'HET BEGIN VAN HET EINDE' - Bazuin te Sion
'HET BEGIN VAN HET EINDE' - Bazuin te Sion
'HET BEGIN VAN HET EINDE' - Bazuin te Sion
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
offerdood niet volledig was, zegt hij nu dat zij volledig,<br />
definitief en volmaakt is. Hiermee zijn wij het niet eens,<br />
deze twee uitspraken zijn onverenigbaar.<br />
Dit is meer dan alleen maar een ongelukkige formulering.<br />
Terwijl de schrijver in de volgende paragraaf lippendienst<br />
bewijst aan de behoef<strong>te</strong> aan de bediening<br />
in het hemels Heiligdom, gaat hij aan al het wezenlijk<br />
kenmerkende van de verzoening voorbij en laat de data<br />
weg die onontbeerlijk zijn voor het adventistische begrip<br />
der verzoening, dat ons bestaan als volk met een<br />
eigen naam en een boodschap voor de wereld in deze<br />
tijd rechtvaardigt. In zijn uitlegging van het werk van<br />
Christus in het Heiligdom verwijst hij niet naar Daniël<br />
8:14, waarin staat: “...dan zal het Heiligdom gerechtvaardigd<br />
worden.” Zonder deze <strong>te</strong>kst wordt Christus’<br />
werk zonder be<strong>te</strong>kenis. Hij noemt het jaartal 457 voor<br />
Christus en de 70 weken niet, noch het midden van<br />
de week, dat nauwkeurig de tijd van het offer aan het<br />
kruis bepaalt en “als een nagel in de hech<strong>te</strong> plaats” is.<br />
(Jes. 22:23), waaraan wij het gehele chronologische<br />
schema ophangen en dat de basis vormt voor het jaartal<br />
1844. Neem deze jaartallen weg en de adventis<strong>te</strong>n<br />
zijn zonder vast punt voor het chronologische sys<strong>te</strong>em<br />
dat in 1844 zijn hoog<strong>te</strong>punt bereikt. Maar ze zijn dan<br />
ook niet in staat hun bestaan als volk, dat deze allerbelangrijks<strong>te</strong><br />
boodschap “vreest God en geeft Hem<br />
eer, want de ure van zijn oordeel is gekomen”<br />
(Op. 14:7) voor deze tijd aan de wereld heeft <strong>te</strong> brengen,<br />
<strong>te</strong> rechtvaardigen. Elk van deze jaartallen laat de<br />
schrijver weg, en wat overblijft is volgens de woorden<br />
van dr. Barnhouse ‘duf, onnozel en onvruchtbaar’.<br />
(E<strong>te</strong>rnity, extra uitgave, sept. 1956, p. 4).<br />
EEN UITGEBREIDE BLOEMLEZING<br />
In Questions on Doctrine is er, <strong>te</strong> beginnen op blz. 661,<br />
een gedeel<strong>te</strong> C, bestaande uit een verzameling cita<strong>te</strong>n<br />
uit de geschrif<strong>te</strong>n van Ellen Whi<strong>te</strong> over het onderwerp<br />
der verzoening, in het geheel 30 pagina’s. Er wordt<br />
gezegd dat het een uitgebreide bloemlezing van de leringen<br />
van Ellen Whi<strong>te</strong> over de verzoening is. Door het<br />
gebruik van het woord ‘uitgebreid’, verwacht<strong>te</strong> ik een<br />
volledige en veelomvat<strong>te</strong>nde verzameling, maar bij<br />
het raadplegen van dit ma<strong>te</strong>riaal werd ik <strong>te</strong>leurges<strong>te</strong>ld<br />
door de gebrekkigheid en eenzijdigheid. Ik bemerk<strong>te</strong><br />
dat het een zeer onvolledige en magere verzameling<br />
was, die aan talrijke cita<strong>te</strong>n voorbijging welke zelfs in<br />
een kleine verzameling thuis hoorden, laat staan in een<br />
uitgebreide. En vreemd genoeg waren juist die cita<strong>te</strong>n<br />
weggela<strong>te</strong>n die in geen geval weggela<strong>te</strong>n hadden mogen<br />
worden. Allereerst wilde ik we<strong>te</strong>n wat zr. Whi<strong>te</strong> <strong>te</strong><br />
zeggen had over het jaartal 1844, dat het ‘crisisjaar’ is.<br />
Ik wilde we<strong>te</strong>n of het in het bijzonder iets <strong>te</strong> maken had<br />
met de verzoening, of dat er veilig aan voorbij gegaan<br />
kan worden. Ik ontdek<strong>te</strong> dat de schrijver het weggela<strong>te</strong>n<br />
had, dus zocht ik vervolgens verder naar andere<br />
cita<strong>te</strong>n: geen enkele ervan vond ik in de bloemlezing.<br />
pag - 29<br />
Ik zocht naar de uitspraak: “aan het eind van de 2300<br />
avonden en morgens in 1844 gaat onze Hogepries<strong>te</strong>r<br />
vergezeld van engelen het Heilige der Heilige binnen<br />
en verschijnt voor God om Zijn bemiddeling <strong>te</strong>n guns<strong>te</strong><br />
van de mens af <strong>te</strong> slui<strong>te</strong>n om het onderzoekend<br />
oordeel <strong>te</strong> doen plaatsvinden en verzoening <strong>te</strong> doen<br />
voor allen die ‘waardig geacht worden’.” Dit wordt ‘de<br />
gro<strong>te</strong> dag van de ui<strong>te</strong>indelijke verzoening’ genoemd.<br />
(GS 443,444)<br />
Ik zocht naar deze belangrijke uitspraak in de uitgebreide<br />
bloemlezing, maar zij was er niet! Ik zocht naar<br />
de gelijkluidende uitspraak dat “Christus in 1844, aan<br />
het einde van de 2300 avonden en morgens, niet naar<br />
de aarde was gekomen, maar het Heilige der Heiligen<br />
was binnen gegaan om zijn verzoeningswerk af<br />
<strong>te</strong> slui<strong>te</strong>n voordat Hij weerkomt”. (Ibid, p.395). Ik vond<br />
ze niet!<br />
Ik zocht naar de uitspraak: “Deze dienst begon aan het<br />
einde van de 2300 avonden en morgens. Toen ging<br />
onze Hogepries<strong>te</strong>r, zoals de profeet Daniël had voorzegd,<br />
het Heilige der Heiligen binnen om het laats<strong>te</strong><br />
gedeel<strong>te</strong> van zijn plechtige taak het reinigen van het<br />
Heiligdom <strong>te</strong> vervullen.” (Ibid, p.394). Ik kon haar niet<br />
vinden!<br />
Ik zocht naar de uitspraak dat “het einde van de 2300<br />
avonden en morgens in 1844 een belangrijk keerpunt<br />
was”. (Ibid, p 401). Ik vond ze niet!<br />
Ik zocht nog naar andere uitspraken, zoals “het geheiligde<br />
werk van Christus (dat) in de <strong>te</strong>genwoordige<br />
tijd plaats vindt in het hemels Heiligdom” (5T 520) en<br />
“...het verzoenend werk van Christus vindt nu plaats<br />
in het Hemels Heiligdom” (Whi<strong>te</strong> Board Minu<strong>te</strong>s, p.<br />
1483) en “heden doet Hij verzoening voor ons voor de<br />
Vader”. (Manuscript 21, 1895). Ik vond geen enkele<br />
van deze uitspraken. Ik dacht eerst dat dit boek (Q.D.)<br />
evenals The Ministry geen plaats had voor deze cita<strong>te</strong>n,<br />
maar deze gedach<strong>te</strong> moest ik losla<strong>te</strong>n toen ik opmerk<strong>te</strong><br />
dat het slechts een speciaal soort cita<strong>te</strong>n was,<br />
dat werd weggela<strong>te</strong>n. Al deze cita<strong>te</strong>n hadden namelijk<br />
betrekking op het ‘crisisjaar’ 1844, het onderzoekend<br />
oordeel, het binnengaan van Christus in het Heilige<br />
der Heilige voor de ui<strong>te</strong>indelijke verzoening die Hij tot<br />
stand brengt, en zijn “heden verzoening doen voor de<br />
Vader”. Dit zijn de uitspraken, die dr. Barnhouse belachelijk<br />
maak<strong>te</strong> en waarvan hij zei dat onze leiders ze<br />
‘geheel verworpen’ hadden.<br />
Hij had ook de ervaring van Hiram Edson in het korenveld<br />
belachelijk gemaakt en het onderzoekend oordeel<br />
niet slechts een ‘eigenaardige’, maar een “menselijke<br />
gedach<strong>te</strong> om zijn gezicht <strong>te</strong> redden” genoemd,<br />
in fei<strong>te</strong> was het “in de geschiedenis van de godsdienst<br />
het groots<strong>te</strong> psychologische verschijnsel in een poging<br />
om je gezicht <strong>te</strong> redden”. Nu ontdek<strong>te</strong>n wij dat al<br />
deze ergernis wekkende uitlatingen uit de “uitgebreide<br />
bloemlezing” weggela<strong>te</strong>n waren. Kan dit alleen maar<br />
een samenloop van omstandigheden zijn? Wij vragen<br />
ons af, welke uitwerking het belachelijk maken door de