30.09.2013 Views

'HET BEGIN VAN HET EINDE' - Bazuin te Sion

'HET BEGIN VAN HET EINDE' - Bazuin te Sion

'HET BEGIN VAN HET EINDE' - Bazuin te Sion

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

DE EERSTE FASE<br />

De eers<strong>te</strong> fase van Christus’ verzoening was die van<br />

het lijdende offer. Deze begon al voor de grondlegging<br />

der wereld en hield in: Christus’ menswording,<br />

Zijn leven op aarde, de verzoekingen in de woestijn,<br />

Gethsémané, Golgotha, en eindigde toen Gods s<strong>te</strong>m<br />

Christus riep uit ‘de s<strong>te</strong>nen gevangenis van de dood’.<br />

Het drieënvijftigs<strong>te</strong> hoofdstuk van Jesaja is een levendige<br />

illustratie hiervan. Satan had Adam in de hof van<br />

Eden overwonnen en in een kor<strong>te</strong> tijd was bijna de gehele<br />

wereld onder zijn macht gekomen. In de tijd van<br />

Noach waren er maar acht zielen die de ark binnengingen.<br />

Satan beweerde de vorst van deze wereld <strong>te</strong><br />

zijn en niemand weerstond hem daarin. Maar God erkende<br />

Satans aanspraak op wereldheerschappij niet,<br />

en toen Christus naar de aarde kwam “gaf de Vader de<br />

wereld in handen van de Zoon, opdat Hij door Zijn middelaarswerk<br />

de heiligheid en de bindende kracht van<br />

ieder voorschrift van de goddelijke wet tot zijn recht<br />

zou doen komen.” (Bible Echo, January 1887). Dit<br />

was een uitdaging aan Satans claim en toen begon de<br />

gro<strong>te</strong> strijd tussen Christus en Satan in alle hevigheid.<br />

“Christus nam de plaats in van de gevallen Adam. Met<br />

de zonden van de wereld op Zijn schouders zou Hij<br />

gaan over de grond waarop Adam was gestruikeld.”<br />

(RH, 24/2/1874). “Jezus onderwierp Zich vrijwillig aan<br />

de hoogs<strong>te</strong> eisen van de wet.” (Id., 2/9/1890). “Christus<br />

maak<strong>te</strong> Zichzelf verantwoordelijk voor iedere man<br />

en vrouw op aarde.” (Id., 27/2/1900). Omdat Satan<br />

aanspraak maak<strong>te</strong> op de heerschappij over de aarde<br />

moest Christus Satan overwinnen, voordat Hij bezit<br />

kon nemen van Zijn koninkrijk. Satan wist dit en deed<br />

daarom een poging om Christus <strong>te</strong> vermoorden zodra<br />

Hij was geboren. Aangezien ech<strong>te</strong>r een gevecht tussen<br />

Satan en een hulpeloos kind niet eerlijk zou zijn, heeft<br />

God dit belet. Het eers<strong>te</strong> ech<strong>te</strong> treffen tussen Christus<br />

en Satan vond plaats in de woestijn. Na veertig<br />

dagen vas<strong>te</strong>n was Christus zwak en uitgemergeld, de<br />

dood nabij. Toen viel Satan aan. Maar Christus bood<br />

weerstand, ‘tot bloedens toe’, en Satan was gedwongen<br />

om zich verslagen <strong>te</strong>rug <strong>te</strong> trekken. Maar hij gaf<br />

het niet op. Gedurende Zijn gehele dienstwerk volgde<br />

Satan Hem op de voet en maak<strong>te</strong> van ieder ogenblik<br />

van Zijn leven een hard gevecht.<br />

GETHSÉMANÉ<br />

Het hoog<strong>te</strong>punt van Christus’ strijd met Satan kwam in<br />

de hof van Gethsémané. Tot hiertoe was Christus op<br />

de been gehouden door de we<strong>te</strong>nschap, dat de Vader<br />

ach<strong>te</strong>r Hem stond. Maar nu “werd Hij overweldigd<br />

door de verschrikkelijke angst, dat God Zich van Hem<br />

<strong>te</strong>rugtrok” (3SP 95). Als God Hem zou verla<strong>te</strong>n, kon Hij<br />

dan nog Satan blijven weerstaan en liever s<strong>te</strong>rven dan<br />

toegeven? “Driemaal schrok de mens in Christus <strong>te</strong>rug<br />

voor dat laats<strong>te</strong> offer, dat de kroon op Zijn werk moest<br />

pag - 48<br />

zijn... Het lot van de mensheid trilde in de weegschaal.”<br />

(Id., 99). “Toen de Vader Zich van Christus had <strong>te</strong>ruggetrokken<br />

zagen zij Hem in een lijden, dat bit<strong>te</strong>rder<br />

was dan dat van het laats<strong>te</strong> gevecht van een mens met<br />

de dood.” (Wens 759). “Hij viel als dood op de grond,<br />

maar met Zijn laats<strong>te</strong> beetje kracht fluis<strong>te</strong>rde Hij: “Als<br />

deze beker niet aan Mij voorbij kan gaan <strong>te</strong>nzij Ik haar<br />

drink, Uw wil zal geschieden...” Een hemelse vrede<br />

kwam op Zijn bloedbevlek<strong>te</strong> gezicht. Hij had gedragen<br />

wat geen mens ooit kan dragen; Hij had het lijden van<br />

de dood voor ieder mens geproefd.” (Wens 694). In<br />

Zijn dood was Hij de overwinnaar. “Toen Christus zei:<br />

‘Het is volbracht,’ antwoordde God: ‘Het is volbracht,<br />

het menselijk geslacht zal nog een kans hebben.’ De<br />

prijs voor de verlossing was betaald en Satan viel uit<br />

de hemel als een bliksemflits.”<br />

(Mss, 11, 1897).<br />

“Toen de Vader op het kruis zag, was Hij <strong>te</strong>vredenges<strong>te</strong>ld.<br />

Hij zei: ‘Het is genoeg, het offer is volmaakt.’”<br />

(ST 30/9/1899). Het was ech<strong>te</strong>r nodig, dat aan de wereld<br />

de onverbiddelijkheid van Gods gramschap werd<br />

getoond en dus “was Christus in het graf de gevangene<br />

van de goddelijke gerechtigheid”. (MVF 24/2/1898).<br />

“Met nadruk zij ges<strong>te</strong>ld, dat Christus’ dood echt was en<br />

dus moest Hij de vastges<strong>te</strong>lde tijd in het graf blijven.”<br />

(RH 26/4/1898). Toen die tijd verstreken was “werd<br />

een boodschapper gezonden om de Zoon van God <strong>te</strong><br />

bevrijden van de schuld waarvoor Hij verantwoordelijk<br />

was geworden en waarvoor Hij volledige verzoening<br />

had gedaan”. (Mss, 94, 1897). In het hogepries<strong>te</strong>rlijk<br />

gebed, dat Jezus uitsprak tot Zijn Vader, s<strong>te</strong>lde Hij,<br />

dat Hij de voorwaarden had vervuld waardoor de Vader<br />

verplicht was om <strong>te</strong> voldoen aan Zijn aandeel van<br />

de overeenkomst, die in de hemel was geslo<strong>te</strong>n met<br />

betrekking tot de gevallen mens. Hij bad: ‘Ik heb het<br />

werk voleindigd dat Gij mij <strong>te</strong> doen hebt gegeven.’ Ellen<br />

Whi<strong>te</strong> geeft dan deze verklaring: “Dat wil zeggen:<br />

Hij had op deze aarde een rechtvaardig karak<strong>te</strong>r ontwikkeld<br />

als een voorbeeld voor de mens om na <strong>te</strong> volgen.”<br />

(3SP 260). De ‘overeenkomst’, die in de hemel<br />

was aangegaan tussen de Vader en de Zoon, hield het<br />

navolgende in:<br />

1) De Zoon moest op aarde een rechtvaardig karak<br />

<strong>te</strong>rontwikkelen, als een voorbeeld <strong>te</strong>r navolging voor<br />

de mens;<br />

2) Christus moest niet alleen zo’n karak<strong>te</strong>r ontwikkelen,<br />

maar Hij moest ook la<strong>te</strong>n zien dat een mens dat<br />

ook kon;<br />

3) Wanneer Christus op die manier de mens kon<br />

voors<strong>te</strong>llen als een nieuwe schepping in Christus Jezus,<br />

moest God de “berouwvolle en gehoorzame mens<br />

aannemen en Hij zou hem liefhebben net zoals Hij Zijn<br />

eigen Zoon liefheeft” (3SP 260; Wens 790). Christus<br />

had “een fase van Zijn pries<strong>te</strong>rschap vervuld door aan

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!