30.09.2013 Views

'HET BEGIN VAN HET EINDE' - Bazuin te Sion

'HET BEGIN VAN HET EINDE' - Bazuin te Sion

'HET BEGIN VAN HET EINDE' - Bazuin te Sion

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hij beschouwt het als ‘gepast’, voor God om dit <strong>te</strong><br />

doen, d.w.z. hij keurt het goed. In het beoordelen van<br />

God doet hij als Abraham, die zelfs stoutmoediger was<br />

dan Paulus. In verkeerd begrip omtrent Gods bedoelingen<br />

raadde Abraham God aan deze niet <strong>te</strong>n uitvoer<br />

<strong>te</strong> brengen. Hij zei: “Zult Gij ook de rechtvaardige met<br />

de goddelozen ombrengen?... Het zij verre van U, zulk<br />

een ding <strong>te</strong> doen, <strong>te</strong> doden de rechtvaardige met de<br />

goddeloze! ...verre zij het van U! Zou de Rech<strong>te</strong>r der<br />

ganse aarde geen recht doen?” (Gen. 18:23 25).<br />

Ook Mozes poogde God <strong>te</strong> waarschuwen en Hem <strong>te</strong><br />

onderricht<strong>te</strong>n. Toen Israël om het gouden kalf dans<strong>te</strong>,<br />

zei God tot Mozes: “En nu, laat Mij toe, dat mijn toorn<br />

<strong>te</strong>gen hen onts<strong>te</strong>ekt, en hen ver<strong>te</strong>ert.” (Ex. 32:10).<br />

Mozes tracht<strong>te</strong> de Here tot vrede <strong>te</strong> brengen en zei: “O<br />

Here, waarom zou uw toorn onts<strong>te</strong>ken <strong>te</strong>gen uw volk?<br />

... keer af van de hittigheid van uw toorn en laat het u<br />

over het kwaad van uw volk berouwen.” (Ex. 32:10,11).<br />

“Toen berouwde het den Here over het kwaad, hetwelk<br />

Hij gesproken had zijn volk <strong>te</strong> zullen doen.”<br />

(Ex. 32:14).<br />

Wij zien dadelijk, dat God in deze belangwekkende<br />

episode hem alleen maar op de proef s<strong>te</strong>lde en hem<br />

de gelegenheid gaf voor het volk <strong>te</strong> plei<strong>te</strong>n. Maar wij<br />

merken ook op dat dit Gods bereidheid illustreert om<br />

de zaken met zijn heiligen <strong>te</strong> bespreken: ja, zelfs met<br />

hen die geen heiligen zijn. Zijn uitnodiging aan de<br />

mensheid is: “Komt dan, en laat ons samen rich<strong>te</strong>n.”<br />

(Jes. 1:18). God verlangt ernaar in verbinding <strong>te</strong> treden<br />

met zijn volk. Noch Abraham, noch Mozes werd<br />

berispt over zijn stoutmoedigheid.<br />

MOEST<br />

Het andere woord waarvoor we aandacht willen vragen<br />

is ‘moest’. Sprekende over Christus zegt Paulus:<br />

“Waarom Hij in alles de broeders moest gelijk worden,<br />

opdat Hij een barmhartig getrouw Hogepries<strong>te</strong>r zou<br />

zijn, in de dingen, die bij God <strong>te</strong> doen waren, om de<br />

zonden des volks <strong>te</strong> verzoenen.” (Heb. 2:17). Terwijl<br />

‘betaamde’ in vers 10 een gematigd woord is, is ‘moest’<br />

in vers 17 (ophilo in het Grieks) een s<strong>te</strong>rk woord en<br />

wordt omschreven als ‘de verplichting hebben’, ‘behoort’,<br />

‘moet’, ‘zal’, ‘bes<strong>te</strong>md tot’, ‘schuldig’, ‘plicht’,<br />

‘verschuldigd zijn’. Indien Christus een barmhartig en<br />

getrouw Hogepries<strong>te</strong>r is, zegt Paulus, moest Hij ‘in alles’<br />

zijn broeders gelijk worden. Dit was verplicht. Het<br />

was een plicht die hij verschuldigd was en niet kon<br />

vermijden. Hij kan geen verzoening voor de mensen<br />

tot stand brengen, <strong>te</strong>nzij Hij zijn plaats met hen deelt<br />

en in alles hen gelijk wordt. Het is geen kwestie van<br />

keuze. Hij ‘moest’, Hij ‘moet’, Hij ‘behoort’, Hij ‘heeft de<br />

verplichting’, Hij ‘is verschuldigd’. Tenzij Hij <strong>te</strong> strijden<br />

heeft met dezelfde verleidingen als de mensen, kan<br />

Hij niet met hen meevoelen. Iemand die nooit hongerig,<br />

zwak of ziek is geweest, die nimmer strijd heeft gevoerd<br />

met verzoekingen, is niet in staat <strong>te</strong>n volle mee<br />

pag - 15<br />

<strong>te</strong> voelen met hen die aldus gekweld worden.<br />

Om deze reden is het voor Christus nodig ‘in alles’ zijn<br />

broederen gelijk <strong>te</strong> worden. Als Hij bewogen zal worden<br />

door het gevoel van onze zwakheden, moet Hijzelf<br />

met zwakheid bevangen zijn. (Heb. 4:15, 5:2). Daarom<br />

moet Hij, als de mensen benauwd zijn, ook Hij benauwd<br />

zijn in al hun benauwdheid. (Jes. 63:9). Christus<br />

getuigt zelf: “Ik ben niet weerspannig, Ik wijk niet<br />

ach<strong>te</strong>rwaarts. Ik geef mijn rug degenen die mij slaan<br />

en mijn wangen degenen, die mij het haar uitplukken,<br />

mijn aangezicht verberg ik niet voor smaadheden en<br />

speeksel.” (Jes. 50:5,6). Hij “heeft onze krankheden<br />

op zich genomen, en onze ziek<strong>te</strong>n gedragen.”<br />

(Matth. 8:17).<br />

In niets ontzag Christus zichzelf. Hij vroeg niet om vrijges<strong>te</strong>ld<br />

<strong>te</strong> worden van enige beproeving of enig lijden<br />

van de mens; en God s<strong>te</strong>lde Hem er ook niet vrij van.<br />

Deze ervaringen waren allemaal nnoodzakelijk, opdat<br />

Christus een barmhartig Hogepries<strong>te</strong>r zou zijn. Nu<br />

kan Hij meelijden met ieder mensenkind: want Hij kent<br />

door werkelijke ervaring honger, ziek<strong>te</strong>, zwakheid, verzoeking,<br />

droefheid, benauwdheid, pijn en het zich verla<strong>te</strong>n<br />

voelen van God èn mens. Hij, die “in alle dingen<br />

gelijk was als wij, is verzocht geweest, doch zonder<br />

zonde.” (Heb. 4:15). Het is Christus’ deelhebben aan<br />

de benauwdheden en zwakheden van de mensen, dat<br />

Hem in staat s<strong>te</strong>lt om de mede lijdende Heiland <strong>te</strong> zijn<br />

die Hij is.<br />

WAS CHRISTUS VRIJGESTELD?<br />

Met deze overwegingen in gedach<strong>te</strong>n, lezen we met<br />

verbazing en verbijs<strong>te</strong>ring, vermengd met droefheid,<br />

de valse uitspraak in Questions on Doctrine (=Vragen<br />

over leers<strong>te</strong>llingen) vert. blz. 383: Christus was “vrij<br />

van de geërfde passies en onreinheden waarmee<br />

de natuurlijke afstammelingen van Adam besmet zijn”.<br />

Om de be<strong>te</strong>kenis van deze uitspraak <strong>te</strong> beseffen, is<br />

het nodig ‘vrijges<strong>te</strong>ld’ en ‘passies’ duidelijk <strong>te</strong> omschrijven.<br />

De College Standard Dictionary omschrijft ‘vrijs<strong>te</strong>llen’<br />

als: “bevrijden of verschonen van enige drukkende<br />

verplichting” en als: “vrij, onbezwaard of verschoond<br />

met betrekking tot enige beperking of last.”<br />

De college uitgave van Webs<strong>te</strong>rs New World Dictionary<br />

omschrijft ‘vrijs<strong>te</strong>llen’ als: “uitzonderen, bevrijden,<br />

vrijs<strong>te</strong>llen m.b.t. een regel die anderen in acht moe<strong>te</strong>n<br />

nemen; verschonen, ontslaan... vrijs<strong>te</strong>lling houdt in<br />

een ontheffing van één of andere verplichting of wet<strong>te</strong>lijke<br />

eis, in het bijzonder wanneer anderen daar niet<br />

van ontkomen zijn.” ‘Passie’ wordt omschreven als:<br />

“oorspronkelijk lijden of zielenangst... elke gemoedsbeweging<br />

als haat, droefheid, liefde, vrees, blijdschap,<br />

de zielestrijd en het lijden van Jezus tijdens de kruisiging<br />

of tijdens de periode volgend op het laats<strong>te</strong><br />

avondmaal.” Passie houdt gewoonlijk in een s<strong>te</strong>rke<br />

gemoedsbeweging, die een overweldigend, of on

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!