'HET BEGIN VAN HET EINDE' - Bazuin te Sion
'HET BEGIN VAN HET EINDE' - Bazuin te Sion
'HET BEGIN VAN HET EINDE' - Bazuin te Sion
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
en bedreigen. Satan zal zijn best doen maar hij zal<br />
verliezen. Hij kan hen niet tot zonde dwingen. Zij zullen<br />
de beproeving doorstaan en God zal hen Zijn zegel<br />
opdrukken. Door de laats<strong>te</strong> generatie van heiligen<br />
zal God ui<strong>te</strong>indelijk gerechtvaardigd worden. Door hen<br />
zal Hij Satan overwinnen en zijn zaak tot overwinning<br />
brengen. Deze mensen zullen in het plan van God een<br />
bijzondere plaats innemen. Zij moe<strong>te</strong>n door de ergs<strong>te</strong><br />
strijd en beproevingen. Zij moe<strong>te</strong>n strijden met de<br />
overheden en mach<strong>te</strong>n in de hemelse gewes<strong>te</strong>n, maar<br />
zij hebben hun vertrouwen ges<strong>te</strong>ld op de Allerhoogs<strong>te</strong>.<br />
Zij zullen honger en dorst <strong>te</strong> verduren hebben, maar<br />
<strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> zullen zij nooit meer hongeren en dors<strong>te</strong>n.<br />
Ook zal de zon niet meer op hen vallen, noch enige<br />
hit<strong>te</strong>, want het Lam dat in het midden van de troon is,<br />
zal hen weiden en hun voeren naar wa<strong>te</strong>rbronnen des<br />
levens; en God zal alle tranen van hun ogen afwissen.<br />
(Openbaring 7:16 17).<br />
Zij volgen het Lam waar het ook heengaat. Als de deuren<br />
van de <strong>te</strong>mpel zich <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> openen, zal er een<br />
s<strong>te</strong>m <strong>te</strong> horen zijn. “Alleen de 144.000 mogen deze<br />
plaats betreden.” (EG 11). Door het geloof hebben zij<br />
het Lam op aarde gevolgd en vertrouwd. Zij gingen<br />
met Hem in het Heiligdom en <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> met Hem door<br />
het geloof in het Allerheiligs<strong>te</strong>. Alleen zij die Hem hier<br />
op aarde gevolgd zijn zullen Hem ook la<strong>te</strong>r kunnen<br />
volgen. Zij zullen koningen en pries<strong>te</strong>rs zijn. Zij mogen<br />
Hem volgen tot in het Heilige der Heiligen, waar alleen<br />
de hogepries<strong>te</strong>r één keer per jaar binnentreden mocht.<br />
Deze zullen Hem volgen waar Hij ook heengaat, en zij<br />
zullen Hem dienen, dag en nacht in zijn <strong>te</strong>mpel. Zij zullen<br />
met Hem op zijn troon zit<strong>te</strong>n omdat zij overwonnen<br />
hebben, zoals Hij overwon en zich zet<strong>te</strong> met Zijn Vader<br />
op Zijn troon. (Openb. 7:15 en Openb. 3:21).<br />
Niet de verlossing van de mens, hoe belangrijk ook,<br />
is het allerbelangrijks<strong>te</strong>, maar de rehabilitatie (hers<strong>te</strong>l)<br />
van de eer van God <strong>te</strong>gen de aanklach<strong>te</strong>n van Satan.<br />
Deze strijd nadert nu de laats<strong>te</strong> fase. God bereidt Zijn<br />
volk voor op het laats<strong>te</strong> conflict. Ook Satan maakt zich<br />
gereed voor de strijd. De beslissende strijd ligt vóór<br />
ons. Gods naam is afhankelijk van Zijn kinderen, zoals<br />
de eer van God afhankelijk was van Job. De vraag is<br />
of God Zijn volk vertrouwen kan? God heeft ons een<br />
wonderbaar voorrecht geschonken, dat wij mee mogen<br />
helpen om de eer van Zijn naam <strong>te</strong> hers<strong>te</strong>llen. Het<br />
is heerlijk, dat ons toegestaan wordt, getuigenis af <strong>te</strong><br />
leggen voor Hem. Wij moe<strong>te</strong>n ech<strong>te</strong>r niet verge<strong>te</strong>n dat<br />
dit getuigenis niet alleen uit woorden bestaat maar<br />
voornamelijk uit een levend getuigenis van daden.<br />
In Hem was leven en het leven was het licht der mensen.<br />
(Joh 1:4). Het leven was het licht, zó was het bij<br />
Jezus en zó moet dat ook bij ons zijn. Ons leven moet<br />
licht zijn zoals Zijn leven licht was. Mensen licht geven<br />
be<strong>te</strong>kent meer dan hen een boek of een geschrift<br />
overhandigen. Ons leven is het licht. Zonder leven<br />
blijven onze woorden leeg. Als ons leven ech<strong>te</strong>r licht<br />
wordt, dan worden onze woorden machtig. Het is ons<br />
pag - 65<br />
leven dat voor God getuigen moet.<br />
Moge de gemeen<strong>te</strong> van God de voorrech<strong>te</strong>n die haar<br />
geschonken zijn naar waarde leren schat<strong>te</strong>n. “Gij toch<br />
zijt mijn getuigen luidt het woord des Heren en Ik ben<br />
uw God.” (Jes 43:12). Mogen wij werkelijk getuigen zijn<br />
en daarvan getuigen wat God voor ons gedaan heeft.<br />
Dit alles is zeer nauwverbonden met het werk van verlossing<br />
en van verzoening. Op de Gro<strong>te</strong> Verzoendag<br />
werd het volk, na hun zonden beleden <strong>te</strong> hebben, volkomen<br />
gereinigd. (Lev. 16:30). Vergeving hadden zij<br />
reeds ontvangen; nu werd de zonde helemaal van hen<br />
weggenomen. Nu waren ze zonder smet en rimpel,<br />
heilig. Het gehele volk werd gereinigd. (Lev. 16:16).<br />
Wij leven nu in de ech<strong>te</strong> Gro<strong>te</strong> Verzoendag, dat is de<br />
dag van reiniging. Iedere zonde moet beleden en door<br />
het geloof vooruit gezonden worden in het oordeel.<br />
(1 Tim. 5:24).<br />
Op het moment dat de Hogepries<strong>te</strong>r het Heilige der<br />
Heiligen binnentreedt staat Gods volk voor Hem. Een<br />
ieder moet we<strong>te</strong>n dat hij alle zonden beleden heeft en<br />
er geen schuld meer op hem rust. De reiniging van het<br />
hemels Heiligdom is verbonden met de reiniging van<br />
Gods volk. Daarom is het noodzakelijk dat Zijn volk<br />
heilig en zonder smet voor Hem staat. Elke zonde die<br />
hem aankleeft, moet uitgedelgd worden, opdat een ieder<br />
in staat zal zijn voor het aangezicht van God <strong>te</strong><br />
kunnen staan, en in dit ver<strong>te</strong>rende vuur <strong>te</strong> kunnen bestaan.<br />
“Hoort wat Ik doe, gij die verre zijt; gij die nabij zijt,<br />
erkent mijn macht. De zondaars in <strong>Sion</strong> vrezen, beving<br />
grijpt de Gods verge<strong>te</strong>nen aan. Wie onzer kan<br />
verkeren bij een ver<strong>te</strong>rend vuur; wie onzer kan verkeren<br />
bij een eeuwige gloed? Hij, die in gerechtigheid<br />
wandelt en oprecht spreekt; die gewin door afpersing<br />
verkregen, versmaadt; die zijn handen weerhoudt om<br />
een geschenk aan <strong>te</strong> nemen, zijn oor toestopt om naar<br />
een moordplan <strong>te</strong> horen en zijn ogen toesluit om het<br />
slech<strong>te</strong> niet aan <strong>te</strong> zien. Die zal op de hoog<strong>te</strong> wonen;<br />
rotsvestingen zullen zijn burcht wezen; zijn brood is<br />
gewis, zijn wa<strong>te</strong>r verzekerd.” (Jes. 33:13 16).