De magie als natuurwetenschap - The Alchemy Web Site
De magie als natuurwetenschap - The Alchemy Web Site De magie als natuurwetenschap - The Alchemy Web Site
IX DE MYSTERIEUZE PROJECTIELEN Nu voel ik mij echter geroepen een doorsteekje te maken naar het spiritistische gebied, om een verschijnsel te bespreken waarin de leviterende en bewegende kracht van odische uitstromingen met een grote toename, en daarom in duidelijkheid, optreedt. Tot de vele zonderlinge dingen namelijk die het spiritisme ons brengt, behoort ook, dat zo nu en dan - maar zeker niet zelden - mensen, maar ook levenloze voorwerpen, bijvoorbeeld huizen, het doel van geworpen voorwerpen zijn. Als zodanig worden meestal stenen gebruikt, maar vaak ook het een of andere voorwerp dat toevallig in de buurt te vinden is. Dat dit spookachtige verschijnsel van spiritistische aard is, blijkt indirect uit de vergeefse pogingen om de vermoede menselijke dader te ontdekken, maar ook direct, uit verscheidene nevenomstandigheden, die een menselijke dader bepaald uitsluiten. Anderzijds kan het verschijnsel ook niet vanuit blinde natuurkrachten verklaard worden. De bedoeling is immers altijd duidelijk te herkennen, namelijk het treffen en beschadigen van een bepaald doel. De krachten tonen zich doelbewust gebruikt en als intelligente krachten. Daar de dragers van deze intelligentie onzichtbaar zijn, is er sprake van een spiritistisch verschijnsel. De berichten hierover trekken de ganse middeleeuwen door. Psellus 640 spreekt reeds over 'toornige stenen', en in recentere tijden is het verschijnsel eerder veelvuldiger geworden dan dat het is afgenomen. Het werpen van stenen in de Elsässerstraße 640 [bedoeld zal zijn Michael Psellus, Byzantijns monnik en historicus, 1018?-1078 n.Chr., waarschijnlijk in zijn werk De Operatione Daemonum (Over het Werk der Demonen'). vert.] 258
1890 641 in Berlijn duurde zes weken lang. Ondanks de bemoeienissen van rechtsbeschermers, en ondanks de voor het ontdekken van de dader uitgeloofde hoge beloning, werd niets ontdekt. Ik heb er in het geheel niets tegen, maar moet het veeleer als een logische gang van zaken beschouwen, dat de politie van meet af aan steeds is uitgegaan van een menselijke dader, en naar deze op zoek ging. Dit betreft de eenvoudigere hypothese, die eerst moet worden aangewend, voordat men de verte in zweeft. Doch ik heb er beslist wél iets op tegen, dat de politie haar hypothese steeds tot de enig toelaatbare en mogelijke uitroept; dat zij van de historie van dit spookverschijnsel helemaal niet zo op de hoogte is; dat zij niet eens van de door haar voortgezette blamages bij zulke gelegenheden iets wil leren; en uit pure afkeer tegen de spiritistische verklaring er de voorkeur aan geeft, toe te geven dat zij niet tegen haar taak opgewassen is. Daarover moet men zich des te meer verwonderen, nu een geheel onbevangen onderzoek van het verschijnsel in bijna ieder afzonderlijk geval het bewijs zou kunnen leveren dat een menselijk daderschap onlogisch, dus onmogelijk is. De diverse bijkomende omstandigheden waarmee het steenwerpen verbonden is, staan zo'n aanname namelijk volledig in de weg. De nevenomstandigheden zijn zeer karakteristiek; keren in de berichten uit alle tijdperken en landen terug; en aangezien ze bovendien gemakkelijk te constateren zijn en voor iedereen zichtbaar zijn, zouden ze tot het onmiddellijk stopzetten van het normale politieprotocol moeten leiden, wanneer de politie inderdaad een zo open blik zou hebben als waarop zij zich beroemt. 641 ["Elsässerstraße 1890 in Berlin." Hiermee is niet bedoeld: huisnummer 1890. Zie Sphinx, band 1, deel 1, januari 1890. Onbekend is mij wanneer het verschijnsel zich voordeed. In elk geval niet eerder dan in 1873, want toen kreeg de Elsässerstraße pas haar naam. vert.] 259
- Page 208 and 209: ouwen. Een van hen liet zijn bijl i
- Page 210 and 211: gevingskracht, van het gewaarworden
- Page 212 and 213: vertrokken was, vielen ze naar bene
- Page 214 and 215: ondanks hun vaart, in het raam stek
- Page 216 and 217: scheiden. Wanneer voorwerpen door g
- Page 218 and 219: stukken wordt geslagen, behoudt elk
- Page 220 and 221: lichaam verhief zich vrij zwevend.
- Page 222 and 223: lichaam op de rand van het bed rust
- Page 224 and 225: hij als hout op het water drijft en
- Page 226 and 227: deze ene gedachte, dat zijn lichaam
- Page 228 and 229: feiten, afgescheiden van de religie
- Page 230 and 231: mannen hem nauwelijks van zijn plek
- Page 232 and 233: pesanteur; diabolique, c'est un sim
- Page 234 and 235: Brookes komt een betoverde jongeman
- Page 236 and 237: hij erop, en bij de derde keer ston
- Page 238 and 239: gewicht. Bij de dematerialisering v
- Page 240 and 241: eginsel is het verschijnsel identie
- Page 242 and 243: stoten. De komeetstaarten, de miner
- Page 244 and 245: Het tafeldansen, dat in de jaren vi
- Page 246 and 247: eschreven. 606 Ook aan de Joden is
- Page 248 and 249: invloed van één enkele persoon, t
- Page 250 and 251: Hij had het recht een nieuwe benami
- Page 252 and 253: tafel begon te knetteren en te krak
- Page 254 and 255: al" - zo staat het daar - "heeft uw
- Page 256 and 257: persoon dit, want hij voelde ogenbl
- Page 260 and 261: Een opsporingsambtenaar die thuis i
- Page 262 and 263: neerslaan, sloeg hij met groot gewe
- Page 264 and 265: gewond. 652 Toen bij het spook in T
- Page 266 and 267: stromende bergstroom. Doch steeds k
- Page 268 and 269: de projectielen heet aanvoelde. Dat
- Page 270 and 271: lijkbaar op de daarmee verbonden mo
- Page 272 and 273: lezer die de moeite neemt om de ber
- Page 274 and 275: scepticisme van de geleerden te kam
- Page 276 and 277: Zelf heb ik ooit gesproken met een
- Page 278 and 279: Deze gewaarwordingen zijn er veelvu
- Page 280 and 281: len. 697 Hier en daar is sprake van
- Page 282 and 283: magie werkende, dynamische agens bl
- Page 284 and 285: langzaam op af. Als op commando nee
- Page 286 and 287: graag wil weten. (…) Bij deze en
- Page 288 and 289: vermeld, dat de proefnemingen die m
- Page 290 and 291: invloed vaak de natuurkundige domin
IX DE MYSTERIEUZE PROJECTIELEN<br />
Nu voel ik mij echter geroepen een doorsteekje te maken naar<br />
het spiritistische gebied, om een verschijnsel te bespreken<br />
waarin de leviterende en bewegende kracht van odische<br />
uitstromingen met een grote toename, en daarom in<br />
duidelijkheid, optreedt.<br />
Tot de vele zonderlinge dingen namelijk die het spiritisme ons<br />
brengt, behoort ook, dat zo nu en dan - maar zeker niet zelden -<br />
mensen, maar ook levenloze voorwerpen, bijvoorbeeld huizen,<br />
het doel van geworpen voorwerpen zijn. Als zodanig worden<br />
meestal stenen gebruikt, maar vaak ook het een of andere<br />
voorwerp dat toevallig in de buurt te vinden is.<br />
Dat dit spookachtige verschijnsel van spiritistische aard is,<br />
blijkt indirect uit de vergeefse pogingen om de vermoede<br />
menselijke dader te ontdekken, maar ook direct, uit verscheidene<br />
nevenomstandigheden, die een menselijke dader bepaald<br />
uitsluiten. Anderzijds kan het verschijnsel ook niet vanuit<br />
blinde natuurkrachten verklaard worden. <strong>De</strong> bedoeling is<br />
immers altijd duidelijk te herkennen, namelijk het treffen en<br />
beschadigen van een bepaald doel. <strong>De</strong> krachten tonen zich<br />
doelbewust gebruikt en <strong>als</strong> intelligente krachten. Daar de<br />
dragers van deze intelligentie onzichtbaar zijn, is er sprake van<br />
een spiritistisch verschijnsel.<br />
<strong>De</strong> berichten hierover trekken de ganse middeleeuwen door.<br />
Psellus 640 spreekt reeds over 'toornige stenen', en in recentere<br />
tijden is het verschijnsel eerder veelvuldiger geworden dan dat<br />
het is afgenomen. Het werpen van stenen in de Elsässerstraße<br />
640 [bedoeld zal zijn Michael Psellus, Byzantijns monnik en historicus,<br />
1018?-1078 n.Chr., waarschijnlijk in zijn werk <strong>De</strong> Operatione Daemonum<br />
(Over het Werk der <strong>De</strong>monen'). vert.]<br />
258