download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
‘Gepromoveer<strong>de</strong>n zijn nog geen geleer<strong>de</strong>n’ 155<br />
Inhoud van het on<strong>de</strong>rwijs<br />
Hoewel een formeel on<strong>de</strong>rscheid in faculteiten ontbrak, dien<strong>de</strong> het systeem van <strong>de</strong> vier faculteiten<br />
wel als conceptueel mo<strong>de</strong>l: professoren wer<strong>de</strong>n benoemd als hoogleraar theologie,<br />
geneeskun<strong>de</strong> of rechtsgeleerdheid, en voor <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> artes-faculteit als hoogleraar geschie<strong>de</strong>nis<br />
en/of welsprekendheid of filosofie, eventueel nog uitgesplitst naar <strong>de</strong><br />
aristotelische disciplines van logica, fysica, metafysica en ethica. Niet alle athenaea voorzagen<br />
in al <strong>de</strong>ze facultaire disciplines. Het Amsterdamse Athenaeum begon met twee hoogleraren<br />
voor <strong>de</strong> artesvakken, waarna <strong>de</strong> ‘hoge faculteiten’ pas in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> 17<strong>de</strong> eeuw gelei<strong>de</strong>lijk<br />
aan wer<strong>de</strong>n geïntroduceerd. Het Deventer Athenaeum ging vrijwel direct met<br />
hoogleraren voor alle facultaire disciplines van start.<br />
De vakken die wer<strong>de</strong>n gegeven volg<strong>de</strong>n wel dit facultaire mo<strong>de</strong>l. Uit het zoeken naar opvolgers<br />
van professoren valt op te maken dat geschie<strong>de</strong>nis en welsprekendheid als een<br />
samenhangen<strong>de</strong> discipline werd beschouwd. Dat gold eveneens voor <strong>de</strong> disciplines van filosofie,<br />
wiskun<strong>de</strong>, oosterse talen, rechten, geneeskun<strong>de</strong> en theologie. De eerste vier genoem<strong>de</strong><br />
vakken behoor<strong>de</strong>n traditioneel tot <strong>de</strong> artes-vakken. Opvallend is dat <strong>de</strong> salarissen van <strong>de</strong><br />
hoogleraren in <strong>de</strong> artesvakken in Amsterdam hoger waren dan van <strong>de</strong> professoren in <strong>de</strong> rechten<br />
of geneeskun<strong>de</strong>: in Lei<strong>de</strong>n was het geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> eerste helft van <strong>de</strong> 17<strong>de</strong> eeuw juist an<strong>de</strong>rsom.<br />
Uitgerekend voor <strong>de</strong> artes wer<strong>de</strong>n in Amsterdam <strong>de</strong> beroemdste personen aangezocht,<br />
hetgeen een aanwijzing is dat er met name belang werd gehecht aan goed on<strong>de</strong>rwijs<br />
in <strong>de</strong> artes. Voor <strong>de</strong> ‘hoge’ disciplines van rechten, geneeskun<strong>de</strong> en theologie was in <strong>de</strong> 17<strong>de</strong><br />
eeuw aan het Athenaeum nooit meer dan één hoogleraar tegelijkertijd aangesteld. Voor <strong>de</strong> artes<br />
vin<strong>de</strong>n we daarentegen in 1686 naast elkaar hoogleraren voor (kerk)geschie<strong>de</strong>nis (Wolzogen),<br />
welsprekendheid en Grieks (Francius), oosterse talen (Morinus), wiskun<strong>de</strong> (De Bie)<br />
en filosofie (De Raei). Het zwaartepunt in het on<strong>de</strong>rwijsaanbod van het Athenaeum lag op<br />
<strong>de</strong>ze disciplines. Er is in <strong>de</strong> vroege geschie<strong>de</strong>nis van het Athenaeum een in<strong>de</strong>ling aan te brengen<br />
in drie fases, die telkens met het snel opeenvolgend wegvallen van hoogleraren ten ein<strong>de</strong><br />
komen: een eerste perio<strong>de</strong> die met <strong>de</strong> dood van Barlaeus en Vossius (respectievelijk 1648<br />
en 1649) eindigt. Deze tijd werd gekenmerkt door een gering on<strong>de</strong>rwijsprogramma, maar<br />
een grote uitstraling naar buiten toe en bovendien relatief veel i<strong>de</strong>ologische vrijheid; een<br />
twee<strong>de</strong> fase tot eind jaren zestig, waarin <strong>de</strong> filosofie domineer<strong>de</strong> en het on<strong>de</strong>rwijs wat behou<strong>de</strong>n<strong>de</strong>r<br />
was, maar wel succesvol. Deze perio<strong>de</strong> valt op door <strong>de</strong> bloeien<strong>de</strong> praktijk van disputaties,<br />
door <strong>de</strong> overwegend Amsterdamse herkomst van zowel professoren als stu<strong>de</strong>nten<br />
en door <strong>de</strong> gestage uitbreiding van het professorencorps. In <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> fase tot slot, vanaf ongeveer<br />
1670 tot het begin van <strong>de</strong> 18<strong>de</strong> eeuw, werd die uitbreiding voortgezet: er wer<strong>de</strong>n extra<br />
artes-vakken geïntroduceerd en uitein<strong>de</strong>lijk werd er ook een hoogleraar theologie aangesteld.<br />
Het filosofisch on<strong>de</strong>rwijs was toen overwegend cartesiaans van signatuur.<br />
De inhoud van het on<strong>de</strong>rwijs komt uitgebreid aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> in <strong>de</strong>el III van mijn proefschrift<br />
Illuster on<strong>de</strong>rwijs. 18 Kortweg luidt <strong>de</strong> conclusie dat er in het cluster van <strong>de</strong> artesvakken geschie<strong>de</strong>nis<br />
en welsprekendheid weinig nieuws te ber<strong>de</strong> werd gebracht, wat gezien <strong>de</strong> aard<br />
van <strong>de</strong>ze disciplines ook niet direct te verwachten was. Vossius en zijn opvolgers besteed<strong>de</strong>n<br />
vooral aandacht aan <strong>de</strong> Romeinse en <strong>de</strong> kerkelijke geschie<strong>de</strong>nis; on<strong>de</strong>rwerpen uit <strong>de</strong> recente<br />
of contemporaine geschie<strong>de</strong>nis kwamen zij<strong>de</strong>lings ter sprake in <strong>de</strong> sessies die Petrus<br />
18 Zie noot 1. De conclusies van het on<strong>de</strong>rzoek wor<strong>de</strong>n nog eens samengevat in een artikel in <strong>de</strong> Nieuwsbrief werkgroep universiteitsgeschie<strong>de</strong>nis,<br />
10 (2004) 2, 7-12.