwevingsgebieden hebben goede<br />
mogelijkheden voor zowel grondgebonden als nietgrondgebonden<br />
landbouw en voor groene diensten<br />
gericht op bijvoorbeeld natuur, landschap en recreatie,<br />
die hier ook bij uitstek gewenst zijn.<br />
- Landbouwovergangsgebieden grenzen aan stedelijke<br />
gebieden en vormen een aantrekkelijk uitloopgebied<br />
voor de bewoners van de aangrenzende<br />
steden. Daarmee bieden ze kansen voor land- en<br />
tuinbouw met groene diensten, zoals verkoop van<br />
92 STREEKPLAN 2005-2015
•J.-J Themakaart recreatie<br />
kerngebied<br />
ontwikkelingsgebied<br />
|f Ranstadgroenstructuur<br />
recreatief medegebruik<br />
toervaarwegennet<br />
Cartografie: Provincie Utrecht, PSD, sector Geografische Informatievoorziening behorende bij vastgesteld Streekplan d.d.13 december 2004
lingsgebieden en recreatief medegebruik ontwikkeld<br />
(zie kaart 7.7: themakaart recreatie).<br />
- Recreatieve kerngebieden zijn gebieden met een<br />
uitstekende recreatieve basiskwaliteit: recreatieplassen,<br />
bossen en natuurgebieden. Deze gebieden<br />
worden druk bezocht door recreanten. Het recreatief<br />
gebruik is de hoofdfunctie of is nevengeschikt<br />
dan wel ondergeschikt aan andere functies. Een<br />
aanzienlijk deel van de recreatieve kerngebieden is<br />
onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur. In<br />
een aantal zones die grenzen aan stedelijke gebieden,<br />
verblijfsrecreatieterreinen en recreatieconcentratiepunten,<br />
is het recreatief medegebruik intensief<br />
of vormt recreatie de hoofdfunctie. Dit is op<br />
de streekplankaart tot uitdrukking gebracht met<br />
de aanduiding landelijk gebied 3. In belangrijke<br />
natuurkernen (landelijk gebied 4) is het recreatief<br />
medegebruik ondergeschikt aan de hoofdfunctie<br />
natuur.<br />
- Recreatief ontwikkelingsgebied: dit zijn gebieden<br />
waar in de komende periode de dagrecreatieve<br />
functie wordt versterkt en gebieden met nieuwe<br />
of te versterken concentratiepunten. Hier kan<br />
uitbreiding of verbetering van recreatieve voorzieningen<br />
zoals groengebieden, jachthavens, camping<br />
en golfbanen bij uitstek een duidelijke meerwaarde<br />
hebben voor de recreatiestructuur.<br />
- Recreatief medegebruik vinden we met name in<br />
agrarische gebieden. Het gaat vooral om wandelen,<br />
fietsen en vormen van plattelandstoerisme. De<br />
intensiteit van het gebruik verschilt per gebied,<br />
afhankelijk van de aantrekkelijkheid en de bereikbaarheid<br />
vanuit het stedelijk gebied. Met name in<br />
de landbouwverwevingsgebieden (zie paragraaf 7.6<br />
Land- en tuinbouw) zullen wij het plattelandstoerisme<br />
stimuleren.<br />
Recreatief groen om de stad<br />
Groen in en om de stad zorgt voor een aantrekkelijk<br />
leefmilieu. Zeker in de stadsgewesten is het van<br />
belang recreatieve groenvoorzieningen, als tegenpool<br />
van de verstedelijking, tijdig aan te leggen. De aanleg<br />
van het groen in beide stadsgewesten blijft echter<br />
achter. Dat komt vooral door de hoge grondprijzen.<br />
Om het tijdig realiseren van recreatieve groenvoorzieningen<br />
voor nieuwe woningbouwlocaties zeker te<br />
stellen, vinden wij het noodzakelijk de uitvoering en<br />
financiering van beide ontwikkelingen zoveel mogelijk<br />
te koppelen. Recreatieve voorzieningen kunnen<br />
dan (voor een deel) worden gefinancierd vanuit de<br />
exploitatie van de stedelijke ontwikkeling.<br />
STREEKPLAN 2005-2015<br />
LANDEUJk GEBIED<br />
Het groen in de stadsrandzones moet zowel stedelijke<br />
(onder meer horeca, leisure, sportvoorzieningen) als<br />
groen/blauwe (recreatief groen, varen, schaatsen)<br />
vrijetijdsbesteding mogelijk maken. Wij streven er<br />
dan ook naar dat de inrichting van deze gebieden tot<br />
een' gecombineerd aanbod van voorzieningen voor<br />
de vrijetijdsbesteding leidt. Bij het realiseren van het<br />
nieuwe recreatieve groen worden zo veel mogelijk<br />
koppelingen gelegd met waterberging en natuur.<br />
In het stadsgewest Utrecht hebben wij landinrichtingscommissies<br />
opdracht gegeven circa 1300 hectare<br />
recreatief groen te realiseren. Deze strategische<br />
groenprojecten (zie kaart 7.7) moeten in 2013 klaar<br />
zijn. Daarnaast is het van belang belangrijke bestaande<br />
kerngebieden in het stadsgewest Utrecht,<br />
zoals de Maarsseveensche Plassen, te behouden en te<br />
versterken. Het Noorderpark krijgt volgens de Nota<br />
Ruimte de status van regionaal groengebied. Dit kan<br />
de mogelijkheden vergroten voor een uit recreatief<br />
oogpunt aantrekkelijke inrichting. In het stadsgewest<br />
Amersfoort hebben wij de ambitie om in de streekplanperiode<br />
circa 350 hectare extra recreatief groen<br />
te ontwikkelen. Het realiseren van de Schammer bij<br />
Leusden (een project uit Agenda 2010) is hier onderdeel<br />
van.<br />
De groenprogramma's van de stadsgewesten Utrecht<br />
en Amersfoort zijn in de paragrafen 9.1 en 10.1 uitgewerkt.<br />
Buiten de stadsgewesten is met name de recreatieve<br />
inrichting van de binnenring van de polder Groot<br />
Mijdrecht van belang. Hierdoor ontstaan nieuwe<br />
recreatiegebieden en parkachtige landschappen met<br />
voldoende basiskwaliteit voor een verdere toeristischrecreatieve<br />
ontwikkeling van het gebied.<br />
Routestructuren<br />
Fietsen, wandelen en varen zijn belangrijke vormen<br />
van recreatief medegebruik. Onze provincie<br />
leent zich er goed voor. Zowel het fiets-, wandel- en<br />
ruiterpadennet als het toervaarwegennet kan worden<br />
verbeterd. In het Strategisch Mobiliteits Plan Utrecht<br />
(SMPU) is een kaart opgenomen met een inventarisatie<br />
van de fietsverbindingen, inclusief de gewenste<br />
verbindingen (de zogenoemde ontbrekende schakels).<br />
Verbetering en uitbreiding van het fiets- en wandelpadennet<br />
geven wij een impuls via twee projecten uit<br />
Agenda 2010.<br />
Bij de aanleg van recreatieve verbindingen vinden wij<br />
het belangrijk dat de agrarische structuur zo min mo-<br />
97<br />
E
Provincie Utrecht<br />
HANDLEIDING BESTEMMINGSPLANNEN 2006
HANDLEIDING BESTEMMINGSPLANNEN 2006 - BELEIDSDEEL<br />
Beleidsregel (E/R)<br />
1. Indien binnen de grenzen van een bestemmingsplan gebieden binnen de groene contour<br />
voorkomen, worden de wezenlijke kenmerken en waarden van deze gebieden in de toelichting<br />
beschreven en via de voorschriften beschermd.<br />
2. Bij bestemmingsplannen die plannen, projecten of handelingen in, of in de nabijheid van<br />
gebieden met een groene contour, boswetgebieden of grootschalige recreatiegebieden<br />
mogelijk maken (zonder dat sprake is van redenen van groot openbaar belang), dient in<br />
de toelichting door middel van gedegen onderzoek te worden aangetoond dat geen sprake<br />
is van significante aantasting van wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied.<br />
. 3. Onderdeel van het compensatiebeginsel is de kwaliteitstoeslag: naarmate de te compenseren<br />
waarden op grond van hun zeldzaamheidswaarde of ouderdom moeilijker vervangbaar<br />
zijn, dient een grotere oppervlakte te worden gecompenseerd. De kwaliteitstoeslag<br />
ligt tussen de o en de 100%. Voor grootschalige recreatiegebieden geldt geen toeslag.<br />
Voor toelichting en nadere informatie zie in servicedeel § 4.5.2 Groene contour en compensatiebeginsel<br />
4.5.3 Ecologische waarden buiten de EHS<br />
Wij willen met name in gebieden buiten de EHS, waar sprake is van geconcentreerde actuele natuurwaarden<br />
de actuele natuurwaarden in stand houden en waar mogelijk versterken. (§ 7.5 Streekplan)<br />
Toetsingscategorie: 2<br />
Voor toelichting en nadere informatie zie in servicedeel § 4.5.3. Ecologische waarden buiten de EHS<br />
Ons uitgangspunt is dat natuurwaarden die buiten de EHS door agrarisch natuurbeheer of op een andere<br />
wijze binnen agrarisch grondgebruik zijn ontstaan, niet leiden tot extra planologische regelgeving. (§ 7.5<br />
Streekplan)<br />
Toetsingscategorie: 2<br />
4.5.4 Wet- en regelgeving<br />
Vanuit het natuurbeleid is er wet- en regelgeving die ruimtelijke consequenties heeft. Het gaat hierbij om de<br />
Flora- enfaunawet, de Natuurbeschermingswet en de Vogel- en habitatrichtlijn.(§ 7.5. Streekplan)<br />
Toetsingscategorie: 1<br />
Zie hierboven onder § 4.5.2 Groene contour en compensatiebeginsel<br />
4.6 Land- en tuinbouw<br />
4.6.1 Ontwikkelingsmogelijkheden<br />
Met name in de landbouwkerngebieden staan de ontwikkelingsmogelijkheden voor de landbouw centraal.<br />
Wij stimuleren dat de inrichting op een doelmatige landbouwkundige functie is afgestemd, met inachtneming<br />
van de specifieke situatie in de veenweidegebieden.(§ 7.6 Streekplan)<br />
Toetsingscategorie: 2<br />
Voor toelichting en nadere informatie zie in servicedeel § 4.6.1 Ontwikkelingsmogelijkheden<br />
4.6.2 Groene en blauwe diensten en verbrede landbouw<br />
Wij bieden zo veel mogelijk ruimte aan agrarische bedrijven om groene diensten, zowel private als publieke,<br />
te leveren.(§ 7.6Streekplan)<br />
Toetsingscategorie: 2
HANDLEIDING BESTEMMINGSPLANNEN 2006-BELEIDSDEEL<br />
Beleidsregel:<br />
1. Duurzame vormen van groenblauwe diensten dragen bij aan de versterking van de vitaliteit<br />
van het landelijk gebied voor zover de balans tussen de (sociaal-)economische en<br />
landschappelijke betekenis en de eventuele ruimtelijke gevolgen ervan voor de kwaliteit<br />
van het gebied neutraal of positief uitvalt. Groenblauwe diensten zijn in ieder geval niet<br />
aanvaardbaar als dit leidt tot een beperking van de agrarische bedrijfsvoering van<br />
bestaande bedrijven of als zij onevenredige hinder met zich brengen voor nabijgelegen<br />
woningen.<br />
2. Als voor de levering van groene diensten nieuwe bebouwing noodzakelijk is, dan vindt<br />
deze plaats op bestaande bouwpercelen, tenzij daarmee afbreuk wordt gedaan aan de<br />
cultuurhistorische waarde van bestaande bebouwing of uit landschappelijke overwegingen<br />
bebouwing elders de voorkeur verdient;<br />
3. Groene diensten leiden per bedrij niet tot een aanmerkelijke toename van het aantal<br />
motorvoertuigen per etmaal.<br />
4. Verblijfsrecreatie in de vorm van kamperen vindt plaats op of aansluitend aan het bouwperceel,<br />
tenzij een andere locatie uit overwegingen van natuur, landschap of cultuurhistorie<br />
de voorkeur verdient.<br />
Voor toelichting en nadere informatie zie in servicedeel § 4.6.2 Groene en blauwe diensten en verbrede<br />
landbouw<br />
4.6.3 Niet-agrarische nevenactiviteiten<br />
Beleidsregel<br />
Niet-agrarische nevenactiviteiten die qua aard voldoen aan de voorwaarden die gelden voor<br />
functieverandering bij bedrijfsbeïndiging zijn in een beperkt deel van de bestaande bedrijfsgebouwen<br />
aanvaardbaar.<br />
Voor toelichting en nadere informatie zie in servicedeel § 4.6.3 Niet-agrarische nevenactiviteiten<br />
4.6.4 Nieuwvestiging land- en tuinbouwbedrijven<br />
Wij staan zeer terughoudend tegenover nieuwvestiging van land- en tuinbouwbedrijven en werken hieraan<br />
alleen mee bij een duidelijk aantoonbare meerwaarde.(§ 7.6 Streekplan)<br />
Toetsingscategorie: 1<br />
Voor verplaatsing van solitaire glastuinbouwbedrijven in De Ronde Venen en omgeving vinden wij enige<br />
uitbreiding van het concentratiegebied in de Derde Bedijking aanvaardbaar. Voor de elders gevestigde<br />
solitaire bedrijven bestaan vestigingsmogelijkheden in de Harmelerwaard tussen de spoorverbinding<br />
I Utrecht-<strong>Woerden</strong> en de Leidsche Rijn. (§ 7.6 Streekplan)<br />
Toetsingscategorie: 2<br />
Aan nieuwvestiging van glastuinbouwbedrijven buiten de concentratiegebieden werken wij niet mee.<br />
(§ 7.6 Streekplan)<br />
Toetsingscategorie: 1<br />
Voor toelichting en nadere informatie zie in servicedeel § 4.6.4 Nieuwvestiging land- en tuinbouw-<br />
bedrijven<br />
4.6.5 Teeltondersteunende maatregelen<br />
|<br />
i Voor nadere informatie zie in servicedeel § 4.6.5 Teeltondersteunende maatregelen
i .<br />
r?<br />
1 [<br />
T i<br />
Rapport<br />
DEUK<br />
AKOESTIEK EN BOUW/FYSICA<br />
IAWAAIBEHEERSINS<br />
MILIEUTECHNOLOGIE<br />
BRANDVEILIGHEID<br />
Geluid naar de omgeving ten gevolge van activiteiten bij<br />
De Boerinn, Poldersport en Vergaderhoeve te Kamerik<br />
Onderdeel van vergunningaanvraag (oprichting) krachtens<br />
de Wet milieubeheer ex artikel 8.1 lid 1 sub aenc<br />
Rapportnummer F15970-1 AcLd. 17 november 2003<br />
Behoort bij besluit van<br />
d.d. -g JULI 2004<br />
MILIEUDIENST<br />
NW UT<br />
' nself - : 18 NOV. 2083<br />
Opdrachtgever: De Boerinn, Poldersporten Vergaderhoeve te Kamerik<br />
Rapportnummer: F 15970-1A<br />
Datum:<br />
Ref.:<br />
17 november 2003<br />
HH/CV/CW/F 15970-1 A-RA<br />
UdONRI<br />
ISO-9001:2000 gecertificeerd<br />
Peutzbv<br />
Paletslngel 2, Postbus 696<br />
2700ARZoetenroer<br />
Tel. (079) 347 03 47<br />
Fax (079) 36149 85<br />
lnfo@zoétermeer.peutz.nl<br />
Peutzbv<br />
Undenlaan 41. Molenhoek<br />
Postbus 66,65B5 ZH MooK<br />
TeL (024) 357 07 07<br />
Fax (024) 358 51 60<br />
InfbQiDook.peutzjil<br />
PeutzGmbH<br />
KolbergerS(rasse19<br />
4OS99D08S9ldorf<br />
Tel. +49 211 999 582 60<br />
Fax +49 211 999 582 70<br />
dus@peutz.de<br />
PeutzSAR.1.<br />
34 Rue de Paradis<br />
75010 Paris<br />
Tal.+331452 305 00<br />
Fax+331452 305 04<br />
peulz@club-lntemet.fr<br />
Peutzbv<br />
PO Bax 32268<br />
LondonW5 2ZA<br />
Tel.+44 20 88 1068 77<br />
F8X+44 20 88 1066 74<br />
peutz.london@tiscan.co.uk<br />
www.peutz.nl<br />
Opdrachten worden aanvaard<br />
en uitgevoerd volgens de<br />
'Regeling van de verhouding<br />
tussen opdrachtgever en<br />
adviserend ingenieursbureau'<br />
(RVOI-2001). Ingeschreven<br />
KvK onder nummer 12028033.<br />
BTW Man
3. REPRESENTATIEVE BEDRIJFSSITUATIE<br />
3.1. Algemeen<br />
pEÜTZ<br />
In overleg met De Boerinn is de representatieve bedrijfssituatie vastgelegd. Uitgangspunt<br />
vormt de representatieve bedrijfssituatie gekenmerkt door een hoog activiteitenniveau<br />
welke meer dan twaalf maal per jaar voorkomt. De gehanteerde geluidvermogens zijn<br />
gebaseerd op ervaringsgegevens opgedaan bij min of meer vergelijkbare projecten en/of<br />
inrichtingen. De inrichting kan circa 500 personen per dag ontvangen. Een deel hiervan<br />
zal deelnemen aan buitensportactiviteiten. ,<br />
Activiteiten die incidenteel (ten hoogste 12 keer per jaar) plaatsvinden, zijn in hoofdstuk 4<br />
beschreven. In het onderstaande worden twee bedrijfssituaties beschreven.<br />
Bedrijfssituatie 1 met ten hoogste 50 vertrekkende personenwagens in de nachtperiode en<br />
bedrijfssituatie 2 met ten hoogste 95 vertrekkende personenwagens in de nachtperiode.<br />
Bedrijfssituatie 2 treedt slechts één maal per week op.<br />
3.2. Bedrijfssituatie 1<br />
Geluid van sport- en recreatieactiviteiten<br />
De maanden van april tot en met september is de periode met de meeste buitenactiviteiten<br />
en derhalve maatgevend. Met betrekking tot sport- en recreatieactiviteiten is uitgegaan van<br />
v380 bezoekers per dag waarbij een groep bezoekers in de ochtend en een groep in de<br />
middag komt. De groep die komt in de ochtend vertrekt in de middag, de groep die in de<br />
middag komt vertrekt in de avond- of nachtperiode. De bezoekers worden op het terras<br />
ontvangen (duur circa een half uur). De drie terrassen bevinden zich aan de west-, zuid- en<br />
oostzijde van het bezoekerscentrum.<br />
's Middags krijgen de bezoekers een lunch op het terras (duur circa 1 uur).<br />
De 380 bezoekers nemen in de dagperiode deel aan sportieve activiteiten buiten (duur<br />
circa 3x2 uur). Uitgegaan is van het tegelijkertijd uitvoeren van de activiteit poldersport<br />
door 180 bezoekers en klompengolf door 200 bezoekers. Deze vinden plaats op de velden<br />
aan de twest- en oostzijde van de opstallen. Daarnaast vinden poldertochten plaats (kano,<br />
steppen, wandelen), de poldertochten vinden grotendeels buiten de inrichting plaats en zijn<br />
derhalve akoestisch niet relevant.<br />
De overige bezoekers nemen deel aan educatieve of creatieve activiteiten binnen welke<br />
akoestisch niet relevant zijn.<br />
Als afsluiting van de dag kan er voor maximaal -300 bezoekers een barbecue met<br />
aansluitend een borrel georganiseerd worden (duur circa 2 uur in de dagperiode, 4 uur in<br />
F 15970-1 A-RA 10
DEUK<br />
de avondperiode en 2 uur in de nachtperiode). Tijdens de barbecue/borrel zijn maximaal<br />
75 bezoekers gelijktijdig op de terrassen aanwezig. Uitgegaan is van een verdeling van<br />
bezoekers over de terrassen grosso modo evenredig met de oppervlakte ervan. Dit komt<br />
neer op een verdeling van 3:4:5 voor respectievelijk de terrassen aan de west-, zuid- en<br />
oostzijde. De overige 225 bezoekers verspreiden zich over het terrein ten noorden van<br />
gebouw 1, II, VII en VIII en ten zuiden van de gebouwen X-XV.<br />
De sportieve activiteiten kunnen eveneens in de avondperiode plaatsvinden (duur 1 uur)<br />
door maximaal 100 personen. Uitgegaan wordt van het tegelijkertijd uitvoeren van de<br />
activiteit poldersport en klompengolf door elk 50 personen. Indien sportieve activiteiten in<br />
de avondperiode plaatsvinden zal voor maximaal 250 (in plaats van 300) bezoekers een<br />
barbecue/borrel in de avond- en nachtperiode plaatsvinden.<br />
In tabel 2 zijn de gehanteerde geluidvermogens onderbouwd.<br />
Tabel 2 Onderbouwing geluidvermogens<br />
Activiteit<br />
ontvangst/lunch op terras<br />
sport* 1<br />
barbecue/borrel* 2<br />
Geluidvermogen persoon<br />
70 dB(A), geluid van spreken<br />
75 dB(A), geluid van luid spreken<br />
70 dB(A), geluid van spreken<br />
Gelijktijdigheid<br />
(aantal personen<br />
dat tegelijk spreekt)<br />
25%<br />
80%<br />
50%<br />
* 1 Tijdens sportacöviteiten (kanoën, vlotbouwen, weilandtocht. klompengolf) is het menselijk stemgeluid<br />
maatgevend, de deelnemers moedigen elkaar aan.<br />
* 2 Het geiuidvermogen per persoon en de gelijktijdigheid tijdens de barbecue/borrel zijn gebaseerd op de<br />
gegevens van een Biergarten zoals opgenomen in Berichte B2/94 van het Bundesinstituut für<br />
SportwissenschafL<br />
Het geluidvermogen van een groep mensen wordt bepaald door het geluidvermogen van<br />
1 persoon te vermenigvuldigen met het aantal personen dat gelijktijdig spreekt.<br />
De omroepinstallatie wordt zodanig ingeregeld dat voor het geluidvermogen (LWR) kan<br />
worden uitgegaan van 88 dB(A). Daarmee wordt een verstaanbaar geluidniveau op de<br />
terrassen gerealiseerd van 65 è 70 dB(A), ervan uitgaande dat bezoekers tijdens een<br />
mededeling zelf stil zijn. De omroepinstallatie is gesitueerd aan de west- en oostzijde van<br />
de zuidgevel van gebouw III en is gedurende effectief 30 minuten in de dag- en 10 minuten<br />
in de avondperiode in bedrijf.<br />
Voor maximale geluidniveaus van de omroepinstallatie is uitgegaan van een<br />
geluidvermogen dat 5 dB(A) hoger is dan het equivalent geluidvermogen van de<br />
omroepinstallatie. Uitgegaan is derhalve van een maximaal geluidvermogen (LwR.max) van<br />
93 dB(A).<br />
F 15970-1 A-RA 11
Voor maximale geluidniveaus ten gevolge van juichen en schreeuwen van bezoekers is<br />
I<br />
uitgegaan van een maximaal geluidvermogen (LWR,max) van 107 dB(A).<br />
Geluid van verkeer binnen de inrichtingsgrenzen<br />
Uitgegaan is van 500, 75 en 50 personenwagenbewegingen (inclusief bestelbusjes in de<br />
dagperiode ten gevolge van een zeer beperkt aantal toeleveringsbedrijven) in<br />
respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode. Ten aanzien van zowel bezoekend als<br />
vertrekkend verkeer is uitgegaan van één minuut manoeuvreertijd op het parkeerterrein.<br />
Het gehanteerde geluidvermogen van personenwagens is gebaseerd op<br />
ervaringsgegevens. Het geluidvermogen (LWR) bedraagt 87 dB(A) uitgaande van een<br />
rijsnelheid op het terrein van 15 km per uur.<br />
Maximale geluidniveaus van personenwagens worden veroorzaakt door het dichtslaan van<br />
het portier. Uitgegaan is van een maximaal geluidvermogen (LwR,max) van 95 dB(A),<br />
hetgeen representatief is voor normaal dichtslaan van een portier. Het met geweld<br />
dichtslaan van een autoportier, met inherent daaraan een hogere geluidemissie, is niet als<br />
representatief te beschouwen.<br />
Nieuwe ontvangstruimte<br />
De Boerinn is voornemens om op de plaats van de hooiberg (gebouw VII) een nieuw<br />
ontvangstgebouw te realiseren. In dit ontvangstgebouw kunnen in de dag-, avond- en<br />
nachtperiode festiviteiten plaatsvinden. Tijdens de festiviteiten zullen de deuren en de<br />
ramen van het gebouw gesioten zijn.<br />
Het ontvangstgebouw wordt dusdanig geluidgeïsoleerd uitgevoerd dat ter hoogte van de<br />
beoordelingsposities de geluidbijdrage van het ontvangstgebouw verwaarloosbaar is ten<br />
opzichte van de geluidbijdragen van de overige activiteiten. De glazen geveldelen zijn als<br />
akoestisch meest kritisch aan te merken en zullen daartoe worden uitgevoerd met<br />
dubbelglas met de volgende opbouw (of akoestisch gelijkwaardige opbouw):<br />
glas met een dikte van 6 mm;<br />
20 mm gasgevulde spouw;<br />
glas met een dikte van 8 mm.<br />
Het gehele ontvangstgebouw dient voorzien te zijn van een goede kierafdichting. Door<br />
middel van adequate bestekseisen zal ervoor gezorgd worden dat de geluidisolatie van<br />
het ontvangstgebouw aan de voornoemde uitgangspunten zal voldoen.<br />
Daarnaast worden eisen gesteld aan het nagalmniveau in het ontvangstgebouw. Dit mag<br />
maximaal 92 dB(A) in de dag- en avondperiode en 87 dB(A) in de nachtperiode<br />
bedragen. Hiertoe zal een limiter op de muziekinstallatie worden aangesloten.<br />
F 15970-1 A-RA 12
pEurz<br />
Daarmede wordt ten gevolge van de festiviteiten in het nieuwe ontvangstgebouw een<br />
maximale geluidimmissieniveau in de woonomgeving gerealiseerd van 27 dB(A) in de<br />
dag- en avondperiode en 22 dB(A) in de nachtperiode, hetgeen 9 dB(A) lager is dan de<br />
geluidbijdrage van de overige activiteiten.<br />
Maatregelen<br />
Teneinde de optredende geluidniveaus ter hoogte van de beschouwde<br />
beoordelingsposities zoveel mogelijk te beperken zijn de volgende maatregelen voorzien:<br />
Muziekgeluid uit de omroepinstallatie of een andere geluidinstallatie op het<br />
buitenterrein zal het karakter hebben van achtergrondmuziek. Door de realisatie van<br />
een limiter zal gewaarborgd worden dat het totale immissierelevante geluidvermogen<br />
van de geluidinstallaties op, het terras niet meer dan 75 dB(A) bedraagt bij continu<br />
bedrijf van 07.00-01.00 uur.<br />
Aan de zuidzijde van de terrassen wordt een geluidscherm geplaatst met een hoogte<br />
van 2,5 m.<br />
De nieuwe ontvangstruimte ter plaatse van gebouw VII (De Hooiberg) wordt volledig<br />
geluidgeïsoleerd uitgevoerd.<br />
3.3. Bedrijfssituatie 2<br />
De activiteiten met betrekking tot bedrijfssituatie 2 zijn eender als de activiteiten met<br />
betrekking tot bedrijfssituatie 1 met uitzondering van het verkeer binnen' de<br />
inrichtingsgrenzen. In bedrijfssituatie 2 vinden in de nachtperiode 95 in plaats van<br />
50 personenwagenbewegingen plaats. Bedrijfssituatie 2 treedt ten hoogste 1 maal per<br />
week op. De personenwagens maken evenals in bedrijfssituatie 1 naast parkeerplaats 2<br />
(capaciteit circa 80 parkeerplaatsen) eveneens gebruik van parkeerplaatsen op de<br />
overige verharde terreinen (capaciteit circa 20 parkeerplaatsen).<br />
F 15970-1 A-RA 13
naam verzoeker<br />
N. Voorneveld<br />
straat en huisnunmer<br />
Mijzijde 7<br />
betreft verzoek om vergunning tot<br />
GEMEENTE WOERDEN<br />
H i nderwetvergunni ng<br />
(art. 30 Wet ABM)<br />
Een nieuwe, de gehele inrichting<br />
omvattende vergunning voor een melkvee-,<br />
mestvarkens- en fokzeugenhouderij<br />
adres van de inrichting<br />
Mijzijde 7<br />
gemeente/postcode<br />
3471 GM KAMERIK<br />
kadastraal gemeente<br />
WOERDEN<br />
datum beschikking<br />
sectie<br />
F<br />
2 JUNI 1992<br />
datum verzoek<br />
24 december 1991<br />
numner(s)<br />
Wij hebben besloten aan verzoeker de bij bovenaangehaald verzoek gevraagde vergunning<br />
te verlenen overeenkomstig de aangehechte en gewaarmerkte bescheiden en<br />
voorschriften.<br />
Voor nadere inlichtingen<br />
Dienst Openbare Werken<br />
Bureau Milieuzaken<br />
Meeuwenlaan 1<br />
3443 BA <strong>Woerden</strong><br />
Telefoonnummer 03480-28453/28418<br />
867
- 8 -<br />
E. Het houden van dieren en de opslag van mest<br />
1. In de inrichting mogen ten hoogste gehouden worden:<br />
40 stuks melkvee;<br />
20 stuks jongvee;<br />
2 dekberen;<br />
- 300 mestvarkens;<br />
- 80 fokzeugén;<br />
10 opfokzeugen.<br />
2. Dunne mest en gier, spoel- en schrobwater moeten worden<br />
opgeslagen in een hiertoe bestemde vloeistofdichte<br />
opslagruimte. Deze opslagruimte mag niet zijn voorzien<br />
van een overstort.<br />
3. Behalve tijdens het legen moet de opslagruimte door<br />
middel van goed, sluitende deksels, luiken of een daaraan<br />
gelijkwaardige voorziening gesloten worden gehouden<br />
.<br />
4. De vloeren van de stallen, welke niet zijn voorzien van<br />
mestkelders, moeten vloeistofdicht zijn.<br />
5. Bij het verwijderen van mest of gier mag de omgeving<br />
niet worden verontreinigd. Transport van dunne mest of<br />
gier moet plaatsvinden in gesloten tankwagens.<br />
6. Het voer, met uitzondering van ruwvoer, moet worden<br />
bewaard in uitsluitend voor dit doel gebezigde bewaarplaatsen<br />
die rat- en muiswerend zijn ingericht.<br />
7. Een besloten ruimte waarin mengmest aanwezig is, of<br />
wordt bewerkt, moet zodanig zijn geventileerd dat zich,<br />
geen brandbaar en/of explosief lucht/gasmengsel kan<br />
vormen.<br />
8. Ramen van de stallen moeten, voor zover zij geen functie<br />
hebben voor de luchtverversing in de stal, gesloten<br />
worden gehouden. Deuren moeten gesloten zijn behoudens<br />
gedurende het doorlaten van personen, dieren of goederen.<br />
9. Regenkappen op ventilatiekokers op het dak van een stal<br />
moeten zodanig zijn uitgevoerd dat de luchtstroom<br />
zoveel mogelijk naar boven gericht blijft.<br />
10. Op het terrein van de inrichting mag geen mest worden<br />
gedroogd, of worden verbrand.<br />
11. Tijdens het pneumatisch vullen van voedersilo's moeten<br />
maatregelen zijn getroffen om verspreiding van stof<br />
buiten de inrichting te voorkomen.<br />
12. Vrijkomende oliën en vetten uit de ontluchtingsleiding<br />
van de vacuümpomp van de melkmachine moeten doelmatig<br />
opgevangen worden in een vloeistofdichte voorziening,<br />
Voorschriften hinderwetvergunning, Hijzijde 7 te Karaerik
Naam van de vergunninghouder:<br />
Mts. Voomeveld N. en Voorneveld - Winkel J.<br />
Straat en huisnummer (evt. telefoonnummer):<br />
Mijzijde 7 tel.0348-401584<br />
geeft kennis van de*<br />
WET MILIEUBEHEER<br />
- melding verandering inrichting<br />
(art. 8.19JflhB^ST5.iai Ivb)<br />
Postcode/woonplaats:<br />
3471 GM KAMERIK<br />
• uitbreiding (en) • wijzigingen<br />
van de hieronder omschreven inrichting, waarvoor vergunning ingevolge de Wet milieubeheer<br />
• is verleend bij uw besluit van D is aangevraagd d.d.<br />
Datum en nummer van de vergunning Wet milieubeheer<br />
Nieuwe, de gehele inrichting omvattende vergunning d.d. 2 juni 1992<br />
r\<br />
in tweevoud indienenll<br />
Datum: (.VC<br />
De onderhavige uitbreiding/wijziging wordt langs deze weg gelegaliseerd, omdat redelijkerwijs mag worden<br />
aangenomen, dat zij geen dan wel uitsluitend gunstige gevolgen heeft voor de milieubelasting (gevaar, schade, hinder,<br />
e.d.) buiten de inrichting.<br />
Aard van de inrichting 1 :<br />
melkrundvee-, varkens- en fokzeugenhouderij<br />
Plaats waar de inrichting is gevestigd:<br />
straat en nummer (evt. telefoonnummer) en postcode/plaats<br />
Mijzijde 7<br />
tel. 0348-401584<br />
Opgaaf van hetgeen in de inrichting wordt verricht,<br />
vervaardigd of verzameld 2 :<br />
Melkrundvee-, mestvarkens- en fokzeugenhouderij<br />
Opgaaf van de aard en de omvang van de uitbreiding of wijziging 3 :<br />
- buiten gebruik stellen van varkensstal L en het vervolgens in gebruik nemen als jongveestal<br />
- vermindering van de veestapel met 10 opfokzeugen ( = 10 mve's)<br />
- in werking brengen / houden van de ligboxenstal welke middels bouwvergunning (nr. 1099) is verleend en<br />
deel uitmaakt van de Wet milieubeheer vergunning d.d. 2 juni 1992, waardoor er, binnen het bedrijf, in totaal<br />
plaats is voor het houden van 56 stuks melkrundvee en 35 stuks jongvee<br />
Reden(en), waarom de voorgenomen verandering geen dan wel uitsluitend gunstige gevolgen voor het milieu<br />
heeft 4 :<br />
Door bovengenoemde wijzigingen vindt er een vermindering plaats van het totaal aantal mestvarkeneenheden<br />
(mve's). Eveneens wordt de middels de verleende bouwvergunning (nr. 1099) vergunde ruimte/ ligboxenstal<br />
thans benut voor het houden van rundvee<br />
Tijdstip realisering voorgenomen verandering 5 :<br />
reeds doorgevoerd<br />
Betreft deze uitbreiding/wijziging het ongedaan maken van een eerdere gedane kennisgeving ? neen<br />
* > Aankruisen wat van toepassing is I<br />
•• Doorhalen wat niet van toepassing is.<br />
1 Hier vermelden bijv. heretelwerkplaats, broodbakkerij, garage, restaurant, opslag vuurwerk, tankstation.<br />
2 Hier aangeven hetgeen in de inrichting wordt verricht, vervaardigd of bewaard.<br />
3 In de meeste gevallen kan worden volstaan met een duidelijke omschrijving ven het object waarop de kennisgeving betrekking heeft.<br />
Ook aangeven waarom er geen nadelige milieugevolgen zullen optreden.<br />
4 Het milieu-effect aangeven ten opzichte van da eerder verleende vergunning(en); elke verandering wordt op zich beoordeeld voor wet betreft de milieugevolgen.<br />
5 De wet verlangt dat elke melding één maand voor de realisering plaatsvindt.<br />
blad -1-
O<br />
Nadere gegevens i.v.m. een volledige beoordeling van de melding<br />
(bijv. capaciteit, kwantificering, lagere milieubelasting, te treffen milieuvoorzieningen, toekomstige ontwikkelingen) 1 :<br />
1 Vraag zonodig voorlichting aan de miüoudienst of er eventueel nog andere bescheiden nodig zijn voor het vaststellen van de verandering van de aard en de omvang van<br />
gevaar, schade of hinder buiten de inrichting, ten gevolge van de uitbreidmg of wijziging waarvan thans wordt kennisgegeven.<br />
door<br />
Een exemplaar van deze kennisgeving wordt gezonden aan':<br />
D<br />
D<br />
•<br />
D<br />
inspecteur milieuhygiëne<br />
directeur materieel defensie<br />
gedeputeerde staten<br />
* het aangekruiste geldt I<br />
De vergunninghouder,<br />
Mts. Voorneveld N. en Voorneveld • Winkel J.<br />
(handtekening)<br />
Bijlagen 1 stuks<br />
de milieudienst in te vullen<br />
Firma stempel,<br />
Een vergunning dient dus te worden aangevraagd indien door de verandering der inrichting de aard en/of de omvang van gevaar, schade<br />
of hinder in de omgeving toeneemt. Eveneens geldt de vergunningsplicht voor een verandering bestaande in de terugkeer naar de<br />
oorpronkelijke, minder gunstige situatie. Acceptatie van de kennisgeving en het uitblijven van een reaktie daarop door het bevoegde gezag,<br />
houdt nog niet in dat met de gedane kennisgeving als zodanig of met de aangebrachte verandering der inrichting wordt ingestemd. Indien<br />
de kennisgeving te laat, in het geheel niet of ten onrechte is geschied, is het betrokken deel der inrichting in strijd met de wet in werking.
FOTOBIJLAGE<br />
INCLUSIEF OVERZICHTSFOTO'S/SCHETS WAAROP<br />
DE STANDPLAATSEN EN RICHTING VAN DE FOTO-<br />
OPNAMEN IS AANGEGEVEN<br />
m.b.t.<br />
het beroep van<br />
N. Voorneveld en R.N. Voorneveld<br />
61
OVERZICHTSFOTO'S/SCHETS WAAROP<br />
DE STANDPLAATSEN EN RICHTING VAN DE FOTO-<br />
OPNAMEN IS AANGEGEVEN<br />
?*&**&#**<br />
. "• • "I<br />
't **
Foto 1 Een indruk vanaf de Van Teylingenweg op de brug naar de Mijzijde.<br />
Foto 2 Een indruk vanaf de Mijzijde op het perceel Mijzijde 6.
Foto 3 Een indruk van de oprijlaan van Mijzijde 6.<br />
Foto 4 Een indruk van het parkeerterrein, ter plaatse van Mijzijde 6.
Foto 5 Een indruk van het parkeerterrein, ter plaatse van Mijzijde 6.<br />
Foto 6 Een indruk van de voorzijde van het hoofdgebouw, ter plaatse van Mijzijde 6.
Foto 7 Een indruk van het perceel Mijzijde 5.<br />
Foto 8 Een indruk van de voorzijde van de stallen, ter plaatse van Mijzijde 6.
Foto 9 Een indruk van de achterzijde van de stallen en van de mestopslag, ter plaatse van Mijzijde 6.<br />
Foto 10 Een indruk van de oude schuur, ter plaatse van Mijzijde 6, welke op korte afstand ten opzichte<br />
van de stallen van de veehouderij op Mijzijde 7 is gelegen.
Foto 11 Een indruk van de gronden aan de achterzijde, ter plaatse van Mijzijde 6<br />
Foto 12 Een indruk van de sloot, die de scheiding vormt tussen de percelen Mijzijde 6 en 7.
Foto 13 Een indruk van de varkensstal, ter plaatse van Mijzijde 7.<br />
Foto 14 Een indruk van de bouwwerken, ter plaatse van Mijzijde 7.
Foto 15 Een indruk van de bouwwerken, ter plaatse van Mijzijde 7.<br />
Foto 16 Een indruk van de bouwwerken, ter plaatse van Mijzijde 7.
Foto 17 Een indruk van de bouwwerken, ter plaatse van Mijzijde 7.<br />
Foto 18 Een indruk van het terras en de horeca gelegenheid gelegen aan de voorzijde, ter plaatse van<br />
Mijzijde 6.
Foto 19 Een indruk van het terras grenzend aan Mijzijde 5, ter plaatse van Mijzijde 6.<br />
Foto 20 Een indruk van een horeca gelegenheid, ter plaatse van Mijzijde 6.
Foto 21 Een indruk van de verkoop van zelfgemaakte producten, ter plaatse van Mijzijde 6.<br />
Foto 22 Een indruk van een vergaderruimte, ter plaatse van Mijzijde 6.
Foto 23 Een indruk van de binnenzijde van de "hooiberg", ter plaatse van Mijzijde 6.<br />
Foto 24 Een indruk van een stal met recreatie voorziening, ter plaatse van Mijzijde 6.
Foto 25 Een indruk van een stal met recreatie voorziening, ter plaatse van Mijzijde 6.<br />
Foto 26 Een indruk van de locatie waar de uitkijktoren is gepland, ter plaatse van Mijzijde 6.
Foto 27 Een indruk van de hindernissen, ter plaatse van Mijzijde 6.<br />
Foto 28 Een indruk van een activiteit, ter plaatse van Mijzijde 6.
Foto 29 Een indruk van het perceel, ter plaatse van Mijzijde 6.<br />
Foto 30 Een indruk van de voorzijde van het perceel, ter plaatse van Mijzijde 6.
Foto 31 Een indruk van de voorzijde van het perceel, ter plaatse van Mijzijde 6.