download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Humanistische on<strong>de</strong>rwijsvernieuwingen en Latijns toneel 141<br />
Romeinen eigen maken. Bovendien leer<strong>de</strong>n zij zich presenteren en het was een aardige manier<br />
van <strong>de</strong> school om naar buiten te tre<strong>de</strong>n. De praktijk van het toneelspelen was niet nieuw:<br />
al in <strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> eeuw wer<strong>de</strong>n toneelstukken in <strong>de</strong> kerk opgevoerd. In dat opzicht was er<br />
ook voor <strong>de</strong> humanisten niets nieuws on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> zon. Wel nieuw was <strong>de</strong> keuze van klassiek<br />
en, zoals we zullen zien, an<strong>de</strong>r repertoire. Het toneelspelen op school en buiten <strong>de</strong> kerk<br />
door leerlingen nam een hoge vlucht, me<strong>de</strong> door <strong>de</strong> aanbeveling van Erasmus: ‘wat is lieflijker<br />
dan een blijspel dat, zoals <strong>de</strong> ervaring leert, ook onervaren kin<strong>de</strong>ren raakt?’ 28<br />
Het gebruik van antieke toneelstukken bevredig<strong>de</strong> maar ten <strong>de</strong>le. De ou<strong>de</strong> schrijvers waren<br />
niet christelijk en vertoon<strong>de</strong>n scabreuze han<strong>de</strong>lingen. Dat gaf nog niet, maar ze <strong>de</strong><strong>de</strong>n<br />
dat ook nog zon<strong>de</strong>r moraliseren<strong>de</strong> toon. Wat dat betreft was Terentius nog <strong>de</strong> meest ‘salonfähige’<br />
van <strong>de</strong> twee Romeinse comici. Er bestond dan ook een populaire bloemlezing van<br />
zinsne<strong>de</strong>n uit Terentius, <strong>de</strong> Vulgaria Terentii, voor het eerst in 1487 te Antwerpen gedrukt en<br />
tot 1509 nog elf keer heruitgegeven. Deze Vulgaria, tweetalig, zijn daarmee als het ware <strong>de</strong><br />
voorlopers van <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> ‘korte gesprekken’. Een an<strong>de</strong>r probleem was dat er zo weinig<br />
stukken uit <strong>de</strong> oudheid waren overgeleverd: op naam van Seneca ston<strong>de</strong>n er tien, die voor<br />
leerlingen van <strong>de</strong> Latijnse school te moeilijk bleken, van Plautus waren er weliswaar twintig<br />
overgeleverd, maar die wer<strong>de</strong>n ze<strong>de</strong>lijk min<strong>de</strong>r geschikt bevon<strong>de</strong>n, en van Terentius kon<br />
men nog maar zes komedies lezen.<br />
De oplossing lag voor <strong>de</strong> hand: <strong>de</strong> docenten en met name <strong>de</strong> rectoren, die vaak <strong>de</strong> meeste<br />
opleiding had<strong>de</strong>n genoten en zich er het meest toe geroepen voel<strong>de</strong>n, schreven zelf toneelstukken<br />
in Terentius’ en Plautus’ stijl. Het voor<strong>de</strong>el was dat ze <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen zelf kon<strong>de</strong>n<br />
uitkiezen. Veel van <strong>de</strong> stukken hebben dan ook een bijbels on<strong>de</strong>rwerp, waarbij het verhaal<br />
van <strong>de</strong> Verloren Zoon uit Mattheus populair was. De Hagenaar Guilielmus Gnapheus<br />
schreef er een immens succesvol stuk over, Acolastus (De teugelloze, 1529) met tientallen<br />
herdrukken en een omgewerkte versie in 1555, alsook vele opvoeringen in heel Europa, terwijl<br />
<strong>de</strong> Asotus evangelicus (De verkwister uit het evangelie, 1537) van zijn collega Macropedius<br />
weliswaar min<strong>de</strong>r vaak gedrukt en gespeeld is, maar toch ook een zeker aanzien verwierf.<br />
Ook mid<strong>de</strong>leeuwse of re<strong>de</strong>rijkersstof werd bewerkt, zo Den Spyeghel <strong>de</strong>r Salicheyt van Elckerlyc<br />
in Macropedius’ Hecastus (Ie<strong>de</strong>reen, 1539), in <strong>de</strong> Homulus (De nietige mens, 1536) van<br />
Christanus Ischyrius en in Livinus Brechtus’ Euripus (1549). 29 Ook het verhaal van Jozef in<br />
Egypte is vaak bewerkt en sommige stukken zijn vaak gespeeld en uitgegeven.<br />
Niet alle on<strong>de</strong>rwerpen waren religieus. De schrijvers sloten ook aan bij <strong>de</strong> leefwereld van<br />
<strong>de</strong> jeugd. De reeds genoem<strong>de</strong> Aluta van Macropedius is een dorpsklucht, waar echter koorlie<strong>de</strong>ren<br />
zijn ingevoegd die <strong>de</strong> moralisaties verzorgen: drink niet te veel, trouw met een goe<strong>de</strong><br />
vrouw en hoed je voor rovers. Een an<strong>de</strong>r ‘subgenre’, als men die weidse term mag<br />
gebruiken, is <strong>de</strong> schoolkomedie. Macropedius schreef zijn Rebelles (Opstandige schoolkin<strong>de</strong>ren,<br />
1535), door <strong>de</strong> Haarlemse rector Cornelius Schonaeus nagevolgd in zijn Dyscoli<br />
(Deugnieten, 1603), en dat weer vertaald in het Ne<strong>de</strong>rlands door <strong>de</strong> docent Pieter Go<strong>de</strong>wyck<br />
(Witte-broodskin<strong>de</strong>ren, 1641). Sommige stukken hebben een vastenavond-karakter of in elk<br />
geval elementen van dit carnavalsfeest, omdat ze bij die gelegenheid wer<strong>de</strong>n opgevoerd, zoals<br />
Macropedius’ Bassarus (Sluwe vos, 1540) over een slimme koster. Hiermee vol<strong>de</strong><strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
28 Erasmus, De pueris instituendis 67; Over opvoeding en vrije wil, p. 110; ASD 1.2, p. 67.<br />
29 Dit stuk kreeg heel veel succes in Jezuïetenkringen, zie De Vroomen, Toneel op school, 122-123 en 184-185 waar hij melding<br />
maakt van 8000 toeschouwers en drie, vier opvoeringen in Praag (1560).