download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
214 Eton in <strong>Holland</strong><br />
zijn leerlingen. 40 De bestuur<strong>de</strong>r van een huis van opvoeding moest voortdurend waakzaam<br />
zijn tegen ‘<strong>de</strong> on<strong>de</strong>ugd, het ze<strong>de</strong>lijk kwaad’. 41<br />
De opvoeding moest volgens De Raadt een sterk godsdienstig besef bijbrengen. Hiertoe<br />
zette hij bijbellezingen of afzon<strong>de</strong>ring in. Daarnaast was <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>lijke opvoeding, zoals gehoorzaamheid<br />
en lief<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs, belangrijk. Een en an<strong>de</strong>r moest <strong>de</strong> leerlingen op vijf<br />
manieren wor<strong>de</strong>n bijgebracht: (1) door het stimuleren van opgeruimdheid en blijmoedigheid<br />
on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> leerlingen; (2) het tegengaan van inactiviteit; (3) het vermij<strong>de</strong>n van ‘geestdoo<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />
dwang’ die <strong>de</strong> zelfstandigheid van het kind zou aantasten; (4) het tonen van vertrouwen<br />
en (5) <strong>de</strong> kracht van het voorbeeld. 42<br />
Bij het on<strong>de</strong>rwijs aan <strong>de</strong> leerlingen moest met drie zaken rekening wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n. In<br />
<strong>de</strong> eerste plaats dien<strong>de</strong> het on<strong>de</strong>rwijs aan te sluiten bij het niveau van <strong>de</strong> leerlingen. Noorthey<br />
richtte zich niet alleen op hoogvliegers, maar zeker ook niet exclusief op zwakke leerlingen.<br />
Waar nodig was individuele aandacht noodzakelijk. De leerstof hing af van <strong>de</strong> eisen<br />
van <strong>de</strong> Hogeschool, maar in tegenstelling tot <strong>de</strong> Latijnse scholen kreeg ook het on<strong>de</strong>rwijs in<br />
mo<strong>de</strong>rne talen veel aandacht. De Raadt vond voorts dat het on<strong>de</strong>rwijs in Latijn ook nuttig<br />
was voor leerlingen die niet gingen stu<strong>de</strong>ren. Daarnaast werd on<strong>de</strong>rwijs gegeven in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis,<br />
aardrijkskun<strong>de</strong>, wiskun<strong>de</strong> en natuurkun<strong>de</strong>, terwijl ook zaken als tekenen, dansen,<br />
schermen, exerceren en turnen op het programma ston<strong>de</strong>n. 43<br />
Bovenal vond De Raadt echter dat er eenheid moest heersen in <strong>de</strong> gehele vorming van het<br />
kind. Dit beteken<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r meer dat kin<strong>de</strong>ren na een bepaal<strong>de</strong> leeftijd niet meer welkom waren<br />
op Noortheij. 44 Ook ging het De Raadt vooral om <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong> individuele<br />
leerlingen. ‘Vergelijken<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>elingen liggen niet in het opvoedingsplan van Noortheij.<br />
Zij komen hier, gelijk gij weet, hoogst zel<strong>de</strong>n voor, en zeker nimmer dan in het voorbijgaan.<br />
Geene onzer instellingen is op haar gebouwd. In plaats van u te leeren an<strong>de</strong>ren beoor<strong>de</strong>elen,<br />
waarvan zoo ligt het gevolg zou<strong>de</strong> wezen, dat gij u boven <strong>de</strong>zen of genen verheven waan<strong>de</strong>t,<br />
wenschte ik veelmeer u daar toe te brengen, dat gij u zelven bevoor<strong>de</strong>el<strong>de</strong>t, en uw weten,<br />
<strong>de</strong>nken, han<strong>de</strong>len, niet in vergelijking bragt met dat van an<strong>de</strong>ren, maar alleen met uw<br />
eigen weten, <strong>de</strong>nken, han<strong>de</strong>len, van vorigen tijd.’ 45<br />
Behalve een gevuld dagprogramma waarin <strong>de</strong> leerlingen bijzon<strong>de</strong>r vroeg opston<strong>de</strong>n en<br />
vele uren met het on<strong>de</strong>rwijs in touw waren, was er ook ruimte voor spel en uitspanning. Ook<br />
hierbij lag <strong>de</strong> nadruk op een bijna onafgebroken activiteit. Ontspanning was niet ‘een dwaas<br />
niets doen, een lusteloos staan kijken, een dwaas en doelloos heen en we<strong>de</strong>r stappen; maar<br />
zoodanige vermakelijkheid als eene of an<strong>de</strong>re uwer ligchaamskrachten of zielvermogens in<br />
werking brengt’ 46 Ontspanning was dus nuttig, maar dan als <strong>de</strong>ze als zinvol kon wor<strong>de</strong>n beschouwd.<br />
Hieron<strong>de</strong>r vielen <strong>de</strong> ‘kleine togten, welke wij <strong>de</strong>s Zondags na <strong>de</strong>n middagmaaltijd,<br />
gewoon zijn, bij goed we<strong>de</strong>r, met rijtuig te doen’ naar ‘het prachtige bosch van ’s-Gravenhage,<br />
of het vrolijke Scheveningen, of het eenvoudige Katwijk, of <strong>de</strong> vruchtbare<br />
Westlandsche streken, of an<strong>de</strong>re omliggen<strong>de</strong> dorpen’. 47<br />
40 Ibi<strong>de</strong>m, 36-43.<br />
41 Ibi<strong>de</strong>m, 32 e.v..<br />
42 De Raadt, Noorthey in 1849, 125-139.<br />
43 De Clerck, ‘Patrus <strong>de</strong> Raadt’, 62.<br />
44 De Raadt, Noorthey in 1849, 82-88.<br />
45 Ibi<strong>de</strong>m, 24.<br />
46 De Raadt, Aan mijne bemin<strong>de</strong> leerlingen bij <strong>de</strong>n aanvang onzer werkzaamhe<strong>de</strong>n na <strong>de</strong> vacantie van 1832, 42.<br />
47 Ibi<strong>de</strong>m, 43.