download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift

download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift

tijdschriftholland.nl
from tijdschriftholland.nl More from this publisher
30.09.2013 Views

Carin Gaemers De Fundaties van de Vrijvrouwe van Renswoude De ontwikkeling van een nieuw type onderwijs in de achttiende eeuw Maria Duyst van Voorhout, Vrijvrouwe van Renswoude moet een groot vertrouwen hebben gehad in de kracht van goed onderwijs. Toen na haar overlijden op 26 april 1754 haar testament werd geopend, bleek dat zij het leeuwendeel van haar nalatenschap ten dienste stelde aan onderwijs aan kinderen uit het kansarme deel van de samenleving. Zij vermaakte 1.500.000 gulden aan het Weeshuis der Gereformeerden te Delft, het Burgerweeshuis in Den Haag en het Ambachtskinderhuis in Utrecht. De Vrijvrouwe verbond aan deze erfenis een uitdrukkelijke opdracht: het verzorgen van hooggekwalificeerde beroepsopleidingen voor begaafde jongemannen uit deze drie tehuizen. In het nu volgende artikel zal worden beschreven op welke wijze de Fundaties van Renswoude tot stand kwamen en hoe binnen deze instellingen een onderwijsmodel werd ontwikkeld dat afweek van het bestaande stramien van beroepsopleidingen. Als eerste onderwijsinstelling in de Republiek ontwikkelden de Fundaties een opleiding waarin een grondige scholing in wis- en natuurkunde gecombineerd werd met een gedegen scholing in de praktijk. Tenslotte zal worden ingegaan op de betekenis van de Fundaties van Renswoude voor het kennisniveau in de technische beroepen. 1 Maria Duyst van Voorhout Als telg van een gefortuneerd Delfts patriciersgeslacht behoorde Maria Duyst van Voorhout al vanaf haar geboorte in 1662 tot de aanzienlijken van het gewest Holland. Haar familie van vaderszijde had generaties lang deel uitgemaakt van het bestuur van de stad Delft en haar moeder was afkomstig uit de vooraanstaande Haagse familie Doublet. Zij trouwde in 1685 met Frederik Adriaan Baron van Reede Vrijheer van Renswoude, lid van een vooraanstaande familie met bezittingen in de gewesten Gelderland en Utrecht. Als voorzitter van de Ridderschap van dit laatste gewest had Van Reede van Renswoude zitting in de Staten Generaal. Afhankelijk van het seizoen en de bestuurlijke verplichtingen van Van Reede woonde het echtpaar beurtelings in Den Haag, op kasteel Renswoude of in de stad Utrecht. 2 Uit het huwelijk werd één dochtertje geboren dat reeds op jonge leeftijd stierf. Zowel Maria Duyst van Voorhout als haar echtgenoot hadden al vroeg in het leven alle naaste verwanten verloren en nadat Van Reede van Renswoude in 1738 was overleden had zijn weduwe de volledige zeggenschap over de bezittingen van twee uitstervende families. Met een geschat vermogen van ruim twee miljoen gulden was zij ongetwijfeld een van de rijkste ingezetenen van de Republiek. Een deel van haar bezit bleek zij bij legaat te hebben vermaakt aan tal van vrienden en verre verwanten. Daarnaast waren er legaten aan kerkelijke en liefdadige instellingen ter waarde van 350.000 gulden, bestemd voor het onderwijs aan arme kinderen. Verreweg het grootste deel van haar vermogen liet zij echter na aan de drie kinderhuizen die zij tot haar universeel erfgenaam had benoemd: 500.000 gulden ieder voor het Weeshuis der Gereformeerden te Delft, het Burgerweeshuis in Den Haag en het Ambachtskinderhuis in Utrecht. 1 Dit artikel is ontleend aan het boek Nalatenschap als toekomst. De Fundaties van de Vrijvrouwe van Renswoude 1754-1810 (Zutphen 2004) door Carin Gaemers met medewerking van Marian Langenbach. Verschenen ter gelegenheid van de herdenking van het 250-jarig bestaan van de Fundaties van Renswoude. 2 Voor meer bijzonderheden over Maria Duyst van Voorhout zie M. Langenbach, ‘Maria Duyst van Voorhout, de Vrijvrouwe van Renswoude. Een nieuwe blik op een eigenzinnige dame’, Jaarboek Oud-Utrecht (Utrecht 1992).

Afb 1. Maria Duyst van Voorhout, Vrijvrouwe van Renswoude, getekend door Jan Lodewijk Jonxis naar een schilderij door Adriaen van Heusden en gegraveerd door Willem van Senus, kwekeling van de Utrechtse Fundatie. AfbeeldingRijksprentenkabinet. De fundaties van de Vrijvrouwe van Renswoude 161 Drie kinderhuizen Deze drie instellingen waren gevestigd in de geboortestad van Maria Duyst van Voorhout en in de twee steden waar zij na haar huwelijk met Van Reede van Renswoude had gewoond. De tehuizen verschilden in opzet en populatie. Het Weeshuis der Gereformeerden in Delft droeg de zorg voor vrijwel alle onverzorgd achtergebleven kinderen in deze stad die afkomstig waren uit de gezinnen van de armen en uit de verarmde burgerij. Hoewel de verzorging er verhoudingsgewijs behoorlijk was, beschikte het tehuis slechts over beperkte financiële middelen en was er weinig ruimte voor persoonlijke aandacht voor de kinderen. Het Burgerweeshuis in Den Haag was uitsluitend bestemd voor kinderen uit de burgerij die waren achtergebleven zonder voldoende middelen van bestaan en die niet beschikten over verwanten die de zorg voor hen op zich namen. Dit tehuis was kleiner van opzet en had een ruim budget. Hier leefden de kinderen in kleinere groepen en kregen zij meer individuele zorg dan in het Delftse en in het Utrechtse kinderhuis. Het Ambachtskinderhuis in Utrecht plaatste alleen wezen, halfwezen en verlaten kinderen die niet voor opname in een van de andere tehuizen in de stad in aanmerking kwamen. Vrijwel alle kinderen die hier woonden

Carin Gaemers<br />

De Fundaties van <strong>de</strong> Vrijvrouwe van Renswou<strong>de</strong><br />

De ontwikkeling van een nieuw type on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw<br />

Maria Duyst van Voorhout, Vrijvrouwe van Renswou<strong>de</strong> moet een groot vertrouwen hebben gehad in <strong>de</strong><br />

kracht van goed on<strong>de</strong>rwijs. Toen na haar overlij<strong>de</strong>n op 26 april 1754 haar testament werd geopend,<br />

bleek dat zij het leeuwen<strong>de</strong>el van haar nalatenschap ten dienste stel<strong>de</strong> aan on<strong>de</strong>rwijs aan kin<strong>de</strong>ren uit<br />

het kansarme <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> samenleving. Zij vermaakte 1.500.000 gul<strong>de</strong>n aan het Weeshuis <strong>de</strong>r Gereformeer<strong>de</strong>n<br />

te Delft, het Burgerweeshuis in Den Haag en het Ambachtskin<strong>de</strong>rhuis in Utrecht. De Vrijvrouwe<br />

verbond aan <strong>de</strong>ze erfenis een uitdrukkelijke opdracht: het verzorgen van hooggekwalificeer<strong>de</strong> beroepsopleidingen<br />

voor begaaf<strong>de</strong> jongemannen uit <strong>de</strong>ze drie tehuizen. In het nu volgen<strong>de</strong> artikel zal<br />

wor<strong>de</strong>n beschreven op welke wijze <strong>de</strong> Fundaties van Renswou<strong>de</strong> tot stand kwamen en hoe binnen <strong>de</strong>ze<br />

instellingen een on<strong>de</strong>rwijsmo<strong>de</strong>l werd ontwikkeld dat afweek van het bestaan<strong>de</strong> stramien van beroepsopleidingen.<br />

Als eerste on<strong>de</strong>rwijsinstelling in <strong>de</strong> Republiek ontwikkel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Fundaties een opleiding<br />

waarin een grondige scholing in wis- en natuurkun<strong>de</strong> gecombineerd werd met een ge<strong>de</strong>gen scholing in<br />

<strong>de</strong> praktijk. Tenslotte zal wor<strong>de</strong>n ingegaan op <strong>de</strong> betekenis van <strong>de</strong> Fundaties van Renswou<strong>de</strong> voor het<br />

kennisniveau in <strong>de</strong> technische beroepen. 1<br />

Maria Duyst van Voorhout<br />

Als telg van een gefortuneerd Delfts patriciersgeslacht behoor<strong>de</strong> Maria Duyst van Voorhout<br />

al vanaf haar geboorte in 1662 tot <strong>de</strong> aanzienlijken van het gewest <strong>Holland</strong>. Haar familie van<br />

va<strong>de</strong>rszij<strong>de</strong> had generaties lang <strong>de</strong>el uitgemaakt van het bestuur van <strong>de</strong> stad Delft en haar<br />

moe<strong>de</strong>r was afkomstig uit <strong>de</strong> vooraanstaan<strong>de</strong> Haagse familie Doublet. Zij trouw<strong>de</strong> in 1685<br />

met Fre<strong>de</strong>rik Adriaan Baron van Ree<strong>de</strong> Vrijheer van Renswou<strong>de</strong>, lid van een vooraanstaan<strong>de</strong><br />

familie met bezittingen in <strong>de</strong> gewesten Gel<strong>de</strong>rland en Utrecht. Als voorzitter van <strong>de</strong> Rid<strong>de</strong>rschap<br />

van dit laatste gewest had Van Ree<strong>de</strong> van Renswou<strong>de</strong> zitting in <strong>de</strong> Staten Generaal.<br />

Afhankelijk van het seizoen en <strong>de</strong> bestuurlijke verplichtingen van Van Ree<strong>de</strong> woon<strong>de</strong> het<br />

echtpaar beurtelings in Den Haag, op kasteel Renswou<strong>de</strong> of in <strong>de</strong> stad Utrecht. 2<br />

Uit het huwelijk werd één dochtertje geboren dat reeds op jonge leeftijd stierf. Zowel Maria<br />

Duyst van Voorhout als haar echtgenoot had<strong>de</strong>n al vroeg in het leven alle naaste verwanten verloren<br />

en nadat Van Ree<strong>de</strong> van Renswou<strong>de</strong> in 1738 was overle<strong>de</strong>n had zijn weduwe <strong>de</strong> volledige<br />

zeggenschap over <strong>de</strong> bezittingen van twee uitsterven<strong>de</strong> families. Met een geschat vermogen<br />

van ruim twee miljoen gul<strong>de</strong>n was zij ongetwijfeld een van <strong>de</strong> rijkste ingezetenen van <strong>de</strong> Republiek.<br />

Een <strong>de</strong>el van haar bezit bleek zij bij legaat te hebben vermaakt aan tal van vrien<strong>de</strong>n en<br />

verre verwanten. Daarnaast waren er legaten aan kerkelijke en liefdadige instellingen ter<br />

waar<strong>de</strong> van 350.000 gul<strong>de</strong>n, bestemd voor het on<strong>de</strong>rwijs aan arme kin<strong>de</strong>ren. Verreweg het<br />

grootste <strong>de</strong>el van haar vermogen liet zij echter na aan <strong>de</strong> drie kin<strong>de</strong>rhuizen die zij tot haar universeel<br />

erfgenaam had benoemd: 500.000 gul<strong>de</strong>n ie<strong>de</strong>r voor het Weeshuis <strong>de</strong>r Gereformeer<strong>de</strong>n<br />

te Delft, het Burgerweeshuis in Den Haag en het Ambachtskin<strong>de</strong>rhuis in Utrecht.<br />

1 Dit artikel is ontleend aan het boek Nalatenschap als toekomst. De Fundaties van <strong>de</strong> Vrijvrouwe van Renswou<strong>de</strong> 1754-1810 (Zutphen<br />

2004) door Carin Gaemers met me<strong>de</strong>werking van Marian Langenbach. Verschenen ter gelegenheid van <strong>de</strong> her<strong>de</strong>nking<br />

van het 250-jarig bestaan van <strong>de</strong> Fundaties van Renswou<strong>de</strong>.<br />

2 Voor meer bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n over Maria Duyst van Voorhout zie M. Langenbach, ‘Maria Duyst van Voorhout, <strong>de</strong> Vrijvrouwe<br />

van Renswou<strong>de</strong>. Een nieuwe blik op een eigenzinnige dame’, Jaarboek Oud-Utrecht (Utrecht 1992).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!