“maar wat deden de vrouwen dan? wat vonden de vrouwen ... - Vvlg
“maar wat deden de vrouwen dan? wat vonden de vrouwen ... - Vvlg
“maar wat deden de vrouwen dan? wat vonden de vrouwen ... - Vvlg
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>“maar</strong> <strong>wat</strong> <strong><strong>de</strong><strong>de</strong>n</strong> <strong>de</strong> <strong>vrouwen</strong> <strong>dan</strong>?<br />
<strong>wat</strong> von<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>vrouwen</strong> hiervan?”<br />
<strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis in <strong>de</strong> praktijk van het mid<strong>de</strong>lbaar<br />
on<strong>de</strong>rwijs<br />
en <strong>wat</strong> met <strong>de</strong> kennis en <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n in <strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis…<br />
Vandaag woedt er in menige leraarskamer, column of<br />
lezersbrief een geanimeerd <strong>de</strong>bat omtrent (<strong>de</strong><br />
onevenwichtige verhouding tussen) kennen en kunnen<br />
bij onze leerlingen. De aanzet hiertoe werd gegeven<br />
naar aanleiding van een rapport, besteld door<br />
Maria van <strong>de</strong>r Hoeven, Ne<strong>de</strong>rlands minister van<br />
On<strong>de</strong>rwijs, Cultuur en Wetenschappen. Op haar initiatief<br />
distilleer<strong>de</strong> een commissie van wijzen eind 2006<br />
<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Historische Canon; een ambitieuze<br />
top 50 <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandse geschie<strong>de</strong>nis en cultuur. (Wie<br />
zich <strong>de</strong> moeite troost om <strong>de</strong> historische hitpara<strong>de</strong> van<br />
na<strong>de</strong>rbij te bekijken, ziet overigens één item gewijd<br />
aan “<strong>de</strong> <strong>vrouwen</strong>emancipatie”, geïncarneerd in <strong>de</strong><br />
figuur van Aletta Jacobs, <strong>de</strong> eerste Ne<strong>de</strong>rlandse vrouwelijke<br />
universiteitsstu<strong>de</strong>nte.) Zo<strong>wat</strong> gelijktijdig pleitte<br />
<strong>de</strong> Brugse leraar Marc Hullebus voor een herwaar<strong>de</strong>ring<br />
van het kennisgericht on<strong>de</strong>rwijs. Wij gaan<br />
ons niet laten verlei<strong>de</strong>n om in het bestek van dit artikel<br />
stelling in te nemen, maar nemen enkel akte van<br />
<strong>de</strong> boeien<strong>de</strong> discussie: <strong>wat</strong> moet <strong>de</strong> inhoud van ons<br />
(geschie<strong>de</strong>nis)on<strong>de</strong>rricht zijn?<br />
We stellen daarnaast vast dat <strong>de</strong> klemtonen en invalshoeken<br />
binnen het geschie<strong>de</strong>nison<strong>de</strong>rwijs volop aan<br />
het evolueren zijn. Zo neemt het belang van sociale,<br />
mentaliteit- en mon<strong>de</strong>linge geschie<strong>de</strong>nis almaar toe.<br />
De onlangs afgelopen succesvolle VT4-reeks “Het<br />
internaat” was overigens een verdienstelijke poging<br />
om met gemeng<strong>de</strong> gevoelens terug te blikken naar <strong>de</strong><br />
on<strong>de</strong>rwijsmetho<strong>de</strong>s en -inhou<strong>de</strong>n uit het elitaire<br />
Vlaamse schoolleven <strong>de</strong>r jaren ’50. We komen van ver.<br />
Maar we zijn er nog niet. Wij wil<strong>de</strong>n bijvoorbeeld wel<br />
eens weten hoe <strong>de</strong> vrouw het in ons geschie<strong>de</strong>nison<strong>de</strong>rricht<br />
er vanaf bracht. In hoeverre komt zij aan<br />
bod? En <strong>wat</strong> dienen <strong>de</strong> leerlingen hierover te kennen<br />
en te kunnen? Naar analogie van een artikel van Mieke<br />
<strong>de</strong> Vos in het “Jaarboek voor <strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis 25<br />
(2005)” wil<strong>de</strong>n wij <strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis in <strong>de</strong> praktijk<br />
van het Vlaamse mid<strong>de</strong>lbaar on<strong>de</strong>rwijs on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> loep<br />
I Hil<strong>de</strong> en Heidi Timmerman I<br />
Hermes | Jaargang 11 | nr. 41 | maart 2007<br />
nemen. Net zoals in Ne<strong>de</strong>rland zien wij dat <strong>de</strong> leerstof<br />
bepaald wordt door willekeur en toeval. Nieuw on<strong>de</strong>rzoek<br />
wordt weinig of niet verwerkt in <strong>de</strong> schoolboeken,<br />
waardoor <strong>vrouwen</strong> voornamelijk in een bepaal<strong>de</strong><br />
(lees: verheven of slachtoffer) rol getoond wor<strong>de</strong>n. Het<br />
begrip gen<strong>de</strong>r komt niet aan bod. Samen met onze<br />
collega Mieke <strong>de</strong> Vos willen we hier pleiten voor een<br />
grotere aandacht voor én een an<strong>de</strong>re invulling van<br />
<strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis.<br />
Achtereenvolgens focussen we hierbij op een bespreking<br />
van <strong>de</strong> eindtermen geschie<strong>de</strong>nis in het mid<strong>de</strong>lbaar<br />
on<strong>de</strong>rwijs, een analyse van één geschie<strong>de</strong>nishandboek<br />
en een bevraging bij leerkrachten over <strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis<br />
in <strong>de</strong> lespraktijk. We sluiten af met<br />
enkele good practises.<br />
<strong>de</strong> eindtermen: een kapstok voor<br />
<strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis?<br />
Het handboek dat we analyseer<strong>de</strong>n is bestemd voor<br />
ASO-leerlingen. Daarom bekeken we enkel <strong>de</strong> eindtermen<br />
voor <strong>de</strong> zes jaren van het ASO.<br />
Deze zijn zo algemeen (of vaagweg) geformuleerd dat<br />
we op het eerste gezicht wel mogelijkhe<strong>de</strong>n zien voor<br />
een gen<strong>de</strong>rgerichte aanpak van <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nislessen.<br />
De geschie<strong>de</strong>nislera(a)r(es) van <strong>de</strong> eerste graad<br />
mag <strong>de</strong> “te behan<strong>de</strong>len historische werkelijkheid” vrij<br />
kiezen. Er zijn weliswaar bepaal<strong>de</strong> criteria die moeten<br />
wor<strong>de</strong>n gevolgd. Deze criteria bie<strong>de</strong>n voor <strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis<br />
legio mogelijkhe<strong>de</strong>n: bij het item “socialiteit<br />
politieke verschijnselen” zijn er bijvoorbeeld trefwoor<strong>de</strong>n<br />
als macht, <strong>de</strong>mocratie en mensenrechten; bij<br />
het item “economische verschijnselen” vin<strong>de</strong>n we <strong>de</strong><br />
associaties arbeid, taakver<strong>de</strong>ling, arbeidsmarkt, grooten<br />
kleinhan<strong>de</strong>l en bij “sociale verschijnselen” horen<br />
<strong>dan</strong> weer gezinspatroon, rollenpatroon en groepsinteracties.<br />
7
De concrete eindtermen in <strong>de</strong> 1 ste graad stellen probleemstellingen<br />
voor die <strong>de</strong> keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>dan</strong><br />
weer beperken. De problemen die het dichtst aanleunen<br />
bij <strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis zijn: “Het probleem van<br />
<strong>de</strong> verhouding tussen politiek mondigen en onmondigen<br />
en van <strong>de</strong> verhouding tussen vrijen en onvrijen.” en<br />
“Het probleem van <strong>de</strong> relaties tussen en binnen sociale<br />
groepen bij het streven naar maatschappelijke veran<strong>de</strong>ring.”.<br />
Een belangrijke historische vaardigheid lijkt ons<br />
dat “leerlingen aan <strong>de</strong> hand van een gelei<strong>de</strong> opdracht<br />
het on<strong>de</strong>rscheid tussen feit en mening kunnen toepassen<br />
op informatie.”<br />
De invulling van <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> graad<br />
gebeurt analoog met die van <strong>de</strong> eerste. De concrete<br />
eindtermen met betrekking tot <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n zijn<br />
veel uitgebrei<strong>de</strong>r. Een directe link met <strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis<br />
vormt <strong>de</strong> doelstelling waarbij leerlingen<br />
“waar<strong>de</strong>ring opbrengen voor <strong>de</strong> manier waarop individuen<br />
en emancipatiebewegingen strijd voer(d)en tegen<br />
machtsstructuren en gevestig<strong>de</strong> or<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> realisatie<br />
van <strong>de</strong> rechten van <strong>de</strong> mens.”<br />
De eindtermen van <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> graad zijn, in een analoge<br />
structuur, specifiek toegespitst op <strong>de</strong> vakinhou<strong>de</strong>n<br />
over <strong>de</strong> 19 <strong>de</strong> en 20 e eeuw. Net zoals in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong><br />
graad vin<strong>de</strong>n we een doelstelling terug die werkt aan<br />
<strong>de</strong> attitu<strong>de</strong> van <strong>de</strong> leerlingen en die toepasselijk kan<br />
zijn voor <strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis: “leerlingen aanvaar<strong>de</strong>n<br />
dat historische evoluties een verschei<strong>de</strong>nheid<br />
aan sociale i<strong>de</strong>ntiteiten genereren.”<br />
De eindtermen bie<strong>de</strong>n zelf weinig concrete aanzetten<br />
voor <strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis. Maar door <strong>de</strong> algemene<br />
formuleringen is er toch ruimte voor <strong>vrouwen</strong> in <strong>de</strong><br />
geschie<strong>de</strong>nis. Het is vooral aan <strong>de</strong> leerkracht om hier<br />
voldoen<strong>de</strong> creativiteit aan <strong>de</strong> dag te leggen.<br />
Onontbeerlijk bij zo’n opdracht is een handboek dat<br />
hieraan op een evenwichtige manier aandacht<br />
schenkt. Daarom is het goed om een historisch handboek<br />
van na<strong>de</strong>rbij te bestu<strong>de</strong>ren.<br />
een handboek bekeken door een<br />
gen<strong>de</strong>rbril<br />
We hebben on<strong>de</strong>rzocht hoe één van <strong>de</strong> meest gebruikte<br />
handboeken (Storia), voor een ASO-richting geduren<strong>de</strong><br />
6 jaar, <strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis in beeld probeert<br />
te brengen. De geschiedschrijving kent weinig voorbeel<strong>de</strong>n<br />
van <strong>vrouwen</strong> en we vroegen ons af hoe een<br />
schoolboek zijn waren aan <strong>de</strong> man (hetzij ‘vrouw’) probeert<br />
te brengen. Als <strong>de</strong> vrouw al ter sprake komt, zijn<br />
het dikwijls <strong>de</strong> politieke tenoren die in <strong>de</strong> schijnwerpers<br />
tre<strong>de</strong>n. Jeanne met <strong>de</strong> sjaal blijft in <strong>de</strong> coulissen.<br />
We wil<strong>de</strong>n nagaan of dit handboek zich zou beperken<br />
tot een summiere biografie van vrouwelijke hoofdrol-<br />
8<br />
Hermes | Jaargang 11 | nr. 41 | maart 2007<br />
speelsters à la Cleopatra, Jeanne d’Arc en Marie-<br />
Antoinette of dat <strong>de</strong> auteurs zou<strong>de</strong>n stilstaan bij pakweg<br />
<strong>de</strong> bijdrage van <strong>de</strong> Parijse <strong>vrouwen</strong> aan <strong>de</strong> Franse<br />
revolutie of het zogenaamd gelijkheidsbeginsel van<br />
<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> revolutie en <strong>wat</strong> <strong>de</strong> sociale en economische<br />
gevolgen daarvan waren. Laten we u direct waarschuwen:<br />
ons on<strong>de</strong>rzoek was beperkt. We beschikten niet<br />
over <strong>de</strong> tijd (we hebben ook nog onze voltijdse job en<br />
een huishou<strong>de</strong>n met kin<strong>de</strong>ren te bestieren) om er nog<br />
an<strong>de</strong>re handboeken bij te betrekken. Maar misschien<br />
opent dit perspectieven voor een interessante oefening<br />
binnen <strong>de</strong> lerarenopleiding.<br />
Vooraleer we van start gaan met onze analyse verdui<strong>de</strong>lijken<br />
we - voor diegene die niet bekend zijn met het<br />
handboek Storia - <strong>de</strong> structuur. Elke les bestaat uit een<br />
lestekst, een aantal bronnen (met opdrachten) en een<br />
didactisch besluit met het te verwachten kennen en<br />
kunnen. In het begin van elke les situeert men het<br />
behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> thema in een referentieka<strong>de</strong>r : een tijd<br />
(tijdlijn), <strong>de</strong> ruimte (kaart) en een bepaald domein<br />
(politiek, sociaal, economisch of cultureel). Men werkt<br />
chronologisch <strong>de</strong> 7 tij<strong>de</strong>n af: 1 ste jaar prehistorie en<br />
stroomculturen (tot 800 v. Chr.), 2 <strong>de</strong> jaar klassieke oudheid<br />
(800 v. Chr. tot 500), 3 <strong>de</strong> jaar mid<strong>de</strong>leeuwen (500<br />
–1450), 4 <strong>de</strong> jaar nieuwe tijd (1450-1750), 5 <strong>de</strong> jaar nieuwste<br />
tijd (1750-1945) en 6 <strong>de</strong> jaar eigen tijd (na 1945). Vanaf<br />
het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar probeert men aandacht te beste<strong>de</strong>n aan<br />
een thema die verschillen<strong>de</strong> tij<strong>de</strong>n doorloopt (<strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong><br />
doorloper) en een niet-westerse cultuur.<br />
In het eerste jaar ASO besteedt Storia 1 veel aandacht<br />
aan <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> lessen geschie<strong>de</strong>nis. De<br />
illustratieve voorbeel<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong>ze vaardighe<strong>de</strong>n gaan<br />
zel<strong>de</strong>n over <strong>vrouwen</strong>. Eén enkele keer komen <strong>vrouwen</strong><br />
ter sprake bij het “kritisch ontle<strong>de</strong>n en vergelijken van<br />
bronnen”. De leerling wordt kond gedaan dat we nu<br />
geacht wor<strong>de</strong>n om niet meer in heksen te geloven,<br />
maar dat <strong>vrouwen</strong> die 400 jaar gele<strong>de</strong>n van hekserij<br />
verdacht wer<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> brandstapel terecht kwamen.<br />
Eigenlijk telt hier meer het thema ‘heksen’ <strong>dan</strong> het feit<br />
dat het <strong>vrouwen</strong> betreft.<br />
Het stereotiepe rondborstige venusbeeld van<br />
Willendorf en <strong>de</strong> vermelding van een moe<strong>de</strong>rgodin<br />
zijn zo<strong>wat</strong> <strong>de</strong> enige verwijzingen naar <strong>vrouwen</strong> in <strong>de</strong><br />
Prehistorie. Dit beeldje is bijzon<strong>de</strong>r populair in Storia<br />
en duikt elk jaar in het respectievelijke handboek weer<br />
op. In het hoofdstuk over <strong>de</strong> se<strong>de</strong>ntaire samenlevingen<br />
in het Nabije Oosten is er in <strong>de</strong> tekst geen sprake<br />
van <strong>vrouwen</strong> op sociaal economisch vlak. Toch zijn ze<br />
wel afgebeeld op een illustratie. Een expliciete en interessante<br />
verwijzing is terug te vin<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> Kelten, die<br />
geen “<strong>vrouwen</strong>discriminatie” ken<strong>de</strong>n en zelfs een<br />
vrouw tot stamhoofd kozen. Dit wordt niet ver<strong>de</strong>r uitgewerkt.
De sporen van <strong>vrouwen</strong> in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van Egypte<br />
blijven eveneens eer<strong>de</strong>r beperkt. Verwijzingen naar<br />
<strong>vrouwen</strong> zijn enkel terug te vin<strong>de</strong>n in het bronnenmateriaal<br />
en <strong>de</strong> afbeeldingen en niet in <strong>de</strong> lestekst zelf. In<br />
een bronnenon<strong>de</strong>rzoek wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> leerlingen aangezet<br />
om <strong>de</strong> grootte van het beeld van farao Ramses II en<br />
zijn minuscuul afgebeel<strong>de</strong> vrouw en kin<strong>de</strong>ren te vergelijken<br />
met het beeld van farao Mykerinos geflankeerd<br />
door even groot afgebeel<strong>de</strong> godinnen. In een<br />
an<strong>de</strong>re bron zie je Sennedjem, een belangrijke ambtenaar<br />
on<strong>de</strong>r Ramses II, op een evenwaardige manier<br />
afgebeeld staan met zijn vrouw op een muurschil<strong>de</strong>ring.<br />
Bei<strong>de</strong>n bewerken het veld en oogsten vlas. Ver<strong>de</strong>r<br />
zijn er nog afbeeldingen van Nefertete en haar echtgenoot<br />
Echnaton en kin<strong>de</strong>ren, an<strong>de</strong>re godinnen en<br />
schrifttekens die verwijzen naar het woord vrouw en<br />
een cartouche van Cleopatra.<br />
Tot slot eindigt Storia 1 met het referentieka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong><br />
klassieke oudheid met on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> Griekse polis,<br />
waar <strong>de</strong> bewoners mee beslissen, maar er geen echte<br />
<strong>de</strong>mocratie heerste omdat <strong>vrouwen</strong>, kin<strong>de</strong>ren, slaven<br />
en vreem<strong>de</strong>lingen geen inspraak had<strong>de</strong>n.<br />
Storia 2 is opgesplitst in een eerste luik waar het referentieka<strong>de</strong>r<br />
wordt ingeoefend en een twee<strong>de</strong> luik<br />
waar <strong>de</strong> auteurs ingaan op <strong>de</strong> Klassieke Oudheid (800<br />
v. Chr.- 500 n. Chr.). Het eerste luik is heel karig met<br />
informatie over <strong>vrouwen</strong>. We komen te weten dat<br />
<strong>vrouwen</strong> niet <strong>de</strong>elnamen aan <strong>de</strong> Griekse <strong>de</strong>mocratie,<br />
maar in <strong>de</strong> Nieuwste Tijd (na WOI) kregen ze in België<br />
wel stemrecht in <strong>de</strong> gemeenteraad.<br />
In <strong>de</strong> lessen over Griekenland vermeldt het handboek<br />
<strong>de</strong> godinnen Athena, Persefone, Hera, <strong>de</strong> schikgodinnen,<br />
Pythia <strong>de</strong> zieneres en <strong>de</strong> negen muzen. Euripe<strong>de</strong>s<br />
had in zijn Me<strong>de</strong>a me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>n met “<strong>de</strong> diepst rampzalige<br />
wezens van al <strong>wat</strong> a<strong>de</strong>m en verstand ontving”. Ook<br />
Homeros in <strong>de</strong> Ilias schetste een weinig verheven<br />
beeld van <strong>de</strong> vrouw met woor<strong>de</strong>n als “Gij (<strong>de</strong> koning)<br />
hebt altijd <strong>de</strong> eerste keus: brons, <strong>vrouwen</strong>, goud. Wat wil<br />
hij nog meer?(…)”<br />
Plutarchus wou enkel <strong>de</strong> moed van grote mannen<br />
aantonen. In het hoofdstuk “De Grieken zijn niet gelijk”<br />
komen <strong>de</strong> <strong>vrouwen</strong> er niet zo goed uit. Ze had<strong>de</strong>n<br />
geen burgerrechten, ze wer<strong>de</strong>n jong uitgehuwelijkt, ze<br />
waren verantwoor<strong>de</strong>lijk voor het huishou<strong>de</strong>n en het<br />
gezin. Een vrouw genoot <strong>dan</strong> ook geen echt on<strong>de</strong>rwijs.<br />
Ze werd thuis opgevoed en on<strong>de</strong>rwezen.<br />
Bij Alexan<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Grote komt prinses Roxane op het<br />
toneel om aan te geven dat <strong>de</strong>ze eminente heerser<br />
een voorstan<strong>de</strong>r was van gemeng<strong>de</strong> huwelijken. De<br />
Griekse kunstenaars waren daarentegen niet blind<br />
voor al het toenmalig vrouwelijk schoon; getuige <strong>de</strong><br />
kariati<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> Venus van Milo, <strong>de</strong> koré. Bij <strong>de</strong><br />
Olympische spelen was het publiek uitsluitend mannelijk,<br />
aangezien <strong>de</strong> mannen naakt hun sport beoe-<br />
Hermes | Jaargang 11 | nr. 41 | maart 2007<br />
fen<strong>de</strong>n. De literaire bronnen (het gedicht van Sappho<br />
uit Lesbos, het <strong>vrouwen</strong>parlement van Aristophanes<br />
en het Oedipusverhaal van Sophocles) geven een aanzet<br />
om het te hebben over <strong>de</strong> man- vrouwverhoudingen<br />
maar wor<strong>de</strong>n niet ver<strong>de</strong>r uitgediept. Tenslotte<br />
beschrijft men summier dat in <strong>de</strong> toneelwereld <strong>de</strong><br />
vrouwelijke rollen door mannen gespeeld wer<strong>de</strong>n.<br />
In Rome bezat <strong>de</strong> pater familias <strong>de</strong> hoogste macht<br />
over <strong>de</strong> familie. Vrouwen waren hun bezit en mochten<br />
niet <strong>de</strong>elnemen aan het openbare leven en <strong>de</strong> verkiezingen.<br />
De Romeinse <strong>vrouwen</strong> had<strong>de</strong>n zelfs een voogd<br />
die hun zaken regel<strong>de</strong>, dit letterlijk bevoog<strong>de</strong>nd optre<strong>de</strong>n<br />
verloor gelei<strong>de</strong>lijk aan zijn nut toen men constateer<strong>de</strong><br />
dat <strong>vrouwen</strong> best wel hun eigen bonen kon<strong>de</strong>n<br />
doppen. Hierdoor verdween dit systeem in het keizerrijk.<br />
In afbeeldingen van keizers blijven <strong>de</strong> echtgenotes<br />
op <strong>de</strong> achtergrond staan. Cleopatra is <strong>de</strong> enige koningin<br />
die men vermeld<strong>de</strong> in <strong>de</strong> woordverklaring achteraan<br />
in het handboek.<br />
De godin Vesta en <strong>de</strong> Vestaalse maag<strong>de</strong>n zorg<strong>de</strong>n voor<br />
<strong>de</strong> eenheid van <strong>de</strong> staat en <strong>de</strong> familie. Ook vreem<strong>de</strong><br />
godsdiensten wer<strong>de</strong>n geïntegreerd in <strong>de</strong> Romeinse<br />
go<strong>de</strong>nwereld zoals bij koningin Juno en <strong>de</strong> Egyptische<br />
godin Isis. Net zoals bij <strong>de</strong> Olympische Spelen in<br />
Griekenland mochten <strong>de</strong> <strong>vrouwen</strong> geen mannelijk<br />
naakt zien (en omgekeerd) in <strong>de</strong> Romeinse thermen<br />
en het gymnasium. Bij het hoofdstuk “Gezin en opvoeding<br />
bij <strong>de</strong> Romeinen” komen we te weten dat <strong>vrouwen</strong><br />
on<strong>de</strong>rgeschikt waren. Hun taak bestond erin een<br />
bijdrage te leveren aan het huishou<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> opvoeding.<br />
Rijke <strong>vrouwen</strong> schakel<strong>de</strong>n een min in voor <strong>de</strong><br />
borstvoeding. Ou<strong>de</strong>rs waren allerminst opgetogen als<br />
<strong>de</strong> pasgeborene een meisje bleek te zijn. De bruidsschat<br />
bij haar later huwelijk was een financiële a<strong>de</strong>rlating<br />
voor een Romeins gezin. Zo wer<strong>de</strong>n heel <strong>wat</strong><br />
meisjes te von<strong>de</strong>ling gelegd. Ook in het China uit <strong>de</strong><br />
Klassieke Oudheid volstaat Storia 2 met <strong>de</strong> vermelding<br />
dat ie<strong>de</strong>re jongen school kon lopen. Het is gissen naar<br />
<strong>de</strong> oorzaak van <strong>de</strong>ze discriminatie.<br />
Het valt op dat er in het twee<strong>de</strong> jaar wel aandacht<br />
wordt besteed aan <strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis maar <strong>de</strong><br />
auteurs blijven oppervlakkig. Graven naar <strong>de</strong> oorzaak<br />
van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgeschikte positie van <strong>de</strong> vrouw, een vergelijking<br />
maken tussen het beeld van <strong>de</strong> vrouw in<br />
kunst en godsdienst en het beeld van <strong>de</strong> gewone<br />
vrouw, het roldoorbreken<strong>de</strong> aspect: hoeveel gewone<br />
mannen <strong><strong>de</strong><strong>de</strong>n</strong> aan politiek,… het komt niet aan bod.<br />
In Storia 3 wordt in <strong>de</strong> doorloper over sociaal-economische<br />
evoluties geen opsplitsing gemaakt tussen<br />
<strong>vrouwen</strong>- en mannenarbeid. Nochtans bespeurt <strong>de</strong><br />
opmerkzame lezer enkele was<strong>vrouwen</strong> in volle activiteit<br />
op <strong>de</strong> afbeelding uit “Breviarum Grimani”.<br />
In het hoofdstuk over <strong>de</strong> opkomst en <strong>de</strong> verspreiding<br />
van <strong>de</strong> islam valt op dat Mohammed geschokt was<br />
9
“door <strong>wat</strong> hij in Mekka ziet: onrecht, uitbuiting, <strong>vrouwen</strong>-<br />
en kin<strong>de</strong>rmishan<strong>de</strong>ling enz.”<br />
Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> feodaliteit kon <strong>de</strong> oudste dochter van een<br />
leenheer vanaf <strong>de</strong> 12 e eeuw ook het leen van haar<br />
va<strong>de</strong>r erven. Haar echtgenoot leg<strong>de</strong> echter voor haar<br />
<strong>de</strong> leeneed af.<br />
Jeanne d’Arc, icoon in <strong>de</strong> strijd van <strong>de</strong> 100-jarige oorlog,<br />
krijgt een plaatsje toebe<strong>de</strong>eld in <strong>de</strong> galerij van<br />
belangrijke <strong>vrouwen</strong> in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis. Niet alleen<br />
wordt ze beschreven in <strong>de</strong> lestekst. Ze komt ook voor<br />
op een grote afbeelding. Toch behoort ze niet tot <strong>de</strong><br />
“te kennen leerstof” want ze is niet terug te vin<strong>de</strong>n in<br />
<strong>de</strong> opgesom<strong>de</strong> doelstellingen op het ein<strong>de</strong> van het<br />
hoofdstuk “Vorsten strij<strong>de</strong>n om macht”. In datzelf<strong>de</strong><br />
hoofdstuk wordt verwezen naar het ‘tapijt van<br />
Bayeux’ dat volgens <strong>de</strong> legen<strong>de</strong> werd gemaakt door<br />
koningin Mathil<strong>de</strong>, <strong>de</strong> Vlaamse echtgenote van Willem<br />
<strong>de</strong> Veroveraar. Haar invloed, rol of betekenis in dit propaganda-instrument<br />
wordt niet toegelicht. Het volstaat<br />
blijkbaar om haar ‘als vrouw van…’ te vermel<strong>de</strong>n.<br />
In <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n tra<strong>de</strong>n er in die perio<strong>de</strong> twee <strong>vrouwen</strong><br />
van formaat op <strong>de</strong> voorgrond die ook politieke<br />
macht genereer<strong>de</strong>n, namelijk Margaretha van Male en<br />
Maria van Bourgondië. Positief is dat zij ook in <strong>de</strong><br />
doelstellingen van het hoofdstuk over <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n<br />
is opgenomen. Te kennen leerstof dus.<br />
De mid<strong>de</strong>leeuwse cultuur was “rijk en gevarieerd”,<br />
maar blijkbaar toch rijker en gevarieer<strong>de</strong>r voor het<br />
mannelijk <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> bevolking. Zo stond <strong>de</strong> kathedraalschool<br />
bijvoorbeeld enkel open voor jongens.<br />
Deze exclusie van meisjes uit het on<strong>de</strong>rwijs wordt niet<br />
geproblematiseerd. Op vlak van literatuur is er wel<br />
aandacht voor <strong>de</strong> man – vrouwverhoudingen: “In al<br />
die geschriften is <strong>de</strong> feodale trouw <strong>de</strong> meest<br />
gewaar<strong>de</strong>er<strong>de</strong> <strong>de</strong>ugd, telt <strong>de</strong> vrouw niet mee en heerst<br />
<strong>de</strong> toon van een echte mannenmaatschappij.”<br />
Kenmerkend voor <strong>de</strong> ‘hoofsheid’ uit die perio<strong>de</strong> was<br />
het respect voor <strong>de</strong> vrouw. Als voorbeeld van een<br />
mid<strong>de</strong>leeuwse auteur wordt Ha<strong>de</strong>wych naar voor<br />
geschoven naast Jacob van Maerlant. In <strong>de</strong> bronnen<br />
wor<strong>de</strong>n ook <strong>vrouwen</strong> afgebeeld in religieuze en<br />
wereldse taferelen. Bij dit laatste thema hoort “Het<br />
huwelijk van Arnolfini” van Jan van Eyck, waarbij we te<br />
weten komen dat Arnolfini een succesvolle Italiaanse<br />
bankier was, maar in het ongewisse blijven over <strong>de</strong><br />
naam en herkomst van zijn vrouw. Op een an<strong>de</strong>re<br />
plaats krijgen we wel bei<strong>de</strong> namen van het echtpaar,<br />
zoals bijvoorbeeld bij Jodocus Vijd en Elisabeth<br />
Borluut, <strong>de</strong> opdrachtgevers van “Het Lam Gods” van <strong>de</strong><br />
gebroe<strong>de</strong>rs van Eyck.<br />
Toch zijn <strong>vrouwen</strong> niet vergeten in Storia 3. Zo blijkt uit<br />
het apart hoofdstuk “De positie van <strong>de</strong> vrouw in <strong>de</strong><br />
Mid<strong>de</strong>leeuwen”. We lezen heel belangrijke aanzetten<br />
tot <strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis: <strong>de</strong> rol van <strong>vrouwen</strong> in<br />
kloosters en abdijen, <strong>de</strong> taak van a<strong>de</strong>llijke <strong>vrouwen</strong> en<br />
10<br />
Hermes | Jaargang 11 | nr. 41 | maart 2007<br />
vorstinnen op politiek vlak en het on<strong>de</strong>rnemerschap<br />
van <strong>vrouwen</strong> bijvoorbeeld in brouwerijen en in <strong>de</strong><br />
lakennijverheid. Jammer genoeg krijgen <strong>de</strong>ze aanzetten<br />
geen weerklank in <strong>de</strong> rest van het handboek. Ook<br />
vrouwonvrien<strong>de</strong>lijke aspecten wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> kaak<br />
gesteld: <strong>de</strong> ontoegankelijkheid van het on<strong>de</strong>rwijs voor<br />
<strong>vrouwen</strong> en het ellendige lot van ‘<strong>de</strong> gewone volksvrouw’.<br />
Een perfecte opstap naar een gen<strong>de</strong>ranalyse is<br />
het veel te summiere on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el “Vrouwen wor<strong>de</strong>n<br />
gehaat én aanbe<strong>de</strong>n.”<br />
Het belangrijkste over <strong>vrouwen</strong> is hiermee gezegd in<br />
Storia 3. Hier en daar duiken ze sporadisch nog eens op<br />
in het beeldmateriaal. Nog één keer lezen we over een<br />
belangrijke Spaanse koningin, namelijk Isabella van<br />
Castilië, die Columbus <strong>de</strong> opdracht gaf voor zijn ont<strong>de</strong>kkingstochten.<br />
Storia 4 belicht <strong>de</strong> Nieuwe Tijd. De doorlopers “Europa<br />
koloniseert <strong>de</strong> wereld” en “Han<strong>de</strong>l en han<strong>de</strong>lstechnieken”<br />
blijven zo algemeen (lees: mannelijk) dat interessante<br />
zaken als bijvoorbeeld <strong>de</strong> kleinhan<strong>de</strong>l, waarin<br />
<strong>vrouwen</strong> ongetwijfeld een belangrijke rol speel<strong>de</strong>n, in<br />
het niets verdwijnen. Een mooie illustratie in het<br />
handboek suggereert het tegen<strong>de</strong>el, namelijk “De<br />
geldwisselaar en zijn vrouw” van Quinten Metsijs.<br />
Het overzicht van <strong>de</strong> Indiaanse culturen beperkt zich<br />
voor <strong>vrouwen</strong> tot het religieuze domein: <strong>de</strong> oer- of<br />
maangodin bij <strong>de</strong> Azteken. Op het sociale domein<br />
lezen we enkel dat Indiaanse <strong>vrouwen</strong> slavin wer<strong>de</strong>n<br />
bij een Spaanse meester.<br />
Bij “humanisme en wetenschap” ligt binnen het kleine<br />
betoog over <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> het accent op <strong>de</strong> studie<br />
van het (<strong>vrouwen</strong>) lichaam en <strong>de</strong> verloskun<strong>de</strong>, waarbij<br />
bevallingen ook wer<strong>de</strong>n begeleid door vroed<strong>vrouwen</strong>.<br />
Koninginnen als Mary Tudor en haar opvolgster<br />
Elisabeth staan op <strong>de</strong> zijlijn van <strong>de</strong> “reformatie en<br />
contrareformatie”. De vorstelijke huwelijkspolitiek is<br />
een veel belangrijker item en wordt uitgebreid uit <strong>de</strong><br />
doeken gedaan met Hendrik VIII en zijn vele <strong>vrouwen</strong>.<br />
De aanvangszin van <strong>de</strong> lestekst is niet mis te verstaan:<br />
“Omdat Hendrik VIII veel <strong>vrouwen</strong> verslijt, …”<br />
In het hoofdstuk over <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong><br />
Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n lijkt men in <strong>de</strong> lestekst <strong>de</strong> rol en betekenis<br />
van <strong>de</strong> landvoog<strong>de</strong>ssen in <strong>de</strong> verf te willen zetten.<br />
Naast het woord landvoogd verschijnt tussen haakjes<br />
telkens <strong>de</strong> vrouwelijke suffix. In <strong>de</strong> randinfo wordt het<br />
belang geïllustreerd aan <strong>de</strong> hand van Margaretha van<br />
Parma. Maar dit wordt niet weerspiegeld in <strong>de</strong> doelstellingen<br />
van het hoofdstuk waar <strong>de</strong> leerlingen enkel<br />
het woord “landvoogd” moeten kennen.<br />
Vrouwen zijn vooral on<strong>de</strong>rwerp van, en object in, <strong>de</strong><br />
kunst van <strong>de</strong> renaissance, barok en classicisme. Vaak<br />
zijn het religieuze rollen, zoals die van Maria, Theresa<br />
van Avila, enz…, maar ook als ‘keukenmeid’ in het intimistische<br />
schil<strong>de</strong>rij van Johannes Vermeer. De actieve
etrokkenheid van <strong>vrouwen</strong> blijkt uit één foto van het<br />
palais <strong>de</strong> Luxembourg in Parijs, die werd gebouwd in<br />
opdracht van <strong>de</strong> Franse koningin Maria <strong>de</strong> Medici.<br />
Net zoals in <strong>de</strong> vorige hoofdstukken zien we in <strong>de</strong><br />
doorlopers, “heksen en heksenprocessen” en “sociale<br />
hulp in het Ancien Régime” het belang van <strong>vrouwen</strong> in<br />
<strong>de</strong> lesteksten maar een ‘missing link’ in <strong>de</strong> geformuleer<strong>de</strong><br />
doelstellingen voor <strong>de</strong> leerlingen. Zo verklaart<br />
men <strong>de</strong> Heksenhamer of Malleus Malleficarum vanuit<br />
“een blin<strong>de</strong> haat tegenover <strong>vrouwen</strong>”. Enkel <strong>de</strong> doelstelling<br />
“leerlingen kunnen verklaren wie vooral het<br />
slachtoffer wordt van vervolging” komt het dichtst in<br />
<strong>de</strong> buurt van <strong>de</strong>ze probleemstelling.<br />
In het thema “De Nieuwe Tijd an<strong>de</strong>rs bekeken” doorspekken<br />
<strong>vrouwen</strong> regelmatig het historische verhaal,<br />
vooral m.b.t. <strong>de</strong> vorstelijke huwelijkspolitiek, afbeeldingen<br />
uit he<strong>de</strong>ndaagse strips over <strong>de</strong> Nieuwe Tijd en<br />
over het dagelijkse leven.<br />
“De afbouw van het Ancien Régime” met <strong>de</strong><br />
“Industriële Revolutie” blijft een sekseloos verhaal.<br />
Enkel één zin doet veron<strong>de</strong>rstellen dat het spinnen<br />
vooral een vrouwelijke bezigheid was: “Een spinster<br />
kan slechts één draad tegelijk vervaardigen”. Gelukkig<br />
wordt Maria Theresia in <strong>de</strong> “Verlichting” opgevoerd als<br />
voorbeeld van een verlicht <strong>de</strong>spoot. Voor <strong>de</strong> rest hiel<strong>de</strong>n<br />
<strong>vrouwen</strong> zich blijkbaar niet bezig met verlichte<br />
i<strong>de</strong>eën. Ze wor<strong>de</strong>n in elk geval niet vermeld in <strong>de</strong><br />
lestekst. Toch zien we op een afbeelding van een schil<strong>de</strong>rij<br />
dat ook <strong>vrouwen</strong> een literair salon bezoeken.<br />
Maar we blijven op onze honger zitten als we ons<br />
afvragen <strong>wat</strong> en hoe <strong>vrouwen</strong> dachten over “gelijke<br />
rechten”. Wel is er in het stuk over Napoleon aandacht<br />
voor vrouwonvrien<strong>de</strong>lijke artikels uit het burgerlijke<br />
wetboek. Ze wor<strong>de</strong>n in een bronvermelding letterlijk<br />
geciteerd.<br />
In Storia 5 bestu<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1815-<br />
1945. Het handboek belicht <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne samenleving<br />
vooral vanuit <strong>de</strong> politieke en sociale strijd in België en<br />
in <strong>de</strong> VS.<br />
Vrouwen komen slechts sporadisch aan bod in het<br />
politieke luik. In <strong>de</strong> marge, bij <strong>de</strong> huwelijkspolitiek van<br />
Leopold I, duiken enkele <strong>vrouwen</strong> op waaron<strong>de</strong>r ook<br />
<strong>de</strong> Britse koningin Victoria. We blijven in het ongewisse<br />
over haar verdiensten. Over <strong>de</strong> gewone vrouw in <strong>de</strong><br />
straat zijn <strong>de</strong> auteurs beknopt. De meeste liberalen<br />
vin<strong>de</strong>n dat <strong>vrouwen</strong> niet mogen stemmen. Vanaf 1919<br />
is België een liberale <strong>de</strong>mocratie, zon<strong>de</strong>r <strong>vrouwen</strong>stemrecht.<br />
In het zes<strong>de</strong> jaar pikt Storia 6 <strong>de</strong> draad<br />
terug op en bespreekt het handboek <strong>de</strong> emancipatie<br />
van <strong>de</strong> vrouw in <strong>de</strong> 19 <strong>de</strong> en 20 ste eeuw (zie ver<strong>de</strong>r).<br />
Daarbij gaan <strong>de</strong> auteurs wel in op <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen waarom<br />
<strong>vrouwen</strong> niet mochten stemmen. De liberalen waren<br />
bang dat alle <strong>vrouwen</strong> voor <strong>de</strong> Katholieke Partij zou<strong>de</strong>n<br />
stemmen en hierdoor veel stemmen zou<strong>de</strong>n ver-<br />
Hermes | Jaargang 11 | nr. 41 | maart 2007<br />
liezen. Er wor<strong>de</strong>n voorbeel<strong>de</strong>n aangehaald van <strong>vrouwen</strong><br />
(o.a. Marie Popelin, die als advocate niet door <strong>de</strong><br />
balie aanvaard werd) die het niet eens waren met <strong>de</strong><br />
gang van zaken. Storia 5 vergelijkt dit met <strong>de</strong> situatie<br />
van <strong>de</strong> <strong>vrouwen</strong> in an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n bijvoorbeeld <strong>de</strong> suffragettes<br />
in Groot-Brittannië en <strong>de</strong> burgerrechtenbeweging<br />
in <strong>de</strong> VS.<br />
Het sociale vraagstuk wordt bena<strong>de</strong>rd vanuit <strong>de</strong> bronnen.<br />
De lonen, arbeidsuren, arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n<br />
passeren <strong>de</strong> revue, maar wor<strong>de</strong>n niet opgesplitst in cijfers<br />
over <strong>de</strong> verschillen tussen mannen en <strong>vrouwen</strong>.<br />
De auteurs nemen wel een citaat uit het boek van<br />
journalist August De Winne “Door arm Vlaan<strong>de</strong>ren”<br />
over in het handboek. Het stelt het beeld van <strong>vrouwen</strong><br />
als weerloze slachtoffers van fabrieksbazen enigszins<br />
bij door te verwijzen naar hun optre<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns werkstakingen.<br />
We komen niet te weten of ze een voortrekkersrol<br />
speel<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> stakingen.<br />
In het hoofdstuk over <strong>de</strong> politieke en sociale strijd in<br />
<strong>de</strong> VS lezen we dat <strong>de</strong> bestseller “Uncle Tom’s Cabin”<br />
geschreven is door Harriet Beecher. Wie was <strong>de</strong>ze<br />
vrouw? Wat waren haar i<strong>de</strong>eën? Welke impact had die<br />
roman? Veel vragen. Weinig antwoor<strong>de</strong>n. Het handboek<br />
besluit met: “De slavenkwestie wordt een sociaal<br />
en politiek rassenprobleem dat pas in <strong>de</strong> 2 <strong>de</strong> helft van<br />
<strong>de</strong> 20 ste eeuw min of meer wordt opgelost.” Rosa Parks<br />
en <strong>de</strong> busboycot verdwijnen zo ongezien in <strong>de</strong> plooien<br />
van <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis.<br />
Naast <strong>de</strong> politieke en sociale strijd zijn er in het vijf<strong>de</strong><br />
jaar ook doorlopers (thema’s die verschillen<strong>de</strong> tij<strong>de</strong>n<br />
doorlopen). Zij zijn bijzon<strong>de</strong>r karig met informatie over<br />
<strong>vrouwen</strong>. Een mooie kans om dieper in te gaan op <strong>de</strong><br />
mentaliteitsgeschie<strong>de</strong>nis is het hoofdstuk “Het kind<br />
vroeger en nu.” Het resultaat is al bij al mager, hier zou<br />
bijvoorbeeld veel grondiger <strong>de</strong> evolutie van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge<br />
relaties binnen het gezin mogen aan bod<br />
komen..<br />
In het vijf<strong>de</strong> jaar kiest het handboek China als nietwesterse<br />
cultuur. Ook in dit keizerrijk wor<strong>de</strong>n <strong>vrouwen</strong><br />
pejoratief behan<strong>de</strong>ld: ze kwamen op <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats,<br />
<strong>vrouwen</strong> gaven geen on<strong>de</strong>rwijs, <strong>de</strong> Taipings wil<strong>de</strong>n<br />
wel <strong>vrouwen</strong>emancipatie,… Keizerin-weduwe Ci Xi<br />
(1835-1906) krijgt als machtige laatste keizerin een<br />
plaatsje on<strong>de</strong>r het firmament van historische sterren.<br />
Haar politieke rol wordt uitgebreid uit <strong>de</strong> doeken<br />
gedaan.<br />
Hierna volgt een korte bloemlezing van losstaan<strong>de</strong><br />
feiten zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze te contextualiseren. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />
Eerste Wereldoorlog komen we te weten dat <strong>de</strong> <strong>vrouwen</strong><br />
taken opnamen in <strong>de</strong> fabrieken en dat er in<br />
Mechelen gruwelda<strong>de</strong>n begaan zijn door <strong>de</strong> Duitsers<br />
tegen <strong>vrouwen</strong>. Afgaand op het handboek heb je <strong>de</strong><br />
indruk dat er bij <strong>de</strong> Russische revolutie geen <strong>vrouwen</strong><br />
aanwezig waren. De “Bund Deutschen Mä<strong>de</strong>l” zorg<strong>de</strong><br />
er in <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog voor dat meisjes zich<br />
11
kon<strong>de</strong>n voorberei<strong>de</strong>n op het moe<strong>de</strong>rschap. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>portatie wer<strong>de</strong>n mannen en <strong>vrouwen</strong> geschei<strong>de</strong>n<br />
om in het oosten te gaan werken. In het laatste hoofdstuk<br />
over kunst en cultuur in <strong>de</strong> industriële samenleving<br />
vin<strong>de</strong>n we geen enkele kunstenares terug.<br />
In het zes<strong>de</strong> jaar bestu<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />
na 1945. Vijf van <strong>de</strong> 183 bladzij<strong>de</strong>n in Storia 6 zijn -<br />
zoals eer<strong>de</strong>r vermeld – voorbehou<strong>de</strong>n voor het thema<br />
“De emancipatie van <strong>de</strong> vrouw”. Een overzicht van cartoons,<br />
die na 1945 gedrukt wer<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> media, geven<br />
een mooi beeld van <strong>de</strong> zich wijzigen<strong>de</strong> mentaliteit<br />
t.o.v. <strong>vrouwen</strong>.<br />
Bij heel <strong>wat</strong> an<strong>de</strong>re thema’s is <strong>de</strong> informatie over <strong>vrouwen</strong><br />
bijzon<strong>de</strong>r beperkt. Bijvoorbeeld, bij <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong><br />
Naties beperkt Storia zich tot een vermelding dat <strong>de</strong><br />
VN een speciale commissie kent die is opgericht om <strong>de</strong><br />
positie van <strong>de</strong> vrouw te verbeteren. Bij <strong>de</strong> <strong>de</strong>kolonisatie<br />
valt geen enkele vrouwelijke charismatische persoonlijkheid<br />
(bv. Indira Gandhi) te bespeuren. De<br />
Kou<strong>de</strong> Oorlog is dui<strong>de</strong>lijk een zaak van mannen<br />
geweest, alsook <strong>de</strong> literatuur daar rond, die van mannelijke<br />
signatuur was. Het Internationaal Gerechtshof<br />
in Den Haag wordt vermeld zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> naam van Carla<br />
<strong>de</strong>l Ponte te doen vallen. Hetzelf<strong>de</strong> kan gezegd wor<strong>de</strong>n<br />
van <strong>de</strong> Europese instellingen (met uitzon<strong>de</strong>ring van<br />
Marianne Thyssen), waar ‘gelijkheid’ nochtans hoog<br />
aangeschreven staat.<br />
Ook dichter bij ons blijven een aantal zaken on<strong>de</strong>rbelicht.<br />
Twee bronnen bij <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van België verwijzen<br />
naar <strong>vrouwen</strong> : het omstre<strong>de</strong>n huwelijk van<br />
Liliane Baels met Leopold III en <strong>de</strong> opgepakte en kaalgeschoren<br />
<strong>vrouwen</strong> tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> repressie. Veel achtergrondinfo<br />
valt er niet te rapen. Af en toe lezen we iets<br />
tussen <strong>de</strong> regels over <strong>vrouwen</strong>, maar <strong>de</strong> auteurs brengen<br />
het te weinig te samen in één verhaal: bijvoorbeeld<br />
in 1984 duiken <strong>de</strong> eerste werkloze <strong>vrouwen</strong> op in<br />
<strong>de</strong> RVA-statistieken. Ver<strong>de</strong>r vervalt het handboek weer<br />
in een losse opsomming van feiten zon<strong>de</strong>r context : er<br />
zijn meer <strong>vrouwen</strong> <strong>dan</strong> mannen werkloos, <strong>de</strong> <strong>de</strong>elname<br />
van <strong>de</strong> <strong>vrouwen</strong> aan mid<strong>de</strong>lbaar on<strong>de</strong>rwijs stijgt<br />
na 1945, <strong>de</strong> pil wordt geïntroduceerd in ’73, <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntenbeweging<br />
pleit voor emancipatie van <strong>vrouwen</strong>, <strong>de</strong><br />
mo<strong>de</strong>ontwerpster Ann Saelens maakt furore, het percentage<br />
<strong>vrouwen</strong>/mannen in <strong>de</strong> bevolkingsstatistieken<br />
1900 en 1998, <strong>de</strong> Kerk heeft het over <strong>de</strong> korte rokken<br />
en <strong>de</strong> losse ze<strong>de</strong>n…<br />
In het handboek komen we niet te weten <strong>wat</strong> <strong>de</strong> rol<br />
van <strong>de</strong> vrouw was: in <strong>de</strong> burgerrechtenbeweging in <strong>de</strong><br />
VS, in <strong>de</strong> Vietnamoorlog, on<strong>de</strong>r het regime van Mao<br />
(Nochtans zien we enkel vrouwelijke Ro<strong>de</strong> gardisten<br />
aan het werk op een affiche.), tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Ierse vre<strong>de</strong>s<strong>de</strong>monstraties,<br />
bij <strong>de</strong> Congolese évolués…<br />
In enkele zeldzame bronnen gebuikt men vrouwelijke<br />
auteurs:<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse journaliste T.Bennema,<strong>de</strong> schrijf-<br />
12<br />
Hermes | Jaargang 11 | nr. 41 | maart 2007<br />
ster Jung Chang en <strong>de</strong> Egyptische journaliste El-Tahri.<br />
Frappant is dat er bij het thema technologische revolutie<br />
en bij een terugblik op <strong>de</strong> Westerse politieke<br />
geschie<strong>de</strong>nis geen enkele vrouw aan bod komt.<br />
Blijkbaar zijn wetenschap en politiek exclusief mannelijke<br />
domeinen.<br />
werkt <strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis in <strong>de</strong> klas?<br />
Naast onze eigen ervaringen hebben we ook een<br />
enquête rondgestuurd naar een aantal collega’s. Vijf<br />
mannen en vijf <strong>vrouwen</strong> namen <strong>de</strong>el aan <strong>de</strong>ze rondvraag.<br />
De meer<strong>de</strong>rheid geeft les in <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> graad van<br />
vooral het ASO en TSO en maken gebruik van handboeken<br />
tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nisles. Storia wordt door 4<br />
personen geciteerd. Met uitzon<strong>de</strong>ring van één persoon<br />
vindt ie<strong>de</strong>reen dat het aanbod <strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis<br />
in het gebruikte handboek ontoereikend is. Dit<br />
bevestigt ook ons i<strong>de</strong>e over Storia, die we zelf in <strong>de</strong><br />
klas gebruiken. Eén respon<strong>de</strong>nt vindt het daarentegen<br />
prima dat Storia <strong>vrouwen</strong> maar in één hoofdstuk<br />
behan<strong>de</strong>lt, aangezien “geschie<strong>de</strong>nis zo een verschrikkelijk<br />
ruim vak is en er nooit alles aan bod ‘kan’ komen.”<br />
Voor <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> leerkrachten is <strong>de</strong> manier waarop<br />
<strong>vrouwen</strong> ter sprake komen rolbevestigend, voor <strong>de</strong><br />
an<strong>de</strong>re helft is dit eer<strong>de</strong>r neutraal. Wij daarentegen<br />
vin<strong>de</strong>n het rolbevestigen<strong>de</strong> aspect doorslaggevend<br />
(bv. <strong>vrouwen</strong> mochten in <strong>de</strong> klassieke oudheid niet<br />
mee beslissen in <strong>de</strong> politiek). Geen enkele leerkracht<br />
duid<strong>de</strong> aan dat <strong>vrouwen</strong> op een roldoorbreken<strong>de</strong><br />
manier wor<strong>de</strong>n beschreven. Naar analogie met het<br />
vorige voorbeeld zou je roldoorbrekend kunnen werken<br />
door te stellen dat bv. ook <strong>de</strong> meeste mannen<br />
geen politieke macht in <strong>de</strong> Atheense <strong>de</strong>mocratie had<strong>de</strong>n.<br />
We tre<strong>de</strong>n hier het standpunt bij van Mieke<br />
<strong>de</strong>Vos, die vaststelt dat een historisch verhaal op die<br />
manier een consistent maar ook een positief verhaal<br />
wordt. De confrontatie van meisjes in <strong>de</strong> puberteit<br />
met weinig positieve rolmo<strong>de</strong>llen in een handboek<br />
(bv. <strong>vrouwen</strong> namen niet <strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> politiek, <strong><strong>de</strong><strong>de</strong>n</strong><br />
enkel huishou<strong>de</strong>lijk werk en wer<strong>de</strong>n uitgehuwelijkt,<br />
…) is niet bevor<strong>de</strong>rlijk voor hun zoektocht naar hun<br />
i<strong>de</strong>ntiteit.<br />
De evolutie van <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n over mannen en <strong>vrouwen</strong><br />
doorheen <strong>de</strong> tijd ofwel ‘<strong>de</strong> gen<strong>de</strong>rbena<strong>de</strong>ring’<br />
krijgt volgens <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten<br />
weinig aandacht.<br />
Op <strong>de</strong> vraag hoe <strong>vrouwen</strong> aan bod moeten komen in<br />
een handboek waren <strong>de</strong> meningen ver<strong>de</strong>eld.<br />
Ongeveer <strong>de</strong> helft vindt dat <strong>vrouwen</strong> consequent<br />
geïntegreerd moeten wor<strong>de</strong>n in elk hoofdstuk.<br />
An<strong>de</strong>ren vin<strong>de</strong>n <strong>dan</strong> weer dat <strong>vrouwen</strong> beter in een<br />
apart hoofdstuk thuis horen. Eén persoon houdt het<br />
bij “het sporadisch vermel<strong>de</strong>n van een beroem<strong>de</strong>
vrouw”.<br />
Wij <strong>de</strong>nken zelf dat het beter is om <strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis<br />
consequent te integreren in elk hoofdstuk. Ten<br />
eerste om aan <strong>de</strong> tijdsdruk, die het afwerken van een<br />
leerplan met zich meebrengt, tegemoet te komen. Wij<br />
merken dat het eigenlijk niet veel moeite kost om bv.<br />
in plaats van Jozef II van Oostenrijk, Catharina II van<br />
Rusland als een verlicht <strong>de</strong>spoot ten tonele te voeren.<br />
Je stopt er natuurlijk wel extra tijd in, want je moet op<br />
zoek naar bijkomen<strong>de</strong> informatie. We <strong>de</strong>nken dat <strong>de</strong><br />
navormingscentra hier een voortrekkersrol kunnen in<br />
spelen door meer lesprogramma’s en -metho<strong>de</strong>s over<br />
<strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis door te spelen aan <strong>de</strong> leerkrachten.<br />
Maar ook <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mische wereld blijft ons inziens<br />
in gebreke. Waarom sijpelen interessante vergelijkingen<br />
niet door tot in <strong>de</strong> handboeken en blijven ze veelal<br />
binnen <strong>de</strong> muren van <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mische wereld? Het<br />
is aan <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mici om hun kennis zoveel mogelijk<br />
door te geven aan <strong>de</strong> mensen in het veld. Ook <strong>de</strong><br />
makers – overwegend mannelijke auteurs in het geval<br />
van Storia - van <strong>de</strong> handboeken kunnen hier een<br />
belangrijke rol spelen. De vakverga<strong>de</strong>ringen op een<br />
school of in een scholengemeenschap kunnen overlegmomenten<br />
zijn voor leerkrachten om i<strong>de</strong>eën uit te<br />
wisselen over goe<strong>de</strong> lessen rond <strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis.<br />
Voor ie<strong>de</strong>reen lijkt ons dus een mogelijke taak<br />
weggelegd.<br />
De meeste leerkrachten ervaren dat hun kennis over<br />
<strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis oppervlakkig is en bevestigen<br />
dat ze (soms) bijkomen<strong>de</strong> informatie moeten opzoeken,<br />
vooral in vakliteratuur of op het internet. Eén<br />
informante ziet zich verplicht om bijkomen<strong>de</strong> info op<br />
te zoeken omdat leerlingen soms zelf vragen stellen<br />
als “Maar <strong>wat</strong> <strong><strong>de</strong><strong>de</strong>n</strong> die <strong>vrouwen</strong> <strong>dan</strong>? Wat von<strong>de</strong>n die<br />
<strong>vrouwen</strong> ervan?”<br />
Slechts ‘af en toe’ duikt er volgens een meer<strong>de</strong>rheid<br />
van <strong>de</strong> leerkrachten een ‘spontane interesse’ van leerlingen<br />
op in <strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis. Als leerlingen al<br />
een thema uit <strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis behan<strong>de</strong>len in<br />
hun opdrachten, <strong>dan</strong> gaat hun voorkeur meestal uit<br />
naar ‘<strong>vrouwen</strong> in het dagelijks leven’ of ‘<strong>de</strong> verschillen<br />
tussen <strong>vrouwen</strong> en mannen’. Het empowermentgehalte<br />
(= het sterke, krachtdadig optre<strong>de</strong>n) van <strong>vrouwen</strong><br />
blijft meestal achterwege. In onze eigen lespraktijk<br />
merken we dat leerlingen doorheen <strong>de</strong> lessen<br />
spontaan weinig <strong>de</strong>nken aan <strong>vrouwen</strong> in het verle<strong>de</strong>n.<br />
Je moet ze altijd een voorzet geven, waardoor ze zich<br />
bewust wor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> leegte in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis.<br />
Daarna komen <strong>de</strong> vragen wel. We stellen bijvoorbeeld<br />
wel vast dat in het zes<strong>de</strong> jaar er altijd meisjes zijn die<br />
als on<strong>de</strong>rwerp voor hun eindwerk <strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis<br />
kiezen. Wij zien op dat moment een voorkeur voor<br />
on<strong>de</strong>rwerpen met een empowermentgehalte nl. <strong>de</strong><br />
emancipatiebewegingen in <strong>de</strong> 19 <strong>de</strong> en 20 ste eeuw en<br />
min<strong>de</strong>r vaak on<strong>de</strong>rwerpen als ‘<strong>vrouwen</strong> in het dage-<br />
Hermes | Jaargang 11 | nr. 41 | maart 2007<br />
lijkse leven of verschillen tussen mannen en <strong>vrouwen</strong>’.<br />
enkele suggesties om meer rekening te<br />
hou<strong>de</strong>n met <strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis<br />
In <strong>de</strong> eerste plaats is het nodig om sterke <strong>vrouwen</strong><br />
naast sterke mannen te plaatsen. Enkele alternatieven<br />
voor het tijdperk van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen kunnen zijn :<br />
<strong>de</strong> Byzantijnse keizerin Eirene van Athene (752-803)<br />
die als regentes van haar jonge zoon aan <strong>de</strong> macht<br />
kwam, maar die macht niet meer wou afstaan.<br />
Hetzelf<strong>de</strong> <strong>de</strong>ed haar nicht Theophano die in 811 keizerin<br />
werd. Dichter bij ons kan je naast <strong>de</strong><br />
Bourgondische hertogen ook <strong>de</strong> belangrijke rol van<br />
Margaretha van Male en Maria van Bourgondië belichten.<br />
Het is niet alleen noodzakelijk om sterke <strong>vrouwen</strong><br />
naar voren te schuiven om een evenwichtiger beeld<br />
van een samenleving in het verle<strong>de</strong>n te krijgen. Het is<br />
ook nodig om sekse een plaats te geven in <strong>de</strong> structuur<br />
van een samenleving. De stan<strong>de</strong>nmaatschappij in<br />
<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen vormt een goed uitgangspunt om<br />
het te hebben over <strong>de</strong> normen die mannen en <strong>vrouwen</strong><br />
binnen elke stand had<strong>de</strong>n i.v.m. huwelijk, arbeids<strong>de</strong>ling<br />
enz… Stel je bent een les aan het voorberei<strong>de</strong>n<br />
over <strong>de</strong> Vlaamse Primitieven en je gebruikt ‘Het huwelijk<br />
van Arnolfini’ om je lessen te illustreren . Aan <strong>de</strong><br />
hand van dit schil<strong>de</strong>rij kan je ingaan op <strong>de</strong> man/vrouw<br />
verhoudingen in die tijd. Het schil<strong>de</strong>rij bulkt van <strong>de</strong><br />
symboliek. De schoenen van <strong>de</strong> man wijzen naar <strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>ur (verwijzing naar actieve rol buitenshuis), terwijl<br />
die van <strong>de</strong> vrouw aan het bed staan (verwijzing naar<br />
<strong>de</strong> huishou<strong>de</strong>lijke taken). ‘De geldwisselaar en zijn<br />
vrouw’ tonen een an<strong>de</strong>r beeld : <strong>vrouwen</strong> waren blijkbaar<br />
wel actief in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse han<strong>de</strong>l. Zo kan je<br />
aan <strong>de</strong> hand van afbeeldingen het beeld over <strong>vrouwen</strong><br />
<strong>wat</strong> bijstellen. Koningin Mathil<strong>de</strong>, <strong>de</strong> ontwerpster van<br />
het tapijt van Bayeux en Jeanne d’Arc openen op<br />
<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> manier een an<strong>de</strong>re invalshoek om <strong>de</strong> 100jarige<br />
oorlog te verslaan. De Franse revolutie is een<br />
belangrijke gebeurtenis, die je kan belichten vanuit<br />
verschillen<strong>de</strong> standpunten : koningin Marie-<br />
Antoinette, Olympe <strong>de</strong> Gouges en haar ‘Déclaration<br />
<strong>de</strong>s droits <strong>de</strong> la femme’ en <strong>de</strong> Girondijnse Charlotte<br />
Corday, die Marat in zijn bad ombrengt. Het zijn even<br />
zoveel aanknopingspunten om het over <strong>de</strong> omverwerping<br />
van <strong>de</strong> stan<strong>de</strong>nsamenleving (zie pamflet ‘La fermière<br />
en Corvé’) te hebben. Tenslotte moet sekse ook<br />
geproblematiseerd wor<strong>de</strong>n : hoe komt het dat er maar<br />
zo weinig <strong>vrouwen</strong> aan politiek <strong><strong>de</strong><strong>de</strong>n</strong> ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />
Franse revolutie. Genoten ze <strong>dan</strong> geen on<strong>de</strong>rwijs? Er<br />
zijn tal van mogelijkhe<strong>de</strong>n die oppervlakkig in handboeken<br />
aan bod komen, maar die een uitdaging vormen<br />
om het toch maar eens te hebben over <strong>de</strong> <strong>vrouwen</strong>.<br />
Daarenboven is het ook nodig om an<strong>de</strong>re vragen<br />
13
te stellen bij sommige bronnen.<br />
Er is heel <strong>wat</strong> goed illustratiemateriaal voorhan<strong>de</strong>n.<br />
We gebruiken bv. beeldmateriaal dat zich heel sterk<br />
focust op <strong>vrouwen</strong>. De documentaire ‘Keizer Karel V en<br />
zijn <strong>vrouwen</strong>’ , <strong>de</strong> documentaire Tekens ‘Catharina <strong>de</strong><br />
Grote’, <strong>de</strong> BBC-reeks People’s Century ‘Half the people’,<br />
<strong>de</strong> reality-documentaire over het dagelijks leven van<br />
<strong>vrouwen</strong> in WOII ‘The 1940’s House’, <strong>de</strong> documentaire<br />
over Rosa Parks en <strong>de</strong> Montgomery busboycot ‘Ook<br />
zwarten hebben dromen’ , maar ook M. Guidone en <strong>de</strong><br />
VN in ‘Koppen’ zijn maar enkele voorbeel<strong>de</strong>n..<br />
Bij <strong>de</strong> intre<strong>de</strong> van het begrip gelijkheid in <strong>de</strong><br />
Verlichting, gaan we dieper in op <strong>de</strong> gen<strong>de</strong>rtheorie. Dit<br />
kan heel goed aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> interessante website<br />
www.rosadoc.be, die in een visueel aantrekkelijk<br />
on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el zich toespitst op jongeren nl. Eerste Hulp Bij<br />
Feministes.<br />
Vakoverschrij<strong>de</strong>nd proberen we met een leerkracht<br />
Duits een project uit te werken rond <strong>vrouwen</strong> in WOII<br />
en hun stellinginname t.o.v. <strong>de</strong> politiek van Hitler. De<br />
mosterd haal<strong>de</strong>n we bij een toneelvoorstelling<br />
Charlotte van gezelschap ‘blauw’. Sophie Scholl (stu<strong>de</strong>nte<br />
bij verzetsbeweging ‘De witte roos’), Leni<br />
Riefenstahl (filmregisseur) en Traudl Junge (secretaresse<br />
Hitler) vormen samen een perfecte les over hoe<br />
<strong>vrouwen</strong> zich positioneer<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>ze turbulente perio<strong>de</strong>.<br />
We willen besluiten met <strong>de</strong> inspireren<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n van<br />
Mieke <strong>de</strong> Vos : “Een pleidooi voor verschuiving van<br />
aandachtspunten in het geschie<strong>de</strong>nison<strong>de</strong>rwijs is een<br />
14<br />
Hermes | Jaargang 11 | nr. 41 | maart 2007<br />
pleidooi voor veran<strong>de</strong>ring van <strong>wat</strong> wij collectief erkennen<br />
als basiskennis.”<br />
noten<br />
BEKERS, K., e.a. (o.l.v. Gorik, Goris), Storia 4 ASO<br />
Leerboek, Van In, Lier, 2000, 159p.<br />
BEKERS, K., e.a. (o.l.v. Gorik, Goris), Storia 5 ASO<br />
Leerboek, Van In, Lier, 2001, 167p.<br />
BEKERS, K., e.a. (o.l.v. Gorik, Goris), Storia 6 ASO<br />
Leerboek, Van In, Lier, 2002, 183p.<br />
DE KELVER, J.,e.a. (o.l.v. Gorik, Goris), Storia 1 ASO<br />
Leerboek,Van In, Lier, 1997, 108p.<br />
DE KELVER, J., e.a.(o.l.v. Gorik, Goris), Storia 3 ASO<br />
Leerboek,Van In, Lier, 1999, 160p.<br />
DE KELVER, J., e.a.(o.l.v. Gorik, Goris), Storia 2 ASO<br />
Leerboek,Van In, Lier, 1998, 167p.<br />
DE VOS, M., ‘’Juf, waren wij <strong>dan</strong> helemaal niet belangrijk?’<br />
Vrouwengeschie<strong>de</strong>nis in <strong>de</strong> praktijk van het<br />
mid<strong>de</strong>lbaar onerwijs.’, Spiegelbeeld. Jaarboek voor<br />
<strong>vrouwen</strong>geschie<strong>de</strong>nis,jaargang 25 (2005), p.115-129.<br />
– 1e graad ASO:<br />
http://www.ond.vlaan<strong>de</strong>ren.be/dvo/secundair/1stegraad/a-troom/eindtermen/geschie<strong>de</strong>nis.htm<br />
– 2e graad ASO:<br />
http://www.ond.vlaan<strong>de</strong>ren.be/dvo/secundair/2<strong>de</strong>gr<br />
aad/aso/eindtermen/geschie<strong>de</strong>nis.htm<br />
– 3e graad ASO:<br />
http://www.ond.vlaan<strong>de</strong>ren.be/dvo/secundair/3<strong>de</strong>gr<br />
aad/aso/eindtermen/geschie<strong>de</strong>nis.htm<br />
Meer <strong>dan</strong> ooit wordt vandaag <strong>de</strong> discussie gevoerd rond kennis en vaardighe<strong>de</strong>n in het on<strong>de</strong>rwijs.<br />
Ook onze vereniging wenst haar stem te laten horen. Eindtermen bepalen me<strong>de</strong> het lesgeven van<br />
<strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nisleraar. Hoe hebt u ze ervaren? Uw mening telt maar wordt zel<strong>de</strong>n gevraagd.<br />
Om die re<strong>de</strong>n heeft <strong>de</strong> VVLG <strong>de</strong> intentie een ron<strong>de</strong>tafelgesprek te organiseren met leraren<br />
geschie<strong>de</strong>nis en cultuurwetenschappen met als thema: eindtermen en hun haalbaarheid in <strong>de</strong><br />
praktijk. Het gesprek zou doorgaan o.l.v. on<strong>de</strong>rvoorzitter Michel Vanhalme op een woensdagnamiddag<br />
in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> maand oktober.<br />
Is <strong>de</strong> belangstelling groot <strong>dan</strong> wor<strong>de</strong>n er verschillen<strong>de</strong> data en locaties (Antwerpen, Gent, Leuven)<br />
voorzien.<br />
Interesse? Stuur een mail naar michel.vanhalme@telenet.be<br />
Michel Vanhalme, on<strong>de</strong>rvoorzitter