Stroomlijn 2012-02 juni - Transmuraal Netwerk

Transmuraal
Magazine voor
Midden-Holland
Jaargang 12
Juni 2012
Nummer 2
Stroomlijn
In dit nummer onder andere:
Gemeenten grijpen decentralisatie aan voor verandering
“Verkleining basispakket niet goed doordacht”
Laatste vierpersoonskamers verdwenen
Veranderconferentie: verbinden van zorg en welzijn
kansrijk

Colofon
Jaargang 12– Nummer 2
Juni 2012
Stroomlijn is een informatief transmuraal
magazine van en voor zorgverleners in de
regio Midden-Holland.
Oplage: 2.000
Frequentie: vier keer per jaar
Redactie:
Lia Donkers, Transmuraal Netwerk MH
(hoofdredacteur)
Carla van Zuylen, Van Zuylen Communicatie
(eindredacteur)
Ineke Weverling, Transmuraal Netwerk MH
(redactiesecretaris)
Aleid de Booij, GGD HM
Aris Bras, Zorgpartners MH
Ruud Hogervorst, Gemiva-SVG Groep
Lidwien van Keep, ArboUnie
Wilma van Twist, Sophia Revalidatie Gouda
Harry Robberts, Vierstroom
Astrid van der Sanden,
Groene Hart Ziekenhuis
Monique Pronk, GGZ MH
Lisette van Dingenen,
Transmuraal Netwerk MH
Redactieadres
Transmuraal Netwerk Midden-Holland
Postbus 1098 (J49), 2800 BB Gouda
Telefoon (0182) 50 55 34
info@transmuraalnetwerk.nl
www.transmuraalnetwerk.nl
DTP en Druk
Twigt Grafisch Facilitair, Waddinxveen
Copyright
Overname artikelen: toegestaan met
bronvermelding: Stroomlijn,
Transmuraal Netwerk Midden-Holland
Agenda
4 JUNI 2012
De 6e jaarvergadering CVA keten
Midden-Holland
17.30-20.00 uur
Kapel, Jozeflocatie van het Groene
Hart Ziekenhuis, Gouda
5 JUNI 2012
Tweede bijeenkomst Wijklink Plaswijck
ID-college,
Groen van Prinsterersingel 52, Gouda
6 JUNI 2012
2e Lunchconferentie Transmurale
Overdrachten bij kwetsbare ouderen
Kapel, Jozeflocatie Groene Hart
Ziekenhuis, Gouda
20 JUNI 2012
Werkconferentie 'Eenzaamheid bij
ouderen' in de Goudse wijken Nieuwe
Park en Kadebuurt, Zorgcentrum
Gouwesteijn, Gouda
Verzending
WAT WANNEER
WAAR
13 SEPTEMBER 2012
Symposium Handhygiëne
13.30-17.00 uur
Kapel, Jozeflocatie Groene Hart
Ziekenhuis, Gouda
27 SEPTEMBER 2012
Overdracht van medicatiegegevens in
de regio Midden-Holland
Zalencentrum De Brug, Reeuwijk
25 OKTOBER 2012
Regionale Zorgconferentie
ID College,
Groen van Prinsterersingel 52, Gouda
13 NOVEMBER 2012
MS symposium
16.00-21.00 uur
Driestar College, Burg. Jamessingel,
Gouda
27 NOVEMBER 2012
Parkinson Patiënteninformatieavond
19.00-21.30 uur
Dienstencentrum Goverwelle,
Middenmolenplein 266, Gouda
U ontvangt Stroomlijn per post of via uw instelling. Eventuele wijzingen/correcties
kunt u melden aan het in de colofon genoemde redactie-adres of aan de contactpersoon
bij uw instelling (zie onder).
Overzicht van instellingen en contactpersonen:
Arbo-Unie Gouda L. Van Keep
CIZ Midden-Holland A. Korthals
Gemiva-SVG Groep B. Gemser
GGD Midden-Holland directiesecretariaat
GGZ Midden-Holland, locatie Ronsseweg directiesecretariaat
GGZ Midden-Holland, locatie Thijsselaan medische administratie
GGZ Midden-Holland, locatie IJssellaan medische administratie
GGZ Rivierduinen Leidschendam zorgsecretariaat
Groene Hart Ziekenhuis K. Brussee
ID College, Unit Gezondheidzorg secretariaat
Vierstroom BE’s directie secretariaten
Vierstroom stafafdelingen afdelingssecretariaten
Vierstroom locaties locatie secretariaten
ZorgBrug secretariaat
Zorgpartners Midden-Holland locatie secretariaten
Volg ons op twitter:
TMNGouda
2 Stroomlijn Jaargang 12 | Nummer 2 | Juni 2012

Inhoud
Gemeenten grijpen decentralisatie aan voor verandering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
“Verkleining basispakket niet goed doordacht” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Laatste vierpersoonskamers verdwenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Multiculturele voorlichting over Alzheimer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Veranderconferentie Goudbloem: verbinden van zorg en welzijn kansrijk . . 10
Alle wondzorg onder één dak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
In 2020 verpleegkundige en zorgkundigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Berichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
“Overheidsbeleid overgewicht werkt het niet” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Aanpak arbeidsproblematiek in Midden-Holland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Eerstelijnsconferentie: “Werkers in de wijk met elkaar verbinden” . . . . . . . . . . 20
POINT zet puntjes op de i bij transfer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Ken uw streek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Highlights
Gemeenten grijpen decentralisatie aan voor
verandering
De gemeenten krijgen er vanaf 2013 een taak bij: de
ondersteuning en begeleiding van kwetsbare burgers gaat
vanuit de AWBZ naar de Wmo. Wat is hun visie en hoe
bereiden zij zich voor? Pagina 4
“Verkleining basispakket niet goed doordacht”
Per 1 januari jl. is het basispakket verkleind. Wat hebben
de zorgverleners gemerkt van wijzigingen in vergoedingen
voor diëtetiek en eerstelijnspsychologie? Pagina 7
Laatste vierpersoonskamers verdwenen
Met de opening van het wooncomplex de Prinsenhof in
Gouda, is een einde gekomen aan de vierpersoonskamer
in Midden-Holland. Pagina 8
Veranderconferentie: verbinden van zorg en welzijn
kansrijk
Is de zorg voor thuiswonende ouderen die met veel
zorgverleners te maken hebben teveel in stukjes verdeeld
en zo ja, hebben ze daar last van? In het kader van het
project Goudsbloem werd dit uitgebreid onderzocht en
concrete verbeterpunten bedacht. Pagina 10
Klantprofielen
Vanuit mijn werkkamer heb ik
zicht op een huisartsenpraktijk.
Om de hoek bevindt zich een
koffieshop. “Wat heeft dat met
elkaar te maken?”, zult u denken.
Wel het levert de ingrediënten
voor mijn spelletje. Er is namelijk
onvoldoende parkeerruimte in
de straat terwijl het op beide
adressen een komen en gaan is
van mensen . Als ik zie hoe
bezoekers in hun auto’s verhit
rondjes rijden, probeer ik te
raden of de klant voor de dokter
komt of voor de koffieshop.
Een makkelijk spelletje want de
klandizie voor de koffieshop
betreft vaak jonge mannen die
statistisch gezien weinig bij de
dokter komen. Mijn score is dan
ook hoog. “Je kunt het toch al
aan de auto’s zien” zult u zeggen.
Nou ben ik een beetje dyslectisch
voor automerken, maar het is
inderdaad zo dat de jongelingen
die schichtig naar de koffieshop
snellen, vaak in oudere karren
rondrijden. Toch zit ik er regel -
matig naast. Denken in stereo -
typen mag dan een leuk spelletje
zijn, het maakt ook blind.
Voorbeeld: niet iedereen die zich
op beide adressen meldt, is klant!
Het is ook een komen en gaan
van leveranciers. En dat is nou
het verraderlijke: de bezorgers bij
de dokter zijn vaak jonge
mannen terwijl de koffieshop
wordt bevoorraad vanuit de
nieuwste modellen bolides. En
zelfs dat is stereotypisch gedacht.
Want ik zie ook mensen beide
adressen aandoen. One stop
shopping.
Lia Donkers
Directeur
Transmuraal
Netwerk Midden-
Holland
Stroomlijn Jaargang 12 | Nummer 2 | Juni 2012 3

Extramurale begeleiding van AWBZ naar Wmo
Gemeenten grijpen
decentralisatie aan voor
verandering
Carla van Zuylen,
senior communicatieadviseur
De gemeente Vlist is al maanden
bezig met de voorbereidingen.
Wethouder Bart Crouwers vertelt:
“We bereiden dit samen met acht
gemeenten in de regio Midden-
Holland voor. Met elkaar bepalen we
in grote lijnen het beleid, op lokaal
niveau vullen we dit concreet in.
We zijn begonnen om in kaart te
brengen: Waar hebben we het
De gemeenten krijgen er vanaf 2013 een taak bij: de
ondersteuning en begeleiding van kwetsbare burgers gaat
vanuit de AWBZ naar de Wmo. Wat is hun visie en hoe
bereiden zij zich voor?
Bart Crouwers, wethouder gemeente Vlist
“Rol van de overheid kleiner”
Bart Crouwers, wethouder gemeente Vlist
eigenlijk over? Om wat voor aan -
tallen, wat voor type mensen, hoe
zijn zaken nu geregeld, wie zijn de
aanbieders? Met de portefeuille -
houders Sociale Zaken ontwikkelen
we de visie: welke taak heeft de overheid
en wat kun je beter overlaten
aan de sociale netwerken? En als het
gaat om de kwaliteit van de ondersteuning
of begeleiding: wie bepaalt
dat? De overheid of moet je zeggen:
de cliënt zelf?”
PGB
“Mijn persoonlijke opvatting is dat
de overheid veel teveel naar zich
heeft toegetrokken. Als overheid kun
je niet voor iedereen bepalen wat
goed is. Door zoals nu te werken met
een indicatiestelling, waar de cliënten
zelf vaak amper iets van begrijpen,
geef je aan dat er voor in plaats van
door iemand wordt bepaald wat§
goed is. Mensen moeten meer zelf
beslissen, wij moeten ervoor zorgen
dat ze dat zelf kunnen. Je kunt als
overheid nooit zoveel maatwerk
leveren als de persoon en de
omgeving dat zelf kunnen. Als
gemeenten grijpen we deze
decentralisatie aan om die slag te
gaan maken en de rol van de overheid
terug te dringen. Ter illustratie: de
gemeente Vlist geeft nu bijna een
half miljoen subsidie per jaar voor
huishoudelijke hulp, toch veel geld.
De tevredenheid scoort tussen een
zes en zeven, dat kan best beter.
Cliënten hebben zelf geen zeggenschap
over wie er komt en wij
betalen. Ik denk dat het koppelen
van cliënt en aanbod beter werkt en
goedkoper is. In onze gemeente is
het percentage PGB nog laag, ik ben
er erg voor om dat te laten groeien
zodat mensen zelf kunnen kiezen
wie hen helpt, wanneer en hoe.”
4 Stroomlijn Jaargang 12 | Nummer 2 | Juni 2012

Realisatie
“Waar we heen willen, is voor ons
wel duidelijk, maar hoe gaan we dit
concreet realiseren? We hebben te
maken met cliënten, zorgorganisaties
en zorgkantoren. Daarom kiezen we
voor een geleidelijke overgang, je
kunt het beleid immers niet zomaar
180 graden draaien. Ik verwacht dat
we in 2014 volgens het nieuwe
beleid werken.
Als voorbereiding hebben we
diverse werkbezoeken afgelegd. Ik
heb hele goede dingen gezien, veel
deskundigheid waar we gebruik van
kunnen maken. Wat me wel opviel is
dat mensen soms ‘ingepakt’ worden
en dat de eigen regie van mensen
wordt verwaarloosd. Er is veel nadruk
op professionele hulp en weinig
vertrouwen in het netwerk van de
cliënt. Professionele hulp is goed als
Marion Suijker, wethouder gemeente Gouda
“Werk en welzijn hoort ook bij
het gewone leven”
“Samen met alle gemeenten in de
regio Midden-Holland zijn we onze
visie aan het vormen,” vertelt Marion
Suijker, wethouder van de gemeente
Gouda. “Om wat voor materie en
aantallen gaat het bijvoorbeeld? Van
de totaal 2.600 personen die ondersteuning
of begeleiding krijgen in
Midden-Holland valt de helft onder
de gemeente Gouda. Wat
opvalt is dat verstandelijk
gehandicapten en mensen
met een psychiatrische aandoening
de grootste groep
vormen. Ook brengen we
werkbezoeken, ik vind het
belangrijk om met cliënten
te spreken om zo een goed
beeld te vormen. Soms gaat
het om lichte gevallen maar
ook hele zware. Het is nog
niet zo simpel. Ook zie ik dat
de professionals vaak heel
erg betrokken zijn.”
Drietrap
“Hoe de visie er precies
uit komt te zien is nog af -
wachten maar wel dat we
zoveel mogelijk uitgaan van
de eigen kracht van mensen.
Eigenlijk in een ‘drietrap’: als
eerste: wat kan iemand zelf,
met inzet van zijn of haar
eigen netwerk? Als dit niet
toereikend is kan gebruik
worden gemaakt van
algemene voorzieningen en
pas als derde: individuele
voorzieningen. We kijken ook goed
naar de planning: waarmee kunnen
we al in 2013 beginnen en wat volgt
in 2014.
Wat ik ook belangrijk vind is om de
drie decentralisaties; zowel de extramurale
begeleiding van AWBZ naar
Wmo, de Wet werken naar vermogen
en de jeugdzorg, in samenhang te
Marion Suijker, wethouder gemeente Gouda
duwtje in de rug, maar niet per
definitie als eindpunt. De zorg hoeft
niet altijd een 10 te zijn. Ieder mens
is anders en soms is een 7 ook prima.
Ik denk dat kleinere gemeenten zoals
Vlist, beter in staat zijn om te gaan
met de overheveling van taken van
de AWBZ naar de Wmo. Bij ons is het
meer inzichtelijk, zo doen een of twee
mensen het hele pakket, dit leidt als
vanzelf tot meer samenhang.”
bekijken. Waar kan op elkaar worden
aangesloten? Werk en welzijn worden
nu nog teveel onderbelicht terwijl dit
voor een groot deel ook bij het
gewone leven hoort. Ook krijgen
sommige cliënten van verschillende
aanbieders zorg, waarbij er soms
overlap is. Dit heeft te maken met
hoe de financiering nu geregeld is en
vergt dus een systeemwijziging.”
Cultuuromslag
“Het mobiliseren van het netwerk
rondom een cliënt wordt belangrijker.
Ik zie dat dit al wel steeds meer
gebeurd, maar vrijwillige en pro -
fessionele ondersteuning
moeten nauwer gaan
samenwerken en aanvullend
zijn. Ik realiseer me, wat ik
zeg is niet nieuw, maar we
moeten hier wel echt een
slag gaan maken.” Realistisch
is ze wel: “Zo’n cultuur -
omslag heb je niet zomaar
in een half jaar geregeld.”
“Ik verwacht van de pro -
fessionals vooral een expert
benadering, hun kennis en
ervaring moeten we
benutten. De ‘Zichtbare
Schakel’ is een goed
voorbeeld waarbij de zelfredzaamheid
van mensen
wordt bevorderd en wonen,
zorg en welzijn goed op
elkaar wordt afgestemd.
We moeten meer maatwerk
gaan bieden waarbij we
uitgaan van de cliënt en
niet van domeinen of
organisaties. En daarbij meer
kijken naar de levensfase
waarin iemand zich bevindt.
Zo is het voor iemand van
75+ met een kleinere actie-
Stroomlijn Jaargang 12 | Nummer 2 | Juni 2012 5

adius handig om in de buurt samen
met anderen te eten, terwijl iemand
van 30 wellicht prima kan reizen naar
een voorziening verder weg maar
Wendy Verkleij, wethouder gemeente Bodegraven-Reeuwijk
“In samenspraak met de cliënt
oplossingen zoeken”
“Samenwerken met de gemeenten in
de regio vinden we heel belangrijk”,
vertelt wethouder Wendy Verkleij
van de gemeente Bodegraven-
Reeuwijk. “Als gemeente met
33.000 inwoners zijn we te klein om
alle soorten zorg zelf te organiseren.
De voorbereidende fase voor de
overheveling van de extramurale
begeleiding van de AWBZ naar Wmo
is bijna achter de rug. Alle gegevens
zijn verzameld, we hebben een
bijeenkomst gehad met zorg -
aanbieders en hebben in de praktijk
met cliënten en vertegenwoordigers
van cliënten gesproken. De werk -
bezoeken samen met de andere
bestuurders waren zeer indruk -
wekkend, het helpt bij de bewustwording
van waar hebben we het
over, waarbij vooral het menselijk
aspect naar voren kwam.
In juni is de conceptvisie klaar,
daarna hebben we nog zo’n drie
maanden nodig voor de uitwerking
Wendy Verkleij, wethouder gemeente Bodegraven-Reeuwijk
wel met leeftijdsgenoten uit de hele
regio.”
Tot slot voegt Marion toe: “Als
medewerkers in de zorg nog ideeën
en vaststelling. Dat het kabinet
gevallen is, baart ons wel zorgen.
Het is nu natuurlijk nog koffiedik
kijken wat de consequenties hiervan
zijn, wellicht wordt het onderwerp
controversieel verklaard. Maar als
stuurgroep hebben we afgesproken
om door te gaan met de voor -
bereidingen van dit traject.”
Elementen visie
Uit de inventarisatie blijkt dat
Bodegraven-Reeuwijk niet heel veel
cliënten heeft die te maken krijgen
met de decentralisatie. “We zien
geen afwijkend beeld, we zitten
onder het gemiddelde qua aantal.
Maar natuurlijk willen we elke cliënt
die het treft, goede zorg bieden. We
moeten ervoor waken dat er geen
cliënten straks tussen wal en schip
vallen. Die kans is er als het gaat om
ggz-cliënten. Zoals gezegd, er wordt
nog gewerkt aan de visie, maar
elementen wat ons betreft zijn
hebben, laat het me dan weten.
Want we krijgen nu eenmaal minder
geld dus moeten we hier zo goed
mogelijk mee omgaan.”
zaken als de eigen kracht van de
burger centraal. Eén gezin, één plan,
één casemanager spreekt ons ook
erg aan. Het is belangrijk om alles
rondom de cliënt in samenhang te
bezien en niet alleen oplossingen
vanuit een bepaalde invalshoek te
bedenken. Daar hoort ook een
andere werkwijze bij: niet werken
vanuit claimgericht denken en
aanbodgericht werken maar vraaggericht.
Zoeken naar de vraag achter
de vraag en in samenspraak met de
cliënt zoeken naar oplossingen
zodat het beoogde resultaat wordt
bereikt.”
Welzijn Nieuwe Stijl
“Ik realiseer me dat we niet alles in
een keer kunnen vernieuwen. Ook
kun je de drie decentralisaties die
momenteel bij gemeenten spelen,
niet los van elkaar zien. Ergens
overlappen ze elkaar natuurlijk ook.
De grootste uitdaging wordt om de
zorg op een adequate manier te
regelen binnen de financiële
mogelijkheden. Ik zie ook kansen om
de zorg anders vorm te geven, het
traject Welzijn Nieuwe Stijl past hier
goed bij. We zullen alles in het werk
stellen om de cliënten zo goed
mogelijk te voorzien van de juiste
ondersteuning. Dat is makkelijk
gezegd. De uitvoering, het ook echt
gaan doen in de praktijk, dat is het
natuurlijk belangrijkste. Waarbij ook
professionals een slag zullen moeten
gaan maken. We hebben te maken
met vrij veel welzijnsorganisaties
die voor 80 à 90% draaien op vrij -
willigers, die we natuurlijk op
handen dragen. Maar ook zij zullen
open moeten staan voor
veranderingen. Met elkaar moeten
we het nieuwe beleid gaan vorm -
geven en antwoorden vinden.
Daar zijn we al volop mee aan de
slag tijdens bijeenkomsten.
Goede communicatie met alle
betrokkenen is in elk geval
essentieel.”
6 Stroomlijn Jaargang 12 | Nummer 2 | Juni 2012

Diëtist en eerstelijnspsycholoog:
“Verkleining basispakket niet
goed doordacht”
Gerda van Beek, journalist
“Veel”, zegt Karolien van Geffen stellig.
Ze is manager van Weten&Eten, een
dochter van Vierstroom. “Veel mensen
hebben na december geen nieuwe
afspraak meer gemaakt. Dat heeft
geleid tot maar liefst een daling van
50 procent in de eerste maanden van
2012. Dat was echt dramatisch.
Inmiddels zien we een lichte correctie,
maar de toestroom is nog steeds aanzienlijk
lager dan voorgaande jaren.”
Chronische zorg
Ze wijst op het feit dat niet alle
diëtetiek uit het pakket is gehaald.
“Alleen weten veel mensen dat niet.
Er is vier uur vergoeding uit de
basiszorg voor patiënten met de
chronische aandoeningen Diabetes
Mellitus, COPD of CVRM en waarvan
de zorgverlening plaatsvindt vanuit
de ketenzorg. Helaas is dat niet goed
gecommuniceerd en weten de meeste
patiënten dit niet. Zelfs veel huis -
artsen zijn er niet van op de hoogte.”
Geding
De aanvullende pakketten leveren in
de meeste gevallen geen soelaas.
“Veel zorgverzekeraars hebben
diëtetiek alleen in het duurste aanvullende
pakket. Heel spijtig. Menzis
en Azivo vormen daarop een goede
uitzondering.” Karolien vindt de
maatregel kortzichtig. “De minister
heeft letterlijk gezegd: “Ik eet ook
weleens een koekje te veel”. Daar
gaat het natuurlijk niet om. Als het
zo makkelijk zou zijn, waren er niet
zoveel mensen met overgewicht.
Per 1 januari jl. is het basispakket verkleind. Zo is er geschrapt
in de vergoedingen voor diëtetiek en eerstelijnspsychologie.
Inmiddels zijn we vijf maanden verder. Wat hebben de
zorgverleners gemerkt van deze wijzigingen?
Karolien van Geffen, manager Weten&Eten Bernard Onnink, eerstelijnspsycholoog
Bovendien zetten diëtisten zich niet
alleen in voor afvallen, maar ook
voor ondervoeding, allergieën,
mensen met slikproblemen enzovoort.
Al deze mensen zijn de dupe.” De
beroepsvereniging NVD heeft een
kort geding aangespannen tegen de
maatregel, maar heeft dit verloren.
“De rechter is totaal voorbij gegaan
aan de ingediende casussen vanuit
patiënten en huisartsen. Heel spijtig.”
Eerstelijnspsychologie
Bij de eerstelijnspsychologie zijn de
gevolgen van de maatregel minder
heftig. “De eerstelijnspsychologie is
niet geheel geschrapt’, licht Bernard
Onnink toe, eerstelijnspsycholoog.
“Het is teruggebracht van acht
gesprekken met een eigen bijdrage
van € 10,- per gesprek, naar vijf
gesprekken met een eigen bijdrage
van € 20,- per gesprek. Aanvankelijk
hadden we daardoor een kleine
afname van de aanmeldingen, maar
dat is inmiddels wel rechtgetrokken.
Kennelijk weerhoudt die hogere
eigen bijdrage patiënten niet.”
Twaalf gesprekken
Onnink vindt vooral de beperking tot
vijf gesprekken een groot probleem.
“Wat kan je in vijf gesprekken? Het
was zinvoller als men het aantal ge -
sprekken had opgetrokken tot twaalf.
Dan kan je de mensen in de eerste
lijn een kwalitatief goed aanbod
doen. Dat is ook wetenschappelijk
aangetoond. Met als gevolg dat we
patiënten soms eerder doorsturen
naar de tweede lijn als we zien aankomen
dat we het niet gaan redden
binnen die vijf gesprekken. Dat
maakt het alleen maar duurder voor
de maatschappij. Ook voor de
patiënt is dat vervelend, want daar is
weer een eigen bijdrage verschuldigd
van € 200,- per 364 dagen.
Kortom: ik vind de maatregel
bepaald niet goed doordacht.”
Stroomlijn Jaargang 12 | Nummer 2 | Juni 2012 7

Nieuw wooncomplex de Prinsenhof
Laatste vierpersoonskamers
verdwenen
Marion Verstraeten
Mevrouw Meeuwissen, bewoner Verpleeghuis Bloemendaal
“Vierpersoonskamers zijn niet meer
van deze tijd”, zegt Aris Bras. Hij is
directeur van verpleeghuis
Bloemen daal, onderdeel van
Zorgpartners, waar het woon complex
de Prinsenhof ook toe behoort. “De
meeste bewoners hebben behoefte
aan meer privacy en stonden dan ook
te popelen om naar een een- of
tweepersoonskamer te verhuizen.”
Dat nog niet iedereen naar een
eenpersoonskamer kan, komt
volgens Aris omdat een tweede
nieuw te bouwen zorgcentrum (de
Hanepraij) en revalidatiecentrum nog
niet klaar zijn. “Om de tijd tot de
oplevering volgend jaar te over -
bruggen zijn de verpleeghuizen
Bloemendaal en de Riethoek aan -
Met de opening van het wooncomplex de Prinsenhof in
Gouda, is een einde gekomen aan grootschalige verpleeghuis-
zorg in Midden-Holland. Alle verpleeghuisbewoners in de
regio hebben nu een kamer voor zichzelf of met z’n tweeën en
over een jaar zijn ook de tweepersoonskamer verleden tijd.
gepast. Alle vierpersoonskamers
zijn tot een- of
tweepersoons -
kamer gemaakt.
Het bleek niet
mogelijk om alleen
maar eenpersoonskamers
te maken,
daar was te weinig
ruimte voor. Als de
Hanepraij en het
revalidatiecentrum
klaar zijn, verhuizen
alle bewoners daarheen
en heeft wel
iedereen een
eenpersoonskamer.”
Duim op
Ook mevrouw Meeuwissen is te
spreken over haar nieuwe kamer, die
ze nu nog deelt met een andere
bewoner. De vrouw van in de vijftig
woont al veertien jaar in verpleeghuis
Bloemendaal en op de vraag hoe het
bevalt dat ze nu niet met z'n vieren
maar met z'n tweeën op een kamer
De Prinsenhof
woont, steekt ze haar duim op. “Ik heb
een tafeltje en een stoel neer gezet, iets
dat in mijn vorige kamer niet paste. En
ik heb nu een televisie en dan kan ik
met mijn koptelefoon lekker mijn gang
gaan. Maar een eenpersoons kamer in
de Hanepraij zou helemaal het einde
zijn.” Het is voor sommige bewoners
wel even wennen dat er minder reuring
is. “Omdat er minder mensen op een
kamer liggen, zijn de afdelingen ook
kleiner geworden”, zegt Aris Bras. “Er
zijn wel bewoners die het nu rustiger
vinden. Vooral als er bewoners in de
recreatiezaal beneden zijn, vinden de
achterblijvers het soms wat stil.
Vermoedelijk is het een kwestie van
wennen. Op hun kamer hebben ze
daar niet zo'n last van, omdat de
verhouding van personeel en
bewoners gelijk is gebleven.” Ook
voor de verzorgenden verandert het
nodige. Bras: “Ze werken in kleinere
teams en sommigen moesten wennen
aan de nieuwe teamsamenstelling. Het
vraagt ook andere vaardigheden, zoals
meer taken kunnen combineren
en zelfstandiger werken.”
De Prinsenhof doet in niets denken aan een traditioneel verpleeghuis. De verschillende wijken
van Gouda vormden het uitgangspunt bij het ontwerp: zo is er een stadsmuur en een hangplek
voor de bewoners. Op de stadsmuur hangen muurgrote afbeeldingen van mooie en historische
plekken in Gouda. Naast een kapper en een winkel is er een Grand café en een welnesscentrum
en bij binnenkomst is er geen receptie maar een gastvrouw. In de toekomst worden allerlei
activiteiten georganiseerd zoals een ambachtenmarkt, kaasmarkt, kerstmarkt en met
Koninginnedag een vrijmarkt.
8 Stroomlijn Jaargang 12 | Nummer 2 | Juni 2012

Alzheimer Theehuis
Multiculturele voorlichting
over alzheimer
Marion Verstraeten,
journalist
Allochtonen gaan anders met de
ziekte van Alzheimer om dan westerse
mensen, vertelt Halima el Morabet.
Zij is activiteitenbegeleidster bij
Zorgpartners en vrijwilligster bij het
Alzheimer Theehuis, dat wordt
gehouden op de multiculturele
dagverzorging van het Zorgcentrum
Korte Akkeren in Gouda. “Er rust een
groter taboe op. Mantelzorgers weten
vaak niet wat de ziekte inhoudt en
denken bijvoorbeeld dat hun vader
of moeder expres alles herhaalt. Ze
schamen zich en proberen hun
familieleden weg te houden van de
buitenwereld, zodat er geen gênante
situaties ontstaan. Tijdens de voorlichtingsavonden
komt een gast -
spreker aan het woord over uiteen -
lopende onderwerpen. De ene keer
over wat de ziekte
inhoudt en de andere
keer over hoe je hulp
in kunt schakelen.
Daardoor ontstaat
meer begrip voor
hun dementerende
familielid en gaan ze
anders met hen om.
Minder geïrriteerd en
met meer geduld. Dat
heeft ook weer zijn
uitwerking op het
zieke familielid, dat
daardoor minder snel
onrustig wordt en
zich beter begrepen
voelt.”
In Gouda wordt één keer per maand het Alzheimer Theehuis
georganiseerd. Hier krijgen allochtonen ouderen en mantel -
zorgers voorlichting over de ziekte van Alzheimer en kunnen
ze terecht met allerlei vragen. “In onze cultuur is het taboe op
alzheimer erg groot.”
Lotgenotencontact
Het Alzheimer Theehuis komt voort
uit het Alzheimer café, een initiatief
van Alzheimer Nederland dat al
langer bestaat. Het doel is volgens
Halima hetzelfde: namelijk voor -
lichting geven over de ziekte en
lotgenotencontact. Toch is het goed
dat er aparte bijeenkomsten zijn voor
deze groep, legt Halima uit. “De taal
is vaak een probleem maar er spelen
ook culturele verschillen. Door mijn
Marokkaanse achtergrond kan ik daar
beter op inspelen. Zo kwam op de
laatste bijeenkomt onverwachts ook
een groep mannen af. Een Westerse
hulpverlener denkt dan misschien:
‘mooi, de opkomst is groot.’ Maar
ik weet dat vooral de wat oudere
dames het niet prettig vinden om
Alzheimer Theehuis
Het Alzheimer Theehuis is bedoeld voor
alle niet-Westerse culturen. In Gouda
komen er voornamelijk Marokkaanse
mantelzorgers op af maar andere
nationaliteiten zijn ook welkom. De
gastlessen zijn in het Nederlands maar
kunnen door Halima vertaald worden
naar het Arabisch of Berber.
met een groep mannen in dezelfde
ruimte te zitten. Zij verlaten dan
gewoon de ruimte en komen niet zo
snel meer terug. Ik heb dit razendsnel
met mijn leidinggevende besproken,
die ook aanwezig was, en toen
hebben we de bijeenkomst in twee
aparte ruimtes gehouden. Zij was
gespreksleider bij de mannen en ik
bij de vrouwen.” Maar
er zijn meer voordelen,
zegt de activiteiten -
begeleidster. “Ik ben
zelf islamitisch en
weet daardoor veel
van de islam. Dat is
handig omdat
sommigen de ziekte
als een straf van Allah
zien. Ik leg dan uit dat
het om een ziekte
gaat, waar je niks aan
kunt doen. De een
heeft hoofdpijn of
een gebroken been,
de ander heeft
alzheimer.”
Stroomlijn Jaargang 12 | Nummer 2 | Juni 2012 9

Resultaten onderzoek naar versnippering van zorg
Veranderconferentie: verbinden
van zorg en welzijn kansrijk
Carla van Zuylen, senior
communicatieadviseur
Het project Goudsbloem is in oktober
2011 gestart in de wijk Plaswijck in
Gouda. De aanleiding is de toename
van het aantal kwetsbare, zelfstandig
wonende ouderen. In de praktijk
ervaren werkers in de zorg, welzijn
en wonen dat het ondersteuningsaanbod
gefragmenteerd is. Het pilotproject
Goudsbloem is gericht op
het terugdringen van deze ‘versnippering’
en samen in de wijk werken
aan een geïntegreerde aanpak.
De vermoedens van gefragmenteerde
zorg zijn eerst wetenschappelijk
getoetst.
Op 17 april 2012 vond de Verander -
conferentie Goudsbloem plaats
waaraan zowel zorgverleners uit de
praktijk als leidinggevenden en
bestuurders van de betrokken
organisaties deelnamen. Maaike
Dautzenberg presenteerde daar de
resultaten van het onderzoek. “In
totaal zijn 62 interviews gehouden,
waaronder 23 interviews met ouderen
uit Plaswijck die te maken hebben
met meerdere zorgverleners.
Is de zorg voor thuiswonende ouderen die met veel
zorgverleners te maken hebben teveel in stukjes verdeeld en
zo ja, hebben ze daar last van?
Daarnaast werden naasten, mantelzorgers
en professionals ondervraagd.”
Resultaten
“De doelgroep bleek 85+ te zijn, vooral
vrouwen waarvan de helft weduwe
was. Ze hebben vier of meer aandoeningen,
hoog zorggebruik zoals huishoudelijke
hulp, thuiszorg, huisarts en
specialist maar ook ziekenhuisopname.
Gemiddeld komen er 10 tot 14 zorgverleners
over de vloer (80% beroepskrachten)
waarbij er een strikte taakverdeling
is en geen zorgsamenhang.
Wat opviel is dat welzijn en vrijwilligers
geen rol vervullen bij deze mensen
en ook mantelzorgondersteuning is
buiten beeld. De ouderen voelen zich
bezwaard een beroep te doen op hun
kinderen. De kinderen zijn juist vaak
degenen die vragen om meer zorg.
Vanuit de professionals bleek er
behoefte aan meer onderlinge uitwisseling
van informatie over cliënten.
Opvallend was ook dat uit het onderzoek
bleek dat een aantal veranderingen
die Vierstroom het afgelopen
jaar heeft doorgevoerd, al heeft
geleid tot verbetering zoals vaste
medewerkers op vaste dagen en
door bijscholing minder verschillende
medewerkers. De helft van de 23
cliënten ervaart wel eens snipperlast,
tien helemaal niet en vonden het
eigenlijk wel prettig al die mensen
want zo zie je nog eens iemand voor
een praatje, het geeft een veilig
gevoel en je zit niet aan één iemand
vast met wie je misschien niet kunt
opschieten.” Maar, merkte Maaike
op, prettig hoeft niet gelijk te zijn
aan wenselijk.
Conclusies:
1. Fragmentatie is een feit,
2. Snipperlast? Deels ja,
3. Afstemming moet beter en
4. Minder dure zorg is mogelijk.
Mogelijke oplossingen
De deelnemers aan de conferentie
gingen vervolgens in tweetallen aan
de slag met de vraag welke inter -
venties, groot of klein, wenselijk zijn.
En dat bleken er nogal wat te zijn.
Een greep uit de reacties: het netwerk
van de ouderen versterken, bewustwording
eigen verantwoordelijkheid
en versterken van de cliënt bijvoorbeeld
door meer hulpmiddelen,
Elektronisch Cliënt Dossier invoeren
en flexibel omgaan met indicaties.
Alles overziend sprong er één op -
lossingsrichting uit: het verbinden van
zorg en welzijn op wijkniveau.
Hiervoor is het nodig om elkaars
aanbod te kennen. Geconstateerd
werd dat de zorg nog onvoldoende
10 Stroomlijn Jaargang 12 | Nummer 2 | Juni 2012

weet wat voor aanbod er is op het
gebied van welzijn. Een duidelijke,
praktisch bruikbare sociale kaart, op
welke wijze dan ook (fysiek zoals een
loket of overleg, boekje of via internet)
ontbreekt nog maar zou zeer wenselijk
zijn.
Ook werd geopperd om goed te
kijken welke welzijnsactiviteiten
invloed hebben op het verminderen
van de zorgvraag. Welke activiteiten
worden er al aangeboden en wat
ontbreekt er? In een eerder stadium
moet duidelijk zijn in welke situatie
welzijn ingezet kan worden waarbij
er nauw samengewerkt wordt met
mensen in de buurt. Zodat een huisarts
bijvoorbeeld bij een oudere die
eenzaam is, hier actief naar kan doorverwijzen.
Ook het versterken en behouden van
het eigen sociale netwerk is een
oplossingsrichting die het verdient
om verder uitgewerkt te worden in
een plan van aanpak.
Reumanetwerk in
beweging
Oproep
Tot slot pleitte Jan Slappendel van
Zorgkantoor Midden-Holland (VGZ)
ervoor om snel met de werkvloer
aan de slag te gaan om de
mogelijke interventies die ge -
opperd zijn, handen en voeten te
geven om te kijken wat werkt.
Een oproep die de stuur- en projectgroep
Goudsbloem uiteraard
graag oppakt.
Reuma Artrose Parkinson, maar het gaat om meerdere ziekten en een integrale aanpak,
vandaar: RAPplus. RAPplus is een project voor twee jaar en wordt gesubsidieerd door ZonMW.
Er is de afgelopen maanden weer
veel werk verzet en dit was te zien
tijdens het drukbezochte symposium
op 5 maart. Er waren 70 zorgverleners,
uit alle disciplines die betrokken zijn
bij de zorg voor reumapatiënten.
Joke Vriezekolk hield een boeiende
presentatie over haar promotieonderzoek:
het verbeteren van de
zorg voor mensen met reuma die
een hoge emotionele lijdensdruk van
hun ziekte ervaren.
De thema’s van de workshops waren
gekoppeld aan de werkgroepen die
lopen.
• Hoe kunnen we medicatieveiligheid
en therapietrouw verbeteren?
Hierop zijn enkele stappen ondernomen.
Er komen samenvattingkaartjes
van veel gebruikte
medicatie voor patiënten en een
vragenlijst die apothekers af
kunnen nemen bij de tweede
uitgifte van medicatie.
• Hoe kunnen we patiënten met
artrose beter voorlichten en
begeleiden? Iedereen was overtuigd
van het belang dat deze informatie
eenduidig moet zijn en makkelijk
beschikbaar voor de patiënt. De
artrosegids is een goede eerste
stap. Voorlichtingsbijeenkomsten
in de eerste lijn zouden hierop een
mooie aanvulling zijn.
• Welke rol kan de bedrijfsarts
hebben voor een patiënt met
reuma? Het beeld van de bedrijfsarts
bij patiënten als controleur
moet veranderen, zodat de
bedrijfsarts de kans krijgt zich
tijdig in te zetten voor de patiënt.
Een folder voor patiënten over de
rol van de bedrijfsarts is een goed
begin. De voorbereidingen lopen
al.
• De patiënt is zelf verantwoordelijk
voor zijn ziekte. Hoe kunnen we
RA-gids en Artrosegids
Tijdens het symposium zijn de RA-gids en de
artrosegids Midden-Holland uitgedeeld. De gids
is bedoeld voor mensen met RA en artrose, hun
naasten en hen die daar beroepshalve bij betrokken
zijn. De gidsen zijn inmiddels breed verspreid en
kunnen gratis worden opgevraagd. We horen graag
uw reactie op de gids!
Projectcoördinatie:
Lisette van Dingenen, arts M&G, programmaleider
Zorgketens, Transmuraal Netwerk Midden-Holland,
T: (0182) 50 55 34, E: Lisette.van.Dingenen@GHZ.nl.
Kijk voor meer informatie op
www.transmuraalnetwerk.nl
hem handvatten geven? Er is
een duidelijke wens om zelf -
managementprogramma’s op
maat in te bouwen in het zorg -
traject. Maar ook moeten er meer
mogelijkheden worden gecreëerd
om specifieke begeleiding te
krijgen voor deze doelgroep.
Kortom: het Reumanetwerk is
volop in beweging!
Op www.transmuraalnetwerk.nl zorgketen,
RAPplus staat een artikel over dit project dat
recent verschenen is in de Eerstelijns.
Stroomlijn Jaargang 12 | Nummer 2 | Juni 2012 11

Regionaal Wond Expertise Centrum
Alle wondzorg onder één dak
Marion Verstraeten,
journalist
“Het mooie van onze polikliniek is
dat wij patiënten ook thuis bezoeken
als dat nodig is,” zegt verpleegkundig
specialist en coördinator van het
Wond Expertise Centrum (WEC) Stella
Amesz van ZorgBrug. “Wij werken
dus letterlijk over de muren van het
ziekenhuis heen. Een huisarts of
verpleeghuisarts kan mij of mijn
collega inschakelen als een wond
langer dan twee weken bestaat en er
In het Wond Expertise Centrum van het Groene Hart
Ziekenhuis zijn kennis, diagnostiek en behandeling op het
gebied van wondzorg gebundeld op één polikliniek. Hier
kunnen patiënten uit de regio terecht met complexe wonden.
bijvoorbeeld geen zicht op genezing
is. Dan komt de patiënt naar ons toe
of brengen wij een huisbezoek als de
patiënt slecht ter been is. Met behulp
van aanvullende onderzoeken stellen
we een diagnose en maken een
behandelplan, onder supervisie van
vaatchirurg en medisch hoofd Peter
Schlejen. Dit koppelen we weer terug
naar de behandelend arts, dat kan
bijvoorbeeld ook de dermatoloog
of chirurg van het ziekenhuis zijn.
De arts blijft dus altijd eind -
verantwoordelijk.”
Versnippering
Een van de redenen om de regionale
samenwerking op te zetten, is om
versnippering in de wondzorg tegen
te gaan. Iedere arts of verpleeg -
kundige werkt nu nog op zijn eigen
manier en ook instellingen onderling
Stella Amesz, verpleegkundig specialist ZorgBrug Foto: Martin Droog
12 Stroomlijn Jaargang 12 | Nummer 2 | Juni 2012

werken verschillend. Onderlinge
afstemming ontbreekt, wat niet
alleen inefficiënt en duurder is maar
ook een langere geneesduur van de
wond met zich meebrengt, vertelt
Renée van Haastert. Zij is vanuit het
Transmuraal Netwerk Midden-Holland
betrokken bij het project. “Vorig jaar
is vanuit het Groene Hart Ziekenhuis
het initiatief genomen om de wondzorg
breder aan te pakken. Het
wondcentrum bestond al langer
krijgt nu een meer regionale functie.
Naast diagnose en behandeling, gaat
het centrum functioneren als kennisen
expertisecentrum.” Omdat de
regionale aanpak nog niet zo lang
loopt, zijn nog niet veel zorgverleners
in de regio bekend met het bestaan
van het wondcentrum. Eén van de
eerste taken waar Stella Amesz zich
dan ook op gaat richten is het
vergroten van de naamsbekendheid.
“We zijn druk bezig om aan onze
PR te werken. Onder andere door
eens in de zes weken een overleg te
hebben met artsen en verpleeg -
kundigen van het GHZ, ZorgBrug,
Zorgpartners, Vierstroom en huis -
artsenpraktijken. Hier bespreken we
bijvoorbeeld hoe er het snelste naar
ons doorverwezen kan worden en
hoe we aan alle criteria voor het
opzetten van een wondzorgnetwerk
voldoen. Vanuit dit overleg zijn
werkgroepen opgezet, die zich weer
met andere onderwerpen bezig
houden zoals afspraken maken over
waar een goede overdracht aan
moet voldoen.”
Korte lijnen
Huisarts Gerrie van der Klooster uit
Gouda is al wel bekend met het
WEC en heeft ook al een paar keer
patiënten doorverwezen. Zij vindt
het vooral prettig dat de lijnen kort
zijn en dat ze een professional in kan
schakelen die meekijkt en -denkt.
“Als ik het idee heb dat een wond
om onduidelijke redenen niet goed
geneest schakel ik Stella in. Het is
heel handig dat zij huisbezoeken
aflegt, vooral voor mensen die slecht
ter been zijn. Ik vind dat je als huisarts
je eigen tekortkomingen moet
kennen en hulp in moet schakelen
als je ergens zelf niet uitkomt.
Voorheen stuurde ik mensen met
complexe wonden naar de chirurg
Symposium Handhygiëne in Midden-Holland
Noteer alvast in uw agenda:
13 september
In Nederland zouden vele honderden
levens gered kunnen worden, indien
het handhygiëne gedrag van zorgmedewerkers
structureel zou worden
verbeterd. Hoewel de richtlijnen ten
aanzien van deze handhygiëne
reeds lange tijd aanwezig zijn, zit het
probleem vooral in het onvoldoende
volgen van deze richtlijnen door de
zorgmedewerkers, de zogeheten
compliance. In regio Midden-
Holland is ook winst te behalen op
het naleven van goede handhygiëne.
Om daarvoor aandacht te vragen
organiseert het Transmuraal
Netwerk, samen met het Groene
Hart Ziekenhuis, Zorgpartners, GGD
Hollands Midden, en ZorgBrug op
donderdag 13 september van
13.30 uur tot 17.00 uur een regionaal
Verwijsrichtlijnen
Gerrie van der Klooster, huisarts Korte Akkeren
of de dermatoloog; dat deed ik pas
als er echt geen andere optie meer
was. Nu ik de wondexperts kan
inschakelen, krijgt de patiënt eerder
hulp en zal de wond eerder genezen.
Daardoor krijgt de patiënt de best
mogelijke zorg, wat de kwaliteit van
zorg alleen maar ten goede
komt.”
Op dit moment is het Transmuraal Netwerk Midden-Holland bezig om verwijsrichtlijnen op te
stellen voor zorgverleners in de regio. De verwachting is dat deze op korte termijn klaar zijn.
Wijkverpleegkundigen, huisartsen en verpleeghuisartsen ontvangen deze richtlijnen dan op
zakformaat. Naast kostenbesparing en efficiëntere werkwijze voor zorgverleners is het hoofddoel
van het regionale wondcentrum het welbevinden van de patiënt vergroten, zegt Stella
Amesz. “Door betere samenwerking en kortere lijnen genezen wonden sneller. Patiënten
worden eerder gezien en hoeven niet meer van hot naar her. Er is nu één plek waar alle zorg
gebundeld is en die plek kunnen ze snel en gemakkelijk bereiken. Uiteindelijk wordt het dus
alleen maar overzichtelijker voor de patiënt.”
symposium handhygiëne. Tijdens dit
symposium krijgt u inzicht in het
belang van goede handhygiëne en
de toekomst van de infectiepreventie.
Vicky Erasmus, psycholoog Erasmus
MC presenteert de uitkomsten van
haar onlangs verschenen proefschrift
‘Compliance to handhygiëne guide -
lines in hospital care’. En u krijgt
inzicht in, hoe op dit moment wordt
omgegaan met handhygiëne in
Midden-Holland. Wij hopen u allen
te mogen verwelkomen op dit
regionaal symposium handhygiëne.
Inschrijven via de agenda op
www.transmuraalnetwerk.nl.
Stroomlijn Jaargang 12 | Nummer 2 | Juni 2012 13

Nieuwe beroepsprofielen
In 2020 verpleegkundigen en
zorgkundigen
Lia Thorborg, journalist
Dat is de meest opzienbarende
verandering, die wordt voorgesteld
door de beroepsorganisatie V&VN in
de nieuwe beroepsprofielen voor de
In 2020 is de verpleegkundige een hbo-gediplomeerde.
De huidige titel van mbo-verpleegkundige verdwijnt.
Wie kiest voor een mbo-opleiding, zal aan het werk gaan
als ‘zorgkundige’.
verpleging. Het ‘beroepenhuis V&V
2020’ is gemaakt in opdracht van het
ministerie van VWS, dat duidelijkheid
wilde over de positionering van mbo-
en hbo-opgeleiden, die momenteel
ondanks verschillende opleidings -
niveaus min of meer hetzelfde werk
verrichten. Mede daardoor hebben
organisaties moeite om hbo-verpleeg -
kundigen te werven en te behouden.
Op de werkvloer is het lastig om de
mbo-verpleegkundigen met vaak
langdurige praktijkervaring te mixen
met de theoretisch langer geschoolde
hbo’ers, die al snel op zoek gaan naar
andere uitdagingen dan de directe
patiëntenzorg. Bovendien vragen
ontwikkelingen in de samenleving
een differentiatie: de patiënt wordt
mondiger en de zorg wordt complexer,
technisch geavanceerder, intensiever
en korter. In de toekomst zullen meer
hbo-verpleegkundigen nodig zijn.
Andere naam
Het verschil in niveau wordt niet
alleen duidelijk gemaakt door een
andere functieomschrijving, maar
ook in de andere naamgeving (zie
kader). Dat was het startsein voor
een heftige discussie in de sector.
De uitvoerige rondetafelgesprekken,
conferenties en internationale studies
die voor draagvlak moesten zorgen
ten spijt, verweren tegenstanders
onder aanvoering van de vakbonden
zich tegen de ‘devaluatie’ van de
mbo-verpleegkundige. Intussen
vragen in ziekenhuizen, zorg -
instellingen en thuiszorgorganisaties
werkgevers en werknemers zich af,
wat de consequenties van het
nieuwe beroepenhuis voor hen
zullen zijn.
14 Stroomlijn Jaargang 12 | Nummer 2 | Juni 2012

Reacties
De Verpleegkundigen Advies Raad
(VAR) van het GHZ heeft besloten
voorlopig geen actie te ondernemen
op de nieuwe profielen, die te zijner
tijd als wetsvoorstel aan de Tweede
Kamer worden aangeboden. “Er is
behoefte aan duidelijkheid over de
inhoud en het verschil tussen de
twee niveaus,” zegt voorzitter Gerlies
van den Heuvel. “Anderzijds zetten
wij vraagtekens bij de voorgestelde
verkorting van de mbo-opleiding
van vier naar drie jaar. Wij vrezen dat
de kwaliteit van de zorg dan in het
geding komt. Ook maak ik me zorgen
over ons imago in het mbo. Wat blijft
er over van de aantrekkingskracht
van de zorg voor 15-, 16-jarigen, als
de inhoud van het werk en de status
van hun vak vermindert? Maar al die
argumenten worden al in de discussie
meegenomen. Wij wachten de
besluitvorming af.”
Lisette Scheepstra, voorzitter van de
Ondernemingsraad van Zorg partners
Midden-Holland, is bezig met de
oprichting van een VAR, die na de
zomer actief zal worden. Ook zij
wacht namens haar beroepsgroep
de ontwikkelingen af. Bij Vierstroom
is VAR-voorzitter Janet de Visser
Erika Vergeer
(46) is
getrouwd,
heeft twee
kinderen van
18 en 21 jaar
en heeft sinds
vorig jaar
artrose.
1.Wat is uw ervaring met de zorg
in Midden-Holland?
“Via de huisarts ben ik bij de
reumatoloog terecht gekomen
maar die heeft alleen de diagnose
gesteld. Daarna moet je zelf je weg
vinden, bijvoorbeeld welke sport
nog geschikt was voor mij. De
reumaverpleegkundige liet me
allerlei hulpmiddelen zien maar
daar was ik nog helemaal niet aan
toe. Via de klankbordgroep van het
project RAPplus hoorde ik over
betrokken geweest bij de rondetafelgesprekken
van de V&VN. De VAR van
Vierstroom buigt zich momenteel op
verzoek van de directie over een
inhoudelijk advies ten aanzien van de
consequenties voor de organisatie:
“Lastig, want het beroepenhuis is
een startdocument en veel aspecten,
bijvoorbeeld rondom de opleidingen,
zijn nog niet concreet. Het einddoel
is niet voor niets 2020.”
Voor de huidige mbo-verpleeg -
kundigen verandert overigens niets.
Zij behouden hun titel en zullen
voor de organisatie, waar zij werken,
hun waarde behouden. Verwacht
Verpleegkundige of zorgkundige
V&V 2020 telt een aantal nieuwe profielen. De verpleegkundig specialist (artikel 14 Wet BIG, hbomaster)
vervult een brugfunctie tussen artsen en verpleegkundigen, levert aanvullende diagnostiek,
indiceert en verricht voorbehouden handelingen. Hij/zij speelt een cruciale rol in de zorgcoördinatie,
begeleidt en coacht verpleeg- en zorgkundigen en is het aanspreekpunt van belendende beroepsgroepen.
De verpleegkundige (artikel 3 Wet BIG, hbo-bachelor) is de allround zorgprofessional, die
in verschillende velden van de gezondheidszorg patiënten en hun netwerk ondersteunt bij het
behouden of verbeteren van het dagelijks functioneren in relatie tot gezondheid, ziekte en kwaliteit
van leven. De verpleegkundige werkt grotendeels op basis van functionele zelfstandigheid. De zorgkundige
(artikel 34 Wet BIG, mbo-4 of associate degree) is een zorgprofessional met een specifieke
bekwaamheid voor het werken met één groep patiënten, zoals chronisch zieken, kwetsbare ouderen
en geriatrische patiënten, patiënten opgenomen voor onderzoek, behandeling of operatie of
psychiatrische patiënten. De zorgkundige werkt onder supervisie en eindverantwoordelijkheid van
een verpleegkundige. De V&V2020 heeft zich niet uitgesproken over de beroepsniveaus verzorgende
wonen/welzijn, kraamverzorgende en helpende, omdat deze niet onder de Wet BIG vallen.
cesartherapie. De cesartherapeut
heeft me goed geholpen bij
praktische zaken, zoals het
veranderen van mijn dagindeling en
concrete adviezen over bewegen en
nu gaat het een stuk beter.”
2.Wat kan verbeterd worden in de
zorg?
“De samenwerking tussen de
schakels. Zo werd ik van de reumatoloog
terugverwezen naar de
huisarts maar de huisarts kon niets
voor me doen, behalve de ver -
wijzing naar de reumatoloog waar
ik al geweest was. Toen ik op eigen
initiatief naar de cesartherapeut
ging bleek dat ik daar een verwijskaart
voor nodig had. Het was niet
helder bij wie ik daarvoor moest
zijn, de huisarts of de reumatoloog.
Uiteindelijk is het wel geregeld,
maar het verbaast me dat dit
wordt dat een flink aantal aan de
slag gaat om het hbo-diploma te
behalen. Voor de instellingen van
Midden-Holland voorziet Gerlies van
de Heuvel geen directe problemen:
“In deze regio kiezen nog altijd
voldoende mensen op allerlei
niveaus voor de zorg. Ook worden
mensen altijd al gestimuleerd om
door te groeien en/of zich te
specialiseren. Je kunt merken dat
het GHZ en de andere ziekenhuizen
langs de A12 samenwerken om hun
verpleegkundig personeel meer
carrièremogelijkheden te
kunnen bieden.”
Patiënt aan het woord
onduidelijk is. En als je net de
diagnose hebt gehad zou het fijn
zijn als er iemand is die met je
meedenkt, uitgaande van waar je
op dat moment behoefte aan hebt.
Zodat je de ondersteuning krijgt
die je dan nodig hebt.”
3.Gebruikt u social media?
“Nee, ik zoek liever informatie op in
bijvoorbeeld de artrosegids of
telefonisch. Internet en social
media vind ik te onpersoonlijk.”
4.Waar moet meer aandacht voor
komen?
“Mensen onderschatten wat
Artrose is. Ze denken dat het
gewoon slijtage is, wat hoort bij
het ouder worden en waar je niets
aan kunt doen. Ze begrijpen niet
dat het pijnlijk is en je beperkt in je
dagelijkse leven.”
Stroomlijn Jaargang 12 | Nummer 2 | Juni 2012 15

Berichten
Travel Clinic Groene Hart
Interactie via LinkedIn
Social media zijn hot. Een van de
sociale media netwerken op
internet is LinkedIn.
Wat is LinkedIn?
LinkedIn is bedoeld voor het onderhouden
van zakelijke contacten en
het gebruik maken van elkaars
(zakelijke) netwerk. Als je een
profiel hebt aangemaakt kun je
contact leggen met mensen met
wie je nu of in het verleden hebt
samengewerkt of kent.
Discussies
Naast contact leggen en onder -
houden kun je ook deelnemen aan
discussies. Hiervoor kun je lid
worden van een groep. Vakgenoten
stellen vragen of poneren een
stelling waarop je kunt reageren.
Groepen kunnen besloten zijn, dat
betekent dat de beheerder je eerst
toestemming moet geven om lid te
worden, of open: daar kan dus
iedereen lid van worden.
Sinds zomer 2011
functioneert onder
het dak van het
Groene Hart
Ziekenhuis (GHZ)
een reizigers -
polikliniek, Travel
Clinic Groene Hart (TCGH). Het is een
initiatief van twee internisten: Ted
Koster en Henny Peltenburg, en
vormt een aanvulling op bestaande
activiteiten. Het spreekuur is op
donderdagavond van 17.30 tot
19.30 uur.
Het team is gespecialiseerd in het
adviseren over vaccinaties in
combinatie met medicijngebruik of in
specifieke gezondheidssituaties, zoals
zwangerschap of chronische ziekten.
Welke groepen zijn relevant?
Dat bepaal je natuurlijk zelf. Je kunt
bijvoorbeeld aan de hand van het
invullen van een zoekwoord kijken
of er een groep bestaat. Maar je
kunt ook zelf een groep creëren.
Het Transmuraal Netwerk Midden-
Holland maakt hier ook steeds meer
gebruik van. Zo bestaan inmiddels
de volgende (besloten) groepen:
- Wijklink Plaswijck
- Reumanetwerk MH
- Sociale media en zorg in MH
- Eenzaamheid bij ouderen in MH
Wil je deelnemen? Stuur dan
gewoon een verzoekje via LinkedIn.
Van start?
Om je op weg te helpen staat op de
website www.transmuraalnetwerk.nl
een korte handleiding LinkedIn.
Maar ook de reguliere reiziger kan er
terecht.
Daarnaast opent het GHZ binnenkort
een apart spreekuur voor vaccinatie
tegen hondsdolheid, die scherp
geprijsd kan worden aangeboden
door een nieuwe toedieningtechniek.
Tevens kunnen groepsgewijze
afspraken gemaakt worden, waarbij
het GHZ naar de reizigers toe komt
(voorbeeld: groepsreizen Olympisch
voetbal buiten de EU; pelgrimsreizen).
Aangezien de polikliniek thans hard
groeit, overweegt de TCGH binnenkort
ook een spreekuur te openen op
zaterdagmorgen. Via de website van
het GHZ kan online een afspraak
gemaakt worden, maar dit is ook
telefonisch mogelijk (0182) 50 50 05.
Voor vragen over de polikliniek zijn
genoemde internisten via de centrale
bereikbaar (0182) 50 50 50.
16 Stroomlijn Jaargang 12 | Nummer 2 | Juni 2012

Loop mee met de singelloop en steun het
goede doel!
De Singelloop vindt dit jaar plaats
op vrijdag 14 september. Het
Groene Hart Ziekenhuis zou het
leuk vinden om met een grote
groep lopers uit de Goudse zorg -
wereld deel te nemen. Vraag dus op
het werk even rond wie er nog
meer mee wil doen en meld je
gezamenlijk aan! Voor iedere
deelnemer die zich aanmeldt via
monique.bijl@ghz.nl, ontvangt
Stichting Vrienden van het Groene
Hart Ziekenhuis het volledige
Nieuwe website Vierstroom live
Sinds april j.l. is de website van
Vierstroom (www.vierstroom.nl)
geheel vernieuwd.
De nieuwe website van Vierstroom
zoekt aansluiting bij de vraag en
behoeften van (potentiële) cliënten
en hun naasten. Groepen van
Vierstroom experts hebben, soms in
nauwe samenwerking met cliënten
en/of mantelzorgers, hun kennis op
het gebied van zes klantprofielen in
kaart gebracht. Het resultaat van
deze kennisdeling staat nu online.
Iedere bezoeker kan zich via de site
verdiepen in een voor hem of haar
relevante aandoening en het bijbe-
inschrijfgeld van de organisatie
Singelloop. Met de Vrienden -
stichting realiseren we projecten in
het GHZ die het verblijf van de
patiënt zo aangenaam mogelijk
maken. Meer informatie? Kijk op
www.vriendenvanhetghz.nl.
Schrijf je dus niet rechtstreeks in bij
de singelloop, maar steun het
ziekenhuis! Je kunt kiezen uit de
afstanden 3½, 7 en 10 km, maar let
op … vol=vol.
horende ziekteproces. Bezoekers krijgen
informatie over het omgaan met
een ziekte, eventuele behandeling en
de ondersteuning die Vierstroom kan
bieden.
Daarnaast heeft de site als doel bij te
dragen aan het versterken van het
zelfmanagement van de cliënt en het
ontwikkelen van (peer to peer) netwerken.
Toekomstplannen
De komende tijd wordt verder
gewerkt aan het verhogen van de
interactie tussen (potentiële) cliënten
van Vierstroom, naaste familieleden,
Winnaar
Medewerker
Beleving Award
Kraamzorg De Waarden heeft de
Medewerker Beleving Award
gewonnen. De nominaties waren
gebaseerd op basis van de interne
tevredenheidsonderzoeken die
vorig jaar zijn uitgevoerd door
Integron. De bedrijven met de
beste tevredenheidsscores waren
genomineerd. In de categorie
Medewerker Beleving, best
presterende organisatie categorie
publieke sector met meer dan 50
medewerkers, scoorde Kraamzorg
De Waarden het hoogste en dus
mochten zij vol trots de award in
ontvangst nemen.
mantelzorgers en zorgverleners via
onder andere social media. Doel is
het gericht delen van informatie,
ervaringen en kennis.
Neem gerust eens een kijkje op de
nieuwe site. Geef uw mening via het
formulier op de homepage.
Stroomlijn Jaargang 12 | Nummer 2 | Juni 2012 17

Sjaak de Gouw, GGD Hollands Midden
“Overheidsbeleid overgewicht
werkt niet”
Lia Thorborg,
journalist
Aan het woord is Sjaak de Gouw,
algemeen directeur van de GGD
Hollands Midden. Hij promoveerde
onlangs op ‘De effectiviteit van het
overheidsbeleid op het gebied van
publieke gezondheid, met name
overgewicht, voeding en bewegen’.
Zijn voornaamste conclusie is dat het
overheidsbeleid niet werkt. Dat is
gevaarlijk. Volgens een recent VNrapport
zullen in 2036 36 miljoen
mensen wereldwijd overlijden aan
de gevolgen van ongezond leef -
gedrag. De bijbehorende zorgkosten
zullen westerse landen financieel
naar de rand van de afgrond voeren.
Gebrek aan urgentie
Dr. De Gouw stelde vast dat de kennis
voor effectief beleid aanwezig is, maar
nauwelijks wordt toegepast. Het
ministerie van VWS zet onvoldoende
druk op kabinetsbreed, integraal
beleid en maakt onvoldoende
gebruik van eigen financierings -
mogelijkheden of regelgeving.
Decentraal moeten gemeenten sinds
1989 een publiek gezondheidsbeleid
voeren. Sinds 2003 wordt dat vast -
gelegd in beleidsnota’s. Voor zijn
proefschrift onderzocht De Gouw 266
nota’s (driekwart van de Nederlandse
gemeenten) en ze ‘rammelden’
allemaal: weinig budget, weinig
betrokkenheid, weinig af spraken,
weinig degelijke projecten. “Er zijn
uitzonderingen, zoals de gemeente
Utrecht met Gezond Overvecht en
een aantal gemeenten, dat meedoet
aan de campagne Jong op Gezond
“Toen aan het eind van de vorige eeuw in Amerika de zorg-
kosten 14% uitmaakten van het Bruto Nationaal Product,
keken we daar hoofdschuddend naar. Bij ons was dat 8%.
Inmiddels zitten wijzelf op 14% en hoor je er niemand over.”
Sjaak de Gouw, algemeen directeur GGD H-M
Gewicht (JOGG). Maar het merendeel
van de beleids inspanningen levert
tot nu toe hoegenaamd niets op.”
De oorzaken zijn volgens hem een
gebrek aan gevoelde urgentie bij
overheidsbestuurders (geen overlast
zoals bij anti-rookcampagne), de
complexiteit en onzichtbaarheid van
oplossingsrichtingen, het ontbreken
van gebeurtenissen die aller aandacht
trekken. Voor effectief overgewichtbeleid
moet de tijd bovendien rijp zijn
en dat is kennelijk nog onvoldoende
het geval. Dat betekent dat ook
potentiële beleidsentrepreneurs,
die hun energie willen steken in
oplossingen, afwachtend blijven.
Kosten en baten
Hij is niet erg optimistisch over een
kanteling van de beleidseffectiviteit
op korte termijn. Hij hoopt, dat de
Wet Publieke Gezondheid die dit jaar
in werking treedt een positieve
invloed heeft: “Daarin worden
gemeenten voor het eerst verplicht
doelstellingen te formuleren, voorgenomen
acties vast te stellen en de
beoogde resultaten te beschrijven.
Nergens staat hoe hoog gemeenten
de lat moeten leggen, maar des -
ondanks is het een stap vooruit.”
Hij geeft voordrachten voor GGD-en,
universiteiten, gemeentebestuurders
en zorgwerkers. “We moeten het
urgentiebesef vergroten door de
maatschappelijke kosten en baten
van overgewicht scherp in beeld te
brengen. Gemeenten worden door
verdergaande decentralisatie steeds
directer geconfronteerd met de
kosten van ongezond leven.” Hij be -
pleit, dat vooral de schoolprojecten
door lokale overheden overeind
worden gehouden. “Niet na twee jaar
overdragen, maar blijven investeren
en als netwerkregisseur blijven aansturen
voor een langdurig resultaat.
In mijn proefschrift staan bewijzen
dat dat werkt.” Ook roept hij de
eerstelijnszorg op tot een actievere,
minder vrijblijvende houding om te
zware patiënten te motiveren tot
gezonder leven. “Mijn eigen huisarts
schertste, dat ik wat meer moest
gaan tennissen. Tja, dat is voor de
meeste mensen met overgewicht
dus niet genoeg.”
Meer weten? Zie
www.ggdhm.nl/proefschriftSdG
18 Stroomlijn Jaargang 12 | Nummer 2 | Juni 2012

Aanpak arbeidsproblematiek in Midden-Holland
Inzicht in personeelscijfers
biedt handvat voor acties
Carla van Zuylen,
senior communicatieadviseur
Bert Buizert, programmaleider Arbeid en Zorg
Bert Buizert, programmaleider Arbeid
en Zorg bij het Transmuraal Netwerk
Midden-Holland, houdt zich bezig
met deze uitdaging. “In het jaarplan
voor 2011 hadden we het programma
‘Greep op data’ benoemd. Het
idee daarachter is dat je eerst kennis
moet hebben van: ‘Wat hebben we
eigenlijk qua personeel in huis’?
Qua leeftijd, wat zijn de opleidings -
niveaus, contractgroottes, ziekte -
verzuimpercentages, dat soort
dingen. De toegang tot deze
gegevens is niet altijd eenvoudig.
Een bij Care2Care ontwikkeld
software tool bracht uitkomst. Veel
De verwachting is dat in 2025 er in Nederland een
personeelstekort zal zijn van 450.000 zorgmedewerkers.
Maar ook op kortere termijn doen zich problemen voor. Hoe
bereidt Midden-Holland zich voor op de arbeidsproblematiek
in de zorg?
personeelsgegevens van betrokken
zorginstellingen in Midden-Holland
zijn ingelezen en bewerkt. En dat
leidt tot over- én inzicht.”
Verbazen
“In mei 2011 hebben we een
‘Verbaasmeeting’ georganiseerd, om
met een aantal hoofden P&O de data
te bekijken. Het ging daarbij niet om
goed of fout maar meer: wat valt
op? Bijvoorbeeld het verschil in de
hoeveelheid flexibele contracten.
Hoe zit dat? Of wat doen jullie waar -
door het ziekteverzuimpercentage
bij jouw organisatie zo laag is? De
tool biedt ook de mogelijkheid voor
een geanonimiseerde landelijke
benchmark, bijvoorbeeld op VVT
niveau of ziekenhuizen. Maar er
bleek vooral interesse in de
mogelijkheid om te kijken wat de
verschillen zijn onderling en tussen
afdelingen binnen een organisatie.”
Vragen
“Als vervolg op de eerste bijeenkomst
zijn we samen met Kraamzorg De
Waarden concreet de diepte in -
gegaan. Voor Kraamzorg De
Waarden was een van de vragen:
is het voor ons zinvol om mensen
van 40+ op te leiden als kraam -
verzorgende? Inzicht in cijfers kan
helpen deze vraag te beantwoorden.
Zoals: hoe lang blijft iemand na
diplomering in dienst? Hoe zit het
met de contractgroottes en ziekte-
verzuim van verschillende leeftijdscategorieën?
Opvallend was
bijvoorbeeld dat het ziekteverzuim
onder jonge mensen, die net
gediplomeerd zijn, hoger was dan je
zou mogen verwachten. Hoe komt
dat eigenlijk? En nog belangrijker:
wat kunnen we er aan doen?
Ook bij het Groene Hart Ziekenhuis
zijn we aan de slag met een vervolg
met de afdeling HRM en de afdelings -
hoofden. Ook daar spelen concrete
vragen zoals een afdeling waar
volgend jaar zeven mensen 57 jaar
worden, zij hoeven dan geen
nachtdiensten meer te draaien. Dat
betekent nogal wat qua planning en
voor de collega’s op die afdeling.
Doordat zo’n knelpunt tijdig naar
boven komt, heb je tijd daar een
oplossing voor te bedenken. Maar de
cijfers geven ook handvatten voor
het aannamebeleid. Als er een te
grote kloof zit qua gemiddelde
leeftijd op een afdeling en de jonge
mensen die net beginnen dan
voelen jongeren zich eerder buitengesloten
met een grotere kans op
uitval.”
Ondersteunen
“Momenteel waait er een forse
bezuinigingswind door zorgland dus
kijken we welke winst er op korte
termijn te behalen is en combineren
dat met het ondersteunen van de
processen van strategisch
personeelsbeleid.”
Stroomlijn Jaargang 12 | Nummer 2 | Juni 2012 19

Eerstelijnsconferentie Bloemendaal/Plaswijck
“Werkers in de wijk met elkaar
verbinden”
Vernieuwende ideeën en netwerkvorming zijn belangrijk voor het realiseren van
wijk gebonden zorg. Op 13 maart vond er een eerstelijnsconferentie plaats voor de
Goudse wijken Plaswijck en Bloemendaal. De netwerkbehoefte was er. En aan ideeën
ook geen gebrek. Een korte opsomming.
1. Veranderingen in de eerstelijn
Ernst de Kievit, directeur REOS
Welke veranderingen in de eerstelijnszorg komen op ons af?
Maatschappelijke trends en uitdagingen zoals de vergrijzing en arbeidsmarktproblematiek.
Maar ook de kwaliteitsagenda zoals ontzorgen, verstevigen
rol van de patiënt, innovatie en transparantie spelen een belangrijke rol.
Hoe ziet de financiële en budgettaire agenda eruit? Welke slimme bekostigingssytemen
kunnen we bedenken en hoe kunnen we budgettaire kaders
‘ontschotten’? De eerste lijn zal hoe dan ook versterkt moeten worden,
waarbij we meer proactief in plaats van reactief moeten zijn.
“Om dwarsverbanden te verstevigen zult u ook
een beetje dwars moeten gaan denken”
2. Ouderenzorg in de wijk
door huisarts en specialist
ouderengeneeskunde
Suzanne Wezelenburg, huisarts en
René Boeren, specialist ouderengeneeskunde Zorgpartners
Waarom is de (huisartsen)zorg voor ouderen zo
anders? Complexe patiënten, met grote onderlinge
verschillen, kleiner sociaal netwerk, multimorbiditeit
en kwetsbaar evenwicht waren factoren die genoemd
werden. Hoe ga je om in de huisartsenpraktijk met
complexe patiëntenzorg? Het antwoord: proactieve
zorg en een multidisciplinaire aanpak. De specialist
ouderengeneeskunde heeft veel kennis complexe
medische problemen bij kwetsbare ouderen en
chronisch zieken en is aanvullend en in overleg met
de huisarts of specialist. Psychogeriatrische of
somatische dagbehandeling is mogelijk, een consult
thuis of via spreekuur, of bij cognitieve problemen is
er een mobiel geriatrisch team. Meer info:
http://nhg.artsennet.nl/expertgroepen/laego.htm
3. Project Goudsbloem
Jan Slappendel, manager Zorgkantoor VGZ
“In het pilotproject Goudsbloem willen we de
versnippering terugdringen en samen in de wijk
integrale ondersteuning bieden aan de inwoners
opdat deze mensen hun zelfstandigheid behouden
en zo min mogelijk afhankelijk worden van ondersteuners.
De eigen kracht van de wijkbewoner is
hierbij leidend.” Voor een uitgebreide toelichting op
dit project, zie pagina 10.
4. De kracht van de ‘Zichtbare
Schakel’
Linda Hart, verpleegkundige Zichtbare Schakel
Meer info: zie
internet, Google op:
zichtbare schakel
Gouda
20 Stroomlijn Jaargang 12 | Nummer 2 | Juni 2012

5. De visie van de gemeente
Gouda op de eerstelijnszorg
Marion Suijker, wethouder gemeente Gouda
De gemeenten krijgen meer taken op het
gebied van de Wmo. Onder de noemer
‘Verbinden en vernieuwen’ bereidt de gemeente
Gouda zich voor. Bij verbinden wordt uitgegaan
van de kracht van het individu, samenhang in
aanbod en op alle leefgebieden. Bij vernieuwen
is de vraag hoe? Er wordt uitgegaan van drie
lijnen: een arrangement, regie op samenhang
en sturen op hoofdlijnen. (Zie ook het
interview op pagina 5)
7. Eerstelijnsgezondheidszorg
in patiëntenperspectief
Huib Hoogendijk, beleidsmedewerker Zorgbelang
Ook Zorgbelang ziet de knelpunten in wijkgerichte
zorg. Huib Hoogendijk: “Oplossingen moeten gezocht
worden in het sluiten van een convenant tussen
gemeente, verzekeraars en zorgverzekeraars anders
wordt het niets op de werkvloer. Zelfredzaamheid
begint ermee dat cliënten weten wie ze kunnen bellen
en dat deze persoon goed bereikbaar is.”
Scoop verbreden
Tot slot sloot Lia Donkers, directeur van het Transmuraal Netwerk
Midden-Holland de bijeenkomst af: “U heeft veel informatie voor -
geschoteld gekregen, bedoeld om uw scoop te verbreden. De
presentaties draaiden allemaal om dezelfde vraag: wat kunnen we
doen om kwetsbare mensen zo lang mogelijk zelfredzaam te laten
blijven en zo min mogelijk afhankelijk van zorg? Er is een duidelijk
pleidooi gehouden voor een gezamenlijke aanpak van zorgverleners
en maatschappelijke ondersteuners. Geef professionals de ruimte.
Leg verbindingen met andere domeinen. Vorm een integraal team
rond een gemeenschappelijke doelgroep. En denk ook eens dwars:
wie kan iets misschien beter doen dan ik? Ook ik onderschrijf de
hartenkreet van Huib Hoogendijk van Zorgbelang: gemeenten en
zorgverzekeraars: sluit een financieringsovereenkomst. En laten we
aan de slag gaan met de ideeën volgens onderstaand principe.”
Aan de slag met een idee?
Er zijn drie categorieën ideeën:
1. WOW: een origineel idee en verpletterend eenvoudig uit te
voeren? Morgen beginnen en zegt het voort!
2. NOW: een welkom idee en goed haalbaar? Morgen op het werk
aankaarten en proberen in te passen.
3. HOW: een aansprekend idee dat nog wel verder moet worden
uitgewerkt? Klop aan bij ondersteunende organisaties (de eigen
organisatie of REOS, Zorgimpuls, Trend, Transmuraal Netwerk,
gemeenten, etcetera).
Op de website www.transmuraalnetwerk.nl bij
zorgketens/ouderenzorg/Goudsbloem vindt u de presentaties van de sprekers.
6. Welzijn Nieuwe Stijl:
“Van afhankelijkheid naar
zelfredzaamheid”
Germien la Grand, directeur Palet Welzijn
De acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl:
1. Vraaggericht werken; de vraag achter de vraag
2. Eigen Kracht; benutten van het eigen netwerk
3. Er-op-af; proactieve benadering
4. Formeel en Informeel; optimale verhoudingen
5. Collectief versus Individueel; doordachte balans
6. Integraal werken; samenhangende oplossingen
7. Niet vrijblijvend; resultaatgericht
8. Ruimte voor de professional; expertise en vakmanschap
Meer info: zie Brochure Welzijn Nieuwe Stijl, www.vng.nl via
de zoekfunctie.
8. V&VN Project:
Versterken van verpleging
thuis
Karen van Schoonhoven, projectleider
Het projecten ‘Versterken van verpleging
thuis’ gaat uit van een model waarbij wijkverpleging
als basisvoorziening wordt ingezet.
De zelfredzaamheid van kwetsbare ouderen
kan versterkt worden door de ondersteuning
van de wijkverpleegkundige/wijkteam. Het
geeft een veilig gevoel als mensen kunnen
terugvallen op de wijkverpleegkundige. De
verwachting is ook dat de kwaliteit van zorg
toeneemt en de kosten gelijk blijven of dalen.
Filmpjes
• Koefnoen - André van Duin geeft commentaar op bezuinigingen
in de zorg
• Utrecht Gezond! Gezonde wijk Overvecht
• Film ‘Zorg voor ouderen’ – Nationaal Programma Ouderenzorg
Noteer alvast
in uw agenda:
de volgende
bijeenkomst
is op dinsdag
2 oktober 2012
Stroomlijn Jaargang 12 | Nummer 2 | Juni 2012 21

POINT zet puntjes op de i bij
transfer
Sonja Jutte en Petra Snoep, ZorgBrug
Gerda van Beek,
journalist
“POINT staat voor: Punt voor
Overdracht, Informatie, Naslag en
Transfer”, licht Sonja Jutte toe. Als
coördinator management en
registratie bij ZorgBrug is zij nauw
betrokken bij POINT. “In de regio
Den Haag en Delft zijn ze er al eerder
mee gestart en het was duidelijk dat
POINT het transferproces goed zou
kunnen ondersteunen. Het grote
Ontslag uit het ziekenhuis houdt meer in dan: “u kunt gaan”.
Veel meer. Waar gaat de patiënt heen? Revalidatie?
Verzorgingshuis? Thuis? Is er vervolgzorg nodig? De transfer-
verpleegkundigen van het Groene Hart Ziekenhuis worden
hierbij tegenwoordig ondersteund door POINT.
voordeel is dat het niet gaat om een
standaard applicatie, maar dat het
wordt aangepast op de specifieke
situatie in onze eigen regio.”
Snellere overdracht
Voor de transferverpleegkundigen is
POINT een uitkomst. “Het vergemakkelijkt
het werk enorm”, geeft Petra
Snoep aan. Tot voor kort was het zo
dat de aanvraag voor vervolgzorg
werd gedaan per telefoon en per fax.
“Meestal niet, maar als je geluk had,
kreeg je direct degene aan de
telefoon die je nodig had, maar die
moest dan vaak weer overleggen
met de planning. Terwijl afspraken
met de thuiszorg eigenlijk op korte
termijn moeten worden gemaakt, in
de meeste gevallen liefst dezelfde dag
22 Stroomlijn Jaargang 12 | Nummer 2 | Juni 2012

nog. Met POINT kunnen patiënten
sneller worden overgedragen. Daar -
door zijn die talloze telefoontjes en
formulieren gelukkig nagenoeg
geheel verleden tijd.”
Verhoogde kwaliteit en veiligheid
Een ander groot voordeel is de
verhoogde kwaliteit en veiligheid.
Er is een directe koppeling met het
Ziekenhuis Informatie Systeem,
waaruit gegevens van de patiënt
worden overgenomen. “Dat
betekent dat altijd de juiste
gegevens paraat zijn”, stelt Petra
tevreden vast. “Dus geen risico meer
op fouten vanwege overtypen van
patiëntgegevens. Tevens staat de
reden van de op name vermeld, de
voorgeschiedenis, de behandeling,
de beperkingen, welke zorg er nodig
is voor de patiënt die met ontslag
gaat en op welke termijn. Een
compleet dossier. Zodra wij dit van
de afdelings verpleegkundige
hebben ontvangen, leggen we
contact met de patiënt en de mantelzorger.
We bespreken welke zorg er
nodig is, stemmen dit af met de
patiënt en de arts. Zo kan de patiënt
bijvoorbeeld zijn voorkeur aangeven
voor een thuiszorgorganisatie. Die
organisatie ontvangt de aanvraag
dan via een mail-alert op de werkplek
en men kan direct bekijken of
de zorg geleverd kan worden en zo
ja, per wanneer.”
Toename complexe transfers
En als het ‘nee’ is? “Dan gaan we
verder zoeken”, glimlacht Petra.
“We hebben een goed beeld van de
sociale kaart. Juist bij comorbiditeit
en cognitieve problemen is plaatsing
vaak lastig, waarmee we lang
bezig zijn. Dat geldt ook voor
behandelingen thuis waarbij
verpleegkundige zorg nodig is, zoals
voor bloedtransfusies of morfinetoediening.
Daar is nog het bij -
komend probleem dat de apparatuur
anders wordt gefinancierd dan de
zorg. Dat betekent dat we ook veel
kennis moeten hebben van de weten
regelgeving. Wat valt via de
indicatie onder de AWBZ en wat
onder de zorgverzekeringswet?
“Patiënten kunnen
sneller worden
overgedragen”
Met de vergrijzing krijgen we steeds
meer te maken met in gewikkelde
transfers, dat merken we goed.
Daarnaast speelt de snelheid waarbinnen
je iets moet regelen een
grote rol. Vanuit het ziekenhuis is er
een hoge druk om de opname zo
kort mogelijk te houden, terwijl de
wens van de patiënt daar soms haaks
op staat. Dat vraagt een goede
communicatie.” Eerlijk: “Zonder een
digitaal transfersysteem is het mijns
inziens eigenlijk ondoenlijk geworden
om de transfers kwalitatief goed en
veilig te regelen.”
Verbonden transferschakels
Een ander groot winstpunt is dat
POINT verschillende organisaties bij
elkaar brengt. Petra: “Ziekenhuizen,
verpleeghuizen, revalidatiecentra en
thuiszorg zijn toch aparte werelden.
Nu zijn deze met elkaar verbonden
via een digitaal systeem. Dat betekent
dat er zicht is op elkaars functioneren
en dat leidt tot meer begrip. Het
dwingt je ook om de formulieren
goed en volledig in te vullen, er is
geen sprake meer van onduidelijkheid
of ruis. Daarmee neemt de
kwaliteit van de transfer sterk toe.”
Sonja Jutte vult haar aan: “Op dit
moment is het vooral nog een
systeem van het ziekenhuis naar de
extramurale zorgaanbieder. Het kan
ook vice versa, want er gaan ook
mensen van het verpleeghuis naar
het ziekenhuis, en van verpleeghuis
naar huis met thuiszorg, om maar
een voorbeeld te noemen. Die
mogelijkheid moet nog worden
ontwikkeld. Ik hoop dat daar veel
vraag naar komt, hoe eerder de
leverancier het dan zal oppakken.”
Ze besluit: “De schakels van de
transfer zijn dankzij POINT al met
elkaar verbonden. Als ook de
aanvraag vanaf de andere zijde kan
plaatsvinden, is er echt sprake
van een sluitende transferketen.”
Tom van Wanrooij, The Cartoon Factory
Stroomlijn Jaargang 12 | Nummer 2 | Juni 2012 23

Ken uw streek
Wellnesscentrum in oud badhuis
Foto’s: Martin Droog
Carla van Zuylen,
senior communicatieadviseur
Ruben van Veen, financieel adviseur
Groene Hart Ziekenhuis en beeldend
kunstenaar
“Toen ik binnenkwam was ik overrompeld door de schoonheid.” vertelt Ruben
van Veen, financieel adviseur bij het Groene Hart Ziekenhuis en tevens beeldend
kunstenaar. Op verzoek van Stroomlijn ging hij alvast een kijkje nemen in het
nieuwe Spa Gouda aan de Lange Groenendaal 79 in Gouda. “Het pand, dat in een
winkelstaat ligt, komt door zijn donker bruine stenen met kleine bovenramen
gesloten over. Je hebt geen zicht op wat er binnen afspeelt, maar eenmaal over
de drempel is het contrast enorm: een zee van marmer en licht. Vijf jaar geleden
ben ik ook al eens in dit pand geweest op zoek naar een atelier. De ruimtes waren
zwaar vervallen, met zelfs lekkage. Het was snel duidelijk: geen geschikte ruimte
om te schilderen, maar wel een zeer bijzonder gebouw.”
Het pand dateert uit 1921 en deed dienst als badhuis voor de arme Gouwenaars
die zich geen bad konden permitteren. Ook was er een schoolbad waar kinderen
voor school met de klas naartoe kwamen om gewassen te worden. Nadat het zijn
functie als badhuis had verloren hebben er nog verschillende instellingen
ingezeten, maar de laatste jaren stond het pand leeg. Het echtpaar Mesic, zag
ook hoe mooi het pand was en besloot het om te toveren tot een ultramodern
badhuis, oftewel een wellnesscentrum. In het voorjaar 2012 openen ze de deuren.
“De restauratie staat onder leiding van de Goudse architect Frank Goppel, die veel
van dit soort projecten doet. Het pand is destijds gebouwd in de stijl van de
Amsterdamse school met elementen uit de art deco. Hieraan zijn nu Oosterse
stijlkenmerken toegevoegd zoals in het tegelwerk. Ik vind de Ottomaanse en
Hollandse invloeden bijzonder mooi samen gaan. Twee culturen zijn bij elkaar
gebracht. De eigenaar is deskundige op het gebied van de architectuur van
Willem Dudok en heeft, ook internationaal, veel badhuizen gezien. En dat zie je
terug, je moet veel kennis en liefde voor het vak hebben om dit zo te kunnen
doen want het klopt tot in de puntjes. Het meest bijzondere vind ik de lichtkoepels,
die zijn heel mooi gerestaureerd en geven een sfeer van hemels licht. Straks, met
al dat water en het directe daglicht zal het een nog grootser effect hebben.
Ik ben blij dat ik destijds ervoor gekozen heb om niet in dit gebouw mijn atelier te
gaan houden want dit is natuurlijk veel mooier. Ik vind het echt een machtig
mooie en bijzondere aanwinst voor Gouda.”