Formalisme - KABK

Formalisme - KABK Formalisme - KABK

30.09.2013 Views

1. Inleiding Van voorstelling... Kies een willekeurig kunstwerk en stel daarbij de vraag: wat stelt het voor? Als het om een klassiek schilderij gaat, is de vraag zelden moeilijk te beantwoorden. Klassieke schilderijen representeren klassieke onderwerpen, zoals landschappen, stillevens, portretten, historiestukken, religieuze verhalen, allegorieën enzovoort. Gaat het om een modern schilderij, dan wordt de vraag lastiger. Want wat stellen die drippings van Jackson Pollock eigenlijk voor? En die strepen en vlakken van Mondriaan, stellen die eigenlijk wel iets voor? ...naar uitdrukking... Stellen we ons een andere vraag: wat drukt het kunstwerk uit? Als het om een klassiek schilderij gaat, is de vraag opnieuw nooit erg moeilijk te beantwoorden. Een 17e eeuws stilleven, weten we, drukt meestal 'vanitas' (ijdelheid), uit. En een gotisch schilderij van een moeder met kind drukt Maria-devotie uit. Ook bij de meeste moderne schilderkunst kunnen we nog wel uit de voeten met deze vraag: Jackson Pollock gaf met zijn drippings uitdrukking aan de geest van de jazz. En Piet Mondriaan heeft ons persoonlijk laten weten dat de horizontale lijnen in zijn werk de uitdrukking van 'vrouwelijkheid' zijn, en de verticale 'mannelijkheid'. Met een beetje fantasie - en een voorkeur voor vooroorlogse rollenpatronen en Freudiaanse symboliek - kun je er als beschouwer best mee uit de voeten. Maar wat nu als je helemaal geen boodschap hebt aan vooroorlogse rollenpatronen en Freudiaanse symboliek? Wat nu als je met geen mogelijkheid mannelijkheid en vrouwelijkheid ervaart in die strepen en lijnen van Mondriaan? Wat, als je alleen maar strepen, lijnen, kleurvlakken, kortom, verf op doek ziet? En wat, als je nou toevallig volmaakt tevreden bent met de schilderijen van Mondriaan zoals ze zijn? Wat, als je ze ook zonder allerlei verwijzingen naar een hogere of lagere werkelijkheid, zonder expressieve of conceptuele gevoelsinhouden domweg boeiende schilderijen vindt, die je op een fascinerende manier ontroeren? ...naar loutere vormen De 20ste eeuw heeft ons als geen ander tijdperk de ogen geopend voor het feit dat kunstwerken niet noodzakelijk kunstwerken zijn, omdat ze zo goed lijken op iets anders, of omdat ze zo goed de gevoelens van de maker uitdrukken. Een kunstwerk blijkt ook te kunnen bestaan uit louter vormen - en evenzeer in staat ons te ontroeren, in vervoering te brengen - 2 -

of aan het denken te zetten. Dat verschijnsel is niet onopgemerkt voorbij gegaan is aan de beoefenaren van kunstfilosofie. En dus ontstonden tegelijkertijd met de opkomst van wat wij het ‘moderne’ noemen – de tijd waarin kunstenaars hun horizon radicaal begonnen te verleggen, tegen het einde van de 19 e eeuw - bijbehorende theorieën, waarin werd geprobeerd om deze bijzondere kracht van de kunst te verklaren. Deze theorieën lokaliseren het wezen van de kunst in de loutere vorm van het kunstwerk. Ze worden gewoonlijk aangeduid met de term 'formalisme'. Formalisme is de opvatting, dat het wezen van de kunst schuilt in de loutere vorm van het kunstwerk. Net als de nabootsings- en expressietheorie is ook het formalisme een normatieve opvatting. Dit betekent dat een echte formalist het beoordelen van de kwaliteit van kunstwerken op grond van andere criteria dan formele verwerpt. Consequentie van een formalistische houding is ook, dat voor het creëren van kunst slechts de loutere vorm telt. Morele waarden, historische dimensies, gevoelsmatige intenties, gelijkenis - voor de formalist heeft het allemaal niets met kunst te maken. 2. Algemene kenmerken van formalisme Intrinsieke criteria De nabootsingstheorie beoordeelt de kwaliteit van een kunstwerk op grond van zijn gelijkenis met een zintuiglijk of ideëel waarneembare werkelijkheid (wat stelt het voor?), de expressietheorie beoordeelt een kunstwerk op grond van zijn expressieve kracht (wat drukt het uit?) Aangezien de nabootsing van een ideële werkelijkheid bijna hetzelfde is als de uitdrukking van een visie, een gevoel of een intuïtie, lopen nabootsingstheorie en expressietheorie op dat punt geleidelijk in elkaar over. En ze hebben nog meer gemeen. Allebei beoordelen zij kunst namelijk aan de hand van iets, dat buiten het eigenlijke kunstwerk is gelegen: 'de werkelijkheid', of 'het gevoel van de kunstenaar' of 'de besmetting met gevoel' van het kunstpubliek – zogezegd extrinsieke criteria. Het verschil met het formalisme is, dat het formalisme kunst beoordeelt op grond van intrinsieke criteria, dat wil zeggen volgens maatstaven die men kan aantreffen in de kunstwerken zelf, meer in het bijzonder de vorm van schilderijen, boeken, muziek etc. Men beoordeelt artistieke kwaliteit volgens normen die besloten liggen in het kunstwerk zelf. Autonomie De woorden 'normen' en 'zelf' zijn hierboven niet toevallig onderstreept. Het Griekse woord voor 'zelf' is 'auto', en het Griekse woord voor ‘norm’ of 'wet' is 'nomos'. Samengevoegd krijg je het woord 'autonomos', wat zoiets betekent als 'zelfwettigend', of 'zichzelf legitimerend', of ‘zelf de norm stellend’. Het formalisme zoekt de essentie van kunst in de kunstwerken zelf en hun eigen, interne logica, in de autonome kwaliteit van kunstwerken. - 3 -

1. Inleiding<br />

Van voorstelling...<br />

Kies een willekeurig kunstwerk en stel daarbij de vraag:<br />

wat stelt het voor?<br />

Als het om een klassiek schilderij gaat, is de vraag<br />

zelden moeilijk te beantwoorden. Klassieke schilderijen<br />

representeren klassieke onderwerpen, zoals<br />

landschappen, stillevens, portretten, historiestukken,<br />

religieuze verhalen, allegorieën enzovoort.<br />

Gaat het om een modern schilderij, dan wordt de vraag<br />

lastiger. Want wat stellen die drippings van Jackson<br />

Pollock eigenlijk voor? En die strepen en vlakken van<br />

Mondriaan, stellen die eigenlijk wel iets voor?<br />

...naar uitdrukking...<br />

Stellen we ons een andere vraag: wat drukt het<br />

kunstwerk uit?<br />

Als het om een klassiek schilderij gaat, is de vraag<br />

opnieuw nooit erg moeilijk te beantwoorden. Een 17e<br />

eeuws stilleven, weten we, drukt meestal 'vanitas'<br />

(ijdelheid), uit. En een gotisch schilderij van een moeder<br />

met kind drukt Maria-devotie uit.<br />

Ook bij de meeste moderne schilderkunst kunnen we nog<br />

wel uit de voeten met deze vraag: Jackson Pollock gaf<br />

met zijn drippings uitdrukking aan de geest van de jazz.<br />

En Piet Mondriaan heeft ons persoonlijk laten weten dat de horizontale lijnen in zijn werk de<br />

uitdrukking van 'vrouwelijkheid' zijn, en de verticale 'mannelijkheid'. Met een beetje<br />

fantasie - en een voorkeur voor vooroorlogse rollenpatronen en Freudiaanse symboliek - kun<br />

je er als beschouwer best mee uit de voeten.<br />

Maar wat nu als je helemaal geen boodschap hebt aan vooroorlogse rollenpatronen en<br />

Freudiaanse symboliek? Wat nu als je met geen mogelijkheid mannelijkheid en<br />

vrouwelijkheid ervaart in die strepen en lijnen van Mondriaan? Wat, als je alleen maar<br />

strepen, lijnen, kleurvlakken, kortom, verf op doek ziet? En wat, als je nou toevallig volmaakt<br />

tevreden bent met de schilderijen van Mondriaan zoals ze zijn? Wat, als je ze ook zonder<br />

allerlei verwijzingen naar een hogere of lagere werkelijkheid, zonder expressieve of<br />

conceptuele gevoelsinhouden domweg boeiende schilderijen vindt, die je op een fascinerende<br />

manier ontroeren?<br />

...naar loutere vormen<br />

De 20ste eeuw heeft ons als geen ander tijdperk de ogen geopend voor het feit dat<br />

kunstwerken niet noodzakelijk kunstwerken zijn, omdat ze zo goed lijken op iets anders, of<br />

omdat ze zo goed de gevoelens van de maker uitdrukken. Een kunstwerk blijkt ook te kunnen<br />

bestaan uit louter vormen - en evenzeer in staat ons te ontroeren, in vervoering te brengen<br />

- 2 -

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!