download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
182 Opvoeding en on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> late 18<strong>de</strong> eeuw<br />
schrijft op 24 januari 1794 on<strong>de</strong>r leiding van <strong>de</strong> dansmeester met zijn zusjes te hebben gedanst<br />
‘of liever passen gemaakt want <strong>de</strong> dansmeester zegt dat werkzamer als het dansen is<br />
een goed postuur, waarin papa hem gelijk geeft, hoewel wij het misschien zo plaizierig niet<br />
vin<strong>de</strong>n.’ Pogingen van een aantal elkaar opvolgen<strong>de</strong> dansmeesters om Otto’s houding en<br />
danspassen bij te sturen lei<strong>de</strong>n regelmatig tot hoogoplopen<strong>de</strong> conflicten, en zijn moe<strong>de</strong>r<br />
verweet hem dat hij zich ‘niet betamelijk’ gedroeg. 20<br />
Tegelijkertijd moest <strong>de</strong> verlang<strong>de</strong> doelmatigheid van Otto’s lichamelijke activiteiten ook<br />
weer niet doorslaan naar het an<strong>de</strong>re uiterste, en resulteren in <strong>de</strong> wens om zelf in <strong>de</strong> toekomst<br />
een ambacht te gaan uitoefenen. Net als op het Philanthropinum, bezocht door elite-kin<strong>de</strong>ren<br />
die waren voorbestemd voor hoofd- en niet voor han<strong>de</strong>narbeid, was het ook bij<br />
<strong>de</strong> Van Ecks niet <strong>de</strong> bedoeling dat Otto serieus het plan zou opvatten om zijn brood met timmeren<br />
te gaan verdienen. Otto is zich van dit precaire evenwicht zeer wel bewust wanneer<br />
hij op zijn zestien<strong>de</strong> voorzichtig oppert zijn lesprogramma te mogen verrijken met professionele<br />
timmerlessen en daarbij kiest voor <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> formulering: ‘Ik zou<strong>de</strong>, als papa er<br />
genoegen mee neemt, wel een weinig willen leren timmeren in het klein, alleen voor liefhebberij.’<br />
21<br />
Otto’s bezoeken aan werkplaatsen en fabrieken kunnen eveneens wor<strong>de</strong>n herleid tot<br />
Rousseau en <strong>de</strong> filantropijnen, die hun pupillen meenamen naar <strong>de</strong> werkplaatsen van ambachtslie<strong>de</strong>n.<br />
Otto werd nu eens meegenomen naar een glasblazerij, dan weer bezocht hij<br />
een kogelgieterij. Tij<strong>de</strong>ns een reisje in Gel<strong>de</strong>rland in <strong>de</strong> zomer van 1793 ging Otto kijken hoe<br />
een papiermolen werkte: ‘Na <strong>de</strong>n eten zijn wij <strong>de</strong> papiermolen gaan zien, welke ik zeer<br />
aardig vond.’ 22<br />
Een an<strong>de</strong>r type wan<strong>de</strong>ling dat Otto samen met zijn va<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rnam, werd door De Perponcher<br />
aanbevolen in zijn On<strong>de</strong>rwijs voor kin<strong>de</strong>ren. In navolging van Rousseau en <strong>de</strong> filantropijnen<br />
drukte De Perponcher ou<strong>de</strong>rs en leermeesters op het hart zo vaak mogelijk ‘met<br />
hunne kin<strong>de</strong>ren en leerlingen, buiten, in ’t veld, te gaan wan<strong>de</strong>len; <strong>de</strong>rzelver aandacht, op<br />
<strong>de</strong> aldaar voorkomen<strong>de</strong> dingen te vestigen, en uit die dingen aanleiding te neemen tot<br />
on<strong>de</strong>rricht. Dit zal het beste on<strong>de</strong>rwijs van allen zijn; want dit is het Boek <strong>de</strong>r Natuur.’ Ook<br />
in Otto’s kin<strong>de</strong>rliteratuur wemelt het van <strong>de</strong> strenge doch rechtvaardige va<strong>de</strong>rs die hun kin<strong>de</strong>ren<br />
tij<strong>de</strong>ns lange wan<strong>de</strong>lingen plechtig on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n over vraagstukken omtrent godsdienst,<br />
mens en maatschappij naar aanleiding van verschijnselen in het planten- en dierenrijk.<br />
Deze fictieve wan<strong>de</strong>len<strong>de</strong> va<strong>de</strong>rs en kin<strong>de</strong>ren wor<strong>de</strong>n reëel in Otto’s dagboek waarin<br />
regelmatig melding wordt gemaakt van wan<strong>de</strong>lingen met zijn va<strong>de</strong>r ter lering en vermaak.<br />
In zijn beschrijving van zo’n wan<strong>de</strong>ling op 28 september 1791 zien we in een notendop <strong>de</strong><br />
belangrijkste 18<strong>de</strong>-eeuwse opvoedingsi<strong>de</strong>alen terug:<br />
Vanmorgen ben ik met papa naar Den Haag gewan<strong>de</strong>ld en heb veel plaisir gehad met <strong>de</strong><br />
natuur te beschouwen, dit kan ik (dunkt mij) wan<strong>de</strong>len<strong>de</strong> veel beter doen als rij<strong>de</strong>n<strong>de</strong>.<br />
Ook heeft men somtijds dan nog eens een ontmoeting die men an<strong>de</strong>rs mist. Wij zagen<br />
on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re een vrouw welke met twee kin<strong>de</strong>ren rij<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, het ene, het welk niet stil<br />
wil<strong>de</strong> zijn (en misschien nog geen jaar oud was) sloeg. Daardoor werd het kind driftig<br />
20 4 maart 1794, vergelijk 14 maart 1794.<br />
21 5 november 1796.<br />
22 20 augustus 1793.