De magie als natuurwetenschap - The Alchemy Web Site
De magie als natuurwetenschap - The Alchemy Web Site De magie als natuurwetenschap - The Alchemy Web Site
enkelingen uitblinken als zich onderscheidende aanvoerders, doch veeleer dat de mensheid zich als een zo veel mogelijk homogene massa verder ontwikkelt. Vandaar dat iedere gezonde stap voorwaarts slechts een langzame kan zijn. Per slot van rekening moet iedere nieuwe waarheid eerst voor een hypothese worden gehouden, en hoe dieper ze ingrijpt, des te groter is het verschijningsgebied waarmee ze in discussie zal moeten treden, en des te langer haar testperiode duurt, waarvan niet kan worden afgezien. Ontdekkers moeten zichzelf voorhouden, dat zij slechts wegbereiders zijn, na wie pas mettertijd de kolonisten zullen volgen. Want uiteindelijk is het heel begrijpelijk dat, wie zijn tijdgenoten honderd jaar vooruit is, ook honderd jaar moet wachten tot hij algemene erkenning vindt. Wie tot een minderheid behoort, moet allereerst beseffen dat hij tegen de stroom in zwemt, en daardoor maar heel langzaam vooruit kan komen. Wie een strever is, houde zich aan de meerderheden. Die verlenen eer en roem, wanneer men hen aan de teugel leidt. Alleen wie hiervan afstand kan doen, kan zich bij een minderheid aansluiten. Daarbij heeft hij het zeker niet gemakkelijk, want in de meerderheid wordt men geschoven, doch in de minderheid moet men zelf gaan en moet men schuiven. In de eerstgenoemde benut men het werk van de voorgangers; in de laatste moet men zelf werken. Maar men kan voor hetzelfde geld zeggen, dat de minderheden reeds daarom de representanten van de toekomst moeten zijn omdat in ons ras - zoals bekend is - epidemieën van gezond verstand niet voorkomen. Wel dikwijls en vaak langdurend een eenstemmige dwaasheid, zelfs dolheid. Nu kan men niet beweren dat alle minderheden in het bezit van de waarheid zijn, doch wel, dat de bezitters van de waarheid aanvankelijk steeds in de minderheid zullen zijn. Zo wil de ontwikkeling het. De meesten voelen zich heel goed thuis bij de heersende opvattingen, die voor hen als vanzelfsprekend en onaantastbaar gelden. Het is echter niet een ieder gegeven, en niet iedereen heeft het nodig, om zijn denkbeelden vanuit de algemeenheid te betrekken om ze überhaupt te heb- 28
en. Zoals niet iedereen zich door een kritiekloze mode spitse laarzen laat aanbevelen, zo laat ook niet iedereen zich door de denkmode van de dag zijn wetenschappelijke mening of wereldbeschouwing dicteren. Dit ongenoegen met de heersende mening is de voorwaarde voor iedere vooruitgang. Slechts op deze bodem kan een nieuwe openbaring van de menselijke geest opgroeien. Na deze lofrede op de minderheden, kan ik het nu eerder wagen om te spreken over een onderwerp dat tegenwoordig door de algemene mening nog wordt verworpen, namelijk het occultisme of - zoals men het in de middeleeuwen noemde - de magie. Ik wil mij er niet gemakkelijk van afmaken en niet slechts bewijzen, dat er in de magie misschien toch een kleine kern van waarheid schuilt, en dat het geloof daarin te vergeven valt. Eerder, dat het een gebrek aan wetenschappelijke bezonnenheid is om niet in magie te geloven. De magie moet dus als een logisch noodwendige conclusie vanuit het tegenwoordige standpunt der wetenschap worden weergegeven. Dit standpunt nu, is in het kort als volgt. De moderne wetenschap stelt de alleenheerschappij van de wet van de causaliteit aan de top van al haar onderzoekingen. Deze alleenheerschappij is zelfs de voorwaarde van alle wetenschap en volgt uit de kennis daarvan. Wetenschap bedrijven, betekent namelijk oorzaken ontdekken en werkingen observeren. De kenmerkende verhouding tussen oorzaak en werking is, wat als wet van de causaliteit wordt betiteld. De wetenschap zou dus zichzelf opgeven wanneer zij de mogelijkheid zou toegeven, dat deze causaliteit ergens een gat vertoont. De wetenschap kan zelfs niet toestaan dat de openingen in onze kennis worden dichtgestopt met bovennatuurlijke beginselen die naast en tussen de natuurwetmatige causaliteit werkzaam kunnen zijn. Ook dat moet ze als een wetenschappelijke halfslachtigheid verwerpen. Voor haar bestaat er niets bovennatuurlijks. 29
- Page 1 and 2: DR. FREIHERR CARL DU PREL DIE MAGIE
- Page 3 and 4: INHOUDSOPGAVE Inleiding van de vert
- Page 5 and 6: elektriciteit, licht en warmte, et
- Page 7 and 8: tiek. Wat het vroegste onderzoek aa
- Page 9 and 10: onverklaarbare verrichtingen en ver
- Page 11 and 12: ovenzintuiglijk is, en waarvan het
- Page 13 and 14: Een enkele technische opmerking. On
- Page 15: HET DUITSE OMSLAG 15
- Page 18 and 19: De Magie als Natuurwetenschap Eerst
- Page 20 and 21: VOORWOORD Het geloof in magie is zo
- Page 22 and 23: ezit, zoals Agrippa van Nettesheim
- Page 24 and 25: schap. Die dwaalt heden nog, net al
- Page 26 and 27: Deze geschiedenis der wetenschappen
- Page 30 and 31: Op al deze punten geef ik de wetens
- Page 32 and 33: estaan, en ook de onbekende onder d
- Page 34 and 35: dracht meedeelt. "Wie dit niet begr
- Page 36 and 37: door Braid 10 is afgelost, en dat e
- Page 38 and 39: gang brengt, die - zoals ze in het
- Page 40 and 41: middel van de vleugels der insecten
- Page 42 and 43: een spectraalanalytisch apparaat. E
- Page 44 and 45: geen zelfs in de somnambulistische
- Page 46 and 47: vanuit het monistische wereldbeeld,
- Page 48 and 49: II DE MAGISCHE VERDIEPING DER MODER
- Page 50 and 51: worden opgewekt, dan zal ook de nat
- Page 52 and 53: fabriceren van een apparaat waarmee
- Page 54 and 55: geboorte in de armen van zijn moede
- Page 56 and 57: doodsstrijd liggend, de namen van d
- Page 58 and 59: thetische aard. Er kan zich ook een
- Page 60 and 61: des te beter te verklaren maakt. In
- Page 62 and 63: zaam. 55 Het is opmerkelijk, dat de
- Page 64 and 65: trekking voort, die volgens de afge
- Page 66 and 67: moeder en foetus. In al deze gevall
- Page 68 and 69: 2 De röntgenstralen en het helderz
- Page 70 and 71: somnambulisten licht zien van wie h
- Page 72 and 73: gebed verzonkene geheel in vuur zag
- Page 74 and 75: sensitief Vollmann, die geen ooglen
- Page 76 and 77: zijn hand nam, was de uitstroming s
enkelingen uitblinken <strong>als</strong> zich onderscheidende aanvoerders,<br />
doch veeleer dat de mensheid zich <strong>als</strong> een zo veel mogelijk<br />
homogene massa verder ontwikkelt. Vandaar dat iedere gezonde<br />
stap voorwaarts slechts een langzame kan zijn. Per slot van<br />
rekening moet iedere nieuwe waarheid eerst voor een hypothese<br />
worden gehouden, en hoe dieper ze ingrijpt, des te groter is het<br />
verschijningsgebied waarmee ze in discussie zal moeten treden,<br />
en des te langer haar testperiode duurt, waarvan niet kan<br />
worden afgezien. Ontdekkers moeten zichzelf voorhouden, dat<br />
zij slechts wegbereiders zijn, na wie pas mettertijd de kolonisten<br />
zullen volgen. Want uiteindelijk is het heel begrijpelijk<br />
dat, wie zijn tijdgenoten honderd jaar vooruit is, ook honderd<br />
jaar moet wachten tot hij algemene erkenning vindt. Wie tot een<br />
minderheid behoort, moet allereerst beseffen dat hij tegen de<br />
stroom in zwemt, en daardoor maar heel langzaam vooruit kan<br />
komen. Wie een strever is, houde zich aan de meerderheden.<br />
Die verlenen eer en roem, wanneer men hen aan de teugel leidt.<br />
Alleen wie hiervan afstand kan doen, kan zich bij een<br />
minderheid aansluiten. Daarbij heeft hij het zeker niet gemakkelijk,<br />
want in de meerderheid wordt men geschoven, doch in<br />
de minderheid moet men zelf gaan en moet men schuiven. In de<br />
eerstgenoemde benut men het werk van de voorgangers; in de<br />
laatste moet men zelf werken. Maar men kan voor hetzelfde<br />
geld zeggen, dat de minderheden reeds daarom de representanten<br />
van de toekomst moeten zijn omdat in ons ras - zo<strong>als</strong><br />
bekend is - epidemieën van gezond verstand niet voorkomen.<br />
Wel dikwijls en vaak langdurend een eenstemmige dwaasheid,<br />
zelfs dolheid. Nu kan men niet beweren dat alle minderheden in<br />
het bezit van de waarheid zijn, doch wel, dat de bezitters van de<br />
waarheid aanvankelijk steeds in de minderheid zullen zijn. Zo<br />
wil de ontwikkeling het. <strong>De</strong> meesten voelen zich heel goed<br />
thuis bij de heersende opvattingen, die voor hen <strong>als</strong> vanzelfsprekend<br />
en onaantastbaar gelden. Het is echter niet een ieder<br />
gegeven, en niet iedereen heeft het nodig, om zijn denkbeelden<br />
vanuit de algemeenheid te betrekken om ze überhaupt te heb-<br />
28