'HET BEGIN VAN HET EINDE' - Bazuin te Sion
'HET BEGIN VAN HET EINDE' - Bazuin te Sion
'HET BEGIN VAN HET EINDE' - Bazuin te Sion
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Nadat ik in het bezit gekomen was van de vertrouwelijke<br />
notulen van de Beheerscommissie van The Whi<strong>te</strong><br />
Esta<strong>te</strong>, volgde ik het onderricht van Christus om ‘tot<br />
hem alleen’ <strong>te</strong> spreken, en zond vier brieven naar onze<br />
hoogs<strong>te</strong> beamb<strong>te</strong>.<br />
26 juni 1957 - Ik ontving dit antwoord:”Ik ben er zeker<br />
van, dat wij erop vertrouwen kunnen dat de broeders<br />
van The Whi<strong>te</strong> Esta<strong>te</strong> met voorzichtigheid in deze richting<br />
zullen gaan en geen positie zullen innemen die in<br />
de toekomst problemen zal meebrengen. Zeker, broeder<br />
Andreasen, ligt het hier niet in de bedoeling, hoe<br />
dan ook de geschrif<strong>te</strong>n van zr. Whi<strong>te</strong> <strong>te</strong> vervalsen. Wij<br />
hech<strong>te</strong>n daar gro<strong>te</strong> waarde aan. Wat betreft het boek<br />
Questions on Doctrine, laat mij u hier eveneens verzekeren<br />
dat dit niet het werk is van de broeders die<br />
u opnoemt. Het is waar, dat zij een zeker werk in het<br />
begin deden, maar het werd hen uit handen genomen<br />
en het is meer het werk van een gro<strong>te</strong> groep dan van<br />
weinigen.”<br />
4 juli 1957 - Ik antwoordde (hier is een deel van dat<br />
antwoord):”Ik vrees dat de dag zal komen, dat deze<br />
zaak aan het volk bekend zal worden. Dit zal het geloof<br />
van de gehele gemeen<strong>te</strong> schokken. Natuurlijk, sommigen<br />
zullen zich verheugen dat eindelijk met zr. Whi<strong>te</strong><br />
is afgerekend. Anderen zullen wenen en roepen tot de<br />
Here om troost: ‘Spaar Uw volk en geef Uw erfenis niet<br />
over tot een smaadheid.’ En wanneer wij in ons eigen<br />
net gevangen zijn, zal het niet tot vermaak van andere<br />
kerken zijn? Alstublieft broeder, zie erop toe dat het<br />
boek, waarvoor men plannen heeft, niet wordt uitgegeven.<br />
Het zal fataal zijn... want als er nu in het hemelse<br />
Heiligdom geen verzoeningswerk aan de gang is, kan<br />
het kerkgenootschap evengoed haar dwaling open en<br />
eerlijk toegeven, en de gevolgen ervan dragen. La<strong>te</strong>n<br />
wij dan zr. Whi<strong>te</strong> <strong>te</strong>rzijde s<strong>te</strong>llen en niet langer haar<br />
geschrif<strong>te</strong>n huichelachtig verdedigen, noch ach<strong>te</strong>r de<br />
schermen verdraaien en dan nog beweren dat ze haar<br />
werk zijn. Ik sluit met gevoelens van gro<strong>te</strong> bezorgdheid<br />
voor u. U hebt een welhaast overs<strong>te</strong>lpende taak<br />
voor u liggen, daar u onder ogen moet zien de groots<strong>te</strong><br />
afval die de kerk ooit gekend heeft.”<br />
18 sep<strong>te</strong>mber 1957 - Ik ontving deze mededeling:”Ik<br />
heb de zaak waarover u schreef als afgehandeld beschouwd.<br />
Ik geloof niet dat u het recht hebt de notulen<br />
van The Whi<strong>te</strong> Esta<strong>te</strong> <strong>te</strong> gebruiken zoals u hebt<br />
gedaan. De notulen zijn vertrouwelijk en niet bes<strong>te</strong>md<br />
voor algemeen gebruik. Ik hoop dat nimmer de tijd zal<br />
komen, dat wij het standpunt innemen, dat mensen<br />
moe<strong>te</strong>n worden veroordeeld en onder tucht ges<strong>te</strong>ld,<br />
omdat zij voor de rechtmatig aanges<strong>te</strong>lde kerkbesturen<br />
komen om vragen <strong>te</strong> bespreken die zij hebben, met<br />
betrekking tot het werk van het geloof van de kerk.”<br />
pag - 38<br />
27 sep<strong>te</strong>mber 1957 - Ik antwoordde:”Ik dank u voor<br />
uw brief van 18 sep<strong>te</strong>mber, waarin u meedeelt, dat de<br />
zaak waarover u schreef is afgehandeld! Ik vroeg om<br />
een onderzoek. Dit werd door u geweigerd. U hebt de<br />
mannen, die erbij betrokken waren, vrijuit doen gaan<br />
en u hebt ook gezegd, dat ik niet het recht had, gebruik<br />
<strong>te</strong> maken van de inlichtingen, die mij <strong>te</strong>r kennis<br />
kwamen. En toen sloot u de deur. Mag ik <strong>te</strong>r verklaring<br />
zeggen, dat de enige manier waarop ik van mijn inlichtingen<br />
gebruik gemaakt heb, is, om u in <strong>te</strong> lich<strong>te</strong>n en<br />
niemand anders. Wat kon ik anders doen? U beweert<br />
dat, indien er zulke inlichtingen tot u gekomen waren,<br />
u er geen gebruik van zou hebben gemaakt. Dat is<br />
nogal een erkenning! Ik beschouw het onderhavige<br />
geval als de groots<strong>te</strong> afval, die ooit in onze gemeen<strong>te</strong><br />
heeft plaatsgevonden en dit zou u onder de dekman<strong>te</strong>l<br />
willen houden? En nu hebt u de deur dichtgedaan...<br />
Ik geloof niet, broeder Figuhr, dat u de ernst van de<br />
toestand in aanmerking hebt genomen. Ons volk zal<br />
het vervalsen of elke poging tot het vervalsen van de<br />
getuigenissen niet dulden. Het zal hen een onprettig<br />
gevoel geven dat op het hoofdkwartier niet alles in<br />
orde is. Lees nogmaals mijn brief van 12 sep<strong>te</strong>mber. U<br />
kunt de situatie redden, maar alleen als u bereid bent<br />
open kaart <strong>te</strong> spelen. U staat op het punt de gemeen<strong>te</strong><br />
<strong>te</strong> ruïneren. Ik bid voor u.”<br />
Mijn correspondentie met Washington ging in dit spoor<br />
verder tot...<br />
16 december 1957 - Ik ontving dit ultimatum:”Zij (de<br />
beamb<strong>te</strong>n) verzoeken u derhalve uw activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n <strong>te</strong><br />
staken.” Drie dagen la<strong>te</strong>r ontving ik deze aanvullende<br />
woorden: “Dit zal u duidelijk in strijd brengen met uw<br />
gemeen<strong>te</strong>, en zal ongetwijfeld de zaak van uw relatie<br />
met de gemeen<strong>te</strong> aan de orde s<strong>te</strong>llen. Dit alles in<br />
aanmerking genomen, vragen de beamb<strong>te</strong>n u ernstig,<br />
zoals ik al eerder heb geschreven, uw activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n <strong>te</strong><br />
staken.”<br />
Tot op deze tijd was er geen voors<strong>te</strong>l tot een onderhoud<br />
geweest. Mij werd eenvoudig gelast, mijn activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n<br />
<strong>te</strong> staken en men liet doorschemeren dat, als ik<br />
dit niet deed, het “ongetwijfeld de zaak van uw relatie<br />
met de gemeen<strong>te</strong> aan de orde zou s<strong>te</strong>llen”. Er was<br />
geen voors<strong>te</strong>l tot een onderhoud. Ik zou veroordeeld<br />
worden zonder mogelijkheid tot verweer. De bedreiging<br />
dat mijn naam aan de orde zou komen voor beoordeling,<br />
kon van alles be<strong>te</strong>kenen.<br />
De vraag omtrent de juistheid van mijn klacht kwam<br />
niet aan de orde. Ik was reeds veroordeeld. De enige<br />
vraag was, wat mijn straf zou zijn. Dit bracht mij in<br />
gedach<strong>te</strong>n wat in de E<strong>te</strong>rnity had gestaan, dat onze<br />
mensen “meneer Martin duidelijk maak<strong>te</strong>n, dat zij (de<br />
adventis<strong>te</strong>n) in hun gelederen leden hadden, die zij<br />
extremis<strong>te</strong>n noemden, evenals er soortgelijke excentrieke<br />
ontoerekenbaren zijn bij iedere groep orthodoxe