download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Eton in <strong>Holland</strong> 215<br />
Een belangrijke ontspanning in <strong>de</strong> ogen van De Raadt was het buiten spelen. Noortheij beschikte<br />
hiertoe over een grote speelplaats: ‘Uwe met rasterwerk omhein<strong>de</strong> speelplaats, drie<br />
hon<strong>de</strong>rd zeven en twintig vierkante roe<strong>de</strong>n groot, veroorlooft u vrijelijk te loopen, springen<br />
en dartelen, en gedoogt allerlei spelen met <strong>de</strong>n bal, hoepel enz. De cocagne-mast, enkele gymnastische<br />
werktuigen, het kegelspel, <strong>de</strong> stelten oefenen en sterken uwe spierkracht, en doen<br />
u eene gewenschte losheid en vaardigheid van beweging verkrijgen.’ Het verbouwen van planten<br />
in tuintjes die De Raadt ter beschikking stel<strong>de</strong> ‘wekken vlijt en arbeidzaamheid, lust tot<br />
or<strong>de</strong>, netheid en regelmaat, belangstelling in voortbrengselen van <strong>de</strong> natuur en genoegen aan<br />
vruchten van eigen arbeid in u op.’ 48 Hoewel De Raadt niet wil<strong>de</strong> dat zijn leerlingen schaatsten,<br />
kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren in <strong>de</strong> winter in <strong>de</strong> sneeuw spelen met glijbanen en sleeën. Was het<br />
slecht weer dan kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren zich binnen vermaken met allerlei bordspelen, muziek,<br />
tekenen of lectuur. ‘Deze, mijne vrien<strong>de</strong>n! Wor<strong>de</strong> in toenemen<strong>de</strong>n leeftijd uwe meest gelief<strong>de</strong><br />
uitspanning; maar zij blijve, ook na uw vertrek van hier, bepaald tot goe<strong>de</strong> en beproef<strong>de</strong><br />
geschriften, die in alle omstandighe<strong>de</strong>n <strong>de</strong>s levens onze beste en getrouwste vrien<strong>de</strong>n zijn!’ 49<br />
De Raadt kreeg met zijn geschriften over zijn Huis voor opvoeding en on<strong>de</strong>rwijs <strong>de</strong> nodige kritiek<br />
te verwerken. De rector van het Groningse gymnasium, J.A. Schneither, begreep na lezing<br />
van De Raadt’s Noortheij in 1849 wel dat Noortheij aantrekkelijk was voor <strong>de</strong>genen die<br />
jaren achtereen in staat waren om ƒ1.200 aan <strong>de</strong> opvoeding van hun kin<strong>de</strong>ren uit te geven,<br />
maar hij kon niet overtuigd wor<strong>de</strong>n van ‘<strong>de</strong> noodzakelijkheid, wenselijkheid en mogelijkheid<br />
dat meer<strong>de</strong>re van dit soort inrichtingen zou<strong>de</strong>n kunnen bestaan’. 50 Het i<strong>de</strong>e dat ‘<strong>de</strong> opvoeding<br />
in het ou<strong>de</strong>rlijk huis niet dan bij uitzon<strong>de</strong>ring tot een goed doel kan lei<strong>de</strong>n’ vond<br />
Schneither een troosteloos <strong>de</strong>nkbeeld. De Raadt ging er immers van uit dat het kind binnen<br />
het gezin niet volledig kon wor<strong>de</strong>n afgeschermd van kwa<strong>de</strong> indrukken. Waar De Raadt dit<br />
een na<strong>de</strong>el vond, was Schneither van mening dat <strong>de</strong> volledige afscherming in een huis van<br />
opvoeding als Noortheij juist onwenselijk was. Zou een leerling op een kostschool ooit kunnen<br />
leren verleidingen te weerstaan en zijn hartstochten te beteugelen? Door <strong>de</strong> isolering<br />
van het echte leven zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> leerlingen ook te weinig kennis nemen van lager geplaatsten. 51<br />
Een twee<strong>de</strong> kritiekpunt betreft <strong>de</strong> overmatig belangrijke positie van <strong>de</strong> bestuur<strong>de</strong>r. Deze<br />
moest volgens De Raadt niet alleen van onbesproken gedrag zijn, een voorbeeldfunctie hebben,<br />
<strong>de</strong> leerlingen constant in <strong>de</strong> gaten hou<strong>de</strong>n, maar ook nog inhou<strong>de</strong>lijk van <strong>de</strong> meeste<br />
on<strong>de</strong>rwezen vakken op <strong>de</strong> hoogte zijn. Schneither betoog<strong>de</strong> dat slechts weinig personen gevon<strong>de</strong>n<br />
kunnen wor<strong>de</strong>n die aan <strong>de</strong>ze eisen voldoen, hetgeen hij zelf als geen groot bezwaar<br />
zag daar hij het niet wenselijk achtte dat er veel huizen van opvoeding bij zou<strong>de</strong>n komen. 52<br />
Wat het on<strong>de</strong>rwijs betreft, merkte Schneither op dat dit op Noortheij niet zeer vernieuwend<br />
was. Op <strong>de</strong> meeste gymnasia zag dit er anno 1849 ongeveer hetzelf<strong>de</strong> uit. Ook op gymnasia<br />
was men begonnen met het on<strong>de</strong>rwijs in vreem<strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne talen, terwijl het wiskun<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rwijs<br />
net als op Noorthey werd gebruikt om logisch re<strong>de</strong>neren te bevor<strong>de</strong>ren.<br />
Hetgene dat De Raadt schreef over het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> hoogste klassen vond Schneither niet<br />
zeer vernieuwend, terwijl hij ver<strong>de</strong>r meen<strong>de</strong> dat De Raadt in het algemeen te negatief was<br />
over het stelsel van straffen en belonen. 53<br />
48 Ibi<strong>de</strong>m, 43-44.<br />
49 Ibi<strong>de</strong>m, 44-45.<br />
50 J.A. Schneither, boekbespreking Noortheij in 1849, <strong>Tijdschrift</strong> Gruno (1849), 439-453, aldaar 443.<br />
51 Ibi<strong>de</strong>m, 444-446.<br />
52 Ibi<strong>de</strong>m, 447-448.<br />
53 Ibi<strong>de</strong>m, 449-451.