Bijlage 8: Overzicht van archeologisch waardevolle gebieden ...

Bijlage 8: Overzicht van archeologisch waardevolle gebieden ... Bijlage 8: Overzicht van archeologisch waardevolle gebieden ...

atlas.sremilieudienst.nl
from atlas.sremilieudienst.nl More from this publisher
30.09.2013 Views

Dommeldal komen broekbossen, laanbeplantingen, struwelen en zones met kleinschalige beemdenpercelering voor. Grondgebruik en ecologie In dit open heidegebied komt, afhankelijk van het plaatselijke reliëf, een mozaïek van droge en natte heide en kleine verspreide bosjes voor. Naaldbos vormt de bosgordel rond het centrale heidegebied. De smalle bosgordel langs de Witte Loop bestaat uit berken- en wilgenbos. Het dal van de Kleine Dommel is in agrarisch gebruik, net als dat van de Grote Aa. In de beekdalen komt plaatselijk vochtig schraalland, bloemrijk grasland en (elzen)broekbos voor. In het zuidwestelijk deel van het gebied komt droger loofbos met eiken en beuken voor. Afbeelding: Actieve verstuiving Galgenberg Kwetsbaarheid en aantastingen Het bodemarchief dat bewaard is gebleven onder het maaiveld of in vennen is gevoelig voor grootschalige graaf- of baggerwerkzaamheden in het kader van natuurontwikkeling en -beheer. De pingo-ruïne van het Rondvenneke is aardkundig zeer waardevol maar ook zeer kwetsbaar. De opvulling van het smeltgat bevat waarschijnlijk een klimaatarchief uit het Laatglaciaal, maar dat gaat verloren wanneer het ven in het kader van natuurontwikkeling zou worden uitgebaggerd om verlanding tegen te gaan. De gave, bijna cirkelvormige vorm en de lage en smalle randwal kunnen gemakkelijk beschadigd worden bij graaf- of natuurbeheerwerkzaamheden waarbij machines worden ingezet. In het heidegebied hebben de voornaamste aantastingen te maken met natuurontwikkeling: afplaggen van de bovenste bodemlaag ten behoeve van bodemverarming of vrijmaken van het moedermateriaal voor heractiveren van zandverstuivingen, en uitbaggeren van vennen om te snelle verlanding tegen te gaan. Het bodemarchief wordt hierdoor potentieel bedreigd, en het natuurlijk aanwezige reliëf wordt in mindere of meerdere mate gewijzigd. In het Dommeldal is de belangrijkste aantasting het rechttrekken van grote delen van de natuurlijke beekbedding. Ondiepe oppervlakkige ontgrondingen bevinden ten zuiden van Heeze, aan de oostzijde van de Rul tussen Rul en Strabrecht, bij Rederijk en de Blauwe Kei. Ook het Witven in het zuiden van de Strabrechtse Heide is gegraven. Ontwikkeling, kansen De Strabrechtse Heide is één van de grootste heidelandschappen van Nederland. Natuurbeheer en natuurontwikkeling zijn erop gericht om het open heidelandschap met vennen te bewaren en vergrassing tegen te gaan. De toegepaste beheermaatregelen bestaan voornamelijk uit maaien, afplaggen en begrazen. Sterk verlande vennen worden opnieuw uitgegraven. Deze maatregelen zijn niet zonder gevaar voor de aardkundige waarden (zie boven). De bereikbaarheid van het gebied van de Strabrechtse Heide is goed: verharde wegen lopen tot aan de belangrijkste ingangen, waar ruime parkings gelegen zijn. De toegankelijkheid is eveneens goed: een netwerk van al dan niet gemarkeerde fiets-, wandel- en ruiterpaden doorkruist het gebied. Slechts enkele delen van het heidegebied zijn tijdelijk afgesloten voor het publiek. Bij de voornaamste ingangen en ook binnen het gebied van de Strabrechtse Heide zijn informatiepanelen te vinden waar ook uitleg over aardkundegerelateerde onderwerpen wordt gegeven (zoals het heractiveren van de zandverstuivingen op de Galgeberg). Een afleesbare grondwater-peilschaal met informatiepaneel staat bij de Mierlose dijk. Deze al goede infrastructuur zou verder kunnen uitgebouwd worden met specifiek aardkundig gerichte informatiepanelen, zoals bij het Rondvenneke en de zandverstuivingen op de Galgeberg. 2. Dommel, Vresselsche Bosch, Breugelse Beemden, Nuenens Broek 22

Naam gebied : Dommel, Vresselsche Bosch, Breugelse Beemden, Nuenens Broek Oppervlakte : 3232 ha Reliëf max. : 12 m Aardkundige betekenis : Mooi voorbeeld van klein rivierdal in dekzandlandschap, met verscheidenheid aan fluviatiele landvormen, en bijhorende aardkundige (en cultuurhistorische) landschapselementen in de directe omgeving. Aardkundige fenomenen : Beekdal met overstromingsvlakte, actieve bedding, stootoevers, kronkelwaard, oeverwallen, afgesneden meanders; rivierduinen; stuifduinen; stuifzandwallen Actuele processen : Riviererosie en -sedimentatie; verstuiving, verlanding, veenvorming, meerafzetting, hellingerosie Geologische formaties en afzettingen : Formatie van Boxtel (Nuenen Groep, Brabantse leem, dekzand, fluvioperiglaciale afzettingen); bedekking met Laagpakket van Kootwijk (stuifzand), Laagpakket van Singraven (beekafzettingen, vennen) Geologische ontstaansperiode : Formatie van Boxtel: Weichselien, Laagpakket van Singraven: Laatglaciaal/Holoceen, Laagpakket van Kootwijk: Holoceen (tot actueel) Geomorfologische fenomenen : Beekdalbodem; dalvormige laagte; Beekoverstromingsvlakte; (verspoelde) dekzandvlakte; glooiing beekdalzijde, dekzandrug(gen); laagte zonder randwal Bodemtypen : Beekeerdgrond, Duinvaaggrond, Gooreerdgrond, Hoge bruine enkeerdgrond, Hoge zwarte enkeerdgrond, Koopveengrond, Laarpodzolgrond, Lage enkeerdgrond, Madeveengrond, Meerveengrond, Moerige eerdgrond, Veldpodzolgrond, Vlakvaaggrond, Vlierveengrond Wetenschappelijke & educatieve betekenis : Dit overzichtelijke rivierdal toont ons naast actieve rivierdynamiek in wisselwerking met het omliggende dekzand- en stuifduinlandschap (afgesneden meanders, stootoevers, oeverwallen, actieve overstromingsvlakte) , ook de interactie met de menselijke invloed (bv. percelering, watermolens). Zowel het geologisch als het archeologisch bodemarchief zijn interessant. Algemeen Dit aardkundig waardevolle gebied (deelkaart 31 tot en met 34) omvat het Dommeldal tussen Boxtel in het noordwesten en Geldrop in het zuidoosten, en een aantal ermee geassocieerde nabijgelegen dekzand- en stuifzandgebiedjes en bolle akkercomplexen (esdekken). Het vlakbij gelegen bos-, heide- en stuifzandgebied van het Vresselsche Bosch en de laaggelegen Breugelse Beemden (of -Broek) en Nuenens Broek zijn eveneens in het gebied begrepen. Het gebied is relatief lang en smal, onregelmatig van vorm en wordt onderbroken door de bewoningskern van Sint-Oedenrode. Aardkunde De Dommel is omwille van de grootte van zijn stroomgebied, zijn dal en de daarin aanwezige reliëfvormen eerder te bestempelen als een kleine rivier dan als een beek. De meest opvallende aardkundige fenomenen in het Dommeldal hebben dan ook te maken met Holocene of Laatglaciale rivierwerking: het rivierdal met komgronden, oeverwallen langs afgesneden of actieve delen van de bedding, en dikwijls goed zichtbare glooiingen of zelfs steilranden die de overgang vormen van het dal naar het hoger gelegen dekzandlandschap. Lokale boogvormige verbredingen van het dal geven de plaats aan waar op het einde van de laatste ijstijd (Laatglaciaal) grote meanders de actief waren en de dalwand sterk erodeerden (bijvoorbeeld Moerkuilen, een veengebied waarvan het bodemarchief paleobotanische informatie bevat). Ook is er de interactie van de vroegere en/of actuele 23

Naam gebied : Dommel, Vresselsche Bosch, Breugelse Beemden,<br />

Nuenens Broek<br />

Oppervlakte : 3232 ha<br />

Reliëf max. : 12 m<br />

Aardkundige betekenis : Mooi voorbeeld <strong>van</strong> klein rivierdal in<br />

dekzandlandschap, met verscheidenheid aan<br />

fluviatiele landvormen, en bijhorende aardkundige (en<br />

cultuurhistorische) landschapselementen in de directe<br />

omgeving.<br />

Aardkundige fenomenen : Beekdal met overstromingsvlakte, actieve bedding,<br />

stootoevers, kronkelwaard, oeverwallen, afgesneden<br />

meanders; rivierduinen; stuifduinen; stuifzandwallen<br />

Actuele processen : Riviererosie en -sedimentatie; verstuiving,<br />

verlanding, veenvorming, meerafzetting, hellingerosie<br />

Geologische formaties en afzettingen : Formatie <strong>van</strong> Boxtel (Nuenen Groep, Brabantse<br />

leem, dekzand, fluvioperiglaciale afzettingen);<br />

bedekking met Laagpakket <strong>van</strong> Kootwijk (stuifzand),<br />

Laagpakket <strong>van</strong> Singraven (beekafzettingen, vennen)<br />

Geologische ontstaansperiode : Formatie <strong>van</strong> Boxtel: Weichselien, Laagpakket <strong>van</strong><br />

Singraven: Laatglaciaal/Holoceen, Laagpakket <strong>van</strong><br />

Kootwijk: Holoceen (tot actueel)<br />

Geomorfologische fenomenen : Beekdalbodem; dalvormige laagte;<br />

Beekoverstromingsvlakte; (verspoelde)<br />

dekzandvlakte; glooiing beekdalzijde,<br />

dekzandrug(gen); laagte zonder randwal<br />

Bodemtypen : Beekeerdgrond, Duinvaaggrond, Gooreerdgrond,<br />

Hoge bruine enkeerdgrond, Hoge zwarte<br />

enkeerdgrond, Koopveengrond, Laarpodzolgrond,<br />

Lage enkeerdgrond, Madeveengrond,<br />

Meerveengrond, Moerige eerdgrond,<br />

Veldpodzolgrond, Vlakvaaggrond, Vlierveengrond<br />

Wetenschappelijke & educatieve betekenis : Dit overzichtelijke rivierdal toont ons naast actieve<br />

rivierdynamiek in wisselwerking met het omliggende<br />

dekzand- en stuifduinlandschap (afgesneden<br />

meanders, stootoevers, oeverwallen, actieve<br />

overstromingsvlakte) , ook de interactie met de<br />

menselijke invloed (bv. percelering, watermolens).<br />

Zowel het geologisch als het <strong>archeologisch</strong><br />

bodemarchief zijn interessant.<br />

Algemeen<br />

Dit aardkundig <strong>waardevolle</strong> gebied (deelkaart 31 tot en met 34) omvat het Dommeldal tussen Boxtel in<br />

het noordwesten en Geldrop in het zuidoosten, en een aantal ermee geassocieerde nabijgelegen<br />

dekzand- en stuifzandgebiedjes en bolle akkercomplexen (esdekken). Het vlakbij gelegen bos-, heide-<br />

en stuifzandgebied <strong>van</strong> het Vresselsche Bosch en de laaggelegen Breugelse Beemden (of -Broek) en<br />

Nuenens Broek zijn eveneens in het gebied begrepen. Het gebied is relatief lang en smal,<br />

onregelmatig <strong>van</strong> vorm en wordt onderbroken door de bewoningskern <strong>van</strong> Sint-Oedenrode.<br />

Aardkunde<br />

De Dommel is omwille <strong>van</strong> de grootte <strong>van</strong> zijn stroomgebied, zijn dal en de daarin aanwezige<br />

reliëfvormen eerder te bestempelen als een kleine rivier dan als een beek. De meest opvallende<br />

aardkundige fenomenen in het Dommeldal hebben dan ook te maken met Holocene of Laatglaciale<br />

rivierwerking: het rivierdal met komgronden, oeverwallen langs afgesneden of actieve delen <strong>van</strong> de<br />

bedding, en dikwijls goed zichtbare glooiingen of zelfs steilranden die de overgang vormen <strong>van</strong> het dal<br />

naar het hoger gelegen dekzandlandschap. Lokale boogvormige verbredingen <strong>van</strong> het dal geven de<br />

plaats aan waar op het einde <strong>van</strong> de laatste ijstijd (Laatglaciaal) grote meanders de actief waren en de<br />

dalwand sterk erodeerden (bijvoorbeeld Moerkuilen, een veengebied waar<strong>van</strong> het bodemarchief<br />

paleobotanische informatie bevat). Ook is er de interactie <strong>van</strong> de vroegere en/of actuele<br />

23

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!